Bijwerking 2013 (gegevens 2012) Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijwerking 2013 (gegevens 2012) Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten"

Transcriptie

1 van het Federaal Planbureau EMAS Bijwerking 213 (gegevens 212) Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten

2 Bijdragen Deze publicatie werd verwezenlijkt onder leiding van Patricia Delbaere Hebben bijgedragen: Henri Bogaert, Silvie Daenen, Danielle Desmedt, Johan Duyck, Nathalie Fostier, Bruno Hoornaert, Guy Vandille en Sylvie Varlez. Hebben meegewerkt: Laure Nols, Bart Van den Cruyce, Patrick Vandenhove en Jan Verschooten. Federaal Planbureau Kunstlaan 47-49, 1 Brussel tel.: fax: contact@plan.be

3 Inleiding door de Commissaris Het personeel en de directie van het Federaal Planbureau zijn zich bewust van de impact van hun activiteiten op het leefmilieu en ondernamen sinds meer dan 1 jaar een groot aantal initiatieven op dat vlak. Onze organisatie doet al het mogelijke om haar negatieve (positieve) impact op het leefmilieu verder te verminderen (vermeerderen) en zal deze inspanningen ook in de toekomst blijven verderzetten. Een officieel erkend en extern geverifieerd milieuzorgsysteem vormt de beste waarborg voor het continu verbeteren van onze milieu-impact. Het directiecomité van het Federaal Planbureau heeft dan ook reeds in 22 besloten om zich in te schrijven in het kader van het label ecodynamische onderneming van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en kreeg bij toetreding onmiddellijk twee sterren. De sindsdien ondernomen inspanningen werden ondertussen in 28 beloond met een derde ster wat in 212 bevestigd werd. Sinds 26 kadert het Federaal Planbureau haar leefmilieustrategie eveneens binnen het Eco-Management and Audit Scheme (EMAS). Dit europees milieuzorgsysteem biedt een structureel kader dat de concrete opvolging van de vooropgestelde milieudoelstellingen en -acties mogelijk maakt op lange termijn. Ik zal mij inzetten om de goede werking van de EMAS-werkzaamheden binnen het Federaal Planbureau te verzekeren en mijn medewerkers aanmoedigen om bij te dragen aan de zorg voor het leefmilieu. Henri Bogaert Commissaris van het Plan

4

5 Inhoudstafel Inleiding door de Commissaris... 3 Inhoudstafel Milieubeleid (19 juni 212) Het Federaal Planbureau Identiteitskaart van het Federaal Planbureau Organigram van het Federaal Planbureau 3 3. Voorstelling van het milieubeheersysteem (MBS) Diagram van de structuur van het MBS op het Federaal Planbureau Verklaring van de elementen van het MBS 4 4. Het Federaal Planbureau en zijn belangrijke directe milieuaspecten Indicatoren voor het milieubeheersysteem Mobiliteit Belangrijkste acties Opvolgingsindicatoren Papier Belangrijkste acties Opvolgingsindicatoren Energie Belangrijkste acties Opvolgingsindicatoren Water Belangrijkste acties Opvolgingsindicatoren Aankopen Belangrijkste acties Opvolgingsindicatoren Afval Belangrijkste acties Opvolgingsindicatoren Transversale indicatoren Uitstoot van broeikasgassen (BKG) 25

6 Uitstoot luchtverontreinigende stoffen Het Federaal Planbureau en zijn indirecte milieu-aspecten Belangrijkste acties Opvolgingsindicatoren Aantal documenten met een potentiële impact op het milieu Bijlagen Synthetische tabel met de resultaten van de cyclus Ter informatie, resultaten van het FPB ten opzichte van het gemiddelde van de EMAS-geregistreerde federale instellingen (voor het jaar 212) Verklaring van de milieuverificateur over de verificatie- en valideringswerkzaamheden.. 29 Het Federaal Planbureau... 1 De publicaties van het Federaal Planbureau... 1

7 1. Milieubeleid (19 juni 212) 1

8 2. Het Federaal Planbureau 2.1. Identiteitskaart van het Federaal Planbureau Het Federaal Planbureau (FPB) is een instelling van openbaar nut. Het maakt studies en vooruitzichten over economische, sociale en milieubeleidskwesties. Ook wordt de integratie van die beleidskwesties in een context van duurzame ontwikkeling bestudeerd. De instelling stelt minder dan 1 personeelsleden te werk. In 22 verkreeg het Federaal Planbureau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het label ecodynamische onderneming (twee sterren) voor het op poten zetten van een intern milieuzorgsysteem en een milieuprogramma. In 25 werd het label, dankzij volgehouden inspanningen, verlengd tot eind 28. In 28, werd er een bijkomende ster verkregen en sindsdien heeft het FPB dus drie sterren voor het label ecodynamische onderneming. Dit werd bevestigd in 212. Daarnaast heeft de Directieraad van het Federaal Planbureau van 2 oktober 25, overeenkomstig de beslissing van de ministerraad van 2 juli 25, beslist om in 26 de EMAS-registratie te behalen. Deze werd begin 27 behaald. Mevr. Delbaere werd aangewezen als EMAS-adviseur en M. Verschooten, adjunct-commisaris, volgt en ondersteunt het proces namens de directie. De EMAS-registratie is van toepassing op het door het Federaal Planbureau bezette gebouw op de Kunstlaan 47-49, 1 Brussel en op alle missies van het Federaal Planbureau. Naam Oprichtingsdatum 1994 Vorm Federaal Planbureau Instelling van openbaar nut Adres Kunstlaan Brussel Telefoon 2/ Fax 2/ Website NACE-code Gemiddeld aantal werknemers/jaar 83 VTE in 212 Oppervlakte in m² 7 verdiepingen van 62 m2; gelijkvloers wordt uitgebaat door een andere organisatie Infrastructuur Huurder van het gebouw Activiteitensector Uitvoeren van wetenschappelijke studies Reeds verworven labels Label ecodynamische onderneming: 2 sterren voor en voor sterren voor en EMAS registratie REG. NO. BE-BXL-11 Milieuvergunning Gemeenschappelijk voor Handelsstraat 44 en Kunstlaan tot 18 juni 218 2

9 2.2. Organigram van het Federaal Planbureau In 1999 werd een greening -groep opgericht met een tiental vrijwilligers. Elke persoon van deze groep is verantwoordelijk voor een thema en zorgt voor de opvolging van dit thema zowel op het vlak van indicatoren als op het vlak van uit te voeren acties. Deze groep bestaat uit een mobiliteitscoördinator, een verantwoordelijke papier, een verantwoordelijke energie, een verantwoordelijke water, een verantwoordelijke aankopen, een verantwoordelijke eerlijke handel, een verantwoordelijke afval, een verantwoordelijke onderhoudsproducten en een greening communicatieverantwoordelijke. De verantwoordelijke voor het budget en het beheer van het gebouw evenals het directielid dat het proces ondersteunt komen de groep vervolledigen. De EMAS-adviseur is verantwoordelijk voor het beheer van het EMAS-systeem en maakt eveneens deel uit van de greeninggroep. Commissaris Adjunct-Commissaris EMAS-adviseur Preventieadviseur Brandverantwoordelijke Verantwoordelijke ADDG Verantwoordelijke SDDS ADSG ADDG SDDS Adjunct-Commissaris Verantwoordelijke Verantwoordelijke Adjunct Adjunct Adjunct Adjunct Adjunct belast met projecten inzake duurzame ontwikkeling Equipecoördinator Equipecoördinator Projectcoördinator Equipecoördinator Projectcoördinator Projectcoördinator Projectcoördinator Medewerker Medewerker Medewerker Medewerker Medewerker 3

10 3. Voorstelling van het milieubeheersysteem (MBS) 3.1. Diagram van de structuur van het MBS op het Federaal Planbureau Het onderstaande schema omvat de grote fasen van het EMAS-systeem, zoals beschreven in de EMAS-verordening. Ze worden daarna toegelicht rekening houdend met de specificiteiten van het FPB Verklaring van de elementen van het MBS Het milieubeheersysteem (MBS) van het Federaal Planbureau laat het personeel toe gemakkelijk zijn verantwoordelijkheden en taken te bepalen. Het personeel wordt ertoe aangespoord mee te werken aan projecten tot verbetering van de milieuprestaties. Het systeem wordt toegelicht in een handleiding en procedures. De voornaamste elementen van het MBS zijn: Het milieubeheersysteem (MBS) beschrijft de organisatorische en operationele structuur op het vlak van planning, procedures en vereiste middelen. Hierdoor kunnen o.a. de milieudoelstellingen verwezenlijkt worden en kan de reglementering nageleefd worden. De milieuanalyse is de analyse van de directe en indirecte problemen, impact en resultaten op het vlak van milieu bij alle activiteiten. Ze maakt het mogelijk de belangrijke milieu-effecten en de te beheersen 4

11 activiteiten te bepalen op basis van 6 criteria: grondstofstromen, wetgeving, milieu-impact, praktijken, opinie van de werknemers en invloed (omkeerbaarheid). De huidige regelgeving vervolledigt de milieuanalyse met een lijst van alle wettelijke en andere vereisten die van toepassing zijn op het Federaal Planbureau. Deze reglementering is vooral afkomstig van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De toepasbare regelgeving wordt opgevolgd in samenwerking met de Programmatorische overheidsdienst Duurzame ontwikkeling. Het milieubeleid formaliseert de door de instelling aangegane verbintenis. Het wordt ondertekend door de Commissaris van het Plan en wordt ad valvas opgehangen. Het is ook beschikbaar op de website van het Federaal Planbureau. Het milieuprogramma bepaalt de milieudoelstellingen en hun cijferdoelen evenals de concrete acties om deze doelstellingen en cijferdoelen te halen. Het beschrijft de reeds genomen of geplande maatregelen op het vlak van menselijke, technische en budgettaire middelen. Het legt tevens toepassingstermijnen vast. De milieudoelstellingen zijn de doelstellingen die werden gekozen om de belangrijke milieueffecten te verminderen en de activiteiten beter te beheersen. Ze zijn in overeenstemming met het milieubeleid van het Federaal Planbureau. De implementatie bevat o.m. het opstellen van procedures, het definiëren van rollen en verantwoordelijkheden in het proces, het uitvoeren van de maatregelen en acties voorzien in het programma. De opvolging en de meting verzekert een monitoring van de toestand van de situatie aan de hand van milieuprestatie-indicatoren. De interne audit is een interne toetsing van de goede werking van het MBS. Het belang van dat beheermiddel is dat eventuele functiestoornissen kunnen worden opgespoord en dat mogelijkheden tot verbetering kunnen worden aangebracht. De resultaten van de audit worden geanalyseerd tijdens de jaarlijkse beoordeling managementtoetsing. De externe audit leidt tot het valideren van het systeem en van de milieuverklaring door een geaccrediteerde externe verificateur. De managementtoetsing is een beoordeling van het MBS door de directie teneinde de continue geschiktheid, adequaatheid en doeltreffendheid daarvan te garanderen. De beoordeling omvat ook een evaluatie van de mogelijkheden tot verbetering en de noodzaak van wijzigingen in het MBS, met inbegrip van het milieubeleid en de milieudoelstellingen en -taakstellingen. De milieuverklaring maakt deel uit van de externe communicatie. Aangezien ze openbaar wordt gemaakt, dient ze begrijpelijk, doorzichtig en volledig te zijn. Ze is beschikbaar op de website van het Federaal Planbureau en ook bij de EMAS-adviseur. De registratie is de laatste stap waarbij men zich bij de bevoegde autoriteit, namelijk Brussel Leefmilieu, laat registreren. De vormingen worden voorzien naargelang de noden van de personen die betrokken zijn bij het MBS. De interne communicatie gebruikt een aantal middelen zoals mails, affiches, coffeebreaks enz. 5

12 4. Het Federaal Planbureau en zijn belangrijke directe milieuaspecten 4.1. Indicatoren voor het milieubeheersysteem De belangrijke directe milieuaspecten betreffen zes thema's: mobiliteit, papierverbruik, energieverbruik, waterverbruik, aankopen en afval. Elk van deze thema's wordt, in de volgende pagina's, voorgesteld onder de vorm van een fiche volgens eenzelfde structuur, wat het mogelijk maakt om de informatie over elk thema op een systematische wijze voor te stellen. Elke fiche herneemt een kader met de vastgestelde doelstellingen en bestaat uit twee rubrieken: Belangrijkste acties: deze rubriek stelt de belangrijkste acties voor die uitgevoerd werden sinds de eerste EMAS-registratie in 26, waarbij de nadruk gelegd wordt op de uitgevoerde en de voorziene acties van de lopende cyclus. Opvolgingsindicatoren: deze rubriek stelt de indicatoren voor die het mogelijk maken om de impact van het FPB op het milieu op te volgen. Het Federaal Planbureau volgt zijn milieubeheersysteem op aan de hand van een aantal milieuprestatie-indicatoren die in de tweede rubriek van deze fiches voorgesteld worden. Een synthetische tabel vergelijkt de resultaten van deze indicatoren met de te bereiken doelstellingen en cijferdoelen. Naast de thematische indicatoren herneemt de tabel eveneens transversale indicatoren op, betreffende de uitstoot van broeikasgassen en andere vervuilende stoffen, evenals indicatoren over de communicatiemiddelen die gebruikt worden op het FPB. De tabel van de cyclus wordt in bijlage opgenomen terwijl de tabel van de twee cycli (eindbalans) en hieronder opgenomen is. De mate waarmee de indicatoren naar de doelstellingen evolueren wordt getoond met pictogrammen. De indicator evolueert naar de vastgestelde doelstelling en deze is bereikt / zou bereikt moeten worden. In afwezigheid van een doelstelling, evolueert de indicator naar een vermindering van de milieu-impact. De indicator evolueert niet voldoende en de doelstelling is niet bereikt/zou niet bereikt moeten worden. In afwezigheid van een doelstelling, is de milieu-impact stabiel, zoals de evolutie van de indicator. De indicator evolueert in tegengestelde richting dan die van de vastgestelde doelstelling en deze is niet bereikt/zou niet bereikt moeten worden. In afwezigheid van een doelstelling, evolueert de indicator naar een vermeerdering van de milieu-impact. De EMAS-verordening vraagt om een indicator te berekenen over biologische diversiteit. Een dergelijke indicator is niet pertinent voor het Federaal Planbureau, als huurder van een deel van een gebouw in een volledig bebouwde kom. 6

13 Bijlage 6.2. vergelijkt in de mate van het mogelijke de resultaten van het FPB ten opzichte van het gemiddelde van de EMAS-geregistreerde federale instellingen. 7

14 Tabel 1 Eindbalans cyclus en balans cyclus Thema Doelstelling voor Evol. Doelstelling voor Evol. Mobiliteit Het gemiddelde van 11,55 ton CO2-emissies per jaar, tengevolge van vliegtuigreizen, over de periode niet overschrijden. De uitzonderlijke verplaatsingen per vliegtuig (in km) gedurende de periode is stabiel t.o.v. het gemiddelde van de periode : 7942 km/jaar. Papier Energie Water Papierconsumptie verminderen tot gemiddeld 44 aantal interne afgedrukte vellen papier per jaar over de periode Het gemiddeld jaarlijks hoogspanningsverbruik verminderen tot gemiddeld GJ per jaar over de periode Het gemiddeld jaarlijks laagspanningsverbruik handhaven op gemiddeld 335 GJ per jaar over de periode Het gemiddeld jaarlijks stookolieverbruik verminderen tot gemiddeld 42. liter per jaar over de periode Het technisch waterverbruik beperken tot gemiddeld 1 2 m³ per jaar over de periode Het sanitair waterverbruik beperken tot gemiddeld 4 m³ per jaar over de periode * Geen doelstelling (Behoefte aan de opbouw van een nieuwe datareeks). Het gemiddeld jaarlijks hoogspanningsverbruik over de periode zal gestabiliseerd worden op het gemiddelde niveau van de periode :,32 GJ/m²/jaar. Het gemiddeld jaarlijks laagspanningsverbruik over de periode zal gestabiliseerd worden op het gemiddelde niveau van de periode : 3,7 GJ/VTE/jaar. Het gemiddeld jaarlijks stookolieverbruik over de periode zal gestabiliseerd worden op het gemiddelde niveau van de periode :,29 GJ/m²/jaar. Het technisch waterverbruik beperken tot gemiddeld,24 m³/m²/jaar over de periode Het sanitair waterverbruik beperken tot gemiddeld 4.8 m³/vte/jaar gedurende de periode Aankopen Geen cijferdoelstelling. Stijging van het aandeel van "duurzame ontwikkeling" aankopen. Een marktaandeel van gemiddeld 33% bereiken voor de producten komende uit de eerlijke handel gedurende de periode Het marktaandeel van gemiddeld 8% behouden voor het materiaalbureau dat aan duurzame ontwikkelingscriteria beantwoordt, gedurende de periode Afval Geen cijferdoelstelling. 3kg per jaar per VTE restafval gedurende de periode kg per jaar per VTE PMD-afval gedurende de periode (In-)for- matie Een globaal beheer van de milieuvormingen op punt stellen. Geen cijferdoelstelling. Commu- nicatie De interne en externe communicatie betreffende milieu verbeteren. Geen cijferdoelstelling. * Evaluatie niet mogelijk door statistische problemen (zie p. 13). 8

15 4.2. Mobiliteit De problematiek van verplaatsingswijzen op het Federaal Planbureau betreft, enerzijds, de (dagelijkse) woon-werkverplaatsingen en de verplaatsingen van de dienstwagens en, anderzijds, de internationale verplaatsingen (trein en vliegtuig) op eigen initiatief van het FPB. Kader 1 Beperking negatieve impact (CO2, andere vervuiling, congestie) gelinkt aan gemotoriseerde transportmiddelen, bevordering gezondheid van personen : het aantal parkingplaatsen met 1 % verminderen tegen 212 en wat betreft de vliegtuigreizen op eigen initiatief van het FPB, zal het FPB het gemiddelde van 11,55 ton CO2-emissies per jaar over de periode niet overschrijden ( ) : de uitzonderlijke verplaatsingen per vliegtuig (in km) gedurende de periode zal gestabiliseerd worden t.o.v. het gemiddelde van de periode : 7942 km/jaar Belangrijkste acties a. Belangrijkste uitgevoerde acties In de mate van het mogelijke wordt de trein t.o.v. het vliegtuig bevoordeeld (permanent). Het realiseren en het analyseren van de driejaarlijkse mobiliteitsenquêtes (28 & 211) met maandthema's over de resultaten, evenals analyse van de bezetting van de parkingplaatsen (29 & 21). Plaatsing van een 2 de fietsenrek (27) en ter beschikking stellen van een "Villo"-abonnement (21). Sensibilisatie-acties (28 & 211) en vorming van de chauffeurs in milieuvriendelijk rijden (211). Uitwerking van het Pollutiepiekplan voor het FPB, presentatie en uitleg in een maandthema en in een coffeebreak (212). Analyse van de mogelijke methodes om de CO2-emissies van de vliegtuigreizen van het FPB te compenseren (212). Inschrijving van de bezoekers aan de ingang: toevoeging vraag t.o.v. de verplaatsingswijze (212). b. Belangrijkste voorziene acties Uitvoering van de CO2-compensatie volgens de regels voorzien in MVOverheid, conform de beslissing van de ministerraad van 2 juli 212. Multimodaal toegangsplan opstellen en werknemers t.o.v. de minder vervuilende verplaatsingsmodi sensibiliseren (GreenInfo, fietsvorming in stad ). Bevorderen van de toegang voor motorisch gehandicapte personen: middelen bestuderen om toegang te geven tot de liften voor rolstoelgebruikers (in samenwerking met Cofinimmo). 9

16 Opvolgingsindicatoren a. Woon werkverplaatsingen De mobiliteitsenquête van 211 toont dat 54% van de personeelsleden van het FPB de trein als belangrijkste vervoersmiddel gebruiken. Sinds de vorige enquête (28), daalt het treingebruik met 4 %, gecompenseerd door een stijging met 2% van het metro-, tram- en busgebruik, met 1 %, van het autogebruik en met 1 % van het fietsgebruik. Volgens de gegevens van FOD mobiliteit (28) bedraagt het deel treingebruikers voor bedrijven in het Brussels Gewest gemiddeld 34 %, terwijl dit percentage op het FPB 54 % bedraagt. Het gemiddelde metro-, tram- en busgebruik bedraagt 16 % terwijl het 22 % bedraagt op het FPB. Op dezelfde wijze is het aandeel van het personeel dat de auto voor het hoofdtraject gebruikt 43 %, tegen 19 % op het FPB. Globaal stellen de woon-werkverplaatsingen 5556,76 km of 61km/VTE/dag voor, voor de 91 respondenten waarbij rekening gehouden wordt met deeltijds-, teleen thuiswerken. Er zijn in 211 inderdaad 36 % werknemers die een telewerkdag per week hebben en 15 % deeltijds werkenden op de 91 die een antwoord gegeven hebben. G 2 Woon-werkverplaatsingen 211 (links) en evolutie transportmiddel hoofdtraject (rechts) % % Voortraject Hoofdtraject Natraject Wagen Trein Tram/bus/metro Fiets Te voet Wagen Trein Tram/bus/metro Fiets Te voet G 1 Verbruik en verplaatsingen dienstwagens 12 km Liters diesel b. Dienstwagens Er zijn twee dienstwagens op het FPB: een wagen van 28 met ecoscore 56 en een wagen van 212 met ecoscore Ter vergelijking, in 211 bedroeg de ecoscore van het Belgisch wagenpark 59 en deze van de wagens met dezelfde cilinderinhoud als de twee wagens van het FPB bedroeg km liters diesel Sinds 29 worden de kilometers 2 en het verbruik opgevolgd. In 212, bedroeg het totale verbruik 1 De ecoscores gaan van tot 1 van het meest naar het minst vervuilende. Recent is er een methodologische verandering geweest in de berekening van de ecoscores voor de dieselwagens om rekening te houden met NOx-uitstoot (zie ecoscore.be). 2 Berekend op basis van schattingen en niet beschikbaar voor 21. 1

17 van de twee wagens 6 34,38 l voor km. Het verbruik per km schommelt naargelang de jaren wat een gevolg kan zijn van het feit dat ze berekend worden op basis van extrapolaties over de afgelegde kilometers en van het feit dat er twee veranderingen van wagen geweest zijn in 212. In 29: 7,7 l/1km; in 211: 6,9 l/1km; en in 212: 8,1 l/1km. Indien deze trend bevestigd wordt zal er een analyse gedaan moeten worden om de redenen te identificeren die aan de basis liggen van deze stijging. c. Uitzonderlijke verplaatsingen voor rekening van het FPB In 212 hebben de internationale verplaatsingen een niveau bereikt van km per vliegtuig en km per trein ( km in totaal, namelijk 69,8 km per voltijds equivalent). Dit is een sterke vermindering ten opzichte van het record bereikt in 211 ( km of km/vte). Het verschil is vooral te wijten aan het aantal intercontinentale reizen (5 in 211 en in 212) evenals aan het feit dat het aantal afgelegde kilometers per trein eveneens terugvalt op een gemiddelde waarde. De CO2-uitstoot bedroeg respectievelijk 1,88 ton, 16,92 ton en uiteindelijk 6,22 ton in 21, 211 en 212. De doelstelling om gemiddeld 11,55 ton CO2-uitstoot per jaar over de periode niet te overschrijden wordt dus met een gemiddelde van 11,88 ton voor deze drie jaren (2.8 % te veel; ) net niet gehaald. G 3 Uitzondelijke verplaatsingen voor het FPB km Vliegtuig Trein Totaal Doelstelling d. Gebruik van Villo! De Villokaart werd 11 keer gebruikt in 212 en 18 keer in 211, daar waar het 29 keer gebruikt werd in 21. Een geheugensteuntje over dit vervoersmiddel werd gecommuniceerd in september 212, maar niet in maart 213 zoals voorzien was ten gevolge van het aanhoudend slechte weer. Het volgende geheugensteuntje is voorzien in de lente

18 e. Verplaatsingswijze bezoekers In april 212 werd er een kaftsysteem opgericht aan het onthaal waar de bezoekers verzocht worden hun naam evenals deze van de bezochte persoon in te schrijven. Twee kolommen werden hieraan toegevoegd betreffende de verplaatsingswijze. Het blijkt dat dit als indiscreet of onnodig beschouwd wordt door vele van de bezoekers: tussen april en december 212 zijn er maar 84 van de 362 bezoekers die op een correcte wijze aan dit deel van de vragenlijst een antwoord gegeven hebben (namelijk 23%). 45 % onder hen kwamen per trein, 25 % met de metro, tram of bus, 2 % met de auto, 6% te voet, 2 % met een scooter en 1 % met de fiets. Het belangrijk aandeel onder hen dat met het openbaar vervoer komt is waarschijnlijk te linken met het feit dat velen onder hen in het kader van een vergadering komen vanaf hun werkplaats in een ander deel van Brussel. 12

19 4.3. Papier Kader 2 Stabilisering van het papierverbruik : papierconsumptie verminderen naar gemiddeld 44 aantal interne afgedrukte vellen papier per jaar over de periode (evaluatie niet mogelijk door statistische problemen) : de doelstelling wordt niet behouden om statistische redenen Belangrijkste acties a. Belangrijkste uitgevoerde acties Sensibiliseringacties (27, 28 et 29). Afschaffing papieren interne nota's (28) en voorbladen bij het printen (21). Overschakeling naar FSC-papier (29). Evaluatie gerecycleerd papier (begonnen in 211). b. Belangrijkste voorziene acties Nieuwe indicator en nieuwe datareeks opbouwen. Zelf versnipperen van confidentieel papier en sensibilisatie papierverbruik Opvolgingsindicatoren a. Aantal afgedrukte vellen Tot in 27, was er enkel de indicator "aantal geprinte bladzijden" beschikbaar. Deze indicator werd opgevolgd vanaf 23 en tussen 23 en 26 is het aantal geprinte bladzijden merkelijk gedaald (-28%). Deze indicator is niet ideaal aangezien hij niet de reële papierconsumptie toont. Deze indicator zou, bijvoorbeeld, stabiel kunnen blijven niettegenstaande een sterke vermindering van de papierconsumptie, dankzij een overgang van recto naar recto-verso printen. De vooruitgang van de technologie maakte het mogelijk om nieuwe indicatoren op te volgen vanaf 28 aan de hand van een software geïnstalleerd op de server van de printers. Het betreft het aantal afgedrukte vellen papier. Maar in 213 werd geconstateerd dat er ook hier een probleem is bij de telling. De gebruikte software traceert elke printopdracht in een log-bestand. Hierin staan verschillende soorten informatie over elke printopdracht zoals het aantal pagina s, de verdieping waar de printer staat en ook of het een duplex (recto-verso) of simplex (recto) opdracht is. Om de indicator, namelijk het aantal vellen per printopdracht, te berekenen moeten het aantal pagina s door twee gedeeld worden als het een duplex opdracht is. De variabele duplex/simplex is dus belang- 13

20 rijk. In 211 was er een sterke daling van de verhouding duplex/simplex, zonder dat daar een duidelijke uitleg voor was. In 212, is die verhouding nog sterker achteruitgegaan, wat niet realistisch was en zo een aanduiding was dat er iets fout liep. Na overleg met de beheerder van de printers (informaticadienst) is aan het licht gekomen dat de afdrukken op de nieuwste printers, die sinds begin 211 werden geïnstalleerd, en die per default op de server in duplex-stand staan, in de logbestanden als simplex-afdruk beschouwd worden. Het logprogramma beschouwt de instellingen op de computer van de gebruiker om te bepalen of een opdracht duplex of simplex is. Blijkt dat bij de recente computers de setting van de computer op simplex staat en de setting van de server op duplex staat. Dergelijke printopdrachten worden wel degelijk duplex afgedrukt maar worden als simplex geregistreerd. Aangezien bijna al de printers zo ingesteld staan op de server, vertekent dit het beeld van de printstatistieken volledig. De gegevens die sinds 28 bijgehouden werden, stroken bijgevolg niet met de werkelijkheid. Vanaf 1 januari 214 zal dan ook een nieuw datareeks opgestart worden door jaarlijks op 2 januari de statistieken rechtstreeks van de printers af te halen. Dit zal het vaststellen van een nieuwe doelstelling mogelijk maken. 14

21 4.4. Energie Kader 3 Stabilisering van het energieverbruik (laagspanning, hoogspanning en stookolie) : over de periode zal het gemiddeld jaarlijks stookolieverbruik verminderd worden tot gemiddeld GJ per jaar ( ) en het gemiddeld jaarlijks hoogspanningsverbruik tot gemiddeld GJ per jaar ( ); het gemiddeld jaarlijks laagspanningsverbruik zal gehandhaafd worden tot gemiddeld 335 GJ per jaar ( ) : over de periode zullen het gemiddeld jaarlijks laagspanningsverbruik, het gemiddeld jaarlijks hoogspanningsverbruik en het gemiddeld jaarlijks stookolieverbruik gestabiliseerd worden op het gemiddelde niveau van de periode : respectievelijk 3,7 GJ/VTE/jaar;,32 GJ/m²/jaar en,29 GJ/m²/jaar Belangrijkste acties a. Belangrijkste uitgevoerde acties Vervanging van de verlichting in het hele gebouw (gespreid over ). Plaatsing van zonnewering in alle kantoren aan de achterkant van gebouw (28). Vervanging voorgevel (28) en achtergevel (29) met plaatsing van zonnewerende beglazing en isolatie; isolatie van het dak (29). Overgang op groene stroom voor het laagspanningsverbruik (29). Sensibilisering rond het gebruik van de klimaatregeling (21 en 211) en burotica (212). Virtualiseren van de servers (213). Finetuning van de klimaatregeling en nieuwe elektronische regulering (213). b. Belangrijkste voorziene acties Sensibiliseren rond de verlichting Opvolgingsindicatoren a. Gemiddelde verdeling energievectoren In 212 klokte het energieverbruik van het FPB af op GJ of 39 GJ/VTE. Dit is een stijging van 24 % per VTE ten opzichte van 211. De drie energiedragers vertonen contrasterende evoluties: het stookolieverbruik en het hoogspanningsverbruik stijgen respectievelijk met 34 % 3 en 9 %, terwijl het laagspanningsverbruik daalt met 9 %. Hoogspanningselektriciteit blijft de belangrijkste energiedrager: in 212 was hoogspanning goed voor 48 % van het energieverbruik van het FPB. Mazout volgt met een aandeel van 43 %. Het aandeel van laagspanning bedraagt nog 9 %. 3 Indien de stookolieleveringen als benaderende waarde voor het stookolieverbruik gebruikt worden (om vergelijkingen mogelijk te maken over een lange periode), op basis van de meter bedraagt de stijging 25 %. 15

22 Sinds 27 is de hoogspanningselektriciteit "groene stroom" en sinds maart 29 is de laagspanningselektriciteit het eveneens. Het FPB produceert geen hernieuwbare energie. Ten opzichte van 2 ligt het energieverbruik 21 % lager. In die twaalf jaar is het verbruik van de drie energievectoren gedaald. Het hoogspanningsverbruik daalde met 2 %, het stookolieverbruik met 29 % en het laagspanningsverbruik zelfs met 44 %. Verschillende investeringen van de eigenaar van het gebouw hebben een vermindering van het hoogspannings- en stookolieverbuik (vb. isolatie) mogelijk gemaakt. Het FPB zelf kan via energiebesparende maatregelen enkel ingrijpen op het laagspanningsverbruik. Het is dankzij investeringen in nieuwe verlichting in de jaren dat de daling van het laagspanningsverbruik kon gerealiseerd worden. Na die belangrijke werken zit het FPB wel stilaan aan het plafond van wat aan energiebesparende maatregelen kan gerealiseerd worden. G 4 Gemiddelde verdeling energievectoren 7 GJ/VTE Hoogspanning Laagspanning Stookolie b. Evolutie laagspanningsverbruik In 212 is het laagspanningsverbruik opnieuw gedaald (- 2,5 %/VTE) en bereikt 3,6 GJ/VTE. Het laagspanningsverbruik blijft ruimschoots onder dat van 2, dankzij de vervanging van de verlichting in de jaren 25 tot 27 (-37,5 % /VTE). Het laagspanningsverbruik wordt beheerst door het verbruik voor verlichting en burotica, waarop de individuele werknemer greep heeft. De daling van het bruto laagspanningsverbruik in 212 is te danken aan een daling van het aantal VTE die de stijging van het gemiddelde laagspanningsverbruik per VTE compenseert. De daling over de periode is in de eerste plaats te wijten aan een daling van dat gemiddelde verbruik. Het gemiddelde jaarverbruik over de periode bedraagt 9,6 MWh. Hiermee wordt de doelstelling van 93 MWh ruimschoots gehaald ( ). De laagspanning is groene elektriciteit. 16

23 c. Evolutie hoogspanningsverbruik Hoogspanningselektriciteit wordt ingezet voor de koeling, ventilatie en de werking van de liften. Het verbruik ervan wordt verdeeld tussen de twee huurders van het gebouw op basis van een quotiteit /1. voor het FPB. De gepresenteerde gegevens hebben betrekking op het aandeel van het FPB en niet op het geheel van het hoogspanningsverbruik. G 5 Laagspannings- (links) en hoogspanningsverbruik (rechts) 7 GJ/VTE.5 GJ/m² Dankzij de isolatie van het dak en de gevels, met inbegrip van zonnewerende beglazing ligt het hoogspanningsverbruik in % onder het niveau van 2. Dit volstaat niet om de doelstelling te bereiken. Het gemiddelde jaarverbruik over de periode bedraagt 393,5 MWh en ligt ruim boven de doelstelling van 323,4 MWh ( ). Net als in 211 valt er in 212 voor een aantal maanden een verhoogd hoogspanningsverbruik te noteren tijdens de daluren. De stijging van dit verbruik ligt aan een deregulatie van het elektronisch systeem dat het verwarmings/airconditionningssyteem beheert wat leidt tot een manuele instelling en een verlenging van de uren waarop er verwarmd/afgekoeld wordt. Het elektronisch systeem werd in juni 213 vervangen. Aangezien hoogspanningselektriciteit hoofdzakelijk dient om de airconditioning te doen werken, wordt deze per m² uitgedrukt i.p.v. per VTE. Dit geeft,36 GJ/m² in 212. De hoogspanning is groene elektriciteit. d. Evolutie stookolieleveringen en -verbruik G 6 Stookolieleveringen en -verbruik 35 GJ graaddagen Stookolie wordt gebruikt voor de verwarming van het gebouw. Net als voor hoogspanning, wordt het verbruik ervan verdeeld tussen het FPB en HealthCity op basis van een quotiteit /1.. De gepresenteerde gegevens hebben betrekking op het aandeel van het FPB en niet op het geheel van het stookolieverbruik. 5 5 Levering Verbruik Graaddagen 17

24 Over de periode vertoont de evolutie van het stookolieverbruik een grillig verloop. Een belangrijke verklarende factor voor deze evolutie is het aantal graaddagen 4. Uit de grafiek blijkt dat het aantal graaddagen in 212 hoger is dan in 211. Ook de stookolieleveringen en het stookolieverbruik liggen in 212 hoger dan in 211. Het verbruik is in 212 gestegen (58 %) ten opzichte van 211. Ondanks de stijging tot 1348 GJ (,32 GJ/m²), blijft het gemiddelde stookolieverbruik over de periode (1265 GJ/jaar) onder de doelstelling van 1524 GJ per jaar ( ). 4 Eén graaddag komt overeen met het verschil tussen de gemiddelde temperatuur op een bepaalde dag en een referentietemperatuur (16,5 C) vanaf dewelke het nodig wordt te verwarmen. Zij zijn een maat voor de verwarmingsbehoeften. 18

25 4.5. Water Kader 4 Beperken van het waterverbruik : het technisch waterverbruik beperken tot gemiddeld 12 m³ per jaar ( ) en het sanitair waterverbruik beperken tot gemiddeld 4 m³ per jaar ( ) : het technisch waterverbruik beperken tot gemiddeld,24 m³/m² per jaar en het sanitair waterverbruik beperken tot gemiddeld 4.8 m³ per jaar per voltijds equivalent (VTE) Belangrijkste acties a. Belangrijkste uitgevoerde acties Vervanging van de koelmachines van het airconditioningsysteem door performantere machines (27). Plaatsing van zonnewering in alle kantoren aan de achterkant van gebouw (28). Vervanging voorgevel (28) en achtergevel (29) met plaatsing van zonnewerende beglazing en isolatie; isolatie van het dak (29). Sensibilisering rond het gebruik van de klimaatregeling (21 en 211) en van het sanitair (211). Greeninfo over het technisch waterverbruik (213). b. Belangrijkste voorziene acties Overleg plegen met Cofinimmo om spoelmechanismes toiletten preventief te vervangen en sensibilisatie tot beperking waterverbruik Opvolgingsindicatoren a. Totaal waterverbruik Na een forse stijging van het waterverbruik in 211, realiseerde het FPB in 212 met een verbruik van m³ een nieuw minimum sinds de start van de metingen. Dit is te danken aan de beperking van het technisch waterverbruik. Ook in voltijds equivalenten uitgedrukt bereikte het FPB een nieuw minimum, met 14,3 m³/vte. b. Gemiddelde verdeling van het sanitair en technisch waterverbruik Het waterverbruik van het FPB bestaat enerzijds uit sanitair waterverbruik en anderzijds uit technisch waterverbruik. Het technisch waterverbruik was in de periode verantwoordelijk voor twee derden van het totale waterverbruik. 19

26 c. Sanitair waterverbruik Het sanitair waterverbruik kende van 2 tot 24 een sterke stijging als gevolg van de slijtage van de spoelmechanismes van de toiletten en de lavabokranen. Deze werden vernieuwd in 25, wat resulteerde in een sterke daling van het sanitair waterverbruik. In 26 werd een minimaal verbruik van 38 m³ opgetekend. In de twee daaropvolgende jaren steeg het verbruik lichtjes. Vanaf 29 was de stijging meer afgetekend, in die mate zelfs dat de doelstelling voor de periode (4 m³ per jaar) ruimschoots overschreden werd. Ook per voltijds equivalent is er een duidelijk stijgende trend waar te nemen over de periode Sinds 21 is het verbruik hoger dan 5 m³ per VTE. Dit is een gevolg van het toenemend aantal lekken aan de spoelmechanismes van de toiletten. Het gemiddelde jaarverbruik over de periode bedraagt 469 m³. Hiermee ligt het verbruik ruim boven de doelstelling van 4 m³ ( ). G 7 Sanitair (links) en technisch (rechts) waterverbruik 9 8 m³ m³/vte m³/m² m³ doelstelling m³/vte doelstelling doelstelling doelstelling d. Technisch waterverbruik In 26 werd de koeltoren van het airconditioningsysteem vernieuwd. De installatie en de afstelling ervan leidde tot een sterk oververbruik van technisch water in dat jaar. Door de vervanging van de koelmachines in 27 kon het technisch waterverbruik aanzienlijk ingeperkt worden, zelfs in die mate dat we voor het eerst sinds 24 het vooropgestelde doel van een maximaal verbruik van 13 m³ opnieuw bereikten. Ook in 28 en 29 werd deze doelstelling ruimschoots gehaald. Bijgevolg werd de doelstelling voor de periode verscherpt naar 12 m³. In 211 steeg het technisch waterverbruik evenwel sterk (een totaal van m³ of van,29 m³/m²). Deze stijging is te wijten aan een geblokkeerde vlotter in de koeltoren, waardoor het water constant bleef wegstromen. Het verlies door de slechte functionering van de vlotter wordt geraamd op 15 à 2 m³ water. In 212 werd een nieuw minimumverbruik gerealiseerd van 748 m³ of,17 m³ per m². Het gemiddelde jaarverbruik over de periode bedraagt 924 m³. Hiermee wordt de doelstelling van 12 m³ ruimschoots gehaald ( ). 2

27 4.6. Aankopen Kader 5 Stijging marktaandeel duurzame producten : stijging van het aandeel van "duurzame ontwikkeling" aankopen ( ) : gedurende de periode een marktaandeel van gemiddeld 33% bereiken voor de producten komende uit de eerlijke handel en van gemiddeld 8% behouden voor het materiaalbureau dat aan duurzame ontwikkelingscriteria beantwoordt Belangrijkste acties a. Belangrijkste uitgevoerde acties Permanent Fair trade -gamma in de cafetaria (begin jaren 2) evenals een Oxfam koffiemachine die zowel Fair trade koffie als Fair trade chocolademelk aanbiedt (geïntroduceerd in 27). Jaarlijks is er een "Fair Trade ontbijt" (op de Fairtrade at Work dag) en een "Fair Trade maaltijd" (tijdens de Fair trade-week). Ook waren er andere, punctuele, acties zoals een proefactie (27) en een Coffee-break over duurzame labels (211). In 213 was er een interne enquête over producten komende uit de eerlijke handel en acties die gevolg geven aan de resultaten van deze enquête (GreenInfo, zichtbaarheid, beschikbare producten ). Een aankoopprocedure werd opgesteld om de omzendbrief duurzame aankopen op te volgen (permanent). Bij de aankopen worden duurzaamheidscriteria (gerecycleerd, officiële labels zoals Der Blaue Engel, Nordic Swan, FSC & PEFC enz.) in rekening genomen. Ook is er een progressieve vervanging van standaard- en halogeenlampen door spaarlampen, van CRT-schermen door LCD-schermen, van PC's van het "desktop"- type door PC's van het "laptop"- type met een lager energieverbruik (permanent). b. Belangrijkste voorziene acties Filmprojectie om de consumenten te sensibiliseren over duurzame ontwikkeling en/of eerlijke handel. Zo "duurzaam" mogelijk bureaumateriaal blijven aanbieden Opvolgingsindicatoren Het aandeel Fair trade producten in het totale budget van de cafetaria is sterk gestegen in 27 (van 6% naar 22%) ten gevolge van het introduceren van "Fair trade" koffie. Na een unieke wijnaankoop in 28 blijft het aandeel fair trade producten stabiel op een gemiddelde van 28 % tussen 29 en 211. In 212, daalt dit aandeel tot 22%, ten gevolge van de uitbreiding van het gamma niet fair trade dranken. 21

28 G 8 Aandeel Fair trade producten in het totale budget van de cafetaria (links) en aandeel milieuvriendelijke aankopen van bureaumateriaal (rechts) % % % doelstelling (%) totaal budget/vte ( ) 'groen' budget/vte ( ) groen' budget/totaal budget (%) Het aandeel milieuvriendelijke aankopen van bureaumateriaal (met uitzondering van papier en informaticamateriaal) bedroeg 27% in 28. Dit aandeel is gestegen om in 21 een piek te bereiken met 82%. In 211 en 212, is het aandeel milieuvriendelijke aankopen van bureaumateriaal gedaald en bereikt 58% of 34 op een totaal van 58 /VTE in 212. Deze daling is te wijten aan een aantal specifieke aankopen waarvoor geen milieuvriendelijke alternatieven zijn. Het papier is drager van het FSC mixed sources label. 22

29 4.7. Afval Kader 6 Stijging recyclage van afval & Vermindering productie van afval : geen cijferdoel gedefinieerd : 4kg per jaar per VTE restafval en 2kg per jaar per VTE PMD-afval gedurende de periode Belangrijkste acties a. Belangrijkste uitgevoerde acties Lente 21: communicatie rond selectief sorteren (maandthema, affiches en mailing). Ontwikkeling van een permanente set communicatiemiddelen (uitgebreide affiche en synthetische fiche) over sorteren (213). b. Belangrijkste voorziene acties Ontwikkeling van een permanente set communicatiemiddelen (uitgebreide affiche en synthetische fiche) over tips om afvalproductie te verminderen. Afschaffing van de plastieken bekers en lepeltjes in de cafetaria Opvolgingsindicatoren Er bestaan 11 afvalstromen op het FPB. PMD- en restafval evenals batterijen (bebat) komen in het klassieke ophalingssysteem terecht evenals het grof vuil dat op vraag opgehaald wordt. Terugbetaald glas en inktpatronen worden opgehaald voor hergebruik daar waar papier, niet-terugbetaald glas en TL-lampen opgehaald worden voor recyclage. Het informaticamateriaal wordt hergebruikt of gerecycleerd naargelang het geval. De rookdetectors worden op een adequate manier behandeld. Daarnaast wordt er ook een ophaling van kurkstoppen (vooral van privéoorsprong) georganiseerd. In de mate dat dit privéafval betreft wordt de hoeveelheid niet opgevolgd. Een kwantitatieve opvolging werd opgestart vanaf 1 februari 21 voor de belangrijkste afvalstromen waarvoor er actiehefbomen bestaan: papier, restafval, PMD-afval en terugbetaald en niet terugbetaald glas. G 9 Hoeveelheid papierafval 6 kg 5 4 kg/vte Na een stijging in 21, was de hoeveelheid papierafval sterk gedaald in 211 (-1 % ten opzichte van 29) en bereikte 44.4kg/VTE, om in 212 terug te stijgen naar het niveau van kg kg/vte

30 De grafiek hieronder toont dat de communicatie-acties van 21 waarschijnlijk een effect hebben gehad op de productie van restafval, maar de geproduceerde hoeveelheden blijven belangrijk: 54,2 kg/vte restafval en 3,3 kg/vte PMD-afval in 212. De EMAS-cyclus zal dan ook in het bijzonder de nadruk leggen op deze problematiek. G 1 Aantal geproduceerd afval: restafval (links) en PMD-afval (rechts) /21-2/211 2/211-2/212 2/212-2/213 2/21-2/211 2/211-2/212 2/212-2/213 kg/vte doelstelling kg/vte doelstelling

31 4.8. Transversale indicatoren Alle geanalyseerde transversale indicatoren betreffen indicatoren van luchtvervuiling. In een eerste punt komt de uitstoot van broeikasgassen (BKG) van alle energieconsumptie op het FPB aan bod: verplaatsingen met dienstwagens, vliegtuig en trein, groene laagspanningselektriciteit, groene hoogspanningselektriciteit 5 en stookolie 6. In een tweede punt wordt de nadruk gelegd op twee vormen van energieconsumpties (stookolie en dienstwagens) die meerdere luchtverontreinigende stoffen uitstoten: fijn stof, SO2, NOx, CO en NMVOC (niet methaan vluchtige organische stoffen) Uitstoot van broeikasgassen (BKG) De totale uitstoot van broeikasgassen daalde van 176 ton CO2-equivalenten in 29 tot 125 in 211, voor het geheel aan energieconsumptie van het FPB. In 212, is de totale uitstoot opnieuw gestegen en bereikt 16 ton CO2-equivalenten, ten gevolge van de stijging van het stookolieverbruik. De uitstoot van BKG is hoofdzakelijk gelinkt aan stookolie, verantwoordelijk voor 78 % van de uitstoot van het FPB in 212. De uitstoot van de andere energiebronnen is in verhouding redelijk klein. G 11 Uitstoot van broeikasgassen 2 ton CO2eq/jaar 1 dienstwagens vliegtuig trein groene elektriciteit (LS) groene elektriciteit (HS) stookolie totaal 5 De grafieken verschillen van de vorige omdat de eigenaar niet gemeld heeft dat de hoogspanningselektriciteit "groen" is sinds Op methodologisch vlak is het op te merken dat de uitstoot gelinkt aan het stookolieverbruik een directe uitstoot van het FPB is, daar waar de uitstoot gelinkt aan het elektricteitsverbruik een uitstoot is op het niveau van de producent. Om volledig vergelijkbaar te kunnen zijn zou de uitstoot gelinkt aan de stookolieproductie eveneens in rekening moeten gebracht worden. 25

32 Uitstoot luchtverontreinigende stoffen G 12 Uitstoot fijn stof (PM 2.5) 35 kg/jaar PM Naast de uitstoot van BKG, wordt de uitstoot van vijf luchtverontreinigende stoffen geanalyseerd voor twee types energieconsomptie 7 :stookolie en dienstwagens. De totale uitstoot van de vijf stoffen vermindert in 211 voor het tweede opeenvolgende jaar dankzij de vermindering van het stookolieverbruik. Het is ook de stijging van het stookolieverbruik dat er in 212 toe leidt dat de uitstoot van de vijf stoffen stijgt. dienstwagens stookolie G 13 Uitstoot SO2 (links) en NOx (rechts) 5 45 kg/jaar SO kg/jaar NOx dienstwagens stookolie dienstwagens stookolie G 14 Uitstoot CO (links) en NMVOC (rechts) 8 kg/jaar CO kg/jaar NMVOC dienstwagens stookolie dienstwagens stookolie Elektriciteit: geen gegevens beschikbaar voor de uitsoot van CO en NMVOC; mobiliteit: vanaf 211 geen gegevens beschikbaar voor SO2 en NMVOC aangezien de nodige gegevens niet meer opgenomen zijn in de ecoscorefiches. 26

33 5. Het Federaal Planbureau en zijn indirecte milieu-aspecten Kader 1 Geen specifieke doelstelling voor de indirecte aspecten Enerzijds, is leefmilieu in belangrijke mate een geregionaliseerde bevoegdheid en, anderzijds, is het Federaal Planbureau mede afhankelijk van externe studieopdrachten. De inhoud van de gepubliceerde documenten is dus sterk gelinkt aan wetten, bekomen van studiecontracten enz. Het Federaal Planbureau beperkt zich dan ook tot het opvolgen van de indicator "Aantal documenten met een potentiele impact op het milieu" Belangrijkste acties Het Federaal Planbureau houdt, in het kader van zijn opdrachten, rekening met het milieuaspect. Alle activiteiten die gekoppeld zijn aan de basisopdrachten van het Federaal Planbureau worden in aanmerking genomen en worden geanalyseerd naar hun potentiële milieuimpact. In 27, werd er een evaluatiemethodologie ontwikkeld en toegepast om de potentiële milieu-impact van onze opdrachten te bepalen. Op basis daarvan was het mogelijk om in 28 opvolgingsindicatoren te ontwikkelen en toe te passen voor die opdrachten die potentieel een impact hebben op het milieu Opvolgingsindicatoren Aantal documenten met een potentiële impact op het milieu G 15 Aantal documenten met een potentiële impact op het milieu Aantal documenten Aantal documenten met een potentieel impact op het milieu Het aandeel documenten met een potentiële impact op het milieu blijft stabiel tussen 21 en

34 6. Bijlagen 6.1. Synthetische tabel met de resultaten van de cyclus Thema Indicator Doelstelling gedefinieerd voor Evol. Mobiliteit Papier Uitzonderlijke verplaatsingen voor rekening van het FPB (km). Aantal aangekochte vellen papier (aantal vellen). Jaarlijkse km vliegtuigreizen in de periode niet hoger maken dan die van 25. Stabilisatie van het papierverbruik. Aantal afgedrukte vellen papier, externe afdrukken uitgezonderd (aantal vellen). * Energie Hoogspanningsverbruik (kwh). Het jaarlijks hoogspanningsverbruik zal voor de jaren in de periode het niveau van 21 niet overstijgen. Water Technisch waterverbruik (m³). Het technisch waterverbruik zal beperkt blijven tot 13 m3 per jaar. Aankopen Aandeel Fair trade producten in het totale budget van de cafetaria (%). Het gestaag verhogen van het aandeel Fair trade -producten in het totale budget van de cafetaria tot 1% in 29. * De evolutie van de indicator kan om technische redenen niet geëvalueerd worden (onderbroken gegevens) Ter informatie, resultaten van het FPB ten opzichte van het gemiddelde van de EMAS-geregistreerde federale instellingen (voor het jaar 212) 8 Thema Indicator Resultaat FPB (laatste beschikbaar gegeven) Mobiliteit Aandeel zachte transportmodi (hoofdtraject woon-werkverplaatsing) Verbruik brandstof (dieselwagens) 81 % 8,1 l/1 km Gemiddeld resultaat 91 % 6,4 l/1 km Papier Verbruik / aankoop papier 22,5 kg/vte 35,3 kg/vte Energie Verbruik elektricteit (laag- en hoogspanning) 128 kwh/m²n 121 kwh/m²n Verbruik verwarming (genormaliseerd) 18 kwh/m²n 18 kwh/m²n Water Verbruik water (sanitair en technisch) 14,4m³/VTE 1,4 m³/vte Afval Papier/karton 52,7 kg/vte 63,7 kg/ VTE PMD-afval 3,3 kg/ VTE 5,1 kg/ VTE Restafval 54,2 kg/ VTE 45,8 kg/ VTE 8 POD-DO (213) Benchmarking EMAS-netwerk 213, presentatie van 7 november 213 (te publiceren) 28

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau EMAS

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau EMAS 212-214 van het Federaal Planbureau EMAS Bijwerking 214 (gegevens 213) Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bijdragen Deze publicatie werd verwezenlijkt onder leiding van Patricia

Nadere informatie

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau EMAS

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau EMAS 215-217 van het Federaal Planbureau EMAS 215 (gegevens 214) Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bijdragen Deze publicatie werd verwezenlijkt onder leiding van Patricia Delbaere (dp@plan.be).

Nadere informatie

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau EMAS

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau EMAS 218-22 van het Federaal Planbureau EMAS 218 (gegevens 217) Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bijdragen Deze publicatie werd verwezenlijkt onder leiding van Patricia Delbaere (dp@plan.be).

Nadere informatie

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009-2011 Bijgewerkte verklaring 2011 EMAS

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009-2011 Bijgewerkte verklaring 2011 EMAS Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009-2011 Bijgewerkte verklaring 2011 EMAS Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009-2011 Bijgewerkte verklaring 2011 Inhoudstafel INLEIDING DOOR DE

Nadere informatie

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2006

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2006 Federaal Planbureau Bureau fédéral du plan Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2006 EMAS Ons EMAS-systeem 761/2001 in 2006 Wat vindt u in deze milieuverklaring? Ons EMAS-systeem in 2006 p.2 Het

Nadere informatie

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009 EMAS

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009 EMAS Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009 EMAS Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009 Inhoudstafel INLEIDING DOOR DE COMMISSARIS... 4 MILIEUBELEID... 5 HET FEDERAAL PLANBUREAU... 6 FPB-ORGANIGRAM...

Nadere informatie

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009 Bijgewerkte verklaring 2010 EMAS

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009 Bijgewerkte verklaring 2010 EMAS Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2009 Bijgewerkte verklaring 2010 EMAS Inhoudstafel INLEIDING DOOR DE COMMISSARIS... 4 MILIEUBELEID... 5 HET FEDERAAL PLANBUREAU... 6 FPB-ORGANIGRAM... 7 VOORSTELLING

Nadere informatie

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2008

Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 2008 Federaal Planbureau Bureau fédéral du plan Milieuverklaring van het Federaal Planbureau 28 EMAS Ons EMAS-systeem 761/21 in 28 Wat vindt u in deze milieuverklaring? Ons EMAS-systeem in 28 p.2 Het Federaal

Nadere informatie

Nieuwe bijlage IV Verordening EU 2018/2026 Eisen inzake milieurapportage

Nieuwe bijlage IV Verordening EU 2018/2026 Eisen inzake milieurapportage Nieuwe bijlage IV Verordening EU 2018/2026 Eisen inzake milieurapportage 04/10/2019 1 Overgangsmaatregel Publicatie Verordening (EU) 2018/2026: 20.12.2018 Van toepassing: 10.01.2019 Tot 09.01.2020 mag

Nadere informatie

Milieuprestatie-indicatoren 2008

Milieuprestatie-indicatoren 2008 Milieuprestatie-indicatoren 28 Dimitri Devuyst Milieucoördinator Dimitri.Devuyst@vub.ac.be Reëel gasverbruik voor verwarming per m² 1998,46 1999,4 2,35 21,39 22,42 23-24,34 25,44 26,44 27,4 28,52 1998,74

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij de. Verordening van de Commissie

ANNEX BIJLAGE. bij de. Verordening van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2018 C(2018) 4429 final ANNEX BIJLAGE bij de Verordening van de Commissie tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

BENCHMARKING 2012. Vergelijk uw milieuprestaties met die van uw sector. Tertiaire sector. Label "Ecodynamische onderneming " Versie november 2013

BENCHMARKING 2012. Vergelijk uw milieuprestaties met die van uw sector. Tertiaire sector. Label Ecodynamische onderneming  Versie november 2013 Label "Ecodynamische onderneming " BENCHMARKING 2012 Vergelijk uw milieuprestaties met die van uw sector Tertiaire sector Versie november 2013 Meer informatie ecodyn@leefmilieu.irisnet.be www.leefmilieubrussel.be/ecomanagement

Nadere informatie

Milieuprestatie-indicatoren 2006

Milieuprestatie-indicatoren 2006 Milieuprestatie-indicatoren 26 Dimitri Devuyst Milieucoördinator Dimitri.Devuyst@vub.ac.be Reëel gas per m² 1998,46 1999,4 2,35 21,39 22,42 23,15 24,34 25,44 26,44 Cijfers van 23 zijn niet betrouwbaar

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VOOR DE WOONSECTOR IN 2001 EN 2002, SPECIFIEK VERBRUIK VAN DE TERTIAIRE SECTOR Synthesedocument Uitgevoerd op verzoek van het BIM, de Administratie

Nadere informatie

Emissielekken in België

Emissielekken in België Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa 13 september 2012 Emissielekken in België Guy Vandille Federaal Planbureau Wat is een emissielek? Emissielek = verschil tussen : emissies

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

Logistieke Dag Limburg 2012:

Logistieke Dag Limburg 2012: Logistieke Dag Limburg 2012: Langetermijnvooruitzichten (2030) voor transport in België Bruno Hoornaert, Federaal Planbureau Logistieke dag Limburg 2012 21 september 2012 Vooruitzichten van de transportvraag

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (3) Verordening (EG) nr. 1221/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(Voor de EER relevante tekst) (3) Verordening (EG) nr. 1221/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. L 325/18 VERORDENING (EU) 2018/2026 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2018 tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake de vrijwillige deelneming

Nadere informatie

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M CO2-reductieplan Samen zorgen voor minder CO2 Rapportage 2016-6M 1 Inleiding Dit CO₂-reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem, zowel betrekking op de totale bedrijfsvoering

Nadere informatie

Milieuprestatie-indicatoren 2011

Milieuprestatie-indicatoren 2011 Dimitri Devuyst, Milieucoördinator Dimitri.Devuyst@vub.ac.be Milieuprestatie-indicatoren 2011 Reëel gasverbruik voor verwarming m² 1998 0,46 1999 0,40 2000 0,35 2001 0,39 2002 0,42 2003-2004 0,34 2005

Nadere informatie

JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING

JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING Revisie van Bijlagen I, II en III en integratie van de Norm ISO 14001-2015 Sébastien Paquot Europese Commissie Agenda 1. Goedkeuring van de herziene bijlagen voornaamste wijzigingen

Nadere informatie

Vorming. VERPLICHTING BEDRIJFSVERVOERPLAN: HET ACTIEPLAN (de maatregelen)

Vorming. VERPLICHTING BEDRIJFSVERVOERPLAN: HET ACTIEPLAN (de maatregelen) Vorming Bedrijfsvervoerplan (BVP) VERPLICHTING BEDRIJFSVERVOERPLAN: HET ACTIEPLAN (de maatregelen) EEN ACTIEPLAN OP MAAT VAN UW BEDRIJF Stap 1 Stap 2 Mobiliteitsdiagnose: analyse verplaatsingen, bereikbaarheid,

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2017

Milieubarometerrapport 2017 Milieubarometerrapport 2017 HvA Milieubarometer - 2017 HvA Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die de milieubelasting van

Nadere informatie

MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST DUURZAME ONTWIKKELING EMAS VERWEZENLIJKINGEN

MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST DUURZAME ONTWIKKELING EMAS VERWEZENLIJKINGEN MILIEUVERKLARING 2011 VAN DE PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST DUURZAME ONTWIKKELING EMAS VERWEZENLIJKINGEN 2010-2011 PROGRAMMA MILIEUACTIES 2010-2013 1. DE POD DUURZAME ONTWIKKELING: STRUCTUUR,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

CO 2 Voortgangsrapportage 2012. Kwartaal 3 en 4. Akkoord Directie:

CO 2 Voortgangsrapportage 2012. Kwartaal 3 en 4. Akkoord Directie: CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 3 en 4 Akkoord Directie: 31 december Inhoud voortgangsrapportage, kwartaal 3 en 4 1. Directieverklaring 2. Carbon Footprint a. Scope 1: directe CO 2 emissies b. Scope

Nadere informatie

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK VAN DE TERTIAIRE SECTOR IN BRUSSEL UITGEVOERD OP VERZOEK VAN HET BIM, DE ADMINISTRATIE VAN ENERGIE EN LEEFMILIEU VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST,

Nadere informatie

Halfjaarlijks Evaluatierapport 2013

Halfjaarlijks Evaluatierapport 2013 Halfjaarlijks Evaluatierapport 2013 1 1. Calculatie CO2 Emissies eerste semester 2013 1.1. SCOPE 1 EMISSIES OF DIRECTE EMISSIES Scope 1 emissies of directe emissies zijn de emissies door AEG Belgium. Hieronder

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2016

Milieubarometerrapport 2016 Milieubarometerrapport 2016 HvA Milieubarometer - 2016 HvA Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die de milieubelasting van

Nadere informatie

Een milieuvriendelijker vlootbeheer a.h.v. Ecoscore

Een milieuvriendelijker vlootbeheer a.h.v. Ecoscore Een milieuvriendelijker vlootbeheer a.h.v. Ecoscore Infoseminarie Leefmilieu Brussel 14 januari 2014 Departement parkeren en verplaatsingen Agenda Milieuvriendelijker vlootbeheer a.h.v. Ecoscore 9.00-9.40:

Nadere informatie

Bedrijfsvervoerplannen: ze werken!

Bedrijfsvervoerplannen: ze werken! Bedrijfsvervoerplannen: ze werken! Waarom een bedrijfsvervoerplan opstellen? De bedrijfsvervoerplannen (BVP) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben als doel de overstap te bevorderen van gemotoriseerde

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2018 H1

Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2018 H1 Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2018 H1 Datum: 20-12-2018 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Dit document omvat de voortgangsrapportage

Nadere informatie

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen MILIEUBAROMETER: INDICATORENFICHE ENERGIE 1/2 Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Milieubarometer: Energieverbruik gemeentelijke gebouwen Indicatorgegevens Naam Definitie Meeteenheid Energieverbruik gemeentelijke

Nadere informatie

RAP-224. Halfjaarlijks evaluatierapport 2017

RAP-224. Halfjaarlijks evaluatierapport 2017 Halfjaarlijks evaluatierapport 2017 1 1. Calculatie CO2 Emissies eerste semester 2017 Voor de berekening van de CO2 uitstoot van TranzCom werd gebruik gemaakt van de conversiefactoren zoals vermeld op

Nadere informatie

CO2-reductieplan 2015

CO2-reductieplan 2015 CO2-reductieplan 2015 Samen zorgen voor minder CO2 Rapportage 2015 1 Inleiding Dit CO₂-reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem, zowel betrekking op de totale bedrijfsvoering

Nadere informatie

3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen. Datum : 3 jul. 2014 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2014.1

3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen. Datum : 3 jul. 2014 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2014.1 3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen Datum : 3 jul. 2014 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2014.1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 2 INLEIDING 3 01. HET CO2-REDUCTIEBELEID VAN ONS BEDRIJF 3

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2016

Milieubarometerrapport 2016 Milieubarometerrapport 2016 Stimular Milieubarometer - 2016 Stimular Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die de milieubelasting

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 22-08-2018 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 1 en 2. Akkoord Directie:

CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 1 en 2. Akkoord Directie: CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 1 en 2 Akkoord Directie: 30 juni Inhoud voortgangsrapportage, kwartaal 1 en 2 1. Directieverklaring 2. Carbon Footprint a. Scope 1: directe CO 2 emissies b. Scope 2:

Nadere informatie

CO2-prestatieladder 3.B.1_2 Review CO2 reductiedoelstellingen 2015 H1 Revisiedatum: Inhoudsopgave

CO2-prestatieladder 3.B.1_2 Review CO2 reductiedoelstellingen 2015 H1 Revisiedatum: Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoud Inhoudsopgave... 1 1. Review CO2 reductiedoelstellingen... 2 1.1 Inleiding... 2 2. Voortgang subdoelstellingen... 3 2.1 Voortgang subdoelstelling gas verbruik reduceren... 3 2.2 Voortgang

Nadere informatie

Het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) bij de Commissie: vaak gestelde vragen

Het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) bij de Commissie: vaak gestelde vragen MEMO/09/410 Brussel, 23 september 2009 Het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) bij de Commissie: vaak gestelde vragen Wat is EMAS? Kort gezegd is EMAS (het milieubeheer- en milieuauditsysteem) een

Nadere informatie

Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB

Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB Vergelijking van de CO 2 -uitstoot per vervoermiddel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB 100% Gerecycleerd papier Januari

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Halfjaarlijks evaluatierapport 2015

Halfjaarlijks evaluatierapport 2015 Halfjaarlijks evaluatierapport 2015 1 1. Calculatie CO2 Emissies eerste semester 2015 Voor de berekening van de CO2 uitstoot van AEG Belgium werd gebruik gemaakt van de conversiefactoren zoals vermeld

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 18-08-2017 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN 1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1 CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1 Datum: 19-12-2017 Versie: 2 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Dit document omvat de voortgangsrapportage van Bagger-

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2016

Milieubarometerrapport 2016 Milieubarometerrapport 2016 Plaisier Milieubarometer - 2016 Plaisier Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die de milieubelasting

Nadere informatie

FORMULIER ACTIEPLAN VLOOTBEHEER

FORMULIER ACTIEPLAN VLOOTBEHEER FORMULIER ACTIEPLAN VLOOTBEHEER 1. CONTEXT Handleiding bij het invullen van het formulier Het Besluit Voorbeeldgedrag 1 van 15/05/2014 heeft een extra verplichte maatregel toegevoegd in het bedrijfsvervoerplan

Nadere informatie

CO2-reductieplan 2015

CO2-reductieplan 2015 CO2-reductieplan 2015 Samen zorgen voor minder CO2 Tussentijdse rapportage januari juni 2015 1 Inleiding Dit CO₂-reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem, zowel betrekking op

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen

CO2-reductiedoelstellingen CO2-reductiedoelstellingen Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 20-02-2017 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem,

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

Milieubarometer. Wat is de milieubarometer

Milieubarometer. Wat is de milieubarometer Dienst Leefmilieu Milieubarometer Wat is de milieubarometer Binnen de gemeente Herk-de-Stad wordt het milieubeleid regelmatig geëvalueerd. Meten is weten is immers het sluitstuk van iedere beleidscyclus.

Nadere informatie

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2 4.B.2 Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3 Evaluatie 1 e halfjaar 215 & Monitoring doelstellingen 215 scope 1 en 2 Van Steenis Geodesie BV Ringveste 7b 3992 DD HOUTEN Van Steenis Geodesie BV Duurstedeweg

Nadere informatie

3. Kenmerken van personenwagens

3. Kenmerken van personenwagens 3. Kenmerken van personenwagens Tabel 29: Verdeling van personenwagens volgens bouwjaarcategorie Bouwjaar categorie bjcat 1990 en eerder 403.46 3.89 403.46 3.89 1991 tot 1995 997.17 9.62 1400.63 13.52

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2016

Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2016 Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2016 Datum: 21-03-2017 Versie: 2 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Dit document omvat de voortgangsrapportage

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2014

Milieubarometerrapport 2014 Milieubarometerrapport 2014 VINCI Energies Netherlands BV Milieubarometer - 2014 VINCI Energies Netherlands BV Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie

Nadere informatie

Inventarisatie emissies en evaluatie doelstellingen

Inventarisatie emissies en evaluatie doelstellingen Inventarisatie emissies en evaluatie doelstellingen 2018-1 Inventarisatie emissies 2018-1 Inventarisatie 2018-1 Soort 2017-1 2018-1 Verschil Scope 1 emissie Leasewagenpark 119,26 109,94-7,8% Gasverbruik

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

Rapportage 2014 Swietelsky Rail Benelux B.V.

Rapportage 2014 Swietelsky Rail Benelux B.V. Rapportage 2014 Swietelsky Rail Benelux B.V. Energieverbruik en CO 2 emissies juni 2015 Opgesteld door: M. Kelger Rapportage 2014 Energieverbruik en CO2 emissies Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Energieverbruik

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan 2017

Energiemanagement actieplan 2017 Energiemanagement actieplan 2017 Energie Management Actieplan 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Bedrijfsdoelstelling 4 2.2 Scope 1 4 2.3 Scope 2 4 3. Plan van Aanpak 5 3.1

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2017

Milieubarometerrapport 2017 Milieubarometerrapport 2017 Plaisier Milieubarometer - 2017 Plaisier Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die de milieubelasting

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2014

Milieubarometerrapport 2014 Milieubarometerrapport 2014 Gemeentehuis Achtkarspelen Gemeente Achtkarspelen Milieubarometer - 2014 Gemeentehuis Achtkarspelen Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

Voortgangsrapportage CO2-emissiereductie. Augustus 2018 Voortgangsrapportage CO2-emissiereductie. Graag informeren wij jullie weer over de voortgang van onze CO 2-emissies. Met de CO 2-Prestatieladder en de CO 2-Footprint zijn de hoeveelheden

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2017

Milieubarometerrapport 2017 Milieubarometerrapport Vrije Universiteit Milieubarometer - Vrije Universiteit Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 5 september 2017 Versie: 2.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Reductiedoelstellingen...

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2013

Milieubarometerrapport 2013 Milieubarometerrapport 2013 Stimular Milieubarometer - 2013 Stimular Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die de milieubelasting

Nadere informatie

14 april 2013 (JF) Energie Management Actieplan 2013 1

14 april 2013 (JF) Energie Management Actieplan 2013 1 Energie Management Actieplan 2013 14 april 2013 (JF) Energie Management Actieplan 2013 1 Inhoudsopgave 6.1 Reductiedoelstellingen 3 6.2 Plan van aanpak 3 6.3 Samenvatting 6 Energie Management Actieplan

Nadere informatie

HOE EN WAAROM MINDER PAPIER VERBRUIKEN OP KANTOOR

HOE EN WAAROM MINDER PAPIER VERBRUIKEN OP KANTOOR HOE EN WAAROM MINDER PAPIER VERBRUIKEN OP KANTOOR 1. PAPIERVERBRUIK Elke vijf jaar stijgt de mondiale papierconsumptie met 20%! In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) wordt er elk jaar ongeveer 60

Nadere informatie

CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V. CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V. Datum: 31 maart 2017 Versie: 2 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang op haar CO 2-reductiedoelstellingen beschrijven. Hierbij wordt

Nadere informatie

Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 2030

Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 2030 Voorstelling van de nieuwe transportvooruitzichten voor België tegen 23 18 September 212 Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 23 Marie Vandresse, Energie-Transport Team, Federaal Planbureau

Nadere informatie

Energiebeoordeling. Batenburg Energietechniek 1 januari 2018 t/m 31 december 2018

Energiebeoordeling. Batenburg Energietechniek 1 januari 2018 t/m 31 december 2018 Energiebeoordeling Batenburg Energietechniek 1 januari 218 t/m 31 december 218 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Trendanalyse 2.1. Energiegebruik 2.2. CO2 per omzet 2.3. Reducerende maatregelen

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 Prestatieladder 2018

Voortgangsrapportage CO 2 Prestatieladder 2018 Voortgangsrapportage CO 2 Prestatieladder 2018 Datum: 11-03-2019 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Dit document omvat de voortgangsrapportage

Nadere informatie

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Status: Definitief Datum van uitgifte: 16-08-2015 Datum van ingang: 07-09-2015 Versienummer: 1.0 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. CO 2 EMISSIES 1E HALFJAAR 2015... 4 2.1

Nadere informatie

Opgesteld door: L. Pira Datum: 10/07/2015. Energie management plan 2015

Opgesteld door: L. Pira Datum: 10/07/2015. Energie management plan 2015 Opgesteld door: L. Pira Datum: 10/07/2015 Energie management plan 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Reductiedoelstellingen... 2 3. Plan van aanpak... 3 3.1 Scope 1: reductiemaatregelen brandstofverbruik...

Nadere informatie

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3. 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Algemeen 2.2 Per scope

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3. 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Algemeen 2.2 Per scope Energie management actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 CO 2 -prestatieladder Niveau 3 Auteur(s): F. Reijm () A.T. Zweers (A.T.

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2015

Milieubarometerrapport 2015 Milieubarometerrapport 2015 VINCI Energies Netherlands BV Milieubarometer - 2015 VINCI Energies Netherlands BV Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2014

Milieubarometerrapport 2014 Milieubarometerrapport 2014 Stimular Milieubarometer - 2014 Stimular Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die de milieubelasting

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 Prestatieladder 2018

Voortgangsrapportage CO 2 Prestatieladder 2018 Voortgangsrapportage CO 2 Prestatieladder 2018 Datum: 27-06-2019 Versie: 3 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Dit document omvat de voortgangsrapportage

Nadere informatie

CO 2 Nieuwsbrief Eerste voortgangsrapportage scope 3 doelstellingen

CO 2 Nieuwsbrief Eerste voortgangsrapportage scope 3 doelstellingen Eerste voortgangsrapportage scope 3 doelstellingen September 2017 Eerste voortgangsrapportage CO 2 -emissiereductie. Graag informeren wij u over de voortgang van onze scope 3 doelstellingen. Recent hebben

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2016

Milieubarometerrapport 2016 Milieubarometerrapport 2016 VINCI Energies Netherlands BV Milieubarometer - 2016 VINCI Energies Netherlands BV Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST DUURZAME ONTWIKKELING [C 2005/11289]

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST DUURZAME ONTWIKKELING [C 2005/11289] FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST DUURZAME ONTWIKKELING [C 2005/11289] 17 JUNI 2005. Omzendbrief. Environment Information System Aan de federale overheidsdiensten

Nadere informatie

MILIEUVERSLAG 2017 LENOIRSCHURING

MILIEUVERSLAG 2017 LENOIRSCHURING MILIEUVERSLAG 2017 LENOIRSCHURING Papier is een duurzaam product Milieubarometerrapport - LenoirSchuring - 2017 Milieubarometerrapport 2017 LenoirSchuring Milieubarometerrapport - LenoirSchuring -

Nadere informatie

ENERGIEBEOORDELING 2012 H1

ENERGIEBEOORDELING 2012 H1 Versie 1.0 Datum: 4 OKTOBER 2012 ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES - AANDRIJFSYSTEMEN - TECHNISCHE AUTOMATISERING PANELENBOUW - SERVICE EN ONDERHOUD - PLAATWERK - TECHNISCHE DIENSTVERLENING DOMOTICA - ENERGIEMANAGEMENT

Nadere informatie

Evaluatie en Voortgangsrapportage BRANDWIJK PROMO

Evaluatie en Voortgangsrapportage BRANDWIJK PROMO 2013 Evaluatie en Voortgangsrapportage BRANDWIJK PROMO Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 3 2 Energieverbruik en CO 2 -footprint... 3 2.1 Referentiejaar... 3 2.2 CO 2 Footprint, doelstellingen en trendanalyse...

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 22 december 2004 ;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 22 december 2004 ; SCSZ/04/112 1 BERAADSLAGING NR. 05/007 VAN 18 JANUARI 2005 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS AAN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER MET HET OOG OP HET CREEREN VAN DIAGNOSTIEKEN

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2018

Milieubarometerrapport 2018 Milieubarometerrapport 2018 Stimular Samengesteld op 9 juli 2019 Milieubarometer - 2018 Stimular Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan

Energiemanagement actieplan Energiemanagement actieplan 2019 14-02-2019 Energie Management Actieplan 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Bedrijfsdoelstelling 4 2.2 Scope 1 4 2.3 Scope 2 4 3. Plan van

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2015

Milieubarometerrapport 2015 Milieubarometerrapport 2015 4A Milieuwinst Milieubarometer - 2015 4A Milieuwinst Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar grafieken en tabellen die

Nadere informatie

Milieubarometer 2009-2010

Milieubarometer 2009-2010 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N004 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2009-2010 Datum : 26 juli 2011 Milieubarometer 2009-2010 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Document: Energiemanagementplan

Document: Energiemanagementplan Energiemanagementplan Certificering op CO2-prestatieladder CO 2 -prestatieladder Niveau 3 Auteur(s): De heer W. de Vries De heer H. Kosse 26 juni 2014 Definitief rapport Inhoudsopgave: blz. 1. Inleiding

Nadere informatie

Bijgewerkte Milieuverklaring 2012

Bijgewerkte Milieuverklaring 2012 Bijgewerkte Milieuverklaring 2012 Gegevens van oktober 2010 tot oktober 2012 Milieuverklaring beschikbaar op www.poddo.belgie.be INHOUDSTAFEL 1. DE POD DO ZET ZICH IN VOOR HET MILIEU 3 2. DE POD DO IN

Nadere informatie

30. ATMOPFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK

30. ATMOPFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK 30. ATMOPFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK 1.Inleiding IN DE TERTIAIRE SECTOR Naast alle afnemers van laagspanning omvat de tertiaire sector die bestudeerd wordt ook alle bedrijven die

Nadere informatie

Milieubarometerrapport 2013

Milieubarometerrapport 2013 Milieubarometerrapport 2013 Locatie Bolswarderbaan Antonius Zorggroep Milieubarometer - 2013 Locatie Bolswarderbaan Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan

Energiemanagement actieplan Energiemanagement actieplan 2015-2020 Januari 2019 Energie Management Actieplan 2015-2020 (versie 3.0) Pagina 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Bedrijfsdoelstelling 4 2.2 Scope

Nadere informatie

KERNTHEMA VI ENERGIENEUTRALE BEDRIJFSVOERING MILIEU, GRONDSTOFFEN, ENERGIE EN EMISSIES

KERNTHEMA VI ENERGIENEUTRALE BEDRIJFSVOERING MILIEU, GRONDSTOFFEN, ENERGIE EN EMISSIES KERNTHEMA VI MILIEU, GRONDSTOFFEN, ENERGIE EN EMISSIES Dit kernthema milieu, grondstoff en, energie en emissies geeft de gevolgen van de activiteiten van Aqualectra weer rondom dit onderwerp. Onder dit

Nadere informatie

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen A. Hak Infranet - CO 2-emissies scope 1 en 2 - eerste helft 2018 Inleiding A. Hak Infranet was gecertificeerd op niveau 5 van de CO 2-Prestatieladder, en is in 2017 terug naar niveau 3. Onze nulmeting

Nadere informatie

4 e Plan voor Preventie en Beheer van Afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

4 e Plan voor Preventie en Beheer van Afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 4 e Plan voor Preventie en Beheer van Afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Goedgekeurd op 11 maart 2010 4e Afvalplan Nieuwe wettelijke context In Brussel : plan van onbepaalde duur, onderworpen

Nadere informatie

CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015

CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015 UNCLASSIFIED TOL: 0006 0000795431 CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015 Conform de CO 2 prestatieladder 3.0 CO 2 reductieplan: doelstellingen en

Nadere informatie