Vormvrije m.e.r.beoordeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vormvrije m.e.r.beoordeling"

Transcriptie

1 Vormvrije m.e.r.beoordeling Duurzame ligboxenstal Opdrachtgever en planlocatie: Mts. A.H. en S.A. Zeinstra en G. Zeinstra Miedema Knarweg NB Lelystad Projectleider: Ing. J.H.A. (John) Verweij Mob.: Datum: 7 maart 2014

2 -2-

3 Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN OPDRACHTGEVER BOUWPLAATS KADASTRALE LIGGING BEGELEIDING EN ADVIES 5 2 INLEIDING OMSCHRIJVING BESTAANDE SITUATIE LEESWIJZER 6 3 OMSCHRIJVING VOORGENOMEN INITIATIEF OMSCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE OMSCHRIJVING GEWENSTE SITUATIE Nieuwe melkveestal Indeling planlocatie Landschappelijke inpassing PRODUCTIEPROCES Voeren In de stal Melken Mest AANLEIDING OPSTELLEN VAN VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING PROCEDUREVERLOOP Natuurbeschermingswet Overige aspecten 12 4 OMSCHRIJVING ACTIVITEIT LIGGING VAN HET BEDRIJF VERGUNDE SITUATIE GEWENSTE SITUATIE BEVOEGD GEZAG TIJDSPLANNING 16 5 WETTELIJK KADER MILIEUEFFECTRAPPORTAGE EUROPEES BELEID MER-richtlijn Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn Natuurbeschermingswet Ecologische Hoofdstructuur Conclusie voorgaande hoofdstukken RIJKSBELEID Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Flora en Fauna Wet Wet Ammoniak en Veehouderij Besluit Ammoniakemissie Huisvesting Veehouderijen Wet Geurhinder en Veehouderij 27-3-

4 5.3.7 Wet Luchtkwaliteit PROVINCIAAL BELEID Omgevingsplan Flevoland Beleidsregel Kleinschalige ontwikkelingen in het landelijk gebied GEMEENTELIJK BELEID Bestemmingsplan Archeologie Omgevingsvergunning Vergunning Wet Milieubeheer Milieubeleidsplan Lelystad Structuurplan Lelystad MILIEUEFFECTEN BIJ VOORGENOMEN ONTWIKKELING AMMONIAK Wet ammoniak en veehouderij Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderijen Natura Directe ammoniakschade GEUR LUCHTKWALITEIT Fijn stof uit de inrichting GELUID BODEM EN WATER Afvalwater EXTERNE VEILIGHEID CUMULATIE VAN EFFECTEN Ammoniak Geur Luchtkwaliteit Geluid Bodem en water Externe veiligheid 41 7 MILIEUEFFECTEN BIJ ALTERNATIEF AMMONIAK Wet ammoniak en veehouderij Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderijen Natura Directe ammoniakschade GEUR LUCHTKWALITEIT GELUID BODEM EN WATER Afvalwater EXTERNE VEILIGHEID 45 8 CONCLUSIE 46-4-

5 1 Algemeen 1.1 Opdrachtgever Naam: Mts. A.H. en S.A. Zeinstra en G. Zeinstra Miedema Adres: Knarweg 10 Postcode en woonplaats: 8218 NB Lelystad Telefoon: Bouwplaats Adres: Knarweg 10 Postcode en woonplaats: 8218 NB Lelystad 1.3 Kadastrale ligging Gemeente: Lelystad Sectie: L No.: Begeleiding en advies Bedrijf: Stalbouw.nl Naam: Ing. J.H.A. (John) Verweij Adres: Industrieweg 22c Postcode en woonplaats: 3738 JX Maartensdijk Telefoon: Mobiel: Telefax: adres: jv@stalbouw.nl Auteur: C.E.J. van Os -5-

6 2 Inleiding 2.1 Omschrijving bestaande situatie Momenteel exploiteert Mts. A.H. en S.A. Zeinstra en G. Zeinstra-Miedema, een melkveebedrijf aan de Knarweg 10 te Lelystad. Dit bestaande melkveebedrijf houdt circa 150 stuks melkvee en 115 stuks jongvee. Door initiatiefnemers is 62,64 ha grond in gebruik. Voorts worden op deze locatie landbouwmachines gestald en zijn de omliggende landbouwgronden in gebruik ten behoeve van de ruwvoerwinning. Initiatiefnemers zijn voornemens een geheel nieuwe ligboxenstal te bouwen voor 287 stuks melkvee. Daarbij wordt de bestaande ligboxenstal omgebouwd en geschikt gemaakt voor het houden van 201 stuks jongvee. De nieuwe ligboxenstal wordt emissiearm gebouwd op basis van BBT (Best Beschikbare Technieken). Om de nieuwbouw van de melkveestal mogelijk te maken, dient het bestaand bouwblok vergroot te worden van 1,15 hectare naar 2,5 hectare. Ten behoeve van de uitbreiding wordt een ruimtelijke procedure inclusief Wijzigingsplan doorlopen. De voorgenomen activiteit overschrijdt de drempelwaarde van onderdeel C en onderdeel D van het Besluit m.e.r. niet wat inhoudt dat het initiatief niet direct MER-plichtig respectievelijk m.e.r.-beoordelingsplichtig is. Daar de drempelwaarden in het Besluitm.e.r. indicatief zijn, dient volgens de wettelijke procedure wel een Vormvrije m.e.r.- beoordeling doorlopen te worden. In onderhavige Vormvrije m.e.r.-beoordeling worden de milieuaspecten betreffende de voorgenomen uitbreiding in kaart gebracht. 2.2 Leeswijzer In hoofdstuk 3 wordt het bestaand gebruik en de gewenste initiatief nader omschreven. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de ligging van het bedrijven, de vergunning, het tijdspad en het bevoegd gezag. Hoofdstuk 5 belicht het wettelijk kader waaraan het initiatief getoetst wordt. Dit houdt rekening met zowel het Europees beleid en Rijksbeleid, alsmede het provinciale en gemeentelijke beleid. De effecten welke bij dit initiatief op het milieu worden verwacht, zijn nader toegelicht in hoofdstuk 6. Hierin wordt beoordeeld of dit initiatief schadelijke gevolgen heeft en past binnen de wet- en regelgeving. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de effecten op het milieu bij het alternatief. De conclusie volgt in hoofdstuk

7 3 Omschrijving voorgenomen initiatief 3.1 Omschrijving huidige situatie Op de planlocatie zijn twee bedrijfsgebouwen in gebruik genomen. Eén van deze stallen is in gebruik genomen ten behoeve van het huisvesten van het melkvee. De voorzijde van deze stal is in gebruik als werktuigberging. De andere stal is in gebruik ten behoeve van de melkstal alsmede het huisvesten van het jongvee. De twee stallen zijn gekoppeld aan elkaar middels een centrale gang. De bovenbouw van de betreffende, bestaande bebouwing is verouderd en voldoet niet meer aan de ventilatie- dan wel welzijnsnormen. Op 13 januari 1995 is een vergunning afgegeven in het kader van de Wet Milieubeheer. Deze vergunning is overeenkomstig met 112 stuks melkvee en 85 stuks jongvee Omschrijving gewenste situatie. Om de continuïteit van de exploitatie te waarborgen en hierbij een goed geoutilleerd gezinsbedrijf te kunnen garanderen, zijn initiatiefnemers voornemens het melkveebedrijf uit te breiden. Hiertoe wordt een geheel nieuwe ligboxenstal gebouwd en de bestaande ligboxenstal bruikbaar gemaakt voor het huisvesten van jongvee. Tevens wordt een nieuwe dam aangelegd om de vervoersefficiënte van en naar de inrichting te verbeteren. Ook wordt een bestaande sloot verbreed om de toename van erfverharding te compenseren Nieuwe melkveestal De nieuwe ligboxenstal voldoet aan alle eisen van heden ten dage uit de sector. Dit resulteert in een huisvestingsysteem met een hoog dierwelzijn gecombineerd met een emissiearm stalsysteem. Middels het toepassen van het emissiearm stalsysteem wordt de ammoniakemissie aanzienlijk gereduceerd. In de nieuwe ligboxenstal wordt het huisvestingsysteem met BWL , RAV-code A1.15.2, toegepast. Dit resulteert in een ammoniakuitstoot van 8,0 kg NH 3 per koeplaats. Uiteindelijk betekent dit een betere situatie voor zowel mens als dier alsmede het milieu en de daarbij omliggende kwetsbare Natura-2000 gebieden. In de nieuwe stal wordt gemolken met een 50-stands melkcarrousel. In de ligboxenstal worden diverse strohokken aangelegd, dit geheel ten behoeve van transitiekoeien en zorgkoeien. Dit bevordert het dierenwelzijn in de stal aanzienlijk. 1 Zie bijlage IV 2 Bijbehorend leaflet is bijgevoegd in de bijlage. -7-

8 Afbeelding 3.1: Plattegrond nieuwe ligboxenstal Indeling planlocatie De planlocatie is enkele honderden meters van de weg, Knarweg, af gelegen wat betekent dat de stal vanaf de weg nauwelijks zichtbaar is. De bestaande ligboxenstal is gesitueerd aan de voorzijde, het oosten, van de planlocatie. De nieuwe ligboxenstal komt hierachter te liggen. De nieuwe ligboxenstal komt gelegen aan de oostzijde van de planlocatie, deze stal heeft een voorgebouw wat afgewerkt zal worden met ronde vormen om de melkcarrousel heen. Dit resulteert in een fraaie aangezichten. De stal komt op voldoende afstand te liggen van de bestaande en nieuwe sleufsilo s, hiermee wordt genoeg ruimte bewaard voor het manoeuvreren van landbouwvoertuigen en vrachtwagens. Om de vervoersefficiëntie van en naar de inrichting te verbeteren wordt een nieuwe aangelegd en een bestaande dam verwijderd. Op deze manier kan gemakkelijk van en naar de nieuwe melkveestal gemanoeuvreerd worden. Het aantal sleufsilo s wordt in de gewenste situatie vergroot, dit met betrekking tot de uitbreiding in dieraantallen. Achter deze sleufsilo s wordt een nieuwe loods gesitueerd ten behoeve van de opslag van landbouwvoertuigen en stro / hooi. Voor deze sleufsilo s zijn twee drijfmestopslagen gesitueerd alsmede een bestaande loods Landschappelijke inpassing Het bouwvlak van 2,5 hectare wordt zo compact mogelijk ingericht in een rechthoekige uitvoering. De voorzijde van de planlocatie is reeds landschappelijk ingepast met gebiedseigen bomen en beplanting, dit blijft gehandhaafd in de gewenste situatie. Aan de noordzijde van de planlocatie is een geheel nieuwe bomenrij voorzien, ook met gebiedseigen bomen en beplanting. De bestaande bomen en beplanting blijft ook hier in de gewenste gehandhaafd. De bestaande alsmede de nieuwe sleufsilo s worden landschappelijk ingepast door middel van het toepassen van een aarden wal welke natuurlijk begroeid wordt door lage struiken en gewassen. -8-

9 Afbeelding 3.2: Nieuw aangezicht noordzijde Knarweg 10 Lelystad Afbeelding 3.3: Sleufsilo's met aarden wal 3.3 Productieproces. Op melkveebedrijf Mts. A.H. en S.A. Zeinstra en G. Zeinstra Miedema wordt melk geproduceerd. Hiertoe worden op het melkveebedrijf melkkoeien gehouden voor zowel de melkproductie als de aanfok. Vrouwelijk jongvee van een goede kwaliteit blijft op het bedrijf. De stierkalveren worden afgevoerd. Deze worden door een handelaar opgehaald. Zodra er een kalf of een koe overlijdt, wordt deze opgehaald door de destructor. De kadavers worden op een daarvoor bestemde plaats aangeboden Voeren Om een goede melkproductie van het melkvee te kunnen bewerkstelligen, dient het melkvee voer van een goede kwaliteit aangeboden te krijgen. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van diverse natuurlijke hulpbronnen, namelijk: water, CO 2, ruimte voor productief land en mineralen in de bodem om biomassa (gras en maïs) te verbouwen op het eigen land. Het gras wordt een aantal keren in de periode tussen april en oktober gemaaid en hierbij verwerkt tot kuilvoer. Bij de productie van gras wordt koolstofdioxide (CO 2 ) uit de lucht gehaald en zuurstof (O 2 ) aan de lucht toegevoegd. De maïs wordt aan het einde van het seizoen geoogst en opgeslagen in sleufsilo s. Eventueel wordt er extra voer aangekocht in de vorm van ruwvoer danwel bijproducten. Voorts krijgt het melkvee krachtvoer aangeboden. Het krachtvoer wordt opgeslagen in krachtvoersilo s, welke op het erf zijn geplaatst. Via krachtvoerboxen in zowel de ligboxenstal als in de melkstal wordt het krachtvoer op maat en naar behoefte aangeboden aan het melkvee. -9-

10 3.3.2 In de stal Het melkvee wordt gehouden in emissiearme en welzijnsvriendelijke melkveestal. In de betreffende stal kunnen kwetsbare koeien, zoals transitiekoeien, zieke, oudere en pas afgekalfde koeien ten alle tijden beschikken hebben over een ingestrooide ruimte. Daarnaast hebben de melkkoeien in de stal ten allen tijden de beschikking over vers voer, water en een ligplaats. De ligplaatsen zijn diepstrooiselboxen. Het voeren van krachtvoer, melken, klimaatbeheersing en de mestschuif zijn geautomatiseerd waardoor de koe gegarandeerd beschikt over een droge, schone en goed geventileerde leefomgeving. Dit levert een grote bijdrage aan het dierwelzijn. De afvalstromen, van onder andere water, welke vrijkomen bij dit proces worden opgevangen en gaan via een afvoerbuis naar de mestkelder Melken De koeien worden tweemaal daags gemolken middels een draaimelkstal. De afvalstromen, van onder andere water, welke vrijkomen tijdens dit proces worden opgevangen en gaan via een afvoerbuis naar de mestkelder. De melk wordt automatisch afgevoerd naar de melktank. De melk uit de tank wordt twee tot drie keer per week opgehaald door de melkfabriek Mest Tevens wordt door het melkvee in de stal mest geproduceerd. De bestaande ligboxenstal is niet onderkelderd, dit betreft een dichte vloer. De nieuwe melkveestal is wel onderkelderd. De mest van de koeien wordt gedurende de winter opgeslagen in deze kelders. In het groeiseizoen wordt de mest gebruikt om de mineralen in het eigen land aan te vullen voor de productie van gras en mais. In zowel de bestaande als de nieuwe stal zijn strohokken aanwezig, door de strohokken ontstaat op het bedrijf een hoeveelheid stro-mest. Deze stro-mest of vaste mest dient ter aanvulling op de percelen waar de hoeveelheid organische stof in de bodem aanvulling dient 3.4 Aanleiding opstellen van Vormvrije m.e.r.-beoordeling Milieueffectrapportage (MER) is wettelijk verankerd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer, artikel 7.1 tot en met artikel Conform artikel 7.2 van de Wet milieubeheer worden activiteiten, gevallen, plannen en besluiten getoetst of deze m.e.r. plichtig zijn danwel een Milieubeoordelingsplicht geldt. Dit kan zowel op basis van indicatieve drempelwaarden als vanuit het plan an sich beschouwd of beiden. Dit is nader vastgelegd in het Besluit Milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). Het Besluit m.e.r. is belangrijk om te kunnen bepalen of bij de voorbereiding van een plan of een besluit de m.e.r.-procedure moet worden doorlopen. Het Besluit m.e.r. is een Algemene maatregel van Bestuur (AmvB). Doel van het m.e.r. is het milieubelang volwaardig te laten meewegen bij de voorbereiding en vaststelling van de plannen en besluiten die (uiteindelijk) kunnen leiden tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Op 1 april 2011 is het nieuwe Besluit m.e.r. in werking getreden. Dit heeft vooral belangrijke gevolgen gehad voor de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Een aantal C- lijstonderdelen zijn geheel of deels naar de D-lijst verschoven. De D-lijst betreft een lijst -10-

11 met daarin opgenomen activiteiten die m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. De gehanteerde drempelwaarde in de D-lijst zijn voor sommige activiteiten veranderd en vormen geen uitsluitingsdrempel meer (zie afbeelding 3.3). Afbeelding 3.4: Drempelwaarden Besluit-m.e.r. Sinds de wijziging van het Besluit m.e.r. op 1 april 2011 zijn de drempelwaarden indicatief. Dat betekent dat als een project (ruim) onder de drempelwaarden blijft er wel een toetsing moet worden gedaan (Vormvrije m.e.r.-beoordeling). Het bevoegd gezag moet zich er van vergewissen dat er daadwerkelijk geen aanzienlijke gevolgen voor het milieu zijn. Er zal een toets moeten worden uitgevoerd of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. Voor deze toets, die dus een nieuw element is in de m.e.r.-regelgeving, wordt de term vormvrije m.e.r.-beoordeling gehanteerd. Deze vormvrije m.e.r.-beoordeling kan tot twee conclusies leiden (zie figuur 3.4): 1. Belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten: er is geen verdere m.e.r. (beoordeling) noodzakelijk; 2. Belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn niet uitgesloten: er moet een m.e.r.-beoordeling plaatsvinden of er kan / moet direct worden gekozen voor een m.e.r.-procedure. Afbeelding 3.5: Te doorlopen stappen na vormvrije m.e.r.-beoordeling. -11-

12 In het geval dat de vormvrije m.e.r.-beoordeling als resultaat heeft dat belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen worden uitgesloten moet die conclusie door het bevoegd gezag worden opgenomen in de tekst van het uiteindelijke besluit. Indien er wel nadelige gevolgen worden verwacht zal een m.e.r.-beoordeling of direct een m.e.r.- procedure kunnen / moeten worden doorlopen. De toetsing in het kader van de vormvrije m.e.r.-beoordeling dient te geschieden volgens de selectiecriteria in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Daarbij wordt getoetst op: 1. Kenmerken van de projecten: De omvang van het project; De cumulatie met andere projecten; Gebruik van natuurlijke hulpbronnen; De productie van afvalstoffen; Verontreiniging en hinder, risico van ongevallen, vooral gelet op de gebruikte stoffen of technologieën; 2. Plaats van de projecten: Het bestaande grondgebruik; Relatieve rijkdom aan en de kwaliteit en het regenartievermogen van de natuurlijke hulpbronnen van het gebied; Het opnamevermogen van het natuurlijke milieu, met in het bijzonder aandacht voor de volgende typen gebieden: o Wetlands; o Kustgebieden; o Berg- en bosgebieden; o o o o o Reservaten en natuurparken; Gebieden die in de wetgeving van lidstaten zijn aangeduid of door die wetgeving worden beschermd; speciale beschermingszones door de lidstaten aangewezen krachtens Richtlijn 79/409/EEG (= Vogelrichtlijn) en Richtlijn 92/43/EEG (= Habitatrichtlijn); Gebieden waarin de bij communautaire wetgeving vastgestelde normen inzake milieukwaliteit reeds worden overschreden Gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid; Landschappen van historisch, cultureel of archeologisch belang. 3. Kenmerken van het potentiële project: Het bereik van het effect; Het grensoverschrijdende karakter van het effect; De waarschijnlijkheid van het effect; De duur, de frequentie en de omkeerbaarheid van het effect. 3.5 Procedureverloop In de navolgende subhoofdstukken wordt beschreven welke aspecten van toepassing zijn op het voorgenomen initiatief van Mts. A.H. en S.A. Zeinstra en G. Zeinstra Miedema Natuurbeschermingswet 1998 De vergunning op grond van Natuurbeschermingswet 1998 is op 29 augustus 2013 afgegeven door de provincie Gelderland. Dit is nader uiteengezet in hoofdstuk Overige aspecten Teneinde het gewenste initiatief uit te kunnen voeren wordt de Omgevingsvergunning aangevraagd, hierin is Gemeente Lelystad het bevoegd gezag: -12-

13 4 Omschrijving activiteit 4.1 Ligging van het bedrijf In afbeelding 4.1 wordt de topografische ligging van het melkveebedrijf gelegen aan de Knarweg 10 te Lelystad weergegeven. In afbeelding 4.2 is een uitsnede weergegeven van de locatie in de provinciale ligging. Planlocatie Afbeelding 4.1: Topografische ligging Knarweg 10 Lelystad -13-

14 Planlocatie Afbeelding 4.2: Provinciale, topografische ligging Knarweg 10 Lelystad 4.2 Vergunde situatie Op 13 januari 1995 is de vergunning in het kader van de Wet Milieubeheer afgegeven. Deze vergunning is overeenkomstig met 112 stuks melkvee en 85 stuks jongvee. Melkveestal RAV A Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, zonder beweiden 108 melkkoeien x emissiefactor 11,0 kg NH 3 = 1.188,0 kg NH 3 RAV A3 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar 47 stuks jongvee x emissiefactor 3,9 kg NH 3 = 183,3 kg NH 3-14-

15 Jongveestal RAV A Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, zonder beweiden 4 melkkoeien x emissiefactor 11,0 kg NH 3 = 44,0 kg NH 3 RAV A3 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar 38 stuks jongvee x emissiefactor 3,9 kg NH 3 = 148,2 kg NH 3 Totaal ammoniak: = 1.563,5 4.3 Gewenste situatie De uitbreiding van de ligboxenstal wordt uitgevoerd middels een emissiearm huisvestingsysteem, namelijk de Swaans-vloer met RAV-code A zoals thans omschreven in hoofdstuk 2.2. In het voorgenomen initiatief worden 287 stuks melkvee en 201 stuks jongvee gehouden. Hieronder is een overzicht weergegeven van de gegevens van de gewenste situatie. Nieuwe melkveestal RAV A Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar 287 melkkoeien x emissiefactor 8,0 kg NH 3 = 2.296,0 kg NH 3 Oude ligboxenstal RAV A3 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar 201 stuks jongvee x emissiefactor 3,9 kg NH 3 = 783,9 kg NH 3 Totaal ammoniak: = 3.079,9 kg NH Bevoegd gezag Onderhavige inrichting is gelegen in de gemeente Lelystad. Deze is dan ook bevoegd gezag voor het beoordelen van de aanvraag voor een Omgevingsvergunning. De gemeente Lelystad is tevens bevoegd gezag voor het beoordelen van de onderhavige rapportage. Voor de vergunningaanvraag op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 is de provincie Flevoland alsmede provincie Gelderland het bevoegd gezag. De vergunning Natuurbeschermingswet 1998 is op 29 augustus reeds verleend. In de aanvraag voor deze vergunning wordt onder andere de aspecten: Bouwen en Milieu verantwoord ondernemen meegenomen. -15-

16 4.5 Tijdsplanning In tabel 1 is de tijdsplanning weergegeven. Het plan omvat de bouw van een geheel nieuwe ligboxenstal. Hiertoe dient een nieuw bestemmingsplan voor deze specifieke locatie opgesteld te worden, een zogenaamd postzegelplan. De Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 is ter voorbereiding op het indienen van de Omgevingsvergunning reeds voorgelegd aan de provincie Gelderland. De provincie heeft inmiddels een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 afgegeven. Aanvrager beroept zich hier op de coördinatieregeling ex artikel 3.30 Wro. De coördinatieregeling is een instrument om verschillende procedures die noodzakelijk zijn voor de vergunningverlening gezamenlijk te doorlopen. Indien de coördinatieregeling wordt toegepast, kan de algehele procedure versneld doorlopen worden. Uiterlijk zes weken na ontvangst van de Vormvrije m.e.r.-beoordeling door de gemeente Lelystad, neemt de gemeente ex artikel 7.17, lid 1 een beslissing over de Vormvrije m.e.r.-beoordeling. Dit resulteert erin dat de gemeente uiterlijk in maart een beslissing heeft genomen over onderhavige Vormvrije m.e.r.-beoordeling. Het bevoegd gezag, gemeente Lelystad in deze, deelt de beslissing conform artikel 7.17 lid 4 en artikel 7.19 lid 4 mee door kennisgeving in één of meerdere dag-, nieuws of huis-aan-huis-bladen, tevens vindt kennisgeving plaats in de Staatscourant indien geen m.e.r.-procedure wordt doorlopen. Indien de coördinatieregeling wordt toegepast, wordt de aanvraag Omgevingsvergunning maart /april aangevraagd middels een lange (26- weekse) procedure, waarvan 6 weken terinzagelegging. Dit betekent dat in augustus 2014 het bevoegd gezag (gemeente Lelystad) beschikt over een concept-beschikking voor de aanvraag Omgevingsvergunning. Op deze aanvraag Omgevingsvergunning kunnen gedurende 6 weken zienswijzen worden ingediend door belanghebbenden. Na het afgeven van de definitieve beschikking op de Omgevingsvergunning kan de bouwfase worden ingezet. -16-

17 Activiteit Tijdstip Verantwoordelijke Opstellen en indienen Vormvrije Maart 2014 Stalbouw.nl m.e.r.-beoordeling Opstellen en indienen Maart 2014 Stalbouw.nl Wijzigingsplan Beoordeling en besluit op de Plan- April 2014 Gemeente Lelystad MER met bekendmaking hiervan (Plaatsing in Staatscourant) Besluit op het Wijzigingsplan April 2014 Gemeente Lelystad Inzien besluit Vormvrije m.e.r.- April/mei 2014 Publiekelijk beoordeling Aanvraag Omgevingsvergunning / April 2014 Stalbouw.nl Wet Milieubeheer Ontwerpbesluit Juli 2014 Gemeente Lelystad Omgevingsvergunning Inzien ontwerpbesluit en Juli - augustus 2014 Publiekelijk mogelijkheid tot indienen zienswijzen Omgevingsvergunning Definitief besluit aanvraag Augustus 2014 Gemeente Lelystad Omgevingsvergunning Bouwfase v.a. Augustus 2014 Initiatiefnemer Tabel 1: Tijdspad te doorlopen procedures. -17-

18 5 Wettelijk kader 5.1 Milieueffectrapportage Ingevolge de MER-richtlijn 3 moet voor bepaalde activiteiten een milieueffectrapportage (MER) uitgevoerd worden. Het doel van een milieueffectrapportage is om het milieubelang, naast andere belangen, een volwaardige plaats te geven in het besluitvormingsproces. Naast de milieueffectrapportage bestaat ook het milieueffectrapport (MER). Het MER is een onderdeel van de m.e.r.-procedure. Het MER wordt gekoppeld aan een besluit op aanvraag vergunning Wet milieubeheer. De m.e.r. is geregeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en in het Besluit milieueffectrapportage 4. In het Besluit milieueffectrapportage is vermeld wanneer een m.e.r. uitgevoerd moet worden. In onderdeel C van de bijlage is een overzicht van activiteiten, plannen en besluiten, ten aanzien waarvan het maken van een milieueffectrapportage verplicht is. In onderdeel D van de bijlage worden de activiteiten opgesomd waarvoor het bevoegd gezag moet beoordelen of een milieueffectrapportage verplicht c.q. noodzakelijk is. Naast de verschillende activiteiten worden gevallen genoemd waarin de m.e.r.-plicht of beoordelingsplicht bestaat. Veelal is een drempel ingebouwd die voorkomt dat een bepaalde activiteit altijd m.e.r.-plichtig of -beoordelingsplichtig is. Naast de activiteiten en gevallen zijn plannen en besluiten opgenomen waar de MERplicht of -beoordelingsplicht aan gekoppeld is. De activiteit is in dit geval gekoppeld aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De voorgenomen activiteit overschrijdt de drempelwaarde van onderdeel C en onderdeel D van het Besluit m.e.r. niet wat inhoudt dat het initiatief niet direct m.e.r.-plichtig respectievelijk m.e.r.-beoordelingsplichtig is. Daar de drempelwaarden in het Besluitm.e.r. indicatief zijn, dient volgens de wettelijke procedure een Vormvrije m.e.r.- beoordeling doorlopen te worden. 5.2 Europees beleid MER-richtlijn De MER-richtlijn is uitgebreid besproken in paragraaf Richtlijn 97/11/EEG van de Raad van 3 maart 1997 tal wijziging van Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten. 4 Inwerkingtredingsdatum 1 september 1994, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2011,

19 5.2.2 Vogelrichtlijn De Vogelrichtlijn 5 biedt bescherming aan alle in het wild levende vogels, hun eieren, nesten en leefgebieden in de Europese Unie. De Vogelrichtlijn kent een regime voor soortbescherming en gebiedsbescherming. Het soortenbeschermingsregime is gericht op de bescherming van individuele exemplaren met onder meer een verbod op het opzettelijk doden en vangen van vogels, het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten en het verbod om eieren te rapen. De soortenbescherming is opgenomen in de Flora- en Fauna wet. De gebiedsbescherming verplicht de lidstaten alle nodige maatregelen te nemen om voor alle in de Europese Unie in het wild levende vogelsoorten een voldoende gevarieerdheid van leefgebieden en van een voldoende omvang te beschermen, in stand te houden en te herstellen. De gebiedsbescherming is opgenomen in de Natuurbeschermingswet Het dichtstbijzijnde Vogelrichtlijngebied welke is gelegen binnen een straal van meter vanaf de planlocatie betreft het gebied Oostvaardersplassen, dit gebied is gelegen op circa meter vanaf de planlocatie. Echter blijkt uit een reactie op de Voortoets i.h.k.v. Natuurbeschermingswet 1998 van de provincie Flevoland dat toetsing op Natura 2000-gebieden in provincie Flevoland niet noodzakelijk geacht wordt. Wel is door provincie Flevoland verzocht de uitbreiding te toetsen op het Natura 2000-gebied: Veluwe welke in de provincie Gelderland is gelegen op een afstand van circa meter. Dit gebied is aangewezen zowel als Vogelrichtlijn als Habitatrichtlijn. Een uitsnede van onderhavig gebied is weergegeven in afbeelding Habitatrichtlijn De Habitatrichtlijn 6 heeft tot doel bij te dragen aan het waarborgen van de biologische diversiteit in de lidstaten. Aanleiding is de continue achteruitgang van de natuurlijke habitats en de bedreiging voor het voortbestaan van bepaalde wilde soorten. De richtlijn stelt een Europees ecologisch netwerk vast van speciale beschermingszones. Dit wordt "Natura 2000" genoemd. Ook de door de Lidstaten aangewezen beschermingszones op grond van de Vogelrichtlijn maken deel uit van dit netwerk. Ook de Habitatrichtlijn kent een soortenbescherming die enigszins vergeleken kan worden met die van de Vogelrichtlijn. Deze richtlijn biedt echter, in tegenstelling tot die van de Vogelrichtlijn, een mogelijkheid om vanwege dringende redenen van sociale en/of economische aard een uitzondering op het opgelegde soortenbeschermingsregime te maken. Elk lidstaat moet op zijn grondgebied de gebieden die het belangrijkst zijn voor het behoud van de onder de richtlijn vallende habitattypen en soorten identificeren en vervolgens aanwijzen als speciale beschermingszone. Evenals bij de Vogelrichtlijn is de soortenbescherming in Nederland opgenomen in de Flora en Fauna wet en wordt de gebiedsbescherming geregeld in de Natuurbeschermingswet Het dichtstbijzijnde Habitatrichtlijngebied welke is gelegen binnen een straal van 10 kilometer vanaf de planlocatie betreft het gebied Veluwerandmeren, dit gebied is gelegen op meter vanaf de planlocatie. Dit gebied is niet gevoelig voor stikstofdepositie en hoeft daarom in het kader van de NB-wet niet meegerekend te worden. Enkel het gebied Veluwe is meegerekend in het kader van de NB-wet, de planlocatie is gelegen op een afstand van 15,9 kilometer van onderhavig Natura 2000-gebied. 5 Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand. 6 Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. -19-

20 Planlocatie Afbeelding 5.1: Natura 2000-gebieden Veluwerandmeren en Veluwe Natuurbeschermingswet 1998 In de Natuurbeschermingswet worden gebieden beschermd. Het aantal beschermde gebieden is daarbij tot twee categorieën beperkt - in het verleden waren een tiental verschillende gebieden op verschillend niveau beschermd. De twee categorieën zijn: Natura 2000-gebieden; internationaal belangrijke gebieden waar soorten voorkomen die in internationale richtlijnen en overeenkomsten zijn benoemd; Beschermde natuurmonumenten; op nationaal niveau belangrijke natuurgebieden. De Natura 2000-gebieden zijn strikt beschermd. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar handelingen in het gebied zelf, maar is ook de zogenoemde externe werking van groot belang. In de praktijk wordt gerekend met een afstand van verscheidene kilometers tot het betreffende gebied. Naast de twee genoemde gebieden kent de Natuurbeschermingswet 1998 nog het Nationaal Landschap en het Nationaal Park. De daadwerkelijke beschermende waarde van deze categorieën is volstrekt onduidelijk. Er is geen jurisprudentie en de wet blinkt niet uit in helderheid. 7 Stbl. 1998, 403 en 2005,

21 De Natuurbeschermingswet 1998 regelt tevens de verplichting om regelmatig het beleid vast te leggen in beleidsplannen. Jaarlijks moet er in de natuurbalans de stand van zaken gerapporteerd worden. Regelmatig worden er rode lijsten gepubliceerd. Deze zijn te beschouwen als een bijzondere vorm van rapportage gericht op het soortbeleid. Rode lijsten worden samengesteld op basis van de trend en de zeldzaamheid van een soort. Van de rode lijst zelf gaat geen bescherming uit, plaatsing zegt uitsluitend iets over het voorkomen van de soort in Nederland. Het melkveebedrijf bevindt zich in de nabijheid van de volgende Natura 2000-gebieden: Oostvaardersplasen op circa meter afstand; Markermeer & IJmeer op circa meter afstand; Veluwerandmeren op circa meter afstand; Veluwe op circa meter afstand. De Natura 2000-gebieden: Oostvaardersplassen, Markermeer & IJmeer en Veluwerandmeren zijn niet gevoelig voor stikstofdepositie en zijn daarom niet meegerekend in het kader van de Natuurbeschermingswet Voor het gebied Veluwe is op 29 augustus 2013 reeds een vergunning afgegeven door provincie Gelderland. Het melkveebedrijf ligt niet in de nabijheid van een Beschermd Natuurmonument. In bijlage II volgen uitsneden van de kaarten welke behoren bij de aanwijs- dan wel ontwerpbesluiten van de voornoemde Natura 2000-gebieden Ecologische Hoofdstructuur De ecologische hoofdstructuur vormt een netwerk van natuurgebieden op nationaal en internationaal (lees: Natura 2000) niveau. Het concept is vastgelegd in het Natuurbeleidsplan en nader ingevuld in de Nota ruimte. De begrenzing van de ecologische hoofdstructuur is door de verschillende provincies bepaald en vastgelegd. Ruimtelijke ontwikkelingen in of nabij de ecologische hoofdstructuur zijn mogelijk als het de werking van deze niet bedreigd. Bij de ecologische hoofdstructuur is de saldo benadering van toepassing. Een eventuele aantasting hoeft niet te leiden tot een verbod als de werking van de ecologische infrastructuur op een andere wijze gegarandeerd wordt. In afbeelding 5.2 is een uitsnede weergegeven van alle gebieden welke zijn aangewezen als ecologische hoofdstructuur binnen een straal van meter. Het dichtstbijzijnde punt is gelegen op een afstand van 690 meter. Dit is de Knardijk. Dit zal niet leiden tot negatieve effecten op onderhavig Ecologisch hoofdstructuur. Hieronder volgt een korte omschrijving van De Knardijk. De Knardijk is aangewezen als zijnde ecologische verbinding tussen de Oostvaardersplassen en het Veluwemeer/Wolderwijd/Veluwe. Dit is een belangrijke ecologische verbinding voor droge en natte natuur met een totale lengte van bijna 10 kilometer. Deze ecologische verbindingszone en bijbehorende stapstenen zijn gericht op doelsoorten zoals de das, ree, salamander en de pad. -21-

22 Planlocatie Afbeelding 5.2: Ligging ten opzichte van Ecologische hoofdstructuur Conclusie voorgaande hoofdstukken De planlocatie is gelegen in de nabijheid van enkele Natura 2000-gebieden welke niet gevoelig zijn voor stikstofdepositie. Het Natura 2000-gebied Veluwe is wel gevoelig voor stikstofdepositie, echter is hiervoor reeds een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 afgegeven door provincie Gelderland. De planlocatie is niet gelegen in de nabijheid van Beschermd Natuurmonumenten. Wel is de Ecologische Hoofdstructuur gelegen op een afstand van circa 690 meter vanaf de planlocatie, het voorgenomen initiatief heeft hier echter geen effect op. -22-

23 5.3 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de kapstok voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. De SVIR vervangt verschillende nota s waaronder de Nota Ruimte. De SVIR is in maart 2012 vastgesteld. In de SVIR zijn de drie doelen genoemd die het Rijk heeft opgesteld om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028). Deze drie doelen zijn: Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang de aanpak is uitgewerkt op basis van de lopende en voorziene projecten. Op onderhavig initiatief zijn twee nationale belangen van toepassing. Dit zijn het nationaal belang 8 en nationaal belang 11. Deze zijn hieronder samengevat en uitgewerkt: Nationaal belang 8: Verbeteren van de milieukwaliteit en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico s. o Voor een goede milieukwaliteit moet de kwaliteit van bodem, water en lucht minimaal voldoen aan de (internationaal) geldende norm(en). Het uitgangspunt is een gelijk beschermingsniveau voor het hele land. Het Rijk streeft er naar de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren door aanpak aan de bron. Het Rijk en de waterschappen beschermen en verbeteren de waterkwaliteit door het treffen van fysieke maatregelen, het uitgeven van vergunningen en handhaving. In het voorgenomen initiatief wordt een emissiearm huisvestingsysteem toegepast. Hiermee is de ammoniakemissie lager dan vereist wordt vanuit bijlage 1 uit het Besluit Huisvesting. Dit komt de gezondheid en kwaliteit van bodem, water en lucht ten goede. Nationaal belang 11: Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten. o Om flora- en faunasoorten in staat te stellen om op lange termijn te overleven en zich te ontwikkelen zijn vanuit ruimtelijk oogpunt twee zaken essentieel: het behoud van leefgebieden en de mogelijkheden om zich te kunnen verplaatsen tussen leefgebieden. In internationaal verband heeft Nederland zich met het Biodiversiteitsverdrag en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000) gecommitteerd aan afspraken over soorten (flora en fauna) en leefgebieden van soorten (habitats). Binnen de door het Rijk gestelde kaders begrenzen, beschermen en onderhouden de provincies een natuurnetwerk met de juiste ruimtelijke, water- en milieucondities voor kenmerkende ecosystemen van (inter-) nationaal belang. Dit provincie- en landsgrensoverschrijdende netwerk is de herijkte nationale Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De natuur in de EHS blijft goed beschermd met een nee, tenzij -regime. Binnen de EHS zijn nieuwe projecten, plannen en handelingen met een significant negatief effect op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS niet toegestaan, tenzij er sprake is van een groot openbaar belang en reële alternatieven ontbreken. -23-

24 Blijkens onderhavige Vormvrije m.e.r.-beoordeling, ligt de planlocatie op een afstand van circa 690 meter vanaf de EHS. Hieruit zijn geen negatief significante effecten te verwachten bij de uitbreiding. Voor het juridisch borgen van de nationale belangen uit de SVIR heeft het Rijk, op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), twee besluiten waarmee dat mogelijk is. Deze twee besluiten zijn verschillend van elkaar in aard (beleidsmatig versus procesmatig): Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Dit geeft de juridische kaders die nodig zijn om het vigerend ruimtelijk rijksbeleid te borgen; Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro stelt vanuit de rijksverantwoordelijkheid voor een goed systeem van ruimtelijke ordening juridische kaders aan de processen van ruimtelijke belangenafweging en besluitvorming bij de verschillende overheden. De ladder van duurzame verstedelijking is in 2012 opgenomen in het Bro Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) (ook wel AMvB Ruimte genoemd) in werking getreden. Het Barro stelt regels aan lokale overheden ter bescherming van de onderstaande nationale belangen: Project Mainportontwikkeling Rotterdam; Kustfundament; Grote rivieren; Waddenzee en waddengebied; Defensie; Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde. Bovenstaande aspecten zijn niet van toepassing op de uitbreiding van het melkveebedrijf van Mts. A.H. en S.A. Zeinstra en G. Zeinstra Miedema. In 2012 is de wijziging op het Barro in werking getreden, hiertoe zijn onderstaande onderwerpen toegevoegd: Reserveringen uitbreidingen weg en spoor; Veiligheid vaarwegen; Het netwerk voor elektriciteitsvoorziening; De buitendijkse uitbreidingsruimte in het IJsselmeer; Bescherming van de (overige) primaire waterkeringen; Reservering voor rivierverruiming Maas; De Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Op bovenstaande aspecten is enkel de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van toepassing. De planlocatie is gelegen op ruim 690 meter van de EHS. Hieruit zijn geen negatief significante effecten te verwachten. In afbeelding 5.2 is reeds een uitsnede weergeven van de EHS-gebieden in de omgeving van de planlocatie. De EHS wordt in hoofdstuk nader omschreven Flora en Fauna Wet In de Flora en Fauna wet 8 beschermt een groot aantal in Nederland voorkomende wilde dier- en plantensoorten. Uitgangspunt van de wet is dat aantasting van de beschermde soorten moet worden voorkomen. Wanneer dit niet mogelijk is, kan een ontheffing worden verleend door het ministerie van Economische Zaken. 8 Stbl. 1998, 402. laatstelijk gewijzigd bij Stbl. 2006,

25 De beschermde diersoorten (vogels, vissen, zoogdieren, amfibieën, reptielen, insecten, ongewervelde, et cetera) en ongeveer 100 plantensoorten zijn te vinden in tabellen, die deel uitmaken van de Flora- en faunawet. Daarnaast zijn alle broedende vogels, hun broedplaatsen én de functionele omgeving van de broedplaatsen beschermd tijdens de broedperiode en zijn van een aantal soorten de vaste rust- en verblijfplaatsen en functionele omgeving jaar rond beschermd. Activiteiten waarbij de verbodsbepalingen overtreden worden, dienen voorkomen te worden, bijvoorbeeld door het treffen van mitigerende maatregelen. Indien dit niet mogelijk is, dan is het uitvoeren van een dergelijke activiteit alléén toegestaan met een ontheffing van het Ministerie van Economische Zaken. Een mitigatieplan of ontheffing dient in het bezit te zijn voorafgaand aan de start van de uitvoeringsfase. Daar de planlocatie aan de Knarweg 10 te Lelystad reeds in gebruik is als melkveebedrijf, is het niet aannemelijk dat er zich beschermde soorten op de betreffende locatie hebben bevestigd Wet Ammoniak en Veehouderij De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) 9 is het toetsingskader voor de emissie van ammoniak. Bij de beslissing inzake de vergunning Wet milieubeheer, voor het oprichten of veranderen van een veehouderij, betrekt het bevoegd gezag de gevolgen van de ammoniakemissie uitsluitend op de wijze die is aangegeven in de Wav. Slechts de nadelige gevolgen van de ammoniakdepositie op zogenaamde kwetsbare gebieden binnen 250 meter wordt beoordeeld. Intussen is de Wav gewijzigd 10 en per 1 mei 2007 in werking getreden 11. Op basis van deze wijziging worden minder gebieden als kwetsbaar aangemerkt. Onder de huidige wet worden alle voor verzuringgevoelige gebieden beschermd die binnen de Ecologische Hoofdstructuur zijn gelegen. In de gewijzigde wet worden alleen nog "zeer kwetsbare gebieden" beschermd. Deze gebieden moeten door Provinciale Staten door middel van een aanwijzingsbesluit worden aangewezen. Alleen gebieden die ook onder het huidige regime worden beschermd, kunnen worden aangewezen. Die gebieden moeten hierbij een bepaalde omvang hebben. Beschermd Natuurmonumenten, Vogel- en Habitatrichtlijngebieden moeten verplicht aangewezen worden. De provincie Flevoland heeft nog niet de zeer kwetsbare gebieden, zoals bedoeld in de Wet ammoniak veehouderij, aangewezen. Op dit moment is via het Natuurbeheerplan Flevoland een kaart beschikbaar waarop de EHS en kwetsbare gebieden aangegeven staan, echter niet gespecificeerd voor Wav-gebieden. Uit deze kaart blijkt dat de planlocatie is gelegen binnen het beheertype N06.04 Vochtige heide. In afbeelding 5.3 is de ligging van de planlocatie ten opzichte van zeer kwetsbare gebieden aangegeven. 9 Stbl. 2002, Stbl. 2007, Stbl. 2007,

26 Planlocatie Afbeelding 5.3: Uitsnede planlocatie t.o.v. kwetsbaar gebied Regeling Ammoniak en Veehouderij De Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) 12 is een ministeriële regeling, welke gebaseerd is op artikel 1 van de Wet ammoniak en veehouderij. Bijlage 1 van de Rav is een lijst met de verschillende stalsystemen per diercategorie en de daarbij behorende emissiefactoren. Bijlage 2 van de Rav bevat een overzicht van de maximale emissiewaarden voor de berekening van de emissieplafonds op grond van de Wet ammoniak en veehouderij. De Rav wordt geregeld aangepast 13. Voor de melkveehouderij waren er tot een paar jaar geleden nog bijna geen emissiearme systemen beschikbaar welke waren goedgekeurd. Inmiddels bevat de Rav verscheidene (voorlopig) goedgekeurde emissiearme huisvestingssystemen Besluit Ammoniakemissie Huisvesting Veehouderijen Op 28 december 2005 is het Besluit ammoniakemissie huisvestingveehouderijen 14 (Besluit huisvesting) gepubliceerd. Op 1 april 2008 is dit besluit in werking getreden 15. Dit Besluit geeft invulling aan het algemene emissiebeleid voor heel Nederland. Het besluit bepaald dat dierenverblijven, waar emissiearme huisvestingssystemen voor beschikbaar zijn, op den duur emissiearm moeten zijn uitgevoerd. Hiertoe bevat het besluit zogenaamde maximale emissiewaarden. Op grond van het besluit mogen alleen nog huisvestingssystemen met een emissiefactor die lager is dan of gelijk is aan de maximale emissiewaarde, toegepast worden. In de bijlage van het besluit zijn maximale ammoniakemissiewaardes opgenomen voor diverse diersoorten. 12 Stct. 82, Laatstelijk gewijzigd d.d. 18 oktober 2011, Stct. 2001, Stbl. 2005, Stbl. 2008,

27 5.3.6 Wet Geurhinder en Veehouderij De Wet geurhinder en veehouderij is 1 januari in werking getreden. Deze wet is het landelijk toetsingskader voor geur. In de wet wordt onderscheid gemaakt tussen geurgevoelige objecten binnen en buiten de bebouwde en binnen en buiten een concentratiegebied. De geurbelasting op een geurgevoelig object wordt uitgedrukt in oudeur units per kubieke meter lucht als 98-percentiel. Woningen behorende bij veehouderijen zijn geen geurgevoelige objecten. Hier geldt een minimale afstand van 50 meter. Het aantal dieren vermenigvuldigd met de geuremissiefactor levert een waarde voor de geuremissie op, waarna via een verspreidingsmodel de geurbelasting kan worden bepaald. De geuremissiefactoren zijn in een ministeriele regeling vastgelegd. Voor dieren waarvoor geen geuremissiefactoren zijn bepaald, gelden wettelijk vastgestelde afstanden die ten minste moeten worden aangehouden tot geurgevoelige objecten. Een belangrijke verandering van de wet is dat de gemeente bevoegd is om lokale afwegingen te maken over de te accepteren geurbelasting. Bij gemeentelijke verordening kan de gemeenteraad, in afwijking van de wettelijke norm, een andere waarde of een andere afstand vaststellen. Daarnaast kan bij gemeentelijke verordening worden bepaald hoe wordt omgegaan met voormalige agrarische bedrijfswoningen. De Wet geurhinder en veehouderij is 1 januari in werking getreden. Deze wet is het landelijk toetsingskader voor geur. In de wet wordt onde.rscheid gemaakt tussen geurgevoelige objecten binnen en buiten de bebouwde en binnen en buiten een concentratiegebied. Woningen behorende bij veehouderijen zijn geen geurgevoelige objecten. Hier geldt een minimale afstand van 50 meter Dieren met geuremissiefactor De geuremissiefactoren van dieren zijn ministerieel vastgelegd in de Regeling geurhinder en veehouderij. Het aantal dieren vermenigvuldigd met de geuremissiefactor levert een waarde voor de geuremissie op, waarna via een verspreidingsmodel de geurbelasting kan worden bepaald. De geurbelasting mag hierbij niet de normen overschrijden. De geurbelasting op een geurgevoelig object wordt uitgedrukt in oudeur units per kubieke meter lucht als 98-percentiel. Door initiatiefnemers wordt in zowel de vergunde als de gewenste situatie geen dieren gehouden met geuremissiefactor Vaste afstandsdieren Voor dieren waarvoor geen geuremissiefactoren zijn bepaald, gelden wettelijk vastgestelde afstanden die ten minste moeten worden aangehouden tot geurgevoelige objecten. Hierbij is in artikel 4 van de Wet geurhinder en veehouderij vastgesteld dat dit binnen de bebouwde kom minimaal 100m dient te zijn en buiten de bebouwde kom minimaal 50m. Het bedrijf van initiatiefnemer aan de Knarweg 10 te Lelystad, huisvest alleen melkvee. Voor melkvee is geen geuremissiefactor opgesteld, waardoor deze vallen onder de vaste afstandsdieren. Nabijgelegen geurgevoelige objecten liggen op meer dan 50m afstand. 16 Stbl. 2006, Stbl. 2006,

28 5.3.7 Wet Luchtkwaliteit De Eerste kamer heeft op 9 oktober 2007 het wetsvoorstel voor de wijziging van de Wet milieubeheer goedgekeurd 18. Met name hoofdstuk 5 titel 2 uit genoemde wet is veranderd. Omdat titel 2 handelt over luchtkwaliteit staat de nieuwe titel 2 bekend als de Wet luchtkwaliteit. Deze wet is op 15 november 2007 in werking getreden 19 en het vervangt het Besluit luchtkwaliteit De Wet luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde activiteiten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de luchtverontreiniging als de 1% grens niet wordt overschreden. De 1% grens is gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM 10 ) of stikstofdioxide (NO 2 ). Dit komt overeen met 0,4 microgram/ m³ (µg/ m³) voor zowel PM 10 als NO 2. De Europese Commissie 20 verleent Nederland uitstel ('derogatie') voor fijn stof (PM 10 ) tot midden 2011 en voor NO 2 tot Alleen voor de agglomeratie Heerlen/Kerkrade verleent de Commissie een korter uitstel voor NO 2, tot Op 1 augustus 2009 is het NSL in werking getreden. De NIBM-grens is daarbij 3%, ofwel 1,2 µg/m³ geworden. De kern van de Wet luchtkwaliteit bestaat uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen. Verder bevat zij basisverplichtingen op grond van de richtlijnen, namelijk: plannen, maatregelen, het beoordelen van luchtkwaliteit, verslaglegging en rapportage. De wet voorziet in het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Daarbinnen werken het rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. Nu de EU derogatie (verlenging van de termijn om luchtkwaliteitseisen te realiseren) heeft verleend, is aan een belangrijke voorwaarde voor invoering van het NSL voldaan. Op dit moment dient de parlementaire behandeling van het NSL nog te worden afgrond: behandeling in de Eerste Kamer en vervolgens de actualisatie van het NSL op basis van de inspraakreacties, Kamerbehandeling en de meest recente emissiegegevens. Zover nu bekend, zal de parlementaire behandeling van het NSL voor de zomer van 2009 worden afgerond. De uitvoeringsregels behorend bij de wet zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en ministeriele regelingen (mr) die gelijktijdig met de Wet luchtkwaliteit in werking treden. De volgende documenten zijn daarom gepubliceerd: wijziging Wm (hoofdstuk 5) (Stb. 2007, 414); "Niet in betekende mate" (NIBM) (AMvB) (stb. 2007, 440); "Niet in betekende mate" (NIBM) (mr) (Stcrt. 2007, 218); "Beoordeling luchtkwaliteit 2007" (mr) (Stcrt. 2007, 220); "Projectsaldering luchtkwaliteit 2007" (mr) (Stcrt. 2007, 218); Ministeriele regeling "Projectsaldering luchtkwaliteit 2007" (Stcrt. 2007, 218); Ministeriele regeling "Wijziging van de Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007" (Stcrt 2008 nr 2040) 21 ; Besluit "gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)" 22, is op 16 januari 2009 in werking getreden; 18 Stbl. 2007, Stbl. 2007, Beschikking Europese Commissie d.d. 7 april 2009; C(2009) Stcrt 8 december 2008, nr BJZ

Ontwikkeling melkrundveebedrijf. A.A. Hilhorst en A.B. Hilhorst-van den Hengel Eemdijk 1 3741 LJ Baarn

Ontwikkeling melkrundveebedrijf. A.A. Hilhorst en A.B. Hilhorst-van den Hengel Eemdijk 1 3741 LJ Baarn planmer Ontwikkeling melkrundveebedrijf A.A. Hilhorst en A.B. Hilhorst-van den Hengel Eemdijk 1 3741 LJ Baarn Datum: 11 september 2013 Samenvatting Maatschap Hilhorst is voornemens het melkveebedrijf aan

Nadere informatie

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 1. AANLEIDING Op 19 oktober 2015 hebben wij van Coops Mengvoeders BV te Halle (hierna

Nadere informatie

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen Datum : 17 september 2013 Onderwerp : Vormvrije Mer beoordeling Opsteller : Arie Johannes Vormvrije Mer beoordeling Inleiding Op 2 september 2013 is een aanvraag

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV 20140031

Omgevingsvergunning OV 20140031 Omgevingsvergunning OV 20140031 Aanvraag Op 28 februari 2014 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een paardenhouderij (inclusief camping) op het adres Grasdijk

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten

Nadere informatie

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets 1. Procedurele overwegingen 1.1. Gegevens aanvrager Wij hebben op 3 december 015 een aanvraag ontvangen voor een omgevingsvergunning als bedoeld in

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe Notitie Contactpersoon Floris Eenink Datum 20 februari 2013 Kenmerk N001-1215052FEE-evp-V01-NL 1.1 Aanleiding vormvrije m.e.r.-beoordeling De gemeente Epe is voornemens een agrarisch bouwperceel gelegen

Nadere informatie

Plan-m.e.r. Nieuwbouw ligboxenstal

Plan-m.e.r. Nieuwbouw ligboxenstal Plan-m.e.r. Nieuwbouw ligboxenstal Planlocatie: Firma Roos Katwoude Hoogedijk 24 1145 PN Katwoude Opdrachtgever: Firma Roos Katwoude Hoogedijk 24 1145 PN Katwoude Projectleider: John Verweij mob: 06 524

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Vormvrije m.e.r.-beoordeling Opdrachtgever en planlocatie V.O.F. N.S. Konijn en Zn. Korte Belkmerweg 21 1756 CC t Zand Projectleider: John Verweij mob: 06 524 806 04 e-mail: jv@stalbouw.nl Datum: 7 maart

Nadere informatie

Ontwerp besluit UV

Ontwerp besluit UV Ontwerp besluit UV 20160070 Aanvraag en verzoek Op 3 mei 2016 is voor het adres Aan 't Ven 6 te Nederweert ingekomen: 1. Een omgevingsvergunning aanvraag voor het veranderen van een pluimveehouderij (OBM)

Nadere informatie

10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte

10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte 10 april 2017 Nota van zienswijzen ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte Nota van zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte 1 Aanleiding Het ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20130168 Aanvraag Op 06 december 2013 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een varkenshouderij (OBM) op het adres Hennesweg 41 te Ospel.

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Bouw Melkveestal en Loods

Aanmeldnotitie Bouw Melkveestal en Loods Aanmeldnotitie Bouw Melkveestal en Loods Opdrachtgever: K.C.Verweij Zuidzijdseweg 142a 2 Projectgegevens Naam aanvrager: Kaasboerderij Verweij C.V. Adres: Zuidzijdseweg 142a Postcode en Woonplaats: 3415

Nadere informatie

BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets Aanvraag Datum aanvraag Datum ontwerp beschikking Datum definitieve beschikking Olo nummer Dossier nummer

Nadere informatie

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 juli 2016 bij hen ingekomen aanvraag van J.P. Hendriks te

Nadere informatie

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen voor de inrichting gelegen aan Molenhuisweg 10 Vlierden Vlierden INHOUDSOPGAVE 1 GEGEVENS INRICHTING 1 2 GEGEVENS VERANDERING (NIET TECHNISCH) 1 3 MER-(BEOORDELINGS)PLICHT

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren TOELICHTING op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren Inleiding Door de raad van de toenmalige gemeente Nederhorst den Berg, welke tegenwoordig

Nadere informatie

Aanmeldnotitie MER. voor de inrichting gelegen aan. Klateringerweg 14 te Zwiggelte

Aanmeldnotitie MER. voor de inrichting gelegen aan. Klateringerweg 14 te Zwiggelte Aanmeldnotitie MER voor de inrichting gelegen aan Klateringerweg 14 te Zwiggelte 03-01-2018 Colofon Rapport: Aanmeldnotitie MER, Klateringerweg 14 te Zwiggelte Rapportnummer: nij002 Status: Definitief

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: Dhr. W.A. Maalderink Akkermansstraat 11 7021 LW ZELHEM INHOUDSOPGAVE Uitwerking melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het bedrijf

Nadere informatie

Bijlagen bij de aanvraag

Bijlagen bij de aanvraag Bijlagen bij de aanvraag Omgevingsvergunning AANVRAGER: Cremerhoeve VOF Minister Cremerstraat 5 9491 TJ Zeijen Onderstaande bijlagen dienen ter ondersteuning aan de aanvraag. BIJLAGE 1: OVERZICHT VERGUNDE

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: VOF Looman Hebbink Hogeveldweg 6 & 6a 7021 MS ZELHEM INHOUDSOPGAVE Uitwerking van de melding Activiteitenbesluit milieubeheer, voor de veehouderij van

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf Noordman

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 18 november 2013 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-011300 - gemeente Aalten Activiteit : het

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 16 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-003086 - gemeente Hof van Twente

Nadere informatie

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2015 / rapportnummer 3060 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 14 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-016928 - gemeente Hof van Twente Activiteit

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 11 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek

Nadere informatie

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v.

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v. LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND Auteurs : mro b.v. Opdrachtnummer : 023.14 Datum : november 2007 Versie : 1 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter 06 53 16 91 75 Datum 31-05-2017 Inhoudsopgave 1. Rubriek Gegevens inrichting...

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: Gj Wunderink, Gj Wunderink-Gotink, Gd Wunderink en Be Wunderink Strodijk 23 7251 RS VORDEN INHOUDSOPGAVE Uitwerking van de melding Activiteitenbesluit

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr ONTWERPBESCHIKKING Omgevingsvergunning beperkte milieutoets datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016-0629 Aanvraag Op 24 maart 2016 heeft u een aanvraag voor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 23 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-017309 - gemeente Ermelo Activiteit

Nadere informatie

M.E.R.-BEOORDELINGSBESLUIT

M.E.R.-BEOORDELINGSBESLUIT *D190185934* D190185934 M.E.R.-BEOORDELINGSBESLUIT Aanvrager : Sachem Europe B.V. Datum besluit : 27 maart 2019 Onderwerp : Aanpassen van de productie installatie Gemeente / locatie : Zaltbommel/ Van Voordenpark

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 januari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001222 - gemeente Woudenberg

Nadere informatie

JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU

JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU INDUSTRIËLE LAWAAIBEHEERSING / PLANOLOGISCHE AKOESTIEK / BOUW- EN ZAALAKOESTIEK / BOUWFYSICA / VERGUNNINGEN Postbus 5047 Stationsweg 2 Tel: 073-6133141 www.jri.nl 5201

Nadere informatie

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard 6 november 2012 INHOUDSOPGAVE 1. INITIATIEFNEMER... 2 2. DE BEOOGDE ACTIVITEITEN... 3 Hoofdactiviteit...

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING

VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING HOOGSTRAAT UDEN GEMEENTE Colofon Vormvrije m.e.r.-beoordeling Projectnummer: Versie: 1 Datum: 2 augustus 2016 Opdrachtnemer Agrifirm Waalkade 33 5347 KR Oss Locatie 17 Uden

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek

Nadere informatie

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING Hoofdlijnen Wet ammoniak en veehouderij 1. Werkingssfeer De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) is een lex specialis ten opzichte van de Wet milieubeheer (Wm).

Nadere informatie

M.e.r.-beoordeling Spui Forum

M.e.r.-beoordeling Spui Forum M.e.r.-beoordeling Spui Forum projectnr. Xxxxx revisie 0 auteur(s) drs. R. (Robbert) Martens datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave Concept Artz v.d. Wetering Inhoud 1 Inleiding...2 1.1

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 13 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-000192 -

Nadere informatie

Uitbreiding melkveehouderij Tweekarspelenweg 3 in Blijham (gemeente Westerwolde)

Uitbreiding melkveehouderij Tweekarspelenweg 3 in Blijham (gemeente Westerwolde) Uitbreiding melkveehouderij Tweekarspelenweg 3 in Blijham (gemeente Westerwolde) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 juni 2018 / projectnummer: 3299 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 2 10 COLOFON TITEL: Ruimtelijke Onderbouwing Schalkwijkseweg 22 STATUS: Definitief PROJECTNUMMER: NL.IMRO.0321.0012PBSCHLKWSWG22 DATUM: 11 februari 2010 AUTEUR:

Nadere informatie

IE lil! Uil

IE lil! Uil Gemeente Nieuwkoop T.a.v. de heer R. van Heeringen Postbus 1 2460 AA TER AAR IE lil! Uil 15. 2293 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 5 april 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-002289 - gemeente Leusden Activiteit

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Stam Brasbeek 90 8326 BR SINT JANSKLOOSTER

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 27 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-003821 - gemeente Putten Activiteit : het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21240 21 november 2011 Omgevingsvergunning (eerste fase) voor de uitbreiding van een pluimveehouderij aan de Elsenburg

Nadere informatie

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft

Nadere informatie

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Notitie Reikwijdte en Detailniveau Notitie Reikwijdte en Detailniveau Opdrachtgever: Gemeente Horst aan de Maas projectnummer: 934.00.00.01.00.00 Datum: 17-04-2015 A a n l e i d i n g n i e u w b e s t e m m i n g s p l a n Voor het buitengebied

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-007675 - gemeente Almere Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19f/g Datum besluit : 31 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-002238 - gemeente Bunschoten-

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen

Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen Bij deze vormvrije mer-beoordeling wordt gebruik gemaakt van de selectiecriteria als bedoeld in bijlage III behorende bij de EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Leeuwarden Buitengebied, planmer

Bestemmingsplan Leeuwarden Buitengebied, planmer Bestemmingsplan Leeuwarden Buitengebied, planmer Bestemmingsplan Leeuwarden Buitengebied, planmer Inhoud Rapport + bijlagen 6 september 2013 Projectnummer 129.00.00.09.01 S a m e n v a t t i n g I n l

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikelen 19d en 19e Datum : 1 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-018427 - gemeente Dronten Activiteit

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7.

Nadere informatie

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 18 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-005202 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968 memo aan: van: Gemeente Bronckhorst Johan van der Burg datum: 8 juni 2011 betreft: Project: Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt 100968 INLEIDING Op het perceel Rijksweg 20-1 te Drempt (gemeente Bronkhorst)

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 21 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010894 - gemeente Ermelo Activiteit

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen. Memo aan: van: Gemeente Arnhem SAB datum: 18 maart 2015 betreft: Luchtkwaliteit Schuytgraaf Arnhem project: 150131 INLEIDING Het voornemen bestaat om veld 13 van de in aanbouw zijnde woonwijk Schuytgraaf

Nadere informatie

Milieu inventarisatie afdeling Milieu ten behoeve van plan- en projectadvisering. Datum: 4 november 2009

Milieu inventarisatie afdeling Milieu ten behoeve van plan- en projectadvisering. Datum: 4 november 2009 Factsheet Milieu inventarisatie afdeling Milieu ten behoeve van plan- en projectadvisering. Datum: 4 november 2009 Algemene gegevens. Naam bedrijf D. de Bruin Adres Uddelerveen 79 te Uddel Inrichtingnummer

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 28 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 20 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-001015 - gemeente Berkelland Activiteit

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari 2014 20102687-06v3 M. Blankvoort

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari 2014 20102687-06v3 M. Blankvoort Wilhelm Röntgenstraat 4 8013 NE Zwolle Postbus 1590 8001 BN Zwolle T +31 (0)38-4221411 F +31 (0)38-4223197 E Zwolle@chri.nl www.chri.nl Notitie 20102687-06v3 Clarissenhof te Vianen Beoordeling luchtkwaliteitseisen

Nadere informatie

Bijlage 1 Wettelijk kader

Bijlage 1 Wettelijk kader Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving

Nadere informatie

LOG Montfort - Maria Hoop

LOG Montfort - Maria Hoop LOG Montfort - Maria Hoop Notitie Milieuruimte Definitief Gemeenten Roerdalen en Echt-Susteren Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 8 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet

Nadere informatie

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 december 2016 / projectnummer: 3159 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De familie

Nadere informatie

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 januari 2013 / rapportnummer 2725 31 1. Oordeel over

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 21 augustus 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-004219 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005160 - gemeente Putten Activiteit

Nadere informatie

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180 K7 I ADVIES 14 mei 2014/1017 RAPPORT TOETSING Geurhinder veehouderij Locatie Achtersloot 180 K7 advies Schoener 3625 8243 WR Lelystad tel. 0320-251685 email: contact@k7advies.nl internet: wvvw.k7advies.nl

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 november 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009212 - gemeente Amersfoort Activiteit

Nadere informatie

Verandering Noordenveldweg 3 Het bedrijf aan de Noordenveldweg 3 wordt afgestoten zodra de veranderingen zijn gerealiseerd.

Verandering Noordenveldweg 3 Het bedrijf aan de Noordenveldweg 3 wordt afgestoten zodra de veranderingen zijn gerealiseerd. Assen, 27 februari 2017 Ons kenmerk Z2016-00004090 Onderwerp: Besluit beoordeling milieueffectrapportage (m.e.r.) Maatschap Hartlief-Lammers te Donderen BESLUIT BEOORDELINGSPLICHT MILIEUEFFECTRAPPORTAGE

Nadere informatie

Aanmeldingsnotitie en vormvrije m.e.r.-beoordeling, bestemmingsplan Kwadijkerpark Gemeente Purmerend

Aanmeldingsnotitie en vormvrije m.e.r.-beoordeling, bestemmingsplan Kwadijkerpark Gemeente Purmerend Aanmeldingsnotitie en vormvrije m.e.r.-beoordeling, bestemmingsplan Kwadijkerpark 2019 Gemeente Purmerend Aanmeldingsnotitie en vormvrije m.e.r.-beoordeling, bestemmingsplan Kwadijkerpark 2019 Gemeente

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 1 maart 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 6 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd, lid 1, onder b Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010311 - gemeente

Nadere informatie

Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten

Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 september 2016 / projectnummer: 2736 1. Oordeel over het milieueffectrapport Maatschap van

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied, planmer C O N C E P T

Bestemmingsplan Buitengebied, planmer C O N C E P T Bestemmingsplan Buitengebied, planmer C O N C E P T Bestemmingsplan Buitengebied, planmer C O N C E P T Inhoud Rapport + bijlagen 6 februari 2013 Projectnummer 005.00.01.40.06 S a m e n v a t t i n g

Nadere informatie