Europees Parlement: Wetenswaardigheden S&D ECR ALDE 52 GUE/NGL GUE/NGL 6,9 %

Transcriptie

1 BRFING April 19 Europees Parlement: Wetenswaardigheden Deze briefing, die door de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement is gepubliceerd, is bedoeld om belangrijke wetenswaardigheden te verstrekken over het Europees Parlement, zowel over de zittingsperiode die nu ten einde loopt, als over de zeven voorgaande zittingsperiodes sinds in juni 1979 rechtstreekse verkiezingen werden ingevoerd. Op de zeven volgende bladzijden zult u allerlei grafieken aantreffen over o.a.: de huidige en vroegere samenstelling van het Europees Parlement; het toegenomen aantal partijen dat vertegenwoordigd is in het Parlement en de ontwikkeling van de politieke fracties; het stijgend aantal vrouwen dat in het Parlement zetelt; de kiesstelsels die in de verschillende lidstaten worden gebruikt voor de verkiezingen van het Parlement; de opkomstpercentages in vergelijking met de nationale verkiezingen; samenvatting van de activiteiten van het Parlement in de zittingsperiode 14-19, en in de zittingsperiode 09-14; de jaarlijkse kosten van het Parlement in vergelijking met andere parlementen; een overzicht van de belangrijkste bestuursorganen van het Parlement. De briefing is tijdens de zittingsperiode regelmatig bijgewerkt om de meest recente ontwikkelingen in aanmerking te nemen. Europees Parlement, Omvang van de politieke fracties Aantal EP-leden in iedere politieke fractie op 29 maart Verts/ALE GUE/NGL EFDD 37 ENF NI 751 EP-leden Aandeel EP-leden in iedere politieke fractie Aandeel van iedere politieke fractie in het totale aantal zetels in het Parlement. Verts/ALE,9 % 9,1 % 28,9 % 24,9 % GUE/NGL,9 % 10,1 % 5,5 % EFDD Totaal 4,9 % ENF 751 zetels 2,8 % NI De politieke fracties in het huidige Parlement (in volgorde van grootte): Fractie van de Europese Volkspartij (christendemocraten) (), Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement (), Fractie Europese Conservatieven en Hervormers (), Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (), Fractie van de Groenen/Europese Vrije Alliantie (Verts/ALE), Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links (GUE/NGL), Fractie Europa van Vrijheid en Directe Democratie (EFDD), Fractie Europa van Naties en Vrijheid (ENF), en ten slotte de Niet-fractiegebonden leden (Niet-ingeschrevenen NI). Auteur: Giulio Sabbati Onderzoeksdienst voor de leden PE

2 Omvang van de politieke fracties in het EP per lidstaat (op 29 maart 19) DE UK NL BE CZ DK FI LT EU DE 34 UK NL5 BE4 CZ DK1 FI3 4 5 LT DE UK 14 5 NL3 BE4 CZ DK3 4 FI2 1 2 LT DE Greens/EFA Verts/ ALE DE4 DE GUE/ NGL DE8 GUE/NGL EFDD NI_OTHER ENF ENF 28,9 % 24,9 % 10,1 % 9,1 %,9 % GUE/ NGL,9 % DE1 NI Totaal UK1 UK3 UK UK UK UK1 UK NL3 NL1 NL2 NL NL2 NL7 NL4 2 BE BE BE2 BE BE4 BE BE1 CZ3 CZ CZ CZ1 CZ2 CZ4 CZ DK1 DK1 DK1 DK DK3 DK3 DK 3 FI1 FI FI1 FI FI2 FI4 FI LT LT LT1 LT1 LT1 LT3 LT Verts/ ALE DE1 EFD DE2 EFDD ENF NI Totaal 5,5 % 4,9 % 2,8 % 100 % Data verstrekt door afdeling Ledenadministratie, DG Presidium, Europees Parlement. Landencodes en vlaggen: 2 Oostenrijk () België (BE) Bulgarije () Kroatië () Cyprus () Tsjechië (CZ) Denemarken (DK) Estland () Finland (FI) Frankrijk () Duitsland (DE) Griekenland Hongarije () Ierland () Italië () Letland () Litouwen (LT) Luxemburg () Malta () Nederland (NL) Polen () Portugal () Roemenië () Slowakije () Slovenië () Spanje () Zweden () Verenigd Koninkrijk (UK) Germany (D France () Italy () United King Spain () Poland () Romania ( Netherlands Belgium (BE Czech Repu Greece (GR) Hungary ( Portugal ( Sweden () Austria () Bulgaria ( Denmark (D Slovakia ( Finland (FI) Ireland () Croatia () Lithuania (LT Latvia () Slovenia (SL Estonia () Cyprus () Luxembourg Malta () EU

3 Europees Parlement: Wetenswaardigheden Nieuwe en in 14 herkozen EP-leden (als percentage van het totaal aantal EP-leden) Onder nieuwe EP-leden in 14 wordt verstaan: EP-leden die noch in de vorige noch in eerdere zittingsperioden (09-14) gezeteld hebben in het EP. Van de 751 EP-leden was 48,5% nieuw in het EP in 14, terwijl 51,5% al eerder in het EP had gezeteld. Het hoogste aandeel nieuwe EP-leden had Griekenland (90,5%), terwijl Luxemburg het laagste aantal nieuwe leden had (1,7%). 100 % 90,5 % 7,1 %,7 %,7 %,7 % 58,8 % 55,0 %,5 % 53,8 % 53,7 %,4 % 50,0 % 50,0 % 48,5 % 47, % 47,1 % 4,2 % 4,2 % 45,9 % 45,5 % 44,4 % 42,5 % 38,1 % 37,5 % 37,5 % 3,4 % 31,3 % 30,8 % 1,7 % 50 % Nieuwe EP-leden Herkozen EP-leden 0 % 9,5 % 32,9 % 33,3 % 33,3 % 33,3 %,2 % 45,0 % 45,5 % 4,2 % 4,3 % 47, % 50,0 % 50,0 % 51,5 %,4 %,9 % 53,8 % 53,8 %,1 %,5 % 55, % 57,5 % 1,9 % 2,5 % 2,5 % 3, % 8,8 % 9,2 % 83,3 % CZ NL EU DK LT UK BE DE FI Leeftijd EP-leden per lidstaat De grafiek toont de gemiddelde leeftijd van de EPleden, alsmede die van het oudste en het jongste lid, per lidstaat. De gemiddelde leeftijd van de leden bedroeg op 29 maart jaar, waarbij het oudste lid (uit Frankrijk) 90 jaar was en het jongste lid (uit België) 28 jaar. Op de constituerende vergadering in juli 14 was de gemiddelde leeftijd 53 jaar, toen het oudste lid 91 was (uit Griekenland) en het jongste 2 (uit Denemarken). Tussen juli 14 en januari 19 werden 108 leden om verschillende redenen vervangen. 43 leden traden af, overleden en 59 werden benoemd in een ambt dat niet verenigbaar was met het lidmaatschap van het Europees Parlement zij werden bijvoorbeeld lid van hun nationale parlement of regering. DK NL CZ BE EU-28 FI UK DE LT Minimum Gemiddelde Maximum

4 Europees Parlement, Omvang van de politieke fracties in iedere zittingsperiode De relatieve omvang van de politieke fracties van het Europees Parlement wordt getoond voor elke van de acht zittingsperioden sinds de eerste rechtstreekse verkiezingen in De data, uitgedrukt in percentage van het totaal aantal zetels, hebben betrekking op de constituerende vergadering (in juli) van iedere zittingsperiode. De laatste kolom aan de rechterkant toont de samenstelling van het Parlement op 29 maart % 2,4 % 2,7 % 5,4 % 10,7 % 9,8 % 15,4 % 1, % 3,7 % 4, %,7 % 9,4 % 7,1 %,5 % 2,3 % 2,7 % 3,3 % 2,5 % 3,9 % 5,8 % 5,4 % 9,5 %, % 4,8 % 3,4 % 3,4 % 4,8 % 4, % 4,1 % 4,9 % 7,8 % 1,4 % 2,9 % 4,8 % 2, % 7,7 %,7 % 8,0 % 4,0 % 3,7 % 5,1 % 5,7 % 5, %,0 % 3,7 % 4,3 % 7,5 % 4,8 %,4 % 7,3 % 100 %,9 %,4 %,7 %,9 % 8,9 % 9,3 % 2,9 % 4,9 % 5,5 %,9 %,9 % 9,1 % 10,0 % 50 % 27,3 % 30,0 % 34,7 % 34,9 % 28,8 % 27,3 % 25,0 % 50 % 25,4 % 24,9 % 2,3 % 25,3 % 23,4 % 27,5 % 37,2 % 3, % 3,0 % 29,4 % 28,9 % 0 % 0 % GUE/NGL Verts/ALE EFDD NI ENF Overige Bron: DG Communicatie, Europees Parlement. De kleuren die gebruikt zijn om de politieke fracties in de huidige zittingsperiode aan te duiden zijn ook gebruikt in de vorige zittingsperioden, waardoor de ontstaansgeschiedenis van de huidige fracties kan worden nagegaan. Er dient echter op gewezen dat de namen en samenstellingen van de politieke fracties, en hun lidmaatschap, vaak kunnen wijzigen. Er kunnen dus substantiële gemeenschappelijke elementen in de huidige fracties en hun voorgangers worden vastgesteld, maar ze kunnen niet in alle gevallen worden beschouwd als dezelfde fractie met een naadloze geschiedenis. De categorie Overige bevat een aantal fracties die niet langer bestaat. Nationale partijen en politieke fracties in het EP In de afgelopen acht zittingsperioden van het Parlement tot heden is de successieve toename van het aantal lidstaten en EP-leden overstegen door de toename van het aantal nationale politieke partijen die in het EP is vertegenwoordigd. Hoewel het aantal politieke fracties in grote lijnen stabiel is gebleven, zeven tot tien, zijn de drempel om een nieuwe fractie op te richten in de loop der jaren verhoogd en fracties nemen nu leden op uit een groter aantal lidstaten dan in eerdere zittingsperioden Aantal EP-leden Aantal lidstaten Aantal politieke fracties Aantal nationale politieke partijen Aantal nationale delegaties in politieke fracties

5 Europees Parlement: Wetenswaardigheden Aandeel mannen en vrouwen in het EP De ontwikkeling van het aandeel vrouwen onder alle EP-leden aan het begin van iedere zittingsperiode laat een gestage groei zien, van 1,3% in de eerste zittingsperiode tot 3,9% in de huidige zittingsperiode. Door wijzigingen in de samenstelling van het Parlement is het percentage vrouwen licht afgenomen (van 3,9% tot 3,5%) % 80 % 0 % Man ,3 % % % 0 % 3,9 % 1,3 % Vrouw ,5 % Vrouwen in het EP en in nationale parlementen van EU-lidstaten Vergelijking van de gemiddelde vertegenwoordiging van vrouwen in nationale parlementen in de lidstaten en in het Europees Parlement laat zien dat beide in de loop der tijd zijn gestegen. De ontwikkeling in de nationale parlemen-ten tot 199 is alleen in zoverre representatief dat ze gebaseerd is op de data die beschikbaar zijn voor een beperkt aantal lidstaten. Medio jaren 00 kan een duidelijke stijging van het percentage vrouwen in nationale parlementen worden geconstateerd, wat ten dele kan worden teruggevoerd op de invoering van genderquota voor de verkiezingen in verschillende lidstaten (Frankrijk 00, België 02, Portugal 0, Spanje 07). % 30 % % 10 % Europees Parlement Nationale parlementen van de lidstaten 3,5 % 28, % 0% Vrouwelijke EP-leden per lidstaat FI UK NL EU DE BE DK CZ LT Totaal aantal zetels Percentage vrouwelijke leden in het EP (29 maart 19) % % 50 % 33 % % 50 % 33 % > 0 7,9 %,5 %,5 % 50,0 % 50,0 % 48,1 % 43,2 % 39,7 % 38,9 % 38,5 % 38,4 % 37,5 % 37,5 % 3,5 % 3,5 % 33,3 % 33,3 % 30,8 % 30,8 % 28, % 28,1 % 25,5 % 23,8 % 23,8 % 19,0 % 18,2 % 17, % 1,7 % 1,7 % Genderquota in het EP voor de verkiezingen in 14 Het percentage vrouwelijke EP-leden in het huidige Europees Parlement loopt van 7,9 % in Finland tot 1,7 % in Cyprus en Estland. In de verkiezingen van mei 14 hadden negen lidstaten genderquota, die voornamelijk golden voor de opstelling van de kieslijsten, met evenveel mannelijke als vrouwelijke kandidaten, om ondervertegenwoordiging van vrouwen of mannen te voorkomen. 5

6 Electorale systemen voor het Europees Parlement Het EP heeft momenteel 751 EP-leden, een vermindering ten opzichte van de vorige zittingsperiode (09-14) toen het 7 EP-leden telde (7 + voor Kroatië, dat in toetrad). Kiessysteem en aantal EP-leden Cyprus Malta Slovenië 8 Luxembourg 8 Gesloten lijsten Voorkeurstemmen STV (één overdraagbare stem) 51 9 Meervoudige kiesdistricten 9 Aantal EP-leden Kiesdrempel 5% 5% 4% 4% 3% 3% 1,8 % 1.8% * * Kiesdrempel geldt voor elk kiesdistrict. * Threshold applies to each constituency None EP-leden worden verkozen volgens nationale electo-rale systemen, maar die moeten voldoen aan bepaalde gemeenschappelijke beginselen die in het EU-recht zijn vastgesteld, met name het beginsel van evenredige vertegenwoordiging. Als algemene regel kunnen kiezers kiezen tussen politieke partijen, afzonderlijke kandidaten of beide. Terwijl in sommige lidstaten kiezers alleen op een lijst kunnen stemmen, zonder de mogelijkheid om de volgorde van de kandidaten te wijzigen (gesloten lijst), kunnen kiezers in andere lidstaten hun voorkeur voor een of meerdere kandidaten laten blijken (voorkeurstemmen). In plaats van een lijstensysteem creëren sommige lidstaten de mogelijkheid van een voorkeurstem door gebruik te maken van één overdraagbare stem (Single transferable vote STV). Het EU-recht staat lidstaten toe om, als voorwaarde voor de toewijzing van de zetels van het Europees Parlement aan een partij, een kiesdrempel vast te stellen van maximaal 5% van de uitgebrachte stemmen. In 14 lidstaten is sprake van dergelijke formele kiesdrempels (en hoewel in lidstaten of regio s met een relatief klein aantal EP-leden geen formele kiesdrempel bestaat, geldt in deze lidstaten of regio s logischerwijze een de-factokiesdrempel van 5%). Opmerking: De grafiek links laat de situatie zien zoals die bij de verkiezingen in 14 was. Zie om het verschil met de verkiezingen in 19 te zien ons kort overzicht over Europese verkiezingen van 19: Nationale voorschriften. Jaarlijkse kosten van het EP per inwoner EP 3,50 Duitsland 9, VK 8,90 Frankrijk 8,00 VS,00 Bovenstaande grafiek toont de jaarlijkse operationele kosten, gedeeld door het aantal inwoners, voor het Europees Parlement, de Duitse bondsdag, het Britse Lagerhuis, de Franse Nationale Vergadering en het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden1. Uiteraard moet de nodige voorzichtigheid worden betracht bij het vergelijken van de kosten van parlementen, aangezien elk parlement zijn eigen geschiedenis, tradities en organisatievorm heeft: begrotingstoewijzingen in het ene parlement hebben wellicht geen tegenhanger in het andere, terwijl er verschillende financieringsniveaus kunnen worden gehanteerd voor ogenschijnlijk vergelijkbare taken. De EP-begroting bevat bijvoorbeeld kosten voor vertaling en vertolking in en uit 24 talen, en voor het functioneren in drie vergaderplaatsen Brussel, Straatsburg en Luxemburg terwijl andere parlement dergelijke kosten niet hebben. 1 De cijfers hebben betrekking op de uitgevoerde begrotingen voor het kalenderjaar 15 (VK begrotingsjaar 14-15, VS begrotingsjaar 15).

7 Opkomstpercentage bij de Europese verkiezingen Opkomstpercentage in de lidstaten bij Europese verkiezingen sinds 1979 Europees Parlement: Wetenswaardigheden Voor elk van de acht Europese verkiezingen die er sinds 1979 zijn gehouden, toont de tabel hieronder het laagste opkomstpercentage van alle lidstaten, het hoogste in een lidstaat zonder stemplicht, en tenslotte het hoogste over het geheel genomen. Het EU-gemiddelde bij iedere verkiezing is aangegeven in lichtblauw BE! 91,4 % 92,1 % 90,7 % 90,7 % 91,0 % 90,8 % 90,4 % 89, %! 88,9 % 88,8 % 87,4 % 88,5 % 87,3 % 91,3 % 90,8 % 85,5 % 82,4 % 78,8 % 74,8 %! 77,2 % 79,9 % 73,2 % 71,5 % 3,2 %, % 0,0 % 84,9 % 83,4 % 81,0 % 73, % 9,8 % 71,7 % 5,1 % 57,2 % DK 47,8 %,4 % 4,2 %,9 % 50,4 % 47,9 % 59,5 % 5,3 % 3, % 47, % 8,3 % 44,0 % 50,2 % 58, % 57, %,4 % 38,8 % 37,9 % 45,5 % 51,1 % DE 5,7 % 5,8 % 2,3 % 0,0 % 45,2 % 43,3 % 48,1 % LT 48,4 %,0 % 47,4 % 49,0 % 42,4 % 4,0 % 45,4 %! 72,5 % 59,4 % 44,0 %, % 59,1 % 3,0 % 45,1 % 44,9 % 43,8 % EU 1,8 % 59,0 % 58,3 % 5,7 % 49,5 % 45, % 43,0 % 42, % 0,7 % 5,7 % 48,7 %,8 % 4,8 % 42,8 %, % 42,4 % FI 30,1 % 39,4 %,5 %,0 % NL 58,1 % 50, % 47,2 % 35,7 % 30,0 % 39,3 % 3,8 % 37,3 % 2,8 % 43,9 % 3,5 % 38,9 % 3,1 % UK 32,3 % 32, % 3,2 % 3,4 % 24,0 % 39,2 % 34,5 % 35,4 % 51,2 % 35,5 % 39,9 % 38, % 3,8 % 33,7 % 27,7 % 32,4 %,3 % 53,7 % 30,2 % Hoogste opkomstpercentage bij stemplicht 38,5 % 3,3 % 29,0 % 25,2 % Hoogste opkomstpercentage zonder stemplicht 28,4 % 28,3 % 24,5 %,9 % 24,5 % 23,8 % CZ Laagste opkomstpercentage 28,3 % 28,2 % 18,2 % 17,0 % 19, %,0 %! Stemplicht in deze lidstaat (stemmen was ook verplicht in Italië van 1979 t/m 1989). Trends in opkomstpercentages bij nationale en Europese verkiezingen De trends in de opkomstpercentages in vier verschillende soorten verkiezingen sinds de eerste rechtstreekse verkiezingen van het EP in 1979 laten zien dat het opkomstpercentage gestaag daalt, zowel in de Europese Unie als in de Verenigde Staten. Deze trends komen overeen met de algemene daling van het gemiddelde opkomstpercentage bij verkiezingen in de G sinds 1945 van circa 80% vlak na de oorlog naar circa 0% nu. EU Croatia 90% Parlementsverkiezingen in de EU-lidstaten 70% 50% Europees Parlement VS Congres (bij presidentsverkiezingen) VS Congres (mid-term) 30% De grafiek toont de nauwe samenhang tussen de neerwaartse trend van het opkomstpercentage bij Europese verkiezingen en de verkiezingen van het Amerikaans Congres, zowel in absolute termen als in trends. De parallelle afname van het opkomstpercentage bij nationale parlementsverkiezingen in de lidstaten en bij de Europese verkiezingen laat zien dat kiezers de Europese verkiezingen op dezelfde manier behandelen als hun nationale verkiezingen, maar dat de gemiddelde opkomst bij nationale verkiezingen 15 % tot % hoger ligt. In het algemeen kan gesteld worden dat verkiezingen waarbij kiezers stemmen over wie de uitvoerende macht krijgt en wie de wetgevende macht controleert een hoger opkomstpercentage hebben dan andere verkiezingen. De opkomst bij de Europese verkiezingen en de nationale parlementsverkiezingen wordt berekend aan de hand van het totaal aantal stemmen dat is uitgebracht als percentage van het totaal aantal geregistreerde kiezers. Alle nationale verkiezingen die in een jaar plaatsvinden worden opgeteld om een jaarlijks EU-breed percentage te genereren. 7

8 De werkzaamheden van het Europees Parlement Het Europees Parlement neemt zijn standpunten aan door tijdens de plenaire vergadering te stemmen over wetgevings- en begrotingsteksten, initiatiefverslagen en andere resoluties. De vaste commissies van het Parlement verrichten de voorbereidende werkzaamheden, behandelen de ontwerp-wetgeving zorgvuldig en organiseren openbare hoorzittingen over belangrijke onderwerpen. In de loop van het wetgevingsproces vergaderen vertegenwoordigers van EP-commissies met hun collega s van de Raad van ministers en de Europese Commissie, in trialoogonderhandelingen (trialogen). Activiteit in de plenaire vergaderingen van het EP in de afgelopen vijf jaar van de zevende zittingsperiode (juli 09 juni 14) 20 Dagen Plenaire vergaderdagen Uren Vergaderuren Stemmingen? Goedgekeurde amendementen Teksten Aangenomen teksten Ingediende schriftelijke vragen Verworpen amendementen Wetgevingshandelingen waarvan Activiteit in de plenaire vergaderingen van het EP in de achtste zittingsperiode tot dusver (juli 14 december 18) 255 Dagen Plenaire vergaderdagen Uren Vergaderuren Stemmingen? 4 09 Ingediende schriftelijke vragen 774 Goedgekeurde amendementen Verworpen amendementen 2 4 Teksten Aangenomen teksten 708 Wetgevingshandelingen waarvan Bron: Afdeling Verloop en follow-up plenaire vergaderingen, DG Presidium, Europees Parlement. Werken met partners en burgers Het Europees Parlement heeft regelmatig vergaderingen met collega s uit de nationale parlementen van de lidstaten, met name op het niveau van de parlementaire commissies. De commissies van het Parlement winnen ook regelmatig het advies in van deskundigen en belanghebbenden middels openbare hoorzittingen wanneer zij beraadslagen over specifieke onderwerpen. Burgers kunnen op verschillende manieren contact leggen met het Parlement, door een bezoek te brengen aan de instelling, vragen te stellen aan de afdeling Informatieverzoeken van de burger ( Ask EP ), of door een verzoekschrift te richten aan de Commissie verzoekschriften. Onderstaande cijfers geven een indruk van deze activiteiten in de achtste zittingsperiode, van juli 14 t/m december Vergaderingen met nationale parlementen Vragen beantwoord door Ask EP Verzoekschriften 880ontvangen van burgers Openbare hoorzittingen door commissies van 5 het EP 8 Bezoeken van burgers aan het EP Follow-up brieven van Commissie 784 verzoekschriften

9 Europees Parlement: Wetenswaardigheden Wetgevingsactiviteit van het Europees Parlement, De kernactiviteit van het Europees Parlement is de amendering en aanneming van EU-wetgeving. Daartoe worden drie procedures gebruikt, waarvan de gewone wetgevingsprocedure nu de meest gebruikte is (traditioneel de medebeslissingsprocedure genoemd). Het Parlement kan ook worden verzocht zijn goedkeuring te hechten aan bepaalde besluiten van de Raad, of kan simpelweg geraadpleegd worden over bepaalde Commissievoorstellen. Bij de medebeslissings- en goedkeuringsprocedure heeft het EP het recht zijn veto uit te spreken over EU-wetgevingshandelingen. De twee onderstaande tabellen tonen het toegenomen gebruik van de mede-beslissingsprocedure, die de ruimere bevoegdheden van het EP weerspiegelt ten gevolge van de opeenvolgende Verdragswijzigingen, en de stijgende trend dat het EP en de Raad in eerste lezing overeenstemming bereiken over wetgevingshandelingen in die procedure. De tabel hieronder toont alle wetgevingsresoluties die ieder jaar sinds 04 in de plenaire vergadering zijn aangenomen, inclusief bij alle lezingen voor mede-beslissing Raadpleging Goedkeuring Mede-beslissing De tabel hieronder toont het stadium waarin het EP en de Raad overeenstemming hebben bereikt over afzonderlijke wetgevingsteksten, per jaar sinds 04. Naast het totale aantal dossiers dat werd goedgekeurd toont de grafiek ook het aantal dossiers dat in eerste lezing werd goedgekeurd (het meest frequente geval) Bemiddeling Tweede lezing EP Tweede lezing Raad Eerste lezing Bron: Afdeling Planning en coördinatie, DG Presidium, Europees Parlement. Aantal en gemiddelde lengte van mede-beslissingsprocedures In onderstaande tabel wordt voor de eerste helft van de huidige zittingsperiode (juli 14 december 17) de gemiddelde duur in maanden van iedere afgeronde wetgevingsprocedure (mede-beslissingsdossiers) weergegeven, evenals het stadium waarin overeenstemming werd bereikt. De cirkels illustreren het aantal dossiers dat in ieder stadium van de procedure is afgerond. Hun grootte staat in verhouding tot het aantal dossiers. Tot dusver is men in deze zittingsperiode nog bij geen enkel dossier overgegaan tot de bemiddelingsfase. Duur Aantal procedures Eerste lezing 18 maanden 2 Tweede lezing EP 39 maanden Tweede lezing Raad maanden 4 9

10 Aantal trialogen per jaar en per commissie In de achtste zittingsperiode hebben de commissies van het EP tot dus ver (van juli 14 tot december 18) deelgenomen aan in totaal 994 trialoogvergaderingen met de Raad en de Commissie. Het staafdiagram hieronder toont het aantal trialoogvergaderingen per jaar sinds het begin van de zevende zittingsperiode, met een piek in, die samenviel met de belangrijke beslissingen die toen genomen werden over programma s in het kader van het Meerjarig Financieel Kader 14- (MFK). In 18 nam één commissie deel aan 299 van de 315 trialogen, terwijl voor 1 trialogen twee commissies bij de vergadering betrokken waren. Het taartdiagram toont welke parlementaire commissies het meest betrokken waren bij trialoogvergaderingen in 18, het vierde volledige jaar in de zittingsperiode Het benadrukt de acht actiefste commissies op het vlak van trialogen als percentage van het totaal Achtste zittingsperiode Zevende zittingsperiode Overige: TRAN: JURI: 18 EM: 30 ENVI: Enige commissie 17 % 19 % 3 % Trialoogvergaderingen: % 15 % 10 % % 10 % 10 % 1 Gemengde commissie LIBE: 0 RE: 47 ECON: 32 IMCO: 32 Aantal wetgevingsverslagen en initiatiefverslagen In onderstaande tabel wordt het aantal verslagen weergegeven dat de parlementaire commissies in de periode tussen juli 14 en december 18 hebben aangenomen. Onder initiatiefverslagen, weergegeven in lichtoranje, vallen zowel initiatiefverslagen van wetgevende aard als andere initiatiefverslagen. Onder wetgevingsverslagen, weergegeven in blauw, vallen zowel verslagen uit hoofde van gewone wetgevingsprocedures (medebeslissing), goedkeuring en raadpleging, als procedures met betrekking tot internationale overeenkomsten. Onder andere verslagen, weergegeven in donkeroranje, vallen met name verslagen die verband houden met de werkzaamheden van bepaalde commissies in het kader van specifieke procedures, zoals de begrotings- of kwijtingsprocedure, alsook verzoeken om immuniteit van leden in gerechtelijke procedures. De groene balken hebben betrekking op procedures waarin commissies overwegen bezwaar aan te tekenen tegen een gedelegeerde of uitvoeringshandeling van de Commissie op basis van eerdere wetgevingshandelingen. Er werden 31 verslagen gezamenlijk aangenomen door twee commissies (artikel 55 van het Reglement) (en in één geval door drie commissies); zij worden als een aparte categorie gepresenteerd. Wetgevingsverslagen Initiatiefverslagene Buitenlandse zaken (AFET) 91 Economische en monetaire zaken (ECON) 42 Werkgelegenheid en sociale zaken (EM) 29 Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) 29 Regionale ontwikkeling (REGI) 29 Juridische zaken (JURI) 28 Rechten van de vrouw en gendergelijkheid (FEMM) 2 Ontwikkeling (DEVE) 22 Internationale handel (INTA) 22 Cultuur en onderwijs (CULT) Industrie, onderzoek en energie (RE) Milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) 18 Vervoer en toerisme (TRAN) 18 Interne markt en consumentenbescherming (IMCO) 17 Visserij (PECH) 17 Begrotingscontrole (CONT) 1 Landbouw en plattelandsontwikkeling (AGRI) 15 Constitutionele zaken (AFCO) Verzoekschriften (PETI) 10 Begroting (BUDG) Andere verslagen Gedelegeerde en uitvoeringshandelingen Gemengde commissies Bron: Afdeling Coördinatie wetgeving, DG Intern beleid, Europees Parlement. 10

11 Europees Parlement: Wetenswaardigheden Belangrijkste bestuursorganen van het EP Het Bureau, de Conferentie van voorzitters en de Conferentie van commissievoorzitters, hieronder weergegeven, worden aangevuld door overige bestuurs- en coördinerende organen in het Parlement, inclusief de Conferentie van delegatievoorzitters, het STOA-panel en de Coördinatiegroep democratieondersteuning en verkiezingen. Bureau van het EP Het Bureau is het orgaan dat verantwoordelijk is voor financiële, organisatorische en administratieve kwesties in het Parlement. Het bestaat uit de Voorzitter en 14 ondervoorzitters, die worden verkozen bij een absolute meerderheid van stemmen in de plenaire vergadering, in de volgorde waarin zij die meerderheid hebben verkregen. De vijf quaestoren, die in de plenaire vergadering zijn verkozen om de directe administratieve en financiële aangelegenheden van de leden te beheren, wonen ook de vergaderingen van het Bureau bij in hun hoedanigheid van adviseur maar hebben geen stemrecht. Antonio TAJANI Voorzitter Mairead McGUINNS Bogusław LIBERADZKI David-Maria SASSOLI Rainer WIAND Sylvie GUILLAUME Zdzislaw KRASNODĘBCKI Ramón Luis VALCÁRC SO Evelyne GEBHARDT Pavel TIČKA Lívia JÁRÓKA Ioan Mircea PAŞCU Dimitrios PAPADIMOULIS Heidi HAUTALA Fabio Massimo CASTALDO Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter Ondervoorzitter GUE/NGL Ondervoorzitter Verts/ALE Ondervoorzitter EFDD Elisabeth MORIN-CHARTR Quaestor Andrey KOVCHEV Quaestor Vladimír MAŇKA Quaestor Catherine BEARDER Quaestor Karol KARI Quaestor 1 Voorzitter 14 Ondervoorzitters 5 Quaestoren (zonder stemrecht) Conferentie van voorzitters van het EP De Conferentie van voorzitters (Cvv) bestaat uit de Voorzitter van het Parlement en de voorzitters van de acht politieke fracties. Zij stelt de agenda van de plenaire vergadering vast en bepaalt de algemene politieke koers van de instelling. De tabel hieronder toont de huidige leden van de Cvv. De samenstelling van de Cvv wordt bepaald door de omvang van de fracties, in termen van zetels in het Parlement. Drie fracties hebben medevoorzitters. De nietfractiegebonden leden (NI) worden vertegenwoordigd door een waarnemer zonder stemrecht. Voorzitter van het EP: Antonio TAJANI Verts/ ALE GUE/ NGL EFDD ENF NI Voorzitter Voorzitter Mede-voorzitters Voorzitter Mede-voorzitters Voorzitter Voorzitter Mede-voorzitters Waarnemer Manfred WEBER Udo BULLMANN Syed KAMALL Guy VERHOFSTADT Ska KLER Gabriele ZIMMER Nigel FARAGE Nicolas BAY Diane DODDS rmany (DE) any (DE) () Ryszard Antoni LEGUTKO ngdom (UK) Italy () um (BE) Italy () any (DE) Belgium (BE) any (DE) Philippe LAMBERTS Belgium (BE) m (BE) dom (UK) Belgium (BE) Germany () Italy () (DE) Belgium (BE) ngdom United (UK) Kingdom (UK) Italy () GUE/NGL Greens/EFAEFDD Belgium (BE) Italy () Marcel de GRAAFF ENF France France () () Belgium (BE) NI Netherlands Netherlands (NL) (NL) Italy ()

12 Parlementaire commissies Er zijn vaste commissies (en twee sub-commissies) in het EP, die elk een beleidsterrein bestrijken. Zij stellen verslagen op die worden behandeld in de plenaire vergadering zowel over wetgevings- als niet-wetgevingsaangelegenheden en roepen de uitvoerende macht ter verantwoording. De overzichtstabel hieronder toont de commissies van het EP, in de volgorde van het aantal EP-leden dat er in zetelt. Het overzicht toont tevens de voorzitters, die door de leden van elke commissie zijn verkozen, hun politieke fractie en hun nationaliteit. De commissievoorzitters komen bijeen in de Conferentie van commissievoorzitters, en zij hebben Cecilia Wikström, voorzitter van de Commissie verzoekschriften (PETI), verkozen als hun voorzitter voor de tweede helft van de huidige zittingsperiode. Het taartdiagram toont de verdeling van de commissievoorzitters tussen de politieke fracties, met dezelfde kleurcode als in eerdere diagrammen. Bovendien zijn er momenteel drie speciale commissies normaal met een ambtstermijn van maximaal twaalf maanden over Terrorisme (TERR), de EU-toelatingsprocedure voor pesticiden () en over Financiële misdrijven, belastingontduiking en belastingontwijking (TAX3). De eerste twee hebben elk 30 leden, de derde heeft er 45. Buitenlandse zaken Veiligheid en defensie Mensenrechten Milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid Industrie, onderzoek en energie Economische en monetaire zaken Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Werkgelegenheid en sociale zaken Vervoer en toerisme Landbouw en plattelandsontwikkeling Regionale ontwikkeling Begroting Internationale handel Interne markt en consumentenbescherming Rechten van de vrouw en gendergelijkheid Verzoekschriften Cultuur en onderwijs Begrotingscontrole Ontwikkeling Visserij Constitutionele zaken Juridische zaken Aantal EP-leden Naam van de voorzitter McALLISTER David FOTYGA Anna Elżbieta PANZERI Pier Antonio VĂLEAN Adina-Ioana BUZEK Jerzy GUALTRI Roberto MORA Claude HÄND Thomas DLI Karima SKRI Czesław Adam MIHAYLOVA Iskra ARTIS Jean LANGE Bernd VAN BOSSUYT Anneleen BLINKEVIČIŪTĖ Vilija WIKSTRÖM Cecilia KAMMEREVERT Petra GRÄSSLE Ingeborg McAVAN Linda CADEC Alain HÜBNER Danuta Maria SVOBODA Pavel Aandeel commissievoorzitters per politieke fractie 5% 5%5% GUE/NGL Verts/ALE 15% % 30% Eerdere edities van deze briefing zijn gepubliceerd in april 18 (PE ), maart 17 (PE ), maart 1 (PE ), april 15 (PE 5.725) en november 14 (PE 2.150). De gebruikte gegevens zijn afkomstig van diverse bronnen binnen en buiten het Europees Parlement, waaronder het directoraat Betrekkingen met de nationale parlementen en de afdelingen Wetgevingsplanning en Coördinatie, Activiteiten van de leden, Ledenadministratie en Verloop en Follow-up plenaire vergaderingen van DG Presidium (PR), de afdeling Wetgevingscoördinatie en het secretariaat van de Commissie verzoekschriften van DG Intern Beleid (IPOL); de afdeling Analyse van de publieke opinie en de afdeling Bezoeken en Studiedagen van DG Communicatie (COMM); de afdeling Informatieverzoeken van de burger van DG EPRS; en de IDEA database van verkiezingsstatistieken. DISCLAIMER EN COPYRIGHT Dit document met achtergrondinformatie is opgesteld voor, en gericht aan, de leden en de ambtenaren van het Europees Parlement ter ondersteuning van hun parlementaire werkzaamheden. De inhoud van dit document valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de auteur(s) en de hierin geuite meningen geven niet noodzakelijkerwijs het officiële standpunt van het Europees Parlement weer. Nadruk en vertaling met bronvermelding voor niet-commerciële doeleinden is toegestaan, mits het Europees Parlement daarvan vooraf op de hoogte wordt gesteld en een exemplaar krijgt toegestuurd. Europese Unie, 19. eprs@ep.europa.eu (contact) (intranet) (internet) (blog)