Nadat ze hole 1 hebben uitgespeeld, slaat Ingrid buiten de green nog een paar oefenchips naar de hole van 1. Welke straf krijgt zij daarvoor?

Transcriptie

1 Naam Teamcaptain: X = Goede antwoord Henk en Ingrid doen samen mee aan een strokeplay wedstrijd op Zeegersloot en spelen in dezelfde flight. Over iedere hole wordt een vraag gesteld. Ieder team dient op deze vragenlijst hun antwoord te noteren. Hole 1 Nadat ze hole 1 hebben uitgespeeld, slaat Ingrid buiten de green nog een paar oefenchips naar de hole van 1. Welke straf krijgt zij daarvoor? A. Zij krijgt geen straf. Oefenchips na afloop van de hole zijn toegestaan. B. Zij krijgt 1 strafslag. Deze moet worden opgeteld bij de score van hole 1. C. Zij krijgt 2 strafslagen. Deze moeten worden opgeteld bij de score van hole 1. D. Zij krijgt 2 strafslagen. Deze moeten worden opgeteld bij de score van hole 2. Hole 2 Henk slaat zijn bal in de sloot tussen hole 1 en hole 2, aangegeven met gele paaltjes. Wat mag Henk doen? A. Hij mag zijn bal onspeelbaar verklaren met bijtelling van 1 strafslag. B. Hij mag zijn bal droppen binnen 2 stoklengten van de plek waar zijn bal het water inging. Hij krijgt 1 strafslag. C. Hij mag terug naar de tee en hij mag een nieuwe bal van de tee spelen. Hij krijgt 1 strafslag. D. Hij mag zijn bal droppen binnen 1 stoklengte van de plek waar zijn bal het water inging. Hij krijgt 1 strafslag. Hole 3 Ingrid slaat haar approach over de vijver, maar de bal rolt tussen de gele paaltjes terug in het water. Welk antwoord is juist? A. Zij mag gebruik maken van de dropping zone. Zij krijgt 1 strafslag. B. Zij mag een bal spelen van de plaats waar zij haar oorspronkelijke bal heeft gespeeld, met 1 strafslag. C. Zij mag droppen binnen 2 stoklengten van de plaats waar de bal de waterhindernis is gekruist (aan de greenzijde van het water). Zij krijgt 1 strafslag. D. Zij mag droppen binnen 2 stoklengten van de plaats waar de bal de waterhindernis is gekruist (aan de fairwayzijde van het water). Zij krijgt 1 strafslag.

2 Hole 4 Henk slaat zijn bal hard in de achterkant van de fairway bunker, die op ongeveer 120 m van de green ligt. Aldaar aangekomen kunnen ze nergens zijn bal vinden. Wat zeggen de Regels? A. Zijn bal is verloren en moet met 1 strafslag een nieuwe bal spelen van de plaats waar hij de vorige slag heeft gedaan. B. Henk mag zonder strafslag een nieuwe bal in de bunker droppen. C. Henk mag met 1 strafslag een nieuwe bal in de bunker droppen. D. Henk mag met de hark het zand in de bunker omwoelen tot hij zijn bal gevonden heeft en de bal dan terugleggen, grotendeels bedekken met zand en spelen. Hij krijgt geen straf. Hole 5 Ingrid slaat haar afslag links in de waterhindernis. De bal ligt echter droog, maar tegen een rood paaltje. Henk en Ingrid krijgen het paaltje er met geen mogelijkheid uit. Wat zeggen de Regels? A. Het rode paaltje is een vast obstakel. Ingrid mag zonder straf een bal in de waterhindernis droppen, zodat zij geen last meer heeft van het paaltje. B. Het rode paaltje is een vast obstakel. Ingrid mag met 1 strafslag een bal in de waterhindernis droppen, zodat zij geen last meer heeft van het paaltje. C. Zij mag een bal droppen binnen 2 stoklengten van de plaats waar haar bal het laatst de grens met de waterhindernis heeft gekruist. Zij krijgt 1 strafslag. D. Zij kan haar bal onspeelbaar verklaren. Hole 6 Henk slaat zijn bal van de afslagplaats links in het bos. Bij het zoeken schopt Ingrid tegen zijn bal aan, die daardoor een beetje verrolt. Henk speelt van de nieuwe plaats. Wat zeggen de Regels? A. Ingrid heeft de bal van Henk bewogen en krijgt 1 strafslag. B. Henk heeft van de verkeerde plaats gespeeld en moet opnieuw van de goede plek spelen, met 1 strafslag. C. Henk heeft van de verkeerde plaats gespeeld. Zijn slag telt en hij krijgt 1 strafslag. D. Henk heeft van de verkeerde plaats gespeeld. Zijn slag telt en hij krijgt 2 strafslagen.

3 Hole 7 Ingrid slaat haar bal van de afslag rechts in de richting van het bosje dat ligt tussen de holes 7 en 8. Ze kunnen niet zien of de bal de waterhindernis is ingegaan of niet. Ingrid zegt op de afslagplaats dat als ze haar bal niet vinden dat ze dan zal handelen alsof de bal in het water is gegaan. Wat zeggen de Regels? A. Zij mag geen provisionele bal spelen, want de bal is mogelijk in de waterhindernis gegaan. B. Zij mag een bal spelen van de plaats waar haar oorspronkelijke bal vermoedelijk ligt. Zij krijgt 1 strafslag. C. Zij mag een provisionele bal van de tee slaan. D. Zij mag een bal droppen binnen 2 stoklengten van de plaats waar haar bal mogelijk ligt. Zij krijgt 1 strafslag. Hole 8 Henk slaat zijn bal van de afslagplaats links het bosje in, dat is gemarkeerd als waterhindernis door rode palen met een groene kop. Hij ziet zijn bal liggen een paar meter achter de rode paaltjes. Wat mag Henk doen? A. Henk mag de bal spelen zoals die ligt zonder straf. B. Henk mag zijn bal oprapen en droppen binnen 2 stoklengten van de plaats waar de bal het laatst de grens van de waterhindernis heeft gekruist. Hij krijgt 1 strafslag. C. Henk mag een nieuwe bal droppen binnen 2 stoklengten van de plaats waar de bal het laatst de grens van de waterhindernis heeft gekruist. Hij krijgt 1 strafslag. D. Hij kan zijn bal onspeelbaar verklaren. Hole 9 De bal van Ingrid ligt achter het afstandpaaltje dat 150 meter van de hole aangeeft. Zij heeft met haar swing, stand en ligging van de bal geen last van het paaltje, maar het paaltje staat wel precies in de lijn naar de vlag. Het paaltje zit muurvast. Wat is juist? A. Het paaltje is een vast obstakel, dus ze krijgt relief zonder straf. B. Ingrid moet de bal spelen zoals die ligt. C. Ingrid kan niet anders dan haar bal onspeelbaar verklaren met 1 strafslag. D. Ingrid moet de bal zonder straf droppen binnen 2 stoklengten.

4 Hole 10 De bal van Henk ligt vlak naast het asfaltpad. Henk moet op het pad staan om de bal te kunnen spelen. Hij bepaalt het nearest point of relief om het vaste obstakel te ontwijken. Wat is juist? A. Het pad is geen vast obstakel en had niet mogen worden ontweken. Henk krijgt 2 strafslagen. B. Het pad is geen vast obstakel en had niet mogen worden ontweken. Henk krijgt 1 strafslag. C. Henk heeft correct gehandeld. D. Henk had geen andere optie dan zijn bal onspeelbaar te verklaren met 1 strafslag. Hole 11 De bal van Ingrid ligt rechts naast de fairway tegen een wit paaltje. Haar bal ligt nog wel in bounds. Het paaltje zit los. Hoe moet Ingrid handelen? A. Het paaltje is een los obstakel en mag worden weggenomen. Zij krijgt geen straf. B. Een wit paaltje is altijd een vast obstakel, dat zonder straf mag worden ontweken. C. Ingrid mag haar bal onspeelbaar verklaren. D. Het paaltje is een los obstakel en mag worden weggenomen. Zij krijgt 1 strafslag. Hole 12 De bal van Henk ligt rechts naast green. Hij wil putten naar de vlag, maar in de fringe bevindt zich op 50cm van zijn bal een sproeikop, die precies in zijn lijn ligt. Hij besluit om een free drop te nemen om het vaste obstakel te ontwijken. Vervolgens speelt hij zijn bal. Wat is juist? A. Henk heeft correct gehandeld. B. Henk had het vaste obstakel niet mogen ontwijken en krijgt 1 strafslag. C. Henk had het vaste obstakel niet mogen ontwijken en krijgt 2 strafslagen. D. Henk had moeten plaatsen en niet droppen. Hij krijgt 1 strafslag. Hole 13 Ingrid heeft haar bal links in het bosje naast de green geslagen. Haar bal ligt achter de schuilhut. Als zij haar bal 1 meter naar achter zou droppen (plaats X) staat de schuilhut nog in haar lijn. Zij besluit haar bal 2 meter naar rechts te droppen (plaats Y), zodat ze een vrije doorgang naar de vlag heeft. Voordat Ingrid haar bal heeft geslagen vragen wij aan u wat correct is. A. Ingrid heeft het vaste obstakel op de juiste wijze ontweken. Zij krijgt geen straf. B. Ingrid moet zonder straf alsnog droppen op de plaats X. C. Als Ingrid toch speelt van plaats Y krijgt zij 1 strafslag. D. Ingrid moet haar bal onspeelbaar verklaren met 1 strafslag.

5 Hole 14 Henk heeft zijn bal links in het bos geslagen. Hij vindt een bal en zonder Ingrid te waarschuwen en de bal te merken pakt hij de bal op om die te identificeren. Voordat hij de bal terugplaatst maakt hij die helemaal schoon. Wat is juist? A. Henk heeft correct gehandeld en krijgt geen straf. B. Henk had zijn voornemen om de bal te identificeren aan Ingrid moeten melden, hij had de ligplaats van zijn bal moeten merken en hij had zijn bal niet schoon mogen maken. Hij krijgt dus 3 strafslagen. C. Als antwoord B, maar Henk krijgt 2 strafslagen. D. Als antwoord B, maar Henk krijgt 1 strafslag. Hole 15 Ingrid slaat haar approach in de greenside bunker, die grotendeels vol ligt met water. Wat is fout? A. Ingrid mag de bal spelen zoals die ligt. B. Ingrid mag zonder straf buiten de bunker droppen op een rechte lijn met de vlag niet dichter bij de hole. C. Ingrid mag met 1 strafslag buiten de bunker droppen op een rechte lijn met de vlag niet dichter bij de hole. D. Ingrid mag zonder straf in de bunker droppen niet dichter bij de hole. Hole 16 Henk en Ingrid slaan hun bal ieder midden op de fairway nog geen meter van elkaar vandaan. Het blijkt dat ze met het zelfde merk bal spelen die ook nog hetzelfde nummer hebben. Geen van beiden heeft hun eigen bal gemerkt. Hoe moeten ze handelen? A. Ze loten welke bal van wie is en spelen zonder straf verder. B. Henk slaat altijd verder dan Ingrid, dus hij neemt de verste. Niemand krijgt straf. C. Henk vervangt 1 van de ballen door een ander merk om verdere verwarring te voorkomen en ze spelen zonder straf verder. D. Ze hebben allebei een verloren bal en krijgen allebei als straf slag en afstand.

6 Hole 17 De bal van Ingrid ligt naast de bunker tegen de hark aan. Zij haalt de hark weg en de bal rolt in de bunker. Wat is juist? A. De bal moet zonder straf worden teruggeplaatst. B. Ingrid moet de bal spelen zoals die ligt in de bunker. C. Ingrid heeft een stilliggende bal bewogen en moet die met 1 strafslag terugplaatsen. D. Ingrid heeft een stilliggende bal bewogen en moet die met 2 strafslagen terugplaatsen. Hole 18 Een greenkeeper is bezig om de fairway van hole 18 te maaien. Hij ziet Henk en Ingrid aankomen, rijdt zijn maaimachine naar de linkerkant van de fairway en zwaait hen door. Henk slaat zijn bal tegen maaimachine die daardoor out of bounds gaat. Wat is correct? A. De bal is out of bounds gegaan en Henk krijgt als straf slag en afstand. B. De maaimachine is een outside agency. Henk mag zonder straf een bal droppen waar zijn oorspronkelijke bal out of bounds is gegaan. C. De maaimachine is een vast obstakel. Henk mag zonder straf een bal droppen waar zijn oorspronkelijke bal out of bounds is gegaan. D. De maaimachine is een los obstakel. Henk mag zonder straf een bal droppen waar zijn oorspronkelijke bal out of bounds is gegaan.