VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman"

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 300 type GW2 Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC /2007 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiëleschadeenschade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. & Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door bevoegde installateurs worden uitgevoerd. & Elektrische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. & De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Let bij de werkzaamheden op & de wettelijke voorschriften inzake ongevalspreventie, & de wettelijke voorschriften inzake de milieubescherming, & de bepalingen inzake de ongevallenverzekering, Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. & Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. & Gasafsluitkraan sluiten. & Ramenendeurenopenzetten. & Personen verwijderen uit de gevarenzone. & Gas- en elektriciteitsbedrijf buiten het gebouw waarschuwen. Wat te doen bij een rookgaslucht Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. & Installatie spanningsvrij schakelen. & Openramenendeuren (buiten). & Deuren van woonverblijven sluiten. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften (vervolg) Werkzaamheden aan de installatie & Installatie spanningsvrij schakelen. & Installatie beveiligen tegen opnieuw inschakelen. & Bij gas als brandstof de gastoevoer afsluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. Herstelwerkzaamheden! Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werkingvandeinstallatiein gevaar. Defecte onderdelen moeten door orginele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Accessoires, en reserve-onderdelen! Opgelet Reserve-onderdelen en slijtende onderdelen die niet samen met de verwarmingsinstallatie werden gekeurd, kunnendewerkingvande installatie nadelig beïnvloeden. Het monteren van niet-toegelaten onderdelen en het uitvoeren van niet-goedgekeurde wijzigingen en montages kunnen de veiligheid in gevaar brengen en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele reserve-onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde reserve-onderdelen gebruiken. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagehandleiding Installatie-uitvoering Installatie-uitvoering Installatie-uitvoering Installatie-uitvoering Uitbreiding van de installatie Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen Kabels invoeren en voorzien van trekbelemmering Ketelcodeerstekker aansluiten Veiligheidstemperatuurbegrenzer omschakelen (indien nodig) Temperatuurregelaar omschakelen (indien nodig) Sensoren aansluiten Pompen aansluiten Stelorganen aansluiten Externe aansluitingen op stekker abö Externe aansluitingen op stekker avd Externe aansluitingen op stekker avh Groepsalarmmelding op stekker gö aansluiten Wisselstroombrander aansluiten Draaistroombrander aansluiten Netaansluiting Voorste gedeelte regeling aanbrengen Regeling openen Servicehandleiding Inbedrijfstellen Indicaties en bedieningselementen Toekenning verwarmingscircuit controleren Taalkeuze Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren Codeeradressen aan de installatie-uitvoering aanpassen Uitgangen (actoren) en sensoren controleren Stooklijnen instellen Regeling in LON integreren Servicecontrole Overzicht serviceniveaus Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte info's Bedrijfstoestanden Indicatie Onderhoud

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Storingen oplossen Storingen met storingsindicatie aan de bedieningseenheid Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling Verwarmingscircuitregeling Boilertemperatuurregeling Coderingen Coderingen terugzetten in de leveringsomvang Codering 1 oproepen Overzicht Codering Schema's Aansluiting en bedradingsschema Onderdelen Onderdelen uit de onderdelenlijst Draadloze tijdmodule, bestelnr Rookgastemperatuursensor, bestelnr Uitbreidingsset voor mengklepcircuit, bestelnr Mengklepmotor, bestelnr Mengklepmotor, bestelnr Installatievoorbeelden Temperatuurbewaker voor begrenzing maximumtemperatuur Afstandsbediening Ruimtetemperatuursensor, bestelnr Ketelcodeerstekker Functie-uitbreiding 0 tot 10 V, bestelnr Stekkeradapter ext. veiligheidsinrichtingen, bestelnr Bijluchtinrichting Vitoair, bestelnr , Motorisch gestuurde rookgasklep Onderdelenlijsten Technische gegevens Index

6 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 Installatie met 1 ketel en Therm-Control Vitoplex 200, type SX2, tot 560 kw Vitoplex 300, typetx3 Vitorond 200, type VD2A, tot 270 KW Functiebeschrijving zie pagina 73. A Verwarmingsketel met Vitotronic 300 Stekkers! Buitentemperatuursensor? M2/M3 Aanvoertemperatuursensor Keteltemperatuursensor % Boilertemperatuursensor aja Temperatuursensor Therm-Control sö M2/M3 CV-pomp 6 B Warmwaterboiler C Mengklepcircuit sa Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming sk Tapwatercirculatiepomp fö Netaansluiting, 230 V/ 50 Hz fa Brander 1e trap gs M2/M3 mengklepmotor lö Brander 2e trap/mod.

7 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 Installatie met 1 ketel en bijmengpomp voor de retourtemperatuurverhoging Vitogas 200-F Vitoplex 100, type SX1 Vitoplex 200, type SX2 Vitoplex 300, typetx3 Vitorond 200, type VD2 Functiebeschrijving zie pagina 74. Montage A Verwarmingsketel met Vitotronic 300 B Warmwaterboiler C Mengklepcircuit Stekkers! Buitentemperatuursensor? M2/M3 Aanvoertemperatuursensor Keteltemperatuursensor % Boilertemperatuursensor aja Temperatuursensor T1* 1 ajb Temperatuursensor T2 sö M2/M3 CV-pomp sa Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming sk Tapwatercirculatiepomp sl Bijmengpomp (bij Vitorond altijd in bedrijf als de brander wordt ingeschakeld) *1 Bij de Vitoplex kan gebruik worden gemaakt van de geleverde dompelsensor. De dompelhuls in de verwarmingsketel demonteren. Opening met een stop afsluiten. 7

8 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) fö Netaansluiting, 230 V/ 50 Hz fa Brander 1e trap gs M2/M3 mengklepmotor lö Brander 2e trap/mod. Installatie-uitvoering 3 Installatie met 1 ketel, bijmengpomp en 3-weg-mengklep voor de retourtemperatuurregeling Vitogas 200-F Vitoplex 100, type SX1 Vitoplex 200, type SX2 Vitoplex 300, typetx3 Vitorond 200, type VD2 Functiebeschrijving zie pagina 75. A Verwarmingsketel met Vitotronic B Warmwaterboiler C Mengklepcircuit

9 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) Stekkers! Buitentemperatuursensor? M2/M3 Aanvoertemperatuursensor Keteltemperatuursensor % Boilertemperatuursensor aja Temperatuursensor T1* 1 ajb Temperatuursensor T2 sö M2/M3 CV-pomp sa Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming sk Tapwatercirculatiepomp sl Bijmengpomp fö Netaansluiting, 230 V/ 50 Hz fa Brander 1e trap gs A1 Mengklepmotor retourtemperatuurregeling gs M2/M3 mengklepmotor lö Brander 2e trap/mod. Vereiste codering 0C:1 Constante retourtemperatuurregeling Montage *1 Bij de Vitoplex kan gebruik worden gemaakt van de geleverde dompelsensor. De dompelhuls in de verwarmingsketel demonteren. Opening met een stop afsluiten. 9

10 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 Installatie met één ketel Vitocrossal 300 eventueel met een lagetemperatuur-verwarmingscircuit Opmerking De verwarmingscircuits met hogere retourtemperatuur worden aan de bovenste retouraansluiting aangesloten, die met de lagere temperaturen aan de onderste retouraansluiting. Bij installaties zonder lagetemperatuur-verwarmingscircuit altijd de onderste retouraansluiting gebruiken. Er moet min. 15 % van het nom. vermogen op de onderste retouraansluiting worden aangesloten. A Verwarmingsketel met Vitotronic 300 B Warmwaterboiler C Mengklepcircuit 10 D Laagtemperatuur-verwarmingscircuit of E Vloerverwarmingcircuit F Temperatuurbewaker (begrenzing maximumtemperatuur)

11 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) G Secundaire pomp (bedrading zie pagina 24) H Primaire pomp (bedrading zie pagina 24) Stekkers! Buitentemperatuursensor? M2/M3 Aanvoertemperatuursensor Keteltemperatuursensor % Boilertemperatuursensor sö A1 Verwarmingscircuit zonder mengklep sö M2/M3 CV-pomp sa Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming sk Tapwatercirculatiepomp fö Netaansluiting, 230 V/ 50 Hz fa Brander 1e trap gs M2/M3 mengklepmotor lö Brander 2e trap/mod. Montage Vereiste codering 0d:0 Zonder Therm-Control Uitbreiding van de installatie Tapwaterverwarming met boilerlaadsysteem In installaties met tijdelijk grote warmwaterbehoefte en groot boilervolume met in tijd verschoven aftaptijden. 11

12 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) A Verwarmingsketel met Vitotronic 300 Stekkers % Klemmen1en2: boilertemperatuursensor 1 (boven) Klemmen2en3: boilertemperatuursensor 2 (beneden) ajb Temperatuursensor HydroTap B Vitocell 100-L C HydroTap sö A1 primaire pomp sa Secundaire pomp sk Tapwatercirculatiepomp gs A1 Motor voor 3-weg-mengklep Vereiste codering 4C:1 AansluitingprimairepompopstekkersÖ A1 4E:1 Aansluiting motor voor 3-weg-mengklep op stekker gs A1 55:3 Boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem 12

13 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) In combinatie met installatie-uitvoering 2 Sensoringang ajb wordt voor de regelingvandehydrotapgebruikt. De bijmengpomp moet daarom door een aparte temperatuurregelaar worden geschakeld. Vereiste codering: 4d:2. E Aansluitdoos (installateur) F Bijmengpomp G Temperatuurregelaar, bestelnr. Z Montage In combinatie met installatie-uitvoering 3 Voor de regeling van de HydroTap moet een aparte Vitotronic 200-H worden gebruikt. De ketelcircuitregeling werkt op de permanente retourtemperatuurregeling (zie codeeradres 4E ). 13

14 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) Installatie met rookgas-/water-warmtewisselaar A Verwarmingsketel met Vitotronic 300 B Vitotrans 300 C Circulatiepomp voor Vitotrans 300 Circulatiepomp voor Vitotrans 300 De circulatiepomp wordt parallel met de brander ingeschakeld. Vereiste codering: 4C:3 voor aansluiting van de circulatiepomp op stekker sö A1. C circulatiepomp D Hulprelais, bestelnr (alleen bij stroomopname meer dan2a) Opmerking Installatie-uitvoeringen waarvan de uitgang sö A1 al als schakelcontact of aansluiting CV-pomp is gepland, moeten door de installateur worden gerealiseerd. 14

15 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen Opmerking Bij aansluiting van de stekkers avd, avh, sa, sk,? M2/M3 en sö M2/M3 de afzonderlijke aders van de kabels dicht bij de klemmen bundelen. Zo wordt ervoor gezorgd dat in geval van een fout bv. bij het loskomen van een draad, een verschuiving van de draden naar het aangrenzende spanningsbereik wordt verhinderd. Montage Printplaat mengklepuitbreiding? M2/M3 Aanvoertemperatuursensor sö M2/M3 CV-pomp gs M2/M3 mengklepmotor Basisprintplaat laagspanning! Buitentemperatuursensor Keteltemperatuursensor % Boilertemperatuursensor/2e boilertemperatuursensor bij boilerlaadsysteem (accessoires) ag Rookgastemperatuursensor (accessoires) 15

16 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) aja Temperatuursensor Therm- Control of Retourtemperatuursensor T1 (accessoires) ajb Retourtemperatuursensor T2 (accessoires) of Temperatuursensor boilerlaadsysteem (accessoires) avd Externe bijschakeling avg KM-bus-deelnemer (accessoires) avh Externe bijschakeling Basisprintplaat 230 V~ sö A1 CV-pomp of primaire pomp boilerlaadsysteem of circulatiepomp rookgas-/ water-warmtewisselaar of schakeluitgang sa Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming (accessoires) sk Tapwatercirculatiepomp (installateur) sl Bijmengpomp resp. ketelcircuitpomp (installateur) fö Aansluiting op het net fa Brander 1e trap gö Verzamelstoringsmelding gs A1 Mengklepmotor retourtemperatuurregeling of Motor voor 3-weg-mengklep boilerlaadsysteem lö Brander 2e trap/mod. abö Externe aansluitingen, bijv. extra veiligheidsinrichtingen aba Veiligheidscircuit spanningsloos abh Netaansluiting voor accessoires & Bij de aansluiting van externe schakelcontacten resp. componenten op de veiligheidslaagspanning van de regeling moet aan de eisen van beschermklasse II, d.w.z. 8,0 mm lucht- en lekwegen resp. 2,0 mm isolatiedikte tot actieve delen worden voldaan. & Bij alle componenten van de installateur (hiertoe behoren ook PC/laptop) moet voor een veilige elektrische scheiding volgens EN resp. IEC 65 worden gezorgd. Kabels invoeren en voorzien van trekbelemmering Regelingopdeverwarmingsketel gemonteerd & Kabels van onderen door de ketelfrontplaat in de aansluitruimte van de regeling brengen. Regeling zijdelings aan de verwarmingsketel gemonteerd & Kabels van onderen uit het kabelkanaal naar de regeling brengen. 16

17 Montageverloop Kabels invoeren en voorzien van... (vervolg) A Kabels met aangespoten trekbelemmering B Kabels van installateur, kabels max. 100 mm isoleren C Stekkeraansluitplaat D Nok voor stekkeraansluitplaat Montage 17

18 Montageverloop Ketelcodeerstekker aansluiten Uitlsuitend de ketelcodeerstekker gebruiken die tot de leveringsomvang van de verwarmingsketel behoort (zie tabel). Verwarmingsketel Ketelcodeerstekker Best.nr. Vitocrossal 200, type CM Vitocrossal 300, type CM Vitocrossal 300, type CR Vitocrossal 300, type CT Vitogas 200-F Vitoplex 100, type SX Vitoplex 200, type SX Vitoplex 300, typetx Vitorond 200, type VD Vitorond 200, type VD2A Ketelcodeerstekker door uitsparing in de afdekking op steekplaats X7 aansluiten. 18

19 De veiligheidstemperatuurbegrenzer is bij levering op 110 C ingesteld. Montageverloop Veiligheidstemperatuurbegrenzer omschakelen (indien nodig) Instelwaarden Lagetemperatuur-verwarmingsketel Vitocrossal 300 veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 C 100 C 110 C 100 C Temperatuurregelaar (zie pagina 20) 100 C 87 C 100 C 87 C Elektronische begrenzing van de maximum ketelwatertemperatuur, codeeradres 06 (zie pagina 99) 95 C 85 C 95 C 85 C Omschakeling op 100 C Montage 19

20 Montageverloop Temperatuurregelaar omschakelen (indien nodig) De temperatuurregelaar is bij levering op 95 C ingesteld. Omschakeling op 100 C! Opgelet Te hoge tapwatertemperaturen kunnen de warmwaterboiler beschadigen. Bij toepassing van een warmwaterboiler mag de max. toegestane watertemperatuur niet worden overschreden. Evt. een geschikte veiligheidsinrichting aanbrengen. A 75 tot 100 C 1. Draaiknop R eruit nemen. 20

21 Temperatuurregelaar omschakelen (indien nodig) (vervolg) Montageverloop 2. Met een punttang de in de afbeelding aangegeven nok A uit de aanslagplaat breken. 3. Draaiknop R zo monteren dat de markeringzichinhetmiddenvan het gekozen gebied bevindt. Draaiknop R naar rechts tot de aanslag draaien. Sensoren aansluiten A Buitentemperatuursensor B Retourtemperatuursensor T2 of Temperatuursensor boilerlaadsysteem (accessoires) C Temperatuursensor Therm-Control of Retourtemperatuursensor T1 (accessoires) D Boilertemperatuursensor E 2. Boilertemperatuursensor in combinatie met boilerlaadsysteem (accessoires) F Keteltemperatuursensor G Rookgastemperatuursensor (accessoires) Montage 21

22 Montageverloop Sensoren aansluiten (vervolg) Montageplaats voor buitentemperatuursensor & Noordelijke of noordwestelijke muur, 2 tot 2,5 m boven de grond, bij gebouwen met meerdere etages op de bovenste helft van de 2e etage & Niet boven ramen, deuren en luchtafvoeren & Niet direct onder een balkon of dakgoot & Niet bepleisteren Aansluiting buitentemperatuursensor 2-aderige kabel, kabellengte max. 35 m bij een kabeldiameter van 1,5 mm 2 Pompen aansluiten Beschikbare pompaansluitingen sö A1 CV-pomp of primaire pomp boilerlaadsysteem of circulatiepomp rookgas-/ water-warmtewisselaar sa Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming sk sl Tapwatercirculatiepomp Bijmengpomp resp. ketelcircuitpomp 22

23 Montageverloop Pompen aansluiten (vervolg) Pompen 230 V~ Nom. stroom 4(2) A~ Geadviseerde aansluitkabel H05VV-F3G 0,75 mm 2 of H05RN-F3G 0,75 mm 2 A Pomp B Naar de regeling Pompen met stroomopname meer dan 2 A A Pomp B Naar de regeling C Relais D Aparte netaansluiting (fabrikantgegevens respecteren) Montage 23

24 Montageverloop Pompen aansluiten (vervolg) Pompen 400 V~ Voor de aansturing van het relais Nom. stroom 4(2) A~ Geadviseerde aansluitkabel H05VV-F3G 0,75 mm 2 of H05RN-F3G 0,75 mm 2 A Relais B Pomp Pompen in het vloerverwarmingscircuit (installatie-uitvoering 4) De gemeenschappelijke stroomopname van beide pompen mag max. 2Abedragen. sö Verwarmingscircuitregeling F Temperatuurbewaker G Secundaire pomp (na systeemscheiding) H primaire pomp 24

25 Montageverloop Stelorganen aansluiten Beschikbare aansluitingen gs A1 Mengklepmotor voor retourtemperatuurregeling of Motor voor 3-weg-mengklep boilerlaadsysteem Nom. spanning 230 V~ Nom. stroomsterkte max. 0,2 (0,1) A~ Aanbevolen aansluitkabel H05VV-F4G 0,75 mm 2 of H05RN-F4G 0,75 mm 2 Looptijd 5 tot 199 s, instelbaar via codeeradres 40 Montage Open ~ Dicht Externe aansluitingen op stekker abö! Opgelet Contacten die niet spanningsloos zijn leiden tot fase- of kortsluiting. De externe aansluitingen moeten spanningsloos zijn. Ook als geen aansluiting wordt gemaakt,moet stekker abö gestoken blijven. Voor de aansluiting van meerdere veiligheidsinrichtingen kan de stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen (zie pagina 151) worden gebruikt. 25

26 Montageverloop Externe aansluitingen op stekker... (vervolg) Externe veiligheidsinrichtingen A Brug STB STB B Laagwaterstandbeveiliging, minimaalpressostaat C Maximaalpressostaat D Overige veiligheidsinrichtingen 1. Brug STB STB verwijderen. 2. Externe veiligheidsinrichtingen op stekker abö in serie aansluiten. 26

27 Montageverloop Externe aansluitingen op stekker... (vervolg) Extern blokkeren van de brander 1. Brug TR EIN/TR verwijderen. A Brug TR EIN/TR B extern afsluiten (spanningsloos contact) 2. Spanningsloos contact aansluiten. Bij geopend contact vindt regeluitschakeling plaats.! Opgelet De aansluiting van externe regelingen kan tot schade aan de verwarmingsketel leiden. Op de klemmen alleen apparaten voor veiligheidsuitschakelingen, bijv. een temperatuurbewaker aansluiten. Tijdens de uitschakeling kent de verwarmingsketel geen vorstbescherming. Deverwarmingsketel wordt niet op de laagste ketelwatertemperatuur gehouden. Montage Provisorische werking (1e brandertrap) Brug TR EIN/TR op TR EIN zetten. De verwarmingsketel wordt in de 1e brandertrap opgewarmd. De uitschakeling vindt plaats via de temperatuurregelaar. 27

28 Montageverloop Externe aansluitingen op stekker avd A Externe werkingsprogrammaomschakeling/extern Mengklep open (spanningsloos contact) B Extern blokkeren/extern Mengklep dicht (spanningsloos contact) Externe werkingsprogramma-omschakeling/extern Mengklep open Via codeeradres 9A kandefunctie Mengklep open (zie pagina 110) en via codeeradres 91 de werkingsprogramma-omschakeling (zie pagina 108) aan de verwarmingscircuits worden toegekend. Gekozen werkingsprogramma (contact geopend) 9 Ruimteverwarming uit/warm water uit of w of rw Ruimteverwarming uit/warm water aan Ruimteverwarming aan/warm water aan Codering d5:0 (bij levering) Omgeschakeld werkingsprogramma (contact gesloten) Permanente werking met verlaagde ruimtetemperatuur/ warm water uit d5:1 Permanente werking met normale ruimtetemperatuur, warm water volgens codeeradres 64 28

29 Montageverloop Externe aansluitingen op stekker... (vervolg) Extern blokkeren/extern Mengklep dicht Sluiten van het spanningsloze contact veroorzaakt regeluitschakeling van de brander resp. dichtlopen van de mengklep. De bijmengpomp wordt uitgeschakeld. Via codeeradres 99 (zie pagina 109) kan worden ingesteld waarop de ingang avd moet werken.! Opgelet Tijdens de regeluitschakeling kent de verwarmingsinstallatie geen vorstbescherming. De verwarmingsketel wordt niet op de laagste ketelwatertemperatuur gehouden. Externe aansluitingen op stekker avh Montage A Extern omschakelen getrapte/ modulerende brander (spanningsloos contact) B Externe vraag (spanningsloos contact) Extern omschakelen getrapte/modulerende brander Codering 02:2 instellen. Contact open: modulerende werking Contact gesloten: tweetraps werking 29

30 Montageverloop Externe aansluitingen op stekker... (vervolg) Opmerking Bij opvraging van de branderuitvoering verschijnt ook na externe omschakeling het adres voor modulerend (wordt niet overschreven). Externe vraag Door sluiten van het spanningsloze contact wordt de brander lastafhankelijk ingeschakeld. Het ketelwater wordt tot de gewenste ketelwatertemperatuur verwarmd, instelbaar via codeeradres 9b (zie pagina 110). De begrenzing van de ketelwatertemperatuur vindt plaats via de ingestelde gewenste waarde en de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur. Groepsalarmmelding op stekker gö aansluiten Nom. spanning 230 V~ Nom. stroom max. 4 (2) A~ Geadviseerde aansluitkabel H05VV-F3G 0,75 mm 2 of H05RN-F3G 0,75 mm 2 Wisselstroombrander aansluiten Ventilatorbrander op olie of gas De branderleidingen behoren tot de leveringsomvang van de verwarmingsketel. Branderaansluiting volgens voorschriften uitvoeren. 30 Max. stroomopname 6 (3) A.

31 Montageverloop Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) Klembenamingen L1 Fase via veiligheidstemperatuurbegrenzer op de brander PE Aardkabel naar de brander N Nulleider naar de brander T1, T2 Regelkring S3 Aansluiting branderstoring B4 Aansluiting bedrijfsurenteller ~ Signaalrichting: regeling brander Signaalrichting: brander regeling Toestelbenamingen STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de regeling TR Temperatuurregelaar van de regeling H1 Storingssignaal brander BZ Bedrijfsurenteller Montage A Naar de regeling B Naar de brander Brander zonder stekker Contrastekker van Viessmann of van branderfabrikant monteren; branderkabel aansluiten. 31

32 Montageverloop Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) Klembenamingen T6, T8 Regelkring 2e brandertrap Aan resp. modulatieregelaar Open T6, T7 Regelkring 2e brandertrap Uit resp. modulatieregelaar Dicht ~ Signaalrichting: regeling brander Signaalrichting: brander regeling A Naar de regeling B Naar de brander Kleurenlegende volgens DIN IEC BK zwart BN bruin BU blauw Brander zonder ventilator De branderleidingen behoren tot de leveringsomvang van de verwarmingsketel. Max. stroomopname 6 (3) A. 32

33 Montageverloop Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) Klembenamingen L1 Fase via veiligheidstemperatuurbegrenzer op de brander PE Aardkabel naar de brander N Nulleider naar de brander T1, T2 Regelkring S3 Aansluiting branderstoring B4 Aansluiting bedrijfsurenteller Kleurenlegende volgens DIN IEC BK zwart BN bruin BU blauw GY grijs Montage BK B4 BN T2 BU N GY S3 A Naar de regeling B Naar de brander 33

34 Montageverloop Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) Klembenamingen T6, T8 Regelkring 2e brandertrap Aan T6, T7 Regelkring 2e brandertrap Uit ~ Signaalrichting: regeling brander Signaalrichting: brander regeling Kleurenlegende volgens DIN IEC BK zwart BN bruin BU blauw A Naar de regeling B Naar de brander Draaistroombrander aansluiten Veiligheidscircuit spanningsloos Opmerking Eventueel moet op de brander een aanwezige brug van een fasegeleider naar de stuurspanning worden verwijderd. Beslist de gegevens van de branderfabrikant respecteren! 34

35 Montageverloop Draaistroombrander aansluiten (vervolg) A regeling (legenda zie pagina 125) B Hoofdrelais (installateur) C Draaistroombrander D Draaistroom-spanningsvoeding brander E Aansturing hoofdrelais F Veiligheidscircuit (STB), spanningsloos G Regelkring trap 1/basisbelasting H Storingsmelding brander K Bedrijfsurenteller trap 1 L Basisbelasting/vollast fö Netaansluiting van de regeling fa Brander, 1e trap lö Brander, 2e trap abö Stekker voor externe aansluitingen a Externe veiligheidsinrichtingen, bij aansluiting brug verwijderen aba Veiligheidscircuit, spanningsloos, Bij aansluiting brug verwijderen Montage 35

36 Montageverloop Draaistroombrander aansluiten (vervolg) Veiligheidscircuit niet spanningsloos Opmerking Eventueel moet op de brander een aanwezige brug van een fasegeleider naar de stuurspanning worden verwijderd. Beslist de gegevens van de branderfabrikant respecteren! A B C D E F regeling (legenda zie pagina 125) Hoofdrelais (installateur) Draaistroombrander Draaistroom-spanningsvoeding brander Aansturing hoofdrelais Regelkring trap 1/basisbelasting G Storingsmelding brander H Bedrijfsurenteller trap 1 K Basisbelasting/vollast fö Netaansluiting van de regeling fa Brander, 1e trap lö Brander, 2e trap 36

37 Montageverloop Draaistroombrander aansluiten (vervolg) abö Stekker voor externe aansluitingen a Externe veiligheidsinrichtingen, bij aansluiting brug verwijderen aba Veiligheidscircuit (STB) Netaansluiting Richtlijnen Voorschriften Montage De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten plaatsvinden conform de NEN-voorschriften! De voedingskabel naar de regeling moet volgens de voorschriften gezekerd zijn. Eisen aan de hoofdschakelaar (indien nodig) De hoofdschakelaar moet buiten de installatieruimte worden aangebracht en tegelijk alle ongeaarde kabels met min. 3 mm contactopening scheiden. Geadviseerde netaansluitkabel 3-aderige kabel naar keuze: & H05VV-F3G 1,5 mm 2 & H05RN-F3G 1,5 mm 2 37

38 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) 1. Controleren of de voedingskabel naar de regeling volgens de voorschriften is gezekerd. 2. Netaansluitkabel in het aansluitkastje en op stekker fö vastklemmen (installateur). Gevaar Verkeerde aansluiting kan tot ernstig letsel en materiële schade aan het apparaat leiden. Aders L1 en N niet verwisselen: L1 bruin M blauw PE groen/geel 3. Stekker fö op de regeling aansluiten. A Netspanning 230 V~ B Zekering C Hoofdschakelaar, 2-polig (installateur) D Aansluitkastje (installateur) Kleurenlegende volgens DIN IEC BN bruin BU blauw GNYE groen/geel 38

39 Montageverloop Voorste gedeelte regeling aanbrengen Montage 39

40 Montageverloop Regeling openen 40

41 Inbedrijfstellen Indicaties en bedieningselementen A Keuzetoetsen verwarmingsketel B Bedieningsveld: A Tijdprogramma ruimteverwarming B Tijdprogramma warmwaterbereiding C Tijdprogramma circulatiepomp H vakantieprogramma F Warmwatertemperatuur E Verlaagde kamertemperatuur I Steilheid stooklijn J Niveau stookkarakteristiek D Tijd/datum K Afschakelwerking L alleen warm water G verwarmenenwarmwater N Spaarwerking M Partywerking b/a instelling van waarden d bevestiging c informatie e basisinstelling (reset) C Draaiknop ts voor Normale ruimtetempertauur D Temperatuurregelaar E Deblokkering te hoge temperatuur F Netschakelaar G Zekeringen H TÜV-toets K Geopende klep L Werkingsindicatie (groen) M Storingsindicatie (rood) N Service-testschakelaar Service 41

42 Inbedrijfstellen Toekenning verwarmingscircuit controleren & Controleren of voor de toekenning van het verwarmingscircuit de stickers op de betreffende velden van de bedieningseenheid zijn geplakt. & Voor elke instelling moet eerst het verwarmingscircuit worden gekozen. Taalkeuze De volgende toetsen indrukken: 1. c indrukken. 2. b voor de gewenste taal. 3. d ter bevestiging. Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren De min. circulatiehoeveelheid moet 10 % van de circulatiehoeveelheid bij nom. belasting bedragen. De warmte-onttrekking zover mogelijk verlagen. 1. TÜV -toets zolang ingedrukt houden (stand h ) tot de brander uitschakelt: De temperatuurregelaar R wordt overbrugd. Als de ketelwatertemperatuur de beveiligingstemperatuur bereikt, schakelt de veiligheidstemperatuurbegrenzer de brander uit. 2. TÜV -toets loslaten. 3. Wachten tot de ketelwatertemperatuur ca. 15 tot 20 K onder de ingestelde beveiligingstemperatuur is gedaald. 4. Veiligheidstemperatuurbegrenzer door indrukken van de toets E ontgrendelen. Codeeradressen aan de installatie-uitvoering aanpassen Alle adressen van codering 1 controleren en evt. instellen. Van codering 2 de volgende codeeradressen controleren en instellen: 0C retourtemperatuurregeling 0d Therm-Control 42 4C functie stekker sö 4d functie stekker sl 4E functie stekker gs

43 Codeeradressen aan de installatie-uitvoering... (vervolg) Opmerking Overige instelmogelijkheden zijn in codering 1 en 2 aangegeven. Inbedrijfstellen Regeling op tweetraps brander aanpassen 1. Brander in bedrijf stellen. 2. Installateur-testschakelaar op h zetten. 3. Max. brandercapaciteit door brandstofverbruik bepalen. Waarde noteren. 4. Installateur-testschakelaar op a zetten. 5. K en d ca. 2 s gelijktijdig indrukken. De relaistest is geactiveerd. 6. Met a functie Brander 1e trap Aan activeren. 7. Max. brandercapaciteit (basiscapaciteit) door brandstofverbruik bepalen. Waarde noteren. 8. d indrukken. De relaistest is beëindigd. 9. Bepaalde waarde in codering 2 instellen (zie volgende tabel). Adres Instelling 08 Eenheden en tientallen van het bepaalde maximumvermogen; bijv. max. vermogen: 225 kw hier instellen: 25 Opmerking Waarden tot en met 199 kw kunnen direct worden ingevoerd. 09 Honderdtallen van het bepaalde maximumvermogen; bijv. max. vermogen: 225 kw hier instellen: 2 0A Verhouding van basisvermogen en max. vermogen in procenten; bijv. basisvermogen: 135 kw max. vermogen: 225 kw (135 kw : 225 kw) 100 % = 60 % Service 43

44 Inbedrijfstellen Codeeradressen aan de installatie-uitvoering... (vervolg) Regeling op modulerende brander aanpassen Opmerking De brander moet ingeregeld zijn. Om een groot modulatiegebied te bereiken het minimale vermogen zo laag mogelijk instellen (schoorsteen resp. rookgasinstallatie in acht nemen). 1. Brander in bedrijf stellen. 2. Installateur-testschakelaar op h zetten. 3. Wachten tot de stelaandrijving van de brander op max. vermogen staat. 4. Max. brandervermogen door brandstofverbruik bepalen. Waarde noteren. 5. K en d ca. 2 s gelijktijdig indrukken. De relaistest is geactiveerd. 6. Met a functie Brander mod. dicht activeren en installateurtestschakelaar op a zetten. De tijd meten tot de stelaandrijving op minimaal vermogen staat. Waarde noteren. 7. Minimale brandervermogen (basisvermogen) door brandstofverbruik bepalen. Waarde noteren. 8. Met b functie Brander mod. open activeren. Na ⅓ vandein punt 6 gemeten tijd met a functie Brander mod. ntr. activeren (stelaandrijving stoppen). 9. Deellastvermogen door brandstofverbruik bepalen. Waarde noteren. 10. d indrukken. De relaistest is beëindigd. 11. Bepaalde waarde in codering 2 instellen (zie volgende tabel). Adres Instelling 08 Eenheden en tientallen van het bepaalde maximumvermogen; bijv. max. vermogen: 225 kw hier instellen: 25 Opmerking Waarden tot en met 199 kw kunnen direct worden ingevoerd. 09 Honderdtallen van het bepaalde maximumvermogen; bijv. max. vermogen: 225 kw hier instellen: 2 15 Bepaalde looptijd in seconden 44

45 Codeeradressen aan de installatie-uitvoering... (vervolg) Inbedrijfstellen Adres Instelling 0A Verhouding van basisvermogen en max. vermogen in procenten; bijv. basisvermogen: 72 kw max. vermogen: 225 kw (72kW:225kW) 100%=32% 05 Verhouding van deellastvermogen en max. vermogen in procenten; bijv. deellastvermogen: 171 kw max. vermogen: 225 kw (171 kw : 225 kw) 100 % = 76 % Uitgangen (actoren) en sensoren controleren Relaistest uitvoeren De volgende toetsen indrukken: 1. K + d ca 2 s gelijktijdig. 3. d De relaistest is beëindigd. 2. a/b voor de gewenste relaisuitgang. De volgende relaisuitgangen kunnen afhankelijk van de installatie-uitvoering worden aangestuurd: Display Verklaring Brander 1. trap Aan Brander 1e + 2e trap Aan Afhankelijk van instelling codeeradres resp. 02 Brander mod. Dicht of Ntr. of Open Uitgang20Aan Uitgang29Aan Uitgang52OpenofNtr.ofDicht Boilerpomp Aan Circul.-pomp Aan Tapwatercirculatiepomp CV-pomp Aan CV-pomp voor verwarmingscircuit M2/ M3 Mengklep open of dicht Mengklep voor verwarmingscircuits M2/M3 Groepsalarm Aan Verzamelstoringsmelding Service 45

46 Inbedrijfstellen Uitgangen (actoren) en sensoren controleren (vervolg) Opmerking De verlichte verwarmingscircuit-keuzetoets geeft het verwarmingscircuit aan. Wijziging draairichting van de mengklepmotor zie pagina 141. Sensoren controleren De volgende toetsen indrukken: 1. c Opvragen bedrijfstoestanden is geactiveerd (zie pagina 56). 2. a/b Werkelijke temperaturen opvragen. 3. d opvragen is beëindigd. Stooklijnen instellen De stooklijnen tonen het verband tussen de buitentemperatuur en de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur. Eenvoudiger gezegd: hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de ketelwaterresp. aanvoertemperatuur. Van de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur is weer de ruimtetemperatuur afhankelijk. Instelling bij levering: & Steilheid = 1,4 & Niveau = 0 46

47 Inbedrijfstellen Stooklijnen instellen (vervolg) A Steilheid van de stooklijn bij vloerverwarmingen B Steilheid van de stooklijn bij lagetemperatuurverwarmingen (volgens energiebesparingsverordening) C Steilheid van de stooklijn bij verwarmingsinstallaties met ketelwatertemperaturen boven 75 C Gewenste ruimtetemperatuur instellen Voor elk verwarmingscircuit apart instelbaar. De stooklijn wordt langs de as van de gewenste ruimtetemperatuur verschoven. Deze leidt bij geactiveerde CVpomplogica tot een gewijzigd in- en uitschakelgedrag van de CV-pomp. Service 47

48 Inbedrijfstellen Stooklijnen instellen (vervolg) Normale ruimtetemperatuur Met draaiknop ts de Normale ruimtetemperatuur instellen. De waarde wordt na ca. 2 s automatisch overgenomen. Wijziging van de normale ruimtetemperatuurvan20naar26 C A Ketelwatertemperatuur resp. aanvoertemperatuur in C B Buitentemperatuur in C C Gewenste ruimtetemperatuur in C D CV-pomp uit E CV-pomp aan 48

49 Inbedrijfstellen Stooklijnen instellen (vervolg) Verlaagde ruimtetemperatuur De volgende toetsen indrukken: 1. E voor Verlaagde ruimtetemperatuur. 2. a/b voor de gewenste waarde. 3. d ter bevestiging. Wijziging van de verlaagde ruimtetemperatuur van 3 naar 14 C A Ketelwatertemperatuur resp. aanvoertemperatuur in C B Buitentemperatuur in C C Gewenste ruimtetemperatuur in C D CV-pomp uit E CV-pomp aan Steilheid en niveau veranderen Voor elk verwarmingscircuit apart instelbaar. Service 49

50 Inbedrijfstellen Stooklijnen instellen (vervolg) De volgende toetsen indrukken: 1. I voor Steilheid. Instelgebied: 0,2 tot 3,5. 2. J voor Niveau. Instelgebied: -13 tot +40 K. 3. a/b voor de gewenste waarde. 4. d ter bevestiging. A Steilheid wijzigen B Niveau wijzigen (verticale parallele verschuiving van de stooklijn) Regeling in LON integreren De communicatiemodule LON (toebehoren) moet aangesloten zijn (zie onderdelenlijst). Opmerking De gegevensoverdracht via het LONsysteem kan enige minuten duren. Installatie met één ketel Vitotronic 200-H en Vitocom 300 LON-deelnemersnummer en overige functies via codering 2 instellen. Zie volgende tabel. Opmerking Binnen het LON-systeem mag hetzelfde nummer niet tweemaal worden toegekend. Er mag slechts één Vitotronic als foutmanager worden gecodeerd. 50

51 Inbedrijfstellen Regeling in LON integreren (vervolg) Ketelcircuitregeling Vitotronic 200-H Vitotronic 200-H Vitocom Deelnemersnr. 1 Codering 77:1 Regeling is foutmanager Codering 79:1 Regeling zendt tijd Codering 7b:1 Regeling zendt buitentemperatuur Codering 97:2 instellen Viessmann installatienummer Codering 98:1 Foutbewaking LONdeelnemer Codering 9C:20 Deelnemersnr. 10 Codering 77:10 Regeling is niet foutmanager Codering 79:0 Regeling ontvangt tijd Codering 81:3 instellen Regeling ontvangt buitentemperatuur Codering 97:1 instellen Viessmann installatienummer Codering 98:1 Foutbewaking LON-deelnemers Codering 9C:20 Deelnemersnr. 11 Codering 77:11 " instellen Regeling is niet foutmanager Codering 79:0 Regeling ontvangt tijd Codering 81:3 instellen Regeling ontvangt buitentemperatuur Codering 97:1 instellen Viessmann installatienummer Codering 98:1 Foutbewaking LON-deelnemers Codering 9C:20 Deelnemersnr. 99 Toestel is foutmanager Toestel ontvangt tijd LON-deelnemerslijst bijwerken Voorwaarden: & Alle deelnemers moeten aangesloten zijn & De regeling moet als foutmanager zijn gecodeerd (codering 79:1 ) De volgende toetsen indrukken: 1. L + d ca 2 s gelijktijdig. Deelnemerscontrole is gestart. Service 2. e Deelnemerslijst is na ca. 2 min bijgewerkt. Deelnemerscontrole is beëindigd. 51

52 Inbedrijfstellen Regeling in LON integreren (vervolg) Deelnemerscontrole uitvoeren In combinatie met LON. Met de deelnemerscontrole wordt van een installatie de communicatie van de toestellen gecontroleerd die op de foutmanager zijn aangesloten. Voorwaarden: & De regeling moet als foutmanager zijn gecodeerd (codering 79:1 ) & In alle regelingen moet het LONdeelnemersnr. zijn gecodeerd (zie pagina 50) & LON-deelnemerslijst van de foutmanager moet actueel zijn (zie pagina 51). De volgende toetsen indrukken: 1. L + d ca 2 s gelijktijdig. Deelnemerscontrole is gestart. 2. a/b voor de gewenste deelnemer. 3. d Controle is geactiveerd. Check knippert tot de controle is beëindigd. Displayenalletoetsverlichtingen van de geselecteerde deelnemer knipperen gedurende ca. 60 s. 4. Check OK verschijnt bij communicatie tussen beide toestellen. Als er geen communicatie tussen beide toestellen is, verschijnt Check niet OK. LON-verbinding en coderingen controleren. 5. Voor de controle van meer deelnemers punt 2 en 3 herhalen. A Doorlopende nummering in de deelnemerslijst B Deelnemersnummer 6. L + d ca 1 s gelijktijdig. Deelnemerscontrole is beëindigd. 52

53 Servicecontrole Overzicht serviceniveaus Functie Toetsencombinatie Uitstappen Pagina Contrast van de d en a gelijktijdig display instellen indrukken; display wordt donkerder d en b gelijktijdig indrukken; display wordt lichter LON-deelenemerslijst bijwerken L en d ca. 2 s gelijktijdig indrukken e indrukken 51 Deelnemerscontrole (in combinatie met LON-systeem) Relaistest Temperaturen, ketelcodeerstekker, korte info's L en d ca. 2 s gelijktijdig indrukken K en d ca. 2 s gelijktijdig indrukken K en G ca. 2 s gelijktijdig indrukken L en d ca. 1 s gelijktijdig indrukken 52 d indrukken 45 d indrukken 54 Bedrijfstoestand c indrukken d indrukken 56 Onderhoudsinfo c indrukken als Onderhoud d indrukken 58 knippert Bevestigde storingsmelding d ca.2 s indrukken 58 op- roepen Storingzoeken c indrukken d indrukken 59 Geaccepteerde d ca. 2 s indrukken d indrukken 60 storingsmelding oproepen Foutenhistorie G en d ca. 2 s gelijktijdig d indrukken 60 indrukken Coderingen bij levering L en G ca. 2 s ge- 93 terugzetten lijktijdig indrukken, e indrukken, met d bevestigen Codering 1 K en L ca. 2 s gelijktijdig indrukken K en L ca. 1 s gelijktijdig indrukken 93 Codering 2 L en G ca. 2 s gelijktijdig indrukken, met d bevestigen L en G ca. 1 s gelijktijdig indrukken 97 Service 53

54 Servicecontrole Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte info's De volgende toetsen indrukken: 1. K + G ca 2 s gelijktijdig. 2. a/b voor gewenste opvraging. 3. d opvragen is beëindigd. Afhankelijk van installatie-uitrusting kunnen de volgende waarden worden opgevraagd: Display Verklaring Steilheid A1, M2, M3 Niveau A1, M2, M3 Buitentemp. gemiddeld Met e kan de gecorrigeerde buitentemperatuur worden teruggezet naar de huidige buitentemperatuur. Buitentemp. werk. P-gew. % ketel Ketelvermogen Vermogensred. % Keteltemp. gew. Keteltemp. werk. Sensor 17A werk. Sensor 17B werk. Rookgastemp. max. Rookgastemp. werk. Met e kan de max. rookgastemperatuur op de werkelijke waarde worden teruggezet. Als boilertemperatuursensor aangesloten is. Als 2 boilertemperatuursensoren aangesloten zijn. WW-temp. gew. WW-temp. werk. WW-temp. 1 werk. WW-temp. 2 werk. Aanvoertemp. gew. Aanvoertemp. werk. Ruimtetemp. gew. Ruimtetemp. werk. Als afstandsbediening aangesloten is. Ketelcodeerstekker Overzicht zie pagina 18 Korteinfo1 Ziepagina55 tot Korteinfo9 54

55 Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte... (vervolg) Servicecontrole Korte info Display 1 Installatieschema (zie codeeradres 00 ) 2 Softwareversie regeling Softwareversie bedieningseenheid Verwarmingscircuit A1 3 Werkwijze: 0: zonder afstandsbediening 1: met Vitotrol 200 2: met Vitotrol 300 Softwareversie afstandsbediening 0: niet aanwezig Brandertype 0: 1-traps 1: 2-traps 2: mod. Softwareversie Uitbreidingsset verwarmingscircuit M2 0: niet aanwezig Verw. circ. M2 Werkwijze: 0: zonder afstandsbediening 1: met Vitotrol 200 2: met Vitotrol 300 Aantal KM-BUSdeelnemers Softwareversie communicatiemodule LON Softwareversie afstandsbediening 0: niet aanwezig 4 Niet bezet 5 LON-deelnemersnr. Subnetadres/installatienr. 6 SNVTconfiguratie 0: Auto 1: Tool Softwareversie communicatie-coprocessor Softwareversie neuronchip 0 0 Softwareversie Uitbreidingsset verwarmingscircuit M3 0: niet aanwezig Softwareversie stekkeradapter voor ext. veiligheidsinrichtingen 0: niet aanwezig Verwarmingscircuit M3 Werkwijze: 0: zonder afstandsbediening 1: met Vitotrol 200 2: met Vitotrol 300 Nodeadres Softwareversie afstandsbediening 0: niet aanwezig Aantal LON-deelnemers 55 Service

56 Servicecontrole Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte... (vervolg) Korte info Display 7 Toestelidentificatie, zie codeeradres 92 in codering A5: hexadecimaal, 165: decimaal Max. vraagtemperatuurvandeverwarmingscircuits/warmwaterboiler Softwareversie Solarregeling 0: niet aanwezig Bedrijfstoestanden De volgende toetsen indrukken: 1. c opvragen is geactiveerd. 2. a/b voor gewenste opvraging. 3. d opvragen is beëindigd. Afhankelijk van de installatie-uitrusting kunnen de volgende bedrijfstoestanden worden opgevraagd: Display Verklaring Deelnemersnr. Als communicatiemodule LON aanwezig is. Vakantieprogramma met dag van vertrek Als vakantieprogramma is ingevoerd. en terugkomst Buitentemperatuur Werkelijke waarde Keteltemperatuur Werkelijke waarde Rookgastemperatuur Werkelijke waarde Sensor 17A Werkelijke waarde Sensor 17B Werkelijke waarde WW-temperatuur Werkelijke waarde 56

57 Servicecontrole Bedrijfstoestanden (vervolg) Display Verklaring WW-temperatuur 1 Werkelijke waarde als 2 boilertemperatuursensoren zijn aangesloten. WW-temperatuur 2 aanvoertemp. Normale ruimtetemp. Gewenste waarde Ruimtetemperatuur Werkelijke waarde als afstandsbediening is aangesloten. Solar warmwatertemp. Werk. waarde in combinatie met solarinstallatie. Collectortemperatuur Werk. waarde in combinatie met solarinstallatie. brander Bedrijfsuren Brander 1. trap Bedrijfsuren Brander 2. trap Bedrijfsuren Branderstarts Werkelijke waarde Verbruik Indien via codeeradressen 26 en 29 ingesteld. Zonne-energie Indicatie in kwh, in combinatie met solarinstallatie. Tijd Datum Brander1etrapUit/Aan Brander2etrapUit/Aan Uitgang 20 Uit/Aan Uitgang 29 Uit/Aan Uitgang 52 Open/Dicht Aanduiding van de positie in % Circul. pomp Uit/Aan CV-pomp Uit/Aan Menger open/toe Aanduiding van de positie in % Solarpomp Uit/Aan In combinatie met solarinstallatie. Solarpomp bedrijfsuren In combinatie met solarinstallatie. Verschillende talen Met d kan de taal permanent worden gekozen Service Parameters terugzetten De volgende parameters kunnen na uitgevoerd onderhoud met de toets e op 0 worden teruggezet: & Bedrijfsuren van de brander & Branderstarts & Verbruik 57

58 Servicecontrole Indicatie Onderhoud Nadat met de codeeradressen 1F, 21 en 23 ingestelde grenswaarden worden bereikt, verschijnt op de display knipperend de indicatie Onderhoud en de rode storingsindicatie knippert. Opmerking Als er onderhoud wordt uitgevoerd voordat Onderhoud wordt aangegeven, codering 24:1 instellen, aansluitend codering 24:0. De ingestelde onderhoudsparameters voor bedrijfsuren en tijdsintervallen beginnen weer op 0. Indicatie Onderhoud opvragen en terugzetten De volgende toetsen indrukken: 1. c Onderhoudsopvraging is geactiveerd. 2. a/b Onderhoudsmeldingen opvragen. 3. d Onderhoudsindicatie gaat uit. Accepteren: Ja met d bevestigen. Rode storingsindicatie knippert verder. Geaccepteerde onderhoudsmelding oproepen d ca. 2 s indrukken. Na uitgevoerd onderhoud 1. Codering 24:1 op 24:0 terugzetten. Opmerking Als codeeradres 24 niet teruggezet wordt, verschijnt op maandag om 7.00 uur opnieuw de indicatie Onderhoud. 2. Indien nodig bedrijfsuren brander, branderstarts en verbruik terugzetten. De volgende toetsen indrukken: c Opvraging is geactiveerd. a/b voor de gewenste waarde. e Gekozen waarde wordt op 0 gezet. a/b voor meer opvragingen. d Opvraging is beëindigd. 3. Indien nodig rookgastemperatuur op werkelijke waarde terugzetten. De volgende toetsen indrukken: K en G ca. 2 s. e Rookgastemp. max op werkelijke waarde terugzetten. d ter bevestiging. 58

59 Opbouw storingsindicatie Storingen oplossen Storingen met storingsindicatie aan de bedieningseenheid A Storingindicatie B Storingssymbool De rode storingsindicatie knippert bij elke storing. Bij een storingsmelding knippert op de display van de bedieningseenheid Storing. C Storingsnummer D Storingscode EenopstekkergÖ aangesloten meldinrichting voor verzamelstoringen wordt ingeschakeld. Storing aflezen en accepteren Opmerking Als een geaccepteerde storing niet wordt opgeheven, verschijnt de storingsmelding de volgende dag om 7.00 uur opnieuw: De volgende toetsen indrukken: 1. c voor actuele storing. 2. a/b voor meer storingsmeldingen. 3. d alle storingsmeldingen worden gelijktijdig bevestigd, de storingsindicatie wordt verborgen, de rode storingsindicatie blijft knipperen. EenopstekkergÖ aangesloten groepsalarm-meldinrichting wordt uitgeschakeld. Service 59

60 Storingen oplossen Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Geaccepteerde storingsmeldingen oproepen De volgende toetsen indrukken: 1. d ca. 2 s. 2. a/b voor de geaccepteerde storing. Storingsindicaties in volle tekst & brander & Veil.temp. begr. & Veiligheidscircuit C1, C8, C9, CA, Cb Betekenis zie tabel op pagina 67 & Ext. storing & Buitensensor & Aanvoersensor & Ketelsensor & Boilersensor & Boilersensor 1 resp. 2 als 2 boilertemperatuursensoren aangesloten zijn & Sensor 17A & Sensor 17B & Ruimtesensor & Rookgassensor & Collectorsensor & WW-sensor solar & Deelnemersnr. & Storing deelnemer Alleen indicatie als regeling als foutmanager gecodeerd is. Storingscodes in storingsgeheugen uitlezen (storingshistorie) De laatste 10 opgetreden storingen worden opgeslagen en kunnen worden opgevraagd. De storingen zijn op actualiteit gerangschikt, waarbij de meest recente storing het storingsnummer 1 heeft. De volgende toetsen indrukken: 1. G + d ca 2 s gelijktijdig. 2. a/b voor afzonderlijke storingscodes. 3. Opmerking Met e kunnen alle opgeslagen storingscodes worden gewist. 4. d Opvraging is beëindigd. 60

61 Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingscodes Storingen oplossen Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak 0F Regelwerking Onderhoud 0F wordt alleen in de storingshistorie getoond 10 Regelt op 0 C buitentemperatuur 18 Regelt op 0 C buitentemperatuur 30 Brander wordt via temperatuurregelaar in- en uitgeschakeld 38 Brander wordt via temperatuurregelaar in- en uitgeschakeld Onderbreking keteltemperatuursensor Maatregel Onderhoud uitvoeren. Na onderhoud codering 24:0 instellen. Kortsluiting buitentemperatuursensor Onderbreking buitentemperatuursensor Kortsluiting keteltemperatuursensor Buitentemperatuursensor controleren (zie pagina 133) Buitentemperatuursensor controleren (zie pagina 133) Keteltemperatuursensor controleren (zie pagina 131) Keteltemperatuursensor controleren (zie pagina 131) Aanvoertemperatuursensor controleren (zie pagina 132) Aanvoertemperatuursensor controleren (zie pagina 132) 40 Mengklep gaat dicht Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit M2 44 Mengklep gaat dicht Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verw. circ. M3 48 Mengklep gaat dicht Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit M2 4C Mengklep gaat dicht Onderbreking aanvoertemperatuursensor verw. circ. M3 Aanvoertemperatuursensor controleren (zie pagina 132) Aanvoertemperatuursensor controleren (zie pagina 132) 61 Service

62 Storingen oplossen Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie 50 Boilerlaadpomp Aan : gew. tapwatertemperatuur = gew. ketelwatertemperatuur Voorrangsschakelingen zijn opgeheven of Met boilerlaadsysteem: Boilerverwarming wordt door boilertemperatuursensor2 in- en uitgeschakeld 51 Met boilerlaadsysteem: Boilerverwarming wordt door boilertemperatuursensor1 in- en uitgeschakeld 58 Boilerlaadpomp Aan : gew. tapwatertemperatuur = gew. ketelwatertemperatuur Voorrangsschakelingen zijn opgeheven of Met boilerlaadsysteem: Boilerverwarming wordt door boilertemperatuursensor2 in- en uitgeschakeld Storingsoorzaak Kortsluiting boilertemperatuursensor 1 Kortsluiting boilertemperatuursensor 2 Onderbreking boilertemperatuursensor 1 Maatregel Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 131) Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 131) Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 131) 62

63 Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingen oplossen Storingscode op het display Gedrag van de installatie 59 Met boilerlaadsysteem: Boilerverwarming wordt door boilertemperatuursensor1 in- en uitgeschakeld 60 Verwarmingsketel met maximumtemperatuur, geen vermogensreductie, mengklep retourtemperatuurregeling Open 68 Verwarmingsketel met maximumtemperatuur, geen vermogensreductie, mengklep retourtemperatuurregeling Open 70 bijmengpomp permanent Aan Met boilerlaadsysteem: Mengklep primair circuit Dicht, geen warmwaterbereiding 78 bijmengpomp permanent Aan Met boilerlaadsysteem: Mengklep primair circuit Dicht, geen warmwaterbereiding Storingsoorzaak Onderbreking boilertemperatuursensor 2 Kortsluiting temperatuursensor aja Onderbreking temperatuursensor aja Kortsluiting temperatuursensor ajb Onderbreking temperatuursensor ajb Maatregel Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 131) Temperatuursensor controleren (zie pagina 132) Temperatuursensor controleren (zie pagina 132) Zonder temperatuursensor: Codering 4A:0 instellen. Temperatuursensor controleren (zie pagina 132) Temperatuursensor controleren (zie pagina 132) Zonder temperatuursensor: Codering 4b:0 instellen. 63 Service

64 Storingen oplossen Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie 92 Regelwerking Uitsluitend de storingscodes van de solarregeling worden weergegeven 93 Regelwerking Uitsluitend de storingscodes van de solarregeling worden weergegeven 94 Regelwerking Uitsluitend de storingscodes van de solarregeling worden weergegeven Storingsoorzaak Korsluiting collectortemperatuursensor, aansluiting op S1 van de Vitosolic Kortsluiting temperatuursensor, aansluiting op S3 van de Vitosolic Kortsluiting boilertemperatuursensor, aansluiting op S2 van de Vitosolic Maatregel Sensor aan de solarregeling controleren Aparte montageen servicehandleiding Sensor aan de solarregeling controleren Aparte montageen servicehandleiding Sensor aan de solarregeling controleren Aparte montageen servicehandleiding 9A Regelwerking Uitsluitend de storingscodes van de solarregeling worden weergegeven Onderbreking collectortemperatuursensor, aansluiting op S1 van de Vitosolic Sensor aan de solarregeling controleren Aparte montageen servicehandleiding 9b Regelwerking Uitsluitend de storingscodes van de solarregeling worden weergegeven Onderbreking temperatuursensor, aansluiting op S3 van de Vitosolic Sensor aan de solarregeling controleren Aparte montageen servicehandleiding 64

65 Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingen oplossen Storingscode op het display 9C Gedrag van de installatie Regelwerking Uitsluitend de storingscodes van de solarregeling worden weergegeven Storingsoorzaak Onderbreking boilertemperatuursensor, aansluiting op S2 van de Vitosolic Maatregel Sensor aan de solarregeling controleren Aparte montageen servicehandleiding 9F Regelwerking Uitsluitend de storingscodes van de solarregeling worden weergegeven Fout solarregeling wordt getoond als zich hierin een fout zonder storingscode voordoet Solarregeling controleren Aparte montageen servicehandleiding AA Regelwerking Configuratiefout Therm-Control: stekker aja niet aangesloten Ab Regelwerking, evt. warmwaterboiler koud Configuratiefout boilerlaadsysteem: Codering 55:3 is ingesteld, maar stekker ajb is niet aangesloten en/of codering 4C:1 en 4E:1 niet ingesteld Stekker aja aansluiten. BijVitocrossalmoetcodering 0d:0 zijn ingesteld Stekker ajb aansluitenencoderingencontroleren Service 65

66 Storingen oplossen Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak b4 Service-testfunctie (zie pagina 127) Interne elektronicafout b5 Regelwerking Interne elektronicafout b6 Constante werking Ongeldige hardware-identificatie b7 Regeling van de ketelwatertemperatuur door de temperatuurregelaar R Fout ketelcodeerstekker b8 Regelwerking Onderbreking rookgastemperatuursensor Maatregel Stekker aja aansluitenencoderingencontroleren AC Regelwerking Configuratiefout retourtemperatuurregeling: Codering 0C:1 is ingesteld, maar stekker aja is niet aangesloten en/of codering 4E:0 niet ingesteld b0 Regelwerking Kortsluiting rookgastemperatuursensor b1 Regelwerking Communicatiefout bedieningseenheid Rookgastemperatuursensor controleren (zie pagina 135) Aansluitingen controleren, evt. bedieningseenheid vervangen Elektronicaprintplaat controleren, evt. vervangen Elektronicaprintplaat controleren, evt. vervangen Codeeradres 92 controleren, 92:165 moet zijn ingesteld Ketelcodeerstekker plaatsen of, indien defect, vervangen (zie pagina 18) Rookgastemperatuursensor controleren (zie pagina 135) Zonder rookgastemperatuursensor: Codering 1F:0 instellen 66

67 Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingen oplossen Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak ba Mengklep Dicht Communicatiefout printplaat mengklepuitbreiding bc bd be Regelwerking zonder afstandsbediening Communicatiefout afstandsbediening Vitotrol verwarmingscircuit A1 Regelwerking zonder afstandsbediening Communicatiefout afstandsbediening Vitotrol verwarmingscircuit M2 Regelwerking zonder afstandsbediening Communicatiefout afstandsbediening Vitotrol verw. circ. M3 bf Regelwerking Verkeerde communicatiemodule LON C1 Verwarmingsketel koelt af Externe veiligheidsinrichting C2 Regelwerking Onderbreking KM-BUS naar de solarregeling Maatregel Printplaat controleren, evt. vervangen Aansluitingen, kabel, codeeradres A0 en codeerschakelaar van de afstandsbediening controleren (zie pagina 144en 145) Aansluitingen, kabel, codeeradres A0 en codeerschakelaar van de afstandsbediening controleren (zie pagina 144en 145) Aansluitingen, kabel, codeeradres A0 en codeerschakelaar van de afstandsbediening controleren (zie pagina 144en 145) Communicatiemodule LON vervangen (zie pagina 129) Aansluiting stekker abö en externe veiligheidsinrichting controleren (zie pagina 26) KM-BUS-kabel en solarregeling controleren. Zonder solarregeling: Codering 54:0 instellen Service 67

68 Storingen oplossen Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak C4 Regelwerking Communicatiefout functie-uitbreiding 0 tot 10 V C8 C9 CA Cb Verwarmingsketel koelt af Verwarmingsketel koelt af Verwarmingsketel koelt af Verwarmingsketel koelt af Fout laagwaterstandbeveiliging Fout maximaalpressostaat Fout minimaalpressostaat of maximaalpressostaat 2 Fout extra veiligheidstemperatuurbegrenzer of Temperatuurbewaker of Rookgasklep CE Regelwerking Communicatiefout stekkeradapter voor ext. veiligheidsinrichtingen 68 Maatregel Aansluitingen, kabels controleren, evt. functieuitbreiding vervangen (zie pagina 150). Zonder functie-uitbreiding: Codering 9d:0 instellen Waterpeil van de installatie controleren, laagwaterstandbeveiliging ontgrendelen (zie pagina 153) Installatiedruk controleren, maximaalpressostaat ontgrendelen (zie pagina 153) Installatiedruk controleren, minimaalpressostaat of maximaalpressostaat 2 ontgrendelen (zie pagina 153) Installatietemperatuur controleren, veiligheidstemperatuurbegrenzer of rookgasklep ontgrendelen(ziepagina153) Stekkeradapter controleren (zie pagina 151). Zonder stekkeradapter: Codering 94:0 instellen

69 Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingen oplossen Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak CF Regelwerking Fout communicatiemodule LON d1 d4 Verwarmingsketel koelt af Verwarmingsketel koelt af Branderstoring Communicatiemodule LON vervangen (zie pagina 129). Zonder module: Codering 76:0 instellen Brander controleren (zie pagina 30) Veiligheidstemperatuurbegrenzer resp. brander, brandercircuit en zekering F2 controleren Aansluiting op DE1 controleren (zie pagina 152) Veiligheidstemperatuurbegrenzer resp. zekering F2 is geactiveerd d6 Regelwerking Storing DE1 in de stekkeradapter voor ext. veiligheidsinrichtingen d7 Regelwerking Storing DE2 in de stekkeradapter voor ext. veiligheidsinrichtingen d8 Regelwerking Storing DE3 in de stekkeradapter voor ext. veiligheidsinrichtingen da db dc Regelwerking zonder ruimte-invloed Regelwerking zonder ruimte-invloed Regelwerking zonder ruimte-invloed Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verw. circ. A1 Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verw. circ. M2 Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verw. circ. M3 Maatregel Aansluiting op DE2 controleren (zie pagina 152) Aansluiting op DE3 controleren (zie pagina 152) Ruimtetemperatuursensor controleren (zie pagina 149) Ruimtetemperatuursensor controleren (zie pagina 149) Ruimtetemperatuursensor controleren (zie pagina 149) Service 69

70 Storingen oplossen Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingscode op het display dd de df Gedrag van de installatie Regelwerking zonder ruimte-invloed Regelwerking zonder ruimte-invloed Regelwerking zonder ruimte-invloed Storingsoorzaak Onderbreking ruimtetemperatuursensor verw. circ. A1 Onderbreking ruimtetemperatuursensor verw. circ. M2 Onderbreking ruimtetemperatuursensor verw. circ. M3 Maatregel Ruimtetemperatuursensor(ziepagina149)en codeerschakelaar op de Vitotrol (zie pagina 144 en 145) controleren Ruimtetemperatuursensor(ziepagina149)en codeerschakelaar op de Vitotrol (zie pagina 144 en 145) controleren Ruimtetemperatuursensor(ziepagina149)en codeerschakelaar op de Vitotrol (zie pagina 144 en 145) controleren Storingsmeldingen LON-deelnemer Voorwaarde: De regeling moet als foutmanager zijn gecodeerd (codering 79:1 ). 70

71 Storingen met storingsindicatie aan de... (vervolg) Storingscode op de display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak 01 tot 98 Regelwerking Deelnemer, bijv. 12 (Vitotronic 200- H) heeft een fout of geen verbinding met de deelnemer Maatregel Storingen oplossen Foutcode van de deelnemer uitlezen Montage- en servicehandleiding vandebetreffende regeling 99 Regelwerking Foutmelding van Vitocom 300 actief of fout van Vitocom 300 of geen verbinding met Vitocom 300 Coderingen controleren Verbindingskabel LON controleren Deelnemerslijst bijwerken Deelnemerscontrole uitvoeren Externe aansluitingen van Vitocom 300 controleren Montage- en servicehandleiding Vitocom 300 Coderingen controleren Verbindingskabel LON controleren Deelnemerslijst bijwerken Deelnemerscontrole uitvoeren Service 71

72 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling Korte beschrijving & De regeling van de ketelwatertemperatuur vindt plaats door in- en uitschakelen van de brander resp. door modulatie. & De gewenste ketelwatertemperatuur wordt door de volgende parameters bepaald: Gewenste aanvoertemperatuur van het verw. circ. A1 (installatiecircuit), van de verw. circuits M2/ M3 (mengklepcircuits) en via de LON-BUS aangesloten verw. circuits Externe vraag Gewenste tapwatertemperatuur & De gewenste ketelwatertemperatuur is afhankelijk van de aanwezige verwarmingsketel en de uitrusting vanverwarmingenregeling. Via de ketelcodeerstekker is een minimum ketelwatertemperatuur ingesteld die ter bescherming van de ketel moet worden aangehouden. & In combinatie met Therm-Control: Bij een te lage gewenste temperatuur op de sensor van de Therm- Control wordt de gew. ketelwatertemperatuur verhoogd. & Bij het verwarmen van de warmwaterboiler wordt een gewenste ketelwatertemperatuur ingesteld die 20 K bovendegewenstetapwatertemperatuur ligt (wijziging via codeeradres 60 ). & Codeeradressen die invloed hebben op de keteltemperatuurregeling: 02 tot 1C, 60, 99, 9b, 9F, A0 tot Fb Zie voor beschrijving overzicht van de coderingen. Functies De ketelwatertemperatuur wordt door de volgende apparaten geregistreerd: & Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB (vloeistofuitzetting) & Temperatuurregelaar TR (vloeistofuitzetting) & Keteltemperatuursensor (weerstandsverandering Pt 500) Regelbereikgrenzen boven & Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB 110/100 ºC & Temperatuurregelaar TR 95/100/ 110 ºC & Elektronische begrenzing maximumtemperatuur: Instelgebied: 20 tot 127 ºC Wijziging via codeeradres 06 72

73 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Regelbereikgrenzen beneden & Regeling van de ketelwatertemperatuur bij normale werking en ingeschakelde vorstbescherming is afhankelijk van de betreffende verwarmingsketel Ketel beschermende functie Therm-Control (opstartschakeling) & Voor verwarmingsinstallaties met verdeler in de buurt van de ketel. & Voorwaarde: Ketelwaterdebiet moet in de startfase (bijv. na weekenduitschakeling) minstens 50 % kunnen worden geknepen. & Werkt ook op de verwarmingscircuits van een nageschakelde Vitotronic 200-H. Therm-Control in combinatie met verwarmingsinstallaties die niet via LON met de Vitotronic zijn verbonden Stekker söa1vandevitotronicwordt als schakelcontact voor Therm-Control gebruikt. Vereiste codering: 4C:2 Functie De sensor van de Therm-Control, in de buurt van de retouraansluiting gemonteerd, registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere gewenste temperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de ketelcodeerstekker) wordt de brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de mengkleppen geknepen. Bij overschrijden van de gewenste temperatuur worden de mengkleppen geopend en wordt het debiet gestaag tot 100 % verhoogd. Service 73

74 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) sö A1 Sluiten van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnr B Nageschakelde verwarmingscircuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep Dicht Retourtemperatuurverhoging via bijmengpomp & Voor verwarmingsinstallaties met verdeler in de buurt van de ketel. & Voorwaarde: Ketelwaterdebiet moet minstens 50 % kunnen worden geknepen. Bijmengpomp ontworpen voor ca. 30 % van het totale debiet. & Werkt ook op de verwarmingscircuits van een nageschakelde Vitotronic 200-H. Functie De temperatuursensoren T1 en T2 registreren de retourtemperatuur op verschillende meetpunten. Bij een lagere minimum retourtemperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de ketelcodeerstekker) wordt via temperatuursensor T2 de bijmengpomp ingeschakeld. Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de minimum retourtemperatuur, geregistreerd door temperatuursensor T1, niet wordt bereikt, wordt via de mengkleppen het debiet geknepen. 74

75 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Retourtemperatuurverhoging in combinatie met verwarmingsinstallaties die niet via LON met de Vitotronic zijn verbonden Stekker söa1vandevitotronicwordt als schakelcontact gebruikt. Vereiste codering: 4C:2 sö A1 Sluiten van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnr B Nageschakelde verwarmingscircuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep Dicht Retourtemperatuurregeling via bijmengpomp en 3-weg-mengklep Voor verwarmingsinstallaties waarbij op de nageschakelde verwarmingscircuits geen invloed kan worden uitgeoefend, bijv. oudere installaties of kwekerijen. Functie De temperatuursensoren T1 en T2 registreren de retourtemperatuur op verschillende meetpunten. Bij een lagere minimum retourtemperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de ketelcodeerstekker) wordt via temperatuursensor T2 de bijmengpomp ingeschakeld. Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de minimum retourtemperatuur, geregistreerd door temperatuursensor T1, niet wordt bereikt, wordt via de 3-weg-mengklep het debiet geknepen. Service 75

76 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Schakelhysterese Brander Vaste schakelhysterese Codering 04:0 Warmteafhankelijke schakelhysterese De warmteafhankelijke schakelhysterese respecteert de belasting van de verwarmingsketel. Afhankelijk van de actuele warmtebehoefte wordt de schakelhysterese, d.w.z. de branderlooptijd gevarieerd. & ERB50-functie Codering 04:1 Afhankelijk van de warmtebehoefte wordenwaardentussen6en12k ingesteld. 76

77 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) & ERB80-functie Codering 04:2 Afhankelijk van de warmtebehoefte wordenwaardentussen6en20k ingesteld. Regelverloop Verwarmingsketel wordt koud (Gewenste waarde 2 K) Het inschakelsignaal van de brander wordt bij een gewenste ketelwatertemperatuur minus 2 K ingesteld en de brander start zijn eigen bewakingsprogramma. Afhankelijk van de extra schakelingen en stookwijze kan de branderinschakeling enkele minuten worden vertraagd. Verwarmingsketel wordt warm Het uitschakelpunt van de brander wordt door het uitschakelverschil (codeeradres 13 ) bepaald. Service 77

78 Functiebeschrijving Verwarmingscircuitregeling Korte beschrijving & De regeling omvat regelkringen voor een verwarmingscircuit A1 (installatiecircuit) en twee verwarmingscircuits M2/M3 (mengklepcircuits). & De gewenste aanvoertemperatuur van elk verwarmingscircuit wordt door de volgende parameters bepaald: Buitentemperatuur Gewenste ruimtetemperatuur Werking Steilheid en niveau van de stooklijn & Via de ketelcodeerstekker is een minimum ketelwatertemperatuur ingesteld die ter bescherming van de ketel moet worden aangehouden. & De aanvoertemperatuur van het installatiecircuit komt overeen met de ketelwatertemperatuur. & De regeling van aanvoertemperatuur van de verw. circuits M2/M3 vindt plaats door stapsgewijs openen resp. sluiten van de mengkleppen. De aansturing van de mengklepmotor veandert de regel- en pauzetijden in relatie tot het regelverschil (regelafwijking). & Codeeradressen die invloed hebben op de verwarmingscircuitregeling: 9F, A0 tot Fb. Zie voor beschrijving overzicht van de coderingen. Functies Hetverw.circ.A1isafhankelijkvan de ketelwatertemperatuur en de begrenzingen hiervan. Het enige stelorgaan is de CV-pomp. De aanvoertemperatuur van de verw. circuits M2/M3 wordt door de aanvoertemperatuursensor geregistreerd. Tijdprogramma De schakelklok van de regeling schakelt overeenkomstig de geprogrammeerde tijden in het programma Verwarmenenwarmwater tussen ruimteverwarming voor normale en verlaagde ruimtetemperatuur. Elke modus heeft zijn eigen gewenste niveau. 78

79 Functiebeschrijving Verwarmingscircuitregeling (vervolg) Buitentemperatuur Voorafstemmingvanderegelingop het gebouw en de verwarmingsinstallatie moet een stooklijn worden ingesteld(ziepagina46). Het verloop van de stooklijn bepaalt de gewenste ketelwatertemperatuur in relatie tot de buitentemperatuur. Er wordt geregeld volgens de gemiddelde buitentemperatuur. Deze wordt samengesteld uit de werkelijke en gecorrigeerde buitentemperatuur. Ruimtetemperatuur In combinatie met afstandsbediening en ruimtetemperatuur-bijschakeling (codeeradres b0 ): De ruimtetemperatuur heeft ten opzichte van de buitentemperatuur eengrotereinvloedopdegewenste ketelwatertemperatuur (wijziging via codeeradres b2 ). In combinatie met verw. circuits M2/ M3: Bij regelverschillen (afwijking van werkelijke waarde) van meer dan 2 K ruimtetemperatuur kan de invloed nog eens worden versterkt (codeeradres b6 ): & Snelle opwarming De gewenste ruimtetemperatuur moet door de volgende maatregelen met min. 2 K worden verhoogd: Bedienen van de partytoets M Omschakelen van ruimteverwarming tot verlaagde temperatuur naar ruimteverwarming tot normale temperatuur Optimalisering inschakeltijd (codeeradres b7 ) Bij het bereiken van de gewenste ruimtetemperatuur wordt de snelle opwarming beëindigd. & Snelle daling De gewenste ruimtetemperatuur moet door de volgende maatregelen met min. 2 K worden verlaagd: Bedienen van de spaartoets N Omschakelen van ruimteverwarming tot normale temperatuur naar ruimteverwarming tot verlaagde temperatuur Optimalisering uitschakeltijd (codeeradres C1 ) Bij het bereiken van de gewenste ruimtetemperatuur wordt de snelle afkoeling beëindigd. Service 79

80 Functiebeschrijving Verwarmingscircuitregeling (vervolg) Tapwatertemperatuur & Met voorrangsschakeling: Tijdens de boilerverwarming wordt de gewenste aanvoertemperatuur op0 Cgezet. De mengklep sluit en de CV-pomp wordt uitgeschakeld. & Zonder voorrangsschakeling: De CV-pomp blijft met ongewijzigde instelling draaien. & Met glijdende voorrangsschakeling, in combinatie met verw. circuits M2/ M3: De CV-pomp blijft ingeschakeld. Zolang de gewenste ketelwatertemperatuur tijdens de boilerverwarming niet wordt bereikt, wordt de gewenste aanvoertemperatuur van het verw. circ. verlaagd. Dit is afhankelijk van het verschil tussen de werkelijke en gewenste ketelwatertemperatuur, de buitentemperatuur, de steilheid van de stooklijn en het codeeradres A2. CV-pomplogica (spaarschakeling) De CV-pomp wordt uitgeschakeld (gewenste aanvoertemperatuur op 0 C gezet) als de buitentemperatuur de via codeeradres A5 ingestelde waarde overschrijdt. Uitgebreide spaarschakeling De CV-pomp wordt uitgeschakeld en de gewenste aanvoertemperatuur op 0 C gezet als aan een van de volgende criteria is voldaan: & De buitentemperatuur overschrijdt de via codeeradres A6 ingestelde waarde. & Eenverlagingvandegewenste ruimtetemperatuur vindt plaats via codeeradres A9. & De mengklep werd gedurende 12 minuten dichtgehouden (mengklepspaarfunctie, codeeradres A7 ). & De werkelijke ruimtetemperatuur overschrijdt de via codeeradres b5 ingestelde waarde Estrikfunctie In combinatie met verw. circuits M2/ M3: 80

81 Functiebeschrijving Verwarmingscircuitregeling (vervolg) Met de estrikfunctie is de droging van estrik (dekvloer) mogelijk. Hiervoor moeten de gegevens van de estrikproducent beslist worden gerespecteerd. Bij geactiveerde estrikfunctie wordt de CV-pomp ingeschakeld en de aanvoertemperatuur op het ingestelde profiel gehouden. Na afloop (30 dagen) wordt het mengklepcircuit automatisch met de ingestelde parameters geregeld. EN1264 respecteren. Het protocol dat door de verwarmingsmonteur wordt opgesteld, moet de volgende informatie over het verwarmen bevatten: & Opwarmgegevens met de betreffende aanvoertemperaturen & Bereikte max. aanvoertemperatuur & Bedrijfstoestand en buitentemperatuur bij overdracht Verschillende temperatuurprofielen zijn via codeeradres F1 instelbaar. Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling wordt de functie verder voortgezet. Wanneer de estrikfunctie is beëindigd of de codering F1:0 wordt handmatig ingesteld, wordt Verwarmenenwarmwater ingeschakeld. Temperatuurprofiel 1 (EN ), codering F1:1 Temperatuurprofiel 2 (ZV parket- en vloertechniek) codering F1:2 Service 81

82 Functiebeschrijving Verwarmingscircuitregeling (vervolg) Temperatuurprofiel 3, codering F1:3 Temperatuurprofiel 4, codering F1:4 Installatiedynamiek mengklepcircuit In combinatie met verw. circuits M2/ M3. Het regelgedrag van de mengklep kan via codeeradres C4 worden beïnvloed. Centrale bediening Via codeeradres 7A kan voor een verwarmingscircuit centrale bediening worden gecodeerd. Bedrijfs- en vakantieprogramma geldt dan voor alle overige verwarmingscircuits van de installatie. Voor deze verwarmingscircuits verschijnt bij het bedienen van de toetsen voor bedrijfs- en vakantieprogramma Centrale bediening. Evt. ingestelde vakantieprogramma's worden gewist. Party- en spaartoets hebben bij alle regelingen geen functie. 82

83 Functiebeschrijving Verwarmingscircuitregeling (vervolg) Vorstbescherming Bij buitentemperaturen onder +1 ºC wordt een aanvoertemperatuur van min.10 ºC gegarandeerd. Omschakeling zie codeeradres A3, variabele vorstgrens. Therm-Control Als de gewenste temperatuur op de sensor van de Therm-Control te laag wordt, volgt vermogensreductie. Daarbij worden de mengkleppen van de verwarmingscircuits gesloten. Aanvoertemperatuurregeling A Max. ketelwatertemperatuur B Steilheid = 1,8 voor verw. circ. A1 C Steilheid = 1,2 voor verw. circ. M2 D Ketelwatertemperatuur (bij temperatuurverschil = 8 K) E Laagste ketelwatertemperatuur, ingesteld door ketelcodeerstekker Temperatuurverschil: Het temperatuurverschil is via codeeradres 9F instelbaar, bij levering: 8 K. Het temperatuurverschil is de waarde die de ketelwatertemperatuur minimaal hoger moet zijn dan de hoogste momenteel benodigde aanvoertemperatuur van het mengklepcircuit. & Installatie met maar een mengklepcircuit: De gewenste ketelwatertemperatuur wordt automatisch op 8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld. & Installatie met verwarmingscircuit zonder mengklep en met mengklepcircuit: De gewenste ketelwatertemperatuur wordt volgens een eigen stooklijn aangehouden. Het temperatuurverschil van 8 K met de gewenste aanvoertemperatuur is bij levering ingesteld. 83 Service

84 Functiebeschrijving Verwarmingscircuitregeling (vervolg) Verhoging van de verlaagde ruimtetemperatuur Bij werking op verlaagde ruimtetemperatuur kan de verlaagde gewenste ruimtetemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur automatisch worden verhoogd. De temperatuurverhoging vindt plaats volgens de ingestelde stooklijn en max. tot de normale gewenste ruimtetemperatuur. De grenswaarden van de buitentemperatuur voor begin en einde van de temperatuurverhoging kunnen met de codeeradressen F8 en F9 worden ingesteld. Voorbeeld met de instellingen bij levering A Stooklijn voor werking op normale ruimtetemperatuur B Stooklijn voor werking op verlaagde ruimtetemperatuur 84

85 Functiebeschrijving Verwarmingscircuitregeling (vervolg) Verkorting opwarmtijd Bijdeovergangvanwerkingopverlaagde ruimtetemperatuur naar werking op normale ruimtetemperatuur wordt de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur overeenkomstig de ingestelde stooklijn verhoogd. Deze verhoging van de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur kan automatisch toenemen. De waarde en tijdsduur voor de extra verhoging van de ketelwatertemperatuur- resp. gewenste aanvoertemperatuur wordt met de codeeradressen FA en Fb ingesteld. Voorbeeld met de instellingen bij levering A Beginvandewerkingopnormale ruimtetemperatuur B Ketelwatertemperatuur resp. gewenste aanvoertemperatuur volgens ingestelde stooklijn C Ketelwatertemperatuur resp. gewenste aanvoertemperatuur volgens ingesteld codeeradres FA : 50 C+20%=60 C D Tijdsduur van de werking op verhoogde ketelwatertemp. resp. gewenste aanvoertemperatuur volgens codeeradres Fb : 60 min 85 Service

86 Functiebeschrijving Verwarmingscircuitregeling (vervolg) Regelbereikgrens boven Elektronische begrenzing maximumtemperatuur Instelgebied: 1 tot 127 ºC, wijziging via codeeradres C6. Opmerking De begrenzing van de maximumtemperatuur is geen vervanging voor de temperatuurbewaker van de vloerverwarming. Temperatuurbewaker voor vloerverwarming: De temperatuurbewaker schakelt bij overschrijden van de ingestelde waarde de CV-pomp uit. De aanvoertemperatuur daalt in deze situatie maar langzaam, d.w.z. het automatisch inschakelen kan enkele uren duren. Regelbereikgrens beneden Elektronische begrenzing minimumtemperatuur Instelgebied: 1 tot 127 ºC wijziging via codeeradres C5. Alleen bij werking op normale ruimtetemperatuur actief. Regelverloop Mengklepcircuit Binnen de neutrale zone (±1 K) vindt geen aansturing van de mengklepmotor plaats. Aanvoertemperatuur daalt (gew. waarde -1 K) De mengklepmotor krijgt het signaal Mengklep open. De tijdsduur van het signaal is langer bij toenemend regelverschil. De duur van de pauzen wordt korter met toenemend regelverschil. Aanvoertemperatuur stijgt (gew. waarde +1 K) De mengklepmotor krijgt het signaal Mengklep dicht. De tijdsduur van het signaal is langer bij toenemend regelverschil. De duur van de pauzen wordt korter met toenemend regelverschil. 86

87 Functiebeschrijving Boilertemperatuurregeling Korte beschrijving & De boilertemperatuurregeling is een constantregeling. Ze vindt plaats door de circulatiepomp voor de boilerverwarming aan en uit te schakelen. Het schakelverschil bedraagt ±2,5 K. & Bij het verwarmen van de warmwaterboiler wordt een gewenste ketelwatertemperatuur ingesteld die 20 K bovendegewenstetapwatertemperatuur ligt (wijziging via codeeradres 60 ). & Tijdens de boilerverwarming wordt de ruimteverwarming uitgeschakeld (keuze van boilervoorrangsschakeling). & Codeeradressen die invloed hebben op de boilertemperatuurregeling: 54, 55, 56, 58 tot 62, 64, 66,67, 70 tot75,7f,a2. Zie voor beschrijving overzicht van de coderingen. Functies Tijdprogramma Er kan een automatisch of een individueel tijdprogramma voor de tapwateropwarming en de circulatiepomp worden gekozen. Bij automatische werking wordt de tapwaterverwarming ten opzichte van de opwarmfase van het verwarmingscircuit 30 min vroeger ingesteld. In het individuele tijdprogramma kunnen via de schakelklok max. 4 periodes per dag voor de tapwaterverwarming en 4 periodes voor de circulatiepomp worden ingesteld. In combinatie met codeeradres 7F Een eenmaal begonnen boilerverwarming wordt onafhankelijk van het tijdprogramma tot het einde voltooid. Service & Eengezinswoning Codering 7F:1 : Automatische werking Bij installaties met twee resp. drie verwarmingscircuits worden de verwarmingstijden van het verw. circ. 1 als basis genomen. Individueel tijdprogramma 87

88 Functiebeschrijving Boilertemperatuurregeling (vervolg) De schakeltijden voor de tapwaterverwarmingendecirculatiepomp zijn voor alle verwarmingscircuits hetzelfde. & Meergezinswoning Codering 7F:0 : Bij installaties met twee resp. drie verwarmingscircuits worden de verwarmingstijden van het betreffende verw. circ. als basis genomen. Automatische werking Individueel tijdprogramma De schakeltijden voor de tapwaterverwarmingendecirculatiepomp kunnen voor elk verw. circ. afzonderlijk worden ingesteld. Voorrangsschakeling & Met voorrangsschakeling: (codering A2:2 ): Tijdens de boilerverwarming wordt de gewenste aanvoertemperatuur op 0 ºC gezet. De mengklep sluit en de CV-pomp wordt uitgeschakeld. & Zonder voorrangsschakeling: De CV-pomp blijft met ongewijzigde instelling draaien. & Met glijdende voorrangsschakeling, in combinatie met verw. circuits M2/ M3: De CV-pomp blijft ingeschakeld. Zolang de gewenste ketelwatertemperatuur tijdens de boilerverwarming niet wordt bereikt, wordt de gewenste aanvoertemperatuur van het verw. circ. verlaagd. De gewenste aanvoertemperatuur wordt door de volgende parameters bepaald: Buitentemperatuur Verschil tussen gewenste en werkelijke ketelwatertemperatuur Steilheid en niveau van de stooklijn Instelling van codeeradres A2 Vorstbescherming Wanneer de tapwatertemperatuur lager wordt dan 5 ºC wordt de warmwaterboiler tot 20 ºC opgewarmd. 88

89 Functiebeschrijving Boilertemperatuurregeling (vervolg) Extra functie voor de tapwaterverwarming De functie wordt geactiveerd als via codeeradres 58 een tweede gewenste tapwatertemperatuur en de 4e warmwaterperiode voor de tapwaterverwarming wordt ingesteld. Gewenste tapwatertemperatuur De gewenste tapwatertemperatuur is instelbaar van 10 tot 60 C. Via codeeradres 56 kan het gewenste gebied tot 95 ºC worden vergroot. Via codeeradres 66 kan de gewenste instelling aan de bedieningseenheid en/of de afstandsbedieningen van de Vitotrol 300 worden toegekend. Tapwatercirculatiepomp De circulatiepomp transporteert op instelbare tijden warm water naar de tappunten. Op de schakelklok kunnen max. 4 periodes worden ingesteld. Extra schakelingen Via de omschakeling van het werkingsprogramma kan de tapwaterverwarming in combinatie met de verwarmingscircuits resp. worden geblokkeerd en vrijgegeven (zie codeeradres d5 ). Installatie met boilerlaadsysteem De genoemde functies gelden ook in combinatie met een boilerlaadsysteem. Installatie met Vitosolic Via codeeradres 67 kan een 3e gewenste tapwatertemperatuur worden ingesteld. De volgende coderingen instellen: 4C:1, 4E:1, 55:3 (zie totaaloverzicht van de coderingen). 89 Service

90 Functiebeschrijving Boilertemperatuurregeling (vervolg) Boven deze waarde is de nalaadonderdrukking van de verwarmingsketel actief. De warmwaterboiler wordt alleen door de solarinstallatie verwarmd. Regelverloop Codering 55:0, boilerverwarming Warmwaterboiler wordt koud (gew. waarde 2,5 K, wijziging via codeeradres 59 ): & De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 20 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via codeeradres 60 ). & Pomp aan: Afhankelijk van de ketelwatertemperatuur inschakelen van de boilerlaadpomp voor de boilerverwarming (codering 61:0 ): De boilerlaadpomp schakelt in als de ketelwatertemperatuur 7 K hoger is dan de tapwatertemperatuur. Direct inschakelen van de boilerlaadpomp voor de boilerverwarming (codering 61:1 ). Warmwaterboiler is warm, (gew. waarde +2,5 K): & De gewenste ketelwatertemperatuur wordt teruggezet op de weersafhankelijke gewenste waarde. & Pompnaloop: Na de boilerverwarming draait de boilerlaadpomp zolang tot een van de volgende criteria is bereikt: Het verschil tussen ketelwater- en tapwatertemperatuur is minder dan7k. De weersafhankelijke gewenste aanvoertemperatuur is bereikt. De gewenste tapwatertemperatuur wordt 5 K overschreden. De ingestelde max. nalooptijd is bereikt (codeeradres 62 ). & Zonder pompnaloop (codering 62:0 ) Codering 55:1, adaptieve boilerverwarming Bij de adaptieve boilerverwarming wordt de oploopsnelheid van de temperatuur bij de tapwateropwarming in acht genomen. 90

91 Functiebeschrijving Boilertemperatuurregeling (vervolg) Warmwaterboiler wordt koud, (gew. waarde 2,5 K, wijziging via codeeradres 59 ): & De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 20 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via codeeradres 60 ). & Pomp aan: Afhankelijk van de ketelwatertemperatuur inschakelen van de boilerlaadpomp voor de boilerverwarming (codering 61:0 ): De boilerlaadpomp schakelt in als de ketelwatertemperatuur 7 K hoger is dan de tapwatertemperatuur. Direct inschakelen van de boilerlaadpomp voor de boilerverwarming (codering 61:1 ). Warmwaterboiler is warm: & De regeling controleert of de verwarmingsketel na de boilerverwarming nog verwarming voor de ruimte moet leveren of dat de restwarmte van de ketel naar de warmwaterboiler moet worden afgevoerd. De regeling bepaalt het uitschakelpunt van de brander en de boilerlaadpomp zodat na de boilerverwarming de gewenste tapwatertemperatuur niet wezenlijk wordt overschreden. Codering 55:2, boilertemperatuurregeling met 2 boilertemperatuursensoren De 1e boilertemperatuursensor geeft de boilerlaadpomp voor de boilerverwarming vrij en wordt gebruikt voor het stoppen van de pompnaloop. 2. boilertemperatuursensor: Bij grote warmwaterafname wordt de boilerverwarming voortijdig ingeschakeld. Wanneer geen warmwaterafname plaatsvindt, wordt de boilerverwarming voortijdig afgebroken. Warmwaterboiler wordt koud: & Gew. waarde 2,5 K, wijziging via codeeradres 59 of & Werkelijke tapwatertemperatuur van sensor 2<gewenste tapwatertemperatuur x factor voor inschakeltijdstip (instelling via codeeradres 69 ) Warmwaterboiler is warm: & gew. waarde +2,5 K en & Werkelijke tapwatertemperatuur van sensor 2<gewenste tapwatertemperatuur x factor voor uitschakeltijdstip (instelling via codeeradres 68 ) 91 Service

92 Functiebeschrijving Boilertemperatuurregeling (vervolg) Codering 55:3, boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem Warmwaterboiler wordt koud, (gew. waarde 2,5 K, wijziging via codeeradres 59 ): & De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 20 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via codeeradres 60 ). & De primaire pomp van het boilerlaadsysteem schakelt in. & De 3-weg-mengklep opent en regelt op de ingestelde gewenste waarde. & De boilerlaadpomp voor de boilerverwarming wordt zolang kortstondig in- en uitgeschakeld tot de gewenste aanvoertemperatuur (gewenste tapwatertemperatuur + 5 K) is bereikt. Daarna loopt deze continu. Als tijdens de verwarming de waarde lager wordt dan gewenst, draait de boilerlaadpomp voor de boilerverwarming tijdelijk weer periodiek. Warmwaterboiler is warm: & (1. boilertemperatuursensor: werk. waarde gew. waarde en 2. boilertemperatuursensor: werk. waarde > gew. waarde 1,5 K): & De gewenste ketelwatertemperatuur wordt teruggezet op de weersafhankelijke gewenste waarde. & De boilerlaadpomp voor de boilerverwarming wordt bij volledig geopende 3-weg-mengklep direct uitgeschakeld. of & De boilerlaadpomp voor de boilerverwarming wordt volgens een via codering 62 instelbare nalooptijd uitgeschakeld. 92

93 Coderingen Coderingen terugzetten in de leveringsomvang De volgende toetsen indrukken: 1. L + G ca 2s gelijktijdig indrukken. 2. e Basisinstel.? Ja verschijnt. 3. d ter bevestiging of 4. a/b om Basisinstel.? Nee te kiezen. Codering 1 oproepen De volgende toetsen indrukken: 1. K + L ca 2s gelijktijdig indrukken. 2. a/b voor gewenste codeeradres, adres knippert. 3. d ter bevestiging. 4. a/b voor de gewenste waarde. 5. d ter bevestiging, op de display verschijnt kort overgenomen, het adres knippert opnieuw. 6. a/b voor het kiezen van andere adressen. 7. K + L ca. 1 s gelijktijdig indrukken, codering 1 is beëindigd. Service 93

94 Coderingen Overzicht Coderingen Codering in uitlevertoestand Installatieschema 00 :1 Verw. circ. A1, zonder tapwateropwarming Mogelijke omstelling 00 :2 Verw. circ. A1, met tapwaterverwarming 00 :3 Verw. circ. M2, zonder tapwateropwarming 00 :4 Verw. circ. M2, met tapwaterverwarming 00 :5 Verw. circ. A1 en verw. circ. M2, zonder tapwateropwarming 00 :6 Verw. circ. A1 en verw. circ. M2, met tapwaterverwarming 00 :7 Verw. circ. M2 en verw. circ. M3, zonder tapwateropwarming 00 :8 Verw. circ. M2 en verw. circ. M3, met tapwaterverwarming 00:9 Verw.circ.A1,verw.circuitsM2enM3 zonder tapwateropwarming 00 :10 Verw. circ. A1, verw. circuitsm2enm3 met tapwaterverwarming Ketel/brander 02:1 Tweetraps 02:0 Eentraps 02:2 Modulerend 03:0 Gaswerking 03:1 Olie (kan niet worden teruggezet) 03:2 Wordt automatisch ingesteld als een verkeerde of geen ketelcodeerstekker is aangesloten 94

95 Coderingen Overzicht (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Brander (modulerend) 05:70 Branderkarakteristiek 05:0 Branderkarakteristiek lineair 05:1 tot 05:99 Branderkarakteristiek niet lineair (PT :Pmax) 100 % PT in kw: deellastvermogen bij ⅓ vandelooptijd van de stelaandrijving Pmax in kw: maximumvermogen brander 06:87 Maximumbegrenzing vandeketelwatertemperatuur 87 C 06:20 tot 06:127 Algemeen 40:125 Looptijd motor 125 s 40:5 tot 40:199 77:1 LON-deelnemersnummer WW-voorrang A1/M2/M3 A2:2 Boilervoorrang op CVpomp en mengklep 77:1 tot 77:99 Maximumbegrenzing instelbaar van 20 tot 127 C Looptijd instelbaar van 5 tot 199 s LON-deelnemersnummer instelbaar van 1 tot 99 A2:0 Zonder boilervoorrang op CV-pomp en mengklep A2:1 Boilervoorrang uitsluitend op mengklep A2:3 tot A2:15 Glijdende voorrang op mengklep, d.w.z. het verwarmingscircuit krijgt een gereduceerde warmtehoeveelheid Zomer-spaarfunctie A1/M2/M3 A5:5 Met CV-pomplogica A5:0 Zonder CV-pomplogica A5:1 tot A5:15 Met CV-pomplogica: CV-pomp Uit (zie tabel op pagina 112) Service 95

96 Coderingen Overzicht (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Min. aanvoertemp.a1/m2/m3 C5:20 Elektronische minimumbegrenzing van de aanvoertemperatuur 20 C (alleen bij werking op normale ruimtetemperatuur actief) C5:1 tot C5:127 Max. aanvoertemp. A1/M2/M3 C6:75 Elektronische maximumbegrenzing C6:10 van de tot aanvoertemperatuur tot C6: C Minimumbegrenzing instelbaar van 1 tot 127 C Maximumbegrenzing instelbaar van 10 tot 127 C Codering 2 In het totaaloverzicht vanaf pagina 98 worden alle mogelijke codeeradressen genoemd. 96

97 Coderingen Codering 2 (vervolg) De codeeradressen zijn volgens nevenstaande volgorde onderverdeeld. Eerst worden de mogelijke codeeradressen A0 tot FF voor het verwarmingscircuit A1 genoemd en daarna die voor de verwarmingscircuits M2/M3, weer beginnend met codeeradres A0. Codering 2 oproepen De volgende toetsen indrukken: 1. L + G ca 2s gelijktijdig indrukken. 2. d ter bevestiging. 3. a/b voor gewenste codeeradres, adres knippert. 4. d ter bevestiging, waarde knippert. 5. a/b voor de gewenste waarde. 6. d ter bevestiging, op de display verschijnt kort overgenomen, het adres knippert opnieuw. 7. a/b voor het kiezen van andere adressen. 8. L + G ca. 1 s gelijktijdig indrukken, codering 2 is beëindigd. 97 Service

98 Coderingen Codering 2 (vervolg) Totaaloverzicht Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 00 :1 Verw. circ. A1, zonder tapwateropwarming 00 :2 Verw. circ. A1, met tapwaterverwarming 00 :3 Verw. circ. M2, zonder tapwateropwarming 00 :4 Verw. circ. M2, met tapwaterverwarming 00 :5 Verw. circ. A1 en verw. circ. M2, zonder tapwateropwarming 00 :6 Verw. circ. A1 en verw. circ. M2, met tapwaterverwarming 00 :7 Verw. circ. M2 en verw. circ. M3, zonder tapwateropwarming 00 :8 Verw. circ. M2 en verw. circ. M3, met tapwaterverwarming 00:9 Verw.circ.A1,verw.circuitsM2enM3 zonder tapwateropwarming 00 :10 Verw. circ. A1, verw. circuitsm2enm3 met tapwaterverwarming 02:1 Tweetraps brander 02:0 Eentraps brander 02:2 Modulerende brander 03:0 Gaswerking 03:1 Olie (kan niet worden teruggezet) 03:2 Wordt automatisch ingesteld als een verkeerde of geen ketelcodeerstekker is aangesloten 98

99 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 04:... Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker 04:0 Schakelhysterese 4 K (zie pagina 76) ingesteld 04:1 Schakelhysterese warm- teafhankelijk (zie pagina 76) ERB50-functie (waarden van6tot12k) 04:2 ERB80-functie (waarden van6tot20k) 05:70 Branderkarakteristiek 05:0 Modulerende brander: Branderkarakteristiek lineair 06:87 Maximumbegrenzing vandeketelwatertemperatuur 87 ºC 08:... Maximumvermogen brander in kw Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld 09:... Maximumvermogen brander in kw Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld 0A:... Basisvermogen brander in kw Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld 05:1 tot 05:99 06:20 tot 06:127 08:0 tot 08:199 09:0 tot 09:199 0A:0 tot 0A:100 Branderkarakteristiek niet lineair (PT :Pmax) 100 PT in kw: deellastvermogen bij ⅓ vandelooptijd van de stelaandrijving Pmax in kw: maximumvermogen Maximumbegrenzing instelbaar van 20 tot 127 C Maximumvermogen instelbaar van 0 tot 199 kw Maximumvermogen instelbaar van 0 tot kw 1 instelstap 100 kw Branderkarakteristiek niet lineair (PG:Pmax) 100 % PG in kw: basisvermogen Pmax in kw: maximumvermogen 0C:0 Zonder functie 0C:1 Permanente retourtemperatuurregeling Service 99

100 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 0d:1 Met Therm-Control, werkt op mengkleppen van de nageschakelde verw. circuits 13:... Uitschakelverschil in K De brander wordt bij het overschrijden van de gewenste ketelwatertemperatuur uitgeschakeld. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld 14:... Minimumlooptijd van de brander in min Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld 15:10 Looptijd stelaandrijving mod. brander 10 s 16:... Offset brander bij optimaliseringvandestart in K (tijdelijke verlaging vandegewensteketelwatertemperatuur na branderstart) Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld 1A:... Optimalisering start in min Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld Mogelijke omstelling 0d:0 Zonder Therm-Control 13:0 Zonder uitschakelverschil 13:2 Uitschakelverschil instelbaar van 2 tot 20 K tot 13:20 14:0 tot 14:15 15:5 tot 15:199 16:0 tot 16:15 1A:0 tot 1A:60 Minimumlooptijd instelbaar van 0 tot 15 min Looptijd instelbaar van 5 tot 199 s Bij Vitocrossal, zie afzonderlijke servicehandleiding van Vitocrossal 300, type CV3, met MatriX-brander 15:19 instellen Offset instelbaar van 0 tot 15 K Tijdsduur van de optimalisering tijdens de start van0tot60min 100

101 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 1b:60 Tijd van het ontsteken van de brander tot het begin van de regeling 60 s 1C:120 Niet verstellen! 1F:0 Met rookgastemperatuursensor: Geen bewaking van de rookgastemperatuur voor onderhoudsindicator brander 21:0 Geen bedrijfsureninterval voor branderonderhoud 23:0 Geen tijdsinterval voor onderhoud ingesteld 24:0 Onderhoudsindicatie is teruggezet 26:0 Brandstofverbruik van de brander (1e trap); geen telling als 26:0 en 27:0 gecodeerd zijn 27:0 Brandstofverbruik van de brander (1e trap); geen telling als 26:0 en 27:0 gecodeerd zijn 28:0 Geen intervalontsteking vandebrander 29:0 Brandstofverbruik van de brander (2e trap); geen telling als 29:0 en 2A:0 gecodeerd zijn Mogelijke omstelling 1b:0 Regelvertraging instelbaar van 1 tot 199 s tot 1b:199 1F:1 tot 1F:50 21:1 tot 21:100 23:1 tot 23:24 Bij overschrijden van de grenswaarde voor de rookgastemperatuur van 10 tot 500 ºC volgt indicatie Onderhoud ; 1 instelstap 10 C Aantal bedrijfsuren van de brander tot aan het onderhoud instelbaar van 100 tot uur; 1 instelstap 100 uur Tijdsinterval instelbaar van 1 tot 24 maanden 24:1 Onderhoudsindicatie (adres wordt automatisch ingesteld) 26:1 tot 26:99 27:1 tot 27:199 Invoer van 0,1 tot 9,9; 1 instelstap 0,1 liter/h resp. gallon/h Invoer van 10 tot 1990; 1 instelstap 10 liter/h resp. gallon/h 28:1 Brander wordt na 5 uur gedurende 30 s geforceerd ingeschakeld 29:1 tot 29:99 Invoer van 0,1 tot 9,9; 1 instelstap 0,1 liter/h resp. gallon/h 101 Service

102 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 2A:0 Brandstofverbruik van de brander (2e trap); geen telling als 29:0 en 2A:0 gecodeerd zijn 2d:0 Bijmengpomp bij vraag Aan 40:125 Looptijd mengklepmotor 125 s 4A:0 Sensor aja niet aanwezig 4b:0 Sensor ajb niet aanwezig 4C:0 Aansluiting op stekker sö A1: CV-pomp 4d:1 Aansluiting op stekker sl: Bijmengpomp 4E:0 Aansluiting op stekker gs A1: Motor voor 3-wegmengklep voor de retourtemperatuurregeling 4F:5 Nalooptijd van de bijmeng- resp. ketelcircuitpomp 5 min Mogelijke omstelling 2A:1 Invoer van 10 tot 1990; tot 1 instelstap 10 liter/h 2A:199 resp. gallon/h 2d:1 bijmengpomp permanent Aan 40:5 Looptijd instelbaar van 5 tot tot 199 s 40:199 4A:1 Sensor aja aanwezig (bijv. temperatuursensor van Therm-Control); wordt automatisch herkend 4b:1 Sensor ajb aanwezig (bijv. temperatuursensor T2); wordt automatisch herkend 4C:1 primaire pomp boilerlaadsysteem 4C:2 Schakelcontact Therm- Control 4C:3 circulatiepomp rookgas-/ water-warmtewisselaar 4d:2 Ketelcircuitpomp 4E:1 Motor voor 3-weg-mengklep boilerlaadsysteem 4F:0 Geen pompnaloop 4F:1 Nalooptijd instelbaar van tot 1 tot 60 min 4F:60 102

103 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 54:0 Zonder solarregeling 54:1 Met Vitosolic100; wordt automatisch herkend 54:2 Met Vitosolic200; wordt automatisch herkend 55:0 Boilerverwarming, hysterese ± 2,5 K 55:1 Adaptieve boilerverwarming actief (zie pagina 90) 55:2 Boilertemperatuurregeling met 2 boilertemperatuursensoren (zie pagina 91) 55:3 Boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem (zie pagina 92) 56:0 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 10 tot 60 C 56:1 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 10 tot 95 C Opmerking Max. toegestane tapwatertemperatuur respecteren. Temperatuurregelaar R omzetten. 58:0 Zonder bijkomende functie voor tapwateropwarming 59:0 Boilerverwarming inschakelpunt: gew. waarde -2,5 K Uitschakelpunt: gew. waarde +2,5 K 58:1 tot 58:95 59:1 tot 59:10 Invoer van een 2e gewenste tapwatertemperatuur; instelbaar van 1 tot 95 C (codeeradres 56 respecteren) Inschakelpunt instelbaar van 1 tot 10 K onder gewenste waarde 5A:0 Zonder functie 5A:1 Gevraagde aanvoertemperatuur van de warmwaterboiler is maximumwaarde van de installatie 103 Service

104 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 60:20 Tijdens de tapwateropwarmingisdeketelwatertemperatuur max. 20 K hoger dan de gewenste tapwatertemperatuur 61:1 Boilerlaadpomp schakelt direct in 62:10 Boilerlaadpomp met max. 10 min naloop 64:2 Tijdens de partywerking en na externe omschakeling bij werking met voortdurend normale ruimtetemperatuur: Voortdurend tapwateropwarming vrijgegeven en circulatiepomp ingeschakeld 66:4 Invoer van de gewenste tapwatertemperatuur: op de bedieningseenheidvanderegelingen alle aanwezige afstandsbedieningen Vitotrol 300 Mogelijke omstelling 60:10 Verschil tussen ketelwatertemperatuur en ge- tot 60:50 wenste tapwatertemperatuur instelbaar van 10 tot 50 K 61:0 Boilerlaadpomp wordt afhankelijk van de ketelwatertemperatuur ingeschakeld 62:0 Boilerlaadpomp zonder naloop 62:1 tot 62:15 Max. nalooptijd instelbaar van 1 tot 15 min 64:0 Geen tapwaterverwarming, circulatiepomp Uit 64:1 Tapwateropwarming en circulatiepomp volgens tijdprogramma 66:0 Op bedieningseenheid 66:1 Op bedieningseenheid en afstandsbediening verw. circ. A1 66:2 Op bedieningseenheid en afstandsbediening verw. circ. M2 66:3 Op bedieningseenheid en afstandsbediening verw. circ. M3 66:5 Op afstandsbediening verw. circ. A1 66:6 Op afstandsbediening verw. circ. M2 66:7 Op afstandsbediening verw. circ. M3 104

105 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 67:40 Met Vitosolic: 3. gew. tapwatertemperatuur 40 C. Boven de ingestelde temperatuur is de nalaadonderdrukking actief. De warmwaterboiler wordt nu door de solarinstallatie verwarmd. 68:8 Met 2 boilertemperatuursensoren (codering 55:2 ): uitschakelpunt van de boilerverwarming bij gew. waarde x 0,8 69:7 Met 2 boilertemperatuursensoren (codering 55:2 ): inschakelpunt van de boilerverwarming bij gew. waarde x 0,7 70:0 Tapwatercirculatiepomp bij vrijgegeven tapwaterverwarming volgens tijdprogramma Aan 71:0 Tapwatercirculatiepomp: volgens tijdprogramma Aan 72:0 Tapwatercirculatiepomp: volgens tijdprogramma Aan Mogelijke omstelling 67:0 Zonder 3e gew. tapwatertemperatuur 67:1 Invoer van een 3e gew. tot tapwatertemperatuur; 67:95 instelbaar van 1 tot 95 C, afhankelijk van instelling codeeradres 56 68:2 tot 68:10 69:1 tot 69:9 Factor instelbaar van 0,2 tot 1; 1 instelstap 0,1 Factor instelbaar van 0,1 tot 0,9; 1 instelstap 0,1 70:1 Tapwatercirculatiepomp volgens tijdprogramma Aan 71:1 Uit tijdens de tapwateropwarming tot de 1e gewenste waarde 71:2 Aan tijdens de tapwateropwarming tot de 1e gewenste waarde 72:1 Uit tijdens de tapwateropwarming tot de 2e gewenste waarde 72:2 Aan tijdens de tapwateropwarming tot de 2e gewenste waarde 105 Service

106 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 73:0 Tapwatercirculatiepomp: volgens tijdprogramma Aan 75:0 Tapwatercirculatiepomp tijdens de spaarwerking volgens tijdprogramma Aan 76:0 Zonder communicatiemodule LON 77:1 LON-deelnemersnummer 78:1 Communicatie LON vrijgegeven 79:1 Regeling is foutmanager 7A:0 Zonder centrale bedieningvandeverwarmingscircuits 7b:1 Met communicatiemodule LON: regeling zendt tijd 7F:1 Eengezinswoning (zie pagina 87) Mogelijke omstelling 73:1 Tijdens het tijdprogramma tot 73:6 1maal/h gedurende 5 min Aan tot 6 maal/h gedurende 5 min Aan 73:7 Permanent Aan 75:1 Tapwatercirculatiepomp tijdens de spaarwerking volgens tijdprogramma Uit 76:1 Met communicatiemodule LON; wordt automatisch herkend 77:1 tot 77:99 LON-deelnemersnummer instelbaar van 1 tot 99 Opmerking Elk nummer mag slechts eenmaal worden toegekend. 78:0 Communicatie LON geblokkeerd 79:0 Regeling is niet foutmanager 7A:1 Met centrale bediening (zie pagina 82) Verwarmingscircuit A1 7A:2 Verw. circ. M2 7A:3 Verwarmingscircuit M3 7b:0 Tijd niet verzenden 7F:0 Meergezinswoning (zie pagina 88) 106

107 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 80:6 Storingsmelding volgt als storing min. 30 s aanwezig is 81:1 Automatische omschakeling zomer-/wintertijd Opmerking Codeeradressen 82 tot 87 alleen mogelijk als codering 81:1 is ingesteld. 82:3 Begin zomertijd: Maart 83:5 Begin zomertijd: week 5 van de gekozen maand 84:7 Begin zomertijd: laatste zondag van de gekozen maand 85:10 Begin wintertijd: Oktober 86:5 Begin wintertijd: week 5 van de gekozen maand 87:7 Begin zomertijd: laatste zondag van de gekozen maand 88:0 Temperatuureenheid ºC (Celcius) 89:1 Automatische herkenning van deelnemers op de KM-BUS 8A:175 Niet verstellen! Mogelijke omstelling 80:0 Storingsmelding direct 80:2 Storingsmelding volgt tot vertraagd, 80:199 instelbaar van 10 tot 995 s; 1 instelstap 5s 81:0 Handmatige omschakeling zomer-/wintertijd 81:2 Gebruik van de draadloze tijdmodule wordt automatisch herkend 81:3 Met communicatiemodule LON: regeling ontvangt tijd 82:1 tot 82:12 83:1 tot 83:5 84:1 tot 84:7 85:1 tot 85:12 86:1 tot 86:5 87:1 tot 87:7 Januari tot december Week 1 tot week 5 van de gekozen maand Maandag tot zondag Januari tot december Week 1 tot week 5 van de gekozen maand Maandag tot zondag 88:1 Temperatuureenheid F (Fahrenheit) 89:0 Geen herkenning deelnemers 107 Service

108 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 8E:4 Weergave en bevestiging van storingen: op de bedieningseenheidvanderegelingen alle aanwezige afstandsbedieningen Vitotrol 90:128 Tijdconstante voor de berekening van de gewijzigde buitentemperatuur 21,3 uur 91:0 Aansluiting op klemmen 1en2vanstekkeraVD inactief (externe omschakeling werkingsprogramma) (zie pagina 28) 92:165 Niet verstellen! Wordt alleen getoond als 8A:176 gecodeerd is. 93:0 Verzamelstoringsmelding bij service-testfunctie/onderhoudsindicatie werkt niet op verzamelstoring 94:0 Zonder stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Mogelijke omstelling 8E:0 Op bedieningseenheid 8E:1 Op bedieningseenheid en afstandsbediening verw. circ. A1 8E:2 Op bedieningseenheid en afstandsbediening verw. circ. M2 8E:3 Op bedieningseenheid en afstandsbediening verw. circ. M3 90:1 tot 90:199 Afhankelijk van de ingestelde waarde snelle (lagere waarden) resp. langzame (hogere waarden) aanpassing van de aanvoertemperatuur bij wijziging van de buitentemperatuur; 1 instelstap = 10 min 91:1 Contact werkt op de volgende verw. circuits: Verwarmingscircuit A1 91:2 Verw. circ. M2 91:3 Verw. circuits A1 en M2 91:4 Verwarmingscircuit M3 91:5 Verw. circuits A1 en M3 91:6 verw. circuits M2 en M3 91:7 Verw. circuits A1, M2 en M3 93:1 Verzamelstoringsmelding bij service-testfunctie/onderhoudsindicatie werkt niet op verzamelstoring 94:1 Met stekkeradapter; wordt automatisch herkend 108

109 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 96:1 Met printplaat mengklepuitbreiding 97:2 Met communicatiemodule LON: regeling zendt buitentemperatuur naar Vitotronic 200-H 98:1 Viessmann installatienummer (in combinatie met bewaking van meerdere installaties via Vitocom 300) 99:0 Aansluiting op klemmen 2en3vanstekkeraVD inactief (extern blokkeren/extern Mengklep dicht ) (ziepagina28) Mogelijke omstelling 96:0 Zonder printplaat mengklepuitbreiding 97:0 Buitentemperatuur van op de regeling aangesloten sensor wordt alleen intern gebruikt 97:1 Regeling ontvangt buitentemperatuur van Vitotronic 200-H 98:1 Installatienummer instelbaar van 1 tot 5 tot 98:5 99:1 Zonder functie 99:2 Extern Mengklep dicht Verw. circ. M2 99:3 Zonder functie 99:4 Extern Mengklep dicht Verwarmingscircuit M3 99:5 Zonder functie 99:6 Extern Mengklep dicht verw. circuits M2 en M3 99:7 Zonder functie 99:8 extern afsluiten 99:9 Zonder functie 99:10 Extern blokkeren/extern Mengklep dicht Verw. circ. M2 99:11 Zonder functie 99:12 Extern blokkeren/extern Mengklep dicht Verwarmingscircuit M3 99:13 Zonder functie 99:14 Extern blokkeren/extern Mengklep dicht verw. circuits M2 en M3 99:15 Zonder functie 109 Service

110 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand 9A:0 Aansluiting op klemmen 1en2vanstekkeraVD inactief (extern Mengklep open ) (ziepagina 28) 9b:70 Minimale gewenste ketelwatertemperatuur bij externe vraag (aansluiting op klemmen 2 en 3 van stekker avh) 70 C 9C:20 Bewaking LON-deelnemer: Als een deelnemer niet antwoordt, worden na 20 min intern ingestelde regelwaarden gebruikt en volgt er een storingsmelding 9d:0 Zonder functie-uitbreiding 0 tot10 V 9F:8 Temperatuurverschil 8K,alleenincombinatie met verw. circ. M2/ M3 A0:0 Zonder afstandsbediening Mogelijke omstelling 9A:1 Zonder functie 9A:2 Extern Mengklep open Verw. circ. M2 9A:3 Zonder functie 9A:4 Extern Mengklep open Verwarmingscircuit M3 9A:5 Zonder functie 9A:6 Extern Mengklep open verw. circuits M2 en M3 9A:7 Zonder functie 9b:0 Geen instelling gew. waarde 9b:1 Gew. waarde instelbaar tot van1tot127 C 9b:127 9C:0 Geen bewaking 9C:5 tot 9C:60 Tijd instelbaar van 5 tot 60 min 9d:1 Met functie-uitbreiding; wordt automatisch herkend 9F:0 tot 9F:40 Temperatuurverschil instelbaar van 0 tot 40 A0:1 Met Vitotrol 200; wordt automatisch herkend A0:2 Met Vitotrol 300; wordt automatisch herkend 110

111 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand A2:2 Met boilervoorrang op CV-pomp en mengklep A3:2 Buitentemperatuur onder 1 C: CV-pomp Aan Buitentemperatuur boven 3 C: CV-pomp Uit Mogelijke omstelling A2:0 Zonder boilervoorrang op CV-pomp en mengklep A2:1 Met boilervoorrang op mengklep: Tijdens de boilerverwarming is de mengklep gesloten, de CV-pomp loopt A2:3 Glijdende voorrang op tot mengklep, d.w.z. het verwarmingscircuit krijgt een A2:15 gereduceerde warmtehoeveelheid A3: 9 tot A3:15 CV-pomp Aan / Uit zie volgende tabel! Opgelet Bij instellingen onder 1 C bestaat het gevaar dat leidingen die zich buiten de isolatie van het huis bevinden bevriezen. Voorzichtigheid is vooral geboden bij de afschakelwerking, bijv. tijdens vakantie. Parameter CV-pomp adres A3:... Aan Uit 9 10 C 8 C 8 9 C 7 C 7 8 C 6 C 6 7 C 5 C 5 6 C 4 C 4 5 C 3 C 3 4 C 2 C 2 3 C 1 C 1 2 C 0 C 0 1 C 1 C 1 0 C 2 C Service 111

112 Coderingen Codering 2 (vervolg) Parameter CV-pomp adres A3:... Aan Uit 2 tot 1 C tot 3 C tot C 16 C Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling A4:0 Met vorstbescherming A4:1 Geen vortsbescherming, instelling alleen mogelijk als codering A3:-9 ingesteld is. A5:5 Met CV-pomplogica (spaarschakeling): CV-pomp Uit als buitentemperatuur (AT) 1 K hoger is dan gewenste ruimtetemperatuur (RTGewenst) AT > RTGewenst +1K Opmerking Aanwijzing bij codering A3 respecteren. A5:0 Zonder CV-pomplogica A5:1 Met CV-pomplogica: tot CV-pomp Uit, zie volgende A5:15 tabel Parameter Met CV-pomplogica: CV-pomp Uit adres A5:... 1 AT > RTGewenst +5K 2 AT > RTGewenst +4K 3 AT > RTGewenst +3K 4 AT > RTGewenst +2K 5 AT > RTGewenst +1K 6 AT > RTGewenst 7 AT > RTGewenst -1 K tot tot 15 AT > RTGewenst -9 K 112

113 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand A6:36 Uitgebreide spaarschakeling inactief A7:0 Zonder mengklepspaarfunctie A9:7 Met pompstilstandtijd: CV-pomp Uit bij gewijzigde instelling door verandering van werking of gewenste ruimtetemperatuur AA:2 Met vermogensreductie door temperatuursensor aja Mogelijke omstelling A6:5 Uitgebreide spaarschakeling actief, d.w.z. bij tot A6:35 een variabel instelbare waarde van 5 tot 35 C plus 1 C worden de brander en CV-pomp uitgeschakeld. De mengklep wordt gesloten. Als basis geldt de gecorrigeerde buitentemperatuur, die samengesteld is uit de werkelijke buitentemperatuur en een tijdconstante. De tijdconstante houdt rekening met de afkoeling van een gemiddeld gebouw. A7:1 Met mengklepspaarfunctie (uitgebreide CV-pomplogica): CV-pomp bovendien Uit : als de mengklep langer dan20min.dichtstaat CV-pomp Aan : & Mengklep komt in regelfunctie of & Na een boilerverwarming (gedurende 20 min) of & Bij vorstgevaar A9:0 Zonder pompstilstandtijd A9:1 tot A9:15 AA:0 AA:1 Pompstilstandtijd instelbaar van 1 tot 15 Zonder vermogensreductie Zonder functie Service 113

114 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand b0:0 Met afstandsbediening* 1 : Ruimteverwarming/ verl. werking: weersafhankelijk b1: Niet verstellen! b2:8 Met afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met ruimtetemperatuurbijschakeling gecodeerd zijn* 1 : Ruimte-invloedfactor 8 b5:0 Met afstandsbediening* 1 : geen CV-pomplogica afhankelijk van ruimtetemperatuur Mogelijke omstelling b0:1 Verwarming: weersafhankelijk verl. werking: met ruimtetemperatuur-bijschakeling b0:2 Verwarming: met ruimtetemperatuur-bijschakeling verl. werking: weersafhankelijk b0:3 Ruimteverwarming/ verl. werking: met ruimtetemperatuur-bijschakeling b2:0 Zonder ruimte-invloed b2:1 Ruimte-invloedsfactor instelbaar van 1 tot 31 tot b2:31 b5:1 tot b5:8 CV-pomplogica zie volgende tabel: Parameter adres b5:... Met CV-pomplogica: CV-pomp Uit CV-pomp Aan 1 RTWerkelijk >RTGewenst +5K RTWerkelijk <RTGewenst +4K 2 RTWerkelijk >RTGewenst +4K RTWerkelijk <RTGewenst +3K 3 RTWerkelijk >RTGewenst +3K RTWerkelijk <RTGewenst +2K 4 RTWerkelijk >RTGewenst +2K RTWerkelijk <RTGewenst +1K 5 RTWerkelijk >RTGewenst +1K RTWerkelijk <RTGewenst 6 RTWerkelijk >RTGewenst RTWerkelijk <RTGewenst -1 K 7 RTWerkelijk >RTGewenst 1K RTWerkelijk <RTGewenst -2 K 8 RTWerkelijk >RTGewenst 2K RTWerkelijk <RTGewenst -3 K *1 Codering alleen wijzigen van het verw. circ. A1 bij ketels zonder laagste temperatuurbegrenzing of van het mengklepcircuit als de afstandsbediening hierop werkt. 114

115 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand b6:0 Met afstandsbediening* 1 : Zonder snelle opwarming/snelle afkoeling b7:0 Met afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met ruimtetemperatuurbijschakeling gecodeerd zijn* 1 : Zonder optimalisering inschakeltijd b8:10 Met afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met ruimtetemperatuurbijschakeling gecodeerd zijn* 1 : Opwarmgradiënt optimalisering inschakeltijd 10 min/k b9:0 Met afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met ruimtetemperatuurbijschakeling gecodeerd zijn* 1 : Zonder aanleren van de optimalisering inschakeltijd C0:0 Met afstandsbediening* 1 : Zonder optimalisering uitschakeltijd Mogelijke omstelling b6:1 Met snelle opwarming/ snelle afkoeling (zie pagina 79) b7:1 Met optimalisering inschakeltijd (max. verschuiving 2 uur 30 min b7:2 Met optimalisering inschakeltijd (max. verschuiving 15 uur 50 min b8:11 tot b8:255 Opwarmgradiënt instelbaar van 11 tot 255 min/k b9:1 Met aanleren van de optimalisering van de inschakeltijd C0:1 Met optimalisering uitschakeltijd (max. verschuiving 1 uur) C0:2 Met optimalisering uitschakeltijd (max. verschuiving 2 uur) Service *1 Codering alleen wijzigen van het verw. circ. A1 bij ketels zonder laagste temperatuurbegrenzing of van het mengklepcircuit als de afstandsbediening hierop werkt. 115

116 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand C1:0 Met afstandsbediening* 1 : Zonder optimalisering uitschakeltijd C2:0 Met afstandsbediening* 1 : Zonder aanleren optimalisering uitschakeltijd C3:125 Looptijd van de mengklep 125 s C4:1 Installatiedynamiek Regelgedrag van de mengklep C5:20 Elektronische minimumbegrenzing van de aanvoertemperatuur op 20 C (alleen bij werking op normale ruimtetemperatuur) C6:75 Elektronische maximumbegrenzing van de aanvoertemperatuur op 75 C Mogelijke omstelling C1:1 Met optimalisering uitschakeltijd (max. ver- tot C1:12 schuiving van 10 tot 120 min) 1 instelstap 10 min C2:1 Met aanleren van de optimaliseringvandeuitschakeltijd C3:10 tot C3:255 C4:0 tot C4:3 C5:1 tot C5:127 C6:10 tot C6:127 Looptijd instelbaar van 10 tot 255 s Regelaar werkt te snel (pendelt van Open naar Dicht ): een lagere waarde instellen Regelaar werkt te langzaam (onvoldoende handhaving temperatuur): een hogere waarde instellen Minimumbegrenzing instelbaar van 1 tot 127 C Maximumbegrenzing instelbaar van 10 tot 127 C *1 Codering alleen wijzigen van het verw. circ. A1 bij ketels zonder laagste temperatuurbegrenzing of van het mengklepcircuit als de afstandsbediening hierop werkt. 116

117 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling C8:8 Met afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de C8:1 tot C8:30 Begrenzing ruimte-invloed instelbaar van 1 tot 30 K werking met ruimtetemperatuurbijschakeling gecodeerd zijn* 1 : Zonder ruimte-invloed d5:0 Met externe omschakeling van het werkingsprogramma: Werkingsprogramma schakelt om op Permanente d5:1 Werkingsprogramma schakelt om op Permanente ruimteverwarming op normale ruimtetemperatuurming ruimteverwar- op verlaagde ruimtetemperatuur E1:1 Met afstandsbediening: Gewenste dagwaarde E1:0 Gewenste dagwaarde instelbaar van 3 tot 23 C op de afstandsbediening instelbaar van 10 E1:2 Gewenste dagwaarde instelbaar van 17 tot 37 C tot 30 C E2:50 Met afstandsbediening Geen indicatiecorrectie werkelijke ruimtetemperatuur E2:0 tot E2:49 indicatiecorrectie -5 K tot indicatiecorrectie -0,1 K E2:51 tot E2:99 indicatiecorrectie +0,1 K tot indicatiecorrectie +4,9 K F1:0 Estrikfunctie niet actief F1:1 tot F1:4 Estrikfunctie instelbaar volgens 4 selecteerbare temperatuurtijdprofielen (zie pagina 80) F2:8 Begrenzing in tijd voor F2:0 Geen tijdsbegrenzing partywerking 8 uur* 2 voor partywerking* 2 F2:1 tot F2:12 Begrenzing in tijd instelbaar van 1 tot 12 uur* 2 Service *1 Codering alleen wijzigen van het verw. circ. A1 bij ketels zonder laagste temperatuurbegrenzing of van het mengklepcircuit als de afstandsbediening hierop werkt. *2 De partywerking eindigt in het programma Verwarmen en warm water automatisch bij het omschakelen naar werking op normale ruimtetemperatuur. 117

118 Coderingen Codering 2 (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling F8: 5 Temperatuurgrens voor het opheffen van de verlaagde werking - F8:+10 tot F8: 60 5 ºC, zie voorbeeld op pagina 84. Instelling codeeradres A3 respecteren. F8: 61 Functie inactief F9: 14 Temperatuurgrens voor F9:+10 verhoging van de gewenste tot verlaagde ruim- F9: 60 tetemperatuur 14 ºC, zie voorbeeld op pagina 84. FA:20 Verhoging van de gewenste FA:0 ketel- resp. aan- tot voertemperatuur bij de FA:50 overgang van werking op verlaagde ruimtetemperatuur naar werking op normale ruimtetemperatuur met 20 %. Zie voorbeeld op pagina 85 Fb:30 Tijdsduur voor de verhoging Fb:0 van de ge- tot wenste ketelwaterresp. Fb:150 aanvoertempera- tuur (zie codeeradres FA ) 60 min. Zie voorbeeld op pagina 85. Temperatuurgrens instelbaar van +10 tot -60 C Temperatuurgrens instelbaar van +10 tot -60 C Temperatuurverhoging instelbaar van 0 tot 50% Periode instelbaar van 0 tot 300 min; 1 instelstap 2min) 118

119 Schema's Aansluiting en bedradingsschema Overzicht Service 119

120 Schema's Aansluiting en bedradingsschema (vervolg) A1 A2 A3 A4 A5 A6 Printplaat mengklepuitbreiding Basisprintplaat laagspanning Basisprintplaat 230 V Elektronicaprintplaat voor mengklepuitbreiding Printplaat keuzetoetsen verwarmingscircuit bedieningseenheid A7 Printplaat Optolink/service-testschakelaar A8 Elektronicaprintplaat A9 Ketelcodeerstekker A10 Communicatiemodule LON (accessoires) A11 Printplaat voor voedingseenheid A12 Ketelregelaar X Elektrische poorten 120

121 Schema's Aansluiting en bedradingsschema (vervolg) Basisprintplaat laagspanning Service 121

122 Schema's Aansluiting en bedradingsschema (vervolg)! Buitentemperatuursensor/ draadloze tijdmodule Keteltemperatuursensor % Boilertemperatuursensor/2e boilertemperatuursensor bij boilerlaadsysteem ag Rookgastemperatuursensor aja Temperatuursensor Therm- Control of Retourtemperatuursensor T1 ajb Retourtemperatuursensor T2 of Temperatuursensor boilerlaadsysteem avd Externe bijschakeling avg KM-BUS-deelnemer avh LON S3 V1 V2 X Externe bijschakeling Verbindingskabel voor gegevensuitwisseling van de regelingen (accessoires) Service-testschakelaar S Storingsindicatie (rood) Werkingsindicatie (groen) Elektrische poorten 122

123 Schema's Aansluiting en bedradingsschema (vervolg) Printplaat mengklepuitbreiding Service? Aanvoertemperatuursensoren sö CV-pompen gs Mengklepmotoren K1-K6 Relais X Elektrische poorten 123

124 Schema's Aansluiting en bedradingsschema (vervolg) Basisprintplaat 230 V 124

125 Schema's Aansluiting en bedradingsschema (vervolg) sö sa sk sl fö fa gö gs CV-pomp of primaire pomp boilerlaadsysteem of circulatiepomp rookgas-/ water-warmtewisselaar of schakeluitgang Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming (accessoires) Tapwatercirculatiepomp (installateur) Bijmengpomp resp. ketelcircuitpomp (installateur) Netaansluiting, 230 V/50 Hz Olie-/gasbrander Verzamelstoringsmelding Mengklepmotor retourtemperatuurregeling of Motor voor 3-weg-mengklep boilerlaadsysteem lö Brander 2e trap/modulerend abö Externe aansluitingen (bij aansluiting brug verwijderen) a Externe veiligheidsinrichtingen b extern afsluiten aba Veiligheidscircuit (spanningsloos) abh Netaansluiting voor accessoires F1, F2 Zekering F6 Veiligheidstemperatuurbegrenzer E 110 C(100 C) F7 Temperatuurregelaar R 95 C (100 C, 110 C) K1-K10 Relais S1 Netschakelaar 8 S2 TÜV-testtoets X Elektrische poorten Service 125

126 Onderdelen Onderdelen uit de onderdelenlijst Basisprintplaat 230 V & Relais en uitgangen voor het aansturen van de pompen, stelorganen en brander & Steekplaats voor de printplaat van de netvoeding en ketelregelaar Basisprintplaat laagspanning & Aansluitstekkers voor sensoren, communicatieverbindingen en externe bijschakelingen & Steekplaatsen voor elektronicaprintplaat, printplaat netvoeding, communicatiemodule LON, bedieningseenheid, ketelcodeerstekker en printplaat Optolink Printplaat netvoeding Voeding laagspanning voor de gehele elektronica. Elektronicaprintplaat Microprocessor met software. Vervanging van de printplaat 1. Coderingen en instellingen van de regeling noteren. 3. Codering 8A:176 instellen en codeeradres 92 op 92:165 zetten. 2. Printplaat vervangen. 126

127 Onderdelen Onderdelen uit de onderdelenlijst (vervolg) Printplaat mengklepuitbreiding De printplaat heeft de relais voor het aansturen van de mengklepmotor en de CV-pomp van de mengklepcircuits. Elektronicaprintplaat mengklepuitbreiding De printplaat wordt op de printplaat van de mengklepuitbreiding geplaatst. Alle gegevens worden verwerkt en de relais aangestuurd. Printplaat Optolink/service-testschakelaar & Indicatie bedrijfsklaar & Indicatie van storingen & Optolink laptop-poort & Service-testschakelaar Service-testfunctie voor rookgasmetingen met kortstondig verhoogde ketelwatertemperatuur. In stand h worden de volgende functies geactiveerd: & Branderinschakeling (kan vertraagd worden door voorverwarming stookolie of bijluchtinrichting Vitoair of rookgasklep) & Inschakeling van alle pompen & Mengklep blijft in regelfunctie & Regeling van de ketelwatertemperatuur door de temperatuurregelaar R Bedieningseenheid Instellingen: & Werkingsprogramma & Gewenste waarden & Schakeltijden & Stooklijn (steilheid en niveau) & Datum & Tijd & Spaar- en partywerking Indicaties: & Temperaturen & Bedrijfstoestanden & Storingen Service 127

128 Onderdelen Onderdelen uit de onderdelenlijst (vervolg) Frontplaat met keuzetoetsen verwarmingscircuit Weergave en keuze van het verwarmingscircuit. Veiligheidsgedeelte & Veiligheidstemperatuurbegrenzer & Temperatuurregelaar & Zekeringen & Netschakelaar & TÜV-toets Zekeringen F1: & T6,3 A, 250 V & Schakelvermogen H & Max. vermogensverlies 2,5 W & Beveiliging van de stelorganen, de pompen en de elektronica F2: & T6,3 A, 250 V & Schakelvermogen H & Max. vermogensverlies 2,5 W & Beveiliging van de brander Branderaansluitkabels & Voor verwarmingsketels met olie-/ gas-ventilatorbranders, aansluiting ziepagina30 & Voor verwarmingsketels met brander zonder ventilator, aansluiting zie pagina

129 Onderdelen Onderdelen uit de onderdelenlijst (vervolg) Communicatiemodule LON Demodulewordtinderegelinggestoken. Onderbreking van de communicatie wordt aangegeven (zie pagina 69). A Regeling of Vitocom 300 B Verbindingskabel, bestelnr C Afsluitweerstand, bestelnr TÜV-toets Voor controle van de veiligheidstemperatuurbegrenzer. Beschrijving zie pagina 42. Stekker abö Voor de aansluiting van externe veiligheidsinrichtingen, zie pagina 26. Veiligheidstemperatuurbegrenzer & Bij levering op 110 C ingesteld, om te zetten op 100 C & Elektromechanische temperatuurschakelaar volgens het principe van vloeistofuitzetting met vergrendeling & Eigen beveiliging; bij een lekke capillaire buis of omgevingstemperaturen lager dan 10 ºC volgt eveneens vergrendeling & Begrenst de ketelwatertemperatuur tot de max. toegestane waarde door uitschakelen en vergrendelen & Centrale bevestiging M10, capillair 3600 mm lang, voeler 7 3 mm, 180 mm lang & Elektrische controle & Functiecontrole met TÜV-toets 129 Service

130 Onderdelen Onderdelen uit de onderdelenlijst (vervolg) Temperatuurregelaar & Bijleveringop95 Cingesteld,om te zetten op 100 C Opmerking Omlaag min. 20 K hoger dan de tapwatertemperatuur, omhoog min. 15 K lager dan veiligheidstemperatuurbegrenzer instellen. & Elektromechanische temperatuurschakelaar volgens het principe van vloeistofuitzetting & Regelt de max. ketelwatertemperatuur (bijv. in installateur-testfunctie) & Instellas 6 mm afgevlakt, instelknop aan de voorzijde op de as geschoven & Capillair 3600 mm lang, voeler 7 3mm,180mmlang & Elektrische controle & Functiecontrole met installateurtestfunctie 130

131 Onderdelen Onderdelen uit de onderdelenlijst (vervolg) Keteltemperatuursensor en boilertemperatuursensor Aansluiting Zie hoofdstuk Sensoren aansluiten. Sensor controleren 1. Stekker resp. % los trekken. 2. Weerstand van de sensor op klemmen 1 en 2 resp. 2 en 3, als een 2. boilertemperatuursensor aangesloten is, van de stekker meten. 3. Meetresultaat met de werkelijke temperatuur vergelijken (opvragen zie hoofdstuk Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte info's ). Bij sterke afwijking montage controlerenenevt.sensorvervangen. Technische gegevens Beschermingsgraad: IP 32 Toegest. omgevingstemperatuur & bij werking Keteltemperatuursensor 0tot+130 C Boilertemperatuursensor 0tot+90 C & bij opslag en transport -20 tot + 70 C Service 131

132 Onderdelen Onderdelen uit de onderdelenlijst (vervolg) Klemtemperatuursensor en dompeltemperatuursensor Voor de registratie van de aanvoer- resp. retourtemperatuur Aansluiting Zie hoofdstuk Sensoren aansluiten. Sensor controleren 1. Stekker? resp. aj los trekken. 2. Weerstand van de sensor op klemmen 1 en 2 vandestekker meten. 3. Meetresultaat met de werkelijke temperatuur vergelijken (opvragen zie hoofdstuk Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte info's ). Bij sterke afwijking montage controlerenenevt.sensorvervangen. Technische gegevens Beschermingsgraad IP 32 Toegest. omgevingstemperatuur & bij werking 0 tot C & bij opslag en transport -20 tot + 70 C 132

133 Onderdelen Onderdelen uit de onderdelenlijst (vervolg) Buitentemperatuursensor Aansluiting Zie hoofdstuk Sensoren aansluiten. Buitentemperatuursensor controleren 1. Stekker! los trekken. 2. Weerstand van de sensor op klemmen 1 en 2 vandestekker meten. 3. Bij sterke afwijking van de stooklijn aders op de sensor afklemmen en meting direct op de sensor herhalen en met werkelijke temperatuur vergelijken (opvragen zie hoofdstuk Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte info's ). 4. Afhankelijk van het meetresultaat kabel of buitentemperatuursensor vervangen. 5. Werkelijke temperatuur opvragen (zie bovengenoemde hoofdstuk). Technische gegevens Beschermingsgraad IP 43 Toegest. omgevingstemperatuur bij werking, opslag en transport 40 tot + 70 C Service 133

134 Onderdelen Draadloze tijdmodule, bestelnr Via de draadloze tijdmodule wordt de tijd op de regeling en evt. aangesloten afstandsbedieningen volautomatisch ingesteld. A Buitentemperatuursensor B Draadloze tijdmodule C Groene LED D Rode LED E Antenne Aansluiting 2-aderige kabel, max. 35 m lang bij een kabeldiameter van 1,5 mm 2. Ontvangst controleren Bij ontvangst knippert de groene LED van de draadloze tijdmodule. Als de rode LED brandt, antenne zo draaien tot door knipperen van de groene LED de ontvangst wordt bevestigd. 134

135 Onderdelen Draadloze tijdmodule, bestelnr (vervolg) Technische gegevens Beschermingsgraad IP 43 Toegest. omgevingstemperatuur bij werking, opslag en transport 40 tot + 70 C Rookgastemperatuursensor, bestelnr De sensor bewaakt de ingevoerde grenswaarde (zie codeeradres 1F ). Aansluiting Zie hoofdstuk Sensoren aansluiten. Service 135

136 Onderdelen Rookgastemperatuursensor, bestelnr (vervolg) Rookgastemperatuursensor controleren 1. Stekker ag los trekken. 2. Weerstand van de sensor op klemmen 1 en 2 vandestekker meten. Technische gegevens 3. Meetresultaat met de werkelijke temperatuur vergelijken (opvragen zie hoofdstuk Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte info's ). Bij sterke afwijking montage controlerenenevt.sensorvervangen. Beschermingsgraad IP 60 Toegest. omgevingstemperatuur & bij werking 0 tot C & bij opslag en transport -20 tot + 70 C 136

137 Uitbreidingsset voor mengklepcircuit, bestelnr Onderdelen: & Mengklepmotor met aansluitkabel, 4,2 m lang & Stekker voor aansluiting van de CVpomp & Aanvoertemperatuursensor als klemtemperatuursensor voor de registratie van de aanvoertemperatuur Onderdelen Aavoertemperatuursensor Zie klemtemperatuursensor pagina 132. Mengklepmotor, bestelnr A 3-polige stekker in de mengklepmotor Mengklep open ~ Mengklep dicht Service Draairichting wijzigen Voor de installatievoorbeelden op pagina 141 moet de draairichting worden gewijzigd. Afdekkap los schroeven en stekker A 180 gedraaid erin steken. 137

138 Onderdelen Uitbreidingsset voor mengklepcircuit, bestelnr.... (vervolg) Draairichting controleren Met de relaistest van de regeling (zie pagina 45) wordt de mengklep geopend en gesloten. Manueel verstellen van de mengklep Motorhendel optillen, mengklepgreep loskoppelen en stekker A los trekken. Technische gegevens Nom. spanning 230 V Nominale frequentie 50 Hz Opg. vermogen 4 W Beschermingsgraad IP 42 Draaimoment 3 Nm Looptijd voor s Mengklepmotor, bestelnr Voor verwarmingsmengklep DN 40 en 50. A Mengklepmotor 138 B Koppelingsschakelaar

139 Onderdelen Mengklepmotor, bestelnr (vervolg) Mengklep open ~ Mengklep dicht Draairichting wijzigen Voor de installatievoorbeelden op pagina 141 moet de draairichting worden gewijzigd. Aders op klemmen Y1 en Y2 vervangen. Draairichting controleren Met de relaistest van de regeling (zie pagina 45) wordt de mengklep geopend en gesloten. Handmatig verstellen van de mengklep Koppelingsschakelaar B in stand MAN. Technische gegevens Nom. spanning Nom. frequentie Opg. vermogen 230 V 50 Hz 3 W Beschermingsgraad IP 42 Draaimoment 5 Nm Looptijd voor s Service 139

140 Onderdelen Mengklepmotor, bestelnr Voor verwarmingsmengklep DN 65 en 100. A Mengklepmotor B Koppelingsschakelaar Mengklep open ~ Mengklep dicht Draairichting wijzigen Voor de installatievoorbeelden op pagina 141 moet de draairichting worden gewijzigd. Aders op klemmen Y1 en Y2 vervangen. Draairichting controleren Met de relaistest van de regeling (zie pagina 45) wordt de mengklep geopend en gesloten. Handmatig verstellen van de mengklep Koppelingsschakelaar B in stand MAN. Technische gegevens Nom. spanning Nom. frequentie 230 V 50 Hz Opg. vermogen 4 W Beschermingsgraad IP

141 Onderdelen Mengklepmotor, bestelnr (vervolg) Draaimoment Looptijd voor Nm 125 s Installatievoorbeelden Ombouwen van het mengklepelement (indien nodig) zie montagehandleiding van de mengklep. Service 141

142 Onderdelen Installatievoorbeelden (vervolg) Situatie bij levering van de draairichting van de mengklepmotor Voor deze installatievoorbeelden draairichting wijzigen A Markeringskerf HR Verwarmingsretour HV Verwarmingsaanvoer KR Ketelretour KV Ketelaanvoer 142

143 Dompeltemperatuurregelaar, bestelnr Klemtemperatuurregelaar, bestelnr Elektromechanische temperatuurbewaker volgens het principe van vloeistofuitzetting. Schakelt bij overschrijden van de instelwaarde de CV-pomp uit. De aanvoertemperatuur daalt in deze situatie maar langzaam, d.w.z. het automatisch opnieuw inschakelen kan enkele uren duren. Technische gegevens Instelgebied 30 tot 80 C Aansluitklemmen Schakelverschil & Dompeltemperatuurregelaar & Klemtemperatuurregelaar Schroefklemmen voor 1,5 mm 2 max. 11 K max. 14 K Onderdelen Temperatuurbewaker voor begrenzing maximumtemperatuur A CV-pomp B Temperatuurregelaar (-bewaker) C Stekker sö van de temperatuurregelaar (-bewaker) voor de regeling Service 143

144 Onderdelen Afstandsbediening Vitotrol 200, bestelnr Met ingebouwde ruimtetemperatuursensor. Instellingen & Dagtemperatuur & Werkingsprogramma & Spaar- en partywerking Functiewijzigingen Via de volgende codeeradressen kunnen wijzigingen worden aangebracht: A0, b0 tot b9, C0 tot C8, E1, E2 en F2 (zie hoofdstuk Codering 2 ). Aansluiting 2-aderige kabel (totale kabellengte max. 50 m). Aansluiting ruimtetemperatuursensor 2-aderige kabel, kabellengte max. 35 m bij een kabeldiameter van 1,5 mm 2 A Wandmontagesokkel van de Vitotrol 200 B Voor de regeling of KM-BUS-verdeler C Afzonderlijke ruimtetemperatuursensor 144

145 Onderdelen Afstandsbediening (vervolg) Coderingen Afstandsbediening bij levering: afstandsbediening werkt op verw. circ. A1 afstandsbediening werkt op verw. circ. M2 Stand codeerschakelaar D Codeerschakelaar op de printplaat (achterkant bovengedeelte behuizing) afstandsbediening werkt op verw. circ. M3 bij aansluiting van een afzonderlijke ruimtetemperatuursensor bovendien codeerschakelaar S6.3 op ON zetten. Technische gegevens Spanningsvoeding via KM-BUS. Opgenomen vermogen 0,2 W Veiligheidsklasse III Beschermingsgraad IP 30 Toegest. omgevingstemperatuur & bij werking 0 tot + 40 C & bij opslag en transport -20 tot + 65 C Instelgebied gewenste normale ruimtetemperatuur 10 tot 30 ºC; Omzetting via codeeradres E1 Instelling van de gewenste verlaagde ruimtetemperatuur op de regeling. Service Vitotrol 300, bestelnr Met ingebouwde ruimtetemperatuursensor. 145

146 Onderdelen Afstandsbediening (vervolg) Instellingen & Dag- en nachttemperatuur & Tapwatertemperatuur & Werkingsprogramma & Vakantieprogramma & Schakeltijden & Spaar- en partywerking Functiewijzigingen Via de volgende codeeradressen kunnen wijzigingen worden aangebracht: A0, b0 tot b9, C0 tot C8, E1, E2 en F2 (zie hoofdstuk Codering 2 ). Aansluiting 2-aderige kabel (totale kabellengte max. 50 m). Aansluiting ruimtetemperatuursensor 2-aderige kabel, kabellengte max. 35 m bij een kabeldiameter van 1,5 mm 2 A Wandmontagesokkel van de Vitotrol 300 B Voor de regeling of KM-BUS-verdeler C Afzonderlijke ruimtetemperatuursensor 146

147 Onderdelen Afstandsbediening (vervolg) Coderingen D Codeerschakelaar op de printplaat (achterkant bovengedeelte behuizing) Afstandsbediening bij levering: afstandsbediening werkt op verw. circ. A1 afstandsbediening werkt op verw. circ. M2 afstandsbediening werkt op verw. circ. M3 bij aansluiting van een afzonderlijke ruimtetemperatuursensor bovendien codeerschakelaar S3.3 op ON zetten. Stand codeerschakelaar Technische gegevens Spanningsvoeding via KM-BUS. Opgenomen vermogen 0,5 W Veiligheidsklasse III Beschermingsgraad IP 30 Toegest. omgevingstemperatuur & bij werking 0 tot + 40 C & bij opslag en transport -20 tot + 65 C Instelgebied gewenste normale zetting via co- 10 tot 30 ºC; Om- ruimtetemperatuudeeradres E1 Instelgebied gewenste verlaagde ruimtetemperatuur 3 tot 37 ºC Service 147

148 Onderdelen Afstandsbediening (vervolg) Meerdere afstandsbedieningen aansluiten Variant 1 A Voor de regeling of KM-BUS-verdeler B Vitotrol C Aansluitdoos (installateur) & Aansluiting volgens afbeelding maken. & Som van alle kabellengtes van de KM-BUS max. 50 m Variant 2 A Voor de regeling of KM-BUS-verdeler B Vitotrol C Aansluitdoos (installateur) D Overige BUS-deelnemers 148

149 Onderdelen Afstandsbediening (vervolg) & Bij meerdere afstandsbedieningen en BUS-deelnemers deze via een aansluitdoos volgens de afbeelding aansluiten. & Som van alle kabellengtes van de KM-BUS max. 50 m Ruimtetemperatuursensor, bestelnr Aansluiting Zie hoofdstuk Vitotrol 200 resp. Vitotrol 300. Ruimtetemperatuursensor controleren 1. Aders van de sensor afklemmen. 2. Weerstand van de sensor op klemmen 9 en 13b meten. 3. Meetresultaat met de werkelijke temperatuur vergelijken (opvragen zie hoofdstuk Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte info's ). Bij sterke afwijking montage controlerenenevt.sensorvervangen. Service 149

150 Onderdelen Ruimtetemperatuursensor, bestelnr (vervolg) Technische gegevens Beschermingsgraad IP 30 Toegest. omgevingstemperatuur & bij werking 0 tot + 40 C & bij opslag en transport -20tot+65 C Ketelcodeerstekker Voor afstemming van de werkwijze van de regeling op de verwarmingsketel (zie pagina 18). Functie-uitbreiding 0 tot 10 V, bestelnr Voor de instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur via een 0 tot 10-V-ingang voor een gebied van 10 tot 100 C of 30 tot 120 C. Voor de aanduiding van verlaagde werking. 150

151 Functie-uitbreiding 0 tot 10 V, bestelnr (vervolg) Onderdelen fö Aansluiting op het net avf 0 tot 10-V-ingang avg KM-BUS abj Spanningsloos contact A Netschakelaar (indien nodig) B Codeerschakelaar (zie tabel) Codeerschakelaar Functie 1 ON Verlaagde werking verw. circ. A1 2 ON Verlaagde werking verw. circ. M2 3 ON Verlaagde werking verw. circ. M3 4 ON 0 tot 100 C 4 OFF 30 tot 120 C Opmerking Bij schakelaars 1 tot 3 mag slechts één schakelaar op ON worden gezet. Service Stekkeradapter ext. veiligheidsinrichtingen, bestelnr De volgende externe veiligheidsinrichtingen kunnen worden aangesloten: & Laagwaterstandbeveiliging & Maximaalpressostaat & Minimaalpressostaat 151

152 Onderdelen Stekkeradapter ext. veiligheidsinrichtingen,... (vervolg) & Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer & Externe uitschakeling branderregeling & Externe brandervraag (1. trap) & 3 externe storingsmeldingen (spanningsloos) Bovenste gedeelte van de stekkeradapter De stekkeradapter wordt door de regeling automatisch als KM-BUSdeelnemer herkend. Eenevt.opdestekkergÖ (230 V~) aangesloten groepsalarm-meldinrichting wordt eveneens ingeschakeld. A Aansluitruimte B Externe storingsmelding (spanningsvrij contact op stekker a-d) C KM-BUS-kabel voor de regeling 152

153 Onderdelen Stekkeradapter ext. veiligheidsinrichtingen,... (vervolg) Onderste gedeelte van de stekkeradapter A Aansluitruimte B Externe veiligheidsinrichtingen X1. Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer of temperatuurbewaker of rookgasklep X2 Minimaal- of maximaalpressostaat X3 Maximaalpressostaat X7 Laagwaterstandbeveiliging C Externe uitschakeling regeling D StekkeraBÖ E Stekker abö vanderegeling F Naar de schakelkast of meldinrichting G Aansluiting voor kabel met stekker abö voor de regeling Service 153

154 Onderdelen Stekkeradapter ext. veiligheidsinrichtingen,... (vervolg) & Bij aansluiting van de externe veiligheidsinrichtingen de betreffende brug in de stekker abö verwijderen. & Bij aansluiting van een motorisch gestuurde rookgasklep wordt stekker abö van de rookgasklep in bus X1 van de stekkeradapter gestoken. Opmerking In elke bus X1, X2, X3 en X7 moet een stekker abö gestoken zijn. Bijluchtinrichting Vitoair, bestelnr , A Naar de brander B Naar de regeling Kleurenlegende volgens DIN IEC BK zwart GN/YE groen/geel 154

155 Bijluchtinrichting Vitoair, bestelnr ,... (vervolg) Functiecontrole Onderdelen Draaiknop op de motor indrukken en gelijktijdig in middenstand draaien. & Brander door de regeling vrijgegeven Draaiknop moet in richting 3 gaan. & Branderstilstand Draaiknop moet in richting 5 gaan. Noodbedrijf Draaiknop op de motor indrukken en naar rechts via stand 3 tot de aanslag draaien. Motorisch gestuurde rookgasklep Bestelnr tot 975, Bij aansluiting brug TR EIN/TR verwijderen. Service A Naar de regeling B Rookgasklepmotor C Eindschakelaar 155

156 Onderdelen Motorisch gestuurde rookgasklep (vervolg) Functietest Pas als de rookgasklep 90% van de buisdiameter heeft vrijgegeven en de eindschakelaar is geactiveerd, mag de brander in bedrijf komen Door spanning te meten kan de functie van de schakelaar worden gecontroleerd: & Rookgasklep gesloten (schakelaar open) geen spanning op klem 3 & Rookgasklep geopend (schakelaar gesloten) spanning op klem 3 156

157 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten Opmerking over de bestelling van onderdelen Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zie typeplaatje A) evenals het positienummer van het onderdeel (van deze onderdelenlijst). Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar. Onderdelen 001 Scharnier 004 Draaiknop temperatuurregelaar 005 Afdekstop voor veiligheidstemperatuurbegrenzer 006 Aanslagring temperatuurregelaar 008 Stelsteun 011 Veiligheidsonderdeel met bedrading 013 Voorste gedeelte behuizing met frame (zie pos. 001) 014 Afdekking printplaat 015 Frontklep 016 Achterste gedeelte behuizing 018 bedieningseenheid 019 Klep bedieningseenheid 020 Frontplaat met keuzetoetsen verwarmingscircuit 021 Flat-cable, 14-polig 024 Schroefdop voor zwakstroomzekering 025 Zekeringhouder voor zwakstroomzekering 030 veiligheidstemperatuurbegrenzer 031 temperatuurregelaar 037 Toets, eenpolig (testtoets TÜV ) 038 Schakelaar, 2-polig (netschakelaar) 040 Buitentemperatuursensor! 042 Keteltemperatuursensor met stekker 043 Boilertemperatuursensor met stekker % 047 Communicatiemodule LON 048 Elektronicaprintplaat mengklepuitbreiding 049 Basisprintplaat laagspanning 050 Elektronicaprintplaat 051 Optolink en service-testschakelaar 052 Basisprintplaat 230 V 054 Printplaat voor voedingseenheid 055 Printplaat mengklepuitbreiding 065 Branderaansluitkabel met stekker fa (voor verwarmingsketel met olie-/gas-ventilatorbrander) en branderaansluitkabel met stekker lö 067 Dompeltemperatuursensor 068 Klemtemperatuursensor 071 Branderaansluitkabel met stekker fa (voor verwarmingsketel met intermitterend ontstekingssysteem) en branderaansluitkabel met stekker lö 074 Verbindingsleiding 092 Zekering T 6,3 A/250 V Onderdelen zonder afbeelding 081 Bedieningshandleiding 084 Montage- en servicehandleiding 093 Verbindingskabel LON 094 Afsluitweerstand (2 stuks) 100 Stekker voor sensoren (3 stuks) 101 Stekker voor pompen (3 stuks) 102 Stekker gs (3 stuks) 103 Stekker abh (3 stuks) 104 Stekker netaansluiting fö (3 stuks) 105 StekkeraBÖ 106 Stekker gö (3 stuks) 108 Stekker avd, avg, avh 109 Branderstekker fa, lö, aba en a:a A Typeplaatje 157 Service

158 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg) 158

159 Onderdelenlijsten Onderdelenlijsten (vervolg) Service 159

160 Technische gegevens Technische gegevens Nom. spanning 230 V Nom. frequentie 50 Hz Nom.stroom 2x6A Opgenomen vermogen 10 W Veiligheidsklasse I Beschermingsgraad IP 20 D volgens EN 60529, door opbouw/inbouw te garanderen Werking Type1Bconform EN Toegest. omgevingstemperatuur & bij werking 0 tot +40 C Gebruik in woningen en verwarmde ruimtes (normale omgevingsvoorwaarden) & bij opslag en transport -20 tot +65 C Nominale belasting van de relaisuitgangen bij 230 V sö CV-pomp of Primaire pomp boilerlaadsysteem of Circulatiepomp rookgas-/water-warmtewisselaar of Schakeluitgang 4(2)A * 1 sa Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming 4(2)A * 1 sk Tapwatercirculatiepomp 4(2)A * 1 sl Bijmengpomp 4(2)A * 1 gö Groepsalarmmelding 4(2)A * 1 gs Mengklepmotor retourtemperatuurregeling of Motor 3-weg mengklep boilerlaadsysteem 0,2 (0,1) A * 1 fa Branderstekker 6 (3) A lö Branderstekker (tweetraps) 1 (0,5) A lö Branderstekker (modulerend) 0,2 (0,1) A *1 Totaal max. 6 A~ 160

161 Index Index A Aansluit- en bedradingsschema Aanvoertemperatuurregeling Aanvoertemperatuursensor Aanvoertemperatuur & elektron. maximumbegrenzing & elektron. minimumbegrenzing Adaptieve boilerverwarming Afstandsbediening & aansluiting en codering & softwareversie Automatische werking B Basisprintplaat & 230V~... 16, 124, 126 & laagspanning... 15, 121, 126 Bedieningseenheid Bedieningselementen Bedradingsschema Bedrijfstoestanden opvragen Bedrijfsuren & brander & solarpomp Bijluchtinrichting Vitoair Bijmengpomp... 7, 8 Boilerlaadsysteem... 11, 89, 92 Boilertemperatuurregeling Boilertemperatuursensor... 21, 131 Boilervoorrangsschakeling... 87, 95 Branderkarakteristiek Branderstarts Brander & aansluiten & aansluitkabels & basisvermogen & maximumvermogen & minimumlooptijd & offset & onderhoud & Schakelhysterese & uitschakelverschil Brandstofverbruik... 57, 101 Buitentemperatuur Buitentemperatuursensor... 21, 133 C Centrale bediening Codeeradressen aanpassen Coderingen terugzetten Coderingen & codering 1 oproepen & codering 2 oproepen & coderingen in volle tekst & totaaloverzicht Communicatiemodule LON... 50, 129 Contrast van de display CV-pomplogica... 80, 95 D Dompeltemperatuursensor Draadloze tijdmodule Draairichting mengklepmotor , , 140 Draaistroombrander & veiligheidscircuit niet spanningsloos & veiligheidscircuit spanningsloos

162 Index Index (vervolg) E Eengezinswoning Elektrische aansluitingen, overzicht Elektronicaprintplaat , 127 ERB50-functie ERB80-functie Estrikfunctie Extern blokkeren van de brander.. 27, Extern mengklep open Extern omschakelen getrapte/ modulerende brander Externe aansluitingen... 25, 28, 29 Externe uitschakeling regeling Externe veiligheidsinrichtingen Externe vraag Externe werkingsprogrammaomschakeling Extra functie voor tapwaterverwarming Extra schakelingen F Foutmanager Frontplaat Functie-uitbreiding 0 tot 10 V G Geldigheidsverwijzing Getrapte brander Gewenste ruimtetemperatuur instellen Gewenste tapwatertemperatuur Groepsalarmmelding I Inbedrijfstellen Indicaties Installatiedynamiek mengklep Installatiedynamiek mengklepcircuit Installatie-uitvoering 6, 7, 8, 10, 94, 98 Installatievoorbeelden K Ketelcodeerstekker... 18, 54, 150 Keteltemperatuurregeling Keteltemperatuursensor... 21, 131 Klemtemperatuursensor Korte info's L Laagspanningsaansluitingen Laagwaterstandbeveiliging... 26, 153 Lamp (diode) Leveringsomvang LON-deelnemer & aantal & nummer... 55, 70 LON & deelnemerslijst bijwerken & deelnemersnummer instellen & foutbewaking & Regeling integreren Looptijd mengklepmotor Looptijd motor H Hoofdschakelaar

163 Index Index (vervolg) M Maximaalpressostaat Maximumbegrenzing & aanvoertemperatuur & ketelwatertemperatuur Meergezinswoning Mengklep aansluiten Mengklepcircuit & installatiedynamiek Mengklepmotor , 138, 140 Mengklepmotor & aansluiten & looptijd Mengklep-spaarfunctie Mengklepuitbreiding, printplaat Minimaalpressostaat... 26, 153 Minimumbegrenzing van de aanvoertemperatuur Modulerende brander Modulerende brander, regeling aanpassen Motor, looptijd Motorisch gestuurde rookgasklep. 155 N Netaansluiting Netaansluitkabel Netschakelaar Niveau stooklijn Noodbedrijf Normale ruimtetemperatuur O Onderdelen Onderhoud Onderhoudsindicatie & opvragen & terugzetten Optimalisering inschakeltijd Optimalisering start Optimalisering uitschakeltijd. 115, 116 Optolink/printplaat Opvragen Opvraging & brandertype & installatieschema & Softwareversies & toestelidentificatie Opwarmtijd verkorten Overzicht printplaten P Parameters terugzetten Pompen & aansluiten & naloop... 90, 104 Printplaat mengklepuitbreiding , , 127 Printplaat netvoeding Printplaten... 15, 16, 119 Provisorische werking

164 Index Index (vervolg) R Regeling & op modulerende brander aanpassen & op tweetraps brander aanpassen 43 & openen & samenstellen Relaistest Retourtemperatuurregeling.... 7, 8, 99 Retourtemperatuursensor Rookgastemperatuursensor. 21, 101, Ruimtetemperatuur Ruimtetemperatuursensor S Schakelhysterese & vast & warmteafhankelijk Selectie verwarmingscicuit Selectie verwarmingsketel Sensoren Sensoren controleren , 46 Servicecontrole Serviceniveaus Service-testschakelaar , 127 Snelle daling Snelle opwarming Softwareversie & bedieningseenheid & communicatiemodule LON & regeling & solarregeling & uitbreidingsset mengklepcircuit.. 55 Spaarschakeling Steilheid stooklijn Stekker abö , 153 Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Stekkers abö , 28, 29, 30 Stelaandrijving mod. brander Stelorganen aansluiten Stooklijn Storingscodes, overzicht Storingsgeheugen Storingshistorie Storingsindicatie & accepteren & opbouw & verbergen & volle tekst Storingsmelding, externe Storingsmelding oproepen

165 Index Index (vervolg) T Taalkeuze Tapwatercirculatiepomp Tapwatertemperatuur Tapwaterverwarming Temperaturen opvragen Temperatuurbewaker Temperatuurregelaar Temperatuurregelaar & omschakelen & technische gegevens Temperatuurverschil Terugzetten van parameters Therm-Control... 6, 21, 83, 100 Tijdprogramma & ruimteverwarming & tapwaterverwarming Toestelindentificatie Trekbelemmering TÜV-toets , 129 Tweetraps brander, regeling aanpassen U Uitbreidingsset voor mengklepcircuit Uitgangen controleren Uitgebreide spaarschakeling V Veiligheidsgedeelte Veiligheidstemperatuurbegrenzer & controleren & extra & omschakelen & technische gegevens Verhoging van de verlaagde ruimtetemperatuur Verlaagde ruimtetemperatuur, verhoging Verlaagderuimtetemperatuur Verwarmingscircuitregeling Verwarmingsinstallatie-uitvoering6, 7, , 10 Verzamelstoringsmelding Vitoair Vitocom Vitosolic Vitotrol Vitotrol Vitotronic 200-H Voorrangsschakeling Vorstbescherming Vorstbeschermingsfunctie W Werkingsindicatie Werkingsprogramma-omschakeling Winter-/zomertijd omschakeling Wisselstroombrander Z Zekeringen... 41, 128 Zomer-/wintertijd omschakeling

166 166

167 167

168 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Geldig voor Vitotronic 300, type GW2 Alleen voor montage in combinatie met Viessmann verwarmingsketel. Geldig voor de regeling: bestelnr Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden. 168

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 100 10/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitotronic 300 Type GW2 Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina VITOTRONIC 300

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic als vervangingsregeling Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 300-K type MW1B Weersafhankelijke cascaderegeling Vironic 100 type GC1B en GC4B Ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1B Digitale ketelcircuitregeling

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1B Digitale ketelcircuitregeling Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vitotronic 00 type GCB Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROIC 00 7/0 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200 VITOTRONIC 300. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200 VITOTRONIC 300. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 00 type GWB Vironic 300 type GWB Weersafhankelijke, digitale ketelcircuitregelingen Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 00

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 2/2012 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200-H. voor de vakman. Vitotronic 200-H type HK1B en HK3B

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200-H. voor de vakman. Vitotronic 200-H type HK1B en HK3B Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 200-H type HK1B en HK3B Weersafhankelijke, digitale CV-circuitregelingen Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200-H 4/2011

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 3/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200-H. voor de vakman. Vitotronic 200-H type HK1B en HK3B

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200-H. voor de vakman. Vitotronic 200-H type HK1B en HK3B Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 200-H type HK1B en HK3B Weersafhankelijke, digitale CV-circuitregelingen Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200-H 8/2011

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Basisstation Voor de communicatie tussen de Vitotronic regeling en afstandsbedieningen en draadloze buitentemperatuursensor Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman. Vitotronic 300 type GW4B. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman. Vitotronic 300 type GW4B. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 300 type GW4B Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 300 9/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Montage- en servicehandleiding voor de vakman VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K

Montage- en servicehandleiding voor de vakman VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K Montage- en servicehandleiding voor de vakman Vironic 100, type HC1 Digitale ketelregeling Vironic 300-K, type MW2 Weersafhankelijke, digitale cascaderegeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor aansluiting van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor aan een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Radiobasis

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vironic 00 type GCB Digitale ketelcircuitregeling Vironic 00-K type MWB Weersafhankelijke, digitale cascaderegeling Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor de verbinding van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor RF met een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 100 type HC1B Digitale ketelcircuitregeling Vironic 300-K type MW2B Weersafhankelijke, digitale cascaderegeling Geldigheidsverwijzing zie

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging gasbranderautomaat Type MPA51 door MPA5113 Vervanging gasbranderautomaat 1/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRONIC 100. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 100

VIESMANN VITOTRONIC 100. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 100 VIESMANN VITOTRONIC 100 Elektronische ketelregeling Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel Map Vitotec, register 18 VITOTRONIC 100 Type KC4 Voor de werking met verhoogde

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 Type KC3 Ketelcircuitregeling voor verhoogde werking

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 Type KC3 Ketelcircuitregeling voor verhoogde werking Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitotronic 100 Type KC3 Ketelcircuitregeling voor verhoogde werking Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina VITOTRONIC 100 3/2005 Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vitotrol 100 type UTD Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok VITOTROL 100 5/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vironic 300-K Type MW1B Weersafhankelijke casaderegeling Vironic 100 Type GC1B en GC4B Ketelcircuitregeling Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de gebruiker van de installatie Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Meerketelinstallatie met regelingen voor verhoogde werking en weersafhankelijke cascaderegeling VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K 6/2007

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vitotrol 100 type UTD Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok estelnr.: 7426 465, 7426 538 VITOTROL 100 7/2009 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaking. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaking. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA CO-bewaking voor aansluiting op verwarmingsketel op olie/gas Bestelnr.: 7499 330 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit VITOTROL 200 3/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIGNO 300-P 1/2010 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex met 575 tot 2000 kw nom. vermogen en voor Vitorond met 630 tot 1080 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1C Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIGNO 300-P 4/2009 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.! Gebruikshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor zonnesystemen VITOSOLIC 100 7/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidadvies nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3B, 6,6 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 1/2006 Na montage deze handleiding recycleren!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruikershandleiding VITOTRONIC 300. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Gebruikershandleiding VITOTRONIC 300. voor de gebruiker van de installatie Gebruikershandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarminginstallatie met weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling VITOTRONIC 300 2/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 100 type CC1E Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur in een installatie met een ketel Regeling voor de werking

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Kamerthermostaat met twee digitale schakelklokken en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 065 VITOTROL

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIGNO 300-P 4/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal 200, type CM2 en type CT2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTA-RF Kamerthermostaat met analoge schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 064 VITOTROL 100 2/2008

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaker. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaker. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA O-bewaker voor aansluiting op V-ketel op olie/gas estelnummer: 7499 330 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC4B Digitale ketelcircuitregeling

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC4B Digitale ketelcircuitregeling Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vitotronic 00 type GCB Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROIC 00 9/0 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOTRONIC 200 H. Weersafhankelijke, digitale verwarmingscircuitregelingen

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOTRONIC 200 H. Weersafhankelijke, digitale verwarmingscircuitregelingen VIESMANN VITOTRONIC 200 H Weersafhankelijke, digitale verwarmingscircuitregelingen Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Opbergen: Ordner Vitotec, register 18 VITOTRONIC 200 H type HK1M VITOTRONIC 200 H

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de installateur. Functie-uitbreiding

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de installateur. Functie-uitbreiding Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Uitbreiding EA1 Functie-uitbreiding Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilatorbrander op gas voor Vitocrossal 300, type CT3B Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 2/2012 Na

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilator-gasbrander voor Vitocrossal 300, type CT3 Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 8/2011 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en inbedrijfstellingshandleiding. Afstandsbediening Radiorepeater. Veiligheidsvoorschriften. Montagevoorbereiding.

VIESMANN. Montage- en inbedrijfstellingshandleiding. Afstandsbediening Radiorepeater. Veiligheidsvoorschriften. Montagevoorbereiding. Montage- en inbedrijfstellingshandleiding voor de vakman VIESMANN Afstandsbediening Radiorepeater voor Vitotwin 300-W, type C3HA en C3HB Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten.

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit met thermostatische mengklep CV-circuitverdeling voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITODENS 100-W. voor de gebruiker van de installatie Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met regeling voor verhoogde of weersafhankelijke werking VITODENS 100-W 3/2008 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/ Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset natural cooling Bestelnr. 7179 172 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Handleiding voor de vakman VIESMANN Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Voor buiten geplaatste warmtepompen Best.nr. 7296 454 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 300. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 300. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit VITOTROL 300 6/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1E Regeling voor weersafhankelijke werking

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1E Regeling voor weersafhankelijke werking Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 200 type CO1E Regeling voor weersafhankelijke werking Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 5/2017 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor solarinstallaties VITOSOLIC 200 1/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 Type KC2 Elektronische ketelregeling

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 Type KC2 Elektronische ketelregeling Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitotronic 100 Type KC2 Elektronische ketelregeling Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina VITOTRONIC 100 02/2005 Veiligheidsaanwijzingen Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Kamerthermostaat Type UTA-RF VITOTROL 100 2/2008 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRONIC 150. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 150

VIESMANN VITOTRONIC 150. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 150 VIESMANN VITOTRONIC 150 Warmtebehoeftegestuurde, digitale ketelregeling met Fuzzy Logic Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de van de betreffende verwarmingsketel Map Vitotec, register 18 VITOTRONIC

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud VITOCELL 340-M/360-M 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de gebruiker van de installatie Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Installatie voor meerdere ketels met regelingen voor verhoogde werking (Vitotronic 100, type HC1A) een weersafhankelijke cascaderegeling

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS VITOPEND VITOLADENS. voor de gebruiker van de installatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITODENS VITOPEND VITOLADENS. voor de gebruiker van de installatie Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met Vitotronic 200 regeling voor weersafhankelijke werking VITODENS VITOPEND VITOLADENS 4/2007 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 300 10/2011 Na montage deze handleiding recycl en! Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de installateur VIESMNN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling Divicon 4/2017 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor een verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor een verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor een verwarmingscircuit VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1 verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 200A. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor 1 verwarmingscircuit Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor 1 verwarmingscircuit VITOTROL 200A 10/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VITOTRONIC 100. Verwarmingsinstallatie met digitale ketelcircuitregeling. Bewaren a.u.b.!

Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VITOTRONIC 100. Verwarmingsinstallatie met digitale ketelcircuitregeling. Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie Verwarmingsinstallatie met digitale ketelcircuitregeling VITOTRONIC 100 2/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Gelieve

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOLIC 200. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor solarinstallaties Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor solarinstallaties VITOSOLIC 200 4/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met nom. vermogen 575 tot 1950 kw resp. 1080 kw Vitorond VITOTRANS

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Temperatuurregelaar Dubbel-thermostaat 30 tot 110 C Bestelnummer 7494 435 en 7494 436 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwset Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding ijsaccumulator Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie