Hoofdstuk 1. Regels op grond van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 1. Regels op grond van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling"

Transcriptie

1 (Tekst geldend op: ) Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/PB/102565A, tot vaststelling van regels op grond van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling en tot aanpassing van enige Ministeriele regelingen in verband met de invoering van de Pensioenwet (Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelet op artikel 2, derde lid, 70, tweede lid, 109, zevende lid, en 158 van de Pensioenwet; artikel 81, tweede lid en 153 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling; artikel 9, vierde lid, 23, vierde lid, 25, eerste en vijfde lid en 27, eerste lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling; artikel 12, derde lid en 22, vierde lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen; artikel 8, zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen; artikel 50, vijfde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; artikel 67, zesde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en artikel 7, vierde lid, en artikel 10 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding; Met betrekking tot de artikelen 32, 33 en 34 handelend in overeenstemming met de Minister van Justitie; Besluit: Hoofdstuk 1. Regels op grond van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling Paragraaf 1. Aanwijzingen Artikel 1. Aangewezen werknemers Als categorie van personen als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Pensioenwet worden aangewezen de personen die in de Generale regeling predikantspensioenen als deelnemer zijn aangemerkt. Artikel 2. Aangewezen instellingen Als instelling als bedoeld in artikel 70, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 81, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling worden de in bijlage 1 genoemde instellingen en aan die instellingen verbonden pensioenuitvoerders, aangewezen. Artikel 3. Aangewezen verenigingen Als verenigingen, op wie tot 1 januari 2009 het vierde tot en met zesde lid van artikel 109 van de Pensioenwet niet van toepassing zijn, zijn aangewezen: a. de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO); b. de Nederlandse Bond voor Oudere Migranten (NISBO); c. de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden (NVOG); d. de Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB); en e. de Unie van Katholieke Bonden van Ouderen (Unie KBO).

2 Paragraaf 2. Informatie over en de voorwaardelijkheidsverklaring Artikel 4. Vaststelling toeslagenlabel 1. De kwalitatieve en beeldende maatstaf waarin de informatie over wordt uitgedrukt als bedoeld in artikel 48, tweede lid, van de Pensioenwet of artikel 59, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling is het toeslagenlabel. 2. In het toeslagenlabel worden de verwachtingen ten aanzien van de toekomstige, bedoeld in artikel 48, derde lid, van de Pensioenwet of artikel 59, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling weergegeven als volgt: a. de verwachte in de komende 15 jaar; en b. de in een pessimistisch scenario in de komende 15 jaar. 3. De berekening van de verwachtingen ten aanzien van de toekomstige, bedoeld in het tweede lid, wordt door fondsen uitgevoerd in een continuïteitsanalyse en door verzekeraars met het rekeninstrument voor verzekeraars, bedoeld in artikel 4b. 4. De verwachte, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt bepaald als de verwachtingswaarde van de verdeling van uitkomsten op basis van het pensioenresultaat. De in een pessimistisch scenario, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt bepaald als het 5%-risicopercentiel van de verdeling van uitkomsten op basis van het pensioenresultaat. 5. Het pensioenresultaat, bedoeld in het vierde lid, wordt gedefinieerd als: 1 plus de cumulatieve in de komende 15 jaar gedeeld door 1 plus de cumulatieve groeivoet van het prijsindexcijfer in de komende 15 jaar en vermenigvuldigd met 100%. 6. De cumulatieve groeivoet van het prijsindexcijfer, bedoeld in het vijfde lid, wordt berekend op basis van de minimale verwachtingswaarde voor de groeivoet van het prijsindexcijfer, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Regeling parameters pensioenfondsen. 7. De verwachte en de in een pessimistisch scenario, bedoeld in het tweede lid, worden beiden afgezet tegen de cumulatieve groeivoet van het prijsindexcijfer en ingedeeld in een categorie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de volgende categorieën: a. categorie 1: de bedraagt ten minste 110%; b. categorie 2: de bedraagt minder dan 110% maar ten minste 97%; c. categorie 3: de bedraagt minder dan 97% maar ten minste 90%; d. categorie 4: de bedraagt minder dan 90% maar ten minste 80%; en e. categorie 5: de bedraagt minder dan 80%. 8. Indien toeslagcategorie A of B van de toeslagenmatrix, bedoeld in artikel 6, van toepassing is kan, in afwijking van het derde lid, afgezien worden van berekening van de verwachtingen ten aanzien van toekomstige, bedoeld in het tweede lid. De verwachte en de in een pessimistisch scenario, bedoeld in het tweede lid, worden in die situatie ingedeeld in categorie 5 als bedoeld in het zevende lid. 9. Het toeslagenlabel wordt geactualiseerd: a. door fondsen: 1. bij iedere continuïteitsanalyse die plaatsvindt op grond van artikel 22 van het Besluit financieel toetsingkader pensioenfondsen en die plaatsvindt bij iedere ingrijpende wijziging van de pensioenregeling die gevolgen heeft voor het toeslagbeleid; en 2. indien de dichtst bij de feitelijke dekkingsgraad op 31 december van enig jaar gelegen fictieve dekkingsgraad een andere is dan de dichtst bij de feitelijke dekkingsgraad op 31 december van het voorgaande jaar gelegen fictieve dekkingsgraad; en

3 b. door verzekeraars: 1. iedere 3 jaar; en 2. bij iedere ingrijpende wijziging van de pensioenregeling die gevolgen heeft voor het toeslagbeleid. Artikel 4a. Fictieve dekkingsgraden continuïteitsanalyse 1. In de continuïteitsanalyse berekenen fondsen de verwachte en de in een pessimistisch scenario, bedoeld in artikel 4, tweede lid, vanuit de actuele dekkingsgraad en vanuit fictieve dekkingsgraden met stappen van 5 procentpunt vanaf het minimaal vereist eigen vermogen tot de dekkingsgraad waarbij de toeslagen volledig afgefinancierd zijn. 2. Indien de laatste stap tot aan de dekkingsgraad waarbij de toeslagen volledig afgefinancierd zijn geen 5 procentpunt bedraagt, wordt de omvang van deze stap op de feitelijke afstand vastgesteld. Artikel 4b. Rekeninstrument verzekeraars 1. Verzekeraars berekenen de verwachte en de in een pessimistisch scenario, bedoeld in artikel 4, tweede lid, met het rekeninstrument voor verzekeraars. Dit rekeninstrument is door verzekeraars op te vragen bij het Verbond van Verzekeraars. 2. Voor wijziging van het, in het eerste lid bedoelde rekeninstrument, is instemming van De Nederlandsche Bank en Onze Minister vereist. Artikel 4c. Gebruik toeslagenlabel 1. Indien sprake is van verschillend toeslagbeleid voor verschillende pensioensoorten wordt in de informatieverstrekking aan de deelnemer of gewezen deelnemer het toeslagenlabel opgenomen dat betrekking heeft op het ouderdomspensioen. 2. Indien een pensioenregeling meerdere toeslagenregelingen kent wordt in de informatieverstrekking het toeslagenlabel opgenomen dat betrekking heeft op het basisdeel van de pensioenregeling. In dat geval wordt in de informatieverstrekking aan de deelnemer naast het toeslagenlabel de volgende, in te vullen, tekst opgenomen: U hebt een loon dat hoger is dan?. Het pensioen dat u opbouwt over het deel boven? wordt <niet/minder/anders> aangepast aan de stijging van de prijzen. (als minder of anders: Dat deel van het pensioen wordt <wijze van indexatie>?). Dit ziet u niet terug in het plaatje. In de informatieverstrekking aan de gewezen deelnemer en pensioengerechtigde wordt naast het toeslagenlabel de volgende, in te vullen, tekst opgenomen: Het pensioen dat u hebt opgebouwd in aanvulling op het basisdeel van de pensioenregeling wordt <niet/minder/anders> aangepast aan de stijging van de prijzen. (als minder of anders: Dat deel van het pensioen wordt <wijze van indexatie>). Dit ziet u niet terug in het plaatje. 3. Indien een pensioenregeling een verschillend toeslagbeleid kent voor deelnemers enerzijds en gewezen deelnemers en pensioengerechtigden anderzijds wordt in de informatieverstrekking aan de deelnemer naast het toeslagenlabel de volgende, in te vullen, tekst opgenomen: Uw pensioen wordt op een andere manier aangepast aan de stijging van de prijzen, als u niet meer meedoet aan deze pensioenregeling of als u al pensioen krijgt. Uw opgebouwde pensioen wordt dan <wijze van indexatie>. Dit ziet u niet terug in het plaatje. 4. In de omstandigheden, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, wordt in de informatieverstrekking aan de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde vermeld dat deze op verzoek het niet in deze informatieverstrekking opgenomen toeslagenlabel kan ontvangen.

4 5. Indien in de informatieverstrekking aan de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde geen toeslagenlabel wordt opgenomen, wordt op de plaats van het toeslagenlabel een tekst opgenomen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de toepasselijke tekst in bijlage 1b. 6. De Autoriteit Financiële Markten kan in bijzondere gevallen toestemming verlenen voor afwijking van de teksten in het tweede en derde lid en bijlage 1b. Artikel 4d. Vormvereisten toeslagenlabel 1. Pensioenuitvoerders maken gebruik van de toeslagenlabels die beschikbaar worden gesteld op 2. In het uniform pensioenoverzicht, bedoeld in artikel 38, tweede lid, van de Pensioenwet en artikel 49, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt het toeslagenlabel opgenomen in het cijfermatig deel, in het onderdeel?houdt uw pensioen zijn waarde??. Artikel 5. Consistentie 1. Voor de toepassing van artikel 95, eerste lid, van de Pensioenwet en artikel 103, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstaan onder: a. gewekte verwachtingen: de toeslagambitie, bedoeld in de in bijlage 1a opgenomen toeslagenmatrix; b. financiering: 1. bij fondsen: hetgeen op grond van artikel 24, onderdeel f, g en h, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen is opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota, bedoeld in artikel 145 van de Pensioenwet of artikel 140 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling; 2. bij een door een verzekeraar uitgevoerde pensioenregeling: hetgeen in de uitvoeringsovereenkomst over de financiering is geregeld; c. het realiseren van voorwaardelijke toeslagen: de over de afgelopen drie jaar. 2. Consistentie als bedoeld in artikel 95, eerste lid, van de Pensioenwet en artikel 103, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, bestaat voor een fonds indien: a. op basis van een continuïteitsanalyse uitgaande van het vereist eigen vermogen over een periode van 15 jaar een wordt verwacht, die in voldoende mate aansluit bij de toeslagambitie; en b. op basis van een continuïteitsanalyse uitgaande van het minimaal vereist eigen vermogen wordt verwacht dat het in de financiering besloten herstelvermogen van het fonds voldoende is om de dekkingsgraad binnen een periode van 15 jaar van het minimaal vereist eigen vermogen op het vereist eigen vermogen te brengen. 3. Indien uitgaande van het vereist eigen vermogen van het fonds niet aan de in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde voorwaarde wordt voldaan, bestaat consistentie als bedoeld in artikel 95, eerste lid, van de Pensioenwet of artikel 103, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, indien: a. op basis van een continuïteitsanalyse uitgaande van een hogere dekkingsgraad dan het vereist eigen vermogen, over een periode van 15 jaar een wordt verwacht die in voldoende mate aansluit bij de toeslagambitie; en b. op basis van een continuïteitsanalyse uitgaande van het minimaal vereist eigen vermogen wordt verwacht dat het in de financiering besloten herstelvermogen van het fonds voldoende is om de dekkingsgraad binnen een periode van 15 jaar van het minimaal vereist eigen vermogen op de, in onderdeel a genoemde, hogere dekkingsgraad te brengen.

5 4. De toezichthouder kan op verzoek van een fonds toestaan dat onderdeel b van het tweede of derde lid niet wordt toegepast, dan wel dat voor de continuïteitsanalyse, bedoeld in die onderdelen, mag worden uitgegaan van een hogere dekkingsgraad dan het minimaal vereist eigen vermogen. 5. Consistentie als bedoeld in artikel 95, eerste lid, van de Pensioenwet en artikel 103, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, bestaat voor een door een verzekeraar uitgevoerde pensioenregeling indien op basis van een berekening met het rekeninstrument voor verzekeraars over een periode van 15 jaar een wordt verwacht die in voldoende mate aansluit bij de toeslagambitie. Artikel 6. Toeslagenmatrix 1. Bij de informatie over, bedoeld in artikel 4 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en de voorwaardelijkheidsverklaring, bedoeld in artikel 95, derde lid, van de Pensioenwet en artikel 103, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt gebruik gemaakt van de in bijlage 1a opgenomen toeslagenmatrix. 2. In overleg met de Autoriteit Financiële Markten kan van de teksten in de toeslagenmatrix worden afgeweken. Paragraaf 3. Begroting, jaarverslag, jaarrekening of verantwoording Artikel 7. Indienen van de begroting 1. De begroting, bedoeld in artikel 154 van de Pensioenwet dan wel artikel 149 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, is voorzien van: a. een exploitatiebegroting en een meerjarenraming; b. een toelichting; c. het verslag van het overleg over de begroting dat de toezichthouder op grond van artikel 161 van de Pensioenwet dan wel artikel 156 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling organiseert; en d. de bevindingen van de raad van toezicht of de raad van commissarissen. 2. De toezichthouder vermeldt de wijze waarop rekening is gehouden met de inbreng en de bevindingen van Onze Minister en van het overleg dat de toezichthouder op grond van artikel 161 van de Pensioenwet dan wel artikel 156 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling organiseert. Artikel 8. Eisen aan de begroting 1. De begroting legt een koppeling tussen: a. de doelstellingen van het beleid, uitgedrukt in te bereiken effecten; b. de daartoe te leveren prestaties of activiteiten; en c. de daarvoor in te zetten financiële middelen en capaciteit. 2. De begroting dient zodanig te zijn ingericht dat: a. duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen verzekeraars die een pensioenregeling uitvoeren en pensioenfondsen of beroepspensioenfondsen en, voor zover toepasselijk, tussen materieel en prudentieel toezicht; en b. de investeringen en de toerekening daarvan aan de bij of krachtens de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling aan de toezichthouder opgedragen taken inzichtelijk is.

6 Artikel 9. Eisen aan de toelichting bij de begroting 1. De toelichting bij de begroting bevat een financieel en een beleidsmatig deel en een toelichting per begrotingsartikel. 2. De toelichting bij het financiële deel van de begroting gaat in op: a. de inzet van financiële middelen en capaciteit; b. het effect van investeringen van de toezichthouder en hoe deze tot uitdrukking komen in de toezichtkosten; c. de gehanteerde bedrijfseconomische grondslagen; en d. de ontwikkelingen van de loon- en prijsmutaties voor de totale toezichtkosten. 3. De toelichting bij het beleidsmatige deel van de begroting gaat in op: a. de relevante (beleids)wijzigingen in de taakuitoefening, die in het begrotingsjaar ten opzichte van het lopende jaar zijn te verwachten, en de daarmee samenhangende kosten; b. de wijze waarop de toezichthouder voldoet aan de eisen die in artikel 40 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling zijn gesteld; en c. de verwachte effecten van doelmatigheidsbevordering. Artikel 10. Eisen aan de gewijzigde of aanvullende begroting Voor de gewijzigde of aanvullende begroting, bedoeld in artikel 154, vierde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 149, vierde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zijn artikel 7 tot en met 9 van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 7, eerste lid, onderdeel c, en het tweede lid. Artikel 11. Indienen van jaarverslag en jaarrekening of verantwoording 1. De toezichthouder zendt het jaarverslag, bedoeld in artikel 156, eerste lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 151, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de jaarrekening of verantwoording, bedoeld in artikel 157, eerste lid, dan wel artikel 152, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling gelijktijdig aan Onze Minister. 2. De jaarrekening of verantwoording gaat vergezeld van de bevindingen van de raad van toezicht of de raad van commissarissen. Artikel 12. Eisen aan jaarrekening of verantwoording 1. De jaarrekening of verantwoording legt een koppeling met de begroting en volgt de systematiek van de begroting. Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing. Afwijkingen van de begroting worden toegelicht. 2. De jaarrekening of verantwoording bevat een vergelijking met de realisatie, opgenomen in de jaarrekening of verantwoording van het voorafgaande jaar, en de begroting van het jaar waarop de jaarrekening of verantwoording betrekking heeft. Artikel 13. Eisen aan het jaarverslag 1. In het jaarverslag doet de toezichthouder verslag van: a. de activiteiten in het afgelopen kalenderjaar; b. de knelpunten bij de uitvoering van het toezicht en de wijze waarop met deze knelpunten is omgegaan; c. de wijze waarop wordt voldaan aan de eisen die in artikel 40 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling zijn gesteld; en d. het op grond van artikel 209 van de Pensioenwet dan wel artikel 203 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling gevoerde overleg met belanghebbenden.

7 2. Artikel 9, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op het jaarverslag. Artikel 14. Bevindingen De raad van toezicht of raad van commissarissen vermeldt in zijn bevindingen of: a. de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening of verantwoording is opgesteld conform de bij of krachtens de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling daaraan gestelde eisen; b. is afgeweken van de afspraken die met Onze Minister zijn gemaakt; en c. conform de overeengekomen procedures overleg is gepleegd met belanghebbenden en de wijze waarop is ingegaan op hun bevindingen. Hoofdstuk 2. Regels op grond van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling Paragraaf 1. Prijsinflatie Artikel 15. Prijsinflatie De prijsinflatie, bedoeld in artikel 9, vierde lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling is de minimale verwachtingswaarde voor de groeivoet van het prijsindexcijfer, genoemd in artikel 1, onderdeel a, van de Regeling parameters pensioenfondsen. Paragraaf 2. Waardeoverdracht Artikel 16. Bepaling rente 1. De rente, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt berekend aan de hand van het u-rendement, waarbij de periode wordt vastgesteld in volle maanden. Het aantal volle maanden wordt bepaald op het verschil in maanden en dagen tussen de overdrachtsdatum en de datum van betaling van de overdrachtswaarde, waarbij alle kalendermaanden op 30 dagen worden gesteld. 2. Het in het eerste lid genoemde u-rendement is het op 1 januari van het jaar waarin de overdrachtsdatum valt geldende u-rendement, zoals gepubliceerd door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek van het Verbond van Verzekeraars. Artikel 17. Verschuldigde rente Wanneer waardeoverdracht plaatsvindt van een pensioenaanspraak als bedoeld in artikel 25, vierde lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, rekent de ontvangende uitvoerder, met toepassing van artikel 16, terug welk deel van de overdrachtswaarde als verschuldigde rente moet worden aangemerkt over de periode tussen de betaaldatum en de overdrachtsdatum. Artikel 18. Het standaardtarief 1. Bij de vaststelling van het standaardtarief, bedoeld in artikel 25, eerste lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt uitgegaan van de afgeronde overlevingstafels Gehele Bevolking Mannen en Gehele Bevolking Vrouwen met de volgende leeftijdterugstellingen: a. 5 jaar voor mannelijke deelnemers; b. 3 jaar voor vrouwelijke deelnemers; c. 1 jaar voor de vrouwelijke partner van mannelijke deelnemers; en d. 3 jaar voor de mannelijke partner van vrouwelijke deelnemers.

8 2. De berekening van het standaardtarief geschiedt op basis van algemeen gebruikelijke actuariële formules. Uitgegaan wordt daarbij van netto tarieven en een marktconforme disconteringsvoet. 3. De in het tweede lid bedoelde disconteringsvoet is de op 1 oktober geldende rente uit de door De Nederlandsche Bank gepubliceerde rentetermijnstructuur voor verplichtingen met een looptijd van 25 jaar. De vastgestelde rente geldt voor de periode van 1 januari tot en met 31 december van enig jaar. 4. Bij de bepaling van koopsommen voor lijfrenten, overlevingsrenten en erfrenten wordt de continue rente gebruikt. 5. Voor koopsommen van uitkeringen bij overlijden wordt uitgegaan van overlijden halverwege het jaar. 6. Voor de berekening van het partnerpensioen wordt de gehuwdheidsfrequentie op 1 gesteld op de datum waarop het ouderdomspensioen op grond van een pensioenregeling aanvangt. 7. Voor het ouderdomspensioen en het partnerpensioen dat is opgebouwd vóór 1 januari 2002, dan wel 1 januari 2006, indien sprake is van perioden van opbouw op grond van een beroepspensioenregeling, wordt uitgegaan van de gehuwdheidsfrequenties, opgenomen in artikel 1 van bijlage 2. Mannen worden geacht gehuwd te zijn met een drie jaar jongere partner, vrouwen worden geacht gehuwd te zijn met een drie jaar oudere partner. 8. De contantewaardefactoren worden gebaseerd op de pensioenleeftijd en het verschil tussen de pensioendatum en de overdrachtsdatum in jaren en maanden die de overdragende uitvoerder hanteert. Artikel 19. Berekening pensioenaanspraken 1. De berekening van de pensioenaanspraken, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt gemaakt volgens de formules en symbolen, opgenomen in artikel 2 van bijlage De contantewaardefactoren worden gebaseerd op de pensioenleeftijd en het verschil tussen de pensioenleeftijd en de overdrachtsdatum in jaren en maanden die de ontvangende uitvoerder hanteert. 3. Indien de overdrachtswaarde lager is dan het bedrag benodigd voor de financiering van de toe te kennen pensioenaanspraken komt het verschil ten laste van de nieuwe werkgever of het ontvangende fonds. Artikel 20. Afwijking standaardtarief 1. Bij pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 25, vierde lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt de overdrachtswaarde berekend op basis van de actuariële grondslagen van de overdragende pensioenuitvoerder. 2. In dit artikel wordt onder actuariële grondslagen verstaan: de grondslagen die de uitvoerder hanteert voor de vaststelling van de technische voorzieningen. Paragraaf 3. Kosten Artikel 21 [Gereserveerd.] Artikel 22 [Gereserveerd.]

9 Artikel 23. Vaststelling verschuldigd bedrag kosten 1. De minimumbedragen, bedoeld in artikel 43, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling bedragen voor het: a. prudentieel toezicht voor fondsen: 400; b. materieel toezicht voor fondsen en verzekeraars: 281; c. gedragstoezicht: 1. voor fondsen met minder dan 1350 deelnemers: 921; 2. voor fondsen met minstens 1350 deelnemers: 3030; en 3. voor verzekeraars: De maatstaven, bedoeld in artikel 43, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, bedragen voor het: a. prudentieel en materieel toezicht voor fondsen: 1. voor toezichtkosten tot 1 januari 2009: de som van de premies en de directe beleggingsopbrengsten, beide zoals omschreven in staat 3.200, 3.201, en van bijlage A behorende bij artikel 2, vierde lid, dan wel van bijlage B behorende bij artikel 3, vierde lid, van het Besluit staten pensioenfondsen, zoals dit luidde op 31 december 2006, met dien verstande dat de directe beleggingsopbrengsten worden bepaald op het bedrag voor aftrek van de afschrijving van de geactiveerde overrente; 2. voor toezichtkosten vanaf 1 januari 2009: de som van de premiebaten en de directe beleggingsopbrengsten, beide als bedoeld in het model van staten J401 en J402, genoemd in artikel 3:1, eerste lid, onderdeel k, van de Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen en de toelichting op die staten in de Aanwijzingen rapportagekader pensioenfondsen, met dien verstande dat de directe beleggingsopbrengsten worden bepaald op het bedrag voor aftrek van de afschrijving van de geactiveerde overrente; b. materieel toezicht voor verzekeraars: het bruto premie inkomen; c. gedragstoezicht voor verzekeraars: het bruto premie inkomen in Nederland. 3. De maximummaatstaven, bedoeld in artikel 43, tweede lid, onderdeel c, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, bedragen voor het: a. prudentieel en materieel toezicht voor fondsen: ; b. gedrags- en materieel toezicht voor verzekeraars: geen maximummaatstaf. Hoofdstuk 3. Regels op grond van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen Paragraaf 1. Vaststelling vereist eigen vermogen Artikel 24. Standaardmodel 1. Voor de berekening van het vereist eigen vermogen per risicofactor volgens het standaardmodel als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen gaat het fonds uit van een scenariomethode op basis van de volgende risicofactoren: a. het renterisico wordt bepaald aan de hand van het voor het fonds in termen van netto verlies meest negatieve scenario van een rentestijging c.q. rentedaling op basis van de in artikel 1 van bijlage 3 opgenomen rentefactoren; b. het aandelen- en vastgoedrisico wordt bepaald aan de hand van een daling van de waarde van de beleggingen in: 1. aandelen ontwikkelde markten en indirect vastgoed met 25%; 2. aandelen opkomende markten met 35%; 3. niet beursgenoteerde aandelen met 30%; en 4. direct vastgoed met 15%; c. het valutarisico wordt bepaald aan de hand van een daling van de waarde van de beleggingen in andere valuta dan de euro met 20%;

10 d. het grondstoffenrisico wordt bepaald aan de hand van een daling van de waarde van beleggingen in grondstoffen met 30%; e. het kredietrisico wordt bepaald aan de hand van een daling van de gewogen gemiddelde rentemarge voor het kredietrisico van het fonds met 40%; f. het verzekeringstechnische risico; g. het liquiditeitsrisico bedraagt 0%; h. het concentratierisico bedraagt 0%; en i. het operationeel risico bedraagt 0%. 2. Het vereist vermogen per risicofactor, bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan het absolute getal van de waardedaling van het eigen vermogen als gevolg van het scenario voor de betreffende risicofactor. Artikel 25. Correlaties 1. Bij de samenvoeging van het vereist eigen vermogen per risicofactor als bedoeld in artikel 24 tot het totale vereist eigen vermogen wordt uitgegaan van de volgende correlaties: a. tussen het aandelen- en vastgoedrisico enerzijds en het renterisico anderzijds: een correlatie (?) van 0,50; b. tussen de risico?s die zijn onderscheiden bij het aandelen- en vastgoedrisico: een correlatie (?') van 0,75; c. tussen de overige risico?s: een correlatie (?'') van Voor de berekeningen, bedoeld in het eerste lid, worden de in artikel 2 van bijlage 3 opgenomen formules en de in dat onderdeel beschreven procedure gebruikt. Artikel 26. Risicoprofiel Indien het standaardmodel leidt tot uitkomsten die onvoldoende overeenkomen met het risicoprofiel van het fonds, dan treedt het fonds in overleg met De Nederlandsche Bank over de te nemen maatregelen. Artikel 27. Vereenvoudigd model 1. De Nederlandsche Bank kan toestemming verlenen voor de vaststelling van het vereist eigen vermogen volgens een vereenvoudigd model als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen indien het fonds beschikt over: a. een eigen vermogen dat ten minste 30% van de technische voorzieningen bedraagt, waarbij geen sprake is van financiering met achtergestelde leningen; b. een eenvoudige pensioenregeling; c. een eenvoudig en risicomijdend beleggingsbeleid; en d. een eenvoudige bedrijfsvoering. 2. Een fonds dat een vereenvoudigd model toepast, stelt het vereist eigen vermogen vast op 30% van de technische voorzieningen. 3. Indien een fonds in een eerdere periode het standaardmodel of een intern model heeft toegepast, kan toestemming om het vereenvoudigd model toe te passen alleen worden verleend indien sprake is van een substantiële inkrimping, een sterke vereenvoudiging van de bedrijfsprocessen, een eenvoudiger risicoprofiel, een sterk verbeterde financiële positie of een eenvoudigere pensioenregeling. 4. De Nederlandsche Bank kan aan de toestemming, bedoeld in het eerste lid, voorwaarden verbinden.

11 Artikel 28. Intern model 1. De Nederlandsche Bank kan toestemming verlenen voor de berekening van het vereist eigen vermogen volgens een intern model als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen indien het fonds voldoet aan door De Nederlandsche Bank gestelde regels ten aanzien van: a. de organisatorische inbedding van het intern model; en b. de te hanteren data en de technische aspecten van het interne model. 2. Het intern model vormt een integraal onderdeel van het risicomanagement van het fonds. 3. Voor het vaststellen van het vereist eigen vermogen volgens een intern model gaat het fonds uit van een stochastische benaderingswijze waarbij het fonds de risicofactoren bepaalt en rekening houdt met de waarde van de ontwikkeling van activa en passiva in hun onderlinge samenhang. 4. In een intern model kan gebruik worden gemaakt van elementen of benaderingsmethoden van het standaardmodel, mits deze aan het karakter van het intern model geen afbreuk doen. 5. Een fonds dat een intern model hanteert: a. geeft, als de uitkomsten van het intern model verschillen met die van het voorgaande jaar, aan De Nederlandsche Bank aan waaruit die verschillen bestaan; en b. dient bij De Nederlandsche Bank eens in de 3 jaar een analyse in volgens het standaardmodel als bedoeld in artikel De Nederlandsche Bank kan aan de toestemming, bedoeld in het eerste lid, voorwaarden verbinden. Artikel 29. Overgangsregeling 1. In afwijking van artikel 28, eerste lid, kan De Nederlandsche Bank een fonds dat niet voldoet aan de in artikel 28, eerste lid, genoemde regels toestemming verlenen voor het toepassen van een intern model, indien: a. naar het oordeel van De Nederlandsche Bank de regels waaraan het fonds niet voldoet het gebruik van een intern model niet belemmeren; en b. de verwachting is dat het fonds binnen twee jaren wel aan de regels zal voldoen. 2. Voor zover tijdens de overgangsperiode het model incompleet is, kan voor de ontbrekende onderdelen gebruik worden gemaakt van een prudente bijschatting. 3. Het fonds kan tot 1 januari 2010: a. voor het bepalen van het renterisico, bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, de benaderingswijze hanteren die is aangegeven in artikel 3 van bijlage 3; b. voor het bepalen van het kredietrisico, bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, de benaderingswijze hanteren die is aangegeven in artikel 4 van bijlage 3. Paragraaf 2. Continuïteitsanalyse Artikel 30. Continuïteitsanalyse 1. Het inzicht dat de continuïteitsanalyse biedt in de mate waarin de voorwaardelijke kan worden toegekend, wordt aangegeven door de cumulatieve toekenning over de 15 prognosejaren op jaarbasis uit te drukken. 2. Bij de continuïteitsanalyse worden kalenderjaren gehanteerd, tenzij sprake is van een continuïteitsanalyse op grond van artikel 22, tweede lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. In dat geval worden actuele data gebruikt.

12 3. Het fonds geeft aan waarin een continuïteitsanalyse afwijkt van een eerder uitgevoerde continuïteitsanalyse. Artikel 30a. Commissie Parameters 1. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid benoemt de leden van de Commissie Parameters, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. 2. Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 3. Het beheer van de bescheiden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het, in het tweede lid genoemd, ministerie. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de werkgroep bij het archief van dit ministerie opgeborgen. 4. De leden van de commissie kunnen een vergoeding ontvangen op grond van het Vacatiegeldenbesluit De leden van de commissie kunnen een vergoeding van reis- en verblijfkosten ontvangen overeenkomstig het Reisbesluit binnenland. Hoofdstuk 4. Overgangsrecht Artikel 31. Overgangsrecht waardeoverdracht Tot 1 januari 2008 wordt artikel 18, tweede lid, als volgt gelezen: 2. De berekening van het standaardtarief geschiedt op basis van algemeen gebruikelijke actuariële formules. Uitgegaan wordt daarbij van netto tarieven en een rekenrente van 4%. Artikel 31a. Tijdelijk rekeninstrument fondsen Indien artikel 36 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen van toepassing is gebruikt het fonds jaarlijks, in afwijking van artikel 4, derde lid, een tijdelijk rekeninstrument voor de berekening van de verwachtingen ten aanzien van de toekomstige, bedoeld in artikel 4, tweede lid. Dit tijdelijk rekeninstrument wordt beschikbaar gesteld via Hoofdstuk 5. Wijziging overige Ministeriele regelingen Artikel 32 [Wijzigt de Regeling voor berekening in geval van waarde-overdracht.] Artikel 33 [Wijzigt de Regeling vaststelling regels pensioenberekening bij scheiding voor 27 november 1981.] Artikel 34 [Wijzigt de Regeling vaststelling regels pensioenberekening over deelnemingsjaren voor 1 mei 1995.] Artikel 35 [Wijzigt de Betaalbaarstelling uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringswetten door andere organen dan de Sociale Verzekeringsbank en bedrijfsverenigingen.]

13 Artikel 36 [Wijzigt de Regeling vermogenswaardering Ioaz.] Artikel 37. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari Artikel 38. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. Deze regeling zal met toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 19 december 2006 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus

14 Bijlage 1. als bedoeld in artikel 2 1. Het Europees Centrum voor Kernonderzoek (CERN), bedoeld in het op 1 juli 1953 te Parijs tot stand gekomen Verdrag betreffende de instelling van een Europese Organisatie voor Kernonderzoek; 2. het Europees Centrum voor weervoorspellingen op Middellange termijn, bedoeld in het te Brussel op 11 oktober 1973 tot stand gekomen Verdrag betreffende de instelling van het Europees Centrum voor weervoorspellingen op Middellange termijn; 3. het Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie, bedoeld in het op 10 mei 1973 te Genève tot stand gekomen Overeenkomst tot oprichting van het Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie; 4. het Europees Observatorium voor de Zuidelijke Sterrenhemel, bedoeld in het op 5 oktober 1962 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van een Europese organisatie voor astronomisch onderzoek op het zuidelijk halfrond; 5. het Europees Ruimtevaart Agentschap (ESA), bedoeld in het op 30 mei 1975 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-Agentschap; 6. de Europese Centrale Bank, bedoeld in artikel 4 A van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het op 7 februari 1992 te Maastricht tot stand gekomen Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank; 7. de Europese Meteorologische Satelliet Organisatie (EUMETSAT), bedoeld in het op 24 mei 1983 te Genève tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van een Europese Organisatie voor de exploitatie van meteorologische satellieten; 8. de Europese Octrooi-organisatie, bedoeld in het op 5 oktober 1973 te München tot stand gekomen Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien; 9. de Europese Organisatie van Tele-communicatiesatellieten (EUTELSAT), bedoeld in het op 15 juli 1982 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot Oprichting van de Europese Organisatie van Telecommunicatiesatellieten; 10. de Europese Organisatie voor de Veiligheid van de Luchtvaart (Eurocontrol), bedoeld in het op 13 december 1960 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart; 11. de Intergouvernementele Commissie voor Migratie, bedoeld in het op 19 oktober 1953 te Venetië tot stand gekomen Statuut van de Intergouvernementele Commissie voor Europese Migratie; 12. de Internationale Organisatie voor Atoomenergie, bedoeld in het Statuut dat op 23 oktober 1956 is goedgekeurd door de Conferentie over het Statuut van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie die werd gehouden in het Hoofdkwartier van de Verenigde Naties; 13. de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NATO), bedoeld in het op 4 april 1949 te Washington D.C. tot stand gekomen Noord-Atlantisch Verdrag; 14. de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD), bedoeld in het op 14 december 1960 te Parijs tot stand gekomen Verdrag nopens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling; 15. de Raad van Europa, bedoeld in het op 5 mei 1949 te Londen tot stand gekomen Statuut van de Raad van Europa; 16. de Verenigde Naties (UN), inclusief de hiermee verbonden gespecialiseerde organisaties, bedoeld in het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest van de Verenigde Naties; 17. de Wereld Handelsorganisatie (WTO), bedoeld in het op 15 april 1994 tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Wereld Handelsorganisatie; 18. de West-Europese Unie (WEU), bedoeld in het op 17 maart 1948 te Brussel tot stand gekomen Verdrag van Brussel en het op 23 oktober 1954 te Parijs tot stand gekomen Protocol tot wijziging en aanvulling van het Verdrag van Brussel; 19) de Europese politiedienst (Europol), bedoeld in de op 26 juli 1995 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese politiedienst (Europol-overeenkomst); 20) de Europese Investeringsbank, bedoeld in artikel 9 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Protocol betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank.

15 Bijlage 1 a Deze bijlage behoort bij artikel 6, eerste lid, van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. Bijlage 1 a Onderdeel A Matrix fondsen ten aanzien van toeslagen over pensioenaanspraken en pensioenrechten (is toeslag voor pensioengerechtigden, gewezen deelnemers en deelnemers): Toeslagenbeleid, financiering en communicatie aan deelnemers? Toeslagenbeleid Financiering Voorwaardelijkheidsverklaring Voorwaardelijkheidsverklaring Toeslag-categorie I V Ambitie Methode voor toekenning Verwachte realisatie Financieringswijze Informatie in pensioenreglement en uitvoeringsovereenkomst Informatie aan de (gewezen) deelnemer/pensioengerechtigde bij het verhogen van het pensioen of opgebouwde pensioen: over de verhoging zelf en over de inhoud van de regeling Volledige tekst op te nemen in alle persoonlijke uitingen. In de startbrief worden alleen de eerste en laatste zin opgenomen. A. Geen beleid over Er is geen ambitie om toeslagen te geven op pensioenaansprake n Er is geen maatstaf, omdat de eventuele toekenning van toeslagen berust op incidentele beslissingen van het bestuur. De deelnemers en gepensioneerden moeten er van uitgaan dat ze geen toeslag zullen krijgen. Omdat er geen toeslagenbeleid is, hoeft er ook niets gefinancierd te worden. Op de pensioenaanspraken worden geen toeslagen verleend. Het bestuur kan evenwel besluiten om in enig jaar een incidentele toeslag te verlenen, rekening houdend met de financiële positie van het pensioenfonds. Uw pensioenfonds verhoogt uw pensioen/opgebouwde pensioen normaal niet. Uw pensioen/opgebouwde pensioen is dit jaar met <a%> verhoogd. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwde pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: Over het jaar <t-1> met <b%>. De prijzen gingen toen met <f%> omhoog Over het jaar <t-2> met <c%>. De prijzen gingen toen met <g%> omhoog Over het jaar <t-3> met <d%>. De prijzen gingen toen met <h%> omhoog U hebt door deze verhoging niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. B. Geen doelgericht toeslagenbeleid Er is geen ambitie om jaarlijks toeslagen te geven op pensioenrechten en pensioenaanspraken Er is geen maatstaf, omdat de eventuele toekenning van toeslagen berust op jaarlijkse beslissingen van het bestuur. De deelnemers en gepensioneerden moeten er van uitgaan dat ze geen jaarlijkse toeslag zullen krijgen. Omdat er geen doelgericht toeslagenbeleid is, hoeft er ook niets gefinancierd te worden. Het bestuur besluit jaarlijks of een toeslag wordt verleend, rekening houdend met de financiële positie van het pensioenfonds. Uw pensioenfonds heeft geen uitgewerkt plan om uw pensioenuitkering/ opgebouwde pensioen jaarlijks te verhogen. Uw pensioen/opgebouwd pensioen is dit jaar met <a%> verhoogd. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwd pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: Over het jaar <t-1> met <b%>. De prijzen gingen toen met <f%> omhoog Over het jaar <t-2> met <c%>. De prijzen gingen toen met<g%> omhoog Over het jaar <t-3> met <d%>. De prijzen gingen toen met <h%> omhoog U hebt door deze verhoging niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.

16 Toeslagenbeleid, financiering en communicatie aan deelnemers? Toeslagenbeleid Financiering Voorwaardelijkheidsve rklaring Voorwaardelijkheidsver klaring Toeslagenbeleid, financiering en communicatie aan deelnemers? Toeslagenbeleid C. Voorwaardelijke toeslagverlenening, niet gekoppeld aan een ex ante bepaalde maatstaf C.1.? voorwaardelijke op basis van beschikbare premie. De ambitie is om jaarlijks de pensioen-rechten en pensioenaansprake n aan te passen. Hoe hoog de toeslag is, is afhankelijk van de beschikbare premie. Geëxpliciteerd moet worden op welke wijze wordt bepaald hoe hoog de daadwerkelijke toekenning zal zijn. In deze situatie gebeurt dat door jaarlijks de beschikbare premie aan te wenden voor. Uit een continuïteitsanalyse blijkt welke gemiddelde toekenning op de lange termijn realistisch is. Aangezien er geen ex ante bepaalde maatstaf is, is de verwachte realisatie tevens de ambitie. De voorwaardelijke wordt gefinancierd uit een opslag op de premie. Op de pensioenaanspraken worden in beginsel jaarlijks toeslagen verleend. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken worden aangepast. De hoogte van de is afhankelijk van de hoogte van de beschikbare premie. Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwde pensioen te verhogen. Uw pensioen/opgebouwde pensioen is dit jaar met <a%> verhoogd. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwd pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: Over het jaar <t-1> met <b%>. De prijzen gingen toen met <f%> omhoog Over het jaar <t-2> met <c%>. De prijzen gingen toen met <g%> omhoog Over het jaar <t-3> met <d%>. De prijzen gingen toen met <h%> omhoog Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwde pensioen uit daartoe bestemde premies. komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. C.2.? voorwaardelijke op basis van een bestemmingsreserv e De ambitie is om jaarlijks de pensioenaansprake n aan te passen. Hoe hoog de toeslag is, is afhankelijk van de bestemmingsreserv e Geëxpliciteerd moet worden op welke wijze wordt bepaald hoe hoog de daadwerkelijke toekenning zal zijn. In deze situatie gebeurt dat door jaarlijks een deel van de aanwezige bestemmingsreserve aan te wenden voor Uit een continuïteitsanalyse blijkt welke gemiddelde toekenning op de lange termijn realistisch is. Aangezien er geen ex ante bepaalde maatstaf, is de verwachte realisatie tevens de ambitie De voorwaardelijke wordt gefinancierd uit een bestemmingsreserve. Op de pensioenaanspraken worden in beginsel jaarlijks toeslagen verleend. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken worden aangepast. Ter financiering van deze voorwaardelijke is een bestemmingsreserve gevormd. Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwde pensioen te verhogen. Uw pensioen/opgebouwde pensioen is dit jaar met <a%> verhoogd. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwde pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: Over het jaar <t-1> met <b%>. De prijzen gingen toen met <f%> omhoog Over het jaar <t-2> met <c%>. De prijzen gingen toen met <g%> omhoog Over het jaar <t-3> met <d%>. De prijzen gingen toen met <h%> omhoog Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwde pensioen uit geld dat daartoe gereserveerd is. komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.

17 Toeslagenbeleid, financiering en communicatie aan deelnemers? Toeslagenbeleid Financiering Voorwaardelijkheidsve rklaring Voorwaardelijkheidsverklaring Toeslagenbeleid, financiering en communicatie aan deelnemers? Toeslagenbeleid D. Voorwaardelijke gekoppeld aan een ex ante bepaalde maatstaf. D.? voorwaardelijke op basis van een ex ante bepaalde maatstaf De ambitie is om jaarlijks pensioenaansprake n aan te passen aan [de prijs- of loonontwikkeling/ <?%>]. Geëxpliciteerd moet worden op welke wijze wordt bepaald hoe hoog de daadwerkelijke toekenning zal zijn. Uit een continuïteitsanalyse blijkt welke gemiddelde toekenning op de lange termijn te verwachten is ten opzichte van de ex ante bepaalde maatstaf. D.1.? financiering van de indexatie uit overrendementen De voorwaardelijke wordt gefinancierd uit overrendementen. In het financieringsbeleid moet omschreven zijn op welke wijze de toeslag uit overrendement wordt gefinancierd. Op de pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal [de ex ante bepaalde maatstaf]. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwde pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling/de loonontwikkeling/<?%>. Uw pensioen/opgebouwde pensioen is dit jaar met <a%> verhoogd. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwde pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: Over het jaar <t-1> met <b%>. De prijzen gingen toen met <f%> omhoog Over het jaar <t-2> met <c%>. De prijzen gingen toen met <g%> omhoog Over het jaar <t-3> met <d%>. De prijzen gingen toen met <h%> omhoog Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwde pensioen uit beleggingsrendement. komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. D.2.? financiering van de uit een opslag op de premie De voorwaardelijke wordt gefinancierd uit een opslag op de premie, waarvan de hoogte is gerelateerd aan de ambitie. Op de pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal [de ex ante bepaalde maatstaf]. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke is geen reserve gevormd. De wordt uit premies gefinancierd. Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwde pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling/de loonontwikkeling/<?%>. Uw pensioen/opgebouwde pensioen is dit jaar met <a%> verhoogd. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwde pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: Over het jaar <t-1> met <b%>. De prijzen gingen toen met <f%> omhoog Over het jaar <t-2> met <c%>. De prijzen gingen toen met <g%> omhoog Over het jaar <t-3> met <d%>. De prijzen gingen toen met <h%> omhoog Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwde pensioen uit premies. komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.

18 Toeslagenbeleid, financiering en communicatie aan deelnemers? Toeslagenbeleid Financiering Voorwaardelijkheids verklaring Voorwaardelijkheidsverklaring Toeslagenbeleid, financiering en communicatie aan deelnemers? Toeslagenbeleid D.3.? financiering van de uit een opslag op de premie met een premiegarantie van de werkgever. De werkgever heeft toegezegd jaarlijks een bedrag te storten, waarvan de hoogte is gerelateerd aan de ambitie. Deze premie wordt door de werkgever betaald, in aanvulling op de premie voor de nominale aanspraken Op de pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal [de ex ante bepaalde maatstaf]. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke is geen reserve gevormd. De wordt uit bijdragen van de werkgever gefinancierd. Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwde pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling/de loonontwikkeling/<?%>. Uw pensioen/opgebouwde pensioen is dit jaar met <a%> verhoogd. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwde pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: Over het jaar <t-1> met <b%>. De prijzen gingen toen met <f%> omhoog Over het jaar <t-2> met <c%>. De prijzen gingen toen met <g%> omhoog Over het jaar <t-3> met <d%>. De prijzen gingen toen met <h%> omhoog Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwde pensioen uit bijdragen van de werkgever. komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. D.4.? financiering met behulp van een bestemmingsreserve De voorwaardelijke wordt gefinancierd uit een bestemmingsreserve, waarvan de hoogte is gerelateerd aan de ambitie. Op de pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal [de ex ante bepaalde maatstaf]. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke is een reserve gevormd. Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwde pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling/de loonontwikkeling/<?%>. Uw pensioen/opgebouwde pensioen is dit jaar met <a%> verhoogd. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwde pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: Over het jaar <t-1> met <b%>. De prijzen gingen toen met <f%> omhoog Over het jaar <t-2> met <c%>. De prijzen gingen toen met <g%> omhoog Over het jaar <t-3> met <d%>. De prijzen gingen toen met <h%> omhoog Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwde pensioen uit reserves van het pensioenfonds. komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.

(Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling [Versie geldig vanaf: 01-01-2007])

(Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling [Versie geldig vanaf: 01-01-2007]) Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling [Versie geldig vanaf: 01-01-200] Staatscourant 19-12-2006 253. Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december

Nadere informatie

Regeling rekenregels waardeoverdracht

Regeling rekenregels waardeoverdracht Regeling rekenregels waardeoverdracht Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 maart 2005, Stcrt. 2005, 50, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AVPB/05/16911, tot vaststelling

Nadere informatie

Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling

Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling SZW Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/PB/102565A, tot vaststelling van regels op

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Regels op grond van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling

Hoofdstuk 1. Regels op grond van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Tekst geldend op: 06-09-2013) Regeling Minister van Sociale Za Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/PB/102565A, tot vaststelling van regels op grond Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. Nr. 167 33 29 29augustus 2008 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 augustus 2008, nr.

Nadere informatie

Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte

Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte SZW Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 augustus 2008, nr. AV/ PB/2008/23900, tot wijziging van

Nadere informatie

Matrix ten aanzien van de toeslag pensioenaanspraken en pensioenrechten (is toeslag voor gepensioneerden, gewezen deelnemers en deelnemers):

Matrix ten aanzien van de toeslag pensioenaanspraken en pensioenrechten (is toeslag voor gepensioneerden, gewezen deelnemers en deelnemers): Matrix ten aanzien van de toeslag en pensioenrechten (is toeslag voor gepensioneerden, gewezen deelnemers en deelnemers): Toeslagbeleid, A. Geen beleid over B. Geen doelgericht toeslagbeleid Er is geen

Nadere informatie

Indexatiebeleid Financiering Reglement Communicatie

Indexatiebeleid Financiering Reglement Communicatie Matrix 1 ten aanzien van de toeslag pensioenaanspraken en pensioenrechten (is toeslag voor gepensioneerden, gewezen deelnemers en deelnemers) 2 : Indexatiebeleid, A. Geen B. Geen doelgericht indexatiebeleid

Nadere informatie

Toelichting bij de ministeriële regeling toeslagenmatrix.

Toelichting bij de ministeriële regeling toeslagenmatrix. Toelichting bij de ministeriële regeling toeslagenmatrix. Algemene toelichting Artikel 86 van de Pensioenwet schrijft voor dat er bij voorwaardelijke toeslagverlening een consistent geheel dient te zijn

Nadere informatie

Regeling rekenregels waardeoverdracht

Regeling rekenregels waardeoverdracht SZW Regeling rekenregels waardeoverdracht Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 maart 2005, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AVPB/05/16911, tot vaststelling van rekenregels

Nadere informatie

Handleiding. Modelvragenlijsten. Internationale uitgaande waardeoverdracht. Juli 2012. Een gezamenlijk initiatief van:

Handleiding. Modelvragenlijsten. Internationale uitgaande waardeoverdracht. Juli 2012. Een gezamenlijk initiatief van: Handleiding Modelvragenlijsten Internationale uitgaande waardeoverdracht Juli 2012 Een gezamenlijk initiatief van: Pensioenfederatie Verbond van Verzekeraars Handleiding Modelvragenlijsten Internationale

Nadere informatie

Overzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking

Overzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking Bij de uitvoering van de pensioenregeling van een in Nederland gevestigde werkgever door een pensioeninstelling uit een andere lidstaat blijven, op grond van de Europese Richtlijn EU 2016/2341/EU, het

Nadere informatie

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen Regeling parameters pensioenfondsen Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/ PB/2006/102565b, tot vaststelling van de parameters voor pensioenfondsen

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND

Nadere informatie

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Bijlagen PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12 E NOTA VAN WIJZIGING Versie 1 januari

Nadere informatie

Aanpassing pensioenen en inhoudingen Appa

Aanpassing pensioenen en inhoudingen Appa Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de directeur-generaal van de Algemene Bestuursdienst, net hoofd P&O van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, het hoofd P&O van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Bijlagen PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING Versie 1 januari

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND SALARIS...

Nadere informatie

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

circulaire 2. Voorzieningen voor pensioen en waardeoverdracht van Appagerechtigden

circulaire 2. Voorzieningen voor pensioen en waardeoverdracht van Appagerechtigden Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de directeur-generaal voor de Algemene Bestuursdienst, het hoofd P&O van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, het hoofd P&O van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet) Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet) Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 344 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet loonbelasting 1964 en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband

Nadere informatie

Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling

Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling SZW Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2007, nr. AV/PB/07/40161, tot wijziging van de

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Artikel 1 Definities De begripsomschrijvingen zoals opgenomen in het Pensioenreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw (hierna:

Nadere informatie

Toeslagverlening. Versie

Toeslagverlening. Versie Toeslagverlening Versie 23-02-2017 Versie 23-02-2017 Toeslagverlening Waarom toeslagverlening? Toeslag is een manier om te zorgen dat de pensioenen hun koopkracht behouden. Toeslag wordt ook wel indexatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet loonbelasting 1964

Nadere informatie

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN...3 Artikel 1. DEELNEMERS...4 Artikel 2. AANSPRAKEN...4 Artikel 3. AANVRAAG EN TOEKENNING WAO-HIATEN-PENSIOEN...4

Nadere informatie

Toeslagverlening Uitgave mei 2015

Toeslagverlening Uitgave mei 2015 Toeslagverlening Uitgave mei 2015 Disclaimer De in deze brochure verstrekte informatie van Stichting Pensioenfonds Sabic, gevestigd te Sittard (het pensioenfonds ) is van algemene aard, uitsluitend indicatief

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36799 24 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 december 2014, 2014-0000184171,

Nadere informatie

Brochure. Toeslagverlening

Brochure. Toeslagverlening Brochure Toeslagverlening Toeslagverlening Waarom toeslagverlening? Toeslag is een manier om te zorgen dat de pensioenen hun koopkracht behouden. Toeslag wordt ook wel indexatie genoemd. Door pensioenen

Nadere informatie

HERSTELPLAN 31 maart 2009

HERSTELPLAN 31 maart 2009 HERSTELPLAN 31 maart 2009 Naam pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Nummer fonds: 07781 Dekkingsgraad per 31 december 2008: 95,6% Status financiële positie (reservetekort, dekkingstekort):

Nadere informatie

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Voorontwerp van wet tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 in verband met invoering van de reële ambitieovereenkomst en aanpassing van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 765 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland Waardeoverdracht uit dienst Inleiding... 3 1. Veranderen van baan en uw pensioen... 4 1.1. U treedt uit dienst... 4 1.2. Recht op waardeoverdracht... 4 1.3. Redenen

Nadere informatie

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015 Toeslagverlening Uitgave mei 2015 Disclaimer De in deze brochure verstrekte informatie van Stichting Pensioenfonds DSM Nederland, gevestigd te Heerlen (het pensioenfonds ) is van algemene aard, uitsluitend

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

Een nieuw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers?

Een nieuw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers? Een nieuw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers? Nieuwe contractperiode U ontvangt voor de nieuwe contractperiode van de pensioenregeling voor uw werknemers een voorstel voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 505 Wet van 13 december 2017 tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet

Nadere informatie

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2017 Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelname 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES Juni 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Algemene

Nadere informatie

Afwijken van de toeslagenmatrix. 1. De nieuwe toeslagenmatrix

Afwijken van de toeslagenmatrix. 1. De nieuwe toeslagenmatrix In december 2009 heeft de AFM besloten tot een verruiming van de toegestane afwijkingen binnen de voorgeschreven teksten uit de toeslagenmatrix. Omwille van de begrijpelijkheid en de juistheid van de informatie

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,

Nadere informatie

Beleid bij collectieve waardeoverdracht

Beleid bij collectieve waardeoverdracht Beleid bij collectieve waardeoverdracht Voor een collectieve waardeoverdracht zijn geen wettelijke of gemeenschappelijke rekenregels, daarom stelt FNV Bondgenoten haar eigen uitgangspunten vast. FNV Bondgenoten

Nadere informatie

Brochure. Toeslagverlening

Brochure. Toeslagverlening Brochure Toeslagverlening Toeslagverlening Waarom toeslagverlening? Toeslag is een manier om te zorgen dat de pensioenen hun koopkracht behouden. Toeslag wordt ook wel indexatie genoemd. Door pensioenen

Nadere informatie

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling

Nadere informatie

1. In het eerste en tweede lid wordt schriftelijk vervangen door: schriftelijk of elektronisch.

1. In het eerste en tweede lid wordt schriftelijk vervangen door: schriftelijk of elektronisch. CONCEPT Voorontwerp van het voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Brochure Toeslagverlening

Brochure Toeslagverlening Brochure Toeslagverlening Toeslagverlening Waarom toeslagverlening? Toeslag is een manier om te zorgen dat de pensioenen hun koopkracht behouden. Toeslag wordt ook wel indexatie genoemd. Door pensioenen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 34 008 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering. Hierop staan ook de bedragen

Nadere informatie

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Inleiding Als, conform artikel 2 of artikel 6 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000, vrijstelling kan worden verkregen,

Nadere informatie

Toeslagverlening. Versie

Toeslagverlening. Versie Toeslagverlening Versie 25-02-2016 Versie 25-02-2016 Toeslagverlening (indexatie) Waarom toeslagverlening? Toeslag is een manier om te zorgen dat de pensioenen hun koopkracht behouden. Toeslag wordt ook

Nadere informatie

Pensioen. Waardeoverdracht bij indiensttreding

Pensioen. Waardeoverdracht bij indiensttreding Uw Pensioen Waardeoverdracht bij indiensttreding De in deze brochure verstrekte informatie is van algemene aard, uitsluitend indicatief en aan wijzigingen onderhevig. De vermelde gegevens zijn uitsluitend

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 008 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan Waardeoverdracht uit dienst Inleiding... 3 1. Veranderen van baan en uw pensioen... 4 1.1. U treedt uit dienst... 4 1.2 Vervallen dekking partnerpensioen... 4 1.3 Recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 934 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie

Nadere informatie

1. instelling : de Instelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen;

1. instelling : de Instelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen; UITVOERINGSOVEREENKOMST tussen de Instelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen en de aangesloten bisdommen Artikel 1. Definities In deze overeenkomst wordt verstaan onder: 1. instelling : de Instelling

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017 Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017 Inleiding Als, conform artikel 2 of artikel 6 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000, vrijstelling kan worden verkregen,

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1E 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Op dit pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering. Hierop

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleidende Bepalingen. Hoofdstuk 2. Kwartaalstaten. Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen. Artikel 1.1.

Hoofdstuk 1. Inleidende Bepalingen. Hoofdstuk 2. Kwartaalstaten. Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen. Artikel 1.1. Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 30 maart 2007,nr. Juza/2007/00014/CLR, houdende regels met betrekking tot het rapportagekader als bedoeld in

Nadere informatie

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2016 Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelneming 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975 pagina 1 van 7 Uniform Pensioenoverzicht 2019 Stand per: 1 januari 2019 Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: 999999 Relatienummer: xyz123456 Uw partner

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming> STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen

Nadere informatie

DNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

DNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur, Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemingen Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Volledig herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel

Stichting Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Stichting Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Reglement Fiscaal Onzuivere Aansprakenregeling Netto Aanvullende Pensioenregeling Versie 12.0 - Tekst van 6 december 2013 Karakteristiek van de regeling `Fiscaal

Nadere informatie

DNB en AFM zijn op grond van de Europese pensioenrichtlijn (2003/31/EG) verplicht om te dit overzicht te publiceren.

DNB en AFM zijn op grond van de Europese pensioenrichtlijn (2003/31/EG) verplicht om te dit overzicht te publiceren. Overzicht van het toepasselijke sociaal en arbeidsrecht, de informatievoorschriften en beleggingsrestricties die van toepassing zijn op Nederlandse pensioenregelingen die worden uitgevoerd door een pensioeninstelling

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement Bijlage B Overzicht maximum pensioengevend salaris, grenssalaris, franchise en maximum uitkeringsloon WIA: Datum Maximum pensioengevend salaris Grenssalaris Franchise Maximum uitkeringsloon WIA 1 januari

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM Wormerveer, 12 december 2011 Betreft: Herstelplan Stichting Pensioenfonds De Fracties Geachte heer Keereweer, De dekkingsgraad

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. De hierna opgenomen bepalingen worden niet alleen toegepast op formeel overeengekomen

Nadere informatie

Toeslagverlening. Versie

Toeslagverlening. Versie Toeslagverlening Versie 07-10-2016 Versie 07-10-2016 Toeslagverlening (indexatie) Waarom toeslagverlening? Toeslag is een manier om te zorgen dat de pensioenen hun koopkracht behouden. Toeslag wordt ook

Nadere informatie

Uw Uniform Pensioenoverzicht Geachte heer, mevrouw,

Uw Uniform Pensioenoverzicht Geachte heer, mevrouw, Postbus 30020, 2500 GA Den Haag 070 316 08 60 www.bpmt.nl Persoonsnummer Datum Uw kenmerk maart 2019 Uw Uniform Pensioenoverzicht 2019 Geachte heer, mevrouw, Hierbij ontvangt u uw Uniform Pensioenoverzicht

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen Voor de werknemers in dienst van Tronox Pigments (Holland) B.V. te Rotterdam-Botlek Looptijd 1 januari 2015 t/m 31 december 2019 Tronox Pigments (Holland)

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept) Stichting ING CDC Pensioenfonds Tabellenboek 2017 (concept) Inhoudsopgave Algemeen... 3 Geldigheid... 3 Uitgangspunten... 4 Pensioenvervroeging... 5 Uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen...

Nadere informatie

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept) Stichting NN CDC Pensioenfonds Tabellenboek 2017 (concept) Inhoudsopgave Algemeen... 3 Geldigheid... 3 Uitgangspunten... 4 Pensioenvervroeging... 5 Uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen...

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer Toelichting Uniform Pensioenoverzicht gewezen deelnemer Wat u moet weten over uw pensioen Op dit pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering.

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 April 2015 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8

Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8 Stichting Bedrijfspensioenfonds Zorgverzekeraars Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8 1 januari 2009 107539/0900103 Stichting Bedrijfspensioenfonds Zorgverzekeraars 1 Addendum

Nadere informatie

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018 Stichting ING CDC Pensioenfonds Tabellenboek 2018 Inhoudsopgave Algemeen... 3 Geldigheid... 3 Uitgangspunten... 4 Pensioenvervroeging... 5 Uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen... 6 Variëren

Nadere informatie

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019 Stichting ING CDC Pensioenfonds Tabellenboek 2019 Inhoudsopgave Algemeen... 3 Geldigheid... 3 Uitgangspunten... 4 Pensioenvervroeging... 5 Uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen... 6 Variëren

Nadere informatie

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018 Stichting NN CDC Pensioenfonds Tabellenboek 2018 Inhoudsopgave Algemeen... 3 Geldigheid... 3 Uitgangspunten... 4 Pensioenvervroeging... 5 Uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen... 6 Variëren

Nadere informatie

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019 Stichting NN CDC Pensioenfonds Tabellenboek 2019 Inhoudsopgave Algemeen... 3 Geldigheid... 3 Uitgangspunten... 4 Pensioenvervroeging... 5 Uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen... 6 Variëren

Nadere informatie