Bijlagen. [31. 1.] Tweede Kamer. Nadere wijziging en aanvulling van de wet houdende vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Ned.-Indië.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlagen. [31. 1.] Tweede Kamer. Nadere wijziging en aanvulling van de wet houdende vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Ned.-Indië."

Transcriptie

1 Bijlagen. [31. 1.] Tweede Kamer. Nadere wijziging en aanvulling van de wet houdende vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Ned.-Indië. (31. 1.) MEMORIE VAN ANTWOORD. (Ingezonden bij brief van 18 October 1Ü0G). (De vroegere stukken zijn gedrukt onder n. 109 der Zitting ) B 1< De ondergeteekende heeft in de Memorie van Toelichting eene uiteenzetting van de noodzakelijkheid om de Indische geldmiddelen belangrijk te versterken achterwege gelaten, omdat bij de schriftelijke en mondelinge gedachtenwis.seling naar aanleiding van de Indische begrootingen in de laatste jaren van alle zijden de ongunstige toestand dier financiën is erkend en de verklaring van Regeeringswege, dat die toestand zelfs van dien aard was dat tal van nuttige en op den duur noodzakelijke maatregelen moesten worden nagelaten, van geen enkele zijde tegenspraak heeft ontmoet. Toen versterking van de inkomsten noodig werd geoordeeld, is eene verhooging van het tarief van invoerrechten van den aanvang af onder de daartoe strekkende middelen genoemd. Bezwaarlijk kan nu worden toegegeven, dat de verbetering die thans in dien toestand valt waar te nemen, met grond aanleiding kan geven tot de hoop, dat de voorgestelde belastingverhooging zou kunnen worden uitgesteld. Daargelaten, dat men, bij een oordeel over den financieelen toestand van eene kolonie als Nederlandsch-Indië, waar tal van factoren van wisselvalligen aard op dien toestand invloed uitoefenen, niet te veel waarde mag hechten aan de uitkomsten van een enkel jaar, maar zekere tijdvakken in beschouwing moet nemen, heeft men in de eerste plaats na te gaan, waaraan de bedoelde verbetering is toe te schrijven en welke eischen de naaste toekomst aan de Indische financiën stellen zal. In de Memorie van Toelichting betreffende de aanhangige Indische begrooting heeft de ondergeteekende zijne denkbeelden daaromtrent uiteengezet, en hy vreest geen tegenspraak als hij zijne conclusie te dien aanzien samenvat als volgt: Eenerzijds moet er rekening mede gehouden worden dat de hooge raming van sommige der middelen ten deele te danken is aan tijdelijke factoren, anderzijds is eene geleidelijk stijgende en daardoor op den duur belangrijke vermeerdering van blijvende uitgaven te wachten. Voorts moge herinnerd worden aan het in vorige jaren van meer dan ééne zijde als juist erkende desideratum, om de gewone uitgaven meer onafhankelijk te maken van de inkomsten uit producten, welk desideratum nog niet bereikt is en te minder uit het oog mag verloren worden wegens de mogelijkheid, dat de opbrengst van het tin zal dalen. Hoezeer ook uit dien hoofde versterking van inkomsten noodig is, kan afgeleid worden uit de hierbij gegeven overzichten (*) van de inkomsten en de uitgaven (*) I ituiit ril In duizendtallen van guldens. Ontvangsten In duizendtallen van guldens. Jaar. Totaal der uitgaven. Productieve uitga ven. Uitgaven voor froducten. Bestuursuitgaven. Jaar. j Ontvangsten zonder ] uitkeenngen I uit de saldo's van vorige! dienstjaren. OntvaDgsten Overige uit ontvangsten. producten f Ut 372 f f f (a) Waaronder niet begrepen het renteloos voorschot van Nederland ad f (4> Hieronder niet begrepen de uitgaven voor de economische ontwikkeling. f f f (a) Waaronder niet begrepen het renteloos voorschot van Noderland ad f C II G UI * « (« C UI (a) Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen ,

2 [31. IJ Nadert wijziging en aanvulling van de wet houdende vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Xed.-Indië. der laatste tien jaren, waaruit blijkt hoc; moeilijk het is de.overige inkomsten" eenigszins gelijken tred te doen houden niet de, hestuursuitgaven". Hoever de versterking van de middelen nu moet gaan, om aan de bovengenoemde eisehen te kunnen voldoen, is uit den aard der zaak niet te becijferen, doch het is duidelijk, dat die versterking aanzienlijk moet zijn, wil men Indië in staat stellen om uit eigen middelen in zijne wassende behoeften te voorzien. Het behoeft dan ook geen betoog, dat de geraamde bate niet gemist zal kunnen worden. Het op bladz. 3 van de Memorie van Toelichting betreffende de loopende begrooting genoemde bedrag was uit den aard der zaak als een voorloopig cijfer te beschouwen en berustte op de toen bij het Departement bekende gegevens, die daarna, vooral ten aanzien van de h'nanciê'ele gevolgen van de verhooging van liet invoerrecht van zout, nog zyn aangevuld, in verband waarmede de raming verhoogd moest worden. Nu zou men, de noodzakelijkheid van de voorgestelde verhooging in het algemeen erkennende, kunnen betoogen, dat zij thans nog niet vereischt is en eerst aan de orde moet komen, wanneer de boven besproken verhooging van uitgaven daartoe dringt, doch eene dergelijke financiëele politiek zou de ondergeteekende niet verantwoord achten, daar de totstandkoming van een maatregel als de voorgestelde veel tijd vereischt en nuttige en noodige maatregelen inmiddels bij gebrek aan voldoende middelen nog langer zouden moeten worden uitgesteld. De ondergeteekende achtte het overbodig in de Memorie ran Toelichting zijne verdere plannen op belastinggebied uiteen te zetten, daar hij zijn voornemens te dien aanzien in het algemeen bekend mocht achten en er geen aanleiding bestond om bij de indiening van het ontwerp daaromtrent in bijzonderheden te treden. Het lag, blijkens herhaalde verklaring van Kegeeringswege, in de bedoeling om door tal van maatregelen de inkomsten te versterken, en nu kan het toch, waar de herziening van het patentrecht, de suikerbelasting en de verhooging van uitvoerrecht op de Deli-tabak reeds zijn tot stand gekomen en deze heffingen door eene algemeene inkomstenbelasting zullen worden vervangen, waar voorts eene vermeerdering van de opbrengst van sommige indirecte belastingen, zooals bijv. bet zegelrecht, aan de orde is en directe belastingen van de niet-europeesche bevolking in sommige buitenbezittingen in overweging en ten deele reeds voorgesteld zijn, geen verwondering wekken, dat eene verhooging van invoerrechten daarnaast een plaats inneemt, daar zoodanige maatregel, mits beperkt tot bepaalde artikelen en binnen zekere grenzen, werkt als een verteringsbelasting van het meer gegoede deel der bevolking. Ten aanzien van de progressieve inkomstenbelasting en voor verdere bijzonderheden omtrent de belastingplannen meent de ondergeteekende thans te mogen verwijzen naar de gedrukte stukken betreffende de aanhangige begrooting. Bij het gevoelen dat zij, die voornamelijk den invloed der tariefsverhooging zullen ondervinden, daardoor, ook in verband met de voorgenomen inkomstenbelasting, niet te zwaar zullen worden getroffen, sluit de ondergeteekende zich aan. Ter voldoening aan het in het Voorloopig Verslag uitgedrukt verlangen worden de adviezen van de Kamers van Koophandel en Nijverheid in Indië (1), op de griffie van de Kamer, ter inzage vooi de leden, nedergelegd. Kamers van Koophandel en Fabrieken hier te lande zijn over bet ontwerp niet gehoord ; «lat is b{\ vorige voorstellen tot tariefverhooging ook niet geschied en daartoe bestond geene aanleiding. Evenmin bestond er aanleiding om de commissie voor de handelspolitiek te hooren. De weinige aandacht, die in de pers aan het ontwerp gewijd is. toont wel dat er geen aanleiding bestaat voor ernstige bezwaren : ook thans zijn den ondergeteekende nog geen ernstige bezwaren van de zijde der Indische pers bekend. Van de gelegenheid om de bij de toelichting verstrekte gegevens ter beoordeeling van het wetsontwerp aan te vullen, maakt de ondergeteekende gaarne gebruik en overigens is hij bereid om, zooveel in zijn vermogen is, inlichtingen te verstrekken. Ken vergelijkend overzicht, als in het Voorloopig Verslag bedoeld, wordt als bijlage hierbij gevoegd. Ook den ondergeteekende heeft het groote verschil in de wijze, waarop de Indische en de Nederlandscbe handelsstatistiek opgemaakt worden, getroffen. De herziening van die statistiek hier te lande is reeds geruimen tijd aan de orde en zal ongetwijfeld (I) De Kamer van Koophandel t*. Makasser is niet {.'erandpleegd, omdat Ceebes en Onderhoorigheden in 1005, loen de adviezen gevraagd werden, oog niet tot het tolgebii-d behoorde. tot meer overeenstemming leiden. Overigens zal de ondergeteekende hierover met den Minister van Financiën in overleg treden. 2. Met waardeering nam de ondergeteekende kennis van de instemming, die verschillende leden betuigden met de strekkii ïg van het wetsontwerp en met het voorgestelde tarief. Aan de door hen wenschelijk geachte wijzigingen zal bn' de behandeling der afzonderlijke posten de noodige aandacht geschonken worden. Zooals de ondergeteekende gaarne toegeeft, gaat de voorstelling dat de bevolking van den Indischen Archipel te verdeelen zou zijn in Europeanen, die allen gegoed, en inlanders, die allen minvermogend zouden zijn, niet op, doch ten onrechte wordt in het Voorloopig Verslag betoogd, dat een dergelijke gedachte aan het wetsontwerp ten grondslag ligt. Dat echter de.minvermogenden" verreweg het meest onder de inlanders worden aangetroffen, is niet voor tegenspraak vatbaar, evenmin als dat een groot deel van de Europeanen geacht mag worden een voldoend, velen zelfs een ruim inkomen te hebben. Nu behoeft het, na hetgeen in de Staten-Generaal is verhandeld toen de maatregelen in het belang van de economische ontwikkeling aan de orde waren, geen betoog, dat in het bijzonder op Java en Madoera de inlandsche bevolking en masse" genomen, niet voor belastingverhooging in aanmerking komt, doch dat dit er niet toe geleid heeft om ook het meer gegoede deel dier bevolking geheel buiten die verhooging te houden, blijkt uit den aanvang der Memorie van Toelichting. Daar bjj de inlandsche bevolking slechts een klein deel tot de meer gegoeden behoort, strekt de voorgestelde maatregel zich hoofdzakelijk tot de Europeesche bevolking uit: daaruit mag echter niet de conclusie getrokken worden, dat bij de keuze der te verhoogen posten de vraag, of een artikel tot de gewone levensbehoeften behoort dan wel een voorwerp van weelde is, over het hoofd zou zijn gezien. Integendeel is telkens zorg overwogen. bij eiken tariefpost juist die vraag met In de gevallen, waarin men ten doel had artikelen van weelde te treffen, kon uit den aard der zaak niet van eene verhooging worden afgezien, omdat een artikel dat karakter niet onder alle omstandigheden zou hebben. Wat speciaal hen betreft, die, wonende op afgelegen plaatsen, genoodzaakt zijn veel gastvrijheid te verleenen, hun inkomsten zijn veelal daarop berekend en overigens behoeft, indien dat niet het geval is, hun gastvrijheid zich niet uit te strekken tot kostbare dranken, wanneer die hun financiëele krachten mochten te boven gaan. Het standpunt van sommige leden, die voor de financiën van Indië alleen baat verwachtten van de heffing van lage rechten van artikelen van algemeen gebruik, is den ondergeteekende niet geheel duidelijk. Daarbij schijnt over het hoofd te zijn gezien, dat het geldend tarief, in verband met den laatsten post, reeds alle niet speciaal vrijgestelde artikelen dooreengenomen met ten minste 6 pet. van de waarde belast en dat onder de vrijstellingen alleen rijst als een artikel van algemeen verbruik kan beschouwd worden. Nu zal men toch uit fiscaal oogpunt wel niet willen aanbevelen om het bestaande tarief te verlagen, doch evenmin kan er gedacht worden aan een invoerrecht van rijst, het hoofdvoedsel der inlandsche bevolking, die door zoodanig recht juist in tijden van misgewas het zwaarst zou worden getroffen. In uitvoerige mededeelingen over den bestaanden omvang van smokkelarij is de ondergeteekende niet getreden, omdat daartoe geen aanleiding bestond. Ongetwijfeld kan in een groot eilandenrijk als Nederïandsch-Indië de ondergeteekende heeft hier speciaal de buitenbezittingen op 't oog de kust- en rivierbewaking niet zoo worden ingericht, dat het aan land brengen van goederen buiten weten der douane overal zal kunnen worden belet, doch het is bekend dat de aan den invoer op onbewaakte plaatsen en aan het verder transport verbonden onkosten in het algemeen van smokkelarij weerhouden, zoolang liet goederen betreft die aan een matig recht zijn onderworpen. De ondergeteekende zal geenszins ontkennen dat verhooging van rechten smokkelhandel in de hand kan werken. Bij de samenstelling van het ontwerp is dit in het oog gehouden, ook bij die artikelen waarvan algemeen wordt aangenomen dat zij zeer goed eene hooge belasting dragen kunnen. Dat in de Engelsche koloniën de vrees voor smokkelarij tot matiging der rechten geleid heeft, is den ondergeteekende niet bekend. De-juistheid van die bewering in haar algemeenheid meent hij echter in twijfel te moeten trekken na kennisneming van het door de Engelsche regeering aan het Parlement aangeboden blauwboek, waarin de in die koloniën geldende rechten zijn vernield, voor

3 [21. IJ Nadere wijziging en aanvulling van d<< wet houdende vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Ned.-Indië. zoover rij tot en niet üctober 1905 aan den Board of Trade waren medegedeeld. Daaruit blijkt toeli dat in verschillende Engelsche koloniën tal van goederen aan een hoog, sommige aan een zeer hoog recht zyn onderworpen. De in die koloniën geldende douanetarieven zijn overigens oog opgenomen in het te Brussel verschonende, door de Ünioiï internationale pour la publication des tarifs douaniers" uitgegeven Bulletin. De bewering van sommige leden dat in Indië thans vrij groote smokkelarij wordt gedreven, moet de ondergeteekende beslist tegenspreken. Ongetwijfeld komt smokkelarij voor in weinig bevolkte streken, waar het douanetoezicht beperkt is tot de centra van handel, doch belangrijk kan zij niet zijn en in het algemeen zal zij niet gaan buiten hetgeen voor de weinige bewoners aldaar noodig is. Wat tot staving van de bewering wordt aangevoerd, komt trouwens niet zeer overtuigend voor. Verschillen in de hoeveelheden die in opeenvolgende jaren worden ingevoerd, kunnen uit tal van oorzaken voortvloeien. Bekend is bijv. de groote invloed van den economischen toestand der bevolking op den invoer. Die verschillen behoeven dus geenszins op smokkelarij te wijzen en zelfs zou het onverklaarbaar zijn waarom, indien smokkelarij in sommige jaren tot vermindering van invoer leidde, zulks in andere jaren niet het geval zou zijn. De in het Voorloopig Verslag aangehaalde mededeeling in een bulletin de la Chambrede conimerce de Paris, dat slechts dan tot opening van alle colli's wordt overgegaan indien ontduiking wordt vermoed, terwijl dikwijls met vertoon der factuur kan worden volstaan" behoeft nog niet op onvoldoend douanepersoneel te wijzen, daar toch niet gevorderd kan worden dat steeds alle colli's bij invoer grondig worden onderzocht, en de beslissing over de vraag hoever dat onderzoek moet gaan, in elk geval aan de douaneambtenaren moet worden overgelaten. Overigens moet de ondergeteekende, naar aanleiding van het verzoek om inlichting aangaande de noodzakelijkheid van uitbreiding van toezicht, wyzen op het door hem bij de aanhangige Indische begrooting gedaan voorstel (zie bladz. 11 der Memorie van Toelichting betreffende die begrooting ad Onderafd. 21). In hoever nog nadere voorstellen tot uitbreiding van personeel en tot verbetering van zijn financieele positie noodig zijn, wordt door de Indische Regeering overwogen. De ondergeteekende voegt daaraan echter toe, dat dit ontwerp op zichzelf geene uitbreiding van toezicht noodzakelijk zal maken, daar nagenoeg geen nieuwe rechten in het ontwerp worden voorgesteld en de verhooging van de bestaande rechten in het algemeen zeer matig is. De raming der opbrengst is inderdaad gebaseerd op de veronderstelling, dat de tegenwoordige invoer, met uitzondering van dien van tafelzout, door de hoogere rechten geene, of althans geene belangrijke, wijziging zal ondergaan. Dit hangt samen met den aard van het ontwerp, zooals die in 1 is uiteengezet. Men heeft bij de samenstelling daarvan er naar gestreefd om zich te bepalen tot zulke matige verhoogingen en tot zoodanige artikelen, dat de prüsverhooging die er het gevolg van zal zijn, zoo weinig door de consumenten zal worden gevoeld, dat die hen in het algemeen niet van het gebruik afhouden noch tot het gebruik van goedkoopere soorten leiden zal; waar bij uitzondering een enkele post aanzienlijk is verhoogd, betreft het een artikel, dat de voorgestelde verhooging dragen kan. Dat voorts bij de raming van de financieele gevolgen van het ontwerp niet over het hooft! is gezien, dat goederen, aangevoerd ten behoeve of' voor rekening van het Gouvernement, ingevolge art. 2, 1". der Tariefwet vrij van recht zijn en derhalve niet in de te verwachten baten zullen bijdragen, zal wel geen uitdrukkelijke verzekering behoeven. Wat eindelijk het gevaar betreft dat de Indische ambtenaren in het duurdere leven aanleiding zouden vinden om hoogere traktementen te vragen, meent de ondergeteekende, dat het leven door de voorgestelde tariefsverhooging niet noemenswaard duurder zal worden. De ondergeteekende wil gaarne nogmaals de vraag overwegen, of niet ook op andere wijzen dan door tariefsverhooging de opbrengst van de heffing der invoerrechten kan worden opgevoerd ; doch hij meent dat daarvan geen bate van eenig belang te verwachten valt. Wilde men overal in de buitenbezittingen het aantal ambtenaren sterk uitbreiden, om ook thans onbewaakte plaatsen te doen bewaken, dan zouden daaraan groote uitgaven verbonden zijn. terwijl geen vermeerdering der opbrengst van eenige beteekcnis daaruit zou voortvloeien. Het systeem van driemaandelijksche, door den Directeur van Financiën vast te stellen, prijscouranten werd reeds in het in Indisch sttiuisliltnl 1873, n" afgekondigde reglement op de heffing en verzekering van in- en uitvoerrechten opgenomen, i en bij de herziening in 1882 werd dat systeem behouden, omdat het in de practijk zoo goed had voldaan. De ondergeteekende heeft geen bezwaar om thans, nu dat systeem wederom vijf en twintig jaar is toegepast, de werking daarvan andermaal aan een grondig onderzoek te onderwerpen en daarbij de vraag aan I de orde te stellen of en in hoever bepalingen in den geest van de in Staatsblad 1900 n. 210 opgenomen herziene wet van 20 April 1895 (Staatsblad n. 54) wenschelijk zyn, doch dat mag niet tot vertraging der voorgestelde tariefsverhooging leiden, die een vermeerdering van inkomsten beoogt, welke Indië tot voorziening in zijne behoeften thans reeds noodig heeft. 3. Met kracht moet de ondergeteekende opkomen tegen de meening dat aan het ontwerp feitelijk een protectionistisch karakter niet valt te ontzeggen en tegen het betoog dat het in sommige oprichten zelfs gelijkenis zou vertoonen met het wetsontwerp-hartk. Bij hetgeen ter bestrijding van een en ander wordt aangevoerd sluit hij zich aan. Ter kenschetsing van het groote verschil tusschen beide wetsontwerpen schijnt het overigens niet overbodig er nog aan te herinneren dat van het outwerp- HAKTK voor Nederland eene opbrengst van ongeveer 20niillioen gulden werd verwacht of eene vermeerdering van bijna 90 pet. vergeleken met de opbrengst der invoerrechten in Nederland in 1903 ad f , terwijl van bet aanhangige wetsontwerp voor Indië bij eene opbrengst der invoerrechten in fndië over 1905 ad f volgens voorloopige opgaaf volgens het oorspronkelijk ontwerp slechts eene meerdere bate van bijna f werd tegemoet gezien, waaronder een zeer aanzienlijk bedrag tengevolge van de tot handhaving van het zoutmonopolie voorgestelde verhooging. Thans is die raming, zooals uit het slot van deze Memorie blijken zal, nog met f verlaagd. Uit het Voorloopig Verslag blijkt wel dat de leden, die de zoo evenbedoelde meening voorstonden, hebben ingezien dat de vraagi in hoever van protectie sprake kan zijn, niet te beantwoorden is zonder kennis van den toestand der Indische industrie, doch die leden hebben uit het oog verloren dat er groot verschil is in economischen en maatschappelijken toestand tusschen Nederlandsch-Indië en Nederland en dat dat verschil een belangrijke beteekenis heeft voor de werking van invoerrechten. Protectie, in den zin van industrieele protectie, is mogelijk door de invoerrechten zóó hoog op te voeren dat öf bestaande industrieën er door gesteund worden öf nieuwe industrieën er door ontstaan. Het zal echter wel geen betoog behoeven, dat het eerste slechts kan geschieden wanneer er in het land, waar het recht geheven wordt, industrieën van eenige beteekenis bestaan, wier voortbrengselen tengevolge der rechtenheffing in dat land meer afzet zullen vinden en dat voor het tweede, buiten de rechtenheffing, de onmisbare voorwaarden voor het scheppen van de industrieën, die men vestigen wil. aanwezig moeten zijn. Thans heeft de industrie in Indië in het algemeen geringe beteekenis, zooals blijkt uit bijlage AAA van het Koloniaal Verslag van 1905, waarin zijn vermeld de aan particulieren toebehoorende industrieele ondernemingen met uitzondering van die, welke de verwerking van landbouwproducten beoogen. Voert men nu in het Voorloopig Verslag aan dal dan toch in Indië worden voortgebracht aardewerk, rijtuigen, ileedereu, meubelen en thvc om zich tot de in dat Verslag met name genoemde artikelen te bepalen dan moet daarbij, om voor een land als Indië de mogelijkheid van protectie te bewijzen, toch nog aangetoond worden dat het inlandsch fabrikaat concurreert of eoncurreer>'n zal met het van elders ingevoerde en voorts dat de voorgestelde rechten-verhooging van dien aard is, dat men, om haar te vermijden. van laatstgenoemd tot eerstgenoemd fabrikaat zal overgaan. Dat geen van beide omstandigheden zich zullen voordoen bij rijtuigen en meubelen heeft de ondergeteekende reeds in de Memorie van Toelichting doen uitkomen en wat betreft aarilcurrl; (ten aanzien waarvan hij de voorgestelde verhooging intusschen terugneemt, om eene reden, die zooals nader blijken zal, buiten de beweerde protectie gelegen is) en kliederen mocht hij als bekend veronderstellen, dat de vraag, welke soorten daarvan in Indië worden rerraardigd en welke er worden ingevoerd, beslist wordt door factoren waarop eene verhooging van het bestaande invoerrecht met 2 pet. niet den minsten invloed uitoefent. Hetzelfde geldt van de verhooging van het recht op thee met 5 cent per K.O.: voor hen, die gewend zijn Chineesche thee te drinken, beteekent die verhooging zoo weinig, dat zij daarom niet van hun voorkeur voor die thee afstantl zullen doen. Is met het voorafgaande aangetoond dat er van protectie van bestaande industrieën geen sprake is, niemand zal in ernst willen beweren dat zich onder de verhoogingen, die worden voorgesteld, ook maar een enkele bevindt,

4 [31. I.] Nadere wijziging cu aanvulling van de wet houdende vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Ned.-Indië. die in staat zou zyn oni een industrie, die onder de huidige omstandigheden niet mogelijk is, te doen ontstaan. Thans komende tot de vergelijking niet het wetsontwerp- HARTK en tot hetgeen is aangehaald uit bet Voorloopig Verslag daarover, moet de ondergeteekende vooropstellen dat de tegenwoordige Regeering bezwaarlijk verantwoordelijk geacht kan worden voor hetgeen in dat Verslag voorkomt en dat zy dan ook de verantwoordelijkheid daarvoor beslist afwijst. Toch heeft hy geen bezwaar om de gemaakte opmerkingen te beantwoorden. En dan zij er allereerst op gewezen dat dat Verslag gelezen moet worden in verband met bet wetsontwerp, waarover liet werd uitgebracht. Het feit alleen dat dat ontwerp betrekking had op Nederlanden het tegenwoordige daarentegen Indië geldt, moet reeds tot de gevolgtrekking leiden, dat beide ontwerpen haar geheel verschillenden maatstaf moeten beoordeeld worden, want het zou kunnen zijn en hiervóór bleek reeds dat zulks inderdaad het geval is dat wat in het eene land tot protectie zou voeren, in het andere het karakter van verteringsbelasting blijft behouden. Overigens zal het geen betoog behoeven dat een verschijnsel niet onder alle omstandigheden op dezelfde ' oorzakeu behoeft te wijzen. Het feit, dat de invoer van zekere artikelen zoo gering is, dat eene raming van de opbrengst van het invoerrecht daarvan niet kan worden gegeven, kan natuurlijk voortspruiten uit de protectionistische werking van dat recht, maar de verklaring kan ook daarin gevonden worden, dat de invoer van die artikelen reeds onafhankelijk van elk recht, weinig beteekent. Dat eene industrie van photographie-toestellen in Indië zou kunnen ontstaan ten gevolge van de heffing van een recht van 0 pet. (photographie-artikelen zijn, zooals nader blijken zal, reeds belast) zal wel niemand beweren, zoodat voor de bescheiden opbrengst van het recht daarop de tweede verklaring moet gelden. Dat geldt ook voor de lage raming van de opbrengst van het recht van.dranken niet afzonderlijk genoemd ". Dat voorts het heffen van een verschillend recht naar gelang van den graad van bewerking een min of meer beschermend karakter kan hebben, ligt voor de hand, doch of dat inderdaad het geval zal zijn, hangt mede van maatschappelijke en economische oorzaken af. Het vermoeden nu, dat eeu verschillend rechtten aanzien van bier, koper en lood tot industrieën in Indië zou leiden, mist allen grond. Wat eindelijk de uitbreiding van het aantal tariefposten aangaat, is de in het Voorloopig Verslag aangehaalde passage in het algemeen ongetwijfeld juist, doch ook hier moet er op worden gewezen, dat bij invoerrechten in Indië het karakter van verteringsbelasting beter tot z\jn recht komt dan in Nederland, terwijl overigens de uitbreiding zich in het hierbij aangeboden gewijzigd ontwerp bepaalt tot,paarden, photographie-toestellen en vee", waartegenover de vrijstelling van landbouwzaden worden I in het leven geroepen. Uit het bovenstaande blijkt dat er geen sprake van kan zijn dat het huidige Kabinet het verwijt treffen \ kan dat het voor Indië een stelsel voorstelt dat het voor Nederland < verderfelijk acht. Den leden, die de indiening van het wetsontwerp als eene gelukkige inconsequentie van den ondergeteekende beschouwden en hem op dien grond hun steun toezegden, moet hij er derhalve : nadrukkelijk op wijzen dat hunne verwachtingen omtrent de werking der voorgestelde verhoogingen niet verwezenlijkt zullen worden. S 4. De ondergeteekende kan in het algemeen niet toegeven dat het wetsontwerp aanleiding zou geven tot bezwaren met het OOg op de belangeu der Nederlandsche nijverheid. Wat in het Voorloopig Verslag daaromtrent wordt aangevoerd, berust nagenoeg geheel op de praemisse, dat de invoer, ten gevolge van de voorgestelde verboogingen, zal verminderen. Uit hetgeen in :i is betoogd ter bestrijding van de beweerde protectie blijkt, dat de Indische maatschappij, ook wanneer die verhoogingen zullen zijn tot stand gekomen, niet in staat zal z jn om zelfs, zij het ook slechts gedeeltelijk, in de behoeften aan de thans ingevoerde artikelen te voorzien. Welke reden kan er dan bestaan om vermindering van den invoer te verwachten? Slechts dit, dat een prijsverhooging in liet algemeen noopt tot zuinigheid in den aankoop van de artikelen wier prijs verhoogd is. Dit zal echter slechts dan plaats vinden, wanneer de verhooging eenigszins aanzienlijk is en vele artikelen, hoofdzakelijk van dagelijkscb gebruik, betreft. Het ontwerp nu bepaalt zich in het algemeen tot matige verhoogingen en de enkele aanzienlijke verhooging, die er in voorkomt, treft artikelen van betrekkelijke weelde. Eene uitzondering moet gemaakt worden ten aanzien van de ' verhooging van liet recht op zout, doch dat die verhooging zoo aanzienlijk is, spruit uitsluitend daaruit voort, dat het gouvernementszoutmonopolie moet worden gehandhaafd. In verband met het voorafgaande behoeft het in het Voorloopig Verslag als uitgangspunt gestelde feit, dat de Nederlandsche Nijverheid vele der ïiooger belaste artikelen voor het grootste deel, zoo niet uitsluitend, vervaardigt, geene uitvoerige bespreking. Voorzoover i die bewering steunen mocht op de cijfers der Indische handelsstatistiek betreffende den invoer uit Nederland, zy er slechts op gewezen dat daaruit bezwaarlijk eene conclusie is te trekken omtrent het aandeel dat de Nederlandsche nijverheid in den invoer in Indië bijdraagt, zoowel omdat die cijfers zich bepalen tot hetgeen rechtstreeks van hier naar Indië gaat, als omdat zy niet onderscheiden tusschen Nederlandsen en ander fabrikaat. Overigens zal het de aandacht niet ontgaan dat sommige verhoogingen thans zn'n teruggenomen, terwijl het nadeel, dat de Nederlandsche nijverheid van de verhooging van het recht op zout zou kunnen ondervinden, beschouwd moet worden als een onvermijdelijk gevolg van het zoutnionopolie. Hooge rechten in de koloniën zou ook de Regeering afkeuren, maar wanneer men by de vraag, welk bedrag als een hoog recht is te beschouwen, het in 3 in het licht gestelde verschil tusschen Nederland en Indië in het oog houdt, zal men de conclusie beamen, dat de voorgestelde rechten voor Indië niet hoog zijn te noemen. Het belang van vrije markten zal de ondergeteekende geenszins onderschatten, doch eene matige heffing van invoerrechten, die uitsluitend als verteringsbelasting werkt, kan geen bezwaar ontmoeten. Overigens vergete men niet dat het Indische tarief zoovele vrijstellingen bevat, dat de waarde van de daaronder vallende goederen niet minder dan 25 pet. van den geheelen invoer bedragen. Dat het gevaarlijk zou zy'n zich te beroepen op het geringe bedrag der voorgestelde verhoogingen, kan de ondergeteekende niet inzien. Uit den aard der zaak is het bedrag der verhooging een belangrijke factor ter beoordeeling van hare werking en het zou niet aangaan een beroep daarop achterwege te laten uit vrees voor de verkeerde gevolgtrekking dat men, wanneer men met dergelijke geringe verhoogingen voortgaat, tot eene schadelijke rechtenheffing zou komen. Elke nieuwe verhooging zou naar de dan geldende omstandigheden beoordeeld moeten worden. Het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel is niet geraadpleegd, omdat het beoordeelen van de werking van een Indisch tarief niet tot de taak van dat Departement behoort. Ook de Kamers van Koophandel en Fabrieken onzer nijverheidscentra zijn niet de aangewezen lichamen om in deze specifiek Indische aangelegenheid van advies te dienen. Het geldt hier hoofdzakelijk de vraag of zekere prijsverhoogingen tot vermindering van gebruik dan wel tot gebruik van mindere soorten leiden zullen en tot een oordeel daarover zijn slechts diegenen in staat, die volledig met de Indische toestanden bekend zn'n. De ondergeteekende kan toegeven dat de grenzen, die het tractaat met het Tolverbond in sommige opzichten stelt, bij de beoordeeling van de werking der voorgestelde verhooging niet uit het oog moeten worden verloren, doch dit mag er niet toe leiden om, waar het een Indischen fiscalen maatregel geldt, voorop te stellen, dat de Nederlandsche belangen niet mogen worden geschaad. Intusschen meent de ondergeteekende te hebben aangetoond dat van benadeeling van die belangen den invoer van zout daargelaten geen sprake is, en hij vleit zich dat daardoor de bezwaren van verschillende leden, die uit vrees voor die benadeeling tegen het ontwerp opkwamen, zullen zijn weggenomen. Het geldt hier geen maatregel van handelspolitiek maar van fiscale politiek, die het afzetgebied van onze producten intact laat. De ondergeteekende zou niet zoo ver willen gaan dat hy zou kunnen instemmen met de in het Voorloopig Verslag voorkomende bewering, dat het ontwerp alleen moet worden getoetst aan het belang van Indië, maar het behoeft geen nader betoog dat het belang van Indië behoort voorop te staan. De bewering, dat de buitenlandsche nijverheid in sommige opzichten in gunstiger conditie dan de Nederlandsche zal worden gebracht, zou alleen dan met grond kunnen worden staande gehouden, wanneer moest worden aangenomen dat zü, die nu katoen en andere eenvoudige stoffen gebruikeu, tengevolge van de verhooging met vier percent, tot het gebruik van zijden en fluweelen stoffen zouden overgaan. Het is duideiyk, dat dit niet zal geschieden, en daarom is van het tegendeel van bescherming door differentieele rechten " geen sprake. Na het voorafgaande zal de vraag of het groote overschot van den Indischen uitvoer boven den Indischen invoer by de indiening

5 Kjjlagen. [31. Nadere wijziging en aanvulling van de wet houdende vas tstclling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Ned.-Indië. van liet ontwerp wel voldoende in het oog is geliouden, geen speciale beantwoording meer vereischen. Het was den ondergeteekende aangenaam dat verscheidene leden zich niet zijn gevoelen konden vereenigen By de afzonderlijke tariefposten zullen de daarbij gemaakte opmerkingen ter sprake komen en dan zal kunnen blaken of men met gebreken in technisch opzicht te doen heeft dan wel met regelingen, waarover verschil van opvatting mogelijk is. Voorshands is het den ondergeteekende niet duidelijk welke technische gebreken bedoeld worden, te meer omdat het hier niet eene technische herziening maar een zuiver fiscalen maatregel geldt, zoodat h'\) het verwijt van zorgeloosheid by de samenstelling moet afwijzen. 6. De ondergeteekende kan niet inzien dat het tijdstip der indiening van het wetsontwerp niet gelukkig zou zyn gekozen. Het was niet mogelijk het eerder in te dienen en indien gewacht was tot na afloop van het zomerreces, dan zou ongetwijfeld de tijd voor openbare behandeling nog in dit jaar ontbroken hebben. Ben zekere termijn tusschen indiening en inwerkingtreding is bovendien wenschelijk teneinde aan de pers gelegenheid te geven om het ontwerp te bespreken. 1.] Tweede Kamer. 8 de voornaamste dranken, die ingevoerd worden, afzonderlijk in het tarief voorkomen. Hetgeen in het Voorloopig Verslag voorkomt over bet gebruik van blikjes is ook bij de samenstelling van het ontwerp overwogen, doch dit heeft niet tot de conclusie geleid, dat van de verhooging moest worden afgezien, omdat de verbruikers geacht mogen worden de geringe verhooging van het recht zonder beswaar te kunnen dragen. De invoerrechten op blikjes worden in Indië over het algemeen geheven naar de waarde, die daarvoor in de driemaandelijksche prijscourant, in overleg niet de Kamers van Koophandel en Nijverheid, wordt bepaald. Die waarde per blik is uit den aard der zaak een middelprijs en daardoor kan het voorkomen, dat de factuurwaarde der inferieure soorten eetwaren iets lager j is dan de waarde volgens de prijscourant. Aan billijke klachten over te hooge taxatie wordt echter by de vaststelling van de, prijscourant steeds zooveel mogelijk gehoor gegeven. Het is noodzakelijk van dranken n. a. g. een gelijk recht te heffen als van eetwaren, zoowel omdat beide goedereu soorten! zeer dikwijls in ééne verpakking worden ingevoerd als omdat somtyds niet is uit te maken of iets tot de eene of andere goederensoort moet gerekend worden. Daarom kan de verhooging van het recht op dranken, ondanks de te verwachten geringe opbrengst, niet achterwege blijven. Artikelen. Art. 1. Naar aanleiding van de opmerkingen niet betrekking tot de verschillende posten van het tarief gemaakt, moge het volgende dienen. Aardewerk. Door verschil te maken tusschen grof en ander aardewerk, zou de onderscheiding, die in de driemaandelyksche prijscourant voor de heffing der in- en uitvoerrechten (1) en in de statistiek van den handel, de scheepvaart en de in- en uitvoerrechten bestaat, nog verder worden doorgevoerd. De raming houdt verband met de cijfers van die statistiek. De ondergeteekende acht het bij nader inzien niet onmogelijk, dat de onderscheiding onvoldoende zou blijken voor de heffing van een verschillend invoerrecht en heeft daarom de verhooging teruggenomen, waardoor zij voor porselein niet meer behoeft te worden overwogen. In den post aardewerk is thans het woord tegels vervangen door rloertegels, ten einde andere tegels, bijv. die voor muurversiering, van de vrijstelling uit te zonderen. Bier. De opmerking in het Yoorloopig Verslag schijnt er op te doelen, dat het tropisch klimaat het gebruik van bier min of meer onontbeerlijk zou maken. Bij het vele verbruik van Üswater en andere niet alcoholische dranken kan de ondergeteekende dat niet toegeven en de vrij hooge prijs, waarop in het Voorloopig Verslag zelf gewezen wordt, brengt het bier trouwens reeds buiten het bereik van den mingegoeden Etiropeaan. Wie zich nu het gebruik van bier veroorloven kan, zal dat om de voorgestelde verhooging, die neerkomt op nog geen cent per heele flesch bij een consumptieprijs van ten minste 60 cent, niet nalaten en daarom behoeft geen vrees gekoesterd te worden, dat die verhooging het gebruik van jenever in de hand zal werken. Ten aanzien van de militaire cantines is dat gevaar geheel denkbeeldig, omdat de prys van het bier, dat daar verkrijgbaar is, inderdaad onafhankelijk is van het invoerrecht, zooals door andere leden uit eene vroegere mededeeling is afgeleid. Waarom het recht op gedistilleerd niet hooger kan worden opgevoerd, blijkt reeds afdoende uit de Memorie van Toelichting. De vraag door welke middelen het gebruik van jenever is te beperken, meent de ondergeteekende hier onbesproken te mogen laten. Dranken en eetwaren n. a. <j. Welke eetwaren in hoofdzaak onder dezen post vallen blijkt uit de drieinaandelijksche prijscourant, terwyl de invoer der hier bedoelde dranken, waarvan onder de verwijzingen " genoemd worden: bessensap, rider of appeldrank en jierrij- of perensap, van weinig beteekenis is, daar (1) Do laatste prijscourant is opgenomen in de.\ederiamlsclie Staa'scuranl van 11 Augustus Gedistilleerd. Waarom enkele leden het niet eens zijn met den ondergeteekende, dat accijns op gedistilleerd niet voor verhooging in aanmerking kan komen, wordt in het Voorloopig Verslag niet medegedeeld, zoodat de cmdergeteekende er zich toe moet bepalen om zijne verklaring staande te houden. De hoeveelheid veraccijnsd gedistilleerd is na de laatste verhooging van den accijns dadelijk verminderd en heeft ondanks het scherpste toezicht nooit meer de hoogte van vroeger bereikt. Dat aan eene vergelijking met het bedrag van den hier te lande geheven accijns niet veel waarde kan worden gehecht, zal bij het groote verschil in toestanden tusschen Nederland en Indië wel geen nadere toelichting behoeven. In het Voorloopig Verslag wordt betoogd dat het door eenige leden aanbevolen afzonderlijk, hooger invoerrecht op arak en andere dergelijke dranken gepaard zou moeten gaan met evenredige accijnsheffing. In de buitenbezittingen zou de heffing van een accijns echter op te groote moeilijkheden stuiten, zooals blijkt uit hetgeen daaromtrent voorkomt op bladz. 72 der Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal betreffende de loopende begrooting, terwijl een verhooging van den op Java en Madoera bestaanden accijns geene aanbeveling verdient om dezelfde reden die geldt tegen een verhooging van den accijns op gedistilleerd in liet algemeen. Dat de aandacht der Indische regeering intusschen gevestigd blijft op de wenschelijkheid om het gebruik van dranken die de gezondheid der bevolking bedreigen, te bestrijden, blijkt uit de tegen dat gebruik in sommige gewesten geldende bepalingen {Tmliscli Staatsblad 1898 n. 17, 1899 n. 243, 1900 n". 149, 1903 n. 254, 1904 nos. 395 en 437). Van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om in de bijzondere bepalingen de rechtenheffing te regelen ten aanzien van verfwaren en vernissen, welke met gemethyleerd alcohol bereid zijn: zij werden vroeger op grcnd van de vierde alinea der.bijzondere bepalingen" (vijfde alinea van het ontwerp) vrij ten invoer toegelaten, voor zoover aangetoond kon worden, dat het voor de bereiding daarvan gebezigde gedistilleerd in Nederland, overeenkomstig de aldaar geldende bepalingen omtrent den vrijdom van accijns, door vermenging niet houtgeest of op andere wijze tot gewoon gebruik ongeschikt gemaakt was. Daar dat bewijs uit den aard der zaak alleen geleverd kon worden voor in Nederland bereide verfsoorten, werden de andere van buiten Indië afkomstige verfsoorten, ingevolge de derde alinea der Bijzondere bepalingen, bij den invoer met een recht van f 1 per liter belast. Van deze uitlegging is de Indische regeeriug zeer onlangs teruggekomen. Zij neemt nu aan dat de door de vierde alinea der bijzondere bepalingen verzekerde vrijdom van invoerrecht voor gemethyleerd gedistilleerd alleen geldt voor deze vloeistof tb zoodanig, niet voor hare bereidingsproducten en dat dus ongeacht de herkomst, alle niet gemethyleerd gedistilleerd bereide verfwaren onderworpen zijn aan een invoerrecht van zes percent. Het is wenschelijk deze opvatting in de wet vast te leggen. Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 190G 1907.

6 «[31. 1.) Nadere "vijfc'ging en aanvulling van de wet houdende vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Ned.-Indië. Kleederen. De ondergeteekende wh'st er op, «Jat de niindervermogenden onder de Europeanen hun kleederen wegens den veel lageren prus in den regel door inlanders of Chineezen laten vervaardigen. Daarom kan de kleine verhooging in dezen post geen ernstig bezwaar opleveren. Manufacturen. Aan den in het Voorloopig Verslag te kennen gegeven wensch om katoenen molton dekens onder de met zes percent belaste manufacturen op te nemen, is voldaan. Ten aanzien van tafelgoed, kussensloopen en dergelijke geldt hetzelfde als hierboven onder kleederen is aangeteekend; wel is waar gebruiken ook de minder gegoeden onder de Europeanen deze goederen, maar meestal koopen zy het goed by de el en laten het dan verder door inlanders afwerken. Door hand, veters, lint en passement met manufacturen gelijk te stellen, blijft men aan de opvatting van het bestaande tarief vasthouden: in vele gevallen zijn z\j niet als halffabricaten te beschouwen. Voorts zijn in den post nog' uitdrukkelijk genoemd kains vandjanij en slenduuys, die op denzelfden voet als geweven Katoenen sarongs moeten worden behandeld en znn nog eenige wijzigingen en verwijzingen ter verduidelijking aangebracht en opgenomen. Meubelen. In tegenstelling met hetgeen door andere leden" wordt vermoed, heeft de bedoeling voorgezeten om het recht van meubelen in het algemeen te verhoogen, waarin dat van lampen derhalve deelen zou. Naar aanleiding van het betoog in het Voorloopig Verslag heeft de ondergeteekende echter geen bezwaar om petroleumlampen, zonder onderscheiding tusschen goedkoope en minder goedkoope, daarvan uit te zonderen. Het ontwerp is dienovereenkomstig aangevuld, waardoor de raming van de opbrengst van deze verhooging met f is verminderd. Ter beantwoording van de ten aanzien van deze verhooging ten slotte gedane vraag moge dienen dat de Chineesche meubelindustrie zich sedert 1880 zeer heeft ontwikkeld ; was z\j toen nog in haar opkomst, thans kan men van een gevestigde industrie spreken, zoodat meubelen van huishoudelijk gebruik niet meer in Indië worden ingevoerd. De invoer is daardoor, onafhankelijk van het invoerrecht, beperkt tot luxe-meubelen in bepaalde stijlen, Japansche meubelen en dergelijke, die in een geval, ook wegens het groote verschil in prijs met de f ndische meubelen, geacht kunnen worden met die meubelen te concurreeren. Mineraalwater. Mineraalwater kan niet meer voor Indië gerekend worden tot de gewone levensbehoeften van den Europeaan, nu nagenoeg overal zuiver ijs gemakkelijk en tegen niet te hoogen prijs verkrijgbaar is. Ter bevordering van het gebruik behoeft de verhooging niet te worden nagelaten, daar het mineraalwater wegens den hoogen prn's toch reeds, afgezien van het recht, slechts bereikbaar is voor de meergegoeden. Tegen een recht van f 6 heeft de ondergeteekende echter bezwaar, daar de verhooging dan niet meer matig zou zijn. Wegens het groote verschil in consumptieprijs tusschen het geiinporteerde mineraalwater en het in Indië vervaardigde koolzuurhondend water behoeft geen vrees te worden gekoesterd, dat die categorie van Europeanen, die zich thans het gebruik van het eerstgenoemde water kan veroorloven, door een kleine prijsverhooging van zijn voorkeur daarvoor zou afzien. Paarden, ezels, muilezels. Bij de beoordeeling van dezen post, moet men in het oog houden dat vrij van recht zullen zijn, zoowel de paarden die van Gouvernementswege worden ingevoerd als diegene, welke van de eilanden Timor en Soembawa naar Java worden gevoerd. De paarden, die wel door het recht getroffen zullen worden, hoofdzakelijk Australische paarden, zün ver boven de gewone maat en als luxepaarden te beschouwen, zoodat aan dien invoer geen invloed tot keering van den achteruitgang van het paardenras kan worden toegeschreven. Nadere inlichtingen hebben den ondergeteekende voorts geleid tot de conclusie, dat tegen heffing van een recht naar de waarde geen bezwaar bestaat, weshalve een recht van 6 pet. wordt voorgesteld. Daarentegen is het voorstel om ook ezels en muilezels te belasten, om de in het Voorloopig Verslag genoemde reden, teruggenomen. Photoaraphie toestellen. Waarom geen hooger recht dan Gpct. mogelijk is, blijkt uit de Memorie van Toelichting. De afschaffing in 1880 van het toen bestaande recht van photographische toestellen was het gevolg daarvan, dat ambachtsgereedschappen ", waaronder zn toen vielen en die als ijzerwerk belast waren, in dat jaar onder de vrijstelling fabriek en stooniwerktuigen" werden opgenomen. Er bestond toen nog geen reden om die toestellen te belasten, doch thans is dat wel het geval, omdat de invoer daarvan door amateur-photografen in de laatste jaren zeer is toegenomen. Wat photographie-artikelen betreft, is den ondergeteekende nader gebleken (lat deze thans reeds belast worden volgens de tariefposten, waaronder zy naar hun aard behooren, waardoor van sommige een recht van 10 pet. wordt geheven. Het is wenschelijk deze practijk te bestendigen in verband waarmede die artikelen in den voorgestelden post niet meer genoemd worden en de verwijzingen nog zijn aangevuld met droogplaten" en photographiepapier". Voorts zijn de woorden, alsmede gedeelten daarvan", aan den post toegevoegd om te voorkomen, dat lenzen en andere gedeelten van photographie-toestellen worden gerangi schikt onder de vrijgestelde rubriek instrumenten". Rijtuiqen. Ook hier geldt de boven reeds bij meubelen gemaakte opmerking, dat de tegenwoordige toestand zeer verschilt van dien in Er worden thans veel rijtuigen in Indië vervaardigd! en de ervaring heeft reeds bewezen dat dat fabrieaat niet con- ; curreert met de ingevoerde, veel duurdere, luxe-rytuigen. By de beoordeeling van dezen post moet voorts het gaandeweg ook in Indië veldwinnende automobilisme niet uit het oog verloren worden. Spoorwegrijtuigen en gedeelten daarvan werden reeds bij het ( tarief van 1872 vrijgesteld, waarschijnlijk ter bevordering van ; het spoorwegverkeer. Dit motief geldt ook thans nog. Schilderijen. De ondergeteekende sluit zich aan bij hetgeen i in.het Voorloopig Verlag wordt aangevoerd tegen een invoer-! recht op schilderijen. Het is trouwens niet duidelijk naar welken maatstaf ze belast zouden moeten worden, daar bü de Indische douane geen voldoende kunstkennis verondersteld mag worden! om ook maar eenigszins de waarde van een schilderij te kunnen, beoordeelen. Bovendien is de invoer zeer onbeduidend. Speelkaarten. De verhooging, welke ten aanzien van Chineesche '. speelkaarten wordt voorgesteld, is reeds niet gering, daar het ; bestaande recht ongeveer verdubbeld wordt. Zy zou echter buitengewoon worden en de bn dit ontwerp in het algemeen gestelde grenzen overschrijden, wanneer besloten werd tot een recht van zestig cent per K. G., hetgeen zou neerkomen op eene verachtvoudiging van het bestaande recht. Dit zou ongetwijfeld tot veel I ontduiking aanleiding geven. De gelijkstelling van kaartpapier met speelkaarten meent de ondergeteekende om de in de Memorie van Toelichting genoemde reden te moeten handhaven, doch aan het in het Voorloopig Verslag genoemde bezwaar is zooveel mogelijk tegemoetgekomen door wijziging van de redactie der, bijzondere bepaling". Daar het voorgestelde recht van kaartpapier verband houdt met dat van speelkaarten, kan daaraan niet de werking worden toegeschreven dat het het drukken van kaarten onmogelijk zou maken en is er geene aanleiding om het met 50% te verlagen. Bij het bestaande tarief is reeds bepaald dat een spel uitten hoogste 52 kaarten bestaat. Toch moet, boven heffing naar het aantal spellen, de voorkeur worden gegeven aan eene heffing naar het gewicht omdat dan de goede soorten, die in den regel van zwaarder karton zijn vervaardigd, hooger belast worden ' dan de inferieure soorten. Dat dit invloed zou uitoefenen op de voorkeur, die de meer gegoeden uit den aard der zaak voor de betere soorten hebben, is niet aan te nemen. Over het denkbeeld om den verkoop van speelkaarten tot eene regie te maken, zal de ondergeteekende met den Gouverneur- Generaal in overleg treden. Tabak. Het komt den ondergeteekende bij nader inzien wenschelijk voor het invoerrecht op tabak en snuif onveranderd te laten. Daar de voorgestelde verhooging van het invoerrecht op sigaren verband hield met die van het recht op tabak, moet ook daarvan afgezien worden. Blijft derhalve het bestaande recht op sigaren van f 50 per 100 K. G. gehandhaafd, dan bestaat er te meer reden om het recht van Manilla-sigaren met dat van andere sigaren gelyk te stellen, omdat de aan den sluikhandel

7 [31. 1.] Nadere wijziging en aanvulling van de wet houdende vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Ned.-Indië. verbonden voordeden dan nog meer verminderen dan volgens het oorspronkelijk voorstel reeds het geval zou zy'n geweest en ook overigens aan het in het Voorloopig Verslag tegen die gelijkstelling genoemde bezwaar zal zyn te gemoet gekomen. By den achteruitgang der Maniila-sigaren in qualiteit en waarde bestaat trouwens voor een belangrijk hooger recht daarvan geen voldoende aanleiding meer. Ter beantwoording van de onder dezen post aan het slot van het Voorloopig Verslag gedane vraag, moge nog dienen dat de ondergeteekende van zijn oorspronkelijk voorstel geen vrees voor vermindering van den af/.et van Hollandsche sigaren koesterde, omdat daarin tevens eene verhooging van het recht op tabak was opgenomen en de positie van de Nederlandsche sigarenindustrie op de Indische markt tegenwoordig zeer vast ia. Thee. Het karakter van verteringsbelasting springt by deze verhooging zoozeer in het oog, dat de ondergeteekende eene uitvoerige motiveering in de Memorie van Toelichting overbodig achtte. De verhooging van vy'f cents per K.G. maakt ruim zes percent uit van de waarde, zooals die in de statistiek der in- en uitvoerrechten over 1904 wordt opgegeven. Zooals reeds in 3 is betoogd zal het hoogere recht niet beschermend werken, omdat de ingevoerde thee een andere klasse van verbruikers heeft dan de op Java gewonuene, die daarvan in smaak zeer verschilt. De statistiek wijst dan ook uit dat, niettegenstaande de theeuitvoer van Java gedurig toeneemt, de invoer in Java en Madoera over de laatste twaalf jaren eer neiging tot stijging dan tot daling heeft. Touwwerh. Het ontwerp is aangevuld met de in het Voorloopig Verslag in overweging gegeven vrijstelling. Vee. Het voorgestelde invoerrecht zal geen afbreuk doen aan de verbetering van den veestapel, ook omdat, voorzoover buitenlandsch vee met dat doel wordt ingevoerd, die invoer, althans in de naaste toekomst, voor rekening van het Gouvernement zal geschieden en om die reden vry van invoerrecht zal zijn. Dat in den regel slechts Europeanen en Vreemde Oosterlingen levend vee invoeren, moet de ondergeteekende volhouden. Wat de werking van het recht als verteringsbelasting betreft, meent hy overigens te mogen volstaan met de verzekering dat over het algemeen onder de inlandsche bevolking geene consumenten van ingevoerd slachtvee aangetroffen worden. Verfwaren. De in het Voorloopig Verslag gestelde vraag moet bevestigend beantwoord worden. Nader is gebleken, dat natte verfwaren niet enkel worden ingevoerd in blik en dus voor verkoop in het klein, maar ook verpakt in ijzeren drums van 50 en 60 K.G. inhoud, ten behoeve van droogdokken. Daar het gewenscht is het recht op die natte verfwaren niet te verhoogen, is het ontwerp dienovereenkomstig gewijzigd, terwy'1 terpentijnolie, dat blijkens de Memorie van Toelichting evenzeer met 6 pet. belast moet blijven, thans uitdrukkelijk in den post genoemd is. Wijn. Blijkens de bh'lage van de Memorie van Toelichting overtrof in de daar bedoelde gewesten de invoer van wijn en champagne nog in 1901 dien van het daaraan voorafgaande jaar en werd in 1902 meer champagne ingevoerd dan in Wanneer nu de overige in die bijlage genoemde cijfers, die niet verder loopen dan tot en met 1904, wijzen op eene vermindering van invoer, dan kan daaruit bezwaarlijk reeds aanstonds eene conclusie van eenige beteekenis ten opzichte van de consumptie getrokken worden. Mag echter aangenomen worden dat, terwijl het bestaande recht reeds dateert van 1886, de consumptie eerst in de allerlaatste jaren is verminderd, dan is dit by een artikel als wijn en champagne uit den aard der zaak toe te schrijven aan factoren, waarop de heffing van meer of minder invoerrecht geen invloed zal uitoefenen. Uit een fiscaal oogpunt zou dan juist verhooging van het recht wenschelijk zijn en de voorgestelde verhooging is, ofschoon niet gering in vergelijking met het bestaande recht, in verhouding tot den consumptieprijs inderdaad van geene overwegende beteekenis. Voor champagne zal de prijs stijgen met f 0,20 per flesch en de be- I wering in het Voorloopig Verslag, dat dit eene belangrijke. stijging is, zal men bezwaarlijk kunnen volhouden. De maatstaf 100 flesschen", zonder aanduiding van den inhoudsmaat van eene flesch, is uit het bestaande tarief overgenomen, omdat zij in de practijk geen bezwaar opleverde. De inhoud van een chanipagneflesch is een vaststaande hoeveelheid en by de toepassing wordt het aantal halve flesschen herleid tot heele. Ook by den invoer van magnuniflesschen zal herleiding tot normale flesschen plaats hebben. Daar nog nimmer bezwaren zyn ondervonden by den thans ook geldenden maatstaf, bestaat voor heffing per liter geene aanleiding. Zout. Het was den ondergeteekende aangenaam dat verschillende leden de noodzakelijkheid van de verhooging van het invoerrecht op tafelzout erkenden. De winst uit het monopolie zout verkregen, wordt geschat op f 196 per kojang briketzout, hetgeen neerkomt op :t f 11,66 per 100 K.G. Ongetwijfeld is een recht van f 12 op een waarde van circa f 7.75 zeer hoog, doch dat hooge bedrag is onvermijdelijk om te beletten, dat de inkomsten uit het monopolie door den invoer van zout benadeeld worden. De verlaging, die in het Voorloopig Verslag gevraagd wordt, zou daarop neerkomen, dat de handhaving van het zoutmonopolie zou opgeofferd worden aan belangen van enkele Nederlandsche industrieelen die betrokken zyn by een invoer, welke in strijd is met de bedoeling, die by de regeling van het monopolie voorzat. Het zal wel geen betoog behoeven dat de ondergeteekende onder die omstandigheden de voorgestelde verhooging moet handhaven. De term tafelzout" komt reeds voor in artikel 6 der ordonnantie tot verzekering van het zoutmonopolie (Indisch Staatsblad 1882 n. 73) en heeft in de toepassing dier ordonnantie geen bezwaar opgeleverd. Daarom is hy hier overgenomen. Ter tegemoetkoming aan de in het Voorloopig Verslag geopperde bedenkingen is de afzonderlijke belasting van het zout, dat met andere goederen, als boter en ham wordt ingevoerd, uit het ontwerp vervallen. De vraag, tot welk bedrag het invoerrecht van zout voor Tapanoelie en Sumatra's Oostkust moet worden verhoogd, is ernstig overwogen en daarbij is men tot de conclusie gekomen, dat een recht van f 10 per 100 K.G. ter bereiking van het in de Memorie van Toelichting genoemde doel noodzakelijk is. De ondergeteekende kan daarom geen vrijheid vinden om een lager bedrag voor te stellen. Voor de vermelding van de onderafdeeling Sinqkel wordt verwezen naar het slot van deze Memorie. Art. 4. Het is meermalen voorgekomen dat vreemde beroepsconsuls de Indische regeering vrijstelling verzochten van invoerrecht voor hunne goederen. De in het Voorloopig Verslag aangehaalde woorden doelen op de wenschelijkheid om daaraan te gemoet te komen. De bedoelde goederen zijn voornamelijk bureaubehoeften, vlaggen en wapenborden, alsmede goederen deel uitmakende van verhuisboedels. In Nederland geldt als regel van internationale beleefdheid vrijstelling van invoerrecht van wapenborden en vlaggen bestemd voor consulaten, terwy'1 verder alle verhuisboedels in het algemeen by de wet van invoerrecht zyn vrijgesteld. Andere gevallen dan het in de Memorie van Toelichting genoemde zyn den ondergeteekende niet bekend. Uit het voorafgaande blykt, dat de macht, die den Gouverneur- Generaal door de voorgestelde bepaling zal verleend worden, inderdaad niet buitensporig groot is. De vrijstelling ook uit te strekken tot invoer met liefdadige doeleinden een vrijstelling welke hier te lande niet bestaat zou voor Indiè' niet zonder bedenking zyn met het oog o. a. op de vele Ohineesche vereenigingen, die volgens hare oprichtingsakten liefdadigheid betrachten, maar waarvan overigens weinig bekend is. Het wetsontwerp heeft voorts nog de volgende wijzigingen en aanvullingen ondergaan. Staal in staven. Wegens de vermelding van stalen assen onder de vrijstelling van staal is eene bijzondere bepaling opgenomen om te voorkomen dat assen, dienende voor rijtuigen (andere dan spoorwegrijtuigen) in de vrijstelling zullen deelen. Ia verband met het in Indisch Staatsblad 1905 n. 449, opgenomen besluit van den Gouverneur-Generaal, waarbij de onderafdeeling Singkel van de residentie Tapanoeli afgescheiden en by

8 [31. 1.] Naden wijziging en aanvulling van de wet houdende vaststelling tarieven van in-, uit- en doorvoer in Ned.-Indië. bet gouvernement Atjeh <'n Onderhoorigneden geroesd ia, moet die onderafüeeling tutdrukkeujk naait de residentie Tapanoeli genoemd worden in artikel 1 der Tariefwet en in den tariefpost snut. De vermelding van het rijk van Djambi, dat niet meer bestaat, kan in artikel 5 der wet vervallen. Voorts kan de datum van 1 Januari 1907 als tijdstip van inwerkingtreding niet in artikel 7 van het wetsontwerp behouden blyven ; dat tijdstip is thans afhankelijk gesteld van den datum, Waarop de afkondiging in Indié' plaats heeft. Ten slotte zijn, naar aanleiding van nadere inlichtingen, nog eenige veranderingen in de verwijzingen aangebracht. Als bijlage wordt aan deze memorie nog toegevoegd een exemplaar van liet thans voorgestelde tarief, waarin de wijzigingen, die net oorspronkelijk voorstel heeft ondergaan, met rooden inkt zijn aangeduid. Ten gevolge van de wijzigingen, die het wetsontwerp heeft ondergaan, moet de raming van de opbrengst met ongeveer f verminderd of op nagenoeg f U gesteld worden. De Minister van D. FOCK. Koloniën,

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

2011 STAATSBLAD No. 129 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2011 STAATSBLAD No. 129 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2011 STAATSBLAD No. 129 VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 5 september 2011, houdende nadere wijziging van de Wet houdende bepalingen omtrent de accijns op het hier te lande vervaardigd en ingevoerd gedistilleerd

Nadere informatie

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage,

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage, RAAD VAN BEROEP voor de DIRECTE BELASTINGEN te s-gravenhage. Aangeteekend per post aan partijen toegezonden 26 Mei 1937 De Secretaris van den Raad van Beroep voor de directe belastingen te s-gravenhage

Nadere informatie

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden. ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven

Nadere informatie

Rederlandschlndisde laatschappij

Rederlandschlndisde laatschappij J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.

Nadere informatie

[loo. :{.] Nadere wijziging en aanvulling nu de wet houdende vaattte-lling tarieven van in-, uii- en doorroer in Ned.-Indië

[loo. :{.] Nadere wijziging en aanvulling nu de wet houdende vaattte-lling tarieven van in-, uii- en doorroer in Ned.-Indië [loo. :{.] Nadere wijziging en aanvulling nu de wet houdende vaattte-lling tarieven van in-, uii- en doorroer in Ned.-Indië het paarden, pholographie-artikelcn en ree, welke thans vrijgesteld zijn, aan

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten, 2714 De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Assen, Gezien het beroepschrift, ingediend door X te Z, d.d. 6 November 1925 tegen de uitspraak van den Inspecteur der directe belastingen te Y op

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD

SOCIAAL-ECONOMISCHE ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60, 's-gravenhage SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING

Nadere informatie

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N,

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, 21 October 1959. F. No. 14043. D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, Gezien het beroepschrift in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-hertogenbosch van 6 Maart 1959

Nadere informatie

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder. Intitulé : Bioscoopverordening Citeertitel: Bioscoopverordening Vindplaats : AB 1990 no. GT 12 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34 De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder Artikel 1 1. Het

Nadere informatie

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder,

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder, Zaaknummer: 1995/155 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 21 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Trefwoorden: Auditor, inschrijving,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET GERECHT (Vijfde kamer) 5 juli 1993 *

BESCHIKKING VAN HET GERECHT (Vijfde kamer) 5 juli 1993 * BESCHIKKING VAN 5. 7.1993 ΖΑΛΚ T-S4/91 DEP komst van een advocaat soms zijn nut hebben voor het verloop van de precontentieuze procedure, toch zijn de honoraria voor de in de precontentieuze fase verrichte

Nadere informatie

EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE

EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE HET MUNTWEZEN IN SURINAME DOOR C. R. WEIJTINGH Kort na het uitbreken van den wereldoorlog in 1914 werd den Gouverneur bij Verordening van 18 Augustus

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 26 Landsverordening openbaarheid van bestuur 1 Hoofdstuk 1. Definities Artikel 1 In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt

Nadere informatie

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 7 de maart 2012 no. 12/1758, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening ter bevordering van grondontwikkeling. DE GOUVERNEUR

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten in verband met de invoering van herziening bij aanslagbelastingen (Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst) VOORSTEL

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,

Nadere informatie

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée. met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee.

PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée. met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee. PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée klassee UÏI de tesgere faupppieiioai met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee. (Strekkende m voldoening aan de voorlaatste

Nadere informatie

Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES)

Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES) Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES) 2010/555; Op de voordracht van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Algemene voorwaarden. 2.3 Het staat partijen vrij te bewijzen dat de overeenkomst op andere wijze tot stand is gekomen.

Algemene voorwaarden. 2.3 Het staat partijen vrij te bewijzen dat de overeenkomst op andere wijze tot stand is gekomen. Algemene voorwaarden Artikel 1 Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsverhoudingen tussen OAMKB Gooi-, Eem- & Flevoland BV, gevestigd te Hilversum, nader aan te duiden

Nadere informatie

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 BEGRIPS- EN ALGEMENE BEPALINGEN... 3 HOOFDSTUK 2 BEHANDELING SCHRIFTELIJKE KLACHTEN... 4 HOOFDSTUK 3 KLACHTENREGISTRATIE

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1969 Nr. 208

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1969 Nr. 208 20 (1950) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1969 Nr. 208 A. TITEL B. TEKST Verdrag nopens de waarde van goederen in douanezaken, met Bijlagen; Brussel, 15 december 1950 De

Nadere informatie

Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I. Griffie 3050/81 Type: ev. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer;

Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I. Griffie 3050/81 Type: ev. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer; Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I Griffie 3050/81 Type: ev HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer; GEZIEN het beroepschrift van X te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën Intitulé : Landsverordening accijns minerale oliën Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën Vindplaats : AB 1989 no. GT 56 Wijzigingen: AB 1994 no. 3; AB 1997 nos. 33, 34; AB 2002 no. 87(inwtr.

Nadere informatie

TER ILLUSTRATIE. I. Boek 7 BW. Artikel 248

TER ILLUSTRATIE. I. Boek 7 BW. Artikel 248 TER ILLUSTRATIE I. Boek 7 BW Artikel 248 1. De huurprijs kan worden verhoogd hetzij op grond van een beding in de huurovereenkomst dat in deze wijziging voorziet, hetzij indien een dergelijk beding niet

Nadere informatie

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet#

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# 162 30. SJb Mei 8. 19 Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# De Berste Af deeling van den Onderwijsraad heeft de eer hierbij ter kennis van Uwe Excellentie te brengen

Nadere informatie

Aan. de Tweede Kamer de Staten-Generaal.

Aan. de Tweede Kamer de Staten-Generaal. ^, Aan de Tweede Kamer de Staten-Generaal. Den len Maart jl. werden door Zijne Excellentie den Minister van Justitie bij Uwe Vergadering ingediend wetsontwerpen, betreffende de inrichting en het rechtsgebied

Nadere informatie

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen).

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). ^ 1 i>l Caveant consules, ne quid detrimenti res publica capiat!" (Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). Aan de HH. Leden van de Staten-Generaal worden hij al de vorigen nog de volgende

Nadere informatie

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-205/99 Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Douanerechten Invoer van televisietoestellen uit India Ongeldige certificaten van oorsprong Verzoek tot kwijtschelding van invoerrechten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 034 Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn

Nadere informatie

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Staatsblad 302. 23 April 1936. WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Wij WILHELMINA, enz.... doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1974-1975 13 10 Wijziging van de inkomstenbelasting, van de loonbelasting en van enige sociale verzekeringswetten in het kader van het belastingplan 1975 Nr. 4

Nadere informatie

(versie geldend vanaf 01-01-2015)

(versie geldend vanaf 01-01-2015) (versie geldend vanaf 01-01-2015) REGLEMENT INZAKE BEMIDDELING ZORGVERZEKERING Door het bestuur van de Stichting Rechtspraak Zorgverzekering zetelende te Utrecht is het navolgende Reglement inzake Bemiddeling

Nadere informatie

VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING

VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING VOORWAARDELIJKE VEROORDEELING DOOR MR. O. E. G. GRAAF VAN LIMBURG STIRUM Nu bij de behandeling van de begrooting voor 1925 (o. m. in het Voorloopig Verslag van de Commissie van Rapporteurs) wederom de

Nadere informatie

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan: Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon,

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Wet op de medische keuringen

Wet op de medische keuringen Wet op de medische keuringen Wet van 5 juli 1997, Stb. 1997, 365 (Verbeterblad), houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen),

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties

Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon integriteit.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen) A GEWIJZIGD

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: aangesloten makelaar bij de vereniging, kantoorhoudende te D

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: aangesloten makelaar bij de vereniging, kantoorhoudende te D Grondverschil. Deel van het verkochte perceel eigendom van de gemeente. Klacht ongegrond, toch kostenveroordeling. Klagers kopen met inschakeling van een eigen makelaar een woning die bij beklaagde in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 15 339 Wijziging van de inkomstenbelasting en de loonbelasting in het kader van het belastingplan 1979 Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening minimumlonen Citeertitel: Landsverordening minimumlonen Vindplaats : AB 1989 no. GT 26 Wijzigingen: AB 1992 no. 81; AB 1993 nos. 2, 77; AB 1994 nos. 66, 67; AB 1995 no. 84;

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 236 Voorstel van wet van de leden Duivesteijn en Santi tot wijziging van de Woningwet (landelijke ombudsman voor huurders) Nr. 2 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14162 Nadere regelen tot beëindiging van de afwikkeling van de oorlogs- en watersnoodschaden en van schaden in de zin van de Wet Overheidsaansprakelijkheid

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet Wet van 16 juni 2005, houdende regeling van een sociale verzekering voor geneeskundige zorg ten behoeve van de gehele bevolking (), laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2009, 15178 (uittreksel) Zorgverzekering

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 143

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 143 30 (196!) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1961 Nr. 143 A. TITEL Notawisseling tussen de Nederlandse Regering en de Commissie van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.5489 (144.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager, tegen: hierna te noemen de tussenpersoon. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS * - J!" 3^ Ö. "y&s ^ j OVER I)E DRUKKnC WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS GEVOERD MOET WOKÜEN. ö^ I>^)Oil p. L. K IJ K E. ia Overgediukt uit Je Veislagtu eu Medeileehugeü dei K.üuiiiklijke Akademie vrtii

Nadere informatie

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidieregeling 2008 Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24397 26 april 2018 Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie

Nadere informatie

************************* AB 1989 no. GT 31 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 21 oktober 2013 *************************

************************* AB 1989 no. GT 31 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 21 oktober 2013 ************************* Intitulé : Landsverordening accijns op sigaretten Citeertitel: Landsverordening accijns op sigaretten Vindplaats : AB 1989 no. GT 31 Wijzigingen: AB 1994 no. 3; AB 1997 nos. 33, 34; AB 2002 no. 87(inwtr.

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 (Tekst geldend op: 19 02 2015) Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 4. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in deze

Nadere informatie

DE HOOGE RAAD DER NEDERLANDEN,

DE HOOGE RAAD DER NEDERLANDEN, No. 5345. DE HOOGE RAAD DER NEDERLANDEN, Gezien het beroepschrift in cassatie van Y te W tegen de uitspraak van den Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Arnhem van 5 Februari 1932 in zake zijn

Nadere informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende : VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN Stichting SHL-Holding en rechtspersonen waarover de stichting het bestuur voert

ALGEMENE VOORWAARDEN Stichting SHL-Holding en rechtspersonen waarover de stichting het bestuur voert ALGEMENE VOORWAARDEN Stichting SHL-Holding en rechtspersonen waarover de stichting het bestuur voert B. BIJZONDERE VOORWAARDEN Ondersteuning De in deze Bijzondere Voorwaarden Ondersteuning - hierna: bijzondere

Nadere informatie

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wet van 24 juni 1939, houdende regelen teneinde in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden een doelmatige distributie van goederen in het belang van volkshuishouding, landsverdediging

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 september 2004 Rapportnummer: 2004/363

Rapport. Datum: 13 september 2004 Rapportnummer: 2004/363 Rapport Datum: 13 september 2004 Rapportnummer: 2004/363 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Sociale verzekeringsbank, vestigingskantoor Utrecht, afdeling AKW (hierna: de SVB), hem bij de behandeling

Nadere informatie

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet waardering onroerende zaken en enige andere wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen en een basisregistratie waarde

Nadere informatie

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0075(CNS)

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0075(CNS) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie regionale ontwikkeling 2009/0075(CNS) 9.9.2009 * ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een beschikking van de Raad waarbij Portugal wordt gemachtigd tot een verlaging

Nadere informatie

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE C 326/266 Publicatieblad van de Europese Unie 26.10.2012 PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN, OVERWEGENDE dat krachtens de

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 1 van 18 november 1996 met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op het verslag opgesteld door de heer L. GOLVERS en de heer B.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op het verslag opgesteld door de heer L. GOLVERS en de heer B. KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Zetel : Ministerie van Justitie Poelaertplein 3 Tel. : 02/504.66.21 tot 23 Fax : 02/504.70.00 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER O. ref. : S /

Nadere informatie

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. A A (Extract). EXTRACT nit het Register der Resolutien van den Minister van Financien. In- en uitgaande regteu en accijnsen. N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. Dc Minister, enz. Heeft goedgevonden

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

2.1 Alle aanbiedingen van MF-Budgetcoaching zijn vrijblijvend, tenzij nadrukkelijk schriftelijk anders is vermeld.

2.1 Alle aanbiedingen van MF-Budgetcoaching zijn vrijblijvend, tenzij nadrukkelijk schriftelijk anders is vermeld. Algemene Voorwaarden MF-Budgetcoaching Artikel 1 Toepassingsgebied 1.1 Deze algemene leveringsvoorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst waarbij MF-Budgetcoaching deze

Nadere informatie

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde. Taxatie. Onjuiste Taxatiewaarde. Belangenbehartiging opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn (ex-)echtgenote hebben beklaagde in het kader van hun echtscheiding gevraagd hun woning te taxeren.

Nadere informatie

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP Vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur van de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, d.d. 12 januari 2010, herzien d.d. 12 februari 2013.

Nadere informatie

NMI MEDIATION REGLEMENT 2001

NMI MEDIATION REGLEMENT 2001 Nederlands Mediation Instituut NMI MEDIATION REGLEMENT 2001 Artikel 1 - Definities In dit reglement wordt verstaan onder: NMI: de Stichting Nederlands Mediation Instituut, gevestigd te Rotterdam. Reglement:

Nadere informatie

2.1 Alle aanbiedingen van BudgetCoach de Eilanden zijn vrijblijvend, tenzij nadrukkelijk schriftelijk anders is vermeld.

2.1 Alle aanbiedingen van BudgetCoach de Eilanden zijn vrijblijvend, tenzij nadrukkelijk schriftelijk anders is vermeld. Algemene Voorwaarden Algemene Voorwaarden BudgetCoach de Eilanden Artikel 1 Toepassingsgebied 1.1 Deze algemene leveringsvoorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst waarbij

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 4 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 10 de januari 2014 tot vaststelling van de jaarlijkse bijdrage van het Land aan het Algemeen Fonds

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083

Rapport. Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083 Rapport Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083 2 Klacht Op 11 juli 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Amerongen, met een klacht over een gedraging van de griffie

Nadere informatie

3. De brief met bijlagen van Consument van 12 februari 2010

3. De brief met bijlagen van Consument van 12 februari 2010 Niet-bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 109 d.d. 16 juni 2010 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mevrouw mr. J.W.M. Lenting) 1. Procedure De Commissie beslist

Nadere informatie

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale gebruik, daartoe noopt, wordt vrijstelling van belasting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 081 Nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 727 Besluit van 26 oktober 2010, houdende vaststelling van de griffierechten en de bedragen, bedoeld in de artikelen 21, tweede lid, respectievelijk

Nadere informatie