DWANG BEDWINGEN EN KLEINSCHALIGHEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DWANG BEDWINGEN EN KLEINSCHALIGHEID"

Transcriptie

1 DWANG BEDWINGEN EN KLEINSCHALIGHEID Over het terugdringen van separaties door het aanbieden van kleinschalige zorg Marielle Heijne ( ) Universiteit van Amsterdam Werkstuk Klinische Psychologie UvA Supervisor: A.M.M. Kolk

2 INHOUD Samenvatting 2 1. Inleiding 3 2. Methode Proefpersonen Materialen Separaties Privacy en veiligheid Aanwezigheid van symptomen Beoordeling van het verblijf op de afdeling Procedure Data analyse Resultaten Algemeen Separaties Privacy en veiligheid Aanwezigheid van symptomen Beoordeling van het verblijf op de afdeling Discussie 20 Referenties 24 Bijlage I - BPRS 26 Bijlage II REHAB 28 Bijlage III CGI 32 Bijlage IV KWAZOP 33 Bijlage V Vragenlijst voor het personeel 43 1

3 SAMENVATTING Achtergrond Het terugdringen van separaties is een veelbesproken onderwerp in de psychiatrie. In deze studie werd onderzocht of kleinschaligheid invloed heeft op de duur en frequentie van separaties. Hiernaast werd onderzocht of gevoelens van privacy en veiligheid op een kleinschalige afdeling groter zijn dan op een grootschalige afdeling. Tot slot werd ook gekeken of patiënten een positievere beoordeling geven over hun verblijf en aanwezigheid van de symptomen meer afneemt bij kleinschaligheid. Methode De gesloten psychiatrische opname afdeling van het AMC is na een verhuizing naar een nieuw gebouw de zorg kleinschaliger gaan aanbieden. In plaats van één afdeling van tien bedden in het oude gebouw zijn er in het nieuwe gebouw twee units met elk zes bedden. Voor dit onderzoek zijn gegevens verzameld in twee periodes van een aantal maanden, één vóór de verhuizing en één ná de verhuizing. Van 100 patiënten die tijdens de meetperiodes op de afdeling waren zijn zowel bij opname als ontslag gegevens verzameld over de aanwezigheid van symptomen. Daarnaast is tijdens de opname bijgehouden hoeveel zij werden gesepareerd. Aan het einde van de opname hebben patiënten in een interview kunnen aangeven hoe zij hun verblijf op de afdeling op diverse aspecten hebben beoordeeld. Resultaten Volgens de resultaten is het aantal en de duur van separaties in het nieuwe gebouw niet anders dan in het oude gebouw. Personeel denkt dat privacy en veiligheid beter is in het nieuwe gebouw, maar dit blijkt niet uit de antwoorden van de patiënten. Patiënten in het nieuwe gebouw geven ook geen betere beoordeling van hun verblijf dan patiënten in het oude gebouw. Tot slot is er ook geen verschil in de afname van aanwezigheid van de symptomen. Conclusie Het beoogde effect van kleinschaligheid is niet bereikt, wat betekent dat het AMC meer maatregelen zal moeten treffen om het aantal separaties terug te dringen. 2

4 1. INLEIDING In de samenleving worden met regelmaat twijfels over de psychiatrische zorg geuit. Een terugkerende discussie gaat over het separeren van patiënten op gesloten opnameafdelingen. De maatschappelijke bezorgdheid is groot. Is het nu wel of niet noodzakelijk en hoe zorgen we ervoor dat deze maatregel minder vaak wordt toegepast? In juni 2006 is GGZ Nederland gestart met het landelijke project Dwang en Drang: Het terugdringen van separaties en vrijheidsbeperkende maatregelen in de GGZ in Nederland. Vijfendertig instellingen willen met behulp van een eigen project het aantal separaties verminderen met minimaal 10 procent. De gesloten psychiatrische opnameafdeling van het AMC heeft een verhuizing naar een geheel nieuw gebouw aangegrepen om de zorg op de gesloten afdeling kleinschaliger aan te bieden met als doel het terugdringen van separaties. Separatie kan worden toegepast vanwege therapeutische of beschermende afwegingen (Spijker et al., 2005; Lendemeijer, 1999). Patiënten worden in een prikkelarme omgeving opgesloten om rustiger te worden of om agressie tegen zichzelf of een ander te voorkomen. Het kan gebeuren op verzoek van de patiënt, maar meestal gaat het gedwongen. In 1994 werd de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (wet BOPZ, Ministerie van VWS, 2009) aangenomen om dwang binnen de geestelijke gezondheidszorg te reguleren. Gesteld wordt dat er grote terughoudendheid moet zijn bij de toepassing van drang en dwang in de hulpverlening. De nadruk moet worden gelegd op de bescherming van de autonomie en het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt. Een gedwongen opname betekent bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend dat er ook gesepareerd mag worden. Pas op het moment dat de patiënt een gevaar voor zichzelf of anderen vormt, kan separatie tegen de wil van de patiënt worden toegepast. Separatie kan plaatsvinden als dwangbehandeling wanneer deze interventie is opgenomen in het behandelingsplan, maar ook zonder vermelding in het behandelingsplan kan separatie in een acute noodsituatie worden toegepast als zogenaamde middel of maatregel. De meningen over het (therapeutisch) effect van separeren zijn verdeeld. Volgens een literatuurstudie van Fisher (1994) is het inderdaad zo dat separatie verwonding kan voorkomen en agitatie kan verminderen. Sailas en Fenton (2003) stellen daarentegen dat de methodologische kwaliteit van onderzoek op dit terrein onvoldoende is om zinvolle 3

5 uitspraken te kunnen doen over het nut van separatie. Of separatie nu wel of niet werkt neemt niet weg dat de toepassing ervan aanzienlijke psychische schade teweeg kan brengen bij zowel patiënten als personeel. Hoewel er patiënten zijn die separatie als positief ervaren en menen dat het rust en bescherming biedt (Stolker, Nijman, & Zwanikken, 2004; Palazzolo, 2004), wordt deze interventie meestal negatief beoordeeld en vaak zelfs als een traumatische gebeurtenis ervaren. Separatie blijkt in de meeste gevallen gepaard te gaan met veel angst, gebrek aan contact en verlies van controle (van de Graaf, 2004; Palazzolo, 2004). Er is meestal veel boosheid over het gevoel opgesloten te worden, onbegrip over de redenen voor separatie en onmacht om de situatie te wijzigen. Het zal dan ook niet verbazen dat de subjectieve beleving van een dwangopname bij patiënten vooral wordt bepaald door tijdens de opname toegepaste aanvullende maatregelen, zoals separatie (Dijkman et al, 2006). Elke separatie moet gemeld worden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), maar omdat dit niet altijd gebeurd is het lastig vast te stellen hoe vaak er daadwerkelijk wordt gesepareerd. Janssen, Noorthoorn, de Vries, Hutschemaekers en Lendemeijer (2008, 2009) hebben geprobeerd een schatting te maken van het aantal separaties in 2002 en Er wordt geschat dat in 2008 tussen de en separaties plaatsvonden bij ongeveer 5300 patiënten. Ten opzichte van 2002 betekent dit een daling van 20%. In het onderzoek is ook een vergelijking gemaakt met andere landen en hieruit blijkt dat separatie in Nederland relatief vaak voorkomt. Naar aanleiding van signalen dat patiënten bij opname onnodig gesepareerd worden heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzoek gedaan bij veertig opnameafdelingen van psychiatrische zorginstellingen (van der Wal, 2008). Onderzocht werd in hoeverre de zorg bij binnenkomst is toegesneden op de individuele hulpbehoefte van de patiënt en of het separeren op de dag van opname actief wordt geprobeerd te voorkomen. Het blijkt dat bij een derde van de instellingen een verhoogd risico op onnodige separatie bestaat, waarbij sprake kan zijn van gezondheidsschade en het inboeten aan kwaliteit van leven. Uit bovenstaande gegevens over het aantal separaties en de impact die het op patiënten heeft, blijkt hoe belangrijk het is om inzicht te hebben in mogelijkheden om de toepassing van deze maatregel te verminderen. In de literatuur zijn geen onderzoeken gevonden die specifiek betrekking hebben op de invloed van kleinschaligheid, maar uit het onderzoek van Ng, Kumar, Ranclaud en Robinson (2001) blijkt dat een groter aantal patiënten op de afdeling en gebrek aan privacy of mogelijkheden om je terug te trekken worden geassocieerd met een grotere kans op agressie-incidenten en mogelijk dwangmaatregelen. Wanneer meer agressie- 4

6 incidenten plaatsvinden, is de kans groter dat er meer gesepareerd moet worden om agressie tegen zichzelf of anderen te voorkomen. Daarnaast blijkt het ook zo te zijn dat de personeel/patiënt ratio van invloed is (Cadeyrom, Elsom, & Happell, 2007). Wanneer het aantal werknemers in verhouding stijgt, is men beter in staat om gepaste zorg te leveren en is de omgeving veiliger voor zowel personeel als patiënt. Op de gesloten psychiatrische afdeling van het AMC is sinds de verhuizing het aantal patiënten per afdeling kleiner geworden. In plaats van één afdeling van tien bedden zijn er nu twee units met elk zes bedden. Verwacht wordt dat het aantal separaties met minimaal 10% afneemt en dat er ook een afname in de duur van de separaties zal zijn. In deze studie zal worden onderzocht of er inderdaad sprake is van een afname in duur en frequentie van het aantal separaties. Voor bovenstaande verandering is gekozen vanwege de veronderstelling dat kleinschaligheid bijdraagt aan meer privacy en veiligheid waardoor patiënten meer tot rust kunnen komen. Vanwege deze veronderstelling wordt ook onderzocht of het daadwerkelijk zo is dat patiënten en personeel deze aspecten op een kleinschalige afdeling als beter ervaren. Gezien het eerder beschreven negatieve effect van separeren zou verondersteld kunnen worden dat een toename van privacy en veiligheid, en een afname van separatie een positieve invloed kan hebben op de gehele opname. De beleving van een dwangopname wordt bij patiënten namelijk vooral bepaald door tijdens toegepaste aanvullende maatregelen, zoals separatie (Dijkman et al, 2006). Met de keuze voor twee kleinere opname-units wordt door het AMC ook beoogd het afdelingsklimaat te verbeteren, waardoor patiënten, familie en medewerkers het verblijf op de afdeling wellicht hoger waarderen. Dit zou vervolgens ook het genezingsproces ten goede kunnen komen. Daarom wordt in dit onderzoek ook onderzocht of patiënten die verblijven op een kleinschalige afdeling hun opname positiever beoordelen en of zij beter genezen ten opzichte van patiënten die op een grootschalige afdeling verblijven. 5

7 Vraagstellingen en hypotheses De belangrijkste vraag waarop dit onderzoek antwoord wil geven luidt daarom als volgt: Is bij kleinschaligheid sprake van een afname in duur en frequentie van separaties? Dit zal worden getoetst aan de hand van de volgende hypothese: Hypothese 1: Op een kleinschalige afdeling is sprake van minder en kortere separaties dan op een grootschalige afdeling. De tweede vraag is: Ervaren patiënten en personeel meer privacy en veiligheid bij kleinschaligheid? Deze vraag wordt opgedeeld in de volgende twee hypotheses: Hypothese 2: Patiënten ervaren op een kleinschalige afdeling meer privacy en veiligheid dan op een grootschalige afdeling. Hypothese 3: Personeel ervaart op een kleinschalige afdeling meer privacy en veiligheid dan op een grootschalige afdeling. De derde vraag is: Geven patiënten een positievere beoordeling over hun verblijf op de afdeling en neemt de aanwezigheid van symptomen meer af bij kleinschaligheid? Hieruit voort vloeien twee hypotheses: Hypothese 4: De aanwezigheid van symptomen is na een opname op een kleinschalige afdeling meer afgenomen dan na een opname op een grootschalige afdeling. Hypothese 5: Patiënten beoordelen hun verblijf op een kleinschalige afdeling positiever dan op een grootschalige afdeling. Om de hypotheses te kunnen toetsen zijn gegevens verzameld tijdens een periode van drie maanden vóór de verhuizing en een periode van vier maanden ná de verhuizing. In figuur 1.1 is in een tijdschema van de aanpak van het onderzoek weergegeven. 6

8 Figuur 1.1 Aanpak van het onderzoek Periode 1 Verhuizing Periode 2 Meting personeel 15 januari 15 april 2007 Mei februari -1 juni 2008 Oktober afdeling met 10 bedden 2 units met elk 6 bedden 3 verpleegkundigen 4 verpleegkundigen Patiënten N=46 Patiënten N=54 Personeel N=25 Variabelen en meetinstrumenten Separaties Separaties -Verpleegkundige rapportages -Verpleegkundige rapportages Privacy en veiligheid Privacy en veiligheid Privacy en veiligheid -KWAZOP bij ontslag -KWAZOP bij ontslag -vragenlijst personeel Aanwezigheid van symptomen Aanwezigheid van symptomen -BPRS bij opname en BPRS bij ontslag -BPRS bij opname en BPRS bij ontslag -REHAB bij opname en REHAB bij ontslag -REHAB bij opname en REHAB bij ontslag -CGI bij opname en ontslag -CGI bij opname en ontslag -GAF-score bij opname en ontslag -GAF-score bij opname en ontslag Beoordeling opname Beoordeling opname -KWAZOP bij ontslag -KWAZOP bij ontslag 7

9 2. METHODE 2.1 Proefpersonen De proefpersonen die aan dit onderzoek meedoen zijn patiënten die opgenomen zijn geweest op de gesloten afdeling van het AMC. Zij werden proefpersoon op het moment dat zij op de afdeling werden geplaatst. Er is geen sprake van exclusie. In de eerste periode zijn er 46 opnames geweest en in de tweede periode 54. In totaal levert dit 100 cases op, maar dit zijn niet allemaal verschillende personen, omdat negen patiënten tijdens de meetperiodes meerdere keren zijn opgenomen. De gemiddelde leeftijd van de proefpersonen in de eerste periode is 34 jaar en in de tweede periode 39 jaar. In de eerste periode is 54% man en 46% vrouw, in de tweede periode is 50% man en 50% vrouw (zie tabel 3.1). Proefpersonen zijn op volgorde van binnenkomst genummerd, zodat gegevens en naam losgekoppeld konden worden. Aan het einde van de opname is aan de patiënten gevraagd of zij mee willen werken aan het interview van de KWAZOP (Nijssen, 2000). Naast de patiënten is er nog een andere groep proefpersonen, namelijk de personeelsleden die werkzaam zijn op de gesloten afdeling van het AMC. Van de 25 medewerkers behoren 6 personen tot de medische discipline (arts, psychiater), 15 personen tot de verpleegkundige discipline en 4 personen tot een van de overige disciplines (ergotherapeut of geestelijk verzorger). 2.2 Materialen Separaties Gegevens over de duur en het aantal separaties zijn verzameld met behulp van verpleegkundige rapportages die tijdens de meetperiodes zijn gemaakt. Alle separaties moeten gemeld worden in deze rapportages. Met duur wordt bedoeld het aantal aaneensluitende dagen waarop een patiënt in een separeercel heeft gezeten, ongeacht het aantal uur en het aantal onderbrekingen. Onder frequentie wordt verstaan het aantal keren dat er een patiënt is gesepareerd. Wanneer een patiënt meerdere dagen aaneensluitend is gesepareerd wordt dit als één separatie geteld Privacy en veiligheid Om te bepalen in hoeverre patiënten privacy en veiligheid ervaren wordt een deel van de KWAZOP (kwaliteit van zorg op gesloten psychiatrische opnameafdelingen) gebruikt 8

10 (Nijssen, 2000). Dit meetinstrument is ontworpen om de kwaliteit van de zorg op gesloten psychiatrische opnameafdelingen vast te stellen en bestaat uit drie onderdelen: een interview voor de patiënten, een vragenlijst voor de behandelaar en een vragenlijst voor de verpleegkundige. Voor dit onderzoek is alleen het patiëntendeel relevant. Hierin zijn 50 vragen opgenomen als bood uw slaapkamer voldoende privacy? en nam de arts uw vragen serieus?. Er zijn drie verschillende antwoordcategorieën met elk vier opties: (a) 1. onvoldoende, 2. niet echt (on)voldoende, 3. voldoende. (b) 1. (bijna) nooit / zelden, 2. soms niet / soms wel, 3. meestal wel / (bijna) altijd (c) 1. nee, 2. niet echt nee / niet echt ja, 3. ja. Daarnaast is het mogelijk om met niet van toepassing te antwoorden. Op basis van een factoranalyse werden de vragen ingedeeld in vier kernsubschalen, te weten: (medische) behandeling, verpleegkundige zorg, betrouwbaarheid/veiligheid en privacy/vrijheid (Nijssen, 2000). Daarnaast zijn er twee facultatieve subschalen: toepassing van dwangmaatregelen en betrokkenheid van familie/vrienden/partner. Voor de toetsing van de hypothese over privacy en veiligheid zijn alleen de schalen betrouwbaarheid/veiligheid en privacy/vrijheid relevant. Betrouwbaarheid/veiligheid bestaat uit 9 items en scoort een Cronbach s Alfa van.71. De schaal privacy/vrijheid bestaat uit 8 items en scoort een Cronbach s Alfa van.67 (onvoldoende). Naast de KWAZOP wordt ook een vragenlijst gebruikt die speciaal voor het verpleegkundig personeel is opgesteld door de onderzoekers van het AMC. Deze vragenlijst is voornamelijk ontworpen om inzicht te krijgen in hoe werknemers de huidige gesloten afdeling beleven, maar er wordt ook gevraagd naar de gesloten afdeling in het vorige gebouw. De vragenlijst bestaat uit 24 stellingen die beoordeeld kunnen worden op een 5-puntschaal van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens. Voor dit onderzoek zijn zes items relevant voor de beantwoording van de onderzoeksvraag (19 t/m 24, zie bijlage V). Tot slot zijn er vier open vragen, waarvan alleen de vraag over de positieve en negatieve veranderingen die het nieuwe gebouw met zich mee heeft gebracht wordt gebruikt. Deze vragenlijst voor het personeel is niet getest op validiteit en betrouwbaarheid en daarom zeer exploratief van karakter Aanwezigheid van symptomen Hieronder zijn de verschillende meetinstrumenten beschreven die zijn gebruikt om de vraagstelling over de afname van de aanwezigheid van symptomen te beantwoorden. 9

11 Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS): Dit is een schaal voor klinische observatie van chronisch psychiatrische verblijfspatiënten en speciaal ontwikkeld voor intramurale psychiatrie (Dingemans, 1986). Met deze beoordelingsschaal kan de aanwezigheid en de ernst van een groot aantal psychiatrische symptomen en gedragingen worden vastgesteld. De lijst bestaat uit 27 items die gescoord kunnen worden op een 7-puntschaal van afwezig tot zeer ernstig. De vragenlijst is ingevuld door een verpleegkundige. Betrouwbaarheidsanalyse levert een Cronbach s Alfa van.86 op bij opname en.90 bij ontslag. Rehabilitation Evaluation Hall and Baker (REHAB): Deze gedragsobservatieschaal is ontworpen voor het beoordelen van psychiatrische invaliditeit (van der Gaag & Wilken, 1994). Zij meet geen psychopathologie, maar het vermogen tot zelfredzaam en sociaal functioneren. De lijst bestaat uit twee delen waarin Afwijkend Gedrag (items 1-7) en Algemeen Gedrag (items 8-22) worden beoordeeld. Bij de eerste schaal kan geantwoord worden met meer dan eens per dag, eens per dag of enkele dagen, niet voorgekomen. Bij de tweede schaal kan telkens op een lijn worden aangegeven in hoeverre de uitspraak van toepassing is op de patiënt, vervolgens zijn de antwoorden gecodeerd van 1 tot en met 9. De vragenlijst is ingevuld door een verpleegkundige. De Algemeen Gedrag schaal scoort een Cronbach s Alfa van.94 (van der Gaag & Wilken). Bij de Afwijkend Gedrag schaal is de Cronbach s Alfa.74. Global Assessment of Functioning score (GAF-score): Deze score is een onderdeel van het DSM-IV-systeem, dat gebruikt wordt voor diagnosticeren van psychiatrische aandoeningen. De GAF-score is een maat waarmee het psychisch, sociaal en beroepsmatig functioneren van een persoon wordt aangeduid in de vorm van een score tussen 0 en 100. De psychiater heeft deze score bepaald bij het vaststellen van de diagnose. Clinical Global Impression Scale (CGI): De CGI (Guy, 1976) bestaat uit drie vragen waarbij de behandelaar de ernst van de ziekte, de verandering over tijd en de effectiviteit van medicatie kan beoordelen. In dit onderzoek zijn alleen de twee eerste vragen opgenomen. De ernst van de ziekte is bij opname vastgesteld op een schaal die loopt van 1 (normaal, niet ziek) tot 7 (zeer ernstig ziek). Bij ontslag is de globale verbetering beoordeeld op een schaal van 1 (zeer veel verbeterd) tot 7 (zeer veel verslechterd). 10

12 Beoordeling van het verblijf op de afdeling Patiënten hebben hun oordeel over het verblijf op de afdeling kunnen weergeven in het interview van de KWAZOP. Naast de schalen betrouwbaarheid/veiligheid en privacy/vrijheid zijn er vier andere schalen gebruikt om de beoordeling van het verblijf op de afdeling te bepalen. Het gaat om de schalen (medische) behandeling, verpleegkundige zorg, betrokkenheid familie/vrienden/partner en toepassing dwangmaatregelen. In tabel 2.1 is per schaal het aantal items en de interne consistentie weergegeven (Nijssen, 2000). Tabel 2.1 Betrouwbaarheid van de schalen voor de beoordeling van het verblijf op de afdeling Schaal Aantal items Cronbach s Alfa (medische) behandeling Verpleegkundige zorg Betrokkenheid familie/vrienden/partner 5.72 Toepassing dwangmaatregelen Procedure Voor dit onderzoek zijn gegevens verzameld in twee verschillende periodes. De eerste meetperiode heeft een aantal maanden voor de verhuizing plaatsgevonden, van 15 januari tot en met 15 april De tweede meetperiode was ongeveer een jaar na de verhuizing, van 1 februari tot en met 1 juni In plaats van één afdeling van tien bedden en drie verpleegkundigen in het oude gebouw zijn er in het nieuwe gebouw twee units met elk zes bedden en vier verpleegkundigen. In beide gebouwen waren twee isoleercellen beschikbaar. De lengte van de meetperiodes is door de onderzoekers van het AMC vastgesteld. Omdat vrij kort voor de verhuizing bekend werd dat het onderzoek door kon gaan heeft de eerste meetperiode niet langer dan drie maanden kunnen duren. De tweede meetperiode duurt een maand langer. Omdat geen invloed uitgeoefend kon worden op het aantal proefpersonen is gewerkt met het aantal opnames in die periodes. Hierbij tellen alleen de opnamedagen mee die binnen de meetperiodes vallen. Bij binnenkomst van de patiënt op de afdeling (of aan het begin van de periode) zijn opnamegegevens verzameld en de BPRS-opname en REHAB-opname vragenlijsten 11

13 ingevuld. Bij het ontslag (of einde van de periode) zijn ontslaggegevens genoteerd en de BPRS-ontslag en REHAB-ontslag vragenlijsten ingevuld. Opname- en ontslaggegevens worden standaard bij iedere opname verzameld en bevatten de GAF-score en CGI-score (zie bijlage III). De BPRS en de REHAB zijn door de verpleegkundigen ingevuld en zij hebben daarbij uitleg gekregen over het Dwang en Drang onderzoek. Op het moment van ontslag is aan de patiënten gevraagd of zij mee willen doen aan het patiëntendeel van de KWAZOP. Dit interview neemt ongeveer een half uur in beslag. Er is uitgelegd dat het interview bedoeld is om de dienstverlening te kunnen verbeteren en dat het anoniem is. Het registreren van separaties is zoals gebruikelijk gedaan in de verpleegkundige rapportages. Hierin wordt vermeld of er sprake is geweest van separatie of deseparatie. Een aantal maanden na de tweede meetperiode is de vragenlijst voor het personeel verspreid. De medewerkers zijn via een op de hoogte gebracht van het onderzoek. De vragenlijst is meegezonden met de en er zijn lijsten neergelegd op de afdeling. Daarnaast is regelmatig mondeling gevraagd of men de vragenlijst al ingevuld heeft. Het invullen van deze lijst duurt ongeveer tien tot vijftien minuten. In de inleiding van de vragenlijst is vermeld dat de vragen een onderdeel vormen van het Dwang en Drang onderzoek, waarmee de personeelsleden bekend zijn. Ingevulde lijsten konden anoniem retour gedaan worden in een afgesloten doos op de afdeling. 2.4 Data analyse Met behulp van het statistiekprogramma SPSS 17.0 zijn de gegevens ingevoerd en geanalyseerd. Ontbrekende antwoorden zijn gecodeerd als missing values en worden niet meegenomen in de analyses. Voor alle toetsingsresultaten wordt een significantieniveau van alpha =.05 gehanteerd. Met een Independent Sample T-Test is gecontroleerd of de proefpersonen van de twee periodes bij aanvang van hun opname met elkaar vergelijkbaar zijn wat betreft leeftijd en aanwezigheid van de symptomen (BPRS, CGI, GAF en Algemeen Gedrag en Afwijkend Gedrag). Bij de variabele gender is sprake van een nominaal meetniveau en daarom wordt hier de Chi-square test voor één steekproef gebruikt. Bij Afwijkend Gedrag is sprake van een ordinaal meetniveau en daarom is de Mann-Whitney toets uitgevoerd. Om de eerste hypothese, over verschillen in duur en frequentie van separaties, te toetsen is een Independent Sample T-Test gebruikt. De tweede hypothese, over de ervaring van 12

14 patiënten wat betreft privacy en veiligheid, wordt getoetst met een Mann-Whitney toets omdat de antwoordcategorieën van de KWAZOP van ordinaal niveau zijn. Voor het toetsen van de derde hypothese, over de ervaring van het personeel, wordt met een One-Sample T- Test het gemiddelde met een theoretisch gemiddelde van 4 (mee eens) vergeleken. Om de vierde hypothese te toetsen, over de aanwezigheid van de symptomen, zijn eerst nieuwe variabelen aangemaakt met de verschilscores. Voor de variabele verandering bij ontslag is dit niet nodig geweest, omdat deze alleen bij ontslag is genoteerd. Vervolgens is met behulp van een Independent Sample T-Test berekend of er tussen de twee groepen significante verschillen bestaan. Voor de vijfde hypothese, die gaat over de beoordeling van het verblijf op de afdeling, is de Mann-Whitney toets gebruikt. 13

15 3. RESULTATEN 3.1 Algemeen Bij de meeste gegevens die zijn verzameld tijdens opname en ontslag is geen sprake van uitval van proefpersonen. Alleen aan de KWAZOP, die bij ontslag is afgenomen, hebben niet alle proefpersonen kunnen of willen meewerken. In de eerste periode hebben 18 van de 46 patiënten niet deelgenomen en in de tweede periode 24 van de 54 patiënten niet. Bij het personeel is geen uitval van proefpersonen en alle 25 ingevulde vragenlijsten zijn bruikbaar. In tabel 3.1 zijn de resultaten voor gender, leeftijd en aanwezigheid van symptomen weergegeven. Wat gender betreft bestaat er geen significant verschil tussen de proefpersonen in de twee periodes. Er is wel een verschil gevonden in de gemiddelde leeftijd. De proefpersonen in de tweede periode hebben gemiddeld een significant hogere leeftijd ten opzichte van de personen in de eerste periode, F(4,564), p =.035. Bij alle schalen die iets zeggen over de aanwezigheid van symptomen bij opname zijn er geen significante verschillen gevonden tussen de twee periodes. Dit betekent dat de proefpersonen van de twee groepen, wat betreft de ernst van de problematiek op moment van opname, met elkaar vergelijkbaar zijn. Tabel 3.1 Gender, leeftijd en aanwezigheid van symptomen Groep 1 (n = 46) Groep 2 (n = 54) man vrouw man vrouw Gender 54% 46% 50% 50% Afwijkend Gedrag Mdn Range Mdn Range / /3.0 M SD M SD Leeftijd GAF-score Ernst van de ziekte Psychiatrische symptomen Algemeen Gedrag

16 3.2 Separaties In tabel 3.2 zijn per groep de gemiddelden en standaarddeviaties weergegeven van de frequentie en duur van de separaties. Er is geen enkel significant verschil gevonden tussen de twee groepen. Dit betekent dat de eerste hypothese, waarin werd gesteld dat op een kleinschalige afdeling sprake is van minder en kortere separaties dan op een grootschalige afdeling, niet kan worden bevestigd. Tabel 3.2 Gemiddelden en standaarddeviaties aantal en duur separaties Groep 1 (n = 46) Groep 2 (n = 54) M SD M SD Percentage gesepareerde personen Aantal separaties per opname Gem. duur in dagen per separatie Om een meer betrouwbare vergelijking te kunnen maken is ook een retrospectieve analyse verricht over een langere periode voor, tussen en na de verhuizing. In grafiek 3.1 is de duur van het totaal aantal dagen dat de separeercellen bezet zijn geweest per maand weergegeven, daarnaast is ook het aantal personen dat die maand is gesepareerd af te lezen. 15

17 Grafiek 3.1 Separaties: duur in dagen per maand en frequentie in personen per maand Uit bovenstaande lijnen blijkt dat er ook geen trend bestaat die er op wijst dat er meer of minder separaties plaatsvinden. De grafiek laat een zeer wisselend beeld zien. De meeste patiënten verbleven slechts één of twee dagen in de separeer. Enkele patiënten zijn erg lang gesepareerd, waardoor de gemiddelde separatieduur omhoog gaat. 3.3 Privacy en veiligheid De schalen betrouwbaarheid/veiligheid en privacy/vrijheid laten geen significante verschillen zien tussen de twee groepen patiënten. In tabel 3.3 zijn de resultaten weergegeven. Deze resultaten kunnen de tweede hypothese niet bevestigen. Patiënten ervaren bij kleinschaligheid niet meer privacy en veiligheid. Tabel 3.3 Privacy en veiligheid ervaren door patiënten Groep 1 (n = 28) Groep 2 (n = 29) Mdn Range Mdn Range Betrouwbaarheid/veiligheid / /3.00 Privacy/vrijheid / /

18 De onderzoeksgegevens van de relevante items van de vragenlijst voor het personeel zijn terug te vinden in tabel 3.4. Voor bijna alle items geldt dat de nulhypothese wordt bevestigd. Dit betekent dat de gemiddelde beoordeling gelijk is aan 4 (mee eens). Werknemers hebben de indruk dat twee kleine units de patiënten meer privacy en veiligheid geeft. Daarnaast ervaren zij zelf meer overzicht en vinden ze het prettiger om op de nieuwe afdeling te werken. Alleen het item over de veiligheid voor het personeel zelf is significant minder dan 4, T(-4.25), p =.00. Dit betekent dat personeelsleden voor zichzelf geen verschil in veiligheid ervaren tussen de twee afdelingen. Tabel 3.4 Gemiddelden en standaarddeviaties ervaringen personeel (N = 25) M SD Twee kleine units geeft patiënten meer privacy Twee kleine units geeft patiënten meer veiligheid Twee kleine units geeft beter overzicht over patiënten Twee kleine units geeft personeel meer veiligheid Ik werk liever met 2x6 bedden dan met 1x10 bedden Nieuwe gebouw is beter dan oude gebouw Uit de open vragen waarin werd gevraagd naar de voor- en nadelen van het nieuwe gebouw komt ook duidelijk naar voren dat de privacy voor patiënten is verbeterd. De kamers zijn nu voorzien van een eigen douche en toilet en er is meer ruimte. Over veiligheid verschillen de meningen. Het werken met twee kleinere units wordt over het algemeen als positief ervaren, maar de indeling van het gebouw wordt soms als onoverzichtelijk en onveilig gezien. Vanuit het kantoor voor de verpleegkundigen is er namelijk geen zicht op wat er in de huiskamers gebeurt. Daarnaast is het niet mogelijk vanuit het kantoor direct weg te vluchten naar buiten, aangezien beide deuren uitkomen op de afdeling. Met deze resultaten kan de derde hypothese, waarin gesteld werd dat bij kleinschaligheid meer privacy en veiligheid wordt ervaren door het personeel, deels bevestigd worden. 3.5 Aanwezigheid van symptomen Om de vierde hypothese te toetsen zijn de gemiddelde verschilscores van de REHAB (Afwijkend gedrag en Algemeen gedrag), BPRS (Psychiatrische symptomen), de GAF-score en de CGI-score (Ernst van de ziekte) bij opname en ontslag met elkaar vergeleken. 17

19 Verandering bij ontslag is alleen bij ontslag gemeten. De gemiddelden en standaarddeviaties van de verschilscores staan vermeld in tabel 3.5. Tabel 3.5 Verschilscores van de aanwezigheid van symptomen Groep 1 (n = 46) Groep 2 (n = 54) M SD M SD Afwijkend Gedrag Algemeen Gedrag Psychiatrische symptomen GAF-score Ernst van de ziekte Verandering bij ontslag Bij Psychiatrische symptomen, de Ernst van de ziekte en Verandering bij ontslag zijn geen significante verschillen tussen de twee groepen gevonden. Wat betreft Afwijkend Gedrag is er wel een significant verschil gevonden, F(4.805), p =.03. De tweede groep patiënten is meer verbeterd op deze schaal. Ook op de Algemeen Gedrag schaal is er een verschil gevonden, F(5.490), p =.02, maar wel in de andere richting. Dit betekent dat de tweede groep minder is verbeterd dan de eerste groep. Tot slot is bij de GAF-score ook een significant verschil gevonden, F(33.847), p =.00. Patiënten van de tweede groep zijn gemiddeld ruim 5 punten meer verbeterd dan patiënten van de eerste groep. Echter, hier is bij de tweede groep sprake van een SD van en n = 15. Deze resultaten maken dat de vierde hypothese niet geheel bevestigd kan worden. 3.6 Beoordeling van het verblijf op de afdeling De resultaten van de beoordeling van het verblijf op de afdeling zijn weergegeven in tabel 3.6. Op geen enkele schaal is een significant verschil gevonden tussen de groepen. Dit betekent dat de vijfde hypothese niet bevestigd kan worden. Patiënten op een kleinschalige afdeling beoordelen hun verblijf niet beter dan patiënten op een grootschalige afdeling. 18

20 Tabel 3.6 Beoordeling van het verblijf op de afdeling Groep 1 (n = 28) Groep 2 (n = 30) Mdn Range Mdn Range (medische) behandeling / /3.00 Verpleegkundige zorg / /3.00 Betrokkenheid naasten / /3.00 Toepassing dwangmaatregelen / /

21 4. DISCUSSIE Uit de resultaten is gebleken dat bij kleinschaligheid geen afname heeft plaatsgevonden van de duur en frequentie van separaties. Dit betekent dat de eerste vraagstelling niet bevestigend beantwoord kan worden. Het lijkt er op dat het kleinschaliger aanbieden van zorg niet leidt tot minder separaties. Er zijn verschillende redenen waarom de vermindering van separaties is uitgebleven. Allereerst kan het zijn dat de interventie niet goed is toegepast. Verschilt de toegepaste vorm van kleinschaligheid, twee units met zes bedden, wel voldoende met de situatie in het oude gebouw, één unit met 10 bedden? De verhouding personeel/patiënten verschilt namelijk nauwelijks en op de nieuwe afdeling zijn er zelfs twee bedden meer. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de opzet van het onderzoek. Omdat sprake is van een veldexperiment kan namelijk nooit met zekerheid worden uitgesloten dat er andere factoren zijn die invloed hebben gehad op de resultaten. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de kwaliteit en kwantiteit van de personeelsbezetting een rol heeft gespeeld. In de tweede periode zijn namelijk vele personeelsveranderingen geweest, waardoor het team minder stabiel was. De leidinggevende van de afdeling en tal van artsen en verpleegkundigen zijn met ontslag gegaan en hiervoor zijn nieuwe werknemers in de plaats gekomen. Ook werd vaker gewerkt met invalkracht. Dit zou zijn weerslag kunnen hebben gehad op de patiënten en tot meer spanning en onrust hebben geleid, waardoor wellicht vaker werd besloten om te separeren. Het is hierom lastig om een goede vergelijking tussen de twee periodes te kunnen maken. Een andere verklaring voor het uitgebleven van een daling van de separatie, zou kunnen zijn dat een verhuizing meer tijd vergt, dan één jaar. De afdeling is niet alleen van schaal veranderd, maar ook de manier van werken moest worden aangepast en de afdeling had een totaal ander uiterlijk. Het is zeker mogelijk dat de personeelsleden bij de tweede periode nog moesten wennen aan de nieuwe afdeling en de nieuwe manier van werken en dat hierdoor meer werd gesepareerd. Bij het interpreteren van de resultaten moet ook rekening worden gehouden met de manier waarop duur en frequentie van het aantal separaties zijn gemeten. Het aantal separaties is namelijk per dag geteld, waardoor de duur langer kan lijken dan deze in werkelijkheid is geweest. Nu is het zo dat wanneer een patiënt op twee aaneensluitende dagen is gesepareerd, ongeacht de lengte van deze separaties, dit als één separatie van twee dagen is gerekend. Wanneer bijvoorbeeld per uur gemeten wordt, levert dit een meer gedifferentieerd beeld op. 20

22 Het antwoord op de tweede vraagstelling kan ook een verklaren waarom het gewenste effect van minder separaties niet is bereikt. Op basis van de veronderstelling dat kleinschaligheid tot meer privacy en veiligheid leidt, werd verwacht dat deze interventie zou leiden tot minder separaties. Werknemers zijn over het algemeen inderdaad positiever over de nieuwe afdeling en hebben het idee dat dit ook voor de patiënten geldt. Voor zichzelf ervaart personeel geen verschil in veiligheid. Uit de resultaten blijkt echter ook dat de patiënten op de kleinschalige afdeling privacy en veiligheid niet beter beoordelen dan de patiënten op de grootschalige afdeling. Dit zou kunnen betekenen dat de eerder genoemde veronderstelling niet voldoende is uitgekomen en zodoende ook het effect op de separaties achterwege is gebleven. Ook hier moet worden opgemerkt dat allerlei factoren van invloed kunnen zijn op de resultaten. Het kan zo zijn dat de interventie (kleinschaligheid) niet goed toegepast is of dat kleinschaligheid niet leidt tot meer privacy en veiligheid. Een andere mogelijkheid is dat de meetinstrumenten niet toereikend zijn geweest. Deze hypotheses zijn namelijk pas achteraf opgesteld en er moest dus gewerkt worden met de beschikbare middelen. Wanneer vooraf bekend was dat deze variabelen gemeten zouden worden had men de patiënten gerichter kunnen ondervragen om zo betrouwbaardere resultaten te krijgen. De vragenlijst voor het personeel is ook pas achteraf opgesteld, beter zou zijn geweest om deze zowel in het oude als nieuwe gebouw in te laten vullen tijdens de onderzoeksperiodes. Daarnaast moet rekening worden gehouden met alle andere veranderingen die het nieuwe gebouw met zich mee heeft gebracht. Niet alleen het aantal bedden is veranderd, maar ook de indeling, locatie en faciliteiten. Deze factoren kunnen eveneens een grote invloed hebben op gevoelens van privacy en veiligheid. Verschillende personeelsleden laten bijvoorbeeld in de vragenlijst weten dat zij de nieuwe indeling van de afdeling onveilig vinden, dat zij de grote tuin rondom het oude gebouw missen en dat er niet voldoende activiteiten voor de patiënten worden aangeboden. Anderzijds zijn de kamers op de nieuwe afdeling uitgerust met eigen sanitair, waardoor gevoelens van privacy zijn verhoogd. Het antwoord op de derde vraagstelling, over de mate van verbetering van patiënten en de algemene beoordeling die zij gaven over hun verblijf op de afdeling, is ook niet positief. Er is tussen de twee groepen geen verschil gevonden wat betreft de aanwezigheid van symptomen bij opname en ontslag. Tegen de verwachting in verbeteren patiënten bij kleinschaligheid niet meer dan bij grootschaligheid. Dat het beoogde resultaat niet is bereikt lijkt gezien de antwoorden op de voorgaande vraagstellingen niet verrassend. Op een kleinschalige afdeling is geen sprake van meer privacy en veiligheid of minder en/of kortere separaties, waardoor deze factoren ook geen positieve bijdrage hebben kunnen leveren in de verbetering van de 21

23 patiënten. Bij het interpreteren van deze resultaten moet echter wel rekening worden gehouden met de manier waarop gemeten is en de gegevens die beschikbaar zijn. Er missen bijvoorbeeld veel GAF-scores in de tweede periode. Daarnaast was het de bedoeling dat de REHAB en BPRS direct bij opname of na ontslag werd ingevuld. Omdat dit niet altijd meteen gedaan is kan informatie achteraf verkeerd zijn herinnerd. Ook moet rekening worden gehouden met het subjectieve karakter van de vragenlijsten. Het is wel eens voorgekomen dat voor dezelfde patiënt twee keer dezelfde vragenlijst is ingevuld door verschillende medewerkers die uiteenlopende antwoorden gaven. De patiënten in het nieuwe gebouw hebben hun verblijf niet beter beoordeeld dan de patiënten in het oude gebouw. Dit resultaat zou wederom verklaard kunnen worden door het uitgebleven effect van kleinschaligheid op separaties. Echter, ook hierbij moet rekening worden gehouden met methodologische beperkingen. De KWAZOP is in dit onderzoek het enige meetinstrument waarbij de patiënten zelf antwoord hebben kunnen geven. Vanwege de ernst van de problematiek heeft niet iedere patiënt mee kunnen of willen werken aan dit onderdeel, waardoor het aantal cases minder was dan bij de rest van de meetinstrumenten. In de eerste periode hebben 28 patiënten deelgenomen, in de tweede 30 patiënten. Naast het feit dat het aantal cases beperkt is, moet gezien de ernst van de problematiek ook rekening worden gehouden met de betrouwbaarheid van de antwoorden die er wel zijn. Patiënten kunnen bewust of onbewust een vertekend beeld van de werkelijkheid hebben gegeven. Hoewel de resultaten niet het gewenste effect laten zien, heeft de uitvoering van dit onderzoek een bijdrage kunnen leveren aan de kennis over het terugdringen van separaties. Naar het separeren van psychiatrische patiënten en kleinschaligheid is nog weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan. Goede zorg is een belangrijk onderwerp in onze maatschappij en de impact van separaties is dusdanig groot dat er alles aan gedaan moet worden om de toepassing ervan te vermijden. Vervolgonderzoek zal daarom de bovenstaande beperkingen in achting moeten nemen. Het is vooral belangrijk dat andere factoren die mogelijk van invloed kunnen zijn, bijvoorbeeld de personele bezetting, stabiel zijn en dat kleinschaligheid en separaties goed worden gedefinieerd en gemeten. Daarnaast is het aan te raden de periodes waarin gegevens worden verzameld te verlengen. Op die manier zijn er meer cases beschikbaar en kan een betrouwbaarder resultaat worden verkregen. De resultaten van deze studie zijn voornamelijk bruikbaar voor de gesloten afdeling van het AMC zelf, maar andere instellingen kunnen hier uiteraard ook profijt van hebben. Aan het 22

24 AMC wordt geadviseerd om meerdere interventies in te zetten om het aantal separaties te verminderen. Volgens Cadeyrom et al. (2007) is het effectiever om meer interventies tegelijkertijd toe te passen. Inmiddels is het AMC hier ook mee bezig en heeft de uitvoering van dit onderzoek vooral tot een verhoogd bewustzijn geleid. Medewerkers zijn bewuster bezig met het separeren van patiënten, waardoor zij in de loop van de tijd wellicht minder snel tot deze maatregel over zullen gaan. 23

25 REFERENTIES Cadeyrom, J.G., Elsom, S.J., & Happell, B. (2007). Interventions for reducing the use of seclusion in psychiatric facilities: Review of the literature. British Journal of Psychiatry, 191, Dijkman, M.V., Schoevers, R.A., Dekker, J., Sikkens, E.P.K., Swinkels, J., Mulder, N., & Tilburg, W. van (2006). Toepassing en effecten van de dwangopname; de wetenschappelijke onderbouwing. In: Onderzoeksverslag ten behoeve van de ontwikkeling van een richtlijn dwangopname in het kader van de Wet BOPZ in Nederland. Dingemans, P. (1986). Handleiding voor het gebruik van de gewijzigde BPRS (BPRS-ME) door verpleegkundigen ten behoeve van klinische observatie. Amsterdam. Fisher, W.A. (1994). Restraint and seclusion: A review of the literature. American Journal of Psychiatry, 151, Gaag, M. van der, & Wilken, J.P. (1994). Handleiding van de REHAB: Een maat van psychiatrische invaliditeit. Swets & Zeitlinger Bv: Lisse. Graaf, W. van de (2004). Isoleren, dat is niet gewoon. Eindrapportage onderzoek IGPB. Guy, W. (1976). Clinical Global Impressions. In: ECDEU Assessment Manual for Psychopharmacology, Revised DHEW Pub. (ADM). Rockville, MD: National Institute for Mental Health. Janssen, W.A., Noorthoorn, E.O., Vries de, W.J., Hutschemaekers, G.H.M., & Lendemeijer, H.H.G.M. (2008). The use of seclusion in the Netherlands compared to countries in and outside Europe. International Journal of Law and Psychiatry, 38, 1-2. Janssen, W.A., Noorthoorn, E.O., Vries de, W.J., Hutschemaekers, G.H.M., & Lendemeijer, H.H.G.M. (2009). Separaties in psychiatrische ziekenhuizen : Nederland internationaal vergeleken. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 6,

26 Lendemeijer, B. (1999). Waarom separeren? De mening van verpleegkundigen. PsychoPraxis, 1,1, Nijssen, Y. (2000). Kwaliteit kortgesloten: het beoordelen van de kwaliteit van zorg op gesloten psychiatrische opname-afdelingen. Amsterdam: Academisch proefschrift UvA. Ng, B., Kumar, S., Ranclaud, M., & Robinson, E. (2001). Ward crowding and incidents of violence on a acute psychiatric inpatient unit. Psychiatric Services, 52(4), Palazzolo, J. (2004). Therapeutics About the use of seclusion of psychiatry. Journal de Neurologie, 30(3), Sailas, E., & Fenton, M., (2003). Seclusion and restraint for people with serious mental illnesses (Cochrane Review). The Cochrane Library, issue 3. Chichester, UK: John Wiley & Sons Ltd. Spijker, J., Ruiter, G. de, Blok, H. de, Brouns, B., Driel, R. van, Stek, J. van, Braakman, M., & Kaiser, L. (2005). De rol van psychiaters bij separeren. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 60, Stolker, J.J., Nijman, H., & Zwanikken, P.H. (2004). Separatie: een noodzakelijk kwaad? Maandblad voor Geestelijke volksgezondheid, 59, Wal, G. van der (2008). Voorkomen van separatie van psychiatrische patiënten vereist versterking van patiëntgerichte zorg: Onderzoek naar insluiting in de separeer op de eerste dag van opname in psychiatrische opnameafdelingen van GGZ-instellingen. Den Haag. Wet BOPZ: Actueel overzicht van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen. (2009). Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 25

27 BIJLAGE I BPRS BPRS De onderstaande symptoombeschrijvingen dienen elk op een zeven-punts schaal te worden gescoord. De schaal varieert in ernst van afwezig tot zeer ernstig. Wanneer een specifiek symptoom niet is onderzocht, geef dan N aan. Voor de scoring geldt de meest ernstige mate waarin het symptoom zich in de observatieperiode (de afgelopen één tot drie dagen) heeft voorgedaan. 1=Afwezig, 2=Zeer mild, 3=Mild, 4=Matig, 5=Matig ernstig, 6=Ernstig, 7=Zeer ernstig (N= Niet onderzocht) 1 BEZORGDHEID OVER DE LICHAMELIJKE TOESTAND Geen/aanwezig/overdreven/hypochondere waan 2 ANGST (verbaal geuit) Geen/bezorgdheid/duidelijk angstig/hevige angst 3 AUTISME Geen/afstandelijk/onzichtbare muur/geen gevoelscontact 4 FORMELE DENKSTOORNISSEN Geen/licht verward/verhoogd associatief/incoherent 5 SCHULDGEVOELENS Geen/spijt/wroeging/schuldwaan 6 AGITATIE Geen/gespannen/duidelijk zenuwachtig/geagiteerd 7 GEMANIËREERDHEID Geen/vreemd/bizar/overheerst gedrag 8 ZELFOVERSCHATTING Geen/verhoogde eigendunk/grootheidsidee/grootsheidswaan 9 DEPRESSIEVE STEMMING Geen/gedrukt/somber/wanhopig 10 VIJANDIGHEID Geen/verbaal agressief/met voorwerpen/naar mensen 11 ACHTERDOCHT Geen/op zijn hoede/wantrouwend/paranoïde waan 26

28 12 HALLUCINATIES (verbaal geuit) Geen/corrigeerbaar/werkelijkheidskarakter/gaat er helemaal in op 13 VERTRAAGDE MOTORIEK Geen/vertraagd/sterk vertraagd/katatoon 14 NEGATIVISME Geen/onwillig/protesterend/weigert 15 INHOUDELIJKE DENKSTOORNISSEN Geen/ongebruikelijk/bizar/waan 16 AFFECT VLAKHEID Geen/mat/affectarm/affectloos 17 OPWINDING Geen/prikkelbaar/verhoogd prikkelbaar/overprikkeld 18 DESORIËNTATIE Geen/licht in de war/verward/geheel gedesoriënteerd 19 VERHOOGDE STEMMING Geen/te opgewekt/hypomaan/manisch 20 MOTORISCHE ONRUST Geen/vol energie/dadendrang/niet te remmen 21 AANDACHTS- EN CONCENTRATIE STOORNISSEN Geen/aandacht bemoeilijkt/verhoogd afleidbaar/verbrokkelde aandacht 22 HULPELOOSHEID-HOPELOOSHEID Geen/twijfelt aan zichzelf/ziet toekomst somber/melancholische waan 23 GEBREK AAN SOCIALE VAARDIGHEDEN Zie instructies in de handleiding 24 HULPBEHOEVENDHEID Zie instructies in de handleiding 25 SEKSUELE PREOCCUPATIE (c.q. ontremming) Geen/verleidend/handtastelijk/openlijke seksuele activiteit 26 HALLUCINATOIR GEDRAG Geen/aanwijzingen/duidelijk aanwezig/overeenkomstig gedrag 27 DWANGMIDDELEN Geen/zweedse band/isoleer/isoleer met fixatie 27

29 BIJLAGE II REHAB 28

30 29

31 30

32 31

33 BIJLAGE III CGI CGI globale klinische beoordeling bij opname IC Globale ernst van de aandoening Normaal, niet ziek Minimaal ziek Licht ziek Matig ziek Matig ernstig ziek Ernstig ziek Zeer ernstig ziek CGI globale klinische beoordeling bij ontslag IC 1. Globale ernst van de aandoening Normaal, niet ziek Minimaal ziek Licht ziek Matig ziek Matig ernstig ziek Ernstig ziek Zeer ernstig ziek CGI globale klinische beoordeling bij ontslag IC 2. Globale verandering (ten opzichte van opname IC) Zeer veel verbeterd Veel verbeterd Minimaal verbeterd Geen verandering Minimaal slechter Veel slechter Zeer veel slechter 32

34 BIJLAGE IV KWAZOP KWAliteit van Zorg op de gesloten psychiatrische OPnameafdeling een vragenlijst voor de patiënt Introductie, vooraf aan het interview: Om te beginnen wil ik u danken dat u wilt meewerken aan het interview. Indien nodig: introduceer jezelf (naam en functie) In dit interview wil ik u vragen hoe u het verblijf op de gesloten opnameafdeling heeft ervaren. De vragen die ik u wil voorleggen, hebben betrekking op de veiligheid en de mate van privacy op de afdeling, op het behandel- en dagprogramma, op het contact met behandelaars en begeleiders en of u bepaalde informatie wel/niet heeft gekregen. Bij elk van deze onderwerpen vraag ik u wat u ervan vond, of u er tevreden over bent of juist niet. Er zijn dus geen 'goede' of 'foute' antwoorden. Het gaat om uw mening en hoe u het heeft ervaren. Uw antwoorden worden anoniem gemaakt, dat wil zeggen dat u een respondentnummer krijgt, zodat de antwoorden niet in verband kunnen worden gebracht met uw naam of persoon. Met uw oordeel willen de medewerkers van de gesloten opnameafdeling de kwaliteit van de zorg verbeteren. Heeft u voor we beginnen nog iets te vragen? 33

35 De eerste vragen over de gesloten opnameafdeling hebben betrekking op enige algemene informatie. Ik wil graag van u weten of u vindt dat u voldoende algemene informatie heeft gekregen over de gesloten afdeling. Meer specifieke informatievragen komen later aan de orde. Wilt u uw oordeel uitdrukken in een score van onvoldoende of voldoende. Het kan ook zijn dat u twijfelt, dat u de informatie niet echt onvoldoende vond, maar ook niet echt voldoende. Het kan ook voorkomen dat een bepaalde vraag op u niet van toepassing is, dan kunt u dat aangeven. ANTWOORDCATEGORIE A 1 nee, onvoldoende 2 niet echt onvoldoende / niet echt voldoende 3 ja, voldoende 9 niet van toepassing ALGEMENE INFORMATIE antwoordcategorie (omcirkel) 1. Bent u op de afdeling voldoende wegwijs gemaakt? (toilet, bad-, slaap-, huis-, telefoon-, medicijnkamer e.d.) A Heeft u voldoende informatie gekregen over de afdelingsregels? (dagindeling, huishoudelijke regels, bezoektijden, telefoongebruik e.d.) 3. Heeft u voldoende informatie gekregen over uw rechten als patiënt? (klachten- en ontslagprocedure, PVP, indien van toepassing: IBS of RM) A A

Separeren: voltooid verleden tijd?

Separeren: voltooid verleden tijd? Onderzoeksresultaten van een non-separeerbeleid Annet Smit senior wetenschappelijk medewerker ProCES INHOUD ambitie de Gelderse Roos onderbouwing, thema s onderzoek : Cijfers Kwalitatieve gegevens : Ervaringen

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 september 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 september 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Uw rechten en behandeling

Uw rechten en behandeling Uw rechten en behandeling als wij gedwongen moeten ingrijpen in noodsituaties Behandeling onder dwang Als u tijdens uw opname te maken krijgt met gedwongen behandeling, hebt u als patiënt van GGZ ingeest

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Dwang en drang HIC; beleving en de feiten

Dwang en drang HIC; beleving en de feiten Dwang en drang HIC; beleving en de feiten Simone Braaksma en Monique Menger 19 oktober 2017 Lectoraat Zorg & Innovatie in de Psychiatrie Inleiding Inspectie van Gezondheidszorg heeft in 2008 een onderzoek

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 juli 2014)

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 juli 2014) AH 2568 2014Z11398 Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 juli 2014) 1 Heeft u het NOS-bericht 'separeercel nog te vaak gebruikt' gelezen en het Nieuwsuur-item

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Klinisch Centrum Acute Psychiatrie (KCAP) Den Haag

Klinisch Centrum Acute Psychiatrie (KCAP) Den Haag Klinisch Centrum Acute Psychiatrie (KCAP) Den Haag www. geslotenpsychiatrie.nl/ www.acutepsychiatrie.nl Mirjam Hazewinkel Narda Miedema Erik Hoencamp Remco de Winter Symposium Dwang en drang op een gesloten

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Argus. Uniforme registratie van vrijheidsbeperkende interventies in de Geestelijke Gezondheidszorg

Argus. Uniforme registratie van vrijheidsbeperkende interventies in de Geestelijke Gezondheidszorg Argus Uniforme registratie van vrijheidsbeperkende interventies in de Geestelijke Gezondheidszorg GGZ Nederland Ministerie van VWS Inspectie voor de Gezondheidszorg Betere informatie over de gedwongen

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

1 RAPPORTI. Geen toevlucht tot toepassen Middelen of Maatregelen omdat opstellen behandelingsplan te lang duurt.

1 RAPPORTI. Geen toevlucht tot toepassen Middelen of Maatregelen omdat opstellen behandelingsplan te lang duurt. 1 RAPPORTI Geen toevlucht tot toepassen Middelen of Maatregelen omdat opstellen behandelingsplan te lang duurt. 2 INSPECTIE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Resultaten van het onderzoek naar indicaties of toevlucht

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

In- en uitstroom van patiënten op een gesloten acute opnameafdeling: Overzicht van een jaar

In- en uitstroom van patiënten op een gesloten acute opnameafdeling: Overzicht van een jaar In- en uitstroom van patiënten op een gesloten acute opnameafdeling: Overzicht van een jaar E.M.A. Bohnen, M.C. Hazewinkel, E. Hoencamp & R.F.P. de Winter Voorjaarscongres Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie

Nadere informatie

Toepassing van Middelen en Maatregelen

Toepassing van Middelen en Maatregelen Toepassing van Middelen en Maatregelen 1. Inleiding 3 2. Wat zijn Middelen en Maatregelen? 3 3. Wanneer worden Middelen en Maatregelen 5 toegepast? 4. Wat is dwangbehandeling? 5 5. Wie is verantwoordelijk?

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Middelen of maatregelen

Middelen of maatregelen Middelen of maatregelen Informatie voor patiënten Middelen of maatregelen In deze folder vindt u informatie wat onder middelen en maatregelen wordt verstaan in een psychiatrisch ziekenhuis en wat uw rechten

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg, G. Waverijn & M. Heijmans, NIVEL, 2015) worden gebruikt. U vindt deze factsheet

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

PDAS. Tom Vermeulen Hoofdverantwoordelijke Sophia en De Ceder PZ Duffel ECT-Coördinator. GGZ-Congres 20/09/2016

PDAS. Tom Vermeulen Hoofdverantwoordelijke Sophia en De Ceder PZ Duffel ECT-Coördinator. GGZ-Congres 20/09/2016 PDAS GGZ-Congres 20/09/2016 Tom Vermeulen Hoofdverantwoordelijke Sophia en De Ceder PZ Duffel ECT-Coördinator Sociaal verpleegkundige- Master Sociale Gezondheidswetenschappen- Doctoraal onderzoeker PDAS

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Centrum voor ouderenpsychiatrie Regio Apeldoorn 2009. HONOS 65+ Maart 2009 Gerda Rötert

Centrum voor ouderenpsychiatrie Regio Apeldoorn 2009. HONOS 65+ Maart 2009 Gerda Rötert Centrum voor ouderenpsychiatrie Regio Apeldoorn 2009 HONOS 65+ Maart 2009 Gerda Rötert Doelstelling: Het doel is het evalueren van het effect van de behandeling of begeleiding zowel op individueel- als

Nadere informatie

Beschrijving zorgclustermodel ggz. Voor deelnemers aan pilotfase 2

Beschrijving zorgclustermodel ggz. Voor deelnemers aan pilotfase 2 Beschrijving zorgclustermodel ggz Voor deelnemers aan pilotfase 2 Inhoud In document treft u de volgende informatie aan: 1. De beslisboom met de indeling van de zorgclusters; 2. De beschrijving van de

Nadere informatie

Onderzoek naar de effectiviteit van de residentieel geïntegreerde behandeling voor patiënten met een dubbeldiagnose

Onderzoek naar de effectiviteit van de residentieel geïntegreerde behandeling voor patiënten met een dubbeldiagnose Onderzoek naar de effectiviteit van de residentieel geïntegreerde behandeling voor patiënten met een dubbeldiagnose Prof. Sabbe (CAPRI UA) Malone Maureen (CAPRI UA) Overzicht Definities Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Gedwongen opname met een inbewaringstelling (IBS)

Gedwongen opname met een inbewaringstelling (IBS) Gedwongen opname met een inbewaringstelling (IBS) Inhoud 1. Inleiding 4 2. Samenvatting 4 3. Verschillende soorten gedwongen opnamen 5 4. IBS en criteria 5 5. Procedure 6 6. Duur 7 7. Gevolgen 7 8. Beschikken

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Gedwongen opgenomen, welke rechten en plichten gelden dan?

Gedwongen opgenomen, welke rechten en plichten gelden dan? Gedwongen opgenomen, welke rechten en plichten gelden dan? U bent gedwongen opgenomen bij één van de onderdelen van Parnassia Groep op last van de rechter. Omdat u niet zelf voor opname heeft gekozen is

Nadere informatie

Informatie voor patiënten

Informatie voor patiënten Informatie voor patiënten Middelen of maatregelen Middelen of maatregelen In deze folder vindt u informatie wat onder middelen en maatregelen wordt verstaan in een psychiatrisch ziekenhuis en wat uw rechten

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 57 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 57 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23432 22 december 2011 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 december 2011, CZ-CGGZ-3093044,

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van reumazorg te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Werkinstructies voor de. CQI Ziekenhuisopname (verkort)

Werkinstructies voor de. CQI Ziekenhuisopname (verkort) Werkinstructies en 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg tijdens een ziekenhuisopname te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010) worden gebruikt.

Nadere informatie

Gedwongen opgenomen met een in bewaringstelling

Gedwongen opgenomen met een in bewaringstelling Gedwongen opgenomen met een in bewaringstelling 1. Inleiding 3 2. Hoe kunt u gedwongen opgenomen worden? 3 3. Wat is een in bewaringstellingn (IBS)? 4 4. Hoe loopt de procedure? 4 5. Hoe lang duurt een

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico Diabetes Mellitus type 2 (DM2) wordt door verschillende experts aangeduid als een leefstijlziekte

Nadere informatie

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Psychische stoornissen komen geregeld voor bij ouderen (65-plus).

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Rapport naar aanleiding van de individuele toetsing dwangbehandeling (artikel 38c, lid 7 Wet Bopz)

Rapport naar aanleiding van de individuele toetsing dwangbehandeling (artikel 38c, lid 7 Wet Bopz) Rapport naar aanleiding van de individuele toetsing dwangbehandeling (artikel 38c, lid 7 Wet Bopz) In Te Datum Van

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Workshop HoNOS en MANSA

Workshop HoNOS en MANSA Workshop HoNOS en MANSA Voor het ROM Doorbraakproject Deel 1 2015 Annet Nugter en Petra Tamis GGZ Noord-Holland-Noord Inhoud workshop Kennismaking Introductie HoNOS en MANSA: Wat zijn dit voor instrumenten

Nadere informatie

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt.

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt. 3.3 Delirium Delirium is waarschijnlijk de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornis in het algemeen en academisch ziekenhuis, met een prevalentie van 15 tot 50 procent bij opgenomen oudere patiënten.

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Mammacare

Werkinstructies voor de CQI Mammacare Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van zorg rondom het onderzoek en/of behandeling van een goedaardige of kwaadaardige borstafwijking

Nadere informatie

In deze brochure zetten we de belangrijkste rechten en plichten op een rij:

In deze brochure zetten we de belangrijkste rechten en plichten op een rij: UW RECHTEN ALS CLIËNT BIJ GGZ WNB INLEIDING Als u na uw aanmelding besluit tot een behandeling bij GGZ WNB, maken we daarover afspraken met u. Die worden vastgelegd in het behandelplan. Daarin staat voor

Nadere informatie

HANDLEIDING TILBURG FRAILTY INDICATOR (TFI) Een instrument om de mate van kwetsbaarheid bij oudere mensen vast te stellen

HANDLEIDING TILBURG FRAILTY INDICATOR (TFI) Een instrument om de mate van kwetsbaarheid bij oudere mensen vast te stellen HANDLEIDING TILBURG FRAILTY INDICATOR (TFI) Een instrument om de mate van kwetsbaarheid bij oudere mensen vast te stellen T.b.v. de pilot Wijkzorg Gevraagd! in Spijkenisse en Vlaardingen Robbert Gobbens

Nadere informatie

Vermaatschappelijking van de zorg: artikel 107 in cijfers

Vermaatschappelijking van de zorg: artikel 107 in cijfers Vermaatschappelijking van de zorg: artikel 107 in cijfers Overzicht Situering onderzoek Voorstelling vragenlijsten Resultaten Samenstelling doelgroep: leeftijd en geslacht Frequentie symptomatologie Evolutie

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Heup-/Knieoperatie

Werkinstructies voor de CQI Heup-/Knieoperatie Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond een vervangende heupof knieoperatie te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary)

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) Appendix Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) 93 87 Inleiding Diabetes mellitus, kortweg diabetes, is een ziekte waar wereldwijd ongeveer 400 miljoen mensen aan lijden. Ook in Nederland komt de

Nadere informatie

Medicatie op indicatie

Medicatie op indicatie Medicatie op indicatie Een onderzoek naar het gebruik van medicatie door patiënten die met een in bewaringstelling via de acute dienst worden opgenomen in regio Amsterdam, Apeldoorn en Rotterdam Jolanda

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Zorgverleners werken liever met interne dan met personeel van buitenaf. Utrecht: NIVEL, 2013) worden

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Spierziekten

Werkinstructies voor de CQI Spierziekten Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de behandeling van spierziekten in het ziekenhuis en in het revalidatiecentrum te meten vanuit

Nadere informatie

Volgens de Wet Bopz zijn er diverse vormen van gedwongen opname of gedwongen behandeling:

Volgens de Wet Bopz zijn er diverse vormen van gedwongen opname of gedwongen behandeling: GEDWONGEN OPGENOMEN MET EEN INBEWARINGSTELLING (IBS) INHOUD Woord vooraf Hoe kunt u gedwongen worden opgenomen? Wat is een IBS? Wat is de procedure bij een IBS? Hoe lang duurt een IBS? Wat zijn de gevolgen

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEID 2018

KLANTTEVREDENHEID 2018 Pagina 1 van 18 KLANTTEVREDENHEID 2018 Faas Psychologie Pagina 2 van 18 Inhoudsopgave Introductie... 4 Samenvatting... 5 Verbeterpunten... 6 Resultaten CQI 2018... 6 Bejegening... 7 1. Neemt de behandelaar

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Assessment van professionals houding ten aanzien van separeren: Verandering???

Assessment van professionals houding ten aanzien van separeren: Verandering??? Assessment van professionals houding ten aanzien van separeren: Verandering??? Drs. P.S. Mann-Poll Dr. A. Smit Prof. dr. G. Hutschemaekers ProCES, Wolfheze 3-3-2011 Professionals attitude Workshop I: Waarom

Nadere informatie

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 Datum : 01-02-2014 Auteur : Jaap Noorlander, Joris van Nimwegen Versie : 2 1 Inhoudsopgave Inleiding... Pagina 3 Vraagstelling... Pagina 3 Methode

Nadere informatie

Middelen of maatregelen

Middelen of maatregelen Middelen of maatregelen Informatie voor patiënten voor geestelijke gezondheid Voorwoord In de afgelopen jaren zijn er voor de (geestelijke) gezondheidszorg diverse wetten tot stand gekomen. Daarin staan

Nadere informatie

Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek

Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek Versie 2.0.0 Drs. J.J. Laninga Maart 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliënttevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik Charles Picavet, Linda van der Leest en Cecile Wijsen Rutgers Nisso Groep, mei 2008 Achtergrond Hoewel er veel verschillende anticonceptiemethoden

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Utrechtse Coping Lijst (UCL) November 2012 Review: 1. A. Lueb 2. M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Gedwongen opname. Informatie voor cliënten en naastbetrokkenen

Gedwongen opname. Informatie voor cliënten en naastbetrokkenen Gedwongen opname Informatie voor cliënten en naastbetrokkenen Soms wordt een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis zoals Vincent van Gogh noodzakelijk geacht. Een gedwongen opname kan alleen

Nadere informatie

Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten

Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten Proefschrift: S.U. Zuidema Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten met dementie Samenvatting Dementie is een ongeneeslijke aandoening met belangrijke effecten op cognitie, activiteiten

Nadere informatie

Titel van het onderzoek: Bepaling van Zink en het Ontstekingseiwit PTX3 bij Patiënten met Sikkelcelziekte (ZIP studie)

Titel van het onderzoek: Bepaling van Zink en het Ontstekingseiwit PTX3 bij Patiënten met Sikkelcelziekte (ZIP studie) INFORMATIEBRIEF EN TOESTEMMINGSFORMULIER VOOR PATIËNTEN Titel van het onderzoek: Bepaling van Zink en het Ontstekingseiwit PTX3 bij Patiënten met Sikkelcelziekte () Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u om

Nadere informatie

Tabellenboek bij bericht panel Psychisch Gezien: kijk op ambulante zorg. Lex Hulsbosch Caroline Place Harry Michon

Tabellenboek bij bericht panel Psychisch Gezien: kijk op ambulante zorg. Lex Hulsbosch Caroline Place Harry Michon Tabellenboek bij bericht panel Psychisch Gezien: kijk op ambulante zorg Lex Hulsbosch Caroline Place Harry Michon Inhoudsopgave Algemene toelichting... 3 Legenda bij tabellen... 4 Deel 1 - Algemene gegevens...

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Ontslag van Intensive Care of Medium Care-IC naar verpleegafdeling

Patiënteninformatie. Ontslag van Intensive Care of Medium Care-IC naar verpleegafdeling Patiënteninformatie Ontslag van Intensive Care of Medium Care-IC naar verpleegafdeling Ontslag van Intensive Care of Medium Care-IC naar verpleegafdeling 1 Ontslag van Intensive Care of Medium Care-IC

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie