WEDSTRIJDORGANISATIE MAXIMAAL AANTAL WEDSTRIJDEN PER JAAR: Hiervoor geldt de volgende staffel: < 3: geen wedstrijden. 3-5: maximaal één wedstrijd

Transcriptie

1 Voor de ASN/ISSL-competitie aangemelde wedstrijden dienen te voldoen aan de eisen zoals omschreven in het SRDS-H. WEDSTRIJDORGANISATIE De wedstrijd dient georganiseerd te worden door een wettelijk erkende schietvereniging. De organisatie dient tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd te zijn met een risicodekking van tenminste 1 miljoen euro per schadegeval. MAXIMAAL AANTAL WEDSTRIJDEN PER JAAR: Per jaar mag een wedstrijdorganisator een vastgesteld maximum aantal wedstrijden voor deelname aan de ASN/ISSL-competitie aanbieden, met een maximum van drie per kalender/competitiejaar. Het maximum aantal wedstrijden, dat aangemeld mag worden, wordt bepaald door het aantal verenigingsleden, dat per 1 januari van dat jaar als ASN-donateur staat ingeschreven. Hiervoor geldt de volgende staffel: < 3: geen wedstrijden 3-5: maximaal één wedstrijd 6-10: maximaal twee wedstrijden 11 - >: maximaal drie wedstrijden :WAPENCATEGORIEËN: Een ASN/ISSL competitie-wedstrijd dient onderverdeeld te zijn in vier gescheiden handvuurwapencategorieën, te weten: 1: Open Klasse Pistool (OKP) 2: Open klasse Revolver (OKR) 3: Standaardklasse Pistool (SKP) 4: Standaardklasse Revolver (SKR) Aan deze categorieën kan alleen worden deelgenomen met halfautomatische grootkaliber handvuurwapens met centraalvuurpatronen, die aan de volgende eisen voldoen: * Kogeldiameter: minimum 0,354 inch of 8,99 mm, maximum: 0,453 inch of 11,52 mm. * Een minimum hulslengte van 18,9 mm.

2 EISEN VOOR DE STANDAARDKLASSEN PISTOOL EN REVOLVER: In de standaardklassen zijn de volgende wapen-modificaties niet toegestaan: * Actieve op- en/of terugslag-compensatoren. Hieronder vallen o.a. compensatoren, Mag-Na-Porting, hybride compensatoren, Bear Trap Reducers, actieve vloeistof- of met vloeibaar metaal gevulde op- of terugslagreduktiesystemen. Een eventueel loopgewicht mag niet voor de loopmonding uitsteken. Het gebruik van gebufferde terugstootdempers (zoals de Shock Tec buffer) is toegestaan. * Alle vizieren, die niet gebaseerd zijn op een open (keep-korrel) systeem. Het voorste richtmiddel mag zich niet voor de loopmonding bevinden. Wapens, die niet aan de eisen voor de standaardklasse voldoen, worden ingedeeld in de open klasse. Voor SKR/SKP zijn optische en al of niet vergrotende richtkijkers, red dot systemen, laservizieren, (etc.) verboden. MUNITIELIMIETEN: OPEN KLASSE PISTOOL Voor de open klasse pistool geldt geen beperking voor de magazijncapaciteit of -inhoud. Indien een stage meer dan 12 patronen vereist, dient er tenminste één magazijnwissel plaats te vinden na het eerste en vóór het laatste schot. Indien de schutter deze regel overtreedt wordt de desbetreffende serie als ongeldig beschouwd. Indien er geen mogelijkheid tot herkansing bestaat, wordt de serie definitief als niet voltooid beschouwd en aangemerkt als "D.N.F." (Did Not Finish). Indien vastgesteld wordt, dat een deelnemer deze regel meermaals overtreedt of overtreden heeft, volgt diskwalificatie voor de wedstrijd en vervalt zijn competitiescore op grond van onsportief gedrag. De wedstrijdscore wordt dan: Bij: (bepalende factor:) Puntenscore: het laagst aantal haalbare punten, (1 punt) Hitfactor: de laagste (slechtste) scorende hitfactor;

3 Tijd: de maximumtijd voor alle stages minus 0,1 seconde. De ASN/ISSL-competitiescore is in dit geval 0 (nul), zonder vermelding als overtime. De baancommandant dient de schutter onmiddellijk na de betreffende stage van een begane overtreding op de hoogte te brengen. De betreffende deelnemer kan hiertegen protest aantekenen door het scoreformulier niet te ondertekenen en binnen een uur na bekendmaking van de beslissing in beroep te gaan bij de Commissie van Beroep. EISEN VOOR WAPENCATEGORIEËN BINNEN DE ASN/ISSL-COMPETITIE STANDAARDKLASSE PISTOOL: * Magazijnwissels mogen plaatsvinden, wanneer er zich een patroon in de kamer bevindt, waarbij het wapen te allen tijde in een veilige richting dient te wijzen. OPEN EN STANDAARDKLASSE REVOLVER Zowel voor de open als voor de standaardklasse revolver geldt een maximum van 6 patronen in het wapen. Revolvers, die meer dan zes patronen kunnen bevatten zijn toegestaan, maar mogen nooit meer dan zes patronen bevatten. Bij overtreding van deze regel wordt de verschoten serie ongeldig verklaard; indien deze regel meer dan twee keer door dezelfde deelnemer wordt overtreden volgt diskwalificatie van die persoon voor de gehele wedstrijd wegens onsportief gedrag en toekenning van de laagst haalbare score. Het gebruik van snellaadsystemen, (jet- en speedloaders, clips e.d.) is toegestaan, tenzij in de wedstrijdreglementen anders bepaald is en mits het gebruik hiervan geen extra veiligheidsrisico's inhoudt. Indien het wedstrijdreglement afwijkt van deze standaardregel dient de wedstrijdorganisator dit tenminste 9 weken voor aanvang van de wedstrijd openbaar te maken middels de wedstrijdaankondiging. Indien dit niet of niet tijdig gebeurd is, gelden de ASN/ISSL Standaard-Reglementen Dynamische Schietsport Handvuurwapens (SRDH). ALGEMEEN: Voor alle klassen geldt: Toegankelijk voor halfautomatische handvuurwapens en revolvers; indeling volgens de hierboven omschreven categorie-eisen. * De loop- en vizierlengte zijn vrij;

4 * Loopgewichten en andere verzwaringen zijn toegestaan, mits deze niet uitsteken voor de loopmonding; * Aan- of opzetkolven zijn verboden. Alle wijzigingen aan het wapen zijn toegestaan, die niet nadelig zijn voor de veiligheid op de baan en mits het wapen door de wedstrijdorganisatie goedgekeurd is. Wapens, die krachtens de Wet Wapens en Munitie vallen onder de categorie "VERBODEN" of "ONGEWENST WAPEN" (OW) zijn niet toegestaan; ook indien zulks niet is vermeld op het Verlof tot Voorhanden Hebben van de desbetreffende deelnemer. (*1) In dit geval gaat het om een voor beroep vatbare beslissing, mits de hiervoor geldende procedure in acht genomen werd (zie onderdeel "PROTEST") MUNITIE: Verboden munitie: * Munitie, die de veiligheid van op de baan aanwezige personen in gevaar brengt. * Munitiesoorten, die zijn uitgesloten door de door de Hinderwet afgegeven vergunning voor de betreffende schietbaan. (*) * Munitie, die onnodig schade aanbrengt aan baan, doelen, installatie(s) en/of kogelvanger. Verder vallen onder de categorie "verboden munitie": Patronen met meer dan 1 projectiel, waaronder zgn. "double loads" en hagelpatronen; Munitie met een grotere dan volgens de CIP voor het betreffende kaliber toegestane kruitlading in combinatie met een bepaalde soort en gewicht projectiel; Munitie, die extra gevaar voor verwonding, beschadiging of brand op kan leveren; Munitie met projectielen met een extra metaaldoorborend effect; Voor de schietsport krachtens de Wet Wapens en Munitie verboden munitie, zoals lichtspoor-, pantserdoorborende en/of ontvlambare projectielen. BAANCOMMANDO's: Iedere baancommandant dient voorafgaande aan de wedstrijd op de hoogte te zijn van de juiste commando's Deze baancommando's zijn: "Load and make ready" De schutter laadt het wapen en maakt proefaanslagen.

5 "Are you ready?" Na dit commando wordt het wapen in de voorgeschreven uitgangshouding gebracht. "Standby!" Attentiesignaal. Hierna volgt het startsignaal. Ingeval van Nederlandse commando's (aan te geven in wedstrijdaankondiging (*): "Schutter mag laden" - "Schutter gereed" - "Attentie!" Indien de baancommandant constateert, dat de schutter zijn serie beëindigd of definitief afgebroken heeft, volgen de commando's: "Unload and show clear" de schutter ontlaadt het wapen met de loop in een veilige richting: * verwijdert het magazijn (P), opent de slede en verwijdert de evt. in de kamer aanwezige patroon. * verwijdert de in de trommel aanwezige munitie en/of hulzen (R) en toont de BC de trommel. Indien de baancommandant geconstateerd heeft dat het wapen geen munitie meer bevat, volgt: "Hammer down" * De deelnemer dient, indien mogelijk, de hamer te laten vallen, Dit dient te gebeuren d.m.v. van activeren van de trekker; niet d.m.v. begeleiden van de hamer. "Holster" * Het wapen wordt opgeborgen in het holster c.q. in de op het schietpunt aanwezige koffer of tas. "Range clear" * De baan is veilig en kan door daartoe aangewezen baanpersoneel betreden worden. (Nederlandse commando's: "Ontladen en open tonen" - "Hamer neer" - "Holster" - "Baan vrij") Iedere deelnemer, die constateert dat een baancommandant niet op de hoogte is van de juiste procedures en/of commando's of onjuiste commando's bezigt of onjuiste procedures verlangt, kan hiertegen protest aantekenen bij de CvB. Indien het protest wordt toegekend heeft de protesterende deelnemer het recht de betreffende serie opnieuw te verschieten. N.B.: Het is niet toegestaan een magazijn te plaatsen of munitie te laden, anders dan op commando van de baancommandant. In verband met de dempingsfactor van gehoorbeschermers en achtergrondgeruis (afzuiging, toeschouwers, e.d.) dienen de baancommando's en de start- en stopsignalen duidelijk hoorbaar te zijn.

6 Indien de verstaanbaarheid van de commando's onvoldoende is, dient de schutter de baancommandant hiervan op de hoogte te brengen en dient deze de commando's duidelijker verstaanbaar uit te spreken. Hierop dient met name gelet te worden, wanneer de baancommandant gebruik maakt van een beschermend masker of ademfilter. MAGAZIJNEN: De magazijninhoud voor pistolen is vrij, mits de onderzijde van het magazijn niet meer dan 50 millimeter onder de onderzijde van de greep uitsteekt. Trommelmagazijnen voor pistolen zijn verboden. Bij verplaatsingen dienen de reservemagazijnen op het lichaam aanwezig te zijn in deugdelijke magazijntasjes of -klemmen. VEILIGHEID: Elk wapen dient veilig te functioneren. Wapens dienen altijd ontladen te zijn, tenzij de baancommandant toestemming tot laden heeft verleend. Tijdens alle handelingen geldt, tenzij er daadwerkelijk gevuurd wordt: * het wapen op veilig (indien mogelijk). * vinger uit de trekkerbeugel. Tijdens een munitiewissel mag de trekkervinger zich niet binnen de trekkerbeugel bevinden. De baancommandant dient onvoorwaardelijk gehoorzaamd te worden vanaf het moment, dat de deelnemer het schietpunt betreedt tot en met het moment dat de baancommandant het wapen weer veilig verklaard heeft. In dit tijdsbestek zijn discussies verboden. Indien de wedstrijdorganisatie (W.O.) twijfels heeft aangaande de veiligheid van een wapen, kan deze een keuring ervan eisen, voorafgaande of na afloop van enige schietserie. Indien de wedstrijdorganisatie van mening is, dat het wapen onveilig is, is deelname aan de wedstrijd met dit wapen uitgesloten, tenzij de onveilige situatie tot tevredenheid van de W.O. opgelost wordt. In principe geldt: alle handelingen, die de veiligheid op de baan in gevaar brengen, zijn verboden. STARTSIGNAAL EN TIJDSREGISTRATIE:

7 Het start- en eventuele eindsignaal dienen voor de deelnemer duidelijk waarneembaar te zijn. Het startsignaal kan bestaan uit: * Een duidelijk hoorbare toon uit een timer en/of claxon of hoorn; * Een geluidssignaal in combinatie met een duidelijk zichtbaar lichtsignaal; * Een of meer schijven of andere doelen, die als startsignaal zichtbaar worden, bijv. vanuit een dekking of anderszins. Voor een hoorbare toon geldt minimum een geluidsdruk van 90 db(a) te meten op het aanvangspunt, op 1 meter afstand van het hoofd van de deelnemer. De toonhoogte dient binnen een frequentiebereik te vallen van minimaal 600 tot maximaal 1500 Hertz. Tijdregistratie dient te allen tijde te geschieden middels een geijkte electronische timer. Deze timer dient bij aanvang van de stage zodanig geplaatst te zijn, dat het startsignaal voor de deelnemer duidelijk waarneembaar is, bij voorkeur direkt schuin achter het hoofd van de schutter. De timer dient naast de totaaltijd van de serie ook het aantal afgevuurde schoten en de tijdstippen waarop deze vielen, te registreren en te kunnen reproduceren. Het gebruik van verschillende modellen timers is toegestaan, mits deze verschillende modellen uitsluitend bij verschillende wedstrijdonderdelen ingezet worden. M.a.w.: het gebruik van verschillende modellen timers voor één en dezelfde stage is dus nadrukkelijk verboden. De gebruikte electronische timer dient het startsignaal te geven binnen vier seconden na het commando "Standby", doch niet eerder dan één seconde erna. Het weergeven van het startsignaal kan ofwel op een vastgelegd tijdstip plaatsvinden ofwel op een willekeurig tijdstip na het startcommando met inachtname van hierboven omschreven limieten. (*) Indien de stage binnen een vastomschreven tijdsspanne beëindigd dient te worden, dient de timer met inachtname van een vaste reactietijd van 0,3 seconde ingesteld te worden en na afloop van de vastgelegde tijdsspanne een duidelijk PAR-signaal af te geven. Indien een stage automatisch beëindigd geacht wordt te zijn na het laatste schot, kan de eindtijd op één van de volgende manieren vastgelegd worden: * door acoustische registratie van het laatste schot; * door mechanische of electronische registratie middels een door een als laatste te beschieten aangewezen doel, bijvoorbeeld een stop plate, pepper popper, (etc.) die een schakelaar

8 activeert of door het herstellen van of onderbreken een door een of meer doelen onderbroken lichtstraal. In geen geval is vervanging van objectieve (zie boven) door handmatige tijdregistratie (bijv. stopwatch) toegestaan. STORINGEN: Het verhelpen van tijdens de schietserie optredende storingen dient binnen de voor de serie geldende tijdsspanne te worden verricht en gaat ten koste van de score van de schutter. Indien het wapen drie keer achtereen eenzelfde storing vertoont, wordt de serie ongeldig verklaard (overtime). Indien de schutter tijdens een serie minder dan twee schoten heeft kunnen lossen, wordt de serie als niet verschoten beschouwd en dient hij in de gelegenheid gesteld te worden de serie te herhalen zonder voor een herkansing bij te behoeven betalen. In alle andere gevallen wordt de serie als afgerond beschouwd en geldt de verstreken tijdsspanne als score, indien de tijd als bepalende factor voor de score is. Ingeval de schutter één of meer schoten lost buiten de voor die serie vastgestelde tijdsspanne, worden de hoogste scores van de totaalscore van die stage afgetrokken. UITRUSTING HOLSTERS: Het gebruik van holsters is niet verplicht, tenzij het wedstrijdverloop dit noodzakelijk maakt. De wedstrijdorganisatie dient zulks tenminste 9 weken voor aanvang van de wedstrijd openbaar bekend te maken. Het holster dient van een dusdanige constructie te zijn, dat dit het wapen bij een rechtstandige sprong over een obstakel van 40 centimeter hoogte veilig vasthoudt. Bij gebruik van holsters, die een zgn. "Lock- en Race Mode" kennen, dient deze test verricht te worden in de "Race Mode". Indien gebruik van een holster verplicht is gesteld, dient dit voorafgaande aan de wedstrijdleiding c.q. keuringscommissie ter beoordeling aangeboden te worden. Na deze keuring is het aanbrengen van wijzigingen aan het holster niet toegestaan. Bij gebruik van holsters met een instelbaar trekkerbeugelklemmechanisme is het lichter afstellen van dit klemmechanisme na de holstertest niet toegestaan.

9 Het toezicht houdend baanpersoneel kan bij constatering van dit feit een nieuwe holstertest eisen. Indien het wapen hierbij niet deugdelijk door het holster wordt vastgeklemd, dan is dit reden voor diskwalificatie op grond van onveilig en/of onsportief gedrag. Holsters, die van een dusdanige constructie zijn, dat het wapen in een onveilige richting wijst of waarbij het wapen bij het holsteren in een onveilige richting gehouden wordt, zijn verboden. Hieronder vallen o.a. alle modellen cross draw- en schouderholsters. Indien een holster volgens het wedstrijdreglement niet verplicht is en de schutter niet over een holster beschikt, dient het wapen van en naar het eerste schietpunt vervoerd te worden in een deugdelijk afgesloten tas of koffer. TREKKER: De trekkerdruk is vrij, mits het veilig en deugdelijk functioneren van het wapen te allen tijde gegarandeerd blijft. De trekker mag niet buiten de trekkerbeugel uitsteken. Trekkerschoentjes zijn verboden en dienen voorafgaande aan de wapenkeuring verwijderd te worden. DOELEN: Iedere deelnemer dient hetzelfde aantal doelen te beschieten. Indien een hoger of lager aantal doelen opgesteld was tijdens een bepaalde serie of stage, is de serie of stagescore ongeldig en dient de deelnemer in de gelegenheid gesteld te worden, deze serie of stage opnieuw te verschieten. STALEN DOELEN: Het gebruik van niet-doorschietbare doelen is toegestaan, inzoverre de veiligheid van de zich op de baan bevindende personen niet in gevaar gebracht wordt. De doelen dienen daartoe een glad oppervlak te vertonen en ingeval van beschadigingen, zoals deuk- of kratervorming, onmiddellijk door gladde exemplaren van gelijke omvang, dikte en karakteristiek vervangen te worden. De wedstrijdorganisatie dient daartoe te beschikken over voldoende reservedoelen van gelijk formaat en gewicht als die, die bij aanvang van de wedstrijd opgesteld stonden. Bij vervanging dient een doel opnieuw geijkt te worden. PLAATSING VAN DE DOELEN: De mogelijkheid tot ricochets dient zo veel mogelijk beperkt te worden.

10 Daartoe dienen niet-doorschietbare doelen zo veel mogelijk evenwijdig aan de kogelvanger opgesteld te zijn, met dien verstande dat projectielen de doelen niet onder een hoek groter dan 30 t.o.v. de schutter mogen treffen. De doelen en hun eventuele afscherming dienen van een zodanige constructie en opstelling te zijn, dat het risico dat projectielen (of delen daarvan) een onveilige situatie veroorzaken, tot een minimum wordt beperkt. Niet-doorschietbare doelen of doelen die mogelijk een verhoogde kans op ricochets kunnen geven, dienen zich op tenminste 7,50 meter voor het schietpunt te bevinden. Wanneer de wedstrijd voorziet in een of meer verplaatsingen, dienen doelen, die zich op kortere afstand van de schutter bevinden en reeds omgeschoten dienden te zijn voorafgaande aan de verplaatsing, gezien vanaf het volgende schietpunt afgedekt te zijn d.m.v. een doorschietbare maar ondoorzichtige wand om te voorkomen, dat er alsnog op deze doelen gevuurd wordt. Deze wand mag niet bestaan uit licht ontvlambaar materiaal. TREFFERS: Een stalen doel geldt als getroffen, wanneer het omvalt. Een stalen doel dient zodanig om te vallen, dat het voor de schutter als zodanig onmiskenbaar is en duidelijk visueel waarneembaar. Hiervoor geldt de norm, dat het doel in de eindpositie een hoek van tenminste 40 inneemt t.o.v. het horizontale vloeroppervlak. In verband met de veiligheid mogen doelen niet in een zodanig schuine eindpositie innemen, dat ricochets zich in het plafond kunnen boren of via objekten op de baan, (zoals de lamellen van een kogelvanger e.d.) terug kunnen ketsen. Om dit risico te verminderen kan de basis van het doel bijvoorbeeld d.m.v. houten balken of autobanden afgedekt worden. Stalen doelen dienen dusdanig te scharnieren, dat ze bij een treffer met een power factor van 110(*) omvallen. Om de werking van de doelen te controleren dient de organisatie te allen tijde een tweetal wapens ter beschikking te hebben, die geladen kunnen worden met voorhanden zijnde geijkte munitie. Bij twijfel over de juiste afstelling van doelen kunnen, op verzoek van een deelnemer en na accoord van de wedstrijdleider, deze wapens en de geijkte munitie voor het testen van een of meer doelen gebruikt worden. Deze wapens en geijkte munitie worden omschreven in Bijlage 1. De factortest dient uitgevoerd te worden door vooraf aangewezen en bekendgemaakt baanpersoneel. Voor de volgende stalen doelen gelden de hieronder omschreven minimum valnormen: Pepper poppers: bij een treffer op tenminste 1/3 van de totale hoogte.

11 Falling plates: bij een treffer op 1/4 van de totale hoogte. Stalen kegels: (steel pins) en alle andere stalen doelen: een treffer vanaf 1/4 van de totale hoogte (**). (Alle afmetingen te meten vanaf de onderzijde van het te treffen doel). Voorbeeld: 1/4 hoogte: Een falling plate met een effectieve hoogte van 20 cm dient steeds om te vallen bij een treffer vanaf 5 centimeter hoogte, gemeten vanaf de basis van het te treffen deel van het doel. Onder effectieve hoogte wordt verstaan: dat deel van het doel, dat voor de schutter zichtbaar is en niet afgedekt is door niet-doorschietbaar materiaal. (**) Voor sterk afwijkende en/of onregelmatig gevormde doelen dient men uit te gaan van de totale hoogte van het doel exclusief een eventueel aanwezige smalle voet (of: paal, poot, staak, e.d.). Onder afwijkende vormen wordt verstaan: alle doelen die een andere vorm hebben dan falling plates, pins of pepper poppers. Witte of gekleurde doelen dienen na elke tiende serie van een nieuwe egale verflaag te worden voorzien op zodanige wijze, dat voorgaande treffers vanaf het schietpunt gezien niet duidelijk waarneembaar blijven. GEHEEL OF GEDEELTELIJK DOORSCHIETBARE DOELEN Onder deze categorie vallen alle papieren, kartonnen, kunststof, rubber en houten doelen, die geheel of gedeeltelijk door munitie met rondneus-volmantelkogels met een powerfactor van 110 doorboord kunnen worden. (Onder deze categorie doelen vallen ook kegels en bowling pins) De doelen dienen van een zodanige vorm en constructie te zijn, dat meervoudige beschieting geen aantoonbare vermindering van de scorekans in kan houden. Indien een doel na beschieting een zodanige hoeveelheid zichtbare perforaties vertoont of qua formaat zodanig gereduceerd wordt, dat de scorekans voor de volgende deelnemer verkleind wordt, dient dit doel onmiddellijk vervangen te worden. Hiertoe dienen de doelen na iedere serie door gekwalificeerd baanpersoneel geïnspecteerd te worden. De aard, de vorm en het formaat van de doelen dienen duidelijk omschreven te zijn in de wedstrijdaankondiging, die tenminste negen weken voor aanvang van de wedstrijd openbaargemaakt dient te worden.

12 Indien een deelnemer van mening is, dat de te beschieten doelen een verminderde scorekans opleveren kan hij dit voorafgaande aan het laadcommando kenbaar maken en dienen de doelen alsnog geïnspecteerd en eventueel vervangen te worden. BOWLING PINS Indien de doelen uit kegels bestaan, dienen deze regelmatig door aangewezen baanpersoneel geïnspecteerd te worden op ernstige beschadigingen. Indien een kegel zodanig beschadigd is, dat deze niet meer in staat is om vrij van de tafel of balk te rollen, dient deze onmiddellijk vervangen te worden. De wedstrijdorganisatie dient te beschikken over ruim voldoende reservedoelen. Bij gebuik van kegels dient de ondergrond (balk, plaat of tafel) voortdurend vrij gehouden te worden van obstakels, zoals splinters, munitie e.d., om het vrij wegrollen van getroffen kegels niet te hinderen. (*) De Power Factor wordt als volgt berekend: kogelsnelheid V0 in ft/sec. vermenigvuldigd met het kogelgewicht in grains en gedeeld door Voorbeeld: Kogelsnelheid = 1000 voet per seconde, kogelgewicht = 125 grain, power factor = 1000 X 125 : 1000 = 125 VERPLAATSINGEN: De wedstrijdorganisator dient er zorg voor te dragen, dat er zich in het geplande traject van de verplaatsing geen obstakels bevinden, die de veiligheid van aanwezige personen in gevaar kan brengen. Hieronder vallen o.a. meubilair, wedstrijdattributen, vloerplaten, vloerbedekking enz., maar ook: patroonhulzen, magazijnen, snelladers, uitrustingsstukken, e.d. De baanvloer dient zodanig te zijn geconstrueerd, aangepast en onderhouden, dat het risico van uit- of wegglijden tot een aanvaardbaar minimum is beperkt. Baanpersoneel dient vuil, onverbrand kruit, hulzen en andere voorwerpen, die risico opleveren, voorafgaande aan elke schietserie afdoende te verwijderen. SCHIETPUNTEN Indien de wedstrijd vereist, dat de schutter zich tijdens een schietserie binnen een vastomlijnd schietpunt bevindt, dan dient dit schietpunt tenminste een formaat te hebben van 60 x 60 centimeter. Het kader van dit schietpunt (box) dient duidelijk zichtbaar omlijnd te zijn door middel van plakband of een houten, metalen of kunststof kader.

13 Wanneer de schietbox zich op de vloer bevindt, mogen de kaderlijnen van een schietpunt maximaal 10 millimeter hoger zijn dan het omringende vloeroppervlak. Verder dienen deze lijnen deugdelijk aan de vloer bevestigd te zijn en wel zodanig, dat zij niet op eenvoudige wijze in enige richting bewogen kunnen worden, bijvoorbeeld door verplaatsen van de voeten. Bij gebruik van een schietkader dient de schutter zich tijdens het startsignaal en tijdens het schieten met beide voeten of andere de vloer rakende lichaamsdelen binnen dit kader te bevinden. Indien de schutter zich met twee voeten buiten een vastomlijnd schietpunt begeeft wordt dit gezien als een verplaatsing. Verplaatsingen mogen uitsluitend in voorwaartse en/of zijwaartse richting plaatsvinden en in een van tevoren in de wedstrijdaankondiging vastgelegde richting. Indien het wedstrijdreglement voorschrijft, dat een verplaatsing mag aanvangen nadat een minimaal aantal doelen omgeschoten is, mag de baancommandant de schutter volgen vanaf het moment dat deze met twee voeten de aanvangslijn of een kaderlijn overschreden heeft. Het is de baancommmandant niet toegestaan, zich in het door de schutter te volgen traject te bevinden of deze tijdens de verplaatsing anderszins te hinderen of te beïnvloeden. Is er sprake van een noodzakelijke verplaatsing en overschrijdt de schutter één van de kaderlijnen met slechts één voet, dan geldt dit niet als verplaatsing en kan, nadat de schutter zich teruggetrokken heeft binnen de kaderlijnen, zijn serie reglementair vervolgen. Als voorwaarde geldt dan, dat alle voor verplaatsing geldende veiligheidsmaatregelen in acht genomen werden. Bij stages, waarbij het de schutter niet toegestaan is de kaderlijnen te overschrijden, geldt iedere overschrijding als overtreding en kan worden bestraft met een sanctie, t.w. ofwel: (*) * tijdstraf in seconden, * aftrek van een vast aantal punten per overtreding, * ongeldigverklaring van de score van de betreffende stage. Diskwalificatie volgt, wannneer de wedstrijd voor een bepaalde stage niet voorziet in een verplaatsing en de schutter in de betreffende stage de kaderlijnen overschrijdt zonder zijn wapen op veilige wijze en onder toezicht van de baancommandant ontladen en opgeborgen te hebben. Tijdens elke verplaatsing dient de schutter het wapen in de veilige richting te houden, d.w.z.: * In de richting van de kogelvanger en/of de doelen, dus NIET richting vloer of plafond;

14 * Vinger gestrekt langs de trekkerbeugel, * De trekker mag pas dan aangeraakt worden, wanneer de schutter met beide voeten op het volgende schietpunt beroert. De stage dient zodanig geconstrueerd te zijn, dat er zich tijdens enige verplaatsing geen ondoorschietbare voorwerpen op minder dan 7,50 meter afstand voor de schutter bevinden. Hieronder vallen bijv. niet-afgeschermde pilaren, steunen, doelen e.d. maar uiteraard niet de vloer van de schietbaan. Houten barricades vallen onder de categorie "doorschietbare voorwerpen". BASISLIJN Ingeval een wedstrijd voorziet in een basislijn die de afstand tot de doelen beperkt, is de schutter vrij zich zijwaarts langs deze lijn te bewegen, mits de veiligheid niet in gevaar gebracht wordt. ONGEOORLOOFDE VERPLAATSING(EN) Wanneer het betreffende wedstrijdreglement voorschrijft, dat de schutter gedurende de gehele serie binnen een vastomlijnd kader dient te blijven, geldt iedere overschrijding van enig lichaamsdeel, dat in aanraking komt met de vloer als overtreding van het reglement. Een dergelijke overtreding wordt bestraft met een vooraf omschreven sanctie. Om veiligheidsredenen dient de baancommandant de schutter niet tijdens, maar onmiddellijk na beëindiging van de stage van de overtreding op de hoogte te brengen. HET VERLIEZEN VAN MAGAZIJNENHOUDERS OF SNELLADERS TIJDENS EEN VERPLAATSING. Wanneer de schutter munitie of een (of meer) patroonhouders of snelladers verliest tijdens een verplaatsing of schietserie, is het hem of de baancommandant om veiligheidsredenen niet toegestaan deze op te rapen, voordat de stage volledig beëindigd c.q. afgebroken is. Bij overtreding van deze regel wordt de serie ongeldig verklaard. SCHIETHOUDING: In principe is de schiethouding vrij, tenzij de aard van de wedstrijd anders verlangt of de veiligheid er door in gevaar wordt gebracht. Bij gebruik van een vastomlijnde kader (schietbox) dienen de delen van het lichaam, die contact maken met de grond, zich binnen het kader van de schietbox te bevinden. De wedstrijdorganisatie kan omwille van de veiligheid of de aard van de wedstrijd een of meer vastomschreven schiethoudingen eisen. (*)

15 SANCTIES BIJ ONGEWILD, ONGERICHT OF ONBEDOELD GELOSTE SCHOTEN: Indien de schutter een ongericht schot afgeeft: Situatie: Sanctie: * voorafgaande aan het startsignaal: ongeldigverklaring van de stagescore; * na het startsignaal in veilige richting: waarschuwing; tweede waarschuwing en ongeldige stagescore * na het startsignaal in onveilige richting: ongeldige stagescore en diskwalificatie (DQ) voor de wedstrijd. * i.g.v. moedwillig afgegeven ongericht vuur: diskwalificatie (DQ) voor de wedstrijd. * na het ontlaadcommando "Unload.. (etc.)" diskwalificatie (DQ) voor de wedstrijd. HULP/COACHING Iedere deelnemer dient het schietpunt te betreden met voldoende munitie en magazijnen of snelladers. Het is de schutter niet toegestaan om bij het vullen of oprapen van gevallen magazijnen of snelladers gebruik te maken van de hulp van derden, ook al zijn deze niet aanwezig op of in de onmiddellijke nabijheid van het schietpunt. Het is niet toegestaan om deelnemers aanwijzingen of instructies te geven, mondeling of d.m.v. gebaren, die het verloop van de wedstrijd op enigerlei wijze kunnen beïnvloeden. Een uitzondering hierop vormt de baancommandant, ingeval de veiligheid of het wedstrijdverloop op de baan negatief beïnvloed wordt of dreigt te worden buiten de schuld van de deelnemer. In dat geval dient de baancommandant onmiddellijk en duidelijk het commando "STOP!" te geven, waarna de stage als beëindigd beschouwd dient worden. Na afronding van de baancommando's (die gebezigd dienen te worden vanaf "UNLOAD AND SHOW CLEAR" (zie "BAANCOMMANDO's"), dient de baancomandant de schutter op de hoogte te brengen van de reden van zijn beslissing tot staking van de stage. Indien een onveilige situatie niet te wijten was aan het gedrag van de betreffende deelnemer, dan dient de schutter in de gelegenheid gesteld te worden de betreffende en volgende series binnen het geldende tijdsbestek te voltooien, zonder dat dit als herkansing gekwalificeerd wordt. GEHEIME STAGES OF WEDSTRIJDEN:

16 Indien een stage of wedstrijd geheim gehouden wordt, is kennis vooraf door enige deelnemer ten strengste verboden op grond van onsportief gedrag. Personen, die rechtstreeks betrokken waren bij het ontwerp of de constructie van de stages worden niet toegelaten als deelnemer. FUMBLE ZONE Op het terrein waar de wedstrijd of het wedstrijdonderdeel plaatsvindt, dient een duidelijk aangegeven, afgeschermd gebied aanwezig te zijn, waar deelnemers hun wapen kunnen (laten) reinigen, demonstreren en/of repareren. Dit zgn. "fumble zone" gebied kan bijvoorbeeld middels hekken of lint aangegeven zijn. In dit gebied is het binnenbrengen, bezit en/of meevoeren van munitie ten strengste verboden, dus ook in afgesloten koffer of in magazijnen of snelladers, op straffe van diskwalificatie zonder waarschuwing vooraf. Dit gebied, dat bijv. een aparte kamer of afgeschermd gedeelte van de schietbaan kan zijn, dient tenminste aan één zijde te zijn voorzien van een muur. Het demonstreren en droog afvuren van wapens is uitsluitend toegestaan met de loop in de richting van deze muur. Bij het betreden en verlaten van deze zgn. "fumble zone" dient het wapen afdoende opgeborgen te zijn volgens de op de baan en direkte omgeving daarvan geldende regels. De fumble zone dient bij iedere ingang als zodanig bekendgemaakt te zijn middels duidelijk leesbare borden of verwijzingen. VERDOVENDE EN/OF ALCOHOL BEVATTENDE STOFFEN Het is alle deelnemers verboden, voorafgaande aan of tijdens de te schieten series, alcoholhoudende en/of geestverruimende middelen of stoffen, in welke vorm en op welke wijze dan ook, tot zich te nemen. Voor baanpersoneel geldt dit verbod voor de duur van de gehele wedstrijd, tenzij men zich officiëel afgemeld heeft. N.B.: aangezien na gebruik niet vast te stellen is of alcoholvrije of alcoholarme dranken genuttigd zijn, is het nuttigen van deze stoffen voorafgaande aan schietbeurten eveneens niet toegestaan. Het is alle aanwezigen op de schietbaan verboden gebruik te maken van van alcohol of geestverruimende middelen (drugs).

17 Bij constatering volgt diskwalificatie (DQ) voor de duur van de wedstrijd zonder recht op restitutie van inschrijfgelden en/of verwijdering van de schietbaan. EERSTE HULP: Tijdens de gehele duur van de wedstrijd dient er tenminste één persoon op of in de onmiddellijke omgeving van de schietbaan voortdurend en direkt oproepbaar aanwezig te zijn, die gekwalificeerd is in het geven van eerste hulp bij ongevallen; bij voorkeur een persoon die in het bezit is van een geldig EHBO-diploma. Het nuttigen van de hierboven genoemde stoffen is deze persoon verboden voor de duur van de wedstrijd. Tevens dient er een eerste-hulp-koffer of voldoende gevulde verbanddoos in de onmiddellijke omgeving van de schietbaan voorhanden te zijn, alsmede het telefoonnummer van de dienstdoende arts en een werkende telefoon i.v.m. het oproepen van medische hulp c.q. ambulance. PROTEST: Indien een deelnemer van mening is, dat een voor beroep vatbare beslissing ten onrechte is genomen, dan is hij gerechtigd tegen de beslissing beroep aan tekenen. De betreffende deelnemer dient binnen 15 minuten, nadat hij van de beslissing op de hoogte gebracht werd, bij de wedstrijdleiding beroep aan te tekenen en hiervoor een borgsom van f 50,- te storten. De wedstrijdleiding dient de schutter hiertoe binnen deze tijdsspanne vrijelijk in de gelegenheid te stellen. Indien de Commissie van Beroep (CvB) beslist, dat de betreffende het protest terecht aangevochten heeft, dan vervalt de sanctie en wordt het gestorte bedrag onmiddellijk na bekendmaking van de beslissing van de commissie van beroep aan de rechthebbende persoon gerestitueerd. Indien de beslissing in het nadeel van de deelnemer uitvalt, wordt de borg niet gerestitueerd. De Commissie van Beroep dient te bestaan uit een drietal personen, die ter zake deskundig zijn en geen direkt belang hebben bij een positief of negatief besluit aangaande eventuele beslissingen. Wedstrijddeelnemers en baancommandanten zijn van zitting aan de commissie van beroep uitgesloten. De beslissing van de CvB dient binnen een tijdsspanne van 30 minuten na ontvangst van het protest bekendgemaakt te worden.

18 De protesterende deelnemer dient, in geval van toegewezen protest, in de gelegenheid gesteld te worden om het resterende deel van de wedstrijd volgens de vastgestelde regels te voltooien. VERPLICHT IN DE WEDSTRIJDAANKONDIGING OP TE NEMEN BEPERKINGEN EN BEPALINGEN De in bovenstaand reglement met (*) gemerkte regels, bepalingen en procedures dienen afdoende omschreven te zijn in de wedstrijdaankondiging, die tenminste negen weken voorafgaande aan de eerste wedstrijddag openbaar bekendgemaakt is. Na publikatie van deze wedstrijdaankondiging is wijziging uitsluitend toegestaan, indien alle deelnemers hiervan uiterlijk veertien dagen voor aanvang van de wedstrijd schriftelijk op de hoogte zijn gebracht. Iedere wedstrijdorganisator, die een daarvoor in aanmerking komende schietwedstrijd voor de ASN/ISSL-competitie aanmeldt c.q. organiseert, wordt geacht op de hoogte te zijn van de in dit reglement geldende regels, eisen en bepalingen en conform dit reglement te handelen. Hierop is geen uitzondering mogelijk. N.B.: ingeval dit reglement de term "hij" gebruikt, dan dient dit gezien te worden als verwijzing naar zowel vrouwelijk als mannelijke personen, zonder enig onderscheid. In de wedstrijdbeschrijving dienen in ieder geval omschreven te zijn: De verantwoordelijke wedstrijdorganisator; De naam en de lokatie van de wedstrijd; De tijdstippen waarvoor ingeschreven kan worden; Het aantal en de aard van de doelen, eventuele no-shoot-doelen, dekkingen, barricades, etc.; (De wedstrijdorganisatie kan de stages middels een grafische voorstelling illustreren); Het wedstrijdverloop; Verdere beperkingen aangaande munitie en kalibers, voor zover deze binnen het SRDS- H vallen; Eventuele handicaps, zoals handmatig laden, etc. Afwijkingen van het SRDS-H, voor zover mogelijk en toegestaan; Het aantal en de aard van de ter beschikking gestelde prijzen; Indien van toepassing: het maximale aantal deelnemers en het maximale aantal herkansingen;

19 De kosten van inschrijving en eventuele herkansing(en); Het inschrijfadres en/of telefoonnummer en de tijdstippen, waarop dit bereikbaar is; BIJLAGE 1: IJKING: De Power Factor wordt als volgt berekend: Middels een chronograaf wordt de mondingssnelheid (of indien de omstandigheden dit vereisen), de kogelsnelheid op niet meer dan 3 meter van de loopmonding (tromp) gemeten, in voet per seconde. Vervolgens wordt de kogelsnelheid vermenigvuldigd met het gewicht van de gebruikte kogel in grains en gedeeld door Ijking van stalen doelen (op minimum Power Factor 110) dient te geschieden op een afstand van 10 meter haaks op het doel d.m.v. één van onderstaande wapens: A: een.38 Special of.357 Magnum revolver en een.38 Special patroon, voorzien van een kogel met een gewicht van 158 grain (+/- 1,5 grain) en een mondingssnelheid van 696 voet per seconde met een tolerantie van +/_ 5 procent. B: een pistool in 9x19 (9 mm Para/Luger), geladen met een patroon bevattende een kogel met een gewicht van 125 grain (+/_ 1 grain) met een mondingssnelheid van 880 voet per seconde met een tolerantie van 5 procent. Bij een treffer boven de onderste zone dient het doel zonder uitzondering om te vallen of om te klappen. HERKANSINGEN: Vanaf 1 januari 1997 dienen alle deelnemers aan de ASN/ISSL-competitie gelijke kansen te hebben. Hiertoe treden per voornoemde datum de volgende regels in werking: Indien de wedstrijd voorziet in de mogelijkheid tot herkansen, dan dienen alle deelnemers de gelegenheid te krijgen op een gelijk aantal herkansingen tegen een gelijk inschrijfgeld. Dit aantal dient vooraf bekendgemaakt te worden (**). Het maximaal aantal herkansingen, waarvan iedere deelnemer per categorie gebruik mag maken, is voor 1997 vastgesteld op vier, exclusief de eerste serie. Alle deelnemers dienen voor een vast aantal herkansingen een identiek bedrag per categorie te betalen. KORTINGEN EN TOESLAGEN KORTING: Het is de wedstrijdorganisatie toegestaan, om op dit bedrag maximaal 2.50 euro korting per categorie te verlenen, indien gevreesd wordt dat de indeling van een wedstrijddeel nadelig beïnvloed kan worden. In dit geval kan bijvoorbeeld gedacht worden aan korting op zaterdag, wanneer de prijsuitreiking op zondag plaatsvindt. Het is de wedstrijdorganisatie niet toegestaan hiervan af te wijken, op straffe van ongeldigverklaring van de score van de deelnemer(s), bij wie van het reglement afgeweken werd. Het is een deelnemer toegestaan minder dan het maximale aantal herkansingen te benutten. TOESLAGEN Het is de wedstrijdorganisatie toegestaan om van de deelnemers een verplichte extra bijdrage te vragen, wanneer er voor de doelen extra kosten gemaakt worden ten behoeve van relatief kostbare doelen of doelen, die slechts eenmalig of kortstondig bruikbaar zijn. Hierbij valt te denken aan bowling pins, kleiduiven, grotere aantallen of dure schijven, e.d.

20 Indien een wedstrijd niet voorziet in herkansingen of in een vooraf vastgelegd aantal herkansingen, kleiner dan twee, dan staat het de wedstrijdorganisatie vrij, het inschrijfgeld per categorie aan te passen. BIJLAGE 2 PROMOTIEBIJDRAGE: Voor iedere wedstrijd, die voor de ASN/ISSL-competitie aangemeld wordt, dient de wedstrijdorganisator een bijdrage in de promotiekosten voldaan te worden van tenminste f per aangemelde wedstrijd of een bedrag, gelijk aan een vooraf officiëel door de ASN NL bekendgemaakt bedrag, te voldoen onmiddellijk na aanmelding van de opgegeven wedstrijddatum. (Voor nadere informatie zie de publicaties in Speed Event Magazine). De wedstrijdorganisatie dient tenminste negen weken voor aanvang van de wedstrijd een volledige en definitieve wedstrijdaankondiging (zie basisreglement) in te leveren bij de stichting Speed Event Federatie Nederland. Indien een wedstrijdorganisatie de wedstrijdaankondiging niet binnen de gestelde termijn van negen weken aan de stichting ASN NL aan te leveren, vervalt het recht op gratis publikatie van deze wedstrijdaankondiging. De wedstrijdorganisator dient dan zelf zorg te dragen voor aanmaak en verpakking (enveloppen) van de wedstrijdaankondigingen en aflevering bij de stichting ASN NL, waarna deze zorg zal dragen voor verdere postverwerking naar de donateurs. Alle hiermee gepaard gaande kosten komen voor rekening van de wedstrijdorganisator en dienen binnen tien dagen na het eerste verzoek (factuur) voldaan te worden. Onder geen beding worden door de stichting ASN adressen en/of telefoonnummers van donateurs verstrekt. COMPETITIEBIJDRAGE: Voor elke deelnemer in officiële ASN/ISSL-categorieën dient de wedstrijdorganisator een competitiebijdrage te voldoen van f 1,- (één Nederlandse gulden) per deelnemer per categorie, ongeacht of de betreffende deelnemer wel of geen ASN-donateur is en over alle voor de wedstrijd omschreven categorieën; ook indien dat er meer zijn dan de verplichte categorieën OKP, OKR, SKP en SKR. Personen, die deelnemen in meer dan één categorie worden gezien als meerdere deelnemers. Ter controle dient de wedstrijdorganisator onmiddellijk na afloop van de wedstrijd een volledige deelnemerslijst te overleggen, waarop ook de deelnemers vermeld staan, die geen geldige serie gerealiserd hebben (DNF en DQ). Alleen voor wel aangemelde, maar niet gearriveerde en niet betalende deelnemers behoeft geen competitiebijdrage voldaan te worden. De Stichting ASN NL zal de W.O. voor iedere betaalde bijdrage voorzien van een officiële factuur c.q. betalingsbewijs. Wedstrijdorganisatoren, die een competitiewedstrijd aanmelden, worden geacht van de inhoud van dit reglement op de hoogte te zijn. Indien de wedstrijdorganisator geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aangaande zijn betalingsverplichtingen staat het de Stichting ASN NL vrij om deze wedstrijdorganisator tot nader order van verdere deelname aan de ASN/ISSL-competitie uit te sluiten. UITSLAGEN: De wedstrijdorganisator dient de Stichting ASN NL binnen zeven dagen na afloop van de wedstrijd te voorzien van een volledig ingevulde uitslagenlijst, uitgesorteerd op de voor de betreffende wedstrijd geldende wapencategorieën. Tevens dient, naast de naam en voorletters, bij elke deelnemer vermeld te zijn: * Het ASN-nummer (zoals vermeld op stam- en jaarkaart)

21 * De officiëel erkende schietvereniging of het vooraf aangemelde team, waarvan de deelnemer lid is. Indien een deelnemer meent, op een onjuiste plaats of categorie in de wedstrijduitslag geplaatst te zijn, dan kan hij hiertegen binnen 30 dagen na afloop van de wedstrijd protest aantekenen bij de wedstrijdorganisatie. Deze dient de betreffende schutter en de Stichting ASN NL binnen zeven dagen na aankomst van zijn aangetekende protest schriftelijk van haar bevindingen op de hoogte te brengen. TEAMS: Ten behoeve van sponsoring of promotie is het vanaf 1 januari 1997 competitiedeelnemers mogelijk om zich (in plaats van onder een verenigingsnaam) in te laten schrijven onder een teamnaam. Teams kunnen uitsluitend bestaan uit drie personen en de teamnaam zal, na in overleg met en na accoord van de competitieleiding, in de gepubliceerde uitslagenlijsten vermeld worden, in plaats van de verenigingsnaam. Voorwaarden hiervoor zijn: * De teamsponsor/naamgever sluit hiervoor een overeenkomst voor een nader te bepalen bijdrage in de competitieprijzentafel voor teams (*) * De deelnemer blijft het gehele competitiejaar onder deze teamnaam ingeschreven. * Indien een deelnemer tijdens de competitie besluit het team te verlaten, vervalt de teamscore. * Alle teamleden dienen ASN-donateur te zijn en hun ASN-jaarbijdrage voor aanvang van de competitie te hebben voldaan. Deze teambijdrage zal vooraf in overleg met de sponsor en/of de teamleider bepaald worden, voorafgaande aan de naamgeving van het team of de teams. Tot dat moment staat de competitiedeelnemer ingeschreven en zal worden vermeld in de uitslagenlijst(en) onder de naam van de schietvereniging, waarvan bij de competitieleiding bekend staat als hoofdlid.