VEILIGHEIDS- EN GEZONHEIDSPLAN PROJECT. Kabelwerken Area CE

Transcriptie

1 VEKMO nv. Diestsevest 82 B-3000 LEUVEN tel. +32 (0) fax +32 (0) VEILIGHEIDS- EN GEZONHEIDSPLAN PROJECT Kabelwerken Area CE Datum Versie nr 20 december 2012 n 00 Dit is opgesteld door VEKMO N.V. Het mag slechts gebruikt worden binnen het kader van bovenvermeld bouwproject. Gebruik of overname van dit document zelfs gedeeltelijk voor andere doeleinden is niet toegelaten. De taal van het dossier en van de omgang op de werf is het Nederlands of het Frans. Aannemers die anderstalige werknemers tewerkstellen, moeten zelf instaan voor het vertalen van de van kracht zijnde V&G-bepalingen en voor het informeren, opleiden en instrueren van die werknemers in hun moedertaal. Alle documenten gevraagd door de coördinator in het kader van zijn opdracht moeten opgesteld zijn in het Nederlands of het Frans. INVENTARISATIE van al de documenten die aan VEKMO ter beschikking gesteld zijn voor de opmaak van dit : Document Nr. van document Versie Ontvangstdatum Algemene en meer gedetailleerde beschrijving /11/ INFR VGP XN docx Blz. 1/20

2 DEEL A Algemene inlichtingen Inhoudstafel 1. Beschrijving van het project Planning / duur der werken Gegevens van de betrokken partijen Resultaten van de risicoanalyse van de werf Aard van de werkzaamheden Verhoogde risico s Wederzijde inwerkingen tijdens gelijktijdige tussenkomsten van verschillende partijen Wederzijdse inwerkingen met activiteiten of installaties van derden of de opdrachtgever Bij de offerte te voegen documenten mbt. toepassing van art. 30 van het Koninklijk Besluit betreffende Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen Identificatie van de inschrijver* Intentieverklaring van de inschrijver* Bouwplaatsreglement en maatregelen specifiek voor dit project Organisatie van de preventie en bescherming in het kader van de veiligheidscoördinatie Noodplan en noodprocedures Preventie en brandbestrijding Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Collectieve beschermingsmiddelen (CBM) Werkposten & arbeidsmiddelen Bouwplaatsinrichting Gevaarlijke producten Milieu Postinterventiedossier Andere specifieke preventie- en beschermingsmaatregelen voor dit project geïdentificeerd door de inschrijver Gebruikte afkortingen VEICO = Veiligheidscoördinator OG = Opdrachtgever ARCH = Architect STAB = Studiebureau Stabiliteit TECH = Studiebureau Technieken PBM = Persoonlijke beschermingsmiddelen CBM = Collectieve beschermingsmiddelen VGP = KB TMB = Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen FOD WASO = Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 2539 INFR VGP XN docx Blz. 2/20

3 DEEL A Algemene inlichtingen 1. Beschrijving van het project Voorwerp van de aanneming kabelwerken : Algemene beschrijving: De aanneming bestaat hoofdzakelijk uit het trekken van kabels naast de sporen, in gebouwen en in terreinen rondom gebouwen. Hierbij zullen kabelwegen gerealiseerd worden door middel van betonnen sleuven, buizen, kabelladders, trekputten, Meer gedetailleerde beschrijving: - Grondwerken o Vrijmaken van terreinen (begroeiing) o Uitgraven en ophogen van terreinen o Graven en opvullen van sleuven (langs de sporen en op terreinen langs gebouwen) o Maken van doorsteken onder de sporen - Plaatsen en leveren van kabels o Langs de sporen o In kruipruimten o In gebouwen o In terreinen rond gebouwen o Op bovenleidingspalen - Gebruik van een spoorwegkraan voor het trekken van kabels langs de sporen (+ plaatsing van toegangsplatform) - Plaatsen van kabelbanen, kabelladders, kabelgoten binnen en buiten - Plaatsen van HDPE buizen, betonsleuven met deksel en kunststofsleuven met deksels langs de sporen en op terreinen langs gebouwen - Maken van boringen in steen of beton - Uitvoeren van een gestuurde boring - Leveren en plaatsen van aardingen - Plaatsen van waterdichte kabeldoorvoeren - Maken van moffen - Aansluiten van kabels - Plaatsen van identificatiebanden - Plaatsen van kabeldekpannen over ingegraven kabels - Leveren en plaatsen van trekputten met gietijzer deksels - Leveren en plaatsen van sokkels voor verlichtingspalen - Plaatsen van verlichtingspalen - Verven van betonnen sleuven en buizen - Opzoeken, identificeren en buiten sleuf brengen van kabels in dienst - Verplaatsen van bestaande kabels - Knippen en verwijderen van bestaande kabels - Wegnemen en plaatsen van beton deksels en sleuven - Aanpassen van sleuven (reiningen, maken van openingen, ) - Transport van sleuven/kabels/ 2. Planning / duur der werken - Duur der werken: zie Lastenboek (Deze raamovereenkomst wordt opgesteld voor een vermoedelijke duur van 4 à 5 jaar met een vermoedelijke aanvangsdatum in september 2013.) - Een gedetailleerde planning der werken dient door de algemene aannemer opgesteld te worden INFR VGP XN docx Blz. 3/20

4 DEEL A Algemene inlichtingen 3. Gegevens van de betrokken partijen Naam tel. / gsm Infrabel Leidend ambtenaar Dhr. David Zimmer Fonsnylaan 47B 1060 Brussel david.zimmer@infrabel.be Veiligheidscoördinatie fase ontwerp Xavier Nickmans xavier.nickmans@vekmo.be 2539 INFR VGP XN docx Blz. 4/20

5 DEEL A Algemene inlichtingen 4. Resultaten van de risicoanalyse van de werf Legende bij de tabellen van de risicoanalyse Aanw. : Indien deze activiteit aanwezig zal zijn op de werf, wordt het bijbehorende vakje aangekruist.! : Het vakje wordt aangekruist indien deze activiteit risico s inhoudt die geanalyseerd moeten worden in het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan van de aannemer belast met de uitvoering der werken. Tenzij anders vermeld dient het algemeen VGP van de aannemer niet bijgevoegd te worden aan zijn offerte.!! : Het vakje wordt aangekruist indien deze activiteit verhoogde risico s inhoudt (zie ook punt 4.2. van het VGP) voor dewelke een risicoanalyse en/of een omschrijving van de uitvoeringsmethode door de inschrijver belast met de uitvoering der werken in de fase verwezenlijking moet overhandigd worden. Tenzij anders vermeld dient de omschrijving van de uitvoeringsmethoden niet bijgevoegd te worden aan de offerte. Art 30 : Het vakje wordt aangekruist indien deze activiteit risico s inhoudt voor dewelke een risicoanalyse en/of een omschrijving van de uitvoeringsmethode door de inschrijver bij zijn offerte moet gevoegd worden Aard van de werkzaamheden Aard van de werkzaamheden (art.2 1 van het KB TMB) Graafwerken Grondwerken Funderings- en verstevigingswerken Waterbouwkundige werken Wegenwerken Aanw. X X Analyse!!! Art 30 Bemerkingen Plaatsen van nutsleidingen X Kabels voor de opdrachtgever Infrabel, uitgebreid met kabels voor Ictra. Opkuis van oude kabels van opdrachtgever Infrabel zijn inbegrepen in de raamovereenkomst. Bouwwerken Montage en demontage van (in het bijzonder) geprefabriceerde elementen, liggers en kolommen Inrichtings- of uitrustingswerken Verbouwingswerken Vernieuwbouw Herstellingswerken Ontmantelingswerken Sloopwerken Instandhoudingswerken Onderhouds-, schilder- en reinigingswerken Saneringswerken Afwerkingswerkzaamheden bij één of meer van hogervermelde X 2539 INFR VGP XN docx Blz. 5/20

6 DEEL A Algemene inlichtingen 4.2. Verhoogde risico s Verhoogde risico s (art. 26 1) Graafwerken dieper dan 1,2 meter Werken in nabijheid van slib of drijfzand Valgevaar van meer dan 5 meter Blootstelling aan asbest, chemische of biologische agentia Werken met ioniserende straling Werkzaamheden in nabijheid van elektrische HS-lijnen of - kabels Werkzaamheden in nabijheid van ondergrondse leidingen van 15 bar of meer Risico op verdrinking Ondergrondse werken en tunnelwerken Werkzaamheden met duikuitrusting Werkzaamheden met overdruk Werkzaamheden met gebruik van springstoffen Werkzaamheden i.v.m. montage of demontage van zware geprefabriceerde elementen Aanw. X X Analyse!!! Art 30 Bemerkingen X De asbestinventaris is in fase verwezenlijking per deelopdracht van deze raamovereenkomst op te vragen bij de opdrachtgever/bouwheer. De asbestinventarissen van toepassing voor de Area Centrum worden niet bij het bestek van deze raamovereenkomst gevoegd. X De KLIM informatie is per deelopdracht van deze raamovereenkomst op te vragen bij de verschillende beheerders van deze kabels. De liggingsplannen van de kabels en leidingen beheerd door Infrabel voor de Area Centrum worden niet bij het bestek van deze raamovereenkomst gevoegd. Het schakelen in bestaande installaties is enkel de bevoegdheid van Infrabel. Dit geldt eveneens voor het aansluiten van HS-kabels en het knippen van HS-kabels Wederzijde inwerkingen tijdens gelijktijdige tussenkomsten van verschillende partijen Werforganisatie Aanw. Opmerkingen Werken uitgevoerd door een algemene aannemer + onderaanneming 4.4. Wederzijdse inwerkingen met activiteiten of installaties van derden of de opdrachtgever Installaties van Infrabel bevinden zich in en rondom de werfzone. De aandacht van de aannemer wordt in het bijzonder gevestigd op de aanwezigheid van HS kabels, kanalen en betonnen kabelsleuven INFR VGP XN docx Blz. 6/20

7 DEEL A Algemene inlichtingen Werken in de nabijheid van en ter hoogte van sporen in dienst, bovenleidingen onder elektrische spanning (3kV/25kV), HS- en LS-kabels in sleuven of ingegraven INFR VGP XN docx Blz. 7/20

8 5. Bij de offerte te voegen documenten mbt. toepassing van art. 30 van het Koninklijk Besluit betreffende Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN PROJECT Kabelwerken Area CE DE VOLGENDE BLADZIJDEN ZIJN DOOR DE INSCHRIJVER IN TE VULLEN EN TE ONDERTEKENEN EN BIJ DE OFFERTE TE VOEGEN. De in te vullen documenten omvatten : Identificatie van de inschrijver Intentieverklaring van de inschrijver Algemeen Bouwplaatsreglement aangevuld met preventie- en beschermingsmaatregelen specifiek voor dit project en voortvloeiend uit de risicoanalyse van dit veiligheids- en gezondheidsplan Het maakt deel uit van, al naargelang het geval, het bijzonder bestek, de prijsaanvraag of de contractuele documenten. In het kader van de toepassing van het artikel 30 van het Koninklijk Besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen: 1 de kandidaten voegen bij hun offertes een document dat verwijst naar het veiligheids- en gezondheidsplan en waarin zij beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan; 2 de kandidaten voegen bij hun offertes een afzonderlijke prijsberekening in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en -middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en middelen INFR VGP XN docx Blz. 8/20

9 5.1. Identificatie van de inschrijver* Firma : Adres : Tel. : Fax : Ondernemingshoofd (verantwoordelijke voor de dagelijkse leiding) : Preventieadviseur van de IDPB : Wetsverzekeraar arbeidsongevallen : Externe Dienst voor Preventie en bescherming op het Werk : Voorzien aantal werknemers op de werf: Werken uitgevoerd in onderaanneming Naam van de onderaanneming (indien reeds gekend) 5.2. Intentieverklaring van de inschrijver* Hierbij verklaar ik,...gevolmachtigde van de firma, kennis te hebben genomen van de inhoud van het Veiligheids- en Gezondheidsplan fase ontwerp, opgesteld door de veiligheidscoördinator in het kader van het project: Kabelwerken Area CE Ik heb in mijn offerte rekening gehouden met alle risico's, maatregelen en instructies opgenomen in het Veiligheidsen Gezondheidsplan fase ontwerp en verbind mij ertoe alle preventie- en beschermingsmaatregelen beschreven in dit Plan of voortvloeiend uit het naleven van de reglementering betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, volledig te zullen respecteren Ik raam de kostprijs voor de veiligheids- en gezondheidsmaatregelen vermeld in de veiligheidsmeetstaat van dit Veiligheids- en Gezondheidsplan op een bedrag van... EUR. Ik voeg de ingevulde veiligheidsmeetstaat toe aan mijn offerte. Ik heb hierbij rekening gehouden met het feit dat deze kostprijs geen supplementaire post is maar reeds verrekend is in de verschillende posten van de prijslijst. Ik heb er kennis van genomen dat: bij niet-ondertekening of afwezigheid van dit document bij mijn inschrijving, mijn offerte nietig kan verklaard worden mijn offerte bij niet-opgave van de ingevulde veiligheidsmeetstaat met de afzonderlijke kostprijzen nietig kan verklaard worden indien de inhoud van de documenten die ik bij mijn offerte voeg, als onvolledig of niet conform met het veiligheids- en gezondheidsplan wordt beschouwd, mijn offerte nietig kan verklaard worden. Opgemaakt te... op... De inschrijver..., Handtekening * : Bij de beoordeling van de inschrijvingen op basis van de in te vullen documenten van het V&G-plan, zal de veiligheidscoördinator de inlichtingen en intentieverklaring van het inschrijvingsformulier van het bestek in acht kunnen nemen 2539 INFR VGP XN docx Blz. 9/20

10 5.3. Bouwplaatsreglement en maatregelen specifiek voor dit project Nota aan de inschrijvers De hieronder opgesomde algemene preventie en beschermingsmaatregelen vloeien voort uit de toepassing van de wettelijke bepalingen mbt de interventies op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen onderheven aan veiligheidscoördinatie. De kosten die deze maatregelen met zich meebrengen zijn vervat in de algemene kosten die de inschrijvers in hun offerte voorzien en kunnen geen aanleiding geven tot een supplementaire kost. De meerkosten, die de specifieke maatregelen voor dit project voortvloeiend uit de toepassing van art.30 van het KB TMB met zich meebrengen, zijn vervat in de posten van de samenvattende meetstaat, tenzij anders vermeld Organisatie van de preventie en bescherming in het kader van de veiligheidscoördinatie Onverminderd de verplichtingen die zij hebben ingevolge andere bepalingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, passen de aannemers de algemene preventiebeginselen toe bedoeld in artikel 5 van de wet, inzonderheid wat betreft: 1 het in goede orde en met voldoende bescherming van de gezondheid in stand houden van de bouwplaats; 2 de keuze van de plaatsing van de werkplekken rekening houdend met de toegangsmogelijkheden tot de werkplekken, en de vaststelling van verplaatsings- of verkeerswegen of -zones; 3 de voorwaarden van intern transport en interne behandeling van de materialen en het materieel; 4 het onderhoud, de controle vóór inbedrijfstelling en de periodieke controle van de installaties en toestellen, ten einde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen; 5 de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, in het bijzonder wanneer het gaat om gevaarlijke materialen of stoffen; 6 de voorwaarden voor de verwijdering van gevaarlijke materialen; 7 de opslag en de verwijdering of afvoer van afval en puin; 8 de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de verschillende soorten werken of werkfasen, afhankelijk van de evolutie van de bouwplaats; 9 de samenwerking tussen de aannemers; 10 de wederzijdse inwerkingen met exploitatie- of andere activiteiten ter plaatse op, of in de nabijheid van, de bouwplaats. In geval van gelijktijdige of achtereenvolgende aanwezigheid op eenzelfde bouwplaats van minstens twee aannemers, met inbegrip van de zelfstandigen, moeten deze samenwerken bij de uitvoering van de maatregelen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Rekening houdend met de aard van de activiteiten, coördineren de aannemers hun optreden met het oog op de voorkoming van en de bescherming tegen beroepsrisico s. Wanneer het gaat om werkgevers moeten deze hun respectievelijke werknemers en hun vertegenwoordigers over deze risico s en de preventiemaatregelen inlichten. De aannemers moeten, overeenkomstig de instructies die zij moeten raadplegen of die zij ontvangen hebben, zorg dragen voor de veiligheid en de gezondheid van de andere betrokken personen, en, indien zij persoonlijk een beroepsactiviteit op de bouwplaats uitoefenen, eveneens zorg dragen voor hun eigen veiligheid en gezondheid. Daartoe moeten zij, overeenkomstig de instructies: 1 op de juiste wijze gebruik maken van machines, toestellen, gereedschappen, gevaarlijke stoffen, vervoermiddelen en andere middelen; 2 op de juiste wijze gebruik maken van de persoonlijke beschermingsmiddelen die zij ter beschikking hebben en die na gebruik weer opbergen; 3 de specifieke veiligheidsvoorzieningen van met name machines, toestellen, gereedschappen, installaties en gebouwen niet willekeurig uitschakelen, veranderen of verplaatsen en deze veiligheidsvoorzieningen op de juiste manier gebruiken; 4 de coördinator-verwezenlijking, de andere aannemers en de diensten voor Preventie en Bescherming op het werk, onmiddellijk op de hoogte stellen van elke werksituatie waarvan zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat ze een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid of de gezondheid met zich meebrengt, evenals van elk gebrek vastgesteld in de beschermingssystemen; 5 bijstand verlenen aan de coördinator-verwezenlijking, aan de verschillende aannemers en aan de diensten voor Preventie en Bescherming op het werk, zolang dat nodig is, om hen in staat te stellen alle taken uit te voeren of aan alle verplichtingen te voldoen die hen met het oog op de bescherming van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en van de veiligheid en de gezondheid van de andere personen op het werk zijn opgelegd; 2539 INFR VGP XN docx Blz. 10/20

11 6 bijstand verlenen aan de coördinator-verwezenlijking, aan de verschillende aannemers en aan de diensten voor Preventie en Bescherming op het werk, zolang dat nodig is, om alle aannemers in staat te stellen ervoor te zorgen dat het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden veilig zijn en geen risico s opleveren voor de veiligheid en de gezondheid binnen hun werkterrein. Elke onderneming moet, vooraleer met de werken te starten, zijn aan de veiligheidscoördinator overmaken. Dit VGP bevat tenminste volgende elementen: 1. organogram van de hiërarchische lijn en de preventieadviseur(s) 2. planning 3. risicoanalyse van de activiteiten 4. veiligheidsinformatiebladen van alle gebruikte producten 5. een werfinrichtingsplan 6. inplantingsplan van alle hijsmiddelen 7. nood- en evacuatieplan 8. eventuele voorgestelde wijzigingen aan het ontwerp en/of lastenboek Op vraag van de coördinator verbinden de tussenkomende partijen zich ertoe aanwezig te zijn op de coördinatievergaderingen waarop zij uitgenodigd worden en verbinden zij zicht tot het houden van specifieke veiligheidsvergaderingen (toolboxmeetings) op de bouwplaats voor hun personeel aanwezig of dit van de onderaannemingen. Specifieke maatregelen De veiligheidsplannen van de onderaannemers dienen gecontroleerd te worden door de hoofdaannemer alvorens ze worden doorgegeven aan de veiligheidscoördinator. De veiligheidsplannen dienen specifiek voor deze werf van toepassing te zijn en te beschrijven hoe de werken uitgevoerd zullen worden conform aan de regelgeving inzake veiligheid. De gecontroleerde en goedgekeurde veiligheidsplannen dienen minimum 2 weken voor de uit te voeren werken aan de veiligheidscoördinator bezorgd te worden Per deelopdracht van deze raamovereenkomst een werfinrichtingsplan ter goedkeuring aan de leidend ambtenaar voorleggen. Er wordt aangeraden om samen te werken met de aanwezige aannemers met het oog op de afstemming van de veiligheid (verdeling van de ingezette veiligheidsmiddelen, buitenspanningstellingen waar meedere aannemers voordeel van hebben, ). De uit te voeren werken dienen onderling gecoördineerd te worden op een samenwerkende manier en overeenkomstig de aanbevelingen van de leidend ambtenaar en de veiligheidscoördinator verwezenlijking. - Kostprijs voor bovenvermelde specifieke maatregelen: Noodplan en noodprocedures Preventie en brandbestrijding Vluchtroutes en nooduitgangen a. Vluchtroutes en nooduitgangen dienen vrij te zijn van obstakels en via de kortste weg naar een veiligheidszone te voeren. b. Bij gevaar moeten alle werkplekken snel en onder maximale veiligheidsomstandigheden kunnen worden geëvacueerd. c. Het aantal, de verdeling en de afmetingen van de vluchtroutes en uitgangen zijn afhankelijk van de bestemming, de outillage en de afmetingen van de bouwplaats en de ruimten alsmede van het maximale aantal personen dat zich aldaar kan ophouden. d. De specifieke vluchtroutes en nooduitgangen dienen gemarkeerd te zijn in overeenstemming met de bepalingen betreffende de veiligheids- of gezondheidssignalering op het werk. Deze markering dient duurzaam te zijn en op daarvoor in aanmerking komende plaatsen te worden aangebracht. e. De vluchtroutes en nooduitgangen alsmede de verkeersroutes en de deuren die daarop uitkomen dienen vrij te zijn van obstakels zodat ze te allen tijde zonder belemmeringen kunnen worden gebruikt. f. Vluchtroutes en nooduitgangen waar verlichting noodzakelijk is, dienen te worden voorzien van een veiligheidsverlichting die bij het uitvallen van de elektrische stroom voldoende lichtsterkte bezit. Brandmelding en -bestrijding a. Afhankelijk van de kenmerken van de bouwplaats en de afmetingen en het gebruik van de ruimten, de aanwezige uitrusting, de fysische en chemische eigenschappen van de aanwezige stoffen of materialen alsmede het maximale aantal personen dat aanwezig kan zijn, dient er een voldoende aantal passende brandbestrijdingsmiddelen en voor zover nodig brandmelders en alarmsystemen te worden geplaatst INFR VGP XN docx Blz. 11/20

12 b. Deze brandbestrijdingsmiddelen, brandmelders en alarmsystemen dienen regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden. Op gezette tijden moeten testen en relevante oefeningen plaatsvinden. c. De niet-automatische brandbestrijdingsmiddelen dienen gemakkelijk bereikbaar en te gebruiken te zijn. Zij dienen te worden voorzien van een markering in overeenstemming met de bepalingen betreffende de veiligheids- of gezondheidssignalering op het werk. Deze markering dient duurzaam te zijn en op de daarvoor in aanmerking komende plaatsen te worden aangebracht. Eerste hulp a. De werkgever dient ervoor te zorgen dat er op eik moment gekwalificeerd personeel aanwezig is om eerste hulp te verlenen. Er dienen maatregelen te worden getroffen om werknemers die betrokken zijn bij een ongeval of die plotseling onwel worden, te kunnen vervoeren voor medische verzorging. b. Wanneer de omvang van de bouwplaats of de aard van de werkzaamheden dat noodzakelijk maakt, dienen een of meer ruimten beschikbaar te zijn voor het verlenen van eerste hulp. c. De voor het verlenen van eerste hulp bestemde ruimten dienen te worden voorzien van de uitrusting en de materialen die voor deze hulp absoluut noodzakelijk zijn en dienen gemakkelijk met brancards toegankelijk te zijn. Zij moeten worden gemarkeerd overeenkomstig de bepalingen betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. d. Ook op alle plaatsen waar de arbeidsomstandigheden dat vereisen dient materiaal voor eerste hulp aanwezig te zijn. Dit materiaal dient te zijn voorzien van een passende markering en dient gemakkelijk bereikbaar te zijn. Het adres en het telefoonnummer van de plaatselijke eerste hulppost moeten duidelijk zichtbaar zijn aangegeven. Van elk ernstig ongeval op een tijdelijke of mobiele bouwplaats, overkomen aan een aannemer die er zelf een beroepsactiviteit uitoefent, doet de bouwdirectie belast met de uitvoering aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar een kennisgeving. De in vorig lid bedoelde kennisgeving wordt gedaan binnen de vijftien kalenderdagen na de dag van het ongeval en omvat ten minste volgende elementen: 1 de naam, de voornaam en het adres van het slachtoffer; 2 de datum van het ongeval; 3 het adres van de tijdelijke of mobiele bouwplaats, waar het ongeval zich heeft voorgedaan; 4 een bondige beschrijving van de opgelopen letsels; 5 een bondige beschrijving van de wijze waarop het ongeval is gebeurd; 6 de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid. Specifieke maatregelen De aanbesteder moet op de werf over de voldoende, aangepaste en conforme blusmiddelen beschikken. - Kostprijs voor bovenvermelde specifieke maatregelen: Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Het dragen van PBM's conform de vigerende wetgeving is op de bouwplaats voor IEDEREEN verplicht. Elke onderneming moet op haar kosten PBM's ter beschikking stellen van haar personeel en / of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet ze zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing ten gepaste tijde. De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de PBM's en ze na gebruik weer opbergen. Specifieke maatregelen Indien een hoger sta-niveau geïnstalleerd wordt, de nodige collectieve beveiliging of persoonlijke beveiliging gebruiken. - Kostprijs voor bovenvermelde specifieke maatregelen: 2539 INFR VGP XN docx Blz. 12/20

13 Collectieve beschermingsmiddelen (CBM) Werkposten & arbeidsmiddelen Stabiliteit en stevigheid a. Hoger of lager gesitueerde mobiele of vaste werkplekken moeten stevig en stabiel zijn, waarbij rekening wordt gehouden met: - het aantal werknemers dat zich op een plek bevindt; - de maximale belasting en de verdeling daarvan; - eventuele externe invloeden. Indien de ondersteunende en de andere samenstellende delen van deze werkplekken zelf niet stabiel zijn, moet men voor stabiliteit zorgen door middel van geschikte, veilige bevestigingsmiddelen ten einde een toevallige of ongewilde verplaatsing van de gehele werkplek of delen ervan te voorkomen. b. Controle De stabiliteit en de stevigheid moeten adequaat en vooral na een eventuele wijziging van de hoogte of van de diepte van de werkplek worden gecontroleerd. Installaties voor energiedistributie a. Op de bouwplaats aanwezige installaties voor energiedistributie, met name die welke aan externe invloeden blootstaan, dienen regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden. b. Installaties die al voor het begin van de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig waren dienen te worden geïdentificeerd, gecontroleerd en duidelijk gekenmerkt. c. Wanneer er bovengrondse elektriciteitsleidingen zijn, dienen deze zoveel mogelijk hetzij buiten de bouwplaats om te worden geleid, hetzij spanningloos te worden gemaakt. Indien dit niet mogelijk is, moeten er hekken of waarschuwingen worden geplaatst om voertuigen en installaties op een afstand te houden. Wanneer voertuigen op de bouwplaats onder elektriciteitsleidingen door moeten rijden, dienen passende waarschuwingen en een bescherming onder deze draden te zijn aangebracht. Ongunstige weeromstandigheden De werknemers moeten worden beschermd tegen ongunstige weersomstandigheden die hun veiligheid en gezondheid in gevaar kunnen brengen. Vallende voorwerpen De werknemers moeten, wanneer dat technisch mogelijk is, als groep met algemene middelen tegen vallende voorwerpen worden beschermd. Materialen en uitrusting moeten zodanig worden geplaatst of gestapeld dat zij niet kunnen instorten, verschuiven, omvallen of kantelen. Zo nodig moet er op de bouwplaats in overdekte doorgangen worden voorzien of moet de toegang tot gevaarlijke zones onmogelijk worden gemaakt. Naar beneden vallen van een hoogte a. Het vallen van een hoogte moet materieel worden voorkomen door met name stevige leuningen die hoog genoeg zijn en ten minste een kantplank, een handleuning en een tussenregel of een andere gelijkwaardige voorziening hebben. b. Werkzaamheden op een hoogte mogen in beginsel alleen worden uitgevoerd met behulp van adequate uitrustingen en algemene beschermingsmiddelen zoals leuningen, platforms en vangnetten. Indien het gebruik van dergelijke uitrustingen is uitgesloten op grond van de aard van de werkzaamheden, dient te worden voorzien in passende toegangsmiddelen en gebruik te worden gemaakt van een hangtuig of andere veiligheidsvoorzieningen met verankering. Bouwsteigers en ladders a. Iedere steiger moet naar behoren zijn ontworpen, geconstrueerd en onderhouden, zodat hij niet kan instorten of bij toeval gaan schuiven. b. De platforms, doorgangen en ladders van de bouwsteiger moeten dusdanig worden geconstrueerd, gedimensioneerd, beschermd en gebruikt dat niemand kan vallen of door vallende voorwerpen kan worden getroffen. c. De steigers moeten door een bevoegd persoon worden geïnspecteerd: 1 ) voor hun ingebruikname; 2 ) daarna, op gezette tijden; 3 ) na iedere wijziging, periode van niet-gebruiken, blootstelling aan weer en wind of aardschokken, of andere omstandigheden waardoor de stevigheid of stabiliteit ervan mogelijk is aangetast. d. De ladders moeten stevig genoeg zijn en op de juiste wijze worden onderhouden. Zij moeten op de juiste wijze worden gebruikt op de plaatsen waarvoor zij bestemd zijn. e. De verrijdbare steigers moeten worden beveiligd tegen ongewilde verplaatsingen INFR VGP XN docx Blz. 13/20

14 Hefwerktuigen 1. Ieder hefwerktuig en elk hulpstuk, met inbegrip van de bestanddelen, bevestigingspunten, verankeringen en steunen moeten: 1 ) goed zijn ontworpen en geconstrueerd en stevig genoeg zijn voor het gebruik dat ervan wordt gemaakt; 2 ) op de juiste wijze worden geïnstalleerd en gebruikt; 3 ) in een goede staat van onderhoud zijn; 4 ) overeenkomstig de vigerende wetsvoorschriften regelmatig worden nagekeken en aan tests en controles worden onderworpen; 5 ) worden bediend door gekwalificeerde werknemers die hiervoor speciaal zijn opgeleid. b. Op elk hefwerktuig en elk hulpstuk moet het maximumlaadvermogen duidelijk zichtbaar zijn aangegeven. c. De hefwerktuigen en de hulpstukken mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan die waarvoor zij bestemd zijn. Voertuigen en grondverzet- en materiaalverladingsmachines a. Alle voertuigen en grondverzet- en materiaalverladingsmachines moeten: 1 ) vakkundig zijn ontworpen en geconstrueerd, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de beginselen van de ergonomie; 2 ) in een goede staat van onderhoud zijn; 3 ) op de juiste wijze worden gebruikt. b. De bestuurders en bedieners van voertuigen en machines voor grondverzetwerkzaamheden en materiaalverlading moeten hiervoor speciaal zijn opgeleid. c. Er moeten voorzorgsmaatregelen worden getroffen om te voorkomen dat voertuigen of machines voor grondverzetwerkzaamheden en materiaalverlading in uitgravingen of in het water terechtkomen. d. Evenwel moeten grondverzet- en materiaalverladingsmachines voorzien zijn van een constructie die moet voorkomen dat de bestuurder, ingeval de machine omslaat, wordt verpletterd en die bescherming biedt tegen vallende voorwerpen. Installaties, machines en uitrustingen a. Installaties, machines en uitrustingen, met inbegrip van al dan niet gemotoriseerde handwerktuigen, moeten: 1 ) vakkundig zijn ontworpen en geconstrueerd, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de beginselen van de ergonomie; 2 ) in een goede staat van onderhoud zijn; 3 ) uitsluitend worden gebruikt voor werkzaamheden waarvoor zij zijn ontworpen; 4 ) worden bediend door werknemers die hiervoor speciaal zijn opgeleid. b. Installaties en toestellen onder druk moeten, overeenkomstig de vigerende wetsvoorschriften, regelmatig worden nagekeken en aan tests en controles worden onderworpen. Uitgravingen, bouwputten, ondergrondse werkzaamheden, tunnels, grondverzetwerkzaamheden a. Bij een uitgraving, bouwput, ondergronds werk of tunnel moeten passende voorzorgsmaatregelen worden genomen: 1 ) door middel van passende stut- of taludwerkzaamheden; 2 ) om gevaren in verband met het vallen van personen, materiaal of voorwerpen dan wel overstromingsgevaar te voorkomen; 3 ) om te zorgen voor voldoende ventilatie op alle werkplekken zodat er een gezonde werkomgeving ontstaat die niet gevaarlijk of schadelijk is voor de luchtwegen; 4 ) om de werknemers de gelegenheid te bieden om zich in geval van brand, overstroming of instorting in veiligheid te brengen. b. Vóór het begin van de grondverzetwerkzaamheden moeten maatregelen worden getroffen om gevaren in verband met ondergrondse kabels en andere distributiesystemen op te sporen en tot een minimum te beperken. c. Er moeten veilige wegen naar en vanuit de uitgraving worden aangelegd. d. De uitgegraven aarde, het materiaal en de voertuigen die in gebruik zijn moeten op veilige afstand van de uitgravingen worden gehouden; in voorkomend geval moet passend hekwerk worden geplaatst. Sloopwerkzaamheden Indien de sloop van een gebouw of een werk gevaar kan opleveren: 1 ) moeten passende voorzorgen, methoden en procedures worden aanvaard; 2 ) mogen de werkzaamheden slechts worden gepland en uitgevoerd onder toezicht van een bevoegd persoon. Metaal- en betonconstructies, bekisting en zware prefabelementen a. Metaal- en betonconstructies en hun onderdelen, bekistingen, prefabelementen of tijdelijke stutten en schoren mogen slechts worden gemonteerd of gedemonteerd onder toezicht van een bevoegd persoon. b. Er moeten toereikende voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de werknemers te beschermen tegen gevaren die samenhangen met de breekbaarheid of de tijdelijke instabiliteit van een werk. c. Bekistingen, tijdelijke stutten en schoren moeten zodanig ontworpen, berekend, geïnstalleerd en onderhouden worden dat zij zonder gevaar de spanning kunnen dragen waaraan zij kunnen blootstaan INFR VGP XN docx Blz. 14/20

15 Bouwkuipen en caissons a. Alle bouwkuipen en caissons moeten: 1 ) goed geconstrueerd zijn, met geschikt en stevig materiaal dat voldoende resistent is; 2 ) voorzien zijn van een adequate uitrusting die de werknemers in staat stelt een veilig onderkomen te vinden wanneer water of materiaal binnendringt. b. Een bouwkuip of caisson mag slechts worden gebouwd, geïnstalleerd, aangepast of gedemonteerd onder toezicht van een bevoegd persoon. c. Alle bouwkuipen en caissons moeten regelmatig door een bevoegd persoon worden geïnspecteerd. Werken op het dak a. Indien zulks nodig is om risico's te voorkomen of wanneer de hoogte of de helling de waarden vastgesteld in de artikelen 462, en van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming overschrijden, moeten algemeen preventieve maatregelen worden getroffen om te vermijden dat werknemers, werktuigen of andere voorwerpen of materialen vallen. b. Indien werknemers moeten werken op of in de nabijheid van een dak of een ander oppervlak van breekbaar materiaal waar men door kan vallen, moeten preventieve maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat zij het oppervlak van breekbaar materiaal per vergissing betreden of ten val komen. Ventilatie De werknemers dienen met inachtneming van de werkmethoden en de fysieke belemmeringen waaraan zij zijn onderworpen, over voldoende verse lucht te beschikken. Bij gebruik van een ventilatie-inrichting dient deze in gebruiksklare toestand te worden gehouden en de werknemers niet bloot te stellen aan luchtstromingen die de gezondheid schaden. Een controlesysteem dient storingen te melden wanneer dat voor de gezondheid van de werknemers nodig is. Blootstelling aan bijzondere risico's a. De werknemers mogen niet worden blootgesteld aan een schadelijk geluidsniveau noch aan schadelijke invloeden van buitenaf (bijvoorbeeld gassen, dampen of stof). b. Indien werknemers een zone moeten betreden waar de atmosfeer mogelijk een giftige of schadelijke stof of onvoldoende zuurstof bevat, of ontvlambaar kan zijn, dient de atmosfeer in deze zone te worden gecontroleerd en moeten passende maatregelen worden genomen om elk gevaar te voorkomen. c. Een werknemer mag in geen enkel geval worden blootgesteld aan een atmosfeer met verhoogd risico. Hij moet in ieder geval permanent van buitenaf worden geobserveerd en alle passende voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen opdat hem onmiddellijk op doeltreffende wijze hulp kan worden geboden. Specifieke maatregelen Het gebruik van mobiel materieel die uitgerust is met een camera geniet de voorkeur. Tijdens het achteruitrijden met machines steeds de nodige organisatorische maatregelen nemen zodat overrijden van arbeiders uitgesloten wordt. Indien een hoger sta-niveau geïnstalleerd wordt, de nodige collectieve beveiliging of persoonlijke beveiliging gebruiken. In te vullen door inschrijver : - Beschrijving van inschrijver om tegemoet te komen aan bovenvermelde specifieke maatregelen - Kostprijs voor bovenvermelde specifieke maatregelen: 2539 INFR VGP XN docx Blz. 15/20

16 Bouwplaatsinrichting Natuurlijke en kunstverlichting van werkplekken, ruimten en verkeersroutes op de bouwplaats. a. Werkplekken, ruimten en verkeersroutes dienen zoveel mogelijk en voldoende natuurlijk te worden verlicht en 's nachts en overdag wanneer het daglicht niet volstaat op passende en voldoende wijze met kunstlicht te worden verlicht. Eventueel dienen verplaatsbare, schokbestendige lichtbronnen te worden gebruikt. De voor de kunstverlichting gebruikte kleur mag de waarneming van de markeringstekens of -borden niet wijzigen of beïnvloeden. b. De installaties voor de verlichting van ruimten, werkplekken en verkeersroutes dienen zodanig te zijn geplaatst dat het type verlichting voor de werknemers geen ongevallenrisico meebrengt. c. Ruimten, werkplekken en verkeersroutes waar het uitvallen van de kunstverlichting grote risico's voor de werknemers kan opleveren dienen met een toereikende noodverlichting te zijn uitgerust. Verkeersroutes - gevarenzones a. Verkeersroutes, met inbegrip van trappen, vaste ladders en laadplatforms en -hellingen, moeten zodanig worden berekend, gesitueerd, ingericht en gereedgemaakt dat zij gemakkelijk, volledig veilig en overeenkomstig hun bestemming kunnen worden gebruikt en dat de werknemers die zich in de buurt van deze verkeersroutes bevinden geen enkel risico lopen. b. De afmetingen van voor het verkeer van personen en/of goederen bestemde verkeersroutes, inclusief die waar wordt gelost of geladen, dienen te worden afgestemd op het mogelijke aantal gebruikers en de aard van het werk. Wanneer op deze verkeersroutes vervoermiddelen worden gebruikt, dient voor de andere op de bouwplaats aanwezige personen een voldoende veiligheidsafstand in acht te worden genomen of dienen passende beschermende maatregelen te worden getroffen. De routes dienen duidelijk te worden gemarkeerd, regelmatig gecontroleerd en onderhouden. c. De voor voertuigen bestemde verkeersroutes dienen op voldoende afstand te zijn gelegen van deuren, poorten, doorgangen voor voetgangers, gangen en trappen. d. Indien de bouwplaats zones bevat waarvoor een beperkte toegang geldt, dienen deze zones te worden uitgerust met voorzieningen die verhinderen dat onbevoegde werknemers deze zones betreden. Er dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om werknemers die gevarenzones mogen betreden te beschermen. Gevarenzones dienen zeer duidelijk gemarkeerd te worden. Specifieke maatregelen Kunstverlichting te voorzien daar waar natuurlijke verlichting onvoldoende is in functie van de aard van de werken. De kunstverlichting mag in geen geval de treinbestuurders verblinden of hinderen in hun functie als treinbestuurder. Realisatie (en later terug opbreken) van toegangen tot de sporen voor spoorvoertuigen: o die geen negatieve invloed hebben op de verdere exploitatie van de spoornetwerk; o die de bestaande spoorinfrastructuur niet beschadigen. Toepassing van een door Infrabel goedgekeurde beveiligingsysteem om indringing in het veiligheidsgabarit door personen, materiaal en middelen te elimineren. Toepassing van beschoeiing of evenwaardige maatregel bij werken in de nabijheid van sporen om de indringing in het stabiliteitsgabarit van de aangrenzende sporen te elimineren. Alle struikelgevaar vermijden op het dienstpad door verwijdering van overtollig materieel en materiaal, correcte stapeling en signalering met behoud van voldoende doorgang en regelmatige opkuis. Indien het dienstpad voor Infrabel-personeel mogelijk blijft maar er op bepaalde plaatsen valrisico heerst, die plaatsen duidelijk signaleren en omheinen met collectieve valbeveiliging. Indien de doorgang op het dienstpad voor het Infrabel-personeel onveilig blijkt aan één kant van de spoorweg, een Infrabel geïnstalleerde spoorovergang voorzien in overleg met de leidend ambtenaar. Indien de doorgang op het dienstpad voor Infrabel-personeel onveilig blijkt aan beide zijden wegens werken in uitvoering of tijdelijke onderbreking van de werken, een gesignaleerde en georganiseerde omleidingsweg voorzien (inclusief eventuele taludtrappen & Infrabel overgang). Nooit met lasten of werktuigen buiten de werfafsluiting werken. De werftoegangen oordeelkundig aanduiden en materialiseren ter plaatse, zowel ten dienste van het Infrabel-personeel als het gewoonlijk aanwezige personeel. Het absoluut verbod uitvaardigen de sporen in dienst over te steken. Verplichtend gebruik maken van de bestaande bruggen of onderdoorgangen zoals verkeerstunnels, stationstunnels, en dergelijke. Toegang tot werfzone over één of meerdere sporen in dienst absoluut vermijden. Indien dergelijke toegang toch onvermijdelijk is, enkel de sporen dwarsen onder toezicht van een verantwoordelijke en bij voorkeur ter plaatsen van een Infrabel overgang die meeste garantie op goede zichtbaarheid biedt. Deze verantwoordelijke kan zowel een schildwacht of een 2539 INFR VGP XN docx Blz. 16/20

17 verantwoordelijke van de aannemer en wordt aangeduid in functie van de densiteit van het treinverkeer ter plaatse. Nooit de sporen dwarsen ter plaatse van perrons en de Infrabel afstapjes niet gebruiken om de sporen te dwarsen. De openbare weg degelijk kuisen na elke bevuiling en in elk geval op elke vraag van de leidend ambtenaar. Met geen lange voorwerpen manoeuvreren in de richting van bovenleidingsdraden en steeds buiten de 3 meter zone blijven. Voorafgaandelijke studie voorleggen betreffende de beschikbare werkruimte in tunnels buiten het gabarit vooraleer er medewerkers toegang nemen. De bouwputten steeds beveiligen met collectieve valbeveiliging. In te vullen door inschrijver : - Beschrijving van inschrijver om tegemoet te komen aan bovenvermelde specifieke maatregelen - Kostprijs voor bovenvermelde specifieke maatregelen: Gevaarlijke producten Milieu Het verwijderen van afval en / of verpakkingen gebeurt volgens de procedure opgenomen in het Veiligheids- en gezondheidsplan van de bouwdirectie belast met de uitvoering. Maatregelen dienen genomen te worden tegen bezoedeling van bodem, lucht en water. Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de uitvoeringsmethoden van de onderneming vermeld staan. Een kopie van het veiligheidsinformatieblad (MSDS-fiche) van de gebruikte producten (en de technische fiche) moet op de werf aanwezig zijn en moet aan de veiligheidscoördinator overhandigd worden. Het veiligheidsinformatieblad bevat de informatie zoals beschreven in desbetreffende Europese richtlijn. Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen / gassen vrijkomen moet dit gemeld worden aan opdrachtgever, bouwheer en veiligheidscoördinator en vermeld worden in het veiligheidsplan. Met de veiligheidscoördinator en de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering worden maatregelen besproken om de dampen / gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie,...). Specifieke maatregelen Nazicht of er voldoende verluchting aanwezig is in de tunnel en daartoe eventueel zelf de nodige metingen uitvoeren en passende preventiemaatregelen organiseren. Voor het geval de veiligheidslimieten qua intoxicatie bereikt worden de nodige maatregelen nemen om de verontreinigde lucht af te zuigen en te vervangen door zuivere lucht. Passend advies ter bescherming van de medewerkers inwinnen bij de arbeidsgeneesheer van het werkend bedrijf. Op constante wijze (met alarminstallatie) de luchtverontreining komende van de verbrandingsmotoren die aanwezig zijn op het ingezette materieel detecteren en evalueren. Specifieke maatregelen voor het werken in bezoedelde grond of bodem: o Afdekking van gestapelde vervuilde gronden om verspreiding van schadelijke stoffen en preparaten in de omgeving te elimineren, alsook stofhinder te elimineren INFR VGP XN docx Blz. 17/20

18 o o Aanduiden van de passende PBM na overleg met de medische dienst van de firma en verplichtend gebruik ervan opleggen. Overeenkomstig de medische risicoanalyse de nodige bescherming organiseren voor de medewerkers die in een nabijgelegen zone werken. In te vullen door inschrijver : - Beschrijving van inschrijver om tegemoet te komen aan bovenvermelde specifieke maatregelen - Kostprijs voor bovenvermelde specifieke maatregelen: Postinterventiedossier Zoals gedefinieerd in het KB TMB bevat het postinterventiedossier ten minste de volgende elementen: 1 de informatie betreffende de structurele en essentiële elementen van het bouwwerk; 2 de informatie betreffende de aard en de plaats van aantoonbare of verborgen gevaren, inzonderheid ingewerkte nutsleidingen; 3 de plannen die werkelijk met de uitvoering en de afwerking overeenstemmen; 4 de architecturale, technische en organisatorische elementen in verband met de verwezenlijking, de instandhouding en het onderhoud van het bouwwerk; 5 de informatie voor de uitvoerders van te voorziene latere werkzaamheden, inzonderheid de herstelling, vervanging of ontmanteling van installaties of constructie-elementen; 6 de relevante verantwoording van de keuzen in verband met onder andere de toegepaste uitvoeringsmethoden, technieken, materialen of architecturale elementen; 7 de identificatie van de gebruikte materialen. Dit dossier wordt samengesteld door de veiligheidscoördinator. Hiervoor dient iedere aannemer een volledig technisch en as-builtdossier aan de opdrachtgever over te maken. Het as-builtdossier bevat onder andere: de as-built plannen van de ruwbouw en de technische installaties, de technische fiches, de MSDS-fiches, de keuringsattesten van de Externe Dienst voor Technische Controle, de gebruiks- en onderhoudshandleidingen, testrapporten, berekeningsnota s, de installatieplannen van de nutsleidingen. Specifieke maatregelen Opstellen van en overhandigen aan de opdrachtgever de uitvoeringsplannen en alle documenten in Asbuil versie (inclusief technische fiches van materialen, technische documentaties en dit in het Nederlands en het Frans) - Kostprijs voor bovenvermelde specifieke maatregelen: Andere specifieke preventie- en beschermingsmaatregelen voor dit project geïdentificeerd door de inschrijver De inschrijver kan hieronder de preventie- en beschermingsmaatregelen beschrijven die hij acht te moeten nemen om de werken te realiseren, alsook de kosten die deze maatregelen met zich meebrengen INFR VGP XN docx Blz. 18/20

19 De kosten voor deze specifieke veiligheidsmaatregelen moeten vervat zijn in de overeenstemmende posten van de samenvattende meetstaat. Specifieke maatregelen Verplaatsingen met de grootste zorg uitvoeren. De kabelsleuven enkel plaatsen mits gebruik van de door de fabrikant geleverde/aanbevolen en periodiek gekeurde grijpklem. Het openliggen van kabelsleuven zoveel mogelijk in de tijd beperken. Zowel tijdens het transport als tijdens de afrol zelf, mogen de arbeiders zich nooit tussen de kabelrol en de kraan bevinden, wegens het gevaar voor klemming. Stroomtesters gebruiken ter controle van eventuele aanwezige elektrische spanning. Enkel de kabels onder spanning wegnemen met behulp van isolerende kunststoffen hijstoebehoren en isolerende handschoenen. Het openliggen van kabelsleuven zoveel als mogelijk in de tijd beperken. Tijdig de liggingsplannen van de nutsmaatschappijen en Infrabel opvragen en de nodige verkenningsleuven uitvoeren. Vooraleer graafwerken aan te vatten, de inplantingsplannen van de bestaande leidingen en kabels toebehorende aan nutsmaatschappijen en Infrabel opvragen en zorgvuldig controle doen op eventueel mogelijke aanrakingen ervan. Kabels manueel opzoeken vooraleer de uitgravingen te starten. De toestand open sleuf zo kort mogelijk houden. Voor het geval het niveau van het grondwater hoger is dan het niveau van uitgraving, dienen er passende maatregelen voorgesteld worden aan de leidende ambtenaar, zodat verzakking van de grond en inkalving van de taluds vermeden wordt. Zelfs bij sleuven minder dan 1,20 meter diepte, de nodige beschermende maatregelen treffen (bijvoorbeeld stutting) zodat afschuiving of instorting vermeden wordt. Specifieke maatregelen voor kabeldoorsteek onder de sporen in open sleuf: Werken enkel uitvoeren tijdens buiten dienst stelling van het spoor en buiten spanning stelling van de bovenleiding. Specifieke maatregelen voor kabeldoorsteek onder de sporen gestuurde boring:enkel boorkop over de sporen volgen onder begeleiding van een Infrabel schildwacht. Specifieke maatregelen voor kabeldoorsteek onder de openbare weg handboringen:werfzones afsluiten met een aaneengesloten 2 meter hoog hekwerk. Specifieke maatregelen voor het uitrusten en aansluiten loges en seinkasten: o Steeds nazicht op het al dan niet stroomloos zijn van de elektrische geleiders vooraleer ze aan te raken. Specifieke maatregelen voor het plaatsen, verplaatsen en uitrusten:bij aanvoer van materiaal per wagen en spoorgebonden kraan, toepassing van buiten dienst stelling en buiten spanning stelling. Specifieke maatregelen voor het plaatsen van geprefabriceerde trekput of trekkamer: o Onmiddellijk na plaatsing, aanvullen van de bouwput. o Dichtleggen met een stevig deksel. Indien voorradig met definitieve deksels, ofwel degelijk afbakenen van het val/struikel gevaar. Controle op de aanwezigheid van de nodige wettelijke afschermingen/ veiligheidsafstanden in verband met hoogspanning of laagspanning. Spanningsvrij stellen van alle aan te koppelen onderdelen. De werfzones en eventuele stapelzones op de perrons afbakenen door middel van 2 meter hoge aaneengesloten afsluiting en gesignaleerd voor derden en steeds een vrije doorgang voorzien voor de reizigers van minimum 2 meter tussen de perronneus en de afsluiting. Aarden aan de bovenleidingsaarding indien op spoorniveau de rijdraad op minder dan 4 meter verwijderd is van de metalen afsluiting. In publieke zones signalisatie plaatsen in akkoord met de bevoegde instanties en de CCM. In te vullen door inschrijver : - Beschrijving van inschrijver om tegemoet te komen aan bovenvermelde specifieke maatregelen 2539 INFR VGP XN docx Blz. 19/20