Onderwijs- en examenregeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwijs- en examenregeling"

Transcriptie

1 Onderwijs- en examenregeling van de Nederlandstalige academische masteropleidingen Algemene sociale wetenschappen Arbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie Jeugdstudies Multiculturalisme in vergelijkend perspectief Culturele antropologie Multiculturalisme in vergelijkend perspectief Sociologie Vraagstukken van beleid en organisatie Onderwijskunde Onderwijskundig ontwerp en advisering Pedagogische wetenschappen Jeugdstudies Maatschappelijke opvoedingsvraagstukken Orthopedagogiek Psychologie Arbeids- en organisatiepsychologie Jeugdstudies Kinder- en jeugdpsychologie Klinische- en gezondheidspsychologie Neuropsychologie Sociale psychologie Toegepaste cognitieve psychologie binnen de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht 1

2 In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) zijn de opleidingsspecifieke rechten en plichten opgenomen van studenten enerzijds en de Universiteit Utrecht anderzijds. In het (algemene universitaire) Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden. Deze regeling is vastgesteld door de decaan van de Faculteit Sociale Wetenschappen op 7 mei 2013 met instemming van de faculteitsraad d.d. 5 april

3 Inhoudsopgave Deel 1 regels Paragraaf: Onderwerp: Bladzijde: 1 Algemene bepalingen 5 2 Toelating 6 3 Inhoud en inrichting van de opleiding 15 4 Onderwijs 17 5 Toetsing 20 6 Examen 25 7 Studiebegeleiding 27 8 Overgangs- en slotbepalingen 28 Deel 2 doel van de opleiding Bladzijde: Algemene sociale wetenschappen 30 Culturele antropologie 34 Sociologie 36 Onderwijskunde 38 Pedagogische wetenschappen 41 Psychologie 45 Bijlagen Bijlage: Onderwerp: Bladzijde: 1 Pre-mastertraject 56 2 Opbouw van de programma s 61 3 Overgangsregelingen 65

4 Deel 1 REGELS 4

5 PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling geldt voor het studiejaar en is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en het examen van de academische masteropleidingen Algemene sociale wetenschappen, Culturele antropologie, Sociologie, Onderwijskunde, Pedagogische wetenschappen en Psychologie (hierna te noemen: de opleiding dan wel de opleidingen) van de Universiteit Utrecht en op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven 1. De opleidingen worden verzorgd door de Graduate School of Social and Behavioural Sciences van de faculteit sociale wetenschappen. art. 1.2 begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. contract onderwijsvoorzieningen: het door de opleiding en de gehandicapte student afgesloten contract waarin is vastgelegd op welke noodzakelijke en redelijke voorzieningen de student recht heeft; b. examen: het afsluitend masterexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele masteropleiding is voldaan; c. faculteit, de: de faculteit sociale wetenschappen; d. Final Grade Point Average: het gemiddelde cijfer van de resultaten die zijn behaald binnen het examenprogramma van de opleiding, gewogen naar studiepunten en uitgedrukt op een schaal van 1 tot en met 4 met twee decimalen; e. gedragscode taal: de op grond van art. 7.2 sub c van de wet door het college van bestuur vastgestelde gedragsregels ten aanzien van het verzorgen van het onderwijs en de examens in een andere taal dan het Nederlands; f. Graduate School of Social and Behavioural Sciences (GSSBS): de School waarbinnen de masteropleidingen van de faculteit sociale wetenschappen worden verzorgd; g. Internationaal Diploma Supplement (IDS): de bijlage bij het mastergetuigschrift waarin een toelichting is opgenomen m.b.t. de aard en de inhoud van de opleiding (mede in internationale context); h. mastercoördinator: de in art. 13 van het Faculteitsreglement bedoelde coördinator van het masterprogramma; i. onderdeel: een onderwijseenheid (cursus) van de opleiding, opgenomen in de Universitaire Onderwijscatalogus; j. opleiding: de masteropleiding genoemd in art. 1.1 van deze regeling. Eén opleiding kan meerdere masterprogramma s bevatten; k. programma: een samenhangend geheel van onderwijseenheden binnen een opleiding, zoals beschreven in bijlage 2 van deze regeling; l. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; m. studiepunt (afgekort: stp): eenheid, soms beschreven als EC, die gelijk staat aan 28 uur studeren; n. toets: tentamen als bedoeld in art van de wet; o. Universitaire Onderwijscatalogus: het onder verantwoordelijkheid van het college van bestuur gehouden register van de binnen de universiteit verzorgde cursussen; p. wet, de: de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. 1 De OER wordt jaarlijks vastgesteld en is van toepassing op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven. Bij een verandering van de regels gelden de nieuwe regels voor iedereen, tenzij er een overgangsregeling van toepassing is op een bepaalde groep studenten. Voor de overgangsregelingen zie bijlage 3. 5

6 PARAGRAAF 2 TOELATING art. 2.1 toelatingseisen opleiding ALGEMENE SOCIALE WETENSCHAPPEN: 1. Toelaatbaar tot de opleiding algemene sociale wetenschappen is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitaire bachelor van één van de sociaal-wetenschappelijke opleidingen: kennis op het gebied van en inzicht in discipline overstijgende sociaal-wetenschappelijke theorieën, hetzij de mogelijkheden en moeilijkheden van het combineren van sociaalwetenschappelijke disciplinaire benaderingen; kennis op het gebied van en inzicht in verschillende wetenschapstheoretische benaderingen; kennis op het gebied van en inzicht in een sociaal vraagstuk op het terrein van arbeid, zorg en welzijn, multiculturalisme of jeugd. 2. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding algemene sociale wetenschappen van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding CULTURELE ANTROPOLOGIE: 1. Toelaatbaar tot de opleiding culturele antropologie is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden op universitair bachelor niveau: kennis van en inzicht in de theorievorming op het gebied van multiculturalisme en/of cultureel pluralisme in vergelijkend perspectief op het niveau van de majors culturele antropologie, algemene sociale wetenschappen, sociologie, politicologie en het University College Utrecht; verdiepende kennis en inzicht op het thema multiculturalisme en/of cultureel pluralisme in vergelijkend perspectief, die de student in staat stelt maatschappelijke problemen te analyseren aan de hand van de theoretische kennis; vaardigheid m.b.t. het verrichten van sociaal wetenschappelijk c.q. antropologisch onderzoek op het niveau van de major culturele antropologie, en de opleidingen algemene sociale wetenschappen, sociologie, politicologie en het University College Utrecht. Bijvoorbeeld blijkend uit een thesis over een onderzoek waarbij de gehele empirische cyclus is doorlopen. 2. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding culturele antropologie van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 3. De bezitter van een Nederlands universitair bachelordiploma sociologie, psychologie, pedagogische wetenschappen of politicologie, de bezitter van het bachelordiploma algemene sociale wetenschappen of culturele antropologie van een andere Nederlandse universiteit dan de Universiteit Utrecht, alsmede de bezitter van het einddiploma van de bacheloropleiding van een van de Nederlandse University Colleges met een major in Social Sciences, wordt toegelaten tot het programma indien in de opleiding aantoonbaar aandacht is besteed aan vraagstukken die verband houden met de thematiek van multiculturalisme voor een omvang van tenminste 15 stp SOCIOLOGIE: 1. Toelaatbaar tot de opleiding sociologie is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden op universitair bachelorniveau: kennis van en inzicht in theorievorming op het gebied van één van de sociaalwetenschappelijke opleidingen; kennis van, inzicht in en vaardigheden met betrekking tot de analyse van maatschappelijke problemen en beleid op het niveau van een universitaire bachelor in één van de sociaal-wetenschappelijke opleidingen van tenminste 15 stp; 6

7 competenties met betrekking tot het opzetten en uitvoeren van sociaalwetenschappelijk onderzoek, het analyseren van onderzoeksgegevens en het rapporteren over onderzoek. 2. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding sociologie van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 3. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding sociologie van een andere Nederlandse universiteit dan de Universiteit Utrecht en de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding algemene sociale wetenschappen van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding ONDERWIJSKUNDE: 1. Toelaatbaar tot de opleiding onderwijskunde is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van een universitaire bachelor- of masteropleiding, die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden: wetenschappelijk opzetten, uitvoeren, statistisch analyseren van en rapporteren over onderzoek; ontwikkelen van onderwijs en (bedrijfs)opleiding gebaseerd op leertheoretische principes en ontwerpmodellen; leiding geven aan innovaties en veranderingstrajecten in organisaties; ontwikkelen van theoretisch gefundeerde assessments; academische kennis van onderwijspsychologie. 2. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding onderwijskunde van de Universiteit Utrecht, die vóór 1 september 2007 of vanaf 1 september 2013 is gestart met de bacheloropleiding onderwijskunde en de bezitter van het bachelordiploma onderwijskunde van de Universiteit Utrecht waarbinnen het studiepad onderwijskundig ontwerp en advisering 2 dan wel de variant Academische lerarenopleiding primair onderwijs gevolgd is, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 3. De bezitter van het bachelordiploma onderwijskunde van een andere Nederlandse universiteit dan de Universiteit Utrecht, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN: 1. Toelaatbaar tot de opleiding pedagogische wetenschappen is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van een universitaire bachelor- of masteropleiding, die aantoont te beschikken over de volgende competenties (kennis, inzicht, attitude en vaardigheden) op universitair bachelorniveau: onderzoeksmatige competenties: opzetten, uitvoeren, statistisch analyseren van en rapporteren over onderzoek; kennis van methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek in de sociale wetenschappen op bachelorniveau; kennis van en inzicht op het gebied van opvoedings- en ontwikkelingstheorieën, de handelingsvelden van de pedagogiek, ontwikkelings-, leer-, en gedragsproblemen van kinderen en jeugdigen, en modellen en methoden van diagnostiek en behandeling van deze problemen op universitair bachelorniveau; competenties op het gebied van het zoeken, selecteren en verwerken van literatuur, kritische reflectie op kennisbestanden, en mondelinge en schriftelijke weergave van deze reflectie; sociaal-communicatieve competenties die nodig zijn om de opleiding met succes te kunnen voltooien. Dit betreft vooral de communicatieve competenties die vereist zijn om goed te kunnen functioneren op een stageplaats in de masteropleiding. 2. a. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding pedagogische wetenschappen van de Universiteit Utrecht, waarbinnen het studiepad orthopedagogiek gevolgd is, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot het programma orthopedagogiek van de opleiding. 2 Het studiepad onderwijskundig ontwerp en adviseren bevat de volgende onderdelen: methoden in onderwijskundig onderzoek, de onderwijskundig ontwerper (voorheen: onderwijskunde in de praktijk 2) en de bachelorthesis. 7

8 b. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding pedagogische wetenschappen van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot het programma jeugdstudies en het programma maatschappelijke opvoedingsvraagstukken van de opleiding. 3. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding pedagogische wetenschappen van een andere Nederlandse universiteit dan de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot het programma maatschappelijke opvoedingsvraagstukken van de opleiding PSYCHOLOGIE: 1. Toelaatbaar tot tenminste één programma binnen de opleiding psychologie is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden op universitair bachelorniveau: basiskennis van de belangrijkste deelgebieden van de psychologie, zoals de functieleer, de ontwikkelingspsychologie, de klinische- en gezondheidspsychologie en de sociale- en organisatiepsychologie; verdiepende kennis en inzicht op het gebied van een programma binnen de masteropleiding psychologie, die de student in staat stelt complexe psychologische theorieën te begrijpen en toe te passen op de typerende problematiek in het betreffende deelgebied van de psychologie; voldoende kennis van en inzicht in methodologie en statistiek om in de psychologie de literatuur op haar merites te kunnen beoordelen; voldoende oefening in het verrichten van wetenschappelijk onderzoek om onder supervisie kwantitatief onderzoek uit te kunnen voeren op het gebied van het betreffende programma van de masteropleiding psychologie, bij voorkeur blijkend uit een thesis over een onderzoek waarbij de gehele empirische cyclus is doorlopen; voldoende kennis, inzicht en vaardigheden om op het gebied van het betreffende programma van de masteropleiding een praktijk- of onderzoeksstage te kunnen volgen. 2. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, inzicht en vaardigheden genoemd in bovenstaand lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot het bij het studiepad aansluitende programma binnen de opleiding 3. art. 2.2 Taaleis bij buitenlands diploma De bezitter van een buitenlands diploma kan zich pas inschrijven: a. nadat voldaan is aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma 2 dan wel het certificaat Nederlands als Vreemde Taal, Profiel Academische Taalvaardigheid (PAT) of Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (PTHO) en b. nadat is aangetoond dat voldaan is aan de eis van voldoende beheersing van de Engelse taal. Deficiënties in de vooropleiding in Engels worden voor aanvang van de opleiding vervuld door het afleggen van één van de volgende toetsen: - IELTS (International English Language Testing System), academic module. De minimum vereiste IELTS score (overall band) moet zijn: 6,5 met tenminste 6,0 voor het onderdeel writing ; - TOEFL (Test Of English as a Foreign Language). De minimum vereiste score is 93 (internetbases test); - Cambridge EFL (English as a Foreign Language) Examinations, met een van de volgende certificaten: Cambridge Certificate in Advanced English; minimum score: B; Cambridge Certificate of Proficiency in English, minimum score: C. 3 Wanneer een student er voor kiest het keuzedeel van de major psychologie in te vullen met een vrij studiepad, bestaat de mogelijkheid dat de student niet toegelaten wordt tot één van de masterprogramma s van de masteropleiding psychologie. 8

9 art. 2.3 toelating programma s ALGEMENE SOCIALE WETENSCHAPPEN: Voor de onderscheidene programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art bepaalde, de volgende toelatingsvoorwaarden. programma Arbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie: 1. Men is toelaatbaar tot het programma Arbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: kennis op het gebied van en inzicht in discipline overstijgende sociaal-wetenschappelijke theorieën; kennis op het gebied van en inzicht in een sociaal vraagstuk op het terrein van arbeid, zorg en welzijn; kennis over methoden en technieken van sociaal-wetenschappelijk onderzoek op bachelorniveau; kennis van en inzicht in sociale beleids- en interventietheorieën; academische en analytische competenties: het kunnen opzetten en uitvoeren van en mondeling en schriftelijk rapporteren over een analyse. 2. Voor de bezitter van het bachelordiploma algemene sociale wetenschappen van de Universiteit Utrecht zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden; 3. Voor de bezitter van het bachelordiploma algemene sociale wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam en voor de bezitter van het bachelordiploma sociologie van een Nederlandse universiteit zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden; 4. De bezitter van het bachelordiploma culturele antropologie, pedagogische wetenschappen, psychologie, politicologie of bestuurskunde van een Nederlandse universiteit of van het bachelordiploma Sociale Sciences dan wel Liberal Arts and Sciences van een University College, wordt toegelaten tot het programma, indien binnen de bacheloropleiding aantoonbaar voor tenminste aandacht is besteed aan beleidscursussen ( analyse van beleidsprocessen ) en voor tenminste aan methoden, technieken en statistiek vergelijkbaar met het niveau van de cursus M&T-3: Data-analyse van de bacheloropleiding algemene sociale wetenschappen van de Universiteit Utrecht; programma Jeugdstudies: 1. Men is toelaatbaar tot het programma Jeugdstudies indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Basiskennis over verschillende theorieën op het gebied van jeugd en belangrijke maatschappelijke vraagstukken over jeugd; In staat zijn om sociaal wetenschappelijk onderzoek op bachelorniveau op te zetten, uit te voeren en hierover schriftelijk te rapporteren; Kennis over methoden en technieken van sociaal wetenschappelijk onderzoek op bachelorniveau; Communicatieve vaardigheden en overige sociale competenties die vereist zijn om goed te kunnen functioneren op een stageplaats in het werkveld. 2. Voor de bezitter van het bachelordiploma algemene sociale wetenschappen van de Universiteit Utrecht zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden; 3. Voor de bezitter van het bachelordiploma psychologie, pedagogische wetenschappen en sociologie van de Universiteit Utrecht zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden; 4. De bezitter van een universitair bachelordiploma psychologie, pedagogische wetenschappen en sociologie van een andere Nederlandse universiteit dan de Universiteit Utrecht wordt toegelaten tot het programma indien in de opleiding aantoonbaar aandacht is besteed aan methoden en technieken voor een omvang van tenminste 22,5 stp, waarvan het merendeel bestaat uit kwantitatieve methoden. Aanvullend geldt voor de bezitter van een universitair bachelordiploma sociologie dat hij aantoonbaar voor 15 stp aandacht heeft besteed aan de thematiek van jeugdstudies; 5. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding van het University College: Social Sciences van de Universiteit Utrecht, wordt toegelaten tot het programma, indien binnen de bacheloropleiding aantoonbaar voor tenminste 15 stp aandacht is besteed aan vraagstukken die verband houden met de thematiek van jeugdstudies. 9

10 programma Multiculturalisme in vergelijkend perspectief: 1. Men is toelaatbaar tot het programma Multiculturalisme in vergelijkend perspectief indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: kennis op het gebied van en inzicht in discipline overstijgende sociaal-wetenschappelijke theorieën, hetzij de mogelijkheden en moeilijkheden van het combineren van sociaalwetenschappelijke disciplinaire benaderingen; kennis op het gebied van en inzicht in verschillende wetenschapstheoretische benaderingen; kennis op het gebied van en inzicht in een sociaal vraagstuk op het terrein van multiculturalisme, migratie, integratie of verhoudingen tussen etnische groepen. In staat zijn om sociaal wetenschappelijk onderzoek op bachelorniveau op te zetten, uit te voeren en hierover schriftelijk te rapporteren; Kennis over methoden en technieken van sociaal wetenschappelijk onderzoek op bachelorniveau; 2. Voor de bezitter van het bachelordiploma algemene sociale wetenschappen van de Universiteit Utrecht zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden; 3. De bezitter van een Nederlands universitair bachelordiploma culturele antropologie, sociologie, psychologie, pedagogische wetenschappen, onderwijskunde of politicologie, de bezitter van het bachelordiploma algemene sociale wetenschappen van een andere Nederlandse universiteit dan de Universiteit Utrecht, alsmede de bezitter van het einddiploma van de bacheloropleiding van een van de Nederlandse University Colleges met een major in Social Sciences, wordt toegelaten tot het programma indien in de opleiding aantoonbaar kennis is opgedaan van vraagstukken die verband houden met de thematiek van multiculturalisme en/of cultureel pluralisme voor een omvang van tenminste 15 stp en aantoonbaar kennis en ervaring is opgedaan op het gebied van methoden, technieken en statistiek, inclusief multivariate analyse PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN: Voor de onderscheidene programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art bepaalde, de volgende toelatingsvoorwaarden. programma Jeugdstudies 1. Men is toelaatbaar tot het programma Jeugdstudies indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: kennis en inzichten op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van de pedagogiek. 2. Voor de bezitter van het bachelordiploma pedagogische wetenschappen van de Universiteit Utrecht zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden; programma Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken 1. Men is toelaatbaar tot het programma Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: kennis en inzichten op het gebied van opvoedings- en ontwikkelingstheorieën, belangrijke maatschappelijk-pedagogische vraagstukken in de samenleving en de handelingsvelden van de pedagogiek; kennis over methoden en strategieën van praktijkontwikkeling ( Praktijkinnovatie, Research and development of Onderzoek en ontwikkeling O&O ) en van beleidsprocessen op inleidend bachelorniveau; academische en analytische competenties: het kunnen opzetten en uitvoeren van en mondeling en schriftelijk rapporteren over een analyse van een maatschappelijkpedagogisch vraagstuk (kernvragen, achtergronden, overwegingen en oplossingsrichtingen) op bachelorniveau; communicatieve en overige sociale competenties die vereist zijn om goed te kunnen functioneren op een stageplaats in het werkveld. 2. Voor de bezitter van het bachelordiploma pedagogische wetenschappen van de Universiteit Utrecht zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden; 3. Voor de bezitter van het bachelordiploma pedagogische wetenschappen van een andere Nederlandse universiteit dan de Universiteit Utrecht of van een Vlaamse universiteit zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden; 4. De bezitter van het bachelordiploma psychologie, culturele antropologie, algemene sociale wetenschappen, sociologie en onderwijskunde van een Nederlandse universiteit of van een Vlaamse universiteit wordt toegelaten tot het programma, indien binnen de bacheloropleiding 10

11 aantoonbaar voor tenminste aandacht is besteed aan methoden, technieken en statistiek op het niveau van de cursus MTS-3 van de bacheloropleiding pedagogische wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Tevens moet voor tenminste 15 stp aandacht zijn besteed aan vraagstukken die verband houden met de thematiek van opvoeding en ontwikkeling. programma Orthopedagogiek: 1. Men is toelaatbaar tot het programma Orthopedagogiek indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: kennis over methoden en strategieën van onderzoek bij (a)typische populaties; kennis en inzicht op het gebied van orthopedagogische en daaraan gerelateerde theorieën; academische en analytische competenties: het kunnen opzetten en uitvoeren van en mondeling en schriftelijk rapporteren over een analyse van een orthopedagogisch vraagstuk (kernvragen, achtergronden, overwegingen en oplossingsrichtingen) op bachelorniveau; een sociale attitude en communicatieve vaardigheden die nodig zijn om de beroepsopleiding met succes te kunnen voltooien. Dit betreft vooral de communicatieve competenties die vereist zijn om goed te kunnen functioneren binnen een professioneel team en m.b.t. cliëntsystemen in een bepaald werkveld. 2. Voor de bezitter van het bachelordiploma pedagogische wetenschappen van de Universiteit Utrecht zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden, indien het studiepad orthopedagogiek 4 is gevolgd; 3. Voor de bezitter van het bachelordiploma pedagogische wetenschappen van een andere Nederlandse universiteit dan de Universiteit Utrecht of van een Vlaamse universiteit zijn de aanvullende toelatingsvoorwaarden afhankelijk van de gevolgde specialisatie PSYCHOLOGIE: Voor de onderscheidene programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art bepaalde, de volgende toelatingsvoorwaarden: programma Arbeids- en organisatiepsychologie: 1. Men is toelaatbaar tot programma Arbeids- en organisatiepsychologie indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Kennis en inzicht op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van de arbeids- en organisatiepsychologie; Kennis en inzicht op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van de personeelspsychologie; Gespreks- en communicatievaardigheden. 2. Voor de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van de Universiteit Utrecht, waarbinnen het studiepad Arbeids- en organisatiepsychologie is afgerond, zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. programma Jeugdstudies: 1. Men is toelaatbaar tot programma Jeugdstudies indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Kennis en inzicht op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van de adolescentiepsychologie. 2. Voor de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van de Universiteit Utrecht zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. programma Kinder- en jeugdpsychologie: 1. Men is toelaatbaar tot programma Kinder- en jeugdpsychologie indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: 4 Het studiepad orthopedagogiek bevat de volgende onderdelen: Introduction to Psychology of inleiding in de psychologie (voorheen: determinanten van gedrag), opvoeding & maatschappij, cognitieve & lichamelijke beperkingen (orthopedagogiek 2), Methoden, technieken & statistiek 3, klinische (onderzoeks)vaardigheden 1, klinische (onderzoeks)vaardigheden 2 en de bachelorthesis. 5 Als regel geldt dat het totale studiepakket (bachelor en master) in ieder geval alle studieonderdelen moet omvatten zoals in convenanten met NVO en GZ-opleiding zijn vastgesteld en waarmee aan de opleidingseisen voor basisorthopedagoog (NVO) en toelating tot de opleiding tot Gezondheidszorg-psycholoog is voldaan (waarbij geldt dat de onderdelen stage, thesis, jeugdrecht en orthopedagogiek in de master worden behaald). 11

12 Kennis en inzicht op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling; Kennis en inzicht op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van de ontwikkelingspsychopathologie; Kennis en vaardigheden op het niveau van de universitaire bacheloropleiding psychologie op het gebied van de Diagnostiek bij kinderen en jeugdigen. 2. Voor de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van de Universiteit Utrecht, waarbinnen het studiepad Kinder- en jeugdpsychologie is afgerond, zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. programma Klinische en gezondheidspsychologie: 1. Men is toelaatbaar tot programma Klinische en gezondheidspsychologie indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Kennis en inzicht op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van psychopathologie; Vaardigheden op het niveau van de universitaire bacheloropleiding psychologie op het gebied van de Psychodiagnostiek bij volwassenen; Blijk geven van een professionele houding die in overeenstemming is met wat gangbaar is in het beroepsveld, bij voorkeur blijkend uit gespreks- en communicatievaardigheden op universitair niveau. 2. Voor de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van de Universiteit Utrecht, waarbinnen het studiepad Klinische en gezondheidspsychologie, Klinische psychologie, of Gezondheidspsychologie is afgerond, zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. programma Neuropsychologie: 1. Men is toelaatbaar tot programma Neuropsychologie indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Kennis en inzicht op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van de klinische neuropsychologie; Vaardigheden op het niveau van de universitaire bacheloropleiding psychologie op het gebied van de Neuropsychologische diagnostiek; Gespreks- en communicatievaardigheden. 2. Voor de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van de Universiteit Utrecht, waarbinnen het studiepad Neuropsychologie is afgerond, zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. programma Sociale psychologie: 1. Men is toelaatbaar tot programma Sociale psychologie indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Kennis en inzicht op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van de sociale cognities en attituden; Kennis en inzicht op het eindniveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van interpersoonlijke processen en groepsprocessen. 2. Voor de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van de Universiteit Utrecht, waarbinnen het studiepad Sociale psychologie is afgerond, zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. 3. Voor de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van een andere universiteit dan de Universiteit Utrecht, waarbinnen een studiepad, richting of tracé Sociale psychologie is afgerond, zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. programma Toegepaste cognitieve psychologie: 1. Men is toelaatbaar tot programma Toegepaste cognitieve psychologie indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Affiniteit met gebieden als cognitie, ergonomie en/of ontwerpen; Vaardigheden op het niveau van de universitaire bacheloropleiding op het gebied van het meten van menselijk gedrag. 2. Voor de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van de Universiteit Utrecht, waarbinnen het studiepad Cognitieve en neurobiologische psychologie is afgerond, zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. 3. Voor de bezitter van het diploma van de bacheloropleiding psychologie van een andere Nederlandse universiteit dan de Universiteit Utrecht met een cognitief en/of neurobiologisch accent, zijn er geen aanvullende toelatingsvoorwaarden 12

13 art. 2.4 speciale instroomtrajecten masterprogramma s Voor de bezitter van een universitair bachelordiploma: Op schriftelijke aanvraag van de bezitter van een bachelordiploma van een Nederlandse universiteit die niet aan de toelatingseisen genoemd in art. 2.1 en 2.3 voldoet, beslist de toelatingscommissie van de masteropleiding of met een op het masterprogramma toegesneden traject aan de toelatingseisen voldaan kan worden. Voor de bezitter van een HBO-einddiploma: 1. De in de bijlage onder 1 vermelde HBO-einddiploma s geven toegang tot het daar opgenomen pre-mastertraject van 30 studiepunten voor HBO-gediplomeerden, mits voorafgaand het bijbehorende selectietraject van 22,5 studiepunten is afgerond. 2. Een verzoek te worden toegelaten tot het pre-mastertraject voor HBO-gediplomeerden wordt voor 31 december ingediend bij de toelatingscommissie. Afbouw pre-mastertraject van het collegejaar en eerder: 1. Studenten die in het collegejaar of eerder begonnen zijn met het pre-mastertraject van 60 stp, krijgen tot en met het collegejaar de gelegenheid om dat premastertraject af te ronden. Studenten die op 1 september 2014 het pre-mastertraject oude stijl niet hebben afgerond, stappen over naar het nieuwe programma, dat bestaat uit een selectietraject van 22,5 stp en een pre-mastertraject van 30 stp. 2. In afwijking van het in het vorige lid bepaalde krijgen studenten die in het collegejaar of eerder begonnen zijn met het deeltijd pre-mastertraject Onderwijskunde van 60 stp tot en met het collegejaar de gelegenheid om dat pre-mastertraject af te ronden. Studenten die op 1 september 2016 het pre-mastertraject deeltijd Onderwijskunde oude stijl niet hebben afgerond, stappen over naar het nieuwe programma, dat bestaat uit een selectietraject van 22,5 stp en een pre-mastertraject van 30 stp. art. 2.5 toelatingsprocedure 1. De toelating tot de opleiding en de onderscheiden programma s is opgedragen aan de toelatingscommissie van de opleiding. 2. Met het oog op de toelating tot de opleiding stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. 3. Met het oog op de toelating tot een programma van de opleiding onderzoekt de toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de in art. 2.3 gestelde voorwaarden. De commissie betrekt voorts bij haar onderzoek de motivatie en ambitie van de kandidaat m.b.t. het desbetreffende programma, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs wordt verzorgd. 4. Het toelatingsonderzoek vindt tweemaal per jaar plaats. In afwijking hiervan vindt het toelatingsonderzoek voor de programma s Algemene sociale wetenschappen: Arbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie, Algemene sociale wetenschappen: Multiculturalisme in vergelijkend perspectief, Culturele antropologie: Multiculturalisme in vergelijkend perspectief en Sociologie: Vraagstukken van beleid en organisatie één keer per jaar plaats. 5. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding en een bepaald programma wordt voor 1 april (voor alle programma s) respectievelijk 15 oktober (uitsluitend voor de programma s die twee maal per jaar starten) ingediend bij de toelatingscommissie 6. De deadline van 1 april zal, indien er voldoende capaciteit binnen het masterprogramma is, verlengd worden naar 1 juni. Dit ter beoordeling aan de mastercoördinator. 6. De toelatingscommissie beslist voor 15 mei respectievelijk 1 december op het verzoek. Indien de deadline van 1 april verlengd wordt naar 1 juni, dan besluit de toelatingscommissie voor 15 juli. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 en 2.3 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. 7. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijsstuk van de toelatings- c.q. afwijzingsbeslissing tot de opleiding en een bepaald programma. Hierin wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. 6 Voor het aantal startmomenten van de programma s zie art

14 art. 2.6 hardheidsclausule toelating 1. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie de kandidaat die zich voorbereidt op het afsluitend examen van de in art lid 2 dan wel lid 2 dan wel lid 2 dan wel lid 2 dan wel lid 2 dan wel lid 2 genoemde bacheloropleiding op diens verzoek voor een half jaar toelaten tot de aansluitende masteropleiding, indien: - hij de verplichte onderdelen van de major heeft behaald en hij overigens van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 15 studiepunten moet behalen, èn - de gerechtvaardigde verwachting bestaat dat hij de bacheloropleiding in zeer korte tijd, doch maximaal binnen een half jaar vanaf het moment dat student voorlopig is toegelaten tot de masteropleiding zal kunnen afronden, èn - hij ten gevolge van overmacht onvoldoende heeft kunnen doorstromen en er een onevenredige studievertraging zou optreden indien hij niet alvast aan de masteropleiding kan beginnen. 2. Na het behalen van het afsluitend examen van de bacheloropleiding wordt de toelating voor een half jaar omgezet in een definitieve toelating. 3. Indien de student niet binnen 6 maanden na aanvang van de masteropleiding het afsluitend examen van de bacheloropleiding heeft behaald, wordt hij uitgesloten van verdere deelname aan de masteropleiding totdat het bachelorexamen is behaald. 14

15 PARAGRAAF 3 INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING art. 3.1 doel van de opleiding De doelen van de opleidingen zijn beschreven in deel 2 van deze regeling. art. 3.2 vorm van de opleiding De opleidingen Algemene sociale wetenschappen, Culturele antropologie, Sociologie, Pedagogische wetenschappen en Psychologie worden voltijds verzorgd. De opleiding Onderwijskunde wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd. art. 3.3 taal waarin de opleiding wordt verzorgd 1. De opleidingen worden in het Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleidingen in het Engels worden verzorgd. Daarbij is de gedragscode Taal van de Universiteit Utrecht van toepassing. art. 3.4 studielast De opleidingen hebben een studielast van 60 studiepunten. art. 3.5 programma s en startmomenten ALGEMENE SOCIALE WETENSCHAPPEN: De opleiding Algemene sociale wetenschappen kent de volgende programma s: a. Arbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie; b. Jeugdstudies; c. Multiculturalisme in vergelijkend perspectief. De programma s Arbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie en Multiculturalisme in vergelijkend perspectief starten één maal per jaar per 1 september. Het programma Jeugdstudies start twee keer per jaar: per 1 september en per 1 februari CULTURELE ANTROPOLOGIE: De opleiding Culturele antropologie kent één programma: Multiculturalisme in vergelijkend perspectief. Het programma start één maal per jaar per 1 september SOCIOLOGIE: De opleiding Sociologie kent één programma: Vraagstukken van beleid en organisatie, dat voorbereidt op beroepsuitoefening als beleidsonderzoeker/beleidsadviseur. Het programma start één maal per jaar per 1 september ONDERWIJSKUNDE: De opleiding Onderwijskunde kent één programma: Onderwijskundig Ontwerp en Advisering dat voorbereidt op de wetenschappelijke beroepsuitoefening als onderwijskundige op het gebied van ontwerp van leermiddelen, onderwijskundig advisering en professionalisering en ontwikkelen en bepalen van competenties. Het programma start twee keer per jaar: per 1 september en per 1 februari. 15

16 3.5.5 PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN: De opleiding Pedagogische wetenschappen kent de volgende programma s: a. het programma Jeugdstudies. b. het programma Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken dat voorbereidt op de wetenschappelijke beroepsuitoefening als adviseur, onderzoeker of beleidsmedewerker op het gebied van pedagogisch kwaliteitsbeleid van maatschappelijke voorzieningen en de aanpak van maatschappelijke opvoedingsvraagstukken in de samenleving. c. het programma Orthopedagogiek dat voorbereidt op de wetenschappelijke beroepsuitoefening als orthopedagoog in de werkvelden jeugdzorg, forensische ontwikkelingspsychologie en orthopedagogiek, leerlingenzorg, of gehandicaptenzorg en kinderrevalidatie, zowel op het gebied van hulpverlening als praktijkontwikkeling en beleid. De programma s starten twee keer per jaar: per 1 september en per 1 februari PSYCHOLOGIE: De opleiding kent de volgende programma s: a. Arbeids- en organisatiepsychologie; b. Jeugdstudies; c. Kinder- en jeugdpsychologie 7 ; d. Klinische en gezondheidspsychologie; e. Neuropsychologie; f. Sociale psychologie; g. Toegepaste cognitieve psychologie. De programma s starten twee keer per jaar: per 1 september en per 1 februari 8. art. 3.6 samenstelling programma s 1. De onderscheiden programma s omvatten de in bijlage 2 vermelde onderdelen met de daarbij vermelde studielast; 2. In de Universitaire Onderwijscatalogus/cursushandleiding worden de inhoud en de onderwijsvorm van de onderdelen van de onderscheiden programma s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. 7 Met een variant Forensische ontwikkelingspsychologie en orthopedagogiek 8 De programma s van de masteropleiding psychologie hebben twee startmomenten. Voor de start in februari geldt dat studenten halverwege het masterprogramma instromen. Het komt er dan meestal op neer dat eerst begonnen wordt met individuele onderdelen en dat het cursorisch onderwijs in het eerste semester van het volgende collegejaar wordt gevolgd. 16

17 PARAGRAAF 4 ONDERWIJS art. 4.1 cursus Alle cursussen die deel uit kunnen maken van de opleiding zijn opgenomen in de Universitaire Onderwijscatalogus. art. 4.2 voorkennis cursussen In de Universitaire Onderwijscatalogus/cursushandleiding wordt bij elke cursus aangegeven welke voorkennis gewenst is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen. art. 4.3 ingangseisen cursussen Aan de volgende onderdelen kan pas worden deelgenomen nadat voor de daarbij vermelde cursussen een voldoende is behaald. Op gemotiveerde verzoeken om ontheffing van de ingangseisen beslist de mastercoördinator ALGEMENE SOCIALE WETENSCHAPPEN: programma Arbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie Nieuwe Sociale Risico s in Europa en Evaluatie van Sociaal Beleid na behalen van één van de volgende onderdelen: Van Bescherming naar Sociale Investering of Onderzoeksstrategieën voor Sociaal Beleid; Master Thesis Design na behalen van: Van Bescherming naar Sociale Investering of Onderzoeksstrategieën voor Sociaal Beleid, en Nieuwe Sociale Risico s in Europa of Evaluatie van Sociaal Beleid; Master Thesis Arbeid, Zorg en Welzijn na behalen van de volgende onderdelen: Van Bescherming naar Sociale Investering of Onderzoeksstrategieën voor Sociaal Beleid, en Nieuwe Sociale Risico s in Europa of Evaluatie van Sociaal Beleid, en Master Thesis Design. programma Multiculturalisme in vergelijkend perspectief Masterproject Multiculturalisme in vergelijkend perspectief: na behalen van: Modernisering en mondialisering in historisch perspectief en Politics of multiculturalism: citizenship, state and pluralism in comparative perspective en Etnisch-culturele diversiteit in westerse samenlevingen en Methodologie en onderzoeksopzet CULTURELE ANTROPOLOGIE: programma Multiculturalisme in vergelijkend perspectief Masterthesis: onderzoek CA en Masterthesis: rapportage CA: na behalen van: Modernisering en mondialisering in historisch perspectief en Politics of multiculturalism: citizenship, state and pluralism in comparative perspective en Multiculturalisme en de nieuwe wereldorde en Masterthesis: methodologie en onderzoeksopzet CA. 17

18 4.3.3 SOCIOLOGIE: programma Vraagstukken van beleid en organisatie Masterthesis en Masterstage & arbeidsmarktoriëntatie: na het behalen van één van de twee volgende cursussen: Beleid: van probleem naar onderzoek Organisaties: theorie en onderzoek én twee van de vier hieronder genoemde cursussen: Beleid en organisaties in de zorg Sociale ongelijkheid en beleid: bedoelde en onbedoelde gevolgen Integratie van etnische minderheden: tussen onderzoek en beleid Buurten: problemen en hun aanpak ONDERWIJSKUNDE: programma Onderwijskundig ontwerp en advisering Masterstage: na behalen van: kerncursus Learning in organizations of kerncursus Instructional design and evaluation Masterthesis: na behalen van: kerncursus Learning in organizations of kerncursus Instructional design and evaluation Verdiepingsthema s Assessment: ontwikkelen, valideren en gebruiken, en Pedagogischdidactische vormgeving van beroepsonderwijs, en Assessment van competenties van docenten, en Implementatie en evaluatie van leerarrangementen, en Management en HRD in het regulier onderwijs, en Leren door discussie en argumentatie, en Ontwerpbenaderingen en tools, en Ontwikkelen en implementeren van competentiegericht onderwijzen en opleiden, en HRD en lerende organisaties: na behalen van: kerncursus Learning in organizations of kerncursus Instructional design and evaluation. art. 4.4 inschrijving voor cursussen Aan een cursus kan pas worden deelgenomen nadat de student zich tijdig daarvoor heeft inschreven 9. art. 4.5 aanwezigheids- en inspanningsverplichting 1. Voor elke student is actieve deelname aan de cursus waarvoor hij staat ingeschreven verplicht. 2. Naast de algemene eis dat de student actief participeert in het onderwijs, worden de aanvullende eisen per onderdeel in de Universitaire Onderwijscatalogus/cursushandleiding omschreven. 3. Bij een kwalitatief of kwantitatief onvoldoende deelname kan de cursuscoördinator de student uitsluiten van verdere deelname aan de cursus of een gedeelte daarvan. art. 4.6 deelname aan cursussen Een onderdeel waarvoor een voldoende is behaald, mag niet opnieuw gevolgd worden. 9 Alleen van toepassing indien de student niet automatisch voor de cursus wordt ingeschreven. 18

19 art plaatsvinden cursussen Alle in de Universitaire Onderwijscatalogus vermelde cursussen dienen doorgang te vinden. Bij een inschrijving van minder dan tien studenten kan de cursuscoördinator in overleg met de mastercoördinator en de studenten het onderwijs in een andere werk- en beoordelingsvorm aanbieden, dan wel een vervangende cursus aanbieden. 19

20 PARAGRAAF 5 TOETSING art. 5.1 algemeen 1. Tijdens de cursus wordt de student op academische vorming getoetst en wordt getoetst of de student in voldoende mate de gestelde leerdoelen bereikt. De toetsing van de student is afgerond bij het einde van de cursus. 2. In de Universitaire Onderwijscatalogus/cursushandleiding staat beschreven aan welke prestaties de student moet voldoen om de cursus met succes af te ronden en wat de criteria zijn waarop de student beoordeeld wordt. 3. In het Reglement examencommissie staat de gang van zaken bij toetsing beschreven. 4. Toetsing vindt niet plaats in de maand augustus. art. 5.2 examencommissie 1. De decaan stelt voor elke opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in en draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd. 2. De decaan benoemt de voorzitter en de leden van de examencommissie voor een termijn van drie jaar op basis van hun deskundigheid op het terrein van de betreffende opleiding(en) of het terrein van toetsing. Herbenoeming is mogelijk. Alvorens tot benoeming over te gaan, hoort de decaan de leden van de desbetreffende examencommissie. 3. Als lid of voorzitter van de examencommissie kan niet benoemd worden diegene die een managementfunctie met financiële verantwoordelijkheid bekleedt of (deel)verantwoordelijkheid voor een onderwijsprogramma heeft. Hieronder worden in ieder geval verstaan: de decaan, vice-decaan, directeur/hoofd/manager van een departement, lid van een departementaal management/bestuursteam, directeur/hoofd/manager van een afdeling, lid van een afdelingsmanagement/bestuursteam, lid/voorzitter van de board of studies van de Graduate School of Undergraduate School en de onderwijsdirecteur. 4. Het lidmaatschap van de examencommissie eindigt bij het verstrijken van de benoemingstermijn. Voorts wordt aan de voorzitter en de leden door de decaan op eigen verzoek ontslag verleend. De voorzitter en de leden worden door de decaan ontslagen, indien zij niet meer voldoen aan de vereisten genoemd in lid 2 of lid 3 van dit artikel. Voorts kan de decaan de voorzitter en de leden ontslaan indien is gebleken dat zij de wettelijke taken onvoldoende uitvoeren. 5. De decaan maakt de samenstelling van de examencommissie(s) aan de studenten en docenten bekend. art. 5.3 toetsing stage of onderzoekopdracht 1. De toetsing van een stage wordt verricht door de desbetreffende begeleider en één of meer andere interne en/of externe deskundigen. 2. De masterthesis/het masteronderzoek wordt door twee docenten beoordeeld. 20

21 art. 5.4 cijfers en alfanumerieke resultaten 1. Cijfers worden gegeven op een schaal van 1 tot en met 10. De eindbeoordeling van een cursus is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger, respectievelijk 5 of lager. onvoldoenden t/m 4,99 worden niet afgerond 5,00 t/m 5,49 = 5 voldoenden worden in hele of halve cijfers uitgedrukt. De afronding geschiedt als volgt. Onvoldoende: 0,00-4,99 wordt niet afgerond 5,00 5,49 = 5 Voldoende: 5,50 6,24 = 6 6,25-6,74 = 6½ 6,75-7,24 = 7 7,25-7,74 = 7½ 7,75-8,24 = 8 8,25-8,74 = 8½ 8,75-9,24 = 9 9,25-9,74 = 9½ 9,75-10 = 10 Als een volgende decimaal op 5 of hoger uitkomt, dan wordt naar boven afgerond; als een volgende decimaal op 4 of lager uitkomt, dan wordt naar beneden afgerond. 2. Alfanumerieke resultaten kunnen in de volgende gevallen worden toegekend: ONV (onvoldoende) of NVD (niet voldaan): de student heeft niet aan alle toetsonderdelen deelgenomen of voldaan; V (voldaan/voldoende): de student heeft voldaan aan een onderdeel, maar ontvangt hiervoor geen cijfer; VR (vrijstelling): de student heeft voor een onderdeel een vrijstelling ontvangen; FR (fraude): de examencommissie heeft bij een onderdeel fraude geconstateerd. art. 5.5 reparatie: aanvullende of vervangende toets Indien de student aan alle inspanningsverplichtingen tijdens de cursus heeft voldaan en hem niettemin geen voldoende is toegekend, maar wel het eindcijfer van ten minste een niet afgeronde 4,0, wordt hij eenmaal in de gelegenheid gesteld een aanvullende of een vervangende toets af te leggen. art. 5.6 toetsvorm 1. Toetsing binnen een cursus vindt plaats op de wijze als vermeld in de Universitaire Onderwijscatalogus/cursushandleiding Op verzoek kan de examencommissie toestaan dat een toets op een andere wijze dan krachtens het eerste lid is bepaald, wordt afgelegd. 10 Toetsing vindt plaats zoals vermeld in de Universitaire Onderwijscatalogus. De beschrijving in de cursushandleiding kan uitgebreider zijn, maar mag niet in strijd zijn met wat in de Universitaire Onderwijscatalogus vermeld staat. 21

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling 2010-2011 van de Nederlandstalige academische masteropleidingen Algemene sociale wetenschappen Arbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie Jeugdstudies Multiculturalisme

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van de Nederlandstalige academische masteropleidingen Algemene sociale wetenschappen Arbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie Jeugdstudies Multiculturalisme

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling Master Onderwijskunde & Pedagogiek

Onderwijs- en Examenregeling Master Onderwijskunde & Pedagogiek Onderwijs- en Examenregeling Master Onderwijskunde & Pedagogiek Inhoud 1. Algemeen 2. Inrichting van de opleiding 3. Toetsing 4. Toelating 5. Studiebegeleiding 6. Overgangs- en slotbepalingen artikel X

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66810] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66809] Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het

Nadere informatie

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60738] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60717] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappij 2019-2020 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003 Onderwijs- en examenregeling 2003 van de Masteropleiding Computer Science Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003 Inhoud: 1. Algemeen 2. Inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [66056] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding American Studies Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66804] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Cultureel erfgoed

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Cultureel erfgoed [60739] Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 masteropleiding Cultureel erfgoed 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN...3 art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling...3 art. 1.2 begripsbepalingen...3

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2013-2014

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2013-2014 Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2013-2014 van de Nederlandstalige academische Masteren binnen de Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht Algemene

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Keltische talen en cultuur

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Keltische talen en cultuur [66091] Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 masteropleiding Keltische talen en cultuur 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN...3 art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling...3 art. 1.2 begripsbepalingen...3

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2007-2008. masteropleiding. Islam in de moderne wereld

Onderwijs- en examenregeling 2007-2008. masteropleiding. Islam in de moderne wereld [60285] Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 masteropleiding Islam in de moderne wereld OER masteropleiding 2007-2008 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN...3 art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling...3

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Cultureel erfgoed

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Cultureel erfgoed [60739] Onderwijs- en examenregeling cohort 2008-2009 masteropleiding Cultureel erfgoed Onderwijs- en examenregeling 2008-2009 masteropleiding Cultureel erfgoed 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN...3

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60628] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Journalistiek Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2014-2015

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2014-2015 Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2014-2015 van de Nederlandstalige academische Masteren binnen de Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht Algemene

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding (Zie 2.3) 2.3 Toelating

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

[60715] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60715] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60715] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Kunstbeleid en -management Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Culturele antropologie i.h.b. de studie van multiculturalisme in vergelijkend perspectief

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Culturele antropologie i.h.b. de studie van multiculturalisme in vergelijkend perspectief Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 Masteropleiding Culturele antropologie i.h.b. de studie van multiculturalisme in vergelijkend perspectief Inhoudsopgave PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN 3 art. 1.1

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Communicatiestudies

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Communicatiestudies 60308 Onderwijs- en examenregeling cohort 2008-2009 masteropleiding Communicatiestudies Onderwijs- en examenregeling 2008-2009 masteropleiding Communicatiestudies 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN...

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud: Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud: 1. Algemeen 2. Inrichting van de opleiding 3. Toetsing 4. Toelating 5. Studiebegeleiding 6. Overgangs- en slotbepalingen Paragraaf 1 Algemene bepalingen art.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60739] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Cultureel Erfgoed Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60712] Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma 1 Master-OER Sociologie 2018/2019 Artikel 1

Nadere informatie

de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit

de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen - Theology and Religious Studies Programma: Religies in hedendaagse samenlevingen Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60285] Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60717] Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Dramaturgie Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; Nieuwe media en digitale cultuur Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Alle studenten die

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2015-2016

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2015-2016 Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2015-2016 van de Masteropleidingen binnen de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht Algemene sociale wetenschappen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2015-2016

Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 van de Nederlandstalige masteropleidingen Algemene sociale wetenschappen Culturele antropologie Sociologie Onderwijskunde Pedagogische wetenschappen Psychologie binnen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Communicatiestudies

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Communicatiestudies [60308] Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 masteropleiding Communicatiestudies 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN...3 art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling...3 art. 1.2 begripsbepalingen...3

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling Academische Masteropleidingen Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde

Onderwijs- en Examen Regeling Academische Masteropleidingen Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde Onderwijs- en Examen Regeling Academische Masteropleidingen Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde 2005-2006 Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Opleidingsspecifieke deel OER, 2014-2015 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen - Theology and Religious Studies/ Programma s: (A) Theologie en geestelijke verzorging, (B) Religies in

Nadere informatie

kennis op bachelorniveau op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

kennis op bachelorniveau op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis; Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Geschiedenis / Cultuurgeschiedenis van modern Europa (also available as English EER), Geschiedenis van Politiek en (also available as English

Nadere informatie

Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING MIDDEN-OOSTEN STUDIES FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

[60715] Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60715] Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60715] Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Kunstbeleid en -management Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2008-2009. masteropleiding Taalwetenschap

Onderwijs- en examenregeling cohort 2008-2009. masteropleiding Taalwetenschap [66803] Onderwijs- en examenregeling cohort 2008-2009 masteropleiding Taalwetenschap Onderwijs- en examenregeling 2008-2009 masteropleiding Taalwetenschap 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 3

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2006-2007. Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en examenregeling 2006-2007. Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Medische Psychologie Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit van Tilburg 30 juni 2006 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 3 2. Masterprogramma 5 3.

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Voor de Onderwijs- en examenregeling van de Master Gezondheidszorgpsychologie wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Opleidingsspecifieke deel OER, 2014-2015 Opleiding / programma: Geschiedenis - History / Cultuurgeschiedenis, Politiek en Maatschappij in Historisch Perspectief Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Middeleeuwse studies

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Middeleeuwse studies [60736] Onderwijs- en examenregeling cohort 2008-2009 masteropleiding Middeleeuwse studies Onderwijs- en examenregeling 2008-2009 masteropleiding Middeleeuwse studies 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN...

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Alle studenten die per 1 september 2016 willen starten

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Kunstbeleid en -management

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Kunstbeleid en -management [60715] Onderwijs- en examenregeling cohort 2008-2009 masteropleiding Kunstbeleid en -management Onderwijs- en examenregeling 2008-2009 masteropleiding Kunstbeleid en -management 1 Inhoud: PARAGRAAF 1

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Geschiedenis

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Geschiedenis [66034] Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 masteropleiding Geschiedenis 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN...3 art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling...3 art. 1.2 begripsbepalingen...3 PARAGRAAF

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleidingen. Onderwijskunde en Pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling Masteropleidingen. Onderwijskunde en Pedagogiek Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 Masteropleidingen Onderwijskunde en Pedagogiek Inhoudsopgave PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 5 art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling...5 art. 1.2 begripsbepalingen...

Nadere informatie

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

De onder artikel 2.1, lid 1, genoemde kennis, inzicht en vaardigheden kunnen onder. Opleidingsspecifieke deel OER MA Geschiedenis

De onder artikel 2.1, lid 1, genoemde kennis, inzicht en vaardigheden kunnen onder. Opleidingsspecifieke deel OER MA Geschiedenis Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: Geschiedenis - History / Cultuurgeschiedenis, Politiek en Maatschappij in Historisch Perspectief Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Nadere informatie

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar 2014-2015

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar 2014-2015 GMW Onderwijs- en ExamenRegeling Master-opleiding voor het studiejaar 2014-2015 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Opbouw van de opleiding 3. Tentamens en examen van de opleiding 4. Toelating 5. Studiebegeleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma PARAGRAAF 1 - ALGEMENE

Nadere informatie

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen.

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING 2006-2007 MASTEROPLEIDING ENERGIE EN MILIEUWETENSCHAPPEN PARAGRAAF 1 Artikel 1.1 ALGEMEEN Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

- verdiepende kennis op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

- verdiepende kennis op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis; Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Geschiedenis - History / Cultuurgeschiedenis van modern Europa (voorheen Cultuurgeschiedenis, also available as English EER), Geschiedenis

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling 2017-2018 van de Nederlandstalige masteropleidingen Algemene sociale wetenschappen Programma: Arbeid, zorg en participatie Onderwijskunde Programma: Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers 2016-2017 van de Masteropleidingen Algemene sociale wetenschappen/ Interdisciplinary social science Arbeid, zorg en participatie/social

Nadere informatie

Erratum Onderwijs en Examenregeling (OER) Bacheloropleidingen

Erratum Onderwijs en Examenregeling (OER) Bacheloropleidingen Erratum Onderwijs en Examenregeling (OER) Bacheloropleidingen 2013-2014 Datum Blz Omschrijving 12-06-2013 15 art. 5.9 termijn beoordeling Het moet zijn: 1. Het resultaat van de mondelinge toets wordt binnen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 Masteropleiding Algemene sociale wetenschappen sociale vraagstukken: interventies en beleid vraagstukken van beleid en organisatie 1 Inhoudsopgave PARAGRAAF 1 ALGEMENE

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Duitse taal en cultuur

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Duitse taal en cultuur [66805] Onderwijs- en examenregeling cohort 2008-2009 masteropleiding Duitse taal en cultuur Onderwijs- en examenregeling 2008-2009 masteropleiding Duitse taal en cultuur 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6 wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6 U2013/01227 De uitvoeringsregeling treedt in werking per 1 september 2013 en heeft een zelfde werkingsduur als de Onderwijs- en examenregeling (OER) 2013-2014 voor

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding 2004-2005

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding 2004-2005 Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding 2004-2005 Paragraaf 1: Algemene bepalingen Artikel 1.1. Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6 wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6 U2013/01227 De uitvoeringsregeling treedt in werking per 1 september 2013 en heeft een zelfde werkingsduur als de Onderwijs- en examenregeling (OER) 2013-2014 voor

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen: OER Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde 1 Het bestuur van de faculteit

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010 Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010 Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen Masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Opbouw

Nadere informatie

Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Master Programma Psychologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Artikel 1.1 Doel van het programma en taal

Nadere informatie

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur) Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Per 1 september 2016 is

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel MA Engelse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifiek deel MA Engelse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling. Academische Masteropleidingen Onderwijskunde en Pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling. Academische Masteropleidingen Onderwijskunde en Pedagogiek Onderwijs- en examenregeling Academische Masteropleidingen Onderwijskunde en Pedagogiek 2006-2007 Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Franse taal en cultuur

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Franse taal en cultuur [66808] Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 masteropleiding Franse taal en cultuur 1 Inhoud: PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN...3 art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling...3 art. 1.2 begripsbepalingen...3

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6 wo-bacheloropleiding Psychologie 1 van 6 U2012/00019 De uitvoeringsregeling treedt in werking per 1 september 2012 en heeft een zelfde werkingsduur als de Onderwijs- en examenregeling (OER) 2012-2013 voor

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Japan Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Faculteit der. Model Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masteropleiding

Faculteit der. Model Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masteropleiding Faculteit der. Model Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masteropleiding Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Opbouw van de opleiding 3. Tentamens en examen van de opleiding 4. Toelating 5. Studiebegeleiding

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding

Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding Hebt u in het verleden een hbo- of wo-opleiding 5 afgerond en wilt u de bacheloropleiding Psychologie volgen dan kunt u in aanmerking

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling voor de masteropleidingen

Onderwijs- en examenregeling voor de masteropleidingen Onderwijs- en examenregeling voor de masteropleidingen Earth Sciences Environmental Sciences Geographical Sciences Human Geography and Planning Science and Innovation Development Studies Planologie Sociale

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding

Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding Vrijstelling voor de bacheloropleiding of toelating tot de masteropleiding Hebt u in het verleden een hbo- of wo-opleiding 1 afgerond en wilt u de bacheloropleiding Psychologie volgen dan kunt u in aanmerking

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 wo bacheloropleiding Psychologie

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 wo bacheloropleiding Psychologie 1 Faculteit Psychologie en onderwijswetenschappen Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 wo bacheloropleiding Psychologie U2014/02478 De uitvoeringsregeling treedt in werking

Nadere informatie

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Sinds 1

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie