BIJLAGE 2 PAP GARNALEN

Transcriptie

1 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 1 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN Invulling van de Gemeenschappelijke Marktordening voor de Hollandse Garnaal in de vorm van een Productie en Afzetprogramma garnalenvisserij Aan: Ministerie van Economische Zaken Van: Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) Onderwerp: Productie- en afzetprogramma Hollandse garnalen (Crangon crangon) Periode: Versie 27 oktober 2015 NB: Dit Productie- en afzetprogramma heeft niet de pretentie volledig te zijn en de CVO zal zich voortdurend inzetten om het plan te verbeteren en te verfijnen. Deel 1: Algemene informatie van de Producentenorganisatie Naam Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) (zie bijlage 1 voor statuten) Type Vereniging van visserijproducentenorganisaties Rechtsvorm: Coöperatieve vereniging Identificatiecode [ ] Locatie 1 Ecopark BK Emmeloord KvK-nr: Werkgebied Nederland Aantal leden 7 leden, allen Producenten Organisatie (PO s) die vóór 29 december 2013 zijn erkend door de overheid. Het betreft de volgende leden PO s met aangesloten garnalenvissers die deelnemen aan het productie- en afzetprogramma Hollandse garnalenvisserij: Totaal aantal leden C.P.O. URK U.A C.P.O WIERINGEN U.A C.P.O. EN BEHEERGROEP DELTA ZUID U.A C.P.O. WEST U.A. 9 2 C.P.O. NEDERLANDSE VISSERSBOND U.A C.P.O. EN BEHEERGROEP TEXEL U.A C.P.O. ROUSANT U.A Waarvan GK/GV vergunninghouders 2 1 AANGEPAST: Het adres van de CVO administratie is gewijzigd 2 AANGEPAST: Aantal GK/KV vergunninghouders per PO is toegevoegd

2 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 2 Doelstellingen van de CVO 3 : De CVO heeft ten doel in de stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien door: 1. De belangenbehartiging door het bewerkstelligen en het beheer van een duurzame en verantwoorde visserij voor de leden van de producentenorganisaties; 2. Het verwerven van certificeringen voor de leden van de producentenorganisaties; 3. Het bewerkstelligen van marketing en promotie ter bevordering van de afzet van vis en visproducten; 4. Het bevorderen van een betere marktpositie voor lokaal gevangen vis, schaal- en schelpdieren (Noordzee, Waddenzee en/of binnenwateren); 5. Het verkrijgen en coördineren van subsidies (zoals voor de Marine Stewardship Council) op de hiervoor 1. tot en met 4. gemelde doelstellingen. De doelstellingen van de CVO zijn hiermee conform de nieuwe Gemeenschappelijke Markt Verordening 4. Nederlandse omzet (Hollandse garnaal) 5 : 2013: kg gemiddelde prijs 4,48 totaal: , : kg gemiddelde prijs 3,32 totaal: , : kg gemiddelde prijs 3,66 totaal: ,00 Deel 2: Productieprogramma en afzetstrategie Inleiding De vraag naar een ecologisch duurzame garnalenvisserij wordt steeds groter en komt van verschillende kanten; van de maatschappij (waaronder natuur en milieu organisaties), van de handel, van de retail, vanuit de visserij en vanuit de wetenschap (die zich voornamelijk bezig houd met de rol van de garnaal in het ecosysteem) (ICES Advisory Committee, 2013). In dit verband willen de Nederlandse en daaraan gelieerde PO s in CVO-verband de visserijinspanning in de periodes dat er minder Hollandse garnalen (Crangon crangon) aanwezig zijn verminderen. Vandaar dat de CVO het in onderdeel beschreven ecologisch waarborg systeem zal uitvoeren. Ook zal de CVO door middel van een Productie- en afzetprogramma de economische duurzaamheid van haar leden bevorderen. Life history van Crangon crangon De Hollandse garnaal (Crangon crangon) is een van de meest voorkomende macrozoöbenthos soorten op de ondiepe gronden van de Noord Atlantische oceaan, de Zwarte zee, de Baltische zee, de Middellandse zee, de Noordzee en de wateren van de Waddenzee (ICES Advisory Committee, 2013). Deze grote verspreiding komt voornamelijk door zijn hoge voortplantingssnelheid, zijn hoge tolerantie voor variërende zoutgehaltes en temperatuur schommelingen, en het feit dat de soort een grote verscheidenheid aan voedsel eet. 3 Bron: Artikel 2 van de Statuten Coöperatieve Visserij Organisatie 4 Bron: Gemeenschappelijke Marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten: EU nr. 1379/ AANGEPAST: gegevens van 2011 & 2012 zijn vervangen door gegevens van 2014 & Bron: VIRIS en LEI bedrijveninformatienet. Gegevens op basis van dood (d.w.z. gekookt) gewicht

3 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 3 Het beschrijven van de levenscyclus van de Hollandse garnaal is ingewikkeld en het bepalen van de leeftijd van een individu is vrijwel onmogelijk aangezien deze soort maar 1,5 tot 2 jaar leeft en vaak verveld. Vandaar dat bestandsschattingen voornamelijk berekend worden door modellen die gebaseerd zijn op grootte en groei analyses (ICES Advisory Committee, 2013). De garnalen planten zich gedurende het gehele jaar voort, er zijn echter twee voortplantingspieken; een zomer (mei-augustus) en een winter (december-april) piek. Commerciële garnalenvisserij De winter piek is het meest belangrijk voor de commerciële garnalenvisserij in de Noordzee (ICES Advisory Committee, 2013). De garnalen die tijdens de winter als ei zijn gelegd bereiken in de herfst een commercieel interessante lengte, d.w.z. 50 mm. Vandaar dat de aanvoer in de tweede helft van het jaar hoger is (Welleman & Daan, 2001). Na om en nabij een jaar (55 mm) is de nieuwe jaarklasse volwassen en migreren ze naar diepere wateren waar nieuwe eitjes geproduceerd worden die voor de nieuwe winter jaarklasse zorgen (ICES Advisory Committee, 2013). De commerciële vangst van de Hollandse garnaal wordt dus voornamelijk in de winter geproduceerd. Wat er precies gebeurt met de paai piek van de zomer is niet duidelijk maar deze piek lijkt minder belangrijk voor het produceren van de commercieel interessante Hollandse garnalen. Productie- en afzetstrategie Voor Hollandse garnalen publiceert het Ministerie van Economische Zaken (EZ) conform artikel 31 lid 2 van de GMO Verordening 7 drempelprijzen voor het jaar Deze prijzen zijn gebaseerd op maximaal 80% van het gemiddelde van de voorgaande drie jaren. CVO hanteert deze drempelprijs als uitgangspunt voor maatregelen om een economisch rendabele visserij mogelijk te maken. Om te voorkomen dat de markt overspoeld wordt met garnalen waardoor de economische rentabiliteit van de garnalenvissers in het geding komt, zal de CVO garnalen die onder de drempelprijs komen opkopen. Op de drempelprijs kan CVO de garnalen van de aangesloten garnalenvissers opkopen en opslaan om ze in een later stadium weer op de markt te brengen. Naast opslaan kan CVO de garnalen ook ongeschikt laten maken voor menselijke consumptie. De CVO kan een maximum van 12 ton (d.w.z kg) 8 Hollandse garnalen per week opkopen zodra deze op de drempelprijs komen. Zodra er 12 ton (d.w.z kg) aan garnalen is opgekocht door CVO heeft de CVO de mogelijkheid de visserij inspanning van de bij haar aangesloten garnalenvissers te beperken. Op die manier worden vraag en aanbod, en daarmee de marktpositie van de garnalenvissers van de CVO (zie doelstelling 3 en 4 die de CVO zich, overeenkomstig artikel 7 en 8 van de GMO Verordening (EU) Nr. 1379/2013, heeft gesteld) beter op elkaar afgestemd. 7 Gemeenschappelijke Marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten: EU nr. 1379/ AANGEPAST: In het vorige PAP was het maximum 10 ton. Het afgelopen jaar is echter gebleken dat er behoefte was om het mogelijk te maken sneller en adequater te reageren wanneer de drempelprijs behaald wordt. Vandaar dat het maximum op te kopen gewicht nu hetzelfde is als de eerste stap in het opkoopbeleid. Dit zorgt ervoor dat de CVO sneller regulerend kan optreden.

4 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 4 Inspanningsbeperkende maatregelen zullen door middel van een tijdelijke uitbreiding van het weekend verbod worden ingevoerd. Deze maatregelen worden per individuele kotter ingevoerd en zijn niet overdraagbaar. Bij een opkoop van 12 ton ( kg) zal er 12 uur minder gevist worden. Dit betekent dus dat het weekend verbod met 12 uur uitgebreid zal worden. Bij een opkoop van 24 ton ( kg) zal er 24 uur minder gevist worden. Bij een opkoop van 36 ton ( kg) zal er 36 uur minder gevist worden. Bij 48 ton ( kg) zal er 48 uur minder gevist worden; Bij 60 ton ( kg) zal er 60 uur minder gevist mogen worden; Het maximum gewicht wat opgekocht zal worden door CVO is 72 ton ( kg). Deze hoeveelheid zal overeenkomen met een inspanningsbeperking van 72 uur. Indien het maximale gewicht van 72 ton ( kg) opgekochte garnalen bereikt wordt rest de CVO slechts één ding: aangezien de markt overspoeld wordt door garnalen is het vernietigen van de garnalen zodat zij niet meer geschikt zijn voor menselijke consumptie dan de enige optie. Om regulering en adequate reactie door de CVO te bewerkstelligen moeten de garnalen die in vrieshuizen liggen opgeslagen zo spoedig mogelijk, en tenminste binnen 40 weken, op de afslag verkocht worden. In vrieshuis opgeslagen garnalen mogen dus niet langer dan 40 weken in het vrieshuis worden bewaard 9. Voor het controleren van deze maatregelen zal de CVO zich er actief voor inzetten dat gedurende 2016 alle garnalenkotters die in het bezit zijn van een GK of GV vergunning een Blackbox aan boord hebben 10. Deze Blackbox zal gebruikt worden om per week het uren saldo van desbetreffende kotter te berekenen. Daadwerkelijk geviste uren zullen vergeleken worden met de, indien van toepassing, ingestelde inspanning beperkende maatregelen. Zo zal de CVO wekelijks controleren of er overtredingen zijn begaan. Is het zo dat een Blackbox nog niet voor handen is dan zal de CVO door middel van logboekgegevens van de individuele kotters het uren saldo berekenen. Indien er reden is tot twijfel over het gedrag van een kotter zullen er ook mogelijkheden zijn tot het uitlezen van VMS data. Indien deze controle mechanismen uitwijzen dat een kotter zich niet aan de afspraken heeft gehouden zal er door CVO een boete worden uitgeschreven. 9 AANGEPAST: Dit was voorheen 4 weken. Zo n korte periode zorgt er echter voor dat de CVO in periodes waarin extra maatregelen gewenst zijn mogelijk zelf garnalen op de markt zou moeten brengen. Dit druist in tegen het doel van de CVO om, mede door dit PAP, de economische rentabiliteit van de visserman te vergroten. 10 AANGEPAST: In het vorige PAP was de CVO voornemens om gedurende de eerste helft van 2015 alle GK vergunninghouders uit te rusten met een Blackbox. Echter de SVG heeft, in samenspraak met het Ministerie van EZ, IL&T & de NVWA, een experimenteel onderzoek uitgevoerd naar de fraude bestendigheid van deze Blackbox. Gedurende dit onderzoek heeft TNO aangetoond dat de fraude bestendigheid van de Blackbox plaatsbepaling, niet gewaarborgd is voor handhavingsdoeleinden. Hierdoor is de Blackbox op zijn vroegst in de eerste helft van 2016 operationeel. Daarnaast moet er een controle en handhavingsprotocol voor de Blackbox worden opgezet alvorens deze te implementeren.

5 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 5 Deel 3: Maatregelen met het oog op de in artikel 7 van de GMOverordening vastgestelde doelstellingen 3.1 Bevorderen van de duurzame visserijactiviteiten Samenwerking in de Sectorraad: In het kader van (internationale) regelgeving en toepassing hiervan op het terrein van arbeidsomstandigheden, preventie en verbeteren wordt nauw samengewerkt met diverse sector organisaties alsmede vakbonden. In het kader van verbeteringen in educatie/ opleidingen wordt samengewerkt met Opleidingsinstituten evenals met Veiligheidscentra belast met activiteiten in de visserij Europese samenwerking: De garnalenvissers van de bij de CVO aangesloten PO s werken intensief samen met zusterorganisaties uit andere EU-lidstaten, op de terreinen beheerplannen, belangenbehartiging, visserijbeleid, ruimtelijke ordening etc. Leden van CVO zijn daarnaast ook actief in AC-verband (NWWAC, NSAC en SWWAC) en in de organisatie van werkgevers in de aanvoersector, Europêche. Voor de terreinen van algemeen visserijbeleid en sociaal beleid, inclusief de sociale dialoog in Europees verband, is Europêche het samenwerkingsgremium. Op het beleidsterrein van de Gemeenschappelijke Marktordening wordt al jaren intensief collegiaal samen gewerkt binnen de Europese Associatie van Producentenorganisaties in de visserij (EAPO) Verminderen van bijvangst en ecosysteemeffecten: De Nederlandse garnalensector heeft meerdere projecten geïnitieerd waarbij verminderen van het vangen van ongewenste bijvangst centraal staat. Gedurende 2015 hebben testen plaatsgevonden waarbij grotere mazen, netaanpassingen en verbeteringen aan verwerkingslijnen aan boord zijn onderzocht. Deze onderzoeken worden 31 december 2015 beëindigt en er zal begin 2016 een rapportage van zijn. In 2014 zijn er onderzoeken gedaan naar het verminderen van de ecosysteem effecten van de boomkorvisserij, bijvoorbeeld het onderzoek van ILVO naar de garnalenpuls aan boord van de HA 31 (Verschueren, Lenoir, Vandamme, & Vanelslander, 2014) Duurzame visserij door middel van certificering 11 : Om een duurzame beroepsvisserij te bewerkstelligen zet de CVO zich actief in voor het certificeren van hun visserijproducten met internationaal erkende duurzaamheidslabels, waaronder de Marine Stewardship Council (MSC) en Friend of the Sea (FOS). Door actief te zijn in de afzetbevordering van gecertificeerde visserijproducten van de aangesloten PO s streeft de CVO naar een herkenbare en duurzame visserij. Sinds 2007 zet de CVO zich in om een MSC certificaat voor de Hollandse garnaal (Crangon crangon) te behalen. Om deze certificeringsprocedure tot een goed eind te brengen is in het kader van dit MSC garnalen proces in 2015 een project team gevormd waarin onder het toeziend oog van een projectmanager en een MSC expert, in trilateraal verband wordt samengewerkt met Denemarken en Duitsland. Begin 2016 staat een bezoek van de 11 AANGEPAST: Up-date MSC proces is opgenomen

6 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 6 certificeerder gepland die de Noordzee brede visserij op Crangon crangon komt beoordelen. Na dit bezoek wordt een beoordelingsrapportage geschreven en, na meerdere consultatie rondes, gepubliceerd Duurzaam beheer 12 : In het kader van duurzaamheid zal de CVO het Managementplan voor de Noordzeegarnalen (Crangon crangon) visserij uitvoeren (bijlage 2, wordt nagezonden). Hierin zijn maatregelen opgenomen die voorkomen dat er hoge aantallen niet marktwaardige garnalen worden aangevoerd. Er wordt onder andere op de afslagen gezeefd met 6,8 mm in plaats van de wettelijk toegestane 6,5 mm. Om te voorkomen dat kleine garnalen in de kookpot terecht komen en er voor te zorgen dat deze garnalen levend overboord worden gezet zodat zij verder kunnen groeien zijn sancties ingevoerd die bij het aanlanden van >15% ziftsel in gaan (zie bijlage 3: Boetereglement, wordt nagezonden). Door uitvoering van dit managementplan streeft de CVO ernaar het Hollandse garnalenbestand in de Noordzee op een duurzame manier te onderhouden. In het kader van de trilaterale samenwerking tussen Denemarken, Duitsland en Nederland is het eerder genoemde project team bezig een managementplan te vormen dat toepasbaar is op de garnalenvisserij van alle drie de landen. Zodra dit trilaterale managementplan voltooid is zal het aan het Ministerie van Economische Zaken worden voorgelegd als bijlage van dit Productie- en afzetprogramma. De garnalenvissers van de bij de CVO aangesloten PO s zullen volgens het voorzorgprincipe vissen. Dit betekent dat zij minder zullen vissen wanneer blijkt dat het garnalenbestand in de Noordzee onder een vooraf bepaald voorzorg niveau komt. Er zal dus minder gevist worden wanneer het garnalenbestand in de Noordzee laag is. Als maat voor de toestand waarin het garnalenbestand zich bevindt zullen Landings Per Unit of Effort (LPUE) gegevens gebruikt worden (Neudecker, Damm, Müller, & Berkenhagen, 2011). Deze LPUE gegevens geven weer hoeveel garnalen er per uur gevangen worden; een hoge LPUE waarde is daardoor een indicatie voor een groot garnalenbestand in de Noordzee, worden er echter weinig garnalen per uur gevangen (lage LPUE) dan zijn er minder garnalen in de Noordzee aanwezig. LPUE gegevens worden door de CVO berekent met als basis de elektronische logboek gegevens en de gegevens die de CVO van de afslagen krijgt. Op acht en negen oktober 2013 heeft de Workinggroup Crangon (WGCRAN) van ICES het verzoek van de lidstaten Duitsland en Nederland om te spreken over een beheer van de garnalenpopulatie in de Noordzee behandeld. Gedurende deze bijeenkomst, die plaatsvond in Kopenhagen, Denemarken, werd geconcludeerd dat een pro bono advies van de Advisory Committee (ACOM) van ICES ten gunste van het beheer van de visserij op Crangon crangon wenselijk was (ICES Advisory Committee, 2013). Over de invulling van dit beheer heeft de WGCRAN wederom gesproken tijdens hun bijeenkomst van mei Tijdens de discussies die gedurende deze bijeenkomst zijn gevoerd werd geconcludeerd dat beheer op basis van 12 AANGEPAST: Alinea over trilateraal managementplan toegevoegd ( 2)

7 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 7 LPUE gegevens en inspanningsbeperkingen op dit moment het best voor de hand zijnde beheerprincipe is (ICES Advisory Committee, 2014). Het is daarom dat de CVO, in het geval dat LPUE gegevens hier aanleiding toe geven, overeenkomstig met het advies van ICES WGCRAN (ICES Advisory Committee, 2014), het ecologisch waarborg systeem op basis van inspanning beperkende maatregelen in werking stelt. Dit systeem is gebaseerd op aan de hand van logboek gegevens berekende maandelijkse LPUE gegevens. LPUE gegevens worden maandelijks verzameld en met referentiewaarden vergeleken. Deze referentiewaarden zijn bepaald aan de hand van gegevens die van 2002 tot en met 2012 zijn verzameld. De referentiewaarden zijn terug te vinden in tabel 1.

8 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 8 Tabel 1: Maandelijkse referentiewaarden voor de garnalenvisserij. De referentiewaarden zijn op 70% (ref 1), 65% (ref 2), 60% (ref 3), 55% (ref 4) en 50% (ref 5) van de gemiddelde LPUE van de jaren 2002 en 2007 gesteld 13. Referentiewaarden zijn gebaseerd op kg/zee uur 14. Gemiddelde LPUE per maand in 2002 Gemiddelde LPUE per maand in 2007 Gemiddelde LPUE per maand in 2002&2007 Ref 1 Ref 2 Ref 3 Ref 4 Ref 5 Maand (70%) (65%) (60%) (55%) (50%) Januari 10,74 36,00 23,37 16,36 15,19 14,02 12,85 11,69 Februari 13,01 22,40 17,71 12,39 11,51 10,62 9,74 8,85 Maart 14,18 26,17 20,18 14,12 13,11 12,11 11,10 10,09 April 12,58 27,98 20,28 14,20 13,18 12,17 11,15 10,14 Mei 13,28 25,29 19,29 13,50 12,54 11,57 10,61 9,64 Juni 16,01 18,75 17,38 12,17 11,30 10,43 9,56 8,69 Juli 24,27 24,24 24,26 16,98 15,77 14,55 13,34 12,13 Augustus 37,71 25,91 31,81 22,27 20,68 19,09 17,50 15,91 September 42,81 32,04 37,43 26,20 24,33 22,46 20,58 18,71 Oktober 48,73 27,05 37,89 26,52 24,63 22,73 20,84 18,95 November 37,36 21,92 29,64 20,75 19,27 17,78 16,30 14,82 December 31,75 16,18 23,97 16,78 15,58 14,38 13,18 11,98 Zodra maandelijks berekende LPUE gegevens met de referentiewaarden worden vergeleken zijn er zes scenario s (zie tabel 2). De maatregelen behorende bij de scenario s zijn berekent volgens de ICES hockeystick methode 15. Scenario s: 1. De berekende LPUE gegevens zijn groter dan referentiewaarde 1 (ref 1), dit betekent dat het garnalenbestand er goed voor staat en beheer niet nodig is; 2. De berekende LPUE gegevens zijn kleiner dan referentiewaarde 1, maar groter dan die van referentiewaarde 2. In dit geval is het garnalenbestand onder het voorzorg niveau gedaald. Er is echter nog geen sprake van een gevaar voor het bestand maar het is wel wenselijk om maatregelen te nemen. Om ervoor te zorgen dat het garnalen bestand in de Noordzee niet nog verder daalt en mogelijke schaarste ontstaat, wordt een inspanningsreductie van kracht, namelijk: garnalenvissers mogen per zeven dagen slechts een maximum van 72 uur op zee zijn (gemeten van vertrek uit- tot binnenkomst in de haven). 13 AANGEPAST: Op basis van advies van wetenschappers zijn er extra referentie punten opgenomen zodat beter en geleidelijker beheer kan plaatsvinden. Daarnaast kan monitoring zo beter worden uitgevoerd waardoor beter inzichtelijk gemaakt kan worden of de maatregelen die genomen zijn (volgens tabel 2) voldoende zijn om een afnemend bestand tegen te gaan. 14 AANGEPAST: In verband met het trilaterale management proces tussen Denemarken, Duitsland en Nederland, en naar aanleiding van verschillende gesprekken met ICES wetenschappers, is het advies van ICES om de LPUE waarden om te zetten van visuren naar zee uren als nog aangenomen (ICES Advisory Committee, 2014). Deze LPUE hantering zorgt er voor dat een database opgebouwd kan worden die voor alle drie de landen vergelijkbare data genereerd. Vandaar dat de tabel andere referentiewaarden bevat. ICES heeft geconcludeerd dat de LPUE waarden voorlopig het beste gebaseerd kunnen worden op de zee uren van vissers en niet op de geviste uren aangezien deze geviste uren d.m.v. schattingen door de visserman zelf worden ingevuld. Het beheer principe blijft echter gelijk! Graag zou ik u hierbij willen verzoeken deze wijziging met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016 toe te kennen. 15 Bron: ICES, f. AANGEPAST: Dit onderdeel is aangepast aangezien wetenschappers hebben geadviseerd om beheer op basis van het ICES hockeystick model te implementeren, dit zorgt ervoor dat het moeilijker wordt om het limiet niveau te bereiken. Om getijde redenen is er gekozen om deze beheermaatregelen per 12 uur te doen.

9 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 9 3. Als de berekende LPUE gegevens kleiner zijn dan referentiewaarde 2, maar groter dan die van referentiewaarde 3 dan blijkt hier uit dat aanvullend beheer nodig is om te voorkomen dat het bestand nog verder daalt. Er is echter nog steeds geen sprake van gevaar voor het instorten van het bestand omdat het limiet niveau (ref 5) niet is behaald. Om ervoor te zorgen dat dit limiet niet wordt bereikt wordt de volgende inspanningsreductie doorgevoerd: garnalenvissers mogen per zeven dagen slechts een maximum van 60 uur op zee zijn (gemeten van vertrek uit- tot binnenkomst in de haven). 4. Indien de LPUE gegevens kleiner zijn dan referentiewaarde 3, maar groter dan die van referentiewaarde 4. In dit geval komt het garnalenbestand steeds dichter bij het limiet niveau. Om te voorkomen dat het garnalen bestand daadwerkelijk onder het limiet niveau komt wordt de volgende maatregel genomen: garnalenvissers mogen per zeven dagen slechts een maximum van 48 uur op zee zijn (gemeten van vertrek uit- tot binnenkomst in de haven). 5. De berekende LPUE gegevens zijn kleiner dan referentiewaarde 4, maar groter dan die van referentiewaarde 5. Dit is het laatste scenario waarin beheer er nog voor kan zorgen dat het bestand niet onder het absolute limiet niveau daalt. Om te voorkomen dat dit gebeurt zal er nog extra beperkt moeten worden op de visserij inspanning vandaar dat garnalenvissers per zeven dagen slechts een maximum van 36 uur op zee mogen zijn (gemeten van vertrek uit- tot binnenkomst in de haven). 6. Als de LPUE gegevens kleiner zijn dan referentiewaarde 5 is er sprake van schaarste aan Hollandse garnalen. Om verdere vermindering van het garnalenbestand en daardoor een voortzetting van de schaarste aan Hollandse garnalen op de markt tegen te gaan zal er een inspanningsreductie worden opgelegd, namelijk: garnalenvissers mogen per zeven dagen slechts maximaal 24 uur op zee zijn (gemeten van vertrek uittot binnenkomst in de haven). N.B. Gezien de discussie tussen de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de CVO zal laatstgenoemde, zodra LPUE gegevens onder de referentiewaarden dreigen te komen, in overleg met het Ministerie van Economische Zaken tot actie overgaan. Dit betekent dat de CVO, zodra LPUE gegevens onder de referentiewaarden komen, het Ministerie van Economische Zaken inzicht zal geven in de dataset. Zodoende kan het Ministerie van Economische Zaken controleren of de door CVO voorgestelde inspanning beperkende maatregel geoorloofd is. Tabel 2: Scenario's en bijbehorende beheermaatregelen indien LPUE waardes onder de referentiewaarden komen. Scenario Parameter Beheermaatregel 1 LPUE > Ref 1 Geen beheer nodig aangezien het bestand zich boven het voorzorgs-niveau bevindt 2 Ref 1 < LPUE > Ref 2 Voorzorgsniveau. Schepen mogen per 7 dagen maximaal 72 uur op zee zijn (gemeten vanaf vertrek tot aankomst in de haven). 3 Ref 2 < LPUE > Ref 3 Schepen mogen per 7 dagen maximaal 60 uur op zee zijn (gemeten vanaf vertrek tot aankomst in de haven). 4 Ref 3 < LPUE > Ref 4 Schepen mogen per 7 dagen maximaal 48 uur op zee zijn (gemeten vanaf vertrek tot aankomst in de haven). 5 Ref 4 < LPUE > Ref 5 Schepen mogen per 7 dagen maximaal 36 uur op zee zijn (gemeten vanaf vertrek tot aankomst in de haven).

10 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 10 6 LPUE < Ref 5 Limiet referentie waarde. Schepen mogen per 7 dagen maximaal 24 uur op zee zijn (gemeten vanaf vertrek tot aankomst in de haven). 3.2 Ongewenste vangsten vermijden en beperken De Stichting Verduurzaming Garnalenvisserij is, in samenwerking met garnalenvissers, een project begonnen dat specifiek de bijvangst in de garnalenvisserij gaat verminderen. Leden van de CVO zijn hier zeer nauw bij betrokken. Dit project heeft als doel de bijvangst zo veel mogelijk onder water te lozen en de overleving van de bijvangst die toch aan boord komt te vergroten. Dit wordt getoetst door middel van netaanpassingen, vergroting van mazen en het verbeteren van de verwerkingslijn aan boord. Dit project zal op 31 december 2015 afgerond zijn. Een rapport over de resultaten van dit project zal begin 2016 op te vragen zijn bij de Stichting Verduurzaming Garnalenvisserij. 3.3 Bijdragen aan de traceerbaarheid van visserijproducten en aan de toegang tot duidelijke en uitgebreide consumenteninformatie De CVO hecht grote waarde aan goede informatievoorziening en communicatie over de garnalenvisserij (zie evenals traceerbaarheid van visserijproducten door de hele keten heen. De bij de CVO aangesloten PO s zijn daarom nauw gelieerd aan de visafslagen en het Nederlandse Visbureau. De visafslagen voeren pilotprojecten uit om traceerbaarheid te verbeteren, ook voor garnalen (bijv. PEFA en EFICE projecten). 3.4 Bijdragen aan de uitbanning van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij 16 Gedurende het jaar 2016 zullen aan boord van de gehele Nederlandse garnalenvloot (d.w.z. zowel GK als GV vergunninghouders) black boxen aan boord geplaatst worden voor plaatsbepaling van de garnalenschepen. Door middel van deze black box plaatsbepaling zal de mogelijkheid om illegale en ongemelde visserij te beoefenen ingeperkt worden. Om de borging van garnalen in de hele keten te verbeteren is in oktober 2015 de brancheorganisatie voor garnalen door middel van een notariële akte opgericht. Over de bestuurlijke invulling van deze brancheorganisatie wordt momenteel nog gesproken. 3.5 Verbetering van de voorwaarden waaronder de leden hun visserijproducten op de markt brengen Door het verkrijgen van verschillende internationaal erkende duurzaamheidslabels, zoals MSC en FOS, streeft de CVO ernaar het beeld dat de maatschappij over de visserij heeft te verbeteren en te laten zien dat de visserijproducten van de leden van de CVO afkomstig zijn van een duurzame beroepsvisserij. Door het behalen van deze duurzaamheidslabels streeft de CVO naar een verbetering van de afzet van de visserijproducten van haar leden. Om de transparante prijsvorming en traceerbaarheid van garnalen te vergroten zal de CVO zich inzetten om verkoop van garnalen alleen via de afslag te laten plaatsvinden. Dit betekent dat verkoop van garnalen plaatsvindt door verkoop via bemiddeling of via de klok. 16 AANGEPAST: Update opgenomen m.b.t. de blackbox & de brancheorganisatie voor garnalen

11 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN Vergroting van de economische rentabiliteit De noodzaak tot het reduceren van productiekosten is in de Nederlandse visserij al jaren een prioriteit. Vooral de kosten die gemoeid zijn met de inzet van de vissersvaartuigen zijn bij de stijging van de olieprijs explosief gestegen. Er worden innovaties nagestreefd om deze kosten aanzienlijk te verlagen, o.a. gebruik van zowel economisch als ecologisch duurzame vistechnieken zoals de seewing, en de garnalenpuls. Verder worden in samenwerking met LEI en IMARES respectievelijk economische en technische data verzameld om hiermee o.a. de aanvoersector te faciliteren bij het maken van beleidskeuzes. Hiermee wordt de in artikel 7 lid 3b van de Verordening (EU) Nr. 1379/2013 gestelde doelstelling om de economische rentabiliteit van de leden van de CVO te vergroten, nagestreefd. In het eerder genoemde Productie- en afzetprogramma (zie deel 2) wordt de manier genoemd waarop de CVO poogt de economische rentabiliteit van haar leden te vergroten. 3.7 Stabilisering van de markten Zie deel 2 van dit Productie- en afzetprogramma. 3.8 Bijdragen tot de voedselvoorziening en bevorderen van hoge normen voor voedselkwaliteit en voedselveiligheid, terwijl eveneens de werkgelegenheid in kust- en plattelandsgebieden wordt bevorderd 17 De CVO wil in ketenverband samenwerken om de voedselveiligheid en kwaliteit van garnalen te verbeteren. Om dit te bewerkstelligen is in oktober 2015 middels notariële akte de Brancheorganisatie (BO) garnalen opgericht waarin alle sectorpartijen die direct in aanraking komen met het ruwe product vertegenwoordigt zijn, d.w.z. aanvoer-, afslag- en handelspartijen. Over de specifieke bestuurlijke invulling van deze Brancheorganisatie wordt momenteel nog gesproken, echter het doel van deze BO is heel duidelijk: het waarborgen van de kwaliteit van het product de Noordzeegarnaal. En wel op zo n manier dat alle schakels van de productieketen zich inzetten voor een integraal (en voor de consument transparant en traceerbaar) kwaliteitsproduct dat op duurzame en maatschappelijk verantwoorde wijze is gevangen, bewerkt en verwerkt. Bij dit doel hoort ook het onder de publieke aandacht brengen van het product en het belang van de kwaliteitsaspecten. In deze Brancheorganisatie wordt kwaliteitsmanagement een belangrijk onderdeel. Een van de doelen van dit management is het behalen van een ISO certificaat (certificaat dat de kwaliteit van het product aan boord van een kotter zeker stelt) voor de garnalenvissers. 3.9 Maatregelen om de selectiviteit van het vistuig te verbeteren Zoals eerder genoemd (punt 3.1) is de CVO zeer actief bezig met het verbeteren van de selectiviteit van garnalen tuigen door middel van netaanpassingen en verbeteringen in vistuigen en verwerkingslijnen. In 2014 heeft het ILVO een wetenschappelijk onderzoek naar milieueffecten van de garnalenpuls afgerond waaruit bleek dat dit tuig veel voordelen had. Onder andere heeft dit tuig minder bodemimpact en minder bijvangst (Verschueren et al., 2014). 17 AANGEPAST: Extra stuk opgenomen over de brancheorganisatie voor garnalen

12 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 12 Daarnaast is de CVO nauw betrokken geweest bij de discussies met betrekking tot het inperken van de technische uitvoering van het garnalenpulstuig. Hierbij zijn voor garnalenpulstuigen duidelijke restricties vastgesteld om het milieueffect van dit tuig in te perken. De CVO blijft nauw betrokken bij discussies over de nog missende wetenschappelijke vraagstukken met betrekking tot de pulstuigen. Ook is de CVO actief betrokken bij onderzoeken ter verbetering van de selectiviteit van garnalen tuigen, denk hierbij aan de testen die uitgevoerd worden met de brievenbus en wijdere mazen. Mocht wetenschappelijk onderzoek uitwijzen dat de innovatieve tuigen een verduurzamingslag zijn dan zal de CVO zich inzetten om een algemene verbindingsverklaring van de overheid te krijgen. Zodra uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de innovatieve tuigen duurzamer zijn dan de conventionele tuigen zal de CVO deze overnemen en haar leden opleggen deze tuigen te gebruiken. Deel 4: Maatregelen voor de regulering van het aanbod van Hollandse garnalen Voor maatregelen voor de regulering van het aanbod van Hollandse garnalen zie Deel 2: Productie- en afzetprogramma. Deel 5: Sancties en controlemaatregelen Om naleving van de in Deel 2 vastgelegde strategie te bewerkstelligen zal de CVO zich er actief voor inzetten dat gedurende 2016 alle garnalenkotters met een GK of GV vergunning een Blackbox aan boord hebben. Een Blackbox aan boord van de kotters maakt het mogelijk om naleving van maatregelen te controleren. Mocht er reden zijn tot twijfel kunnen ook VMS data worden gecontroleerd. Mocht een visser de regels van dit PAP niet hebben nageleefd dan zal er een door CVO nader te bepalen boete worden opgelegd. Deze boete zal door de Arbitrage commissie PAP garnalen worden bepaald en zal niet minder zijn dan 1,-/kg. Deze arbitrage commissie zal er zorg voor dragen dat de boete overeenkomstig is met een dusdanig bedrag dat zorgt dat desbetreffende overtreder geen economisch voordeel van zijn of haar overtreding heeft. De Arbitrage commissie PAP garnalen zal bestaan uit één afgevaardigde per PO. De boete voor de visser die het betreft zal door de arbitrage commissie worden bepaalt, met uitzondering van de afgevaardigde van de PO waartoe desbetreffende visser behoort. In het kader van duurzaamheid zal wanneer LPUE gegevens lager zijn dan de referentiewaarden de CVO haar leden binnen vijf werkdagen informeren over de op hand zijnde inspanningsreducties. Dit bericht zal de details van desbetreffende maatregel en de datum vanaf wanneer deze maatregel in zal gaan bevatten. De inspanningsreductie zal de eerstvolgende maandagochtend na deze mededeling vanaf uur van kracht worden. De inspanningsreductie geldt voor ieder individueel garnalen schip (mits aangesloten bij een PO die lid is van de CVO) en kan niet overgedragen worden op andere schepen. Zolang deze inspanningsreductie van kracht is, is het voor schepen die de voorgaande twee weken een andere visserij dan de garnalenvisserij hebben bedreven onmogelijk om over te schakelen op de garnalenvisserij.

13 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 13 Zodra de LPUE gegevens boven de referentiewaarden komen zullen de inspanningsrestricties door de CVO worden ingetrokken. Ook dit zal binnen 5 werkdagen aan de vissers worden gecommuniceerd. Gedurende de inspanningsbeperking zal de CVO de logboek gegevens van de kotters monitoren om te controleren of desbetreffende kotter zich aan de ingestelde inspanningsreductie heeft gehouden. In het geval dat bovenstaande niet wordt nageleefd zal de CVO de betreffende visser(s) een boete uitreiken in overeenstemming met het bijgevoegde Boetereglement (bijlage 3, wordt nagezonden). Ook zullen er sancties volgen wanneer de grens van maximaal 15% ziftsel wordt overschreden. Zie hiervoor wederom het bijgevoegde Boetereglement (bijlage 3, wordt nagezonden). Deel 6: In aanmerking te nemen uitgaven Om het opkopen van garnalen die onder de drempelprijs komen te bekostigen zal er per afzet een heffing plaatsvinden van 1 cent / kg aangelande garnalen aan de PO, waar desbetreffende visser lid is, betaald worden. Deze opslag voldoet aan criteria van financiering van het EFMZV waardoor dekking vanuit de CVO ontstaat om de vóór financiering van de opslag van garnalen in vrieshuizen op zich te nemen en aan de rente te voldoen. Komen garnalen onder de, door het Ministerie van Economische Zaken bepaalde, drempelprijs dan zal de CVO de garnalen opkopen. Dit zal per week maximaal 12 ton (d.w.z kg) bedragen. Tenslotte: De CVO zal zorg dragen ieder jaar uiterlijk voor de 31 ste van oktober een update van dit Productie- en afzetprogramma aan het Ministerie van Economische Zaken voor te leggen. Daarnaast stelt de CVO zich tot doel het Productie- en afzetprogramma voor garnalen ieder half jaar te evalueren en indien nodig te updaten. Na iedere update zal het Productie- en afzetprogramma garnalen aan het Ministerie van Economische Zaken worden voorgelegd. In de CVO vergadering van 11 december 2014 heeft zij zich geconformeerd aan het uitvoeren van het werkplan (bijlage 5 van PAP garnalen 2015) waarin de stappen die in het ICES advies van 2014 naar voren zijn gebracht uitgewerkt worden. In het jaar 2015 zijn verschillende stappen ingezet, echter niet alle stappen zijn afgerond (zie evaluatie PAP garnalen). De CVO stelt zich ten doel ook in het jaar 2016 de activiteiten van dit werkplan door te zetten en het werkplan hierin te blijven volgen.

14 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 14 Literatuur ICES Advisory Committee. (2013). Report of the Workshop on the Necessity for Crangon and Cephalopod Management (WKCCM). Copenhagen. ICES Advisory Committee. (2014). Special request, Advice October 2014: Request from Germany and the Netherlands on the potential need for a management of brown shrimp (Crangon crangon) in the North Sea. Neudecker, T., Damm, U., Müller, M., & Berkenhagen, J. (2011). Effort development in German brown shrimp fishery and the attempt to standardize annual landings per unit effort in the period 1976 to Inf. Fischereiforsch., 58, Verschueren, B., Lenoir, H., Vandamme, L., & Vanelslander, B. (2014). Evaluatie van een seizoen pulsvisserij op garnaal met HA 31. Welleman, H. C., & Daan, N. (2001). Is the Dutch shrimp fishery sustainable? Senckenbergiana Maritima, 31(2), Bijlagen 1. Statuten van de CVO 2a. Crangon crangon managementplan 2b. Sanctie annex bij het managementplan voor de Crangon crangon visserij 2c. CVO werkplan ter uitvoering van het stappenplan van ICES d. Evaluatie verslag PAP garnalen 2015

15 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 15 BIJLAGE 2a CRANGON CRANGON MANAGEMENTPLAN Versie 1.0 (aangenomen op , per van kracht) LET OP: Aangezien dit document een vertaling van het Engelstalige managementplan is kunnen er onverhoopt vertaal fouten in optreden. Indien dit het geval is zal de Engelstalige versie van het managementplan ALTIJD leidend zijn. Schuingedrukte tekst: Toelichting, waarin de intentie en de achtergrond van de regelgeving wordt uitgelegd Normaal gedrukte tekst: Bindende regelgeving voor de Grijze Garnaal Coöperatieve MSC Groep (Brown Shrimp Cooperative MSC Group) Vetgedrukte tekst: Bindende regelgeving voor elk vaartuig dat is toegetreden tot het managementplan Definities Grijze garnaal: Lid: Producenten Organisatie (PO): Partij: De visserij: Vaartuig: Garnaal van de Crangon crangon soort. Een persoon of bedrijf die: één of meerdere schepen bezit die op grijze garnalen vissen; lid is van één van de Producenten Organisaties; bij de Producenten Organisatie te boek staat als lid van het managementplan. Een, volgens de GMO (EU 104/2000 of 1379/2013), wettelijk geregistreerde Producenten Organisatie die (direct of indirect via een van de partijen) deelneemt aan het managementplan. Orgaan die de leden van een bepaald land (dat deelneemt in het Stuurcomité) representeert. Een partij kan een Producenten Organisatie zijn (directe leden vertegenwoordiging) of een groep van Producenten Organisaties (indirecte leden vertegenwoordiging). De visserij op grijze garnalen die wordt beoefend door leden van het managementplan. Een vissersvaartuig dat eigendom is van een lid en dat gebruikt wordt voor de visserij op de grijze garnaal. A. Management doel Het doel van dit managementplan is een duurzame grijze garnalen visserij bewerkstelligen door, een ecologisch verantwoorde, gezamenlijk beheerde visserij te creëren, met duurzame en hoge lange termijn opbrengsten van de doelsoort en geminimaliseerde effecten op het mariene ecosysteem. B. Management structuur en proces B1. Het Stuurcomité Namens de leden is het Stuurcomité van de Grijze Garnaal Coöperatieve MSC Groep verantwoordelijk voor het onderhoud, toezicht en de controle van en op het managementplan. Het Stuurcomité bestaat uit één afgevaardigde (en één plaatsvervanger) van elke partij van dit managementplan: - CVO (Coöperatieve Visserij Organisatie) voor Nederland;

16 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 16 - MSC-GbR voor Duitsland - DFPO (Deense Vissers Producenten Organisatie) voor Denemarken Het Stuurcomité besluit over zaken die uit het managementplan volgen, alsmede over de eventueel benodigde wijzigingen van het managementplan. De besluitvorming zal op basis van consensus van de afgevaardigden (of plaatsvervanger, indien de afgevaardigde niet aanwezig is) van de drie nationale vloten plaatsvinden. Het Stuurcomité kan ervoor kiezen om andere deelnemers uit te nodigen om als waarnemer, deskundige of presentator aan de vergaderingen van het Stuurcomité deel te nemen. Het Stuurcomité zal tenminste één keer per jaar persoonlijk samenkomen, en kan ervoor kiezen om dit zo vaak als nodig te doen. Het Stuurcomité zal ondersteunt worden door een Werkgroep, evenals door de actieve steun van alle PO s die onderdeel uitmaken van de Grijze Garnaal Coöperatieve MSC Groep. B2. Delen van de kosten De gemeenschappelijke kosten die voor het uitvoeren van het managementplan gemaakt zullen worden, als ook de kosten die met het verkrijgen van een MSC certificaat en het behouden daarvan (d.w.z. de beoordelingskosten en de jaarlijkse audit) te maken hebben, zullen volgens de volgende verdeelsleutel onder de partijen worden verdeeld: CVO: 47 % MSC-GbR: 42 % DFPO: 11 % Deze verdeelsleutel zal worden geëvalueerd nadat het MSC beoordelingsproces ten einde is. C. Management van de visserij C1. Deelnemende vaartuigen Elk in de EU geregistreerd commercieel vissersvaartuig dat langs de Continentale Noordzeekust (Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Denemarken) op grijze garnalen vist, kan deelnemen aan het managementplan zolang: C1.1 Het schip eigendom is van een lid van een van de partijen van dit managementplan (hetzij direct, hetzij indirect via een producenten organisatie); C1.2 Het lid en het vaartuig niet zijn uitgesloten van deelname aan het managementplan als gevolg van een overtreding; en C1.3 De capaciteitsgrens, genoemd in C2 hieronder, niet bereikt is. C1.4 Het is niet toegestaan voor vaartuigen die deelnemen aan het managementplan om met een pulstuig op de grijze garnaal te vissen.

17 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 17 Vissen met elektrische pulsen is momenteel (nog) niet toegestaan, en kan alleen in de Noordzee uitgevoerd worden op experimentele basis. Het is bekend dat vissen met elektrische pulsen een hogere garnalenvangst tot gevolg heeft en dat deze visserijmethode andere effecten op het ecosysteem heeft dan de bestaande visserijmethoden, de wetenschappelijke kennis is echter nog niet op een punt waarop deze verschillen gekwantificeerd kunnen worden. Indien een lid er vrijwillig voor kiest om een vaartuig uit het managementplan terug te trekken zal dit vaartuig voor tenminste 12 maanden uitgesloten zijn van het managementplan (en daarbij ook van MSC). C2. Algemene regels voor capaciteit, inspanning en tuigen De algemene regels voor capaciteit, inspanning en tuigen zorgen voor een aantal vaste grenzen in de visserij die een onbeheerde verhoging van inspanning, onbeheerde verhoging van de vangst van garnalen en een onbeheerde verhoging van de ecosysteem effecten zullen voorkomen. Het totaal aantal vaartuigen en hun gecombineerde motorvermogen die aan dit managementplan kunnen deelnemen, wordt als volgt gelimiteerd: Voor elk deelnemend land zal het aantal vaartuigen en hun gecombineerde motorvermogen (kw) niet hoger zijn dan het aantal vaartuigen en hun gecombineerde kw zoals die officieel op 1 januari 2015 bij de autoriteiten van de afzonderlijke landen geregistreerd stonden. Indien vaartuigen van een ander land dan de drie oprichtende landen in een later stadium aan het managementplan willen deelnemen, zal dezelfde regel gelden. Indien het aantal vaartuigen of de gecombineerde kw van een land de capaciteitsgrens bereikt, zal geen nieuw vaartuig/ uitbreiding van de kw binnen dit managementplan worden toegestaan tenzij het Stuurcomité besluit dat uitbreiding (vaartuigen/ kw) geoorloofd is op grond dat: Er wetenschappelijk advies is dat laat zien dat een verhoging van de capaciteit niet van invloed is op het behalen van het management doel (d.w.z. lange termijn duurzame opbrengsten), of Het Stuurcomité is andere maatregelen overeengekomen die de effecten die de uitbreiding van capaciteit heeft tegen gaan. De aantallen van de op 1 januari 2015 officieel geregistreerde vaartuigen en hun gecombineerde kw per land waren: Nederland: 198 vaartuigen, kw Duitsland: 213 vaartuigen, kw Denemarken: 28 vaartuigen, 5213 kw C2.1 Geen enkel vaartuig mag meer dan 4800 uur per jaar (=200 dagen) op zee op grijze garnalen vissen.

18 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 18 C2.2 Het is voor vaartuigen niet toegestaan om een gezamenlijke boomlengte te hebben die meer dan 20 m inclusief de sloffen bedraagt (of 18 m exclusief de sloffen indien dit de nationale regelgeving is) C2.3 Het is voor vaartuigen niet toegestaan om een gezamenlijk tuig gewicht te hebben van meer dan 4000 kg. Dit gewicht wordt als drooggewicht in de lucht bepaald. Het tuig omvat alles dat aan de boom bevestigt is achter de verbinding met de kabel. De weegschaal zal aan het punt worden bevestigt waar de kabels die aan het tuig vastzitten samenkomen (Hahnepot). Het tuig zal door de lier worden opgetild totdat alle onderdelen van het tuig vrij in de lucht hangen. C2.4 Sleepnetten, die door deelnemers aan dit managementplan worden gebruikt voor de visserij op grijze garnalen, mogen nergens in het net een maaswijdte bevatten die kleiner is dan 20 mm tussen de knoop. De maaswijdte wordt volgens de EU-regelgeving gemeten met de Omegameter. Indien een buitenzak met grote mazen om de kuil is bevestigt zal dit net een omtrek hebben die minstens net zo groot is als de kuil zelf. C3. Sorteren van de vangst De regels voor het sorteren van de vangst zijn bedoeld om de hoeveelheid ongewenste bijvangst (zowel ondermaatse garnalen als andere mariene organismen) van deze visserij te minimaliseren en de overleving van deze ongewenste bijvangst te maximaliseren. C3.1 Sleepnetten, die door deelnemers aan dit managementplan worden gebruikt voor de visserij op grijze garnalen, moeten een zeefnet bevatten met een maximum maaswijdte van 70 mm of een sorteer grid met en maximum van 20 mm tussen de spijlen. Dit grid moet volgens de nationale specificaties geplaatst zijn, deze specificaties zijn opgenomen in de EU technische maatregelen (850/98 of latere versies). C3.2 Vangsten moeten aan boord worden gesorteerd door een spoelsorteermachine met een spijlwijdte die aangepast is aan de grootte van de marktwaardige garnalen en die gebruik maakt van een constante waterstroom om een hoge overleving van de ongewenste bijvangst te waarborgen. C3.3 Het zeven aan land dient te gebeuren op een zeef met een mimimum opening van 6.8 mm en over een oppervlakte van minstens één vierkante meter. Garnalen die gedurende het zeefproces door deze zeef vallen worden gedefinieerd als ziftsel. C3.4 Ziftsel dient te worden gekraakt, behalve als kan worden aangetoond door logistieke gegevens en/of facturen dat de missende hoeveelheid

19 BIJLAGE 2 PAP GARNALEN 19 ziftsel gebruikt wordt voor niet-menselijke consumptie (bijv. in diervoeder o.i.d.). C3.5 Het ziftselpercentage voor een vaartuig mag, gemiddeld genomen over 2 aansluitende kalenderweken (beginnend met week 1 + 2), niet hoger zijn dan 15 % van de totale aanlanding. Ziftsel is gedefinieerd als ondermaatse grijze garnalen; de totale aanlanding is ziftsel plus alle marktwaardige grijze garnalen. Bedorven grijze garnalen en andere mariene organismen zullen in deze berekening niet worden meegenomen. PO s zullen er voor zorgen dat ziftsel gegevens niet later dan één week na het einde van elke periode van twee weken (beginnend met week 1 + 2) beschikbaar zijn voor de onafhankelijke controleurs. C4. Hoge lange termijn duurzame vangsten Het Gemeenschappelijke Visserijbeleid van de Europese Unie streeft naar visbestanden die op een niveau zitten waarbij de maximaal duurzame opbrengst (MSY) gewaarborgd is of, een schatting van dit niveau indien MSY niet bekend is. Voor de grijze garnalen visserij is MSY niet bekend, echter recente resultaten van wetenschappelijk onderzoek geven aan dat de visserij inspanning (sinds ongeveer ) hoger is dan het niveau waarop de hoogste duurzame lange termijn opbrengst wordt gegenereerd. Resultaten van een modelstudie geven aan dat een van de manieren om de hoogste duurzame lange termijn opbrengst te verkrijgen is om de standaard maaswijdte naar 26 mm tussen de knopen te verhogen. Het model voorspeld dat deze maatregel zal resulteren in een groei van het bestand van ongeveer 20% en dat dit zou bijdragen aan een hogere productie van eieren (wat zorgt voor een kleiner risico op recruitment overbevissing). Ondanks dat het model hogere vangstresultaten voor vaartuigen op de lange termijn voorspelt, kan men er niet van uit gaan dat dit resultaat op waarheid berust aangezien het model niet in daadwerkelijk management is getest. Het is echter onvermijdelijk dat het vergroten van de maaswijdte op de korte termijn tot verliezen van vangsten lijdt, en dat deze verliezen alleen tegengegaan worden indien het bestand groeit zoals het model voospelt. Het voorliggende plan dat dient om hoge lange termijn duurzame vangsten te genereren is dus een adaptief plan het introduceert de verhoging van de maaswijdtes op een stapsgewijze manier, terwijl ondertussen de resultaten van elke nieuwe vergroting van de mazen wordt gemonitord om inzichtelijk te maken of de resultaten van het model waargemaakt worden of niet. De stapsgewijze manier van invoeren van dit plan zorgt er ook voor dat de korte termijn verliezen van de vaartuigen lager zijn en sneller worden gecompenseerd. C4.1 Vanaf 1 mei 2016 mogen sleepnetten die voor de visserij op grijze garnalen gebruikt worden niet met een maaswijdte in de kuil vissen die kleiner is dan 22 mm. De maaswijdte wordt, overeenkomstig met de regelgeving van de EU, gemeten met een Omega meter. De kuil wordt gedefinieerd als tenminste de laatste 150 rijen van de mazen in het sleepnet.