EUROPEES PARLEMENT AANGENOMEN TEKSTEN. van de vergadering van

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EUROPEES PARLEMENT AANGENOMEN TEKSTEN. van de vergadering van"

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van woensdag 18 juni 2008

2 P6_TA-PROV(2008)06-18 VOORLOPIGE UITGAVE PE

3 INHOUDSOPGAVE AANGENOMEN TEKSTEN P6_TA-PROV(2008)0290 Nieuwe toekenning van bevoegdheden aan vice-voorzitter van de Commissie Jacques Barrot (B6-0306/2008) Besluit van het Europees Parlement van 18 juni 2008 houdende goedkeuring van de nieuwe toekenning van bevoegdheden aan vice-voorzitter van de Commissie Jacques Barrot... 1 P6_TA-PROV(2008)0291 Benoeming van Antonio Tajani als lid van de Commissie (B6-0307/2008) Besluit van het Europees Parlement van 18 juni 2008 houdende goedkeuring van de benoeming van Antonio Tajani als lid van de Commissie... 2 P6_TA-PROV(2008)0292 Vermiste personen op Cyprus Follow-up resolutie Europees Parlement van 15 maart 2007 (A6-0139/ Rapporteur: Ewa Klamt) Resolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over vermiste personen op Cyprus follow-up van de resolutie van het Europees Parlement van 15 maart 2007 (2007/2280(INI))... 3 P6_TA-PROV(2008)0293 Gemeenschappelijke normen en procedures voor de terugkeer van illegaal in de lidstaten verblijvende onderdanen van derde landen ***I (A6-0339/ Rapporteur: Manfred Weber) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (COM(2005)0391 C6-0266/ /0167(COD))... 6 P6_TA-PROV(2008)0294 Interne markt voor electriciteit ***I (A6-0191/ Rapporteur: Eluned Morgan) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/54/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (COM(2007)0528 C6-0316/ /0195(COD)) PE \ I

4 P6_TA-PROV(2008)0295 Voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in electriciteit ***I (A6-0228/ Rapporteur: Alejo Vidal-Quadras) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1228/2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (COM(2007)0531 C6-0320/ /0198(COD)) P6_TA-PROV(2008)0296 Agentschap voor samenwerking van energieregelgevers ***I (A6-0226/ Rapporteur: Giles Chichester) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregelgevers (COM(2007)0530 C6-0318/ /0197(COD)) P6_TA-PROV(2008)0297 Bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers ***I (A6-0081/ Rapporteur: Francesco Ferrari) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers (COM(2007)0560 C6-0331/ /0201(COD)) P6_TA-PROV(2008)0298 Aanpassing van een aantal besluiten aan Besluit 1999/468/EG van de Raad, gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG - Aanpassing aan de regelgevingsprocedure met toetsing (Deel een) ***I (A6-0088/ Rapporteur: József Szájer) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanpassing aan Besluit 1999/468/EG van de Raad, zoals gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG, van een aantal besluiten waarop de procedure van artikel 251 van het Verdrag van toepassing is, wat de regelgevingsprocedure met toetsing betreft Deel 1 (COM(2007)0741 C6-0432/ /0262(COD)) P6_TA-PROV(2008)0299 Aanpassing van een aantal besluiten aan Besluit 1999/468/EG van de Raad, gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG - Aanpassing aan de regelgevingsprocedure met toetsing (Deel drie) ***I (A6-0086/ Rapporteur: József Szájer) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanpassing aan Besluit 1999/468/EG van de Raad, zoals gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG, van een aantal besluiten waarop de procedure van artikel 251 van het Verdrag van toepassing is, wat de regelgevingsprocedure met toetsing betreft Deel drie (COM(2007)0822 C6-0474/ /0282(COD)) II /PE

5 P6_TA-PROV(2008)0300 Autonome communautaire tariefcontingenten voor invoer van bepaalde visserijproducten op de Canarische eilanden * (A6-0213/ Rapporteur: Gerardo Galeote) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende de opening en het beheer van de autonome communautaire tariefquota op de invoer van bepaalde visserijproducten in de Canarische eilanden (COM(2008)0129 C6-0153/ /0054(CNS)) P6_TA-PROV(2008)0301 Statuut van de Europese Ombudsman (A6-0076/ Rapporteur: Anneli Jäätteenmäki) Resolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over de aanneming van een besluit van het Europees Parlement tot wijziging van zijn Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (2006/2223(INI)) PE \ III

6

7 P6_TA-PROV(2008)0290 Nieuwe toekenning van bevoegdheden aan vice-voorzitter van de Commissie Jacques Barrot Besluit van het Europees Parlement van 18 juni 2008 houdende goedkeuring van de nieuwe toekenning van bevoegdheden aan vice-voorzitter van de Commissie Jacques Barrot Het Europees Parlement, gelet op artikel 217, lid 2, van het EG-Verdrag, gezien artikel 5 van de kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie 1, gezien het voorstel van 9 mei 2008 houdende wijziging van de portefeuilles van de vicevoorzitter van de Commissie Jacques Barrot, gezien de hoorzitting met de vice-voorzitter in zijn bevoegde commissie op 16 juni 2008, gelet op artikel 99 van zijn Reglement, 1. hecht zijn goedkeuring aan de nieuwe toekenning van bevoegdheden aan vice-voorzitter Jacques Barrot voor het restant van de mandaatperiode van de Commissie tot 31 oktober 2009; 2. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lidstaten. 1 PB C 117 E van , blz PE \ 1

8 P6_TA-PROV(2008)0291 Benoeming van Antonio Tajani als lid van de Commissie Besluit van het Europees Parlement van 18 juni 2008 houdende goedkeuring van de benoeming van Antonio Tajani als lid van de Commissie Het Europees Parlement, gelet op artikel 214, lid 2, derde alinea, en artikel 215 van het EG-Verdrag, gezien artikel 4 van de kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen de het Europees Parlement en de Commissie 1, gezien het feit dat Franco Frattini op 7 mei 2008 als lid van de Commissie is teruggetreden, gezien de voordracht, door de regering van de Italiaanse Republiek, van Antonio Tajani als lid van de Commissie op 8 mei 2008, gezien het Besluit van de Raad 2008/380/EG, Euratom van 9 mei 2008 houdende benoeming van een nieuw lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen 2, gezien de hoorzitting met de voorgedragen commissaris in zijn bevoegde commissie op 16 juni 2008, gelet op artikel 99 van zijn Reglement, 1. hecht zijn goedkeuring aan de benoeming van Antonio Tajani als lid van de Commissie voor het restant van de mandaatperiode van de Commissie tot 31 oktober 2009; 2. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lidstaten. 1 2 PB C 117 E van , blz PB L 131 van , blz /PE

9 P6_TA-PROV(2008)0292 Vermiste personen op Cyprus Follow-up resolutie Europees Parlement van 15 maart 2007 Resolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over vermiste personen op Cyprus follow-up van de resolutie van het Europees Parlement van 15 maart 2007 (2007/2280(INI)) Het Europees Parlement, onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 maart 2007 over vermiste personen op Cyprus 1, gezien de desbetreffende verslagen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties 2, de desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties 3 en de internationale initiatieven die zijn genomen om het lot van vermiste personen op Cyprus te onderzoeken 4, onder verwijzing naar de arresten van het Europees Hof voor de rechten van de mens (EHRM) van 10 mei en 10 januari betreffende vermiste personen op Cyprus, gelet op artikel 45 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0139/2008), A. overwegende dat het bezoek van de rapporteur van het Parlement aan het Comité vermiste personen (CMP), alsmede aan de opgravingslocaties, het bicommunale antropologische laboratorium en de families van de vermisten op Cyprus uitsluitend tot doel had het humanitaire probleem van de vermisten (Griekse en Turkse Cyprioten) te onderzoeken, in verband met het recht van de familie van de vermisten om te weten wat er met hen is gebeurd; B. overwegende dat de kwellende onzekerheid voor de families van de vermisten, die al tientallen jaren in het duister tasten over het lot van hun dierbaren, nog steeds voortduurt en dat derhalve alles in het werk moet worden gesteld om het onderzoek te voltooien zolang er nog ooggetuigen zijn die verklaringen kunnen afleggen, C. overwegende dat het CMP sinds 2004 vorderingen heeft gemaakt met de opgraving en identificatie van stoffelijke overschotten en vastbesloten is zijn inspanningen voort te PB C 301 E van , blz Met name het meest recente verslag over de VN-operatie op Cyprus (S/2008/353), hoofdstuk IV. Met name resolutie 1818 (2008) van 13 juni Committee on Missing Persons in Cyprus: Cyprus v. Turkey [GC], nr /94, ECHR 2001-IV. Varnava and others v. Turkey, nrs /90, 16065/90, 16066/90, 16068/90, 16069/90, 16070/90, 16071/90, 16072/90 en 16073/90; een beroep is nog aanhangig. PE \ 3

10 zetten, met de wil resultaten te boeken die alleen kunnen worden bereikt wanneer zijn capaciteiten, met name die voor het veldwerk, worden uitgebreid, D. overwegende dat het CMP-project inzake de opgraving, identificatie en overdracht van de stoffelijke resten van vermiste personen aan de nabestaanden in augustus 2006 van start is gegaan en dat tot dusver overblijfselen van 398 personen zijn opgegraven, waarvan er 266 zijn onderzocht in het antropologische laboratorium van het CMP in een poging tot voorlopige identificatie, E. overwegende dat het Laboratorium voor Forensische Genetica van het Cypriotisch Instituut voor Neurologie en Genetica belast is met het identificeren van de opgegraven skeletten met behulp van methodes voor DNA-typering en dat de eerste te onderzoeken monsters begin april 2007 werden aangeleverd, F. overwegende dat eind juni 2007 de eerste positieve identificaties werden gemaakt en dat in het kader van het CMP-project tot dusver de stoffelijke resten van 91 personen geïdentificeerd zijn, G. overwegende dat de grootste bijdrage tot het CMP ten bedrage van 1,5 miljoen EUR slechts volstaat tot eind 2008 en verleend werd in het kader van de financiële steun van de EU aan de Turks-Cypriotische gemeenschap, H. overwegende dat speciaal moet worden gewezen op de constructieve samenwerking tussen de Grieks-Cypriotische en de Turks-Cypriotische leden van het CMP en op de goede samenwerking tussen de bicommunale teams van Griekse en Turkse Cyprioten, zowel in de laboratoria als op het terrein, 1. roept de betrokken partijen op de eerlijke en open samenwerking ten behoeve van de spoedige afronding het nodige onderzoek naar het lot van alle vermisten op Cyprus voort te zetten en het arrest van het EHRM van 10 mei 2001 volledig ten uitvoer te leggen; 2. verzoekt de betreffende partijen en al degenen die beschikken of kunnen beschikken over informatie of bewijzen, afkomstig uit eigen kennis, uit archieven, verslagen van gevechten of lijsten van detentieplaatsen, deze informatie of bewijzen aan het CMP door te geven teneinde de werkzaamheden van het comité te helpen bespoedigen; 3. spreekt zich uit voor de toewijzing van verdere financiële steun aan het CMP voor de periode vanaf 2009 en acht het van essentieel belang hiervoor een extra bedrag van 2 miljoen EUR te voorzien in de algemene begroting van de Europese Unie voor 2009; 4. verzoekt de Raad en de Commissie in te stemmen met deze verdere financiële steun vanaf 2009, opdat niet alleen de werkzaamheden kunnen worden voortgezet maar ook de capaciteiten, met name voor het veldwerk, kunnen worden uitgebreid, meer wetenschappers kunnen worden aangetrokken en meer apparatuur kan worden aangekocht; 5. verzoekt de lidstaten de tot dusver verleende steun voort te zetten; 6. verzoekt de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken de kwestie van vermiste personen op Cyprus te blijven volgen en hierover jaarlijkse verslagen voor te leggen; 4 /PE

11 7. machtigt de rapporteur van het Parlement en zijn Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken alle mogelijke stappen te ondernemen om alle betrokken partijen over te halen oprecht en actief bij te dragen aan de onderzoeksinspanningen naar het lot van alle vermiste personen; 8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de regeringen en parlementen van Cyprus. Turkije, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk, alsook het Comité vermiste personen op Cyprus. PE \ 5

12 P6_TA-PROV(2008)0293 Gemeenschappelijke normen en procedures voor de terugkeer van illegaal in de lidstaten verblijvende onderdanen van derde landen ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 juni 2008 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (COM(2005)0391 C6-0266/ /0167(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0391), gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 63, lid 3, letter b) van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0266/2005), gelet op artikel 51 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0339/2007), 1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. 6 /PE

13 P6_TC1-COD(2005)0167 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 18 juni 2008 met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 63, lid 3, onder b), Gezien het voorstel van de Commissie, Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 1, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op de zitting van de Europese Raad op 15 en 16 oktober 1999 te Tampere is een coherente aanpak op het gebied van immigratie en asiel vastgesteld, die bestaat uit het opzetten van een gemeenschappelijk asielstelsel, een beleid voor legale immigratie en de bestrijding van illegale immigratie. (2) De Europese Raad van Brussel van 4 en 5 november 2004 heeft erop aangedrongen, op basis van gemeenschappelijke normen, een doeltreffend verwijderings- en terugkeerbeleid te ontwikkelen, zodat mensen op een humane manier, met volledige eerbiediging van hun grondrechten en waardigheid, teruggezonden kunnen worden. (3) Het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft op 4 mei 2005 "Twintig leidende beginselen inzake gedwongen terugkeer" (CM(2005)40)) goedgekeurd. (4) Om in het kader van een gedegen migratiebeleid een doeltreffend terugkeerbeleid te kunnen voeren, moeten duidelijke, transparante en billijke regels worden vastgesteld. (5) In deze richtlijn moeten horizontale regels worden vastgesteld die van toepassing zijn op alle onderdanen van derde landen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor toegang tot, verblijf of vestiging in een lidstaat. (6) De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat het beëindigen van illegaal verblijf van onderdanen van derde landen volgens een billijke en transparante procedure geschiedt. Overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen van de EU moeten beslissingen die op grond van deze richtlijn worden genomen per geval hun beslag krijgen en op objectieve criteria berusten, die zich niet beperken tot het loutere feit van illegaal verblijf. De lidstaten dienen bij het gebruik van standaardformulieren voor terugkeerbesluiten dit beginsel te eerbiedigen en alle toepasselijke bepalingen van de richtlijn na te leven. 1 Standpunt van het Europees Parlement van 18 juni PE \ 7

14 (7) Benadrukt wordt dat, om het terugkeerproces te vergemakkelijken, op het niveau van de Gemeenschap en op bilateraal niveau overnameovereenkomsten met derde landen moeten worden gesloten. Internationale samenwerking met de landen van oorsprong is in alle stadia van de terugkeerprocedure een absolute vereiste voor het realiseren van een duurzame terugkeer. (8) Het wordt als legitiem erkend dat de lidstaten onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven, verplichten terug te keren. Voorwaarde voor deze veronderstelling is dat er billijke en efficiënte asielstelsels zijn, die het beginsel van non-refoulement volledig respecteren. (9) Overeenkomstig Richtlijn 2005/85/EG van de Raad van 1 december 2005 betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus 1, mag een onderdaan van een derde land die in een lidstaat asiel heeft aangevraagd niet worden beschouwd als iemand die illegaal op het grondgebied van die lidstaat verblijft, totdat het afwijzende besluit inzake het verzoek respectievelijk het besluit waarbij het verblijfsrecht van de betrokkene wordt beëindigd, in werking is getreden. (10) Zolang er geen reden is om aan te nemen dat dit de terugkeerprocedure ondermijnt, verdient vrijwillige terugkeer de voorkeur boven gedwongen terugkeer en dient een termijn voor vrijwillige terugkeer te worden toegekend. Wanneer dit, gezien de specifieke omstandigheden van een individueel geval, noodzakelijk wordt geacht, dient in een verlenging van de periode voor vrijwillige terugkeer te worden voorzien. Om vrijwillige terugkeer aan te moedigen, moeten de lidstaten meer bijstand en advies bieden bij terugkeer en de financieringsmogelijkheden die het Europese Terugkeerfonds biedt, optimaal gebruiken. (11) Er dienen gemeenschappelijke wettelijke minimumwaarborgen voor terugkeerbesluiten te worden vastgesteld, teneinde de belangen van de betrokkenen te beschermen. Aan diegenen die niet over toereikende middelen beschikken, wordt rechtsbijstand verleend. De lidstaten dienen in hun nationale wetgeving vast te leggen in welke gevallen rechtsbijstand nodig wordt geacht. (12) Er dient een regeling te worden getroffen voor onderdanen van derde landen die illegaal verblijven maar nog niet kunnen worden uitgezet. Voorziening in hun elementaire levensbehoeften dient volgens de nationale wetgeving te worden geregeld. Teneinde ervoor te zorgen dat de betrokkenen bij administratieve controles of nazicht een bewijs van hun specifieke situatie kunnen leveren, dienen zij een schriftelijke bevestiging te krijgen. De lidstaten dienen, wat de concrete invulling van deze schriftelijke bevestiging betreft, over een ruime mate van beleidsvrijheid te beschikken en kunnen de bevestiging ook opnemen in uit hoofde van deze richtlijn genomen terugkeerbesluiten. (13) De toepassing van dwangmaatregelen moet, uit het oogpunt van middelen en doelstellingen, uitdrukkelijk aan de beginselen van evenredigheid en doeltreffendheid worden onderworpen. Gedwongen terugkeer moet worden omgeven met minimumwaarborgen, rekening houdend met Beschikking 2004/573/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake het organiseren van gezamenlijke vluchten voor de verwijdering van 1 PB L 326 van , blz /PE

15 onderdanen van derde landen tegen wie individuele verwijderingsmaatregelen zijn genomen van het grondgebied van twee of meer lidstaten 1. De lidstaten moeten voor het toezicht op gedwongen terugkeer op meerdere mogelijkheden kunnen vertrouwen. (14) Het effect van nationale terugkeermaatregelen moet een Europese dimensie krijgen, door middel van een inreisverbod dat de betrokkene de toegang tot en het verblijf op het grondgebied van alle lidstaten ontzegt. De duur van het inreisverbod dient per geval volgens de omstandigheden te worden bepaald en mag normaliter niet langer zijn dan vijf jaar. In deze context dient in het bijzonder rekening te worden gehouden met het feit dat de betrokken onderdaan van een derde land reeds het onderwerp is geweest van meer dan één terugkeerbesluit of uitzettingsbevel of dat hij zich op het grondgebied van een lidstaat heeft begeven, terwijl een inreisverbod van kracht was. (15) De lidstaten moeten zelf bepalen of het besluit tot herziening van een terugkeerbesluit inhoudt dat de instantie die of het college dat tot herziening besluit zelf het terugkeerbesluit ter vervanging van het vroegere besluit neemt. (16) Inbewaringstelling met het oog op van verwijdering moet worden beperkt en, uit het oogpunt van middelen en doelstellingen, aan het evenredigheidsbeginsel worden onderworpen. Inbewaringstelling is alleen gerechtvaardigd om de terugkeer voor te bereiden of de verwijdering uit te voeren en indien minder dwingende middelen niet afdoende zouden zijn. (17) Onderdanen van een derde land inbewaringstelling dienen op humane en waardige wijze te worden behandeld, met eerbiediging van hun grondrechten en het internationale en nationale recht. Onverminderd de aanvankelijke aanhouding door de rechtshandhavingsinstanties, die in de nationale wetgeving is geregeld, moet bewaring in de regel plaatsvinden in een daarvoor bestemde inrichting. (18) De lidstaten dienen snel toegang te hebben tot informatie over inreisverbod en door andere lidstaten uitgevaardigd. Deze informatie-uitwisseling dient te gebeuren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) 2. (19) De toepassing van deze richtlijn zal gepaard moeten gaan met samenwerking op alle niveaus tussen de instellingen die bij de terugkeer zijn betrokken, en met uitwisseling en bevordering van beste praktijken, hetgeen immers een Europese meerwaarde zal opleveren. (20) Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het vaststellen van gemeenschappelijke regels voor terugkeer, verwijdering, het gebruik van dwangmaatregelen, inbewaringstelling en inreisverboden niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en gevolgen ervan beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, 1 2 PB L 261 van , blz.28. PB L 381 van , blz.4. PE \ 9

16 overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. (21) De lidstaten dienen deze richtlijn toe te passen zonder onderscheid te maken naar met name geslacht, ras, huidskleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. (22) Overeenkomstig het Verdrag van 1989 van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind dienen de lidstaten bij de uitvoering van deze richtlijn het belang van het kind voorop te stellen. Overeenkomstig het Europees Verdrag voor de rechten van de mens dienen de lidstaten bij de uitvoering van deze richtlijn de eerbiediging van het gezinsleven voorop te stellen. (23) De toepassing van deze richtlijn laat de verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951, als gewijzigd bij het protocol van New York van 31 januari 1967, onverlet. (24) In deze richtlijn worden de grondrechten en de beginselen in acht genomen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend. (25) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de positie van Denemarken, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze richtlijn en is deze bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken. Aangezien deze richtlijn - voor zover zij betrekking heeft op onderdanen van derde landen die niet of niet langer voldoen aan de toegangsvoorwaarden volgens de Schengengrenscode 1 - op grond van titel IV van het derde deel van het Verdrag betreffende de Europese Unie een uitwerking vormt van het Schengenacquis, dient Denemarken, overeenkomstig artikel 5 van het hierboven genoemde protocol, binnen zes maanden nadat de richtlijn is vastgesteld, te besluiten of het deze in nationale wetgeving zal omzetten. (26) Voor zover zij betrekking heeft op onderdanen van derde landen die niet of niet langer voldoen aan de toegangsvoorwaarden volgens de Schengengrenscode, vormt deze richtlijn een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis 2 niet deelneemt; daarnaast neemt het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en onverminderd artikel 4 van genoemd protocol, niet deel aan de aanneming van deze richtlijn en is deze bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing in het Verenigd Koninkrijk. 1 2 PB L 105 van , blz.1. PB L 131 van , blz /PE

17 (27) Voor zover zij betrekking heeft op onderdanen van derde landen die niet of niet langer voldoen aan de toegangsvoorwaarden volgens de Schengengrenscode vormt deze richtlijn een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis 1 niet deelneemt; daarnaast neemt Ierland, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en onverminderd artikel 4 van genoemd protocol, niet deel aan de aanneming van deze richtlijn en is deze bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing in Ierland. (28) Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze richtlijn - voor zover zij betrekking heeft op onderdanen van derde landen die niet of niet langer voldoen aan de toegangsvoorwaarden volgens de Schengengrenscode - een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder artikel 1, punt C, van Besluit 1999/437/EG van de Raad 2 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van deze overeenkomst. (29) Wat Zwitserland betreft, houdt deze richtlijn - voor zover zij betrekking heeft op onderdanen van derde landen die niet of niet langer voldoen aan de toegangsvoorwaarden volgens de Schengengrenscode - een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst gesloten tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop de Zwitserse Confederatie wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 3, die vallen binnen het gebied bedoeld in artikel 1, punt [C], van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad 4. (30) Wat Liechtenstein betreft, houdt deze richtlijn - voor zover zij betrekking heeft op onderdanen van derde landen die niet of niet langer voldoen aan de toegangsvoorwaarden volgens de Schengengrenscode - een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het PB L 64 van , blz.20. PB L 176 van , blz.31. PB L 53 van , blz.52. PB L 53 van , blz.1. PE \ 11

18 Schengenacquis 1, die vallen binnen het gebied bedoeld in artikel 1, punt [C], van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2008/261/EG van de Raad 2. HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Hoofdstuk I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsgebied In deze richtlijn worden de gemeenschappelijke normen en procedures vastgesteld die door de lidstaten moeten worden toegepast bij de terugkeer van illegaal op hun grondgebied verblijvende onderdanen van derde landen, overeenkomstig de grondrechten die de algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht en het internationaal recht vormen, zoals de verplichting om vluchtelingen te beschermen en de mensenrechten te eerbiedigen. Artikel 2 Werkingssfeer 1. Deze richtlijn is van toepassing op illegaal op het grondgebied van een lidstaat verblijvende onderdanen van derde landen. 2. De lidstaten kunnen besluiten deze richtlijn niet toe te passen op onderdanen van derde landen: (a) (b) jegens wie een maatregel tot weigering van toegang is genomen overeenkomstig artikel 13 van de Schengengrenscode, of die door de bevoegde autoriteiten zijn aangehouden of onderschept wegens het op onregelmatige wijze overschrijden over land, over zee of door de lucht van de buitengrens van een lidstaat, en die vervolgens geen vergunning of recht heeft verkregen om in die lidstaat te verblijven; jegens wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd als strafrechtelijke sanctie of als gevolg van een strafrechtelijke sanctie, overeenkomstig de nationale wetgeving of jegens wie een uitleveringsprocedure loopt. 3. Deze richtlijn is niet van toepassing op personen die in de zin van artikel 2, punt 5, van de Schengengrenscode onder het Gemeenschapsrecht inzake vrij verkeer vallen. 1 2 De tekst hiervan is beschikbaar op under the reference Doc /06. PB L 83 van , blz /PE

19 Artikel 3 Definities Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder: (a) (b) (c) "onderdaan van een derde land": eenieder die geen burger van de Unie is in de zin van artikel 17, lid 1, van het Verdrag en die niet onder het Gemeenschapsrecht inzake vrij verkeer valt, als bepaald in artikel 2, punt 5, van de Schengengrenscode. "illegaal verblijf": de aanwezigheid op het grondgebied van een lidstaat, van een onderdaan van een derde land die niet of niet langer voldoet aan de voorwaarden voor toegang die zijn vastgesteld in artikel 5 van de Schengengrenscode, of aan andere inreis-, verblijfs- en vestigingsvoorwaarden van die lidstaat; "terugkeer": het proces om, zelfstandig of gedwongen, gevolg te geven aan de terugkeerverplichting, naar: - het land van herkomst, of - een land van doorreis overeenkomstig communautaire of bilaterale overnameovereenkomsten of andere regelingen, of - een andere derde land waarnaar de betrokken onderdaan van een derde land besluit vrijwillig terug te keren en waar deze wordt opgenomen; (d) (e) "terugkeerbesluit": de administratieve of rechterlijke beslissing waarbij het verblijf van een onderdaan van een derde land illegaal wordt verklaard en de betrokkene wordt verplicht terug te keren of een terugkeerverplichting wordt vastgelegd; "verwijdering": de tenuitvoerlegging van de terugkeerverplichting, d.w.z. de fysieke verwijdering uit het land; (f) (g) (h) (i) "inreisverbod": de administratieve of rechterlijke beslissing waarbij de betrokkene de toegang tot en het verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor een bepaalde termijn wordt verboden, samen met een terugkeerbesluit; "risico op onderduiken": het in een bepaald geval bestaan van redenen, gebaseerd op objectieve, in wetgeving vastgelegde criteria, om aan te nemen dat een onderdaan van een derde land jegens wie een terugkeerprocedure loopt, zal onderduiken; "vrijwillig vertrek": het nakomen van de verplichting om binnen de in het terugkeerbesluit gestelde termijn terug te keren. "kwetsbare personen": minderjarigen, niet-begeleide minderjarigen, lichamelijk gehandicapten, bejaarden, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige PE \ 13

20 kinderen en personen die gefolterd of verkracht zijn of andere ernstige vormen van psychisch, fysiek of seksueel geweld hebben ondergaan. Artikel 4 Gunstiger bepalingen 1. Deze richtlijn laat onverlet de gunstiger bepalingen van: (a) (b) bilaterale of multilaterale overeenkomsten tussen de Gemeenschap of de Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en een of meer derde landen anderzijds; bilaterale of multilaterale overeenkomsten tussen een of meer lidstaten en een of meer derde landen. 2. Deze richtlijn laat de bepalingen van het communautaire acquis op het gebied van immigratie en asiel die gunstiger zijn voor de onderdanen van derde landen onverlet. 3. Deze richtlijn laat onverlet dat de lidstaten bepalingen kunnen aannemen of handhaven die gunstiger zijn voor de personen op wie de richtlijn van toepassing is, mits deze bepalingen verenigbaar zijn met de richtlijn. 4. Wat betreft onderdanen van derde landen die overeenkomstig artikel 2, lid 2, onder a), buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, wordt door de lidstaten: - ervoor gezorgd dat hun behandeling en beschermingsniveau niet ongunstiger zijn dan bepaald in artikel 8, leden 4 en 5 (beperking van het gebruik van dwangmaatregelen), artikel 9, lid 2, eerste streepje (uitstel van verwijdering), artikel 14, lid 1, tweede en vierde streepje, (spoedeisende zorg en inachtneming van de behoeften van kwetsbare personen) en de artikelen 16 en 17 (omstandigheden van bewaring) en - het beginsel van "non-refoulement" worden geëerbiedigd. Artikel 5 Non-refoulement, belang van het kind, familie- en gezinsleven en gezondheidstoestand Bij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn houden de lidstaten rekening met (a) (b) (c) het belang van het kind, het familie- en gezinsleven, de gezondheidstoestand van de betrokken onderdaan van een derde land, en eerbiedigen zij het beginsel van "non-refoulement". 14 /PE

21 Hoofdstuk II BEËINDIGING VAN ILLEGAAL VERBLIJF Artikel 6 Terugkeerbesluit 1. Onverminderd de in de leden 2, 3, 4 en 5 vermelde uitzonderingen, vaardigen de lidstaten een terugkeerbesluit uit tegen de onderdaan van een derde land die illegaal op hun grondgebied verblijft. 2. De onderdaan van een derde land die illegaal op het grondgebied van een lidstaat verblijft en in het bezit is van een door een andere lidstaat afgegeven geldige verblijfstitel of andere toestemming tot verblijf, wordt opgedragen zich onmiddellijk naar het grondgebied van die lidstaat te begeven. Indien dit bevel niet wordt nageleefd, of indien om redenen van nationale veiligheid of openbare orde het onmiddellijke vertrek van de betrokkene vereist is, is lid 1 van toepassing. 3. De lidstaten kunnen ervan afzien een terugkeerbesluit uit te vaardigen tegen een illegaal op hun grondgebied verblijvende onderdaan van een derde land die, op grond van een op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn geldende bilaterale overeenkomst of regeling, door een andere lidstaat wordt teruggenomen. Door de lidstaat die de betrokkene heeft teruggenomen, wordt in dit geval lid 1 toegepast. 4. De lidstaten kunnen te allen tijde in schrijnende gevallen, om humanitaire of om andere redenen beslissen een onderdaan van een derde land die illegaal op hun grondgebied verblijft een zelfstandige verblijfstitel of een andere vorm van toestemming tot verblijf te geven. In dat geval wordt geen terugkeerbesluit uitgevaardigd. Indien al een terugkeerbesluit is uitgevaardigd, wordt het ingetrokken of opgeschort voor de duur van de geldigheid van de verblijfstitel of andere vorm van toestemming tot legaal verblijf. 5. Indien ten aanzien van de illegaal op het grondgebied van een lidstaat verblijvende onderdaan van een derde land een procedure loopt voor de verlenging van zijn verblijfstitel of een andere vorm van toestemming tot verblijf, overweegt, onverminderd lid 8 bis, die lidstaat ervan af te zien een terugkeerbesluit uit te vaardigen zolang de procedure loopt. 6. Deze richtlijn belet niet dat in de lidstaten het besluit inzake de beëindiging van het legaal verblijf tezamen met het terugkeerbesluit en/of het verwijderingsbevel en/of het inreisverbod overeenkomstig de nationale wetgeving met één administratieve of rechterlijke beslissing kan worden genomen, onverminderd de procedurele waarborgen die zijn vervat in hoofdstuk III en in andere toepasselijke bepalingen van het communautair en het nationaal recht. PE \ 15

22 Artikel 7 Vrijwillig vertrek 1. In het terugkeerbesluit wordt een passende termijn voor vrijwillig vertrek van zeven tot dertig dagen vastgesteld, onverminderd de in de leden 2 en 4 bedoelde uitzonderingen. De lidstaten kunnen in hun nationale wetgeving bepalen dat deze termijn alleen op verzoek van de betrokkene wordt toegekend. In dit geval stellen de lidstaten de betrokkenen in kennis van de mogelijkheid tot indiening van een dergelijk verzoek. De bovenbedoelde termijn laat onverlet dat de betrokkene het land vroeger kan verlaten. 2. Zo nodig verlengen de lidstaten per geval de termijn voor het vrijwillig vertrek met een passende periode, op grond van specifieke omstandigheden, zoals de verblijfsduur, het feit dat er schoolgaande kinderen zijn, en het bestaan van andere gezinsbanden en sociale banden. 3. Voor de duur van de vertrektermijn kunnen bepaalde verplichtingen worden opgelegd om het risico op onderduiken te beperken, zoals de verplichting om zich regelmatig te melden bij de autoriteiten, een voldoende financiële zekerheid te stellen, documenten te verstrekken of op een bepaalde plaats te verblijven. 4. Indien er een risico op onderduiken bestaat, of een aanvraag voor een verblijfstitel als kennelijk ongegrond dan wel frauduleus afgewezen is of de betrokkene een bedreiging vormt voor de openbare veiligheid, de openbare orde of de nationale veiligheid, kunnen de lidstaten afzien van het toestaan van een termijn voor vrijwillig vertrek, of een termijn toestaan die korter is dan zeven dagen. Artikel 8 Verwijdering 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om het terugkeerbesluit uit te voeren indien er geen termijn voor vrijwillig vertrek overeenkomstig artikel 7 is toegekend of indien de betrokkene niet binnen de volgens artikel 7 toegestane termijn voor vrijwillig vertrek aan de terugkeerverplichting heeft voldaan. 2. Indien de lidstaat overeenkomstig artikel 7 een termijn voor vrijwillig vertrek heeft toegekend, kan het terugkeerbesluit pas na het verstrijken ervan worden uitgevoerd, tenzij tijdens die termijn een risico als bedoeld in artikel 7, lid 4, ontstaat. 3. De lidstaten kunnen een afzonderlijke administratieve of rechterlijke beslissing aannemen waarbij de verwijdering wordt gelast. 4. De dwangmaatregelen waarvan een lidstaat in laatste instantie gebruikmaakt bij de verwijdering van een onderdaan van een derde land die zich hiertegen verzet, zijn proportioneel en houden geen buitensporig geweld in. Zij worden toegepast zoals 16 /PE

23 voorgeschreven in de nationale wetgeving, met inachtneming van de grondrechten en met eerbiediging van de waardigheid en fysieke integriteit van de betrokken onderdaan van een derde land. 5. In geval van verwijdering door de lucht houden de lidstaten rekening met de aan Beschikking 2004/573/EG gehechte Gemeenschappelijke richtsnoeren voor veiligheidsvoorzieningen voor gezamenlijke verwijdering door de lucht. 6. De lidstaten zetten een doeltreffend systeem op voor het toezicht op de verplichte terugkeer. 1. De lidstaten stellen de verwijdering uit: Artikel 9 Uitstel van verwijdering - indien deze in strijd zou zijn met het beginsel van non-refoulement, of - voor de duur van de overeenkomstig artikel 13, lid 2 toegestane opschorting. 2. De lidstaten kunnen op grond van de specifieke omstandigheden de verwijdering in een individueel geval voor een passende termijn uitstellen. Door de lidstaten wordt met name rekening gehouden met: - de fysieke of mentale gesteldheid van de betrokkene; - technische redenen, zoals het ontbreken van vervoermiddelen of het mislukken van de verwijdering wegens onvoldoende identificatie. 3. Indien de verwijdering overeenkomstig de leden 1 en 2 is uitgesteld, kunnen de betrokkene de verplichtingen waarin artikel 7, lid 3, voorziet worden opgelegd. Artikel 10 Terugkeer van en verwijdering van niet-begeleide minderjarigen 1. Voordat een terugkeerbesluit tegen een niet-begeleide minderjarige wordt uitgevaardigd, wordt met gepaste aandacht voor het belang van het kind, door andere instanties dan de autoriteiten die de terugkeer uitvoeren de nodige hulp geboden. 2. Voordat de autoriteiten van de lidstaat een niet-begeleide minderjarige van hun grondgebied verwijderen, overtuigen zij zich ervan dat die minderjarige wordt teruggestuurd naar een familielid, een aangewezen voogd of naar adekwate opvangfaciliteiten in het land van terugkeer. PE \ 17

24 Artikel 11 Inreisverbod 1. Het terugkeerbesluit omvat een inreisverbod, - indien er geen termijn voor vrijwillig vertrek is toegekend, of - indien niet aan de terugkeerverplichting is voldaan. In de overige gevallen kan het terugkeerbesluit een inreisverbod omvatten. 2. De duur van het inreisverbod wordt, per geval, volgens het geheel van de omstandigheden bepaald, en bedraagt in principe niet meer dan vijf jaar. De duur kan meer dan vijf jaar bedragen indien de betrokkene een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de nationale veiligheid. 3. De lidstaten overwegen de intrekking of schorsing van het inreisverbod dat overeenkomstig lid 1, eerste alinea is uitgevaardigd tegen de onderdaan van een derde land, mits deze kan aantonen het grondgebied van een lidstaat geheel in overeenstemming met het terugkeerbesluit te hebben verlaten. Tegen slachtoffers van mensenhandel aan wie een verblijfstitel is verstrekt overeenkomstig Richtlijn 2004/81/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel of hulp hebben gekregen bij illegale immigratie 1, en die met de bevoegde autoriteiten samenwerken wordt, onverminderd het bepaalde in lid 1, eerste alinea, tweede streepje, en op voorwaarde dat zij geen bedreiging vormen voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de nationale veiligheid, geen inreisverbod uitgevaardigd. In individuele gevallen kunnen de lidstaten om humanitaire of andere redenen afzien van een inreisverbod, dan wel het verbod intrekken of schorsen. In individuele gevallen of voor bepaalde categorieën gevallen kunnen de lidstaten om andere redenen een inreisverbod intrekken of schorsen. 4. De lidstaat die overweegt een verblijfstitel of een andere vorm van toestemming tot verblijf af te geven aan de onderdaan van een derde land jegens wie een door een andere lidstaat uitgevaardigd inreisverbod geldt, pleegt vooraf overleg met de lidstaat die het inreisverbod heeft uitgevaardigd en houdt rekening met diens belangen, overeenkomstig artikel 25 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst. 5. De leden 1 tot en met 4 laten in de lidstaten onverlet het recht op internationale bescherming in de zin van artikel 2, onder a) van Richtlijn 2004/83/EG. 1 PB L 261 van , blz /PE

25 HOOFDSTUK III PROCEDURELE WAARBORGEN Artikel 12 Formulier 1. Het terugkeerbesluit en, in voorkomend geval, het besluit betreffende het inreisverbod en het besluit inzake verwijdering worden schriftelijk uitgevaardigd en vermelden de feitelijke en de rechtsgronden, alsook informatie over de rechtsmiddelen die openstaan. De informatie over feitelijke gronden mag worden beperkt indien de nationale wetgeving voorziet in een beperking van het recht op informatie, met name ter vrijwaring van de nationale veiligheid, de landsverdediging, de openbare veiligheid, dan wel met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafbare feiten. 2. De lidstaten verstrekken op verzoek een schriftelijke of mondelinge vertaling, in een taal die de betrokkene begrijpt of redelijkerwijze geacht kan worden te begrijpen, van de belangrijkste onderdelen van het in lid 1 bedoelde terugkeerbesluit, waaronder de informatie over de beschikbare rechtsmiddelen. 3. De lidstaten passen lid 2 niet toe op personen die illegaal het grondgebied van een lidstaat hebben betreden en die vervolgens geen toestemming of recht hebben gekregen om in die lidstaat te blijven. In dat geval wordt het in lid 1 bedoelde terugkeerbesluit meegedeeld door middel van het volgens de nationale wetgeving opgestelde standaardformulier. De lidstaten stellen algemene informatiebladen ter beschikking waarin de belangrijkste onderdelen van het standaardformulier worden toegelicht in ten minste vijf van de talen die het meest worden gebruikt of het best worden begrepen door illegale migranten die de betrokken lidstaat binnenkomen. Artikel 13 Rechtsmiddelen 1. Aan de betrokken onderdaan van een derde land wordt een doeltreffend rechtsmiddel toegekend, dat hij bij een bevoegde rechterlijke of administratieve autoriteit of bij een onpartijdig samengestelde bevoegde instantie waarvan de onafhankelijkheid is gewaarborgd, kan aanwenden tegen het in artikel 12, lid 1, bedoelde terugkeerbesluit. 2. De in lid 1 bedoelde autoriteit of instantie is bevoegd om het in artikel 12, lid 1, bedoelde terugkeerbesluit te herzien en kan eveneens de uitvoering ervan tijdelijk opschorten, tenzij op grond van de nationale wetgeving reeds een opschorting van toepassing is. PE \ 19

26 3. De betrokken onderdaan van een derde land heeft recht op juridisch advies, vertegenwoordiging in rechte en, indien nodig, taalkundige bijstand. 4. De lidstaten zorgen ervoor dat op verzoek gratis de noodzakelijke rechtsbijstand en/of vertegenwoordiging ter beschikking wordt gesteld, overeenkomstig de relevante nationale wetgeving of regels inzake rechtsbijstand, en kunnen bepalen dat op gratis rechtsbijstand de voorwaarden van toepassing zijn als bedoeld in artikel 15, leden 3 t/m 6, van Richtlijn 2005/85/EG van de Raad betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus. Artikel 14 Waarborgen in afwachting van terugkeer 1. Behoudens het bepaalde in de artikelen 16 en 17, zorgen de lidstaten ervoor dat jegens de onderdanen van derde landen, tijdens de termijn die overeenkomstig artikel 7 voor vrijwillig vertrek is toegestaan, en tijdens de termijn waarvoor overeenkomtig artikel 9 de verwijdering is uitgesteld, zoveel mogelijk de volgende beginselen in acht worden genomen: - indien gezinsleden op het grondgebied aanwezig zijn, wordt de eenheid van het gezin gehandhaafd; - dringende medische zorg wordt verstrekt en essentiële behandeling van ziekte wordt uitgevoerd; - minderjarigen krijgen toegang tot het basisonderwijs, afhankelijk van de duur van hun verblijf; - er wordt rekening gehouden met de speciale behoeften van kwetsbare personen. 2. De in lid 1 bedoelde personen ontvangen van de lidstaten schriftelijk de bevestiging, overeenkomstig de nationale wetgeving, dat de termijn voor vrijwillig vertrek overeenkomstig artikel 7, lid 2, is verlengd, of dat het terugkeerbesluit voorlopig niet zal worden uitgevoerd. HOOFDSTUK IV BEWARING MET HET OOG OP VERWIJDERING Artikel 15 Bewaring 1. Tenzij in een bepaald geval andere afdoende maar minder dwingende maatregelen daadwerkelijk kunnen worden toegepast, kunnen de lidstaten de onderdaan van een derde land jegens wie een terugkeerprocedure loopt alleen in bewaring houden om zijn 20 /PE

L 348/98 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008

L 348/98 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 L 348/98 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 RICHTLIJN 2008/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor

Nadere informatie

Door het Parlement aangenomen teksten

Door het Parlement aangenomen teksten Door het Parlement aangenomen teksten Woensdag 18 juni 2008 - Straatsburg Gemeenschappelijke normen en procedures voor de terugkeer van illegaal in de lidstaten verblijvende onderdanen van derde landen

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument EUROPEES PARLEMENT 2004 Zittingsdocument 2009 A6-0139/2008 9.4.2008 VERSLAG over vermiste personen op Cyprus follow-up van de resolutie van het Europees Parlement van 15 maart 2007 (2007/2280(INI)) Commissie

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 23 mei 2008 (OR. en) 2007/086 (COD) PE-CONS 3608/08 VISA 37 FRONT 8 COMIX 93 CODEC 30 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 0 juli 05 (OR. en) 0506/5 ENFOPOL 9 COMIX 3 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Ontwerp-UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van de datum

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 6.8.2004 L 261/19 RICHTLIJN 2004/81/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.10.2018 C(2018) 6665 final UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 15.10.2018 tot vaststelling van maatregelen voor de opstelling van de lijst van personen die

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 september 2005 (27.09) (OR. fr) 12125/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0167 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 september 2005 (27.09) (OR. fr) 12125/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0167 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 september 2005 (27.09) (OR. fr) 12125/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0167 (COD) MIGR 41 CODEC 750 COMIX 579 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 5 september 2005

Nadere informatie

Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen *

Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen * P5_TA(2002)0030 Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen * Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (COM(2001)

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, november 2003 (05.) (OR. en) 490/03 PUBLIC LIMITE MIGR 90 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc. 3875//03 MIGR 88 REV Betreft: Voorstel

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.11.2014 COM(2014) 714 final 2014/0338 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van politiële

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.2.2016 COM(2016) 80 final 2016/0045 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 4 april 209 (OR. en) 208/0390 (COD) PE-CONS 7/9 VISA 49 COMIX 36 PREP-BXT 77 CODEC 572 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.8.2010 COM(2010)410 definitief 2010/0222 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek

Nadere informatie

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT *

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * 3.4.2019 A8-0047/3 Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag A8-0047/2019 Sergei Stanishev Vaststelling van de lijst van derde landen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (E) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * P5_TA(2002)0441 Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 28 augustus 2002 VOORLOPIGE VERSIE 2002/0039(CNS) * ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad tot uitbreiding

Nadere informatie

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2010 over het voorstel voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 663 Wet van 15 december 2011 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 22.1.2014 2013/0358(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2015 COM(2015) 103 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde

Nadere informatie

8620/01 AL/td DG H I NL

8620/01 AL/td DG H I NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 mei 2001 (OR. fr) 8620/01 LIMITE VISA 66 FRONT 36 COMIX 338 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Beschikking van de Raad inzake de aanpassing van de

Nadere informatie

De delegaties treffen hierbij de toelichting aan bij het in hoofde genoemde initiatief.

De delegaties treffen hierbij de toelichting aan bij het in hoofde genoemde initiatief. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 augustus 2003 (25.08) (OR. it) 11770/03 ADD 1 LIMITE MIGR 71 COMIX 474 ADDENDUM BIJ DE NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep migratie-verwijdering Betreft: Initiatief

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.5.2018 COM(2018) 249 final 2018/0117 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) PUBLIC 8082/1/06 REV 1 LIMITE SIRIS 72 SCHENGEN 32 CODEC 311 COMIX 339 NOTA

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10 ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO De Associatieraad Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) UE-MA 2706/10 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-MAROKKO

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Geconsolideerd wetgevingsdocument 27.2.2014 EP-PE_TC1-COD(2012)0309 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 27 februari 2014 met het oog op

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2016 C(2016) 3347 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.6.2016 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die visumaanvragers moeten verstrekken in Iran,

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.1.2017 COM(2017) 17 final 2017/0011 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het

Nadere informatie

8466/17 jel/ons/fb 1 DG D 1A

8466/17 jel/ons/fb 1 DG D 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0023 (NLE) 8466/17 SCH-EVAL 125 MIGR 59 COMIX 296 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 april 2017 aan: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a),

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a), L 198/24 VERORDENING (EU) 2017/1370 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 4 juli 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad betreffende de invoering van een uniform visummodel

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.4.2014 C(2014) 2737 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.4.2014 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die door visumaanvragers moeten worden overgelegd

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2009 (05.11) (OR. en) 13381/1/09 REV 1 SIRIS 117 SCHENGEN 27 COMIX 674

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2009 (05.11) (OR. en) 13381/1/09 REV 1 SIRIS 117 SCHENGEN 27 COMIX 674 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 oktober 2009 (05.11) (OR. en) 13381/1/09 REV 1 SIRIS 117 SCHENGEN 27 COMIX 674 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep SIS/SIRENE / Gemengd Comité (EU-IJsland/Noorwegen

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, 29.4.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 127/129 RICHTLIJN 2014/46/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 3 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 1999/37/EG van de Raad inzake de kentekenbewijzen

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 4.11.2015 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Tsjechische senaat over het

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juni 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0011 (E) 10161/17 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VISA 228 FRONT 267 COMIX 431 BESLUIT VAN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 maart 2008 (25.03) (OR. en) 704/08 VISA 77 COMIX 72 NOTA van: de Belgische, de Luxemburgse en de Nederlandse delegatie aan: de Groep visa Betreft: Initiatief van België,

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 7 juni 2017 (OR. en) 2015/0134 (COD) PE-CONS 20/17 VISA 154 COMIX 316 CODEC 719 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN

Nadere informatie

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE) Raad van de Europese Unie Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15 Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE) VISA 85 COLAC 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 312. Wetgeving. Wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 7 december 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 312. Wetgeving. Wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 7 december 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 312 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 7 december 2018 Inhoud I Wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Verordening (EU) 2018/1860 van het Europees

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.7.2007 COM(2007) 439 definitief 2007/0152 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 168 final 2018/0078 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 7 februari 207 (OR. en) 206/0075 (COD) PE-CONS 64/6 VISA 44 COEST 344 COMIX 852 CODEC 93 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1931/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1931/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD 30.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 405/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1931/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 9 april 207 (OR. en) 206/025 (COD) PE-CONS 3/7 VISA 8 COEST 55 COMIX 62 CODEC 295 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) PUBLIC 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383 NOTA van: aan: vorig doc. Betreft: het secretariaat-generaal de Raad 8277/06

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/06/2017

Datum van inontvangstneming : 15/06/2017 Datum van inontvangstneming : 15/06/2017 Vertaling C-240/17-1 Zaak C-240/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2017 Verwijzende rechter: Korkein hallinto-oikeus (Finland)

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2011/0431(APP) 3.9.2012 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad tot vaststelling van

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 8 november 2018 (OR. en) 2016/0407 (COD) PE-CONS 34/18 SIRIS 69 MIGR 91 SCHENGEN 28 COMIX 333 CODEC 1123 JAI 829 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) PUBLIC 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 NOTA van: aan: Betreft: de Griekse delegatie de Groep visa Ontwerp-beschikking van de

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 5.7.2010 COM(2010)358 definitief 2010/0192 (COD) VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.9.2015 COM(2015) 439 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek

Nadere informatie

13381/3/09 REV 3 dau/ngs/jg 1 DG H 3B

13381/3/09 REV 3 dau/ngs/jg 1 DG H 3B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2009 (13.11) (OR. en) 13381/3/09 REV 3 SIRIS 117 SCHENGEN 27 COMIX 674 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep SIS/SIRENE / Gemengd Comité (EU-IJsland/Noorwegen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.12.2015 COM(2015) 645 final 2015/0294 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 23.5.2013 2012/0271(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 april 2009 (OR. en) 2008/0122 (COD) PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 16.12.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0171/2012, ingediend door Klaus Träger (Duitse nationaliteit), over verschillende

Nadere informatie

13502/2/07 REV 2 AL/lg DG H 1 A

13502/2/07 REV 2 AL/lg DG H 1 A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 maart 2008 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0218 (CNS) 13502/2/07 REV 2 VISA 303 COMIX 838 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD) SIRIS 112 CODEC 1150 COMIX 638 NOTA I-PUNT van: het secretariaat-generaal aan:

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 15.12.2016 EP-PE_TC1-COD(2016)0142 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 15 december 2016 met het oog

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 2 september 2011 (02.09) (OR. en) 13710/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0223 (COD) VISA 159 CODEC 1370 COMIX 519 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000), P5_TA(2002)0430 Europees netwerk voor justitiële opleiding * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van het besluit van de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.5.2010 COM(2010)256 definitief 2010/0137 (COD) C7-0134/10 Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201206551/1/V3. Datum uitspraak: 5 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep visa nr. vorig doc.: 8696/03 VISA 70 COMIX 260 Betreft:

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.4.2018 COM(2018) 176 final 2018/0085 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese

Nadere informatie

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0119 (COD) 14956/15 ADD 1 JUSTCIV 286 FREMP 291 CODEC 1654 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9114/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 489 COPEN 199 CYBER 152 DROIPEN 78 JAIEX 74 ENFOPOL 228 DAPIX 176 EJUSTICE 62 MI

Nadere informatie

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9116/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 490 COPEN 200 CYBER 153 DROIPEN 79 JAIEX 75 ENFOPOL 229 DAPIX 177 EJUSTICE 63 MI

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 februari 2003 (10.03) (OR. en) PUBLIC 6614/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0027 (CNS) LIMITE VISA 35 COMIX 117 NOTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0906 (COD) 9975/16 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: I. INLEIDING het secretariaat-generaal van de Raad CODEC

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.11.2002 COM(2002) 679 definitief 2002/0280 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling

Nadere informatie

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2003 (25.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0217 (CNS) 2003/0218 (CNS) 14969/1/03 REV 1 LIMITE VISA 191 COMIX 701 NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 9201/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 91 SIRIS 84 COMIX 447

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 9201/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 91 SIRIS 84 COMIX 447 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 920/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 9 SIRIS 84 COMIX 447 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 24.6.2016 2015/0293(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 januari 2010 (OR. en) 2010/0801 (COD) PE-CONS 1/10 DROIPEN 6 COPEN 22 CODEC 41 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief voor

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217),

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217), P7_TA-PROV(2012)0267 Verzekering en herverzekering (Solvabiliteit II) ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2012 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 913 definitief 2006/0301 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/6/EG

Nadere informatie

6310/1/16 REV 1 dau/gra/dp 1 DG D 1 A

6310/1/16 REV 1 dau/gra/dp 1 DG D 1 A Raad van de Europese Unie Brussel, 24 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0307 (COD) 6310/1/16 REV 1 FRONT 79 SIRIS 20 CODEC 185 COMIX 127 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 19 mei 2010 (OR. en) 2009/0026 (COD) LEX 1120 PE-CONS 11/10 ASILE 33 CADREFIN 29 CODEC 303 BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT WIJZIGING

Nadere informatie