Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR).

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR)."

Transcriptie

1 ONTWERP-BESLUIT Nr 1 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM 2010 op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij met een bouwblokomvang van 1,5 ha in het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Hulsel-Bladel op het adres Latestraat ong. te Netersel, ten name van fam. Adriaans. Dit LOG wordt formeel ook het LOG Bladel-Reusel genoemd. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) niet toegestaan. Op het perceel aan de Latestraat ong. te Netersel in het (LOG) Hulsel-Bladel is in het bestemmingsplan geen bouwblok opgenomen. De gevraagde nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 1,5 ha. is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Deze aanvraag hebben wij op 4 oktober 2010 van de gemeente Bladel ontvangen. ROH Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing;

2 b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Voornemen tot weigering Naar aanleiding van ons voornemen tot weigering van de ontheffing is het gemeentebestuur van Bladel in de gelegenheid gesteld tot het voeren van overleg als bedoeld in artikel 4.7 van de Algemene wet bestuursrecht. Het gemeentebestuur heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt door een schriftelijke reactie d.d. invoer tekst ==> <F11>. Wij zullen de bevindingen van dit overleg vermelden onder pminvoer tekst ==> <F11> Aanvraag om ontheffing Beschrijving en verantwoording De gemeente geeft aan dat fam. Adriaans na overleg met gedeputeerde P. Rüpp twee percelen, gemeente Bladel sectie L nrs. 873 en 874, landbouwgrond heeft gekocht in het LOG Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel). De aktes zijn op 8 januari 2007 gepasseerd bij de notaris. Per brief van 8 juni 2006 heeft initiatiefnemer de gemeente verzocht om medewerking aan de inplaatsing op de locatie Latestraat ong. Op 4 oktober 2006 heeft de gemeente aan initiatiefnemer bericht dat het verzoek wordt betrokken bij de opstelling van het landbouwontwikkelingsplan (LOP). Op 31 oktober 2007 is aan fam Adriaans milieuvergunning verleend. Het bedrijf heeft zich ingeschreven voor de VIV-regeling en de gevraagde bijdrage voor de verplaatsing is toegekend. Burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel hebben eind 2007 het LOP vastgesteld. Het LOP is op 17 juni 2008 door Gedeputeerde Staten geaccordeerd. Het LOP toont aan dat ter hoogte van de percelen van initiatiefnemer milieuruimte bestaat voor één nieuwvestiging. Op 7 oktober en 19 november 2008 heeft initiatiefnemer nogmaals om medewerking verzocht. Nu sprake is van een geaccordeerd LOP en de locatie hierin als mogelijke ontwikkelingslocatie wordt gezien, heeft initiatiefnemer geen onderzoek gedaan naar de beschikbaarheid van geschikte, bestaande locaties. Initiatiefnemer verwijst in dit verband naar het

3 reconstructieplan Beerze Reusel, waarin is opgenomen dat toekenning van nieuwe bouwblokken mogelijk is op basis van een geaccordeerd LOP. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van het bestaande agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Dennendijk 2 te Oostelbeers. De locatie is gelegen buiten verweving-of landbouwontwikkelings-gebied. De nieuwe locatie ligt op grond van het reconstructieplan Beerze-Reusel in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel). De gemeente heeft op 23 februari 2010 besloten om géén medewerking te verlenen aan het verzoek om een projectbesluitprocedure te starten. De aanvraag was niet compleet en de gemeente wenste niet vooruit te lopen op de totale ontwikkeling van het LOG. Tegen het besluit is beroep ingesteld door initiatiefnemers. De gemeente heeft hierover inmiddels een hogere beroepsprocedure lopen bij de Raad van State. Ook in het kader van de heroverweging naar aanleiding van het bezwaar overweegt de gemeente medewerking te weigeren. Om echter te voorkomen dat procedures elkaar in de weg gaan zitten heeft de gemeente besloten tot het indienen van een verzoek om ontheffing. Het verzoek ziet toe op een maximale omvang van het bouwblok van 1,5 ha. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De aanvraag gaat hier niet specifiek op in. Landschappelijke inpassing De aanvraag gaat hier niet specifiek op in. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De aanvraag gaat hier niet specifiek op in. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties De gemeente merkt op dat er voor het LOG Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel) een LOP is vastgesteld. De locatie wordt hierin aangemerkt als mogelijke locatie voor nieuwvestiging. Het LOP is door Gedeputeerde Staten geaccordeerd. Er is geen nader onderzoek waaruit blijkt dat er (bij de start van het verplaatsingstraject) geen geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. 2. Beeldkwaliteit, landschappelijke inpassing en verduurzaming De aanvraag gaat hier niet specifiek op in. Aandachtsgebied voor struweelvogels/dassen Niet van toepassing Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden.

4 Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. Wij constateren dat de aanvraag géén beschrijving bevat van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden. Wij merken in dit verband het volgende op. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Dennendijk 2 te Oostelbeers vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Latestraat ong. te Netersel, in het LOG Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel). Wij constateren dat vóór 20 maart 2010 over deze verplaatsing gesprekken hebben plaatsgevonden tussen initiatiefnemer en de gemeente. Deze gesprekken zijn door documenten te staven. Uit de inhoud van de documenten kan evenwel niet worden afgeleid dat de gemeente planologische medewerking verleent aan deze verplaatsing. Integendeel, de gemeente heeft steeds op het standpunt gestaan dat het LOG integraal ontwikkeld moet worden. Uiteindelijk heeft dat reeds vóór 20 maart 2010 expliciet geleid tot het besluit van de gemeente Bladel om geen medewerking te verlenen aan het verzoek van initiatiefnemer om een projectbesluitprocedure te voeren voor de verplaatsing. Naar ons oordeel kan dan ook niet staande worden gehouden dat door de gemeente een gerechtvaardigd vertrouwen is opgewekt dat planologische medewerking wordt verleend aan de verplaatsing. Wij hebben kennis genomen van de in de beschrijving opgenomen passage dat eerst na overleg met onze toenmalige gedeputeerde P. Rüpp, de gronden aan de Latestraat ong. zijn aangekocht. In het overleg met de toenmalige gedeputeerde is echter niet gesteld dat de gemeente planologische medewerking verleend, of zou moeten verlenen aan de verplaatsing. Dit is immers een autonome bevoegdheid van de gemeente, hetgeen ook bij initiatiefnemer als bekend mag worden verondersteld. In dit overleg is eveneens niet gesteld dat de Provincie zelf planologische instrumenten zouden gaan inzetten ten behoeve van de verplaatsing. Uit het overleg kan daarom niet de conclusie worden getrokken dat er door ons gerechtvaardigd vertrouwen is opgewekt dat planologische medewerking zou worden verleend aan de verplaatsing. Uiteraard staat en stond het initiatienemer vrij om de gronden al dan niet aan te kopen. Op 18 december 2007 heeft het college van Burgemeester en Wethouders van Bladel het ontwikkelplan (LOP) vastgesteld. Wij hebben het LOP op 17 juni 2008 geaccordeerd. In dit kader merken wij op dat in het LOP is bepaald dat bij voorkeur bestaande geschikte locaties worden herbenut. De verwijzing naar de tekst in het reconstructieplan Beerze Reusel, doet hier niets aan af. Het feit dat de gemeente het LOG in z n geheel wenst te ontwikkelen, in samenhang met de benutting van geschikte bestaande locaties, past in het vóór 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader. Op grond hiervan is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij mogelijk indien er géén geschikte bestaande hervestigingslocatie aanwezig is. Deze eis is overgenomen in de Verordening ruimte. Bij de uitvoering van de reconstructieplannen heeft dat in veel gevallen geleid tot ontwikkelingen op bestaande geschikte locaties hetgeen vanuit het oogpunt van zuinig ruimtebegruik recht doet en recht deed aan de uitgangspunten van de reconstructie en provinciaal beleid in het algemeen. Wij constateren dat een onderzoek naar locaties ontbreekt.

5 Ook wordt niet onderbouwd dat er ten tijde van gesprekken over het verplaatsingstraject géén geschikte bestaande locaties aanwezig waren. Wij zijn daarom van mening dat niet kan worden gesteld dat de verplaatsing geheel past binnen de vóór 20 maart 2010 geldende beleidskaders. Tot slot merken wij op dat in het kader van de VIV regeling géén uitspraken worden gedaan over planologische medewerking. Het feit dat een bijdrage wordt verstrekt op grond van deze regeling staat hiervan geheel los. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat niet kan worden gesproken van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Voorts wordt niet voldaan aan de overige voorwaarden zoals gesteld in artikel 9.5 lid 2 en 3 en artikel 13.3 van de Verordening ruimte. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 1,5 ha. op het perceel Latestraat ong. te Netersel in het LOG Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel), te weigeren. s-hertogenbosch, PM 2010 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

6 ± Kaart aangevraagde ontheffing Bladel-Reusel Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Latestraat ong. Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Meters

7 ONTWERP BESLUIT Nr 2 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij op een locatie een locatie in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Waterdelweg of Elsendorp (Venhorstzuid) of Odiliapeel met een bouwblokomvang van 3 hectare in verband met de verplaatsing van een intensieve veehouderij aan de Donkstraat 15 te Boekel, ten name van Tielemans. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) niet toegestaan. De gewenste (nieuw)vestiging van een bouwblok met een omvang van 3 hectare is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 30 september 2010 van de gemeente Boekel ontvangen. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing;

8 b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Voornemen tot weigering Naar aanleiding van ons voornemen tot weigering van de ontheffing is het gemeentebestuur in de gelegenheid gesteld tot het voeren van overleg als bedoeld in artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht. Het gemeentebestuur heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt door een schriftelijke reactie d.d. invoer tekst ==> <F11>. Wij zullen de bevindingen van dit overleg vermelden onder pminvoer tekst ==> <F11> Aanvraag om ontheffing Beschrijving en verantwoording De gemeente heeft het voornemen planologische medewerking te verlenen aan de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij op een locatie in in het LOG Waterdelweg of LOG Elsendorp (Venhorst-zuid) of LOG Odiliapeel. Deze LOG s zijn als zodanig opgenomen in het Reconstructieplan Peel en Maas. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van een bestaand agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Donksestraat 15 in de gemeente Boekel. Een verplaatsing van deze intensieve veehouderij is noodzakelijk vanwege de ligging nabij de kern van Boekel en op grond van het reconstructieplan gelegen in extensiveringsgebied-overig. De nieuwvestiging zal plaatsvinden op een locatie dat op grond van het reconstructieplan Peel in Maas is gelegen in een landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) in Boekel. De gemeente is van oordeel dat een verplaatsing voldoet aan de in het reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten en dat voor de gewenste nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van 3 ha sprake is van een lopende zaak. Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat in de afgelopen jaren een concrete toezegging is gedaan voor de levering van een locatie in een LOG. In een overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer van december 2006 is opgenomen dat de gemeente

9 uiterlijk 1 januari 2008 zal zorgdragen voor de inbreng van een vervangend agrarisch bouwblok van minimaal 2,5 en maximaal 4 ha in een LOG-gebied van de gemeente Boekel met de mogelijkheid voor de realisatie van een vleesvarkensbedrijf van minimaal 2000 vleesvarkens en het bouwen van een bedrijfswoning. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen Het verzoek om ontheffing gaat niet specifiek in op het opheffen van het bestaand bouwblok en sloop van overbodige bedrijfsgebouwen op de locatie aan de Donkstraat 15. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. Wij constateren dat welliswaar door de gemeente toezeggingen zijn gedaan aan initiatiefnemer om medewerking te verlenen aan verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Donkstraat 15, Deze gesprekken hebben niet geleid tot een verplaatsingstraject naar een specifiek benoemde locatie. Dat in dat verband sprake zou moeten zijn van nieuwvestiging staat dus niet vast. Zoals de gemeente in hun aanvraag aangeeft is de verplaatsing niet voor 19 maart 2010 aan een specifieke nieuwvestigingslocatie gekoppeld. Nu er aan de verplaatsing van het bedrijf aan de Donkstraat 15 geen specifieke (nieuwe of bestaande) vestigingslocatie is gekoppeld zijn wij van oordeel dat in onderhavig geval geen sprake is van een voor 19 maart 2010 daterend concreet initiatief waarbij een gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat aan deze verplaatsing planologisch medewerking zou worden verleend aan een concrete nieuwvestiging. In dit verband merken wij op dat het concreet initiatief tot verplaatsing bovendien moet passen in het vóór 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader. Op grond hiervan is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij mogelijk indien er géén geschikte bestaande hervestigingslocatie aanwezig is. Deze eis is overgenomen in de Verordening ruimte. Bij de uitvoering van de reconstructieplannen heeft dat in veel gevallen geleid tot ontwikkelingen op bestaande geschikte locaties hetgeen vanuit het oogpunt van zuinig ruimtebegruik recht doet en recht deed aan de uitgangspunten van de reconstructie en provinciaal beleid in het algemeen. Wij constateren dat een onderzoek naar locaties ontbreekt. In dit verband merken wij op dat voor geen van de drie boekelse LOG s een door ons goedgekeurd ontwikkelingsplan is opgesteld Ook wordt niet onderbouwd dat er ten tijde van gesprekken over het verplaatsingstraject géén geschikte bestaande locaties aanwezig waren. Wij zijn daarom van mening dat niet kan worden gesteld dat de verplaatsing geheel past binnen de vóór 20 maart 2010 geldende beleidskaders.

10 Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat niet kan worden gesproken van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Tevens ontbreekt een nadere verantwoording zoals bedoeld in de artikelen 9.5 en 13.3 VR. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte, fase 1; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een bouwblokomvang van maximaal 3 hectare in een Boekels LOG, te weigeren. s-hertogenbosch, pm 2010 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

11 ONTWERP BESLUIT Nr 3 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij op een locatie in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Waterdelweg of Elsendorp (Venhorst-zuid) of Odiliapeel met een bouwblokomvang van 3 hectare in verband met de verplaatsing van een intensieve veehouderij aan de Statenweg 34 te Boekel, ten name van Van den Broek. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) niet toegestaan. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 3 hectare is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 30 september 2010 van de gemeente Boekel ontvangen. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing;

12 b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Voornemen tot weigering Naar aanleiding van ons voornemen tot weigering van de ontheffing is het gemeentebestuur in de gelegenheid gesteld tot het voeren van overleg als bedoeld in artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht. Het gemeentebestuur heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt door een schriftelijke reactie d.d. invoer tekst ==> <F11>. Wij zullen de bevindingen van dit overleg vermelden onder pminvoer tekst ==> <F11> Aanvraag om ontheffing Beschrijving en verantwoording De gemeente heeft het voornemen planologische medewerking te verlenen aan de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij op een locatie in in het LOG Waterdelweg of LOG Elsendorp (Venhorst-zuid) of LOG Odiliapeel. Deze LOG s zijn als zodanig opgenomen in het Reconstructieplan Peel en Maas. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van een bestaand agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Statenweg 34 in de gemeente Boekel. Een verplaatsing van deze intensieve veehouderij is noodzakelijk vanwege de ligging nabij de kern van Venhorst en is op grond van het reconstructieplan gelegen in extensiveringsgebied-overig. De nieuwvestiging zal plaatsvinden op een locatie dat op grond van het reconstructieplan Peel en Maas is gelegen in een landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) in Boekel. De gemeente is van oordeel dat een verplaatsing voldoet aan de in het reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. Voor de gewenste nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van 3 ha is sprake van een lopende zaak. Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat in de afgelopen jaren een concrete toezegging is gedaan voor de levering van een locatie in een LOG. In een overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer van november 2008 is opgenomen dat de gemeente zo

13 spoedig als mogelijk een bouwrijp agrarisch bouwblok aan biedt onder de voorwaarden: 2,5 hectare bouwblok of 1,5 hectare bouwblok met uitbreidingsmogelijkheden naar 2,5 hectare beide opties met bedrijfswoning. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen Het verzoek om ontheffing gaat niet specifiek in op het opheffen van het bestaand bouwblok en sloop van overbodige bedrijfsgebouwen op de locatie aan de Statenweg 34 te Boekel. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. Wij constateren dat weliswaar door de gemeente toezeggingen zijn gedaan aan initiatiefnemer om medewerking te verlenen aan verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Statenweg 34. Deze gesprekken hebben niet geleid tot een verplaatsingstraject naar een specifiek benoemde locatie. Dat in dat verband sprake zou moeten zijn van nieuwvestiging staat dus niet vast. Zoals de gemeente in hun aanvraag aangeeft is de verplaatsing niet voor 19 maart 2010 aan een specifieke nieuwvestigingslocatie gekoppeld. Nu er aan de verplaatsing van het bedrijf aan de Statenweg 34 geen specifieke (nieuwe of bestaande) vestigingslocatie is gekoppeld zijn wij van oordeel dat in onderhavig geval geen sprake is van een voor 19 maart 2010 daterend concreet initiatief waarbij een gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat aan deze verplaatsing planologisch medewerking zou worden verleend aan een concrete nieuwvestiging. In dit verband merken wij op dat het concreet initiatief tot verplaatsing bovendien moet passen in het vóór 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader. Op grond hiervan is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij mogelijk indien er géén geschikte bestaande hervestigingslocatie aanwezig is. Deze eis is overgenomen in de VR. Bij de uitvoering van de reconstructieplannen heeft dat in veel gevallen geleid tot ontwikkelingen op bestaande geschikte locaties hetgeen vanuit het oogpunt van zuinig ruimtebegruik recht doet en recht deed aan de uitgangspunten van de reconstructie en provinciaal beleid in het algemeen. Wij constateren dat een onderzoek naar locaties ontbreekt. In dit verband merken wij op dat voor geen van de drie Boekelse LOG s een door ons goedgekeurd ontwikkelingsplan is opgesteld Ook wordt niet onderbouwd dat er ten tijde van gesprekken over het verplaatsingstraject géén geschikte bestaande locaties aanwezig waren. Wij zijn daarom van mening dat niet kan worden gesteld dat de verplaatsing geheel past binnen de vóór 20 maart 2010 geldende beleidskaders.

14 Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat niet kan worden gesproken van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Tevens ontbreekt een nadere verantwoording zoals bedoeld in de artikelen 9.5 en 13.3 VR. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte, fase 1; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor een nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang 3 hectare in een Boekels LOG voor een intensieve veehouderij te weigeren. s-hertogenbosch, pm 2010 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

15 ONTWERP-BESLUIT Nr 4 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij met een bouwblokomvang van 2,5 hectare in het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Boxtel aan De Oorsprong ong. in Boxtel, ten name van de heer J. Welvaarts. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een LOG niet toegestaan. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 2,5 hectare is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 22 september 2010 van de gemeente Boxtel ontvangen. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing;

16 b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van PM tot en met PM ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft, of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de Verordening ruimte blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. De ontheffing van de Verordening ruimte grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften

17 verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft het voornemen een bestemmingsplan vast te stellen ten behoeve van de nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 2,5 hectare in verband met de vestiging van een intensieve veehouderij op het adres De Oorsprong ong. te Boxtel. Op grond van het vigerende bestemmingsplan, is het bouwen van gebouwen ter plaatse niet toegestaan. De locatie is op grond van het Reconstructieplan De Meierij gelegen in een Landbouwontwikkelingsgebied Boxtel. Uit de aanvraag blijkt dat de vestiging van het bouwblok gepaard gaat met het opheffen van een bestaand agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Kleinderliempde 10 in de gemeente Boxtel. Verplaatsing is gewenst vanwege herontwikkeling van de locatie ten behoeve van woningbouw. Het bedrijf aan de Kleinderliempde 10 is gelegen in verwevingsgebied. Daarnaast geeft initiatiefnemer aan bereid te zijn om in onmiddelijke samenhang met deze nieuwvestiging een locatie in gebruik ten behoeve van een intensieve veehouderij aan de Lakei 7 te Afferden (provincie Limburg), gelegen in Extensiveringsgebied, op te heffen. De locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Meierij in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Boxtel. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten waarbij partijen er van uit gaan dat een volwaardige intensieve veehouderij in extensiveringsgebied wordt opgeheven. De gemeente is van oordeel dat voor de nieuwvestiging van een agrarisch bouwblok met de gewenste omvang van 2,5 ha sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat het college van burgemeester en wethouders op 13 oktober 2009 hebben besloten om onder voorwaarden medewerking te verlenen aan de herontwikkeling met woningen op de locatie Kleinderliempde 10 en om medewerking te verlenen aan de herontwikkeling van de intensieve veehouderij in het LOG. Initiatiefnemer heeft zelf de benodigde gronden in het LOG aangekocht. Ook in het bestemmingsplan Buitengebied 2006 is rekening gehouden met nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in het LOG. In dit plan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in het LOG mits aan een aantal gestelde voorwaarden wordt voldaan. Deze wijzigingsbevoegdheid hebben wij bij besluit van 19 juni 2007 goedgekeurd. Initiatiefnemer heeft mede op basis van deze wijzigingsbevoegdheid zijn plannen ontwikkeld. In april 2007 zijn bij de gemeente eerste concept-plannen ingediend voor de herontwikkeling van Kleinderliempde, gekoppeld aan de verplaatsing van het bedrijf naar het LOG. Na diverse overleggen heeft het college op 12 februari 2008 aangegeven in beginsel positief te staan tegenover de plannen tot herontwikkeling en verplaatsing. In 2009 is een aangepast plan voor Kleinerliempde ingediend waarbij ook een eerste inrichtingsschets voor het nieuw te vestigen bedrijf in het LOG was opgenomen. Op basis daarvan heeft de gemeente op 13 oktober 2009 besloten

18 onder voowaarden medewerking te verlenen aan de herontwikkeling van de locatie Kleinderliempde en verplaatsing van de Intensieve veehouderij naar het LOG. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De huidige locatie van het bedrijf op het adres Kleinderliempde 10 te Boxtel, ligt in Verwevingsgebied tussen industrieterrein De Vorst en de kern van Boxtel. Het bedrijf heeft een bouwblokomvang van circa 2 ha en beschikt over een milieuvergunning voor het houden van fokzeugen. Omdat bij nieuwvestiging van een intensieve veehouderij verzekerd moet zijn dat een bouwblok voor een volwaardige intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven wordt bij de verplaatsing van het bedrijf ook het opheffen van een intensieve veehouderij aan de locatie Lakei 7 te Afferden (provincie Limburg) betrokken. Deze locatie is gelegen in Extensiveringsgebied. Deze locatie zal worden gesaneerd in verband met de verwezelijking van de intensieve veehouderij aan De Oorsprong. Voor deze locatie is een overeenkomst opgesteld in het kader van de VIV-regeling Limburg. De locatie is door Beheer Landbouwgronden (BBL) aangekocht. De sloop van overtollige bebouwing is in deze overeenkomst geregeld. Initiatiefnemer wil gedurende de totstandkoming van het bestemmingsplan bezien of een andere locatie in gebruik voor een volwaardige intensieve veehouderij voorhanden is in extensiveringsgebied. Bij aankoop van een dergelijke locatie wil initiatiefnemer zijn locatie in Afferden behouden. Landschappelijke inpassing De gemeente geeft aan dat minimaal 20% van het bouwblok conform de vereisten van de VR benut wordt voor een goede landschappelijke inpassing. Daarnaast wordt vindt een extra compensatieaanplant plaats van circa 1,6 ha nabij de snelweg A2. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De totale omvang van de op te heffen intensieve veehouderijtak aan Kleinderliempde 10 heeft een omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf. Uit de bij de aanvraag behorende stukken is af te leiden dat de omvang van de op te heffen intensieve veehouderij aan de Lakei 7 te Afferden een volwaardig bedrijf betreft. Uit de overeenkomst die in het kader van de VIV is gesloten is aangegeven dat de huidige omvang van het bedrijf te Afferden circa 110 NGE bedraagt. Het bedrijf aan de Kleinderliempde heeft heeft omvang van circa 380 NGE. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties Voor het LOG De Oorsprong is geen LOP opgesteld. Dit vanwege het ontbreken van bestaande bedrijven, bebouwing of burgerwoningen in het LOG. In het reconstructieplan De Meierij was reeds voorzien dat in dit LOG één nieuwvestiging zou plaatsvinden. In het kader van de nieuwvestiging is een onderzoek uitgevoerd naar alternatieve locaties. In bijlage 1 van de ruimtelijke onderbouwing zoals deze bij de aanvraag is gevoegd is een onderzoek opgenomen naar te koop staande bedrijven in Noord-Brabant. Uit het onderzoek blijkt dat slechts een locatie in Nistelrode geschikt zou zijn. Deze locatie is echter inmiddels verkocht. Uit het onderzoek blijkt dat andere locaties niet geschikt zijn veelal doordat deze te beperkt zijn waarbij is uitgegaan van vigerende milieuvergunningen. Zoals uit nader door de gemeente verstrekte informatie blijkt, onderschrijft de gemeente de conclusies uit dit onderzoek naar alternatieve locaties. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing

19 De locatie aan De Oorsprong ligt in een open gebied met bosopstand. Deze bosopstand zal met grote zorg worden bewaard. Binnen het LOG is geen bebouwing aanwezig. Binnen het bouwblok wordt 20 % aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. Aan de westzijde van de stallen alsmede aan de voorzijde van het perceel worden voorzieningen aangebracht waardoor het huis en de stallen in het landschap worden ingepast. Belangrijk aspect bij de invulling van het landschap is het historisch groen aan de voorzijde van het perceel. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist Uit de aanvraag blijkt dat op de stallen gecombineerde luchtwassers (BBT++) worden toegepast. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Kleinderliempde 10 te Boxtel vindt plaats naar de nieuwe locatie aan De Oorsprong ong. in het LOG waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De planologische medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de Verordening Ruimte is het LOG overigens als zodanig opgenomen. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Boxtel hebben vóór 20 maart 2010 meerdere besluiten genomen met het oog op de verplaatsing van het agrarisch bedrijf aan Kleinderleimpde 10 naar De Oorsprong ong. Er zijn vanaf 2007 afspraken gemaakt met initiatiefnemers. Binnen het LOG zijn geen agrarische bedrijven gevestigd. Een andere geschikte, bestaande locatie in het LOG is dan ook niet beschikbaar. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Wij overwegen daarbij dat vanaf het begin van het verplaatsingstraject duidelijk is geweest dat in onmiddellijke samenhang met de nieuwvestiging aan De Oorsprong een tweede bouwblok in gebruik voor een intensieve veehouderij in extensiveringsgebied wordt opgeheven. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet (via een overeenkomst) is veiliggesteld. Gelet op het gemis van de zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,5 hectare binnen het bouwvlak van 2,5 ha wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing.

20 In verband met de nieuwvestiging van de intensieve veehouderij in LOG Boxtel dient een volwaardige intensieve veehouderij op een locatie buiten verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied feitelijk, juridisch en planologisch te worden opgeheven. Uit de aanvraag zoals de gemeente die op 22 september 2010 aan ons heeft toegezonden blijkt niet op welke wijze is verzekerd dat een volwaardige intensieve veehouderij uit extensiveringsgebied wordt opgeheven. In de aanvraag wordt gesproken over het opheffen van de locatie aan de Lakei 7 te Afferden. Indien zich tijdens de bestemmingsplanprocedure de mogelijkheid voordoet om een andere locatie in extensiveringsgebied aan te komen en op te heffen, wil initiatiefnemer daarvan gebruik maken en het bedrijf aan Lakei 7 te Afferden alsnog voortzetten, ondanks de met Beheer Landbouwgrond gesloten overeenkomst in het kader van de VIV-Limburg. Gelet op het gemis van zekerstelling dat een volwaardige intensieve veehouderij afkomstig uit extensiveringsgebied feitelijk, juridisch en planologisch wordt opgeheven verbinden wij als voorschrift aan de ontheffing dat bij vaststelling van het bestemmingsplan feitelijk, juridisch en planologisch moet worden veiliggesteld dat een bouwblok ten behoeve van een volwaardig intensieve veehouderij wordt opgeheven en dat overtollige bebouwing wordt gesloopt. Overigens blijkt uit de gegevens die de gemeente terzake heeft verstrekt dat ook aan de planologische medewerking door de gemeente in verband met de vestiging van de intensieve veehouderij in LOG Boxtel nagenoeg gelijkluidende voorwaarden worden gesteld waaraan initiatiefnemer zal moeten voldoen. De nieuwvestiging is niet voorzien op een locatie dat op grond van de VR is aangeduid als aandachtsgebied leefgebied struweelvogels of leefgebied dassen. Ten aanzien van de overige aspecten in de verantwoording van de gemeente kunnen wij instemmen. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van PM tot en met PM ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/.. zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen.. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing te verlenen voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een maximale omvang van 2,5 hectare gelegen in LOG Boxtel aan De Oorsprong ong. ter plaatse van de aanduiding op bijgaande verbeelding. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 1. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 0,5 ha aangewend voor de landschappelijke inpassing;

21 2. Dat is verzekerd dat een bouwblok voor een volwaardige intensieve veehouderij in extensiveringsgebied feitelijk, juridisch en planologisch wordt opgeheven en overtollige bebouwing wordt gesloopt; s-hertogenbosch,.. PM Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

22 ± Kaart aangevraagde ontheffing Boxtel Schaal 1:4.000 Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: De Oorsprong ong Meters

23 ONTWERP-BESLUIT Nr 5 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening Ruimte (VR) Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van.. P.M op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij op het adres Hoogstraat ong., kadastraal bekend perceel sectie O-488/899 (Hoogstraat ong.) te Gilze, ten name van de heer C.J.M. van den Boogaart. Deze locatie ligt in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) A58. De procedure Op grond van artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied niet toegestaan; Op het adres Hoogstraat ong. te Gilze in het LOG A58 is geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 2,5 hectare is daarmee in strijd met voornoemd artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 13 oktober 2010 van de gemeente Gilze en Rijen ontvangen. Op grond van artikelen 13.3, 2 e lid en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing;

24 b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist; d. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor struweelvogels, is verzekerd dat in het leefgebied struweelvogels een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd en de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied worden verbeterd; e. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor dassen, is verzekerd dat de aanwezige burchten en specifieke foerageergebieden niet nadelig worden beïnvloed en migratieroutes, groenstructuren en landschapselementen worden hersteld of verbeterd. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de VR blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. Deze ontheffing van de VR grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een

25 uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft het voornemen om een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij te realiseren op het adres Hoogstraat ong. te Gilze. Deze locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Baronie in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) A58. Het nieuwe bouwblok heeft een omvang van 2,5 hectare. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van de bestaande agrarische bouwblokken voor een intensieve veehouderij op de adressen Alphensebaan 72(A) en Alphensebaan 35, beide te Gilze. De bestaande bouwblokken hebben een gezamenlijke omvang van circa 1,8 hectare en bevinden zich in extensiveringsgebied. De gemeente is voornemens een bestemmingsplan voor te bereiden voor de nieuwvestiging. Voor de op te heffen locaties heeft een voorontwerp-bestemmingsplan ter inzage gelegen. Hierin vormen de bestaande bouwblokken onderdeel van woningbouw-ontwikkeling en de vestiging van een loonwerkbedrijf. De locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Baronie in het LOG A58. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste omvang van 2,5 hectare sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing Op 6 februari 2007 heeft de gemeente besloten in principe in te stemmen met de ontwikkeling van woningbouw op en rond Bolberg. Medio 2007 is een positief advies ontvangen van de provinciale directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving over de Ontwikkelingsvisie toekomst Bolberg. Met onder meer realisering van woningbouw en hervestiging van een loonwerkbedrijf, moet de verplaatsing van de aanwezige intensieve veehouderijen, waaronder die van Van den Boogaart, mogelijk worden. De gemeente geeft aan dat het agrarisch bedrijf vanaf medio 2007 op zoek is naar een geschikte vervangende locatie om de verplaatsing van de twee locaties die in een extensiveringsgebied-overig liggen, tot stand te brengen. Onderzocht is of binnen de LOG s A58 en Gilze-Oost bestaande bedrijven geschikt waren voor het nieuwe varkensbedrijf van Van den Boogaart. In begin 2008 is een concreet bod gedaan voor aankoop van een voormalig rundveebedrijf in LOG Gilze-Oost. Dit bod werd afgewezen en de bedrijfslocatie is verkocht aan een akkerbouwbedrijf. In LOG Gilze-Oost bleken verder geen geschikte locaties te koop. In LOG A58 zijn een viertal locaties onderzocht waar de hervestiging mogelijk zou kunnen zijn maar de aldaar gevestigde bedrijven (waaronder een voormalige tuinderij) waren niet te koop. In december 2008 werden twee percelen grond te koop aangeboden die na onderzoek geschikt bleken voor nieuwvestiging. De koop heeft plaatsgevonden op 23 december 2008 en de percelen zijn op 4 januari 2010 aan Van den Boogaart geleverd. In oktober 2009 heeft overleg plaatsgevonden tussen gemeente en initiatiefnemer over het te doorlopen traject voor nieuwvestiging aan de Hoogstraat ong. te Gilze in het LOG A58. Naar aanleiding hiervan heeft de initiatiefnemer een aanmeldingsnotitie MER laten opstellen voor deze locatie. In augustus 2010 is een herziene versie opgesteld.

26 In september 2010 is een inventarisatie in het kader van een 10 km-onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat in beide LOG s geen agrarische objecten (bedrijven met bouwblok) te koop zijn. Bestaande, intensieve bedrijven zetten in op doorontwikkeling van hun bedrijfsvoering. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De huidige locaties van het bedrijf op de Alphensebaan 72(A) en Alphensebaan 35 beide te Gilze, liggen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelings-gebied. De totale omvang van de bouwblokken bedraagt circa 1,8 hectare. Ter plaatse van deze gronden worden mogelijkheden geschapen voor woningbouw en een loonwerkbedrijf. Hiertoe heeft het voorontwerp-bestemmingsplan Bolberg en de erven ter inzage gelegen medio Over dit plan is geadviseerd door de provinciale directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving; daarbij zijn geen opmerkingen gemaakt over beide op te heffen locaties. Het woonhuis ter plaatse van Alphensebaan 72(A) blijft behouden en de bedrijfsgebouwen worden gesaneerd. De bedrijfsgebouwen op het adres Alphensebaan 35 worden ontmanteld maar blijven waarschijnlijk in gebruik door het toekomstige loonwerkbedrijf. Er zijn voor beide locaties nog geen sloopovereenkomsten gesloten. In het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied wordt de locatie Alphensebaan 35 te Gilze bestemd als loonwerkbedrijf in overeenstemming met een verleende verklaring van geen bezwaar ex artikel 19, lid 1 WRO (oud). Landschappelijke inpassing De gemeente geeft aan dat binnen het nieuwe bouwblok 0,5 hectare wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. De uitwerking moet nog nader gestalte krijgen en de daadwerkelijke uitvoering is nog niet veiliggesteld. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De twee op te heffen bouwblokken aan de Alphensebaan 72(A) en Alphensebaan 35 beide te Gilze, hebben afzonderlijk de omvang van een volwaardig bedrijf. Op het nieuwe bouwblok wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties Verwezen wordt naar het gestelde onder Concreet initiatief tot verplaatsing. Gebleken is dat er geen beschikbare geschikte bestaande locaties aanwezig waren dan wel nu aanwezig zijn. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing De gemeente stelt dat door deelname aan het project Stallen in het landschap, een goede beeldkwaliteit wordt geborgd. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In de verantwoording wordt gemeld dat het nieuwe bedrijf op drie aspecten (dierenwelzijn, milieu en energie) verdergaande verduurzaming toepast. Zo krijgen de dieren meer ruimte dan de welzijnswetgeving voorschrijft, worden gecombineerde luchtwassers toegepast en worden de stallen voorzien van zogenaamde grondkanaalventilatie. 4. Aandacht voor struweelvogels/dassen De gemeente gaat niet op deze aandachtspunten.

27 Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderijen aan de Alphensebaan 72(A) en Alphensebaan 35, beide te Gilze, vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Hoogstraat ong. te Gilze in het LOG A58, waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De planologische medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de VR is het LOG overigens als zodanig opgenomen. Door de gemeente zijn diverse besluiten genomen om deze verplaatsing te realiseren. Verwezen wordt naar hetgeen is opgenomen onder het kopje Concreet initiatief tot verplaatsing. De gemeente heeft bevestigd de uitkomst van het 10 km-onderzoek te onderschrijven en de hervestigingslocatie als geschikt te beschouwen. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet (via een overeenkomst) is veiliggesteld. Nu sprake is van nieuwvestiging van een bouwvlak tot maximaal 2,5 hectare, dient minimaal 0,5 hectare van het bouwvlak te worden benut voor de landschappelijke inpassing. Gelet op het gemis van zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,5 hectare binnen het bouwvlak wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. Gezien de stand van zaken van de planologische procedure voor de op te heffen locaties aan de Alphensebaan 72(A) en Alphensebaan 35 beide te Gilze, zijn wij van mening dat nog niet is verzekerd dat de bouwblokken voor een intensieve veehouderij aan voornoemde (te verlaten locaties), planologisch, juridisch en feitelijk worden opgeheven. Verder is niet zekergesteld dat de sloop van bedrijfsbebouwing op het adres Alphensebaan 72(A) te Gilze alsook de ontmanteling van de bedrijfsbebouwing aan de Alphensebaan 35 te Gilze, is veiliggesteld. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschriften aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat de bouwblokken voor een intensieve veehouderij aan de Alphensebaan 72(A) en Alphensebaan 35 beide te Gilze, planologisch, juridisch en feitelijk worden opgeheven en dat

28 verzekerd dient te zijn dat de bedrijfsgebouwen die op deze locaties overbodig zijn geworden, worden gesloopt dan wel ontmanteld. Met betrekking tot de verdergaande verduurzaming merken wij op dat van best beschikbare technieken ++ (BBT++) gebruik wordt gemaakt. Dit blijkt uit de herziene aanmeldingsnotitie MER van augustus Wij zijn dan ook van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdergaande verduurzaming voldoende invulling is gegeven. Het LOG A58 is geen LOG met aandacht voor struweelvogels of dassen. Ten aanzien van de overige aspecten in de verantwoording van de gemeente kunnen wij instemmen. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/.. zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen.. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing te verlenen voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 2,5 hectare op het adres Hoogstraat ong. te Gilze in het LOG A58 ter plaatse van de aanduiding op bijgaande verbeelding. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 3. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 0,5 ha aangewend voor de landschappelijke inpassing; 4. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Hoogstraat ong., kadastraal bekend sectie O-488/899 te Gilze, is verzekerd dat de bouwblokken voor een intensieve veehouderij aan de Alphensebaan 72(A) en Alphensebaan 35 beide te Gilze, planologisch, juridisch en feitelijk worden opgeheven; 5. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Hoogstraat ong., kadastraal bekend sectie O-488/899 te Gilze is verzekerd dat de bedrijfsgebouwen die op de locatie Alphensebaan 72(A) te Gilze overbodig zijn geworden, worden gesloopt en dat de bedrijfsgebouwen die op de locatie Alphensebaan 35 te Gilze overbodig zijn geworden, worden ontmanteld. Verklaart de zienswijzen gegrond/ongegrond

29 s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

30 Provincie Noord-Brabant Kaart aangevraagde ontheffing A 58 Schaal 1: ± Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Hoogstraat ong Meters

31 ONTWERP-BESLUIT Nr 6 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening Ruimte (VR) Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van.. P.M op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij op het adres Antwerpsebaan ong., kadastraal bekend perceel sectie C-1764, 1814 en 2094 gedeeltelijk (Antwerpsebaan ong.) te Helvoirt, ten name van de heer Van den Bosch. De locatie ligt in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Haaren. De procedure Op grond van artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied niet toegestaan; Op het adres Antwerpsebaan ong. te Helvoirt (gemeente Haaren) in het LOG Haaren is geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 3 hectare is daarmee in strijd met voornoemd artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 22 september 2010 van de gemeente Haaren ontvangen. Op grond van artikelen 13.3, 2 e lid en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van:

32 a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist; d. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor struweelvogels, is verzekerd dat in het leefgebied struweelvogels een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd en de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied worden verbeterd; e. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor dassen, is verzekerd dat de aanwezige burchten en specifieke foerageergebieden niet nadelig worden beïnvloed en migratieroutes, groenstructuren en landschapselementen worden hersteld of verbeterd. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de VR blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. Deze ontheffing van de VR grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een

33 uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft het voornemen om een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij te realiseren op het adres Antwerpsebaan ong. te Helvoirt. Deze locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Meijerij in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Haaren. Het nieuwe bouwblok heeft een omvang van 3 hectare en is in het concept-landbouwontwikkelplan (LOP) als nieuwvestigingslocatie opgenomen. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van de bestaande agrarische bouwblokken voor een intensieve veehouderij op de adressen Gijzel 32 te Helvoirt en Parallelweg 8 te Helvoirt, beide gelegen in extensiveringsgebied. De provincie is eigenaar van de nieuwvestigingslocatie aan de Antwerpsebaan ong. te Helvoirt. De gemeente zal de planologische procedures voor zowel de nieuwvestiging als de op te heffen locaties gaan starten. De locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Meijerij in het LOG Haaren. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste omvang van 3 hectare sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat al enkele jaren wordt gewerkt om de verplaatsing van de twee locaties van initiatiefnemer die in een extensiveringsgebied-overig liggen, tot stand te brengen. Initiatiefnemer heeft mede financieel bijgedragen aan de opstelling van de integrale gebiedsvisie Helvoirts Broek. Concreet komen in deze visie zijn locaties voor intensieve veehouderij aan bod die uit dit gebied verplaatst zullen worden naar het LOG Haaren. Ook bestaat er een overeenkomst over onder meer de financiering van de ontwikkeling van het Helvoirts Broek. Verder bestaat er een bestuursovereenkomst over de realisering van het LOG. Op basis hiervan en als één van de uitwerkingen, is een plan van aanpak voor het LOG opgesteld. De nieuwvestigingslocatie aan de Antwerpsebaan ong. te Helvoirt is in eigendom van de provincie. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De huidige locaties van het bedrijf op de adressen Gijzel 32 en Parallelweg 8, beide te Helvoirt, liggen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelings-gebied. Ter plaatse van deze gronden worden mogelijkheden geschapen voor de bouw van één woning (Gijzel 32) en bedrijfskavels (Parallelweg 8). De gemeente gaat nog planologische regelingen opstellen ter beëindiging van de intensieve veehouderijen. Verder dient er nog een overeenkomst te worden afgesloten waarin de sloop van bedrijfsbebouwing op de uitplaatsingslocaties wordt geregeld. Landschappelijke inpassing In het LOP wordt erfbeplanting binnen het bouwblok aangekaart. De gemeente gaat hier niet nader op in.

34 Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De gemeente gaat niet in op de vraag of de op te heffen bouwblokken aan Gijzel 32 en Parallelweg 8, de omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf hebben. Op het nieuwe bouwblok aan de Antwerpsebaan ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties Gezien het gestelde onder Concreet initiatief tot verplaatsing, hebben zowel de gemeente als de provincie (nadrukkelijk) aangestuurd op een LOP. In het LOP is de beschikbaarheid van andere geschikte, bestaande locaties in het LOG onderzocht. Hieruit blijkt dat er geen andere geschikte, bestaande locatie in het LOG beschikbaar is. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing In het Beeldkwaliteitsplan gemeente Haaren (oktober 2003) zijn uitgangspunten en doelstellingen opgenomen die van toepassing zijn bij de inrichting van het LOG. Het gaat onder meer over het behoud van doorzichten in het halfopen landschap, behoud van (historische) laanbeplanting, gebiedseigen erfbeplanting en duidelijke ruimtelijke scheiding tussen bedrijven. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In de verantwoording wordt in het algemeen ingegaan op milieuaspecten. De gemeente zal (bij nieuwvestiging) het gebruik van best beschikbare technieken stimuleren en voor zover mogelijk vereisen. De gemeente zal de initiatieven die de provincie ten aanzien van dit criterium ontwikkelt nauwgezet volgen en zo mogelijk overnemen. 4. Aandacht voor struweelvogels/dassen De gemeente gaat niet in op deze aandachtspunten. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsingen van de intensieve veehouderijen aan Gijzel 32 en Parallelweg 8, beide te Helvoirt, vinden plaats naar de nieuwe locatie aan de Antwerpsebaan ong. te Helvoirt in het LOG Haaren, waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De planologische medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de

35 vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de Verordening Ruimte is het LOG overigens als zodanig opgenomen. De gemeente gaat via het concept-lop en overige stukken, in op de in de VR genoemde aspecten. Door de gemeente zijn diverse besluiten genomen om deze verplaatsing te realiseren. De gemeente geeft aan dat al enkele jaren wordt gewerkt om de verplaatsing van de twee locaties van initiatiefnemer die in een extensiveringsgebied-overig liggen, tot stand te brengen. Initiatiefnemer heeft mede financieel bijgedragen aan de opstelling van de integrale gebiedsvisie Helvoirts Broek. Dit blijkt uit een schrijven van het college van burgemeester en wethouders van Haaren d.d. 14 september 2006 aan Gedeputeerde Staten. Concreet komen in deze gebiedsvisie de locaties voor intensieve veehouderij van de heer Van den Bosch aan bod die uit dit gebied verplaatst zullen worden naar het LOG Haaren. Een eerste verkenning voor deze gebiedsvisie is afgerond in februari Ook bestaat er een bestuursovereenkomst van 29 februari 2008 over onder meer de financiering van de gebiedsontwikkeling van het Helvoirts Broek. De locatie aan de Antwerpsebaan ong. te Helvoirt is op 12 mei 2009 door de provincie, als één van de uitwerkingen van voornoemde bestuursovereenkomst, aangekocht. In deze overeenkomst is tevens aangegeven dat de gemeente het LOG zal gaan realiseren. In het plan van aanpak voor het LOG Haaren (januari 2009) geeft de gemeente aan het LOP te gaan opstellen. De gemeente heeft een concept van dit plan in de loop van 2009 opgesteld. De nieuwe locatie voor het intensieve veehouderijbedrijf van Van den Bosch is hierin opgenomen. In dit kader merken wij nog op dat in het LOP, de beschikbaarheid van andere geschikte, bestaande locaties in het LOG zijn onderzocht. De gemeente geeft aan dat er geen andere geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar zijn. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Wij constateren dat de op te heffen bouwblokken aan Gijzel 32 en Parallelweg 8, afzonderlijk de omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf hebben. Het nieuwe bouwblok aan de Antwerpsebaan ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet (via een overeenkomst) is veiliggesteld. Nu sprake is van nieuwvestiging van een bouwvlak tot maximaal 3 hectare, dient minimaal 0,6 hectare van het bouwvlak te worden benut voor de landschappelijke inpassing. Gelet op het gemis van zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,6 hectare binnen het bouwvlak wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. De gemeente gaat planologische procedures starten voor zowel de op te heffen locaties aan Gijzel 32 en Parallelweg 8, beide te Helvoirt als voor de nieuwvestigingslocatie aan de Antwerpsebaan ong. te Helvoirt. Op grond hiervan zijn wij van mening dat nog niet is verzekerd dat de bouwblokken voor een intensieve veehouderij aan voornoemde (te verlaten locaties), planologisch, juridisch en feitelijk worden opgeheven. Verder dient er nog een overeenkomst te worden afgesloten waarin de sloop van bedrijfsbebouwing op de uitplaatsingslocaties wordt geregeld. Wij concluderen dan ook dat nog niet is verzekerd dat de bedrijfsgebouwen die op deze locatie overbodig zijn geworden, worden gesloopt. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschriften aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat de bouwblokken voor een intensieve veehouderij aan Gijzel 32 en Parallelweg 8 (beide te Helvoirt), planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven en dat

36 verzekerd dient te zijn dat de bedrijfsgebouwen die op deze locaties overbodig zijn geworden, worden gesloopt. Met betrekking tot de verdergaande verduurzaming merken wij op dat implementatie van concrete maatregelen in het kader van verdergaande verduurzaming niet is zekergesteld. Wij zijn van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdergaande verduurzaming aldus nog onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigingslocatie aan de Antwerpsebaan ong. te Helvoirt. Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Het LOG Haaren is geen LOG met aandacht voor struweelvogels of dassen. Ten aanzien van de overige aspecten in de verantwoording van de gemeente kunnen wij instemmen. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/.. zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen.. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing te verlenen voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 3 hectare op het adres Antwerpsebaan ong., kadastraal bekend perceel sectie C-1764, 1814 en 2094 gedeeltelijk (Antwerpsebaan ong.) te Helvoirt ter plaatse van de aanduiding op bijgaande verbeelding. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 6. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 0,6 hectare aangewend voor de landschappelijke inpassing; 7. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Antwerpsebaan ong. te Helvoirt, is verzekerd dat de bouwblokken voor een intensieve veehouderij aan Gijzel 32 en Parallelweg 8 (beide te Helvoirt), planologisch, juridisch en feitelijk worden opgeheven; 8. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Antwerpsebaan ong. te Helvoirt is verzekerd dat de bedrijfsgebouwen die op de locaties Gijzel 32 en Parallelweg 8 (beide te Helvoirt) overbodig zijn geworden, worden gesloopt. 9. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Antwerpsebaan ong. te Helvoirt wordt een verantwoording opgenomen over de verdergaande verduurzaming. Verklaart de zienswijzen gegrond/ongegrond

37 s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

38 ± Kaart aangevraagde ontheffing Haaren Schaal 1:6.500 Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Parallelweg ong. Meters

39 ONTWERP-BESLUIT Nr 7 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heeze-Leende, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij met een bouwblokomvang van 3 hectare in het landbouwontwikkelingsgebied Chijnsgoed (LOG) op het adres Kerkedijk ong. te Sterksel (gemeente Heeze-Leende), ten name van Veho B.V. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een LOG niet toegestaan. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 3 hectare is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 4 oktober 2010 van de gemeente Heeze-Leende ontvangen. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven;

40 c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van PM tot en met PM ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft, of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de VR blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. De ontheffing van de VR grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd.

41 Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft het voornemen om een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij te realiseren op het adres Kerkedijk ong. te Sterksel. Deze locatie ligt op grond van het reconstructieplan Boven-Dommel in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Chijnsgoed. Het nieuwe bouwblok heeft een omvang van 3 hectare. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van het bestaande agrarische bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Pandijk 15 te Heeze-Leende. Dit bestaande bouwblok heeft een omvang van 1 hectare en kent een onherroepelijke milieuvergunning voor het houden van 892 zeugen, 2816 speenbiggen en 1600 vleesvarkens. De locatie ligt in extensiveringsgebied-natuur. In 2005 is initiatiefnemer in overleg gegaan met de reconstructiecommissie Boven-Dommel, provincie en gemeente om deze toegestane bebouwing niet te realiseren op deze locatie in extensiveringsgebied-natuur. In dit verband wenst initiatiefnemer de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van 3 hectare aan de Kerkedijk ong. De planologische procedures voor zowel de nieuwvestiging als de op te heffen locatie zullen in een later stadium gestart worden. De locatie ligt op grond van het reconstructieplan Boven-Dommel in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Chijnsgoed. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 3 hectare sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat initiatiefnemer reeds enkele jaren bezig is met het verplaatsen van de intensieve veehouderij en dat in samenspraak met de provincie is gezocht naar een geschikte bestaande locatie. Omdat voor de beoogde ontwikkeling een geschikte bestaande locatie niet beschikbaar was is de locatie aan de Kerkedijk ong. aangekocht. Initiatiefnemer is in 2005 met gemeente en provincie in overleg gegaan omtrent mogelijke ontwikkelingen van de intensieve veehouderij aan de Pandijk 15. De beoogde nieuwvestiging betrof een agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van 3 hectare. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De huidige locatie van het bedrijf op het adres Pandijk 15 te Heeze-Leende, ligt buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied. De omvang van het bouwblok voor de IV-tak bedraagt circa 1 hectare. In het kader van eerder genoemde verplaatsingsonderhandelingen is met initiatiefnemer overeengekomen dat de provincie de locatie aan de Pandijk 15 aankoopt. De gemeente gaat een planologische regeling opstellen ter beëindiging van de intensieve veehouderij op het adres Pandijk 15. Landschappelijke inpassing De gemeente geeft aan dat minimaal 20% van het bouwblok conform de vereisten van de VR benut wordt voor een goede landschappelijke inpassing.

42 Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De totale omvang van de op te heffen intensieve veehouderij aan Pandijk 15 heeft een omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf. Deze volwaardigheid vloeit voort uit bestaande rechten op deze locatie. Op het bouwblok aan de Kerkedijk ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties De vestiging van de intensieve veehouderij hangt nauw samen met de eerdere hervestiging en uitbreiding van een intensieve veehouderij van initiatiefnemer aan de Kerkedijk 1 te Heeze-Leende. Onderhavige locatie is in de directe nabijheid van het bedrijf aan Kerkedijk 1 gelegen. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing Tenminste 20 % van het bouwblok zal worden aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. De erfbeplanting zal worden uitgevoerd met struweelbeplanting. De landschappelijke inpassing zal worden verankerd in de nog te volgen planologische procedure. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist Het bedrijf zal worden opgericht met de meest actuele inzichten op het gebied van duurzaamheid, zoals het gebruik van luchtwassers en een hoge isolatiewaarde van de bedrijfsgebouwen. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Pandijk 15 vindt plaats naar een locatie aan de Kerkedijk ong. te Sterksel in het LOG Chijnsgoed waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. Planologische medewerking is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de VR is het LOG overigens als zodanig opgenomen. Er zijn door het gemeentebestuur en door ons vóór 20 maart 2010 meerdere besluiten genomen met het oog op de verplaatsing van het agrarisch bedrijf aan Pandijk 15 naar Kerkedijk ong. te Heeze-Leende. Zo heeft in verband met de ontwikkeling van de intensieve veehouderij op de locatie aan de Pandijk op meerdere momenten (bestuurlijk) overleg plaatsgevonden. In onze brief van 12 februari 2010 (kenmerk ) aan de heer Van Asten worden de afspraken die in eerdere overlegmomenten zijn

43 gemaakt, waaronder ook de verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Pandijk 15 is betrokken, vastgelegd. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst naar deze locatie. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. In verband met de eerdere uitbreiding van de intensieve veehouderij aan de Kerkedijk 1 is door ons bij besluit van 6 juli 2010, kenmerk / ) een verklaring van geen bezwaar ex. artikel 19, lid 1 (oude) Wet op de Ruimtelijke Ordening, afgegeven. Vanwege de samenhang met de intensieve veehouderij aan de Kerkedijk 1 zijn eventueel beschikbare alternatieve locaties al dan niet gelegen binnen het LOG Chijnsgoed, niet geschikt voor de vestiging van dit te verplaatsen intensieve veehouderijbedrijf van initiatiefnemer. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet (via een overeenkomst) is veiliggesteld. Gelet op het gemis van de zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,6 hectare binnen het bouwvlak van 3 ha wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. Ook wat betreft beeldkwaliteit merken wij op dat de VR dit als eis stelt. Uit de verantwoording blijkt niet op welke wijze wordt omgegaan met deze eis van beeldkwaliteit. Gelet hierop zijn wij van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft beeldkwaliteit nog onvoldoende invulling is gegeven. Dit aspect moet in een latere planologische procedure worden betrokken. Dis is als voorschrift aan deze ontheffing verbonden. Voor wat betreft de locatie aan de Pandijk 15 merken wij op dat initiatiefnemer met de provincie is overeengekomen dat die locatie niet verder ontwikkeld wordt. In dit verband verwijzen wij naar onze brief van 28 november 2008 (kenmerk / ) omtrent het vergoeden van gemaakte kosten voor het realiseren van de intensieve veehouderij aan de Pandijk in relatie tot de beëindiging daarvan. De milieuvergunning wordt definitief wordt ingetrokken nadat de verplaatsing is voltooid. Wat betreft planologische opheffing van de intensieve veehouderij wordt gesteld dat gemeente verzocht zal worden daarvoor een procedure op te starten. Wij achten de opheffing van het bouwblok in juridische en feitelijke zin zekergesteld, doch niet in planologische zin. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan Pandijk 15, planologisch wordt opgeheven en overtollige bebouwing wordt gesloopt. Een eis die de VR stelt in verband met ontheffing lopende zaken is dat sprake moet zijn van een volwaardig bedrijf op de nieuw te vestigen locatie. Vanwege het stadium waarin de ontwikkelingen zich op dit moment bevinden is op dit moment niet aan te geven wat de daadwerkelijke omvang zal worden van het te vestigen intensieve veehouderijbedrijf. Gelet hierop verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat het bouwvlak is bestemd voor tenminste een volwaardige intensieve veehouderij. Met betrekking tot de verduurzaming merken wij het volgende op. De eis van verdergaande verduurzaming wordt ook in de Verordening ruimte genoemd, maar de implementatie van de duurzaamheidseis blijkt onvoldoende uit de verantwoording. Gelet op voorgaande zijn wij van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdere verduurzaming nog onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het plan. Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden.

44 De (nieuw)vestiging van het bouwblok voor een intensieve veehouderij is niet gelegen binnen het leefgebied voor struweelvogels of in een leefgebied voor dassen. Ten aanzien van de overige aspecten in de verantwoording van de gemeente kunnen wij instemmen. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van PM tot en met PM ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/.. zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen.. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing te verlenen voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 3 hectare in LOG Chijnsgoed, ter plaatse van de aanduiding op bijgaarde verbeelding. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 10. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 0,6 ha aangewend voor de landschappelijke inpassing; 11. Het bouwvlak is bestemd voor tenminste een volwaardige intensieve veehouderij. 12. Bij vaststelling van het bestemmingsplan wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot beeldkwaliteit. 13. Bij vaststelling van het bestemmingsplan wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdere verduurzaming. 14. Verzekerd is dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Pandijk 15 planologisch wordt opgeheven en overtollige bebouwing wordt gesloopt; s-hertogenbosch, PM Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten

45 Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

46 ( ± Kaart aangevraagde ontheffing Chijnsgoed Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Kerkedijk ong. (west) Meters

47 ONTWERP-BESLUIT Nr 8 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heeze-Leende, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij met een bouwblokomvang van 3 hectare in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Chijnsgoed op het adres Kerkedijk ong. te Sterksel (gemeente Heeze-Leende), ten name van Van Asten Varkens Leende B.V. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een LOG niet toegestaan. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 3 hectare is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 4 oktober 2010 van de gemeente Heeze-Leende ontvangen. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven;

48 c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van PM tot en met PM ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft, of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de Verordening ruimte blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. De ontheffing van de Verordening ruimte grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat

49 nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft het voornemen om een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij te realiseren op het adres Kerkedijk ong. te Sterksel. Deze locatie ligt op grond van het reconstructieplan Boven-Dommel in het LOG Chijnsgoed. Het nieuwe bouwblok heeft een omvang van 3 hectare. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van het bestaande agrarische bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Heggerdijk 1 te Heeze-Leende. Dit bestaande bouwblok heeft een omvang van 1,5 hectare en kent een milieuvergunning voor het houden van vleesvarkens. De locatie ligt in extensiveringsgebiednatuur. In 2004 heeft initiatiefnemer in het kader van de VIV-regeling een verplaatsingsovereenkomst getekend. De planologische procedures voor zowel de nieuwvestiging als de op te heffen locaties zullen in een later stadium gestart worden. De locatie ligt op grond van het reconstructieplan Boven-Dommel in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Chijnsgoed. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van 3 ha sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat initiatiefnemer reeds enkele jaren bezig is met het verplaatsen van de intensieve veehouderij en dat in samenspraak met de provincie is gezocht naar een geschikte bestaande locatie. Omdat voor de beoogde ontwikkeling een geschikte bestaande locatie niet beschikbaar was is de locatie aan de Kerkedijk ong. aangekocht. In het kader van het verplaatsingstraject heeft initiatiefnemer zich in 2003 aangemeld voor de VIVregeling. In 2004 is een verplaatsingsovereenkomst getekend. In december 2005 heeft initiatiefnemer een verplaatsingsinitiatief voor de nieuwvestiging op de locatie Kerkedijk ong. neergelegd. De beoogde nieuwvestiging betrof een agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van 3 hectare. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De huidige locatie van het bedrijf op het adres Heggerdijk 1 te Heeze-Leende, ligt buiten een verwevingsof landbouwontwikkelingsgebied. De omvang van het bouwblok voor de IV-tak bedraagt circa 1,5 hectare. In de overeenkomst in het kader van de VIV-regeling is bepaald dat de uitplaatsingslocatie is aangekocht met recht van voortgezet gebruik voor initiatiefnemers totdat de verplaatsing is gerealiseerd. Conform de VIV-regeling moeten de bedrijfsgebouwen worden gesloopt en de milieuvergunning worden ingetrokken. De gemeente gaat een planologische regeling opstellen ter beëindiging van de intensieve veehouderij op het adres Heggerdijk 1 Landschappelijke inpassing De gemeente geeft aan dat minimaal 20% van het bouwblok conform de vereisten van de VR benut wordt voor een goede landschappelijke inpassing.

50 Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De totale omvang van de op te heffen intensieve veehouderij aan Heggerdijk 1 heeft een omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf. Op het bouwblok aan de Kerkedijk ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties De vestiging van de intensieve veehouderij hangt nauw samen met de eerdere hervestiging en uitbreiding van een intensieve veehouderij van initiatiefnemer aan de Kerkedijk 1 te Heeze-Leende. Onderhavige locatie is in de directe nabijheid van het bedrijf aan Kerkedijk 1 gelegen. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing Tenminste 20 % van het bouwblok zal worden aangewend voor goede landschappelijke inpassing. De erfbeplanting zal worden uitgevoerd met struweelbeplanting. De landschappelijke inpassing zal worden verankerd in de nog te volgen planologische procedure.. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist Het bedrijf zal worden opgericht met de meest actuele inzichten op het gebied van duurzaamheid, zoals het gebruik van luchtwassers en een hoge isolatiewaarde van de bedrijfsgebouwen. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Heggerdijk 1 vindt plaats naar een locatie aan de Kerkedijk ong. te Sterksel in het LOG Chijnsgoed waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. Planologische medewerking is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de Verordening Ruimte is het LOG overigens als zodanig opgenomen. Er zijn door het gemeentebestuur en door ons vóór 20 maart 2010 meerdere besluiten genomen met het oog op de verplaatsing van het agrarisch bedrijf aan Heggerdijk 1 naar Kerkedijk ong. te Heeze-Leende. Zo heeft in verband met de verplaatsing en nieuwvestiging van de intensieve veehouderij op meerdere momenten (bestuurlijk) overleg plaatsgevonden. In onze brief van 12 februari 2010 (kenmerk ) aan de heer Van Asten worden de afspraken die in eerdere overlegmomenten zijn gemaakt, waaronder ook de

51 verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Heggerdijk 1 naar het LOG Chijnsgoed, vastgelegd. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst naar deze locatie. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. In verband met de eerdere uitbreiding van de intensieve veehouderij aan de Kerkedijk 1 is door ons bij besluit van 6 juli 2010, kenmerk / ) een verklaring van geen bezwaar ex. Artikel 19, lid 1 (oude) Wet op de ruimtelijke Ordening afgegeven. Vanwege de samenhang met de intensieve veehouderij aan de Kerkedijk 1 zijn eventueel beschikbare alternatieve locaties al dan niet gelegen binnen het LOG Chijnsgoed, niet geschikt voor de vestiging van dit te verplaatsen intensieve veehouderijbedrijf van initiatiefnemer. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet (via een overeenkomst) is veiliggesteld. Gelet op het gemis van de zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,6 hectare binnen het bouwvlak van 3 ha wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. Ook wat betreft beeldkwaliteit merken wij op dat de VR dit als eis stelt. Uit de verantwoording blijkt niet op welke wijze wordt omgegaan met deze eis van beeldkwaliteit. Gelet hierop zijn wij van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft beeldkwaliteit nog onvoldoende invulling is gegeven. Dit aspect moet in een latere planologische procedure worden betrokken. Dit is als voorschrift aan deze ontheffing verbonden. Voor wat betreft de locatie aan de Heggerdijk 1 merken wij op dat initiatiefnemer heeft meegedaan aan de VIV-regeling. De locatie aan de Heggerdijk 1 is ingezet in het kader van de VIV-regeling. Wat betreft planologische opheffing van de intensieve veehouderij wordt gesteld dat gemeente verzocht zal worden daarvoor een procedure op te starten. Wij achten de opheffing van het bouwblok in juridische, feitelijke en planologische zin niet zekergesteld. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan Heggerdijk 1, juridisch, feitelijk en planologisch wordt opgeheven en overtollige bebouwing wordt gesloopt. Een eis die de VR stelt in verband met ontheffing lopende zaken is dat sprake moet zijn van een volwaardig bedrijf op de nieuw te vestigen locatie. Vanwege het stadium waarin de ontwikkelingen zich op dit moment bevinden is op dit moment niet aan te geven wat de daadwerkelijke omvang zal worden van het te vestigen intensieve veehouderijbedrijf. Gelet hierop verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat het bouwvlak is bestemd voor tenminste een volwaardige intensieve veehouderij. Met betrekking tot de verduurzaming merken wij het volgende op. De eis van verdergaande verduurzaming wordt ook in de Verordening ruimte genoemd, maar de implementatie van de duurzaamheidseis blijkt onvoldoende uit de verantwoording. Gelet op voorgaande zijn wij van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdere verduurzaming nog onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het plan. Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. De nieuwvestiging van het bouwblok voor een intensieve veehouderij is niet gelegen binnen het leefgebied voor struweelvogels of in een leefgebied voor dassen.

52 Ten aanzien van de overige aspecten in de verantwoording van de gemeente kunnen wij instemmen. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van PM tot en met PM ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/.. zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen.. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing te verlenen voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 3 hectare gelegen in LOG Chijnsgoed aan de Kerkedijk ong. ter plaatse van de aanduiding op bijgaande verbeelding. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 15. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 0,6 ha aangewend voor de landschappelijke inpassing; 16. Het bouwvlak is bestemd voor tenminste een volwaardige intensieve veehouderij. 17. Bij vaststelling van het bestemmingsplan wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot beeldkwaliteit. 18. Bij vaststelling van het bestemmingsplan wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdere verduurzaming. 19. Verzekerd is dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Heggerdijk 1 juridisch, feitelijk en planologisch wordt opgeheven en overtollige bebouwing wordt gesloopt. s-hertogenbosch, PM Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier drs. W.G.H.M. Rutten

53 ( ± Kaart aangevraagde ontheffing Chijnsgoed Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Kerkedijk ong. (oost) Meters

54 ONTWERP-BESLUIT Nr 9 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening Ruimte (VR) Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van.. P.M op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij op het adres Vossenberg ong., kadastraal bekend Lieshout, sectie M-8 gedeeltelijk (kavel 5), ten name van de heer M.H. van den Berg. Deze locatie ligt in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Jekschotse Heide. De procedure Op grond van artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied niet toegestaan; Op het adres Vossenberg ong. (kavel 5) in het LOG Jekschotse Heide is geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 2,5 hectare is daarmee in strijd met voornoemd artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 30 september 2010 van de gemeente Laarbeek ontvangen. Op grond van artikelen 13.3, 2 e lid en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van:

55 a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor struweelvogels, is verzekerd dat in het leefgebied struweelvogels een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd en de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied worden verbeterd; e. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor dassen, is verzekerd dat de aanwezige burchten en specifieke foerageergebieden niet nadelig worden beïnvloed en migratieroutes, groenstructuren en landschapselementen worden hersteld of verbeterd. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de VR blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. Deze ontheffing van de VR grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een

56 uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft het voornemen om een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij te realiseren op het adres Vossenberg ong. (kavel 5). Deze locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Peel in het landbouwontwikkelings-gebied (LOG) Jekschotse Heide met aandacht voor struweelvogels. Het nieuwe bouwblok heeft een omvang van 2,5 hectare. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van een bestaand agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres de Fuik te Gemert, gelegen in extensiveringsgebied. De gemeente geeft aan een bestemmingsplan in voorbereiding te hebben voor de nieuwvestiging. Voor de op te heffen locatie is nog geen bestemmingsplan-procedure gestart. De locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Peel in het LOG Jekschotse Heide. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructie-plan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste omvang van 3 hectare sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing Voor het LOG Jekschotse Heide is een landbouwontwikkelplan (LOP) opgesteld dat door de provincie is geaccordeerd. Op basis hiervan zijn gesprekken gevoerd met ondernemers die eventueel willen verplaatsen naar het LOG. Door zowel de provinciale ontwikkelingsmaatschappij OBIV als DLG is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om bestaande agrarische bouwkavels in het LOG Jekschotse Heide te verwerven. Uit beide onderzoeken is gebleken dat verwerving van bestaande locaties niet reëel is. In nauw overleg met de provincie is de gemeente op grond daarvan gestart met de verwerving van gronden in het LOG Jekschotse Heide die getransformeerd kunnen worden naar nieuwe, geschikte agrarische bedrijfslocaties. In totaal is 25 hectare grond aangekocht in het LOG waarvan 15 hectare op het grondgebied van de gemeente Laarbeek. De provincie is voor 50% eigenaar van al deze gronden. Door de Grontmij. is in november 2009 een quickscan uitgevoerd naar ontwikkelingsmogelijkheden op bestaande locaties in het LOG Jekschotse Heide. De geselecteerde locaties zijn in samenwerking met provinciale deskundigen getoetst op geschiktheid qua oppervlakte en milieuzonering. De gemeente heeft vervolgens beschikbare locaties onderzocht. Gebleken is dat er geen beschikbare, geschikte bestaande locaties voorhanden zijn. De gemeente geeft aan dat met initiatiefnemer sinds 2008 wordt gesproken over de ontwikkeling van een locatie in het LOG. Het eerste overleg hierover heeft plaatsgehad op 19 mei 2009 en er zijn vervolgens afspraken vastgelegd in een concept-overeenkomst van 1 december Hierin is voor initiatiefnemer onder meer het recht opgenomen om bovengenoemde kavel in het LOG Jekschotse Heide aan te kopen. Op 11 februari 2010 is overeenstemming bereikt tussen de gemeente en de initiatiefnemer, hetgeen heeft geresulteerd in een definitieve overeenkomst van 25 maart Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen

57 De huidige locatie van het bedrijf op het adres de Fuik te Gemert ligt buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied. Bestemmingsplanmatig dient opheffing van dit bouwblok nog gestalte te krijgen. De gemeente Gemert-Bakel beoogt een functie als bedrijventerrein. Over de zekerstelling van sloop van de bedrijfsbebouwing op het adres de Fuik te Gemert, heeft de gemeente geen informatie verstrekt. Landschappelijke inpassing De gemeente geeft aan dat binnen het nieuwe 20% van de gronden worden aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De gemeente heeft aangegeven dat het op te heffen bouwblok aan de Fuik te Gemert, de omvang heeft van een volwaardig agrarisch bedrijf. Het nieuwe bouwblok aan Vossenberg ong. (kavel 5) zal een volwaardig agrarisch bedrijf huisvesten. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties Verwezen wordt naar het gestelde onder Concreet initiatief tot verplaatsing. Gebleken is dat er geen beschikbare geschikte bestaande locaties aanwezig zijn. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing Voor het LOG Jekschotse Heide is blijkens informatie van de gemeente, het Beeldkwaliteitplan Landbouwontwikkelingsgebieden De Peel van toepassing. Hierin zijn visuele randvoorwaarden geformuleerd waaraan de nieuwe intensieve veehouderijen in het LOG moeten voldoen. Deze randvoorwaarden zijn uitgewerkt in de Inrichtingsschets Vossenberg. Ten noorden en westen van de Vossenberg bevindt zich een (nog niet gerealiseerde) ecologische verbindingszone (EVZ), te weten de Biezenloop. Langs deze waterloop wordt een 25 meter brede EVZ gerealiseerd. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In haar brief van 29 september 2010 meldt de gemeente dat bereidheid bestaat om innovatieve maatregelen in te zetten binnen de bedrijfsvoering. Hierbij wordt onder meer gedacht aan innovatieve oplossingen voor mestverwerking, rationeel watergebruik, duurzame energieopwekking en dierenwelzijn. 4. Aandacht voor struweelvogels In de verantwoording geeft de gemeente aan dat rekening zal worden gehouden met bescherming van struweelvogels door de aanleg van landschapselementen. De inrichting hiervan zal geschieden conform de eisen die zijn geformuleerd door DLG in de notitie Uitbreiding biotoop struweelvogels (oktober 2007). Beoogd wordt om 10 hectare nieuwe landschapselementen aan te leggen en de bestaande landschapselementen rond zandwegen te verbeteren. De gemeente gaat niet in op aandacht voor dassen. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan

58 deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Fuik te Gemert vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 5) in het LOG Jekschotse Heide waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De planologische medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de VR is het LOG overigens als zodanig opgenomen. Door de gemeente zijn diverse besluiten genomen om deze verplaatsing te realiseren. Verwezen wordt naar hetgeen is opgenomen onder het kopje Concreet initiatief tot verplaatsing. De gemeente heeft bevestigd de uitkomsten van de drie genoemde onderzoeken te onderschrijven en de hervestigingslocatie van begin af aan als geschikt te beschouwen. Zoals de gemeente in haar verantwoording heeft opgenomen, is het LOG Jekschotse Heide een landbouwontwikkelplan (LOP) opgesteld. Dit is door de provincie in het voorjaar 2008 geaccordeerd. Samen met buurgemeenten is het LOP totstandgebracht; de onderhavige nieuwvestigingslocatie is daarin reeds opgenomen. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet (via een overeenkomst) is veiliggesteld. Nu sprake is van nieuwvestiging van een bouwvlak tot maximaal 2,5 hectare, dient minimaal 0,5 hectare van het bouwvlak te worden benut voor de landschappelijke inpassing. Gelet op het gemis van zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,5 hectare binnen het bouwvlak wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. Gezien de stand van zaken van de planologische procedure voor de op te heffen locatie aan de Fuik te Gemert, zijn wij van mening dat nog niet is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan voornoemde (te verlaten locatie), planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven. Verder is niet zekergesteld dat de sloop van bedrijfsbebouwing op dit adres is veiliggesteld. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschriften aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Fuik te Gemert, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven en dat verzekerd dient te zijn dat de bedrijfsgebouwen die op deze locatie overbodig zijn geworden, worden gesloopt. Met betrekking tot de verdergaande verduurzaming merken wij op dat in het LOP wordt uitgegaan van bedrijven met gecombineerde luchtwassers. Implementatie van concrete maatregelen in het kader van verdergaande verduurzaming is evenwel niet zekergesteld. Wij zijn dan ook van oordeel dat aan de verantwoording

59 voor wat betreft de verdergaande verduurzaming onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigingslocatie aan de Vossenberg ong. (kavel 5). Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Aangaande aandacht voor struweelvogels merken wij op dat de realisering van een halve hectare nieuwe landschapselementen en verbetering van de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied, niet zijn zekergesteld. Wij zijn dan ook van oordeel dat onvoldoende invulling is gegeven aan de verantwoording voor wat betreft aandacht voor struweelvogels. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 4). Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Het LOG Jekschotse Heide is geen LOG met aandacht voor dassen. Ten aanzien van de overige aspecten in de verantwoording van de gemeente kunnen wij instemmen. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/.. zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen.. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing te verlenen voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 2,5 hectare op het adres Vossenberg ong. (kavel 5) in het LOG Jekschotse Heide ter plaatse van de aanduiding op bijgaande verbeelding. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 20. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 0,5 hectare aangewend voor de landschappelijke inpassing; 21. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 5) is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Fuik te Gemert planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; 22. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 5) is verzekerd dat de bedrijfs-gebouwen die op de locatie de Fuik te Gemert overbodig zijn geworden, worden gesloopt; 23. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 5) wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdergaande verduurzaming;

60 5. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 5) is verzekerd dat de realisering van 0,5 hectare nieuwe landschapselementen en verbetering van de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied, plaatsvindt. Verklaart de zienswijzen gegrond/ongegrond s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

61 ± Kaart aangevraagde ontheffing Jekschotse Heide Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Nieuwvestiging: Vossenberg (bouwkavel 5) Meters! Actieve bedrijven

62 ONTWERP-BESLUIT Nr 10 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening Ruimte (VR) Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van.. P.M op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Oedenrode, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij op het adres Lieshoutseweg ong., kadastraal bekend sectie K-297 gedeeltelijk, te Sint- Oedenrode (kavel 2), ten name van de heer A.J.L. Maas. Deze locatie ligt in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Jekschotse Heide. De procedure Op grond van artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied niet toegestaan; Op het adres Lieshoutseweg ong. (kavel 2) in het LOG Jekschotse Heide is geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 3 hectare is daarmee in strijd met voornoemd artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 30 september 2010 van de gemeente Sint-Oedenrode ontvangen. Op grond van artikelen 13.3, 2 e lid en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van:

63 a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor struweelvogels, is verzekerd dat in het leefgebied struweelvogels een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd en de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied worden verbeterd; e. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor dassen, is verzekerd dat de aanwezige burchten en specifieke foerageergebieden niet nadelig worden beïnvloed en migratieroutes, groenstructuren en landschapselementen worden hersteld of verbeterd. Voornemen tot weigering Naar aanleiding van ons voornemen tot weigering van de ontheffing is het gemeentebestuur in de gelegenheid gesteld tot het voeren van overleg als bedoeld in artikel 10:30 van de Algemene wet bestuursrecht. Het gemeentebestuur heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt door een schriftelijke reactie d.d. invoer tekst ==> <F11>. Wij zullen de bevindingen van dit overleg vermelden onder P.M. invoer tekst ==> <F11> Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft het voornemen om een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij te realiseren op het adres Lieshoutseweg ong. (kavel 2). Deze locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Meijerij in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Jekschotse Heide met aandacht voor struweel-vogels. Het nieuwe bouwblok heeft een omvang van 3 hectare. De nieuw-vestiging gaat gepaard met het opheffen van het bestaande agrarische bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Heieindseweg 5 te Mariahout (gemeente Laarbeek), gelegen in extensiveringsgebied. De gemeente geeft aan een bestemmingsplan in voorbereiding te hebben voor de nieuwvestiging. De gemeente geeft aan dat het bedrijf op de huidige locatie aan de Heieindseweg 5, veel milieutechnische problemen oplevert voor de kern Mariahout. Er bestaat

64 een unieke kans om op een duurzame, diervriendelijke en maatschappelijk verantwoorde manier, een verplaatsing te realiseren. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Heieindseweg 5 te Mariahout wordt beoogd naar de nieuwe locatie aan de Lieshoutseweg ong. (kavel 2) in het LOG Jekschotse Heide waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De gemeente heeft in de verantwoording niet aangegeven dat vóór 20 maart 2010 over deze verplaatsing gesprekken hebben plaatsgevonden dan wel stukken zijn opgesteld tussen initiatiefnemer en de gemeente. Er zijn dan ook geen documenten aangereikt door de gemeente waaruit blijkt dat vóór 20 maart 2010 de opheffing van de locatie Heiendseweg 5 te Mariahout, direct gekoppeld is aan nieuwvestiging op de beoogde locatie in het LOG Jekschotse Heide. Gelet op het voorgaande kan naar ons oordeel dan ook niet staande worden gehouden dat door de gemeente een gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat planologische medewerking wordt verleend aan de verplaatsing naar de nieuwe locatie in het LOG. Op grond hiervan zijn wij van oordeel dat niet kan worden gesproken van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 3 hectare op het adres Lieshoutseweg ong., kadastraal bekend sectie K-297 gedeeltelijk, te Sint-Oedenrode (kavel 2) in het LOG Jekschotse Heide, te weigeren. s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

65 de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

66 ± Kaart aangevraagde ontheffing Jekschotse Heide Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Nieuwvestiging: Lieshoutseweg (bouwkavel 1) Meters! Actieve bedrijven

67 ONTWERP-BESLUIT Nr 11 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening Ruimte (VR) Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van.. P.M op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Oedenrode, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij op het adres Lieshoutseweg ong., kadastraal bekend sectie K-297/493, beide gedeeltelijk, te Sint-Oedenrode (kavel 1), ten name van de heer A.M.W. Verhagen. Deze locatie ligt in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Jekschotse Heide. De procedure Op grond van artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied niet toegestaan; Op het adres Lieshoutseweg ong. (kavel 1) in het LOG Jekschotse Heide is geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 3 hectare is daarmee in strijd met voornoemd artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 30 september 2010 van de gemeente Sint-Oedenrode ontvangen. Op grond van artikelen 13.3, 2 e lid en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van:

68 a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor struweelvogels, is verzekerd dat in het leefgebied struweelvogels een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd en de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied worden verbeterd; e. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor dassen, is verzekerd dat de aanwezige burchten en specifieke foerageergebieden niet nadelig worden beïnvloed en migratieroutes, groenstructuren en landschapselementen worden hersteld of verbeterd. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de VR blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. Deze ontheffing van de VR grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een

69 uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft het voornemen om een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij te realiseren op het adres Lieshoutseweg ong. (kavel 1). Deze locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Meijerij in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Jekschotse Heide met aandacht voor struweel-vogels. Het nieuwe bouwblok heeft een omvang van 3 hectare. De nieuw-vestiging gaat gepaard met het opheffen van bestaande agrarische bouwblokken voor een intensieve veehouderij op de adressen Dorshout 45 te Veghel en Knapersven 7 te Mariahout (gemeente Laarbeek). De bestaande bouwblokken bevinden zich in verwevingsgebied respectievelijk extensiveringsgebied. De gemeente geeft aan een bestemmingsplan in voorbereiding te hebben voor de nieuwvestiging. De locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Meijerij in het LOG Jekschotse Heide. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructie-plan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste omvang van 3 hectare sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing Voor het LOG Jekschotse Heide is een landbouwontwikkelplan (LOP) opgesteld dat door de provincie is geaccordeerd. Op basis hiervan zijn gesprekken gevoerd met ondernemers die eventueel willen verplaatsen naar het LOG. Door zowel de provinciale ontwikkelingsmaatschappij OBIV als DLG is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om bestaande agrarische bouwkavels in het LOG Jekschotse Heide te verwerven. Uit beide onderzoeken is gebleken dat verwerving van bestaande locaties niet reëel is. In nauw overleg met de provincie is de gemeente op grond daarvan gestart met de verwerving van gronden in het LOG Jekschotse Heide die getransformeerd kunnen worden naar nieuwe, geschikte agrarische bedrijfslocaties. In totaal is 25 hectare grond aangekocht in het LOG waarvan 15 hectare op het grondgebied van de gemeente Laarbeek. De provincie is voor 50% eigenaar van al deze gronden. Door de Grontmij. is in november 2009 een quickscan uitgevoerd naar ontwikkelingsmogelijkheden op bestaande locaties in het LOG Jekschotse Heide. De geselecteerde locaties zijn in samenwerking met provinciale deskundigen getoetst op geschiktheid qua oppervlakte en milieuzonering. De gemeente heeft vervolgens beschikbare locaties onderzocht. Gebleken is dat er geen beschikbare, geschikte bestaande locaties voorhanden zijn. De gemeente geeft aan dat in 2008 met de initiatiefnemer meermaals is gesproken over de verplaatsing van zijn bedrijf naar het LOG Jekschotse Heide. Begin september 2009 is overeenstemming bereikt met initiatiefnemer over verplaatsing van zijn bedrijf naar bovengenoemde locatie (kavel 1) in het LOG Jekschotse Heide. Verder zijn afspraken gemaakt over het vermarkten van de locatie aan het Knapersven 7 te Mariahout. Deze afspraken hebben een vertaling gekregen in het bestemmingsplan Buitengebied door de locatie te voorzien van een burgerwoonbestemming.

70 Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen Het bedrijf op het adres Dorshout 45 te Veghel ligt in een verwevingsgebied. De locatie van het bedrijf op het adres Knapersven 7 te Mariahout ligt buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied en is inmiddels qua bestemming omgezet naar wonen. De sloop van de bedrijfsbebouwing op het adres Knapersven 7 te Mariahout zal worden opgenomen in een anterieure overeenkomst. Landschappelijke inpassing De gemeente geeft aan dat binnen het nieuwe bouwblok 20% van de gronden worden aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De gemeente Laarbeek heeft aangegeven dat het - planologisch inmiddels opgeheven - bouwblok aan Knapersven 7 te Mariahout de omvang had van een volwaardig agrarisch bedrijf. De gemeente Sint- Oedenrode meldt dat het nieuwe bouwblok aan de Lieshoutseweg ong. (kavel 4), een volwaardig agrarisch bedrijf zal huisvesten. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties Verwezen wordt naar het gestelde onder Concreet initiatief tot verplaatsing. Gebleken is dat er geen beschikbare geschikte bestaande locaties aanwezig zijn. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing Voor het LOG Jekschotse Heide is blijkens informatie van de gemeente, het Beeldkwaliteitplan Landbouwontwikkelingsgebieden De Peel van toepassing. Hierin zijn visuele randvoorwaarden geformuleerd waaraan de nieuwe intensieve veehouderijen in het LOG moeten voldoen. Deze randvoorwaarden zijn uitgewerkt in de Inrichtingsschets Vossenberg. Ten noorden en westen van de Vossenberg bevindt zich een (nog niet gerealiseerde) ecologische verbindingszone (EVZ), te weten de Biezenloop. Langs deze waterloop wordt een 25 meter brede EVZ gerealiseerd. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In haar brief van 29 september 2010 meldt de gemeente dat bereidheid bestaat om innovatieve maatregelen in te zetten binnen de bedrijfsvoering. Hierbij wordt onder meer gedacht aan innovatieve oplossingen voor mestverwerking, rationeel watergebruik, duurzame energieopwekking en dierenwelzijn. 4. Aandacht voor struweelvogels In de verantwoording geeft de gemeente aan dat rekening zal worden gehouden met bescherming van struweelvogels door de aanleg van landschapselementen. De inrichting hiervan zal geschieden conform de eisen die zijn geformuleerd door DLG in de notitie Uitbreiding biotoop struweelvogels (oktober 2007). Beoogd wordt om 10 hectare nieuwe landschapselementen aan te leggen en de bestaande landschapselementen rond zandwegen te verbeteren. De gemeente gaat niet in op aandacht voor dassen. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het

71 gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderijen aan Dorshout 45 te Veghel en Knapersven 7 te Mariahout vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Lieshoutseweg ong. (kavel 1) in het LOG Jekschotse Heide waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De planologische medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de VR is het LOG overigens als zodanig opgenomen. Door de gemeente zijn diverse besluiten genomen om deze verplaatsing te realiseren. Verwezen wordt naar hetgeen is opgenomen onder het kopje Concreet initiatief tot verplaatsing. De gemeente heeft bevestigd de uitkomsten van de drie genoemde onderzoeken te onderschrijven en de hervestigingslocatie van begin af aan als geschikt te beschouwen. Zoals de gemeente in haar verantwoording heeft opgenomen, is het LOG Jekschotse Heide een landbouwontwikkelplan (LOP) opgesteld. Dit is door de provincie in het voorjaar 2008 geaccordeerd. Samen met buurgemeenten is het LOP totstandgebracht; de onderhavige nieuwvestigingslocatie is daarin reeds opgenomen. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet (via een overeenkomst) is veiliggesteld. Nu sprake is van nieuwvestiging van een bouwvlak tot maximaal 3 hectare, dient minimaal 0,6 hectare van het bouwvlak te worden benut voor de landschappelijke inpassing. Gelet op het gemis van zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,6 hectare binnen het bouwvlak wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. Ten aanzien van de omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, die ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok dient te bedragen, merken wij het volgende op. Gelet op het feit dat de locatie Dorshout 45 te Veghel in een verwevingsgebied ligt, kan uitsluitend de locatie aan Knapersven 7 te Mariahout in ogenschouw worden genomen. Wij constateren dat hier een volwaardig agrarisch bedrijf is gevestigd. Gezien de herbestemming van de locatie Knapersven 7 te Mariahout, zijn wij van mening dat is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan voornoemde (te verlaten locatie), planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven. Evenwel is nog niet zekergesteld dat de sloop van bedrijfs-bebouwing op dit adres gaat plaatsvinden. Gelet op het voorgaande verbinden wij als

72 voorschrift aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat de bedrijfs-gebouwen die op deze locatie overbodig zijn geworden, worden gesloopt. Met betrekking tot de verdergaande verduurzaming merken wij op dat in het LOP wordt uitgegaan van bedrijven met gecombineerde luchtwassers. Implementatie van concrete maatregelen in het kader van verdergaande verduurzaming is evenwel niet zekergesteld. Wij zijn dan ook van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdergaande verduurzaming voldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigingslocatie aan de Lieshoutseweg ong. (kavel 1). Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Aangaande aandacht voor struweelvogels merken wij op dat de realisering van een halve hectare nieuwe landschapselementen en verbetering van de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied, niet zijn zekergesteld. Wij zijn dan ook van oordeel dat onvoldoende invulling is gegeven aan de verantwoording voor wat betreft aandacht voor struweelvogels. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Lieshoutseweg ong. (kavel 1). Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Het LOG Jekschotse Heide is geen LOG met aandacht voor dassen. Ten aanzien van de overige aspecten in de verantwoording van de gemeente kunnen wij instemmen. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/.. zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen.. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing te verlenen voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 3 hectare op het adres Lieshoutseweg ong., kadastraal bekend sectie K-297/493, beide gedeeltelijk, te Sint-Oedenrode (kavel 1) in het LOG Jekschotse Heide ter plaatse van de aanduiding op bijgaande verbeelding. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 24. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 0,6 hectare aangewend voor de landschappelijke inpassing;

73 25. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Lieshoutseweg ong. (kavel 1) is verzekerd dat de bedrijfsgebouwen die op de locatie Knapersven 7 te Mariahout (gemeente Laarbeek) overbodig zijn geworden, worden gesloopt; 26. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Lieshoutseweg ong. (kavel 1) wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdergaande verduurzaming; 4. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Lieshoutseweg ong. (kavel 1) is verzekerd dat de realisering van 0,5 hectare nieuwe landschapselementen en verbetering van de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied, plaatsvindt. Verklaart de zienswijzen gegrond/ongegrond s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

74 ± Kaart aangevraagde ontheffing Jekschotse Heide Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Nieuwvestiging: Lieshoutseweg (bouwkavel 2) Meters! Actieve bedrijven

75 ONTWERP-BESLUIT Nr 12 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening Ruimte (VR) Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van.. P.M op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij op het adres Vossenberg ong., kadastraal bekend Lieshout, sectie M-8 gedeeltelijk (kavel 3), ten name van de heer M.H.J. Nooijen. Deze locatie ligt in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Jekschotse Heide. De procedure Op grond van artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied niet toegestaan; Op het adres Vossenberg ong. (kavel 3) in het LOG Jekschotse Heide is geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 3 hectare is daarmee in strijd met voornoemd artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 30 september 2010 van de gemeente Laarbeek ontvangen. Op grond van artikelen 13.3, 2 e lid en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing;

76 b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor struweelvogels, is verzekerd dat in het leefgebied struweelvogels een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd en de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied worden verbeterd; e. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor dassen, is verzekerd dat de aanwezige burchten en specifieke foerageergebieden niet nadelig worden beïnvloed en migratieroutes, groenstructuren en landschapselementen worden hersteld of verbeterd. Voornemen tot weigering Naar aanleiding van ons voornemen tot weigering van de ontheffing is het gemeentebestuur in de gelegenheid gesteld tot het voeren van overleg als bedoeld in artikel 10:30 van de Algemene wet bestuursrecht. Het gemeentebestuur heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt door een schriftelijke reactie d.d. invoer tekst ==> <F11>. Wij zullen de bevindingen van dit overleg vermelden onder P.M. invoer tekst ==> <F11> Aanvraag om ontheffing Beschrijving en verantwoording De gemeente heeft het voornemen om een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij te realiseren op het adres Vossenberg ong. (kavel 3). Deze locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Peel in het landbouwontwikkelings-gebied (LOG) Jekschotse Heide met aandacht voor struweelvogels. Het nieuwe bouwblok heeft een omvang van 3 hectare. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van het bestaande agrarische bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Opstal 6 te Aarle-Rixtel (gemeente Laarbeek), gelegen in extensiveringsgebied. De gemeente geeft aan een bestemmingsplan in voorbereiding te hebben voor de nieuwvestiging. De gemeente merkt op dat initiatiefnemer vanaf 2004 bezig is met het verplaatsen van zijn bedrijf. In 2007 heeft de gemeente een overeenkomst met de initiatiefnemer gesloten over de aankoop van een kavel in het LOG Jekschotse Heide. Breekpunt in de verdere gang van zaken betrof evenwel de opbrengst van

77 de locatie aan Opstal 6 te Aarle-Rixtel. De provincie heeft op 10 augustus 2009 de gronden gekocht zonder ontbindende voorwaarden (géén afspraken over hervestiging) van het bestaande agrarische bouwblok waarbij door verkoper is verklaard dat hij zijn deelname aan de V.I.V.-regeling niet verder voortzet. De feitelijke levering vindt uiterlijk 31 december 2012 plaats. Hiermee is volgens de gemeente financiële zekerheid ontstaan voor realisering van nieuwvestiging in het LOG Jekschotse Heide. Vervolgens is begin 2010 afgesproken dat één van de kavels (voor nieuwvestiging) in dit LOG aan initiatiefnemer ter aankoop worden aangeboden. Door het besluit van Provinciale Staten op 19 maart 2010 is verder geen contractuele invulling gegeven aan de afspraak. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Opstal 6 te Aarle-Rixtel wordt beoogd naar de nieuwe locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 3) in het LOG Jekschotse Heide waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De gemeente geeft in de verantwoording aan dat vóór 20 maart 2010 over deze verplaatsing gesprekken hebben plaatsgevonden en stukken zijn opgesteld tussen initiatiefnemer en de gemeente. Er zijn evenwel geen documenten aangereikt door de gemeente waaruit blijkt dat vóór 20 maart 2010 de opheffing van de locatie Opstal 6 te Aarle-Rixtel, direct gekoppeld is aan nieuwvestiging op de beoogde locatie in het LOG Jekschotse Heide. Ons is gebleken dat initiatiefnemer niet (meer) bezig is met te onderzoeken of hervestiging op de betreffende locatie in het LOG uitvoering kan krijgen. Gelet op het voorgaande kan naar ons oordeel dan ook niet staande worden gehouden dat door de gemeente een gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat planologische medewerking wordt verleend aan de verplaatsing naar de nieuwe locatie in het LOG. Op grond hiervan zijn wij van oordeel dat niet kan worden gesproken van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN:

78 De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 3 hectare op het adres Vossenberg ong., kadastraal bekend Lieshout, sectie M- 8 gedeeltelijk (kavel 3) in het LOG Jekschotse Heide, te weigeren. s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

79 ± Kaart aangevraagde ontheffing Jekschotse Heide Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Nieuwvestiging: Vossenberg (bouwkavel 3) Meters! Actieve bedrijven

80 ONTWERP-BESLUIT Nr 13 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening Ruimte (VR) Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van.. P.M op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij op het adres Vossenberg ong., kadastraal bekend Lieshout, sectie M-8 gedeeltelijk (kavel 4), ten name van de heer M.P.M.J. Berkvens. Deze locatie ligt in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Jekschotse Heide. De procedure Op grond van artikel 9.4, lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied niet toegestaan; Op het adres Vossenberg ong. (kavel 4) in het LOG Jekschotse Heide is geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 3 hectare is daarmee in strijd met voornoemd artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 30 september 2010 van de gemeente Laarbeek ontvangen. Op grond van artikelen 13.3, 2 e lid en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing;

81 b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor struweelvogels, is verzekerd dat in het leefgebied struweelvogels een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd en de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied worden verbeterd; e. dat er in een landbouwontwikkelingsgebied met aandacht voor dassen, is verzekerd dat de aanwezige burchten en specifieke foerageergebieden niet nadelig worden beïnvloed en migratieroutes, groenstructuren en landschapselementen worden hersteld of verbeterd. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de VR blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. Deze ontheffing van de VR grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het

82 belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft het voornemen om een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij te realiseren op het adres Vossenberg ong. (kavel 4). Deze locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Peel in het landbouwontwikkelings-gebied (LOG) Jekschotse Heide met aandacht voor struweelvogels. Het nieuwe bouwblok heeft een omvang van 3 hectare. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van een bestaand agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Ginderdoor 26/28 te Mariahout, gelegen in extensiveringsgebied. De gemeente geeft aan een bestemmingsplan in voorbereiding te hebben voor de nieuwvestiging. Voor de op te heffen locatie is nog geen bestemmingsplanprocedure gestart. De locatie ligt op grond van het reconstructieplan De Peel in het LOG Jekschotse Heide. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructie-plan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste omvang van 3 hectare sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing Voor het LOG Jekschotse Heide is een landbouwontwikkelplan (LOP) opgesteld dat door de provincie is geaccordeerd. Op basis hiervan zijn gesprekken gevoerd met ondernemers die eventueel willen verplaatsen naar het LOG. Door zowel de provinciale ontwikkelingsmaatschappij OBIV als DLG is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om bestaande agrarische bouwkavels in het LOG Jekschotse Heide te verwerven. Uit beide onderzoeken is gebleken dat verwerving van bestaande locaties niet reëel is. In nauw overleg met de provincie is de gemeente op grond daarvan gestart met de verwerving van gronden in het LOG Jekschotse Heide die getransformeerd kunnen worden naar nieuwe, geschikte agrarische bedrijfslocaties. In totaal is 25 hectare grond aangekocht in het LOG waarvan 15 hectare op het grondgebied van de gemeente Laarbeek. De provincie is voor 50% eigenaar van al deze gronden. Door de Grontmij. is in november 2009 een quickscan uitgevoerd naar ontwikkelingsmogelijkheden op bestaande locaties in het LOG Jekschotse Heide. De geselecteerde locaties zijn in samenwerking met provinciale deskundigen getoetst op geschiktheid qua oppervlakte en milieuzonering. De gemeente heeft vervolgens beschikbare locaties onderzocht. Gebleken is dat er geen beschikbare, geschikte bestaande locaties voorhanden zijn. De gemeente geeft aan dat op 17 maart 2010 een overeenkomst met initiatiefnemer is gesloten over onder meer de koop van een agrarische bouwkavel aan de Vossenberg ong. (kavel 4). De gemeente werkt mee aan verplaatsing, als het agrarisch bouwblok op het perceel Ginderdoor 26/28 planologisch wordt verwijderd, de bestaande varkenshouderij wordt beëindigd en de bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De huidige locatie van het bedrijf op het adres Ginderdoor 26/28 te Mariahout, ligt buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied. Bestemmingsplanmatig dient opheffing van dit bouwblok nog gestalte te krijgen.

83 Verder is in voornoemde overeenkomst geregeld dat de bedrijfs-activiteiten van de varkenshouderij op de huidige locatie dienen te worden beëindigd en dat de bedrijfsgebouwen moeten worden gesloopt binnen een half jaar nadat het nieuwe bedrijf in werking is. Op 26 februari 2010 is de milieu-vergunning voor de veehouderij aan de het adres Ginderdoor 28 te Mariahout, in zijn geheel ingetrokken en de sloop van bedrijfsgebouwen heeft een aanvang genomen. Landschappelijke inpassing De gemeente geeft aan dat binnen het nieuwe 20% van de gronden worden aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De gemeente heeft aangegeven dat het op te heffen bouwblok aan Ginderdoor 26/28 te Mariahout de omvang heeft van een volwaardig agrarisch bouwblok. Het nieuwe bouwblok aan Vossenberg ong. (kavel 4) zal een volwaardig agrarisch bedrijf huisvesten. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties Verwezen wordt naar het gestelde onder Concreet initiatief tot verplaatsing. Gebleken is dat er geen beschikbare geschikte bestaande locaties aanwezig zijn. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing Voor het LOG Jekschotse Heide is blijkens informatie van de gemeente, het Beeldkwaliteitplan Landbouwontwikkelingsgebieden De Peel van toepassing. Hierin zijn visuele randvoorwaarden geformuleerd waaraan de nieuwe intensieve veehouderijen in het LOG moeten voldoen. Deze randvoorwaarden zijn uitgewerkt in de Inrichtingsschets Vossenberg. Ten noorden en westen van de Vossenberg bevindt zich een (nog niet gerealiseerde) ecologische verbindingszone (EVZ), te weten de Biezenloop. Langs deze waterloop wordt een 25 meter brede EVZ gerealiseerd. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In haar brief van 29 september 2010 meldt de gemeente dat bereidheid bestaat om innovatieve maatregelen in te zetten binnen de bedrijfsvoering. Hierbij wordt onder meer gedacht aan innovatieve oplossingen voor mestverwerking, rationeel watergebruik, duurzame energieopwekking en dierenwelzijn. 4. Aandacht voor struweelvogels In de verantwoording geeft de gemeente aan dat rekening zal worden gehouden met bescherming van struweelvogels door de aanleg van landschapselementen. De inrichting hiervan zal geschieden conform de eisen die zijn geformuleerd door DLG in de notitie Uitbreiding biotoop struweelvogels (oktober 2007). Beoogd wordt om 10 hectare nieuwe landschapselementen aan te leggen en de bestaande landschapselementen rond zandwegen te verbeteren. De gemeente gaat niet in op aandacht voor dassen. Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het

84 gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Ginderdoor 26/28 te Mariahout vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 4) in het LOG Jekschotse Heide waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De planologische medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de VR is het LOG overigens als zodanig opgenomen. Door de gemeente zijn diverse besluiten genomen om deze verplaatsing te realiseren. Verwezen wordt naar hetgeen is opgenomen onder het kopje Concreet initiatief tot verplaatsing. De gemeente heeft bevestigd de uitkomsten van de drie genoemde onderzoeken te onderschrijven en de hervestigingslocatie van begin af aan als geschikt te beschouwen. Zoals de gemeente in haar verantwoording heeft opgenomen, is het LOG Jekschotse Heide een landbouwontwikkelplan (LOP) opgesteld. Dit is door de provincie in het voorjaar 2008 geaccordeerd. Samen met buurgemeenten is het LOP totstandgebracht; de onderhavige nieuwvestigingslocatie is daarin reeds opgenomen. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet (via een overeenkomst) is veiliggesteld. Nu sprake is van nieuwvestiging van een bouwvlak tot maximaal 3 hectare, dient minimaal 0,6 hectare van het bouwvlak te worden benut voor de landschappelijke inpassing. Gelet op het gemis van zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,6 hectare binnen het bouwvlak wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. Gezien de stand van zaken van de planologische procedure voor de op te heffen locatie aan de Ginderdoor 26/28 te Mariahout, zijn wij van mening dat nog niet is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan voornoemde (te verlaten locatie), planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven. De sloop van bedrijfsbebouwing op het adres Ginderdoor 26/28 te Mariahout is veiliggesteld. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschriften aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Ginderdoor 26/28 te Mariahout, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven. Met betrekking tot de verdergaande verduurzaming merken wij op dat in het LOP wordt uitgegaan van bedrijven met gecombineerde luchtwassers. Implementatie van concrete maatregelen in het kader van verdergaande verduurzaming is evenwel niet zekergesteld. Wij zijn dan ook van oordeel dat aan de verantwoording

85 voor wat betreft de verdergaande verduurzaming onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigingslocatie aan de Vossenberg ong. (kavel 4). Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Aangaande aandacht voor struweelvogels merken wij op dat de realisering van een halve hectare nieuwe landschapselementen en verbetering van de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied, niet zijn zekergesteld. Wij zijn dan ook van oordeel dat onvoldoende invulling is gegeven aan de verantwoording voor wat betreft aandacht voor struweelvogels. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 4). Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Het LOG Jekschotse Heide is geen LOG met aandacht voor dassen. Ten aanzien van de overige aspecten in de verantwoording van de gemeente kunnen wij instemmen. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van P.M tot en met P.M ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/.. zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen.. Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing te verlenen voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij met een omvang van maximaal 3 hectare op het adres Vossenberg ong. (kavel 4) in het LOG Jekschotse Heide ter plaatse van de aanduiding op bijgaande verbeelding. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 27. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 0,6 hectare aangewend voor de landschappelijke inpassing; 28. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de nieuwvestigings-locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 4) is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Ginderdoor 26/28 te Mariahout, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; 29. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 4) wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdergaande verduurzaming; 4. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Vossenberg ong. (kavel 4) is verzekerd dat de realisering van 0,5 hectare nieuwe landschapselementen en verbetering van de bestaande landschapselementen rond zandwegen in het desbetreffende landbouwontwikkelingsgebied, plaatsvindt.

86 Verklaart de zienswijzen gegrond/ongegrond s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

87 ± Kaart aangevraagde ontheffing Jekschotse Heide Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Nieuwvestiging: Vossenberg (bouwkavel 4) Meters! Actieve bedrijven

88 ONTWERP-BESLUIT Nr 14 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Graspeel op het adres Heihorst ong. te Landerd met een maximale bouwblokomvang van maximaal 3 ha, ten name van de heer Henst. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) niet toegestaan. Op het adres Heihorst ong. te Landerd gelegen in het LOG Graspeel, is in het bestemmingsplan geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Deze aanvraag heeft gemeente Landerd op 15 oktober 2010 naar ons gezonden. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van:

89 a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft, of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de Verordening ruimte blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. De ontheffing grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing

90 voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft onder meer voor de verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Pastoor van Winkelstraat 65 naar het perceel Heihorst ong. te Landerd een bestemmingsplan in procedure gebracht. Het ontwerpbestemmingsplan heeft inmiddels ter inzage gelegen. De gemeenteraad heeft het plan echter (nog) niet vastgesteld. Het bestemmingsplan gaat gepaard met een Plan-MER Graspeel en is tevens gebaseerd op het Landbouwontwikkelingsplan (LOP Graspeel). Het verzoek om ontheffing ziet toe op een bouwblokomvang van 3 ha. In afspraken, die geresulteerd hebben in een overeenkomst met de ondernemer, is uitgegaan van een bouwblokomvang van maximaal 3 ha. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van onder meer het bestaande agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij van de heer Henst op het adres Pastoor van Winkelstraat 65 te Landerd. Het bestaande bouwblok betreft een niet-duurzame locatie in het verwevingsgebied. In onmiddellijke samenhang met deze verplaatsing worden echter ook de intensieve veehouderijen opgeheven gelegen aan Bos&Duinweg 5 en Voederheil 18, gelegen in respectievelijk extensiveringsgebied natuur en overig. De Provincie heeft de nieuwvestigingslocatie, deels via de gemeente, op 1 april 2009 verkocht aan de heer van Henst (zie genoemde overeenkomst). De nieuwe locatie ligt op grond van het reconstructieplan Peel en Maas in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Graspeel. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste bouwblokomvang van 3 ha sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat in de periode de resultaten van gesprekken en onderhandelingen met ondernemers zijn beschreven in conceptcontacten. De eerste gesprekken met de heer Henst over de verplaatsing van zijn bedrijf naar de locatie in het LOG-Graspeel dateren dus al voor die datum. De financiële middelen voor de transacties, waaronder de voorliggende verplaatsing, zijn door de gemeenteraad van Landerd in december 2008 vastgesteld. De Provincie is nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het LOG Graspeel, ook gezien de pilotstatus dat het LOG heeft. In 2007 heeft de raad het ontwikkelplan (LOP) voor het LOG Graspeel vastgesteld. Het LOP geeft een volledig beeld van de ontwikkelingen in het LOG. Op 17 juni 2008 heeft GS het LOP geaccordeerd. Met initiatiefnemers werden vervolgens de onderhandelingen afgerond. De locatie aan de Heihorst ong. is in het LOP aangegeven als mogelijke nieuwvestigingslocatie. Bovendien zijn alle bestaande geschikte locaties bekeken op beschikbaarheid. Er waren geen geschikte bestaande locaties beschikbaar. Er is een overeenkomst gesloten met initiatiefnemer omtrent de verplaatsing. Op 1 april 2009 is deze overeenkomst getekend en is de akte gepasseerd. De locatie is door de Provincie verkocht aan de heer Henst met het perspectief dat deze geschikt is voor een bouwblok met een omvang van 3 ha.

91 Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen In de overeenkomst is bepaald dat de huidige locatie van de intensieve veehouderij op het adres Pastoor van Winkelstraat 65, wordt opgeheven en de bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. De omvang van het bouwblok bedraagt circa 2 hectare. De gemeente gaat een planologische regeling opstellen ter beëindiging van de intensieve veehouderij op het adres. Landschappelijke inpassing De gemeente gaat in de aanvraag niet expliciet in op de vereisten van de VR voor een goede landschappelijke inpassing. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De totale omvang van het op te heffen bouwblok aan Pastoor van Winkelstraat 65 te Landerd en de overige, in samenhang met de verplaatsing op te heffen intensieve veehouderijen, hebben een omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf. Op het bouwblok aan de Heihorst ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties Gezien het gestelde onder concreet initiatief tot verplaatsing, heeft de gemeenteraad een Landbouwontwikkelingsplan (LOP) vastgesteld. Deze is in nauwe samenhang met de Provincie tot stand gekomen en ook financieel zijn vergaande afspraken gemaakt over de feitelijke realisering van het LOG Graspeel. Ook is onderzoek gedaan naar de beschikbaarheid van geschikte, bestaande locaties in het LOG. Hieruit bleek dat er geen geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing In het LOP Graspeel en het in procedure zijnde bestemmingsplan LOG Graspeel zijn uitgangspunten en doelstellingen opgenomen die van toepassing zijn bij de inrichting van het LOG. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In de aanvraag om ontheffing wordt niet expliciet ingegaan op dit aspect. Aandachtsgebied voor struweelvogels/dassen Niet van toepassing Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische

92 medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Pastoor van Winkelstraat 65 te Landerd, en in onmiddellijke samenhang hiermee de beëindiging van de intensieve veehouderijen gelegen aan Bos&Duinweg 5 en Voederheil 18, vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Heihorst og. in het LOG Graspeel waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De planologische medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de Verordening Ruimte is het LOG overigens als zodanig opgenomen. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd hebben vóór 20 maart 2010 meerdere besluiten genomen met het oog op de verplaatsing van het agrarisch bedrijf. Er zijn afspraken gemaakt met initiatiefnemer, hetgeen heeft geresulteerd in een overeenkomst welke op 1 april 2009 is ondertekend en gepasseerd. Ook is een ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht. In dit kader merken wij nog op dat in het LOP, de beschikbaarheid van andere geschikte, bestaande locaties in het LOG zijn onderzocht. De gemeente geeft aan dat er geen andere geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar zijn. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet is veiliggesteld. Gelet op het gemis van de zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,6 hectare binnen het bouwvlak van 3 ha wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. De gemeente gaat planologische procedures starten voor de op te heffen locatie aan de Pastoor Winkelstraat 65. In onmiddellijke samenhang met deze verplaatsing worden echter ook de intensieve veehouderijen opgeheven gelegen aan Bos&Duinweg 5 en Voederheil 18. Wij achten de opheffing van deze intensieve veehouderijen in juridische, feitelijke en planologische zin, onvoldoende zekergesteld. Dat geldt ook voor de sloop van bedrijfsgebouwen voor zover die overbodig zijn geworden. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat genoemde bouwblokken voor een intensieve veehouderij worden opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. Met betrekking tot de verduurzaming merken wij het volgende op. De eis van verdergaande verduurzaming wordt ook in de Verordening genoemd, maar de implementatie van de duurzaamheidseis blijkt onvoldoende uit de verantwoording. Gelet op voorgaande zijn wij van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdere verduurzaming nog onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het plan. Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Wij kunnen instemmen met de overige aspecten in de verantwoording. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/pm zienswijzen ingediend.

93 De zienswijzen richten zich tegen PM Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij in het LOG Graspeel op het perceel Heihorst ong. ter plaatse van de aanduiding op bijgevoegde verbeelding, met een bouwblokomvang van maximaal 3 ha, te verlenen. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 30. Binnen het bouwvlak van 3 ha wordt minimaal 0,6 ha aangewend voor de landschappelijke inpassing; 31. Dat is verzekerd dat de bouwblokken voor een intensieve veehouderij aan de Pastoor Winkelstraat 65, Bos&Duinweg 5 en Voederheil 18 worden opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt; 32. Bij de vaststelling van het projectbesluit wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdergaande verduurzaming. s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

94 ± Kaart aangevraagde ontheffing Graspeel Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Heihorst I Meters

95 ONTWERP-BESLUIT Nr 15 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Graspeel op het adres Heihorst ong. te Landerd met een bouwblokomvang van maximaal 5 ha, ten name van Van der Linden. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) niet toegestaan. Op het adres Heihorst ong. te Landerd gelegen in het LOG Graspeel, is in het bestemmingsplan geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Deze aanvraag heeft gemeente Landerd op 15 oktober 2010 naar ons gezonden. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van:

96 a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft, of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de Verordening ruimte blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. De ontheffing grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing

97 voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft, onder meer voor de verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Domineeshoef 6 te Schaijk naar het perceel Heihorst ong. te Landerd, een bestemmingsplan in procedure gebracht. Het ontwerpbestemmingsplan heeft begin 2009 ter inzage gelegen. De gemeenteraad heeft het plan echter (nog) niet vastgesteld. Het bestemmingsplan gaat gepaard met een Plan-MER Graspeel en is onder meer gebaseerd op het Landbouwontwikkelingsplan (LOP Graspeel). In het ontwerpbestemmingsplan wordt niet voorzien in een (direkt bestemd) bouwblok van 5 ha. Het verzoek om ontheffing ziet echter wel toe op een omvang van 5 ha. In afspraken, die geresulteerd hebben in een overeenkomst met de ondernemer, is uitgegaan van een bouwblokomvang van maximaal 2 ha, maar met een doorgroeimogelijkheid naar een bouwblok van 5 ha. Deze oppervlakte is door de Provincie aan de ondernemer verkocht bij besluit van 15 september De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van het bestaande agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij van de heer van der Linden op het adres Domineeshoef 6 te Schaijk. Deze locatie is gelegen in extensiveringsgebied natuur. Ter plaatse van de oude locatie zal een ecoduct worden aangelegd. De Provincie heeft de nieuwvestigingslocatie met een oppervlakte van 5 ha. (2 ha bouwblok) verkocht aan de heer van der Linden (zie genoemde overeenkomst). De nieuwe locatie ligt op grond van het reconstructieplan Peel en Maas in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Graspeel. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. In het reconstructieplan Peel en Maas is geen maximale maatvoering opgenomen voor een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste bouwblokomvang van 5 ha sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat de eerste gesprekken met de ondernemer dateren van begin De resultaten van gesprekken en onderhandelingen zijn vervolgens beschreven in conceptcontracten. De Provincie is nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het LOG Graspeel, ook gezien de pilotstatus dat het LOG heeft. In 2007 heeft de raad het ontwikkelplan (LOP) voor het LOG Graspeel vastgesteld. Het LOP geeft een volledig beeld van de ontwikkelingen in het LOG. Op 17 juni 2008 is het LOP geaccordeerd. Met initiatiefnemers werden vervolgens de onderhandelingen afgerond. De locatie aan de Heihorst ong. is in het LOP aangegeven als mogelijke nieuwvestigingslocatie. Bovendien zijn alle bestaande geschikte locaties bekeken op beschikbaarheid. Er waren geen geschikte bestaande locaties beschikbaar. Er is een overeenkomst gesloten met initiatiefnemer omtrent de verplaatsing. De locatie (5 ha) is door de Provincie verkocht aan de heer van der Linden met het perspectief dat deze geschikt is voor een bouwblok met een mogelijke omvang van 5 ha. overeenkomstig de mogelijkheden opgenomen in het Reconstructieplan. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen

98 In de overeenkomst is bepaald dat de huidige locatie van de intensieve veehouderij op het adres Domineeshoef 6 wordt opgeheven en de bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. De Provincie is eigenaar van deze locatie. De gemeente gaat een planologische regeling opstellen ter beëindiging van de intensieve veehouderij op het adres. Landschappelijke inpassing De gemeente gaat in de aanvraag niet expliciet in op de vereisten van de VR voor een goede landschappelijke inpassing. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De totale omvang van het op te heffen bouwblok aan Domineeshoef 6 heeft een omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf. Op het bouwblok aan de Heihorst ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties Gezien het gestelde onder concreet initiatief tot verplaatsing, heeft de gemeenteraad een Landbouwontwikkelingsplan (LOP) vastgesteld. Deze is in nauwe samenhang met de Provincie tot stand gekomen en ook financieel zijn vergaande afspraken gemaakt over de feitelijke realisering van het LOG Graspeel. Ook is onderzoek gedaan naar de beschikbaarheid van geschikte, bestaande locaties in het LOG. Hieruit bleek dat er geen geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing In het LOP Graspeel en het in procedure zijnde bestemmingsplan LOG Graspeel zijn uitgangspunten en doelstellingen opgenomen die van toepassing zijn bij de inrichting van het LOG. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In de aanvraag om ontheffing wordt niet expliciet ingegaan op dit aspect. Aandachtsgebied voor struweelvogels/dassen Niet van toepassing Aandachtsgebied voor struweelvogels/dassen Niet van toepassing Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van

99 de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Domineeshoef 6 vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Heihorst ong. in het LOG Graspeel waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De (planologische) medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In het reconstructieplan Peel en Maas en in de Verordening Ruimte is het LOG als zodanig opgenomen. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Landerd hebben vóór 20 maart 2010 meerdere besluiten genomen met het oog op de verplaatsing van het agrarisch bedrijf. Ook door ons zijn besluiten genomen met het oog op de verplaatsing van het bedrijf. Op 15 september 2009 hebben wij besloten tot aan- en verkoop van gronden in dit verband. Ook is door de gemeente Landerd een ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht. In dit kader merken wij nog op dat in het LOP, de beschikbaarheid van andere geschikte, bestaande locaties in het LOG zijn onderzocht. Op 17 juni 2008 hebben wij het LOP geaccordeerd, waarin de locatie als nieuwvestingslocatie is opgenomen. De gemeente geeft aan dat er geen andere geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar zijn. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst. Ten aanzien van de omvang van het bouwblok van 5 ha merken wij echter het volgende op. In het reconstructieplan Peel en Maas is bij nieuwvestiging geen maximale omvang van het bouwblok bepaald. Een dergelijke bouwblokomvang is evenwel uitzonderlijk te noemen in relatie tot de gangbare maatvoering voor bouwblokken voor de intensieve veehouderij. Een concrete beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels, klemt temeer. Deze beschrijving missen wij. Zo wordt in de bijgevoegde MER op deze locatie uitgegaan van 750 zeugen gesloten met combiwasser. Een bouwblokomvang van 3 ha is hiervoor toereikend, hetgeen overeenkomt met vergelijkbare ontheffingsverzoeken alsmede de afspraken met initiatiefnemer in de koopovereenkomst. Uit de documenten kan naar ons oordeel niet de conclusie worden getrokken dat er door de gemeente of door ons naar initiatiefnemer een gerechtvaardigd vertrouwen is opgewekt dat planologische medewerking wordt verleend aan een bouwblokomvang van 5 ha. Weliswaar wordt in de genoemde overeenkomst gesproken van een oppervlakte van 5 ha, dit staat echter los van de vraag of daarmee planologisch medewerking wordt verleend een een dergelijke bouwblokomvang. Gelet op voorgaande onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief, doch voor zover sprake is van een bouwblokomvang van maximaal 3 ha voor de intensieve veehouderij. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet is veiliggesteld. Gelet op het gemis van de zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 20% binnen het bouwvlak van 5 ha wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing.

100 De gemeente gaat planologische procedures starten voor de op te heffen locatie aan de Domineeshoef 6. In de genoemde overeenkomst is zekergesteld dat de intensieve veehouderij wordt beëindigd en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt.wij achten de opheffing van de intensieve veehouderijen in planologische zin onvoldoende zekergesteld. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat genoemd bouwblok voor een intensieve veehouderij planologisch wordt opgeheven. Met betrekking tot de verduurzaming merken wij het volgende op. De eis van verdergaande verduurzaming wordt ook in de VR genoemd, maar de implementatie van de duurzaamheidseis blijkt onvoldoende uit de verantwoording. Gelet op voorgaande zijn wij van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdere verduurzaming nog onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het plan. Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Wij kunnen instemmen met de overige aspecten in de verantwoording. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/pm zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen PM Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij in het LOG Graspeel op het perceel Heihorst ong. ter plaatse van de aanduiding op bijgevoegde verbeelding, tot een bouwblokomvang van maximaal 3 ha, te verlenen. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 33. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 20% aangewend voor de landschappelijke inpassing; 34. Dat is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Domineeshoef 6 planologisch wordt opgeheven; 35. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdergaande verduurzaming. s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk Afschrift aan: drs. W.G.H.M. Rutten

101 0 Auteur 0 Dossier

102 ± Kaart aangevraagde ontheffing Graspeel Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Heihorst II Meters

103 ONTWERP-BESLUIT Nr 16 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM op het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a en d van de Verordening ruimte. Het betreft de (nieuw)vestiging van een intensieve veehouderij met een bouwblokomvang van maximaal 3 ha op het adres Spiestraat ong. ter Langenboom (gemeente Mill en Sint Hubert) in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Graspeel, ten name van de heren Van den Oever. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) niet toegestaan. Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder d van de VR is een uitbreiding van een bouwblok in een LOG tot hoogstens 1,5 ha toegestaan; Op het adres Spiestraat ong. te Langenboom is in het bestemmingsplan LOG Graspeel een bouwblok opgenomen met een omvang van 1,1 ha. Dit bestemmingsplan is op 9 februari 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Tegen het plan is beroep ingesteld bij de Raad van State. Omdat de bestemming van het toegekende bouwblok dus niet onherroepelijk is, geeft de gemeente aan dat de aanvraag om ontheffing zowel betrekking heeft op een nieuwvestiging van een intensieve veehouderij, als op de uitbreiding van een bouwblok groter dan 1,5 ha. De gewenste (nieuw)vestiging van een bouwblok met een bouwblokomvang van 3 hectare is in strijd met voornoemde artikelleden; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. Het college van burgemeester en wethouders/de gemeenteraad kunnen daartoe een aanvraag doen. Wij hebben deze aanvraag op 22 september 2010 van de gemeente Mill en Sint Hubert ontvangen. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd;

104 c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft, of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de Verordening ruimte blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. De ontheffing grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot

105 de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente heeft voor de verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Kievitsdwarsweg 6 te Sint- Hubert naar het perceel Spiestraat ong. te Langenboom (van den Oever) een bestemmingsplan in procedure gebracht. Het bestemmingsplan ligt momenteel in het kader van beroepen voor bij de Raad van State. De ingediende verzoeken om schorsing/voorlopige voorziening zijn inmiddels afgewezen, maar daarmee is de bestemming (nog) niet onherroepelijk. Bovendien heeft het nieuwe bouwblok in het bestemmingsplan een omvang van 1,1 ha., en is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het bouwblok te vergroten naar 2 ha. Het verzoek om ontheffing ziet toe op een omvang van maximaal 3 ha. In afspraken, die geresulteerd hebben in een concept-overeenkomst met de ondernemer, is uitgegaan van een omvang van maximaal 3 ha. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan LOG Graspeel hierover opgemerkt dat een bouwblok groter dan 2 ha mogelijk is als duidelijkheid bestaat over gezondheidsaspecten. De gemeenteraad heeft te kennen gegeven aan de ondernemer dat een eventuele omvang tot 3 ha dan bespreekbaar kan zijn. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van de bestaande intensieve veehouderijtak op het adres Kievitsdwarsweg 6 te Sint-Hubert. Het bestaande bouwblok voor het intensieve gedeelte heeft een omvang van 0,2 ha., en ligt in in het extensiveringsgebied-overig binnen 250 m1 van een voor verzuringgevoelig natuurgebied. De ondernemer beschikt over vergunningen voor de uitbreiding van zijn IV-bedrijf maar heeft deze met het oog op de verplaatsing nog niet geëffectueerd. De Provincie is nu nog eigenaar van de nieuwvestigingslocatie. In het kader van de samenwerkingsovereenkomst Graspeel is deze inmiddels aangeboden aan de heren van den Oever (zie genoemde overeenkomst). De locatie ligt op grond van het reconstructieplan Peel en Maas in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) Graspeel. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste omvang van 3 ha sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat in januari 2005 de eerste verkennende gesprekken hebben plaatsgevonden met de heren vd Oever om de verplaatsing van de intensieve veehouderij van initiatiefnemers naar het LOG Graspeel tot stand te brengen. Op 22 september 2005 besloot de gemeenteraad om garant te staan voor de financiering van het eigen aandeel in de kosten voor de ontwikkeling van het LOG. Vervolgens zijn de verkennende gesprekken met initiatiefnemers omgezet in onderhandelingen. De

106 Provincie is daarbij nauw betrokken, ook gezien de pilotstatus dat het LOG heeft. Op 13 december 2007 heeft de raad het ontwikkelplan (LOP) voor het LOG Graspeel vastgesteld. Het LOP geeft een volledig beeld van de ontwikkelingen in het LOG. Op 17 juni 2008 hebben GS het LOP geaccordeerd. Met initiatiefnemers werden vervolgens de onderhandelingen afgerond. De locatie aan de Spiestraat ong. is in het LOP aangegeven als mogelijke nieuwvestigingslocatie. Bovendien zijn alle bestaande geschikte locaties bekeken op beschikbaarheid. Er waren geen geschikte bestaande locaties beschikbaar. Vanaf 1 juni 2008 zijn afspraken gemaakt en is een overeenkomst gesloten met initiatiefnemers omtrent de verplaatsing. De gemeente heeft haar bijdrage aan de verplaatsing op 11 december 2008 verhoogd. De afspraken hebben steeds betrekking gehad op een omvang van 3 ha. De definitieve overeenkomst is 11 maart 2010 toegezonden aan initiatiefnemers. De initiatiefnemers hebben nog niet (definitief) ondertekend omdat onduidelijkheid bestaat over het bestemmingplan en het vervolgtraject. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De huidige locatie van het bedrijf op het adres Kievitsdwarsweg 6 te Sint Hubert, ligt buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied. De omvang van het bouwblok voor de IV-tak bedraagt circa 0,2 hectare. In de overeenkomst is bepaald dat de vertreklocatie door de gemeente wordt aangekocht met recht van voortgezet gebruik voor initiatiefnemers. Vóór 1 juli 2016 moeten de bedrijfsgebouwen zijn gesloopt en de milieuvergunning zijn ingetrokken. Dit is conform de VIV-regeling. De gemeente gaat een planologische regeling opstellen ter beëindiging van de intensieve veehouderij op het adres Kievitsdwarsweg 6 te Sint-Hubert. Landschappelijke inpassing De gemeente geeft aan dat minimaal 20% van het bouwblok conform de vereisten van de VR benut wordt voor een goede landschappelijke inpassing. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De totale omvang van de op te heffen intensieve veehouderijtak aan Kievitsdwarsweg 6 heeft een omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf. Daarbij is in beschouwing genomen dat de betrokken ondernemer beschikt over onherroepelijke vergunningen voor uitbreiding van zijn intensieve veehouderijtak. Op het bouwblok aan de Spiestraat ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties Gezien het gestelde onder concreet initiatief tot verplaatsing, heeft de gemeenteraad een Landbouwontwikkelingsplan (LOP) vastgesteld. Deze is in nauwe samenhang met de Provincie tot stand gekomen en ook financieel zijn vergaande afspraken gemaakt over de feitelijke realisering van het LOG Graspeel. Ook is onderzoek gedaan naar de beschikbaarheid van geschikte, bestaande locaties in het LOG. Hieruit bleek dat er geen geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing In het LOP Graspeel en het in procedure zijnde bestemmingsplan LOG Graspeel zijn uitgangspunten en doelstellingen opgenomen die van toepassing zijn bij de inrichting van het LOG. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In het in procedure zijnde bestemmingsplan LOG Graspeel zijn criteria opgenomen die in acht moeten worden genomen bij het vergroten van het bouwblok. In deze criteria is opgenomen dat bij vergroting sprake moet zijn van

107 een duurzame ontwikkeling van het LOG Graspeel. Dat geldt ook voor het vergroten van het bouwblok aan de Spiestraat ong. Aandachtsgebied voor struweelvogels/dassen Niet van toepassing Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Kievitsdwarsweg 6 te Sint Hubert vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Spiestraat ong. in het LOG Graspeel waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De planologische medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de Verordening Ruimte is het LOG overigens als zodanig opgenomen. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert hebben vóór 20 maart 2010 meerdere besluiten genomen met het oog op de verplaatsing van het agrarisch bedrijf aan Kievitsdwarsweg 6 naar Spiestraat ong. Er zijn vanaf 2005 afspraken gemaakt met initiatiefnemers, hetgeen heeft geresulteerd in een (concept-)overeenkomst vóór 20 maart Ook heeft de raad besloten tot het vaststellen van een bestemmingsplan in februari In dit kader merken wij nog op dat in het LOP, de beschikbaarheid van andere geschikte, bestaande locaties in het LOG zijn onderzocht. De gemeente geeft aan dat er geen andere geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar zijn. Er is bij de ondernemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet (via een overeenkomst) is veiliggesteld. Gelet op het gemis van de zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 0,6 hectare binnen het bouwvlak van 3 ha wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. De gemeente gaat planologische procedures starten voor de op te heffen locatie aan Kievitsdwarsweg 6 te Sint Hubert. In de overeenkomst tot verplaatsing is bepaald dat de gemeente eigenaar wordt van het perceel. Ook sloop wordt hierin geregeld. Wij achten de opheffing van het bouwblok en de sloop van de overtollige bedrijfsgebouwen nog onvoldoende zekergesteld. Gelet op het voorgaande

108 verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat genoemd bouwblok voor een intensieve veehouderij aan Kievietsdwarsweg 6 moet worden opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. Wij kunnen instemmen met de overige aspecten in de verantwoording. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/pm zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen PM Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij in het LOG Graspeel op het perceel Spiestraat ong., met een bouwblokomvang van maximaal 3 ha. ter plaatse van de aanduiding op bijgevoegde verbeelding, te verlenen. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 36. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 0,6 ha aangewend voor de landschappelijke inpassing; 37. Dat is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Kievitsdwarsweg 6 te Sint Hubert wordt opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt; s-hertogenbosch, 2010 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

109 ± Kaart aangevraagde ontheffing Graspeel Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Spiestraat ong Meters

110 ONTWERP-BESLUIT Nr 17 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM 2010 op het verzoek van de gemeenteraad van de gemeente Reusel-De Mierden, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij met een bouwblokomvang van maximaal 3 ha in het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Hulsel-Bladel op het adres Molendijk ong. te Hulsel, ten name van Jansen CV. Dit LOG wordt formeel ook het LOG Bladel- Reusel genoemd. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) niet toegestaan. Op het westelijk gelegen perceel aan Molendijk ong. in het LOG Hulsel-Bladel te Hulsel is in het bestemmingsplan geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van 3 ha. is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. De gemeenteraad kan daartoe een aanvraag doen. Deze aanvraag hebben wij op 1 oktober 2010 van de gemeente Reusel-De Mierden ontvangen. ROH Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing;

111 b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft, of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de Verordening ruimte blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. De ontheffing grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat

112 nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente geeft aan al geruimte tijd bezig te zijn met initiatieven tot verplaatsing van intensieve veehouderijen naar het landbouwontwikkelings-gebied (LOG) Hulsel-Bladel. Deze verplaatsers hebben hun plannen opgesteld op basis van het reconstructieplan Beerze Reusel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Poppelsedijk 11 te Hooge Mierde naar het perceel Molendijk ong. te Hulsel betreft zo n traject dat in gang is gezet onder voormalige regelgeving. Het verzoek om ontheffing ziet toe op een bouwblokomvang van maximaal 3 ha. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van het bestaande agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Poppelsedijk 11 te Hooge Mierde. Aan de Poppelsedijk 11 worden nu 2216 vleesvarkens gehouden. Deze locatie is gelegen buiten verweving-of landbouwontwikkelingsgebied. De nieuwe locatie ligt op grond van het reconstructieplan Beerze-Reusel in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel). De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste bouwblokomvang van maximaal 3 ha sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat de eerste gesprekken met de initiatiefnemer dateren van 11 januari In 2005 is een aanvraag voor deelname aan de VIV-regeling ingediend. In september 2006 is het verplaatsingsplan opgesteld. Op 25 september en 9 oktober 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden besloten, in principe medewerking te verlenen aan de verplaatsingsen herontwikkelplannen. Op 18 december 2007 heeft het college van BenW het ontwikkelplan (LOP) voor het LOG Hulsel-Bladel vastgesteld. De bij initiatiefnemer in eigendom zijnde locatie aan Molendijk ong. te Hulsel is hierin aangegeven als mogelijke nieuwvestigingslocatie. Vervolgens is initiatiefneemster in de gelegenheid gesteld een ruimtelijke onderbouwing in te dienen ten behoeve van een artikel 19 procedure onder de oude WRO. In een brief van de gemeente van 27 augustus 2009 wordt de medewerking bevestigd onder vermelding van de voorwaarden. Het betreft de verplaatsing naar de locatie aan Molendijk ong. De gemeente merkt op dat het voor de verplaatser naar het LOG ten tijde van het verplaatsingstraject niet mogelijk was elders in het LOG een geschikt bestaand bedrijf over te nemen. De gemeente verwijst, en onderschrijft, in dit verband het onderzoek van Crijns Rentmeesters BV. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De gemeente geeft aan dat de huidige locatie van de intensieve veehouderij op het adres Poppelsedijk 11 te Hooge Mierde wordt opgeheven en de bedrijfsbebouwing voor de intensieve veehouderij wordt gesloopt. Het bestaande bouwblok heeft een omvang van 2,5 ha. De gemeente gaat een overeenkomst sluiten en een

113 planologische regeling opstellen ter beëindiging van de intensieve veehouderij op het adres. Ook zullen de milieuvergunningen dan worden ingetrokken. Landschappelijke inpassing De gemeente vermeldt in de aanvraag dat zal worden voldaan aan de vereisten in de VR voor wat betreft een goede landschappelijke inpassing. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De totale omvang van de op te heffen intensieve veehouderij aan Poppelsedijk 11 te Hooge Mierde, heeft een omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf. Op het bouwblok aan de Molendijk ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties De gemeente merkt op dat er voor het LOG Hulsel-Bladel een LOP is vastgesteld. De locatie wordt hierin aangemerkt als mogelijke locatie voor nieuwvestiging. Het LOP is door Gedeputeerde Staten geaccordeerd. De gemeente verwijst verder, en onderschrijft, in dit verband het onderzoek van Crijns Rentmeesters BV. Hieruit bleek dat er bij de start van het verplaatsingstraject geen geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing De gemeente vermeldt in de aanvraag dat zal worden voldaan aan de vereisten in de VR voor wat betreft beeldkwaliteit. Ook in het LOP wordt het aspect van beeldkwaliteit genoemd. De plannen zullen hieraan moeten voldoen. In de bestemmingsplanprocedure zal hieraan aandacht worden besteed. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In de aanvraag om ontheffing wordt vermeld dat in september 2008 een MER-beoordelingsnotitie is ingediend. De varkens worden middels BBT gehouden. Op het aspect van verdergaande verduurzaming wordt kort ingegaan. Aandachtsgebied voor struweelvogels/dassen Niet van toepassing Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale

114 ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Poppelsedijk 11 vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Molendijk ong. in het LOG Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel), waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De (planologische) medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de Verordening Ruimte is het LOG overigens als zodanig opgenomen. Het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden heeft vóór 20 maart 2010 meerdere besluiten genomen met het oog op de verplaatsing van het agrarisch bedrijf. De nieuwvestigings-locatie is tevens opgenomen in het LOP Hulsel-Bladel. Het LOP hebben wij op 17 juni 2008 geaccordeerd. In dit kader merken wij nog op dat de gemeente aangeeft dat er geen andere geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. Er is bij de initiatiefnemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst naar de locatie aan de Molendijk ong. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet is veiliggesteld. Gelet op het gemis van de zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 20% binnen het bouwvlak van maximaal 3 ha wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. De gemeente gaat een overeenkomst sluiten en planologische procedures starten voor de op te heffen locatie aan de Poppelsedijk 11. Wij achten de opheffing van de intensieve veehouderijen in juridische, feitelijke en planologische zin, onvoldoende zekergesteld. Dat geldt ook voor de sloop van de overtollige bedrijfsgebouwen. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat genoemd bouwblok voor een intensieve veehouderij aan Poppelsedijk 11 wordt opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. Met betrekking tot de verduurzaming merken wij het volgende op. De eis van verdergaande verduurzaming wordt ook in de Verordening ruimte genoemd, maar de implementatie van de duurzaamheidseis blijkt onvoldoende uit de verantwoording. Gelet op voorgaande zijn wij van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdere verduurzaming nog onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het plan. Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Wij kunnen instemmen met de overige aspecten in de verantwoording. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/pm zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen PM Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

115 Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij op het perceel Molendijk ong in het LOG Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel), met een bouwblokomvang van maximaal 3 ha, te verlenen ter plaatse van de aanduiding op bijgevoegde verbeelding. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 38. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 20% aangewend voor de landschappelijke inpassing; 39. Dat is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Poppelsedijk 11 wordt opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt; 40. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdergaande verduurzaming. s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

116 ± Kaart aangevraagde ontheffing Bladel-Reusel Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Molendijk ong. (west) Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Meters

117 ONTWERP-BESLUIT Nr 18 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM 2010 op het verzoek van de gemeenteraad van de gemeente Reusel-De Mierden, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij met een bouwblokomvang van maximaal 3 ha in het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Hulsel-Bladel op het adres Molendijk ong. te Hulsel, ten name van mevrouw E. de Graaf-Jansen. Dit LOG wordt formeel ook het LOG Bladel-Reusel genoemd. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) niet toegestaan. Op het oostelijk gelegen perceel aan Molendijk ong. te Hulsel in het (LOG) Hulsel-Bladel is in het bestemmingsplan geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van maximaal 3 ha. is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. De gemeenteraad kan daartoe een aanvraag doen. Deze aanvraag hebben wij op 1 oktober 2010 van de gemeente Reusel-De Mierden ontvangen. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden; b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft.

118 En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft, of zal daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de Verordening ruimte blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. De ontheffing grijpt niet in op deze procedures. Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften

119 verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente geeft aan al geruimte tijd bezig te zijn met initiatieven tot verplaatsing van intensieve veehouderijen naar het Landbouwontwikkelings-gebied (LOG) Hulsel-Bladel ( Bladel-Reusel ). Deze verplaatsers hebben hun plannen opgesteld op basis van het reconstructieplan Beerze Reusel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Twisseltsebaan 10 te Hooge Mierde naar het perceel Molendijk ong. te Hulsel betreft een traject dat in gang is gezet onder voormalige regelgeving. Het verzoek om ontheffing ziet toe op een bouwblokomvang van maximaal 3 ha. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van het bestaande agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Twisseltsebaan 10 te Hooge Mierde. Op deze locatie worden 1600 vleesvarkens gehouden. Deze locatie is gelegen in extensiveringsgebied natuur. Bovendien ligt deze locatie op korte afstand van een recreatiegebied waarvoor plannen voor een recreatieve poort in ontwikkeling zijn. Op 5 december 2008 heeft de gemeente in dit verband een haalbaarheidstudie gedaan. De aanwezigheid van de intensieve veehouderij belemmert deze ontwikkelingen. De gemeente is doende met de uitwerking van plannen voor herontwikkeling van de bestaande locatie met recreatieve functies. Dat de locatie voor een intensieve veehouderij wordt opgeheven zal worden vastgelegd in een overeenkomst. De nieuwe locatie ligt op grond van het reconstructieplan Beerze-Reusel in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Hulsel-Bladel. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste bouwblokomvang van maximaal 3 ha sprake is van een lopende zaak. 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat de eerste gesprekken met de initiatiefneemster dateren van 11 januari In 2005 is een aanvraag voor deelname aan de VIV-regeling ingediend. In september 2006 is het verplaatsingsplan opgesteld. Op 25 september en 9 oktober 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden besloten, in principe medewerking te verlenen aan de verplaatsingsen herontwikkelplannen. Op 18 december 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders het ontwikkelplan (LOP) voor het LOG Hulsel-Bladel vastgesteld. De bij initiatiefneemster in eigendom zijnde locatie aan Molendijk ong. is hierin aangegeven als mogelijke nieuwvestigingslocatie. Vervolgens is initiatiefneemster in de gelegenheid gesteld een ruimtelijke onderbouwing in te dienen ten behoeve van een artikel 19 procedure onder de oude WRO. In een brief van de gemeente van 27 augustus 2009 wordt de medewerking bevestigd onder vermelding van de voorwaarden. Het betreft de verplaatsing naar de locatie aan Molendijk ong. De gemeente merkt op dat het voor de verplaatser naar het LOG ten tijde van het verplaatsingstraject niet mogelijk was elders in het LOG een geschikt bestaand

120 bedrijf over te nemen. De gemeente verwijst, en onderschrijft, in dit verband het onderzoek van Crijns Rentmeesters BV. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De gemeente geeft aan dat de huidige locatie van de intensieve veehouderij op het adres Twisseltsebaan 10 te Hooge Mierde wordt opgeheven en de bedrijfsbebouwing voor de intensieve veehouderij wordt gesloopt. Het bestaande bouwblok heeft een omvang van 2,5 ha. De gemeente gaat een overeenkomst sluiten en een planologische regeling opstellen ter beëindiging van de intensieve veehouderij op het adres. Ook zullen de milieuvergunningen dan worden ingetrokken. Landschappelijke inpassing De gemeente vermeldt in de aanvraag dat zal worden voldaan aan de vereisten in de VR voor wat betreft een goede landschappelijke inpassing. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De totale omvang van de op te heffen intensieve veehouderij aan Twisseltsebaan 10 te Hooge Mierde, heeft een omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf. Op het bouwblok aan de Molendijk ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties De gemeente merkt op dat er voor het LOG Hulsel-Bladel een LOP is vastgesteld. De locatie wordt hierin aangemerkt als mogelijke locatie voor nieuwvestiging. Het LOP is op 17 juni 2008 door Gedeputeerde Staten geaccordeerd. De gemeente verwijst verder, en onderschrijft, in dit verband het onderzoek van Crijns Rentmeesters BV. Hieruit bleek dat er bij de start van het verplaatsingstraject geen geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing De gemeente vermeldt in de aanvraag dat zal worden voldaan aan de vereisten in de VR voor wat betreft beeldkwaliteit. Ook in het LOP wordt het aspect van beeldkwaliteit genoemd. De plannen zullen hieraan moeten voldoen. In de bestemmingsplanprocedure zal hieraan aandacht worden besteed. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In de aanvraag om ontheffing wordt vermeld dat in september 2008 een aanvraag om milieuvergunning is ingediend, welke later is aangevuld. De varkens worden middels BBT gehouden. Op het aspect van verdergaande verduurzaming wordt niet expliciet ingegaan. Aandachtsgebied voor struweelvogels/dassen Niet van toepassing Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden.

121 Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Twisseltsebaan 10 te Hooge Mierde vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Molendijk ong. in het LOG Hulsel-Bladel waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De (planologische) medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de Verordening Ruimte is het LOG overigens als zodanig opgenomen. Het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden heeft vóór 20 maart 2010 meerdere besluiten genomen met het oog op de verplaatsing van het agrarisch bedrijf. De nieuwvestigingslocatie is tevens opgenomen in het LOP Hulsel-Bladel. Het LOP hebben wij op 17 juni 2008 geaccordeerd. In dit kader merken wij nog op dat de gemeente aangeeft dat er geen andere geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. Er is bij de initiatiefneemster gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst naar de locatie aan de Molendijk ong. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet is veiliggesteld. Gelet op het gemis van de zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 20% binnen het bouwvlak van 3 ha wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. De gemeente gaat een overeenkomst sluiten en planologische procedures starten voor de op te heffen locatie aan de Twisseltsebaan 10. Wij achten de opheffing van de intensieve veehouderijen in juridische, feitelijke en planologische zin, onvoldoende zekergesteld. Dat geldt ook voor de sloop van de overtollige bedrijfsgebouwen. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat genoemd bouwblok voor een intensieve veehouderij aan Twisseltsebaan 10 moet worden opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. Met betrekking tot de verduurzaming merken wij het volgende op. De eis van verdergaande verduurzaming wordt ook in de Verordening ruimte genoemd, maar de implementatie van de duurzaamheidseis blijkt onvoldoende uit de verantwoording. Gelet op voorgaande zijn wij van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdere verduurzaming nog onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het plan. Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Wij kunnen instemmen met de overige aspecten in de verantwoording. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/pm zienswijzen ingediend. De zienswijzen richten zich tegen PM Beslissing

122 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij op het perceel Molendijk ong in het LOG Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel) ter plaatse van de aanduiding op bijgevoegde verbeelding, met een bouwblokomvang van maximaal 3 ha, te verlenen. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 41. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 20% aangewend voor de landschappelijke inpassing; 42. Dat is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Twisseltsebaan 10 wordt opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt; 43. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdergaande verduurzaming. s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier

123 ± Kaart aangevraagde ontheffing Bladel-Reusel Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: Molendijk ong. (oost) Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Meters

124 ONTWERP-BESLUIT Nr 19 Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 9.5 van de Verordening ruimte (VR). Nummer Directie ROH BESLISSING van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van PM op het verzoek van de gemeenteraad van de gemeente Reusel-De Mierden, om ontheffing van het bepaalde in artikel 9.4, lid 1 onder a van de Verordening ruimte. Het betreft de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij met een bouwblokomvang van maximaal 2,5 ha in het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Hulsel-Bladel op het adres De Hoef ong. te Hulsel, ten name van J. Hoppenbrouwers. Dit LOG wordt formeel ook het LOG Bladel-Reusel genoemd. De procedure Op grond van artikel 9.4., lid 1 onder a van de VR is nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) niet toegestaan. Op het perceel aan De Hoef ong. te Hulsel in het LOG Hulsel-Bladel is in het bestemmingsplan geen bouwblok opgenomen. De gewenste nieuwvestiging van een bouwblok met een omvang van maximaal 2,5 ha. is in strijd met voornoemde artikellid; Op grond van artikel 9.5 van de VR, kunnen aanvragen vóór 1 januari 2011 worden ingediend voor ontheffing in het geval van een lopende zaak tot verplaatsing van een intensieve veehouderij. De gemeenteraad kan daartoe een aanvraag doen. Deze aanvraag hebben wij op 1 oktober 2010 van de gemeente Reusel-De Mierden ontvangen. Op grond van artikelen 13.3., lid 2 en 9.5, lid 2 en 3 van de VR bevat de aanvraag: a. een beschrijving van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden;

125 b. een beschrijving van de redenen waarom de ontheffing wordt gevraagd; c. een beschrijving van de mogelijke gevolgen van de ontheffing voor het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd, mede aan de hand van de ter zake geldende ontheffingsregels; d. een of meer verbeeldingen op kaart met een zodanige mate van nauwkeurigheid dat een duidelijk inzicht wordt verkregen van de plaats waarop de ontheffing betrekking heeft. En een verantwoording van: a. er sprake is van een aantoonbaar concreet initiatief tot verplaatsing; b. is verzekerd dat een bouwblok voor intensieve veehouderij gelegen buiten een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied, planologisch, juridisch en feitelijk wordt opgeheven; c. is verzekerd dat op de uitplaatsingslocatie de bedrijfsgebouwen worden gesloopt die door de verplaatsing overbodig zijn geworden; d. is verzekerd dat ten minste 20% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. Nummer En bij nieuwvestiging tevens: a. de gezamenlijke omvang van de op te heffen bouwblokken als bedoeld in het tweede lid, onder b, ten minste de omvang van één volwaardig bedrijf per nieuw bouwblok bedraagt; b. er op het nieuwe bouwblok een volwaardige intensieve veehouderij wordt gevestigd; c. de nieuwvestiging zich verhoudt tot een efficiënte inrichting van het totale landbouwontwikkelingsgebied waarbij rekening is gehouden met: 1. de mogelijkheden voor (her)vestiging op bestaande locaties; 2. een goede beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing; 3. een verdergaande verduurzaming dan wettelijk is vereist. d. er bij nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied, aandacht voor struweelvogels/dassen is verzekerd dat een halve hectare nieuwe landschapselementen wordt aangelegd, bestaande worden verbeterd rond zandwegen en geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt. Terinzagelegging Ter voorbereiding van het besluit voeren wij de uniforme procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. De kennisgeving is tevens langs elektronische weg geschied. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn wel/geen zienswijzen binnengekomen. Onze overwegingen ten aanzien van de ingebrachte zienswijzen hebben wij verwoord onder de beoordeling van het verzoek. De ontheffing ziet overigens alleen toe op een uitzondering van verboden in de VR. De ontheffing betekent niet dat daarmee een integrale afweging is gemaakt over de aanvaardbaarheid van de bestemming zelf. De gemeente heeft, of zal 2/7

126 daarvoor dan een bestemmingsplan in procedure moeten brengen. In het kader van het bestemmingsplan zal de gemeente de gebruikelijke planologische aspecten moeten betrekken. Als daartegen bezwaar bestaat kunnen in deze procedure zienswijzen bij de gemeenteraad worden ingediend. De (overige) regels in de Verordening ruimte blijven daarbij van belang. Ook zal de beoogde ontwikkeling moeten voldoen aan milieuhygiënische aspecten. De ontheffing grijpt niet in op deze procedures. Nummer Beschrijving, beperkingen en voorschriften Ten aanzien van het bepaalde 13.3, lid 2 onder c merken wij op dat het daarbij gaat om algemene in acht te nemen richtlijnen voor aanvragen om ontheffing. Specifiek voor de onderhavige ontheffing geldt dat het belang gelegen is in het tegengaan van een ongebreidelde groei van de intensieve veehouderij in relatie tot de in de Verordening genoemde criteria (opheffen bouwblok, landschappelijke inpassing, verduurzaming etc). De ontheffing heeft nieuwvestiging van een IV of een uitbreiding op een bestaande locatie van een IV tot gevolg. In de beschrijving geeft de gemeente echter aan dat sprake is van een uitzondering. Bovendien wordt een verantwoording gegeven van de gevolgen. Voor zover deze gevolgen het belang (zie hiervoor) niet beschermd hebben wij aan deze ontheffing voorschriften verbonden. Op grond van artikel 13.4 van de VR kunnen wij een ontheffing onder beperkingen verlenen en aan de ontheffing voorschriften verbinden voor zover dat nodig is met het oog op het belang dat beschermd wordt door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd. Aanvraag om ontheffing 1. Samenvatting aanvraag om ontheffing Beschrijving De gemeente geeft aan al geruime tijd bezig te zijn met initiatieven tot verplaatsing van intensieve veehouderijen naar het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Hulsel-Bladel (Bladel-Reusel). Deze verplaatsers hebben hun plannen opgesteld op basis van het reconstructieplan Beerze Reusel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan de Oostelbeersedijk 14a te Wintelre (gemeente Eersel) naar het perceel De Hoef ong. te Hulsel betreft een traject dat in gang is gezet onder voormalige regelgeving. Het verzoek om ontheffing ziet toe op een maximale omvang van het bouwblok van 2,5 ha. De nieuwvestiging gaat gepaard met het opheffen van het bestaande agrarisch bouwblok voor een intensieve veehouderij op het adres Oostelbeersedijk 14a te Wintelre (gemeente Eersel). Op deze locatie worden ca 500 zeugen, 880 vleesvarkens en 17 paarden gehouden. De locatie is gelegen buiten verwevingof landbouwontwikkelingsgebied. De nieuwe locatie ligt op grond van het reconstructieplan Beerze-Reusel in het landbouw-ontwikkelingsgebied (LOG) 3/7

127 Hulsel-Bladel. De beoogde verplaatsing voldoet aan de in dit reconstructieplan opgenomen zonering en beleidsuitgangspunten. De gemeente is van oordeel dat voor de gewenste bouwblokomvang van maximaal 2,5 ha sprake is van een lopende zaak. Nummer 2. De verantwoording Concreet initiatief tot verplaatsing De gemeente geeft aan dat de eerste gesprekken over de locatie aan de Hoef ong. in het LOG Hulsel-Bladel met initiatiefnemer van Dun Advies BV (namens Van de Sande Projectontwikkeling B.V.), dateren van 10 november Hierbij werd verwezen op de beleidsregels in het reconstructieplan Beerze Reusel. Er moet sprake zijn van een een verplaatsing uit extensiveringsgebied. Ook wordt afgesproken dat verplaatsing plaats moet vinden middels de VIV-regeling. Op 3 december 2007 bereiken initiatiefnemers overeenstemming met J. Hoppenbrouwers over de verplaatsing van zijn bedrijf aan de Oostelbeersedijk 14a te Wintelre Het bedrijf is aangemeld voor deelname aan de VIV-regeling. Op 7 december 2007 is de startnotitie MER ingediend bij de Provincie. Op 18 december 2007 heeft het college van BenW het ontwikkelplan (LOP) voor het LOG Hulsel-Bladel vastgesteld. In het LOP is rekening gehouden met één nieuwvestiging aan De Hoef. De gemeente stelt in de aanvraag dat er bij de start van het verplaatsingsproces geen geschikte bestaande locaties elders in het LOG beschikbaar waren voor de verplaatsing van het bedrijf. Opheffen bestaand bouwblok en sloop overbodige bedrijfsgebouwen De gemeente geeft aan dat de huidige locatie van de intensieve veehouderij op het adres Oostelbeersedijk 14a te Wintelre, na verplaatsing zal worden opgeheven. Initiatiefnemer is hierover in overleg met de gemeente Eersel. De gemeente gaat een overeenkomst sluiten en een planologische regeling opstellen ter beëindiging van de intensieve veehouderij op het adres. Ook zullen de milieuvergunningen dan worden ingetrokken. Landschappelijke inpassing De gemeente vermeldt in de aanvraag dat zal worden voldaan aan de vereisten in de VR voor wat betreft een goede landschappelijke inpassing. Volwaardigheid bedrijf nieuw/oud De totale omvang van de op te heffen intensieve veehouderij aan de Oostelbeersedijk 14a te Wintelre, heeft een omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf. Op het bouwblok aan de Hoef ong. wordt een volwaardig agrarisch bedrijf gevestigd. Efficiënte inrichting Landbouwontwikkelingsgebied 1. Mogelijkheden hervestiging op bestaande locaties 4/7

128 De gemeente merkt op dat er voor het LOG Hulsel-Bladel een LOP is vastgesteld. De locatie wordt hierin aangemerkt als mogelijke locatie voor nieuwvestiging. Het LOP is door Gedeputeerde Staten geaccordeerd. De gemeente verwijst verder, en onderschrijft, in dit verband het onderzoek van Crijns Rentmeesters BV. Hieruit bleek dat er bij de start van het verplaatsingstraject geen geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. Nummer 2. Beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing De gemeente vermeldt in de aanvraag dat zal worden voldaan aan de vereisten in de VR voor wat betreft beeldkwaliteit. Ook in het LOP wordt het aspect van beeldkwaliteit genoemd. De plannen zullen hieraan moeten voldoen. In de bestemmingsplanprocedure zal hieraan aandacht worden besteed. 3. Verdergaande verduurzaming dan wettelijk vereist In de aanvraag wordt op het aspect van verdergaande verduurzaming kort ingegaan. Het is de bedoeling dat het bedrijf zal worden uitgevoerd met gecombineerde luchtwassers. Bovendien wordt gestreefd naar andere maatregelen voor verdere verduurzaming, zoals zonnepanelen etc. Aandachtsgebied voor struweelvogels/dassen Niet van toepassing Beoordeling van het verzoek Van een van vóór 20 maart 2010 daterend concreet initiatief tot verplaatsing van een intensieve veehouderij, als bedoeld in het tweede lid onder a, is sprake, indien het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten vóór 20 maart 2010 bij degene die de intensieve veehouderij verplaatst het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat planologische medewerking aan deze verplaatsing verleend zal worden. Gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in de vorige zin kan slechts worden aangenomen, voor zover dit is gebaseerd op een van het betrokken gemeentebestuur of het college van Gedeputeerde Staten afkomstig document, van de inhoud waarvan degene die de intensieve veehouderij verplaatst vóór 20 maart 2010 kennis heeft genomen, én bovendien het verlenen van deze planologische medewerking in overeenstemming kan worden geacht met het onmiddellijk voor 20 maart 2010 geldende provinciale ruimtelijke beleidskader, zoals dat destijds was vastgelegd in bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, in een reconstructieplan op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden, of in een ruimtelijk relevante provinciale beleidsregel. De verplaatsing van de intensieve veehouderij aan Oostelbeersedijk 14a te Eersel vindt plaats naar de nieuwe locatie aan de Hoef ong. in het LOG 5/7

129 Hulsel-Bladel, waarvan de begrenzing onherroepelijk vaststaat. De (planologische) medewerking door de gemeente is in overeenstemming met de vóór 20 maart 2010 geldende beleidsregels. In de Verordening Ruimte is het LOG overigens als zodanig opgenomen. Het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden heeft vóór 20 maart 2010 meerdere besluiten genomen (mede) met het oog op de verplaatsing van het agrarisch bedrijf. Op 18 december 2007 heeft het college van BenW het ontwikkelplan (LOP) vastgesteld. Wij hebben het LOP op 17 juni 2008 geaccordeerd. In dit kader merken wij nog op dat de gemeente aangeeft dat er geen andere geschikte, bestaande locaties in het LOG beschikbaar waren. Er is bij de initiatiefnemer gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat het bedrijf zou worden verplaatst naar de locatie aan de Hoef ong. Wij onderschrijven het standpunt van de gemeente dat sprake is van een concreet initiatief. Nummer Voor wat betreft de landschappelijke inpassing merken wij op dat de daadwerkelijke uitvoering van het erfinrichtingsplan niet is veiliggesteld. Gelet op het gemis van de zekerstelling van de uitvoering, verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat 20% binnen het bouwvlak van 2,5 ha wordt aangewend voor de landschappelijke inpassing. De gemeente vermeld dat initiatiefnemer met gemeente Eersel in overleg is voor de te volgen planologische procedures voor de op te heffen locatie aan de Oostelbeersedijk 14a te Wintelre. Wij achten de opheffing van de intensieve veehouderij in juridische, feitelijke en planologische zin, onvoldoende zekergesteld. Dat geldt ook voor de sloop van overtollige bedrijfsbebouwing. Gelet op het voorgaande verbinden wij als voorschrift aan deze ontheffing dat verzekerd moet zijn dat genoemd bouwblok voor een intensieve veehouderij worden opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. Met betrekking tot de verduurzaming merken wij het volgende op. De eis van verdergaande verduurzaming wordt ook in de Verordening ruimte genoemd, maar de implementatie van de duurzaamheidseis blijkt onvoldoende uit de verantwoording. Gelet op voorgaande zijn wij van oordeel dat aan de verantwoording voor wat betreft de verdere verduurzaming nog onvoldoende invulling is gegeven. De gemeente zal dit aspect moeten betrekken bij de vaststelling van het plan. Dit is als voorschrift aan de ontheffing verbonden. Wij kunnen instemmen met de overige aspecten in de verantwoording. Zienswijzen Het ontwerp-besluit heeft van PM ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen/pm zienswijzen ingediend. 6/7

130 De zienswijzen richten zich tegen PM Nummer Beslissing Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 9.5 van de Verordening Ruimte; BESLUITEN: De gevraagde ontheffing voor de nieuwvestiging van een bouwblok voor een intensieve veehouderij op het perceel de Hoef ong. in het LOG Hulsel- Bladel (Bladel-Reusel) ter plaatse van de aanduiding op bijgevoegde verbeelding, met een bouwblokomvang van maximaal 2,5 ha, te verlenen. Aan deze ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden: 44. Binnen het bouwvlak wordt minimaal 20% aangewend voor de landschappelijke inpassing; 45. Dat is verzekerd dat het bouwblok voor een intensieve veehouderij aan de Oostelbeersedijk 14a te Wintelre wordt opgeheven en overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt; 46. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan wordt een verantwoording opgenomen met betrekking tot de verdergaande verduurzaming. s-hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten Afschrift aan: 0 Auteur 0 Dossier 7/7

131 ± Kaart aangevraagde ontheffing Bladel-Reusel Schaal 1: Provincie Noord-Brabant Legenda Gemeentegrenzen Landbouwontwikkelingsgebied - Primair Actieve bedrijven Nieuwvestiging: De Hoef ong. Landbouwontwikkelingsgebied - Primair, aandacht voor struweelvogels / dassen Landbouwontwikkelingsgebied - Secundair Meters

^ERIOWW 15«M IllOtt. Het college van burgemeester en wethouders van Bernheze postbus ZG HEESCH

^ERIOWW 15«M IllOtt. Het college van burgemeester en wethouders van Bernheze postbus ZG HEESCH Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073)681 28 12 Fox (073) 614 11 15 info@brabant.nl Het college van burgemeester en wethouders van Bernheze postbus 9 5384 ZG HEESCH www.brabant.nl

Nadere informatie

Nr. 2 0 APR gym' rotc Gemert-Bakel

Nr. 2 0 APR gym' rotc Gemert-Bakel Het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel Postbus 10000 5420 DA GEMERT Nr. 2 0 APR 2011 gym' rotc Gemert-Bakel Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre. Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA EERSEL info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 3825558

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Ontheffing Verordening ruimte Heiakkerweg 2b

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Ontheffing Verordening ruimte Heiakkerweg 2b Raadsinformatiebrief Onderwerp Ontheffing Verordening ruimte Heiakkerweg 2b Inleiding/aanleiding In september 2008 heeft familie Van Hoof (geitenhouderij) een verzoek ingediend voor een vergroting van

Nadere informatie

Inleiding/aanleiding Op 19 maart 2010 is het burgerinitiatief Megastallen Nee behandeld door Provinciale Staten.

Inleiding/aanleiding Op 19 maart 2010 is het burgerinitiatief Megastallen Nee behandeld door Provinciale Staten. Raadsinformatiebrief Onderwerp Besluitvorming debat Megastallen Nee Inleiding/aanleiding Op 19 maart 2010 is het burgerinitiatief Megastallen Nee behandeld door Provinciale Staten. Provinciale Staten hebben

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.: Agendapunt nr.: Raadsvoorstel Onderwerp: Gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening Kattenbos 6 te Reusel Datum besluit B&W: 5 februari 2019 Vergaderdatum: 12 maart 2019

Nadere informatie

R-RE/2013/224 R-RE. reg.nr.: UH. Ingek. 2 2 FEB 2013

R-RE/2013/224 R-RE. reg.nr.: UH. Ingek. 2 2 FEB 2013 Provincie Noord-Brabant Gemeenteraad van Boxmeer Postbus 450 5830 AL BOXMEER R-RE/2013/224 R-RE GEMEENTE reg.nr.: UH. 22-2-2013 8-8-2013 BOXMEER Ingek. 2 2 FEB 2013 Afd.: PI- Kopi Brabantlaan 1 Postbus

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Buitengebied, Veegplan 1 Sint Anthonis Nummer 27/16 Bijlage(n) Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Gemeente Boekel AB/ Z/

Gemeente Boekel AB/ Z/ Nota van Zienswijzen behorende bij bestemmingsplan Burgt 15 d.d. 29 maart 2012 Gemeente Boekel Ontwerpbesluit d.d. 13 september 2011 Ontwerp bestemmingsplan d.d. 14 september 2011 Ter visie van 21 september

Nadere informatie

Eva Welten - van Gerwen Advies

Eva Welten - van Gerwen Advies Eva Welten - van Gerwen Advies Van: Mol, Raymond van Verzonden: dinsdag 2 september 2014 13:57 Aan: Niezen, Henk Onderwerp: RE: vooroverleg wijzigingsplan Dr. de Quayweg 76 in De

Nadere informatie

Dienst/afdeling SROL bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010;

Dienst/afdeling SROL bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010; Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2010-47 Vaststelling structuurvisie Dienst/afdeling SROL bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss-2010 De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Betreft: Situatie LOG Overloon, Crooijmansweg/Oploseweg

Betreft: Situatie LOG Overloon, Crooijmansweg/Oploseweg Schriftelijke vragen van de Statenfracties van de PvdA, D66 en GroenLinks Betreft: Situatie LOG Overloon, Crooijmansweg/Oploseweg `s-hertogenbosch, 17 april 2013 Geacht college, Luisteren naar Brabanders,

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 9

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 9 Raadsvoorstel Agenda nr. 9 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Ruiter 10 Someren Soort: Kaderstellend en besluitvormend Opsteller: M. ter Avest Portefeuillehouder: W.L.G. Hanssen Zaaknummer: SOM/2015/019808

Nadere informatie

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant Provinciale Statenfractie Noord-Brabant Den Bosch, 30 maart 2011 Betreft: vragen ex art. 3.2 m.b.t. bekende en nieuwe lopende zaken. Geacht College, Recent bereiken ons berichten uit diverse gemeenten

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte i.v.m. bp Broeksche Erven, Nuenen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 3 - gelezen het verzoek van

Nadere informatie

Nr: Geachte gemeenteraad, Contactpersoon

Nr: Geachte gemeenteraad, Contactpersoon Gemeenteraad van Moerdijk Postbus 4 4760 AA ZEVENBERGEN Afd. VERDIJK Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brobant.nl IBAN

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vilgert 47 Velden' raadsnummer 2019 14 collegevergadering d.d. 22-01-2019 raadsvergadering d.d. 27-02-2019 fatale termijn programma

Nadere informatie

Wijziging bestemmingsplan t.b.v. verandering bouwvlak Oosterseweg 1, Elshout

Wijziging bestemmingsplan t.b.v. verandering bouwvlak Oosterseweg 1, Elshout College Onderwerp: V200901133 Wijziging bestemmingsplan t.b.v. verandering bouwvlak Oosterseweg 1, Elshout Collegevoorstel Inleiding: De heer Knippels heeft een veehouderijbedrijf aan de Oosterseweg 1

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Directie Ruimte en Mobiliteit Afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Contact M. Molenwijk T 070-441 74 11 m.molenwijk@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7

ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7 ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7 Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam maken ter voldoening aan het bepaalde in artikel

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Zegheweg, Woudenberg

Nota van beantwoording zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Zegheweg, Woudenberg Nota van beantwoording zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Zegheweg, Woudenberg Het ontwerpbestemmingsplan Zegheweg heeft gedurende zes weken voor een ieder ter visie gelegen, van 19 december 2012 tot en

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bestemmingsplan: Oud bestemmingsplan: Gemert-Bakel Buitengebied 2006 Bouwblok: Agrarisch bedrijf, met de aanduiding Intensieve

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert 1. Inleiding Het plan betreft vormverandering van het agrarische bouwblok van de intensieve veehouderij(pluimveebedrijf)

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan. Leefomgeving. Beleid en regie E. Bressers C. Stevens

Raadsvoorstel. Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan. Leefomgeving. Beleid en regie E. Bressers C. Stevens Titel Nummer 11/55 Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan Datum 11 juli 2011 Programma Fase Onderwerp Leefomgeving Weigeren verklaring van geen bedenkingen verbouwen bedrijfsopslagruimte tot woning op

Nadere informatie

Baarle-Nassau. B. en W Raad BAARLE-NASSAU. Ţşect.~ftü~ No. B. De raad van de gemeente Baarle-Nassau;

Baarle-Nassau. B. en W Raad BAARLE-NASSAU. Ţşect.~ftü~ No. B. De raad van de gemeente Baarle-Nassau; Baarle-Nassau GEM B. en W Raad BAARLE-NASSAU brd1300082 Inge* 1 1 DEC. 2013 No. B. Ţşect.~ftü~ De raad van de gemeente Baarle-Nassau; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013;

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

VERZONDEN 2 4 SEP. 2012

VERZONDEN 2 4 SEP. 2012 B. en W i Raed GEM. BAARLE-NASSAU l» Sí,. Brabantlaan 1 Postbus 9151 52 MC 's-hertogenbosch Telefoon (73) 681 28 12 Fax (73) 614 11 15 info@brabant.nl De gemeenteraad van Baarle-Nassau Postbus 15 511 AG

Nadere informatie

Aalten. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9.

Aalten. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. 7. Raadsvoorstel Gemeente Aalten AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot afgifte van een verklaring van geen bedenkingen voor de splitsing van de hoofdbouwmassa op het perceel Beunkdijk 13 te Aalten in twee zelfstandige

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC 2013. Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC 2013. Routing Provinciale Staten van Overijsse PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& Dat. 1 8 DEC 2013 ontv.: Routing a.d. Bijl.: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88

Nadere informatie

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 12 mei 2015 NUMMER PS PS2015RGW06 AFDELING FLO/ MEC COMMISSIE RGW STELLER Dorien van Cooten & Henk de Vries DOORKIESNUMMER DOCUMENTUMNUMMER 8150FBF3

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan "Oosterhout, Stationsstraat 6-8 en Stationsstraat ongenummerd"

Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Oosterhout, Stationsstraat 6-8 en Stationsstraat ongenummerd gemeente Overbetuwe Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan "Oosterhout, Stationsstraat 6-8 en Stationsstraat Ons kenmerk: 17rb000095 Nr. 17 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel

Nadere informatie

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 30 mei Voorstel van : college van burgemeester en wethouders

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 30 mei Voorstel van : college van burgemeester en wethouders GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 30 mei 2017 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Bestemmingsplan Bovenstehuis 17 Samenvatting Op de locatie Bovenstehuis 17 te

Nadere informatie

Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006

Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006 Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006 Geldig sinds 01 januari 2006. Inhoud regeling Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet op op de artikelen 1:3, vierde lid en de artikelen 4:81 tot en met 4:84 van

Nadere informatie

Commissie Ruimte en Milieu

Commissie Ruimte en Milieu Griffie Commissie Ruimte en Milieu Datum commissievergadering : 8 oktober 2010 DIS-stuknummer : 1727870 Behandelend ambtenaar : G.T.J. ter Hart / J.W.F van Dommelen Directie/bureau : Ecologie/ Bureau Milieubeheer

Nadere informatie

Planbeschrijving Het plan beoogt de realisering van een landgoed met een oppervlakte van bijna

Planbeschrijving Het plan beoogt de realisering van een landgoed met een oppervlakte van bijna Provincie Noord'Brabant Gemeenteraad van Valkenswaard Postbus 10100 5550 GA VALKENSWAARD Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout Gedeputeerde Staten Contact mr. E. Sprietsma T 070-441 62 47 e.sprietsma@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Weigering omgevingsvergunning

Weigering omgevingsvergunning Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Weigering omgevingsvergunning Oprichting Vleesvarkensstallen, voerkeuken, luchtwassers, loods, mest- en sleufsilo s Klevar B.V. te gemeente Horst aan

Nadere informatie

Toelichting. 1 e WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord (Vagevuur 11c Lepelstraat)

Toelichting. 1 e WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord (Vagevuur 11c Lepelstraat) Toelichting 1 e WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord (Vagevuur 11c Lepelstraat) 1 e wijzigingsplan Buitengebied noord (Vagevuur 11c Lepelstraat) INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 3 2 Uitwerking 3 2.1 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Contact M. Molenwijk T 070-441 74 11 m.molenwijk@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van de

Nadere informatie

Inventarisatie WOB verzoek. Documenten

Inventarisatie WOB verzoek. Documenten Inventarisatie WOB verzoek Documenten 1. Inhoudelijke beoordeling van het plan door de provincie; 2. Diverse mails van gemeente gericht aan provincie. bedrijfskavel Beste Op 7 februari hebben wij jouw

Nadere informatie

Buitengebied 2009, partiële herziening De Wildert 4

Buitengebied 2009, partiële herziening De Wildert 4 Bestemmingsplan Buitengebied 2009, partiële herziening De Wildert 4 Nota van zienswijzen Vastgesteld 19 september 2017 Behoort bij het besluit van de gemeenteraad van Reusel-De Mierden d.d. 19 september

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijze Wijzigingsbesluit Teckop 11 in Kamerik, bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld

Nota van beantwoording zienswijze Wijzigingsbesluit Teckop 11 in Kamerik, bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld Nota van beantwoording zienswijze Wijzigingsbesluit Teckop 11 in Kamerik, bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld en Zienswijzerapportage behorend bij bouwplan Teckop 11 (dossiernummer:

Nadere informatie

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2015-53 Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith - 2013'. Dienst/afdeling SRO De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga TOELICHTING 1 TOELICHTING Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing en ligging plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

GEMEENTE BOEKEL. C.V. beroep ingesteld. De Raad van State heeft inmiddels uitspraak gedaan waarin het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard.

GEMEENTE BOEKEL. C.V. beroep ingesteld. De Raad van State heeft inmiddels uitspraak gedaan waarin het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard. GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 13 september 2016 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Nieuw besluit op het bezwaar van Den Hollander Advocaten, namens Molenbrand

Nadere informatie

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25. Laddertoets De Smaragd Waalre Laddertoets De Smaragd Waalre 1 Inleiding 2 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3 3 Uitgangspunten 5 4 Marktanalyse 11 5 Laddertoets 19 Bijlage A 25 Artikel 4.3 Nieuwbouw

Nadere informatie

B&W voorstel. Openbaar na informeren betrokkenen

B&W voorstel. Openbaar na informeren betrokkenen B&W voorstel Steller : Martens Tel. : 6155828 Portefeuille : Geers e-mail. : t.martens@shertogenbosch.nl B&W : 20 november 2018 Agenda nr. : B.9 Reg.nr. : 8454462 Openbaar : Openbaar na informeren betrokkenen

Nadere informatie

varkenshouderij Laarstraat

varkenshouderij Laarstraat De geschiedenis van de varkenshouderij Laarstraat Ries Kock Stichting MOOIJ Land Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland De Groep Azewijn Groep Gendt De Groep

Nadere informatie

Inspraakverslag. Hieronder zal een samenvatting van de reacties en een standpunt daarop worden gegeven.

Inspraakverslag. Hieronder zal een samenvatting van de reacties en een standpunt daarop worden gegeven. Inspraakverslag Het voorontwerp bestemmingsplan Kern Swalmen heeft ter inzage gelegen van 10 maart 2010 tot en met 20 april 2010. Gedurende deze periode is het voorontwerpbestemmingsplan voor overleg toegezonden

Nadere informatie

INLEIDING. 3 BjflO. Hoofdstuk 1

INLEIDING. 3 BjflO. Hoofdstuk 1 INLEIDING De gemeente Drimmelen heeft van de heer Rasenberg het verzoek ontvangen om het rundveehouderijbedrijf aan de Zandstraat 5 te Hooge Zwaluwe te mogen verplaatsen naar een perceel aan de Zonzeelseweg

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College, Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K.

Nadere informatie

IIII III III III III II II II II

IIII III III III III II II II II Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Gemeenteraad van Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL INGEKOMEN / 0 JULI 2013 GEMEENTE LOON OP ZAND IIII III III III III II II II II 2013.10660 Afdeling: Cfü4l

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied, integrale herziening, wijziging (Kulsdom 3 Geesteren)

Bestemmingsplan Buitengebied, integrale herziening, wijziging (Kulsdom 3 Geesteren) Bestemmingsplan Buitengebied integrale herziening, wijziging 2017-4 (Kulsdom 3 Geesteren) www.ruimtelijkeplannen.nl Identificatienummer: NL.IMRO.18590000WPBGB20170014 Bestemmingsplan Buitengebied, integrale

Nadere informatie

Onderwerp: Wijzging bestemmingsplan - Nieuwkuijksestraat 25 & 27

Onderwerp: Wijzging bestemmingsplan - Nieuwkuijksestraat 25 & 27 Onderwerp: Wijzging bestemmingsplan - Nieuwkuijksestraat 25 & 27 Samenvatting: Het college van Heusden heeft in haar vergadering van 8 september 2009 besloten een wijziging conform artikel 3.6 van de Wet

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied 1995, wijziging (Barchemseweg 71 Ruurlo)

Bestemmingsplan Buitengebied 1995, wijziging (Barchemseweg 71 Ruurlo) Bestemmingsplan Buitengebied 1995, wijziging 2017-10 (Barchemseweg 71 Ruurlo) www.ruimtelijkeplannen.nl identificatienummer NL.IMRO.18590000WPBGB20170019- Bestemmingsplan Buitengebied 1995, wijziging 2017-10

Nadere informatie

Aan de commissie Grondgebiedzaken

Aan de commissie Grondgebiedzaken CONCEPT Commissievergadering d.d. 4 juni 2002 Made, 6 mei 2002 Aan de commissie Grondgebiedzaken Agendapunt: Onderwerp: Oprichten woning op het perceel Kerkdijk 4 te Made Toelichting: Inleiding In het

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014 Bestemmingsplan Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014 2 Toelichting Status: vastgesteld Datum: 2 oktober 2014 3 4 Inhoud Hoofdstuk 1. Achtergrond en opzet... 6 1.1 Aanleiding... 6 1.2 Planopzet...

Nadere informatie

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Registratienummer: 2016003300 Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Op 22 mei 2015 is namens de heer J.W. Slewe te Overveen een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit handelen in

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

TOELICHTING. Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 info@c5s.nl www.c5s.nl 20083802

TOELICHTING. Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 info@c5s.nl www.c5s.nl 20083802 telefoon fax email internet kvk Breda Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 info@c5s.nl www.c5s.nl 20083802 TOELICHTING Project : Bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

Intrekken zienswijze door provincie van bouwplan rundveehouderij Oploo Schipperspeel 1

Intrekken zienswijze door provincie van bouwplan rundveehouderij Oploo Schipperspeel 1 Intrekken zienswijze door provincie van bouwplan rundveehouderij Oploo Schipperspeel 1 De fracties van PvdA, D66 en GroenLinks hebben in april 2013 vragen ingediend met betrekking tot de situatie in Oploo

Nadere informatie

Wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wro. 'Buitengebied Prinsenbeek, wijzigingsplan Brielsedreef 64'

Wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wro. 'Buitengebied Prinsenbeek, wijzigingsplan Brielsedreef 64' Wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wro 'Buitengebied Prinsenbeek, wijzigingsplan Brielsedreef 64' december 2010 Wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wro 'Buitengebied Prinsenbeek, wijzigingsplan Brielsedreef 64' ontwerp

Nadere informatie

Zienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a

Zienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a Zienswijzennota Bestemmingsplan Croddendijk 5a April 2015 Zienswijzennota april 2015 1 1. Inleiding Het college van burgemeester en wethouders heeft op 16 september 2014 ingestemd met het ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Bijlage 1 Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens Verordening Ruimte, fase 2 In onderstaande tabel geeft de gemeente Gemert-Bakel

Nadere informatie

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 4.8 en 13.2 van de Verordening

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Enterweg 13

Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Enterweg 13 Aan de raad, Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Enterweg 13 Voorstel: Het bestemmingsplan Buitengebied Hof vantwente, herziening Enterweg 13 overeenkomstig

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouders van de gemeente VOORST d.d. 27 december 2016 Nr. Z-HZ_WABO-2016-0976 Mij bekend, De Secretaris Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven. vastgesteld

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven. vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven vastgesteld Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel 2 Wijzigingen

Nadere informatie

Onderwerp Aanvraag om bouwvergunning voor het oprichten (vervangende nieuwbouw) van twee mestsilo's op het perceel Peesterweg 8 te Zuidvelde.

Onderwerp Aanvraag om bouwvergunning voor het oprichten (vervangende nieuwbouw) van twee mestsilo's op het perceel Peesterweg 8 te Zuidvelde. Aan de gemeenteraad Agendapunt Documentnr.: RV10.0167 Roden, 11 mei 2010 Onderwerp Aanvraag om bouwvergunning voor het oprichten (vervangende nieuwbouw) van twee mestsilo's op het perceel Peesterweg 8

Nadere informatie

Onderwerp Uitwerking vastgestelde amendementen Bestemmingsplan Buitengebied 2010

Onderwerp Uitwerking vastgestelde amendementen Bestemmingsplan Buitengebied 2010 Raadsinformatiebrief Onderwerp Uitwerking vastgestelde amendementen Bestemmingsplan Buitengebied 2010 Inleiding/aanleiding Op 29 september 2010 heeft uw raad het bestemmingsplan Buitengebied gewijzigd

Nadere informatie

Beleidsnotitie vergroting of vormverandering agrarische bouwvlakken voor intensieve veehouderij

Beleidsnotitie vergroting of vormverandering agrarische bouwvlakken voor intensieve veehouderij Beleidsnotitie vergroting of vormverandering agrarische bouwvlakken voor intensieve veehouderij De in de notitie opgenomen beleidsregels worden gehanteerd voor verzoeken om een vergroting of vormverandering

Nadere informatie

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) De gemeente Berkelland vraagt voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied, Kieftendijk Haaksbergseweg

Nadere informatie

* * * *

* * * * *17-0084632* *17-0084632* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0333 Aanvraagnummer (OLO) : 2961503 Aanvrager : E.P.C. Sijbers - Wijnhoven Onderwerp : verbouwen van een bestaande schuur tot kleinschalig

Nadere informatie

De Stichting Oostflank Sint Pieter (hierna: SOS) tekent bij deze bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning met kenmerk 14-1694WB d.d. 16-01-2015.

De Stichting Oostflank Sint Pieter (hierna: SOS) tekent bij deze bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning met kenmerk 14-1694WB d.d. 16-01-2015. Aantekenen Burgermeester en wethouders van de gemeente Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht, Stichting Oostflank Sint Pieter Ursulinenweg 3 6212 NC Maastricht Maastricht, 10 maart 2015. Geachte

Nadere informatie

Raad : 10 februari 2004 Agendanr. : 9 Doc.nr : B RAADSVOORSTEL

Raad : 10 februari 2004 Agendanr. : 9 Doc.nr : B RAADSVOORSTEL Raad : 10 februari 2004 Agendanr. : 9 Doc.nr : B200315080 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : Bestuursovereenkomst ex artikel 14 Reconstructiewet tussen provincie Noord- Brabant en de

Nadere informatie

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Gemeente Venlo Projectnummer BRO: 211x08099 Identificatienummer: NL.IMRO.0983.BP201605MDDNWG8791-VA01 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Project: Vergroten woning Oudelandseweg 6 te Sint-Maartensdijk September 2010 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Projectbeschrijving 2 3. Vigerend bestemmingsplan 3 4. Omgevingsplan

Nadere informatie

gemeente eijsdervmargraten

gemeente eijsdervmargraten gemeente eijsdervmargraten Aan de gemeenteraad Raadsvoorstel Nummer: 11IN002555 1. Vermelding onderwerp en beslispunten Voorstel tot vaststelling 'Partiële herziening bestemmingsplan Kern Cadier en Keer

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Achterkade 4 en 4a te Meerkerk

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Achterkade 4 en 4a te Meerkerk Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro Achterkade 4 en 4a te Meerkerk Planstatus: Identificatienr: Ontwerp NL.IMRO.0707.WPMKKAchterkade4.ON01 Datum:

Nadere informatie

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus 175 1860 AD Bergen Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon M.D. Alles BEL/RI Doorkiesnummer +31235144195 allesm@noord-holland.nl 1

Nadere informatie

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering Bijlage 1: kwaliteitsverbetering Aanleiding De kwaliteit van het landelijk gebied is belangrijk voor een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat en draagt daardoor bij aan de economische ontwikkeling van

Nadere informatie

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel 1. Eindhovenseweg 39 Boxtel Ontwikkeling Realisatie van een bed&breakfast of kleinschalig motel, alsmede het bestemmingsplan in overeenstemming brengen met de vergunde situatie op het gebied van de bestaande

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Uw raad ontving over dit bestemmingsplan eerder een raadsinformatiebrief onder nummer

Uw raad ontving over dit bestemmingsplan eerder een raadsinformatiebrief onder nummer Besluitvormende nota Raad/14-00122 Datum voorstel: 7 oktober 2014 Agendapunt: Vergadering: 28 oktober 2014 Portefeuillehouder: Dhr. B.H.M. Brands Behandelend ambtenaar: Onderwerp: Mevr. K.W. Ammerdorffer

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning *18-2246023* *18-2246023* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0517 Aanvraagnummer (OLO) : 3127455 Aanvrager : Maatschap Vestjens-Van Enckevort Onderwerp : oprichten van een rijhal met ontvangst-

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Rapportnummer: 211X07057.079344_1

Nadere informatie

VERZONDEN 20SEP.2Ö13. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Postbus LH TILBURG

VERZONDEN 20SEP.2Ö13. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Postbus LH TILBURG Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Postbus 90155 5000 LH TILBURG Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl wv/w.brabant.nl

Nadere informatie

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA Gemeente Beek IIIIIllll 09vra00139 Volgno. : 6 Afdeling : ROBW Datum : 26 mei 2009 Raadscie : GGZ Corr.no. : 25 juni 2009 Steller : T. Louis ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN

Nadere informatie

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2 Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro burgemeester en wethouders van A s t e n; gezien het verzoek om medewerking van Crijns Rentmeesters B.V. namens mevrouw Van Bussel-Drieshen voor de splitsing van

Nadere informatie

Het uitbreiden van de camping op het perceel Provincialeweg 6 in Doeveren

Het uitbreiden van de camping op het perceel Provincialeweg 6 in Doeveren Raad Onderwerp: V20100394 Het uitbreiden van de camping op het perceel Provincialeweg 6 in Doeveren Raadsvoorstel Inleiding: Op 26 juni 2008 is een verzoek ingediend door de familie Boll uit Doeveren om

Nadere informatie

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies: Raad Onderwerp: V20100394 Het uitbreiden van de camping op het perceel Provincialeweg 6 in Doeveren Samenvatting: Inleiding: Op 26 juni 2008 is een verzoek ingediend door de familie Boll uit Doeveren om

Nadere informatie

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied 1. Inleiding In het buitengebied is een groot aantal voormalige agrarische locaties en woningen waar veel

Nadere informatie