Risicominimalisatiemateriaal betreffende BLINCYTO (blinatumomab) voor artsen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Risicominimalisatiemateriaal betreffende BLINCYTO (blinatumomab) voor artsen"

Transcriptie

1 Risicominimalisatiemateriaal betreffende BLINCYTO (blinatumomab) voor artsen Dit materiaal beschrijft aanbevelingen om belangrijke risico s van blinatumomab te beperken of te voorkomen. Het materiaal is beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Het wordt aanbevolen dit materiaal en de samenvatting van de productkenmerken (SmPC) goed door te lezen alvorens het geneesmiddel voor te schrijven en toe te dienen. Bij gebruik van blinatumomab zijn medicatiefouten en neurologische voorvallen waargenomen. Geef uw patiënten, om de kans op medicatiefouten tot een minimum te beperken, het advies om: - de pomp niet open te maken; - niet te proberen de pomp zelf te repareren als deze op enig moment niet goed lijkt te werken (bijvoorbeeld als het alarm af gaat); - onmiddellijk contact op te nemen met u of de verpleegkundige als de pomp op enig moment niet goed lijkt te werken; - de instellingen van de pomp niet opzettelijk te wijzigen (met uitzondering van het stopzetten van de pomp in geval van nood). Om het risico op neurologische voorvallen te beperken wordt aanbevolen om: - patiënten te monitoren op klachten en verschijnselen van neurotoxiciteit; - patiënten te informeren over mogelijke neurologische voorvallen; - patiënten te adviseren: - om geen voertuigen te besturen en geen zware machines te bedienen tijdens de behandeling met blinatumomab; - contact met u op te nemen als ze last krijgen van neurologische symptomen. Instructies worden gegeven over hoe te handelen in geval van neurotoxiciteit met inbegrip van dosisaanpassingen en dosisonderbrekingen. Deze handleiding is bedoeld om u meer informatie te geven over het risico op neurologische voorvallen en medi- catiefouten die aan het gebruik van BLINCYTO verbonden zijn. Er is extra materiaal voor de patiënt, de ouders en/of verzorgers van de patiënt. Zorgverleners wordt verzocht dit materiaal aan de patiënt of zijn/haar ouders of verzorgers mee te geven. Wat is blinatumomab? Blinatumomab is een bispecific T-cell engager (BiTE) antilichaamconstruct dat specifiek bindt aan CD19 dat tot expressie komt op het oppervlak van cellen van de B-cellijn en aan CD3 dat tot expressie komt op het oppervlak van T-cellen. Blinatumomab is geïndiceerd als: monotherapie voor de behandeling van volwassenen met Philadelphia-chromosoom-negatieve, CD19-positieve recidiverende of refractaire precursor-b acute lymfoblastenleukemie (ALL). monotherapie voor de behandeling van volwassenen met Philadelphia-chromosoom-negatieve, CD19-positieve precursor-b ALL, in eerste of tweede complete remissie, met minimale restziekte (MRD) groter dan of gelijk aan 0,1%. monotherapie voor de behandeling van pediatrische patiënten van 1 jaar of ouder met Philadelphia-chromosoom-negatieve, CD19-positieve precursor-b ALL, die refractair of recidief is na minimaal twee eerdere behandelingen of die recidief is na een eerdere allogene hematopoëtische stamceltransplantatie. Overzicht van behandeling met blinatumomab Patiënten krijgen blinatumomab toegediend door middel van continue intraveneuze infusie. Voor de behandeling van Philadelphia-chromosoom-negatieve, recidiverende of refractaire precursor-b ALL wordt ziekenhuisopname aanbevolen bij instelling van de behandeling gedurende minimaal: - de eerste 9 dagen van de eerste cyclus - de eerste 2 dagen van de tweede cyclus Voor de behandeling van Philadelphia-chromosoom-negatieve, MRD-positieve precursor-b ALL wordt ziekenhuisopname aanbevolen bij instelling van de behandeling gedurende minimaal: - de eerste 3 dagen van de eerste cyclus - de eerste 2 dagen van de daaropvolgende cycli

2 Toezicht door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg of ziekenhuisopname wordt aanbevolen bij de start van alle daaropvolgende cycli en bij hervatting (bijv. als de behandeling gedurende 4 uur of langer onderbroken is geweest). Bij patiënten met een voorgeschiedenis of de aanwezigheid van klinisch relevante pathologie van het centrale zenuwstelsel (CZS) (zie rubriek 4.4 van de SmPC) wordt ziekenhuisopname aanbevolen gedurende minimaal de eerste 14 dagen van de eerste cyclus. Ziekenhuisopname wordt aanbevolen gedurende minimaal de eerste 2 dagen van de tweede cyclus en klinische beoordeling dient gebaseerd te zijn op de tolerantie voor blinatumomab tijdens de eerste cyclus. Voorzichtigheid is geboden in verband met late neurotoxiciteit. Dosering voor Philadelphia-chromosoom-negatieve recidiverende of refractaire precursor-b ALL Eén afzonderlijke behandelingscyclus bestaat uit 28 dagen (4 weken) continue blinatumomab-infusie. Patiënten mogen 2 behandelingscycli ondergaan. Patiënten bij wie na 2 behandelingscycli complete remissie (CR/CRh*) is bereikt, mogen tot 3 extra cycli consolidatiebehandeling met blinatumomab ondergaan, op basis van een individuele baten- risicobeoordeling. De aanbevolen dagelijkse dosis is afhankelijk van het gewicht van de patiënt. Patiënten die 45 kg of meer wegen, ontvangen een vaste dagelijkse dosis en voor patiënten die minder dan 45 kg wegen, wordt de dagelijkse dosis berekend aan de hand van het lichaamsoppervlak (BSA) van de patiënt. Bij volwassen patiënten moet er 1 uur voorafgaand aan de start van elke behandelingscyclus met blinatumomab 20 mg dexamethason intraveneus worden toegediend. Bij pediatrische patiënten moet er 6 tot 12 uur voorafgaand aan de start met blinatumomab (cyclus 1, dag 1) 10 mg/m 2 (niet meer dan 20 mg) dexamethason oraal of intraveneus worden toegediend. Dit moet worden gevolgd door 5 mg/m 2 dexamethason oraal of intraveneus binnen 30 minuten vanaf de start van blinatumomab (cyclus 1, dag 1). De aanbevolen dosering (voor patiënten die 45 kg of meer/minder dan 45 kg wegen) wordt weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Aanbevolen dosering voor Philadelphia-chromosoom-negatieve recidiverende of refractaire precursor-b ALL Gewicht patiënt Cyclus 1 Daaropvolgende cycli 45 kg of meer (vaste dosering) Minder dan 45 kg (op BSA gebaseerde dosering) Dag 1-7 Dag 8-28 Dag Dag 1-28 Dag mcg/dag via continue infusie 5 mcg/m 2 /dag via continue infusie (mag 9 mcg/dag niet overschrijden) 28 mcg/dag via continue infusie 15 mcg/m 2 /dag via continue infusie (mag 28 mcg/dag niet overschrijden) Behandelingsvrij interval van 14 dagen 28 mcg/dag via continue infusie 15 mcg/m 2 /dag via continue infusie (mag 28 mcg/dag niet overschrijden) Behandelingsvrij interval van 14 dagen Dosering voor MRD-positieve precursor-b ALL (voor patiënten die minimaal 45 kg wegen) Eén afzonderlijke inductie- of consolidatiebehandelingscyclus met blinatumomab bestaat uit een continue intraveneuze infusie gedurende 28 dagen (4 weken), gevolgd door een behandelingsvrij interval van 14 dagen (2 weken) (42 dagen in totaal). Patiënten mogen 1 cyclus inductiebehandeling ondergaan, gevolgd door maximaal 3 extra cycli consolidatiebehandeling met blinatumomab. De meerderheid van de patiënten met een respons op blinatumomab bereikt een respons na 1 cyclus (zie rubriek 5.1 van de SmPC). Daarom moeten de baten en de risico s van doorgaan met de behandeling bij patiënten die geen hematologische en/of klinische verbetering laten zien na 1 behandelingscyclus door de behandelend arts worden beoordeeld. De aanbevolen dosering (voor patiënten die minimaal 45 kg wegen) wordt weergegeven in tabel 2. Er moet 1 uur voorafgaand aan de start van elke behandelingscyclus met blinatumomab 100 mg prednison of equivalent (bijv. dexamethason 16 mg) intraveneus worden toegediend. Tabel 2. Aanbevolen dosering (voor patiënten die minimaal 45 kg wegen): Behandelingscyclus/-cycli Inductiecyclus 1 Dag 1-28 Dag mcg/dag Behandelingsvrij interval van 14 dagen Consolidatiecycli 2-4 Dag 1-28 Dag mcg/dag Behandelingsvrij interval van 14 dagen Wijze van toediening Patiënten krijgen een continue intraveneuze infusie met blinatumomab. Bespreek de infusieduur met uw patiënten, want er kan uit verschillende frequenties voor de wisseling van de infuuszak worden gekozen. De toegediende therapeutische streefdosis van blinatumomab blijft echter gelijk. Dosisaanpassing Wisseling van de infuuszak Elke 24 uur Elke 48 uur Elke 72 uur Elke 96 uur Infusiesnelheid 10 ml/uur 5 ml/uur 3,3 ml/uur 2,5 ml/uur In geval van toxiciteit kan worden overwogen de infusie met blinatumomab te onderbreken of te staken. Raadpleeg Dosisaanpassingen in rubriek 4.2 Dosering en wijze van toediening in de samenvatting van de productkenmerken voor verdere gedetailleerde instructies. Kans op medicatiefouten en neurologische voor vallen De volgende acties dienen te worden ondernomen om medicatiefouten en neurologische voorvallen te voorkomen of de kans daarop tot een minimum te beperken. Medicatiefouten Geef uw patiënten, om het risico op medicatiefouten tot een minimum te beperken, het advies om: de pomp niet open te maken; niet te proberen de pomp zelf te repareren als deze op enig moment niet goed lijkt te werken (bijvoorbeeld als het alarm afgaat); onmiddellijk contact op te nemen met u of de verpleegkundige als de pomp op enig moment niet goed lijkt te werken; de instellingen van de pomp niet opzettelijk te wijzigen (met uitzondering van het stopzetten van de pomp in geval van nood). Daarnaast kunt u helpen door eventuele medicatiefouten die door u of uw patiënten worden opgemerkt of ervaren, te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, website Medicatiefouten kunnen ook altijd gemeld worden bij de houder van de handelsvergunning van het product via telefoon ( ) of via de website ( In het klinische fase 3-onderzoek (N = 267) in volwassen patiënten met recidiverende of refractaire ALL, die behandeld werden met blinatumomab, werden medicatiefouten waargenomen bij 4,5% van de proefpersonen. Neurologische voor vallen Beoordeel patiënten op tekenen en symptomen van neurologische voorvallen (bijv. verwardheid, desoriëntatie, duizeligheid, tremor, toeval) voorafgaand aan en gedurende de behandelingscyclus. Overweeg periodiek een schrijftest te gebruiken als hulpmiddel voor het monitoren op neurologische voorvallen tijdens behandeling met blinatumomab. Overweeg in geval van een toeval een geschikt anti-epilepticum te gebruiken.

3 Overweeg de infusie met blinatumomab zo nodig tijdelijk te onderbreken of te staken in geval van neurologische toxiciteit van graad 3 of 4. Zie onderstaande tabel. Handelingswijze voor patiënten die 45 kg of meer wegen Handelingswijze voor patiënten die minder dan 45 kg wegen Convulsies Blinatumomab permanent staken bij meer dan één convulsie. Blinatumomab permanent staken bij meer dan één convulsie. Neurologische toxiciteit Graad 3 Blinatumomab onderbreken tot verbetering tot ten hoogste graad 1 (mild) gedurende minstens 3 dagen, dan blinatumomab hervatten met 9 mcg/dag. Dosering na 7 dagen verhogen tot 28 mcg/dag, mits de toxiciteit niet opnieuw optreedt. Voor hervatting voorbehandelen met een dosis van 24 mg dexamethason. Vervolgens dexamethason stapsgewijs en verspreid over 4 dagen verlagen. Blinatumomab permanent staken als de toxiciteit optrad bij 9 mcg/dag of als het langer dan 7 dagen duurt voordat deze verdwijnt. Blinatumomab onderbreken tot verbetering tot ten hoogste graad 1 (mild) gedurende minstens 3 dagen, dan blinatumomab hervatten met 5 mcg/m 2 /dag. Dosering na 7 dagen verhogen tot 15 mcg/m 2 /dag, mits de toxiciteit niet opnieuw optreedt. Blinatumomab permanent staken als de toxiciteit optrad bij 5 mcg/m 2 /dag of als het langer dan 7 dagen duurt voordat deze verdwijnt. Graad 4 Blinatumomab permanent staken. Blinatumomab permanent staken. Het is van essentieel belang om patiënten ten aanzien van mogelijke neurologische voorvallen te adviseren: over mogelijke neurologische voorvallen; om geen voertuig te besturen, geen zware machines te bedienen en geen gevaarlijke activiteiten te ondernemen tijdens de behandeling met blinatumomab; om contact met u op te nemen als ze last krijgen van neurologische symptomen. In het klinische fase 3-onderzoek (N = 267) en het eenarmige klinische fase 2-onderzoek (N = 189) in volwassen patiënten met recidiverende of refractaire ALL, die behandeld werden met blinatumomab, deden zich bij ongeveer 66% van de proefpersonen neurologische voorvallen voor. De neurologische bijwerkingen die het vaakst werden gemeld ( 10% van de patiënten), waren hoofdpijn en tremor. Enkele andere veel voorkomende neurologische bijwerkingen ( 1% tot < 10%) waren duizeligheid, somnolentie, hypo-esthesie, encefalopathie, afasie, paresthesie, insulten, cognitieve stoornis, ataxie en geheugenstoornis. Ernstige neurologische voorvallen en neurologische bijwerkingen van graad 3 of hoger deden zich respectievelijk bij ongeveer 11,6% en 12,1% van de proefpersonen voormet encefalopathie, tremor, afasie en toestand van verwardheid het vaakst voorkwamen. De meerderheid van neurologische voorvallen (80,5%) was klinisch reversibel en verdween na onderbreking van de behandeling met blinatumomab. De mediane tijd tot het eerste voorval was binnen de eerste twee weken van de behandeling. Eén geval van encefalopathie met fatale afloop is gemeld tijdens een vroeger eenarmig klinisch fase 2-onderzoek. Neurologische voorvallen werden gemeld voor 71,5% van de volwassen patiënten met MRD-positieve precursor-b ALL (N = 137). 22,6% hiervan werd als ernstig beschouwd. Voorvallen van graad 3 en graad 4 werden respectievelijk gemeld voor 16,1% en 2,2% van de volwassen patiënten met MRD-positieve precursor-b ALL. Zie de paragraaf Neurologische voorvallen in rubriek 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik van de Samenvatting van de Productkenmerken (SmPC) voor de klinische behandeling van neurologische voorvallen. Oudere patiënten kunnen gevoeliger zijn voor ernstige neurologische voorvallen zoals een cognitieve stoornis, encefalopathie en verwardheid. Patiënten met een medische voorgeschiedenis van neurologische tekenen en symptomen hebben mogelijk een hoger risico op neurologische voorvallen (zoals tremor, duizeligheid, verwardheid, encefalopathie en ataxie) wanneer ze blinatumomab toegediend krijgen. De mediane tijd tot het eerste neurologische voorval bij deze patiënten was binnen de eerste behandelingscyclus. Meld bijwerkingen bij het Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb; website U kunt extra materiaal opvragen via op educationalmaterials.nl@amgen.com. Aanvullende informatie betreffende blinatumomab is beschikbaar in de samenvatting van de productkenmerken (SmPC) en bijsluiter op Het additioneel risicominimalisatiemateriaal is online beschikbaar op

4 Risicominimalisatiemateriaal betreffende BLINCYTO (blinatumomab) voor verpleegkundigen De risicominimalisatiematerialen voor blinatumomab zijn beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Deze materialen beschrijven aanbevelingen om belangrijke risico s van het geneesmiddel te beperken of te voorkomen. Het wordt aanbevolen dit materiaal en de samenvatting van de productkenmerken (SmPC) goed door te lezen alvorens het geneesmiddel toe te dienen. Bij gebruik van blinatumomab kunnen zich medicatiefouten voordoen en is het risico op neurologische voor vallen verhoogd. Om het risico op medicatiefouten te beperken worden onder andere volgende toedieningsinstructies gegeven: - Spoel de infuuslijnen niet in de patiënt. - Adviseer de patiënten om de pompinstellingen niet te wijzigen, behalve in geval van nood. Neurologische voorvallen: - Beoordeel patiënten op klachten en verschijnselen van neurologische voor vallen voorafgaand aan en tijdens de behandeling. - Informeer patiënten over vroege klachten en symptomen van neurologische voor vallen en vertel ze om onmiddellijk contact op te nemen met hun behandelend arts/verpleegkundige als ze neurologische voor vallen er varen. - Adviseer patiënten om geen voertuigen te besturen tijdens de behandeling met blinatumomab. Raadpleeg de samenvatting van de productkenmerken (SmPC) op de website van het CBG ( als u vragen heeeft over de toediening en de bijwerkingen van blinatumomab. Belangrijke informatie over blinatumomab De volgende acties dienen te worden ondernomen om medicatiefouten te voorkomen of de kans daarop tot een minimum te beperken en om belangrijke adviezen over het risico op neurologische voor vallen te geven. Toediening Infuuslijnen Pompspecificaties en -instellingen Wisseling van de infuuszak Onderbreking van de therapie Verzorging van de katheterplaats Spoel de infuuslijn of intraveneuze katheter niet in de patiënt, aangezien hierdoor onbedoeld een bolus blinatumomab kan worden toegediend. Bij toediening via een multi-lumen veneuze katheter moet blinatumomab via een apart lumen worden geïnfundeerd. Programmeer de pomp uitsluitend aan de hand van de infusiesnelheid die op het etiket van de infuuszak is afgedrukt. Bereken de infusiesnelheid niet zelf. Vergrendel de pomp en controleer bij elke zakwisseling of de batterij voldoende opgeladen is. Instrueer patiënten en zorgverleners om de pomp niet open te maken. Instrueer patiënten en zorgverleners om niet te proberen de pomp te repareren als deze op enig moment niet goed lijkt te werken (bijvoorbeeld als het alarm afgaat). Vertel hun dat ze onmiddellijk de hulp van de behandelende arts of van u moeten inroepen. Instrueer patiënten en zorgverleners om de instellingen van de pomp niet opzettelijk te wijzigen (met uitzondering van het stopzetten van de pomp in geval van nood). De infuuszak moet binnen 4 uur van de opgegeven tijd worden verwisseld, ongeacht het resterende volume in de huidige infuuszak. Vergeet niet vóór elke wisseling van de infuuszak te controleren of het resterende volume in de infuuszak in overeenstemming is met de ingestelde infusiesnelheid. Als het resterende volume in de infuuszak vóór de wisseling van de infuuszak niet in overeenstemming is met de ingestel- de infusiesnelheid, noteert u de afwijking en neemt u contact op met de arts voor verdere instructies. Toezicht door een zorgverlener of ziekenhuisopname wordt aanbevolen in gevallen waarin de behandeling na een onderbreking van 4 uur of langer opnieuw wordt gestart (zie rubriek 4.2 van de samenvatting van de productkenmerken voor meer informatie). Blinatumomab-oplossing bevat geen conserveermiddel. Bij de toediening van blinatumomab dient altijd een aseptische techniek te worden toegepast. Instrueer de patiënten en/of zorgverleners hoe ze de katheterplaats dienen te verzorgen.

5 Voorlichting Neurologische voorvallen Beoordeel patiënten op klachten en verschijnselen van neurologische voorvallen (bijv. verwardheid, desoriëntatie, duizeligheid, tremor, toevallen) voorafgaand aan en gedurende de behandelingscyclus (zie rubriek 4.4 van de samenvatting van de productken- merken voor meer informatie). Overweeg periodiek een schrijftest te gebruiken als hulpmiddel voor het monitoren op neurologische voorvallen tijdens behandeling met blinatumomab. Oudere patiënten kunnen gevoeliger zijn voor ernstige neurologische voorvallen. Licht patiënten voor over de mogelijke neurologische bijwerkingen. Adviseer patiënten om: - Geen voertuig te besturen en geen zware machines te bedienen terwijl ze blinatumomab toegediend krijgen; - Direct contact met u of de arts op te nemen als ze last krijgen van neurologische symptomen. U kunt extra materiaal opvragen via op educationalmaterials.nl@amgen.com. Aanvullende informatie betreffende blinatumomab is beschikbaar in de samenvatting van de productkenmerken (SmPC) en bijsluiter op Het additioneel risicominimalisatiemateriaal is online beschikbaar op Meld bijwerkingen bij het Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroeps- beoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb; website

6 Informatie over BLINCYTO (blinatumomab) voor patiënten en mantelzorgers Let op bij gebruik van blinatumomab. Blinatumomab is het werkzaam bestanddeel in het medicijn. Uw medicijn kan ook een andere (merk)naam dragen. Kijk dus goed over welk medi- cijn dit gaat. Lees deze brochure en de bijsluiter goed door. Bij gebruik van blinatumumab is er een verhoogde kans op problemen met het zenuwstelsel. Volg het onderstaande advies op om het risico hierop zo klein mogelijk te maken: U kunt last krijgen van duizeligheid, verwardheid, bevende handen, moeite met lopen, praten of schrijven. Neem meteen contact op met uw arts als u een van deze symptomen ervaart. Bestuur geen voertuigen, bedien geen zware machines en onderneem geen gevaarlijke activiteiten terwijl u blinatumomab toegediend krijgt. Blinatumomab wordt toegediend via een pomp. Om ervoor te zorgen dat u de juiste hoeveelheid van het product krijgt toegediend, vragen we u de volgende adviezen op te volgen: - Verander de pompinstellingen niet. - Zorg dat de slang nooit in de war of gedraaid raakt. Trek nooit aan de slang en schakel de pomp nooit uit. - Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over de werking van de pomp. Als u vragen heeft over blinatumomab kunt u deze aan uw arts of verpleegkundige stellen. Ook kunt u de bijsluiter raadplegen op de website van het CBG ( Naast deze aanvullende informatie en de bijsluiter heeft u een patiëntenwaarschuwingskaart gekregen. Draag deze kaart altijd bij u tijdens uw behandeling met blinatumomab, ook tijdens de rustweken. Hoe wordt blinatumomab toegediend? Blinatumomab wordt toegediend via een infuus in een ader (intraveneus) gedurende een periode van 4 weken (dit is 1 behandelingscyclus). Daarna volgt een onderbreking van 2 weken waarin geen infuus wordt gegeven. Tijdens elke behandelingscyclus blijft het infuus ononderbroken aangesloten. Blinatumomab wordt meestal in 2 behandelingscycli toegediend, als u recidieve/refractaire acute lymfoblastenleukemie heeft, of gedurende 1 behandelingscyclus als u acute lymfoblastenleukemie met minimale restziekte heeft. Als u op deze behandeling met blinatumomab heeft gereageerd, kan uw arts besluiten om over te gaan tot nog eens maximaal 3 behandelingscycli. Het aantal behandelingscycli dat wordt toegediend hangt af van hoe u blinatumomab verdraagt en hoe u op de behandeling reageert. Uw arts zal met u bespreken hoe lang de behandeling duurt. De behandeling kan ook onderbroken worden als u blinatumomab niet goed verdraagt. Als u recidieve/refractaire acute lymfoblastenleukemie heeft wordt aanbevolen om de eerste 9 dagen van de behandeling en de eerste 2 dagen van de tweede cyclus in het ziekenhuis te verblijven onder toezicht van een arts of verpleegkundige. Als u acute lymfoblastenleukemie met minimale restziekte heeft wordt aanbevolen om de eerste 3 dagen van de eerste behandeling en de eerste 2 dagen van de daaropvolgende cycli in het ziekenhuis te verblijven onder toezicht van een arts of verpleegkundige. Als u neurologische problemen heeft of heeft gehad wordt aanbevolen om de eerste 14 dagen van de behandeling in het zie kenhuis te verblijven. Uw arts zal met u bespreken of u de behandeling

7 thuis kunt voortzetten na de opname in het ziekenhuis. Het kan tijdens de behandeling voorkomen dat de infuuszak door een verpleegkundige verwisseld moet worden. Uw arts bepaalt hoe vaak de infuuszak verwisseld moet worden, variërend van dagelijks tot elke 4 dagen. Deze informatie is niet bedoeld als vervanging voor gesprekken met uw arts of andere zorgverleners die u behandelen. Lees naast deze educatieve brochure ook de bijsluiter van blinatumomab, die u van uw arts of verpleegkundige hebt ontvangen. Belangrijke dingen die u en/of uw zorgverlener moet weten over het gebruik van blinatumomab Infuuspomp en toebehoren Problemen van het zenuwstelsel U krijgt de blinatumomab-oplossing toegediend via een infuus dat het geneesmiddel rechtstreeks afgeeft via een slangetje dat in een ader is ingebracht. De pomp blijft 28 dagen lang 24 uur per dag op u aangesloten. Maak de pomp niet open. Zorg dat de slang altijd met de pomp verbonden blijft. Zorg dat de slang nooit in de war of gedraaid raakt. Ga niet op de slang liggen. Verander de instellingen van de pomp niet met opzet: - Neem direct contact op met uw arts of verpleegkundige als op enig moment het alarm van de pomp afgaat. - Roep onmiddellijk de hulp van uw arts of verpleegkundige in als de pomp onverwacht niet meer werkt of als de infuuszak sneller leeg raakt dan verwacht. Trek nooit aan de slang en schakel de pomp nooit uit. Neem onmiddellijk contact op met uw arts of verpleegkundige als u bloed in de slang ziet. Zorg dat de pomp, de slang en de afdekking op de plaats waar het infuus in uw ader is ingebracht, altijd droog blijven. Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over de werking van uw pomp. Door blinatumomab kunt u zich duizelig of verward voelen. Ook kunt u last krijgen van trillende handen, toevallen of moeite met lopen, praten of schrijven. Bel meteen uw arts of verpleegkundige als u deze symptomen krijgt. Lees de bijsluiter voor meer informatie. Bestuur geen voertuigen bedien geen zware machines terwijl u dit geneesmiddel toegediend krijgt. Meld bijwerkingen bij het Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb Dit medicijn staat onder extra toezicht. Dit zorgt ervoor dat we snel nieuwe informatie over de veiligheid van dit medicijn verkrijgen. Neem contact op met uw arts als u last krijgt van bijwer- kingen. Doe dit ook bij bijwerkingen die niet in de bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, website: Door bijwerkingen te melden helpt u ons aan meer informatie over de veiligheid van dit medicijn. Meer informatie Deze informatie is ook terug te vinden op Lees de bijsluiter voor meer informatie over uw medicijn. Ga met vragen over uw medicijn naar uw arts of apotheker. Dit materiaal is goedgekeurd door het Nederlandse College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (

8 BLINCYTO (blinatumomab) PATIENTEN- WAARSCHUWINGSKAART Laat deze kaart zien aan alle hulp- of zorgverleners Informatie over BLINCYTO (blinatumomab) MIJN NAAM IS: Ik word behandeld met BLINCYTO, een geneesmiddel voor acute lymfoblastenleukemie, dat mijn immuunsysteem kan verzwakken. IK WORD BEHANDELD SINDS: Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door elke bijwerking die u ondervindt te melden. In Nederland kunt u vermoede bijwerkingen melden bij Nationaal Bijwerkingen Centrum Lareb. U kunt daarvoor gebruik maken van het meldingsformulier dat u op internet kunt vinden ( Bijwerkingen kunnen ook altijd gemeld worden bij de houder van de handelsvergunning van het product via telefoon op of via de website ( Versie 2 Goedgekeurd: februari 2019

9 Neem in geval van vragen contact op met mijn behandelend arts: Naam Ziekenhuis Plaats Telefoonnummer Hematoloog- Oncoloog Hematologieverpleegkundige

10 Risicominimalisatiemateriaal betreffende BLINCYTO (blinatumomab) voor apothekers Versie 3.0 BLINCYTO (blinatumomab) Goedgekeurd: december 2018

11 Dit materiaal beschrijft aanbevelingen om belangrijke risico s van blinatumomab te beperken of te voorkomen. Het materiaal is beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Stappenplan 1. Stapsgewijze bereiding van blinatumomab-oplossing voor infusie onder aseptische omstandigheden met aseptische technieken Bij gebruik van blinatumomab zijn medicatiefouten waargenomen, waaronder fouten in de bereiding. Om dit risico te beperken wordt een gedetailleerde beschrijving gegeven van de reconstitutie- en bereidingsprocedures van blinatumomab onder aseptische omstandigheden met aseptische technieken. Lees dit materiaal en de samenvatting van de productkenmerken (SmPC) goed door voordat u het geneesmiddel bereidt, om een veilig en effectief gebruik van het geneesmiddel en een juiste omgang met de belangrijke geselecteerde risico s te waarborgen. Belangrijke informatie over de bereiding van blinatumomab intraveneuze toediening Voor elke dosering en infusieduur worden specifieke instructies voor reconstitutie en verdunning gegeven. Controleer de voorgeschreven dosering en infusieduur van blinatumomab en zoek hieronder de relevante benodigdheden voor de bereiding van de dosering. Gebruik tabel 1 en stappenplan 1 voor patiënten die 45 kg of meer wegen. NB: Gebruik tabel 2, 3, 4 en 5 en stappenplan 2 voor patiënten die minder dan 45 kg wegen. Tabel 1. Bereiding van blinatumomab-oplossing voor infusie voor patiënten die 45 kg of meer wegen: volumes natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, oplossing (stabilisator) en aan de infuuszak toe te voegen gereconstitueerde blinatumomab-oplossing. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Raadpleeg voor de bereiding de doseringstabellen en verzamel het juiste aantal injectieflacons en andere benodigdheden. Breng de juiste hoeveelheid oplossing (stabilisator) over naar de infuuszak met fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride). Meng de inhoud van de zak voorzichtig om schuimvorming te voorkomen. Gooi de injectieflacon met de resterende oplossing (stabilisator) weg, indien van toepassing. Reconstitueer blinatumomab -poeder voor concentraat met 3 ml water voor injecties. Reconstitueer blinatumomab niet met de oplossing (stabilisator). Niet schudden. Draai de inhoud voorzichtig rond om overmatige schuimvorming te voorkomen. Reconstitueer het benodigde aantal blinatumomab-injectieflacons (zie tabel 1). Inspecteer de gereconstitueerde oplossing visueel op de aanwezigheid van deeltjes en ter controle van de kleur. De oplossing moet helder tot licht opalescent en kleurloos tot gelig zijn. Breng de juiste hoeveelheid gereconstitueerde blinatumomab-oplossing over naar de infuuszak met fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride). Meng de inhoud van de zak voorzichtig om schuimvorming te voorkomen. Sluit de intraveneuze lijn met het steriele 0,2 micron inlinefilter aan op de zak met bereide blinatumomaboplossing voor infusie. Verwijder lucht uit de zak met bereide blinatumomab-oplossing voor infusie. Prime de intraveneuze infuuslijn met de bereide blinatumomab-oplossing voor infusie. Prime de intraveneuze infuuslijn niet met fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride) voor injectie. Dosering Infusieduur Fysiologische zoutoplossing (zak 250 ml) a Volume oplossing (stabilisator) (ml) Benodigd aantal blinatumomabinjectieflacons Gereconstitueerde blinatumomaboplossing (ml) Infusiesnelheid (ml/uur) Stap 8 Bewaar de zak met bereide blinatumomab-oplossing voor infusie maximaal 10 dagen bij 2 C tot 8 C als deze niet onmiddellijk wordt gebruikt (zie rubriek 6.3 van de SmPC voor verdere informatie). 24 uur 1 5,5 1 0, uur 1 5,5 1 1,7 5 9 mcg/ dag 72 uur 1 5,5 1 2,5 3,3 96 uur 1 5,5 2 3,3 2,5 24 uur 1 5,5 1 2, uur 1 5,5 2 5, mcg/ dag 72 uur 1 5, ,3 96 uur 1 5,5 4 10,7 2,5 a Fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride) Gebruik uitsluitend infuuszakken/pompcassettes van polyolefine, van diethylhexylftalaat-vrij PVC (DEHP-vrij PVC) of van ethylvinylacetaat- (EVA), en intraveneuze lijnen van polyolefine, DEHP-vrij PVC of EVA met een steriel, niet pyrogeen inlinefilter met lage eiwitbinding (poriegrootte 0,2 micrometer). Versie 3.0 BLINCYTO (blinatumomab) Goedgekeurd: december 2018 Versie 3.0 BLINCYTO (blinatumomab) Goedgekeurd: december 2018

12 Gebruik tabel 2, 3, 4 en 5 en stappenplan 2 voor patiënten die minder dan 45 kg wegen. NB: Gebruik tabel 1 en stappenplan 1 voor patiënten die 45 kg of meer wegen. Tabel 2. Bereiding van blinatumomab-oplossing voor infusie voor patiënten die minder dan 45 kg wegen: volumes natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, oplossing (stabilisator) en aan de infuuszak toe te voegen gereconstitueerde blinatumomab-oplossing voor een dosering van 5 mcg/m 2 /dag voor een infusieduur van 24 en 48 uur Tabel 3. Bereiding van blinatumomab-oplossing voor infusie voor patiënten die minder dan 45 kg wegen: volumes natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, oplossing (stabilisator) en aan de infuuszak toe te voegen gereconstitueerde blinatumomab-oplossing voor een dosering van 5 mcg/m 2 /dag voor een infusieduur van 72 en 96 uur Dosering Infusieduur Fysiologische zoutoplossing (zak 250 ml) a Volume oplossing (stabilisator) (ml) Benodigd aantal blinatumomabinjectieflacons Lichaamsoppervlak (m 2 ) Gereconstitueerde blinatumomaboplossing (ml) Infusie-snelheid (ml/uur) Dosering Infusieduur Fysiologische zoutoplossing (zak 250 ml) a Volume oplossing (stabilisator) (ml) Benodigd aantal blinatumomabinjectieflacons Lichaamsoppervlak (m 2 ) Gereconstitueerde blinatumomaboplossing (ml) Infusie-snelheid (ml/uur) 1,50 1,59 0,70 ml 1,50 1,59 2,1 ml 1,40 1,49 0,66 ml 1,40 1,49 2,0 ml 1,30 1,39 0,61 ml 1,30 1,39 1,8 ml 1,20 1,29 0,56 ml 1,20 1,29 1,7 ml 1,10 1,19 0,52 ml 1,10 1,19 1,6 ml 5 mcg/m²/dag 24 uur 1 5,5 1 1,00 1,09 0,47 ml 0,90 0,99 0,43 ml 10 5 mcg/m²/dag 72 uur 1 5,5 1 1,00 1,09 1,4 ml 0,90 0,99 1,3 ml 3,3 0,80 0,89 0,38 ml 0,80 0,89 1,1 ml 0,70 0,79 0,33 ml 0,70 0,79 1 ml 0,60 0,69 0,29 ml 0,60 0,69 0,86 ml 0,50 0,59 0,24 ml 0,50 0,59 0,72 ml 0,40 0,49 0,20 ml 0,40 0,49 0,59 ml 1,50 1,59 1,4 ml 1,50 1,59 2,8 ml 1,40 1,49 1,3 ml 1,40 1,49 2,6 ml 1,30 1,39 1,2 ml 1,30 1,39 2,4 ml 1,20 1,29 1,1 ml 1,20 1,29 2,3 ml 1,10 1,19 1,0 ml 1,10 1,19 2,1 ml 5 mcg/m²/dag 48 uur 1 5,5 1 1,00 1,09 0,94 ml 0,90 0,99 0,85 ml 5 5 mcg/m²/dag 96 uur 1 5,5 1 1,00 1,09 1,9 ml 0,90 0,99 1,7 ml 2,5 0,80 0,89 0,76 ml 0,80 0,89 1,5 ml 0,70 0,79 0,67 ml 0,70 0,79 1,3 ml 0,60 0,69 0,57 ml 0,60 0,69 1,2 ml 0,50 0,59 0,48 ml 0,50 0,59 0,97 ml 0,40 0,49 0,39 ml 0,40 0,49 0,78 ml a Fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride) Gebruik uitsluitend infuuszakken/pompcassettes van polyolefine, van diethylhexylftalaat-vrij PVC (DEHP-vrij PVC) of van ethylvinylacetaat- (EVA), en intraveneuze lijnen van polyolefine, DEHP-vrij PVC of EVA met een steriel, niet pyrogeen inlinefilter met lage eiwitbinding (poriegrootte 0,2 micrometer). a Fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride) Gebruik uitsluitend infuuszakken/pompcassettes van polyolefine, van diethylhexylftalaat-vrij PVC (DEHP-vrij PVC) of van ethylvinylacetaat- (EVA), en intraveneuze lijnen van polyolefine, DEHP-vrij PVC of EVA met een steriel, niet pyrogeen inlinefilter met lage eiwitbinding (poriegrootte 0,2 micrometer). Versie 3.0 BLINCYTO (blinatumomab) Goedgekeurd: december 2018 Versie 3.0 BLINCYTO (blinatumomab) Goedgekeurd: december 2018

13 Tabel 4. Bereiding van blinatumomab-oplossing voor infusie voor patiënten die minder dan 45 kg wegen: volumes natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, oplossing (stabilisator) en aan de infuuszak toe te voegen gereconstitueerde blinatumomab-oplossing voor een dosering van 15 mcg/m 2 /dag voor een infusieduur van 24 en 48 uur Tabel 5. Bereiding van blinatumomab-oplossing voor infusie voor patiënten die minder dan 45 kg wegen: volumes natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, oplossing (stabilisator) en aan de infuuszak toe te voegen gereconstitueerde blinatumomab-oplossing voor een dosering van 15 mcg/m 2 /dag voor een infusieduur van 72 en 96 uur Dosering Infusieduur Fysiologische zoutoplossing (zak 250 ml) a Volume oplossing (stabilisator) (ml) Benodigd aantal blinatumomabinjectieflacons Lichaamsoppervlak (m 2 ) Gereconstitueerde blinatumomaboplossing (ml) Infusie-snelheid (ml/uur) Dosering Infusieduur Fysiologische zoutoplossing (zak 250 ml) a Volume oplossing (stabilisator) (ml) Benodigd aantal blinatumomab injectieflacons Lichaamsoppervlak (m 2 ) Gereconstitueerde blinatumomaboplossing (ml) Infusie-snelheid (ml/uur) 1 1,50 1,59 2,1 ml 3 1,50 1,59 6,3 ml 1 1,40 1,49 2,0 ml 3 1,40 1,49 5,9 ml 1 1,30 1,39 1,8 ml 2 1,30 1,39 5,5 ml 1 1,20 1,29 1,7 ml 2 1,20 1,29 5,1 ml 1 1,10 1,19 1,6 ml 2 1,10 1,19 4,7 ml 15 mcg/m²/dag 24 uur 1 5,5 1 1,00 1,09 1,4 ml 1 0,90 0,99 1,3 ml mcg/m²/dag 72 uur 1 5,5 2 1,00 1,09 4,2 ml 2 0,90 0,99 3,8 ml 3,3 1 0,80 0,89 1,1 ml 2 0,80 0,89 3,4 ml 1 0,70 0,79 1 ml 2 0,70 0,79 3,0 ml 1 0,60 0,69 0,86 ml 1 0,60 0,69 2,6 ml 1 0,50 0,59 0,72 ml 1 0,50 0,59 2,2 ml 1 0,40 0,49 0,59 ml 1 0,40 0,49 1,8 ml 2 1,50 1,59 4,2 ml 3 1,50 1,59 8,4 ml 2 1,40 1,49 3,9 ml 3 1,40 1,49 7,9 ml 2 1,30 1,39 3,7 ml 3 1,30 1,39 7,3 ml 2 1,20 1,29 3,4 ml 3 1,20 1,29 6,8 ml 2 1,10 1,19 3,1 ml 3 1,10 1,19 6,2 ml 15 mcg/m²/dag 48 uur 1 5,5 1 1,00 1,09 2,8 ml 1 0,90 0,99 2,6 ml 5 15 mcg/m²/dag 96 uur 1 5,5 3 1,00 1,09 5,7 ml 2 0,90 0,99 5,1 ml 2,5 1 0,80 0,89 2,3 ml 2 0,80 0,89 4,6 ml 1 0,70 0,79 2,0 ml 2 0,70 0,79 4,0 ml 1 0,60 0,69 1,7 ml 2 0,60 0,69 3,4 ml 1 0,50 0,59 1,4 ml 2 0,50 0,59 2,9 ml 1 0,40 0,49 1,2 ml 1 0,40 0,49 2,3 ml a Fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride) Gebruik uitsluitend infuuszakken/pompcassettes van polyolefine, van diethylhexylftalaat-vrij PVC (DEHP-vrij PVC) of van ethylvinylacetaat- (EVA), en intraveneuze lijnen van polyolefine, DEHP-vrij PVC of EVA met een steriel, niet pyrogeen inlinefilter met lage eiwitbinding (poriegrootte 0,2 micrometer). a Fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride) Gebruik uitsluitend infuuszakken/pompcassettes van polyolefine, van diethylhexylftalaat-vrij PVC (DEHP-vrij PVC) of van ethylvinylacetaat- (EVA), en intraveneuze lijnen van polyolefine, DEHP-vrij PVC of EVA met een steriel, niet pyrogeen inlinefilter met lage eiwitbinding (poriegrootte 0,2 micrometer). Versie 3.0 BLINCYTO (blinatumomab) Goedgekeurd: december 2018 Versie 3.0 BLINCYTO (blinatumomab) Goedgekeurd: december 2018

14 Stappenplan 2. Stapsgewijze bereiding van blinatumomab-oplossing voor infusie onder aseptische omstandigheden met aseptische technieken Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Raadpleeg voor de bereiding de doseringstabellen en verzamel het juiste aantal injectieflacons en andere benodigdheden. Breng de juiste hoeveelheid oplossing (stabilisator) over naar de infuuszak met fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride). Meng de inhoud van de zak voorzichtig om schuimvorming te voorkomen. Gooi de injectieflacon met de resterende oplossing (stabilisator) weg, indien van toepassing. Reconstitueer blinatumomab-poeder voor concentraat met 3 ml water voor injecties. Reconstitueer blinatumomab niet met de oplossing (stabilisator). Niet schudden. Draai de inhoud voorzichtig rond om overmatige schuimvorming te voorkomen. Reconstitueer het benodigde aantal blinatumomab-injectieflacons (zie pagina 2 t/m 5 en selecteer de tabel die overeenkomt met de benodigde dosering en infusieduur). Inspecteer de gereconstitueerde oplossing visueel op de aanwezigheid van deeltjes en ter controle van de kleur. De oplossing moet helder tot licht opalescent en kleurloos tot gelig zijn. Breng de juiste hoeveelheid gereconstitueerde blinatumomab-oplossing over naar de infuuszak met fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride). Meng de inhoud van de zak voorzichtig om schuimvorming te voorkomen. Sluit de intraveneuze lijn met het steriele 0,2 micron inlinefilter aan op de zak met bereide blinatumomab-oplossing voor infusie. Verwijder lucht uit de zak met bereide blinatumomab-oplossing voor infusie. Prime de intraveneuze infuuslijn met de bereide blinatumomab-oplossing voor infusie. Prime de intraveneuze infuuslijn niet met fysiologische zoutoplossing (0,9% natriumchloride) voor injectie. Bewaar de zak met bereide blinatumomab-oplossing voor infusie maximaal 10 dagen bij 2 C tot 8 C als deze niet onmiddellijk wordt gebruikt (zie rubriek 6.3 van de SmPC voor verdere informatie). Meld bijwerkingen bij het Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb; website U kunt extra materiaal opvragen via op educationalmaterials.nl@amgen.com. Aanvullende informatie betreffende blinatumomab is beschikbaar in de samenvatting van de productkenmerken (SmPC) en bijsluiter op Het additioneel risicominimalisatiemateriaal is online beschikbaar op Versie 3.0 BLINCYTO (blinatumomab) Goedgekeurd: december 2018

Risicominimalisatiemateriaal betreffende BLINCYTO (blinatumomab) voor artsen

Risicominimalisatiemateriaal betreffende BLINCYTO (blinatumomab) voor artsen Risicominimalisatiemateriaal betreffende BLINCYTO (blinatumomab) voor artsen De risicominimalisatiematerialen voor BLINCYTO (blinatumomab) zijn beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Nadere informatie

BLINCYTO (blinatumomab)

BLINCYTO (blinatumomab) De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel BLINCYTO. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

BLINCYTO (blinatumomab)

BLINCYTO (blinatumomab) De Europese gezondheidsutoriteiten hebben beplde voorwrden verbonden n het in de hndel brengen vn het geneesmiddel BLINCYTO. Het verplicht pln voor risicobeperking in België, wrvn deze informtie deel uitmkt,

Nadere informatie

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING Belangrijke informatie over de RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING van bortezomib 3,5 mg injectieflacon voor subcutaan (SC) en intraveneus (IV) gebruik Teva Nederland BV Swensweg 5 Postbus 552 2003 RN

Nadere informatie

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING Additioneel risico minimalisatie materiaal betreffende bortezomib voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg Belangrijke informatie over de RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING van bortezomib 3,5 mg

Nadere informatie

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING Risico minimalisatie - materiaal over de risico s van bortezomib voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg Belangrijke informatie over de RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING van Bortezomib 3,5 mg

Nadere informatie

Therapeutische indicaties en behandelschema s van bortezomib voor de behandeling van multipel myeloom

Therapeutische indicaties en behandelschema s van bortezomib voor de behandeling van multipel myeloom Indicatie 3 bortezomib voor behandeling van multipel myeloom Bortezomib als monotherapie of in combinatie met gepegyleerd liposomaal doxorubicine of dexamethason is geïndiceerd voor de behandeling van

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS. Natriumchloride CF 9 mg/ml, injectievloeistof (natriumchloride)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS. Natriumchloride CF 9 mg/ml, injectievloeistof (natriumchloride) 1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS Natriumchloride CF 9 mg/ml, injectievloeistof (natriumchloride) Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat

Nadere informatie

Risico minimalisatie materialen betreffende Inflectra (infliximab) voor de voorschrijvers

Risico minimalisatie materialen betreffende Inflectra (infliximab) voor de voorschrijvers Inflectra (infliximab) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring Risico minimalisatie materialen betreffende Inflectra (infliximab) voor de voorschrijvers De risico minimalisatie materialen

Nadere informatie

Voorlichtingsmateriaal betreffende sebelipase alfa voor de zorgverlener. Belangrijke veiligheidsinformatie

Voorlichtingsmateriaal betreffende sebelipase alfa voor de zorgverlener. Belangrijke veiligheidsinformatie Voorlichtingsmateriaal betreffende sebelipase alfa voor de zorgverlener Belangrijke veiligheidsinformatie Risico minimalisatie materiaal betreffende sebelipase alfa voor zorgverleners - versie 2-03/2018

Nadere informatie

Risico-minimalisatiematerialen betreffende Farydak (panobinostat) voor patiënten

Risico-minimalisatiematerialen betreffende Farydak (panobinostat) voor patiënten r. H.G.J. Hoedemaker Medisch irecteur Oncology Novartis Pharma B.V. Raapopseweg 1 Postbus 241 NL - 6800 LZ ARNHEM Tel (+31) (0) 26 37 82 497 ax (+31) (0) 26 37 82 486 E-mail eric.hoedemaker@novartis.com

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Aanbevelingen Neem de volledige medische voorgeschiedenis van de patiënt in overweging, inclusief enig eerder of gelijktijdig gebruikte biological BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Er is geen ervaring

Nadere informatie

Risicominimalisatiemateriaal betreffende Valdoxan (agomelatine) voor zorgverleners:

Risicominimalisatiemateriaal betreffende Valdoxan (agomelatine) voor zorgverleners: Risicominimalisatiemateriaal betreffende Valdoxan (agomelatine) voor zorgverleners: hernieuwde aandacht t.b.v. aanbevelingen voor monitoring van de leverfunctie Valdoxan en het risico op levertoxiciteit

Nadere informatie

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel VELCADE. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

KEYTRUDA (pembrolizumab)

KEYTRUDA (pembrolizumab) Risicominimalisatiemateriaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor patiënten KEYTRUDA (pembrolizumab) Patiënteninformatiefolder Risicominimalisatiemateriaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor

Nadere informatie

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1 Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1 Let op bij het gebruik van dapagliflozine. Dapagliflozine is het werkzame bestanddeel in het medicijn. Uw medicijn kan

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de patiënt en gebruiker. Ondexxya 200 mg poeder voor oplossing voor infusie andexanet alfa

Bijsluiter: informatie voor de patiënt en gebruiker. Ondexxya 200 mg poeder voor oplossing voor infusie andexanet alfa Bijsluiter: informatie voor de patiënt en gebruiker Ondexxya 200 mg poeder voor oplossing voor infusie andexanet alfa Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe

Nadere informatie

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING

RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel VELCADE. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Samenvatting van risico s en acties om deze te voorkomen of verminderen:

Samenvatting van risico s en acties om deze te voorkomen of verminderen: T.a.v. Adresregel 1 Adresregel 2 Risico minimalisatie materialen betreffende: BOTOX, botulinum toxine type A, voor artsen en patiënten. Geachte Heer / Mevrouw In overleg met het College ter Beoordeling

Nadere informatie

BROCHURE VOOR RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING

BROCHURE VOOR RECONSTITUTIE, DOSERING EN TOEDIENING De Belgische gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Bortezomib Sandoz 3,5 mg poeder voor oplossing voor injectie. Het verplicht

Nadere informatie

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE FLIXABI (INFLIXIMAB) VOOR VOORSCHRIJVERS

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE FLIXABI (INFLIXIMAB) VOOR VOORSCHRIJVERS Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke

Nadere informatie

Voorlichtingsmateriaal betreffende Kanuma (sebelipase alfa) voor de zorgverlener. Belangrijke veiligheidsinformatie

Voorlichtingsmateriaal betreffende Kanuma (sebelipase alfa) voor de zorgverlener. Belangrijke veiligheidsinformatie Voorlichtingsmateriaal betreffende Kanuma (sebelipase alfa) voor de zorgverlener Belangrijke veiligheidsinformatie Risico minimalisatie materiaal KANUMA - versie 05/2016 De risico minimalisatie materialen

Nadere informatie

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol)

Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol) Risico minimalisatie materiaal betreffende Aripiprazol Sandoz (aripiprazol) Dit risico materiaal is beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en beschrijft aanbevelingen voor

Nadere informatie

Risico minimalisatie materiaal betreffende testosteronundecanoaat voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg

Risico minimalisatie materiaal betreffende testosteronundecanoaat voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg Risico minimalisatie materiaal betreffende testosteronundecanoaat voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg De risico minimalisatie materialen voor testosteronundecanoaat zijn beoordeeld door het College

Nadere informatie

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, thiaminehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 ml oplossing

Nadere informatie

Risicominimalisatiemateriaal betreffende rituximab* voor zorgverleners

Risicominimalisatiemateriaal betreffende rituximab* voor zorgverleners Risicominimalisatiemateriaal betreffende rituximab* voor zorgverleners *voor niet-oncologische indicaties Dit risicominimalisatiemateriaal werd goedgekeurd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Nadere informatie

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE BARICITINIB VOOR DE VOORSCHRIJVER, APOTHEKER EN VERPLEEGKUNDIGE

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE BARICITINIB VOOR DE VOORSCHRIJVER, APOTHEKER EN VERPLEEGKUNDIGE RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE BARICITINIB VOOR DE VOORSCHRIJVER, APOTHEKER EN VERPLEEGKUNDIGE De risico minimalisatie materialen voor baricitinib zijn beoordeeld door het College ter Beoordeling

Nadere informatie

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van atomoxetine voor zorgverleners

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van atomoxetine voor zorgverleners Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van atomoxetine voor zorgverleners Atomoxetine 2/6 RISICOMINIMALISATIE-MATERIAAL OVER DE RISICO S VAN ATOMOXETINE VOOR ZORGVERLENERS Dit materiaal beschrijft

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Aprokam 50 mg poeder voor oplossing voor injectie. Cefuroxim

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Aprokam 50 mg poeder voor oplossing voor injectie. Cefuroxim BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Aprokam 50 mg poeder voor oplossing voor injectie Cefuroxim Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiters

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiters Bijlage III Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiters NB: Deze Samenvatting van de productkenmerken, Etikettering

Nadere informatie

Voorlichtingsbrochure voor patiënten

Voorlichtingsbrochure voor patiënten tolvaptan Voorlichtingsbrochure voor patiënten Additioneel risicominimalisatie-materiaal betreffende tolvaptan voor patiënten Samenvatting van risico s en risicobeperkende maatregelen. Het gebruik van

Nadere informatie

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE BARICITINIB VOOR DE VOORSCHRIJVER, APOTHEKER EN VERPLEEGKUNDIGE

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE BARICITINIB VOOR DE VOORSCHRIJVER, APOTHEKER EN VERPLEEGKUNDIGE RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE BARICITINIB VOOR DE VOORSCHRIJVER, APOTHEKER EN VERPLEEGKUNDIGE De risico minimalisatie materialen voor baricitinib zijn beoordeeld door het College ter Beoordeling

Nadere informatie

BIJSLUITER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml

BIJSLUITER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml BIJSLUITER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml oplossing voor injectie Atosiban Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Cluvot 250 IE Cluvot 1250 IE Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie of infusie. Humane plasmastollingsfactor XIII-concentraat Dit geneesmiddel is onderworpen

Nadere informatie

Risicominimalisatiemateriaal betreffende pembrolizumab voor patiënten PEMBROLIZUMAB. Patiënteninformatiefolder

Risicominimalisatiemateriaal betreffende pembrolizumab voor patiënten PEMBROLIZUMAB. Patiënteninformatiefolder Risicominimalisatiemateriaal betreffende pembrolizumab voor patiënten PEMBROLIZUMAB Patiënteninformatiefolder Risicominimalisatiemateriaal betreffende pembrolizumab voor patiënten PEMBROLIZUMAB Patiënteninformatiefolder

Nadere informatie

Artsenbrochure. bij de behandeling van patiënten met Cryopyrin-Associated Periodic Syndromes (CAPS) met Ilaris

Artsenbrochure. bij de behandeling van patiënten met Cryopyrin-Associated Periodic Syndromes (CAPS) met Ilaris Artsenbrochure bij de behandeling van patiënten met Cryopyrin-Associated Periodic Syndromes (CAPS) met Ilaris Risico minimalisatie materiaal betreffende Ilaris (canakinumab) voor artsen De risico minimalisatie

Nadere informatie

Belangrijke aandachtspunten

Belangrijke aandachtspunten 1.8.2 armm Rev.nr. 1711 Pag. 1 van Risicominimalisatiemateriaal voor voorschrijvers Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen met chronische hepatitis B De risico minimalisatie materialen

Nadere informatie

Informatieve brochure voor refractaire gmg-patiënten

Informatieve brochure voor refractaire gmg-patiënten BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE 1 Ten gevolge van het werkingsmechanisme verhoogt het gebruik van SOLIRIS de vatbaarheid van de patiënt voor meningokokkeninfecties (Neisseria meningitidis). Derhalve

Nadere informatie

Informatie voor patiënt, ouders en/of verzorgers van de patiënt

Informatie voor patiënt, ouders en/of verzorgers van de patiënt Informatie voor patiënt, ouders en/of verzorgers van de patiënt Versie 5, mei 2019 Let op bij gebruik van fingolimod. Fingolimod is het werkzaam bestanddeel in het medicijn. Uw medicijn kan ook een andere

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. AQUA STEROP AQUA STEROP FLEXO Oplosmiddel voor parenteraal gebruik. Water voor injectie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. AQUA STEROP AQUA STEROP FLEXO Oplosmiddel voor parenteraal gebruik. Water voor injectie BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER AQUA STEROP AQUA STEROP FLEXO Oplosmiddel voor parenteraal gebruik Water voor injectie Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want

Nadere informatie

Behandeling met ustekinumab. Risico minimalisatie materiaal: Veiligheidsinformatie betreffende ustekinumab voor patiënten

Behandeling met ustekinumab. Risico minimalisatie materiaal: Veiligheidsinformatie betreffende ustekinumab voor patiënten Behandeling met ustekinumab Risico minimalisatie materiaal: Veiligheidsinformatie betreffende ustekinumab voor patiënten Belangrijke informatie Deze materialen beschrijven aanbevelingen om belangrijke

Nadere informatie

KEYTRUDA (pembrolizumab)

KEYTRUDA (pembrolizumab) Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor patiënten KEYTRUDA (pembrolizumab) Patiënteninformatiefolder Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab)

Nadere informatie

HALDOL tabletten en drank

HALDOL tabletten en drank Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab) met bloedcompatibiliteitstesten

Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab) met bloedcompatibiliteitstesten risico minimalisatie materiaal versie 2.0 19OKT2016 concentraat voor oplossing voor infusie Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab)

Nadere informatie

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine Dit materiaal beschrijft aanbevelingen om belangrijke risico s van atomoxetine te

Nadere informatie

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van rituximab voor zorgverleners

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van rituximab voor zorgverleners Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van rituximab voor zorgverleners bij de behandeling van niet-oncologische indicaties: Reumatoïde artritis (RA), Granulomatose met Polyangiitis (GPA) / Microscopische

Nadere informatie

Rituximab waarschuwingskaart

Rituximab waarschuwingskaart Rituximab waarschuwingskaart voor patiënten met andere aandoeningen dan kanker Waarom heb ik deze kaart ontvangen? Dit geneesmiddel kan de kans op een infectie vergroten. Deze kaart bevat informatie over:

Nadere informatie

Risicominimalisatie-materiaal voor patiënten die worden behandeld met rituximab

Risicominimalisatie-materiaal voor patiënten die worden behandeld met rituximab Risicominimalisatie-materiaal voor patiënten die worden behandeld met rituximab Let op bij gebruik van rituximab. Rituximab is het werkzaam bestanddeel in het medicijn. Uw medicijn kan ook een andere (merk)naam

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Patiënteninformatie voor de behandeling met Revlimid (lenalidomide)

Patiënteninformatie voor de behandeling met Revlimid (lenalidomide) Patiënteninformatie voor de behandeling met Revlimid (lenalidomide) 1 Inhoud Informatie voor vrouwen die zwanger kunnen worden...3 Informatie voor vrouwen die niet zwanger kunnen worden...5 Informatie

Nadere informatie

Artsenbrochure. bij de behandeling van patiënten met jichtartritis met Ilaris

Artsenbrochure. bij de behandeling van patiënten met jichtartritis met Ilaris Artsenbrochure bij de behandeling van patiënten met jichtartritis met Ilaris Risico minimalisatie materiaal betreffende Ilaris (canakinumab) voor artsen De risico minimalisatie materialen voor Ilaris (canakinumab),

Nadere informatie

Richtlijn voor apothekers betreffende. Alofisel. (darvadstrocel) Ontvangst- en bewaringsinstructies. Versie

Richtlijn voor apothekers betreffende. Alofisel. (darvadstrocel) Ontvangst- en bewaringsinstructies. Versie Richtlijn voor apothekers betreffende Alofisel (darvadstrocel) Ontvangst- en bewaringsinstructies 1 De risico minimalisatie materialen voor darvadstrocel zijn beoordeeld door het College ter Beoordeling

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Vyxeos 44 mg/100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie daunorubicine en cytarabine

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Vyxeos 44 mg/100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie daunorubicine en cytarabine Bijsluiter: informatie voor de patiënt Vyxeos 44 mg/100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie daunorubicine en cytarabine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Richtlijn voor chirurgen betreffende. Alofisel. (darvadstrocel) Wijze van toedienen. Versie

Richtlijn voor chirurgen betreffende. Alofisel. (darvadstrocel) Wijze van toedienen. Versie Richtlijn voor chirurgen betreffende Alofisel (darvadstrocel) Wijze van toedienen 1 De risico minimalisatie materialen voor darvadstrocel zijn beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Bijlage III Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Opmerking: De relevante rubrieken van de Samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Nadere informatie

CINRYZE (C1-REMMER [HUMAAN])

CINRYZE (C1-REMMER [HUMAAN]) De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel CINRYZE. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van dapagliflozine alleen voor diabetes mellitus type 1

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van dapagliflozine alleen voor diabetes mellitus type 1 Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van dapagliflozine alleen voor diabetes mellitus type 1 Brochure voor zorgverleners om het risico op diabetische ketoacidose (DKA) bij het gebruik van dapagliflozine

Nadere informatie

Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor voorschrijvende artsen. KEYTRUDA (pembrolizumab)

Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor voorschrijvende artsen. KEYTRUDA (pembrolizumab) Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor voorschrijvende artsen KEYTRUDA (pembrolizumab) 1 Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor voorschrijvende

Nadere informatie

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u. BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Sodium Chromate [ 51 Cr] Solution Ph. Eur. radiofarmaceutische uitgangsoplossing 37 MBq/ml natriumchromaat [ 51 Cr] Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE TENOFOVIRDISOPROXIL-BEVATTENDE PRODUCTEN VOOR VOORSCHRIJVERS.

RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE TENOFOVIRDISOPROXIL-BEVATTENDE PRODUCTEN VOOR VOORSCHRIJVERS. RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE TENOFOVIRDISOPROXIL-BEVATTENDE PRODUCTEN VOOR VOORSCHRIJVERS. Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen met HIV De risico minimalisatie materialen

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Anidulafungine

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Anidulafungine Product ECALTA 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie Farmaceutisch bedrijf (PFIZER) Bijsluiter: informatie voor de gebruiker ECALTA 100 mg poeder voor concentraat voor

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Novaban 2 mg/2 ml, oplossing voor injectie en infusie Tropisetron

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Novaban 2 mg/2 ml, oplossing voor injectie en infusie Tropisetron BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER 2 mg/2 ml, oplossing voor injectie en infusie Tropisetron Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke

Nadere informatie

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Loratadine Apotex hooikoortstabletten 10 mg, tabletten Loratadine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Risico minimalisatie materiaal betreffende tenofovirdisoproxil voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen

Risico minimalisatie materiaal betreffende tenofovirdisoproxil voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen Risico minimalisatie materiaal betreffende voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen De risico minimalisatie materialen voor zijn beoordeeld door het College ter

Nadere informatie

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Version 2016-04 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER loratadine Apotex hooikoortstabletten 10 mg, tabletten Loratadine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Risico Minimalisatie Materiaal. betreffende tolcapon 100 mg en 200 mg tabletten. voor patiënten

Risico Minimalisatie Materiaal. betreffende tolcapon 100 mg en 200 mg tabletten. voor patiënten Risico Minimalisatie Materiaal betreffende tolcapon 100 mg en 200 mg tabletten voor patiënten Inleiding Dit dagboek beschrijft aanbevelingen om belangrijke risico s van het geneesmiddel te beperken of

Nadere informatie

RoActemra (tocilizumab) voor RA, sjia, pjia en GCA. Stap-voor-stap toedieningsinstructies (IV en SC)

RoActemra (tocilizumab) voor RA, sjia, pjia en GCA. Stap-voor-stap toedieningsinstructies (IV en SC) RoActemra (tocilizumab) voor RA, sjia, pjia en GCA Stap-voor-stap toedieningsinstructies (IV en SC) Roche EU RMP versie 21.2 (11 januari 2018). 3 Inhoudsopgave DEEL A Intraveneuze (IV) toediening door

Nadere informatie

BIJSLUITER. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. GLUCOTRACE 185 MBq/ml, oplossing voor injectie Fludeoxyglucose ( 18 F)

BIJSLUITER. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. GLUCOTRACE 185 MBq/ml, oplossing voor injectie Fludeoxyglucose ( 18 F) BIJSLUITER Bijsluiter: informatie voor de gebruiker GLUCOTRACE 185 MBq/ml, oplossing voor injectie Fludeoxyglucose ( 18 F) Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er

Nadere informatie

CEREZYME (imiglucerase)

CEREZYME (imiglucerase) De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel CEREZYME. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Alphen aan den Rijn, november 2015

Alphen aan den Rijn, november 2015 Novo Nordisk B.V. Flemingweg 18 2408 AV Alphen aan den Rijn Nederland Postbus 443 2400 AK Alphen aan den Rijn Nederland Alphen aan den Rijn, november 2015 Ref: Lzvt/Elee/005 Betreft: Belangrijke veiligheidsinformatie

Nadere informatie

BIJSLUITER. Pagina 1 van 5

BIJSLUITER. Pagina 1 van 5 BIJSLUITER Pagina 1 van 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Tracrium 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie atracuriumdibesilaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Risicominimalisatie-materialen betreffende selexipag voor voorschrijvers

Risicominimalisatie-materialen betreffende selexipag voor voorschrijvers Risicominimalisatie-materialen betreffende selexipag voor voorschrijvers januari 208 Geachte voorschrijver, In overleg met het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen willen wij u graag informeren over

Nadere informatie

Risicominimalisatiemateriaal betreffende rituximab* voor zorgverleners

Risicominimalisatiemateriaal betreffende rituximab* voor zorgverleners Risicominimalisatiemateriaal betreffende rituximab* voor zorgverleners *voor niet-oncologische indicaties Dit risicominimalisatiemateriaal werd goedgekeurd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Nadere informatie

Bijgevoegd vindt u de risico minimalisatie materialen.

Bijgevoegd vindt u de risico minimalisatie materialen. Begeleidende brief voor HCP Betreft: Risico minimalisatie materialen betreffende, infliximab voor voorschrijvers Geachte Heer / Mevrouw, REMSIMA (Infliximab) 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing

Nadere informatie

ZypAdhera. Informatie bestemd voor professionelen uit de gezondheidszorg en verpleegkundigen Risicobeleidsplan

ZypAdhera. Informatie bestemd voor professionelen uit de gezondheidszorg en verpleegkundigen Risicobeleidsplan De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel ZypAdhera. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Xylometazoline HCl 0,5 mg/ml Teva, neusspray Xylometazoline HCl 1 mg/ml Teva, neusspray xylometazolinehydrochloride

Xylometazoline HCl 0,5 mg/ml Teva, neusspray Xylometazoline HCl 1 mg/ml Teva, neusspray xylometazolinehydrochloride 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Xylometazoline HCl 0,5 mg/ml Teva, Xylometazoline HCl 1 mg/ml Teva, xylometazolinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter, want

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Uro-tainer chloorhexidinediacetaat 1:5000, spoelvloeistof voor blaas- en katheterspoeling Chloorhexidinediacetaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

<GEADRESSEERDE> <ADRES> <POSTCODE WOONPLAATS> <Datum> Ref.: lvd/015086

<GEADRESSEERDE> <ADRES> <POSTCODE WOONPLAATS> <Datum> Ref.: lvd/015086 Ref.: lvd/015086 Onderwerp: Risico minimalisatie materialen betreffende Toujeo voor zorgverleners en voor patiënten die omgezet worden van of naar

Nadere informatie

Wat u zou moeten weten over Rixathon

Wat u zou moeten weten over Rixathon De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Rixathon. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Natriumchloride Noridem 0,9%, oplossing voor injectie en oplosmiddel voor parenteraal gebruik 9 mg/ml

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Natriumchloride Noridem 0,9%, oplossing voor injectie en oplosmiddel voor parenteraal gebruik 9 mg/ml BIJSLUITER BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Natriumchloride Noridem 0,9%, oplossing voor injectie en oplosmiddel voor parenteraal gebruik 9 mg/ml Natriumchloride Lees goed de hele bijsluiter voordat

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken

Samenvatting van de Productkenmerken Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Loratadine Sanias 10 mg, tabletten. loratadine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Loratadine Sanias 10 mg, tabletten. loratadine 1.3.1 Bijsluiter Rev.nr. 1901 Pag. 1 van 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Loratadine Sanias 10 mg, tabletten loratadine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want

Nadere informatie

Risicominimalisatiemateriaal betreffende avelumab voor voorschrijvers, ziekenhuisapothekers

Risicominimalisatiemateriaal betreffende avelumab voor voorschrijvers, ziekenhuisapothekers Avelumab 20 mg/ml concentraat voor oplossing voor infusie Risicominimalisatiemateriaal betreffende avelumab voor voorschrijvers, ziekenhuisapothekers en verpleegkundigen Versie 1.6, juli 2017 Introductie

Nadere informatie

MEER INFORMATIE OVER UW NIEUWE ADRENALINE AUTO-INJECTOR

MEER INFORMATIE OVER UW NIEUWE ADRENALINE AUTO-INJECTOR INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Adrenaline 150, 300, 500 µg MEER INFORMATIE OVER UW NIEUWE ADRENALINE AUTO-INJECTOR VOOR DE NOODBEHANDELING VAN ANAFYLAXIE DE RISICO MINIMALISATIE MATERIALEN VOOR EMERADE (ADRENALINE),

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NaCl 0,9% B. Braun, oplossing voor infusie Natriumchloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NaCl 0,9% B. Braun, oplossing voor infusie Natriumchloride BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER NaCl 0,9% B. Braun, oplossing voor infusie Natriumchloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006

Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006 Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006 Belangrijke risico-informatie: Verhoogd risico op falen van de behandeling en verhoogd risico op transmissie van de hiv-infectie van moeder op kind door lage

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 100 harde capsules. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere capsule bevat 100 mg zuiver droog extract van de bovengrondse delen van Passiflora incarnata

Nadere informatie

voorschrijven aan patiënten

voorschrijven aan patiënten BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE 1 Ten gevolge van het werkingsmechanisme verhoogt het gebruik van SOLIRIS de vatbaarheid van de patiënt voor meningokokkeninfecties (Neisseria meningitidis). Derhalve

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Granisetron-hameln 1 mg/ml, concentraat voor oplossing voor injectie of infusie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Granisetron-hameln 1 mg/ml, concentraat voor oplossing voor injectie of infusie BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Granisetron-hameln 1 mg/ml, concentraat voor oplossing voor injectie of infusie Werkzame bestanddeel: Granisetronhydrochloride Lees goed de hele bijsluiter

Nadere informatie

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u. BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKER Chromium [ 51 Cr] EDTA oplossing voor injectie 3,7 MBq/ml Chroom [ 51 Cr] edetaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er

Nadere informatie

Package Leaflet

Package Leaflet 1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Etos Hooikoortstabletten Loratadine 10 mg, tabletten loratadine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken,

Nadere informatie

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u. BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS BRIDATEC 40 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat mebrofenine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. DIPEPTIVEN concentraat voor oplossing voor infusie N(2)-L-alanyl-L-glutamine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. DIPEPTIVEN concentraat voor oplossing voor infusie N(2)-L-alanyl-L-glutamine BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER DIPEPTIVEN concentraat voor oplossing voor infusie N(2)-L-alanyl-L-glutamine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. OSTEOCIS 3 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat natriumoxidronaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. OSTEOCIS 3 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat natriumoxidronaat BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT OSTEOCIS 3 mg kit voor radiofarmaceutisch preparaat natriumoxidronaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN?

2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Nefrocarnit 1000 mg/5 ml injectievloeistof 1000 mg/5 ml injectievloeistof Werkzame stof: 200 mg/ml levocarnitine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

Risicominimalisatiemateriaal voor patiënten die worden behandeld met rituximab

Risicominimalisatiemateriaal voor patiënten die worden behandeld met rituximab Risicominimalisatiemateriaal voor patiënten die worden behandeld met rituximab Dit materiaal beschrijft aanbevelingen om belangrijke risico s van het geneesmiddel te beperken of te voorkomen en zijn beoordeeld

Nadere informatie