VADEMECUM VOOR COMPETITIESPELERS 2014

Transcriptie

1 VADEMECUM VOOR COMPETITIESPELERS 2014 VADEMECUM VOOR COMPETITIESPELERS 2014 Voornaamste kenmerken van de Regels voor matchplay Of: verschillen en overeenkomsten tussen matchplay en strokeplay regels (raadpleeg het NGF Regelboekje voor de volledige en officiële tekst van de vermelde regels) Matchplay is een spel tegen een directe tegenstander. Tactiek speelt hierbij een belangrijke rol. Iedere slag moet je afwegen tegen de stand van de wedstrijd, de positie van de bal van je tegenstander en het aantal door hem gedane slagen. Maar ook je eigen vaardigheid speelt een belangrijke rol. Het doen van een (voor jou) risicovolle slag alleen omdat je op dat moment 1 slag achterstaat, vergroot de kans op een verloren hole vaak aanzienlijk. Accepteer in zo n geval dat je achterstaat, beperk het risico op fouten en hoop op een fout van je tegenstander. Regel 1-3, Regels. In matchplay ben je de controleur van je tegenstander. Je mag bepaalde concessies doen als je van mening bent dat dit de snelheid, de redelijkheid of de sfeer van de wedstrijd ten goede komt. Je kunt daarmee immers alleen jezelf benadelen. Maar je mag nooit met je tegenstander afspreken een Regel niet na te leven. Regel 2-2, Gehalveerde hole. Een hole wordt gehalveerd als beide spelers de hole uitspelen in hetzelfde aantal slagen (als handicapverrekening van toepassing is dan netto slagen, anders bruto slagen). Als een speler de hole heeft uitgespeeld en daarna een straf krijgt (bijvoorbeeld omdat de bal van de tegenstander per ongeluk werd bewogen), terwijl zijn tegenstander vervolgens de hole met 1 slag kan halveren, dan wordt de hole gehalveerd. Regel 2-4, Geven van de volgende slag, van de hole of van de partij. Dit mag niet worden geweigerd en mag ook niet worden herroepen. Het maakt na het geven van de hole dus niet uit of een speler toch nog even putt en dan mist, want de hole was al gegeven. Laat je duidelijk uit over de vraag of een slag of een hole is gegeven en probeer verwarring te voorkomen. Een kreet als mooie putt kan verwarrend zijn, want het kan als geven worden opgevat. Regel 2-5, Claims. Indien bij twijfel over de Regels of een geschil bevoegde arbitrage niet meteen beschikbaar is, moeten de spelers doorspelen. Een claim is niet iets onsportiefs, maar een middel om het spel niet onnodig op te houden. Een speler die een claim wil indienen, moet dat kenbaar maken vóórdat een bal van de volgende afslag wordt gespeeld, en op de laatste hole: voordat de spelers de laatste green verlaten. Het resultaat van de partij wordt later bijgesteld al naar gelang de beslissing. Als een speler een claim wil indienen moet hij zijn tegenstander duidelijk melden dat: (1) hij een claim kenbaar maakt of een bindende uitspraak wenst en (2) op welke feiten de claim gegrond is. Een claim, die niet tijdig kenbaar wordt gemaakt kan niet in behandeling worden genomen en kan een uitslag van de match dus ook niet beïnvloeden. NB. Het spelen van een tweede bal is de methode waarop in strokeplay kan worden gehandeld in geval van twijfel. Dat is dus niet aan de orde in matchplay. Sterker nog, als je een slag doet naar een tweede bal dan speel je een verkeerde bal en verlies je de hole (Regel 15-3a). Regel 2-6, Algemene straf. De algemene straf in matchplay voor het overtreden van een Regel is verlies van de hole (in plaats van 2 strafslagen, zoals in strokeplay). Regel 4-1, Non-conforming stokken. Het enkel meedragen van stokken, die niet voldoen aan de Regels, levert dezelfde algemene straf op als het meedragen van meer dan 14 stokken. Zie Regel 4-4 hierna. Een slag doen met een dergelijke stok betekent diskwalificatie en dus verlies van de match. Voldoen jouw stokken aan de regels? Regel 4-4, Maximum van 14 stokken. Als je meer dan 14 stokken meedraagt, wordt de stand van de partij na het uitspelen van de hole waarop de overtreding is gebleken aangepast, door 1 hole af te trekken voor elke hole waarop de overtreding plaatsvond, met een maximum van 2 holes per ronde. Als na 2 of meer holes wordt ontdekt dat de tegenstander Regel 4-4 (of Regel 4-1) heeft overtreden, dan is de stand als volgt: - als je 2 up stond, sta je 4 up - als je 1 up stond, sta je 3 up - als je all square stond, sta je 2 up - als je 1 down stond, sta je 1 up - als je 2 down stond, sta je all square - als je 3 down stond, sta je 1 down

2 VADEMECUM VOOR COMPETITIESPELERS 2014 pagina 2 Regel 6-8, Onderbreken van het spel. Tussen twee holes even het clubhuis of een WC-huisje in de baan in gaan voor een sanitaire stop is geen onderbreking van het spel. Het mag echter niet leiden tot een onredelijk lang oponthoud van het spel. Regel 7, Oefenen. Een speler mag op de dag van een matchplay wedstrijd voor het begin van een ronde oefenen op de wedstrijdbaan, tenzij er een Plaatselijke Regel is die dat verbiedt. Tijdens de ronde mogen putts en chips worden geoefend op of bij de green van de laatst gespeelde hole, elke oefengreen en de afslagplaats van de eerstvolgende hole, mits dat het spel niet ophoudt. Het uitspelen van een hole waarvan het resultaat al is beslist, is onder die voorwaarden dus toegestaan. NB. Je mag echter niet, als je bal verloren is of je de hole hebt gegeven, zomaar ergens op de fairway een bal droppen en daar nog een aantal slagen mee doen Regel 9, Informatie over het aantal slagen. Je mag tijdens het spelen van een hole aan je tegenstander vragen hoeveel slagen (inclusief strafslagen) hij heeft gedaan. Dat kan heel belangrijk zijn voor het bepalen van je tactiek. De tegenstander moet de gevraagde informatie ook geven. Het geven van verkeerde informatie over het aantal slagen leidt tot verlies van de hole. In beginsel moet een speler zijn tegenstander zo snel mogelijk informeren als er een strafslag is opgelopen. Als je er niet zeker van bent dat je tegenstander heeft gezien dat je een straf hebt opgelopen, breng dan je tegenstander er van op de hoogte voordat hij zijn volgende slag doet, anders loop je het risico dat je wordt geacht verkeerde informatie te hebben gegeven, en daarmee het risico op verlies van de hole. Regel 10-1c, Voor de beurt spelen. Een speler mag (maar moet dat ook direct doen) eisen dat de tegenstander die voor zijn beurt heeft gespeeld de slag laat vervallen en in de juiste volgorde een bal speelt. Als de speler bedenkt dat dat wel eens in zijn nadeel kan uitpakken, mag hij er ook over zwijgen of zelfs zijn eerdere eis intrekken. In het laatste geval mag de tegenstander echter zelf beslissen of hij de slag opnieuw wil doen of niet. Zie Decision 10-1c/1. Regel 10-3, Provisionele of een andere bal. Deze wordt op de afslagplaats geslagen nadat eerst alle anderen hebben afgeslagen. Door de baan daarentegen onmiddellijk; door de speler zelf in een single, maar in een Foursome of een Greensome door zijn partner. Regel 11-4, Afslaan buiten de afslagplaats. Als een speler afslaat van buiten de afslagplaats (zie definities in het Regelboekje), mag de tegenstander eiser dat opnieuw wordt afgeslagen. Het is echter in de geest van het spel dat de speler wordt gewaarschuwd voor hij de slag doet. Regel 12, Zoeken naar en identificeren van de bal. De algemene regel omtrent het zoeken naar de bal geldt voor de hele baan, dus ook in een hindernis of in of op een obstakel. Let op: bij het zoeken of identificeren van de met losse natuurlijke voorwerpen bedekte bal in een hindernis, mag de bal niet worden bewogen (Regel 18-2a) maar mogen de losse natuurlijke voorwerpen wel voorzichtig worden weggenomen als dat voor identificatie van de bal nodig mocht blijken. Als de bal eenmaal is geïdentificeerd, moeten de losse natuurlijke voorwerpen weer worden teruggeplaatst. Als de bal daarbij beweegt volgt geen straf, maar moet de bal wel worden teruggeplaatst. Algemeen: Wil je je bal identificeren, meldt dat dan aan je tegenstander - en geef de tegenstander de gelegenheid de identificatie waar te nemen - en merk je bal, voordat je de bal opneemt. Regel 13-2, Verbetering van ligging, ruimte voor voorgenomen stand of swing, of speellijn. Bij stand innemen in de struiken; niet meer bewegen, buigen, opzij duwen dan strikt nodig is om een stand in te nemen. Je hebt geen recht op een swing. Breekt er een takje bij het doen van een slag, volgt geen straf. Regel 15, Verkeerde bal en vervangende bal. Indien een speler een slag doet met een verkeerde bal, of met een vervangende bal wanneer het vervangen van de bal niet was toegestaan, verliest hij de hole. Indien speler en tegenstander hun bal verwisselen en niet kan worden vastgesteld wie als eerste een verkeerde bal sloeg, moet de hole worden uitgespeeld met de verwisselde ballen, zonder straf.

3 VADEMECUM VOOR COMPETITIESPELERS 2014 pagina 3 Regel 18-2a, Stilliggende bal bewogen door speler, partner, caddie of uitrusting. Kost 1 strafslag. Raap dus nooit de bal op als dat volgens de Regels niet is toegestaan en/of als je nog niet precies weet wat je ermee mag of wilt gaan doen. Regel 18-3, Stilliggende bal bewogen door tegenstander. Tijdens het zoeken van de bal is er geen straf, maar in andere situaties loopt de tegenstander 1 strafslag op. Regel 19-2, Bal in beweging per ongeluk van richting veranderd of gestopt door speler, partner, caddie of uitrusting. Zowel in matchplay als strokeplay kost dat 1 strafslag. Let dus op waar je je tas neer zet. Naast deze regel blijft ook Regel 1-2 van toepassing op het met opzet beïnvloeden van de beweging van de bal. Regel 19-3, Bal in beweging per ongeluk van richting veranderd of gestopt door een tegenstander, caddie of uitrusting. Er volgt geen straf. De speler heeft, voordat een andere speler een slag doet, de keuze de bal zonder straf over te spelen of (als die weer aan de beurt is) de bal te spelen zoals hij ligt. Regel 19-5, Bal in beweging van richting veranderd of gestopt door een stilliggende bal. De speler moet zijn bal spelen zoals die ligt. De bewogen bal moet worden teruggeplaatst (Regel 18-5). Dit geldt ook als de slag werd gedaan terwijl beide ballen op de green lagen. Bij matchplay (anders dan bij strokeplay) volgt ook dan geen straf. Zie ook Regel 22: als de speler meent dat een bal een andere speler helpt of hindert, mag hij vragen die bal op te nemen. De opgenomen bal moet worden gemerkt en mag dan niet worden schoongemaakt. Regel 20-2c, Wanneer opnieuw droppen. Tenzij de bal wordt gedropt in strijd met Regel 20-2a, mag je een bal maar 1 keer opnieuw droppen als dat volgens de Regels nodig is. Ligt de bal dan nog steeds niet conform de Regels, dan moet de bal vervolgens worden geplaatst op het punt waar de bal bij de tweede drop de grond het eerst raakte. Drop je ten onrechte een derde keer, dan mag je die fout herstellen voordat je de bal slaat. De bal moet dan alsnog worden geplaatst op het punt waar deze met de tweede drop het eerst de grond raakte (Regel 20-6). Doe je dat niet, dan speel je van een verkeerde plaats en verlies je de hole. Regel Regel 20-3a, Terugplaatsen. Als een bal moet worden teruggeplaatst, dan moet dat door de speler zelf gebeuren of door zijn partner of door degene die de bal had opgenomen. Als een ander dat doet en die fout wordt niet hersteld volgens Regel 20-6, dan krijgt de speler of de partij (van die bal) één strafslag. Regel 20-7, Spelen van verkeerde plaats. Als de speler een slag doet naar een bal die is gedropt of geplaatst op een verkeerde plaats, dan verliest die speler de hole. Regel 21, De bal schoonmaken. De bal mag steeds worden schoongemaakt wanneer hij wordt opgenomen volgens een Regel. Er zijn echter drie uitzonderingen: (i) De bal in het spel mag niet worden schoongemaakt als deze wordt opgenomen voor identificatie (Regel 12-2), (ii) om vast te stellen of hij onbruikbaar is (Regel 5-3) of (iii) omdat die het spel helpt of hindert (losse natuurlijke voorwerpen). Regel 24-1, Los obstakel. Je mag niets doen om de beweging van een bal beïnvloeden (zie ook Regel 1-2). In uitzondering daarop geldt dat de uitrusting van een speler een bewaakte, weggenomen of omhooggehouden vlaggenstok wel mag worden verplaatst als de bal in beweging is. Bekend of praktisch zeker Bij toepassing van de volgende Regels speelt het begrip bekend of praktisch zeker een grote rol, wanneer moet worden vastgesteld of de bal die is bewogen of niet is teruggevonden, mag worden behandeld volgens een van deze toepasselijke Regels. Deze test moet strikt worden uitgelegd. Regel 18-1 Regel 18-2b Regel 24-3 Stilliggende bal bewogen door een outside agency (zie ook uitleg in de Noot) Bal bewogen na adresseren, zie de uitzondering Bal in obstakel niet gevonden

4 VADEMECUM VOOR COMPETITIESPELERS 2014 pagina 4 Regel 25-1c Regel 26 Regel 27-1 Bal in abnormale terreinomstandigheid niet gevonden Waterhindernissen Onder meer: werd de bal, die niet is gevonden, bewogen door outside agency? zie de voorbeelden in de uitzondering Foursomes Regel 29-1 Regel 29-2 Strafslagen hebben geen invloed op de volgorde van spelen. Indien een speler speelt terwijl zijn partner had moeten spelen, verliest zijn partij de hole. Voorbeelden A & B spelen tegen C & D: A slaat bal out-of-bounds; B moet de volgende slag spelen. A slaat misschien out-of-bounds of zijn bal is misschien verloren. B slaat de provisionele bal. Wordt de eerste bal gevonden dan moet B daarmee verder. A & C slaan af op een hole waar B & D hadden moeten afslaan. Als de vergissing wordt ontdekt voordat een speler op de volgende hole heeft afgeslagen verliest de kant die het eerst afsloeg de hole. Wordt de vergissing pas ontdekt nadat een speler heeft afgeslagen op de volgende hole, dan blijft het resultaat staan. Regel Greensomes Afgezien van de regel dat in een Greensome iedere speler met zijn eigen bal afslaat en er vervolgens met de beste bal om beurten verder wordt gespeeld, zijn de regels van Foursomes van overeenkomstige toepassing. Anders dan bij Foursomes wordt er niet door de spelers van een partij afwisselend op de tee van iedere hole afgeslagen. Iedere partij bepaalt per hole de eigen afslagvolgorde. Het volgende kan echter in een match tussen A en B tegen C en D zomaar voorkomen: A slaat zijn tee-shot misschien out-of-bounds en B slaat vervolgens zijn tee-shot zo dat zijn bal misschien is verloren. In dat geval speelt een van de spelers naar keuze een provisionele bal. Wordt de bal van A in-bounds gevonden, dan moet B daarmee verder. Voor de bal van B geldt het omgekeerde. De provisionele bal kan dan worden opgeraapt. Worden geen van beide ballen (in-bounds) gevonden, dan wordt met de geslagen provisionele bal verder gespeeld door de speler die deze bal niet heeft geslagen (dat wordt dan slag 4). Dichtstbijzijnde punt zonder belemmering Het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering (of: nearest point of relief, NPOR) is het referentiepunt dat wordt gebruikt bij het ontwijken van belemmering door een vast obstakel (Regel 24-2), een abnormale terreinomstandigheid (Regel 25-1) of een verkeerde green (Regel 25-3). Het is het dichtst bij de bal gelegen punt op de baan dat niet dichterbij de hole ligt en waar, indien de bal daar zou liggen, de belemmering niet meer bestaat. Wie relief wil nemen, moet dat volledig doen, dus zowel voor plaats van de bal, voor stand als voor de in te nemen ruimte van de swing. Wie maar gedeeltelijk relief neemt (bijv. je blijft met een voet nog in de GUR of op een verhard pad staan), speelt van een verkeerde plaats en verliest daarmee de hole (Regel 20-7). Pas op: er is per situatie maar één NPOR. De speler stelt het NPOR vast door zijn stand en swing voor zijn volgende slag na te bootsen met de stok waarmee hij die volgende slag denkt te gaan doen. Uitzondering: Bij een verkeerde green gaat het uitsluitend om de plaats van de bal; de speler mag bij het doen van de slag dus wel op de green staan. Door de baan ligt het NPOR niet in een hindernis of op de green, andersom geld hetzelfde. Bij toepassing van de volgende Regels speelt het begrip 'dichtstbijzijnde punt zonder belemmering' een rol. Regel 20-2c Regel 24-2b. Wanneer opnieuw droppen? Ontwijken van een belemmering door een vast obstakel. Let op: mag niet worden ontweken als bal in een waterhindernis ligt.

5 VADEMECUM VOOR COMPETITIESPELERS 2014 pagina 5 Regel 25-1 Ontwijken van een belemmering door een abnormale terreinomstandigheid. Planten, struiken of bomen die in GUR geworteld zijn, tellen mee als belemmering, ook als zij buiten de GUR-lijnen uitsteken (zie de definitie van grond in bewerking). Als de bal op de green ligt en er is een belemmering door tijdelijk water op de green, dan altijd de bal plaatsen op het NPOR, ook als het NPOR buiten de green ligt. Als er in een en dezelfde situatie meer belemmeringen zijn die mogen worden ontweken, bijvoorbeeld, zowel een verhard pad als tijdelijk water vormen een belemmering, dan mag maar 1 belemmering (tegelijkertijd) worden ontweken; de speler moet dus kiezen welke belemmering het eerst wordt ontweken. Handel de twee procedures onder de verschillende regels gescheiden na elkaar af (en bedenk goed welke volgorde je het meeste voordeel oplevert). Je mag die procedures dus niet direct tot een handeling samentrekken. Dat mag pas als na het doorlopen van alle toepasselijke procedures duidelijk is geworden dat het doorlopen daarvan geen relief oplevert. Tot slot Op de volgende pagina vind je als bijlage het door de NGF opgestelde overzicht van de verschillen in Regels tussen Matchplay en Strokeplay. Alle suggesties voor aanvulling of verduidelijking van dit Vademecum op grond van ervaringen, die je hebt opgedaan in de competitie, zijn van harte welkom. Laat het ons vooral weten. We wensen alle competitiespelers veel succes! De Regel- & Handicapcommissie, februari 2014

6 VADEMECUM VOOR COMPETITIESPELERS 2014 pagina 6