BESTEMMINGSPLAN HAAGSE BEEMDEN, ASTERDSE SLUIS 43-45

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESTEMMINGSPLAN HAAGSE BEEMDEN, ASTERDSE SLUIS 43-45"

Transcriptie

1 BESTEMMINGSPLAN HAAGSE BEEMDEN, ASTERDSE SLUIS APRIL 2015

2 Bestemmingsplan Haagse Beemden, Asterdse Sluis April 2015

3 Toelichting Toelichting Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding Aanleiding en doel Ligging en plangrenzen Vigerend bestemmingsplan Planvorm Leeswijzer 5 HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse Inleiding Positionering plangebied Ruimtelijke structuur Functionele structuur 8 HOOFDSTUK 3 Beleid Inleiding Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid 15 HOOFDSTUK 4 Doelstellingen van het bestemmingsplan Doelstelling Beschrijving plan 17 HOOFDSTUK 5 Milieu en Landschap Inleiding Milieueffectrapport Bodem Water Ecologie Bedrijven Geluid Luchtkwaliteit Geur Externe veiligheid 24 HOOFDSTUK 6 Juridische planbeschrijving Inleiding Hoofdopzet Bestemmingen 26 HOOFDSTUK 7 Uitvoerbaarheid Inleiding Toepassing afdeling 6.4 Wro (Grondexploitatie) Financiële haalbaarheid 28 HOOFDSTUK 8 Communicatie Inleiding Procedure 30 1

4 2

5 HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel De oorspronkelijke twee kavels, Asterdse Sluis 43 en 45, zijn al een tijdje in de verkoop en zijn nog steeds onbebouwd. De twee kavels beslaan samen circa m 2 en dit is groter dan de gemiddelde kavelgrootte van de andere kavels aan de Asterdse Sluis. Door een splitsing in drie kavels worden de kavels ieder kleiner en gemiddeld 1000 m 2, een oppervlaktemaat die beter aansluit op de kavels in de directe omgeving en op de vraag van de markt. Derhalve is verzocht de twee woningbouwkavels te splitsen in drie kleinere kavels. Het verzoek past niet in het geldende bestemmingsplan Haagse Beemden omdat hierin is bepaald dat het aantal bouwpercelen niet mag worden vermeerderd. Ook wordt het maximaal aantal toegestane woningen, te weten twee, overschreden. Binnen deze bestemming is het toevoegen van een extra woning dus niet toegestaan. Omdat de voorgestelde kavelsplitsing qua situering en afmetingen past binnen de structuur en opzet van deze buurt wil de gemeente meewerken aan dit initiatief. Het doel van dit bestemmingsplan is de voorgenomen extra kavel met bouwmogelijkheid juridisch-planologisch mogelijk te maken. 1.2 Ligging en plangrenzen Het plangebied Asterdse Sluis ligt in de wijk Haagse Beemden, nabij de Asterdplas, in het noordwesten van Breda (figuur 1.1). Het plangebied ligt in een bestaand, grotendeels bebouwd woongebied en sluit aan de noord- en oostzijde aan op de bestaande woonbebouwing. In het westen en zuiden grenst het plangebied aan een waterloop die grenst aan het buitengebied. 3

6 Haagse Beemden, Asterdse Sluis Figuur 1.1a Globale ligging plangebied (plangebied met rood omcirkeld) Figuur 1.1b Globale ligging plangebied ingezoomd (plangebied met rood omlijnd) Figuur 1.1c Luchtfoto plangebied en omgeving 4

7 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen het bestemmingsplan Haagse Beemden, vastgesteld door de gemeenteraad op 27 september 2012 en onherroepelijk vanaf 28 december Figuur 1.2 Uitsnede uit bestemmingsplan Haagse Beemden De betreffende percelen hebben in dit bestemmingsplan de bestemming 'Wonen' (figuur 1.2, gele kleur). In het bestemmingsplan Haagse Beemden is binnen de bestemming 'Wonen' bepaald dat het aantal bouwpercelen niet mag worden vermeerderd. Op de bijbehorende verbeelding is aangegeven dat maximaal twee woningen op de locatie gebouwd mogen worden. Nu gevraagd wordt om de twee kavels te splitsen naar drie kavels en dus drie woningen te bouwen, is dit in strijd met het vigerende bestemmingsplan 'Haagse Beemden'. 1.4 Planvorm Voorliggend bestemmingsplan vormt het juridisch-planologisch kader voor de ontwikkeling van drie vrijstaande woningen (één extra woning ten opzichte van vigerend bestemmingsplan). Daar dit bestemmingsplan gericht is op de mogelijkheid voor het bouwen van een extra woning, is sprake van een zogenoemd ontwikkelingsplan. 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse is de ruimtelijke en functionele analyse van het plangebied, waaronder een analyse van de archeologie en het cultureel erfgoed, opgenomen. In hoofdstuk 3 Beleid wordt het relevante ruimtelijke beleid van het rijk, de provincie en de gemeente beschreven. In hoofdstuk 4 komen de doelstellingen van het bestemmingsplan aan bod en wordt de ontwikkeling beschreven. Vervolgens komen in hoofdstuk 5 Milieu en landschap de sectorale milieuaspecten zoals m.e.r., water, bodemkwaliteit, externe veiligheid, ecologie, enzovoorts aan bod. In hoofdstuk 6 is de juridische planbeschrijving opgenomen. In hoofdstuk 7 wordt de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan beschreven. En tot slot is hoofdstuk 8 Communicatie gereserveerd voor de uitkomsten van het vooroverleg zoals bedoeld in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening, evenals een beschrijving van de verdere procedure. 5

8 HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens het cultureel erfgoed, de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. 2.2 Positionering plangebied Het plangebied ligt in de wijk Haagse Beemden, nabij de Asterdplas. Haagse Beemden ligt ten noordwesten van de binnenstad van Breda. Het plangebied ligt in het nieuwste deel van de Haagse Beemden; een aantal kavels is nog onbebouwd. De kavels rond de Asterdse Sluis zijn gemiddeld m 2 groot en zijn bebouwd met uitsluitend vrijstaande woningen. De woningen liggen aan de rand van het buitengebied. 2.3 Ruimtelijke structuur Cultureel erfgoed Het Bredase erfgoed vormt de basis van de Bredase identiteit en vormt mede de basis van de ruimtelijke ontwikkeling van Breda. In de nota Erfgoedvisie Breda is dit belang erkent en vastgelegd. Om het erfgoed in brede zin op herkenbare wijze te kunnen inpassen in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingsprocessen is een goede inventarisatie noodzakelijk. In deze toelichting worden de aanwezige cultuurhistorische waarden (archeologie, historische geografie en gebouwd erfgoed) globaal in beeld gebracht en wordt aangegeven of en zo ja, hoe deze waarden beschermd moeten worden. Archeologie Op basis van de gegevens op de Beleidsadvieskaart Breda s Erfgoed, deel 1 Archeologie blijkt dat voor het plangebied een lage archeologische verwachting geldt (figuur 2.1). 6

9 Figuur 2.1 Uitsnede beleidsadvieskaart Breda s Erfgoed, deel 1 Archeologie (plangebied globaal met rood omlijnd) Daarom is in het bestemmingsplan Haagse Beemden geen dubbelbestemming Waarde-Archeologie opgenomen. Een archeologisch onderzoek ten behoeve van de extra woningbouwmogelijkheid is derhalve niet noodzakelijk. Wel geldt dat wanneer bij het ontgraven van het terrein toch archeologische sporen aan het licht komen, deze volgens de Monumentenwet 1988 binnen drie dagen dienen te worden gemeld bij de gemeente Breda. Historische geografie De Haagse Beemden was destijds één van de eerste wijken in Nederland waarbij het bestaande landschap als basis werd gebruiken voor de structuur van de wijk. Tot aan de jaren 80 verdween het landschap onder het ophoogzand en maakte plaats voor stedenbouwkundige stempels die op willekeurig elke andere plaats een plek zouden kunnen krijgen. De landschapsarchitecten L. Tummers en F. Maas maken in het Structuurplan voor de Haagse Beemden echter de keuze om de wijk rondom de landgoederen Burgst en IJzer Hek te bouwen. De Haagse Beemden staat in Nederland symbool voor het veranderend denken in de stedenbouw: groen structureert rood in plaats van andersom. Om deze reden is de Haagse Beemden in 2013 opgenomen in de Canon van de Ruimtelijke Ordening. In de CanonRO staan de 35 belangrijkste iconen uit de geschiedenis van de ruimtelijke ordening in Nederland. Twee terugkerende thema s die in alle buurten van de Haagse Beemden zijn verwerkt, zijn zichtlijnen op de landgoederenzone of het buitengebied en de situering van de woningen met de achterkant naar deze gebieden, zodat er een zo geleidelijk mogelijke overgang van de woonwijk naar het landschap ontstaat. Ook in de Asterdse Sluis komen beide thema s terug. De buurt heeft een ringvormige ontsluitingsweg en de woningen die aan de buitenkant van deze ring liggen aan de buitenrand van de buurt - staan met de achterkant naar het landschap. Om de overgang zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen mogen deze woningen maximaal 5 meter hoog worden. Voor de woningen die aan de binnenring liggen zijn vier oost-westgerichte groenstructuren gecreëerd die zicht bieden op het landschap. Eén van deze zichtlijnen maakt onderdeel uit van het plangebied. Gezien de cultuurhistorische waarde van de stedenbouwkundige opzet van de Haagse Beemden en de rol die zichtlijnen op het omringende landschap daarin spelen, heeft deze zichtlijn cultuurhistorische waarde. Gebouwd erfgoed Binnen het plangebied bevinden zich geen beschermde monumenten en panden van cultuurhistorische waarde (perceel thans onbebouwd). Derhalve is het toekennen van een dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie niet van toepassing Stedebouw Het eerste deel van de buurt Asterd is eind jaren 80 van de vorige eeuw gerealiseerd. De buurt ligt grotendeels aan de Asterdplas. De buurt bestaat uit een rechtlijnig stratenpatroon met aan de oostzijde enkele watergangen. De woningen zijn met de achterzijden veelal gelegen rond deze watergangen die vanuit de plas de buurt in lopen. Het stratenpatroon vertoont parallelle straten afgewisseld met de watergangen. Verschillende woningtypen zoals rijwoningen, twee-onder-een kap woningen, vrijstaande woningen en appartementen komen voor. Het plangebied maakt onderdeel uit van een deel van de Asterd dat bestaat uit geheel vrijstaande woningen op kavels van gemiddeld m 2 groot. De ruimtelijke opzet van de buurt wordt gekarakteriseerd door aan een ringvormige ontsluitingsweg gelegen vrijstaande woningen en vier 7

10 oost-west gelegen groenstructuren die zicht bieden op en de toegang mogelijk maken tot de omgeving. De woningen in de buurt hebben twee bouwhoogtes. In het centraal gelegen deel komen woningen met een goothoogte van 6 meter en bouwhoogte van 8 meter voor, terwijl voor de woningen die met hun perceel direct grenzen aan het buitengebied een bouwhoogte van 5 meter is toegestaan. De woningen hebben allen een individueel karakter, aangezien de kavels destijds als onbebouwd bouwperceel verkocht zijn. Kopers konden zelf hun woning bouwen binnen de gestelde stedenbouwkundige randvoorwaarden Verkeer De percelen Asterdse Sluis 43 en 45 worden momenteel ontsloten via de Asterdse Sluis, Asterdkraag, Dwarsdijk naar de Emerparklaan en verder. De nieuwe woning zal uiteraard gericht zijn op de Asterdse Sluis en hierop ook ontsloten worden, aangezien de achterzijde van het perceel grenst aan een brede waterloop. Op deze straten en wegen rond het plangebied geldt een snelheid van maximaal 30 km/u. In deze straten is geen scheiding van verkeersvoertuigen, het gaat er om de aanwezige woningen te ontsluiten voor alle verkeerssoorten. De inrichting van deze wegen gaat uit van gelijkwaardigheid voor alle verkeerssoorten (voorrang van rechts). Voor wat betreft het parkeerbeleid geldt de Nota parkeer- en stallingsbeleid Breda (september 2004 en herijking op 20 juni 2013). In deze nota is het beleid rondom bijvoorbeeld de thema's parkeerregulering, parkeernormering en transferpunten benoemd. Bij nieuwbouw, verbouw, functieverandering en -uitbreiding geldt de gemeentelijke parkeernorm. De parkeerplaatsen dienen in principe op eigen terrein te worden gerealiseerd. In de planregels van onderhavig bestemmingsplan zijn de parkeernormen uit het parkeerbeleid van toepassing verklaard. In hoofdstuk 4 is de parkeerbehoefte van voorgenomen ontwikkeling verder uitgewerkt. 2.4 Functionele structuur In het gebied rond de Asterdplas is de woonfunctie de belangrijkste en meest voorkomende functie. De dichtstbijzijnde voorzieningen liggen rond winkelgebied Heksenwiel. Deze voorzieningen liggen op relatief korte loop- en fietsafstand van het plangebied. Dit geldt ook voor het buitengebied. Voor de toekomstige bewoner(s) van het perceel zijn op korte afstand dus diverse voorzieningen aanwezig. Het plangebied is momenteel onbebouwd. De direct aanliggende percelen zijn geheel in gebruik ten behoeve van wonen. 8

11 HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante ruimtelijke beleid samengevat. 3.2 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De 'Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte' (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. De structuurvisie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Zo beschrijft het kabinet in de SVIR in welke infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren en op welke manier de bestaande infrastructuur beter benut kan worden. Het Rijk geeft daarbij meer ruimte aan provincies en gemeenten om in te spelen op de eigen situatie, zelf beslissingen te nemen en geeft ruimte aan burgers en bedrijven voor initiatief en ontwikkeling. In de structuurvisie schetst het Rijk de ambities voor concurrentiekracht, bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid tot 2040 (lange termijn) en doelen, belangen en opgaven tot 2028 (middellange termijn). De centrale visie wordt uiteengezet in drie hoofddoelstellingen voor de middellange termijn (2028), namelijk concurrerend, bereikbaar en leefbaar&veilig. Voor de drie rijksdoelen zijn de onderwerpen van nationaal belang benoemd waarmee het Rijk aangeeft waarvoor het verantwoordelijk is en waarop het resultaten wil boeken. De drie hoofddoelstellingen en 13 nationale belangen zijn: 1. Concurrerend = Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economisch structuur van Nederland. Hiervoor zijn de volgende nationale belangen benoemd: Nationaal belang 1: een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio s met een concentratie van topsectoren; Nationaal belang 2: ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie; Nationaal belang 3: ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen; Nationaal belang 4: efficiënt gebruik van de ondergrond. 2. Bereikbaar = Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat. Hiervoor zijn de volgende nationale belangen benoemd: Nationaal belang 5: een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor- en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio s inclusief de achterlandverbindingen; Nationaal belang 6: betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor- en vaarweg; Nationaal belang 7: het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor- en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen. 3. Leefbaar & veilig = Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn: Nationaal belang 8: verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico s; Nationaal belang 9: ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her) ontwikkeling; 9

12 Nationaal belang 10: ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten; Nationaal belang 11: ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten; Nationaal belang 12: ruimte voor militaire terreinen en activiteiten. De rijksverantwoordelijkheid voor het systeem van goede ruimtelijke ordening is zonder hoofddoelstelling, als afzonderlijk belang opgenomen: Nationaal belang 13: zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen. In de SVIR zijn nationale belangen opgenomen die zorgen voor een gegarandeerde basiskwaliteit voor alle bewoners van Nederland. Naast de drie hoofddoelen wordt een zorgvuldig gebruik van de schaarse ruimte bevorderd. Bij toekomstige ontwikkelingen heeft inbreiding en herstructurering de voorkeur boven uitbreiding. Nieuwe ontwikkelingen vinden eerst plaats in het bestaande stedelijk gebied of binnen bestaande bebouwing. Wanneer uitbreiding buiten het stedelijk gebied noodzakelijk is dan is een optimale inpassing en bereikbaarheid van de ontwikkeling van belang. Hiervoor wordt een ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Een groot deel van deze belangen is juridisch geborgd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro) (paragraaf 3.2.2), de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Rarro) of het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Plangebied Onderhavig plan ligt in stedelijk gebied. Het betreft het toevoegen van één extra woning. Regionaal zijn afspraken gemaakt omtrent de woningbouwprogrammering. Elke gemeente mag, mede op basis van demografische gegevens, een bepaalde hoeveelheid woningen bouwen. De extra woning past binnen deze regionale afspraken. In het gemeentelijk woningbouwprogramma wordt maximaal één woning gereserveerd ten behoeve van deze ontwikkeling. De voorgenomen ontwikkeling volgt derhalve de lijn van de ladder voor duurzame verstedelijking. Daarnaast is geen ander nationaal belang in het geding, aangezien het een kleinschalige ontwikkeling is, die geen consequenties heeft op nationaal niveau. Conclusie Het plan is dus in overeenstemming met de SVIR en is niet in strijd met een van de nationale belangen Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) De nationale belangen uit de SVIR die juridische borging vragen, zijn in het 'Besluit algemene regels ruimtelijke ordening' (1 oktober 2012, hierna Barro) geborgd. In het Barro is een aantal projecten die van rijksbelang zijn, genoemd en met behulp van digitale kaartbestanden exact ingekaderd. Per project zijn vervolgens regels gegeven, waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. Onderwerpen waarvoor het Rijk ruimte vraagt, zijn: 1. de mainportontwikkeling van Rotterdam; 2. de bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren; 3. de bescherming en behoud van de Waddenzee; 4. de bescherming en behoud van enkele werelderfgoederen, zoals de Beemster, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam; 5. de uitoefening van defensietaken; 6. veiligheid rond rijksvaarwegen; 7. toekomstige uitbreiding van hoofd(spoor)wegennet; 8. de elektriciteitsvoorziening; 9. de ecologische hoofdstructuur (EHS); 10. de veiligheid en bescherming van primaire waterkeringen buiten het kustfundament; 11. toekomstige rivierverruiming langs de Maas; 12. verstedelijking in het IJsselmeer; 13. duurzame verstedelijking. 10

13 Het kabinet heeft de keuze voor deze onderwerpen gemaakt in de SVIR (paragraaf 3.2.1). Door de nationale belangen vooraf in bestemmingsplannen te borgen, wordt met het Barro bijgedragen aan versnelling van de besluitvorming bij ruimtelijke ontwikkelingen van nationaal belang en vermindering van de bestuurlijke drukte. De bedoeling is duidelijk: belemmeringen die de realisatie van de genoemde projecten zouden kunnen frustreren of vertragen worden door het Barro op voorhand onmogelijk gemaakt. Dat zal inderdaad kunnen leiden tot een versnelde uitvoering van die projecten. Daar staat tegenover dat gemeenten die een bestemmingsplan opstellen dat raakt aan een belang van één van de projecten in het Barro, nauwkeurig de regelgeving van het Barro moeten checken. Gebeurt dat niet, dan kunnen Gedeputeerde Staten of de Minister een reactieve aanwijzing geven. Het effect daarvan is dat bepaalde onderdelen van het bestemmingsplan niet in werking treden. Plangebied Uitoefening van defensietaken In het Barro zijn regels ten aanzien van radarverstoringsgebieden van toepassing die betrekking hebben op het plangebied. Het betreft het radarverstoringsgebied van vliegbasis Woensdrecht. In dergelijke gebieden gelden beperkingen ten aanzien van bestemmingsplannen ten behoeve van een goede werking van de radar op het radarstation. Deze beperkingen hebben betrekking op de maximale bouwhoogte van bouwwerken in het radarverstoringsgebied. Het plangebied is gelegen op circa 37 kilometer van de radarantenne. In de regels vanuit het Barro/Rarro is bepaald dat in het gebied vanaf 15 tot 75 kilometer van de radarantenne de bouwhoogte van bouwwerken niet meer mag bedragen dan de hoogte van de antenne ten opzichte van NAP vermeerderd met 65 meter. De hoogte van de antenne van vliegbasis Woensdrecht bedraagt 45,2 meter +NAP. De maximale bouwhoogte in het voornoemde gebied mag dus niet meer bedragen dan 110,2 meter +NAP. Het bestemmingsplan staat geen bouwhoogtes toe die hoger zijn dan deze maat. De hoogst toegelaten bouwhoogte binnen de planregels bedraagt slechts 8 meter. Het plangebied is verder niet gelegen in het obstakelbeheergebied van het militaire luchtvaartterrein Gilze-Rijen en kent naar aanleiding hiervan dus geen beperkingen. Ladder voor duurzame verstedelijking In het Barro is ook het nationaal belang, 'ladder voor duurzame verstedelijking', opgenomen. Doel van de 'ladder voor duurzame verstedelijking' is een goede ruimtelijke ordening in de vorm van een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Met de ladder voor duurzame verstedelijking wordt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten nagestreefd. In dit geval betreft het een plan dat een toevoeging van één extra woning mogelijk maakt. Breda heeft wat betreft de vraag naar verschillende functies, zoals wonen, bedrijven en detailhandel, afspraken gemaakt met de regio (regionaal ruimtelijk overleg). In het regionaal ruimtelijk overleg wordt, onder andere op basis van demografische gegevens, voor elke gemeente de behoefte aan de diverse functies vastgelegd. Breda heeft deze afspraken verankerd in eigen beleidsstukken. Voor wat betreft de stedelijke programmering voor wonen heeft de gemeente Breda de koers geformuleerd in de Structuurvisie Breda 2030 (vastgesteld door de gemeenteraad op 26 september 2013), zie ook paragraaf Hierin is aangegeven dat het regionaal afgestemde woningbouwprogramma voor Breda 6325 woningen bedraagt voor de periode tot 2023 en circa 5000 woningen voor de periode Dit betekent dat de gemeente keuzes dient te maken in de te realiseren bouwplannen. Uitgangspunt bij deze keuze is of er door de voorgenomen ontwikkeling een kwaliteitsverbetering van de locatie optreedt. In dit geval is daar sprake van (zie ook hoofdstuk 4). Derhalve is besloten dat deze ontwikkeling doorgang mag vinden en dat deze woning gereserveerd wordt in het Bredase woonprogramma. Conclusie Gezien de maximale toegestane hoogtematen in het plangebied is voorliggend bestemmingsplan niet in strijd met het nationale belang 'uitoefening van defensietaken'. De voorgenomen bouwplan past dus binnen de regionale behoefte (trede 1) en ligt bovendien in stedelijk gebied (trede 2). De voorgenomen ontwikkeling volgt derhalve de lijn van de ladder voor duurzame verstedelijking. Overige nationale belangen zijn niet van toepassing op het plangebied. 11

14 Onderhavig bestemmingsplan is dus in overeenstemming met het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. 3.3 Provinciaal beleid Structuurvisie ruimtelijke ordening In de 'Structuurvisie 2010-partiële herziening 2014' (1 januari 2011 in werking getreden en op 7 februari 2014 partiël herzien) is het beleid ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkelingen in Brabant op hoofdlijnen uiteengezet. De Structuurvisie geeft de samenhang weer tussen het beleid op het gebied van milieu, verkeer en vervoer en water. Daarnaast houdt de Structuurvisie ruimtelijke ordening rekening met het provinciaal beleid op economisch, sociaal-cultureel en ecologisch vlak. In de Structuurvisie ruimtelijke ordening geeft de provincie aan hoe zij omgaat met de ruimtelijke opgave voor de periode tot 2025, met een doorkijk naar Er gaat geen directe werking uit richting gemeentelijke besluitvorming. De Verordening ruimte (paragraaf 3.3.2) heeft wel een doorwerking naar gemeentelijke besluitvorming. De ruimtelijke belangen en keuzes zijn in vier ruimtelijke structuren geordend. Binnen deze structuren worden de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen opgevangen. De vier structuren zijn: de groenblauwe structuur; het landelijk gebied; de stedelijke structuur; de infrastructuur. 12

15 Figuur 3.1 Uitsnede structurenkaart Structuurvisie 2010-partiële herziening 2014' (plangebied is globaal met zwart omcirkeld) [bron: Plangebied Het plangebied is als onderdeel van de bestaande stad op de bijbehorende kaarten aangegeven als 'stedelijk concentratiegebied' (zie figuur 3.1). In de stedelijke structuur wil de provincie het volgende bereiken: 1. concentratie van verstedelijking; 2. zorgvuldig ruimtegebruik; 3. meer aandacht voor ruimtelijke kwaliteit; 4. betere verknoping van stedelijke ontwikkelingen aan de infrastructuur; 5. versterking van de economische kennisclusters. Binnen het stedelijk gebied is functiemenging, inbreiding, herstructurering en transformatie belangrijk, zodat er minder ruimte nodig is voor stedelijke uitbreidingen. Door de verstedelijking te concentreren, zijn er meer mogelijkheden om een hoog voorzieningenniveau in stand te houden en verder te ontwikkelen. Dat gebeurt rond goed ontsloten gebieden, zoals in dynamische stadscentra en op knooppunten van infrastructuur. Onderhavig plangebied ligt in het stedelijk concentratiegebied. Het stedelijk concentratiegebied heeft een bovenlokale opvangtaak voor verstedelijking. De gemeenten maken in regionaal verband en met de provincie afspraken over de verdeling van het verstedelijkingsprogramma in de regionale overleggen. Zorgvuldig ruimtegebruik en toepassing van de ladder voor duurzame ontwikkeling zijn voorwaarden bij het maken van regionale afspraken. Conclusie Onderhavige ontwikkeling voorziet in de toevoeging van één extra woning in het bestaand stedelijk gebied. Hierbij is sprake van herontwikkeling van een locatie in reeds bebouwd gebied. Daarmee voldoet dit plan aan het uitgangspunt van het provinciale beleid om zoveel mogelijk te herstructureren, inbreiden en intensiveren in het bestaand bebouwd gebied Verordening ruimte De 'Verordening ruimte 2014' (hierna: Verordening) (vastgesteld op 7 februari 2014 en per 19 maart 2014 in werking) is één van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie om haar doelen te realiseren. In de Verordening vertaalt de provincie de kaderstellende elementen uit het provinciaal en rijksbeleid in regels die van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen. De onderwerpen die in de Verordening staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De Verordening is daarbij een van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. De regels in de Verordening gelden voor gemeenten en niet rechtstreeks voor burgers. Belangrijke onderwerpen in de Verordening zijn: ruimtelijke kwaliteit; stedelijke ontwikkelingen; 13

16 natuurgebieden en andere gebieden met waarden; agrarische ontwikkelingen, waaronder de intensieve veehouderij; overige ontwikkelingen in het landelijk gebied. In de Verordening zijn regels opgenomen waaraan ruimtelijke plannen, zoals een bestemmingsplan, dienen te voldoen. De regels van de Verordening zijn, in lijn met het beleid uit de Structuurvisie ruimtelijke ordening, erop gericht om het merendeel van de stedelijke ontwikkelingen plaats te laten vinden in de stedelijke regio s en in het bestaand stedelijk gebied. Plangebied Het plangebied ligt geheel in bestaand stedelijk gebied, 'stedelijk concentratiegebied' (figuur 3.2). De Verordening zegt over gebieden in stedelijk gebied dat 'bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling uitsluitend gelegen moeten zijn in het bestaand stedelijk gebied'. In het stedelijk concentratiegebied zijn de mogelijkheden om het bestaand stedelijk gebied beter te benutten door inbreiding en herstructurering en intensief en meervoudig ruimtegebruik van belang. Daarnaast moet aandacht worden besteed aan de mogelijkheden die compacte bouwwijzen - zoals het bouwen in de hoogte en steeds vaker ook in de diepte (de ondergrondse ruimte) - bieden om het ruimtegebruik te intensiveren. Ook moet bestaande, nieuwe of te herontwikkelen ruimte intensiever worden benut. Door verschillende functies op een locatie te combineren kan extra ruimtebeslag worden voorkomen of beperkt. In de stedelijke gebieden kan men denken aan het combineren van functies als wonen, werk en zorg. Ook verwacht de provincie van gemeenten aangaande nieuwbouw van zelfstandige woningen dat zij bij de ontwikkeling en het opstellen van ruimtelijke plannen rekening houden met de afspraken, zoals die zijn gemaakt in het regionale planningsoverleg ('ladder van duurzame verstedelijking'). Het vereiste van regionale afstemming is gebaseerd op de constatering dat wezenlijke processen met betrekking tot het wonen zich meer en meer afspelen op het regionale schaalniveau. Het wonen moet dan ook steeds meer als een regionale opgave worden gezien en de noodzaak om met betrekking tot de woningbouw tot (meer en betere) regionale afstemming te komen en ook regionale afspraken te maken, wordt alleen maar groter. In lijn hiermee voorziet de Verordening ruimte erin dat, op basis van de door de provincie opgestelde bevolkings- en woningbehoefteprognose, in regionaal verband bestuurlijke afspraken worden gemaakt over de gemeentelijke woningbouwprogramma s, in samenhang met de gemeentelijke plancapaciteit voor woningbouw. De gemeente Breda kent, op basis van de regionale afspraken, een maximum aantal woningen die tot 2023 gebouwd mag worden. Het toevoegen van één woning op deze locatie past binnen deze regionale afspraken. Ten behoeve van deze ontwikkeling wordt één extra woning gereserveerd in het gemeentelijke woonprogramma. De voorgenomen ontwikkeling is dus passend binnen de regionale afspraken en is zodoende voldoende onderbouwd volgens de ladder van duurzame verstedelijking. Figuur 3.2 Uitsnede Verordening ruimte 2014, kaart 'stedelijke ontwikkeling', plangebied globaal met zwart aangeduid [bron: 14

17 Conclusie Onderhavige ontwikkeling voorziet in het toevoegen van één extra woning in het bestaand stedelijk gebied conform regionale afspraken. Onderhavig bestemmingsplan past dus binnen de regels van de Verordening en is dus niet in strijd met een provinciaal belang. 3.4 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Breda 2030, Keuzes maken in een dynamische tijd De 'Structuurvisie Breda 2030' (vastgesteld door de gemeenteraad op 26 september 2013) geeft de gewenste ruimtelijke ontwikkeling tot 2030 weer en biedt een afwegingskader voor de stedelijke programmering. De structuurvisie dient als integrale basis voor bestemmingsplannen, ontwikkelingsvisies en beleidsdocumenten. Het fundament voor de ontwikkeling van Breda naar 2030 is het ontwikkelen van een compacte, duurzame stad, waarin ruimte is voor initiatief. Uitgangspunt in de Structuurvisie voor wat betreft woningbouw is een betere aansluiting van de nieuwbouw op de bestaande voorraad en de ontwikkelende woningvraag. Vraag en aanbod moeten beter op elkaar afgestemd worden. Het is dus van belang dat een herprogrammering plaatsvindt, waarbij prioriteiten gesteld worden welke woningbouwplannen wel en geen doorgang mogen vinden. Het afstemmen van het woningaanbod op de woonvraag is een opgave voor markt en overheid. De gemeente voert de regie op het programma en zal samen met andere partijen en bewoners richting geven aan de projecten waarop wordt ingezet. Zij heeft hierbij vooral een regisserende, stimulerende en faciliterende rol. Wanneer de bevolkingsontwikkeling, de woningmarkt en de ambities rond het wonen vertaald worden naar het woonbeleid, komen de volgende accenten naar voren: Realistisch programmeren; Bijstellen, doseren en faseren van lopende plannen; Schrappen van projecten die niet tot ontwikkeling komen; Faciliteren van vernieuwende, onderscheidende en unieke woonlocaties; Ondersteunen van initiatieven (zelfbouw); Aandacht voor de vitaliteit van de dorpen en wijken; Inzetten op duurzaamheid bestaande voorraad (o.a. particuliere woningverbetering); Aandacht voor vergrijzing (nul-trede-woningen, thuis wonen met zorg in de buurt); Huisvesten van jonge huishoudens; Huisvesten van kwetsbare groepen en de benodigde kernvoorraad aan sociale huurwoningen; GWI en bereikbaarheid voorzieningen; Arbeidsmigranten en studenten en regulering kamermarkt. Vertaald naar de bestaande en nieuwe woningvoorraad, geven de accenten voor het woonbeleid het volgende beeld: Bestaande voorraad: Verduurzaming; Bevorderen doorstroming; Beleid rond woningsplitsing/ kamerverhuur/ inwonen/ samenwonen; Renovatie en groot onderhoud in plaats van sloop (vooral op de langere termijn); Sloop/ vervanging (vooral op de lange termijn); Verdunnen in compact stedelijke woonmilieus en verdichten in centrum stedelijk en dorpse woonmilieu (nabij voorzieningen). Nieuwbouw: Kleinschalig en verspreid over alle woonsferen en woonmilieus; Ruimte voor zelfbouw; Inzetten op functiemenging; Versterken karakter bestaande woonmilieus (gemêleerd); Monitoring ontwikkeling vraagzijde en effecten realisatieteam; Faseren en doseren grootschalige locaties; Verzamelopgave vitaliteit dorpen. 15

18 Woningvermeerdering kan worden toegelaten wanneer sprake is van verbetering van de (ruimtelijke) kwaliteit van de locatie door de woningbouwontwikkeling. Plangebied De locatie ligt in de wijk Haagse Beemden. Door het splitsen van de twee kavels ontstaan drie kavels van een meer vergelijkbare omvang (gemiddeld circa m 2 ) ten opzichte van de omliggende kavels. Het plan past binnen de (oorspronkelijke) stedenbouwkundige opzet van de wijk en voldoet met de kleinere kavels bovendien meer aan de vraag vanuit de markt. Door beter aan te sluiten bij de marktvraag, kan de woonbuurt sneller afgerond worden. Conclusie De voorgenomen ontwikkeling past binnen de gemeentelijke kaders van de stedelijke programmering zoals vastgelegd in de Structuurvisie Breda

19 HOOFDSTUK 4 Doelstellingen van het bestemmingsplan 4.1 Doelstelling De doelstelling van dit bestemmingsplan is het mogelijk maken van de bouw van één extra woning op de percelen Asterdse Sluis Zodoende ontstaan drie kavels in plaats van de oorspronkelijke twee kavels. Het plan sluit door het aanbieden van kleinere kavels beter aan op de marktvraag. 4.2 Beschrijving plan Karakter van de buurt De kavels liggen in Asterd, aan de noordzijde van de Haagse Beemden. Asterd is een waterrijke buurt in directe nabijheid van de Asterdplas en de Mark. De ruimtelijke opzet van de buurt wordt gekarakteriseerd door aan een ringvormige ontsluitingsweg gelegen vrijstaande woningen en vier oost-west gelegen groenstructuren die zicht bieden op en de toegang mogelijk maken tot de omgeving. Uitgangspunten Voor het bouwen aan de Asterdse Sluis wordt aangesloten bij de bestaande karakteristiek van de buurt. De bouwhoogte sluit aan bij de bouwhoogte van de bestaande woningen. Het zicht op de omgeving blijft in stand door de bestaande oost-west groenstructuur voort te zetten tot aan het nieuwe hoekkavel. Met dit bestemmingsplan wordt een juridisch-planologische basis gecreeërd om in het plangebied in totaal drie vrijstaande woningen te bouwen op kavels van circa 820 m 2, 1020 m 2 en 1280 m 2. Voor de drie woningen is op dit moment nog geen bouwplan gemaakt. Wel geldt een aantal specifieke randvoorwaarden waar de woningen aan moeten voldoen. Samengevat gelden voor de woningen de volgende bouwregels: Er mogen uitsluitend drie vrijstaande woningen worden gebouwd; Gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak zoals op de verbeelding is aangeduid; Het hoofdgebouw dient in de voorgevelrooilijn gebouwd te worden of, indien specifiek is aangegeven, binnen het aangeduide vlak; Het hoofdgebouw dient op minimaal 5 meter van de zijdelingse bouwperceelgrenzen gesitueerd te worden; Elke kavel mag voor maximaal 40% bebouwd worden met een maximum oppervlakte van 400 m 2 ; De maximale goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw mag respectievelijk 6 en 8 meter bedragen voor het meest noordelijk gelegen kavel. Voor de overige twee kavels geldt een goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw van maximaal 5 meter. Deze hoogtes sluiten grotendeels aan bij de hoogtes van de omliggende woningen; Aan- en uitbouwen en bijgebouwen (ondergeschikt bouwvolume) mogen aan één zijde in de zijdelingse bouwperceelgrens worden gebouwd en uiteraard binnen het bouwvlak. Deze bouwwerken mogen maximaal 3 meter zijn. Aan de andere zijde dienen de aan- en uitbouwen en bijgebouwen op minimaal 5 meter uit de zijdelingse erfgrens te liggen en uiteraard ook binnen het bouwvlak; Vrijstaande bijgebouwen mogen per kavel een gezamenlijk oppervlak hebben van maximaal 60 m 2. Bovengenoemde randvoorwaarden worden waar mogelijk vastgelegd in de planregels en op de verbeelding. Parkeren en ontsluiting Het parkeren dient op eigen terrein te geschieden. Voor een vrijstaande woning in dit gebied geldt een parkeernorm van 1,9 parkeerplaats per woning. Er dienen dus op eigen terrein (afgerond) 2 parkeerplaatsen aangelegd te worden. Aangezien de percelen een oppervlakte hebben van meer dan 820 m 2, is voldoende ruimte op het perceel aanwezig om deze parkeerplaatsen te realiseren. De gevraagde extra woning leidt dus niet tot een hogere parkeerdruk in de omgeving. 17

20 HOOFDSTUK 5 Milieu en Landschap 5.1 Inleiding Voor het ontwikkelen en in stand houden van een leefbaar en duurzaam Breda dient bij ruimtelijke planvorming rekening gehouden te worden met de milieuhygiënische aspecten die door het plangebied en of de omgeving hiervan worden opgelegd. Door rekening te houden met deze aspecten kan een goed leefklimaat worden ontwikkeld. In dit hoofdstuk worden de verschillende milieuhygiënische aspecten die van belang zijn voor het plangebied nader toegelicht. 5.2 Milieueffectrapport Gezien de beperkte grootte van het planvoornemen wordt het uitvoeren van een milieueffectrapportage niet noodzakelijk geacht. De activiteit komt voor in de bijlage van het Besluit m.e.r., maar omdat het beneden de drempelwaarde blijft, is een m.e.r. (beoordeling) niet verplicht. Een motivering betreffende de milieubeoordeling van planvoornemen is noodzakelijk. In de navolgende paragrafen worden de milieuaspecten beoordeeld in het kader van een goede ruimtelijke ordening. 5.3 Bodem Algemeen Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet zijn aangetoond dat de bodem en het grondwater ter plaatse geschikt zijn voor het beoogde gebruik. Hiertoe is het uitvoeren van een verkennend milieukundig bodem- en grondwateronderzoek noodzakelijk. Regelgeving De tijd dat bodemverontreiniging geheel moet worden weggenomen is voorbij. Tegenwoordig hoeven alleen de zogeheten ernstige verontreinigingen aangepakt te worden. De aanpak wordt afgestemd op de functie. De belangrijkste criteria voor de keuze van maatregelen zijn de risico s voor gezondheid of milieu die de verontreiniging kan vormen. In de praktijk blijken er gelukkig niet vaak risico s te zijn voor de gezondheid van mensen. Milieurisico s komen wel voor in Breda, echter de ontwikkeling wordt afgestemd op eventueel aanwezige verontreiniging om risico s te nivelleren. Om kansen te benutten en problemen te voorkomen, is het van belang dat bij bouw en ontwikkeling tijdig kennis is van de bodemkwaliteit. Deels bewaakt de gemeente dit door in voorkomende gevallen een bodemtoets te verlangen. De gemeente toetst de uitkomsten hiervan aan de Wet bodembescherming, landelijke circulaires en het Bredase bodembeleid. Zo wordt bepaald waaraan de kwaliteit van de bodem moet voldoen en of er maatregelen als beheer of sanering nodig zijn. De uiteindelijke bodemkwaliteit moet steeds voldoen aan de functie. De bodem is een bepalende factor om tot een duurzame inrichting van een gebied te komen. De bodem moet daarvoor voldoen aan diverse wettelijke regelingen, maar meestal ook aan technische voorwaarden die gesteld worden vanuit de ontwikkeling. Onderzoek De natuurlijke kwaliteit van de bodem kan per gebied variëren. De gemeente Breda heeft een Bodemkwaliteit- en functiekaart vastgesteld, overeenkomstig het Besluit bodemkwaliteit. De bodemkwaliteitskaart is vastgesteld op basis van lokale achtergrondgehalten. Op de functiekaart is het gemeentelijk grondgebied ingedeeld in de functies wonen, industrie en niet ingedeeld (de schone stukken). De kwaliteit van de grond die op een locatie gebruikt wordt moet voldoende zijn voor de functie van het gebied. Het gaat hierbij om de natuurlijke achtergrondkwaliteit, verontreinigde locaties zijn van deze kaart uitgesloten. Voor locaties die (door menselijk handelen) zijn verontreinigd, geldt het gebruikelijke onderzoeks- en saneringstraject. De gemeente Breda beschikt over informatie omtrent de bodem kwaliteit. Deze informatie is te raadplegen via de website van de gemeente Breda. 18

21 In het kader van de ontwikkeling van de Asterdse Sluis is in 2001 een verkennend bodemonderzoek verricht. Uit dit onderzoek is gebleken dat er geen bezwaren zijn tegen de geplande woningbouw rond de Asterdse Sluis. Vanaf 2001 tot nu hebben in het plangebied geen handelingen c.q. activiteiten plaatsgevonden die van invloed zijn op de bodem(kwaliteit). De resultaten uit het onderzoek zijn dus nog steeds van toepassing: de grond is geschikt voor de functie wonen. Het toevoegen van een extra woning (3 in plaats van de reeds toegestane 2 woningen) is derhalve vanuit het aspect 'bodem' niet van invloed. In het kader van de omgevingsvergunning dient aangetoond te zijn dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de betreffende (woon)functie. Conclusie Het toevoegen van een extra woning (3 in plaats van de reeds toegestane 2 woningen) is vanuit het aspect 'bodem' niet bezwaarlijk. De bodem was al geschikt voor de functie 'wonen'. 5.4 Water Algemeen Het overheidsbeleid is er op gericht om het watersysteem op orde te brengen en vervolgens op orde te houden. Dit betekent dat zo min mogelijk wateroverlast ontstaat en dat de waterkwaliteit voldoende is. Provincies en gemeenten dragen zorg voor een integrale afweging van de ruimtebehoefte en leggen deze vast in beleidsplannen, structuur- en/of bestemmingsplannen. Regelgeving De Europese en nationale richtlijnen op het gebied van water zijn door de provincie Noord-Brabant doorvertaald in een regionaal waterplan Provinciaal Waterhuishoudingsplan Hierin staan op hoofdlijnen de doelen die de provincie wil bereiken op het gebied van water en op welke wijze zij deze wil realiseren. Op punten waar de provincie meer in detail wil regelen hoe met water om te gaan, is dit vastgelegd in de provinciale verordeningen: de Verordening water, Verordening ruimte en de Provinciale Milieuverordening. Het Provinciaal waterhuishoudingsplan is door het waterschap Brabantse Delta geconcretiseerd in een Waterbeheerplan, de Beleidsregel toepassing Waterwet en de waterschapsverordening (Keur). Binnen het waterbeheerplan wordt aandacht gevraagd voor de reductie van wateroverlast in de stad. Waterschap Brabantse Delta stelt op basis van de Beleidsregel toepassing Waterwet en de Keur onder andere hydraulische randvoorwaarden aan het lozen, onttrekken, aan- en afvoeren van water van en naar het oppervlaktewater. De Structuurvisie Breda, het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan en het Hemelwater- en grondwaterbeleid vormen het beleidskader voor water op gemeentelijk niveau. Het beleid met betrekking tot de zorgplicht stedelijk afvalwater is vastgelegd in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan van de gemeente Breda. De zorgplichten hemel- en grondwater zijn in het door de gemeenteraad vastgestelde Hemel- en grondwaterbeleidsplan uitgewerkt. Het hemel- en grondwaterbeleid is gericht op het nastreven van de oorspronkelijk natuurlijke situatie. Hiervoor gelden eisen ter voorkoming van (hemel- of grond)wateroverlast (veiligheidseisen) en eisen ter voorkoming van achteruitgang van het natuurlijk (hemel- of grond)watersysteem (duurzaamheidseisen). In alle gevallen geldt zuiveren waar het moet vanuit de gewenste waterkwaliteit. Onderzoek Door de ontwikkeling in het plangebied zal het verhard oppervlak toenemen. Dit hoeft echter niet door middel van de aanleg van waterrretentie gecompenseerd te worden. Wel is het wenselijk het regenwater afkomstig van verhardingen zo min mogelijk aan te sluiten op de riolering en te infiltreren in de bodem. De aard van de toekomstige bebouwing is van dien aard dat de kwaliteit van het afstromende regenwater goed is. Het plangebied is gelegen in een volledig beschermd gebied. In een dergelijk gebied gelden hogere eisen voor het lozen en onttrekken van water om verdroging te voorkomen. Het is dan ook verboden zonder vergunning van het dagelijks bestuur water af te voeren naar of aan te voeren uit, te brengen in of te onttrekken aan oppervlaktewaterlichamen in de beschermde gebieden. 19

22 Voor werkzaamheden op en of in de nabijheid van oppervlaktewaterlichamen en voor het onttrekken en/of retourneren van grondwater op basis van de Keur een melding of vergunning benodigd kan zijn. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met het waterschap (afdeling vergunningen). Het rioleringssysteem bestaat uit een gescheiden systeem. Het afvalwater wordt getransporteerd naar de rioolwaterzuivering Nieuwveer en het hemelwater naar open water. Bouwmaterialen dienen bij voorkeur milieuvriendelijk te zijn. Uitlogende bouwmaterialen, zoals lood, koper, zink en zacht PVC dienen achterwege gelaten te worden. Deze stoffen kunnen zich namelijk ophopen in het water(bodem)systeem en hebben daardoor een zeer nadelige invloed op de water(bodem)kwaliteit en ecologie. Conclusie Het plangebied ligt in een volledig beschermd gebied. Zonder vergunning is het verboden water af te voeren naar of aan te voeren uit, te brengen in of te onttrekken aan oppervlaktewaterlichamen in het plangebied. Bij de uitwerking en uitvoering van de bouwplannen dient hier rekening mee te worden gehouden. De waterhuishoudkundige situatie in het plangebied vormt echter geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van onderhavig bestemmingsplan. Het waterschap heeft, met inachtneming van de opmerking over het beschermde gebied, per brief van 26 september 2014, een positief wateradvies gegeven. 5.5 Ecologie Algemeen Natuur en groen wordt over het algemeen positief gewaardeerd. Veel mensen vertoeven in hun vrije tijd graag in de bossen en de parken in en rond de stad. De aanwezigheid van voldoende groen op een bereikbare afstand bepaalt voor een belangrijk deel de leefbaarheid van een woongebied. Ook de aanwezigheid van dieren, bijvoorbeeld vogels, in de stad wordt over het algemeen als positief ervaren. De aanwezigheid van voedsel-, nest- en rustgebied is voor deze dieren van essentieel belang. Regelgeving Ruimtelijke plannen dienen te worden beoordeeld op de haalbaarheid in relatie tot actuele natuurwetgeving. Bescherming in het kader van de natuurwet- en regelgeving is op te delen in gebieds- en soortenbescherming. Bij gebiedsbescherming heeft men te maken met de Natuurbeschermingswet 1998 en ecologische hoofdstructuur. De soortenbescherming (planten en dieren) komt voort uit de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen tevens de implementatie van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn op nationaal niveau. Er mogen geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, waarvan op voorhand duidelijk is dat deze op bezwaren stuiten door effecten op beschermde natuurgebieden of op streng beschermde planten of dieren. Onderzoek Gebiedsbescherming In het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) dient er getoetst te worden of de beoogde ontwikkelingen een negatieve invloed hebben op de beschermde gebieden. Het plangebied ligt niet in of nabij een gebied dat is aangewezen in het kader van de Natuurbeschermingswet. Het dichtstbijzijnde gebied beschermd in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 betreft het Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos. Dit beschermde gebied ligt op circa 8 km afstand. Gezien de zéér geringe toename van het aantal verkeersbewegingen, de grote afstand en het feit dat er veel grote verstorende tussenliggende elementen aanwezig zijn tot het Natura 2000-gebied (bebouwing, wegen), zijn directe en indirecte negatieve effecten van de plannen op het beschermde gebied geheel niet te verwachten. Voor dit plan is een vergunningsaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet niet van toepassing. Soortenbescherming 20

23 De bescherming van dier- en plantensoorten is sinds 1 april 2002 in de Flora- en faunawet geregeld. Het doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. Eén van de uitvloeisels van deze regelgeving is dat de effecten van nieuwe plannen op de planten- en diersoorten die in een gebied aanwezig zijn beoordeeld dienen te worden. Verder wordt verwacht dat alleen algemeen beschermde soorten aanwezig zijn, die niet actief gedood mogen worden. Het gebied zal hooguit gebruikt worden door algemeen voorkomende soorten. Deze vallen onder het lichte beschermingsregime van de Flora- en faunawet. Hiervoor geldt dat aantasting van vaste rust- en verblijfplaatsen op basis van een algehele vrijstelling mogelijk is, zonder dat er sprake is van procedurele consequenties. Dit betekent dat voor deze soorten de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden zonder ontheffing. Het gebied kan gebruikt worden als foerageergebied door vleermuizen. Er is echter voldoende alternatief foerageergebied in de directe omgeving. Conclusie De invloed van onderhavig bestemmingsplan op de groenstructuur en de ecologische waarde is verwaarloosbaar. De aanwezige waarden worden middels dit bestemmingsplan voldoende beschermd. Er is dan ook geen ontheffing nodig in het kader van Flora en Faunawet. 5.6 Bedrijven Algemeen Indien door middel van een plan nieuwe, milieuhindergevoelige functies mogelijk worden gemaakt, dient te worden aangetoond dat deze niet worden gerealiseerd binnen de hinderzone van omliggende bedrijven. Anderzijds mogen milieuhindergevoelige functies in de directe omgeving van het plangebied niet negatief worden beïnvloed door de ontwikkelingen die met een plan mogelijk worden gemaakt. Regelgeving De mate en de ernst van de invloed van een bedrijf is mede afhankelijk van het type en de omvang van het bedrijf. In de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering worden op basis van onderzoeks- en ervaringsgegevens richtafstanden aanbevolen tussen bedrijvigheid en milieuhindergevoelige functies. Op basis van het aspect met de grootste afstand zijn de bedrijven in de volgende categorieën ingedeeld: Categorie 1: grootste afstanden 0 en 10 meter; Categorie 2: grootste afstand 30 meter; Categorie 3: grootste afstanden 50 (3.1) en 100 (3.2) meter; Categorie 4: grootste afstanden 200 (4.1) en 300 (4.2) meter; Categorie 5: grootste afstanden 500 (5.1), 700 (5.2) en 1000 (5.3) meter; Categorie 6: grootste afstand meter. De afstanden gelden in principe tussen enerzijds de perceelsgrens van het bedrijf (bij een gangbare perceelsgrootte en -indeling) en anderzijds de gevel van een woning. De afstanden in bovengenoemde uitgaven moeten als indicatief gezien worden. Doordat de omvang van bedrijven kan verschillen en omdat bedrijven maatregelen kunnen nemen om de invloed te beperken, kan de invloedssfeer in werkelijkheid afwijken van bovengenoemde afstanden. De uiteindelijke afstemming tussen de hinder van het bedrijf en de omgeving wordt geregeld in het kader van de Wet milieubeheer. In het Activiteitenbesluit zijn voorschriften opgenomen die bescherming bieden tegen hinder van bedrijven/inrichtingen die onder het Besluit vallen. Deze bescherming wordt geboden aan gevoelige objecten. De bedrijven in de omgeving hebben conform de regelgeving al rekening te houden met geluidgevoelige woningen. Onderzoek In en in de omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig die een invloedsgebied hebben die tot in het plangebied reikt. Conclusie 21

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante beleid

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid In de toekomst zullen er altijd verzoeken komen van ontwikkelingen die niet passen binnen voorliggend bestemmingsplan. Voor dergelijke initiatieven kan alsnog medewerking worden gevraagd aan het college

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (integrale) ruimtelijke

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30 Toelichting Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30 Inleiding De erven van Eekelen hebben verzocht om een extra bebouwingsvlak toe te kennen voor het in hun bezit zijnde perceel Sander 30. Het perceel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid

Hoofdstuk 3 Beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid Hoofdstuk 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante Rijks-, provinciaal

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

1 Inleiding Planbeschrijving Beleidskader Ruimtelijke en milieutechnische haalbaarheid Uitvoerbaarheid...

1 Inleiding Planbeschrijving Beleidskader Ruimtelijke en milieutechnische haalbaarheid Uitvoerbaarheid... Ruimtelijke onderbouwing Hendrik de Jonghstraat, Haarsteeg 30 maart 2017 Gemeente Heusden 2 Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Planbeschrijving... 7 3 Beleidskader... 9 4 Ruimtelijke en milieutechnische haalbaarheid...

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas 1. Inhoud 1. Aanvraag... 3 2. Voorgenomen ontwikkeling... 3 3. Juridisch planologisch kader... 5 4. Motivering... 6 1. Aanvraag Ontwikkelaar

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Ruimtelijke motivering Molenstraat 1a te s-hertogenbosch Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Januari 2017 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Aan de Molenstraat 1a is nu op de begane grond

Nadere informatie

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen Ruimtelijke onderbouwing Auteur E.C. Philips-Jackson MSc Verificatie ing. M. Pleijsier Versie 2 Bestand Document1 Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen Postbus 37, 5240 AA Rosmalen Nederland Telefoon +31 (0)73

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Uitbreiding Theater De Willem

Uitbreiding Theater De Willem Stedenbouwkundige verkenning Uitbreiding Theater De Willem Gemeente Papendrecht, november 2008 Stedenbouwkundige Verkenning Onderwerp: Theater De Willem 1. Inleiding De mogelijkheden voor uitbreiding van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit ten behoeve van de realisatie van 8 rijwoningen in plaats van 7 op een perceel bouwterrein gelegen aan Het Wilgert te Epse Inleiding Tussen de straten Het

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen. Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van bestemmingsplan ten behoeve van dagactiviteiten voor jong dementerenden op het perceel Griende Dyk 2 te Wirdum Zorggroep Noorderbreedte heeft een aanvraag

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN TOELICHTING ONTWERP BESTEMMINGSPLAN Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN Opdrachtnummer : 99.372 IDnr. : Datum : augustus 2018 Versie : 2 Auteurs : mro b.v. : mro b.v. Leeuwenveldseweg 16H 1382 LX

Nadere informatie

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke motivering voor transformatie leegstaand kantoorpand Zuid Willemsvaart naar 5 woningen.

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke motivering voor transformatie leegstaand kantoorpand Zuid Willemsvaart naar 5 woningen. B&W-voorstel Onderwerp: Ruimtelijke motivering voor transformatie leegstaand kantoorpand Zuid Willemsvaart 217-227 naar 5 woningen. 1) Status Het voorstel heeft betrekking op het uitoefenen van de collegebevoegdheden

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Vigerende bestemmingsplan 5 2. Bestaande situatie 6 2.1 ruimtelijke

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

18 mei Ruimtelijke onderbouwing Essendonk 7A

18 mei Ruimtelijke onderbouwing Essendonk 7A 18 mei 2011 Ruimtelijke onderbouwing Essendonk 7A Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel De heer J.J. Van Pelgrom heeft een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7.

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Het voorontwerp bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 heeft met de bijbehorende stukken met ingang van donderdag 3 oktober 2013 gedurende

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning Ruimtelijke onderbouwing voor gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning 1 Ruimtelijke

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen

Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen TOELICHTING 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De familie Hoogsteen wil een nieuwe woning bouwen op het perceel Torenvalk 58a te Surhuisterveen. Het plan past niet binnen

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

Kerkstraat 39 te Nederweert

Kerkstraat 39 te Nederweert Kerkstraat 39 te Nederweert Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Ligging van het plangebied 5 1.3 Vigerend bestemmingsplan 6 1.4 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 2 Het planvoornemen 8 2.1 Inleiding

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep projectnummer 17008 Opdrachtgever: Gemeente Haarlemmermeer Versienummer:

Nadere informatie

Zienswijzennota Bestemmingsplan Raalte Kern, omgeving de Meerleweg 1

Zienswijzennota Bestemmingsplan Raalte Kern, omgeving de Meerleweg 1 Zienswijzennota Bestemmingsplan Raalte Kern, omgeving de Meerleweg 1 Het ontwerp-bestemmingsplan Raalte Kern, omgeving de Meerleweg heeft gedurende de termijn van 2 september tot en met 14 oktober voor

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bergingen Den Binnen, Mierlo. Gemeente Geldrop-Mierlo

Ruimtelijke onderbouwing Bergingen Den Binnen, Mierlo. Gemeente Geldrop-Mierlo Ruimtelijke onderbouwing Bergingen Den Binnen, Mierlo Gemeente Geldrop-Mierlo 30 oktober 2015 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding... 3 1.1. Aanleiding... 3 1.2. Ligging en plangrenzen... 4 1.3. Afwijking

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong.

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong. VERGUNNING VERLEEND Omgevingsvergunning Grassavanne Ong. Ontwerp omgevingsvergunning Grassav anne ong. Ruimtelijke onderbouwing artikel 2.12 lid 1a sub 3 Wabo Inhoudsopgav e Toelichting 3 Hoofdstuk 1

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. de verbouw van zalencentrum tot een woning aan Verlengde Oosterdiep OZ 102 te Barger- Compascuum

Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. de verbouw van zalencentrum tot een woning aan Verlengde Oosterdiep OZ 102 te Barger- Compascuum Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. de verbouw van zalencentrum tot een woning aan Verlengde Oosterdiep OZ 102 te Barger- Compascuum afdeling ruimtelijke ontwikkeling en infrastructuur team ontwikkeling januari

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Schelfhorst 24 Paterswolde NL.IMRO.1730.ABSchelfhorst24PW-0301 Status: ontwerp - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Inleiding Bij besluit van 28 juli 2010 hebben burgemeester en wethouders van Lochem aan Sport & Science

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Tienelsweg 31 Zuidlaren NL.IMRO.1730.ABTienelsweg31Zdl-0301 Status: ontwerp - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor

Nadere informatie

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven. Betreft : Bijlage 7: Toets aan het bestemmingsplan Locatie : Krite 23-25 te Boornbergum Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Februari 2016 Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Kade 9 Zevenhoven Omgevingsvergunning diverse gebouwen, bouwwerken en strijdig gebruik Gemeente Nieuwkoop Lithoijenseijk 12 5396 NE lithoijen (oss) 0412-48 48 22 info@pasmaat.com

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord GEMEENTE HOOGEVEEN BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord 15 Juni 2009 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende

Nadere informatie

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Bestemmingsplan : Zuilichem, t Boske Behorend bij raadsbesluit : 26 september 2013 I. Procedure ontwerp-bestemmingsplan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen ontwerpbestemmingsplan Van Weedestraat 62 Afdeling Ruimte - 18 november 2014 Verseonnr. 1226906 Pagina 2 van 20 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Zienswijzen...

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Planbeschrijving Hoofdstuk 3 Beleidskader Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpasbaarheid Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten Hoofdstuk

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld Vastgesteld 1 maart 2011 Voorschriften 3 e Zandwijkje 8 Hollandscheveld 1 maart 20111 Pagina

Nadere informatie

1 Toelichting Wijziging verkavelingsopzet Berken ong., Milheeze (plan 'Geerdenhof')

1 Toelichting Wijziging verkavelingsopzet Berken ong., Milheeze (plan 'Geerdenhof') 1 Toelichting Wijziging verkavelingsopzet Berken ong., Milheeze (plan 'Geerdenhof') 1. Inleiding In het gehucht De Berken ("plan Geerdenhof") in Milheeze zijn planologische bouwtitels gerealiseerd voor

Nadere informatie

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea 2 Inhoudsopgave Ruimtelijke Onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Ligging plangebied 1.3. Geldend bestemmingsplan 1.4. Leeswijzer Hoofdstuk

Nadere informatie

B&W-voorstel. Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1. 1) Status

B&W-voorstel. Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1. 1) Status B&W-voorstel Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1 1) Status Het voorstel heeft betrekking op het uitoefenen van de collegebevoegdheden ter voorbereiding van een omgevingsvergunning,

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling *Z04630B9E6E* Registratienummer: Z -14-38204 / 39321 Ruimtelijke onderbouwing Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling Opgemaakt: 16 april 2015

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:

Nadere informatie

BYPASS ROTONDE NAALDWIJKSEWEG HEENWEG. wijzigingsplan NL.IMRO.1783.ONWDIJCKERWLf2w02-VA01 vastgesteld

BYPASS ROTONDE NAALDWIJKSEWEG HEENWEG. wijzigingsplan NL.IMRO.1783.ONWDIJCKERWLf2w02-VA01 vastgesteld BYPASS ROTONDE NAALDWIJKSEWEG HEENWEG wijzigingsplan NL.IMRO.1783.ONWDIJCKERWLf2w02-VA01 vastgesteld Toelichting 3 4 Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 3 Inleiding 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Ligging plangebied

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Hunzeweg 96 De Groeve NL.IMRO.1730.ABHunzewg96-0301 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het vervangen van een

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van een gedeelte van een woonwagen en voor een meterkast buiten de aangelegde woonwagenlocatie aan de Heelalstraat.

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Duinkampen 21 te Paterswolde NL.IMRO.1730.ABDuinkamp21PW-0301 Status: concept - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld om

Nadere informatie

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5 Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5 Toelichting Bijlagen Regels Bijlage Verbeelding Schaal 1:1.000 Vastgesteld: 25 september

Nadere informatie

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad GEMEENTE BERGEN OP ZOOM 10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad Bosstraat 22 en 25 / 25b Status: VASTGESTELD INHOUDSOPGAVE Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel wijzigingsplan

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep in Nieuweroord Vastgesteld bij collegebesluit d.d. 17 juni 2008

INHOUDSOPGAVE Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep in Nieuweroord Vastgesteld bij collegebesluit d.d. 17 juni 2008 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...3 2. Bestaande situatie...3 3. Gewenste ontwikkeling...5 4. Ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit...5 5. Milieu...5 6. Economische uitvoerbaarheid...7 7. Planbeschrijving...8

Nadere informatie

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo Een goede ruimtelijke ordening Henry de Roo Afwijken bestemmingsplan (1) artikel 2.12, lid 1, a, sub 1 Wabo binnenplans afwijken artikel 2.12, lid 1, a, sub 2 Wabo de gevallen genoemd in artikel 4, Bijlage

Nadere informatie

Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude

Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude Toelichting NL.IMRO.0339.WZ2013Veenweg3-ow01 / ontwerp Projectnr. BW-13051 / 10 december 2013 Gemeente Renswoude Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Ruimtelijke onderbouwing behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Initiatiefnemer: IJsvereniging Samenwerking Marum-Nuis Aanvraagnummer:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (integrale) ruimtelijke

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw havenkantoor naast Botterwerf. Behorende bij omgevingsvergunning nieuwbouw havenkantoor

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw havenkantoor naast Botterwerf. Behorende bij omgevingsvergunning nieuwbouw havenkantoor Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw havenkantoor naast Botterwerf Behorende bij omgevingsvergunning nieuwbouw havenkantoor Februari 2017 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Ligging plangebied... 4 1.2

Nadere informatie

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het concept ontwerpbestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht ( TVM

Nadere informatie

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het concept ontwerpbestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht ( TVM

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Thematische herziening archeologie

Thematische herziening archeologie Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie