VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur"

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 100 type CC1E Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur in een installatie met een ketel Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur in een installatie met meerdere ketels met bovenliggende externe regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 100 5/2017 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Gegevens met het woord "" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende en bevoegde installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de fabrikant van de installatie of een door de fabrikant aangewezen vakman worden uitgevoerd. In aanmerking te nemen voorschriften nationale installatievoorschriften de ARBO voorschriften, de wettelijke milieuvoorschriften, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Veiligheidsinstructies voor werkzaamheden aan de installatie Werkzaamheden aan de installatie Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onbedoeld openen. Installatie spanningsvrij schakelen, bijv. aan de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar, en op aanwezige spanning controleren. De installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Bij alle werkzaamheden geschikte persoonlijke beschermende uitrusting dragen. Gevaar Hete oppervlakken kunnen brandwonden veroorzaken. Het toestel voor onderhouds- en servicewerkzaamheden uitschakelen en laten afkoelen. Hete oppervlakken aan de verwarmingsketel, de brander, het rookgassysteem en de buizen niet aanraken.! Opgelet Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules worden beschadigd. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de statische lading af te leiden. Reparatiewerkzaamheden! Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Extra componenten, reserveonderdelen en slijtagegevoelige onderdelen! Opgelet Reserveonderdelen en slijtagegevoelige onderdelen die niet met de installatie zijn getest, kunnen de werking nadelig beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan, evenals wijziging en ombouw zonder toestemming, kunnen de veilige werking nadelig beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Druk nooit op schakelaars van verlichting en elektrische toestellen. Gasafsluitkraan sluiten. Ramen en deuren openzetten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Gas en elektriciteitsbedrijf van buiten het gebouw informeren. Stroomvoorziening naar het gebouw vanaf een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken. Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen. Installatieplaats ventileren. Deuren naar woonruimtes sluiten om een verspreiding van het rookgas te voorkomen. Wat te doen bij wateruittrede uit het toestel Gevaar Als water uit het toestel komt, bestaat gevaar voor elektrische schokken. Verwarmingsinstallatie aan de externe scheidingsinrichting uitschakelen (bijv. zekeringskast, stroomverdeling) Gevaar Als water uit het toestel komt, bestaat gevaar voor brandwonden. Heet verwarmingswater niet aanraken. Condensleidingen Gevaar Het contact met condenswater kan de gezondheid schaden. Condenswater niet met huid en ogen in aanraking brengen en niet inslikken. Rookgasinstallaties en verbrandingslucht Zorg ervoor dat rookgasinstallaties vrij zijn en niet gesloten kunnen worden, bijv. door opgehoopt condenswater of invloeden van buiten uit. Zorg voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht. Installatiebeheerders erop wijzen dat latere wijzigingen aan de bouwkundige situatie niet toegelaten zijn (bijv. verplaatsen van leidingen, bekledingen of scheidingswanden). Gevaar Ondichte of verstopte rookgasinstallaties of onvoldoende aanvoer van verbrandingslucht veroorzaken levensgevaarlijke vergiftigingen door koolmonoxide in het rookgas. Een onberispelijke werking van de rookgasinstallatie garanderen. Openingen voor de aanvoer van verbrandingslucht mogen niet vergrendelbaar zijn. Afzuigtoestellen Bij gebruik van toestellen met afvoer naar de buitenlucht (afzuigkap, afzuigtoestel, airconditioning, enz.) kan door de afzuiging een onderdruk ontstaan. Bij gelijktijdige werking met de verwarmingsketel kan terugstroming van het rookgas ontstaan. 3

4 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Gevaar Gelijktijdige werking van de verwarmingsketel met toestellen met luchtafvoer naar de buitenlucht kan door terugstroming van rookgas levensgevaarlijke vergiftigingen veroorzaken. Vergrendelingsschakeling inbouwen of door geschikte maatregelen voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht zorgen. 4

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Informatie Verwijdering van de verpakking Symbolen Gebruik conform de regelgeving Productinformatie Installatievoorbeelden Montageverloop Communicatiemodule LON monteren (accessoire) Codeerstekker insteken Veiligheidstemperatuurbegrenzer omzetten (indien nodig) Voorbeeld: Omzetting op 100 C Temperatuurregelaar omzetten (indien nodig) Voorbeeld: Omzetting op 100 C Voorste gedeelte van de regeling monteren Regeling openen Kabels invoeren en voorzien van trekontlasting Elektrische aansluitingen Overzicht van de elektrische aansluitingen Netwerkmodule aansluiten LAN-verbinding maken Sensoren aansluiten Pompen aansluiten Pompen 230 V~ Pompen 230 V~ met stroomopname groter dan 2 A of HR-circulatiepompen Pompen 400 V~ Acutatoren aansluiten Meldinrichting algemene storing aansluiten Brander aansluiten Installatie met een ketel Installatie met meerdere ketels Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten Provisorische branderwerking Wisselstroombrander aansluiten Ventilatorbrander op olie/gas Viessmann Matrix-brander voor Vitocrossal Draaistroombrander aansluiten Veiligheidscircuit spanningsloos Veiligheidscircuit niet spanningsloos LON-verbinding maken Aansluitvarianten Netaansluiting Netaansluiting van de regeling Netaansluiting van de regeling via netfiltereenheid Externe functies Installatie met een ketel 5. Externe functies Installatie met meerdere ketels Overzicht externe functies Extern omschakelen getrapte/modulerende brander Extern blokkeren Externe regeling aansluiten Instellingen Externe aanvraag verwarmingsketel via uitbreiding EA Externe vraag via schakelcontacten Bijschakeling van door de installateur te voorziene regeltoestellen via Vitogate Overzicht externe functies Extern omschakelen getrapte/modulerende brander Externe regeling aansluiten Instellingen Externe aanvraag verwarmingsketel via uitbreiding EA Externe vraag via schakelcontacten

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Bijschakeling van door de installateur te voorziene regeltoestellen via Vitogate Inbedrijfstelling Installatie in bedrijf stellen Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren Vereiste parameters Regeling aan 2-traps brander aanpassen Regeling aan modulerende brander aanpassen Regeling in LON integreren Voorbeeld voor een installatie met één ketel met Vitocontrol, Vitotronic 200-H en Vitocom LON-deelnemerscontrole uitvoeren Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren Uitgangen controleren (actorentest) Parameterniveaus Parameterniveaus Parameterniveaus oproepen Parametergroepen Parameter terugzetten naar de toestand bij levering Parameter Algemeen Install.-schema! Installatie met een en meerdere ketels Controle weergavevoorw Temp.weergave B Gewenste aanvoertemperatuur bij externe vraag! St.mel.module St.mel.module Aansluit. branderautomaat A Zonnesyst Aanvoertemperatuursensor voor evenwichtsfles Bijsteltijd open verdeler/buffer Regelaarvertraging open verdeler/buffer Pompfunctie bij open verdeler! B Energieverbruik weergeven! Uitbreiding AM Functie uitgang A1 aan uitbreiding AM Functie uitgang A2 aan uitbreiding AM Nalooptijd neutraliseringsinstallatie uitgang 1 AM Nalooptijd neutraliseringsinstallatie uitgang 2 AM Uitbreiding EA Functie uitgang 157 op uitbreiding EA Functie ingang DE1 op uitbreiding EA Functie ingang DE2 op uitbreiding EA Functie ingang DE3 op uitbreiding EA Uitbreiding EA1 aanvraag Aanvraag 0 tot 10 V uitbreiding EA Sensor 17A Sensor 17B Aansluiting op stekker 20A Aansl. op stekker Aansl. op stekker Looptijd stelaandrijving smoorklep/retourtemperatuurregeling! Nalooptijd bijmengpomp, ketelcircuitpomp of verdelerpomp Communicatiemodule LON-deelnemersnr.! Communicatie LON Communicatiemodule LON: Foutmanager B Communicatiemodule Tijd Vertraging storingsmelding... 63

7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 81 Automatische zomer-/ wintertijd-omschakeling! Begin zomertijd: Maand! Begin zomertijd: Week van de gekozen maand! Begin zomertijd: Dag van de gekozen week! Begin wintertijd: Maand! Begin wintertijd: Week van de gekozen maand! Begin wintertijd: Dag van de gekozen week! Schoorsteenvegertestfunctie en onderhoudsindic Viessmann-installatienr C Controle LON-deelnemer Verwarmingsketel Brandert.! Ketelbesch. gas-/oliewerk.! Schakelhysterese brander Branderkarakt.! Maximumbegrenzing van de ketelwatertemp.! Maximumvermogen brander in kw! Maximumvermogen brander in 100 kw! A Basisbelasting brand.! C Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling D Functie Therm-Control! Uitschakelverschil Min. looptijd brander Looptijd stelaandr. modulerende brander! Offset brander bij de opstartoptimalis A Startoptimalis B Tijd van ontsteken brander tot begin van de regeling C Sign. B4 aan stekker F Rookgastemp.sensor! Tijdsinterval in branderuren tot volgend onderhoud! Tijdsinterval in maanden tot volgend onderhoud! Status onderh.! Brandstofverbruik van de brander (1e trap) Brandstofverbruik van de brander (1e trap) Intervalontsteking v/d brander Brandstofverbruik van de brander (2e trap) A Brandstofverbruik van de brander (2e trap) B Max. voorverw.tijd smoorklep C Max. nalooptijd smoorklep D Bijmengpomp Warm water Boilerverwarming! Instelling gewenste tapwatertemperatuur Extra functie voor verhoogde tapwaterverwarming Boilerverwarming: Inschakelpunt gewenste waarde Gewenste aanvoertemperatuur bij boilerverwarming Verschil gewenste keteltemp. tegenover gewenste WW-temp Circulatiepomp voor boilerverw Circulatiepomp naloop Frequentie extra functie voor tapwaterverwarming C Gew. boilertemp. voor naverwarmingsonderdrukk. zonnesysteem! D Uitschakelpunt boilververwarming bij 2 boilertemperatuursensoren D Inschakelpunt boilververwarming bij 2 boilertemperatuursensoren F Looptijd stelaandr. mengklep warmtewisselaarset Looptijd secundaire boilerlaadpomp warmtewisselaarset Zonne-energie Inschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp

8 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 01 Uitschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp Toerentalregeling zonnecircuitpomp Temp.verschil voor start van de toerentalregeling Regelaarversterking van de toerentalreg Min. toerental zonnecirc.pomp Max. toerental zonnecirc.pomp Intervalfunctie zonnecircuitpomp Maximumtemperatuur boiler Max. collectortemp A Stagnatietijd-verlaging B Vorstbeschermfctie vr zonnecirc C Delta-T-bewaking D Nacirculatie-bewaking E Bep.Solar-opbrengst F Debiet zonnecircuit bij max. pomptoerental Doeltemp.regeling Gew. tapwatertemp. zonnesysteem Minimumtemp. collector Uitgebreide regelingsfunctie Inschakeltemperatuurverschil bij 2e temperatuurverschilregeling Uitschakeltemperatuurverschil bij 2e temperatuurverschilregeling Inschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie Uitschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie Voorrang voor warmwaterboiler Pendelverwarmingstijd Pendelpauzetijd Diagnose en serviceopvragingen Servicemenu oproepen Servicemenu verlaten Wachtwoorden wijzigen Alle wachtwoorden naar de fabrieksinstelling terugzetten Diagnose Werkingsgegevens opvragen Korte opvraging LON-service-PIN WiFi-informatie oproepen Netwerkmodule terugzetten Service-interface foor Vitosoft activeren (WiFi) WiFi-verbinding deactiveren Onderhoudsindicatie Onderhoudsindicatie bevestigen Bevestigde onderhoudsmeldingen oproepen Onderhoudsmelding terugzetten Probleemoplossing Storingsindicatie Storingsindicatie bevestigen Bevestigde storingsmeldingen oproepen Meldingen uit het meldingsgeheugen Meldungen aus Meldungsspeicher uitlezen Storingsmeldingen F Onderhoud Kortsluiting keteltemperatuursensor Onderbreking keteltemperatuursensor A LAN-hardwarefout B LAN-systeemfout C DHCP-server antwoordt niet D Ethernet-kabel niet verbonden F Fout recovery-update Kortsluiting boilertemperatuursensor Kortsluiting boilertemperatuursensor

9 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 52 Kortsluiting buffertemp.sensor Onderbreking boilertemperatuursensor Onderbreking boilertemperatuursensor A Onderbreking buffertemperatuursensor Kortsluiting temp.sensor 17A Onderbreking temperatuursensor 17A Kortsluiting temp.sensor 17B Onderbreking temperatuursensor 17B Kortsluiting sensor 7 zonneregel.module, type SM Kortsluiting sensor 10 zonneregel.module, type SM Kortsl. collectortemperatuursensor Kortsluiting retourtemperatuursensor collector Kortsl. boilertemperatuursensor zonnesys Onderbr. sensor 7 zonneregelingsmodule, type SM Onderbr. sensor 10 zonneregelingsmodule, type SM A Onderbreking collectortemperatuursensor B Onderbreking retourtemperatuursensor collector C Onderbr. boilertemperatuursensor zonnesyst E Delta-T-bewaking zonneregeling F Zonnesyst A0 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting A1 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting A2 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting A3 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting A7 Fout klok in bedieningsged AA Configuratiefout TSA-functie AB Configuratiefout warmtewisselaarset AC Configuratiefout retourtemperatuurregeling AD Configuratiefout smoorklep B0 Kortsluiting rookgastemp.sensor B1 Communicatiefout bed.-gedeelte B5 Storing EEPROM B6 Ongeldige toepassing B7 Codeerstekker B8 Rookgastemperatuursensor onderbreking BF Verkeerde communicatiemodule LON C1 Externe veiligheidsinrichting aan verw.ketel C2 Communicatiefout zonneregeling C3 Communicatiefout uitbreiding AM C8 St.meld.module 1 ingang 1: Waterniveaubegrenzer C9 St.meld.module 1 ingang 2: Maximumdruk CA St.meld.module 1 ingang 3: Minimumdruk of maximumdruk CB St.meld.module 1 ingang 4: Maximumdruk CE Communicatiefout storingsmeld.module CF Communicatiefout communicatiemodule LON D1 Branderstoring verw.ketel D2 Communicatiefout storingsmeld.module D3 Communicatiefout uitbreiding EA D4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer verw.ket D6 St.mleding aan digitale ingang 1 uitbreiding EA D7 St.mleding aan digitale ingang 2 uitbreiding EA D8 St.mleding aan digitale ingang 3 uitbreiding EA E0 Storing LON-deelnemer Storingen zonder storingsindicatie Temperatuursensoren controleren Ketel-, boiler-, buffertemperatuursensor, temperatuursensor open verdeler, retourtemperatuursensor (sensor Therm-Control) Rookgastemperatuursensor Zekeringen controleren

10 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) 11. Functiebeschrijving Regeling van de ketelwatertemperatuur Korte beschrijving Regelingsfuncties Ketelbeschermingsfunctie: Therm-Control (opstartschakeling) Ketelbeschermingsfunctie: Retourtemperatuurverhoging via bijmengpomp en/of 3-weg-mengklep Ketelbeschermingsfunctie: Verdelerpomp Regelingsverloop Regeling van de tapwaterverwarming (boilertemperatuurregeling) Korte beschrijving Functies Regelingsverloop Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen (accessoire) Aansluiting van een steekadapter Aansluiting van twee stekkeradapters Uitbreiding EA1 (accessoire) Digitale gegevensingangen DE1 tot DE Analoge ingang 0 10 V Uitgang abj Uitbreiding AM1 (accessoire) Functies Aansluit- en bedradingschema's Aansluit- en bedradingschema Overzicht Printplaat 230 V Printplaat laagspanning Onderdelenlijsten Bestelling van onderdelen Vitotronic 100, type CC1E Technische gegevens Conformiteitsverklaring Index

11 Informatie Verwijdering van de verpakking Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen als afval verwijderen. NL: Verpakkingsafval wordt door de installateur meegenomen/afgevoerd. Symbolen Symbool Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie Informatie 1. Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu Bereik onder spanning Goed voor opletten. Onderdeel moet hoorbaar inklikken. of Akoestisch signaal Nieuw onderdeel plaatsen. of In combinatie met gereedschap: Oppervlakte reinigen. Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afgeven. Onderdeel niet met het huisvuil meegeven. Gebruik conform de regelgeving Het toestel mag conform de regelgeving alleen voor de regeling van Viessmann middelgrote en grote ketels met branders op olie of gas en het gebruik conform de regelgeving hiervan worden gebruikt. De meegeleverde montage-, service- en bedieningshandleidingen moeten in acht genomen worden. Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige bediening (bijv. wanneer de gebruiker het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is sprake wanneer de functie volgens de regelgeving van componenten in het verwarmingssysteem wordt gewijzigd. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant per geval worden goedgekeurd. 11

12 Informatie Productinformatie Informatie De Vitotronic regeling Vitotronic 100, type CC1E, is voor de regeling van een installatie met een ketel met constante ketelwatertemperatuur voorzien. De Vitotronic regeling is in de fabriek als Indiv. ketel const. regeling geconfigureerd. Bij de werking met constante ketelwatertemperatuur levert de verwarmingsketel onafhankelijk van de buitentemperatuur verwarmingswater met constante temperatuur. Bij installaties met een ketel gebeurt de kamerverwarming en warmwaterbereiding met constante aanvoertemperatuur. Daarbij komt de aanvoertemperatuur overeen met de ingestelde ketelwatertemperatuur. De Vitotronic regeling kan alternatief als Verw.ketel in de cascade geconfigureerd worden: De Vitotronic regeling wordt dan als regeling van de ketelwatertemperatuur van een verwarmingsketel in een installatie met meerdere ketels gebruikt. Deze handleiding beschrijft de Vitotronic 100, type CC1E voor de volgende toepassingen: Gebruik in een installatie met één ketel Gebruik in een installatie met meerdere ketels en een bovenliggende externe regeling Voor installaties met meerdere ketels met Viessmann cascaderegelingen Vitotronic 300 is deze handleiding niet nodig. Installatievoorbeelden Beschikbare installatievoorbeelden: Zie 12

13 Communicatiemodule LON monteren (accessoire) Montageverloop In te stellen parameters bij de eerste inbedrijfstelling: Zie hoofdstuk Regeling in LON integreren. Montage Afb. 1 Codeerstekker insteken Uitsluitend de codeerstekker gebruiken die tot de leveringsomvang van de verwarmingsketel behoort. X7 Afb. 2 Toekenning codeerstekker verwarmingsketel: Zie Veiligheidstemperatuurbegrenzer omzetten (indien nodig) De veiligheidstemperatuurbegrenzer is bij levering op 110 C ingesteld. 13

14 Montageverloop Veiligheidstemperatuurbegrenzer omzetten (vervolg) Voorbeeld: Omzetting op 100 C Montage C Afb. 3 Temperatuurregelaar omzetten (indien nodig) De temperatuurregelaar is bij levering op 95 C ingesteld. Voorbeeld: Omzetting op 100 C! Opgelet Te hoge tapwatertemperaturen kunnen de warmwaterboiler beschadigen. Bij werking met een warmwaterboiler mag de maximaal toegestane watertemperatuur niet worden overschreden. Eventueel een betreffende veiligheidsinrichting monteren. A 2. Afb A 75 tot 100 C 14

15 Montageverloop Temperatuurregelaar omzetten (indien nodig) (vervolg) 1. Draaiknop R eruit nemen. 2. Met een punttang de in de afbeelding aangegeven nok A uit de aanslagplaat breken. 3. Draaiknop R zo monteren dat de markering zich in het midden van het gekozen gebied bevindt. Draaiknop R naar rechts tot de aanslag draaien. Voorste gedeelte van de regeling monteren 1. Montage Afb. 5 15

16 Montageverloop Regeling openen 2. Montage Afb. 6 Kabels invoeren en voorzien van trekontlasting Regeling op de CV-ketel gemonteerd: kabels van onderen door de frontplaat van de CVketel in de aansluitruimte van de regeling brengen. Regeling zijdelings aan de CV-ketel gemonteerd: Kabels van onderen uit het kabelkanaal in de regeling leiden. A B Afb. 7 A Kabels met aangespoten trekontlasting B Door de installateur te verzorgen kabels, kabels maximaal 100 mm ontmantelen. 16

17 Elektrische aansluitingen Overzicht van de elektrische aansluitingen Gevaar Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen tot gevaarlijk letsel door elektrische stroom en tot schade aan het toestel leiden. Laagspanningskabels < 42 V en kabels > 42 V/230 V~ gescheiden van elkaar leggen. Kabels vlak vóór de aansluitklemmen zo kort mogelijk afstrippen en dicht tegen de bijbehorende klemmen bundelen. Kabels vastzetten met kabelbinders. Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en componenten van de installateur moeten de isolatievoorschriften van IEC/EN worden nageleefd.! Opgelet Door elektrostatische lading kunnen elektronische modules beschadigd worden. Vóór de werkzaamheden geaarde objecten, zoals verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de statische lading af te leiden. C D E Montage B 17 B 9/ A A 17 A A Afb. 8 A B A Printplaat laagspanning B Printplaat 230 V C Communicatiemodule LON (toebehoren): Zie pagina 13. D Aansluiting bedieningsgedeelte: Zie pagina 19. E Codeerstekker: Zie pagina 13. A Aansluitingen aan printplaat laagspanning Stekker Component Installatie met één ketel Installatie met meerdere ketels Keteltemperatuursensor X X %A Een van de volgende temperatuursensoren: Boilertemperatuursensor X Boilertemperatuursensor boven bij boilerlaadsysteem %B Boilertemperatuursensor beneden bij boilerlaadsysteem )/? Volgende temperatuursensoren: X X Temperatuursensor open-verdeler X Buffertemperatuursensor X ag Rookgastemperatuursensor X X aja Een van de volgende temperatuursensoren: Temperatuursensor Therm-Control X X Retourtemperatuursensor T1 X X 17

18 Elektrische aansluitingen Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) Stekker Component Installatie met één ketel Installatie met meerdere ketels ajb Een van de volgende temperatuursensoren: Temperatuursensor boilerlaadsysteem X Retourtemperatuursensor T2 X X avd Externe vraag X X avg KM-BUS-deelnemer X X avh Extern omschakelen X X Montage Overige externe functies via uitbreiding EA1: Installatie met één ketel: Zie pagina 37. Installatie met meerdere ketels: Zie pagina 42. B Aansluitingen aan printplaat 230 V~ Stekker Component Installatie met één ketel Installatie met meerdere ketels söa1 Een van de volgende circulatiepompen: Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem Circulatiepomp voor rookgas/waterwarmtewisselaar of Schakeluitgang voor de debietreducering (Therm-Control) sa Een van de volgende circulatiepompen: X Circulatiepomp voor de boileropw. X Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem sl Een van de volgende circulatiepompen: X X X Bijmengpomp X X Ketelcircuitpomp X X Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie X X fö Netaansluiting X X fa Brander 1e trap X X gö Meldinrichting algemene storing X X gsa1 Een van de volgende functies: Motorsmoorklep X Mengklep voor retourtemperatuurregeling X X Mengklep warmtewisselaarset X lö Een van de volgende functies: Brander 2e trap X X Brander modulerend X X abö Volgende functies: Externe veiligheidsinrichting X X Provisorische branderwerking X X aba Veiligheidscircuit (spanningsloos) X X abh Netaansluiting voor accessoires X X X X 18

19 Elektrische aansluitingen Montage Netwerkmodule aansluiten 1. A 2. B Afb. 9 A Aansluitkabel bedieningsgedeelte B LAN-verbindingskabel LAN-verbinding maken Informatie over de aansluiting en de activering van de netwerkmodule: Zie Sensoren aansluiten A 5 B 17 A 17 B /2 Afb

20 Elektrische aansluitingen Sensoren aansluiten (vervolg) Aansluitingen op printplaat laagspanning Stekker Component Installatie met één ketel Installatie met meerdere ketels Keteltemperatuursensor X X %A Een van de volgende temperatuursensoren: Boilertemperatuursensor X Montage Boilertemperatuursensor boven bij boilerlaadsysteem %B Boilertemperatuursensor beneden bij boilerlaadsysteem )/? Volgende temperatuursensoren: X X Temperatuursensor open-verdeler X Buffertemperatuursensor X ag Rookgastemperatuursensor X X aja Een van de volgende temperatuursensoren: Temperatuursensor Therm-Control X X Retourtemperatuursensor T1 X X ajb Een van de volgende temperatuursensoren: Temperatuursensor boilerlaadsysteem X Retourtemperatuursensor T2 X X Pompen aansluiten Aansluitingen op printplaat 230 V~ Stekker Component Installatie met één ketel Installatie met meerdere ketels söa1 Een van de volgende circulatiepompen: Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem Circulatiepomp voor rookgas/waterwarmtewisselaar of Schakeluitgang voor de debietreducering (Therm-Control) sa Een van de volgende circulatiepompen: X Circulatiepomp voor de boilerverwarming X Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem sl Een van de volgende circulatiepompen: X X X Bijmengpomp X X Ketelcircuitpomp X X Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie X X X X 20

21 Elektrische aansluitingen Pompen aansluiten (vervolg) Pompen 230 V~ Nominale stroom: 4(2) A~ M 1~ A B Afb. 11 Montage A Pomp B Naar de regeling Pompen 230 V~ met stroomopname groter dan 2 A of HR-circulatiepompen Pompen met schakelingang Pompen zonder schakelingang N L L D N N L L D N L N C L N C B Afb. 12 Extern AAN/UIT L N PE A Pomp B Naar de regeling C Relais D Aparte netaansluiting (fabrikantgegevens respecteren) A B Afb. 13 L N PE A Pomp B Naar de regeling C Relais D Aparte netaansluiting (fabrikantgegevens respecteren) A 21

22 Elektrische aansluitingen Pompen aansluiten (vervolg) Pompen 400 V~ Nominale stroom voor de aansturing van het relais: 4(2) A~ N L L1 L2 L3 N PE Montage B C Afb. 14 A 3~ M A Pomp B Naar de regeling C Relais Acutatoren aansluiten Aansluitingen op printplaat 230 V~ Stekker Component Installatie met één ketel Installatie met meerdere ketels gsa1 Een van de volgende functies: Motorsmoorklep X Mengklep voor retourtemperatuurregeling X X Mengklep warmtewisselaarset X M 1~ Nominale spanning 230 V~ Nominale stroom Max. 0,2 (0,1) A~ Looptijd 5 tot 199 s Looptijd instellen 52 De looptijd is instelbaar via de volgende parameters: In combinatie met stekker gsa1: 56 in de groep Alg. 0F in de groep Warm water Afb. 15 OPEN DICHT Meldinrichting algemene storing aansluiten Stekker gö 22 De storingen van de betreffende verwarmingsketel worden doorgezonden.

23 Elektrische aansluitingen Meldinrichting algemene storing aansluiten (vervolg) Nominale spanning 230 V~ Nominale stroom Max. 4(2) A~ L N 50 Afb. 16 Brander aansluiten Montage Installatie met een ketel Lagetemperatuur-verwarmingsketel met modulerende brander (modulatieregelaar van installateur) Aansluiting van de brander: Stekker fa van Vitotronic 100 op de brander aansluiten. Stekker lö van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (installateur) vor de stekker lö op de brander Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen 5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur van de verwarmingsketel instellen. 23

24 Elektrische aansluitingen Brander aansluiten (vervolg) A L N T1 T2 S3 B4 41 T6T7T8 143 BU BK BN Montage B C D L1 PE N STB 41 TR Storing H1 BZ L1 N T1 T2 S3 B4 90 T6 T7 T8 BN BK BU Afb. 17 E A Stekker naar de regeling B Brander met basislast AAN C Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar). D Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar). E Stekker naar de brander Kleurenlegende conform IEC BK Zwart BN Bruin BU Blauw Vitocrossal met modulerende brander (modulatieregelaar van installateur) Aansluiting van de brander: Stekker fa van Vitotronic 100 op de brander aansluiten. Stekker lö van Vitotronic 100 blijft vrij. Stekker lö van de brander op de door de installateur te verzorgen modulatieregelaar aansluiten. 24

25 Elektrische aansluitingen Brander aansluiten (vervolg) A L N T1 T2 S3 B4 41 C D B B4 S3T2 T1 N L 90 T6T7T8 BN BK BU Montage 41 Afb. 18 E A Stekker naar de regeling B Brander met basislast AAN C Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar). D Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar). E Stekker naar de brander Kleurenlegende conform IEC BK Zwart BN Bruin BU Blauw Installatie met meerdere ketels Lagetemperatuur-verwarmingsketel met modulerende brander (modulatieregelaar van installateur) Aansluiting van de brander: Stekker fa van Vitotronic 100 op de brander aansluiten. Stekker lö van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (installateur) vor de stekker lö op de brander De brander wordt via de externe vraag avd met basislast ingeschakeld door de modulatieregelaar (te verzorgen door de installateur). 25

26 Elektrische aansluitingen Brander aansluiten (vervolg) A L N T1 T2 S3 B T6T7T8 BU BK BN Montage B C D E L1 PE N STB 41 TR Storing H1 BZ L1 N T1 T2 S3 B4 90 T6 T7 T8 BN BK BU Afb. 19 F A Stekker naar de regeling B Ketelvrijgave Smoorklep OPEN of DICHT C Brander met basislast AAN D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar). E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar). F Stekker naar de brander Kleurenlegende conform IEC BK Zwart BN Bruin BU Blauw Vitocrossal met modulerende brander (modulatieregelaar van installateur) Aansluiting van de brander: Stekker fa van Vitotronic 100 op de brander aansluiten. Stekker lö van Vitotronic 100 blijft vrij. De brander wordt via de externe vraag avd met basislast ingeschakeld door de modulatieregelaar (te verzorgen door de installateur). 26

27 Elektrische aansluitingen Brander aansluiten (vervolg) A L N T1 T2 S3 B4 41 D E B C B4 S3T2 T1 N L 90 T6T7T8 BN BK BU Montage 41 Afb. 20 F A Stekker naar de regeling B Ketelvrijgave Smoorklep OPEN of DICHT C Brander met basislast AAN D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar). E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar). F Stekker naar de brander Kleurenlegende conform IEC BK Zwart BN Bruin BU Blauw Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten Aansluiting via stekker abö. Ook als geen aansluiting wordt gemaakt, moet stekker abö ingestoken blijven.! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluitingen moeten potentiaalvrij zijn. 27

28 Elektrische aansluitingen Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten (vervolg) B P STB AANAAN N STB TR TR A 150 C P Montage D P Afb. 21 A Brug STB STB B Laagwaterniveaubeveiliging, minimaalpressostaat C Maximaalpressostaat D Overige veiligheidsinrichtingen 1. Brug STB STB verwijderen. 2. Externe veiligheidsinrichtingen op stekker abö in serie aansluiten. Bij meerdere veiligheidsinrichtingen kan ook de steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen (accessoire) aangesloten worden: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen Provisorische branderwerking Aansluiting op stekker abö. Brug TR AAN/TR op TR AAN plaatsen. De CV-ketel wordt in de 1e brandertrap of met laagste vermogen / basisbelasting opgewarmd. De uitschakeling vindt plaats via de temperatuurregelaar. STB N STB TR EIN EIN TR Afb. 22 A A Brug TR AAN/TR 28

29 Wisselstroombrander aansluiten Elektrische aansluitingen Ventilatorbrander op olie/gas De branderkabels behoren tot de leveringsomvang van de warmtegenerator. Brander conform DIN 4791 aansluiten. Maximale stroomopname 6 (3) A H1 BZ Storingssignaal brander Bedrijfsurenteller 41 L N T1 T2 S3 B4 T6 T7T8 90 BN BK BU Montage L1 PE N STB 41 TR Storing H1 BZ L1 N T1 T2 S3 B4 Afb. 24 A Naar de regeling B Naar de brander Afb. 23 A Naar de regeling B Naar de brander Klembenamingen stekker fa: L1 Fase via veiligheidstemperatuurbegrenzer op de brander PE Aardkabel naar de brander N Nulleider naar de brander T1, T2 Regelkring S3 Aansluiting branderstoring B4 Aansluiting bedrijfsurenteller Signaalrichting: Regeling brander Signaalrichting: Brander regeling Klembenamingen stekker lö: T6, T8 Regelkring 2e brandertrap aan of modulatieregelaar open T6, T7 Regelkring 2e brandertrap uit of modulatieregelaar dicht Signaalrichting: Regeling brander Signaalrichting: Brander regeling Kleurenlegende conform IEC 60757: BK Zwart BN Bruin BU Blauw Brander zonder stekker Contrastekker van Viessmann of van branderfabrikant monteren Branderkabel aansluiten. Toestelbenamingen stekker fa: STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de regeling TR Temperatuurregelaar van de regeling Viessmann Matrix-brander voor Vitocrossal De branderkabels behoren tot de leveringsomvang van de warmtegenerator. Maximale stroomopname 6 (3) A 29

30 Elektrische aansluitingen Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) A A L N T1 T2 S3 B T6T7T8 BN BK BU Montage B4 S3T2 T1 N L 90 T6T7T8 BN BK BU 41 B Afb. 25 A Naar de regeling B Naar de brander Klembenamingen stekker fa: L1 Fase via veiligheidstemperatuurbegrenzer op de brander PE Aardkabel naar de brander N Nulleider naar de brander T1, T2 Regelkring S3 Aansluiting branderstoring B4 Aansluiting bedrijfsurenteller Signaalrichting: Regeling brander Signaalrichting: Brander regeling Afb. 26 B A Naar de regeling B Naar de brander Klembenamingen: T6, T8 Regelkring 2e brandertrap AAN of modulatieregelaar OPEN T6, T7 Regelkring 2e brandertrap UIT of modulatieregelaar DICHT Kleurenlegende conform IEC 60757: BK Zwart BN Bruin BU Blauw 30

31 Draaistroombrander aansluiten Elektrische aansluitingen Veiligheidscircuit spanningsloos Eventueel moet op de brander een aanwezige brug van een fasegeleider naar de stuurspanning worden verwijderd. Beslist de gegevens van de branderfabrikant respecteren! Montage A a B C D E F G H K L Afb. 27 A Regeling B Hoofdrelais (installateur) C Draaistroombrander D Draaistroom-spanningsvoeding brander E Aansturing hoofdrelais F Veiligheidscircuit (STB), spanningsloos G Regelkring trap 1/basisbelasting H Storingsmelding brander K Bedrijfsurenteller trap 1 L Basisbelasting/vollast fö Netaansluiting van de regeling fa Brander, 1e trap lö Brander, 2e trap abö Stekker voor externe aansluitingen a Externe veiligheidsinrichtingen, bij aansluiting brug verwijderen. aba Veiligheidscircuit, spanningsloos, bij aansluiting de brug verwijderen 31

32 Elektrische aansluitingen Draaistroombrander aansluiten (vervolg) Veiligheidscircuit niet spanningsloos Eventueel moet op de brander een aanwezige brug van een fasegeleider naar de stuurspanning worden verwijderd. Beslist de gegevens van de branderfabrikant respecteren! Montage A a B C D E F G H K Afb. 28 A Regeling B Hoofdrelais (installateur) C Draaistroombrander D Draaistroom-spanningsvoeding brander E Aansturing hoofdrelais F Regelkring trap 1/basisbelasting G Storingsmelding brander H Bedrijfsurenteller trap 1 K Basisbelasting/vollast fö Netaansluiting van de regeling fa Brander, 1e trap lö Brander, 2e trap abö Stekker voor externe aansluitingen a Externe veiligheidsinrichtingen, bij aansluiting brug verwijderen. aba Veiligheidscircuit (STB) LON-verbinding maken Het LON van Viessmann is voor de busstructuur Lijn aan beide kanten ontworpen met een afsluitweerstand (accessoires). 32 Het transmissiebereik bij LON is afhankelijk van de elektrische eigenschappen van de kabel. Daarom mogen uitsluitend de aangegeven kabeltypes worden gebruikt. Binnen een LON mag slechts één kabeltype worden gebruikt.

33 Elektrische aansluitingen LON-verbinding maken (vervolg) Kabeltypes (installateur): 2-aderige kabel, CAT5, afgeschermd JY(St)Y 2 x 2 x 0,8 mm (telefoonkabel) Aan de vereisten voor de kabels en de functie van de LON-poort FTT 10-A moet worden voldaan. Alle apparatuur van Viessmann wordt via RJ45-stekkers aangesloten. Voor de LON van Viessmann zijn altijd de aders 1 en 2 en de afscherming nodig. De aders zijn verwisselbaar. Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en componenten van de installateur moeten de isolatievoorschriften van IEC/EN worden nageleefd. Aansluitvarianten Aansluiting met LON-verbindingskabel A A A Montage C C Afb. 29 B B Geïnstalleerde afstand 7 m A Regeling, Vitocom of Vitogate B LON-verbindingskabel, 7 m lang C Afsluitweerstand Aansluiting met LON-verbindingskabel en LON-koppeling A A A C C B D B D B B D B D B Afb. 30 Geïnstalleerde afstand 7 tot 21 m A Regeling, Vitocom of Vitogate B LON-verbindingskabel, 7 m lang Max. 3 kabels tussen twee apparaten C Afsluitweerstand D LON-koppeling Aansluiting met kabel van installateur en LON-stekker A A F A C D D D D C Afb. 31 B 900 m B Geïnstalleerde lengte 900 m (met LONstekker) A Regeling, Vitocom of Vitogate B Door installateur te voorziene kabel C Afsluitweerstand D LON-stekker F Maximaal 30 deelnemers 33

34 Elektrische aansluitingen LON-verbinding maken (vervolg) Aansluiting met LON-verbindingskabel, kabel van installateur en LON-aansluitdoos C A Afb. 32 A F D D D D B B B B E E 900 m A C Geïnstalleerde lengte 900 m (met LONaansluitdozen) Montage A Regeling, Vitocom of Vitogate B LON-verbindingskabel, 7 m lang C Afsluitweerstand Netaansluiting D LON-aansluitdozen E Door installateur te voorziene kabel F Maximaal 30 deelnemers Scheidingsinrichtingen voor niet-geaarde geleiders De hoofdschakelaar of noodstop moet gelijktijdig alle ongeaarde geleiders met een contactopening van minimaal 3 mm van het net scheiden. Bovendien raden wij aan een universele stroomgevoelige aardlekschakelaar (RCD) type B te installeren voor gelijkstroom(storingen), die kunnen ontstaan door energie-efficiënte bedrijfsmiddelen. Als er geen hoofdschakelaar of noodstop wordt geplaatst, moeten alle ongeaarde geleiders door de voorgeschakelde aardlekschakelaar met een contactopening van minstens 3 mm van het net worden gescheiden. Netaansluiting voor accessoires en externe componenten Wij adviseren de netaansluiting voor accessoires en externe componenten, die niet op de regeling worden aangesloten, op dezelfde zekering, minstens echter fasegelijk met de regeling aan te brengen. De aansluiting op dezelfde zekering verhoogt de veiligheid bij netuitschakelingen. De opgenomen stroom van de aangesloten verbruikers moet gerespecteerd worden. Extra voorschriften voor olie- en gasgestookte installatie De nationale eisen aan stookinstallaties in uw land moeten worden opgevolgd. Bij olie- en gasgestookte installaties boven 100 kw moet volgens de ontwerp-stookverordening FeuVO door de installateur een NOODSTOP buiten de installatieruimte worden geplaatst. Bij verwarmingsinstallaties volgens EN moet de door de installateur geïnstalleerde NOOD- STOP aan de eisen van de EN voldoen. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties kunnen door elektrische stroom leiden tot verwondingen en materiële schade. De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten volgens de volgende voorschriften worden uitgevoerd: IEC NEN-voorschriften Technische aansluitvoorwaarden van het plaatselijke energiebedrijf De netaansluitkabel moet door de installateur met max. 16 A gezekerd worden. Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Toestel en leidingen moeten met de equipotentiaalverbinding van het huis verbonden zijn. Gevaar Verkeerde aansluiting van de aders kan tot ernstig letsel en schade aan het toestel leiden. Aders L (bruin) en N (blauw) niet verwisselen. Kleurenlegende conform IEC 60757: BN Bruin (L) BK Zwart BU Blauw (N) GY Grijs GNYE Groen/geel (PE) Geadviseerde netaansluitleiding 3-aderige kabel, flexibel Kabeldoorsnede: 1,5 mm 2 Nominale spanning: 300 V/500 V Temperatuurbestendigheid: min. 70 C 34

35 Elektrische aansluitingen Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting van de regeling A L1 PE N B C 1. Controleren of de voedingskabel naar de regeling volgens de voorschriften is gezekerd. 2. Netsnoer in de aansluitkast D en op stekker fö klemmen (installateur). BU GNYE BN D 3. Stekker fö in de regeling steken. Montage N L 40 Afb. 33 A Netspanning 230 V~ B Zekering 16 A C Hoofdschakelaar, 2-polig (installateur) D Aansluitdoos (door installateur te voorzien) Netaansluiting van de regeling via netfiltereenheid Netfiltereenheid, zie servicehandleiding van de CV-ketel A L1 PE N B C BU GNYE BN D N L 40 Afb. 34 A Netspanning 230 V~ B Zekering 16 A C Hoofdschakelaar, 2-polig (installateur) D Aansluitdoos (door installateur te voorzien) 35

36 Elektrische aansluitingen Netaansluiting (vervolg) 1. Controleren of de voedingskabel naar de netfiltereenheid volgens de voorschriften is gezekerd. 3. Stekker fö in de netfiltereenheid steken. 2. Netsnoer in de aansluitkast D en op stekker fö klemmen (installateur). A 2 N PE 1 fö abh Stekker fö en stekker abh van de aansluitkabel van de netfiltereenheid in de desbetreffende bus van de regeling steken. Montage BN GY GNYE BK B L N N L abh fö Afb. 35 C A Naar netfiltereenheid B Aansluitkabel van de netfiltereenheid C Naar de regeling 36

37 Externe functies Installatie met een ketel Overzicht externe functies Aansluitingen op printplaat laagspanning Functie Stekker/contact Pagina Extern omschakelen getrapte/modulerende brander avh.1/avh.2 37 Externe vraag avd.1/avd.2 of avd.2/avd.3 of avh.2/avh.3 40 Aansluitingen op uitbreiding EA1 Functie Stekker/contact Pagina Externe vraag DE1, DE2 of DE3 of 0 tot 10V-ingang Extern blokkeren DE1, DE2 of DE Montage Extern omschakelen getrapte/modulerende brander! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn. Functie Aansluiting Extern omschakelen getrapte/modulerende brander avh.1/avh.2 A Contact Gesloten Open Parameter A Potentiaalvrij contact 2-traps werking Modulerende werking Parameter 02:2 in de groep Ketel instellen. Bij opvraging van de branderuitvoering verschijnt ook na externe omschakeling het adres voor modulerend (wordt niet overschreven). 37

38 Externe functies Installatie met een ketel Extern blokkeren! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn. Functie Regeling Aansluiting Extern blokkeren Uitbreiding EA1 DE1, DE2 of DE3 B Montage DE1 DE2 DE3 A A A Contact Gesloten A Potentiaalvrij contact B Uitbreiding EA1 Regeluitschakeling van de brander De bijmeng- of ketelcircuitpomp (indien aanwezig) wordt uitgeschakeld. Er is geen vorstbescherming van de verwarmingsinstallatie. Open Parameter De verwarmingsketel is vrijgegeven. 42 (DE1), 43 (DE2) of 44 (DE3) in groep Alg. op 3 of 4 zetten. Externe regeling aansluiten Instellingen Parameter in groep Ketel : 02:1 voor tweetraps brander 02:2 voor modulerende brander Parameter in groep Alg. : 01:1 voor installatie met een ketel (toestand bij levering) De gewenste ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde worden ingesteld. De verwarmingsketel wordt op de benodigde minimumtemperatuur gehouden. Bij aangesloten boilertemperatuursensor wordt de boilertemperatuurregeling geactiveerd. De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de overige instellingen zijn afhankelijk van de uitrusting van de installatie met de veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN of EN Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 C 100 C Temperatuurregelaar 100 C 87 C Elektronische maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur, parameter 06 in groep Ketel op de Vitotronic C 85 C Maximumtemperatuur van de door de installateur voorziene regeling 90 C 80 C 38

39 Externe functies Installatie met een ketel Externe regeling aansluiten (vervolg) Externe aanvraag verwarmingsketel via uitbreiding EA1! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn. Functie Regeling Aansluiting 0 tot 10V-ingang Tussen aardleiding en minpool van de door de installateur te voorziene spanningsbron een galvanische scheiding garanderen. Externe vraag Uitbreiding EA1 DE1, DE2 of DE3 Montage DE1 DE2 DE3 B [{{] abj 0-10V f-]a fö + - SÖ P L N N L A A A A Potentiaalvrij contact B Uitbreiding EA1 Parameter U + 0 tot 1 V Geen instelling voor gewenste ketelwatertemperatuur 1 V gewenste waarde V gewenste waarde 100 C Parameter 46 in de groep Alg. in acht nemen. Via de 0 tot 10-V-ingang kan de temperatuur of het vermogen ingesteld worden. Parameter 45 in de groep Alg. in acht nemen. De brander van de verwarmingsketel wordt lastafhankelijk ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische maximumtemperatuurbegrenzing resp. via de mechanische temperatuurregelaar begrensd. 42 (DE1), 43 (DE2) of 44 (DE3) in groep Alg. op 2 zetten. In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. 39

40 Externe functies Installatie met een ketel Externe regeling aansluiten (vervolg) Externe vraag via schakelcontacten! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn. Montage 2-traps brander Functie Externe aanvraag brander 1e trap Externe aanvraag brander 1e en 2e trap Aansluiting Stekker avd.1/avd.2 Stekker avd.2/avd.3 avh.2/avh.3 A A Extern lastafhankelijk inschakelen A B B B A Potentiaalvrij contact B Naar de regeling A Potentiaalvrij contact B Stekker avd van de regeling A Potentiaalvrij contact B Stekker avh van de regeling Contact Gesloten Brander 1e trap wordt ingeschakeld. Brander 2e trap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar is ingesteld. Brander 1e en 2e trap trap wordt ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar is ingesteld. Brander 2e trap wordt 2 K onder de maximumtemperatuur uitgeschakeld. De brander van de verwarmingsketel wordt lastafhankelijk ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische maximumtemperatuurbegrenzing resp. via de mechanische temperatuurregelaar begrensd. Open Brander 1e trap wordt uitgeschakeld. Brander 1e en 2e trap trap wordt uitgeschakeld. De brander van de verwarmingsketel is in regelwerking. Parameter In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. 40

41 Externe functies Installatie met een ketel Externe regeling aansluiten (vervolg) Modulerende brander Lagetemperatuur-verwarmingsketel Vitocrossal Functie Externe branderinschakeling basislast Aansluiting Stekker avd.1/avd.2 Stekker avd.1/avd.2 A A B 143 B Montage A Potentiaalvrij contact B Naar de regeling A Potentiaalvrij contact B Naar de regeling Contact Gesloten De brander wordt met de basislast ingeschakeld. Voor handhaving van de minimumtemperatuur wordt de brander op vollast geschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar is ingesteld. De brander wordt met de basislast ingeschakeld. De lastafhankelijke modulatie vindt plaats via de externe modulatieregelaar. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar is ingesteld. Open De brander wordt uitgeschakeld. De brander wordt uitgeschakeld. Parameter In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. Bijschakeling van door de installateur te voorziene regeltoestellen via Vitogate Parameter 01:1 in de groep Alg. instellen. Meer informatie voor de bijschakeling van door de installateur te voorziene regeltoestellen via Vitogate: Zie 41

42 Externe functies Installatie met meerdere ketels Overzicht externe functies Aansluitingen op printplaat laagspanning Functie Stekker/contact Pagina Extern omschakelen getrapte/modulerende brander avh.1/avh.2 42 Externe vraag avd.1/avd.2 of avd.2/avd.3 of avh.2/avh.3 46 Montage Aansluitingen op uitbreiding EA1 Functie Stekker/contact Pagina Externe vraag 0 tot 10V-ingang 43 Extern omschakelen getrapte/modulerende brander! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn. Functie Aansluiting Extern omschakelen getrapte/modulerende brander avh.1/avh.2 A Contact Gesloten Open Parameter A Potentiaalvrij contact 2-traps werking Modulerende werking Parameter 02:2 in de groep Ketel instellen. Bij opvraging van de branderuitvoering verschijnt ook na externe omschakeling het adres voor modulerend (wordt niet overschreven). 42

43 Externe regeling aansluiten Externe functies Installatie met meerdere ketels Instellingen Parameter in groep Ketel : 02:1 voor tweetraps brander 02:2 voor modulerende brander Parameter in groep Alg. : 01:3 voor installatie met meerdere ketels met door de installateur te verzorgen cascaderegeling (externe regeling) 01:2 voor installatie met meerdere ketels met door de installateur te verzorgen cascaderegeling (externe regeling) via Vitogate 300 De cascade- en boilertemperatuurregeling moeten via de bovenliggende externe regeling plaatsvinden. Opgelet! Om schade aan verwarmingsketels te vermijden, is het contact ketelvrijgave beslist noodzakelijk. Bij de hoofdketel moet het contact steeds gesloten zijn. De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de overige instellingen zijn afhankelijk van de uitrusting van de installatie met de veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN of EN Montage Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 C 100 C Temperatuurregelaar 100 C 87 C Elektronische maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur, parameter 06 in groep Ketel op de Vitotronic C 85 C Maximumtemperatuur van de door de installateur voorziene regeling 90 C 80 C Externe aanvraag verwarmingsketel via uitbreiding EA1! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn. 43

44 Externe functies Installatie met meerdere ketels Externe regeling aansluiten (vervolg) Zonder extra vrijgavecontact Functie Regeling Aansluiting 0 tot 10V-ingang Externe vraag Uitbreiding EA1 Tussen aardleiding en minpool van de door de installateur te voorziene spanningsbron een galvanische scheiding garanderen. Montage [{{] abj 0-10V f-]a + - SÖ P fö L N N L U + 0 tot 1 V Verwarmingsketel geblokkeerd Smoorklep dicht Ketelcircuitpomp of bijmengpomp uit 1 tot 10 V Verwarmingsketel vrijgegeven, wordt op minimumtemperatuur gehouden Smoorklep open Ketelcircuitpomp of bijmengpomp vrijgegeven Gewenste ketelwatertemperatuur: 1 V 10 C 10 V 100 C Hoofdketel Alleen bij lagetemperatuurketels: bij de hoofdketel moet de spanning groter dan 1 V zijn. Parameter Parameter 46 in de groep Alg. in acht nemen. Via de 0 tot 10-V-ingang kan de temperatuur of het vermogen ingesteld worden. Parameter 45 in de groep Alg. in acht nemen. 44

45 Externe functies Installatie met meerdere ketels Externe regeling aansluiten (vervolg) Met extra vrijgavecontact Functie Externe vraag Regeling Uitbreiding EA1 Vitotronic-regeling Aansluiting 0 tot 10V-ingang Tussen aardleiding en minpool van de door de installateur te voorziene spanningsbron een galvanische scheiding garanderen. avh.2/avh.3 [{{] abj 0-10V f-]a fö A Montage + - SÖ P L N N L B Contact Gesloten 0 tot 1 V Verwarmingsketel geblokkeerd Smoorklep dicht Ketelcircuitpomp of bijmengpomp uit 1 tot 10 V Verwarmingsketel vrijgegeven, wordt op minimumtemperatuur gehouden Smoorklep open Ketelcircuitpomp of bijmengpomp vrijgegeven Gewenste ketelwatertemperatuur: 1 V 10 C 10 V 100 C U + A Potentiaalvrij contact B Stekker avh van de regeling Verwarmingsketel vrijgegeven, wordt op minimumtemperatuur gehouden Smoorklep open Hoofdketel Alleen bij lagetemperatuurketels: bij de hoofdketel moet de spanning groter dan 1 V zijn. Open Parameter De smoorklep wordt na ca. 5 min. gesloten. Extern inschakelen van de brander niet mogelijk Parameter 46 in de groep Alg. in acht nemen. Via de 0 tot 10-V-ingang kan de temperatuur of het vermogen ingesteld worden. Parameter 45 in de groep Alg. in acht nemen. De smoorklep wordt na ca. 5 min. gesloten. Extern inschakelen van de brander niet mogelijk Parameter 46 in de groep Alg. in acht nemen. Via de 0 tot 10-V-ingang kan de temperatuur of het vermogen ingesteld worden. Parameter 45 in de groep Alg. in acht nemen. 45

46 Externe functies Installatie met meerdere ketels Externe regeling aansluiten (vervolg) Externe vraag via schakelcontacten! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn. Montage 2-traps brander Functie Externe aanvraag brander 1e trap Externe aanvraag brander 1e en 2e trap Aansluiting Stekker avd.1/avd.2 Stekker avd.2/avd.3 avh.2/avh.3 A A Ketelvrijgave, smoorklep A B B B A Potentiaalvrij contact B Naar de regeling A Potentiaalvrij contact B Stekker avd van de regeling A Potentiaalvrij contact B Stekker avh van de regeling Contact Gesloten Brander 1e trap wordt ingeschakeld. Brander 2e trap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar is ingesteld. Brander 1e en 2e trap trap wordt ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar is ingesteld. Brander 2e trap wordt 2 K onder de maximumtemperatuur uitgeschakeld. Vitocrossal: De smoorklep wordt geopend. Lagetemperatuurketel: eerst wordt de voorverwarmfunctie voor de volgende ketels geactiveerd. Na het verstrijken van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur voor de verwarmingsketel gehandhaafd. De smoorklep wordt geopend. Open Brander 1e trap wordt uitgeschakeld. Brander 1e en 2e trap trap wordt uitgeschakeld. De smoorklep wordt na ca. 5 min. gesloten. Extern inschakelen van de brander niet mogelijk Verwarmingsketel wordt niet op minimumtemperatuur gehouden. Parameter In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. 46

47 Externe functies Installatie met meerdere ketels Externe regeling aansluiten (vervolg) Modulerende brander: Lagetemperatuurketel Functie Externe branderinschakeling basislast Aansluiting Stekker avd.1/avd.2 Stekker avh.2/avh.3 Ketelvrijgave, smoorklep A A B A Potentiaalvrij contact B Naar de regeling 146 B A Potentiaalvrij contact B Stekker avh van de regeling Montage Contact Gesloten De brander wordt met de basislast ingeschakeld. Voor handhaving van de minimumtemperatuur wordt de brander op vollast geschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar is ingesteld. eerst wordt de voorverwarmfunctie voor de volgende ketels geactiveerd. Na het verstrijken van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur voor de verwarmingsketel gehandhaafd. De brander wordt door de modulatieregelaar die door de installateur wordt voorzien aangestuurd. Open De brander wordt uitgeschakeld. De smoorklep wordt na ca. 5 min. gesloten. Extern inschakelen van de brander niet mogelijk Verwarmingsketel wordt niet op minimumtemperatuur gehouden. Parameter In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. Modulerende brander: Vitocrossal Functie Externe branderinschakeling basislast Aansluiting Stekker avd.1/avd.2 Stekker avh.2/avh.3 In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. Ketelvrijgave, smoorklep A A B A Potentiaalvrij contact B Naar de regeling B A Potentiaalvrij contact B Stekker avh van de regeling 47

48 Externe functies Installatie met meerdere ketels Externe regeling aansluiten (vervolg) Montage Functie Contact Gesloten Externe branderinschakeling basislast De brander wordt met de basislast ingeschakeld. De lastafhankelijke modulatie vindt plaats via de externe modulatieregelaar. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar is ingesteld. Ketelvrijgave, smoorklep De smoorklep wordt geopend. Open De brander wordt uitgeschakeld. De smoorklep wordt na ca. 5 min. gesloten. Extern inschakelen van de brander niet mogelijk Verwarmingsketel wordt niet op minimumtemperatuur gehouden. Parameter In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. In parameter 0B in groep Alg. gewenste ketelwatertemperatuur instellen. Bijschakeling van door de installateur te voorziene regeltoestellen via Vitogate Parameter 01:2 in de groep Alg. instellen. Meer informatie voor de bijschakeling van door de installateur te voorziene regeltoestellen via Vitogate: Zie 48

49 Installatie in bedrijf stellen Inbedrijfstelling 1. Netschakelaar aan de regeling inschakelen. De inbedrijfstelling-assistent start automatisch. Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrippen in het Duits. 4. Met bevestigen. Het menu Inbedrijfstelling verschijnt opnieuw. 5. Met bevestigen. 6. Met bevestigen om belangrijke parameters aan de installatie aan te passen, bijv. Gassrt. of Met de inbedrijfstelling beëindigen. De installatie werkt met fabrieksinstellingen. Afb Gewenste instellingen uitvoeren: Taal Datum en tijd Energie-cockpit 3. Alleen voor installatie met meerdere ketels: Op Toepass. tippen. Verw.ketel in de cascade kiezen. Alle parameters kunnen op een later tijdstip gewijzigd worden: Zie vanaf pagina Met bevestigen. 8. Met de inbedrijfstelling beëindigen. Als de inbedrijfstelling niet succesvol is verlopen, verschijnt er een foutmelding. Inbedrijfstellen Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren Alleen nodig als de toepassing van de regeling moet worden gewijzigd. Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Inbedrijfstelling Vereiste parameters Parameter 01 in de groep Alg. controleren en volgens de volgende tabel instellen: Functie Installatie met één ketel: installatie met één ketel constante regeling Zonder externe omschakeling Parameter 01:1 Omschakeling via Stekker avd/avh of Uitbreiding EA1 Installatie met meerdere ketels: verwarmingsketel in de cascade. Parameter 01:1 Parameter 01:3 Omschakeling via Vitogate 300 Parameter 01:1 Parameter 01:2 49

50 Inbedrijfstelling Vereiste parameters (vervolg) Alle parameters in parameterniveau 1 controleren en eventueel instellen. In parameterniveau 2 de volgende parameters controleren en navenant instellen: Parameter Parametergroep Weergave 53:... Algemeen Aansluit. op stekker 20A1 54:... Algemeen Aansl. op stekker 29 55:... Algemeen Aansl. op stekker 52 98:... Algemeen Viessmann-installatienr. 9C:... Algemeen Controle LON-deelnemer 0C:... Verwarmingsketel Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling Overzicht van alle parameters: Zie vanaf pagina 55 Regeling aan 2-traps brander aanpassen Inbedrijfstellen 01. Brander in bedrijf stellen. 02. Op de volgende knoppen tippen: 03. Service 04. Wachtwoord viservice invoeren. 05. Actorentest 06. Brander 2e trap 07. Maximale brandervermogen door brandstofverbruik bepalen. Waarde noteren. 08. Brander 1e trap 09. Minimale brandervermogen (basisvermogen) door brandstofverbruik bepalen. Waarde noteren. 10. Met Actorentest beëindigen. 11. Bepaalde waarden in parameterniveau 2 in de groep Ketel instellen: Zie volgende tabel. Parameter Weergave Instelling 02:... Brandertype 1 = 2-traps 2 = modulerend 03:... Ketelbesch. gas-/oliewerk. 0 = gaswerking 1 = oliewerking 08:... Maximumvermogen brander in kw 1 instelstap 1 kw Eenheden en tientallen van het bepaalde maximumvermogen Voorbeeld: Max. vermogen = 225 kw Hier instellen = 25 50

51 Inbedrijfstelling Vereiste parameters (vervolg) Parameter Weergave Instelling 09:... Maximumvermogen brander in 100 kw 1 instelstap 100 kw Honderdtallen van het bepaalde maximumvermogen Voorbeeld: Max. vermogen = 225 kw Hier instellen = 2 0A:... Basisbelasting brand. Verhouding van vermogen brander 1e trap tegenover max. nominaal vermogen Basisvermogen instelbaar van 15 tot 100% van het maximale nominale vermogen Regeling aan modulerende brander aanpassen De brander moet ingeregeld zijn. Om een groot modulatiegebied te bereiken, moet u het minimale vermogen zo laag mogelijk instellen (schoorsteen respectievelijk rookgasinstallatie in acht nemen). 01. Brander in bedrijf stellen. 02. Op de volgende knoppen tippen: 03. Service 04. Wachtwoord viservice invoeren. 05. Actorentest 06. Modulerende brander OP. 07. Wachten tot de stelaandrijving van de brander op max. vermogen staat. 08. Maximale brandervermogen door brandstofverbruik bepalen. Waarde noteren. 09. Modulerende brander DICHT 10. De tijd meten tot de stelaandrijving op min. vermogen staat. Waarde noteren. 11. Minimale brandervermogen (basisvermogen) door brandstofverbruik bepalen. Waarde noteren. 12. Modulerende brander OP. Na ⅓ van de in punt 10 gemeten tijd de functie Modulerende brander Neutr. kiezen. De stelaandrijving wordt gestopt. 13. Deellastvermogen door brandstofverbruik bepalen. 14. Met Actorentest beëindigen. 15. Bepaalde waarden in parameterniveau 2 in de groep Ketel instellen: Zie volgende tabel. Inbedrijfstellen Parameter Weergave Instelling 02:... Brandertype 1 = 2-traps 2 = modulerend 03:... Ketelbesch. gas-/oliewerk. 0 = gaswerking 1 = oliewerking 08:... Maximumvermogen brander in kw 1 instelstap 1 kw 09:... Maximumvermogen brander in 100 kw 1 instelstap 100 kw 15:... Looptijd stelaandr. modulerende brander Looptijd van de stelaandrijving tussen basislast en maximaal brandervermogen bepalen. 0A:... Basisbelasting brand. Basisvermogen instelbaar van 15 tot 100% van het maximale nominale vermogen 05:... Branderkarakteristiek Verhouding van deelvermogen bij ⅓ van de looptijd van de stelaandrijving tot maximaal brandervermogen in % 51

52 Inbedrijfstelling Regeling in LON integreren De communicatiemodule LON is een vereiste accessoire. Binnen een LON mag ieder deelnemernummer maar éénmaal worden gegeven. Binnen een LON moet het installatienummer (parameter 98 in de groep Alg. ) gelijk zijn. Er mag slechts één regeling als foutmanager worden geparametreerd. De gegevensoverdracht via LON kan enkele minuten duren. Voorbeeld voor een installatie met één ketel met Vitocontrol, Vitotronic 200-H en Vitocom D A LON LON B LON LON C Afb. 37 Inbedrijfstellen A Regeling met 1 ketel B Vitocontrol met Vitotronic 200-H C Vitocom of Vitogate D LON Alle in de tabel aangegeven parameters zijn vermeld in de groep Algemeen. A B C Deelnemersnr. 1, Parameter 77:1 Deelnemersnr. 10, Parameter 77:10 Vitogate 300: Deelnemersnr. 97 Vitogate 200: Deelnemersnr. 98 Vitocom: Deelnemersnr. 99 Regeling is foutmanager, Parameter 79:1 Regeling zendt tijd, Parameter 7B:1 Regeling verzendt buitentemperatuur, Parameter 97:2 Viessmann installatienummer, Parameter 98:1 Foutbewaking LON-deelnemer, Parameter 9C:20 Regeling is geen foutmanager, Parameter 79:0 Regeling ontvangt tijd, Parameter 81:3 instellen Regeling ontvangt buitentemperatuur, Parameter 97:1 instellen Viessmann installatienummer, Parameter 98:1 Foutbewaking LON-deelnemer, Parameter 9C:20 Toestel is foutmanager. Toestel ontvangt tijd. LON-deelnemerscontrole uitvoeren Met de deelnemerscontrole wordt de communicatie van de op de foutmanager aangesloten toestellen in een installatie gecontroleerd. Voorwaarden: De regeling moet als foutmanager zijn geparametreerd (parameter 79:1 in de groep Alg. ). In alle regelingen moet het LON-deelnemersnummer zijn geparametreerd. LON-deelnemerslijst in de foutmanager moet actueel zijn. 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. LON deelnemerscheck De lijst van de aangesloten LON-deelnemers verschijnt. Bij ontbrekende of verkeerde deelnemers met deelnemerslijst actualiseren. Op de volgende knoppen tippen: Service 52

53 Inbedrijfstelling Regeling in LON integreren (vervolg) 6. Deelnemer selecteren. Met deelnemerscontrole starten. Op het display verschijnt Deelnemer... Check act.. Op het display van de betreffende deelnemer knippert tijdens de deelnemerscheck gedurende circa 1 minuut Deelnemer... WINK. Succesvol geteste deelnemers worden met Check OK gemarkeerd. Niet succesvol geteste deelnemers worden met Check niet OK gemarkeerd. Om een nieuwe deelnemerscontrole uit te voeren, de deelnemerslijst met acutaliseren. Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren De minimale circulatiehoeveelheid moet 10% van de circulatiehoeveelheid bij nominale belasting bedragen. De warmte-onttrekking zover mogelijk verlagen. 1. zolang ingedrukt houden tot de brander uitschakelt: De temperatuurregelaar wordt overbrugd. Als de ketelwatertemperatuur de beveiligingstemperatuur bereikt, schakelt de veiligheidstemperatuurbegrenzer de brander uit. 2. loslaten. 3. Wachten tot de ketelwatertemperatuur circa 15 tot 20 K onder de ingestelde beveiligingstemperatuur is gedaald. 4. Veiligheidstemperatuurbegrenzer door indrukken van de ontgrendelknop ontgrendelen. Inbedrijfstellen Uitgangen controleren (actorentest) Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Actorentest Afhankelijk van de installatie-uitrusting en configuratie kunnen de in de tabel opgesomde actoren aan de relaisuitgangen worden gecontroleerd. Displayweergave Toelichting Alle actoren UIT Alle actoren zijn uitgeschakeld. Brander AAN Brander AAN Brander 1e trap AAN 1. brandertrap schakelt in. Brander 2e trap AAN 1e en 2e brandertrap schakelen in. Modulerende brander OP. Modulerende brander gaat open. Neutr. DICHT Modulerende brander neutraal Modulerende brander gaat dicht. Uitgang 20 AAN Actor aan uitgang sö A1 Uitgang 29 AAN Actor aan uitgang sl Uitgang 52 OP. Actor aan uitgang gs A1 Neutr. DICHT Boilerlaadpomp AAN Actor aan uitgang sa Groepsal.melding AAN Meldinrichting algemene storing aan uitgang gö Solarpomp AAN Zonnecircuitpomp aan uitgang sf op zonneregelingsmodule, type SM1 Solarpomp min. AAN Aansluiting aan uitgang sf op zonneregelingsmodule, type SM1: Zonnecircuitpomp draait met min. toerental 53

54 Inbedrijfstelling Uitgangen controleren (actorentest) (vervolg) Displayweergave Toelichting Solarpomp max. AAN Aansluiting aan uitgang sf op zonneregelingsmodule, type SM1: Zonnecircuitpomp draait met max. toerental SM1 uitgang 22 AAN Actor aan uitgang ss op zonneregelingsmodule, type SM1 Uitbreiding EA1 Uitgang 1 AAN Contact P - S op stekker abj van uitbreiding EA1 gesloten. Uitbreiding AM1 Uitgang 1 AAN Actor uitgang A1 op uitbreiding AM1 Uitbreiding AM1 Uitgang 2 AAN Actor uitgang A2 op uitbreiding AM1 Inbedrijfstellen bij de draairichting van de mengklepmotor Retourtemperatuurregeling: Als de mengklep in positie wordt gebracht, moet de retourtemperatuur stijgen. Als de temperatuur lager wordt, is de draairichting van de motor verkeerd of het mengklepinzetstuk verkeerd ingebouwd (montagehandleiding van de mengklep in acht nemen). 54

55 Parameterniveaus Parameterniveaus Er zijn 2 parameterniveaus: Parameterniveau 1 Hier zijn de parameters samengesteld die het meest worden gebruikt. De parameters van het parameterniveau 1 zijn met! gekenmerkt. Parameterniveau 2 Dit niveau bevat alle parameters, ook die van het parameterniveau 1. Parameterniveaus oproepen De weergave van de parameters is afhankelijk van de installatie-uitvoering: Zie pagina 12. De parameters zijn in groepen ingedeeld. Op de volgende knoppen tippen: Service 03. Wachtwoord viservice invoeren. 06. Groep selecteren. 07. Met of parameter kiezen Met of gewenste waarde in overeenstemming met de volgende tabellen 10. Met bevestigen. 04. Systeemconfiguratie 05. Parameterniv. 1 of Parameterniv. 2 Wachtwoord viexpert invoeren. Parameter Parametergroepen Installatie met één ketel Algemeen Verwarmingsketel Warm water Zonne-energie Installatie met meerdere ketels Algemeen Verwarmingsketel Parameter terugzetten naar de toestand bij levering Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Systeemconfiguratie 5. Parameterniv. 1 of Parameterniv. 2 Wachtwoord viexpert invoeren. 6. Alle parameters resetten Ook die parameters van het andere parameterniveau worden teruggezet. 55

56 Parameter Algemeen Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Install.-schema! Geen inst. schema 00:0 Waarde stelt zich automatisch in, als toepassing verwarmingsketel in de cascade. werd gekozen. Verw. cir. 1 zonder tapwaterverwarming 00:1 Verw. cir. 1 met tapwaterverwarming, wordt autom. herkend 00:2 Wordt automatisch herkend. 01 Installatie met een en meerdere ketels Installatie met één ketel 01:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van gekozen toepassing: Installatie met één ketel constante regeling = 01:1 Ketel in de cascade = 01:2 Parameter Inst. met me. ketels met Viesm.-cascade of LON-cascade Inst. met me. ketels met vr. casc. via contacten 02 Controle weergavevoorw. 01:2 In combinatie met Vitodata :3 In combinatie met Uitbreiding EA1 of Integratie via stekker avd/avh Controle weergavevoorw. 02:175 Niet anders instellen 03 Temp.weergave Celsius 03:0 Temperatuurweergave op display Fahrenheit 03:1 0B Gewenste aanvoertemperatuur bij externe vraag! 70 C 0B:70... C 0B:0 tot 0B:127 Instelbaar van 0 tot 127 C Begrensd door ketelspecifieke parameters 14 St.mel.module 1 Znd. 14:0 mt 14:1 Wordt automatisch herkend. 56

57 Parameter Algemeen (vervolg) 15 St.mel.module 2 Znd. 15:0 mt 15:1 Wordt automatisch herkend. 16 Aansluit. branderautomaat Andere 16:0 Niet anders instellen KM-BUS 16:1 CAN-bus 16:2 1A Zonnesyst. Znd. 1A:0 mt. Vitosolic 100 1A:1 mt. Vitosolic 100 1A:2 Wordt automatisch herkend. Zonneregelingsmodule, type SM1 zonder extra functie Zonneregelingsmodule, type SM1 met extra functie, bijv. ondersteuning verwarming 1A:3 20 Aanvoertemperatuursensor voor evenwichtsfles 1A:4 2. Verschiltemperatuurregeling met temperatuursensor / en aö Parameter Znd. 20:0 mt 20:1 Wordt automatisch herkend. 22 Bijsteltijd open verdeler/buffer 600 s 22:60 Regelaarnasteltijd open verdeler in s.... s 22:1 tot 22:199 Toestand bij levering door de codeerstekker ingesteld. Des te hoger de nasteltijd, des te nauwkeuriger, doch langzamer de regelaar. Instelbaar van 10 tot 1990 s 1 instelstap 10 s Wordt alleen weergegeven als parameter 20:1 is ingesteld. 57

58 Parameter Algemeen (vervolg) 23 Regelaarvertraging open verdeler/buffer 10 min 23:10 Regelaarvertragingstijd open verdeler in min., tijd tussen branderstart en bijschakelen van de regelaar. Instelbaar van 1 tot 199 min... min 23:1 tot 23:199 Wordt alleen weergegeven als parameter 20:1 is ingesteld. 24 Pompfunctie bij open verdeler! Parameter Ketelcircuitpomp loopt op verzoek altijd. Brander wordt via keteltemperatuursensor geschakeld. Geen correctie van de aanvoertemperatuur. Ketelcircuitpomp draait alleen, als brander AAN. Brander wordt via buffertemperatuursensor geschakeld. Correctie van de aanvoertemperatuur. Ketelcircuitpomp draait alleen, als brander AAN. Brander wordt via buffertemperatuursensor geschakeld. Geen correctie van de aanvoertemperatuur. 24:0 24:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 20:1 is ingesteld. 24:2 2B Energieverbruik weergeven! Nee 2B:0 Ja 2B:1 30 Uitbreiding AM1 Znd. 30:0 mt 30:1 Wordt automatisch herkend. 58

59 Parameter Algemeen (vervolg) 31 Functie uitgang A1 aan uitbreiding AM1 Circulatiepomp 31:0 Niet instellen CV-pomp circuit zonder mengklep A1 (verw.circuit 1) Circulatiepomp voor de boileropw. 31:2 Neutralis.install./rookgaswarmtewiss. 31:3 Wordt alleen weergegeven als parameter 30:1 is ingesteld. 31:1 Niet instellen Verdelerpomp 31:4 Niet instellen Bij toepassing Installatie met één ketel constante regeling omzetten: 31:2 of 31:3 32 Functie uitgang A2 aan uitbreiding AM1 Circulatiepomp 32:0 Niet instellen Wordt alleen weergegeven als parameter 30:1 is ingesteld. CV-pomp circuit zonder mengklep A1 (verw.circuit 1) Circulatiepomp voor de boileropw. 32:2 Neutralis.install./rookgaswarmtewiss. 32:3 Bij toepassing Installatie met één ketel constante regeling omzetten: 31:2 of 31:3 32:1 Niet instellen Verdelerpomp 32:4 Niet instellen Parameter 33 Nalooptijd neutraliseringsinstallatie uitgang 1 AM1 Geen 33:0... s 33:0 tot 33:255 Instelbaar van 0 tot 255 s Wordt alleen weergegeven als parameter 30:1 is ingesteld. 34 Nalooptijd neutraliseringsinstallatie uitgang 2 AM1 Geen 34:0... s 34:0 tot 34:255 Instelbaar van 0 tot 255 s Wordt alleen weergegeven als parameter 30:1 is ingesteld. 59

60 Parameter Algemeen (vervolg) 40 Uitbreiding EA1 Znd. 40:0 mt 40:1 Wordt automatisch herkend. 41 Functie uitgang 157 op uitbreiding EA1 Groepsal.melding 41:0 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. Toevoerpomp 41:1 Alleen in combinatie met Vitocontrol en Vitotronic 200-H Circulatiepomp 41:2 Niet instellen CV-pomp verwarmingscirc. 1 op laag toerental CV-pomp verwarmingscirc. 2 op laag toerental CV-pomp verwarmingscirc. 3 op laag toerental 41:3 Niet instellen 41:4 Niet instellen 41:5 Niet instellen 42 Functie ingang DE1 op uitbreiding EA1 Parameter Geen 42:0 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. Werkingsprogr.-omschakeling 42:1 Niet instellen Ext. aanvraag met gewenste aanvoertemperatuur 42:2 Extern blokkeren 42:3 Ext. blokkeren mt. storingsmelding 42:4 Ext. storingsmelding 42:5 Kortstondige tapwateromlooppomp (toetstfunctie) 42:6 Niet instellen 43 Functie ingang DE2 op uitbreiding EA1 Geen 43:0 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. Werkingsprogr.-omschakeling 43:1 Niet instellen Ext. aanvraag met gewenste aanvoertemperatuur 43:2 Extern blokkeren 43:3 Extern blokkeren met storingsmelding 43:4 Ext. storingsmelding 43:5 Kortstondige tapwateromlooppomp (toetstfunctie) 43:6 Niet instellen 60

61 Parameter Algemeen (vervolg) 44 Functie ingang DE3 op uitbreiding EA1 Geen 44:0 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. Werkingsprogr.-omschakeling 44:1 Niet instellen Ext. aanvraag met gewenste aanvoertemperatuur 44:2 Extern blokkeren 44:3 Extern blokkeren met storingsmelding 44:4 Ext. storingsmelding 44:5 Kortstondige tapwateromlooppomp (toetstfunctie) 44:6 Niet instellen 45 Uitbreiding EA1 aanvraag Temperatuuraanvraag 45:0 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. Vermogensopvraag 45:1 Zie hoofdstuk Functiebeschrijving Vermogensopvraag 45:2 46 Aanvraag 0 tot 10 V uitbreiding EA1 Temperatuuraanvraag 10 tot 100 C 46:0 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. Temperatuuraanvraag 30 tot 120 C 46:1 Parameter 51 Sensor 17A Niet voorhanden 51:0 Voorhand. 51:1 Wordt automatisch herkend. 52 Sensor 17B Niet voorhanden 52:0 Voorhand. 52:1 Wordt automatisch herkend. 53 Aansluiting op stekker 20A1 Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker CV-pomp 53:0 Niet instellen Primaire boilerlaadpomp voor warmtewisselaarset Therm-Control 53:2 Schakelcontact Therm-Control 53:1 Circ.pomp rookgaswarmtewiss. 53:3 61

62 Parameter Algemeen (vervolg) 54 Aansl. op stekker 29 Verdelerpomp 54:0 Niet instellen Bijmengpomp 54:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker Ketelcircuitpomp 54:2 Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie 54:3 55 Aansl. op stekker 52 Smoorklep 55:0 Mengklep voor retourtemperatuurregeling 55:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker Mengklep warmtewisselaarset 55:2 Niet instellen 55:3 56 Looptijd stelaandrijving smoorklep/retourtemperatuurregeling! Parameter 125 s 56: s 56:5 tot 56:199 Instelbaar van 5 tot 199 s 57 Nalooptijd bijmengpomp, ketelcircuitpomp of verdelerpomp 5 min 57:5 Geen 57:0... min 57:1 tot 57:60 Nalooptijd voor circulatiepomp op stekker 29 Instelbaar van 1 tot 60 min Aansluiting verdelerpomp niet mogelijk 76 Communicatiemodule Znd. 76:0 mt 76:1 Wordt automatisch herkend. 62

63 Parameter Algemeen (vervolg) 77 LON-deelnemersnr.!... 77:1 tot 77:8 9 77:9 9 = cascade... 77:10 tot 77:96 Elk nummer mag slechts eenmaal worden toegekend. Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Instelbaar van 1 tot 99: 1 tot 8 = verwarmingsketel 10 tot 96 = Vitotronic 200-H 97 77:97 97 = Vitogate 300, type BN/MB 98 77:98 98 = Vitogate 200, type KNX 99 77:99 99 = Vitocom 300, type LAN3 78 Communicatie LON Geblok. 78:0 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Vrijgegeven 78:1 79 Communicatiemodule LON: Foutmanager Regeling is niet foutmanager 79:0 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Regeling is foutmanager 79:1 Er mag slechts één regeling als foutmanager worden geparametreerd. Parameter 7B Communicatiemodule Tijd Regeling zendt geen tijd. 7B:0 Regeling zendt tijd. 7B:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. 80 Vertraging storingsmelding 30 s 80:6 Storing wordt gemeld zodra de storing min. 30 s aanwezig is... s 80:0 tot 80:199 Vertraging instelbaar van 0 tot 995 s 1 instelstap 5 s 63

64 Parameter Algemeen (vervolg) 81 Automatische zomer-/ wintertijd-omschakeling! Znd. 81:0 Tijd moet manueel omgeschakeld worden. mt 81:1 Met automatische omschakeling zomer-/wintertijd Geen toepassing 81:2 Wordt automatisch herkend. met communicatiemodule LON: regeling ontvangt tijd 81:3 82 Begin zomertijd: Maand! mrt 82:3 Actuele Monat 82:1 tot 82:12 Instelbaar van 1 tot 12 De ingestelde waarde geeft de actuele maand aan 1 = januari 12 = december Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. 83 Begin zomertijd: Week van de gekozen maand! Parameter 1e week 83:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. 2e week 83:2 3e week 83:3 4e week 83:4 Laatste week in de maand 83:5 Laatste week 1 week 83:6 Laatste week 2 weken 83:7 Laatste week 3 weken 83:8 Laatste week 4 weken 83:9 Spec. functie 83:10 tot 83:14 84 Begin zomertijd: Dag van de gekozen week! Zondag 84:7 Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. Actuele dag 84:1 tot 84:7 Instelbaar van 1 tot 7 De ingestelde waarde geeft de actuele dag aan 1 = maandag 7 = zondag 64

65 Parameter Algemeen (vervolg) 85 Begin wintertijd: Maand! okt. 85:10 Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. Actuele Monat 85:1 tot 85:12 Instelbaar van 1 tot 12 De ingestelde waarde geeft de actuele maand aan 1 = januari 12 = december 86 Begin wintertijd: Week van de gekozen maand! 1e week 86:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. 2e week 86:2 3e week 86:3 4e week 86:4 Laatste week in de maand 86:5 Laatste week 1 week 86:6 Laatste week 2 weken 86:7 Laatste week 3 weken 86:8 Laatste week 4 weken 86:9 Spec. functie 86:10 tot 86:14 Parameter 87 Begin wintertijd: Dag van de gekozen week! Zondag 87:7 Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. Actuele dag 87:1 tot 87:7 Instelbaar van 1 tot 7 De ingestelde waarde geeft de actuele dag aan 1 = maandag 7 = zondag 93 Schoorsteenvegertestfunctie en onderhoudsindic. Werkt niet op groepsal.meld. 93:0 Werkt op groepsal.meld. 93:1 65

66 Parameter Algemeen (vervolg) 98 Viessmann-installatienr. 1 98:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Actueel installatienummer 98:1 tot 98:5 Instelbaar van 1 tot 5 Binnen een LON moet het installatienummer gelijk zijn. 9C Controle LON-deelnemer Parameter Geen bewaking 9C:0 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. 20 min 9C:20 Controle LON-deelnemer Wanneer een deelnemer niet antwoordt, worden na 20 minuten instelwaarden van de regeling gebruikt. Pas dan volgt een storingsmelding.... min 9C:1 tot 9C:60 Instelbaar van 1 tot 60 min Wij adviseren instellingen groter dan 5 min, om foutmeldingen te vermijden. Verwarmingsketel Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 02 Brandert.! 1-traps 02:0 2-traps 02:1 modulerend 02:2 03 Ketelbesch. gas-/oliewerk.! Gaswerking 03:0 Oliewerking Geen terugstelling op gas mogelijk. 03:1 66

67 Parameter Verwarmingsketel (vervolg) 04 Schakelhysterese brander Schakelhysterese 4 K 04:0 ERB50-functie 04:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker Alleen voor 1-traps branders ERB80-functie 04:2 05 Branderkarakt.! Branderkarakt. lineair 05:0 % van het nominale vermogen bij 1/3 van het modulatiebereik 05:1 tot 05:99 Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker De branderkarakteristiek is afhankelijk van hat type brander. De branderkarakteristiek geeft het brandervermogen weeer (in %) afhankelijk van de openingshoek van de smoorklep (in %). Hoofdstuk Regeling aan modulerende brander aanpassen in acht nemen. 06 Maximumbegrenzing van de ketelwatertemp.!... C 06:20 tot 06:127 Zie hoofdstuk Functiebeschrijving Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker Instelling temperatuurregelaar in acht nemen. Parameter 08 Maximumvermogen brander in kw!... kw 08:0 tot 08:199 1 instelstap 1 kw Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 09 Maximumvermogen brander in 100 kw!... kw 09:0 tot 09:199 1 instelstap 100 kw Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 67

68 Parameter Verwarmingsketel (vervolg) 0A Basisbelasting brand.!... % 0A:15 tot 0A:100 Basisvermogen instelbaar van 15 tot 100% van het maximale nominale vermogen Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 0C Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling Znd. 0C:0 Gestage retourtemperatuurregeling 0C:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker Smoorklep tijdgestuurd 0C:2 Smoorklep schakelt via retourtemperatuur 0C:3 Smoorklep gestaag, met ketelwatertemperatuurinvloed Smoorklep gestaag z. ketelwatertemperatuurinvloed 0C:4 0C:5 Parameter 0D Functie Therm-Control! Znd. 0D:0 Temperatuursensor werkt op de mengkl. vd 0D:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker verw.circ. Temperatuursensor werkt op de smoorklep. 0D:2 13 Uitschakelverschil Znd. 13:0 Zonder uitschakelverschil... K 13:2 tot 13:20 De brander wordt bij het overschrijden van de gewenste ketelwatertemperatuur uitgeschakeld. Uitschakelverschil instelbaar van 2 tot 20 K. Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 14 Min. looptijd brander... min 14:0 tot 14:15 Minimumlooptijd van de brander in min Minimale looptijd instelbaar van 0 tot 15 min. Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 68

69 Parameter Verwarmingsketel (vervolg) 15 Looptijd stelaandr. modulerende brander!... s 15:5 tot 15:199 Looptijd instelbaar van 5 tot 199 s. Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 16 Offset brander bij de opstartoptimalis.... K 16:0 tot 16:15 Offset brander bij optimalisering van de start in K (tijdelijke verlaging van de gewenste ketelwatertemperatuur na branderstart) Offset instelbaar van 0 tot 15 K. Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 1A Startoptimalis.... s 1A:0 tot 1A:60 Tijdsduur van de optimalisering tijdens de start na de branderstart instelbaar van 0 tot 60 sec. Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker Parameter 1B Tijd van ontsteken brander tot begin van de regeling... s 1B:0 tot 1B:199 Regelvertraging instelbaar van 1 tot 199 s. Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 1C Sign. B4 aan stekker s 1C:1 tot 1C:199 Startvertraging van de brander vanaf het startsignaal aan T2 in de stekker fa tot het ontsteken van de brander. Looptijd instelbaar van 1 tot 199 s. Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 69

70 Parameter Verwarmingsketel (vervolg) 1F Rookgastemp.sensor! Geen bewaking van de rookgastemperatuur voor onderhoudsindicatie 1F:0... C grenswaarde voor onderhoud 1F:1 tot 1F: Tijdsinterval in branderuren tot volgend onderhoud! Niet actief 21:0... h 21:1 tot 21:100 Tijdsinterval instelbaar van 100 tot uur. 1 instelstap 100 h 23 Tijdsinterval in maanden tot volgend onderhoud! Niet actief 23:0... Maanden 23:1 tot 23:24 Aantal maanden tot het volgende onderhoud instelbaar van 1 tot 24 h Parameter 24 Status onderh.! Geen uit te v. onderh. 24:0 Onderhoud nodig en weergave op display 24:1 26 Brandstofverbruik van de brander (1e trap) 0 26:0 Niet anders instellen... 26:0 tot 26:99 27 Brandstofverbruik van de brander (1e trap) 0 27:0 Niet anders instellen... 27:0 tot 27: Intervalontsteking v/d brander Znd. 28:0 Geen intervalontsteking van de brander mt 28:1 70

71 Parameter Verwarmingsketel (vervolg) 29 Brandstofverbruik van de brander (2e trap) 0 29:0 Niet anders instellen... 29:0 tot 29:99 2A Brandstofverbruik van de brander (2e trap) 0 2A:0 Niet anders instellen... 2A:0 tot 2A:199 2B Max. voorverw.tijd smoorklep 5 min 2B:5 Geen 2B:0... min 2B:1 tot 2B:60 Bij ketelvrijgave wordt de smoorklep vóór regelbegin gedurende de ingestelde voorverwarmtijd geopend. 2C Max. nalooptijd smoorklep 5 min 2C:5 Geen 2C:0... min 2C:1 tot 2C:60 Na afloop van de ketelvrijgave blijft de smoorklep gedurende de ingestelde nalooptijd geopend. Parameter 2D Bijmengpomp Alleen bij aanvr. AAN 2D:0 Temperatuur voor aanvraag afhankelijk van de codeerstekker Perman. AAN 2D:1 71

72 Parameter Warm water Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Boilerverwarming! Hysterese ±2,5 K 00:0 Zie hoofdstuk Functiebeschrijving Adapt. boilerverwarming actief 00:1 Boilertemperatuurregeling met 2 boilertemperatuursensoren Boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem 00:2 00:3 01 Instelling gewenste tapwatertemperatuur 10 C tot 60 C 01:0 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 10 tot 60 C. 10 C tot geparametr. max.waarde 01:1 Instelbaar van 10 tot 95 C Maximaal toegestane tapwatertemperatuur respecteren. Parameter 03 Extra functie voor verhoogde tapwaterverwarming Geen 2e Gew. tapwatertemp. 03:0 Extra functie kan niet geactiveerd worden. Geen 2e Gew. tapwatertemp. 03:0 tot 03:9... C 03:10 tot 03:95 Extra functie kan niet geactiveerd worden. Invoer van een tweede gewenste boilertemperatuur Instelbaar van 10 tot 95 C Instelling parameter 01 in acht nemen. Extra functie activeren door instellen van de parameter Boilerverwarming: Inschakelpunt gewenste waarde 2,5 K onder gewenste waarde 04:0 Inschakelpunt gewenste waarde 2,5 K Uitschakelpunt gewenste waarde +2,5 K... K onder gewenste waarde 04:1 tot 04:10 Instelbaar van 1 tot 10 K onder gewenste waarde 05 Gewenste aanvoertemperatuur bij boilerverwarming Gewenste aanvoertemperatuur 05:0 De gewenste aanvoertemperatuur volgt uit de hoogste aanvoertemperatuur-aanvraag van de installatie. Max. gew. install.aanvoertemperatuur bij tapwaterverwarming 05:1 De gewenste aanvoertemperatuur volgt uit de aanvoertemperatuur-aanvraag van de warmwaterboiler. 72

73 Parameter Warm water (vervolg) 06 Verschil gewenste keteltemp. tegenover gewenste WW-temp. 20 K is de gew. ketelwatertemperatuur hoger dan de gewenste boilertemperatuur... K is de gew. ketelwatertemperatuur hoger dan de gewenste boilertemperatuur 06:20 Tijdens de tapwaterverwarming is de ketelwatertemperatuur min. 20 K hoger dan de gewenste tapwatertemperatuur. 06:0 tot 06:50 Verschil ketelwatertemperatuur met gewenste tapwatertemperatuur Instelbaar van 0 tot 50 K 07 Circulatiepomp voor boilerverw. Wordt keteltemperatuurafh. ingeschakeld. 07:0 Wordt direct ingeschakeld. 07:1 08 Circulatiepomp naloop 10 min 08:10 Boilerlaadpomp met maximaal 10 minuten naloop na boileropwarming. Geen 08:0 Circulatiepomp zonder naloop... min 08:1 tot 08:15 09 Frequentie extra functie voor tapwaterverwarming Instelbaar van 1 tot 15 min Parameter Znd. 09:0 per dag 09:1 elke 2 tot 14 dag. 09:2 tot 09:14 2x per dag 09:15 0C Gew. boilertemp. voor naverwarmingsonderdrukk. zonnesysteem! 40 C 0C:40 Gewenste tapwatertemperatuur 40 C. Boven de ingestelde gewenste waarde is de onderdrukking van de naverwarming actief (tapwaterverwarming door de verwarmingsketel uitsluitend, wanneer solarenergie niet voldoet). Geen 0C:0 tot 0C:9... C 0C:10 tot 0C:95 Geen derde gewenste waarde Invoer van een tweede gewenste tapwatertemperatuur Instelling parameter 01 in acht nemen. Instelbaar van 10 tot 95 C 73

74 Parameter Warm water (vervolg) 0D Uitschakelpunt boilververwarming bij 2 boilertemperatuursensoren... 0D:8 Voorwaarde: Met twee boilertemperatuursensoren parameter 00:2 uitschakelpunt van de boilerverwarming bij gew. waarde x 0,8... 0D:2 tot 0D:10 Instelbaar van 0,2 tot 1 1 instelstap 0,1 0D Inschakelpunt boilververwarming bij 2 boilertemperatuursensoren... 0E:7 Voorwaarde: Met twee boilertemperatuursensoren parameter 00:2 uitschakelpunt van de boilerverwarming bij gew. waarde x 0,7... 0E:1 tot 0E:9 Instelbaar van 0,1 tot 0,9 1 instelstap 0,1 0F Looptijd stelaandr. mengklep warmtewisselaarset Parameter 75 s 0F:75... s 0F:10 tot 0F: Looptijd secundaire boilerlaadpomp warmtewisselaarset 10 s 11:10... s 11:0 tot 11:30 Looptijd voor secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem (aansluiting op stekker 21) Zonne-energie Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. De groep Solar wordt alleen weergegeven als een zonneregelingsmodule van het type SM1 aangesloten is. 00 Inschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp 8 K 00:8... K 00:2 tot 00:30 Inschakeltemperatuurverschil instelbaar van 2 tot 30 K 74

75 Parameter Zonne-energie (vervolg) 01 Uitschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp 4 K 01:4... K 01:1 tot 01:29 Uitschakeltemperatuurverschil instelbaar van 1 tot 29 K 02 Toerentalregeling zonnecircuitpomp Znd. 02:0 Zonder toerentalregeling Niet instellen 02:1 PWM 02:2 Met PWM-regeling 03 Temp.verschil voor start van de toerentalregeling 10 K 03:10... K 03:5 tot 03:20 Temperatuurverschil instelbaar tussen 5 en 20 K 04 Regelaarversterking van de toerentalreg. 4 %/K 04:4... %/K 04:1 tot 04:10 Regelaarversterking instelbaar van 1 tot 10 %/K Parameter 05 Min. toerental zonnecirc.pomp 10 % 05:10 Minimumtoerental van de zonnecircuitpomp 10 % van het maximumtoerental... % 05:2 tot 05:100 Minimumtoerental van de zonnecircuitpomp instelbaar van 2 tot 100% 06 Max. toerental zonnecirc.pomp 75 % 06:75 Max. toerental van de zonnecircuitpomp 75 % van het max. toerental... % 06:2 tot 06:100 Maximumtoerental van de zonnecircuitpomp instelbaar van 2 tot 100% 75

76 Parameter Zonne-energie (vervolg) 07 Intervalfunctie zonnecircuitpomp UIT 07:0 Intervalfunctie van de zonnecircuitpomp uitgeschakeld AAN 07:1 Voor een nauwkeurige registratie van de collectortemperatuur wordt de zonnecircuitpomp cyclisch kortstondig ingeschakeld. 08 Maximumtemperatuur boiler 60 C 08:60 Gewenste tapwatertemperatuur (maximale boilertemperatuur) 60 C... C 08:10 tot 08:90 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 10 tot 90 C. 09 Max. collectortemp. Parameter 130 C 09:130 Maximale collectortemperatuur (ter bescherming van de installatiecomponenten) 130 C... C 09:20 tot 09:200 0A Stagnatietijd-verlaging Maximale collectortemperatuur instelbaar tussen 20 en 200 C Geen 0A:0 Reducering stagnatietijd niet actief 5 K 0A:5 Temperatuurverschil voor reducering stagnatietijd 5 K Reducering van het toerental van de zonnecircuitpomp ter bescherming van installatiecomponenten en warmteoverdrachtsmedium.... K 0A:1 tot 0A:40 Temperatuurverschil instelbaar tussen 1 en 40 K 0B Vorstbeschermfctie vr zonnecirc. UIT 0B:0 AAN 0B:1 Niet vereist bij Viessmann warmtedragend medium 0C Delta-T-bewaking UIT 0C:0 AAN 0C:1 Te gering of geen debiet in het zonnecircuit geregistreerd. 76

77 Parameter Zonne-energie (vervolg) 0D Nacirculatie-bewaking UIT 0D:0 AAN 0D:1 Ongewild debiet in het zonnecircuit (bijv. 's nachts) wordt geregistreerd. 0E Bep.Solar-opbrengst UIT 0E:0 Bep. Solar-opbrengst met Vie-warmtedragend medium Bep. Solar-opbrengst met warmtedr. medium water 0E:1 0E:2 Niet instellen 0F Debiet zonnecircuit bij max. pomptoerental 7 l/min 0F:70... l/min 0F:1 tot 0F:255 Debiet instelbaar tussen 0,1 en 25,5 l/min. 1 instelstap 0,1 l/min 10 Doeltemp.regeling UIT 10:0 AAN 10:1 Zie parameter 11 Parameter 11 Gew. tapwatertemp. zonnesysteem 50 C 11:50 Doeltemperatuurregeling ingeschakeld (parameter 10:1 ): temperatuur waarmee het met zonne-energie opgewarmde water in de warmwaterboiler geladen dient te worden. Parameter 20:9 (verwarming van twee warmwaterboilers) is ingesteld: Bij het bereiken van de gewenste boilertemperatuur van een warmwaterboiler wordt een 2e warmwaterboiler verwarmd.... C 11:10 tot 11:90 Gewenste boilertemperatuur zonne-energie instelbaar van 10 tot 90 C. 77

78 Parameter Zonne-energie (vervolg) 12 Minimumtemp. collector Geen 12:0 Minimumtemperatuurbegrenzing niet actief 10 C 12:10 Minimale inschakeltemperatuur voor de zonnecircuitpomp 10 C... C 12:1 tot 12:90 Minimale inschakeltemperatuur instelbaar tussen 1 en 90 C 20 Uitgebreide regelingsfunctie Parameter Geen 20:0 Geen uitgebreide regelingsfunctie actief Extra functie verhoogde tapwaterhygiëne 20:1 2. temperatuurverschilregeling 20:2 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 2. Verschiltemperatuurregeling en extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne 2. temperatuurverschilregeling voor verwarmingsondersteuning 20:3 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 20:4 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A Thermostaatfunctie 20:5 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A Thermostaatfunctie en extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne Solaire verw. via ext. warmtewisselaar zonder bijkomende temp.sensor Solaire verw. via ext. warmtewisselaar met bijkomende temp.sensor Verwarming door zonne-energie van twee warmwaterboilers 20:6 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 20:7 20:8 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 20:9 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 22 Inschakeltemperatuurverschil bij 2e temperatuurverschilregeling 8 K 22:8 Parameter 20:4 moet ingesteld zijn.... K 22:2 tot 22:30 Inschakeltemperatuurverschil instelbaar van 2 tot 30 K 23 Uitschakeltemperatuurverschil bij 2e temperatuurverschilregeling 4 K 23:4 Parameter 20:4 moet ingesteld zijn.... K 23:1 tot 23:29 Uitschakeltemperatuurverschil instelbaar van 1 tot 29 K 24 Inschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie 40 C 24:40 Parameter 20:5 of 20:6 moet ingesteld zijn.... C 24:0 tot 24:100 Inschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie instelbaar tussen 0 en 100 C 78

79 Parameter Zonne-energie (vervolg) 25 Uitschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie 50 C 25:50 Parameter 20:5 of 20:6 moet ingesteld zijn.... C 25:0 tot 25:100 Uitschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie instelbaar tussen 0 en 100 C 26 Voorrang voor warmwaterboiler Voorrang voor warmwaterboiler 1 zonder pendelverwarming Voorrang voor warmwaterboiler 1 met pendelverwarming Voorrang voor warmwaterboiler 2 zonder pendelverwarming Voorrang voor warmwaterboiler 2 met pendelverwarming 26:0 26:1 Parameter 20:9 moet ingesteld zijn. 26:2 26:3 Pendelverwarming zonder voorrang 26:4 Pendelverwarming zonder voorrang voor een van de warmwaterboilers 27 Pendelverwarmingstijd 15 min 27:15 De warmwaterboiler zonder voorrang wordt maximaal voor de duur van de ingestelde pendelverwarmingstijd verwarmd, als de warmwaterboiler met voorrang is verwarmd.... min 27:5 tot 27:60 De pendelverwarmingstijd instelbaar van 5 tot 60 min Parameter 28 Pendelpauzetijd 3 min 28:3 Na afloop van de ingestelde pendelverwarmingstijd voor de warmwaterboiler zonder voorrang wordt tijdens de pendelpauze de stijging van de collectortemperatuur vastgesteld.... min 28:1 tot 28:60 De pendelpauzetijd instelbaar van 1 tot 60 min 79

80 Diagnose en serviceopvragingen Servicemenu oproepen Op de volgende knoppen tippen: Wachtwoord viservice invoeren. 4. Gewenst menubereik selecteren. 2. Service Servicemenu Diagnose Alg. Verwar. Warm water Solarenerg. Korte info Netwerkmodule Geg. terugzetten Actorentest Systeemconfiguratie Parameterniv. 1 Parameterniv. 2 Diagnose Storingslijst Servicefuncties LON deelnemerscheck LON-service-PIN Onderh. terugzetten System Log Wifi-informatie Netwerkmodule terugzetten Paswrd. wijzigen Servicemenu Parameterniv. 2 Alle paswoorden resetten WiFi Vitosoft Aan/Uit Inbedrijfstelling Service-menu verlaten Parameterniv. 2 wordt alleen getoond als dit niveau wordt geactiveerd: Wachtwoord viexpert invoeren. Bij tippen op terug naar Servicemenu 80

81 Servicemenu verlaten Diagnose en serviceopvragingen Op de volgende knoppen tippen: Service verlaten Het servicemenu wordt automatisch na 30 minuten verlaten. Wachtwoorden wijzigen In de toestand bij levering zijin de volgende wachtwoorden toegekend: viservice voor toegang tot het servicemenu viexpert voor toegang tot het parameterniv. 2 Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Paswrd. wijzigen 5. Servicemenu of parameterniv Tot nu toe geldend wachtwoord invoeren. 7. Met bevestigen. 8. Nieuw wachtwoord invoeren. 9. Met bevestigen. Alle wachtwoorden naar de fabrieksinstelling terugzetten Op de volgende knoppen tippen: 1. Master-wachtwoord bij Technische Dienst van Viessmann opvragen Service 5. Paswrd. wijzigen 6. Alle paswoorden resetten 7. Master-wachtwoord invoeren. 8. Met bevestigen. 4. Wachtwoord viservice invoeren. Diagnose Diagnose Werkingsgegevens opvragen Werkingsgegevens kunnen in verschillende bereiken worden opgevraagd: Zie Diagnose in het overzicht servicemenu. Werkingsgegevens van CV-circuits met mengklep en van een solarinstallatie kunnen alleen worden opgevraagd als de componenten in de installatie aanwezig zijn. Voor meer informatie over werkingsgegevens: Zie hoofdstuk Korte opvraging. Als een opgevraagde sensor defect is, verschijnt op de display. Werkingsgegevens oproepen Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Diagnose 5. Gewenste groep selecteren, bijv. Alg.. Werkingsgegevens resetten Opgeslagen werkingsgegevens (bijvoorbeeld bedrijfsuren) kunnen op 0 worden teruggezet. De waarde Buitentemperatuur gecorrigeerd wordt op de werkelijke waarde teruggezet. Op de volgende knoppen tippen: 1. 81

82 Diagnose en serviceopvragingen Diagnose (vervolg) 2. Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Diagnose 5. Gegevens terugzetten 6. Gewenste waarde of Alle geg. selecteren. 7. Met bevestigen. Korte opvraging In de korte opvraging kunnen bijv. softwareversies en aangesloten componenten worden opgevraagd. Op de volgende knoppen tippen: Diagnose 5. Korte info 6. / voor gewenste korte opvraging volgens de volgende tabelle 2. Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 7. Er verschijnt een overzicht van de korte opvraging met 11 regels en 6 velden. Diagnose : Installatieschema 01 tot 10 Softwareversie regeling Softwareversie bedieningseenheid 2: 0 0 Type codeerstekker Toestelaanduiding ZE-ID 3: 0 Aantal KM-BUS-deelnemers Softwarestand zonneregelingsmodule, type SM1 4: Softwareversie Automatische branderregeling 5: Softwareversie bedieningsgedeelte automatische branderregeling 6: Aansluiting stekker avd.1/2 0: Contact open 1: Contact gesloten Aansluiting stekker avd.2/3 0: Contact open 1: Contact gesloten 7: LON subnetadres/installatienummer 8: SNVT-configuratie 0: Auto 1: Tool Softwareversie communicatiecoprocessor Type van de automatische branderregeling 0 Softwareversie uitbreiding AM1 Aansluiting stekker avh.1/2 0: Contact open 1: Contact gesloten Aansluiting stekker avh.2/3 0: Contact open 1: Contact gesloten Revisiestand automatische branderregeling EEPROM 0 0 LON-node-adres 0 0 Softwareversie neuron-chip Deelnemersnr. Softwareversie uitbreiding EA1 Verwarmingscircuit VC1 Verwarmingscircuit VC2 Verwarmingscircuit VC3 9: Afstandsbediening 0: Zonder 1: Vitotrol 200-A 2: Vitotrol 300-A Softwareversie Afstandsbediening Afstandsbediening 0: Zonder 1: Vitotrol 200-A 2: Vitotrol 300-A Softwareversie Afstandsbediening Afstandsbediening 0: Zonder 1: Vitotrol 200-A 2: Vitotrol 300-A 10: Softwareversie Afstandsbediening 82

83 Diagnose en serviceopvragingen Diagnose (vervolg) : 0 0 Softwareversie uitbreiding tweede en derde Verwarmingscircuit met mengklep 0 Softwareversie uitbreiding tweede en derde Verwarmingscircuit met mengklep De indicaties in de velden 3 en 5 zijn gelijk. 0 LON-service-PIN Voor de functietest van de communicatiemodule LON stuurt de regeling een bericht. Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. LON-service-PIN Op het display verschijnt gedurende ca. 4 s Communicatiemodule LON stuurt. WiFi-informatie oproepen Verbindingsgegevens voor de service-interface WiFi kunnen worden opgevraagd. Op de volgende knoppen tippen: Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. Wifi-informatie 2. Service Diagnose Netwerkmodule terugzetten De netwerkmodule kan teruggezet worden. De netwerkmodule start opnieuw. Alle instellingen blijven behouden. Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. Netwerkmodule terugzetten 6. Wilt u de netwerkmodule terugzetten? met bevestigen. Service-interface foor Vitosoft activeren (WiFi) Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. WiFi Vitosoft aan/uit 5. Op AAN tippen. 83

84 Diagnose en serviceopvragingen Service-interface foor Vitosoft activeren (WiFi) (vervolg) 6. Met bevestigen. Verbinding wordt tot stand gebracht. Betekenis van de indicaties: Verbinding actief Geen verbinding Als de WiFi-verbinding geactiveerd wordt, wordt de LAN-verbinding onderbroken. Een bediening via de Viessmann App is gedurende die tijd niet mogelijk. WiFi-verbinding deactiveren WiFi wordt automatisch gedeactiveerd: Als na een verbinding met een WiFi-compatibel toestel 30 min lang geen gegevensoverdacht plaatsvindt. of Na 5 min, als geen verbinding met een WiFi-compatibel toestel tot stand werd gebracht. Onderhoudsindicatie In de parameters 1F, 21 en 23 in de groep Ketel kunnen grenswaarden voor een onderhoud worden ingesteld. Nadat die waarden bereikt zijn, verschijnt op het display een onderhoudsmelding. Onderhoudsindicatie bevestigen Op de volgende knoppen tippen: In het navigatiebereik knippert. Diagnose Bevestigde onderhoudsmeldingen oproepen Op de volgende knoppen tippen: 1. In het navigatiebereik Als gelijktijdig storingsmeldingen aanwezig zijn, verschijnen na het tippen op : Storingslijst en Servicemeldingen 2. Servicemeldingen De onderhoudsmeldingen verschijnen in chronologische volgorde in een lijst in het geel. Onderhoudsmelding terugzetten Als een voortijdig onderhoud wordt uitgevoerd, parameter 24:0 in de groep Verwarmingsketel op 24:1 zetten en vervolgens opnieuw op 24:0. De ingestelde onderhoudsparameters voor bedrijfsuren en tijdsintervallen beginnen weer op 0. Als parameter 24 na een onderhoudsmelding niet wordt teruggezet, verschijnt op de volgende maandagmorgen opnieuw de indicatie Onderh.. Op de volgende knoppen tippen: 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. Onderh. terugzetten De ingestelde onderhoudsparameters voor bedrijfsuren en tijdsintervallen beginnen weer op 0 en parameter 24 in de groep Ketel wordt op 24:0 gezet Service 84

85 Storingsindicatie Probleemoplossing Bij een storing knippert op het display het symbool en Storing. Betekenis van de storingsmeldingen: Zie hoofdstuk Storingsmeldingen. Als een meldinrichting is aangesloten, wordt deze ingeschakeld. Storingsindicatie bevestigen Op tippen. In het navigatiebereik knippert. Als een meldinrichting is aangesloten, wordt deze uitgeschakeld. Als een bevestigde storing niet wordt opgeheven, verschijnt de storingsmelding de volgende dag om 7.00 uur opnieuw. De meldinrichting wordt weer ingeschakeld. Bevestigde storingsmeldingen oproepen Op de volgende knoppen tippen: 1. In het navigatiebereik Als gelijktijdig onderhoudsmeldingen aanwezig zijn, verschijnen na het tippen op : Storingslijst en Servicemeldingen 2. Storingslijst De storingsmeldingen verschijnen in chronologische volgorde in een lijst in het rood. Meldingen uit het meldingsgeheugen Meldungen aus Meldungsspeicher uitlezen De laatste 10 storingen (ook die verholpen zijn) en onderhoudsmeldingen die zich hebben voorgedaan, kunnen opgevraagd worden en worden opgeslagen. De meldingen zijn volgens actualiteit geordend. Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Meldingenlijst 5. Met meer informatie over de gewenste melding opvragen. 6. As de lijst moet worden gewist, op tippen. Diagnose Storingsmeldingen 0F Onderhoud Regelwerking Onderhoud 0F wordt alleen in het meldingsgeheugen getoond Onderhoud uitvoeren. Na onderhoud parameter 24:0 instellen. 85

86 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) 30 Kortsluiting keteltemperatuursensor Met warmwaterboiler: circulatiepomp naar boilerverwarming aan, CV-ketel wordt op gewenste boilertemperatuur gehouden. Kortsluiting keteltemperatuursensor Zonder warmwaterboiler: Verwarmingsketel regelt op temperatuurregelaar. Keteltemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 38 Onderbreking keteltemperatuursensor Met warmwaterboiler: circulatiepomp naar boilerverwarming aan, CV-ketel wordt op gewenste boilertemperatuur gehouden. Onderbreking keteltemperatuursensor Zonder warmwaterboiler: Verwarmingsketel regelt op temperatuurregelaar. Keteltemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 3A LAN-hardwarefout Regelwerking Bediening via app niet mogelijk Fout netwerkmodule Netwerkmodule controleren, eventueel vervangen. Diagnose 3B LAN-systeemfout Regelwerking Bediening via app niet mogelijk Geheugenproblemen Serverproblemen Regeling uitschakelen en weer inschakelen. 3C DHCP-server antwoordt niet. Regelwerking Bediening via app niet mogelijk De DHCP-server reageert niet. Netwerkconfiguratie controleren. 3D Ethernet-kabel niet verbonden. Regelwerking Bediening via app niet mogelijk Netwerkkabel is niet aangesloten. 86 Stekker van de LAN-verbindingskabel insteken.

87 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) 3F Fout recovery-update Regelwerking Het update is mislukt. Netwerkconfiguratie controleren. Wachten tot het update opnieuw werd uitgevoerd. 50 Kortsluiting boilertemperatuursensor 1 Boilerlaadpomp aan: Gewenste tapwatertemperatuur = gewenste aanvoertemperatuur Voorrangsschakelingen zijn opgeheven. of Met boilerlaadsysteem: Boileropwarming wordt door boilertemperatuursensor 2 in- en uitgeschakeld. Kortsluiting boilertemperatuursensor 1 Boilertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 51 Kortsluiting boilertemperatuursensor 2 Met boilerlaadsysteem: Boileropwarming wordt door boilertemperatuursensor 1 in- en uitgeschakeld. Kortsluiting boilertemperatuursensor 2 Boilertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 52 Kortsluiting buffertemp.sensor Regelwerking Diagnose Kortsluiting buffertemperatuursensor of temperatuursensor open verdeler Sensor aan aansluiting )/? Sensoren controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 58 Onderbreking boilertemperatuursensor 1 Boilerlaadpomp aan: Gewenste tapwatertemperatuur = gewenste aanvoertemperatuur Voorrangsschakelingen zijn opgeheven. of Met boilerlaadsysteem: Boileropwarming wordt door boilertemperatuursensor 2 in- en uitgeschakeld. 87

88 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) Onderbreking boilertemperatuursensor 1 Boilertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. Zonder boilertemperatuursensor: Parameter 00 in de groep Alg. controleren en eventueel instellen. 59 Onderbreking boilertemperatuursensor 2 Met boilerlaadsysteem: Boileropwarming wordt door boilertemperatuursensor 1 in- en uitgeschakeld. Onderbreking boilertemperatuursensor 2 Boilertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 5A Onderbreking buffertemperatuursensor Regelwerking Onderbreking buffertemperatuursensor of temperatuursensor open verdeler Sensor aan aansluiting )/? controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. Zonder buffertemperatuursensor of Temperatuursensor open-verdeler: Parameter 20:0 in de groep Algemeen instellen. Diagnose 60 Kortsluiting temp.sensor 17A CV-ketel met maximumtemperatuur, geen vermogensreductie, mengklep retourtemperatuurregeling naar de installatie open Kortsluiting temperatuursensor aja Temperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 68 Onderbreking temperatuursensor 17A CV-ketel met maximumtemperatuur, geen vermogensreductie, mengklep retourtemperatuurregeling naar de installatie open Onderbreking temperatuursensor aja Temperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. Zonder temperatuursensor: Parameter 51:0 in de groep Algemeen instellen. 88

89 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) 70 Kortsluiting temp.sensor 17B Bijmengpomp permanent aan Met boilerlaadsysteem: 3-weg-mengklep dicht, geen tapwaterverwarming Kortsluiting temperatuursensor ajb Temperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 78 Onderbreking temperatuursensor 17B Bijmengpomp permanent aan Met boilerlaadsysteem: 3-weg-mengklep dicht, geen tapwaterverwarming Onderbreking temperatuursensor ajb Temperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. Zonder temperatuursensor: Parameter 51:0 in de groep Algemeen instellen. 90 Kortsluiting sensor 7 zonneregel.module, type SM1 Regelwerking Kortsluiting temperatuursensor /, Aansluiting op de zonneregelingsmodule, type SM1 Temperatuursensor / aan de solarregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 91 Kortsluiting sensor 10 zonneregel.module, type SM1 Regelwerking Kortsluiting temperatuursensor aö, Aansluiting op de zonneregelingsmodule, type SM1 Temperatuursensor aö aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Diagnose 92 Kortsl. collectortemperatuursensor Geen tapwaterverwarming met zonne-energie Kortsluiting collectortemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor & op de module solarregeling, type SM1 of sensor aan S1 van de Vitosolic Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 93 Kortsluiting retourtemperatuursensor collector Regelwerking Kortsluiting temperatuursensor, Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 89

90 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) aansluiting op S3 van de Vitosolic 94 Kortsl. boilertemperatuursensor zonnesys. Geen tapwaterverwarming met zonne-energie Kortsluiting boilertemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor % op de module solarregeling, type SM1 of sensor aan S2 van de Vitosolic Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 98 Onderbr. sensor 7 zonneregelingsmodule, type SM1 Regelwerking Onderbreking temperatuursensor /, Aansluiting op de zonneregelingsmodule, type SM1 Temperatuursensor / aan de solarregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Parameter 20 in de groep Zonne-energie controleren. 99 Onderbr. sensor 10 zonneregelingsmodule, type SM1 Regelwerking Diagnose Kortsluiting temperatuursensor aö, Aansluiting op de zonneregelingsmodule, type SM1 9A Onderbreking collectortemperatuursensor Geen tapwaterverwarming met zonne-energie Onderbreking collectortemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor & op de module solarregeling, type SM1 of sensor aan S1 van de Vitosolic Temperatuursensor aö aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Parameter 20 in de groep Zonne-energie controleren. Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 9B Onderbreking retourtemperatuursensor collector Regelwerking Onderbreking temperatuursensor, aansluiting op S3 van de Vitosolic Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 9C Onderbr. boilertemperatuursensor zonnesyst. Geen tapwaterverwarming met zonne-energie 90

91 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) Onderbreking boilertemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor % op de module solarregeling of sensor aan S2 van de Vitosolic Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 9E Delta-T-bewaking zonneregeling Regelwerking Te weinig of geen debiet in het zonnecircuit of temperatuurbewaker is geactiveerd. Solarcircuit controleren. Storingsmelding bevestigen (zie aparte montage- en servicehandleiding). 9F Zonnesyst. Regelwerking Fout zonneregelingsmodule, type SM1 of Vitosolic Wordt getoond als aan deze apparaten een fout optreedt, waarvoor geen storingsmelding in de Vitotronic is gedefinieerd. Zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). A0 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting 1 CV-ketel koelt af. Fout veiligheidsinrichting aan X7 van de 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen A1 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting 2 CV-ketel koelt af. Fout veiligheidsinrichting aan X3 van de 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. Diagnose A2 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting 3 CV-ketel koelt af. Fout veiligheidsinrichting aan X2 van de 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. A3 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting 4 CV-ketel koelt af. 91

92 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) Fout veiligheidsinrichting aan X1 van de 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. A7 Fout klok in bedieningsged. Regelwerking Fout klok bedieningsgedeelte Bedieningsgedeelte vervangen. AA Configuratiefout TSA-functie Regelwerking Configuratiefout Therm-Control: Stekker aja niet aangesloten. Stekker aja aansluiten. Parameter 0D:0 in de groep Ketel moet ingesteld zijn. AB Configuratiefout warmtewisselaarset Regelwerking, eventueel warmwaterboiler koud. Configuratiefout boilerlaadsysteem: Parameter 00:3 in de groep Warm water is ingesteld, maar stekker ajb niet ingestoken en/of parameter 53:1 in de groep Alg. en 55:2 in de groep Alg. niet ingesteld. Stekker ajb aansluiten en parameters controleren. Diagnose AC Configuratiefout retourtemperatuurregeling Regelwerking Configuratiefout retourtemperatuurregeling: Parameter 0C:1 in de groep Ketel is ingesteld, maar stekker aja niet ingestoken en/of parameter 55:1 in de groep Alg. niet ingesteld. Stekker aja aansluiten en parameters controleren. AD Configuratiefout smoorklep Regelwerking Configuratiefout smoorklep: Parameter 0C:2, 0C:3 of 0C:4 in de groep Ketel is ingesteld en parameter 55:1 in de groep Alg. is ingesteld. Met smoorklep: Parameter 55:0 in de groep Alg. instellen. Zonder smoorklep: Parameter 0C:1 in de groep Ketel instellen. 92

93 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) B0 Kortsluiting rookgastemp.sensor Regelwerking Kortsluiting rookgastemperatuursensor Rookgastemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. B1 Communicatiefout bed.-gedeelte Regelwerking Communicatiefout bedieningsgedeelte Aansluitingen controleren, eventueel bedieningsgedeelte vervangen. B5 Storing EEPROM Regelwerking Interne fout Printplaat laagspanning vervangen. B6 Ongeldige toepassing Constante werking Ongeldige toepassing Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren. Toepassing instellen: Installatie met één ketel: installatie met één ketel constante regeling Installatie met meerdere ketels: Verwarmingsketel in de cascade Diagnose B7 Codeerstekker Verwarmingsketel regelt op temperatuurregelaar. Fout codeerstekker Codeerstekker insteken of vervangen: Zie hoofdstuk Codeerstekker insteken B8 Rookgastemperatuursensor onderbreking Regelwerking Onderbreking rookgastemperatuursensor Rookgastemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. Zonder rookgastemperatuursensor: Parameter 1F:0 in de groep Verwarmingsketel instellen. 93

94 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) BF Verkeerde communicatiemodule LON Regelwerking Geen communicatie via LON Verkeerde communicatiemodule LON Communicatiemodule LON vervangen. C1 Externe veiligheidsinrichting aan verw.ketel CV-ketel koelt af. Externe veiligheidsinrichting aan stekker abö Aansluiting en externe veiligheidsinrichting controleren: Zie hoofdstuk Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten C2 Communicatiefout zonneregeling Regelwerking Onderbreking KM-BUS naar de solarregelingmodule, type SM1 of naar de Vitosolic KM-BUS-kabel en apparaat controleren. Zonder zonneregeling: Parameter 1A:0 in de groep Algemeen instellen. Diagnose C3 Communicatiefout uitbreiding AM1 Regelwerking Communicatiefout uitbreiding AM1 Aansluitingen controleren. Zonder uitbreiding AM1: Parameter 30:0 in de groep Algemeen instellen. C8 St.meld.module 1 ingang 1: Waterniveaubegrenzer CV-ketel koelt af. Fout laagwaterniveaubeveiliging aan X7 van de 1e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Waterpeil van de installatie controleren. Laagwaterniveaubeveiliging entriegeln: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen C9 St.meld.module 1 ingang 2: Maximumdruk 1 CV-ketel koelt af. Fout maximaalpressostaat aan X3 van de 1e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 94 Installatiedruk controleren. Maximaalpressostaat ontgrendelen: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen

95 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) CA St.meld.module 1 ingang 3: Minimumdruk of maximumdruk 2 CV-ketel koelt af. Fout minimaalpressostaat of maximaalpressostaat 2 aan X2 van de 1e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Installatiedruk controleren. Minimaalpressostaat of maximaalpressostaat 2 ontgrendelen: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen CB St.meld.module 1 ingang 4: Maximumdruk 2 CV-ketel koelt af. Fout extra veiligheidstemperatuurbegrenzer of temperatuurbewaker aan X1 van de 1e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Installatietemperatuur controleren. Veiligheidstemperatuurbegrenzer ontgrendelen: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen CE Communicatiefout storingsmeld.module 1 Regelwerking Communicatiefout 1e Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Stekkeradapter controleren: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen Zonder stekkeradapter: Parameter 14:0 in de groep Alg. instellen. CF Communicatiefout communicatiemodule LON Regelwerking Geen communicatie via LON Diagnose Communicatiefout LON-communicatiemodule van de regeling Communicatiemodule LON controleren, eventueel vervangen. Wanneer geen communicatiemodule LON aanwezig is, parameter 76:0 in de groep Algemeen instellen. D1 Branderstoring verw.ketel CV-ketel koelt af. Branderstoring verwarmingsketel Brander controleren. D2 Communicatiefout storingsmeld.module 2 Regelwerking 95

96 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) Communicatiefout 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichting Stekkeradapter controleren: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen Zonder stekkeradapter: Parameter 15 in de groep Algemeen instellen. D3 Communicatiefout uitbreiding EA1 Regelwerking Communicatiefout uitbreiding EA1 Aansluitingen controleren: Zie hoofdstuk Uitbreiding EA1 Zonder uitbreiding EA1: Parameter 40:0 in de groep Algemeen instellen. D4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer verw.ket. CV-ketel koelt af. Veiligheidstemperatuurbegrenzer of zekering F1 is geactiveerd. Veiligheidstemperatuurbegrenzer alsook brander, brandercircuit en zekering F1 controleren: Zie aansluit- en bedradingschema D6 St.mleding aan digitale ingang 1 uitbreiding EA1 Regelwerking Diagnose Ingang DE1 aan uitbreiding EA1 meldt storing. Fout aan betreffende toestel verhelpen. D7 St.mleding aan digitale ingang 2 uitbreiding EA1 Regelwerking Ingang DE2 aan uitbreiding EA1 meldt storing. Fout aan betreffende toestel verhelpen. D8 St.mleding aan digitale ingang 3 uitbreiding EA1 Regelwerking Ingang DE3 aan uitbreiding EA1 meldt storing. Fout aan betreffende toestel verhelpen. E0 Storing LON-deelnemer... Regelwerking Geen communicatie via LON 96

97 Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) Storing LON-deelnemer Communicatiemodule LON controleren, eventueel vervangen. LON-deelnemer controleren. LON-parameter controleren. LON-deelenemerslijst actualiseren. Storingen zonder storingsindicatie Display uit Installatie koud Zekering F2 is geactiveerd. Stroomopname controleren. Pompen en pompaansluitingen controleren. Zekering F2 vervangen: Zie aansluit- en bedradingschema Temperatuursensoren controleren Ketel-, boiler-, buffertemperatuursensor, temperatuursensor open verdeler, retourtemperatuursensor (sensor Therm-Control) De retourtemperatuursensor kan als klemtemperatuurof dompeltemperatuursensor ingezet worden. Viessmann NTC 10 kω (blauwe markering) Betreffende stekker lostrekken. 2. De weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken. 3. Bij sterke afwijking montage controleren en eventueel sensor vervangen. Diagnose Weerstand in kω 2 1 0,8 0,6 0, Temperatuur in C Afb. 38 Rookgastemperatuursensor Bij het bereiken van een ingevoerde grenswaarde (zie parameter 1F in de groep Ketel ) verschijnt een onderhoudsindicatie. 97

98 Probleemoplossing Temperatuursensoren controleren (vervolg) Viessmann NTC 20 kω (oranje markering) , Temperatuur in C Afb. 39 Weerstand in KΩ 1. Stekker ag lostrekken. 2. De weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken. 3. Bij sterke afwijking montage controleren en eventueel sensor vervangen. Zekeringen controleren 1. Netspanning uitschakelen. 2. Regeling openen. Diagnose 3. Zekeringen controleren. Eventueel vervangen (zie aansluit- en bedradingschema). Gevaar Verkeerde of niet correct aangebrachte zekeringen vormen een verhoogd brandrisico. Zekeringen zonder moeite aanbrengen. Zekeringen correct positioneren. Alleen identieke types met de aangegeven uitschakelkarakteristiek gebruiken. 98

99 Regeling van de ketelwatertemperatuur Functiebeschrijving Korte beschrijving De regeling van de ketelwatertemperatuur vindt plaats door in- en uitschakelen van de brander of door modulatie. De gewenste ketelwatertemperatuur wordt door de volgende parameters bepaald: gewenste aanvoertemperatuur van het CV-circuit en de via LON aangesloten CV-circuits Externe vraag Gewenste tapwatertemperatuur De gewenste ketelwatertemperatuur is afhankelijk van de aanwezige verwarmingsketel en de uitrusting voor verwarming en regeling. Via de codeerstekker is een minimum ketelwatertemperatuur ingesteld die ter bescherming van de ketel moet worden aangehouden. In combinatie met Therm-Control: Bij een te lage gewenste temperatuur op de sensor van de Therm-Control wordt de gew. ketelwatertemperatuur verhoogd. Bij het verwarmen van de warmwaterboiler wordt een gewenste ketelwatertemperatuur ingesteld die 20 K boven de gewenste tapwatertemperatuur ligt (wijziging via parameter 06 in de groep Warm water ). Regelingsfuncties Registratie van de ketelwatertemperatuur: veiligheidstemperatuurbegrenzer STB (vloeistofuitzetting) temperatuurregelaar TR (vloeistofuitzetting) Keteltemperatuursensor NTC 10 kω Regelbereikgrenzen beneden Regeling van de ketelwatertemperatuur bij normale werking en ingeschakelde vorstbescherming is afhankelijk van de betreffende CV-ketel. Regelbereikgrenzen boven Veiligheidstemperatuurbegrenzer VTB 110/100 ºC Temperatuurregelaar TR 95/100/110 C Elektronische begrenzing maximumtemperatuur: Instelbereik: 20 tot 127 C Wijziging via parameter 06 in de groep Ketel. Ketelbeschermingsfunctie: Therm-Control (opstartschakeling) Voor verwarmingsinstallaties met aangrenzend geïnstalleerde verdeler Voorwaarde: Ketelwaterdebiet moet in de startfase (bijv. na weekenduitschakeling) minstens 50 % kunnen worden geknepen. Beïnvloedt ook op de verwarmingscircuits. Functie Installaties met één ketel De sensor van de Therm-Control, in de buurt van de retouraansluiting gemonteerd, registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere gewenste temperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de codeerstekker) wordt de brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de mengkleppen geknepen. Als de gewenste temperatuur wordt overschreden, worden de mengkleppen geopend. Het debiet wordt constant naar 100 % verhoogd. Installaties met meerdere ketels De sensor van de Therm-Control, in de buurt van de retouraansluiting gemonteerd, registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere gewenste temperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de codeerstekker) wordt de brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de smoorklep geknepen. Als de sensor van de Therm- Control geen effect heeft op de smoorklep, moet deze de nageschakelde verwarmingscircuits beïnvloeden. Als de gewenste temperatuur wordt overschreden, wordt de smoorklep geopend. Het debiet wordt constant naar 100 % verhoogd. Aansluiting in verwarmingsinstallaties zonder LON Installatie met één ketel Stekker söa1 van de Vitotronic wordt als schakelcontact voor Therm-Control gebruikt. Vereiste parameter: 53:2 in de groep Alg. Functies 99

100 Functiebeschrijving Regeling van de ketelwatertemperatuur (vervolg) N 20 L 20 A1 C L1 N PE K1 K2 K A söa1 N L1 K1 söa1 N L1 K2 K3 D Afb. 40 te te te B 1 2 n A Afb. 41 A A B n söa1 Sluiten van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnummer B Nageschakelde CV-circuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep DICHT Installatie met meerdere ketels Stekker söa1 van de Vitotronic wordt als schakelcontact voor Therm-Control gebruikt. Vereiste parameter: 0D:1 in de groep Ketel en 53:2 in de groep Alg. söa1 Sluiten van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnummer B Nageschakelde CV-circuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep DICHT C Netaansluiting, 230 V/50 Hz D Aansluitdoos, door installateur Ketelbeschermingsfunctie: Retourtemperatuurverhoging via bijmengpomp en/of 3-weg-mengklep Functies Met bijmengpomp Voor verwarmingsinstallaties met aangrenzend geïnstalleerde verdeler Met 3-weg-mengklep: Voor CV-installaties waarbij op de nageschakelde CV-circuits geen invloed kan worden uitgeoefend, bijv. oudere installaties of kwekerijen. Voorwaarde: Ketelwaterdebiet moet minstens 50 % kunnen worden geknepen. Met bijmengpomp: Bijmengpomp configureren voor ca. 30 % van het totale debiet. Met 3-weg-mengklep: Ketelcircuitpomp van elke verwarmingsketel configureren voor ca. 110 % van het totale debiet. Beïnvloedt ook op de verwarmingscircuits. Functie Installaties met één en meerdere ketels met een gemeenschappelijke bijmengpomp De temperatuursensoren T1 en T2 registreren de retourtemperatuur op verschillende meetpunten. Bij een lagere minimum retourtemperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de codeerstekker) wordt via temperatuursensor T2 de bijmengpomp ingeschakeld. Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de minimum retourtemperatuur, geregistreerd door temperatuursensor T1, niet wordt bereikt, wordt via de mengkleppen het debiet geknepen. Installaties met één ketel met bijmengpomp en 3-wegmengklep De temperatuursensoren T1 en T2 registreren de retourtemperatuur op verschillende meetpunten. Bij een lagere minimum retourtemperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de codeerstekker) wordt via temperatuursensor T2 de bijmengpomp ingeschakeld. Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de minimum retourtemperatuur, geregistreerd door temperatuursensor T1, niet wordt bereikt, wordt via de 3- weg-mengklep het debiet geknepen. 100

101 Functiebeschrijving Regeling van de ketelwatertemperatuur (vervolg) Installaties met meerdere ketels met bijmengpompen voor elke verwarmingsketel De temperatuursensoren T1 en T2 registreren de retourtemperatuur op verschillende meetpunten. Bij een lagere minimum retourtemperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de codeerstekker) wordt via temperatuursensor T2 de bijmengpomp ingeschakeld. Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de minimumretourtemperatuur, geregistreerd door temperatuursensor T1, niet wordt bereikt, wordt het debiet via de smoorklep geknepen. Als de temperatuursensor T1 geen effect heeft op de smoorklep, moet deze de nageschakelde verwarmingscircuits beïnvloeden. Installaties met meerdere ketels met ketelcircuitpomp en 3-weg-mengklep De temperatuursensor T1 registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere temperatuur dan de af fabriek ingestelde gewenste temperatuur (voorgeschreven door de codeerstekker) wordt het debiet via de 3-wegmengklep op de verwarmingsketels proportioneel geknepen. Als de gewenste temperatuur wordt overschreden, wordt de 3-weg-mengklep geopend. Het debiet wordt constant naar 100 % verhoogd. Installaties met meerdere ketels met ketelcircuitpomp, open verdeler/verzamelaar en 3-weg-mengklep De temperatuursensor T1 registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere temperatuur dan de af fabriek ingestelde gewenste temperatuur (voorgeschreven door de codeerstekker) wordt het debiet via de 3-wegmengklep op de verwarmingsketels proportioneel geknepen. Als de gewenste temperatuur wordt overschreden, wordt de 3-weg-mengklep geopend. Het debiet wordt constant naar 100 % verhoogd. De daaropvolgende verwarmingscircuits zijn hydraulisch ontkoppeld. De aanvoertemperatuur wordt door de temperatuursensor (cascaderegeling) in de open verdeler/verzamelaar geregeld. Aansluiting in verwarmingsinstallaties zonder LON Installatie met één ketel Stekker söa1 van de Vitotronic wordt als schakelcontact gebruikt. Vereiste parameter: 53:2 in de groep Alg. N 20 L K Afb A1 te A te te B 1 2 n söa1 Sluiten van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnummer B Nageschakelde CV-circuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep DICHT Installatie met meerdere ketels Stekker söa1 van de Vitotronic wordt als schakelcontact gebruikt. Vereiste parameter: 0D:1 in de groep Ketel en 53:2 in de groep Alg. söa1 N C A L1 N PE K1 Afb. 43 L1 söa1 N A L1 K2 A K3 K1 K2 D B n söa1 Sluiten van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnummer B Nageschakelde CV-circuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep DICHT C Netaansluiting, 230 V/50 Hz D Aansluitdoos, door installateur Functies 101

102 Functiebeschrijving Regeling van de ketelwatertemperatuur (vervolg) Ketelbeschermingsfunctie: Verdelerpomp Functies Voor verwarmingsinstallaties met veraf gelegen substation (> 20 m). Voorwaarde: Warmteafgifte moet kunnen worden geknepen. Beïnvloedt ook op de verwarmingscircuits. Als een verwarmingsketel is vrijgegeven, moet de verdelerpomp van een bovenliggende externe regeling worden ingeschakeld Verdelerpomp configureren voor ca. 110 % van het totale debiet. Met inspuitschakeling: Voor verwarmingscircuits die bij een warmtevraag direct warmte nodig hebben (bijv. luchtverwarmingstoestellen). Functie Installaties met meerdere ketels met verdelerpomp en drukarme verdeler De temperatuursensor T1 registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere gewenste temperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de codeerstekker) wordt de brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de mengkleppen geknepen. Indien nodig, worden de mengkleppen helemaal gesloten. Als de gewenste temperatuur wordt overschreden, worden de mengkleppen geopend. Het debiet wordt constant naar 100 % verhoogd. Installaties met meerdere ketels met verdelerpomp en inspuitschakeling De temperatuursensor T1 registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere gewenste temperatuur dan fabrieksmatig is ingesteld (door de codeerstekker) wordt de brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de mengkleppen geknepen. Daarbij worden de mengkleppen proportioneel geknepen of helemaal gesloten. Als de gewenste temperatuur wordt overschreden, worden de mengkleppen geopend. Het debiet wordt constant naar 100 % verhoogd. Aansluiting in verwarmingsinstallaties zonder LON Installatie met meerdere ketels Stekker söa1 van de Vitotronic wordt als schakelcontact gebruikt. Vereiste parameter: 0D:1 in de groep Ketel en 53:2 in de groep Alg. söa1 N C A L1 N PE K1 Afb. 44 L1 söa1 N A L1 K2 A K3 K1 K2 D B n söa1 Sluiten van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnummer B Nageschakelde CV-circuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep DICHT C Netaansluiting, 230 V/50 Hz D Aansluitdoos, door installateur Regelingsverloop CV-ketel wordt koud Als de ketelwatertemperatuur 2 K lager ligt dan de gewenste ketelwatertemperatuur, wordt de brander ingeschakeld. De brander start zijn eigen bewakingsprogramma. Afhankelijk van de extra schakelingen en stookwijze kan de branderinschakeling enkele minuten worden vertraagd. 102

103 Functiebeschrijving Regeling van de ketelwatertemperatuur (vervolg) CV-ketel wordt warm 1-traps brander: Als de ketelwatertemperatuur 2 K hoger ligt dan de gewenste ketelwatertemperatuur, wordt de brander uitgeschakeld. 2-traps of modulerende brander: Als de ketelwatertemperatuur evenveel als het uitschakelverschil hoger ligt dan de gewenste ketelwatertemperatuur, wordt de brander uitgeschakeld. Het uitschakelverschil wordt in parameter 13 in de groep Ketel ingesteld. Regeling van de tapwaterverwarming (boilertemperatuurregeling) Korte beschrijving De gewenste ketelwatertemperatuur voor de tapwaterverwarming wordt op een constante waarde geregeld (boilertemperatuurregeling). Voor de boileropwarming vindt dat door het in- en uitschakelen van de circulatiepomp plaats. Het schakelverschil bedraagt ±2,5 K. Bij het verwarmen van de warmwaterboiler wordt een gewenste ketelwatertemperatuur ingesteld die 20 K boven de gewenste tapwatertemperatuur ligt (wijziging via parameter 06 in de groep Warm water ). Functies Vorstbescherming Wanneer de tapwatertemperatuur onder 5 C daalt, wordt de warmwaterboiler tot 20 C verwarmd. Extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne De functie wordt geactiveerd, doordat via de parameter 03 in de groep Warm water een 2e gewenste boilertemperatuur wordt aangegeven. De frequentie voor de extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne wordt via parameter 09 ingesteld. Gewenste tapwatertemperatuur De gewenste tapwatertemperatuur is instelbaar van 10 tot 60 C. Via parameter 01 in groep Warm water kan het gewenste gebied tot 95 C worden vergroot. Installatie met boilerlaadsysteem De genoemde functies gelden ook in combinatie met een boilerlaadsysteem. De volgende parameters instellen: 00:3 in de groep Warm water, 53:1, 55:2 in de groep Alg.. De warmwaterboiler wordt alleen door de CV-ketel naverwarmd wanneer deze waarde niet wordt bereikt. Installatie met Vitosolic Via parameter 0C in de groep Warm water kan een derde gewenste tapwatertemperatuur worden ingesteld. De warmwaterboiler wordt alleen door de CV-ketel naverwarmd wanneer deze waarde niet wordt bereikt. Functies Regelingsverloop De volgende parameters in groep warm water beïnvloeden het regelingsverloop. 103

104 Functiebeschrijving Regeling van de tapwaterverwarming (vervolg) Functies Boilerverwarming (parameter 00:0 ) Warmwaterboiler wordt koud (gewenste waarde 2,5 K, wijziging via parameter 04 ): De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 20 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via parameter 06 ). Pomp aan: Van de ketelwatertemperatuur afhankelijke inschakeling van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (parameter 07:0 ). De circulatiepomp schakelt in als de ketelwatertemperatuur 7 K hoger is dan de tapwatertemperatuur. Directe inschakeling van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (parameter 07:1 ) Warmaterboiler is warm (gewenste waarde +2,5 K): De ketelwatertemperatuur wordt op de ingestelde gewenste waarde teruggezet. Met pompnaloop: Na een boileropwarming loopt de circulatiepomp zo lang na tot één van de volgende criteria is bereikt: de gewenste tapwatertemperatuur wordt met 5 K overschreden. De ingestelde maximumnaloop is bereikt (parameter 08 ). Zonder pompnaloop (parameter 08:0 ) Adaptieve boileropwarming (parameter 00:1 ) Bij de adaptieve boileropwarming wordt rekening gehouden met de snelheid waarmee de temperatuur van het tapwater toeneemt. Warmwaterboiler wordt koud (gewenste waarde 2,5 K, wijziging via parameter 04 ): De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 20 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via parameter 06 ). Pomp aan: Van de ketelwatertemperatuur afhankelijke inschakeling van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (parameter 07:0 ). De circulatiepomp schakelt in als de ketelwatertemperatuur 7 K hoger is dan de tapwatertemperatuur. Directe inschakeling van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (parameter 07:1 ). Warmwaterboiler is warm: de regeling controleert of de CV-ketel na de boilerverwarming nog warmte moet leveren of dat de restwarmte van de CV-ketel naar de boiler moet worden afgevoerd. De regeling legt het uitschakeltijdstip van de brander en de boilerlaadpomp vast, zodat na de boilerverwarming de gewenste tapwatertemperatuur niet essentieel wordt overschreden. 104 Boilertemperatuurregeling met twee boilertemperatuursensoren (parameter 00:2 ) De 1e boilertemperatuursensor geeft de boilerlaadpomp voor de boileropwarming vrij en wordt gebruikt voor het stoppen van de pompnaloop. 2. boilertemperatuursensor: Bij grote warmwaterafname wordt de boileropwarming voortijdig ingeschakeld. Wanneer geen warmwaterafname plaatsvindt, wordt de boileropwarming voortijdig afgebroken. Warmwaterboiler wordt koud: Gewenste waarde 2,5 K, wijziging via parameter 04 of Werkelijke tapwatertemperatuur van sensor 2 < gewenste tapwatertemperatuur x factor voor inschakeltijdstip (instelling via parameter 0E ) Warmwaterboiler is warm: Gewenste waarde +2,5 K en Werkelijke tapwatertemperatuur van sensor 2 > gewenste tapwatertemperatuur x factor voor uitschakeltijdstip (instelling via parameter 0D ) Parameter 00:3, boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem Warmwaterboiler wordt koud (gewenste waarde 2,5 K, wijziging via parameter 04 ): De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 20 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via parameter 06 ). De primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem wordt ingeschakeld. De 3-weg-mengklep opent en regelt op de ingestelde gewenste waarde. De boilerlaadpomp voor de boilerverwarming wordt zolang kortstondig in- en uitgeschakeld tot de gewenste aanvoertemperatuur (gewenste tapwatertemperatuur + 5 K) is bereikt. Daarna loopt de circulatiepomp voor de boilerverwarming permanent. Als tijdens het opwarmen de waarde lager wordt dan gewenst, draait de boilerlaadpomp voor de boileropwarming tijdelijk weer periodiek. Warmwaterboiler is warm: Eerste boilertemperatuursensor: Werkelijke waarde gewenste waarde en tweede boilertemperatuursensor Werkelijke waarde > gewenste waarde 1,5 K De ketelwatertemperatuur wordt op de ingestelde gewenste waarde teruggezet.

105 Functiebeschrijving Regeling van de tapwaterverwarming (vervolg) De boilerlaadpomp voor de boilerverwarming wordt bij volledig geopende 3-weg-mengklep direct uitgeschakeld. of De boilerlaadpomp voor de boileropwarming wordt volgens een via parameter 08 instelbare nalooptijd uitgeschakeld. Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen (accessoire) Aansluiting van een steekadapter De stekkeradapter wordt door de regeling automatisch als KM-BUS-deelnemer herkend. De volgende externe veiligheidsinrichtingen kunnen volgens EN worden aangesloten: Laagwaterniveaubeveiliging Maximumdrukbegrenzer Minimaalpressostaat Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer Externe regeluitschakeling van de brander Externe branderaanvraag (1e trap) B B B B D D D C 150 E X7 Ein TR Ein TR 150 E X3 Ein TR Ein TR 150 E X2 Ein TR Ein TR X8 150 F X1 Ein TR Ein TR STB STB STB STB N N N N X6 STB X4 STB X5 STB STB G A Afb. 45 H A Aansluitruimte (onderste deel van de steekadapter) B Externe veiligheidsinrichtingen X1 Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer of Thermostaat X2 Minimum- of maximumpressostaat X3 Maximumdrukbegrenzer X7 Laagwaterniveaubeveiliging of Stekker abö van een 2e stekkeradapter C Extern inschakelen van de brander (1e trap/basisbelasting) D Externe regeluitschakeling E Stekker abö F Stekker abö van de regeling G Aansluiting voor kabel met stekker abö voor de regeling H Naar de schakelkast of meldinrichting Functies De volgorde van de aansluitingen zoals weergegeven in de afbeelding aanhouden. Bij aansluiting van de externe beveiligingsinrichtingen de betreffende brug in de stekker abö verwijderen. 105

106 Functiebeschrijving Stekkeradapter voor externe (vervolg) In elke bus X1, X2, X3 en X7 moet een stekker abö gestoken zijn. Aansluiting van twee stekkeradapters Afzonderlijke montagehandleiding De aansluitingen in de eerste steekadapter uitvoeren zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk. In de 2e stekkeradapter kan de volgorde van de aansluitingen vrij gekozen worden. Draaischakelaarinstelling De draaischakelaar bevindt zich in het bovenste gedeelte van de steekadapter. Toestand bij levering: Stand 1 Eerste steekadapter: stand 1 Tweede steekadapter: stand 2 Uitbreiding EA1 (accessoire) Functies Afb. 46 DE1 Digitale ingang 1 DE2 Digitale ingang 2 DE3 Digitale ingang 3 F1 Zekering 0 10V 0 tot 10V-ingang fö fö A abj avg Netaansluiting Netaansluiting voor andere accessoires Algemene storingsmelding/toevoerpomp/ tapwatercirculatiepomp (spanningsloos) KM-BUS 106

107 Functiebeschrijving Uitbreiding EA1 (accessoire) (vervolg) Digitale gegevensingangen DE1 tot DE3 De volgende functies kunnen als alternatief worden aangesloten: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmeldingsingang Extern opvragen met minimale aanvoertemperatuur. Storingsmeldingsingang Externe contacten moeten potentiaalvrij zijn. Bij aansluiting moet aan de vereisten van veiligheidsklasse II worden voldaan: 8,0 mm lucht- en kruiptrajecten resp. 2,0 mm isolatiedikte tot actieve delen. Functietoekenning van de ingangen De functie van de ingangen wordt via de volgende parameters in de groep Alg. op de regeling van de verwarmingsketel geselecteerd: DE1: Parameter 42 DE2: Parameter 43 DE3: Parameter 44 Analoge ingang 0 10 V De volgende functies kunnen aan de 0 tot 10-V-ingang via parameter 45 in de groep Alg. worden toegekend: Temperatuuraanvraag Vermogensopvraag Temperatuuraanvraag De 0 tot 10V-schakeling zorgt voor een bijkomende gewenste ketelwatertemperatuur: De functie wordt via parameter 45:00 geactiveerd. 0 1 V Geen instelling voor gewenste ketelwatertemperatuur Installatie met één ketel: De verwarmingsketel is in regelwerking. Installatie met meerdere ketels: De CV-ketel koelt af. 1 V gewenste waarde 10 C 10 V gewenste waarde 100 C Tussen aardleiding en minpool van de door de installateur te voorziene spanningsbron moet een galvanische scheiding zijn gegarandeerd. Vermogensopvraag De 0 tot 10V-schakeling zorgt voor een instelling van het vermogen van de verwarmingsketel: Activering van de functie via parameter 45:01 : Als de verwarmingsketel door andere eisen een hogere gewenste waarde voor het ketelvermogen krijgt, werkt de verwarmingsketel met dit vermogen. Activering van de functie via parameter 45:02 : De verwarmingsketel werkt met het ingestelde vermogen. Overkoepelend wordt alleen met de ketelbeschermingsfunctie (Therm-Control) rekening gehouden. 0 1 V Geen instelling voor ketelvermogen Installatie met één ketel: De verwarmingsketel is in regelwerking. Installatie met meerdere ketels: De CV-ketel koelt af. 1 V gewenste waarde 10 % 10 V gewenste waarde 100 % Uitgang abj De volgende functies kunnen op uitgang abj worden aangesloten: Toevoerpomp naar substation of Storingsmeldinrichting Aanwijzing voor de toevoerpomp Functie enkel mogelijk in combinatie met een via LON aangesloten verwarmingscircuitregeling Functietoekenning De functie van de uitgang abj wordt via parameter 41 in de groep Alg. op de regeling van de verwarmingsketel geselecteerd. Functies 107

108 Functiebeschrijving Uitbreiding AM1 (accessoire) Afb. 47 A1 Circulatiepomp A2 Circulatiepomp fö Netaansluiting fö A Netaansluiting voor andere accessoires avg KM-BUS Functies Functies Op aansluiting A1 en A2 kan een van de volgende circulatiepompen worden aangesloten: CV-pomp voor verwarmingscircuit zonder mengklep Circulatiepomp voor de boilerverwarming Circulatiepomp Circulatiepompen met zelfstandige functies direct op 230 V aansluiten. De functie van de uitgangen wordt via parameters op de regeling van de verwarmingsketel geselecteerd. Functietoekenning Functie 108 Uitgang A1 Circulatiepomp sk 31:0 Niet instellen CV-pomp söa1 31:1 (Fabrieksinstelling) Niet instellen Parameter (groep Alg. ) Circulatiepomp voor de boilerverwarming sa 31:2 32:2 Neutraliseringsinstallatie, rookgas/waterwarmtewisselaar söa1 Verdelerpomp sl 31:4 Niet instellen 31:3 32:3 Uitgang A2 32:0 (Fabrieksinstelling) Niet instellen 32:1 Niet instellen 32:4 Niet instellen

109 Aansluit- en bedradingschema Aansluit- en bedradingschema's Overzicht Afb. 48 A2 Printplaat laagspanning A3 Printplaat 230 V A4 Netwerkmodule A5 Codeerstekker A6 Communicatiemodule LON A7 Veiligheidsgedeelte met temperatuurregelaar en veiligheidstemperatuurbegrenzer A8 Bedieningsgedeelte A9 Regelingsbehuizing X Elektrische interfaces Aanhangsel 109

110 Aansluit- en bedradingschema's Aansluit- en bedradingschema (vervolg) Printplaat 230 V Aanhangsel Afb

111 Aansluit- en bedradingschema's Aansluit- en bedradingschema (vervolg) söa1 sa sl fö fa Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem of Circulatiepomp voor rookgas/water-warmtewisselaar of Schakeluitgang voor de debietreducering (Therm-Control) Circulatiepomp voor de boileropwarming (accessoires) of Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem Bijmengpomp of Ketelcircuitpomp of Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie Netaansluiting, 230 V/50 Hz Brander 1e trap gö Meldinrichting algemene storing gsa1 Motorsmoorklep of Mengklep voor retourtemperatuurregeling of Mengklep warmtewisselaarset lö Brander 2e trap of Brander modulerend abö Externe veiligheidsinrichting Provisorische branderwerking aba Veiligheidscircuit (spanningsloos) abh Netaansluiting voor accessoires F1 en F2 Zekering F6 Veiligheidstemperatuurbegrenzer F7 Temperatuurregelaar K1 tot K10 Relais S1 Netschakelaar S2 X Elektrische interfaces Printplaat laagspanning Aanhangsel Afb

112 Aansluit- en bedradingschema's Aansluit- en bedradingschema (vervolg) Keteltemperatuursensor %A Boilertemperatuursensor of Boilertemperatuursensor boven bij boilerlaadsysteem %B Boilertemperatuursensor beneden bij boilerlaadsysteem )/? Temperatuursensor open-verdeler Buffertemperatuursensor ag aja ajb js avd avg avh X Rookgastemperatuursensor Temperatuursensor Therm-Control of Retourtemperatuursensor T1 Temperatuursensor boilerlaadsysteem of Retourtemperatuursensor T2 CAN-BUS-deelnemer Externe vraag KM-BUS-deelnemer Extern omschakelen Aansluiting voor gegevensuitwisseling Aansluiting voor gegevensuitwisseling Elektrische interfaces Aanhangsel 112

113 Bestelling van onderdelen Onderdelenlijsten Voor de bestelling van onderdelen zijn volgende gegevens vereist: Serienummer (zie typeplaatje A) Positienummer van het onderdeel (in deze onderdelenlijst) Onderdelen 113

114 Onderdelenlijsten Vitotronic 100, type CC1E Onderdelen Pos. Onderdeel 0001 Voorste gedeelte behuizing 0002 Stelsteun 114 Afb. 51

115 Onderdelenlijsten Vitotronic 100, type CC1E (vervolg) Pos. Onderdeel 0003 Bedieningsgedeelte 0004 Netwerkmodule (SA171) 0005 LAN-verbindingskabel 0006 Aansluitkabel bedieningsgedeelte 0009 Achtergedeelte behuizing 0010 Printplaat laagspanning met afdekking (CU404) 0011 Printplaat 230 V~ met afdekking (MB205) 0012 Communicatiemodule LON 0013 LON-verbindingskabel, lengte 7 m 0014 LON-afsluitweerstand (2 stuks) 0015 Niet aanwezig 0016 Niet aanwezig 0017 Zekering T 6,3 A/250 V~ (10 stuks) 0018 Niet aanwezig 0019 Niet aanwezig 0020 Temperatuursensor NTC 10 kω 0021 Niet aanwezig 0022 Branderaansluitkabel met stekker fa en branderaansluitkabel met stekker lö, lengte 3470 mm (RAST 5/ST 18) 0023 Branderaansluitkabel met stekker fa en branderaansluitkabel met stekker lö (RAST 5/RAST 5) 0024 Stekker voor laagspanning (2 stuks) 0025 Stekker sö 0026 Stekker gs 0027 Stekker abh 0028 Stekker fö 0029 Stekker abö 0030 Stekker gö 0031 Stekker avd, avg, avh 0032 Branderstekker fa, lö, aba en a:a 0033 Veiligheidsgedeelte met temperatuurregelaar en veiligheidstemperatuurbegrenzer 0034 Draaiknop temperatuurregelaar 0035 Aanslagring temperatuurregelaar 0036 Veiligheidstemperatuurbegrenzer 0037 Temperatuurregelaar 0038 Netschakelaar, 2-polig 0039, 1-polig 0040 Montage- en servicehandleiding Vitotronic 100, type CC1E 0041 Bedieningshandleiding Vitotronic 100, type CC1E 0042 Niet aanwezig 0043 Niet aanwezig 0044 Niet aanwezig 0045 Niet aanwezig Onderdelen 115

116 Technische gegevens Technische gegevens Aanhangsel Nominale spanning 230 V~ Nominale frequentie 50 Hz Nominale stroom 12 A~ Vermogensopname Beschermingsklasse Beschermingsgraad 16 W I IP20D conform EN 60529, te garanderen door opbouw/ inbouw. Werkwijze Type 1B conform EN Toegestane omgevingstemperatuur Werking 0 tot +40 C Gebruik in woningen en verwarmingsruimtes (normale omgevingsvoorwaarden) Bij opslag en transport 20 tot +60 C Nom. belastbaarheid van de relaisuitgangen Stekker Component söa1 Een van de volgende circulatiepompen: Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem Circulatiepomp voor rookgas/waterwarmtewisselaar of Schakeluitgang voor de debietreducering (Therm-Control) sa Een van de volgende circulatiepompen: Circulatiepomp voor de boilerverwarming Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem sl Een van de volgende circulatiepompen: Bijmengpomp Nom. belastbaarheid 4(2) A, 230 V~ 4(2) A, 230 V~ Installatie met één ketel X X X Installatie met meerdere ketels X X X X Ketelcircuitpomp 4(2) A, 230 V~ X X Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie X X fa Brander 1e trap 6(3) A, 230 V~ X X gö Meldinrichting algemene storing 4(2) A, 230 V~ X X gsa1 Een van de volgende functies: Motorsmoorklep Mengklep voor retourtemperatuurregeling 0,2 (0,1) A, 230 V~ X X X Mengklep warmtewisselaarset X lö Een van de volgende functies: Brander 2e trap 1(0,5) A, 230 V~ X X Brander modulerend 0,2(0,1) A, 230 V~ X X Totaal Max. 12 A, 230 V~ X X 116

117 Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring Vitotronic 100, type CC1E Wij, Viessmann Werke GmbH & Co. KG, D Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het volgende product in overeenstemming is met de bepalingen van de volgende richtlijnen en verordeningen: 2014/53/EU 2014/35/EU 2014/30/EU 2011/65/EU RED Laagspanningsrichtlijn EMC-richtlijn RoHS II Toegepaste normen: EN V2.1.1 EN :2011 EN :2009 EN V1.9.2 EN V2.2.1 Aanhangsel Overeenkomstig de bepalingen van de genoemde richtlijnen wordt dit product met gekenmerkt. Allendorf, woensdag 15 maart 2017 Viessmann Werke GmbH & Co. KG ppa. Manfred Sommer 117

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1E Regeling voor weersafhankelijke werking

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1E Regeling voor weersafhankelijke werking Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 200 type CO1E Regeling voor weersafhankelijke werking Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 5/2017 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 300 type CM1E Regeling voor weersafhankelijke werking van een installatie met meerdere ketels Vitotronic 100 type CC1E Regeling voor

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 100 type CC1I Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur in een installatie met een ketel Regeling voor de werking

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Voor Vitodens 100-W en 111-W Kamertemperatuurregelaar 11/2015

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 100 type CC1I Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur in een installatie met een ketel Regeling voor de werking

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 100 10/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic als vervangingsregeling Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 300-K type MW1B Weersafhankelijke cascaderegeling Vironic 100 type GC1B en GC4B Ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Calorimeter 2/2015 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr ,

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr , Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Communicatiemodule Bestelnr. 7510 526, 7838 065 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de installateur. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de installateur. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Kamertemperatuurregelaar 2/2017 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 300 type CM1I Weersafhankelijke regeling voor een installatie met meerdere ketels (cascade) en voor de regeling van de ketelwatertemperatuur

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Voor Vitodens 100-W en 111-W Kamertemperatuurregelaar 8/2015

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 300 type CM1I Regeling voor de weersafhankelijke werking van een installatie met meerdere ketels Vitotronic 100 type CC1I Regeling

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. voor de vakman. Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. voor de vakman. Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA Extern verwarmde warmwaterboiler 130 en 200 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W 11/2013

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de installateur. Elektrisch verwarmingselement

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de installateur. Elektrisch verwarmingselement Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Elektrisch verwarmingselement 6 kw en 12 kw voor inbouw in warmwaterboiler Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Elektrisch verwarmingselement

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging gasbranderautomaat Type MPA51 door MPA5113 Vervanging gasbranderautomaat 1/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger IU302-A20 voor Vitodens 100-W Kamertemperatuurregelaar

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vironic 300-K Type MW1B Weersafhankelijke casaderegeling Vironic 100 Type GC1B en GC4B Ketelcircuitregeling Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de installateur. Functie-uitbreiding

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de installateur. Functie-uitbreiding Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Uitbreiding EA1 Functie-uitbreiding Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1I Regeling voor de weersafhankelijke werking

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1I Regeling voor de weersafhankelijke werking Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 200 type CO1I Regeling voor de weersafhankelijke werking Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 8/2017 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de installateur VIESMNN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling Divicon 4/2017 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1B Digitale ketelcircuitregeling

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1B Digitale ketelcircuitregeling Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vitotronic 00 type GCB Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROIC 00 7/0 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Handleiding voor de vakman VIESMANN Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Voor buiten geplaatste warmtepompen Best.nr. 7296 454 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilatorbrander op gas voor Vitocrossal 300, type CT3B Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 2/2012 Na

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTWIN GATEWAY. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTWIN GATEWAY. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotwin Gateway type BATI BATI/LON-gateway voor de aansluiting van Vitotwin 300-W op Vitocom 100, type LAN1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en onderhoudshandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en onderhoudshandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en onderhoudshandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 300 Type CM1I Regeling voor de weersafhankelijke werking van een installatie met meerdere ketels Vitotronic 100 Type CC1I Regeling voor

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur Aansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIESANN Vitocal -S type AWT(-)/AWT(-)-E/AWT(-)-E-AC.C0 tot C Warmtepomp-compacttoestel in split-uitvoering VITOCAL -S 7 0 NL 7/07 ewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilator-gasbrander voor Vitocrossal 300, type CT3 Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 8/2011 Na montage

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200 VITOTRONIC 300. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200 VITOTRONIC 300. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 00 type GWB Vironic 300 type GWB Weersafhankelijke, digitale ketelcircuitregelingen Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 00

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pompmodule PM1. voor de installateur. Pompmodule PM1

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pompmodule PM1. voor de installateur. Pompmodule PM1 Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Pompmodule PM1 Functieuitbreiding voor wandmontage voor de regeling van een circulatiepomp: Installaties met één ketel: Ketelcircuitpomp Installaties

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Warmwaterboiler 390 l. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Warmwaterboiler 390 l. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-V type CVW Warmwaterboiler 390 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-V 6/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E. voor de vakman. Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500, 2000 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E. voor de vakman. Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500, 2000 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500, 2000 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E 3/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 300 type CM3 HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 300 5/2015 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vitotrol 100 type UTD Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok VITOTROL 100 5/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal 200, type CM2 en type CT2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de vakman. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de vakman. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 10/2015 Bewaren a.u.b.! 2 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten.

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit met thermostatische mengklep CV-circuitverdeling voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de installateur. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de installateur. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 7/2017 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding ijsaccumulator Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de vakman. Elektrisch verwarmingselement

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de vakman. Elektrisch verwarmingselement Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMNN Elektrisch verwarmingselement 6 kw en 12 kw voor inbouw in warmwaterboiler Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Elektrisch verwarmingselement 5/2015

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de vakman. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de vakman. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 5/2015 Bewaren a.u.b.! 2 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOGATE 300. voor de vakman. Vitogate 300 type BN/MB

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOGATE 300. voor de vakman. Vitogate 300 type BN/MB Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitogate 300 type BN/MB ommunicatie met verwarmingsinstallaties via BAnet en Modbus Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOGATE 300 10/2014

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 Type KC3 Ketelcircuitregeling voor verhoogde werking

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 Type KC3 Ketelcircuitregeling voor verhoogde werking Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitotronic 100 Type KC3 Ketelcircuitregeling voor verhoogde werking Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina VITOTRONIC 100 3/2005 Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 12/2013 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Basisstation Voor de communicatie tussen de Vitotronic regeling en afstandsbedieningen en draadloze buitentemperatuursensor Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 300 type GW2 Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 300 10/2007

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaking. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaking. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA CO-bewaking voor aansluiting op verwarmingsketel op olie/gas Bestelnr.: 7499 330 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Temperatuurregelaar Dubbel-thermostaat 30 tot 110 C Bestelnummer 7494 435 en 7494 436 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettoevoer met flexibele worm. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pellettoevoer met flexibele worm. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-P Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Pellettoevoer met flexibele worm voor Vitoligno 300-P Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 200-A VITOCAL 200-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 200-A VITOCAL 200-S. voor de installateur ansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIES Vitocal 00- type WO/WO-E-C 0.D0 tot D6 type WO-/WO--E-C 0.D0 tot D6 Lucht/water-warmtepomp, monoblokuitvoering voor verwarming en koeling Vitocal

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Kamerthermostaat met twee digitale schakelklokken en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 065 VITOTROL

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRONIC 100. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 100

VIESMANN VITOTRONIC 100. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 100 VIESMANN VITOTRONIC 100 Elektronische ketelregeling Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel Map Vitotec, register 18 VITOTRONIC 100 Type KC4 Voor de werking met verhoogde

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pompmodule PM1. voor de installateur. Pompmodule PM1

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pompmodule PM1. voor de installateur. Pompmodule PM1 Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Pompmodule PM1 Functieuitbreiding voor wandmontage voor de regeling van een circulatiepomp: Installaties met één ketel: Ketelcircuitpomp Installaties

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC4B Digitale ketelcircuitregeling

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC4B Digitale ketelcircuitregeling Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vitotronic 00 type GCB Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROIC 00 9/0 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.! Gebruikshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor zonnesystemen VITOSOLIC 100 7/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidadvies nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex met 575 tot 2000 kw nom. vermogen en voor Vitorond met 630 tot 1080 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitovolt 100 Vitovolt 200 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOVOLT 100 VITOVOLT 200 2/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 11/2015 Bewaren a.u.b. Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTA-RF Kamerthermostaat met analoge schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 064 VITOTROL 100 2/2008

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer

Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Reinigingssysteem nageschakelde verwarmingsoppervlakken en bekleding keerkamer Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitotronic 300 Type GW2 Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina VITOTRONIC 300

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor de verbinding van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor RF met een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F/-FM. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F/-FM. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol-F/-FM type SV en SH Vlakkeplaatcollector voor schuine daken Opdakmontage met spantflens VITOSOL-F/-FM 11/2016 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C

VIESMANN. Montagehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-C Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1C Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie