Beslissen op verzoek tegemoetkoming planschade Dijkstraat 1 te Lent

Transcriptie

1 Embargo tot vrijdag 29 september 2017 Onderwerp Beslissen op verzoek tegemoetkoming planschade Dijkstraat 1 te Lent Programma Stedelijke ontwikkeling BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting In november 2016 diende Agrivesta Joosten namens de heer en mevrouw Disveld een aanvraag in om tegemoetkoming in planschade in verband met de waardevermindering van hun woning Dijkstraat 1 te Lent. Dit als gevolg van de verleende omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit Buitengebied Dorp Lent Deze vergunning maakt het mogelijk om in de nabijheid van het perceel van aanvragers een hulpwarmtecentrale op te richten. Adviesbureau Tog Nederland Zuid b.v. heeft de zaak onderzocht en adviseert tot het toekennen van een bedrag van 3.900,- (te verhogen met de wettelijke rente vanaf de dag van ontvangst van de aanvraag). Het onderzoek is op deugdelijke wijze tot stand gekomen. Er is geen reden om van het advies af te wijken. Ter besluitvorming door het college 1. Het advies d.d. 1 september 2017 van Tog Nederland Zuid b.v. over het verzoek om een tegemoetkoming in planschade betreffende Dijkstraat 1 over te nemen. 2. Aan de heer B.Th.M. Disveld en mevrouw I.Th.M. Disveld-van der Lienden toe te kennen een tegemoetkoming in planschade van 3.900,-. 3. Over voornoemd bedrag te vergoeden de wettelijke rente vanaf moment van indienen van de aanvraag tot de dag van uitbetalen (± 80,-). 4. Aan de heer B.Th.M. Disveld en mevrouw I.Th.M. Disveld-van der Lienden het recht van 300,- terug te betalen. 5. Het verzoek om een vergoeding van de kosten voor rechtskundige en deskundige bijstand af te wijzen. 6. De brief aan Agrivesta Joosten vast te stellen Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. PK30, Trudy Kaal, 2975 Datum ambtelijk voorstel 13 september 2017 Registratienummer Steller Trudy Kaal Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 26 september 2017 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 4.7 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder

2 1 Probleemstelling Agrivesta Joosten verzoekt in november 2016 namens de heer B.Th.M. Disveld en mevrouw I.Th.M. Disveld-van der Lienden om een tegemoetkoming in planschade wegens een waardevermindering van hun woning Dijkstraat 1 te Lent. De aanvraag is gedaan naar aanleiding van de op 14 juli 2014 verleende omgevingsvergunning met projectafwijkingsbesluit Buitengebied Dorp Lent - 37 (Hulpwarmtecentrale, Dijkstraat ongenummerd). Deze vergunning maakt het mogelijk om, op de gronden ten zuidoosten van het perceel van aanvragers, een hulpwarmtecentrale op te richten. Aanvragers stellen dat de inwerkingtreding van de vergunning een waardevermindering van de woning Dijkstraat 1 tot gevolg heeft (met name door een aantasting aanzicht omgeving, afname van uitzicht, toename van gevaar en geluids- en verkeersoverlast). De hoogte van de gevraagde tegemoetkoming bedraagt ,-. Ook wordt gevraagd om een vergoeding van de kosten voor rechtskundige en deskundige bijstand. 2 Juridische aspecten De aanvraag wordt onder andere getoetst aan artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna te noemen Wro). Verder is van toepassing de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Nijmegen De aanvraag voldoet aan de voorwaarden om in behandeling te kunnen nemen. Eén van de voorwaarden is dat de aanvraag wordt ingediend binnen 5 jaar nadat het schadeveroorzakende besluit onherroepelijk is geworden. De omgevingsvergunning is op 29 augustus 2014 in werking getreden én onherroepelijk geworden. Verder is door aanvragers het recht ad 300,- betaald om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen. Dit bedrag moet worden terugbetaald als op de aanvraag geheel of ten dele positief wordt beslist. Als op voorhand duidelijk is dat er geen sprake is van planschade, kan het verzoek zonder nader advies afgewezen worden. In alle overige gevallen dient aan een extern en onafhankelijk adviseur advies gevraagd te worden. In de onderhavige situatie is Tog Nederland Zuid b.v. (hierna te noemen Tog) om advies gevraagd. Tog heeft de aanvraag vervolgens beoordeeld op basis van hetgeen is bepaald in onze procedureverordening. Bij de totstandkoming van de omgevingsvergunning is geen planschadeovereenkomst gesloten. Het risico komt volledig voor rekening van de gemeente. Er hoefde dan ook geen derde belanghebbende in de zin van artikel 6.4a Wro te worden betrokken in het adviseringsproces. Artikel 6.2 Wro bepaalt dat in ieder geval een gedeelte gelijk aan twee procent van de waarde van de onroerende zaak voor rekening van de aanvrager blijft (het zogenaamd normaal maatschappelijk risico). 3 Doelstelling Het nemen van een besluit over het verzoek om een tegemoetkoming in planschade. 4 Argumenten Adviesbureau Tog heeft op 1 september 2017 het definitieve advies uitgebracht en komt, kort samengevat, tot de volgende conclusies.

3 2 Op de gronden waarop de planologische wijziging ziet, zijn twee bestemmingsplannen van toepassing: het bestemmingsplannen Buitengebied Dorp Lent (agrarische doeleinden) en het bestemmingsplan Stadsas Noord (verkeersdoeleinden). Deze bestemmingsplannen blijven ondanks de verleende omgevingsvergunning ter plaatse van het plangebied vigeren. Beoordeeld moet worden of zich voor aanvragers een planologische verslechtering heeft voorgedaan. Daarbij is niet de feitelijke situatie van belang, maar wat op grond van de planologische maatregelen maximaal kon en kan worden gerealiseerd. Tog constateert dat de planologische wijziging leidt tot een wijziging van het toegestane gebruik en tot een verruiming van de bouwmogelijkheden. Met name de volgende factoren kunnen in het onderhavige geval tot een nadeliger planologische situatie leiden: beperking van het uitzicht, beperking van de privacy, toename schaduw/verlies aan (zon)licht, toename verkeersintensiteit, toename van overlast/hinder en een mogelijke verslechtering van de situeringswaarde. De woning Dijkstraat 1 is planologisch gezien een bedrijfswoning en bij het bepalen van eventuele schade is hier dan ook rekening mee gehouden. Voor wat betreft de aspecten uitzicht en privacy is er sprake van een zeer beperkt planologisch nadeliger positie. Voor het aspect (zon)lichttoetreding/schaduwwerking komen aanvragers niet of nauwelijks in een planologisch nadeliger positie te verkeren. Slechts in zeer geringe mate is er sprake van een toename van de verkeersintensiteit. Het proces dat plaatsvindt in de hulpwarmtecentrale zal in ruime mate overlast voor aanvragers met zich meebrengen: er zal een toename van de stank- en stofhinder en een verslechtering van de luchtkwaliteit worden ervaren. Ook zal er sprake zijn van een toename van geluidsoverlast (proces en vrachtverkeer). De situeringswaarde van de woning van aanvragers verslechtert. De toevoeging van de functie van de centrale kan niet geheel als passend binnen de omgeving worden beschouwd. De bebouwingsvorm van de centrale is bovendien afwijkend van de omgeving. De waarde van de woning van aanvragers, direct vóór de inwerkingtreding van de verleende omgevingsvergunning (de peildatum), is getaxeerd op ,-. Na de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan wordt de waarde getaxeerd op ,-. Er is dus sprake van een waardedaling (schade) van 8.000,-. De omvang van de schade, zijnde 3,9% van de waarde van de woning, is te bestempelen als lichte tot middelzware schade. Tot slot heeft Tog het normaal maatschappelijk risico beoordeeld. De wettelijke basis hiervoor is te vinden in artikel 6.2 Wro. Uit de jurisprudentie volgt dat op grond van het eerste lid van dit artikel primair moet worden beoordeeld of de schade geheel of gedeeltelijk voor rekening van de aanvrager moet blijven. Hierbij moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het geval (is het een normale maatschappelijke ontwikkeling, lag het in de lijn der verwachtingen ook al bestond geen concreet zicht op de omvang waarin, de plaats waar en het moment waarop de ontwikkeling zich zou voordoen). Het tweede lid van het artikel bepaalt dat in ieder geval twee procent (drempel) van de waarde van de onroerende zaak per peildatum voor rekening van de aanvrager blijft. Dat is in dit geval 4.100,-. In de onderhavige situatie acht Tog geen bijzondere omstandigheden aanwezig die nopen tot afwijking van een normaal maatschappelijk risico van 2%. Hierover zegt Tog het volgende.

4 3 De mogelijkheid tot het oprichten van een hulpwarmtecentrale op voormalige agrarische gronden kan niet direct beschouwd worden als een normale maatschappelijke ontwikkeling. Verder is de ontwikkeling qua aard en omvang in afwijking van de ruimtelijke structuur. De nieuwe bebouwing kan ook niet als passend binnen de heersende omgevingskarakteristiek worden beschouwd. Verder is niet gebleken dat er gemeentelijk beleid voorhanden is op grond waarvan de onderhavige planologische wijziging in de lijn der verwachtingen geplaatst kan worden. Tot slot is het zo dat de ontwikkeling op betrekkelijk korte afstand tot de woning van aanvragers plaatsvindt. Het voorgaande betekent dat er een bedrag van 3.900,- voor vergoeding in aanmerking komt ( 8.000,- (schadebedrag) minus 4.100,- (normaal maatschappelijk risico2%)). Van voorzienbaarheid aan de zijde van aanvragers is Tog niet gebleken. Verder is er in het onderhavige geval geen aanwijzing dat de schade anderszins is verzekerd. Het onderzoek door Tog is op deugdelijke wijze tot stand gekomen. Er is geen reden om van het advies af te wijken. Het verzoek om een vergoeding van de kosten voor rechtskundige en deskundige bijstand, dient te worden afgewezen. Het betreft hier kosten die zijn gemaakt in verband met het indienen van de aanvraag. Hoofdregel (jurisprudentie) is dat kosten van rechtsbijstand en andere deskundige bijstand in die fase niet worden vergoed. 5 Klimaat De klimaatparagraaf is niet van toepassing op dit voorstel. 6 Financiën De uit te keren tegemoetkoming in planschade bedraagt 3.900,-. Dit bedrag moet worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag (7 november 2016) en de dag van uitbetaling (± 80,-). Tot slot rest de terugbetaling van het recht van 300,- Omdat er geen planschadeovereenkomst is gesloten, kan de uit te keren vergoeding niet worden verhaald op een derde belanghebbende. Het totaal uit te betalen bedrag komt normaliter ten laste van de post onvoorzien. Deze post is voor 2017 al in zijn geheel ingezet. Het verschuldigde bedrag komt daarom ten laste van het programma Stedelijke Ontwikkeling. In de Nota Slotwijzigingen 2017 zal hier melding van worden gemaakt. 7 Participatie en Communicatie Agrivesta Joosten wordt in kennis gesteld van de beslissing conform bijgevoegde brief. Hierbij wordt het definitieve planschadeadvies van Tog gevoegd. Dit besluit dient pas na enkele dagen na besluitdatum openbaar te worden gemaakt gelet op artikel 10 lid 2 onder f van de Wet openbaarheid van bestuur (het belang van geadresseerde om als eerste kennis te kunnen nemen van het besluit). 8 Uitvoering en evaluatie Het besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep.

5 4 9 Risico Er zijn geen risico s aan dit voorstel verbonden. Bijlage(n): Ter inzage: brief aan Agrivesta Joosten aanvraag definitief advies Tog