Terreinbeheer en de noordse woelmuis in het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. Rapportage
|
|
- Frank Lenaerts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Terreinbeheer en de noordse woelmuis in het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. Rapportage Dick Bekker, Rob Koelman & Jasja Dekker Rapport nr juli 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Staatsbosbeheer Texel, Dienst Vastgoed Defensie Directie West & Nationaal Park Duinen van Texel
2 Terreinbeheer en de noordse woelmuis in het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. Rapportage D.L. Bekker, R.M. Koelman & J.J.A. Dekker ISBN Rapport nr.: Project nr.: Datum uitgave: juli 2011 Auteurs: Projectleiding: Foto s voorkant: Productie: Opdrachtgevers: drs. D.L. Bekker, R.M. Koelman & dr.ir. J.J.A. Dekker D.L. Bekker Grote foto: jonge duinvalleitjes in De Hors. Inzet: tijdens het onderzoek gevangen noordse woelmuis. R.M. Koelman/Zoogdiervereniging. Steunstichting VZZ Postbus GA Nijmegen Tel.: info@zoogdiervereniging.nl Staatsbosbeheer Texel, Dienst Vastgoed Defensie Directie West & Nationaal Park Duinen van Texel Dit rapport kan worden geciteerd als: Bekker D.L., R.M. Koelman & J.J.A. Dekker Terreinbeheer en de noordse woelmuis in het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. Rapportage Rapport nummer Zoogdiervereniging, Nijmegen. De Zoogdiervereniging is niet aansprakelijk voor gevolgschade, evenals voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van de Zoogdiervereniging; de opdrachtgever vrijwaart de Zoogdiervereniging voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Zoogdiervereniging Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en de Zoogdierverenging, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
3 Inhoud 1 Inleiding Methode Resultaten Algemeen Terreinen Staatsbosbeheer Terreinen Defensie Analyses Analyse van de data uit Analyse van alle relevante data (periode ) Conclusies en aanbevelingen Bronnen...29 Bijlage 1 Informatie raaien Bijlage 2 Locaties, coördinaten, beheer, vangsten Bijlage 3 Locaties, coördinaten, beheer, vangsten Bijlage 4 Locaties, coördinaten, beheer, vangsten Bijlage 5 Locaties, coördinaten, beheer, vangsten Bijlage 6 Locaties, coördinaten, beheer, vangsten Bijlage 7 Soortinformatie noordse woelmuis...61
4 Figuur 1. Ligging van de in 2008 en 2009 op noordse woelmuizen onderzochte locaties. Blauwe stip: 2008; rode stip:
5 1 Inleiding Om inzicht te krijgen in het voorkomen van de noordse woelmuis (Microtus oeconomus) in het zuiden van het Nationaal Park Duinen van Texel (inclusief het oefenterrein van de Joost Dourlein Kazerne) en de invloed van het beheer, hebben Staatsbosbeheer Texel, de Dienst Vastgoed Defensie Directie West en het Nationaal Park Duinen van Texel de Zoogdiervereniging opdracht gegeven tot het in 2009 inventariseren van dit terrein op het voorkomen van noordse woelmuizen. Het onderzoeksgebied maakt deel uit van het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel met een instandhoudingsdoel voor de noordse woelmuis. Het Natura 2000-doel is hier om de omvang van het leefgebied van de noordse woelmuis in stand te houden en de kwaliteit daarvan te verbeteren voor behoud van de populatie. Het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel heeft ook doelen voor de hier in aantal afnemende broedende blauwe kiekendieven en velduilen. Het doel voor de blauwe kiekendief is behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 20 broedparen en voor de velduil uitbreiding omvang en/of verbetering van de kwaliteit voor een populatie van ten minste 20 broedparen. In 2009 broeden nog maar 8 blauwe kiekendieven en 1 velduil op Texel (Boele e.a. 2011). De noordse woelmuis is de dominante muis in het voedsel van de blauwe kiekendief en de velduil op Texel (Bekker 2007, Klaassen e.a. 2007). Er zijn sterke aanwijzingen dat voedselgebrek een rol speelt bij de achteruitgang van de blauwe kiekendief op de Waddeneilanden (de Boer e.a. 2007, 2008). Het onderzoek heeft als doel de relatie tussen de aanwezigheid van noordse woelmuizen en het gevoerde beheer in beeld te brengen. De inventarisatie in 2009 is daarbij een vervolg op gelijksoortig onderzoek uitgevoerd in Op de kaart van figuur 1 is een overzicht te vinden van de in 2008 en 2009 bevangen locaties. Naast de resultaten van het onderzoek in 2009 wordt in dit rapport de relatie tussen terreinbeheer en noordse woelmuis geanalyseerd aan de hand van data uit de periode Tenslotte doen wij aanbevelingen voor toekomstig onderzoek. 5
6 6
7 2 Methode Het veldwerk in 2009 werd uitgevoerd door Rob Koelman en Wesley Overman in de periode van 30 oktober tot en met 6 november. Er is voor het najaar gekozen omdat dan de dichtheden van muizen het grootst zijn, waardoor de kans op voldoende vangsten ten behoeve van analyse maximaal is. Er is gevangen op vijfentwintig locaties: dertien in terreinen van Defensie en twaalf in terreinen van Staatsbosbeheer. Bij de oorspronkelijke opzet van het onderzoek was er sprake van drie te onderzoeken typen terreinbeheer, te weten: niets doen, begrazen en maaien. Tijdens het onderzoek in 2008 bleken de gemaaide terreindelen ongeschikt te zijn als leefgebied voor de noordse woelmuis vanwege hun zeer korte vegetatie met vrijwel geen dekking. Daarom zijn de vanglocaties tijdens het onderzoek in 2008 en 2009 verdeeld over terreinen met beide andere beheertypen. De vanglocaties in de terreinen van Defensie hadden vooral betrekking op niet begraasde gebiedsdelen. De vanglocaties in terreinen van Staatsbosbeheer waren zo gelijkmatig mogelijk verdeeld over begraasde en niet begraasde gebiedsdelen. Staatsbosbeheer begraast over het algemeen met runderen (Hooglanders of Galloways), soms samen met pony s, met in totaal ongeveer 1 grote grazer per 4 tot 7 hectare (tabel 1). De begrazingseenheden De Muy 3 en De Muy 4 worden met 1 schaap per hectare begraasd. Een schapenhouder had tot 2010 een contract met Staatsbosbeheer om 750 ha van de Slufter en Eierlandse Duinen te begrazen met 400 schapen. begrazing seizoen jaarrond Eenheid # ha grazer # start in uit Geul 250 hooglander x Exmoor pony Bollekamer 300 hooglander x Exmoor pony Ploegelanden 35 hooglander x De Muy 1 26 Galloway x De Muy 2 41 Galloway aug maart x De Muy 3 32 schaap aug maart De Muy 4 47 schaap x De Muy Galloway x Slufter en Eierlandse Duinen 750 schaap 400? x Tabel 1. Begrazingseenheden in de duinen van Texel (bron SBB Texel, Erik van der Spek, via Stichting Bargerveen) 7
8 De benaming van de vanglocaties in 2009 en hun ligging is weergegeven in figuur 2 en 3. Figuur 2. Ligging van de vanglocaties in 2009 in terreinen van Staatsbosbeheer en hun benaming. Elke vangplek bestond uit 20 vallen (met uitzondering van de vanglocaties De Hors - valleitje zuid a en De Hors - valleitje zuid b met elk 10 vallen), welke paarsgewijs op onderlinge afstanden van ongeveer 10 meter in het veld waren geplaatst. Door te werken met paarsgewijs geplaatste vallen wordt de kans verkleind dat algemene soorten alle vallen bezetten, waardoor minder algemene soorten gemist kunnen worden. De vanglocatie Duin 3 ligt buiten het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel en in het aangrenzende Natura 2000-gebied Waddenzee. Hier is geen specifieke instandhoudingsdoelstelling voor de noordse woelmuis. Op Duin 3 werd overigens geen noordse woelmuis aangetroffen. Er werd overal gevangen volgens de standaard methode waarbij iedere vangplek gedurende twee nachten wordt bemonsterd (IBN; zie Bergers 1997 voor een beschrijving van deze methode). 8
9 Figuur 3. Ligging van de vanglocaties in 2009 in terreinen van Defensie en hun benaming. De inventarisatie werd uitgevoerd met behulp van inloopvallen van het type Longworth (figuur 4). Hiermee worden kleine zoogdieren levend gevangen, zodat ze na onderzoek weer in vrijheid kunnen worden gesteld. Het verblijfsgedeelte van de vallen was tijdens het vangen gevuld met droog hooi en voer (een graanmengsel, wortel en meelwormen). Het voer heeft een tweeledige functie: enerzijds dient het als lokvoer, anderzijds dient het om de omstandigheden (en overlevingskansen) voor de gevangen muizen zoveel mogelijk te optimaliseren. Voordat begonnen werd met vangen hadden de vallen eerst twee nachten in het veld gestaan met geblokkeerd vangmechanisme, zodat de muizen aan de aanwezigheid van de vallen konden wennen (prebaiten). Daarna zijn de vallen op scherp gezet en vervolgens vier keer gecontroleerd: tweemaal s ochtends en tweemaal s avonds, met tussenpozen van ongeveer 12 uur. Van de gevangen muizen is bepaald tot welke soort ze behoorden. Daarna zijn de dieren weer vrijgelaten. Bij de gevangen noordse woelmuizen zijn ook sexe en gewicht bepaald en is een plukje haar op de rug weggeknipt, zodat de dieren herkenbaar zouden zijn bij een eventuele hervangst. Van de gevangen noordse woelmuizen is per raai steeds tenminste één exemplaar fotografisch gedocumenteerd. Van de overige vangsten is een klein deel fotografisch vastgelegd. 9
10 Bij het onderzoek werd de eerste serie vallen uitgezet op zaterdag 31 oktober, scherp gezet op maandag 2 november en opgehaald na de laatste controle in de ochtend van woensdag 4 november. De tweede serie vallen werd uitgezet op maandag 2 november, scherp gezet op woensdag 4 november en opgehaald na de laatste controle in de ochtend van vrijdag 6 november. Figuur 4. Vallenpaar. R.M. Koelman. 10
11 3 Resultaten 3.1 Algemeen 2009 Tijdens het onderzoek werden in totaal 618 vangsten gedaan, verdeeld over zeven soorten muizen: # vangsten waarvan hervangsten waterspitsmuis (Neomys fodiens) 3 huisspitsmuis (Crocidura russula) 92? noordse woelmuis (Microtus oeconomus) aardmuis (Microtus agrestis) woelmuis sp. (M. oeconomus/agrestis) 1 rosse woelmuis (Myodes glareolus) 24? bosmuis (Apodemus sylvaticus) 213? dwergmuis (Micromys minutus) 24? Tabel 2. Aantal vangsten van muizen en spitsmuizen op Texel in In tabel 3 is een overzicht te vinden van het totaal aantal vangsten per soort in de terreinen van Staatsbosbeheer en die van Defensie. Meer gedetailleerde informatie over het aantal vangsten per soort en per vangplek is te vinden in de tabel van bijlage 1. terreinen terreinen soort Staatsbosbeheer Defensie totaal waterspitsmuis huisspitsmuis noordse woelmuis aardmuis woelmuis sp. 1-1 rosse woelmuis bosmuis dwergmuis alle soorten Tabel 3. Overzicht van het totaal aantal vangsten van muizen en spitsmuizen in terreinen van Staatsbosbeheer en van Defensie op Texel in
12 3.2 Terreinen Staatsbosbeheer 2009 Tijdens het eerdere onderzoek in oktober 2008 werden in de terreinen van Staatsbosbeheer opvallend weinig woelmuizen (noordse woelmuis, aardmuis of rosse woelmuis) gevangen. Ten noorden van de Hoornderslag werden toen zelfs helemaal geen woelmuizen gevangen (Witte e.a. 2008). Een duidelijke verklaring voor dit geringe aantal vangsten ontbreekt. Tijdens het onderzoek in november 2009 werden aanzienlijk meer woelmuizen gevangen. In totaal werden toen 49 individuele noordse woelmuizen, 26 individuele aardmuizen en 21 keer (aantal individuen onbekend) een rosse woelmuis gevangen. De vanglocaties waren in 2009 zo gelijkmatig mogelijk verdeeld over begraasde en niet begraasde gebiedsdelen. Noordse woelmuizen werden gevangen op zes van de twaalf vanglocaties (figuur 5), aardmuizen op vier en de rosse woelmuis ook op vier hiervan (figuur 6). Op twee vanglocaties werden meerdere soorten woelmuizen door elkaar gevangen. Vermeldenswaardig is verder de aanwezigheid van de waterspitsmuis op twee locaties langs de Hoornderslag (één vangst per locatie; figuur 5). De soort komt over het hele eiland voor, maar wordt op Texel weinig met inloopvallen gevangen. Figuur 5. Ligging van de 12 vanglocaties in 2009 in terreinen van Staatsbosbeheer met beheersvorm niets doen (6; oranje stip) en begrazen (6; groene stip) en vangsten van noordse woelmuis (6; rode driehoek) en waterspitsmuis (2; blauwe stip). 12
13 Figuur 6. Ligging van de vanglocaties in 2009 in terreinen van Staatsbosbeheer met beheersvorm niets doen (6; oranje stip) en begrazen (6; groene stip) en vangsten van aardmuis (4; paarse driehoek) en rosse woelmuis (4; zwarte stip). 3.3 Terreinen Defensie 2009 Tijdens het veldwerk in de terreinen van Defensie in oktober 2008 werd het onderzoek gehinderd door extreme regenval (Witte e.a. 2008). Hierdoor kon geen betrouwbaar beeld worden verkregen van de aanwezigheid van kleine zoogdieren in de bevangen locaties. Om deze reden is een deel van de vanglocaties van 2008 in 2009 nogmaals bevangen. Daarnaast werden op vijf locaties vallen uitgezet in de jonge duinvalleitjes van de Hors en op drie locaties in de helmgrasvegetatie hoger op de duinen. Tijdens het onderzoek in november 2009 werden op tien van de dertien vanglocaties noordse woelmuizen gevangen (figuur 7). Het ging hierbij om 91 individuen. De aardmuis werd, evenals in 2008, in de terreinen van Defensie niet gevangen. Dit is opvallend omdat deze soort in 2003 nog in lage aantallen in de Kreeftepolder aanwezig was (Boonman 2003). De rosse woelmuis werd alleen aangetroffen op een vanglocatie op een duintop bij de Joost Dourleinkazerne (figuur 8). Het ging hierbij om 3 vangsten (aantal individuen onbekend). 13
14 Verrassend was de aanwezigheid van de noordse woelmuis in alle vijf onderzochte jonge duinvalleitjes op de Hors. Op vier van de vijf locaties kwam de soort daarbij in relatief hoge dichtheden voor. Daarnaast werden elders in deze valleitjes massaal keutels, vraatsporen en loopgangetjes ontdekt, welke zijn toegeschreven aan de noordse woelmuis 1. Geconcludeerd kan worden dat de jonge duinvalleitjes van de Hors een zeer geschikt biotoop vormen voor de noordse woelmuis. De valleitjes zijn daarmee een significante uitbreiding van het leefgebied van de soort op Texel. Op de drie vanglocaties in de helmgrasvegetatie hoger op de duinen werden géén noordse woelmuizen gevangen. Deze locaties werden bemonsterd naar aanleiding van oude waarnemingen van helmgrasplanters (informatie via dhr. Kees Bruin, Staatsbosbeheer). Voordat helmgras in het winterhalfjaar werd uitgepland ten behoeve van het vastleggen van stuivend zand, werden de jonge plantjes eerst in bundels opgeslagen op duintoppen. Het gebeurde daarbij regelmatig dat bij het oprapen van een bundel helmgras woelmuizen werden gezien die de wortels van de helmgrasplantjes hadden aangeknaagd. Deze waarnemingen dateren van voor de introductie van de aardmuis in 1985, zodat de waarnemingen met zekerheid betrekking hadden op noordse woelmuizen. Deze waarnemingen zouden mogelijk kunnen betekenen dat helmgrasvegetaties een geschikt biotoop vormen voor de noordse woelmuis. Om hierin meer inzicht te krijgen zijn in 2009 drie locaties met helmgrasvegetatie bemonsterd op de eventuele aanwezigheid van noordse woelmuizen. De soort werd hier echter niet gevangen. Dit wijst er op dat de helmgrasvegetaties geen specifieke noordse woelmuisbiotoop vormen, maar veeleer dienen als refugium tijdens perioden van zware regenval en hoog water in het winterhalfjaar, waarbij lager gelegen valleitjes onderlopen en de hier aanwezige noordse woelmuizen gedwongen worden op hogere terreindelen een veilig heenkomen te zoeken. Vermeldenswaardig is tenslotte de aanwezigheid op één locatie van de waterspitsmuis (één vangst op een vanglocatie in de Kreeftepolder; figuur 7). 1 Door hun vorm en relatief grote formaat kunnen keutels van volgroeide noordse woelmuizen worden onderscheiden van die van soorten als veldmuis, rosse woelmuis en bosmuis. De keutels kunnen echter niet worden onderscheiden van die van de aardmuis. Op grond van de vangsten elders in de jonge duinvalleitjes van de Hors, waarbij uitsluitend noordse woelmuizen werden gevangen, zijn alle tijdens het onderzoek in de valleitjes waargenomen sporen van woelmuizen toegeschreven aan de noordse woelmuis. 14
15 Figuur 7. Ligging van de 13 vanglocaties in 2009 in terreinen van Defensie met beheersvorm niets doen (10; oranje stip) en (onregelmatig) maaien (3; gele stip) en vangsten van noordse woelmuis (10; rode driehoek) en waterspitsmuis (1; blauwe stip). Figuur 8. Ligging van de 13 vanglocaties in 2009 in terreinen van Defensie met beheersvorm niets doen (10; oranje stip) en (onregelmatig) maaien (3; gele stip) en vangsten van rosse woelmuis (1; zwarte stip). In de terreinen van Defensie werden in 2009 geen vangsten van aardmuis gedaan. 15
16 16
17 4 Analyses 4.1 Analyse van de data uit 2008 en 2009 Het is bekend dat de invloed van de factor jaar op het aantal muizen vaak groot is (zie ook paragraaf 4.2 van dit rapport). Daarom zijn de gegevens van 2008 en 2009 per jaar apart geanalyseerd. Vanwege de beperkte dataset is maar één factor geanalyseerd, namelijk begrazing, met twee niveaus: wel of niet begrazing. Om te toetsen of deze verschillen significant zijn is een Gegeneraliseerd Lineair Model (GLM) met een quasi-poisson verdeling op de data gefit. Er is gekozen voor een quasi-poisson verdeling in plaats van een Poisson verdeling vanwege het grote aantal nullen. Hierbij is het aantal noordse woelmuizen uitgedrukt als functie van wel of niet begrazen; er is een kritische waarde gebruikt van p < 0,05. De data worden gepresenteerd als zogenaamde boxplots. In elk boxdeel wordt de mediaan, de middelste waarde, aangegeven (dikke lijn). In elk boxdeel wordt de 25%-kwartiel (de waarde die de reeks in een stuk van 25% en 75% deelt; onderste dunne lijn) en de 75%-kwartiel (de waarde die de reeks in een stuk van 75% en 25% deelt; bovenste dunne lijn) weergegeven. Deze twee waarden geven een indruk van de spreiding. Tenslotte geven de uiterste waarden van de gestippelde lijn de minimale - en maximale gevonden waarde. Uitschieters (outliers) worden echter gepresenteerd als rondjes in het verlengde van de stippellijn In 2008 was er wel een klein verschil in aantal gevangen noordse woelmuizen tussen begraasde en onbegraasde terreinen (figuur 9), maar het verschil is niet significant. Dit laatste kan een gevolg zijn van het slechte muizenjaar; bij lage aantallen is een eventueel verschil moeilijk aantoonbaar. Figuur 9. Boxplot van de in 2008 gevangen aantallen noordse woelmuizen in onbegraasde en begraasde terreinen. 17
18 2009 In 2009, een goed muizenjaar, was het verschil in aantal gevangen noordse woelmuizen tussen begraasde en onbegraasde terreinen wel significant (p = 0,04, R 2 =0,38). De mediaan van het aantal gevangen noordse woelmuizen in begraasde terreinen was 0, terwijl die in onbegraasde terreinen 5 was (figuur 10). Figuur 10. Boxplot van de in 2009 gevangen aantallen noordse woelmuizen in onbegraasde en begraasde terreinen. 18
19 4.2 Analyse van alle relevante data (periode ) In het duingebied van Texel zijn vóór 2008, tijdens verschillende onderzoeken met inloopvallen, in totaal 105 locaties bevangen die bruikbaar zijn voor analyse. Tezamen met de 48 locaties uit de jaren 2008 en 2009, betekent dit een dataset van 153 locaties voor de periode Dit aantal leent zich voor een uitgebreidere statistische analyse in de vorm van een Gegeneraliseerd Lineair Model, onder de aanname van een quasi Poisson-verdeling omdat het gaat om gevangen aantallen met een groot aantal nullen. In de bijlagen 2 t/m 6 wordt voor elk jaar een kaart gepresenteerd met daarop de ligging van de in dat jaar bemonsterde locaties, het beheer ervan en de eventuele vangsten van noordse woelmuis, aardmuis en rosse woelmuis. Daarnaast is de tabel opgenomen met de te analyseren data locaties bijlage locaties bijlage locaties bijlage locaties bijlage locaties bijlage 6 Correctie voor jaar Het aantal op een locatie gevangen noordse woelmuizen varieert sterk van jaar tot jaar (zie figuur 11). Er zijn goede muizenjaren, zoals voor de noordse woelmuis 2003 en 2009, en slechte muizenjaren zoals 2007 en Daarom wordt de invloed van de factor begrazing over de periode geschat na correctie voor verschillen per jaar. Jaar is dan een co-variabele in het model (McCullagh & Nelder 1989). Figuur 11. Boxplot van het aantal per vanglocatie in de duinen van Texel gevangen noordse woelmuizen in de jaren 2003, 2006, 2007, 2008 en
20 Vanuit analyses voor 2008 en 2009 is het resultaat dat begrazing negatief is voor het de aantallen noordse woelmuizen (zie 4.1). Het is daarbij nog onvoldoende duidelijk of begrazing rechtstreeks leidt tot negatieve effecten op het voorkomen van noordse woelmuizen, of dat deze negatieve effecten indirect zijn, waarbij begrazing in eerste instantie concurrerende soorten als aardmuis en rosse woelmuis bevoordeelt, wat op zijn beurt weer leidt tot negatieve effecten op het voorkomen van de noordse woelmuis. Daarnaast is het op grond van de beperkte dataset uit 2008 en 2009 niet duidelijk of vegetatietype van invloed is op het aantal noordse woelmuizen. In een poging deze laatste vragen te beantwoorden, zijn alle relevante data die in de periode zijn verzameld in de duinen van Texel geanalyseerd. Is begrazing in het algemeen negatief voor de noordse woelmuis? Voor het geheel aan data uit de periode geldt dat gecorrigeerd voor het jaareffect er een significant verschil is in het aantal noordse woelmuizen tussen begraasde en niet-begraasde situaties (GLM met quasi Poisson verdeling en loglinkfunctie, p=0,02, R 2 =0,73). Wat is de invloed van het type begrazing? In grote lijnen worden de duinen van Texel op twee verschillende manieren begraasd: met runderen en paarden (1 per 4 tot 7 hectare) of met schapen (1 per 1 tot 2 hectare). Het type begrazing (met de drie niveaus onbegraasd, runderen, schapen) heeft gecorrigeerd voor het jaareffect een significant effect op het aantal gevangen noordse woelmuizen (p=0,005). Het model van begrazing en jaar verklaart 89% van de variatie in data (R 2 =0,89). Dit is een hoog percentage. Figuur 12. Boxplot van het aantal per vanglocatie in de duinen van Texel gevangen noordse woelmuizen in terreinen zonder begrazing, met begrazing door runderen en begrazing door schapen. 20
21 Figuur 13. Boxplots per jaar van het aantal per vanglocatie in de duinen van Texel gevangen noordse woelmuizen in terreinen zonder begrazing, met begrazing door runderen en begrazing door schapen. Figuur 13 laat zien dat in vier van de vijf onderzoeksjaren bij begrazing door runderen het aantal gevangen noordse woelmuizen het laagst is. Is begrazing negatief voor de noordse woelmuis, als er geen andere woelmuizen aanwezig zijn? Oftewel: is er een verschil in het aantal noordse woelmuizen in locaties met en zonder begrazing, in die raaien waar geen andere woelmuizen werden aangetroffen? Voor de gehele periode zijn er 107 plots zonder vangsten van aardmuis en rosse woelmuis. Op deze set is getest of begrazing een negatief effect heeft op de aantallen noordse woelmuizen. Daarbij is gecorrigeerd voor het jaareffect. Uit deze analyse (GLM met quasi Poisson verdeling en log-linkfunctie, p=0,09, R 2 =0,80) blijkt dat er als er geen andere woelmuizen zijn - geen significant verschil is in aantal noordse woelmuizen tussen begraasde en onbegraasde locaties. Figuur 14 lijkt wel wat effect te laten zien, maar het verschil is dus niet significant. Figuur 14. Boxplot van de in de periode per locatie gevangen aantallen noordse woelmuizen in terreinen zonder andere soorten woelmuizen. 21
22 Is begrazing negatief voor het totaal aantal gevangen woelmuizen, ongeacht de soort? Gezien vanuit beheer ten behoeve van predatoren (zoals roofvogels en uilen), kan het een doel zijn om een zo hoog mogelijk aantal woelmuizen te hebben, ongeacht de soort. Hebben raaien in onbegraasd gebied een lager aantal gevangen woelmuizen dan raaien die liggen in begraasd gebied? Een analyse van de vangsten van met behulp van een generalised lineair model van aantal woelmuizen als functie van begrazing (ja of nee) en gecorrigeerd voor jaar, laat zien dat begrazing geen effect heeft op het totaal aantal gevangen woelmuizen (p-waarde = 0,50; R 2 = 0,59). Figuur 15. Boxplot van het totaal aantal per vanglocatie in de duinen van Texel woelmuizen, ongeacht de soort, in terreinen zonder begrazing en met begrazing. Is begrazing positief voor aardmuis en rosse woelmuis en daarmee (ook) indirect negatief voor noordse woelmuis? Voor het geheel aan data uit de periode geldt dat er significant meer aardmuizen zijn gevangen in begraasde situaties ten opzichte van onbegraasde (Mann-Witney U-test: W = 2660, p-waarde < 0,01). Voor rosse woelmuizen geldt dat dit verschil niet significant is (Mann-Witney U-test: W = 2457, p-waarde = 0,25), zie figuur
23 Figuur 16. Boxplots van het aantal per locatie gevangen aardmuizen (AM) en rosse woelmuizen (RW) voor de periode voor alle terreinen. Wat is de invloed van de aanwezigheid van de verschillende soorten woelmuizen onderling op elkaar? In eerdere publicaties worden vrijwel altijd alleen aardmuis en veldmuis (Microtus arvalis) genoemd als concurrent van de noordse woelmuis. Tijdens dit onderzoek werden echter regelmatig grotere aantallen rosse woelmuizen gevangen in biotopen waar in principe ook noordse woelmuizen verwacht konden worden. Dit wijst er op dat de rosse woelmuis (die vanaf 1998 op Texel voorkomt) in specifieke biotopen een concurrent kan zijn van de noordse woelmuis. Ook op het vasteland blijkt de rosse woelmuis in toenemende mate als concurrent op te treden van de noordse woelmuis. Dit geldt met name voor locaties met verruigde rietvegetaties, waar steeds vaker rosse woelmuizen worden gevangen in plaats van noordse woelmuizen, terwijl uit oudere bronnen bekend is dat noordse woelmuizen in het verleden wel degelijk op deze locaties voorkwamen. Wanneer we voor de gehele periode per locatie het aantal gevangen woelmuizen per soort uitzetten tegen elke andere soort levert dit figuur 17: noordse woelmuis / aardmuis; figuur 18: noordse woelmuis / rosse woelmuis en figuur 19: aardmuis / rosse woelmuis. Zowel het aantal aardmuizen (figuur 17; p<0,001) als het aantal rosse woelmuizen (figuur 18; p<0,001) is significant negatief gerelateerd aan het aantal noordse woelmuizen op een locatie (generalised linear model, loglink functie, Nagelkerke s R 2 =0,35). 23
24 Figuur 17 (links). Het aantal gevangen noordse woelmuizen per locatie uitgezet tegen het aantal gevangen aardmuizen op diezelfde locaties voor de periode voor alle terreinen. Figuur 18 (rechts). Het aantal gevangen noordse woelmuizen per locatie uitgezet tegen het aantal gevangen rosse woelmuizen op diezelfde locaties voor de periode voor alle terreinen. Ook rosse woelmuizen en aardmuizen hebben een dergelijke relatie (figuur 19). am rw Figuur 19. Het aantal gevangen aardmuizen (am) per locatie uitgezet tegen het aantal gevangen rosse woelmuizen (rw) op diezelfde locaties voor de periode voor alle terreinen. Het aantal aardmuizen heeft een significant negatief effect op het aantal rosse woelmuizen. 24
25 Vegetatietypen Er zijn 7 typen onderscheiden (zie tabel 4), waarvan KA=0 (droog duin) dermate onbetekend is voor noordse woelmuizen dat dit type niet is meegenomen in de analyses. De typen zijn gecombineerd in te delen in droge (KA=1,2,3) en vochtige vegetaties (KA=4,5,6). KA karakteristiek omschrijving 0 droog duin droog duin met helm of heide 1 droge struikruigte droge, hogere vegetatie met eventueel opslag van struiken of boompjes 2 droge grazige ruigte droge, hogere vegetatie met kruiden 3 droog grasland droge grasvegetatie 4 vochtige grazige vochtige, hogere vegetatie met kruiden ruigte 5 vochtig rietland vochtig rietland 6 vochtig grasland vochtig grassen en/of zegges Tabel 4. Onderscheiden vegetatietypen in de duinen van Texel. Is er verschil in het aantal gevangen noordse woelmuizen tussen de onderscheiden vegetatietypen? Er lijkt geen verschil te zijn in aantal per locatie gevangen noordse woelmuizen tussen de droge (KA= 1, 2 of 3) en de vochtige vegetatietypen (KA= 4, 5 of 6); Mann Witney U test: W = 2474, p-waarde = 0,74 (figuur 20). Figuur 20. Boxplot van het aantal gevangen noordse woelmuizen (NW) voor de periode in droge en vochtige situaties. Wanneer naar de invloed van elk van de onderscheiden vegetatietypen op de aantallen gevangen noordse woelmuizen wordt gekeken (voor de gehele periode ), lijken er geen significante verschillen te bestaan (Kruskal-Wallis chisquared = 3,5105, df = 5, p-value = 0,6218); figuur 21. De getoetste vegetatietypen zijn: droge struikruigte (KA =1); droge grazige ruigte (KA=2); droog grasland (KA=3); vochtige grazige ruigte (KA=4), vochtig rietland (KA=5) en vochtig grasland (KA=6). KA=3 is niet opgenomen in de boxplot van figuur 21, vanwege het lage aantal waarnemingen (n=2). 25
26 Figuur 21. Boxplot van het aantal gevangen noordse woelmuizen (NW) voor de periode in vijf onderscheiden vegetatietypen: twee droge (1 en 2) en drie vochtige (4, 5 en 6) types. 26
27 5 Conclusies en aanbevelingen Om inzicht te krijgen in het voorkomen van de noordse woelmuis in de zuidelijke delen van het Nationaal Park Duinen van Texel en de invloed van het beheer zijn in oktober 2008 en november 2009 in totaal 48 locaties onderzocht op de aanwezigheid van noordse woelmuizen en andere soorten muizen. Het onderzoek had als doel de relatie tussen de aanwezigheid van noordse woelmuizen en het gevoerde terreinbeheer in beeld te brengen. Uit de resultaten van lijkt zowel begrazing als de aanwezigheid van concurrerende soorten woelmuizen een negatieve invloed te hebben op de aantallen noordse woelmuizen in een gebied. De data zijn echter onvoldoende om de specifieke rol van deze factoren te analyseren en wat hun onderlinge samenhang is. Omdat er in 2003, 2006 en 2007 ook locaties in de duinen van Texel zijn bevangen, zijn deze tezamen met die van 2008 en 2009 geanalyseerd. Voor een goed overzicht van de onderzochte aspecten, worden de resultaten hieronder opgesomd. Vanuit analyses begrazing: significant negatief voor het aantal noordse woelmuizen Vanuit analyses begrazing: significant effect van begrazing met runderen op het aantal noordse woelmuizen; 3 begrazing van terreinen zonder andere woelmuizen: geen significant effect op het aantal noordse woelmuizen; 4 begrazing: geen significant effect op het totaal aantal gevangen woelmuizen; 5 begrazing: significant positief voor de aanwezigheid van aardmuizen; 6 begrazing: geen significant effect op de aanwezigheid van rosse woelmuizen 7 vochtigheid: geen verschil in aantal noordse woelmuizen tussen droge en vochtige vegetaties, met de kanttekening dat open droog duin ongeschikt is; 8 vegetatietypen: geen verschil in aantal noordse woelmuizen tussen zes onderscheiden vegetatietypen, met dezelfde kanttekening als bij 7; 9 aanwezigheid aardmuizen: significant negatief voor aantal noordse woelmuizen; 10 aanwezigheid aardmuizen: significant negatief voor aantal rosse woelmuizen; 11 aanwezigheid rosse woelmuizen: significant negatief voor aantal noordse woelmuizen. 27
28 Samenvattend kunnen we een aantal aspecten benoemen die het aantal noordse woelmuizen op een locatie lijken te beïnvloeden: Begrazing lijkt volgens de dataset negatief te werken op het aantal noordse woelmuizen op een locatie (1); voor is aangetoond dat begrazing met schapen geen probleem is, maar met runderen wel (2). Dit negatieve effect lijkt volgens de data niet zonder meer een direct gevolg van begrazing te zijn, want getoetst voor raaien zonder andere woelmuissoorten is er geen significant effect van begrazing op het voorkomen van noordse woelmuizen (hoewel hier het verschil met significantie klein was) (3). Begrazing heeft geen negatief effect op het totaal aantal woelmuizen (aardmuis, rosse woelmuis en noordse woelmuis) (4). Het negatieve effect zou indirect deels het gevolg kunnen zijn van de positieve invloed van begrazing op het voorkomen van de aardmuis (5). Vochtigheid (7) en vegetatietype (8) hebben geen invloed op het aantal noordse woelmuizen, met de kanttekening dat open droog duin geen geschikt leefgebied is. Overall geldt dat de verschillende soorten woelmuizen elkaar negatief beïnvloeden. De aanwezigheid van aardmuis op een locatie heeft een negatieve invloed op het voorkomen van rosse woelmuizen of op het aantal noordse woelmuizen; omgekeerd geldt hetzelfde voor rosse woelmuis en noordse woelmuis (9, 10, 11). Op grond van voorgaande wordt geadviseerd om de in 2008 en 2009 uitgevoerde monitoring voort te zetten. Het is zeer gewenst om de noordse woelmuis te volgen in het voormalige schapenbegrazingsgebied in De Slufter en de Eierlandse Duinen, nu hier begrazing met runderen is gestart. Dit dient gepaard te gaan met onderzoek van een controlegebied zonder begrazing. Wanneer er een vervolg gaat worden gegeven aan het onderzoek uit 2008 en 2009, moet vooraf zo goed mogelijk worden bepaald wat voor data we missen in onze analyses en wat dat betekent voor de keuzes van de locaties in het veld. 28
29 6 Bronnen Bekker, D.L., Onderzoek naar de relatie beheer - woelmuizen - blauwe kiekendieven en velduilen op Texel. VZZ rapport Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem. Bekker, D.L. & R.M. Koelman, Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2006, Deel 2. De noordse woelmuis. VZZ rapport Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem. Bergers, P.J.M., Kleine zoogdieren inventariseren: het kan efficiënter. Zoogdier 8(3): 3-7 Boele A., J. van Bruggen, A.J. van Dijk, F. Hustings, J.-W. Vergeer & C.L. Plate Broedvogels in Nederland in SOVON-monitoringrapport 2011/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. de Boer P. & O. Klaassen Minder blauw op de Wadden: achtergronden van de afname van Blauwe Kiekendieven op Ameland en Terschelling. Limosa 80(4): de Boer P., O. Klaassen & L. Dijksen Blauwe Kiekendieven op de Waddeneilanden in SOVON-onderzoeksrapport 2008/08. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Boonman, M., De noordse woelmuis in natte duinvalleien op Texel. Rapportnummer Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming, Arnhem & Natuurbalans, Nijmegen. Klaassen O., L. Dijksen, P. de Boer, F. Willems, R. Foppen & K. Oosterbeek Meer Blauw op de Wadden! Broedsucces, voedselecologie en dispersie van de Blauwe Kiekendief op de Waddeneilanden in SOVON-onderzoeksrapport 2006/15. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Koelman, R.M., Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuizen in De Nederlanden op Texel. VZZ rapport Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem. La Haye, M. & J.M. Drees, Beschermingsplan Noordse woelmuis. Ministerie van LNV. Mitchell-Jones, A.J., G. Amori, W. Bogdanowicz, B. Kryštufek, P.J.H. Reijnders, F. Spitzenberger, M. Stubbe, J.B.M. Thissen, V. Vohralík & J. Zima (red.), The Atlas of European Mammals. Poyser, London. McCullagh P. & Nelder J.A Generalized Linear Models, second edition. Chapman and Hall. London. Witte, R.H., R.M. Koelman & D.L. Bekker, Effect van terreinbeheer op habitatgebruik van noordse woelmuizen in het zuidelijke deel van Natura-2000 gebied Duinen van Texel. VZZrapport Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem. Zoogdiervereniging VZZ, Basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren volgens Nederlandse en IUCN-criteria. VZZ rapport ; tweede, herziene druk. Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem. 29
30 Bijlage 1 Informatie raaien 2009 Vanglocatie: Amfibisch Oefenterrein (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Vegetatie op rand van kwelder. De vallen stonden op de overgang van een zone met riet en grassen met een vegetatiehoogte van cm naar een zone met lagere grassen (w.o. strandkweek) en wat kruiden met een vegetatiehoogte van cm. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 4 vangsten (0 hervangsten) - huisspitsmuis 4 vangsten - bosmuis 3 vangsten - dwergmuis 4 vangsten 30
31 Vanglocatie: Mokbaai (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Vegetatie op de overgang van de kwelder naar de duinvoet met een vegetatiehoogte van cm. De vegetatie bestond voornamelijk uit strandkweek, zeerus en riet met daartussen wat kruiden als zilverschoon, akkerdistel en heelblaadjes. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 21 vangsten (4 hervangsten) - huisspitsmuis 3 vangsten - dwergmuis 2 vangsten 31
32 Vanglocatie: Kreeftepolder west a (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Rietvegetatie met een vegetatiehoogte van cm op overgang naar gemaaid vlak. Vrij dichte ondergroei van grassen (w.o. fioringras) en lage kruipwilg (20-60 cm). Verder kruiden als waternavel, watermunt, kleine zegge en mossen. Begrazing: nee Maaien: onregelmatig Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 17 vangsten (3 hervangsten) - huisspitsmuis 1 vangst 32
33 Vanglocatie: Kreeftepolder west b (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Rietvegetatie met een vegetatiehoogte van cm. Vrij dichte ondergroei van vooral kruipwilg, grauwe wilg, kleine zegge, mossen en in beperkte mate grassen (w.o. fioringras). Begrazing: nee Maaien: onregelmatig Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 10 vangsten (2 hervangsten) - dwergmuis 3 vangsten 33
34 Vanglocatie: Kreeftepolder oost (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Open rietvegetatie met een vrij dunne ondergroei van kleine zegges, russen (w.o. zeerus), en wat grassen (w.o. fioringras). Daarnaast kruiden als watermunt, waternavel, zilverschoon, kruipwilg (zeer jonge planten) en mossen. Begrazing: nee Maaien: onregelmatig Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 2 vangsten (2 hervangsten) - waterspitsmuis 1 vangst - huisspitsmuis 1 vangst - bosmuis 11 vangsten - dwergmuis 2 vangsten 34
35 Vanglocatie: Duin 1 (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Open helmgrasvegetatie met een vegetatiehoogte van cm. Verder wat kruiden, grassen en korstmossen. Aan de oostkant grenst de vangplek aan vlierstruweel. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november rosse woelmuis 3 vangsten - bosmuis 16 vangsten 35
36 Vanglocatie: Duin 2 (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Open helmgrasvegetatie met een vegetatiehoogte van cm. Verder kruiden en grassen als rood zwenkgras, buntgras, kleine leeuwentand, braam, eikvaren en korstmossen. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november huisspitsmuis 2 vangsten - bosmuis 25 vangsten 36
37 Vanglocatie: Duin 3 (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Geïsoleerde groep duinen op De Hors met open helmgrasvegetatie van cm. Verder kruiden en grassen als jacobskruiskruid, zeepostelein, biestarwegras, rood zwenkgras, zeekool, blauwe zeedistel, zeeakkermelkdistel, speerdistel, schapenzuring, kleine leeuwentand en biggenkruid. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november bosmuis 16 vangsten 37
38 Vanglocatie: De Hors - valleitje noord (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Rietvegetatie met een vrij dunne ondergroei van grassen en kruiden, waaronder fioringras, zeerus, waternavel, lisdodde, wilgenroosje, watermunt, wolfspoot en grauwe wilg. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 7 vangsten (2 hervangsten) - bosmuis 10 vangsten - dwergmuis 1 vangst 38
39 Vanglocatie: De Hors - valleitje oost (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Vrij open vegetatie van zeerus, riet en fioringras met een vegetatiehoogte van cm. Verder kruiden als melkkruid, kleine leeuwentand, duinrus, duinriet en wat mossen. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 10 vangsten (16 hervangsten) - huisspitsmuis 3 vangsten - bosmuis 20 vangsten 39
40 Vanglocatie: De Hors - valleitje zuid a (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Rietveldje met vrij open vegetatie van riet ( cm) met dichte ondergroei van fioringras (plm. 20 cm). Verder kruiden als zeerus, zeebies, zilverschoon en melkkruid. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 5 vangsten (9 hervangsten) - huisspitsmuis 3 vangsten - bosmuis 7 vangsten 40
41 Vanglocatie: De Hors - valleitje zuid b (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Rietveldje met vrij open vegetatie van riet ( cm) met dichte ondergroei van fioringras (plm. 20 cm). Verder kruiden als zeerus, zeebies, zilverschoon en melkkruid. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 14 vangsten (5 hervangsten) - huisspitsmuis 10 vangsten 41
42 Vanglocatie: De Hors - valleitje west (Defensie) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Overjarig rietveld met een vegetatiehoogte van cm met zeer beperkte ondergroei en een dunne strooisellaag. In de randzone wat grassen, kruiden en mossen. Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: R. Koelman Vangsten november noordse woelmuis 1 vangsten (1 hervangst) - bosmuis 15 vangsten - dwergmuis 2 vangst 42
43 Vanglocatie: A1 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Patch met riet in geplagd veldje. Begrazing: ja (Bollekamer) Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november aardmuis 17 vangsten (21 hervangsten) - waterspitsmuis 1 vangst 43
44 Vanglocatie: A2 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Rand van geplagd veldje net in heide. Begrazing: ja (Bollekamer) Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november rosse woelmuis 6 vangsten - waterspitsmuis 1 vangst - huisspitsmuis 2 vangsten - bosmuis 6 vangsten - dwergmuis 1 vangst 44
45 Vanglocatie: A3 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Helmgras Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november aardmuis 3 vangst (1 hervangst) - huisspitsmuis 1 vangst - bosmuis 9 vangsten - dwergmuis 6 vangsten Vanglocatie: A4 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Overgang helm naar begraasde ruigte Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november noordse woelmuis 4 vangst (7 hervangsten) - woelmuis sp. indet. 1 vangst - huisspitsmuis 20 vangsten - bosmuis 11 vangsten 45
46 Vanglocatie: A5 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Deel vochtig langs Moksloot en deel droge grazige ruigte/gras (zoveel mogelijk uitgezet in de ruigte) Begrazing: ja (Bollekamer) Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november aardmuis 3 vangsten (0 hervangsten) - huisspitsmuis 7 vangsten - bosmuis 10 vangsten - dwergmuis 1 vangst 46
47 Vanglocatie: A6 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Natte ruige vegetatie. Begrazing: ja (De Geul) Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november rosse woelmuis 8 vangsten - huisspitsmuis 14 vangsten - bosmuis 9 vangsten 47
48 Vanglocatie: B1 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Vergraste droge heide Begrazing: ja (Bollekamer) Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november noordse woelmuis 2 vangsten (0 hervangsten) - rosse woelmuis 2 vangsten - huisspitsmuis 2 vangsten - bosmuis 7 vangsten - dwergmuis 1 vangst Vanglocatie: B2 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Vergraste droge heide Begrazing: ja (Bollekamer) Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november noordse woelmuis 7 vangsten (2 hervangsten) - bosmuis 12 vangsten 48
49 Vanglocatie: B3 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Duinriet Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november bosmuis 10 vangsten Vanglocatie: B4 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Vochtige ruigere vegetatie Begrazing: ja (Bollekamer) Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november noordse woelmuis 1 vangst (0 hervangsten) - aardmuis 3 vangst (0 hervangsten) - rosse woelmuis: 5 vangsten - huisspitsmuis 10 vangsten - bosmuis 7 vangsten 49
50 Vanglocatie: B5 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Vergraste droge heide Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november noordse woelmuis: 19 vangsten (6 hervangsten) - huisspitsmuis 2 vangsten - bosmuis 9 vangsten - dwergmuis 1 vangst Vanglocatie: B6 (Staatsbosbeheer) Coördinaten raailocatie X_gemiddeld Y_gemiddeld X_begin Y_begin X_eind Y_eind Beknopte beschrijving Vergraste droge heide Begrazing: nee Maaien: nee Aantal vallen: 20 Vanger: W. Overman Vangsten november noordse woelmuis: 16 vangsten (14 hervangsten) - huisspitsmuis 7 vangsten 50
51 Bijlage 2 Locaties, coördinaten, beheer, vangsten 2009 raai Jaar x_coord y_coord maaien begrazing nw am rw KA A nee ja (B) A nee ja (B) A nee nee A nee nee A nee ja (B) A nee Ja (G) B nee ja (B) B nee ja (B) B nee nee B nee ja (B) B nee nee B nee nee Amfibisch Oefenterrein nee nee Mokbaai nee nee Kreeftepolder oost onregelmatig nee Kreeftepolder west a onregelmatig nee Kreeftepolder west b onregelmatig nee De Hors - valleitje noord nee nee De Hors - valleitje oost nee nee De Hors - valleitje zuid a nee nee De Hors - valleitje zuid b nee nee De Hors - valleitje west nee nee Duin nee nee Duin nee nee Duin nee nee nw = noordse woelmuis, am = aardmuis, rw = rosse woelmuis, KA = vegetatie (zie tabel 4) aantal VERSCHILLENDE gevangen exemplaren 51
52 Bijlage 3 Locaties, coördinaten, beheer, vangsten 2008 Tijdens het noordse woelmuisonderzoek in terreinen van Defensie en het Nationaal Park Duinen van Texel in 2008, zijn 23 locaties bevangen, waarvan 11 in begraasde terreinen, 3 in zeer onregelmatig gemaaide terreinen en 9 in terreinen waar het beheer niets doen was. Ligging van de 23 vanglocaties in 2008 met beheersvorm niets doen (9; oranje stip), (zeer onregelmatig) maaien (3; gele stip) en begrazen (11; groene stip) en vangsten van noordse woelmuis (7; rode driehoek). Ligging van de 23 vanglocaties in 2008 met beheersvorm niets doen (9; oranje stip), (zeer onregelmatig) maaien (3; gele stip) en begrazen (11; groene stip) en vangsten van aardmuis (6; paarse driehoek) en rosse woelmuis (2; zwarte stip). 52
Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014
Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014 D.L. Bekker September 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009
Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland
Nadere informatieInventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011
Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Oktober 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Rapport nr.: 2011.33
Nadere informatieSterfte onder bosspitsmuizen als gevolg van onderzoek met inloopvallen
Sterfte onder bosspitsmuizen als gevolg van onderzoek met inloopvallen Juni 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging Sterfte onder bosspitsmuizen als gevolg van onderzoek met inloopvallen Rapport nr.: 2009.022
Nadere informatieWaterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010
Waterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010 De Tjamme, Westerwoldsche Aa, Zuidlaardermeeroost en Onnerpolder D.L. Bekker November 2010 Rapport van de Zoogdiervereniging Met medewerking van Staatsbosbeheer
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014
Onderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014 D.L. Bekker Augustus 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van Antea Group Onderzoek naar het voorkomen van
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016
Onderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016 Detail 2.0 Faunistisch Onderzoek Rapport van Detail 2.0 - Faunistisch Onderzoek In
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in relatie tot het project Zuiderklip
Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in relatie tot R.M. Koelman April 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van de Provincie Noord-Brabant Onderzoek naar het voorkomen
Nadere informatieInventarisatie waterspitsmuis Poels- en Fluttersbeek 2011 D.L. Bekker & S. Westra
Inventarisatie waterspitsmuis Poels- en Fluttersbeek 2011 D.L. Bekker & S. Westra Augustus 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Inventarisatie waterspitsmuis
Nadere informatieZoogdieronderzoek Monnickendam
Zoogdieronderzoek Monnickendam Beoordeling van de volledigheid van het zoogdieronderzoek in het plangebied voor een nieuw gemaal bij Monnickendam R.M. Koelman; maart 2014 Notitie Zoogdiervereniging N2014006
Nadere informatieMUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009
MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in
Nadere informatieOnderzoek naar het belang van de Nieuwe Stadse Zeedijk bij Stad aan t Haringvliet voor de noordse woelmuis
Onderzoek naar het belang van de Nieuwe Stadse Zeedijk bij Stad aan t Haringvliet voor de noordse woelmuis R.M. Koelman Augustus 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van DHV Adviesgroep
Nadere informatieOnderzoek naar de relatie beheer - woelmuizen - blauwe kiekendieven en velduilen op Texel
Onderzoek naar de relatie beheer - woelmuizen - blauwe kiekendieven en velduilen op Texel D.L. Bekker Februari 2007 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van Vogelbescherming Nederland Onderzoek
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in Polder de Gagel en de Molenpolder
Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in Polder R.M. Koelman April 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van de Provincie Utrecht, afdeling Groen Onderzoek naar het voorkomen
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in de Jan Durkspolder, Wolwarren, Lytse Mear en Wester Sanning in 2007
Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in de Jan Durkspolder, Wolwarren, Lytse Mear en Wester Sanning in 2007 R.M. Koelman & J.R. Regelink September 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012
Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012 D.L. Bekker & H. Hollander Rapport nummer 2013.10 mei 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging in opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur Rapport
Nadere informatieOnderzoek naar het belang van de Buitenhavendijk te Middelharnis voor de noordse woelmuis
Onderzoek naar het belang van de Buitenhavendijk te Middelharnis voor de noordse woelmuis R.M. Koelman Augustus 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van DHV Adviesgroep Water, Natuur
Nadere informatieNoordse woelmuis, 2010
Indicator 7 mei 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De noordse woelmuis is een bedreigde
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Noordse woelmuis foto Kees Rosmolen verslag 43 Muizenonderzoek Groene Strand - Oostvoorne juli 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen inleiding De zoogdierwerkgroep van de KNNV afdeling
Nadere informatieVoortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2006 met behulp van braakbalanalyse
Voortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2006 met behulp van braakbalanalyse D.L. Bekker Februari 2007 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In
Nadere informatieFort benoorden Spaarndam Advies ten behoeve van een natuurvriendelijke inrichting van het fortterrein R.M. Koelman
Fort benoorden Spaarndam Advies ten behoeve van een natuurvriendelijke inrichting van het fortterrein R.M. Koelman November 2010 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Esbi Bouw Fort benoorden
Nadere informatieVliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008
Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008 R.M. Koelman Juli 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieKleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek
ZOOGDIER 1997 8 (4) 15 Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek Piet+J.M. Bergers Onderzoek naar kleine zoogdieren gebeurt in Nederland meer en meer. De steeds ruimere
Nadere informatieMUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI
MUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP -4 SEPTEMBER 008 Rapportnummer 009.04 Maart 009 Uitgave van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming Veldwerkgroep MUIZENWEEKEND
Nadere informatieWitteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer
Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: WBMU1310 Datum: 03-12-2013 Projectgebied: Gemaallocatie Monnickendam Onderwerp: Inventarisatie
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Twee bosmuizen in 1 val foto Karel Adriaanse verslag 50 Muizenonderzoek De Ommeloop De Kleine Beer Zuid-Hollands Landschap november 2011 Jan Alewijn Dijkhuizen foto s Kees
Nadere informatieMUIZENWEEKEND KORTENHOEFSE PLASSEN
MUIZENWEEKEND KORTENHOEFSE PLASSEN VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP BIJ FORT KIJKUIT 2-4 NOVEMBER 2007 Rapportnummer 2010.30 September 2010 Uitgave van de Zoogdiervereniging Veldwerkgroep MUIZENWEEKEND
Nadere informatieMUIZEN ONDERZOEK ZOEKSESTRAAT SCHIJF 2012
MUIZEN ONDERZOEK ZOEKSESTRAAT SCHIJF 2012 ZOOGDIERENWERKGROEP KNNV ROOSENDAAL Zoogdierenwerkgroep KNNV afdeling Roosendaal: Bernadet Adriaenssens Linda van Meer Colinda van Oosterhout Wim Stoop Joke Stoop
Nadere informatie5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding
5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5.1 Inleiding Vanuit de praktijk komen veel vragen over de optimale breedte en structuur
Nadere informatieDe noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart
De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart Notitie met betrekking tot de te verwachten effecten op de noordse woelmuis en de waterspitsmuis door de aanleg van natuurvriendelijke
Nadere informatieKNNV Zoogdierwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne Dwergmuis foto Jan Alewijn verslag 83 Muizen onderzoek 2017 Schor Oostvoorne Grote Vlak Duinen van Oostvoorne Derryvliet Holle Mare Waalhoek Idylle Historyland Grasweg Jan
Nadere informatieMuizenonderzoek Oostvaardersplassen 2010
Muizenonderzoek Oostvaardersplassen 2010 C. Achterberg D.L. Bekker J.B.M. Thissen Rapportnummer 2010.58 juli 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Staatsbosbeheer C. Achterberg D.L. Bekker
Nadere informatieHet wegvangen van Pallas eekhoorns in Weert en omgeving in 2013
Het wegvangen van Pallas eekhoorns in Weert en omgeving in 2013 Periode mei-november V. Dijkstra Rapportnummer 2013.38 December 2013 Rapport van het bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van Ministerie
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne De Scheelhoek, vallen uitzetten foto Kees Rosmolen verslag 49 Muizenonderzoek De Scheelhoek Natuurmonumenten augustus 2011 Jan Alewijn Dijkhuizen foto s Kees Rosmolen en
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek muizen en spitsmuizen in 2005
Verspreidingsonderzoek muizen en spitsmuizen in 2005 D.L. Bekker Februari 2006 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van Ministerie van LNV - Directie Kennis Verspreidingingsonderzoek van
Nadere informatieWaterspitsmuizen in de gemeente Utrecht
Waterspitsmuizen in de gemeente Utrecht Verslag van een inventarisatie in oktober 2011 D.E.H. Wansink Waterspitsmuizen in de gemeente Utrecht Verslag van een inventarisatie in oktober 2011 D.E.H. Wansink
Nadere informatieMUIZENWEEKEND midden en zuidwest Drenthe
MUIZENWEEKEND midden en zuidwest Drenthe Verslag van een veldwerkgroepkamp 10-12 september 2010 Rapportnummer 2011.1 Januari 2011 Uitgave van de Zoogdiervereniging - Veldwerkgroep en Zoogdieratlas Drenthe
Nadere informatieWat valt er te kiezen?
Marijn Nijssen Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Begrazing Wat valt er te kiezen? Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Bart Wouters Herman van
Nadere informatieWaarnemingen aan de Ransuil
Waarnemingen aan de Ransuil Asio otus op roestplaats op Texel Hans Houtman Ransuil die breed zit in een Zeeden in onze tuin. Foto: H. Houtman. Inleiding Sinds 2004 hebben mijn vrouw en ik een bungalow
Nadere informatieVleermuisonderzoek Gorinchem
Vleermuisonderzoek Gorinchem Een aanvullende inspectie op vleermuizen van twee woningen aan de Kortendijk 113-115 E. Bommezij & R.M. Koelman Oktober 2006 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht
Nadere informatieZoogdieronderzoek Vuurtoreneiland bij Durgerdam
Zoogdieronderzoek Vuurtoreneiland bij Durgerdam R.M. Koelman Maart 2010 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Staatsbosbeheer regio West Zoogdieronderzoek Vuurtoreneiland bij Durgerdam R.M.
Nadere informatieOnderzoek Waterspitsmuis fietspad Groningen-Winsum
Onderzoek Waterspitsmuis fietspad Groningen-Winsum Datum 7 november 2016 Auteur Ing. M.W. Bokje In opdracht van Provincie Groningen, Mevr. U. Nauta Projectnummer P16078 1 Aanleiding en vraagstelling Tussen
Nadere informatieWaterspitsmuis Gemeente Utrecht
Beoordeling van vier gebieden in de Gemeente Utrecht op de kwaliteit als leefgebied voor de waterspitsmuis (Neomys fodiens) R.M. Koelman Juli 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van de Gemeente
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Ger, Harry en Jan Alewijn in het Vogelvlak foto Kees Rosmolen verslag 45 Muizenonderzoek Klein Profijt Vogelvlak - Duinen van Oostvoorne 27 augustus 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen
Nadere informatieVleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven
Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven R.M. Koelman Mei 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl R.M. Koelman Rapport nr.: 2013.06 Project nr.: 2012.090
Nadere informatieVoortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2008 met behulp van braakbalanalyse
Voortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2008 met behulp van braakbalanalyse D.L. Bekker Maart 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht
Nadere informatieGroene glazenmaker in de provincie Groningen
Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk
Nadere informatieMuizenonderzoek Oostvaardersplassen najaar 2011
Muizenonderzoek Oostvaardersplassen najaar 2011 D.L. Bekker S.A. Westra Rapportnummer 2011.42 februari 2012 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Staatsbosbeheer D.L. Bekker S.A. Westra Rapport
Nadere informatieFlora en fauna inventarisatie langs de N247 t.b.v. de aanleg van een fietspad
Flora en fauna inventarisatie langs de N247 t.b.v. de aanleg van een fietspad Naleving van de Flora- en Faunawet fietspad Definitief Grontmij AquaSense Amsterdam, 20 april 2009 Verantwoording Titel : Flora
Nadere informatieWaterbodemsanering Biesbosch
Waterbodemsanering Biesbosch Ligging van beverburchten en beverholen winter 2008/2009 Ir. V. Dijkstra Datum: 17 maart 2009 Rapport: 2009.06 van Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Rijkswaterstaat Zuid-Holland
Nadere informatieSurveillance Muntjak Goirle
Surveillance Muntjak Goirle Onderzoek naar het voorkomen van de muntjak (Muntiacus reevesi) in Park Boschkens in Goirle R.M. Koelman Januari 2014 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van de Nederlandse
Nadere informatieDetectie van noordse woelmuis: inloopvallen of edna?
Detectie van noordse woelmuis: inloopvallen of edna? Maurice La Haye, Ontwikkeld in samenwerking met SpyGen & RAVON Foto: Erik Korsten Detectie van noordse woelmuis Klassiek: inloopvallen Voordelen: leuk
Nadere informatieVoortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2007 met behulp van braakbalanalyse
Voortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2007 met behulp van braakbalanalyse D.L. Bekker Februari 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In
Nadere informatieOnderzoek naar aanwezigheid noordse woelmuis en waterspitsmuizen aan het Spui, te Voorne-Putten
Onderzoek naar aanwezigheid noordse woelmuis en waterspitsmuizen aan het Spui, te Voorne-Putten Ing. W.G. Overman Ir. R.H. Witte van den Bosch Datum: 12 januari 2010 Rapport: 2009.057 van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieMuizenonderzoek. Oldenzaalsestraat 53, Denekamp. Rapportagenummer: november 2010
Muizenonderzoek Oldenzaalsestraat 53, Denekamp Rapportagenummer: 1011.01 15 november 2010 De Eik 40 7608 ES Almelo Tel: 0646111651 www.myotis.nl KvK: 51091224 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Onderzoekslocatie...
Nadere informatieInhaalslag Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2006
Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2006 Deel 2: de noordse woelmuis D.L. Bekker & R.M. Koelman Oktober 2007 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van Ministerie van
Nadere informatieOnderzoek naar het populatieverloop van veldmuizen van Schiphol Airport in 2014
Onderzoek naar het populatieverloop van veldmuizen van Schiphol Airport in 2014 D.L. Bekker December 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van Schiphol Nederland BV Onderzoek
Nadere informatieDe broedvogels van de Feddema s Plas in 2007
De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007 Lieuwe Dijksen & Frank Willems SOVON-inventarisatierapport 2007/49 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Het Groninger Landschap Colofon SOVON Vogelonderzoek
Nadere informatieLandschapsdynamiek voor noordse woelmuis
Landschapsdynamiek voor noordse woelmuis Forum Vanwege zijn achteruitgang in aantal en verspreiding is de noordse woelmuis in 1994 geclassificeerd als kwetsbaar. Bij de herziening van de Rode Lijst in
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek ingekorven vleermuis 2008
Verspreidingsonderzoek ingekorven vleermuis 2008 J.J.A. Dekker Augustus 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur Verspreidingsonderzoek ingekorven vleermuis
Nadere informatieDe inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.
Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders
Nadere informatieHandleiding inventarisatie noordse woelmuis m.b.v. inloopvallen
Handleiding inventarisatie noordse woelmuis m.b.v. inloopvallen R.M. Koelman COLOFON Tekst: Rob Koelman Opmaak: Anneleen Jacobs Foto omslag: noordse woelmuis, Nieuwkoopse Plassen 2007, Rob Koelman Foto
Nadere informatieInventarisatie grote bosmuis Drenthe & Groningen 2013
Inventarisatie grote bosmuis Drenthe & Groningen 2013 D.L. Bekker December 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging Inventarisatie grote bosmuis Drenthe & Groningen 2013 D.L. Bekker Rapport nr.: 2013.35
Nadere informatieNatuurwaardenonderzoek eiland Koudenhoorn (Warmond)
Natuurwaardenonderzoek eiland Koudenhoorn (Warmond) Wesley Overman & Dick Bekker 2 december 2010 2010.033 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Arcadis Nederland BV Natuurwaardenonderzoek
Nadere informatieMarijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,
Zijn effecten van begrazing te voorspellen? Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Ingo Jansen,
Nadere informatieVervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse
Vervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse SANDVICENSIS Ecologisch adviesbureau Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Vervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse
Nadere informatieBermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Nadere informatieOrdito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE
Postadres: Postbus 1015 6040 KA Roermond Bezoekadres: Zuidhoven 9m 6042 PB Roermond telefoon 0475 32 00 00 - fax 0475 32 19 67 - email info@aeres-milieu.nl - internet www.aeres-milieu.nl IBAN NL70 INGB
Nadere informatieOverwinterende vleermuizen op Lunetten 2. Voortgangsrapport 2014
Overwinterende vleermuizen op Lunetten 2 Voortgangsrapport 2014 E.A. Jansen April 2014 Notitie van de Zoogdiervereniging In opdracht van de gemeente Utrecht Overwinterende vleermuizen op Lunetten 2 Voortgangsrapport
Nadere informatieVleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen
Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen H.J. Huitema 13 oktober 2009 Rapport van de In opdracht van Dienst Landelijk Gebied regio Zuid Onderzoek naar het gebruik van MOB complex
Nadere informatieMonitoring Pallas eekhoorn 2014 Onderzoek aan de hand van vraatsporen
Monitoring Pallas eekhoorn 2014 Onderzoek aan de hand van vraatsporen Vilmar Dijkstra, Bernd-Jan Bulsink, René Janssen, Ruud Snijders & Maurice La Haye 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieUitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]
Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel Uitvoering herstelmaatregelen
Nadere informatieQuickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.
Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs
Nadere informatieDe waterspitsmuis in Limburg Beschermingsmaatregelen naar aanleiding van inventarisaties in 2007
De waterspitsmuis in Limburg Beschermingsmaatregelen naar aanleiding van inventarisaties in 2007 Ing. W.G. Overman Ir. E.T.C. de Bruijckere Dr. Ir. J.J.A. Dekker November 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieNotitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht
Notitie aan J. de Waard (Trivire Wonen) van A. de Baerdemaeker betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht project 0619 datum 2 augustus 2011 Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon: 010-436
Nadere informatieHerfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober 2013. Schouwen-Zuidwest Voorkomen van Noordse woelmuis in inlagen en duinen
Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober 2013 Schouwen-Zuidwest Voorkomen van Noordse woelmuis in inlagen en duinen Zoogdierwerkgroep Zeeland Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober
Nadere informatie1 Inleiding Methode Veldwerk Beschrijving locaties Sectie 1A Sectie Sectie 8...
Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Methode... 4 2.1 Veldwerk 4 2.2 Beschrijving locaties 4 2.2.1 Sectie 1A... 4 2.2.2 Sectie 5... 9 2.2.3 Sectie 8... 10 2.3 Resultaten 12 2.3.1 Literatuurstudie en historische waarnemingen...
Nadere informatieOnderzoek naar belang van de Bosschendijk voor de noordse woelmuispopulatie van de Oude Maas
Onderzoek naar belang van de Bosschendijk voor de noordse woelmuispopulatie van de Oude Maas Inclusief onderzoek naar aanwezigheid van concurrerende muizensoorten en de bever Aug 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieMitigatieplan noodkap populieren ten behoeve van de bever in de Roer
Mitigatieplan noodkap populieren ten behoeve van de bever in de Roer Vilmar Dijkstra Rapportnummer 2012.20 21 september 2012 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Waterschap Roer & Overmaas
Nadere informatieBegrazing van natuurgebieden
Begrazing van natuurgebieden Jan Van Uytvanck Knokke 07/12/2017 Thema s 1. Grote grazers in natuurbehoud en beheer 2. Begrazing in de duinen en het Zwin 3. Begrazingsonderzoek Grote herbivoren in natuurbehoud
Nadere informatieProject rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001
Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 2002 Wouter Jansen & Roy Kleukers 25 april 2002 veldwerk Wouter Jansen tekst Wouter Jansen & Roy Kleukers produktie Stichting European Invertebrate Survey
Nadere informatieRapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven
Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Opdrachtgever Referentie Waterschap Rivierenland Meijer, K. 2014. Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek
Nadere informatieMuizenweekend Nationale Park Weerribben-Wieden
Muizenweekend Nationale Park Weerribben-Wieden Verslag van een veldwerkgroepkamp Weerribben-Wieden 24-25-26 september 2010 Rapportnummer 2010.53 November 2010 Uitgave van de Zoogdiervereniging Veldwerkgroep
Nadere informatieNOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep
NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 08-04-2016 ONS KENMERK: 16-188/16.02404/DirKr UW KENMERK: VPL nr. 236970 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Muizen onderzoek als educatief middel foto Mariëtte verslag 46 Muizenonderzoek Oever Oude Maas Spijkenisse september 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen Inleiding In 2009 heeft
Nadere informatieVeldonderzoek noordse woelmuis in het Oostzanerveld met edna
See discussions, stats, and author profiles for this publication at: https://www.researchgate.net/publication/290193791 Veldonderzoek noordse woelmuis in het Oostzanerveld met edna Technical Report December
Nadere informatieEffect van terreinbeheer op habitatgebruik van muizen in het zuidelijke deel van Natura-2000 gebied Duinen van Texel
Effect van terreinbeheer op habitatgebruik van muizen in het zuidelijke deel van Natura-2000 gebied Duinen van Texel Inclusief een compleet historisch overzicht van (woel)muizenonderzoek op Texel Ir. R.H.
Nadere informatieovervliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober.
overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober. Kleine Bonte Specht Dendrocopos minor Van 12 maart t/rn 7 april verbleef l'i'
Nadere informatieOntwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012
Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 R.J.S. Terlouw. bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2012-10. Ouderkerk aan den IJssel, 30 december 2012 Versie : Definitief. Auteur
Nadere informatieMuizenonderzoek 2012 Oisterwijkse Bossen en Vennen
IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap & leefomgeving Muizenonderzoek 2012 Oisterwijkse Bossen en Vennen uitgevoerd door de Zoogdierenwerkgroep
Nadere informatieNOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep
NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15-04-2016 ONS KENMERK: 16-109/16.01207/DirKr UW KENMERK: VPL 235792 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:
Nadere informatieHerfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 4-7 oktober 2018 West Zeeuws-Vlaanderen
Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 4-7 oktober 2018 West Zeeuws-Vlaanderen Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 4-7 oktober 2018 West Zeeuws-Vlaanderen Rapportage: Pepijn Calle December 2018 Gebiedsbeschrijving
Nadere informatieOrdito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE
Postadres: Postbus 1015 6040 KA Roermond Bezoekadres: Zuidhoven 9m 6042 PB Roermond telefoon 0475 32 00 00 - fax 0475 32 19 67 - email info@aeres-milieu.nl - internet www.aeres-milieu.nl IBAN NL70 INGB
Nadere informatieVleermuiswaarden Fort Pannerden Een onderzoek naar de huidige en potentiële waarde van het fort voor vleermuizen R.M. Koelman
Een onderzoek naar de huidige en potentiële waarde van het fort voor vleermuizen R.M. Koelman Maart 2010 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van de gemeente Lingewaard Een onderzoek naar de
Nadere informatieNatuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem
NOTITIE Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V. dhr. E. van den Heuvel Lekdijk 44 2967 GL Langerak (ZH) DATUM: 1 mei 2012 ONS KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 1 CONTROLE: 12-244/12.02267/DimEm
Nadere informatieQuickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede
Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer
Nadere informatieBeheerrichtlijn voor vleermuizen van Fort Asperen E.A. Jansen & H.G.J.A. Limpens
Beheerrichtlijn voor vleermuizen van Fort Asperen E.A. Jansen & H.G.J.A. Limpens 2014.007 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van Stichting Fort Asperen & Staatbosbeheer regio
Nadere informatieDeelhandleiding uploadportal NEM VTT
Deelhandleiding uploadportal NEM VTT Onderdeel van de handleiding voor het meetnet NEM Vleermuis Transect Tellingen Schillemans, M.J. 2015.010 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht
Nadere informatieRapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren
Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...
Nadere informatieInhaalslag Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2006
Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2006 Deel 3: de waterspitsmuis W.G. Overman J.J.A. Dekker September 2007 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Ministerie
Nadere informatie