AV Chemie. Sportwetenschappen Sport ASO tweede graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. 2/2 lt/w. eerste en tweede leerjaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AV Chemie. Sportwetenschappen Sport ASO tweede graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. 2/2 lt/w. eerste en tweede leerjaar"

Transcriptie

1 LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: Studierichting: Studiegebied: Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: AV Chemie Basisvorming (1/1 lt/w) Specifiek gedeelte (+1/+1 lt/w) Sportwetenschappen Sport ASO tweede graad eerste en tweede leerjaar 2/2 lt/w Leerplannummer: 2014/041 (vervangt 2012/007 voor Sportwetenschappen) Nummer inspectie: (vervangt 2012/726/1//D) pedagogische begeleidingsdienst Willebroekkaai Brussel

2 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 1 INHOUD Visie... 2 Beginsituatie... 3 Algemene doelstellingen... 4 Wetenschappelijke vaardigheden... 4 Wetenschap en samenleving... 8 Leerplandoelstellingen / leerinhouden... 9 Algemene Pedagogisch-didactische wenken Algemene leerlijn voor natuurwetenschappen...34 Inhoudelijke leerlijnen natuurwetenschappen...35 Overzicht van de leerstof in het leerplan...41 Wenken bij de informatieopdracht...42 Onderzoekscompetentie...42 VOET...43 Het open leercentrum en de ICT-integratie...44 Minimale materiële vereisten Evaluatie Bibliografie... 51

3 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 2 VISIE Wetenschappen voor de burger van morgen Wetenschappen zijn een belangrijke component van onze cultuur. Ze reiken niet alleen middelen en methoden aan om de materiële werkelijkheid te begrijpen, maar ook om deze werkelijkheid te veranderen in overeenstemming met de menselijke noden. Wetenschappen bepalen in belangrijke mate het wereldbeeld van de maatschappij. Omgekeerd hebben waarden en opvattingen die in de samenleving leven ook een invloed op de wetenschappen en op hun ontwikkeling. Wetenschappen beogen de natuurlijke nieuwsgierigheid van jongeren tegenover de hen omringende wereld te stimuleren en te ondersteunen door er een wetenschappelijke fundering aan te geven. Dit gebeurt door hen in beperkte mate te introduceren in verschillende benaderingen van de natuurwetenschappen, namelijk: wetenschappen als middel om toestanden en verschijnselen uit de dagelijkse ervaringswereld te verklaren. Hier gaat het om het leggen van de verbinding tussen praktische toepassingen uit het dagelijkse leven en natuurwetenschappelijke kennis; wetenschappen als middel om op proefondervindelijke wijze gefundeerde kennis over de werkelijkheid te vinden. Het gaat dan om het ontwikkelen van een rationeel en objectief raamwerk voor het oplossen van problemen en het begrijpen van concepten die de verschillende natuurwetenschappelijke disciplines met elkaar verbinden; wetenschappen als middel om via haar technische toepassingen de materiële leefomstandigheden te verbeteren. Leerlingen herkennen hoe natuurwetenschappelijke ontwikkelingen invloed hebben op hun persoonlijke, sociale en fysieke omgeving; wetenschappen als cultuurverschijnsel en natuurwetenschap als mensenwerk. Leerlingen hebben notie van historische, filosofische, sociale en ethische aspecten van de natuurwetenschappen. Hierdoor zien en begrijpen ze relaties met andere disciplines. De leerlingen worden voorbereid om als burger deel te nemen aan een moderne duurzame kennismaatschappij. In een steeds veranderende maatschappij zullen zij een actieve rol spelen als burger en als gebruiker van wetenschappelijke kennis. Zij beschikken over wetenschappelijke vaardigheden en zij zijn voldoende communicatievaardig om de relaties tussen wetenschappen en de contextgebieden: duurzaamheid, cultuur en maatschappij te duiden. Zo zal de leerling ook verschillende attitudes nodig hebben om levenslang te leren, om in groep of zelfstandig, nauwkeurig en milieubewust te werken. De nadruk bij het specifiek gedeelte wordt gelegd op de grotere diepgang van sommige onderwerpen, op het aanbieden van een groter aantal contexten en van meer begeleide experimenten en zelfstandige opdrachten. Het leerplan laat toe dat de leerlingen van sportwetenschappen na de tweede graad naadloos kunnen aansluiten bij richtingen met de pool wetenschappen in de derde graad. Zij hebben een verdiepend kennisniveau voor wetenschappen opgebouwd.

4 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 3 BEGINSITUATIE Alle leerlingen die de tweede graad aanvatten, hebben de leerplandoelstellingen van het vak natuurwetenschappen van de eerste graad (A-stroom) bereikt. Tijdens de lessen natuurwetenschappen hebben ze kennis gemaakt met enkele kernbegrippen van materie, energie, interactie tussen materie en energie en systemen. Verschijnselen uit de niet-levende en de levende natuur komen beide aan bod. De begrippen atoom en molecule en het deeltjesmodel komen reeds aan bod in de eerste graad. Naast inhoudelijke leerplandoelstellingen hebben de leerlingen ook een aantal wetenschappelijke vaardigheden en informatievaardigheden ingeoefend. De leerlingen uit de basisopties Industriële wetenschappen, Latijn en Moderne wetenschappen hebben ruimer kennis kunnen maken met wetenschappelijke vaardigheden, de wetenschappelijke methode en leren onderzoeken tijdens het wetenschappelijk werk natuurwetenschappen. Het is duidelijk dat we in de tweede graad starten met leerlingen die op een verschillend niveau vaardigheden hebben ingeoefend naargelang de gekozen basisoptie.

5 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 4 ALGEMENE DOELSTELLINGEN Naast de constructie van kennis en inzicht in een vakspecifiek begrippenkader ontwikkelen leerlingen ook wetenschappelijke vaardigheden en communicatievaardigheden. WETENSCHAPPELIJKE VAARDIGHEDEN Tijdens de lessen chemie (twee lestijden per week) voeren de leerlingen minimaal 4 leerlingenproeven per leerjaar uit. Bij elke leerlingenproef moet de rapportering worden uitgevoerd en zal afhankelijk van het experiment/opdracht, een aantal andere algemene doelstellingen worden ingeoefend. De vakgroep wetenschappen zorgt hierbij voor een evenwichtige opbouw van de leerlijn leren onderzoeken/onderzoekend leren. Leerlingen hebben tijdens de eerste graad kennis gemaakt met fasen van de natuurwetenschappelijke methode en zetten in de tweede graad de ontwikkeling van de wetenschappelijke vaardigheden verder. Om de beginsituatie van de leerlingen bij aanvang van de tweede graad duidelijk te stellen is een overleg tussen de leraars van de eerste graad en tweede graad noodzakelijk, zodat het duidelijk is welke deelvaardigheden van de natuurwetenschappelijke methode de leerlingen tijdens de eerste graad hebben ingeoefend. De uitdrukking in de algemene doelstellingen Onder begeleiding uitvoeren betekent dat de leerlingen de activiteiten uitvoeren waarbij ze de wetenschappelijke vaardigheden bewust en stapsgewijs inoefenen onder leiding van de leraar. Bij uitvoering van de leerlingenproeven worden zo een aantal algemene doelstellingen geselecteerd en ingeoefend door de leerlingen. De uitvoering van proeven en opdrachten is maar effectief indien de leerlingen zelf ontdekkend en actief kunnen leren en werken. Het is van belang dat de leraar ervoor zorgt dat de leerlingen voldoende ruimte krijgen voor eigen werk en ontwikkeling. Met een leerlingenproef wordt bedoeld een proef die de leerlingen zelfstandig (onder begeleiding) in kleine groepjes (max. drie leerlingen) uitvoeren, verwerken en ook rapporteren in de vorm van een persoonlijk verslag. Indien er in de klas maar één proefopstelling aanwezig is kan het experiment worden uitgevoerd als klasproef. De werkvorm waarbij verschillende opstellingen aangeboden worden als een roterend leerlingenpracticum kan wel als leerlingenproef fungeren. Bij de aanvang van elke leerlingenproef moet men voldoende aandacht besteden aan de veiligheidsaspecten. Leerlingen moeten voldoende op de hoogte zijn van de gevaren van bepaalde opstellingen, stoffen of instrumenten. Ook zal de leraar aandacht besteden aan andere attitudes zoals zin voor samenwerking en respect voor materiaal en milieu... Een klasgroep van twintig leerlingen is voor de uitvoering van leerlingenproeven didactisch verantwoord en wat veiligheid betreft aanvaardbaar. Tijdens de uitvoering van demo - experimenten kan steeds een didactische aanpak toegepast worden waarbij tijdens elke fase van de demoproef de algemene doelstellingen geëxpliciteerd worden. (onderzoekend leren). De ontwikkeling van de wetenschappelijke vaardigheden tijdens demo- en leerlingenproeven sluit aan bij de ontwikkeling van. de onderzoekscompetentie (SPET 33, 34, 35) in het specifiek gedeelte van de tweede graad. Het accent ligt hierbij op het aanleren van deelvaardigheden of op de toepassing van de volledige cyclus van de wetenschappelijke methode.

6 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 5 Algemene doelstellingen bij de ontwikkeling van wetenschappelijke vaardigheden en het gebruik van de natuurwetenschappelijke methode nummer algemene doelstelling nummer van de gemeenschappelijke eindterm AD1 AD2 AD3 Onder begeleiding informatie over een gegeven natuurwetenschappelijk verschijnsel verzamelen en ordenen. (oriëntatie) Onder begeleiding bij een natuurwetenschappelijk verschijnsel een onderzoeksvraag opstellen en eventueel een hypothese formuleren. (onderzoeksvraag en hypothese) Onder begeleiding een methode of een onderzoeksplan opstellen om de gestelde vraag te onderzoeken. (onderzoeksplan) W1 W1 W1

7 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 6 Wenken De leerlingen laten brainstormen, de verschillende facetten van het gegeven duidelijk laten beschrijven en eventueel met een schematische tekening de situatie laten verduidelijken. (AD1) Met enkele vragen de voorkennis van de leerlingen toetsen en eventueel bijsturen. (AD1) Samen met de leerlingen vanuit de concrete situatie mogelijke vragen formuleren om zo te komen tot een duidelijke onderzoeksvraag. (AD2) De leerlingen proberen een toetsbare hypothese te formuleren. (AD2) Na het formuleren van de hoofdvraag aandacht hebben voor de factoren die constant blijven tijdens het onderzoek en voor de gegevens bij de proef. (AD3) AD4 AD5 AD6 AD7 Het onderzoeksplan uitvoeren en de resultaten overzichtelijk en nauwkeurig ordenen. (uitvoering) Tijdens de uitvoering van de opdracht/experiment de productetiketten interpreteren. (uitvoering) Tijdens de uitvoering van de opdracht/experiment veilig en verantwoord omgaan met stoffen, voorwerpen en toestellen. (uitvoering) Bij het noteren van de meetwaarden de correcte wetenschappelijke terminologie, symbolen en SI - eenheden gebruiken. (verwerking) W1 W3 W3 W2 Wenken De leerlingenproeven een uitdagend en motiverend karakter geven en in verband brengen met een betekenisvolle en/of technische context. In de eerste lessen wordt het labo verkend, worden de gevaren aangehaald en de te volgen veiligheidsprocedures overlopen. Een laboreglement is hiervoor een nuttig instrument. (AD5, 6) De productetiketten moeten goed leesbaar en volledig zijn. De gevarensymbolen en P- en H-zinnen zijn gekend. (AD5, 6) Voor praktische tips rond Veiligheid in de schoollaboratoria en nuttige weblinks: smartschool virtuele klas chemie. (AD5 en 6) Leerlingen moeten het onderzoeksplan kennen en begrijpen vooraleer ze starten met de uitvoering van hun onderzoek. (AD6) Bij de uitvoering van de proef planmatig en efficiënt werken met respect voor de omgeving en de materialen en materiëlen. (AD6) Waarnemingen moeten objectief geregistreerd worden en mogen niet verward worden met interpretaties. (AD4) De leerlingen moeten inzien dat meettoestellen moeten aangepast worden aan te meten hoeveelheid stof. De specifieke voordelen van het ordenen van meetwaarden in een tabel of grafiek toelichten. AD8 AD9 Onder begeleiding uit de waarnemingen/meetwaarden/grafieken conclusies trekken en het resultaat evalueren.(besluit en evaluatie) Onder begeleiding over een opdracht/onderzoek rapporteren en reflecteren.(rapportering) W1 W1

8 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 7 Wenken Leerlingen proberen op basis van hun waarnemingen een relevant besluit te formuleren. (AD8) Onder begeleiding evalueren kan gebeuren via een aantal gerichte vragen en opdrachten. (AD8) De leerlingen reflecteren over het besluit. Het besluit wordt teruggekoppeld naar de geformuleerde hypothese, deze wordt bevestigd of weerlegd. In het laatste geval denken de leerlingen na over de hypothese, gebruikte methode (AD8) Leerlingen leren rapporteren en communiceren over de resultaten van de proef door het maken van een verslag, een poster, korte mondelinge presentatie. (AD9) De leerlingen leren zelfstandig een verslag maken en gebruiken hierbij zoveel mogelijk ICT. Het verslag bevat minimaal volgende punten: (AD9) doel van de proef in de verwoording van een onderzoeksvraag; hypothese; (eventueel) beschrijving of tekening van de opstelling; plan of werkwijze met notatie van de waarnemingen en/of meetwaarden; het besluit; reflectie. Het is belangrijk dat de verslaggeving persoonlijk of in kleine groepjes gebeurt en dat leerlingen het verslag nauwkeurig en met de nodige discipline leren maken. Bij het aanleren van de opmaak van een verslag kan als start een voorgedrukt werkblad ter ondersteuning worden gebruikt. Leerlingen leren zo om geleidelijk aan zelfstandig een verslag te maken (tegen het einde van de tweede graad). Bij de evaluatie van de leerlingenproef aandacht hebben voor verschillende vaardigheden en attitudes die bij uitvoering van de proef en het maken van het verslag aan bod komen: nauwkeurigheid, respect voor het materiaal, samenwerking, uitvoeren van instructies, aandacht voor veiligheid

9 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 8 WETENSCHAP EN SAMENLEVING In het domein wetenschap en samenleving maken de leerlingen kennis met de maatschappelijke relevantie en verschillende toepassingen van wetenschappelijke kennis. Vanuit de contextgebieden duurzaamheid, cultuur en maatschappij worden een aantal communicatievaardigheden ingeoefend. De leerlingen leren hierbij op een efficiënte manier informatie verwerven, verwerken, presenteren en maken hierbij zoveel mogelijk gebruik van ICT. Leerlingen voeren tijdens de tweede graad minimum één informatieopdracht uit voor het vak chemie binnen één van de contextgebieden: duurzaamheid, cultuur en maatschappij. Binnen de vakgroep wetenschappen worden afspraken gemaakt over de verdeling van de contextgebieden, zodat elke context één keer aan bod komt in de tweede graad. AD11 AD12 AD13 Bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik, biodiversiteit en het leefmilieu. (duurzaamheid) De natuurwetenschappen als onderdeel van de culturele ontwikkeling duiden. (cultuur) De wisselwerking tussen natuurwetenschappen en de maatschappij op ecologisch, ethisch en technisch vlak illustreren. (maatschappij) W4 W5 W5 Wenken Informatieopdrachten kunnen gerealiseerd worden via activerende werkvormen. Mogelijke werkvormen: een discussiegesprek waarbij gefundeerde argumenten worden gebruikt; een stellingenspel of andere werkvormen waarbij communicatie wordt geactiveerd; een presentatie van een onderzoek; (poster, ppt ); taalactiverende of taalondersteunende opdrachten (slangenspel, placemat, bingo ); verslag van bedrijfsbezoek of bezoek aan een natuureducatief centrum, musea of wetenschapscentra; expert als gastleraar in de school; projectwerking techniek en wetenschap ; informatieopdracht over historische figuur; gebruik van artikels uit de media. Duurzaamheid Cultuur kunststoffen: isolatiemateriaal, coatings; silicium in fotocellen; PET en andere recycleerbare plastics; duurzaam bouwen. carbonfiber in sportmateriaal; cosmetica; soorten verven en restauratie van schilderijen. Maatschappij bv doos van Technopolis time voor Nano ; het verschil duiden tussen pseudo wetenschappelijke kennis en wetenschappelijke kennis. De informatieopdracht beperken tot maximaal twee lesuren. Deze algemene doelen kunnen ook vakoverschrijdend of projectmatig gerealiseerd worden.

10 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 9 LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN Bij elke leerplandoelstelling wordt in de eerste kolom een verwijzing gemaakt naar één van de volgende symbolen: C: het nummer van de vakgebonden eindterm chemie; W1, W2 en W3: de gemeenschappelijke eindtermen i.v.m. wetenschappelijke vaardigheden ; W4 en W5: de gemeenschappelijke eindtermen i.v.m. wetenschap en samenleving ; SPET: het nummer van de decretale specifieke eindterm van de pool sportwetenschappen (bijlage 1); U: leerplandoelstellingen die cursief staan zijn bedoeld als een mogelijke uitbreiding en zijn niet verplicht; de uitvoering van minimaal vier leerlingenproeven per leerjaar is verplicht, de leerplandoelstellingen i.v.m. leerlingenproeven zijn suggesties; de uitvoering van één informatieopdracht per graad is verplicht. Uitvoering van leerlingenproeven Het is aanbevolen om de uitvoering van de leerlingenproeven evenwichtig te spreiden. Tijdens de uitvoering van de leerlingenproeven de ontwikkeling van attitudes zoals taakgerichtheid, respect voor materiaal en milieu, zin voor veiligheid en sociale vaardigheid nastreven. De beoordeling van deze vakgebonden attitudes kunnen in de evaluatie van de leerlingenproef worden opgenomen. Het is aangewezen om een leerlijn voor de ontwikkeling van vaardigheden en attitudes met de vakgroep te bespreken. Bij elk onderdeel staan na de wenken enkele mogelijke proeven; hieruit kunnen leerlingenpractica en/of demoproeven gekozen worden. Andere proeven kunnen, indien wenselijk, ingelast worden. Uitvoering van informatieopdracht Bij bepaalde hoofdstukken wordt een suggestie gemaakt naar de contextgebieden: cultuur, duurzaamheid of maatschappij voor het opstellen van de informatieopdracht. De verdeling van de contextgebieden: cultuur, duurzaamheid en maatschappij met de vakgroep afspreken. Bij verwerking van de leerinhouden: Demonstratie en observatie dienen als basis voor de realisatie van de leerinhouden. Lessen zoveel als mogelijk benaderen vanuit de leefwereld van de leerling of van uit de actualiteit. De leerinhouden staan in de rechterkolom bij de doelstellingen. De wenken zijn per deel geformuleerd en bieden een ondersteuning. Voor bijkomende informatie over leerlingenproeven en leerinhouden alsook voor interessante internetsites en linken kan je terecht op de virtuele klas van chemie (smartschool GO!).

11 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 10 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN STOFFEN EN MENGSELS C1 1 in algemene termen aangeven wat de chemie bestudeert. Verschil tussen chemie en fysica W3 2 veilig en verantwoord werken in het laboratorium. Labo Sectoren van de chemische industrie Chemie in het dagelijks leven (film) Reglement, praktische tips, PBM (persoonlijk beschermingsmaatregelen), etikettering, H en P-zinnen, gevarensymbolen, benoemen van labomaterieel C1 3 het verschil aangeven tussen een voorwerp en een stof. Verschil tussen stof en voorwerp C1 4 stoffen onderscheiden aan de hand van fysische en chemische eigenschappen. C1 5 uitleggen dat de oorsprong van een zuivere stof, natuurlijk ontstaan of synthetisch bereid, geen invloed heeft op haar eigenschappen. C2 6 aan de hand van voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof. Fysische en chemische eigenschappen Voorbeelden zoals: riet- en bietsuiker, CO 2 Heterogeen en homogeen mengsel zoals emulsie, suspensie, oplossing gasmengsel, aerosolen, rook W1 3 SPET de oplosbaarheid van vaste stoffen, vloeistoffen en gassen in een vloeibaar oplosmiddel onderzoeken. Leerlingenpracticum 1: enkele stoffen mengen en de mengsels herkennen C1, C2 8 mengsels onderscheiden op basis van de componenten. Bijv: gefractioneerde destillatie van aardolie W1 3 C3 SPET voor eenvoudige mengsels scheidingstechnieken voorstellen en deze met eenvoudig materiaal veilig uitvoeren. Leerlingenpracticum 2: scheiden van mengsels

12 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 11 Specifieke pedagogisch-didactische wenken In het vak natuurwetenschappen en technologische opvoeding in de eerste graad is reeds aandacht besteed aan grondstoffen, materialen en voorwerpen. De leerlingen hebben ook reeds kennis gemaakt met het begrip stof en het onderscheid tussen mengsel en zuivere stof geleerd. Er kan vertrokken worden vanuit het idee dat leerlingen zelf over chemie hebben, de vertoning van de video Chemie voor vandaag en morgen van SIREV de video op of vanuit posters (aan te vragen bijwww.chemieoveral.nl). Mogelijke contexten: geneesmiddelen, drugs, huishoudproducten, onderzoek in de omgeving, wapens, giftige stoffen, kunststoffen versus natuurproducten. Aan de hand van een aantal dagelijkse gebruiksvoorwerpen het onderscheid uitleggen tussen een voorwerp en de stof(fen) waaruit dat voorwerp bestaat; proeven van of ruiken aan stoffen kan gevaarlijk zijn. De verschillen tussen stoffen zoals azijn, water, alcohol, ijzer, koper, zout, kristalsuiker, enz. zijn gebaseerd op fysische en chemische eigenschappen. Voorbeelden: rietsuiker en bietsuiker; CO 2 uitstoot van wagens en CO 2 in spuitwater en CO 2 in adem. Enkele mengsels die in het dagelijkse leven voorkomen, worden bij voorkeur als voorbeelden gebruikt: dranken (o.a. spuitwater, limonade, wijn) voedingswaren (o.a. mayonaise), cosmetica (o.a. huidcrèmes). Mogelijke proeven Stoffen classificeren naar eigenschappen. Mengsels maken, bv krijt en water, olie en water, mayonaise maken (met en zonder mosterd), inkt en water, zout en rijst, zout in water, spuitwater. Scheiden van zeewater (zout, zand, water) (filtratie en indamping). Extractie van olie uit pindanoten (extractie). Koffie zetten (extractie en filtratie). Bladgroen uit bladeren (extractie en chromatografie). Destillatie van rode wijn kan als demo-experiment didactisch zeer waardevol zijn. Eventueel met de alcohol Grand Marnier maken: extractie van sinaasappelen en koffiebonen (+ suiker) in alcohol. Van suikerbiet tot suiker (extractie filtratie adsorptie filtratie kristallisatie).

13 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 12 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN STOFFEN EN REACTIES C6 10 vanuit experimenten chemische en fysische verschijnselen onderscheiden. Verschil tussen een chemisch en een fysisch verschijnsel C8 11 wet van behoud van elementen formuleren. Atomen, moleculen C4, C5 12 aan de hand van de symbolische schrijfwijze stoffen classificeren als atoom, molecule, enkelvoudige of samengestelde stof. Atomen, moleculen, enkelvoudige en samengestelde stoffen C4 W4, 5 13 het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen. Belangrijkste elementen met hun symbolen U 14 correcte elementenvergelijkingen schrijven met aanduiding van de aggregatietoestand. Bijv. elementvergelijking: water waterstofgas + zuurstofgas (H,O) vl (H) g (O) g (v) voor vast, (vl) voor vloeibaar, (g) voor gasvormig en (aq)voor opgelost in water 15 door vergelijking van reactieschema s het verschil uitleggen tussen een analyse en een synthese. Analyse en synthese C10 16 een elementair inzicht in de opbouw van het periodiek systeem aantonen. Metalen / niet-metalen, groepen, periodes, 92 unieke atoomsoorten, allotropie van C, S, P Lanthaniden, actiniden, transuranen en toepassingen Rangschikking volgens toenemende atoommassa W1-3 SPET enkelvoudige en samengestelde stoffen identificeren op basis van fysicochemische kenmerken. Leerlingenpracticum 3: identificatie van stoffen

14 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 13 Specifieke pedagogisch-didactische wenken Leerlingen kennen de begrippen atoom, molecule en maakten kennis met het deeltjesmodel in de eerste graad. Als voorbeelden van chemische reacties kunnen omzettingen van eetwaren gekozen worden, (bv bakken en braden, zuur worden van melk en wijn, rijzen van deeg) aantasting van metalen, verbrandingsreacties, uitharding van gips, ontkalken van koffiezet en reinigen van sanitair. Stoffen die niet kunnen ontleed worden in andere stoffen noemt men enkelvoudige stoffen, stoffen die wel ontleed kunnen worden noemt men samengestelde stoffen (bv door elektrolyse van water ontstaat er waterstofgas en zuurstofgas, door verhitting van suiker ontstaat kool en water). Hierbij kan gebruik gemaakt worden van het deeltjesmodel. Wanneer een stof ontleedt wordt in andere stoffen, is dit een analyse; wanneer uit twee verschillende stoffen één nieuwe stof gevormd wordt, spreekt men van synthese. De materie is opgebouwd uit atomen. In enkelvoudige stoffen komen alleen atomen voor van één atoomsoort, in samengestelde stoffen komen minstens twee atoomsoorten voor. Een element is een atoomsoort. Atomen zijn uiterst kleine deeltjes die bij een chemische reactie niet vernietigd worden. In de natuur komen 92 atoomsoorten (elementen) voor; ze verschillen in grootte en in massa en ze worden voorgesteld door symbolen. De belangrijkste elementen: Cl, I, O, S, N, P, C, H, He, Ne, Ar, Na, Ca, Mg, Fe, Zn, Hg, Al, Pb, Cu, Ag, Au. Voorbeelden van samengestelde stoffen: waterstofchloride (H, Cl): verwijdering van cementresten, zwavelzuur (H, S, O): accu, natriumhydroxide (Na, O, H): ontstopper van afvoerbuizen, ammoniak (N, H): ontvettingsmiddel, calciumhydroxide (Ca, O, H): bepleisteren van muren, natriumchloride (Na, Cl): keukenzout, natriumwaterstofcarbonaat (Na, H, C, O): maagzout, calciumcarbonaat (Ca, C, O): krijt, marmer. De oorsprong van een zuivere stof (synthetisch bereid of in de natuur ontstaan) heeft geen invloed op haar eigenschappen. Om bij stoffen het onderscheid tussen het element en de enkelvoudige stof te maken, spreken we bv van zuurstof en zuurstofgas en bv van natrium en natriummetaal. Pas als de leerlingen duidelijk het verschil inzien tussen het element en de enkelvoudige stof, kan voor metalen de uitgang -metaal weggelaten worden. De elementen worden in het PSE gerangschikt volgens toenemende atoommassa waarbij rekening gehouden wordt met de eigenschappen van de overeenkomstige enkelvoudige stoffen. Het historisch belang van het periodiek systeem wordt uitgelegd: D. I. Mendelejev kon voorspellingen doen over het bestaan van (nog niet ontdekte) elementen en eigenschappen van de overeenstemmende stoffen Waarneembare eigenschappen van metalen en niet-metalen zijn de fysische eigenschappen: aggregatietoestand bij kamertemperatuur, elektrische geleidbaarheid, warmtegeleiding, vervormbaarheid Hierbij kunnen bv kwik, zwavel en andere stoffen met speciale eigenschappen aan bod komen. In het PSE kunnen 18 groepen worden onderscheiden. Ze worden genummerd van 1 tot 18. De oude benaming (onderverdeling in a- en b-groepen) kan worden vermeld. Sommige groepen worden speciaal benoemd; alkalimetalen, aardalkalimetalen, edelgassen, halogenen. De rangschikking kan worden verduidelijkt door voor verschillende groepen de eigenschappen en de toepassingen toe te lichten. Bv: edelgassen: inert, halogenen: in lampen, alkalimetalen: zachte, reactieve metalen Hierbij kan gebruik gemaakt worden van het PSE met toepassingen (te bestellen bij KVCV). Spectaculaire en gevaarlijke experimenten met alkalimetalen kunnen eventueel getoond worden aan de hand van filmpjes ( )

15 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 14 Mogelijke proeven Identificatie van een aantal stoffen: geur, geleidbaarheid, aggregatietoestand, kristalvorm, dichtheid, kleur (fysische kenmerken) brandbaarheid (chemische kenmerken). Verwarmen van bijv. bakpoeder, suiker, ammoniumchloride, oplossen van een bruistablet in water met CO 2 ontwikkeling. Demoproef: reactie van ijzer(poeder) met zwavel: aantonen met magneet dat er geen ijzermetaal meer is. Demoproef: elektrolyse van water. Demoproef: in beker met water en fenolftaleïne: schaatsende natrium. Demoproef: in reageerbuis met laagje pentaan bovenop water: dansende natrium. Mogelijke informatieopdracht Van enkele enkelvoudige stoffen (bijvoorbeeld: diwaterstof, dizuurstof, trizuurstof, dichloor, dijood, diamant, grafiet, octazwavel, natrium, magnesium, aluminium, ijzer, zink, lood, koper, kwik, goud, zilver) kunnen één of meer van de volgende aspecten besproken worden: voorkomen, winning, bereiding, fysische eigenschappen, chemische eigenschappen, toepassingen.

16 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 15 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN KARAKTERISTIEKEN VAN CHEMISCHE REACTIES C8 SPET W de wet van behoud van massa aantonen. Leerlingenpracticum 4: wet van behoud van massa C8, C13 19 de wet van behoud van massa bij chemische processen (wet van Lavoisier) formuleren en toepassen. 20 de wet van de constante massaverhoudingen in samengestelde stoffen (wet van Proust) verwoorden en toepassen. 21 de constante samenstelling van een samengestelde stof verklaren met het atoommodel van Dalton. C5 22 met voorbeelden en aan de hand van de chemische formule uitmaken of een stof of stofdeeltje is opgebouwd uit atomen, moleculen, mono- en/of poly-atomische ionen. Bij een chemische reactie is de som van de massa s van de reagerende stoffen gelijk aan de som van de massa s van de reactieproducten. Tijdens de reactie tussen twee stoffen, reageren die uitgangsstoffen slechts in een bepaalde verhouding met elkaar. Is er één product teveel aanwezig, dan blijft dit na de reactie over. Atoommodel van Dalton Een molecule is opgebouwd uit atomen, die in een bepaalde verhouding voorkomen. de formule of formule-eenheid (voor zouten) van een stof geeft aan welke atoomsoorten erin voorkomen en in welke verhouding. C13 23 reactievergelijkingen in evenwicht brengen. Termen reagens en reactieproducten en de pijl komen hier aan bod C16 24 de verbranding van een enkelvoudige stof herkennen als een oxidatie met zuurstofgas waarbij een oxide gevormd wordt. C6b 25 de verbranding van een samengestelde stof herkennen als een oxidatie met zuurstofgas waarbij verschillende oxiden gevormd worden. C gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde stoffen. Verbranding van enkelvoudige stoffen, koolstof Verbranding van samengestelde stoffen, bv aardgas Formules en reactievergelijkingen

17 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 16 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN C4 SPET methoden aangeven om de zuurgraad van een oplossing vast te stellen en op basis hiervan de oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. Zuur-base-indicator als middel om oplossingen in drie groepen in te delen: zure, basische en neutrale oplossingen. C4 28 aangeven dat er door reactie van een niet-metaal-oxide met water een zure oplossing ontstaat en dat door reactie van een metaaloxide met water een basische oplossing ontstaat. 29 het optreden van reacties tussen metalen en niet-metalen met voorbeelden verwoorden. 30 het optreden van reacties tussen niet-metalen met voorbeelden verwoorden. C4 31 aan de hand van de formule een representatieve stof benoemen als: een metaal, een niet-metaal, een edelgas, een oxide, een hydroxide, een zuur of een zout. C6, W4, 5 32 de begrippen exo- en endo-energetisch illustreren met voorbeelden van chemische processen. C6 33 aan de hand van voorbeelden verschillende vormen van energieomzettingen bij chemische reacties herkennen. Reacties van metalen en van niet-metalen met dizuurstof en de daaropvolgende reacties van de bekomen oxiden met water door woordvergelijkingen (reactieschema s), elementvergelijkingen en/of reactievergelijkingen Metalen reageren met niet-metalen en vormen binaire verbindingen (zouten). Binaire verbindingen van een metaal en een niet-metaal geleiden de elektrische stroom niet in vaste toestand, wel in gesmolten toestand of als ze opgelost worden in water. Voorbeeld: reactie tussen diwaterstof en dizuurstof Classificatie van stoffen Exo- en endo-energetische reacties bv elektrolyse van water, verbranding van aardgas Bv: luminescentie, stralingsenergie, C6 W1-3 SPET Aan de hand van experimentele waarnemingen exo- en endotherme reacties identificeren. Leerlingenpracticum 5: eenvoudige exo- en endotherme reacties 35 het roesten van metalen als trage oxidatie beschrijven. Oxidatie van een metaal 36 een reductie beschrijven als een reactie waarbij zuurstof aan een stof onttrokken wordt. Reductie van bv koperoxide met koolstofpoeder 2 CuO + C 2 Cu + CO 2

18 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 17 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 37 een ontploffing beschrijven als een zeer snelle exo-energetische reactie. LEERINHOUDEN Buskruit U 38 een ontploffing beschrijven door gebruik te maken van de begrippen oxidatie en reductie. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Synthese van ijzersulfide in verschillende massaverhoudingen. Onderscheid aangeven tussen de moleculen van enkelvoudige en samengestelde stoffen aan de hand van het begrip atoomsoort. Molecuulformules van stoffen, bv CO 2, CO, O 2. De naamgeving van deze eenvoudige stoffen. Er zijn applets om voorgetallen in reacties in orde te brengen. bv Voorstelling van reacties door molecuultekeningen en reactievergelijkingen, bv Ook op de onvolledige verbranding kan ingegaan worden (vorming van koolstofmonoxide). De vorming van CO 2 kan aangetoond worden met kalkwater. Aan de hand van experimenten de voorwaarden voor een verbranding inventariseren. De verbranding van metalen zoals Mg en Al wordt toegepast in vuurwerk. Sommige niet-metalen vormen niet-metaaloxiden, die met water een zure oplossing vormen. Als voorbeeld kan de bereiding van zwaveligzuur, vertrekkend van zwavel gedemonstreerd worden. Sommige metalen vormen metaaloxiden, die met water een basische oplossing vormen. Voorbeeld van een experiment en reactieschema: - ongebluste kalk + water gebluste kalk

19 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 18 (Ca, O) (H,O) (Ca, O, H) CaO + H 2 O Ca(OH) 2 - of vertrekkend van magnesium verbranden gevormde magnesiumoxide in water (+ fenolfteleïne) brengen Exo-energetische reacties omschrijven als reacties die energie vrijmaken onder de vorm van: warmte, bv verbranding, hotpacks, licht, bv light-stick; elektriciteit, bv batterij; kinetische energie: beweging, geluid. Endo-energetische reacties omschrijven als reacties die energie opnemen. bv coldpacks, oplossen van ammoniumnitraat in water. Bij het roesten van ijzermetaal treedt een oxidatie op. Roest is een volksnaam voor ijzeroxide. Buskruit is een mengsel van kaliumnitraat (75%), houtskool (15%) en zwavel (10%). Bij de ontploffing van buskruit wordt kaliumnitraat gereduceerd. Mogelijke proeven Massabehoud aan de hand van eenvoudige reacties onderzoeken, bv marmer + zoutzuur; bakpoeder + huishoudazijn (met ballon op flesje), bariumhydroxide-oplossing + kopersulfaat-oplossing Eenvoudige verbrandingsreacties: verbranden van een kaars, houtskool, aardgas, magnesiumlint, suiker Eenvoudige endotherme reactie: bijv. bakpoeder en huishoudazijn en de reactie tussen bariumhydroxide en ammoniumchloride. De temperatuur wordt gevolgd. Eenvoudige exotherme reactie: bijv. blussen van ongebluste kalk, de reactie tussen natriumhydroxide en waterstofchloride. De temperatuur wordt gevolgd. Roesten van ijzer. Mogelijke informatieopdrachten ICT opdracht over de werking en toepassing van cold- en hotpacks.

20 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 19 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN DE LEERLINGEN KUNNEN LEERINHOUDEN PERIODIEK SYSTEEM EN ATOOMBOUW C9 39 een atoom beschrijven als kern omgeven door elektronen gekaderd in een historisch perspectief. C9 40 de samenstelling van atomen afleiden uit het atoomnummer en het massagetal. Protonen, neutronen, elektronen A-Z geeft het aantal neutronen C8, C9 41 verduidelijken dat er 92 elementen bestaan. Stabiele en onstabiele nucliden C9 42 isotopen definiëren als verschillende nucliden van een zelfde element. Procentueel voorkomen van elementen met 2 isotopen berekenen U 43 uitleggen waarom de overgangselementen allen dezelfde ionen vormen. Inversie van bv zilver aanhalen als uitzondering op de ionvorming van de overgangselementen C9 44 het atoommodel van Bohr beschrijven. Historische opbouw naar model van Bohr, Rutherford C10 45 de elektronenconfiguratie met schillen schematisch voorstellen. Voor een aantal elementen C10 46 het verband leggen tussen de elektronenconfiguratie en de plaats in het PSE. C9 47 op basis van de elektronenconfiguratie de Lewisvoorstelling tekenen. Lewisstructuur Elementen uit de hoofdgroepen, atomen gerangschikt volgens toenemend atoomnummer C8, C11 48 inzien dat elk atoom streeft naar een edelgasconfiguratie. Begin van ionvorming, gemeenschappelijke elektronen atoombinding C8, C11 49 met voorbeelden uitleggen hoe een ionbinding, een atoombinding en een metaalbinding tot stand komen. Ionbinding, atoombinding, metaalbinding, metaalrooster, ionrooster en molecule, Van der Waalskrachten

21 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 20 Specifieke pedagogisch-didactische wenken Filmpjes van elk element Het maximale aantal elektronen per schil kan steeds berekend worden met de formule 2n², waarbij n het schilnummer is. Aangeven dat elementen uit eenzelfde hoofdgroep dezelfde reacties vertonen, als gevolg van een analoge elektronenconfiguratie in de buitenste schil bezitten de elementen in een hoofdgroep gelijkaardige chemische en fysische eigenschappen. De namen van de belangrijkste hoofdgroepen ( a-groepen) geven: alkalimetalen, aardalkalimetalen, aardmetalen, C-groep, N-groep, O-groep, halogenen en edelgassen De atoommassa s zijn niet steeds gehele getallen, bijv. de atoommassa van 37,5 bij chloor wijst niet op het bestaan van halve neutronen in chloor maar op het bestaan van isotopen. Inversie van elektronen om een volledige onderliggende schil te bekomen ( stabiliteit atoom) zilver. Aangeven dat de horizontale groeperingen periodes genoemd worden. 92 unieke atoomsoorten; transuranen zijn radioactieve elementen, snel vervallende nucliden Helium kan je inademen (piepstemmetje) want is als edelgas- totaal niet reactief en dus onschadelijk voor je longen, het verhoogt enkel de trillingsfrequentie van de stembanden. Neon wordt gebruikt in TL-lampen, ook argon heeft als edelgas toepassingen bij grote hitte zoals in argon lampen of bij laswerken. Het atoommodel eindigt niet bij de neutronen en protonen, onderzoek naar nog meer fundamentele bouwsteentjes gaat verder: LHC in het CERN. Mogelijke proeven Vlamproeven geven een analogie met het ROGGBIV spectrum en de kleur van de vlam toont op die manier het aantal schillen van het metaal dat wordt onderzocht. Voorbeeld van lithiumzout (ROOD), natriumzout (ORANJE), koperzout (GROEN), de leerlingen vergelijken de kleur van de vlam met de positie in het spectrum en tegelijkertijd op PSE en concluderen dat de 7 kleuren van het ROGGBIV spectrum en de 7 perioden van het PSE een overeenkomst hebben.

22 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 21 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN AARDOLIEPRODUCTEN C4 50 aan de hand van een chemische formule een representatieve stof classificeren of benoemen als een anorganische of organische stof. Het begrip organische stof : alle C-verbindingen behalve CO, CO 2 en carbonaten. W1-3 C4 SPET C8, C10, C11 51 door middel van eenvoudige proeven de aanwezigheid van koolstof en van waterstof in organische stoffen aantonen. 52 op basis van de Lewisvoorstelling de bindingsmogelijkheden van het C-atoom afleiden. Leerlingenpracticum 6: aantonen C en H in organische stoffen, bijv. kaarsvet, suiker Vier bindingen van C-atoom De ketenstructuur van organische moleculen voorstellen C8 53 het model van de atoombinding als gemeenschappelijk elektronenpaar tussen twee atomen voorstellen. C4, C8 54 structuurformules, brutoformules en namen van alkanen, alkenen en alkynen schrijven. Lewisvoorstelling van moleculen Naamgeving en voorstelling (zaagtand, visgraatstructuur) C4, C8 55 de 3D-structuur van methaan, etheen en ethyn voorstellen Methaan: tetraëdrische structuur Etheen: vlakke trigonale geometrie rond het C-atoom Ethyn: lineaire structuur Aard van de bindingen (verzadigd, onverzadigd) Bindingshoeken W een verband leggen tussen aggregatietoestand en de ketenlengte van alkanen. Demoproef: de aggregatietoestand van verschillende alkanen nagaan 57 enkele toepassingen van alkanen, alkenen en alkynen bespreken. Alkanen: brandstof, aardgas, kaarsvet, paraffine, vaseline Alkenen: etheen als belangrijke grondstof in de Polymeerchemie C8 58 isomeren van alkanen door structuurformules voorstellen. Alkynen: ethyn als lasgas C13 59 typische reacties van alkanen, alkenen en alkynen in verband brengen met hun structuurformule. Alkanen (met verzadigde bindingen): substitutiereactie Alkenen, alkynen (met onverzadigde bindingen): additiereactie,

23 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 22 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN Polymerisatie Een substitutiereactie van alkanen met dihalogenen door een reactievergelijking voorstellen. Er ontstaat een halogeenalkaan. Het gebruik van halogeenalkanen, bijv. CH 3 Cl, CH 2 Cl 2, CHCl 3, CCl 4. Een additiereactie van alkenen en alkynen met dihalogenen door een reactievergelijking voorstellen C4, C8 60 de structuurformules van methanol en ethanol schrijven en het gebruik toelichten. Alcoholen De functionele groep van een alcohol (-OH) Additie van water aan etheen geeft ethanol Methanol als brandalcohol, biobrandstof en ethanol voor consumptie, biobrandstof, ontsmettingsmiddel C4 W1-3 SPET chemische en/of fysische eigenschappen van alkanen onderzoeken aan de hand van eenvoudige experimenten. Leerlingenproef 7: onderzoek naar eigenschappen van alkanen Specifieke pedagogisch-didactische wenken Het verschil aangeven tussen een organische stof en een anorganische stof op basis van de samenstellende elementen, of aan de hand van een voorbeeld. bv CH 4, C 2 H 6, C 2 H 4, C 2 H 2, CH 3 CH 2 OH: organische stoffen voornamelijk C en H (maar O, N, S ook mogelijk) bv NaCl, Fe, CaCO 3, O 2, O 3, CO, H 2, NH 3 : anorganische stoffen. Synthetische stoffen verschillen enkel in bereidingswijze van hun natuurlijke equivalent. Vroeger dacht men dat een bepaalde levenskracht van planten en dieren nodig was voor de synthese van organische stoffen. Organische chemie wordt ook wel koolstofchemie genoemd. Kamperen in de winter: het gebruikte campinggas (propaan/butaan) is afhankelijk van het seizoen. Dit kan verklaard worden aan de hand van de kookpunten van propaan en butaan. (klimmers op grote hoogte gebruiken daarom propaan). Doe-opdracht: de 3D- structuur van methaan, etheen en/of ethyn maken met staafjes en bolletjes (bv met Cochranes of Oxford Molecular Models) Het gebruik van etheen (en andere alkenen en alkynen) in de polymeerchemie kunnen toeschrijven aan de aanwezigheid van onverzadigde bindingen (dubbele en drievoudige bindingen). Alcoholen: opgelet met absint!

24 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 23 Mogelijke proeven Ontvlambaarheid van alkanen in verband brengen met de ketenlengte en molecuulmassa. Vergelijkende studie van het vlampunt van enkele stoffen, bv aardolie, stookolie, benzine. De dichtheid van alkanen vergelijken met de dichtheid van water; de oplosbaarheid van alkanen in water nagaan. De oplosbaarheid van bepaalde stoffen (bv dijood, keukenzout, olie) in alkanen (bv pentaan) vergelijken met de oplosbaarheid in water. Het verband tussen de aggregatietoestand en de ketenlengte van alkanen kan als volgt geïllustreerd worden: demoproef alkanen: onderzoek naar het verband tussen de aggregatietoestand van onvertakte alkanen en de ketenlengte. De volgende alkanen kennen de leerlingen uit het dagelijkse leven: methaan (bunsenbrander), propaan (kampeergas), butaan (aansteker): gassen bij kamertemperatuur; pentaan, hexaan, heptaan, octaan, benzine: vloeibaar bij kamertemperatuur. Hogere alkanen (aanwezig in paraffine, kaarsvet, vaseline): vast bij kamertemperatuur; demoproef 2: aansteker 1 in de koelkast (vloeibaar), aansteker 2 bij kamertemperatuur (gas) aansteker 1 enkele minuten bij kamertemperatuur laten liggen. De zaak Polly Meer is te verkrijgen via Technopolis: alle granulaten en halffabricaten zitten in de doos. Mogelijke informatieopdracht: ICT-opdracht: de 3D-structuur van methaan en andere alkanen bestuderen met behulp van applets of chemsketch. Opzoeken van de recyclagecodes bij kunststoffen en de voornaamste eigenschappen en gebruik van bv PET, PE en PVC. ICT-opdracht / omgaan met informatie: het belang van fossiele bronnen (steenkool, aardgas, aardolie) aangeven; toepassingen en gebruik van alkanen in het dagelijkse leven, in de natuur.

25 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 24 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN CLASSIFICATIE VAN STOFFEN C4 62 de molecuulformules van belangrijke binaire en ternaire zuren in verband brengen met hun wetenschappelijke en triviale naam en omgekeerd. Formules van zuren: algemene voorstellingswijze: HZ. Een zuur is een stof die, opgelost in water, een waterstofion zal vormen (H + ) en een zuurrestion (Z - ) bijv. zoutzuur (HCl), koolzuur (H 2 CO 3 ), zwavelzuur (H 2 SO 4 ), fosforzuur (H 3 PO 4 ) en salpeterzuur (HNO 3 ) C4 63 toepassingen van enkele zuren geven. Zoutzuur: verwijderen cementresten, kalkaanslag Koolzuur: ontstaat bij oplossen van koolstofdioxide (CO 2 ) in water (H 2 O) bv frisdranken Zwavelzuur: zuur in accu van wagen Fosforzuur: voedingsadditief, in cola Salpeterzuur: gebruik bij synthese van meststoffen, vormt samen met zoutzuur aqua regia (= koningswater) C4, C5 64 hydroxiden classificeren als stoffen die opgebouwd zijn uit positieve metaalionen en negatieve hydroxide-ionen. C4 65 de verhoudingsformules van enkele belangrijke hydroxiden in verband brengen met hun naam en omgekeerd. Formules van hydroxiden: algemene voorstellingswijze: M(OH) n (met M n+ : metaal-ion, OH - : hydroxide-ion) Bijv: blussen van kalk, gebruik van kalk in kalkmortel. Naamgeving indien meerdere mogelijke ladingen voor metaalion (b-groep): Bijv: Fe(OH) 2 : ijzer(2+)hydroxide, ijzerdihydroxide Fe(OH) 3 : ijzer(3+)hydroxide, ijzertrihydroxide C4, C8, C11 66 zouten classificeren als stoffen die opgebouwd zijn uit positieve metaalionen en negatieve zuurrest-ionen. Zouten zijn ionverbindingen. Zouten indelen in binaire en ternaire zouten. C4 67 de verhoudingsformules van binaire en ternaire zouten in verband brengen met hun naam en omgekeerd. C4, 68 aan de hand van een chemische formule een representatieve stof classificeren als hydroxide, zuur of zout Naamgeving en formules van zouten bepalen door toepassing van de neutraliteitsregel. Classificatie van stoffen (zuren, basen en zouten) op basis van hun formule

26 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 25 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN W1-3 C4 SPET eenvoudige reacties uitvoeren en de uitgangsstoffen en reactieproducten in stofklassen indelen. Leerlingenpracticum 8 Reactie van een metaaloxide en een niet-metaaloxide in water Specifieke pedagogisch-didactische wenken Voor zouten en basen met metaalionen uit de a-groepen volstaat de naam zonder tussenvoegsel (di, tri); de lading van het metaalion tussen haakjes vermelden is overbodig, bijv. Ca(OH) 2 is calciumhydroxide. Voor zouten en basen met metaalionen met meerdere mogelijke ladingen (uit de b-groep) moet de naam met tussenvoegsel (di, tri) geschreven worden; of de lading van het metaalion moet tussen haakjes vermeld worden. Fe(OH) 2 is ijzer(2+)hydroxide, ijzerdihydroxide. Toepassingen van zouten, zuren en basen uit het dagelijkse leven: natriumhydroxide is WC-ontstopper, natriumchloride is keukenzout, zwavelzuur zit in accu van wagen, natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO 3 ) in bruistabletten en bakpoeder, meststoffen: bereiding van ammoniak en ammoniumzouten. Aan de hand van een chemische formule een representatieve stof classificeren als: enkelvoudige of samengestelde stof, metaal of niet-metaal, ionverbinding of moleculeverbinding, organische of anorganische stof, metaaloxide of niet-metaaloxide, hydroxide, zuur: binair of ternair (oxozuur), zout: binair of ternair. Leren omgaan met een organogram van stofklassen. Mogelijke proeven Ontbranding van fosfor (laten zien via film of demoproef). Aantonen van zuren en basen met een indicator. Principe van ontkalking: CaCO 3 (kalk) reageert met HCl (zoutzuur), er wordt koolstofdioxide gevormd. Keukenzoutoplossing laten indampen tot zoutkristallen. Demoproef: bereiding van zwaveligzuur uitgaande van zwavelbloem. Bereiding van fosforigzuur uitgaande van fosfor. Bereiding van kalkwater uitgaande van calciumoxide (bereiding van barietwater uitgaande van bariumoxide). Het rijzen van cakedeeg verklaren: bij verhitten van natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO 3 ) ontstaan natriumcarbonaat, koolstofdioxide en water. Bij verhitten van calciumcarbonaat ontstaan calciumoxide en koolstofdioxide.

27 ASO 2e graad Basisvorming en specifiek gedeelte Sportwetenschappen 26 DECR. NR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN OPLOSSINGEN IN WATER C12 70 het onderscheid tussen polaire en apolaire atoombindingen maken aan de hand van elektronegativiteiten. C12 71 uit de ruimtelijke structuur en het verschil in elektronegativiteit van de samenstellende atomen afleiden dat de molecule water een dipoolmolecule is. 72 het optreden van waterstofbruggen tussen watermoleculen uitleggen. C8, C14 73 het oplossen van stoffen in water beschrijven in termen van corpusculaire interacties. Elektronegativiteit (onbenoemd getal) als een maat voor het vermogen van een atoom om in een binding de elektronen van een ander atoom aan te trekken. Hiermee het ontstaan van partiële ladingen (deelladingen) verklaren. Een dipoolmolecule of polaire molecule is een molecule die elektrisch neutraal is, maar die een positief geladen kant en dus ook een negatief geladen kant bezit. Een watermolecule bevat twee polaire covalente bindingen. De twee H-O bindingen maken een hoek van 104. Waterstofbruggen Corpusculaire interacties bij het oplossen Dissociatie en ionisatie en vervolgens hydratatie W1 3 SPET C11, C14 W1-3 SPET steunend op het elektrisch geleidbaarheid stoffen indelen in elektrolyten en in niet-elektrolyten. 75 de oplosbaarheid van ion- en molecuulverbindingen in polaire en apolaire oplosmiddelen onderzoeken. Leerlingenpracticum 9: geleidingsvermogen testen van verschillende oplossingen (zouten, zuren...) Leerlingenpracticum 10: oplosbaarheid van verschillende stoffen nagaan in verschillende oplosmiddelen U 76 Elektrolyse van elektrolytoplossingen. De elektrolyse van oplossingen van elektrolyten schematisch voorstellen C6 77 in een tabel het onderscheid tussen goed en slecht in water oplosbare ionverbindingen aflezen en daaruit afleiden of een neerslag kan ontstaan. C6, C7, C14 78 het ontstaan van een neerslag of een gas op basis van de reactievergelijking interpreteren in termen van ionenuitwisseling. Oplosbaarheidstabellen gebruiken Alle natrium-, kalium- en ammoniumzouten en alle nitraten zijn goed oplosbaar. Een neerslagreactie en gasontwikkelingsreactie corpusculair voorstellen, symbolisch weergeven en interpreteren Neerslagreacties voorstellen door ionreactievergelijkingen

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

door gebruik van de smaak en van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch;

door gebruik van de smaak en van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch; Leergebied: oplossing Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 1.4.1 - met een voorbeeld uitleggen wat een oplossing is; 5.3 - de elektrolyse van een natriumchloride-oplossing voorstellen op het elektrisch schema

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke eindtermen voor wetenschappen Gemeenschappelijke eindtermen gelden voor het geheel van de wetenschappen.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,

Nadere informatie

5.2.5 - atomen uit de hoofdgroepen, het aantal elektronen op de buitenste schil afleiden uit hun plaats in het periodiek systeem;

5.2.5 - atomen uit de hoofdgroepen, het aantal elektronen op de buitenste schil afleiden uit hun plaats in het periodiek systeem; Leergebied: groep Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 3.5.3 - op het periodiek systeem aanwijzen dat elementen waarvan de enkelvoudige stoffen overeenkomstige chemische eigenschappen hebben, onder elkaar

Nadere informatie

Basisvorming en specifiek gedeelte. Wetenschappen (algemeen secundair onderwijs), Sportwetenschappen (sport), Wetenschappen-topsport (sport)

Basisvorming en specifiek gedeelte. Wetenschappen (algemeen secundair onderwijs), Sportwetenschappen (sport), Wetenschappen-topsport (sport) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Chemie 2/2 lt/w Basisvorming en specifiek gedeelte Studierichtingen en studiegebieden: Wetenschappen (algemeen secundair onderwijs), Sportwetenschappen (sport), Wetenschappen-topsport

Nadere informatie

12 - het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen.

12 - het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen. Leergebied: element Leerplannen LP Chemie 2e gr ASO VVKSO (studierichtingen zonder component wetenschappen) 5.1.1.2 - B5 Chemische elementen in stoffen - Vanuit experimentele waarnemingen samengestelde

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: AV/TV /Chemie/Toegepaste chemie/ (2/2 lt/w) Basisvorming en specifiek gedeelte Studierichting: Biotechnische wetenschappen Studiegebied: Land- en tuinbouw Onderwijsvorm:

Nadere informatie

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Federatie Steinerscholen Vlaanderen v.z.w. Gitschotellei 188 2140 Borgerhout Februari 2013 Gelijkwaardig verklaarde eindtermen

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Voorkennis chemie voor 1 Ba Geografie

Voorkennis chemie voor 1 Ba Geografie Onderstaand overzicht geeft in grote lijnen weer welke kennis er van je verwacht wordt bij aanvang van een studie bachelor Geografie. Klik op een onderdeel om een meer gedetailleerde inhoud te krijgen

Nadere informatie

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Niet-metalen + metalen. Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. H2O. Wat is de structuur van een metaalbinding? Metaalrooster. Geef een

Nadere informatie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN 1 OVERZICHT 1. Zuivere stof, moleculen en atomen 1. Moleculeformules 2. Elementen 3. Atoomtheorie 4. Atoommassa 5. Moleculemassa

Nadere informatie

de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide gevormd wordt;

de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide gevormd wordt; Leergebied: oxide Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 3.7.1 - van de samengestelde stoffen waterstofchloride, (di)waterstofsulfaat, natriumhydroxide, ammoniak, calcium (di)hydroxide, natriumchloride, natriumwaterstofcarbonaat

Nadere informatie

1 De bouw van stoffen

1 De bouw van stoffen Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen

Nadere informatie

gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde stoffen;

gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde stoffen; Leergebied: reactievergelijking Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 4.4.3 - gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde

Nadere informatie

Stoffen, structuur en bindingen

Stoffen, structuur en bindingen Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

met voorbeelden en aan de hand van de begrippen molecule en atoom, uitleggen wat een formule is;

met voorbeelden en aan de hand van de begrippen molecule en atoom, uitleggen wat een formule is; Leergebied: mol Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 2.2 - de aggregatietoestanden van water beschrijven en verklaren door een verschillende beweeglijkheid van de samenstellende deeltjes (moleculen,...);

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

I. Basiskennis. ijs. Een chemisch verschijnsel is het verschijnsel waarbij wel nieuwe stoffen ontstaan.

I. Basiskennis. ijs. Een chemisch verschijnsel is het verschijnsel waarbij wel nieuwe stoffen ontstaan. Basiskennis 4 chemie 2 de graad, 2 de jaar = 4avv & 4bav 1 1. Natuurwetenschappen I. Basiskennis De studie van de natuurverschijnselen kan je ruwweg onderverdelen in: Biologie: Studie van de levende materie.

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen

Nadere informatie

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken.

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken. Basiskennis 5 chemie 3 de graad, 1 ste jaar = 5avv, 5av, 5bv 1 1.1 Opbouw van de materie I. Basiskennis Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Het spel: Rad van Fortuin

Het spel: Rad van Fortuin Het spel: Rad van Fortuin Spelregels: - iedereen draait om beurt aan het rad. - als het rad stopt, moeten ze een vraag beantwoorden. Goed antwoord: krijgen ze de punten waar het rad is gestopt en mogen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

Basisvorming en specifiek gedeelte. Techniek-wetenschappen. eerste en tweede leerjaar. (vervangt 2004/028)

Basisvorming en specifiek gedeelte. Techniek-wetenschappen. eerste en tweede leerjaar. (vervangt 2004/028) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Chemie Basisvorming en specifiek gedeelte 2/2 lt/w Studierichting: Studiegebied: Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: Techniek-wetenschappen Chemie TSO Leerplannummer: 2012/031

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Chemie 4: Atoommodellen

Chemie 4: Atoommodellen Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400

Nadere informatie

de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van metalen en de naam van de gevormde oxiden geven als de formules gekend zijn;

de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van metalen en de naam van de gevormde oxiden geven als de formules gekend zijn; Leergebied: oxidatie Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 4.2.4 - een reactie met zuurstofgas als een oxidatie beschrijven; 4.6.1 - het roesten van metalen beschrijven als trage oxidatie; 4.6.2 - de reactievergelijking

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de hand van gegeven of van waargenomen fysische eigenschappen;

mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de hand van gegeven of van waargenomen fysische eigenschappen; Leergebied: zuivere stoffen Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 1.4.5 - mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de hand van gegeven of van waargenomen fysische eigenschappen; 2.3 - een verzameling

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium

Nadere informatie

CHEMIELEERKRACHT VAN HET JAAR. Onderwerp: het periodiek systeem. Liesbeth Van Goethem

CHEMIELEERKRACHT VAN HET JAAR. Onderwerp: het periodiek systeem. Liesbeth Van Goethem CHEMIELEERKRACHT VAN HET JAAR Onderwerp: het periodiek systeem Liesbeth Van Goethem liesbeth.vangoethem@gmail.com Inhoud 1. Algemene gegevens... 2 2. Leerplandoelstellingen... 3 3. Beginsituatie... 3 4.

Nadere informatie

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren. Vak: Scheikunde Leerjaar: Kerndoel(en): 28 De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting door een scholier 1619 woorden 9 oktober 2005 7,2 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde, hoofstuk 1, 2.4,

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Basis chemie Chemie 6 (2u)

Basis chemie Chemie 6 (2u) Inhaallessen Basis chemie Chemie 6 (2u) Deze slides voor de inhaallessen worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Alle oefeningen worden

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen? Wat zijn anorganische of minerale stoffen? A. Deze stoffen komen hoofdzakelijk voor in de niet-levende natuur. In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen? B. 4 Welk van deze stofklassen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

Atomen en elementen. Edelgasconfiguratie zouten en verbindingen. Inhaallessen Basis chemie 15/01/2012

Atomen en elementen. Edelgasconfiguratie zouten en verbindingen. Inhaallessen Basis chemie 15/01/2012 Inhaallessen Basis chemie Chemie 6 (2u) Deze slides voor de inhaallessen worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Alle oefeningen worden

Nadere informatie

AV CHEMIE ASO. Economie, Grieks, Grieks-Latijn, Humane wetenschappen, Algemeen secundair onderwijs. Tweede graad 2012/725/1//D

AV CHEMIE ASO. Economie, Grieks, Grieks-Latijn, Humane wetenschappen, Algemeen secundair onderwijs. Tweede graad 2012/725/1//D LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV CHEMIE Basisvorming 1/1 lt/w Studierichtingen: Studiegebied: Economie, Grieks, Grieks-Latijn, Humane wetenschappen, Latijn Algemeen secundair onderwijs Onderwijsvorm:

Nadere informatie

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 HOCUS POCUS... BOEM VERSIE PR O EF DE CHEMISCHE REACTIE WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 14/04/16 20:53 HOOFDSTUK 1 CHEMISCHE REACTIES EN FYSISCHE VERSCHIJNSELEN 1.1 Chemische reactie en fysisch verschijnsel

Nadere informatie

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? het verschil uitleggen tussen symbolenformules en molecuulformules; molecuulformules opstellen aan de hand van tekeningen van moleculen; het aantal en de soort atomen van een

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: AV/TV /Chemie/Toegepaste chemie/ (6/6 lt/w) Basisvorming en specifiek gedeelte Studierichting: Techniek-wetenschappen Studiegebied: Chemie Onderwijsvorm: TSO Graad:

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6

Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6 Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Oplossen en mengen. Opdracht 2. Niet.

Oplossen en mengen. Opdracht 2. Niet. VW CURIE DSTUK 5 { oofdstuk 5 y plossen en mengen pdracht 1. a alcohol (ethanol), olie, vet, benzine en kwik (amalgamen) b IJzer als element is onoplosbaar, maar als ijzer(ii)- of ijzer(iii)-ionen kunnen

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

Elementen; atomen en moleculen

Elementen; atomen en moleculen Elementen; atomen en moleculen In de natuur komen veel stoffen voor die we niet meer kunnen splitsen in andere stoffen. Ze zijn dus te beschouwen als de grondstoffen. Deze stoffen worden elementen genoemd.

Nadere informatie

Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten

Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten Teken de structuurformule van salpeterigzuur HNO 2 en van salpeterzuur HNO 3 : Doevoor jezelf telkens ook de controles! Controles HNO 2 : - 2x6 e - (2 O)

Nadere informatie

29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE

29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE Actieve steun Vlaamse Chemie Olympiade UAntwerpen K.U.Leuven K.U.Leuven Kulak UGent UHasselt VUB BNV KVCV VOB KBIN VeLeWe 29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE Sponsors 16 november 2011 Gewest Brussel

Nadere informatie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE OVERZICHT 1. Structuur van het koolstofatoom 2. Isomerie 3. De verzadigde koolwaterstoffen of alkanen 4. De alkenen 5. De alkynen 6. De alcoholen

Nadere informatie

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof. 1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MV0-3 EXMEN MELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWJS N 1982 MV0-3 onderdag 6 mei, 9.00-11.00 uur NTUUR- EN SHEKUNE (Scheikunde) MEERKEUZETOETS it examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen ij het examen

Nadere informatie

Basiskennis 5 chemie 1. I. Basiskennis

Basiskennis 5 chemie 1. I. Basiskennis Basiskennis 5 chemie 1 1.1 Opbouw van de materie I. Basiskennis Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken. Mengsel*: Is materie

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

aangeven dat in 1 liter water slechts 10-7 mol H+ en 10-7 mol OH- aanwezig zijn en dat hiermee een ph = 7 overeenstemt;

aangeven dat in 1 liter water slechts 10-7 mol H+ en 10-7 mol OH- aanwezig zijn en dat hiermee een ph = 7 overeenstemt; Leergebied: ph Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 7.4.2 - aangeven dat in 1 liter water slechts 10-7 mol H+ en 10-7 mol OH- aanwezig zijn en dat hiermee een ph = 7 overeenstemt; 7.4.3 - de ph-schaal van

Nadere informatie

Basisvorming en specifiek gedeelte. Industriële wetenschappen. Mechanica-elektriciteit. eerste en tweede leerjaar. (vervangt 2006/157)

Basisvorming en specifiek gedeelte. Industriële wetenschappen. Mechanica-elektriciteit. eerste en tweede leerjaar. (vervangt 2006/157) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Chemie Basisvorming en specifiek gedeelte 2/1 lt/w Studierichting: Studiegebied: Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: Industriële wetenschappen Mechanica-elektriciteit TSO

Nadere informatie

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden Scheikunde Chemie overal Week 1 Kelly van Helden 1.1 Chemie om je heen Scheikunde is overal Scheiden of zuiveren van stoffen Veranderen van grondstoffen in bruikbare stoffen Drinkwater uit zeewater Poetsen

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-C Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

leerlingenpracticum: met eenvoudige materiaal een eenvoudige redoxreactie uitvoeren;

leerlingenpracticum: met eenvoudige materiaal een eenvoudige redoxreactie uitvoeren; Leergebied: redoxreactie Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO Lp 8 - oxidatie- en reductiereacties (redoxreacties) uitvoeren. LP Chemie 3e gr KSO GO Lp 14 - leerlingenpracticum 2: met eenvoudig materiaal

Nadere informatie

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde Boekverslag door G. 1415 woorden 13 december 2016 6.9 13 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde H2: Chemische Reacties 1. Ontledings- en scheidingsreacties (begrippen komen op het einde) Wat zijn de

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Opgave 11.1 Definitie Definitie van een molecuul Een molecuul is het kleinste deeltje van een moleculaire stof dat nog alle chemische eigenschappen

Nadere informatie

5-1 Moleculen en atomen

5-1 Moleculen en atomen 5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?

Nadere informatie

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Chemie (2/2 lt/w) Basisvorming en specifiek gedeelte Studierichting: Industriële wetenschappen Studiegebied: Mechanica-elektriciteit Onderwijsvorm: TSO Graad: tweede

Nadere informatie

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1 Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof

Nadere informatie

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door A. 4666 woorden 27 oktober 2014 6,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1-2 Zuivere stof -Een soort moleculen -Element: een

Nadere informatie

Basiskennis 4 chemie 1. I. Basiskennis

Basiskennis 4 chemie 1. I. Basiskennis Basiskennis 4 chemie 1 1. Natuurwetenschappen I. Basiskennis De studie van de natuurverschijnselen kan je ruwweg onderverdelen in: Biologie: Studie van de levende materie. Fysica: Studie van de materie

Nadere informatie

AV Chemie TV Toegepaste chemie 2014/1014/1//V16

AV Chemie TV Toegepaste chemie 2014/1014/1//V16 LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: AV Chemie TV Toegepaste chemie Basisvorming (1/1 lt/w) en specifiek gedeelte (1/1 lt/w) 2/2 lt/w Studierichting: Studiegebied: Onderwijsvorm: Graad: Land- en tuinbouw

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MVO- C l EXMEN MDDELBR LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1984 MVO-C Vrijdag 4 mei, 9.00-11.00 uur SCHEKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt de volgende

Nadere informatie

Cursus Chemie 2-1. Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING

Cursus Chemie 2-1. Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING Cursus Chemie 2-1 Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING In hoofdstuk 1 hebben we geleerd over de atoombouw. De atoomstructuur bepaalt de chemische en fysische eigenschappen van de stoffen. In chemische

Nadere informatie

Atoommodel van Rutherford

Atoommodel van Rutherford Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Hoofdstuk 1: Zouten 1: Atoombouw Reactie: hergroepering van atomen van het beginmolecuul naar het eindmolecuul Elektron: negatief geladen deeltje, onderdeel

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

Stoffen en Reacties 2

Stoffen en Reacties 2 Stoffen en Reacties 2 Practicum Metalen Naam student 1. Naam student2..... Pagina 2 van 13 Inleiding Reageert metaal met zuurstof? Sinds de mensheid metalen kent worden ze voor allerlei toepassingen gebruikt

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II Vmbo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II 1. Bouw van materie 2. Verbranding 3. Water, zuren en basen 4. Basis chemie voor beroep

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8 Samenvatting door een scholier 2783 woorden 10 april 2007 5,9 108 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Banas Natuur- scheikunde Hoofdstuk 6 Uittreksel 6.3A Stoffen verhitten

Nadere informatie