De AbRS verwijst hierbij naar vaste jurisprudentie omtrent voorzienbaarheid uit de uitspraak van 28 september 2016 en benoemt dat met het oog op de

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De AbRS verwijst hierbij naar vaste jurisprudentie omtrent voorzienbaarheid uit de uitspraak van 28 september 2016 en benoemt dat met het oog op de"

Transcriptie

1 N I E U W S B R I E F PLANSCHADE jurisprudentieoverzicht April 2019, nieuwsbrief 15 AbRS, 30 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:239 Gemeente Helmond, feitelijke situatie Appellant stelt schade te lijden als gevolg van een nieuwe bestemmingsplan op grond waarvan ter hoogte van zijn percelen een natuurbestemming is komen te rusten. De adviseur is tot de conclusie gekomen dat geen sprake is van enig planologisch nadeel. Appellant voert onder meer aan dat het door de adviseur uitgebrachte advies niet correct is, omdat de gronden behorende tot het object geen ruimere gebruiksmogelijkheden hebben onder het nieuwe bestemmingsplan. Door vernatting zijn de gebruiksmogelijkheden namelijk afgenomen. De AbRS wijst in dit verband op de omstandigheid dat bij de beoordeling van een aanvraag om tegemoetkoming in planschade niet de feitelijke situatie van is belang is, maar de maximale invulling. Uit de planologische vergelijking volgt dat de gronden van appellant in het nieuwe bestemmingsplan meer mogelijkheden hebben, waardoor er sprake is van planologisch voordeel. Het betoog van appellant dat de gebruiksmogelijkheden niet ruimer zijn geworden, maar juist minder vanwege de vernatting van de grond, ziet op de feitelijke situatie en is daarom niet van belang. AbRS, 30 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:255 Gemeente Amstelveen, gedeeltelijke voorzienbaarheid Door een nieuw bestemmingsplan wordt via een half klaverblad voorzien in de aansluiting van de Zijdelweg op de omgelegde N201. De adviseur heeft geconcludeerd dat sprake is van gedeeltelijke voorzienbaarheid aangezien op grond van een voorontwerpbestemmingsplan reeds naar voren kwam dat men voornemens was een ongelijkvloerse kruising van de Zijdelweg met de N201 te realiseren. Echter, nu de komst van een kruising in de vorm van een half klaverblad nadeliger is, heeft de adviseur geconcludeerd dat de helft van de schade vanwege voorzienbaarheid voor eigen rekening dient te blijven. Appellant betoogt dat de adviseur onvoldoende heeft gemotiveerd dat er sprake is van een gedeeltelijke voorzienbaarheid van 50%. Ook wordt aangevoerd dat de schade hoofdzakelijk is veroorzaakt door het klaverblad en dat het daarom niet redelijk is om de helft van de schade voor zijn rekening te laten. De AbRS verwijst hierbij naar vaste jurisprudentie omtrent voorzienbaarheid uit de uitspraak van 28 september 2016 en benoemt dat met het oog op de

2 voorzienbaarheid het bestuursorgaan een vergelijking dient te maken tussen de ruimtelijke gevolgen van het planologische regime op grond waarvan gesteld wordt dat het planschade heeft veroorzaakt en de ruimtelijke gevolgen van de voor de aanvrager meest ongunstige uitwerking van de in het beleidsvoornemen bedoelde ontwikkelingsmogelijkheden. Verder concludeert de AbRS dat het college zich heeft mogen baseren op het oordeel van de deskundige dat sprake is van gedeeltelijke voorzienbaarheid van 50%. De adviseur heeft namelijk een vergelijking gemaakt tussen de uitwerking van de in het voorontwerp omschreven ontwikkeling en het nieuwe planologische regime. Uit die vergelijking komt naar voren dat de planologische verandering niet geheel voorzienbaar was en dat de schade dus niet geheel voor rekening van appellant gelaten kan worden. De constatering van de adviseur dat het bepalen van het te vergoeden deels arbitrair is en dat het, gelet op de omstandigheden, redelijk is de helft van de schade voor rekening van de aanvrager te laten, komt de AbRS niet onbegrijpelijk over. Verder heeft appellant niet met een rapport van een deskundige of anderszins, concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid of volledigheid van deze conclusies naar voren gebracht. AbRS, 6 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:330 Minister van Infrastructuur en Waterstaat, anderszins verzekerd Een tracébesluit voorziet onder meer in de aanleg van een nieuw tracé van de N218 tussen Groenlo en Enschede en de aanpassing van het bestaande tracé. Een en ander heeft voor een gedeelte van het tracé onder meer tot gevolg dat het aantal rijbanen verdubbelt en de maximum snelheid toeneemt. Appellant is eigenaar van een landgoed in Haaksbergen. Hij heeft ruim 1 hectare van zijn landgoed verkocht voor de aanleg van het nieuwe tracé. In dit bedrag is ook ruimte opgenomen voor een waardevermindering van het overblijvende deel van het landgoed. De adviseur komt tot de conclusie dat eventuele planschade anderszins verzekerd is, gelet op het feit dat in de minnelijke schikking reeds ruimte is opgenomen voor eventuele planschade.

3 Appellant kan zich hiermee niet verenigen en betoogt dat altijd is aangegeven dat planschade niet in de minnelijke schikking, maar via een afzonderlijke procedure zou worden geregeld. Dit is ook opgenomen in de schikking en de akte van levering, waardoor hij ervan uit mocht gaan dat eventuele planschade niet was begrepen in het overeengekomen bedrag. Dit bedrag ziet naar het oordeel van appellant uitsluitend op de vergoeding van de te verwachten bedrijfsbeperkingen. De AbRS concludeert dat de appellant ervan uit mocht gaan dat het in de schadeloosstelling opgenomen bedrag niet geheel of gedeeltelijk was bedoeld voor planschade. Op grond van de koopovereenkomst komt naar voren dat de nog nader te bepalen planschade geen deel uitmaakt van de tussen de partijen overeengekomen schadeloosstelling. Het voorgaande is letterlijk in de akte van levering opgenomen. Gelet hierop wordt het beroep gegrond verklaard. AbRS, 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:421 Gemeente Beverwijk, uit te werken bestemming Appellant stelt schade te lijden als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan Kagerweg, aangezien de gebruiks- en bouwmogelijkheden voor de gronden behorende tot het eigendom van appellant zijn ingeperkt. De adviseur heeft geconcludeerd dat zowel in de oude als de nieuwe planologische situatie ter hoogte van het object een uit te werken bestemming rustte. Aangezien de aanvraag na inwerkingtreding van het zesde lid is ontvangen, mogen de uit te werken bestemmingen niet in de planvergelijking worden betrokken. Dit heeft tot gevolg dat zowel voor de oude als de nieuwe situatie teruggevallen dient te worden op hetzelfde bestemmingsplan, waardoor geen sprake is van een planologische verandering. Verder stelt de adviseur zich op het standpunt dat sprake is van voorzienbaarheid in de hoedanigheid van passieve risicoaanvaarding. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de wetgever bij de toevoeging van het zesde lid slechts oog heeft gehad dat schade pas kan worden vastgesteld nadat bij een uit te werken bestemming die uitwerking heeft plaatsgevonden. Gelet hierop is de oude uit te werken bestemming ten onrechte niet in de planvergelijking betrokken en is er sprake van een incorrecte planologische vergelijking. De nieuwe uit te werken bestemming mag niet in de planvergelijking worden betrokken. Een en ander kan pas tot schade lijden als het uitwerkingsplan is vastgesteld. Appellant betwist het oordeel van de rechtbank dat een uit te werken bestemming in een nieuw bestemmingsplan niet bij de planvergelijking mag worden betrokken en kan zich niet verenigen met de rechtspraak dat een uit te werken bestemming geen grond kan zijn voor planschade. De AbRS verwijst naar vaste rechtspraak, waaronder uitspraken van 28 september 2016 en 8 februari 2017, op grond waarvan naar voren komt dat een uit te werken bestemming in het nieuwe schadeveroorzakende bestemmingsplan geen grond kan zijn voor planschade. Hierbij wordt aangegeven dat uit de geschiedenis van de totstandkoming van het zesde lid valt af te leiden dat de wetgever met die bepaling heeft beoogd dat slechts werkelijke planschade en niet theoretische planschade wordt vergoed. Indien een uitwerkingsplan is vastgesteld en onherroepelijk is, kan een aanvraag worden ingediend.

4 AbRS, 20 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:495 Gemeente Meierijstad, geurhinder, normaal maatschappelijk risico Appellanten stellen schade te lijden als gevolg van een vrijstellingsbesluit, een bestemmingsplan en een omgevingsvergunning, waarmee onder meer de vergroting van een agrarisch bouwvlak en de komst van een mestverwerkingsinstallatie en de vergroting van de capaciteit hiervan mogelijk wordt gemaakt. In het hoger beroep voert appellante onder meer aan dat de StAB in haar advisering bij de beoordeling van geurhinder ten onrechte de vergelijking heeft beperkt tot de blootstellingshinder. Naar het oordeel van appellante treedt geurhinder op wanneer de geurconcentratie gedurende een langere dan aanvaardbare periode boven een aanvaardbaar niveau komt. Gelet hierop is binnen de normstelling altijd sprake van een concentratie-eis gecombineerd met de blootstellingsduur. De geurconcentratie is naar het oordeel van appellante geen subjectief element en had betrokken moeten worden bij de beoordeling van de geurhinder. De AbRS concludeert dat volgens vaste rechtspraak een geobjectiveerde vergelijking dient te worden gemaakt, waarbij subjectieve elementen geen rol spelen. Dit betekent dat in dit geval de geurhinder objectief dient te worden geduid. De StAB heeft derhalve naar het oordeel van de AbRS de geurconcentratie terecht niet als uitgangspunt genomen, aangezien die een subjectief element betreft. Nu de geurconcentratie niet gelijk staat aan het waarnemen van geur en in het verlengde daarvan het ervaren van geurhinder, en omdat het ervaren van geurhinder een subjectief element is, waarmee de concentratie-eis een subjectief element heeft, is het aspect geurhinder terecht beoordeeld aan de hand van het objectieve criterium blootstellingsduur. Verder is de AbRS ook ingegaan op de wijze waarop het normaal maatschappelijke risico dient te worden beoordeeld. De AbRS concludeert dat de realisatie van een mestverwerkingsinstallatie tot op zekere hoogte als een normale maatschappelijke ontwikkeling kan worden beschouwd waar de omwonenden rekening mee hadden kunnen houden. Dit omdat het normaal is dat een bedrijf technisch innoveert en de laatste jaren veel aandacht is voor beperking van de uitstoot. Gelet hierop achter de AbRS een normaal maatschappelijk risico van 3% gerechtvaardigd.

5 AbRS, 27 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:615 Gemeente Waalwijk, anderszins verzekerd Appellant is eigenaar van een kantoorruimte en stelt schade te lijden als gevolg van een nieuw bestemmingsplan voor het centrum van Waalwijk. De adviseur heeft geadviseerd een tegemoetkoming toe te kennen van ,00. Het college is voornemens om dit bestemmingsplan gedeeltelijk te herzien om zo de schade geheel anderszins te verzekeren. Hierbij is bepaald dat alsnog overgegaan dient te worden tot uitbetaling van de schade, wanneer deze herziening onverhoopt niet onherroepelijk in werking treedt. Appellant voert aan zich niet te kunnen vinden in de rechtspraak dat een bestuursorgaan planschade mag compenseren in natura door een dergelijke herziening. Volgens appellant is het in strijd met een goede procesorde om het college in hoger beroep nog de mogelijkheid te geven de schade in natura te compenseren. De AbRS verwijst naar vaste jurisprudentie dat een tegemoetkoming in planschade kan bestaan uit compensatie in natura, in welk geval een schadevergoeding in geld achterwege kan blijven. De voorkeur van degene die schade lijdt voor een bepaalde wijze van compenseren is daarbij niet doorslaggevend. Het bestuursorgaan mag bij het tegemoetkomen in de schade uitgaan van de wijze van compenseren die de laagste kosten met zich brengt. Het college heeft daarom een herziening van het bestemmingsplan boven compensatie van dat nadeel in geld mogen plaatsen, omdat de planologische wijziging voor de gemeente lagere kosten meebrengt. Dat de AbRS het college in hoger beroep in de gelegenheid heeft gesteld de planschade in natura te vergoeden, is niet in strijd met de goede procesorde. Het college heeft namelijk al bij de rechtbank verzocht om in de gelegenheid te worden gesteld de eventueel verschuldigde tegemoetkoming in planschade in natura te mogen compenseren. De rechtbank heeft dit beroep afgewezen, waarna het college hiertegen hoger beroep heeft ingesteld. Het college is in het gelijk gesteld. De aan het college geboden gelegenheid betekent voorts niet dat appellant een lagere tegemoetkoming voor de geleden planschade krijgt.

6 Verder heeft het college aangegeven dat alsnog overgegaan wordt tot uitbetaling van het schadebedrag wanneer e.e.a. onverhoopt niet onherroepelijk in werking treedt. Naar het oordeel van de AbRS heeft het college de onzekerheid over de duur en uitkomst van die procedure onvoldoende ondervangen aangezien niet is aangegeven dat uitbetaling van het bedrag plaatsvindt wanneer een en ander op een bepaalde datum niet onherroepelijk is. De AbRS heeft derhalve zelf in deze zaak beslist en heeft bepaald dat indien het bestemmingsplan op 1 mei 2020 niet onherroepelijk is, alsnog overgaan dient te worden tot uitbetaling van het bedrag. AbRS, 27 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:609 Gemeente Heusden, normaal maatschappelijk risico Middels een nieuw bestemmingsplan wordt ten oosten van het object van appellant voorzien in woningbouw. De adviseur heeft geconcludeerd dat een en ander een waardevermindering tot gevolg heeft. Na aftrek van een normaal maatschappelijk risico van 3%, heeft hij geadviseerd een tegemoetkoming in planschade toe te kennen van ,00. De rechtbank kon zich niet verenigen met een verhoogd normaal maatschappelijk risico en heeft een en ander op 2% bepaald. Dit omdat sprake is van een uitbreidingslocatie, de ontwikkeling niet volledig aansluit op de ruimtelijke structuur en bovendien sprake is van zware schade op korte afstand. Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte het normaal maatschappelijk risico op 2% heeft bepaald en voert onder meer aan dat sprake is van een inbreidingslocatie waarbij de woningbouw past binnen de uitgangspunten in het gevoerde beleid. De AbRS concludeert dat de adviseur gemotiveerd heeft uiteengezet dat de onderhavige ontwikkeling als een normale maatschappelijke ontwikkeling kan worden aangemerkt die in de lijn der verwachtingen lag. De adviseur heeft het plangebied als een inbreidingslocatie aangemerkt, omdat het, planologisch gezien, aan drie zijden wordt omsloten met bebouwing. De AbRS heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van het advies op dit punt. Verder past de ontwikkeling naar zijn aard en omvang binnen de ruimtelijke structuur, aangezien voor omliggende woningen een vergelijkbare goot- en bouwhoogte geldt. Bovendien zijn de gronden behorende tot het plangebied op grond van een structuurvisie als woningbouwlocatie aangemerkt. Voor het overige verwijst de AbRS naar vaste jurisprudentie dat als er sprake is van een normale maatschappelijke ontwikkeling die in de lijn der verwachtingen ligt in beginsel een normaal maatschappelijk risico tot 5% dient te gelden. Dit laatste geldt in beginsel ook als er sprake is van een plangebied wat geen zuivere inbreidingslocatie is, maar tevens de kenmerken van een uitbreiding vertoont. De waardevermindering bedroeg in dit geval 5,19%. De adviseur heeft uiteengezet dat in dit geval niet de gehele schade binnen het normaal maatschappelijk risico valt. Dit onder meer omdat de ontwikkeling niet volledig past binnen de ruimtelijke structuur past, de afstand kort is en de waardedaling als betrekkelijk zwaar kan worden aangemerkt. Alles in resumering nemende oordeelt de AbRS dat de rechtbank het normaal

7 maatschappelijk risico ten onrechte op 2% heeft bepaald. Immers, de aspecten die de rechtbank heeft benoemd met betrekking tot de ruimtelijke structuur, de afstand en de omvang van het nadeel, heeft de adviseur reeds verdisconteerd in de afweging. Gelet hierop heeft het college in redelijkheid een normaal maatschappelijk risico van 3% gehanteerd. AbRS, 6 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:720 Gemeente Wassenaar, normaal maatschappelijk risico Middels een omgevingsvergunning wordt onder meer voorzien in de realisatie van een supermarkt en een bakkerij aan de overzijde van het object van appellant. De gronden behorende tot het plangebied waren in de oude planologische situatie bestemd voor detailhandel (geen supermarkt) en ondersteunende horeca. De adviseur concludeert dat een en ander een beperkt nadeliger positie tot gevolg heeft. Echter, nu het normaal maatschappelijk risico in de optiek van de adviseur 4% dient te bedragen, behoort de geleden schade voor rekening van appellant gelaten te worden. Appellant betoogt in het hoger beroep onder meer dat het normaal maatschappelijk risico ten onrechte is bepaald op 4%. De AbRS concludeert met verwijzing naar een uitspraak van 25 oktober 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2903) dat het college terecht de ontwikkeling heeft aangemerkt als een normale maatschappelijke ontwikkeling in een omgeving die behoort tot het centrumdorps milieu. Deze ontwikkeling past, naar aard en omvang, binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving, zijnde een centrumgebied waar al winkels en een supermarkt waren gevestigd. Verder heeft de rechtbank naar het oordeel van de AbRS terecht geoordeeld dat de ontwikkeling past binnen het gevoerde beleid, nu de betreffende locatie al in 2012 door de gemeente is aangemerkt als een boodschappencentrum. De rechtbank heeft derhalve terecht het normaal maatschappelijk risico op 4% vast kunnen stellen. Daarbij geldt dat ook in het geval het normaal maatschappelijk risico op 3% zou worden vastgesteld, de schade volledig voor rekening van appellant zou blijven. AbRS, 13 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:814 Gemeente Uden, maximale invulling Een nieuw bestemminsplan voorziet ten zuiden van de woning van appellant in de realisatie van woningbouw. De adviseur concludeert dat een en ander een waardevermindering tot gevolg heeft. Echter, deze waardevermindering overstijgt naar het oordeel van de adviseur de forfaitaire drempel niet, waardoor de aanvraag afgewezen dient te worden.

8 Appellant heeft een contra-expertise van een deskundige ingebracht. Deze deskundige concludeert onder meer dat de planvergelijking op onjuiste uitgangspunten is gebaseerd en de waardering van de planwijziging buiten de bandbreedte valt. Zo heeft de adviseur naar het oordeel van de deskundige ten onrechte geluidswerende voorzieningen op de gronden met een bosbestemming betrokken in de planvergelijking aangezien deze, gelet op de aanduiding houtwal, ter plaatse met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid waren uitgesloten. De AbRS concludeert dat de rechtbank zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat bij een planschadebeoordeling niet de feitelijke situatie van belang is, maar hetgeen maximaal op grond van het oude planologische regime kon worden gerealiseerd, ongeacht of verwezenlijking heeft plaatsgevonden. Slechts ingeval van realisering van de maximale mogelijkheden met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is uitgesloten, kan hiervan worden afgeweken. Op grond van de planregels komt naar voren dat de gronden met een bosbestemming onder meer waren bestemd voor geluidwerende voorzieningen, een geluidscherm ter hoogte van de desbetreffende aanduiding en houtwallen ter hoogte van de desbetreffende aanduiding. De aanduiding geluidscherm is opgenomen in verband met een voorwaardelijke verplichting bij de bestemming Wonen. De aanduiding laat onverlet dat op de gronden met een bosbestemming waar deze aanduiding ontbreekt, geluidwerende voorzieningen waren toegestaan. De functieaanduiding houtwal betekent niet dat een geluidwerende voorziening op die gronden planologisch onmogelijk was. Nu een en ander niet met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid was uitgesloten, zijn geluidwerende voorzieningen terecht betrokken in het planvergelijk. AbRS, 13 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:758 Gemeente Lochem, diverse Appellant heeft een aanvraag ingediend vanwege een tweetal nieuwe bestemmingsplannen waarmee wordt voorzien in de realisatie van woningen. Het college heeft geoordeeld dat een en ander een waardevermindering tot gevolg heeft, zonder dat er geen sprake is van voorzienbaarheid. Het normaal maatschappelijk risico is op 5% bepaald, omdat sprake is van een inbreidingslocatie. De maximale invulling van het oude planologische regime, de voorzienbaarheid, het normaal maatschappelijk risico en anderszins verzekerd, staat nu ter discussie. Naar het oordeel van de rechtbank was het met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgesloten dat in de directe nabijheid van het object veevoer tot een hoogte van 5 meter zou zijn opgeslagen. Dit niet alleen door juridische factoren, maar ook door logistieke omstandigheden, gelet op de aanzienlijke afstand tussen het terrein en de locatie waar de agrarische bedrijfsgebouwen zijn gesitueerd. Met betrekking tot het normaal maatschappelijk risico oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van een inbreidingslocatie, waardoor het college de in de jurisprudentie vermelde hoofdregel niet heeft mogen toepassen. De rechtbank heeft het normaal maatschappelijk risico op 3,5% bepaald. Daartoe is overwogen dat geen sprake is van echte inbreiding, maar van een uitbreiding die, gelet op de structuur, in de lijn der verwachtingen lag.

9 In het hoger beroep wordt door de derdebelanghebbende aangevoerd dat ten onrechte is geconcludeerd dat geen sprake is van voorzienbaarheid. Dit omdat op grond van een structuurplan blijkt van een concreet beleidsvoornemen om woningbouw op het terrein te realiseren. Bovendien blijkt ook uit latere beleidsstukken dit voornemen. Bovendien is de voorzienbaarheidsketen middels een later bestemmingsplan niet doorbroken en zijn eventuele toezeggingen door het college onvoldoende om een en ander te doorbreken. De AbRS concludeert dat de gronden behorende tot het plangebied zijn aangeduid als inbreidingslocatie. Dat de behoefte aan woningbouw in zeer algemene bewoordingen is omschreven, laat onverlet dat een koper zou uitgaan van de meest ongunstige uitwerking. Bovendien is een en ander niet doorbroken, aangezien het terrein niet is gelegen in het plangebied van het desbetreffende bestemmingsplan. Bovendien wordt in de toelichting niet expliciet gesproken over het plangebied. Dat gesproken wordt over een stedenbouwkundige afronding van het gehele woongebied betekent niet dat in het geheel geen woningbouw meer plaats zou vinden. Echter, met betrekking tot gevoerde gesprekken oordeelt de AbRS dat, ondanks dat het college niet bevoegd was het bestemmingsplan vast te stellen, niet betekent dat hieraan geen betekenis kan worden toegekend. Gelet hierop is terecht geoordeeld dat geen sprake is van voorzienbaarheid. Verder wordt aangevoerd dat in de planvergelijking ten onrechte geen rekening is gehouden met de opslag van in plastic verpakte voederbalen van minstens 5 meter hoog. Dit was naar het oordeel van de derdebelanghebbende ook buiten de sleufsilo s mogelijk, waarbij geen sprake is van beperkingen op grond van milieuregelgeving. Nu een en ander niet met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid was uitgesloten, moet dit worden meegenomen. De AbRS concludeert dat een en ander niet in strijd was met de milieuwetgeving. Bovendien blijkt niet dat een gebruik voor opslag in strijd was met de planregels en eventuele logistieke beperkingen, zoals de afstand tussen het terrein en de agrarische bedrijfsgebouwen, biedt onvoldoende grondslag om een en ander uit te sluiten. Gelet hierop dienen voederbalen betrokken te worden in de planvergelijking.

10 Met betrekking tot het normaal maatschappelijk risico wordt aangevoerd dat wel degelijk sprake is van inbreiding, aangezien aan alle zijden van het plangebied bebouwing was toegestaan, waardoor uitgegaan dient te worden van een normaal maatschappelijk risico van 5%. De AbRS verwijst naar eerdere uitspraken dat ook al betreft het plangebied geen zuivere inbreidingslocatie, maar tevens de kenmerken van een uitbreidingslocatie vertoont, geen aanleiding bestaat om de rechtspraak anders toe te passen. Nu appellant geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd waarom niet uitgegaan dient te worden van de hoofdregel dat in een dergelijk geval een normaal maatschappelijk risico van 5% dient te gelden, slaagt het betoog. Tot slot wordt aangevoerd dat ten onrechte is geconcludeerd dat de schade niet anderszins is verzekerd. Dit omdat de wijziging van de bestemming door appellant is bewerkstelligd en dit wel degelijk een waardevermeerdering tot gevolg heeft. De AbRS concludeert dat uit de koopovereenkomst niet valt af te leiden dat met de verkoop van het perceel is beoogd aan nog te lijden planschade tegemoet te komen. Verder is niet aannemelijk gemaakt dat voor een ongebruikelijke lage koopsom is verkocht, waardoor niet aannemelijk is gemaakt dat de schade anderszins is verzekerd. AbRS, 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:869 Gemeente Deurne, passieve risicoaanvaarding Appellant is eigenaar van een fratershuis. Als gevolg van een nieuw bestemmingsplan is het niet langer toegestaan om bijgebouwen op te richten achter het fratershuis. De adviseur concludeert dat vanaf het voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan de planologische wijziging voor de appellant voorzienbaar was. Aangezien de periode tot het ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd, circa 7 maanden bedraagt, en appellant geen concrete poging heeft ondernomen, is er sprake van passieve risicoaanvaarding. Appellant voert onder meer aan dat ten onrechte passieve risicoaanvaarding wordt tegengeworpen. Naar het oordeel van appellant heeft het college onvoldoende waarde gehecht aan een gesloten overeenkomst met de gemeente en de monumentenstatus van het pand. Volgens appellant hoefde hij ten tijde van terinzagelegging van het voorontwerp niet te verwachten dat de daarin opgenomen bestemmingswijziging zou worden gerealiseerd, maar mocht hij ervan uitgaan dat dit een vergissing betrof. Ook wordt aangevoerd dat een periode van 7 maanden te kort was. Aangezien het object is aangewezen als rijksmonument, dient de bouwaanvraag vergezeld te gaan met verschillende rapporten. De AbRS concludeert dat in het geschil is of van appellant kon worden verwacht dat hij een poging zou ondernemen in de gehanteerde periode van 7 maanden. De AbRS concludeert ten eerste dat de gemaakte afspraken onverlet laten dat van appellant kon worden verlangd dat hij bij het ontstaan van de voorzienbaarheid een concrete poging ondernam. Dat appellant beroep heeft ingesteld tegen het nieuwe bestemmingsplan, kan niet als een concrete poging worden beschouwd. Bovendien is dit beroep ingesteld na afloop van de benuttingsperiode.

11 Verder voert het college aan dat een advies over de monumentale aanvaardbaarheid van een bouwplan niet nodig was om een vergunning te krijgen voor de bijgebouwen. Gelet hierop concludeert de AbRS dat een periode van 7 maanden voldoende lang was. De enkele, niet gemotiveerde stelling dat deze termijn te kort was, omdat het object is aangewezen als rijksmonument, is onvoldoende. AbRS, 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:870 Gemeente Son en Breugel, taxatie, WOZ-waarde Middels een nieuw bestemmingsplan wordt in de nabijheid van het object van appellant voorzien in de realisatie van een hospice. In de oude situatie was het perceel bestemd voor woondoeleinden. De adviseur concludeert onder meer dat sprake is van een beperkt planologisch nadeel, vanwege een enigszins intensiever gebruikt. De waardevermindering overstijgt echter naar het oordeel van de adviseur de forfaitaire drempel van 2% inzake het normaal maatschappelijk risico niet. Appellant stelt onder meer dat de adviseur de waarde van het object vóór de planologische mutatie te laag heeft bepaald. Uit verkoopprijzen van de naburige percelen blijkt volgens appellant dat het object een veel hogere waarde vertegenwoordigde, waardoor de schade meer dient te bedragen. Ook voert hij aan dat de adviseur de taxatiesystematiek van WOZ-taxaties had moeten gebruiken, aangezien ook daarbij de marktwaarde inzichtelijk wordt gemaakt. Tot slot wordt benoemd dat uit een risicoanalyse een fors hoger schadebedrag kwam voor het object. De AbRS concludeert dat in een planschadezaak niet louter de marktwaarde bepalend is voor de taxatie. Volgens de maatstaf moet een redelijk denkend en handelend koper rekening houden met de maximale mogelijkheden van het regime. De maximale mogelijkheden zijn in de praktijk niet steeds verdisconteerd in de prijzen van verkochte percelen. Dat is de reden dat deze verkoopprijzen wel indicatief zijn, maar de waarde daaruit niet één op één kan worden afgeleid. In planschadezaken kan voorts niet worden aangesloten bij de systematiek van een WOZ-taxatie. Dit omdat bij de vaststelling van de WOZ-waarde de feitelijke situatie bepalend is.

12 Voor het overige heeft de AbRS geen concrete aanknopingspunten gezien om te twijfelen aan de juistheid van de taxatie. Met betrekking tot de risicoanalyse oordeelt de AbRS dat het verschil tussen de in de risicoanalyse verwachte planschade en de daadwerkelijke planschade valt te verklaren uit het globale karakter van een planschaderisicoanalyse, waarbij slechts een geveltaxatie per cluster percelen is uitgevoerd. Bovendien blijkt uit deze risicoanalyse niet dat appellant forse schade lijdt. Gelet hierop oordeelt de AbRS dat de risicoanalyse ook geen aanleiding geeft om te twijfelen aan de juistheid van het advies. AbRS, 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:878 Gemeente Halderberge, voorzienbaarheid Een nieuw bestemmingsplan maakt in de nabijheid van het perceel van appellant de komst van 150 woningen mogelijk. De adviseur concludeert dat een en ander een waardevermindering tot gevolg heeft en heeft hierbij een normaal maatschappelijk risico van 3% ingesteld. Echter, het resterende deel dient naar het oordeel van de adviseur voor rekening van de aanvrager te worden gelaten, aangezien sprake is van voorzienbaarheid. Op grond van een structuurvisie uit 1997 en 2001 blijkt namelijk dat men voornemens is om ter plaatse een woonwijk op te richten. Het college brengt in het hoger beroep in dat de rechtbank ten onrechte heeft geconcludeerd dat het oude bestemmingsplan de keten van voorzienbaarheid heeft doorbroken. Dit omdat het oude bestemmingsplan slechts conserverend van aard was. De AbRS concludeert dat niet ter discussie staat dat de beide structuurvisies als concrete beleidsvoornemens dienen te worden beschouwd. Verder stelt de AbRS zich op het standpunt dat de omstandigheid dat de agrarische bestemming ter hoogte van het plangebied is gehandhaafd, niet betekent dat het beleidsvoornemen om woningbouw te realiseren ook voor de langere termijn is prijsgegeven. Voor dat oordeel is het van belang dat het niet ongebruikelijk is om woningbouw in fasen te realiseren. Bovendien valt uit de toelichting niet af te leiden dat het plangebied niet langer in beeld was als woningbouwlocatie. Dit betekent dat een koper ten tijde van de aankoop nog steeds rekening zou houden met de mogelijkheid dat de planologische situatie op een ongunstige wijze zou gaan veranderen. AbRS, 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:939 Gemeente Waalwijk, passieve risicoaanvaarding; anderszins verzekerd Appellant stelt vermogens- en inkomensschade te lijden als gevolg van een nieuw bestemmingsplan waarmee de planologische mogelijkheden op zijn percelen zijn verminderd. De adviseur heeft geconcludeerd dat een en ander tot schade van een gedeelte van de percelen van appellant heeft geleid. Ten aanzien van enkele percelen is naar het oordeel van de adviseur sprake van passieve risicoaanvaarding. Het college kiest ervoor om de geleden schade in natura te compenseren door een herziening van het bestemmingsplan. Indien deze herziening niet onherroepelijk wordt, zal het college de geconstateerde schade alsnog vergoeden. Appellant voert onder meer aan dat hem ten onrechte passieve

13 risicoaanvaarding wordt tegengeworpen. Hij verwijst hierbij naar een uitspraak over een bestemmingsplan op grond waarvan naar voren komt dat dit bestemmingsplan in strijd was met een goede ruimtelijke ordening. Vervolgens is naar het oordeel van appellant niet gebleken dat men voornemens was om de bouwmogelijkheden in te perken. Ook wordt aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte niet heeft onderkend dat hij concrete pogingen heeft ondernomen. Dit omdat hij wel degelijk een bouwvergunning heeft ingediend die nadien, op verzoek van de gemeente, is ingetrokken. De AbRS concludeert dat voor appellant in elk geval sinds de aangehaalde uitspraak rekening moest houden met de wens van de gemeenteraad om de bouwmogelijkheden te beperken. Voor wat betreft de concrete pogingen oordeelt de AbRS dat van een redelijk denkend en handelend eigenaar in dit geval niet kon worden verlangd concrete pogingen te ondernemen. Dit omdat appellant het bouwplan op verzoek van de gemeente heeft ingetrokken en gedurende deze periode altijd overleg en onderhandelingen hebben plaatsgevonden met de gemeente, waarbij de gemeente serieuze en concrete plannen had voor de betreffende percelen en zelfs tot aankoop over wilde gaan. Voor wat betreft de compensatie in natura voert appellant aan dat deze compensatie onzeker is, omdat de gemeente voornemens lijkt te zijn om de herziening terug te draaien en een en ander nog altijd aan te kopen. De AbRS concludeert dat verweerder de tegemoetkoming in de vorm van compensatie in natura mede afhankelijk heeft gesteld van de toekomstige, onzekere gebeurtenis, dat de herziening van het nieuwe bestemmingsplan ook onherroepelijk wordt. Het college heeft de onzekerheid over de duur en uitkomst van die procedure ten onrechte niet ondervangen door in het besluit op te nemen dat uitbetaling van het in het besluit vermelde bedrag na een in het besluit vastgestelde datum zal plaatsvinden, indien het nieuwe bestemmingsplan op deze datum niet onherroepelijk is. Nu ten tijde van het besluit de herziening nog niet onherroepelijk was, heeft het college ten onrechte het standpunt gehandhaafd dat de tegemoetkoming in planschade voldoende anderszins is verzekerd.

Rechtbank Gelderland, 3 november 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:5687

Rechtbank Gelderland, 3 november 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:5687 N I E U W S B R I E F PLANSCHADE jurisprudentieoverzicht April 2018, nieuwsbrief 12 Rechtbank Gelderland, 3 november 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:5687 Gemeente Heerde, redelijkerwijs gemaakte kosten van rechtsbijstand

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2014:110 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201300676/1/A2 Eerste

Nadere informatie

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 3: VOORZIENBAARHEID

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 3: VOORZIENBAARHEID PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 3: VOORZIENBAARHEID In deze aflevering van de Nieuwsbrief de derde episode van de serie planschadespecials. Als vaste planschadecommissie voor een groot aantal gemeenten

Nadere informatie

Planschaderisicoanalyse

Planschaderisicoanalyse Planschaderisicoanalyse Aanpassing bestemmingsplan Nieuw Den Helder Zuid 2012 In opdracht van Tog Nederland Midden West b.v. Veenendaal, 30 maart 2012 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Artikel

Nadere informatie

«JG» Actueel commentaar

«JG» Actueel commentaar Actueel commentaar Planschade beperken of ongedaan maken met toepassing van artikel 6.1.3.4 Bro? Bestemmingsplannen moeten elke tien jaar worden geactualiseerd (art. 3.1 lid 1 Wro). 1 Dan zal voor vergelijkbare

Nadere informatie

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO In deze aflevering van de Nieuwsbrief de vierde episode van de serie planschadespecials. Als vaste planschadecommissie voor een groot aantal

Nadere informatie

Planschade en compensatie in natura

Planschade en compensatie in natura 0074 Land- en Tuinbouw Bulletin (LTB), oktober 2018, Afl. 10, LTB 2018/40 Door Mr. W.J.E. van der Werf 1 Planschade en compensatie in natura Wie schade lijdt als gevolg van planologische besluitvorming

Nadere informatie

Wat en hoe. druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland

Wat en hoe. druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland Wat en hoe PLANSCHADE druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland 2008 afdeling Bestuursondersteuning / COM-EJ-102008 2 11 Als de nieuwe wet en de twee procentregel van toepassing is op het voorbeeld dan

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-10-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201009255/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:10511

ECLI:NL:RBLIM:2016:10511 ECLI:NL:RBLIM:2016:10511 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 05-12-2016 Datum publicatie 09-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB - 11 _ 795u Omgevingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671 Uitspraak 201006127/1/H2 Datum van uitspraak: woensdag 9 februari 2011 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Borne Hoger beroep Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg'

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' ~Q~ ~"~ Gemeente Breda Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 43874] Aantal bijlagen: - 2 - Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' Voorgesteld

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

Purmerend, Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: U ontvangt hierbij voor de 2 e

Purmerend, Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: U ontvangt hierbij voor de 2 e Purmerend, Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: U ontvangt hierbij voor de 2 e maal een advies inzake de bezwaarschriften van de heer B.J.H. Brugge, De Goedemeent 15 en de

Nadere informatie

RISICOANALYSE PLANSCHADE in het kader van het bestemmingsplan ZUIDWEST KWADRANT

RISICOANALYSE PLANSCHADE in het kader van het bestemmingsplan ZUIDWEST KWADRANT RISICOANALYSE PLANSCHADE in het kader van het bestemmingsplan ZUIDWEST KWADRANT 21 september 2015 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING blz. 1 1.1 Aanleiding blz. 1 1.2 Leeswijzer blz. 1 2. BEPERKING VAN BOUW- EN

Nadere informatie

Wat en hoe PLANSCHADE

Wat en hoe PLANSCHADE Wat en hoe PLANSCHADE 1 2 Planschade In het kort komt planschade erop neer dat paticulieren en bedrijven die schade lijden door een verandering van een bestemmingsplan in bepaalde gevallen van de overheid

Nadere informatie

Raadsstuk. Vaststellen bestemmingsplan 'Bomenbuurt, le partiële herziening. Olmenstraat 22' vandaar dat er geen hyperlink mogelijk is).

Raadsstuk. Vaststellen bestemmingsplan 'Bomenbuurt, le partiële herziening. Olmenstraat 22' vandaar dat er geen hyperlink mogelijk is). Gemeente Haarlem Raadsstuk Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bomenbuurt, le partiële herziening. Olmenstraat 22' Nummer 2018/541161 Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 4.1 Duurzame

Nadere informatie

Planschaderisicoanalyse

Planschaderisicoanalyse Planschaderisicoanalyse Concept-bestemmingsplan Hoek Molenstraat Troelstralaan Gemeente Assen Opdrachtgever: BügelHajema Betreft: Planschaderisicoanalyse met betrekking tot het concept-bestemmingsplan

Nadere informatie

ACTUALITEITEN PLANSCHADERECHT

ACTUALITEITEN PLANSCHADERECHT ACTUALITEITEN PLANSCHADERECHT 1. Inleiding Het planschaderecht blijft steeds in ontwikkeling. In 2015 en het begin van dit jaar heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: Afdeling)

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1722

ECLI:NL:RVS:2014:1722 1 van 5 16-9-2014 16:37 ECLI:NL:RVS:2014:1722 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-05-2014 Datum publicatie 14-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden 201306176/1/R2 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Procedureregeling planschadevergoeding 2006 gemeente Helmond

Procedureregeling planschadevergoeding 2006 gemeente Helmond Procedureregeling planschadevergoeding 2006 gemeente Helmond Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond; overwegende dat een regeling getroffen dient te worden teneinde op zorgvuldige

Nadere informatie

Bijlage 1 - Aanvullend advies SAOZ Langestraat 37-39, W.F.K. Vermeulen (20 december 2013)

Bijlage 1 - Aanvullend advies SAOZ Langestraat 37-39, W.F.K. Vermeulen (20 december 2013) Bijlage 1 - Aanvullend advies SAOZ Langestraat 37-39, W.F.K. Vermeulen (20 december 2013) rh s A o z " ADVISEUR IN ONROERENDE ZAKEN Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel

Nadere informatie

Planschade risicoanalyse

Planschade risicoanalyse Planschade risicoanalyse Caravanhoff, Hemmerbuurt 138 te Hem September 2012-48-1 Batterijstraat 1 5396 NT Lithoijen (Oss) 0412 48 48 22 Pasmaat advies www.pasmaat.com 1. Aanleiding 1.1. Verzoek Initiatiefnemer

Nadere informatie

Beslissen op verzoek tegemoetkoming planschade Dijkstraat 1 te Lent

Beslissen op verzoek tegemoetkoming planschade Dijkstraat 1 te Lent Embargo tot vrijdag 29 september 2017 Onderwerp Beslissen op verzoek tegemoetkoming planschade Dijkstraat 1 te Lent Programma Stedelijke ontwikkeling BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting

Nadere informatie

Beslissen op verzoeken tegemoetkoming planschade eigenaren/ bewoners de Meeuwse Acker 12-33, 12-35, 12-37 en 12-43

Beslissen op verzoeken tegemoetkoming planschade eigenaren/ bewoners de Meeuwse Acker 12-33, 12-35, 12-37 en 12-43 Embargo tot vrijdag 6 maart 2015 Onderwerp Beslissen op verzoeken tegemoetkoming planschade eigenaren/ bewoners de Meeuwse Acker 12-33, 12-35, 12-37 en 12-43 Programma Stedelijke ontwikkeling BW-nummer

Nadere informatie

Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006

Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006 Agendapunt 15 2006 VOORSTELLEN Nr. 185 (1) Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006 Onderwerp: Beslissing op bezwaar afwijzing planschade Spiegheldreef 2 Aan de raad. Beslispunten 1. het bezwaarschrift

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Planschaderisicoanalyse

Planschaderisicoanalyse Planschaderisicoanalyse Nieuw agrarisch bouwperceel, Overleek t.o. 1d Monnickendam Figuur 1 Bron: Google Earth ~ 1 ~ Inhoud Inleiding... 3 Aanduiding van de onroerende zaken... 3 Peildatum:... 4 Opnamedatum:...

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201402066/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 22 april 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201402066/1/R3. Datum uitspraak: 22 april 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK de raad

Nadere informatie

Kennisgeving Nieuwsbrief van Kenniscentrum voor Overheid en Bestuur

Kennisgeving Nieuwsbrief van Kenniscentrum voor Overheid en Bestuur Kennisgeving Nieuwsbrief van Kenniscentrum voor Overheid en Bestuur Planschade: jurisprudentieoverzicht - juni 2012 Middels deze nieuwsbrief informeren wij u maandelijks over de afgelopen maand gewezen

Nadere informatie

2005. Nr. : 05.157. Planschadeverzoek de heer Van Groen. Leiden, 6 december 2005.

2005. Nr. : 05.157. Planschadeverzoek de heer Van Groen. Leiden, 6 december 2005. 2005. Nr. : 05.157. Dnst. : BOWO Planschadeverzoek de heer Van Groen. Leiden, 6 december 2005. Op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bestaat voor een belanghebbende die schade lijdt

Nadere informatie

Bijlagen Casus Nieuwediep

Bijlagen Casus Nieuwediep Bijlagen Casus Nieuwediep Gronden incidenteel hoger beroepen A A Roosien-Klok en L A Westers In uitspraken 15/1388 en 15/1389 heeft de Rechtbank ten onrechte niet onderkend dat de bezwaarcommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Gemeente Utrecht De heer O. van Schaick Postbus 16200 3500 CE UTRECHT. Onderwerp: planschaderisicoanalyse/ Catharijnesingel Noord

Gemeente Utrecht De heer O. van Schaick Postbus 16200 3500 CE UTRECHT. Onderwerp: planschaderisicoanalyse/ Catharijnesingel Noord Gemeente Utrecht De heer O. van Schaick Postbus 16200 3500 CE UTRECHT Onderwerp: planschaderisicoanalyse/ Catharijnesingel Noord Geachte heer Van Schaick, Hierbij ontvangt u een planschaderisicoanalyse

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van gemeente Bloemendaal t.a.v. dhr. J. Rozema Postbus AE Overveen. Oranjewoud, 6 november 2014

Burgemeester en wethouders van gemeente Bloemendaal t.a.v. dhr. J. Rozema Postbus AE Overveen. Oranjewoud, 6 november 2014 Burgemeester en wethouders van gemeente Bloemendaal t.a.v. dhr. J. Rozema Postbus 201 2050 AE Overveen Oranjewoud, 6 november 2014 Ons kenmerk : tapl.7325 Uw kenmerk : -- Onderwerp : Oude Kern, Bennebroek;

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

Procedureregeling planschadevergoeding Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vianen;

Procedureregeling planschadevergoeding Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vianen; Procedureregeling planschadevergoeding 2005 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vianen; gelet op de artikelen 49 en 49a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, besluit vast te stellen

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar planschade De Meeuwse Acker 20 06

Beslissing op bezwaar planschade De Meeuwse Acker 20 06 Embargo tot 17 mei 2016 Onderwerp Beslissing op bezwaar planschade De Meeuwse Acker 20 06 Programma Stedelijke ontwikkeling BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Op 1 december 2015 heeft

Nadere informatie

Nr JORI Houten, 23 mei 2000

Nr JORI Houten, 23 mei 2000 Nr. 2000-83-JORI Houten, 23 mei 2000 Aan de gemeenteraad Onderwerp Verzoek om planschadevergoeding van de heer P.J.M. Kamman en mevrouw E.H.W. Kamman- Croese op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AR 2017/318 H.J. de Vries annotatie in TBR 2017/45

AR 2017/318 H.J. de Vries annotatie in TBR 2017/45 ECLI:NL:RVS:2017:106 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604996/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:3801

ECLI:NL:RBMNE:2017:3801 ECLI:NL:RBMNE:2017:3801 Instantie Datum uitspraak 21-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Zaaknummer UTR 16/4472 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Omgevingsrecht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Aanbiedingsbrief. Aan de raad.

Aanbiedingsbrief. Aan de raad. Sector: Stad Kerkrade, 18 januari 2006. Aanbiedingsbrief Aan de raad. Nr. 05it00871. Hierbij bieden wij u ter overweging en beslissing een ontwerpbesluit, nr. 05Rb083, inzake toekenning planschadevergoeding

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1951

ECLI:NL:RVS:2013:1951 ECLI:NL:RVS:2013:1951 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304593/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Raadsnota. Aan de gemeenteraad,

Raadsnota. Aan de gemeenteraad, Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 23 april 2007 Agenda nr: 9 Onderwerp: planschadeclaim van de heer en mevrouw Tuinman, Emmabergweg 11, 6301 RD Valkenburg aan de Geul Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST REACTIENOTA ZIENSWIJZE(N) ONTWERPBESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST 1. INLEIDING 2. SAMENVATTING ZIENSWIJZEN + REACTIE 3. VOORSTEL 4. AMBTSHALVE WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3854

ECLI:NL:RVS:2014:3854 ECLI:NL:RVS:2014:3854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2014 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201401837/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Notitie Beoordeling zienswijzen aanvraag omgevingsvergunning Hupselse dwarsweg nabij voormalig nummer 2 in Eibergen

Notitie Beoordeling zienswijzen aanvraag omgevingsvergunning Hupselse dwarsweg nabij voormalig nummer 2 in Eibergen Notitie Beoordeling zienswijzen aanvraag omgevingsvergunning Hupselse dwarsweg nabij voormalig nummer 2 in Eibergen De zienswijzen zijn gericht tegen het ontwerpbesluit weigering omgevingsvergunning en

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Embargo tot 16 december

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Embargo tot 16 december Embargo tot 16 december Onderwerp Planschadeverzoek van dhr. R. de Pauw mede namens Papko B.V., Meijhorst 60-10 Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 Portefeuillehouder B. Velthuis

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Tiendweg 3

Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Tiendweg 3 Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Tiendweg 3 Team Ruimtelijke plannen Juli 2018 1 Nota van beantwoording zienswijzen Het ontwerp bestemmingsplan Tiendweg 3 heeft ter inzage gelegen van

Nadere informatie

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 5: TAXATIE, VOORDEELVERREKENING EN SCHADE ANDERSZINS VERZEKERD (SLOT)

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 5: TAXATIE, VOORDEELVERREKENING EN SCHADE ANDERSZINS VERZEKERD (SLOT) PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 5: TAXATIE, VOORDEELVERREKENING EN SCHADE ANDERSZINS VERZEKERD (SLOT) In deze Nieuwsbrief de laatste aflevering van onze serie van planschadespecials. Als vaste planschadecommissie

Nadere informatie

gericht tegen het besluit tot afwijzing van een verzoek om vergoeding van geleden planschade.

gericht tegen het besluit tot afwijzing van een verzoek om vergoeding van geleden planschade. Besluitvormende raadsvergadering: 16 september 2008 Portefeuillehouder: G.J.J. Burger AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2008/54 Datum : 26 augustus 2008 Onderwerp : Nemen van een beslissing op een bezwaarschrift

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland,

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland, Uitspraak 201205425/lIR4 gevonden via" Page 1 of5 Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED 201205425/1/R4 woensdag 13 februari 2013 de raad van de gemeente Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2003:AF4722

ECLI:NL:RVS:2003:AF4722 ECLI:NL:RVS:2003:AF4722 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2003 Datum publicatie 19-02-2003 Zaaknummer 200202248/1 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

*RV08.0376* Aan de gemeenteraad Agendapunt : 6.5/18122008 Documentnr.: RV08.0376. Roden, 11 december 2008

*RV08.0376* Aan de gemeenteraad Agendapunt : 6.5/18122008 Documentnr.: RV08.0376. Roden, 11 december 2008 Aan de gemeenteraad Agendapunt : 6.5/18122008 Documentnr.: RV08.0376 Roden, 11 december 2008 Onderwerp Bezwaarschrift van de heer D.F. Feenstra tegen de hoogte van een hem toegekende planschadevergoeding

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY7283

ECLI:NL:RVS:2012:BY7283 ECLI:NL:RVS:2012:BY7283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-12-2012 Datum publicatie 27-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201208291/1/R1 en 201208291/2/R1

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : P.J. Beers : Beleid en Projecten : M. Klazema Voorstel aan de raad Onderwerp Programma : Vaststelling "Partiële

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

Wet ruimtelijke ordening. Bouw, Ruimtelijke Ordening en Monumentenwet. ruimtelijke ordening

Wet ruimtelijke ordening. Bouw, Ruimtelijke Ordening en Monumentenwet. ruimtelijke ordening omzetdaling niet vaststaat, heeft de rechtbank eisers opgedragen om voor dit verband bewijs aan te leveren. Indien zij daarin slagen, zal behoudens een geslaagd rechtsmiddel aan de zijde van de Gemeente-

Nadere informatie

Planschade & nadeelcompensatie: actuele ontwikkelingen StAB 19 september 2017

Planschade & nadeelcompensatie: actuele ontwikkelingen StAB 19 september 2017 Planschade & nadeelcompensatie: actuele ontwikkelingen StAB 19 september 2017 Berthy van den Broek g.m.vandenbroek@uu.nl Onderwerpen 1. (G)één uniforme nadeelcompensatieregeling op basis van het égalitébeginsel?

Nadere informatie

Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst Eerste lid

Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst Eerste lid Toelichting bij de Procedureregeling planschadevergoeding 2005 Algemene toelichting Op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) heeft een belanghebbende de mogelijkheid om van de

Nadere informatie

Bestemmingsplan Wooldrik-Hogeland Zuid - herziening 2 Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen

Bestemmingsplan Wooldrik-Hogeland Zuid - herziening 2 Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Wooldrik-Hogeland Zuid - herziening 2 Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen [geanonimiseerde versie op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens] Gemeente Enschede Dienst Stedelijke

Nadere informatie

Uitspraak /1/R6

Uitspraak /1/R6 Uitspraak 201309151/1/R6 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 12 februari 2014 TEGEN de raad van de gemeente Lelystad PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. gebied Zijtak Portefeuillehouder: J.

Nadere informatie

Het plangebied omvat het centrumgebied van Hendrik-Ido-Ambacht. Het centrumgebied bestaat uit de buurten: 1. Dorp; 2. Oostendam en 3. Kruiswiel.

Het plangebied omvat het centrumgebied van Hendrik-Ido-Ambacht. Het centrumgebied bestaat uit de buurten: 1. Dorp; 2. Oostendam en 3. Kruiswiel. Vastgesteld bestemmingsplan Centrum. Burgemeester en wethouders van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht maken op grond van het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2015/ Ontwerp t.b.v. terinzageligging Vaststelling bestemmingsplan Zwanenburg 1 e herziening

Raadsvoorstel 2015/ Ontwerp t.b.v. terinzageligging Vaststelling bestemmingsplan Zwanenburg 1 e herziening Onderwerp Raadsvoorstel 2015/ Ontwerp t.b.v. terinzageligging Vaststelling bestemmingsplan Zwanenburg 1 e herziening Portefeuillehouder Collegevergadering Raadsvergadering Adam Elzakalai Steller Jolanda

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Commissie voor de bezwaarschriften

Commissie voor de bezwaarschriften Commissie voor de bezwaarschriften Het college van burgemeester en wethouders van Ede kenmerk bezwaarschrift datum registratienummer behandeld door Doorkiesnummer E-mail bezwaarschrift 07-08-2015 823293

Nadere informatie

LRGD Symposium donderdag 26 november 2015

LRGD Symposium donderdag 26 november 2015 LRGD Symposium donderdag 26 november 2015 De deskundige in (toekomst)perspectief: uitwisseling gewenst. Mr. J.H.J. van Erk De deskundige bij planschade en nadeelcompensatie Advisering door een deskundige

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 2 oktober 2015 in de zaken tussen

uitspraak van de meervoudige kamer van 2 oktober 2015 in de zaken tussen uitspraak RECHTBANK NOORD-HOLLAND Zittingsplaats Haarlem Bestuursrecht zaaknummers: HAA 11/6726 en 12/85 uitspraak van de meervoudige kamer van 2 oktober 2015 in de zaken tussen [ ], te [.], eiser, en

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 11 juni 2014 TEGEN de raad van de gemeente Breda PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHT

Uitspraak /1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 11 juni 2014 TEGEN de raad van de gemeente Breda PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHT Uitspraak 201307622/1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 11 juni 2014 TEGEN de raad van de gemeente Breda PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

DESKUNDIGENADVIES. Ondergetekende:

DESKUNDIGENADVIES. Ondergetekende: 1380.64-D3/gbr/i DESKUNDIGENADVIES Ondergetekende: ing. J.P.A.M. Broekmans RT RMT, registermakelaar-taxateur, verbonden aan Gloudemans, gevestigd Hintham 117c, 5246 AE Rosmalen, Postbus 455, 5240 AL Rosmalen

Nadere informatie

PROCEDUREREGELING PLANSCHADEVERGOEDING ARTIKEL 49 WRO 2005 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

PROCEDUREREGELING PLANSCHADEVERGOEDING ARTIKEL 49 WRO 2005 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSO/2005.3396 RIS133161_24-NOV-2005 PROCEDUREREGELING PLANSCHADEVERGOEDING ARTIKEL 49 WRO 2005 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, - gezien de ledenbrief van de Vereniging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2015:5301

ECLI:NL:RBGEL:2015:5301 ECLI:NL:RBGEL:2015:5301 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 18082015 Datum publicatie 19082015 Zaaknummer AWB 14 _ 7236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht Bodemzaak

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen: Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1897

ECLI:NL:RVS:2017:1897 ECLI:NL:RVS:2017:1897 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604650/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Erwin Talpe

Erwin Talpe Raadsvoorstel Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email Erwin Talpe 06-10937210 erwintalpe@hotmail.com agendapunt kenmerk datum raadsvergadering portefeuillehouder 23 juni 2016 onderwerp Initiatiefvoorstel

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluitnota

Raadsvoorstel en besluitnota 2016/196342 Raadsvoorstel en besluitnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening Landelijk gebied Assendelft' Gevraagd besluit 1. Het bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening

Nadere informatie

Geregistreerd partnerschap. Planschade

Geregistreerd partnerschap. Planschade Geregistreerd partnerschap Planschade Planschade Deze folder gaat over planschade. U krijgt antwoord op vragen zoals: 1. Wat is planschade? 2. In welke gevallen kan ik aanspraak maken op een tegemoetkoming?

Nadere informatie

Mr. T.A.P. Langhout Schadeconsultant, beëdigd rentmeester NVR, ingeschreven in het Register Deskundigen Onteigening en Bestuursrechtelijke Schadevergoeding (DOBS) en Register-Taxateur RT. Inleiding Wat

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum 1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum Huizen bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0406.BPHWC2011H01-VG01 03-04-2014 ontwerp 26-06-2014 vastgesteld projectnummer:

Nadere informatie

Procedureverordening tegemoetkoming in planschade gemeente Tiel

Procedureverordening tegemoetkoming in planschade gemeente Tiel Nr. 5a, afdeling SO De raad van de gemeente Tiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op hoofdstuk 6, afdeling 6.1 'Tegemoetkoming in schade', Wet ruimtelijke ordening (Wro); gelet

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Bchandelend ambtenaar Y.A. Neijssel

Afdeling bestuursrechtspraak. Bchandelend ambtenaar Y.A. Neijssel vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Gemeente Maasdrief_ mrrnr. ^ C ^ U Dep: Raad van de gemeente Maasdriel Postbus 10000 5330 GA KERKDRIEL Kopie: 10 JULI 20ft awe^ngj^ Datum 9 juli 2014 Ons nummer 201311415/1/R2

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK i 201307056/1/R3. Datum uitspraak: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vennootschap onder firma A2 Catering en Organisatie, gevestigd te Waalre, waarvan de vennoten zijn

Nadere informatie

Bij besluit van 26 januari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2009, reparatieplan (BP1065)" vastgesteld.

Bij besluit van 26 januari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan Buitengebied herziening 2009, reparatieplan (BP1065) vastgesteld. Uitspraak 201203858/1/R2 gevonden via 'http://www.raadvanstate.nl... http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/actuele_uitspraken/hoofdzake.. Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT

Nadere informatie

AANVRAAG OM TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE

AANVRAAG OM TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE Bezoekadres Osdorpplein 1000 1068 TG Amsterdam Postbus 90460 1006 BL Amsterdam Telefoon 020 518 0800 Fax 020 619 9426 www.osdorp.amsterdam.nl AANVRAAG OM TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE In te vullen door

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie