ONTWIKKELING EDE-OOST EN SPOORZONE MILIEUEFFECTRAPPORT
|
|
- Joris ten Wolde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ONTWIKKELING EDE-OOST EN SPOORZONE MILIEUEFFECTRAPPORT GEMEENTE EDE EINDCONCEPT DEEL A 28 januari /CE8/064/000450
2 110623/CE8/064/ ARCADIS 2
3 Inhoud Leeswijzer Milieueffectrapport ontwikkeling Ede-Oost en spoorzone 5 Samenvatting Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Deel A 8 1 Inleiding Ede-Oost en spoorzone Besluitvorming en m.e.r.-plicht Gecombineerde procedures en producten Betrokken partijen Inspraakmogelijkheden 15 2 De voorgenomen activiteit Historisch gegroeide knelpunten in de ruimtelijke structuur Locatiekeuze Locatieontwikkeling Het Masterplan Kwantitatieve opgave Kwalitatieve opgave: strategische keuzes De inrichting Behoefte aan nieuwe ontsluitende infrastructuur Randvoorwaarden Doelstelling 25 3 Alternatieven Inleiding De trechterings- en inpassingsfase Aansluitalternatieven Alternatief A Alternatief A Alternatief C Alternatief G Alternatief I Alternatief I Inrichtingsalternatief Fasering Gevoeligheidsanalyse Ligging van de Parklaan Verdiepte ligging van het Spoor Aansluitalternatief I2 zonder zuidelijke lus om het ENKA-terrein 38 4 Overzicht effecten en meest milieuvriendelijk alternatief /CE8/064/ ARCADIS 3
4 4.1 Overzicht effecten Aansluitalternatieven Inrichtingsalternatief Gevoeligheidsanalyse Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) Afweging aansluitalternatieven Compenserende en mitigerende maatregelen 50 Bijlage 1 Literatuurlijst 57 Bijlage 2 Nadere onderbouwing woningbouwprogramma 59 Bijlage 3 Invulling inrichtingsalternatief 61 Colofon /CE8/064/ ARCADIS 4
5 Leeswijzer Milieueffectrapport ontwikkeling Ede-Oost en spoorzone Het Milieueffectrapport bestaat uit een samenvatting, deel A en deel B en bijlagen. De samenvatting geeft snel inzicht in het MER en de resultaten van het effectonderzoek. Deel A van het milieueffectrapport beschrijft het waarom van het project, de problemen, de oplossingen en hoe de oplossingen ten opzichte van elkaar scoren. In deel A staat alle relevante informatie voor bestuurders en de besluitvorming. Een abstractieniveau dieper gaat deel B van het milieueffectrapport. In deze hoofdstukken worden de resultaten voor verkeer en vervoer, woon en leefmilieu, natuur en landschap en ruimtegebruik gepresenteerd. Dit is een onderbouwing van deel A. De bijlagen (achter in dit milieueffectrapport) geven extra informatie en ondermeer een literatuurlijst. Navolgend wordt de opbouw van deel A en B nader toegelicht. Deel A Hoofdstuk 1 Inleiding beschrijft het kader waarbinnen het milieueffectrapport is opgesteld. In hoofdstuk 2 wordt De voorgenomen activiteit beschreven: locatiekeuze, locatieontwikkeling en doelstelling. In hoofdstuk 3 is de voorgenomen activiteit vertaald in alternatieven voor de ontsluiting en de inrichting van het gebied. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht van de effecten van de alternatieven gepresenteerd. Hieruit wordt het Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) afgeleid; het alternatief dat de minst nadelige gevolgen heeft voor natuur en milieu. Deel B Hoofdstuk 5 Trechteringsfase beschrijft het trechteringsproces om te komen tot de alternatieven die in hoofdstuk 3 beschreven zijn. Hoofdstuk 6 beschrijft de huidige situatie en autonome ontwikkeling /CE8/064/ ARCADIS 5
6 Hoofdstukken 7, 8, 9 en 10 bevatten de effecten per aspect, te weten: verkeer en vervoer, woon- en leefmilieu, bodem, water, natuur, geomorfologie, visueel ruimtelijk (landschap), cultuurhistorie, archeologie en tot slot ruimtegebruik. Hoofdstuk 11 Gevoeligheidsanalyse gaat in op de consequenties van een alternatieve ligging van de Parklaan en een verdiepte ligging van het spoor. In hoofdstuk 12 Procedure wordt de procedure van deze milieueffectrapportage beschreven in relatie tot de procedure van het Structuurplan en het Bestemmingsplan. Hoofdstuk 13 Leemten in kennis en evaluatie beschrijft de kennisleemten en onzekerheden in het onderzoek en de betekenis daarvan voor de interpretatie van de resultaten /CE8/064/ ARCADIS 6
7 110623/CE8/064/ ARCADIS 7
8 Deel A /CE8/064/ ARCADIS 8
9 110623/CE8/064/ ARCADIS 9
10 HOOFDSTU 1 Inleiding 1.1 EDE-OOST EN SPOORZONE In Ede spelen een aantal ruimtelijke ontwikkelingen: Sinds jaar en dag is in Ede-Oost een groot kazerneterrein gevestigd, dat zijn functie in de nabije toekomst zal verliezen. De voormalige ENKA fabriek in Ede-Oost is gesloten. Er zijn plannen voor het revitaliseren van het station Ede-Wageningen en de spoorzone. Er is er behoefte aan nieuwe woningen en kantoren. Een oplossing voor bestaande en toekomstige verkeersknelpunten is nodig. Deze ontwikkelingen vormen voor de gemeente Ede de aanleiding om een herstructureringsplan voor de transformatie van Ede-Oost en de spoorzone op te stellen. Afbeelding 1.1 Ligging plangebied Ede-Oost en spoorzone Plangebied en deelgebieden De locatie Ede-Oost/ Spoorzone bestaat uit vier kazerneterreinen, het voormalige ENKA fabriekscomplex, het station en de stationsomgeving, de kop van de Parkweg en het westelijk deel van de spoorzone. Het gebied heeft inclusief de spoorzone een bruto oppervlakte van ongeveer 200 hectare, waarvan ruim 120 hectare netto is te ontwikkelen. Het is een langgerekt gebied met een breedte van ongeveer 400 tot 500 meter dat tussen het huidige stedelijke gebied en het landschap van de Veluwe in ligt /CE8/064/ ARCADIS 10
11 Het plangebied kan worden onderverdeeld in de volgende deelgebieden, die ieder hun eigen kenmerken hebben. In Ede-Oost: ENKA-terrein. Maurits-Zuid kazerne. Maurits-Noord kazerne. Stevin en Beeckman kazerne. Geïsoleerde enclaves: SOMA- en AZO-terrein en omstreken. Kop van de Parkweg. Station Ede-Wageningen. Op de onderstaande afbeelding staan de verschillende deelgebieden weergegeven. Afbeelding 1.2 Deelgebieden Ede-Oost en spoorzone De opgave De opgave voor Ede-Oost is uitgebreid beschreven in het provinciaal Streekplan en het Masterplan Ede-Oost / Spoorzone. Het Streekplan Gelderland vloeit (mede) voort uit een nationale opgave (Nota Ruimte) voor wonen, werken en sociaal-culturele/maatschappelijke voorzieningen. EDE-OOST IN DE NOTA RUIMTE In de Nota Ruimte is de WERV-regio (Regio Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal) aangeduid als Economisch Kerngebied, nauw verbonden met het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen. EDE-OOST IN HET STREEKPLAN In het Streekplan Gelderland (vastgesteld op 29 juni 2005) is de locatie Ede-Oost aangewezen als een goede en logische locatie voor (groot)stedelijke voorzieningen met hoge dichtheden /CE8/064/ ARCADIS 11
12 EDE-OOST IN HET MASTERPLAN De toekomstige ontwikkelingen in Ede-Oost, die in het Streekplan mogelijk worden gemaakt, zijn door de gemeente Ede uitgewerkt in het Masterplan Ede-Oost / Spoorzone. In dit Masterplan is een integrale ontwikkelingsstrategie opgenomen voor Ede-Oost. In het Masterplan is een herontwikkelings- en intensiveringsopgave voor de stad Ede voorgesteld met een capaciteit van tot woningen, tot m 2 bedrijfsvloeroppervlak aan kantoren, m 2 maatschappelijke voorzieningen en circa m 2 aan zorg en welzijnsclusters. Daarnaast worden circa m 2 aan overige functies voorgesteld. Om al deze ontwikkelingen mogelijk te maken is waarschijnlijk een nieuwe ontsluitingsstructuur nodig richting N224 en A BESLUITVORMING EN M.E.R.-PLICHT De gemeente Ede heeft gekozen voor een gefaseerde besluitvorming over Ede-Oost: eerst wordt de nieuwe ontsluitingsstructuur vastgelegd in een Structuurplan Infrastructuur en vervolgens wordt de gehele ontwikkeling vastgelegd op bestemmingsplanniveau. Door de aard en omvang van de geplande activiteiten binnen Ede-Oost is sprake van een dubbele verplichting tot het doorlopen van de procedure van de milieueffectrapportage (m.e.r.-plicht), zowel op projectniveau (bestemmingsplan) als planniveau (het structuurplan) 1. M.e.r.-plichtige activiteiten De voorgenomen activiteit bevat op basis van het huidige Besluit m.e.r (C-lijst, voor het laatst aangepast in 2006, onderdeel Wet milieubeheer) twee m.e.r.-plichtige activiteiten 2 : Bouw van meer dan woningen in de bebouwde kom (categorie 11.1). Als een nieuwe ontsluitingsstructuur richting N224 en A12 nodig blijkt, valt dit waarschijnlijk binnen de definitie van de aanleg van een autoweg (categorie 1.2) 3. Naast woningbouw en aanpassing infrastructuur is ook sprake van kantoren en maatschappelijke voorzieningen en overige functies. 1 In de Startnotitie uit maart 2006 wordt gesproken over m.e.r. en strategische milieubeoordeling (SMB). Met de implementatie van de Europese SMB richtlijn in de Wet milieubeheer in september 2006 is dit gewijzigd in besluit-m.e.r. en plan-m.e.r.. Voor besluit-m.e.r. wordt in dit MER voor de duidelijkheid de gangbare praktijkterm project-m.e.r. gebruikt. 2 In de Startnotitie was sprake van nog een derde m.e.r.-plichtige activiteit: de aanleg, wijziging of uitbreiding van een landelijke spoorweg (categorie C2.1). De mogelijke verdieping van het spoor aan de oostzijde van Ede maakt echter geen onderdeel meer uit van de voorgenomen activiteit van dit MER. Verder is de in Startnotitie genoemde toets op m.e.r.-plicht van recreatieve/toeristische voorzieningen uitgevoerd (categorie C/D 10.1). Uitgaande van de huidige plannen is deze plicht niet aan de orde. 3 In de Startnotitie is de wijziging of uitbreiding van een hoofdweg (categorie C1.4) aangemerkt als m.e.r.-plichtige activiteit. Deze categorie blijkt bij nadere uitwerking echter niet van toepassing, maar wel de aanleg van een autoweg (categorie C1.2). Definitie autoweg: een voor autoverkeer bestemde weg die alleen toegankelijk is via knooppunten of door verkeerslichten geregelde kruispunten en waarop het is verboden te stoppen of te parkeren. Definitie hoofdweg: een weg waarvoor een verbinding is aangegeven op een kaart van indicatieve en limitatieve hoofdwegverbindingen, die behoort tot een van kracht zijnde planologische kernbeslissing /CE8/064/ ARCADIS 12
13 Omdat het totale plangebied Ede-Oost (inclusief de spoorzone) een bruto oppervlakte van circa 200 hectare heeft, is de totale ontwikkeling ook m.e.r.-beoordelingsplichtig (D-lijst, categorie 11.2) 4 : Uitvoering, wijziging of uitbreiding van een stadsproject (inclusief winkelcentra en parkeerterreinen) als de oppervlakte groter of gelijk is aan 100 hectare of een bedrijfsvloeroppervlakte groter of gelijk aan m 2. M.e.r.-plicht op projectniveau Voor alle drie de m.e.r.(beoordelings)-plichtige activiteiten is de daadwerkelijke vastlegging van de inrichting van Ede-Oost op bestemmingsplanniveau het project-m.e.r.-plichtige besluit. Dat betekent dat gekoppeld aan de bestemmingsplanprocedure(s) de m.e.r.- (beoordelings)procedure voor projecten moet worden doorlopen. M.e.r.-plicht op planniveau Het is verplicht om voor plannen de m.e.r.-procedure te doorlopen als: Het plan kaderstellend is voor toekomstige m.e.r.(beoordelings)-plichtige besluiten. Een passende beoordeling nodig is op grond van de Natuurbeschermingswet (gewijzigd 1 oktober 2005). Een passende beoordeling is nodig bij mogelijke significante effecten op de instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden 5. Het Structuurplan Infrastructuur is in ieder geval voor wat betreft de aanleg van infrastructuur kaderstellend voor het m.e.r.-plichtige besluit op projectniveau in het Bestemmingsplan. Dat betekent dat gekoppeld aan het opstellen van het Structuurplan de m.e.r.-procedure voor plannen moet worden doorlopen. Ede-Oost grenst direct aan het Vogel- en Habitatrichtlijngebied De Veluwe. Op basis van een voortoets is vastgesteld dat een passende beoordeling voor de voorgenomen activiteit en de alternatieven die hiervoor nog in beeld zijn daadwerkelijk aan de orde is. Dat betekent dat naast de passende beoordeling gekoppeld aan de bestemmingsplanprocedure(s) en het opstellen van het structuurplan de m.e.r.-procedure voor plannen moet worden doorlopen. PASSENDE BEOORDELING De passende beoordeling houdt in dat wordt onderzocht of en in hoeverre het voorgestelde beleid nadelige gevolgen heeft voor de aanwezige natuurwaarden. Indien uit de passende beoordeling niet de zekerheid kan worden verkregen dat schadelijke gevolgen voor de natuurlijke kenmerken van het gebied uitblijven, mag het plan niet worden doorgezet. Wanneer er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang en wanneer er geen alternatieven voor het betreffende plan zijn, kan er mogelijk wel toestemming voor het voorgestelde beleid worden verleend. Er moeten dan wel compenserende maatregelen worden getroffen om te waarborgen dat de samenhang van het stelsel van Europese natuurgebieden (Natura 2000-gebieden) bewaard blijft. 4 Op de D-lijst staan activiteiten waarvoor eerst moet worden beoordeeld op basis van vastgelegde criteria of sprake is van een m.e.r.-plicht. Dit is de zogenoemde m.e.r.-beoordelingsplicht. 5 De Natura 2000-gebieden zijn speciale beschermingszones in het kader van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De gebiedsbescherming van de Natura 2000-gebieden is verankerd in de Natuurbeschermingswet /CE8/064/ ARCADIS 13
14 1.3 GECOMBINEERDE PROCEDURES EN PRODUCTEN De gemeente heeft besloten om gekoppeld aan het Structuurplan Infrastructuur de m.e.r.- procedure voor plannen te doorlopen. Gekoppeld aan de vastlegging van de inrichting van Ede-Oost op bestemmingsplanniveau wordt de m.e.r.-procedure voor projecten en plannen gecombineerd doorlopen. Hiermee wordt tevens voldaan aan de m.e.r.-beoordelingsplicht. Voor beide m.e.r.-procedures zijn gecombineerde producten opgesteld voor de hele ontwikkeling van Ede-Oost en de spoorzone. Als eerste stap is een gecombineerde Startnotitie / Reikwijdtenotitie opgesteld (van 2 maart 2006, in het vervolg Startnotitie genoemd). In de Startnotitie is aangegeven wat in dit milieueffectrapport wordt onderzocht. De startnotitie heeft ter inzage gelegen en mede basis van de inspraakreacties en adviezen van wettelijke adviseurs zijn de richtlijnen voor het milieueffectrapport vastgesteld. Als tweede stap is, mede op basis van de richtlijnen, dit gecombineerde milieueffectrapport voor plannen en projecten opgesteld (in het vervolg MER genoemd). Dit MER wordt meerdere malen ter inzage gelegd: bij het ontwerp Structuurplan Infrastructuur en bij de bestemmingsplanprocedure(s). In de definitieve plannen zal worden gemotiveerd hoe is omgegaan met de bevindingen van het MER en de inspraakreacties. In hoofdstuk 12 van deel B worden de m.e.r.-procedures voor plannen en projecten gekoppeld aan de procedures voor het structuurplan en bestemmingsplan in meer detail beschreven. 1.4 BETROKKEN PARTIJEN De belangrijkste betrokken partijen bij de m.e.r.-procedures zijn: Initiatiefnemer De initiatiefnemer van de herstructurering Ede-Oost is het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede. Bevoegd Gezag Het Bevoegd Gezag wordt gevormd door de Gemeenteraad van de gemeente Ede. Het Bevoegd Gezag neemt de m.e.r.-plichtige besluiten: de vaststelling van het Structuurplan Infrastructuur en (de uitwerkingsplannen van) de benodigde bestemmingsplannen. Commissie voor de milieueffectrapportage De Commissie voor de milieueffectrapportage (Cie-m.e.r.) bestaat uit een speciaal voor dit project samengestelde werkgroep van onafhankelijke deskundigen afkomstig uit verschillende relevante disciplines. De Commissie geeft advies over de richtlijnen voor het MER aan het Bevoegd Gezag en toetst op basis hiervan later het MER op juistheid en volledigheid. Bij het opstellen van het advies voor de richtlijnen en het toetsingsadvies wordt rekening gehouden met de inspraakreacties. Wettelijke adviseurs Het Bevoegd Gezag vraagt vooraf aan het opstellen van de richtlijnen advies aan de zogenaamde wettelijke adviseurs. Dit zijn vertegenwoordigers van de ministeries van VROM, LNV en OCW /CE8/064/ ARCADIS 14
15 Insprekers Belanghebbenden konden inspreken na het verschijnen van de Startnotitie. De inspraakreacties zijn meegenomen in het advies over de richtlijnen door de Commissie m.e.r. en bij de vaststelling van de richtlijnen door de gemeenteraad. Dit MER zal meerdere keren ter inzage worden gelegd gekoppeld aan het opstellen van het Structuurplan Infrastructuur en de bestemmingsplanprocedure(s). Bij deze inspraakmogelijkheden is het mogelijk om zienswijzen in te brengen op het MER. 1.5 INSPRAAKMOGELIJKHEDEN UW REACTIE IS WELKOM De ter inzage legging van het MER zal bekend worden gemaakt in de Staatscourant en het huis aan huisblad Ede Stad. In een periode van zes weken kunt u dan schriftelijk uw inspraakreactie indienen bij: De Gemeenteraad van Ede Postbus HK Ede Onder vermelding van: MER Ontwikkeling Ede-Oost en Spoorzone /CE8/064/ ARCADIS 15
16 HOOFDSTU 2 De voorgenomen activiteit 2.1 HISTORISCH GEGROEIDE KNELPUNTEN IN DE RUIMTELIJKE STRUCTUUR Historische ontwikkeling De ontwikkeling van Ede gedurende de vorige eeuw kan worden gekenschetst aan de hand van een aantal factoren die van invloed zijn geweest op de groei en de ruimtelijke ontwikkeling van Ede. Deze factoren bestaan uit de aanwezigheid van de ENKA fabriek, de spoorverbinding en militaire activiteiten. In de onderstaande paragraaf zullen deze factoren kort worden toegelicht. TWEE CENTRA IN ÉÉN STAD In Ede zijn twee centra te onderscheiden van waaruit de stad zich heeft ontwikkeld. Allereerst is er het historische centrum rond de Oude Kerk in het noordoosten van Ede. De aanleg van de spoorlijn Utrecht-Arnhem (1845) en later de komst van de ENKA fabrieken (na 1919) leidde tot de vorming van een tweede kern in de omgeving van de Parkweg rond het tuindorp bij ENKA en de spoorverbinding. Ede werd toen ook aantrekkelijk als vestigingsplaats. De uitvalsweg van het oude centrum naar het station (Stationsweg) werd ontwikkeld en raakte eind 19 e eeuw, begin 20 e eeuw langzaam bebouwd. Dit tweede centrum heeft zich nu ontwikkeld tot een volwaardig gebied met voorzieningen op het gebied van detailhandel, horeca, kantoren en bedrijven en een congrescentrum. De ligging van deze terreinen heeft ervoor gezorgd dat de ontwikkeling van Ede voornamelijk westelijk van het oude centrum heeft plaats gevonden. Het historische centrum heeft hierdoor een sterk decentrale ligging gekregen. Een duidelijk centrum ontbreekt dan ook. REGIONAAL OV KNOOPPUNT De spoorlijn tussen Utrecht en Arnhem doorkruist Ede. Het station Ede-Wageningen heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een intercitystation met een belangrijke functie in de regio Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal (WERV regio). Het station fungeert als overstapplaats op het regionaal openbaar vervoer. MILITAIRE AANWEZIGHEID SOMA EN AZO TERREIN Een andere belangrijke factor in de ontwikkeling van Ede is de komst van Defensie geweest (na 1904). De oostzijde van Ede wordt voor een groot deel in beslag genomen door militaire terreinen: het Maurits, Beeckman en Stevin kazerneterrein. Het SOMA-terrein ligt niet in het gebied Ede-Oost, waar de andere deelgebieden liggen, maar het ligt iets ten westen van het station, rondom het spoor. Op deze plek waren de SOMA school (kraanmachinisten, ) en het werkverband voor industriële handarbeiders AZO gevestigd. Tevens was op het SOMA-terrein in het verleden een wegenbouwkundig museum gehuisvest. Momenteel ligt het terrein omringd door woonwijken /CE8/064/ ARCADIS 16
17 Knelpunten in de ruimtelijke structuur Zowel de spoorverbinding als de militaire terreinen hebben een sterke barrièrewerking. De spoorverbinding verdeelt Ede in een noordelijk en zuidelijk deel. Het noordelijk deel omvat het oude centrum en de kazerneterreinen, terwijl in het zuidelijk deel de aanwezigheid van de ENKA fabriek een dominante factor is. De militaire terreinen zorgen ervoor dat in Ede de oorspronkelijke ligging aan de rand van de Veluwe deels afgesloten is. Het Masterplan Ede-Oost / Spoorzone kenmerkt dit als een onbestemde sfeer die in de loop van de tijd is versterkt doordat het station de ligging aan de Bennekomse weg verloor en het doorgaande verkeer via de Klinkenbergerweg werd geleid. Het station verloor hiermee de ligging aan de directe verbinding tussen Ede en Wageningen. Het station is inmiddels een intercity station met belangrijke overstapfunctie (circa in- en uitstappers per gemiddelde werkdag in de huidige situatie) maar lijkt geen stedelijke context te hebben. Met betrekking tot de spoorzone is er behoefte aan revitalisering van het stationsgebied en vermindering van de barrièrewerking door het spoor. Door de historische ontwikkeling is het SOMA-/AZO terrein een gebied geworden met een afwijkende functie van het omringde gebied. Het terrein dat geldt als werkgebied wordt omringd door woonwijken. 2.2 LOCATIEKEUZE Huidige ontwikkelingen In relatie tot de in de vorige paragraaf beschreven knelpunten, zijn momenteel een aantal ontwikkelingen van belang. De ENKA fabriek is in 2002 gesloten en het terrein is inmiddels aangekocht door een ontwikkelaar. De militaire terreinen zullen daarnaast in de nabije toekomst (2010) door Defensie worden afgestoten. De kazernes, veelal historisch interessante gebouwen, zullen worden verlaten. Ede-Oost in het Streekplan Het Streekplan Gelderland vloeit (mede) voort uit de Nota Ruimte, waarin de WERV-regio (Regio Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal) is aangeduid als Economisch Kerngebied. WERV kent een brede economische structuur, met een relatief sterke vertegenwoordiging van industrie en daaraan gelieerde logistiek. Het is bovendien een kenniscentrum van betekenis (Food Valley). In het Streekplan Gelderland is aangegeven dat de locatie Ede-Oost een goede en logische locatie is voor (groot)stedelijke voorzieningen met hoge dichtheden. Voorafgaand aan het vaststellen van het Streekplan is een Strategische Milieu Beoordeling (SMB) uitgevoerd waarin breed is gekeken naar de afweging van locaties. De keuze voor Ede-Oost in het Streekplan is gebaseerd op de volgende uitgangspunten van het provinciaal ruimtelijk beleid: Verstedelijking bundelen binnen de stedelijke netwerken. Bestaande weg- en openbaar vervoercapaciteit zoveel mogelijk benutten. Eerst benutten van de ruimte binnen bestaand stedelijk gebied voordat gekozen wordt voor nieuwe uitbreidingsgebieden. In het Streekplan is Ede-Oost tevens bestempeld als belangrijkste herontwikkelings- en intensiveringslocatie binnen de WERV-regio, waarbij niet alleen ruimte is voor woningen, maar ook voor bedrijven, kantoren, leisure, sport en onderwijs /CE8/064/ ARCADIS 17
18 Daarbij wordt opgemerkt dat voor de bereikbaarheid van Ede-Oost het nodig is aan te sluiten op de A12 en de Valleilijn (spoor). Bovendien dient bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te worden gehouden met een toekomstige opwaardering van de internationale spoorverbinding. 2.3 LOCATIEONTWIKKELING HET MASTERPLAN Om de toekomstige ontwikkelingen in Ede-Oost, die in het Streekplan mogelijk worden gemaakt, op een zorgvuldige wijze te kunnen sturen heeft de gemeente Ede een Masterplan Ede-Oost / Spoorzone opgesteld (zie ook waarin een integrale ontwikkelingsstrategie is geschetst voor het omvangrijke gebied aan de oostzijde van Ede. In dit Masterplan is de ruimtelijke invulling van het totale gebied onderzocht, gecommuniceerd met de direct en indirect betrokken partijen en belanghebbenden en vastgesteld door de gemeenteraad (april 2005). De ontwikkeling Ede-Oost is direct gekoppeld aan de opgave zoals deze in het Streekplan is opgenomen, waarbij de opgave zowel een lokaal als regionaal karakter heeft. De globale planhorizon van de uitvoering Ede- Oost is beoogd tussen 2008 en Voor de ontwikkeling van Ede-Oost zijn de kwantitatieve vraag en de kwalitatieve vraag onlosmakelijk met elkaar verbonden. Enerzijds is er een vraag naar ruimte voor woningen en kantoren. Anderzijds tekent zich een tendens af van behoefte aan een grotere diversiteit aan woon- en werkmilieus. Daarbij spelen mobiliteit, leefbaarheid, natuur- en landschapswaarden, cultuurhistorie en recreatie een belangrijke rol. De ontwikkeling vraagt een goede afstemming van de kwantitatieve en kwalitatieve vraag. In het Masterplan is een uitgangspunt dat het ruimtelijke raamwerk van infrastructuur en landschap de grenzen definieert van de te ontwikkelen bouwlocaties. In het Masterplan is het programma voor Ede-Oost ten aanzien van de kwantitatieve en kwalitatieve vraag verkend. In navolgende paragrafen zijn de resultaten kort verwoord. Voor een uitgebreidere toelichting van de opgave verwijzen wij naar het Masterplan Ede-Oost / Spoorzone, hoofdstuk 2 De Opgave en hoofdstuk 7 Programma KWANTITATIEVE OPGAVE In tabel 2.1 is de maximale woningbouwcapaciteit in relatie tot de behoefte voor de gemeente Ede weergegeven. Een nadere onderbouwing is opgenomen in bijlage 2. Deze kwantitatieve opgave voor de gemeente Ede is vertaald in een programma voor Ede- Oost, welke is onderverdeeld in woningbouw, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en bijzondere stedelijke en regionale functies. Navolgend is het programma uit het Masterplan kort weergegeven /CE8/064/ ARCADIS 18
19 Tabel 2.1 Onderbouwing woningbouwprogramma gemeente Ede Locatie Totaal Totale capaciteit Ede Stad, binnenstedelijk Kernhem A (afronding), B en C (na 2015 afronden) Ede-Oost Dorpen (Bennekom, Lunteren en kleine dorpen) Buitengebied Zoekgebieden binnen gemeentegrenzen (structuurvisie WERV) Totale behoefte Eigen behoefte Ede Stad (55%) Vestiging Ede Stad (22%) Eigen behoefte dorpen (23%) Woningbouw De bouw van tot woningen: woningen bij 60% grondgebonden en 40% meergezinswoningen woningen bij 40% grondgebonden en 60% meergezinswoningen. Commerciële functies Realisering van tot m 2 bedrijfsvloeroppervlak aan commerciële functies 6. Dit kunnen kantoren, hotel/congresfuncties, regionale onderwijsvoorzieningen en in beperkte zin winkels zijn. Maatschappelijke voorzieningen Drie basisscholen ( m 2 exclusief buitenruimte). Twee zorg-/welzijnsclusters (circa m 2 ). Geen sportvelden. De benodigde ruimte voor deze sportfaciliteiten zal buiten het plangebied gevonden moeten worden. Bijzondere stedelijke en regionale functies Bijzondere stedelijke en regionale functies zijn de potentiële kanskaarten in de ontwikkeling van Ede-Oost. Het realiseren van deze functies kan de programmering van het project Ede- Oost als totaal naar een hoger ambitieniveau tillen. Tegelijkertijd is de realisatie van dergelijke voorzieningen sterk afhankelijk van externe factoren. Precieze definiëring en kwantificering is in deze planfase dan ook moeilijk. Op basis van de verrichte onderzoeken en de kansen die het Masterplan ruimtelijk biedt, is getracht te komen tot een denkbare kwantificering en thematisering van deze stedelijke en regionale functies. Uitgegaan is van circa m 2 aan overige functies: Bijzondere commerciële programmering of bijzonder collectieve woonconcepten. Bijzondere woonvormen. Ateliers of werkplaatsen. Grootschalige publieksfuncties, bijvoorbeeld musea. Sociaal pension. 6 De kantorenmarkt is onderzocht in het onderzoek Marktstudie kantoren Ede-Oost, uitgevoerd door Buck Consultants International (september 2004) /CE8/064/ ARCADIS 19
20 2.3.3 KWALITATIEVE OPGAVE: STRATEGISCHE KEUZES Afbeelding 2.1 Extreme modellen moederplan In het voortraject is stilgestaan bij de strategische betekenis van de herstructureringslocatie. Daarbij zijn vragen voorgelegd over het type stad of stadsbeeld dat er gewenst is en voor welke doelgroepen/markten er gebouwd zou kunnen worden. Op basis van deze vragen zijn vier extreme modellen ontwikkeld, te weten (zie ook afbeelding 2.1): Parkstad. Hovenstad. Lanenstad. Tuinstad. Het model Parkstad richt zich op intensieve verstedelijking in een hoogwaardige groene ambiance. Daarbij wordt uitgegaan van de behoefte van kapitaal krachtige ouderen aan centrumstedelijk wonen in een rustige en veilige omgeving, de behoefte bij jongere éénpersoonshuishoudens aan appartementen op een plaats die goed ontsloten is op meerdere polen van werkgelegenheid, en op de behoefte van kennisintensieve bedrijven aan hoogwaardige kantoren in een parkachtige setting. In het model Tuinstad wordt voortgebouwd op de kwaliteit die Ede de afgelopen decennia overwegend heeft gerealiseerd: grondgebonden gezinswoningen met tuin en verdichte woonmilieus rond om de (wijk)centra. De bereikbaarheidspositie van het station wordt in dit model benut voor het concentreren van regionale kantoren en publieke functies. Het model Hovenstad richt zich op de bovenregionale markten. De invulling ervan is extensief en bestaat uit een mix van geschakelde ruime gezinswoningen en als landgoed uitgevoerde appartementencomplexen en statige kantoren. In het model Lanenstad wordt voortgebouwd op de kwaliteiten die Ede biedt langs de lanen in het oostelijke deel van de stad. Wat betreft bedrijvigheid richt dit model zich op kantoorvilla s in een bosrijke omgeving /CE8/064/ ARCADIS 20
21 MODELLEN COMBINEREN: SPOORZONE INTENSIEF EN AAN DE RANDEN EXTENSIEF BOUWEN Keuzes en conclusies Uit debatten over de bovenstaande modellen in de gemeenteraad en vervolgens met de Edese bevolking bleek een groot draagvlak voor het combineren van modellen Parkstad en Tuinstad in de spoorzone en de stationsomgeving. Meer naar de randen toe zou geëxtensiveerd moeten worden met elementen uit de modellen Lanenstad en Hovenstad. Het resultaat van deze debatten vormden de uitgangspunten en randvoorwaarden voor het Masterplan, welke op 15 april 2004 door de gemeenteraad zijn vastgesteld in de Kadernota Masterplan Ede-Oost DE INRICHTING De kwalitatieve en kwantitatieve opgave is in het Masterplan vertaald in de inrichting van het plangebied voor Ede-Oost en de spoorzone zoals weergegeven in afbeelding 2.2. Afbeelding 2.2 Inrichting van Ede-Oost en spoorzone De tot nieuwe woningen zijn voorzien in de witte vlekken. Voor een weergave van de verdeling over de verschillende deelgebieden gekoppeld aan verschillende percentages grondgebonden en meergezinswoningen wordt verwezen naar bijlage 2 en 3. Voor de ontsluiting van het plangebied van Ede-Oost naar de N224 aan de noordzijde en de Bennekomseweg aan de zuidzijde wordt de S-vormige Parklaan gerealiseerd 7. Van de tot m 2 bedrijfsvloeroppervlak aan commerciële functies is het overgrote deel, tot m 2, in de directe nabijheid van het station gesitueerd. Eén van de kazernegebouwen van de Mauritszuidkazerne, direct grenzend aan het stationsgebied, biedt kansen voor functies als een hotel en ontspanning- en leisureconcepten in relatie tot de Veluwe. 7 In dit MER worden voor de ligging van de Parklaan meerdere varianten onderzocht (zie hoofdstuk 3). In de inrichting zoals weergegeven in afbeelding 2.2 is uitgegaan van variant Parklaan /CE8/064/ ARCADIS 21
22 In het programma zijn drie basisscholen en twee zorg-/welzijnsclusters opgenomen. De locaties voor de scholen bevinden zich in de enclaves Stevin/Beeckman, Mauritsnoord, en ENKA. De school in de Mauritsnoord-enclave kan gesitueerd worden in één van de kazernegebouwen. De twee zorg-/welzijns clusters kunnen gesitueerd worden in de te hergebruiken gebouwen van de Beeckmankazerne en nabij het stationsplein in de ENKAenclave. Op basis van de verrichte onderzoeken en de kansen die het masterplan ruimtelijk biedt, is getracht te komen tot een plaatsbepaling van mogelijke bijzondere stedelijke en regionale functies. Een aantal locaties springen hierbij in het oog: De cluster van kazernegebouwen van de Stevinkazerne in de directe nabijheid van de aansluiting van de Parklaan op de N224 biedt mogelijkheden voor een bijzondere commerciële programmering of bijzondere collectieve woonconcepten. De H-vormige kazernegebouwen van de Maurits-noordkazerne bieden mogelijkheden voor bijzondere woonvormen. De stallen van dit kazernecomplex kunnen worden gebruikt als ateliers of werkplaats voor innovatieve en kleinschalige bedrijven in de culturele en ambachtelijke sfeer. De Westhal van het ENKA-complex is door de grote schaal, monumentale karakteristiek en de ligging aan het centrale plein bij uitstek geschikt voor grootschalige publieksfuncties in de culturele en recreatieve sfeer BEHOEFTE AAN NIEUWE ONTSLUITENDE INFRASTRUCTUUR Om de behoefte aan nieuwe ontsluitende infrastructuur te kunnen bepalen is met het verkeersmodel Ede de situatie onderzocht in 2020 na realisatie van Ede-Oost zonder nieuwe gebiedsontsluitende wegen, maar met het huidige opgewaardeerde wegennet (in de startnotitie de 0+ situatie genoemd). Deze situatie is afgezet tegen de huidige situatie (avondspits in 2005) en de autonome situatie in 2020 zonder Ede-Oost. Daarbij is getoetst op de verhouding tussen de intensiteit en capaciteit (I/C-verhouding) van een weg als maat voor de bereikbaarheid. De resultaten zijn weergegeven in tabel 2.2. In afbeelding 2.3 zijn de belangrijkste wegen in en rond Ede weergegeven. Huidige situatie Zoals blijkt uit tabel 2.2 is op de A12 tussen de aansluiting Ede/Wageningen en de aansluiting Oosterbeek in de huidige situatie sprake van verminderde doorstroming. De aansluiting van de A12 bij de Dreeslaan wordt ervaren als een knelpunt. In tabel 2.2 wordt dit niet als een knelpunt getoond, omdat de verkeerslichten voor enige vertraging zorgen en niet de wegvakken. Op enkele belangrijke wegen in Ede Zuid en Oost, waaronder de Tooroplaan/Emmalaan, de Frans Halslaan/Zandlaan en de Edeseweg is het weliswaar druk in de spitsuren, maar is er nog geen sprake van een knelpunt /CE8/064/ ARCADIS 22
23 Afbeelding 2.3 Belangrijke wegen in Ede Tabel 2.2 I/C-verhouding huidige situatie 2005 en situatie 2020 met Ede- Oost zonder nieuwe ontsluitende infrastructuur Wegvak Ede-Oost Huidige situatie (2005) Autonome situatie (2020) Ede-Oost zonder ontsluitende infrastructuur (0+, 2020) Klinkenbergerweg 0,63 0,65 0,76 Albertstunnel 0,43 0,44 0,73 Bennekomseweg 0,69 0,74 0,95 Edeseweg ten noorden van de A12 0,75 1,00 1,06 Edeseweg ten zuiden van A12 0,79 0,95 1,03 Stationsweg 0,38 0,33 0,48 Molenstraat 0,44 0,49 0,41 N224 - tussen Parklaan en N304 0,26 0,16 0,28 N224 - tussen Parklaan en aansl. Oosterbeek/A12 0,42 0,38 0,43 Ede-Zuid-West Dr. W. Dreeslaan ten zuiden van A12 0,61 0,76 0,78 Dr. W. Dreeslaan ten noorden van A12 0,71 0,70 0,81 Keesomstraat 0,59 0,59 0,64 Zandlaan 0,69 0,73 0,83 J.T. Tooroplaan 0,63 0,75 1,00 A12 A12 Ede/Wag-Oosterbeek, oost van Edeseweg 0,91 0,79 0,78 A12 Ede/Wag-Oosterbeek, west van Edeseweg 0,91 0,79 0,78 A12 Maanderbroek-Ede/Wag. 0,79 0,86 0,87 Verklaring kleurcodering: Groen: I/C-verhouding onder de 0,80: geen verkeersknelpunt. Geel: I/C-verhouding tussen de 0,80 en 1,00: verminderde doorstroming en dus een beperkt knelpunt oftewel aandachtspunt. Rood: I/C-verhouding boven de 1,00: congestie en daarmee een knelpunt /CE8/064/ ARCADIS 23
24 Situatie 2020 De verkeersproblematiek zal gegeven de groeiverwachting van de bevolking en overige ontwikkeling in de regio (o.a. ontwikkeling ISEV terrein, woonwijk Kernhem) toenemen. Autonome situatie In de autonome situatie zijn er meer problemen in Ede-Oost dan in de huidige situatie. Dit betreft voornamelijk het zuidelijk deel van Ede, namelijk de Edeseweg tussen Ede en Bennekom en voor een deel de Bennekomseweg als gevolg van de rotonde bij de kruising met Horalaan/Zandlaan. De groei wordt onder andere veroorzaakt door de ontwikkeling van het Ophella-terrein. De beperkte groei van de intensiteiten in Ede-Oost zelf is te wijten aan de sluiting van de kazerneterreinen en maatregelen om de Klinkenbergerweg minder aantrekkelijk te maken als doorgaande route. Verder is in de autonome situatie het doorstromingsprobleem op de A12 verplaatst van het wegvak tussen Ede en aansluiting Oosterbeek naar het wegvak op de A12 tussen Ede-Wageningen en knooppunt Maanderbroek. Op de A12 zijn er tussen de aansluitingen Ede/Wageningen en Oosterbeek in 2020 minder doorstromingsproblemen als gevolg van de uitbreiding van de capaciteit (aanleg plusstroken en reguliere verbreding tussen Veenendaal en knooppunt Grijsoord). De A12 heeft wel een aanzienlijke verkeersaantrekkende werking. De I/C-waarde op dit traject van de A12 nadert namelijk wederom de 0,8 en de intensiteit op de N224 groeit minimaal ondanks de ontwikkeling van Ede-Oost. Op het traject tussen de aansluitingen Ede/Wageningen en Maanderbroek is in 2020 zelfs een grotere kans op verminderde doorstroming dan in 2005 ondanks de uitbreiding van de capaciteit op dit deel van de A12. Invulling Ede-Oost zonder ontsluitende infrastructuur (0+-situatie) Zoals blijkt uit tabel 2.2 zal na invulling van de woning- en kantooropgave voor Ede de bestaande infrastructuur in Ede verder worden belast waardoor huidige knelpunten versterken en nieuwe knelpunten ontstaan. Dit geldt voornamelijk voor Ede-Zuid-West waarbij de verbindingswegen vanaf Ede-Oost naar de A12 een verminderde doorstroming hebben: de Dreeslaan, Tooroplaan en Zandlaan. Verder valt op dat de Edeseweg/Bennekomseweg een ernstig knelpunt wordt. De Edeseweg tussen Bennekom en Ede is al een knelpunt in de autonome situatie, maar met de ontwikkeling van Ede-Oost wordt dit knelpunt groter. De Edeseweg is een verbinding tussen Ede en Bennekom en kan beschouwd worden als een autonoom probleem. In Ede-Oost komen ook de Albertstunnel en de Klinkenbergerweg dicht bij de kritische grens voor de I/C-waarde van 0,8. Bij de Klinkenbergerweg is op dit moment al sprake van een leefbaarheidprobleem. De problematiek op de A12 is vergelijkbaar met de autonome situatie in Conclusie Uit deze analyse blijkt dat er behoefte is aan nieuwe ontsluitende infrastructuur voor de nieuw te ontwikkelen gebieden in Ede-Oost. De Klinkenbergerweg en in het verlengde de Raadhuisstraat kunnen het extra verkeer niet naar behoren verwerken. Verder wordt het leefbaarheidprobleem bij de Klinkenbergerweg versterkt bij de ontwikkeling van Ede-Oost. Daarnaast blijkt dat verbindingen naar de Rijksweg A12 in en om Ede het extra verkeer niet zonder congestie kunnen verwerken. Er is dan ook behoefte aan een betere verbinding van Ede-Oost naar de A12 voor het verkeer in westelijke richting (van en naar richting Utrecht). Voor verkeer van en naar het oosten (richting Arnhem) zijn er geen problemen. Dit verkeer wordt afgewikkeld over de N224. Daarnaast valt op dat de Edeseweg tussen Bennekom en Ede in de autonome situatie en de situatie met ontwikkeling van Ede-Oost een doorstromingprobleem heeft /CE8/064/ ARCADIS 24
25 2.3.6 RANDVOORWAARDEN In en direct grenzend aan het plangebied voor Ede-Oost en de spoorzone zijn veel waarden en functies aanwezig die randvoorwaarden stellen aan de voorgenomen ontwikkeling, onder andere natuurwaarden en landschappelijke en cultuurhistorische waarden en functies als wonen, werken en recreatie. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de Veluwe. De Veluwe grenst direct aan Ede-Oost en is aangewezen als onderdeel van het Europese Natura 2000-gebied en de nationale ecologische hoofdstructuur (EHS). 2.4 DOELSTELLING In het Masterplan is gedefinieerd dat Ede-Oost een kwaliteitsimpuls moet geven aan zowel de stad als de regio. Het programma moet voorzien in de lokale en regionale woningbehoeften, appelleren aan de behoeften van kapitaalkrachtige groepen van elders en ruimte bieden voor het aantrekken van hoogwaardige werkgelegenheid. Ruimtelijk dient een stadsdeel te ontstaan met een sterk Edes karakter, waarbij voorzien is in een groene onderlegger die de Veluwe de stad in brengt en in een goede aanhaking van Ede-Oost aan de bestaande stad. Voorts moet worden bijgedragen aan het slechten van de barrières tussen het noordelijke en het zuidelijke stadsdeel en moet een zodanige ontsluiting van Ede-Oost worden gerealiseerd dat nieuwe knelpunten worden voorkomen en zo mogelijk een bijdrage wordt geleverd aan het ontlasten van huidige knelpunten in de stad ten aanzien van verkeer. In algemene zin moeten bestaande waarden en functies in het gebied zoveel mogelijk worden ontzien en waar mogelijk versterkt /CE8/064/ ARCADIS 25
26 HOOFDSTU 3 Alternatieven 3.1 INLEIDING De voorgenomen activiteit, de ontwikkeling van Ede-Oost en de spoorzone zoals beschreven in het vorige hoofdstuk, vormt het uitgangspunt voor dit MER. In de Startnotitie werd dit het Masterplanalternatief genoemd. Het Masterplanalternatief is nog niet op alle onderdelen concreet uitgewerkt, dit geldt vooral voor de eventuele nieuwe of verbeterde ontsluitingsstructuur richting de A12. In de Startnotitie zijn voor verschillende planonderdelen varianten geformuleerd die in dit MER op milieueffecten moeten worden onderzocht. Het accent ligt daarbij sterk op de ontsluitingsstructuur. Voor wat betreft de ontsluiting gaat het naast een variant zonder extra infrastructuur om: 4 varianten voor de ligging van de nieuwe Parklaan voor de ontsluiting van het plangebied van Ede-Oost naar de N224 aan de noordzijde en de Bennekomseweg aan de zuidzijde. 17 varianten (modellen) voor een nieuwe of verbeterde aansluiting op de A12. In de richtlijnen voor dit MER is aangegeven dat gezien het groot aantal mogelijke combinaties (alternatieven), trechtering hiervan noodzakelijk is. Daarom is voor de ontsluiting een trechterings- en inpassingsfase doorlopen die uiteindelijk heeft geresulteerd in zes concrete aansluitalternatieven. Paragraaf 3.2 geeft een korte beschrijving van de trechterings- en inpassingsfase en de zes aansluitalternatieven worden beschreven in paragraaf 3.3. In de Startnotitie zijn ook varianten geformuleerd voor het type en aantal nieuwe woningen en de bedrijfsvloeroppervlakte aan commerciële functies. In paragraaf 3.4 is het inrichtingsalternatief dat in dit MER is onderzocht beschreven en is aangegeven hoe hierbij met deze varianten is omgegaan. Paragraaf 3.5 gaat nader in op de fasering van de verschillende planonderdelen. In de Startnotitie zijn ook twee varianten geformuleerd voor de ligging van het spoor: wel of geen verdiepte ligging. Aangezien spoorverdieping nu geen onderdeel meer is van de voorgenomen activiteit die in dit MER wordt onderzocht, vormt de huidige hoogteligging van het spoor het uitgangspunt voor de alternatieven. Omdat ten tijde van het afronden van dit MER nog geen definitief besluit is genomen over een eventuele verdieping van het spoor ter plaatse van het station zijn de mogelijke effecten van de spoorverdieping in relatie tot de ontwikkeling van Ede-Oost indicatief in beeld gebracht. In de gevoeligheidsanalyse zijn ook de conclusies uit de trechteringsfase getoetst op basis van een meer gedetailleerde /CE8/064/ ARCADIS 26
27 effectbeschrijving van de vier varianten voor de ligging van de Parklaan. Paragraaf 3.6 gaat nader in op de gevoeligheidsanalyse /CE8/064/ ARCADIS 27
28 3.2 DE TRECHTERINGS- EN INPASSINGSFASE Om te komen tot een hanteerbaar aantal realistische alternatieven is trechtering toegepast. Hiertoe is in de eerste helft van het jaar 2007 een intensief proces ingezet, waarin de belangrijkste effecten globaal in beeld zijn gebracht. In interactie met de omgeving en de gemeenteraad van Ede zijn op basis van deze effecten keuzen gemaakt ten aanzien van het al of niet meenemen van mogelijke alternatieven in dit MER en de inpassing er van. Deze paragraaf beschrijft kort de gemaakte keuzen. In hoofdstuk 5 van deel B is de hiervoor gebruikte informatie opgenomen. TRECHTERING VARIANTEN LIGGING PARKLAAN Trechteringsfase Voor de ligging van de nieuwe Parklaan zijn vier varianten onderzocht. De situatie dat er geen nieuwe ontsluitende infrastructuur wordt gerealiseerd, is meegenomen als vijfde variant. Doel van de nieuwe Parklaan is een adequate oplossing voor toekomstige verkeersafwikkelingproblemen en voor de ontsluiting van de nieuwe woonwijken richting de N224 aan de noordzijde en de Bennekomseweg aan de zuidzijde. Voor de Parklaan is uitgegaan van 1 rijstrook per rijrichting. De vier Parklaanvarianten zijn samengesteld uit twee mogelijkheden aan noordkant van het plangebied (rond de Kazerneterreinen) en twee aan de zuidkant (rond het ENKA-terrein): een ligging aan de zijde van de bestaande stad ( binnendoor ) of een ligging aan de zijde van de Veluwe ( buitenom ). Dit levert vier mogelijke combinatievarianten: 1. Buitenom-buitenom: kazerneterrein buitenom en ENKA-terrein buitenom. 2. Binnendoor-buitenom: kazerneterrein binnendoor en ENKA-terrein buitenom. 3. Buitenom-binnendoor: kazerneterrein buitenom en ENKA-terrein binnendoor. 4. Binnendoor-binnendoor: Kazerneterrein binnendoor en ENKA-terrein binnendoor. Buitenom bij het ENKA-terrein betekent een extra spoorkruising (variant 1 en 2), terwijl bij binnendoor de bestaande Albertstunnel onderdeel uitmaakt van de ontsluitingsroute. Tijdens de trechteringsfase is een werksessie gehouden en een eerste, globale analyse van de effecten van de vier varianten voor de ligging van de Parklaan gedaan vanuit de aspecten natuur, landschap, cultuurhistorie, archeologie, stedenbouw, verkeer en exploitatie. TRECHTERING VARIANTEN AANSLUITING A12 Voor een nieuwe of verbeterde aansluiting op de A12 zijn 17 varianten (modellen) globaal onderzocht op de effecten voor verkeer, geluid, luchtkwaliteit en natuur. Bij alle aansluitvarianten is hierbij uitgegaan van 1 rijstrook per rijrichting. Het verkeersonderzoek richtte zich op het oplossend vermogen en de effectiviteit van de verkeerskundige oplossingen. Het natuuronderzoek bracht met name randvoorwaarden, uitgangspunten en uitsluitingen in kaart. Verder is een aantal werksessies met Rijkswaterstaat geweest over de haalbaarheid van de aansluitvarianten op de A12 (ontwerprichtlijnen en beleid). KEUZE Het college van Burgemeester en Wethouders heeft als afsluiting van de trechteringsfase besloten om vijf alternatieven nader te onderzoeken. De gemeenteraad heeft hiermee op 5 juli 2007 ingestemd 8 en daarbij gekozen voor de volgende vier aansluitvarianten (modellen/principes) op de A12: A: Verbinding Dreeslaan aan de zuidzijde van de A12 met de Edeseweg aan de noordzijde van de A12 (met kruising A12). 8 Middels de wensen- en bedenkingenprocedure; artikel 169 van de Gemeentewet /CE8/064/ ARCADIS 28
29 C: Verbinding Dreeslaan-Edeseweg aan de zuidzijde van de A12. G: Verbinding Dreeslaan-Edeseweg doormiddel van twee parallelwegen met eenrichtingsverkeer ten zuiden en ten noorden van de A12 waarbij de bestaande hele aansluiting op de A12 wordt gesplitst in twee halve aansluitingen. I: Nieuwe volledige aansluiting op de A12 aan de oostzijde van het plangebied ter plaatse van het spoorviaduct. Alle vier de aansluitvarianten op de A12 worden gecombineerd met Parklaanvariant 4 (binnendoor-binnendoor). Alleen aansluitvariant I wordt ook gecombineerd met Parklaanvariant 2 (binnendoor-buitenom). Hiermee is de variant zonder nieuwe ontsluitende infrastructuur definitief afgevallen. Inpassingsfase In de inpassingsfase zijn vervolgens de vier gekozen principes voor de aansluiting op de A12 vertaald naar een concrete ligging van het tracé. Hiertoe zijn per alternatief afwegingen gemaakt ten aanzien van de ruimtelijke inpassing van de weg waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de aanwezige kwaliteiten en gevoeligheden. Voor variant A heeft dat geleid tot twee te onderzoeken inpassingen: zoveel mogelijk langs de bestaande bebouwde kom van Ede (aansluitalternatief A1) en zoveel mogelijk bundeling met de A12 (aansluitalternatief A2). In totaal zijn in dit MER dus zes integrale aansluitalternatieven onderzocht. Tabel 3.1 geeft een overzicht. In paragraaf 3.2 zijn de aansluitalternatieven in meer detail beschreven. Tabel 3.1 De zes aansluitalternatieven Aansluitalternatief Parklaan 2 Parklaan 4 A1 Verbinding Dreeslaan-Edeseweg met kruising A12 X A2 Idem, maar sterkere bundeling met A12 X C Verbinding Dreeslaan-Edeseweg ten zuiden van A12 X G Verbinding Dreeslaan-Edeseweg met parallelwegen met X eenrichtingsverkeer ten noorden en ten zuiden van de A12 I2 Extra volledige aansluiting Ede-Oost op A12 ten oosten X van het plangebied bij spoorwegviaduct I4 Idem. X Parklaanvariant 2: Kazerneterrein binnendoor, ENKA-terrein buitenom Parklaanvariant 4: Kazerneterrein binnendoor, ENKA-terrein binnendoor 3.3 AANSLUITALTERNATIEVEN ALTERNATIEF A1 In afbeelding 3.1 is alternatief A1 weergegeven /CE8/064/ ARCADIS 29
30 Afbeelding 3.1 Aansluitalternatief A1 De Parklaan loopt vanaf de N224 aan de noordzijde van het plangebied aan de zijde van de bestaande stad om achtereenvolgens de kazerneterreinen en het ENKA-terrein heen (binnendoor-binnendoor) om vervolgens aan te takken op de bestaande Bennekomseweg. Vervolgens start de ontsluiting richting de A12 bij de Edeseweg, ten zuiden van de rotonde Zandlaan. Dit om de aansluiting zo dicht als mogelijk te situeren nabij de ontwikkeling Ede-Oost en de Parklaan. De aansluiting is hierbij zo ontworpen dat de richting Ede-Oost aansluiting A12 de voorrangsrichting is. Vervolgens loopt het alternatief in westelijke richting door een gebied met sportvelden, (toekomstige) scholen en een bestaande groenzone als relatie tussen Hoekelum en het stedelijk gebied. Het tracé is hier zo ingepast dat de effecten hierop zo beperkt mogelijk zijn. De fysieke ruimte is echter beperkt. Ter hoogte van de afbuiging naar het zuiden is het alternatief zodanig getraceerd dat de honkbalvelden niet worden aangetast. De ten noorden van het tracé gelegen volkstuinen en de kinderboerderij vormen een mogelijk knelpunt. Na de zuidelijke afbuiging gaat het alternatief dalen om met een tunnel de A12 te kruisen. Hier is gekozen voor een tunnel om hinder zoveel mogelijk te beperken. Een brug zou hier relatief hoog moeten worden uitgevoerd met extra visuele hinder en geluidbelasting tot gevolg. De kruising van de A12 dient hier eveneens gemaakt te worden door fietsverkeer. In dit alternatief wordt ook het fietsverkeer met een tunnel onder de A12 geleid. Hiermee komt de bestaande brug te vervallen. Hierdoor zal bij deze kruising van de A12 nagedacht moeten worden over het behouden van de ecologische functie van het bestaande Bovenbuurtwegviaduct, bijvoorbeeld door een groene rand langs de nieuwe tunnel. Ten zuiden van de A12 stijgt het tracé weer naar maaiveld hoogte. Hier is gezocht naar de meest logische tracéring zonder daarbij het bestaande waterbassin aan te tasten. Hierbij is rekening gehouden met de benodigde boogstralen en de situering van de aansluiting ter hoogte van de Dreeslaan. De aansluiting op de A12 zelf is uitgevoerd in omgeklapte wijze ten opzichte van de huidige situatie. Op deze manier kan de verbindingsweg Dreeslaan-Edeseweg direct aansluiten op de op- en afritten van de A12. Met deze configuratie kan de Maanderdijk niet meer aansluiten op de Dreeslaan /CE8/064/ ARCADIS 30
Nut en noodzaak Parklaan
Nut en noodzaak Parklaan Onderbouwing bestemmingsplan Parklaan Eindrapport Gemeente Ede Februari 2015 definitief Nut en noodzaak Parklaan Onderbouwing bestemmingsplan Parklaan Eindrapport dossier : BD2436-100-100
Nadere informatieHerinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht. lijnen ME AAN
Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht lijnen ME AAN 1 INLEIDING Overeenkomstig het Masterplan Stationsgebied willen Holland Casino, Wolff Cinema Groep en de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs op de
Nadere informatieHerinrichting Neherkade Den Haag
Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de
Nadere informatieAan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure
Aan de raad AGENDAPUNT 3 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010 Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Voorstel: 1. Het toetsingsadvies van de Commissie voor de mer over het milieueffectrapport (mer) oostelijke
Nadere informatieEde - Oost Spoorzone. Masterplan voor de herontwikkeling van vier kazerneterreinen, spoorzone, stationsomgeving
Ede - Oost Spoorzone Masterplan voor de herontwikkeling van vier kazerneterreinen, spoorzone, stationsomgeving en industrieterrein. Ede - Oost Spoorzone Masterplan voor de herontwikkeling van vier kazerneterreinen,
Nadere informatieZoekzones stedelijke functies gemeente Ede Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Zoekzones stedelijke functies gemeente Ede Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 20 augustus 2008 / rapportnummer 2079-37 1. OORDEEL OVER HET MER Het College van burgemeester en wethouders van
Nadere informatieVormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug
Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente
Nadere informatieNoordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk
Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk
Nadere informatieVormvrije m.e.r.-beoordeling bij Structuurvisie Zuidplas 2030
Vormvrije m.e.r.-beoordeling bij Structuurvisie Zuidplas 2030 Colofon Titel: Vormvrije m.e.r.-beoordeling bij Structuurvisie Zuidplas 2030 Documentnummer: A12.003139 Status: Vastgesteld door de gemeenteraad
Nadere informatieStedelijke ontwikkeling Overamstel, Amsterdam
Stedelijke ontwikkeling Overamstel, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 augustus 2013 / rapportnummer 2564 58 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Amsterdam
Nadere informatieBijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.
Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen
Nadere informatieHET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:
HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld
Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft
Nadere informatiememo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn
memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied Wageningen
Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor
Nadere informatieNota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens
Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke
Nadere informatieLocatie Turkse Moskee Ede
Behoort bij V.R. 2012/102 Afwegingsnotitie Locatie Turkse Moskee Ede Oktober 2012 blz. 1 1. Aanleiding In november 2010 heeft De Turkse Moskee Ede (initiatiefnemer) bij de gemeente een verzoek ingediend
Nadere informatieOntwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Ontwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 december 2009 / rapportnummer 2131-72 1. OORDEEL OVER HET MER Inleiding Het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieInformatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie
Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Inhoud Deel I Achtergronden... 3 Waarom deze m.e.r.-studie?... 3 Wat zijn de knelpunten op de Sloeweg?... 3 Welke stappen zijn
Nadere informatieBijlage 2: M.e.r.-plicht en procedure
Bijlage 2: M.e.r.-plicht en procedure 1. Algemeen Voor bepaalde plannen is het verplicht om een m.e.r. uit te voeren. Het gaat daarbij om wettelijk of bestuursrechtelijk verplichte plannen: 1. waarvoor
Nadere informatieMasterplan Lijn 11 Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Masterplan Lijn 11 Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 juni 2009 / rapportnummer 2253-34 1. OORDEEL OVER HET MER De gemeente Den Haag wil zich verder ontwikkelen tot een aantrekkelijke
Nadere informatieBurgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders Raadsvoorstel voor behandeling in oordeelvormende/besluitvormende vergadering Datum vergadering 30-4-2015 Zaaknummer : Onderwerp Kredietaanvraag tijdelijke P&R en verplaatsen
Nadere informatieHerinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht
Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 25 april 2006 / rapportnummer 1715-14 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Herinrichting
Nadere informatieStartnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens
Samenvatting Startnotitie voor de milieueffectrapportage Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied Doetinchem
Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende
Nadere informatie1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.
1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000
Nadere informatieEde-Oost Parklaan. Voorlopig Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 23 september 2015 / Projectnummer 3058
Ede-Oost Parklaan Voorlopig Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 23 september 2015 / Projectnummer 3058 1. Oordeel over het MER Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede werkt
Nadere informatieTracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011
Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011 Programma opening en welkom door wethouder Van der Zanden toelichting door projectleider van Duren pauze en gelegenheid voor vragen beantwoording
Nadere informatieBetere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen. Startnotitie
Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen Startnotitie Het probleem Er is een bereikbaarheidsprobleem in de regio Arnhem Nijmegen na 2020. Het Rijk, de provincie en
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied Etten-Leur
Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar
Nadere informatieCompensatieverordening gemeente Midden-Drenthe
Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan
Nadere informatieSamenvatting Startnotitie Tracénota/MER aansluiting Nuth. Een nieuwe aansluiting van de Buitenring Parkstad Limburg op de A76 ter hoogte van Nuth
Samenvatting Startnotitie Tracénota/MER aansluiting Nuth Een nieuwe aansluiting van de Buitenring Parkstad Limburg op de A76 ter hoogte van Nuth Nuth Schinnen Vaesrade Hoensbroek A76 A76 N298 N298 Nuth
Nadere informaties t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202
VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie
Nadere informatieAmbtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat
Ambtelijk advies 1. Baardwijkse overlaat Voor de Baardwijkse overlaat is het ambtelijk advies aan de Stuurgroep GOL om variant A (voorkeursvariant NRD) en variant C (nr. 369) beide mee te nemen in de MER.
Nadere informatieFactsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid
Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan
Nadere informatieAmendement: bestemmingsplan Klarenbeek
Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek De raad van de gemeente Apeldoorn in vergadering bijeen op 30 mei 2013, Gehoord de beraadslagingen over het ontwerpbestemmingsplan Klarenbeek, Overwegende dat In
Nadere informatieBestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht
Bestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 17 augustus 2010 / rapportnummer 1330-351 Oordeel over het MER De gemeente Maastricht gaat
Nadere informatiearchitectuur stedenbouw landschap
Traverse Dieren Rheden N786 Apeldoorns Kanaal N348 Projectteam Gijs Wolfs / Paul Kersten / Janneke Dries / Mieke van der Arend Opdrachtgever Gemeente Rheden / Provincie Gelderland Ontwerp 2011-2012 (realisatie
Nadere informatieCentrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer
Centrumgebied Groene Peelvallei Openbare informatiebijeenkomst over het planmer Programma Opening en korte toelichting project Presentatie PlanMER Vragen Hoe verder? (20.15 20.25 uur) (20.25 20.55 uur)
Nadere informatiegemeente Eindhoven Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)
gemeente Eindhoven Raadsnummer os.r6oz.oox inboeknummer oapoo4x4a Ciassificatienummer x.jazz Dossiernummer a4a.6os x4 oktober soos Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) Betreft vaststellen
Nadere informatieBijlage 2a. Advies m.e.r.-plicht
Bijlage 2a Advies m.e.r.-plicht Notitie Contactpersoon Rob Evelein Datum 27 november 2012 Kenmerk N001-4793200REV-evp-V03-NL Advies m.e.r.-plicht bestemmingsplan glastuinbouwgebied Oostland-Pijnacker
Nadere informatieHavenkwartier Zeewolde
Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure
Nadere informatieVerlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen
Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde
Nadere informatiebeschrijving plankaart.
06. plan. "Op en langs het voormalige tracé van de A9 wordt de vrijkomende ruimte gebruikt om nieuwe hoogwaardige woongebieden te realiseren binnen de bebouwde kom van Badhoevedorp. Deze gebieden krijgen
Nadere informatieProces locatiekeuze Asielzoekerscentrum gemeente Meppel
Proces locatiekeuze Asielzoekerscentrum gemeente Meppel Inleiding Het proces om tot een locatiekeuze voor de vestiging van een asielzoekerscentrum (AZC) te komen is precair. In dit document wordt verder
Nadere informatieNOTA VAN WIJZINGINGEN. Bestemmingsplan Ede, Kazerneterreinen
NOTA VAN WIJZINGINGEN Bestemmingsplan Ede, Kazerneterreinen maart 2013 Inleiding Het ontwerp van het bestemmingsplan Ede, Kazerneterreinen is ten behoeve van de nu ter besluitvorming voorliggende versie
Nadere informatieSamenvatting MER Aanpassing Marathonweg
Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)
Nadere informatieVoorstel aan de raad. Projectorganisatie Stationsgebied Bodewitz, J.A. (Jord) Kenmerk Vergaderdatum 5 november 2015
Voorstel aan de raad Opgesteld door Projectorganisatie Stationsgebied Bodewitz, J.A. (Jord) Kenmerk 15.509656 Vergadering Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 5 november 2015 Geheim Nee Vaststelling
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24
Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk
Nadere informatieTauw BV. Verkeersonderzoek Groeve Boudewijn
Tauw BV Verkeersonderzoek Groeve Boudewijn Tauw BV Verkeersonderzoek Groeve Boudewijn Datum 11 oktober 2016 Kenmerk TMU123/Wrd/0920.01 Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl Documentatiepagina
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 april 2013 / rapportnummer 2762 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Terneuzen stelt
Nadere informatieMER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting
MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting Van zoekgebieden naar inrichting oktober 2004 Adecs Oost bv oktober 2004 MER Regionaal Bedrijventerrein
Nadere informatie15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14
15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing
Nadere informatieVerdubbeling N33. Zuidbroek Appingedam
Verdubbeling N33 Zuidbroek Appingedam De provincie Groningen en de regio hebben zich gezamenlijk ingezet voor de verdubbeling van de rijksweg N33 tussen Zuidbroek en Appingedam. Dit moet een stimulans
Nadere informatieOnderwerp: Vaststelling bestemmingsplan 'Saksen Weimar fase 5 t/m 7'
Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 13 juli 2015 Documentnummer : 2015.0.053.562 Zaaknummer: 2015-02-00709 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan 'Saksen Weimar fase 5 t/m 7' Aan de gemeenteraad.
Nadere informatieGEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK
GEMEENTE OLDEBROEK STRUCTUURVISIE PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK 188197 Inhoudsopgave 1 Beleidskader 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Beleidsmatige aspecten 5 2 Toetsingskader
Nadere informatieHERONTWIKKELING MOLENWAL
STARTNOTITIE HERONTWIKKELING MOLENWAL (VOORMALIGE BUSREMISE) Maart 2011 Gemeente Oudewater Sector REV 1 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 1 INLEIDING... 3 2 PLANGEBIED... 4 2.1 HET PLANGEBIED... 4 2.2 PROGRAMMA...
Nadere informatieHerontwikkeling vliegbasis Soesterberg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Herontwikkeling vliegbasis Soesterberg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 maart 2010 / rapportnummer 2073-61 1. OORDEEL OVER HET MER De provincie Utrecht en de gemeenten Soest en Zeist hebben,
Nadere informatieRegionaal Bedrijvenpark Laarakker- Zuid
Regionaal Bedrijvenpark Laarakker- Zuid Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 20 maart 2015 / rapportnummer 2993 23 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente
Nadere informatieBestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)
Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting
Nadere informatie24 juli 2017 vaststellen bestemmingsplan 'Camping Lindenhof 2017'
Verantwoordelijk team Ruimtelijke Ontwikkeling & Milieu Nummer Kenmerk Raad d.d. 27792 27 september 2017 Paragraaf begroting Portefeuillehouder 2 mr. J. (Jasper) Verstand Steller A. (Arjen) Ruiter Datum
Nadere informatie5. Typologieën voor bebouwing
5. Typologieën voor bebouwing Met de eerder genoemde landschappelijke nrichting als basis is tijdens workshops gediscussieerd over geschikte vormen van bebouwing in het gebied. Belangrijke conclusie daarin
Nadere informatieMaximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude
Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2012 / rapportnummer 2557 72 1. Oordeel over het MER De gemeenten Rijnwoude en Alphen aan den Rijn willen
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 november 2013 / rapportnummer 2844 24 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Kampen wil
Nadere informatieDirectie Grondgebied Ingekomen stuk D50 (PA 28 September 2011) Mobiliteit Productmanagement en Beleid. Datum uw brief
Ingekomen stuk D50 (PA 28 September 2011) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 93 34 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105
Nadere informatieBestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen
Bestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 april 2012 / rapportnummer 2619 35 1. Oordeel over het MER De gemeente Terneuzen heeft het voornemen het
Nadere informatieINLEIDING EN LEESWIJZER
INHOUD BLZ INLEIDING EN LEESWIJZER De talenten van Oirschot...3 Wat is een structuurvisieplus?...3 Het planproces...5 Opbouw van de structuurvisieplus...7 028-252 gemeente Oirschot StructuurvisiePlus "Inleiding
Nadere informatieVervanging Steekterbrug Informatie bijeenkomst 6 oktober 2014 Disclaimer
Vervanging Informatie Steekterbrug bijeenkomst 6 oktober 2014 Disclaimer Deze presentatie is toegelicht tijdens de informatieavond op 6 oktober in het stadhuis van de gemeente Alphen aan den Rijn. Vrije
Nadere informatiein opdracht van en Nota van Uitgangspunten Goudse Poort Samenvatting Definitief
in opdracht van en Nota van Goudse Poort Samenvatting Definitief Adviseurs Stedenbouwkundigen Architecten Geeresteinselaan 57 Postbus 57 3930 EB Woudenberg Telefoon (033) 286 82 11 Fax (033) 286 82 00
Nadere informatieONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD
ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 WAAROM oordolland oord HET GAAT GOED MET NOORD- HOLLAND NOORD. DE ECONOMIE IS KRACHTIG
Nadere informatie2 e fase Woningbouwlocatie Steenbrugge te Deventer
2 e fase Woningbouwlocatie Steenbrugge te Deventer Aanvullend advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 24 juni 2004 / rapportnummer 1314-154 Aanvullend advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Nadere informatieOude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering
Notitie Project: Oude Tempel Soesterberg Onderwerp: Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Referentie: 16M8024 Datum: 18 juli 2016 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano
Nadere informatieNota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool
Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN
Nadere informatieN346 Schakel Achterhoek A1 Rondweg Lochem
N346 Schakel Achterhoek A1 Rondweg Lochem Vraag en antwoord Algemeen 1. Waarom wordt deze Schakel Achterhoek - A1 aangelegd? De gemeente Lochem en de provincie hebben besloten een rondweg aan te leggen
Nadere informatieFormat Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE
Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste
Nadere informatieBijlage I Verklarende woordenlijst
Bijlage I Verklarende woordenlijst Aansluiting De plaats waar een weg van het onderliggend wegennet aansluit op een weg van het hoofdwegennet. Door middel van toe- en afritten van de aansluiting kan de
Nadere informatieRuimtelijk haalbaarheidsonderzoek unilocatie Grevenbicht-Obbicht Informatiebijeenkomst 16 maart 2015
Ruimtelijk haalbaarheidsonderzoek unilocatie Grevenbicht-Obbicht Informatiebijeenkomst 16 maart 2015 Programma informatiebijeenkomst 20.00 uur Opening dagvoorzitter 20.05 uur Inleiding wethouder Bert Kamphuis
Nadere informatieInformatieavond SPVE Westrand Sportcluster 26 september 2011
Informatieavond SPVE Westrand Sportcluster 26 september 2011 Agenda opening portefeuillehouder Westrand, Peter de Baat toelichting opzet informatieavond door voorzitter Westrandgroep, Anne Lize van der
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB)
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 oktober 2013 / rapportnummer 2832 19 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergen
Nadere informatievoorstel aan de raad Bestemmingsplan Hart van De Meern Noord Scheijven, S. (Stijn) Kenmerk Raadsvoorstellen weekoverzicht
voorstel aan de raad Opgesteld door Ontwikkelorganisatie Ruimte Scheijven, S. (Stijn) Kenmerk 4224645 Vergadering Vergaderdatum 2 juli 2017 Jaargang en nummer Geheim Portefeuille Raadsvoorstellen weekoverzicht
Nadere informatievastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel
vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene regels
Nadere informatieSamenvatting onderzoeken variant 7 en 7B
De volgende onderzoeken zijn uitgevoerd: Verkeerstechnisch (tekeningen) Verkeerskundig (verkeersmodellen) Kostenramingen Geluidberekeningen Strategische Milieu Beoordeling Maatschappelijke Kosten Baten
Nadere informatieRaadsinformatiebrief B&W vergadering 23 oktober 2012
Raadsinformatiebrief B&W vergadering 23 oktober 2012 Steller : J. Bosma Telefoonnummer: (0343) 565839 E-mailadres : jan.bosma@heuvelrug.nl Onderwerp : Voortgang haalbaarheidsonderzoek gebiedsontwikkeling
Nadere informatieUitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 april 2005 / rapportnummer 1460-76 Toetsingadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Land van Ooit Advies op grond van artikel
Nadere informatieONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD
ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 Wonen in Noord- Holland Noord Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte
Nadere informatieADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN
ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-
Nadere informatieProjectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie
Drachten Ureterp 1 2 Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie 3 4 Donkerbroek 5 Oosterwolde Appelscha Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie Datum: 1 augustus 2003
Nadere informatieProvinciaal blad van Noord-Brabant
Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte i.v.m. bp Broeksche Erven, Nuenen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 3 - gelezen het verzoek van
Nadere informatieGebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant
Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, provincie Noord-Brabant Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 februari 2018 / projectnummer: 2981 1. Oordeel over het milieueffectrapport
Nadere informatieHoogbouwkavel Leidsche Rijn Centrum Noord
Hoogbouwkavel Leidsche Rijn Centrum Noord Participatiebijeenkomst 12 april2018 Programma Introductie (19.30 19.40) Presentatie: historie, ruimtelijke kaders en selectieproces (19.40 19.55) Doel van de
Nadere informatievaststellen bestemmingsplan "Bartok"
Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. Documentnummer : 2015.0.053.200 Zaaknummer: 2014-12-01755 Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Bartok" Aan de gemeenteraad. Arnhem, 9 juni 2015 VOORSTEL
Nadere informatieNota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen
Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen ontwerpbestemmingsplan Van Weedestraat 62 Afdeling Ruimte - 18 november 2014 Verseonnr. 1226906 Pagina 2 van 20 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Zienswijzen...
Nadere informatieOnttrekking gelijkvloerse spoorwegovergang Sysselt te Ede aan de openbaarheid
Gemeenteraad ONTWERP raadsbesluit Onttrekking gelijkvloerse spoorwegovergang Sysselt te Ede aan de openbaarheid Zaaknummer De raad van de gemeente Ede: Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Ede Xx september
Nadere informatieOntwerpvoorstel aan de raad
Opgesteld door Projectorganisatie Stationsgebied Kenmerk 14.059426 Vergadering Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 7 oktober 2014 Bestemmingsplan Westflank Zuid Het College van burgemeesters en wethouders
Nadere informatieHandreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting
Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,
Nadere informatieVakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin
Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 23 april 2012 / rapportnummer 2399 76 1. Oordeel over het MER De gemeente Oss en Holding Herperduin BV willen
Nadere informatieNotitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst
Projectbureau ViA15 Datum: 22 oktober 2008 Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst Op 28 augustus 2008 heeft projectbureau ViA15 formeel de met erratum
Nadere informatieActualisatie m.e.r.-beoordeling Binnenstad Nieuwegein Advies ten behoeve van de m.e.r. -beoordeling
Actualisatie m.e.r.-beoordeling Binnenstad Nieuwegein Advies ten behoeve van de m.e.r. -beoordeling 2 mei 2005 / rapportnummer 1086-64 Burgemeester en Wethouders van Nieuwegein Postbus 1 3430 AA NIEUWEGEIN
Nadere informatieDatum: 26 mei 2015 Nummer: Onderwerp: Nota van Uitgangspunten locatie Eurowerft Noord te Denekamp
RAADSVOORSTEL Datum: 26 mei 2015 Nummer: Onderwerp: Nota van Uitgangspunten locatie Eurowerft Noord te Denekamp Voorgesteld raadsbesluit: Vaststelling van de Nota van Uitgangspunten voor de locatie Eurowerft
Nadere informatieOntwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort
Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7april 2011 / rapportnummer 2281 61-1- 1. Voorlopig oordeel over het MER De gemeente Amersfoort en woningcorporatie
Nadere informatie