VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur"

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 300 type CM1I Weersafhankelijke regeling voor een installatie met meerdere ketels (cascade) en voor de regeling van de ketelwatertemperatuur van een verwarmingsketel Vitotronic 100 type CC1I Regeling van de ketelwatertemperatuur voor iedere andere verwarmingsketel in de cascade VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100 NL 3/2018 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende en bevoegde installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de fabrikant van de installatie of een door de fabrikant aangewezen installateur worden uitgevoerd. In aanmerking te nemen voorschriften de ARBO voorschriften, de wettelijke milieuvoorschriften, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Veiligheidsinstructies voor werkzaamheden aan de installatie Werkzaamheden aan de installatie Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onbedoeld openen. Installatie spanningsvrij schakelen, bijv. aan de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar, en op aanwezige spanning controleren. De installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Bij alle werkzaamheden geschikte persoonlijke beschermende uitrusting dragen. Gevaar Hete oppervlakken kunnen brandwonden veroorzaken. Het toestel voor onderhouds- en servicewerkzaamheden uitschakelen en laten afkoelen. Hete oppervlakken aan de verwarmingsketel, de brander, het rookgassysteem en de buizen niet aanraken.! Opgelet Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules worden beschadigd. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de statische lading af te leiden. Reparatiewerkzaamheden! Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Extra componenten, reserveonderdelen en slijtagegevoelige onderdelen! Opgelet Reserveonderdelen en slijtagegevoelige onderdelen die niet met de installatie zijn getest, kunnen de werking nadelig beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan, evenals wijziging en ombouw zonder toestemming, kunnen de veilige werking nadelig beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Druk nooit op schakelaars van verlichting en elektrische toestellen. Gasafsluitkraan sluiten. Ramen en deuren openzetten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Gas en elektriciteitsbedrijf van buiten het gebouw informeren. Stroomvoorziening naar het gebouw vanaf een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken. Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen. Installatieplaats ventileren. Deuren naar woonruimtes sluiten om een verspreiding van het rookgas te voorkomen. Wat te doen bij wateruittrede uit het toestel Gevaar Als water uit het toestel komt, bestaat gevaar voor elektrische schokken. Verwarmingsinstallatie aan de externe scheidingsinrichting uitschakelen (bijv. zekeringskast, stroomverdeling) Gevaar Als water uit het toestel komt, bestaat gevaar voor brandwonden. Heet verwarmingswater niet aanraken. Condensleidingen Gevaar Het contact met condenswater kan de gezondheid schaden. Condenswater niet met huid en ogen in aanraking brengen en niet inslikken. Rookgasinstallaties en verbrandingslucht Zorg ervoor dat rookgasinstallaties vrij zijn en niet gesloten kunnen worden, bijv. door opgehoopt condenswater of invloeden van buiten uit. Permanente condenswaterafvoer via windbeschermingsinrichting vermijden. Zorg voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht. Installatiebeheerders erop wijzen dat latere wijzigingen aan de bouwkundige situatie niet toegelaten zijn (bijv. verplaatsen van leidingen, bekledingen of scheidingswanden). Gevaar Ondichte of verstopte rookgasinstallaties of onvoldoende aanvoer van verbrandingslucht veroorzaken levensgevaarlijke vergiftigingen door koolmonoxide in het rookgas. Een onberispelijke werking van de rookgasinstallatie garanderen. Openingen voor de aanvoer van verbrandingslucht mogen niet vergrendelbaar zijn. Afzuigtoestellen Bij gebruik van toestellen met afvoer naar de buitenlucht (afzuigkap, afzuigtoestel, airconditioning, enz.) kan door de afzuiging een onderdruk ontstaan. Bij gelijktijdige werking met de verwarmingsketel kan terugstroming van het rookgas ontstaan. 3

4 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Gevaar Gelijktijdige werking van de verwarmingsketel met toestellen met luchtafvoer naar de buitenlucht kan door terugstroming van rookgas levensgevaarlijke vergiftigingen veroorzaken. Vergrendelingsschakeling inbouwen of door geschikte maatregelen voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht zorgen. 4

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Aansprakelijkheid Informatie Verwijdering van de verpakking Symbolen Gebruik conform de regelgeving Productinformatie Installatievoorbeelden Montageverloop Uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 monteren (leveringsomvang) Communicatiemodule LON monteren (leveringsomvang) Elektronica-unit monteren Kabels invoeren en voorzien van trekontlasting Elektrische aansluitingen Overzicht van de elektrische aansluitingen Uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 aansluiten (leveringsomvang) LAN-verbinding tot stand brengen Sensoren aansluiten Buitentemperatuursensor Pompen aansluiten Pompen 230 V~ Pompen 230 V~ met stroomverbruik van meer dan 2 A of hoogefficiënte circulatiepompen Pompen 400 V~ Pompen in het vloerverwarmingscircuit Thermostaat voor max. temperatuurbegrenzing (accessoires) Instelorganen aansluiten Groepsalarmmeldingsinrichting aansluiten Externe functies Overzicht externe functies Extern blokkeren (verwarmingsketel, installatie) Externe verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste bijschakelen Externe aanvraag gemeenschappelijke aanvoertemperatuur installatie Externe omschakeling werkingsprogramma (verwarmingscircuits) Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten LON-verbinding maken Aansluitvoorbeelden Netaansluiting Netaansluiting van de regeling Inbedrijfstelling Installatie in gebruik nemen Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren Vereiste parameters Vitotronic Vitotronic Regeling in LON integreren Voorbeeld voor een installatie met meerdere ketels LON-deelnemerscontrole uitvoeren Ketelvolgorde aan de Vitotronic 300 instellen Stooklijn instellen Gewenste kamertemperatuur instellen Inclinatie en niveau wijzigen Uitgangen controleren (actorentest) Parameterniveaus Parameterniveaus Parameterniveaus oproepen Parametergroepen

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Parameter terugzetten naar de toestand bij levering Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic Install.-schema! Controle weergavevoorw Temp.weergave Bedien. ontgrend./blokkeren Tijdsconstante voor de berekening van de gewijzigde buitentemp B Gewenste aanvoertemperatuur bij externe vraag! C Verschiltemperatuur voor verhoging van de gewenste aanv.temper Draadl. buitentemp.sensor St.mel.module St.mel.module Aansluit. branderautomaat Uitbreiding Verw.cir. 2 en verw.cir A Zonnesyst B Pompmodule PM F Tapwateromlooppomp B Energieverbruik weergeven! Uitbreiding AM Functie uitgang A1 op uitbreiding AM Functie uitgang A2 op uitbreiding AM Nalooptijd neutraliseringsinstallatie uitgang 1 AM Nalooptijd neutraliseringsinstallatie uitgang 2 AM Uitbreiding EA Functie uitbreiding EA1 Uitgang Functie ingang DE1 op uitbreiding EA Functie ingang DE2 op uitbreiding EA Functie ingang DE3 op uitbreiding EA Aanvraag 0 tot 10 V uitbreiding EA Looptijd circulatiepomp bij kortst. werking Retourtemperatuurregeling Sensor 17A Sensor 17B Aansluit. op stekker 20A Aansl. op stekker Aansl. op stekker Looptijd stelaandrijving smoorklep/retourtemperatuurregeling! Nalooptijd bijmengpomp, ketelcircuitpomp of verdelerpomp Centrale bediening verwarm.cir Indicatiecorrectie buitentemp Communicatiemodule LON-deelnemersnr.! Communicatie LON Communicatiemodule LON: Foutmanager B Communicatiemodule LON: Tijd F Huistyp.! Vertraging storingsmelding Automatische zomer-/ wintertijd-omschakeling! Begin zomertijd: Maand! Begin zomertijd: Week van de gekozen maand! Begin zomertijd: Dag van de gekozen week! Begin wintertijd: Maand! Begin wintertijd: Week van de gekozen maand! Begin wintertijd: Dag van de gekozen week! Schoorsteenvegertestfunctie en onderhoudsindic Communicatiemodule LON: Buitentemp Viessmann-installatienr

7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 9C Controle LON-deelnemer Verwarmingsketel, Vitotronic C Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling D Functie Therm-Control! F Rookgastemp.sensor! Tijdsinterval in branderuren tot volgend onderhoud! Tijdsinterval in maanden tot volgend onderhoud! Status onderh.! B Max. voorverw.tijd smoorklep C Max. nalooptijd smoorklep D Bijmengpomp Branderautomaat, Vitotronic Max. verm. bij werking Gassrt Terr.hoogte Max. ketelwatertemperatuur Integr.drempelwa. regeling Looptijdoptimalis A Rookgasklep B Gedrag van de branderautomaat bij te lage gasdruk C Brander inschakelverschil D Brander uitschakelverschil Cascade, Vitotronic Aant. verw.ketels in cascade! Min. begrenzing vd aanvoertemperatuur van de inst.! Max. begrenzing vd aanvoertemperatuur van de inst.! Omschakeling hoofdketel en ketelvolgorde! Vaste hoofdketel! Vaste laatste verw.ketel! Regel.type! Regelingsstrategie! Vermogensbal.! Verdelerpomp A Boilervoorrangschakeling B Inschak.integraaldrempel! C Uitschak.integraaldremp.! D Uitschakelverschil! E Regelaarversterking AvT-regelaar F Regelaarversterking AvT-regelaar TN ECO-drempel verw.ketel 1! ECO-drempel verw.ketel 2! ECO-drempel verw.ketel 3! ECO-drempel verw.ketel 4! ECO-drempel verw.ketel 5! ECO-drempel verw.ketel 6! ECO-drempel verw.ketel 7! ECO-drempel verw.ketel 8! Warm water, Vitotronic Boilerverwarming! Instelling gewenste tapwatertemperatuur Extra functie voor verhoogde tapwaterverwarming Boilerverwarming: Inschakelpunt gewenste waarde Gewenste aanvoertemperatuur bij boilerverwarming Verschil gewenste keteltemp. tegenover gewenste WW-temp Circulatiepomp voor boilerverw Circulatiepomp naloop A Tapwaterverwarming tijdens de comfortwerking of na externe omschakeling naar Werking met permanent normale kamertemp B Invoer van de gewenste boilertemperatuur

8 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 8 0C Gew. boilertemp. voor naverwarmingsonderdrukk. zonnesysteem! D Uitschakelpunt boilververwarming bij 2 boilertemperatuursensoren D Inschakelpunt boilververwarming bij 2 boilertemperatuursensoren F Looptijd stelaandr. mengklep warmtewisselaarset Looptijd secundaire boilerlaadpomp warmtewisselaarset Tapwatercirculatiepomp bij tapwaterverwarming Tapwatercirculatiepomp bij bijkomende functie tapwateropwarming Vrijgave tapwatercirculatiepomp! Circulatiepomp in spaarwerking Zonnesysteem, Vitotronic Inschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp Uitschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp Toerentalregeling zonnecircuitpomp Temp.verschil voor start van de toerentalregeling Regelaarversterking van de toerentalreg Min. toerental zonnecirc.pomp Max. toerental zonnecirc.pomp Intervalfunctie zonnecircuitpomp Maximumtemperatuur boiler Max. collectortemp A Stagnatietijd-verlaging B Vorstbeschermfctie vr zonnecirc C Delta-T-bewaking D Nacirculatie-bewaking E Bep.Solar-opbrengst F Debiet zonnecircuit bij max. pomptoerental Doeltemp.regeling Gew. tapwatertemp. zonnesysteem Minimumtemp. collector Uitgebreide regelingsfunctie Inschakeltemperatuurverschil bij 2e temperatuurverschilregeling Uitschakeltemperatuurverschil bij 2e temperatuurverschilregeling Inschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie Uitschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie Voorrang voor warmwaterboiler Pendelverwarmingstijd Pendelpauzetijd Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3, Vitotronic Herkenning afstandsbed Blokkeren afstandsbed Boilervoorrangschakeling! Temp.grenzen vorstbesch.functie Vorstbesch Stookgrens: Spaarfunctie buitentemperatuur! Stookgrens: Absolute zomerspaarschakeling! Mengklepspaarfunctie! Pompstilstandtijd! Vermogensreductie A Kamertemp.bijschakeling! C Kamerinvloedfact E Spaarfunctie kamertemp.! F Snelle opwarming/snelle verlaging Inschakeltijdoptimalis Opwarmgradiënt inschakeltijdoptimalis Aanleren insch.tijdoptimalis

9 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 13 Uitschakeltijdoptimalis Uitschakeloptimalis. van de versch. vd verlag.tijd Aanleren uitsch.tijdoptimalis Looptijd mengklep Inst.dynamiek CV-circuitmengkl Min.-begrenzing aanvoertemp. verw.circuit! Max.-begrenzing aanvoertemp. verw.circuit! B Kamerinvloedbegrenzing F Ext. omschakeling werkingsprogramma! Uitbreiding EA1: Werkingsprogr.-omschakeling! Instelbereik gewenste dagtemperatuur Correctie werkelijke kamertemp Estrikdroogfctie! Tijdelijke begrenzing vr comfortwerking! Buitentemperatuurgrens voor opheffen van de verlaagde gewenste kamertemp.! Buitentemperatuurgrens voor verhoging van de verlaagde gewenste kamertemp. tot de gewenste normale kamertemp.! Verhoging van de gewenste ketelwater- of aanvoertemp. bij overgang van werking met gereduceerde kamertemp. naar werking met normale kamertemperatuur! Tijdsduur voor de verhoging van de gewenste ketelwater- of aanvoertemp.! Parameter, Vitotronic 100 Algemeen, Vitotronic Install.-schema! Installatie met een en meerdere ketels Controle weergavevoorw Temp.weergave Bedien. ontgrend./blokkeren St.mel.module St.mel.module Aansluit. branderautomaat A Solarregeling B Pompmodule PM Aanvoertemperatuursensor voor evenwichtsfles B Energieverbruik weergeven! Uitbreiding AM Uitbreiding EA Sensor 17A Sensor 17B Aansluit. op stekker 20A Aansl. op stekker Aansl. op stekker Looptijd stelaandrijving smoorklep/retourtemperatuurregeling! Nalooptijd bijmengpomp, ketelcircuitpomp of verdelerpomp Communicatiemodule LON-deelnemersnr.! Communicatie LON Communicatiemodule LON: Foutmanager B Communicatiemodule Tijd Vertraging storingsmelding Automatische zomer-/ wintertijd-omschakeling! Schoorsteenvegertestfunctie en onderhoudsindic Viessmann-installatienr C Controle LON-deelnemer Verwarmingsketel, Vitotronic Lopend Ketelnummer bij inst. meerd. ket.! C Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling D Functie Therm-Control!

10 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1F Rookgastemp.sensor! Tijdsinterval in branderuren tot volgend onderhoud! Tijdsinterval in maanden tot volgend onderhoud! Status onderh.! B Max. voorverw.tijd smoorklep C Max. nalooptijd smoorklep D Bijmengpomp Branderautomaat, Vitotronic Max. verm. bij werking Gassrt Terr.hoogte Max. ketelwatertemperatuur Integr.drempelwa. regeling Looptijdoptimalis A Rookgasklep B Gedrag van de branderautomaat bij te lage gasdruk C Brander inschakelverschil D Brander uitschakelverschil Diagnose en serviceopvragingen Servicemenu oproepen Servicemenu verlaten Wachtwoorden wijzigen Alle wachtwoorden naar de fabrieksinstelling terugzetten Diagnose Werkingsgegevens opvragen Korte opvraging LON-service-PIN WiFi-informatie oproepen Netwerkmodule terugzetten CAN-BUS deelnemerslijst wissen Service-interface voor Vitosoft activeren (WiFi) WiFi-verbinding deactiveren Onderhoudsindicatie Onderhoudsindicatie bevestigen Bevestigde onderhoudsmeldingen oproepen Onderhoudsmelding terugzetten Verhelpen van storingen Storingsindicatie Storingsindicatie bevestigen Bevestigde storingsmeldingen oproepen Meldingen uit het meldingsgeheugen uitlezen Storingsmeldingen F Onderhoud Kortsluiting buitentemp.sensor Onderbrek. buitentemperatuursensor Draadloze buitentemp.sensor Kortsluiting aanvoertemp.sensor Onderbreking aanvoertemperatuursensor A LAN-hardwarefout B LAN-systeemfout C DHCP-server antwoordt niet D Ethernet-kabel niet verbonden F Fout recovery-update Kortsl. aanvoertemperatuursensor verw. circ Kortsl. aanvoertemperatuursensor verw. circ Onderbreking aanvoertemperatuursensor verw.circ C Onderbreking aanvoertemperatuursensor verw.circ Kortsluiting boilertemperatuursensor Kortsluiting boilertemperatuursensor Onderbreking boilertemperatuursensor

11 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 59 Onderbreking boilertemperatuursensor A Onderbreking buffertemperatuursensor Kortsluiting temp.sensor 17A Onderbreking temperatuursensor 17A Kortsluiting temp.sensor 17B Onderbreking temperatuursensor 17B Kortsluiting veiligheidsketeltemperatuursensor Sensordrift veiligheidsketeltemperatuursensor Kortsluiting veiligheidsrookgastemp.sensor Sensordrift veiligheidsrookgastemp.sensor Onderbreking veiligheidsketeltemperatuursensor Onderbreking veiligheidsrookgastemperat.sensor Kortsluiting sensor 7 zonneregel.module, type SM Kortsluiting sensor 10 zonneregel.module, type SM Kortsl. collectortemperatuursensor Kortsluiting retourtemperatuursensor collector Kortsl. boilertemperatuursensor zonnesys Onderbr. sensor 7 zonneregelingsmodule, type SM Onderbr. sensor 10 zonneregelingsmodule, type SM A Onderbreking collectortemperatuursensor B Onderbreking retourtemperatuursensor collector C Onderbr. boilertemperatuursensor zonnesyst E Delta-T-bewaking zonneregeling F Zonnesyst A0 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting A1 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting A2 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting A3 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting A7 Fout klok in bedieningsged AA configuratiefout TSA-functie AB Configuratiefout warmtewisselaarset AC configuratiefout retourtemperatuurregeling AD Configuratiefout smoorklep B1 Communicatiefout bed.-gedeelte B5 Storing EEPROM B6 Ongeldige toepassing B7 Codeerstekker BA Communicatiefout printplaat uitbreiding verw.circuit 2 en verw.circuit BC Communicatiefout afstandsbed. verw.circuit BD Communicatiefout afstandsbed. verw.circuit BE Communicatiefout afstandsbed. verw.circuit BF Verkeerde communicatiemodule LON C1 Externe veiligheidsinrichting aan verw.ketel C2 Communicatiefout zonneregeling C3 Communicatiefout uitbreiding AM C8 St.meld.module 1 ingang 1: Waterniveaubegrenzer C9 St.meld.module 1 ingang 2: Maximumdruk CA St.meld.module 1 ingang 3: Minimumdruk of maximumdruk CB St.meld.module 1 ingang 4: Maximumdruk CE Communicatiefout storingsmeld.module CF Communicatiefout communicatiemodule LON D2 Communicatiefout storingsmeld.module D3 Communicatiefout uitbreiding EA D4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer verw.ket D5 Cascade: Verwarmingsketel antwoordt niet D6 St.mleding aan digitale ingang 1 uitbreiding EA D7 St.mleding aan digitale ingang 2 uitbreiding EA D8 St.mleding aan digitale ingang 3 uitbreiding EA DA Kortsluiting kamertemp.sensor Vitotrol verw.circ

12 Inhoudsopgave Inhoudsopgave DB Kortsluiting kamertemp.sensor Vitotrol verw.circ DC Kortsluiting kamertemp.sensor Vitotrol verw.circ DD Onderbreking kamertemp.sensor Vitotrol verw.circuit DE Onderbreking kamertemp.sensor Vitotrol verw.circuit DF Onderbreking kamertemp.sensor Vitotrol verw.circuit E0 Storing LON-deelnemer E1 Gasklep 1 lek/gaspressostaat 2 opent niet E2 Gasklep 2 lek/gaspressostaat 2 sluit niet E3 Fout veiligh.circuit E4 Fout voedingsspanning E5 Fout vlamversterker EB Geen vrijgave brander via externe blokkeerinrichting EC Fout veiligheidsrelais ED Fout ontst.relais EE Fout brandstofrelais EF Fout brandstofrelais F0 Communicatiefout branderautomaat F1 Rookgastemp.begrenzer is geactiveerd F2 Temp.begrenzer ketelwatertemperatuur is geactiveerd F3 Herk. vreemd licht F4 Geen vlamvorming F5 Luchtdrukbewaker sluit niet F6 Gaspressostaat sluit niet F7 Luchtdrukbewaker opent niet F8 Fout brandstofklep F9 Vent.toerental niet bereikt FA ventilatorstilstand niet bereikt FB Druk branderruimte te hoog, branderklep opent niet, condensaatopstuwing FD Interne fout branderautomaat FD Interne fout branderautomaat Storingen zonder storingsindicatie Temperatuursensoren controleren Boiler-, aanvoer- en kamertemperatuursensor Buitentemperatuursensor Rookgastemperatuursensor Zekeringen controleren Functiebeschrijving installatie 12 Functiebeschrijving installatie Regeling van de cascade Korte beschrijving Gemeenschappelijke gewenste aanvoertemperatuur Regelingstype autonoom Sequentieel regelingstype Regelingsstrategieën Regeling van de verwarmingscircuits Korte beschrijving Functies Regelverloop Regeling van de tapwaterverwarming (boilertemperatuurregeling) Korte beschrijving Functies Regelingsverloop Steekadapter externe veiligheidsinrichtingen (accessoire) Aansluiting van een steekadapter Aansluiting van 2 steekadapters Uitbreiding EA1 (accessoire) Digitale gegevensingangen DE1 tot DE Analoge ingang 0 10 V Uitgang abj

13 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Uitbreiding AM1 (accessoire) Functies Functiebeschrijving verwarmingsketel 13. Aansluit- en bedradingsschema's Functiebeschrijving verwarmingsketel Regeling van de ketelwatertemperatuur Korte beschrijving Functies Regelingsverloop Vitotronic Overzicht Printplaat 230 V Printplaat laagspanning Printplaat uitbreiding tweede en derde verwarmingscircuit met mengklep Vitotronic Overzicht Printplaat 230 V Printplaat laagspanning Technische gegevens Technische gegevens Vitotronic 300 en Vitotronic Index

14 Aansprakelijkheid Aansprakelijkheid Service Wij zijn niet aansprakelijk voor verlies van inkomen, niet geslaagde besparingen, directe of indirecte vervolgschade die het gevolg is van het gebruik van de internetinterface LAN (geïntegreerd in de Vitotronicregeling) of de desbetreffende internetservices. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade door ondeskundig gebruik. Wij zijn aansprakelijk tot de hoogte van de typisch optredende, te voorziene schade bij een licht nalatige schending van belangrijke contractuele verplichting, waarvan pas de nakoming ervan de uitvoering van de overeenkomst volgens de voorschriften mogelijk maakt. De aansprakelijkheidsbegrenzing geldt niet wanneer de schade opzettelijk of door grove nalatigheid werd veroorzaakt of wanneer een dwingende aansprakelijkheid conform de productaansprakelijkheidswetgeving bestaat. De Algemene Verkoopvoorwaarden van Viessmann gelden zoals vermeld in de actuele Viessmann-prijslijsten. Voor het gebruik van Vitoguide gelden de bepalingen inzake gegevensbescherming en gebruiksvoorwaarden van Vitoguide. Pushberichten en diensten zijn diensten van netbeheerders waarvoor Viessmann niet verantwoordelijk is. In die gevallen gelden de handelsvoorwaarden van de betreffende netbeheerder. 14

15 Informatie Verwijdering van de verpakking Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen als afval verwijderen. NL: Verpakkingsafval wordt door de installateur meegenomen/afgevoerd. Symbolen Symbool Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie 1. Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Informatie Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu Bereik onder spanning Goed voor opletten. Onderdeel moet hoorbaar inklikken. of Akoestisch signaal Nieuw onderdeel plaatsen. of In combinatie met gereedschap: Oppervlakte reinigen. Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afgeven. Onderdeel niet met het huisvuil meegeven. Gebruik conform de regelgeving Het toestel mag volgens de voorschriften alleen voor de regeling van middelgrote en grote ketels van Viessmann met gasbranders worden gebruikt. De meegeleverde montage-, service- en bedieningsaanwijzingen moeten in acht worden genomen. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant per geval worden goedgekeurd. Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige bediening (bijv. wanneer de gebruiker het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is sprake wanneer de functie volgens de regelgeving van componenten in het verwarmingssysteem wordt gewijzigd. 15

16 Informatie Productinformatie Informatie Deze handleiding beschrijft de volgende regelingen: Vitotronic 300, type CM1I Weersafhankelijke regeling van een installatie met meerdere ketels (cascade) Regeling van de ketelwatertemperatuur van de verwarmingsketel met Vitotronic 300 Vitotronic 100, type CC1I Regeling van de ketelwatertemperatuur voor iedere andere verwarmingsketel in de cascade De Vitotronic 300, type CM1I, is voor de weersafhankelijke regeling van een installatie met meerdere ketels (cascade) bestemd. Bovendien neemt deze Vitotronicregeling de regeling over van de ketelwatertemperatuur van de verwarmingsketel, die met de Vitotronic 300 uitgerust is. De Vitotronic-regeling is af fabriek als Verw.ketel en cascade geconfigureerd. De Vitotronic 100, type CC1I, is voor de regeling van de ketelwatertemperatuur voor elke bijkomende verwarmingsketel in de cascade bestemd. De Vitotronic-regeling moet hiervoor als Verw.ketel in de cascade worden geconfigureerd: Zie pagina 34. Opmerking Voor de communicatie tussen de Vitotronic 300 en de Vitotronic 100 is een communicatiemodule LON (accessoire) vereist. Bij installaties met meerdere ketels kunnen de ketelwatertemperaturen van de afzonderlijke verwarmingsketels verschillend zijn. De gemeenschappelijke aanvoertemperatuur voor de verwarmingsinstallatie wordt weersafhankelijk door de Vitotronic 300 ingesteld. Opmerking De Vitotronic 300 kan alternatief voor één van de volgende toepassingen worden geconfigureerd: Indiv. ketel weersafhankelijk De Vitotronic regeling wordt dan als weersafhankelijke regeling van een installatie met één ketel gebruikt: Zie montage- en serviceaanwijzing Vitotronic 200. Indiv. ketel const. regeling De Vitotronic regeling wordt dan als regeling van een installatie met één ketel met constante ketelwatertemperatuur gebruikt: Zie montage- en serviceaanwijzing Vitotronic 100. Installatievoorbeelden Beschikbare installatievoorbeelden: zie 16

17 Uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 monteren (leveringsomvang) Montageverloop Opmerking Aansluiting uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3: zie hoofdstuk Uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 aansluiten. 4x Afb. 1 Communicatiemodule LON monteren (leveringsomvang) In te stellen parameters bij de eerste ingebruikneming: Zie hoofdstuk Regeling in LON integreren. Montage Afb. 2 Elektronica-unit monteren Montagehandleiding van de verwarmingsketel 17

18 Montageverloop Kabels invoeren en voorzien van trekontlasting B A x Montage Afb. 3 2x A Kabels met opgespoten trekontlasting B Door de installateur te verzorgen kabels, kabels maximaal 100 mm ontmantelen. 18

19 Elektrische aansluitingen Overzicht van de elektrische aansluitingen Gevaar Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen tot gevaarlijk letsel door elektrische stroom en tot schade aan het toestel leiden. Laagspanningsleidingen < 42 V en leidingen > 42 V/230 V~ gescheiden van elkaar plaatsen. Kabels vlak vóór de aansluitklemmen zo kort mogelijk afstrippen en dicht tegen de bijbehorende klemmen bundelen. Kabels met kabelbinders bevestigen. Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en componenten van de installateur moeten de isolatievoorschriften van IEC/EN worden nageleefd.! Opgelet Door elektrostatische oplading kunnen elektronische modules worden beschadigd. Voor de werkzaamheden geaard object, bijv. verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de statische lading af te leiden. D X6 X16 X5 X7 Montage M2 52 M3 20 M2 20 M3 2 M2 2 M B 17 B 9/ A 17 A A A B A C Afb. 4 A B C Uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 telkens met mengklep (leveringsomvang) Printplaat laagspanning Printplaat 230 V~ Communicatiemodule LON (leveringsomvang): Zie pagina 17. X16 Aansluiting bedieningsgedeelte X5 Aansluiting bedieningseenheid D A Aansluitingen op uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 telkens met mengklep Stekker Component Vitotronic 300 Vitotronic 100? M2/M3 Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit X sö M2/M3 CV-pomp X gs M2/M3 Mengklepmotor uitbreidingsset mengklep X Vitotronic 300 Vitotronic 100 B Aansluitingen aan printplaat laagspanning Stekker Component! Buitentemperatuursensor X Zonder functie %A Eén van de volgende temperatuursensoren: Boilertemperatuursensor X Boilertemperatuursensor boven bij boilerlaadsysteem X %B Boilertemperatuursensor onder bij boilerlaadsysteem X )/? Aanvoertemperatuursensor gemeenschappelijke aanvoer X ag Zonder functie 19

20 Elektrische aansluitingen Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) Stekker Component Vitotronic 300 Vitotronic 100 aja Zonder functie ajb Temperatuursensor boilerlaadsysteem X js CAN-BUS-deelnemer branderautomaat X X avd.1/avd.2 Extern blokkeren verwarmingsketel X X avd.2/avd.3 Extern verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste bijschakelen avg KM-BUS-deelnemer X X avh.2/avh.3 Externe aanvraag gemeenschappelijke aanvoertemperatuur installatie X X X Montage Overige functies via uitbreiding EA1 De uitbreiding EA1 wordt via de stekker avg op de Vitotronic 300 aangesloten. Montage- en servicehandleiding Uitbreiding EA1 Overige externe functies via uitbreiding EA1: Externe aanvraag gemeenschappelijke aanvoertemperatuur installatie: zie pagina 29 Extern blokkeren installatie: zie pagina 27 Externe omschakeling werkingsprogramma: zie pagina 30 C Aansluitingen op printplaat 230 V~ Stekker Component Vitotronic 300 Vitotronic 100 söa1 Eén van de volgende circulatiepompen: CV-pomp voor verwarmingscircuit 1 zonder mengklep Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem sa Eén van de volgende circulatiepompen: X X Circulatiepomp voor de boileropwarming X Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem X sk Circulatiepomp X sl Eén van de volgende circulatiepompen: Ketelcircuitpomp X X Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie X X Verdelerpomp X fö Netaansluiting X X fa Branderautomaat X X gö Groepsalarmmeldingsinrichting X X gsa1 Eén van de volgende functies: abö Motorsmoorklep verwarmingsketel X X Mengklep warmtewisselaarset X Externe veiligheidsinrichting verwarmingsketel aba Branderautomaat X X abh Netaansluiting voor accessoires X X X X 20

21 Uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 aansluiten (leveringsomvang) Elektrische aansluitingen X Afb. 5 Montage LAN-verbinding tot stand brengen LAN-aansluiting aan de achterzijde van de ketel Montagehandleiding van de verwarmingsketel LAN activeren Bedieningshandleiding Vitotronic-regeling Sensoren aansluiten A 5 B 17 A 17 B 15 9/2 Afb. 6 Aansluiting aan printplaat laagspanning Stekker Component Vitotronic 300 Vitotronic 100! Buitentemperatuursensor X Zonder functie %A Eén van de volgende temperatuursensoren: Boilertemperatuursensor X Boilertemperatuursensor boven bij boilerlaadsysteem %B Boilertemperatuursensor onder bij boilerlaadsysteem X X 21

22 Elektrische aansluitingen Sensoren aansluiten (vervolg) Stekker Component Vitotronic 300 Vitotronic 100 )/? Aanvoertemperatuursensor gemeenschappelijke aanvoer X ag Zonder functie aja Zonder functie ajb Temperatuursensor boilerlaadsysteem X Buitentemperatuursensor Montage Montageplaats voor buitentemperatuursensor Aan de noordelijke of noordwestelijke muur, 2 tot 2,5m boven de grond, bij gebouwen met verschillende verdiepingen op de bovenste helft van de tweede verdieping. Niet boven ramen, deuren en luchtafvoeren. Niet direct onder een balkon of dakgoot. Niet bepleisteren. Aansluiting buitentemperatuursensor 2-aderige kabel, maximaal 35 m lang bij een kabeldiameter van 1,5 mm 2 Draadloze buitentemperatuursensor Draadloze deelnemer. Uitsluitend in combinatie met het basisstation (KM-BUS-deelnemer), die wordt aangesloten op de Vitotronic regeling. Montage- en servicehandleiding draadloze basis Pompen aansluiten Aansluitingen op uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 telkens met mengklep Stekker Component Vitotronic 300 Vitotronic 100 sö M2/M3 CV-pomp X Aansluitingen aan printplaat 230 V~ Stekker Component Vitotronic 300 Vitotronic 100 söa1 Eén van de volgende circulatiepompen: CV-pomp voor verwarmingscircuit 1 zonder mengklep Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem sa Eén van de volgende circulatiepompen: X X Circulatiepomp voor de boileropwarming X Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem X sk Circulatiepomp X sl Eén van de volgende circulatiepompen: Ketelcircuitpomp X X Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie X X Verdelerpomp X Netaansluiting circulatiepomp Circulatiepompen met eigen interne regeling moeten via een afzonderlijke netaansluiting aangesloten worden. De netaansluiting via de Vitotronic-regeling of Vitotronic-accessoires is niet toegelaten. 22

23 Elektrische aansluitingen Pompen aansluiten (vervolg) Pompen 230 V~ Nominale stroom: 4(2) A~ M 1~ A B Afb. 7 A Pomp B Naar de regeling Pompen 230 V~ met stroomverbruik van meer dan 2 A of hoogefficiënte circulatiepompen Montage Pompen met schakelingang Pompen zonder schakelingang N L L D N N L L D N L N C L N C B Afb. 8 Extern AAN/UIT L N PE A Pomp B Naar de regeling C Relais D Aparte netaansluiting (fabrikantgegevens respecteren) A B Afb. 9 L N PE A Pomp B Naar de regeling C Relais D Aparte netaansluiting (fabrikantgegevens respecteren) A 23

24 Elektrische aansluitingen Pompen aansluiten (vervolg) Pompen 400 V~ Nominale stroom voor de aansturing van het relais: 4(2) A~ N L L1 L2 L3 N PE C B Afb. 10 A 3~ M Montage A Pomp B Naar de regeling C Relais Pompen in het vloerverwarmingscircuit N L 20 sö De gemeenschappelijke stroomopname van beide pompen mag maximaal 2 A bedragen. M 1~ M 1~ A B C Afb. 11 sö Regeling A Primaire CV-pomp B Thermostaat C Secundaire CV-pomp (bij systeemscheiding) 24

25 Elektrische aansluitingen Pompen aansluiten (vervolg) Thermostaat voor max. temperatuurbegrenzing (accessoires) C L? N Elektromechanische temperatuurbewaker volgens het principe van vloeistofuitzetting Schakelt bij overschrijden van de instelwaarde de CV-pomp uit. De aanvoertemperatuur daalt in deze situatie maar langzaam, het automatisch herinschakelen kan enkele uren duren. Aansluiting: Schroefklemmen voor 1,5 mm 2 B Technische gegevens Instelbereik 30 tot 80 C Schakelverschil Dompeltemperatuurregelaar Klemtemperatuurregelaar maximaal 11 K max. 14 K L? N Afb. 12 A M 1~ A CV-pomp B Temperatuurregelaar/thermostaat C Stekker sö van de temperatuurregelaar/temperatuurbewaker voor de regeling Instelorganen aansluiten Aansluitingen op uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 telkens met mengklep Stekker Component Vitotronic 300 Vitotronic 100 gs M2/M3 Mengklepmotor uitbreidingsset mengklep X Montage 25

26 Elektrische aansluitingen Instelorganen aansluiten (vervolg) Aansluitingen aan printplaat 230 V~ Stekker Component Vitotronic 300 Vitotronic 100 gsa1 Eén van de volgende functies: Motorsmoorklep verwarmingsketel X X Mengklep warmtewisselaarset X M 1~ Nominale spanning 230 V~ Nominale stroom Max. 0,2 (0,1) A~ Looptijd 5 tot 199 s Montage Afb. 13 OPEN DICHT 52 Looptijd instellen De looptijd is instelbaar via volgende parameters: In combinatie met stekker gsa1: 56 in groep Alg. 0F in groep Warm water In combinatie met stekker gsm2/m3: 16 in groep V.circuit... Groepsalarmmeldingsinrichting aansluiten Stekker gö Vitotronic 300: De storingen van de hele installatie worden doorgezonden. Vitotronic 100: De storingen van de betreffende verwarmingsketel worden doorgezonden. Nominale spanning 230 V~ Nominale stroom Max. 4(2) A~ L N 50 Afb. 14 Externe functies Overzicht externe functies Externe functies verwarmingsketel: Aansluitingen op printplaat laagspanning Functie Stekker Pagina Extern blokkeren verwarmingsketel avd.1/avd.2 27 Extern verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste bijschakelen avd.2/avd

27 Elektrische aansluitingen Externe functies (vervolg) Externe functies installatie Functie Stekker/contact Pagina Aansluitingen op printplaat laagspanning van de Vitotronic 300 Externe aanvraag gemeenschappelijke aanvoertemperatuur installatie avh.2/avh.3 29 Aansluitingen op uitbreiding EA1 Externe aanvraag gemeenschappelijke aanvoertemperatuur installatie DE1, DE2 of DE3 of 0 tot 10V-ingang Extern blokkeren installatie DE1, DE2 of DE Externe functies verwarmingscircuits: Aansluitingen op uitbreiding EA1 Functie Stekker/contact Pagina Externe omschakeling werkingsprogramma DE1, DE2 of DE3 30 Extern blokkeren (verwarmingsketel, installatie)! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet potentiaalvrij zijn. Montage Functie Extern blokkeren verwarmingsketel Extern blokkeren installatie Regeling Vitotronic 300 (voor toegewezen verwarmingsketel) Vitotronic 100 Aansluiting Stekker avd.1/avd.2 DE1, DE2 of DE3 Uitbreiding EA1 (voor volledige installatie) A DE1 DE2 DE3 B A A A B A Potentiaalvrij contact B Naar de regeling A Potentiaalvrij contact B Uitbreiding EA1 Contact Gesloten Verwarmingsketel is geblokkeerd. Afsluitinrichtingen worden gesloten. De bijmengpomp (indien aanwezig) wordt uitgeschakeld. Opmerking Als alle verwarmingsketels geblokkeerd zijn of als er geen andere verwarmingsketel gebruiksklaar is, is er geen vorstbescherming voor de verwarmingsinstallatie. Alle verwarmingsketels zijn geblokkeerd. Afsluitinrichtingen worden gesloten. Opmerking Er is geen vorstbescherming van de CV-installatie. Open De verwarmingsketel is vrijgegeven. Alle verwarmingsketels zijn vrijgegeven. Parameter 42 (DE1), 43 (DE2) of 44 (DE3) in groep Alg. op 3 of 4 zetten. 27

28 Elektrische aansluitingen Externe functies (vervolg) Externe verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste bijschakelen! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet potentiaalvrij zijn. Functie Regeling Aansluiting Extern verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste bijschakelen Vitotronic 300 (voor toegewezen verwarmingsketel) Vitotronic 100 Stekker avd.2/avd.3 A Montage B Contact Gesloten Open A Potentiaalvrij contact B Stekker avd van de regeling Als de warmteverdeling door de andere ketels van de verwarmingsinstallatie niet voldoende is, wordt de ketel bijgeschakeld. De verwarmingsketel wordt in de actuele ketelvolgorde geïntegreerd. 28

29 Elektrische aansluitingen Externe functies (vervolg) Externe aanvraag gemeenschappelijke aanvoertemperatuur installatie! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet potentiaalvrij zijn. Functie Regeling Externe aanvraag gemeenschappelijke aanvoertemperatuur installatie Vitotronic 300 (voor volledige installatie) Uitbreiding EA1 (voor volledige installatie) Aansluiting Stekker avh.2/avh.3 DE1, DE2 of DE3 0 tot 10-V-ingang Opmerking Tussen aardleiding en minpool van de lokale spanningsbron moet een galvanische scheiding gewaarborgd zijn. A DE1 DE2 DE3 B [{{] abj 0-10V f-]a fö Montage SÖ P L N N L 146 B A Potentiaalvrij contact B Stekker avh van de regeling A A A A Potentiaalvrij contact B Uitbreiding EA1 U + Contact Gesloten Open Parameters De branders van alle verwarmingsketels worden lastafhankelijk ingeschakeld. De branders van alle verwarmingsketels zijn in de regelwerking In parameter 0B in groep Alg. de gewenste aanvoertemperatuur van de installatie instellen. In parameter 02 in groep Cascade de max. aanvoertemperatuur van de installatie instellen. 42 (DE1), 43 (DE2) of 44 (DE3) in groep Alg. op 2 zetten. In parameter 0B in groep Alg. de gewenste aanvoertemperatuur van de installatie instellen. In parameter 02 in groep Cascade de max. aanvoertemperatuur van de installatie instellen. 0 tot 1 V Geen instelling voor gewenste aanvoertemperatuur installatie 1 V gewenste waarde V gewenste waarde 100 C Parameter 46 in groep Alg. in acht nemen. In parameter 02 in groep Cascade de max. aanvoertemperatuur van de installatie instellen. 29

30 Elektrische aansluitingen Externe functies (vervolg) Externe omschakeling werkingsprogramma (verwarmingscircuits)! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluiting moet potentiaalvrij zijn. Functie Regeling Aansluiting Externe omschakeling werkingsprogramma Uitbreiding EA1 (voor volledige installatie) DE1, DE2 of DE3 B DE1 DE2 DE3 Montage Contact Gesloten A A A A Potentiaalvrij contact B Uitbreiding EA1 Het manueel geselecteerde werkingsprogramma wordt conform de volgende tabel Externe omschakeling werkingsprogramma omgeschakeld. Opmerking De omschakeling kan voor de verwarmingscircuits 1 tot 3 gescheiden worden gerealiseerd. Open Parameters Het manueel geselecteerde werkingsprogramma is actief. 42 (DE1), 43 (DE2) of 44 (DE3) in groep Alg. op 1 zetten. In parameter 20 in groep V.circuit... kan de functie externe omschakeling werkingsprogramma aan de verwarmingscircuits toegewezen worden. Externe omschakeling werkingsprogramma Gekozen werkingsprogramma Parameters (contact geopend) Luchtverwarmingstoestel uit/tapwateropwarming uit Kamerverwarming uit/ tapwateropwarming aan Kamerverwarming aan/ tapwateropwarming aan 1F:0 in groep V.circuit... (Fabrieksinstelling) 1F:1 in groep V.circuit... 1F:1 in groep V.circuit... Omgeschakeld werkingsprogramma (contact gesloten) Permanente werking met verlaagde oppervlaktetemperatuur/tapwaterverwarming UIT Permanente werking met normale kamertemperatuur, tapwateropwarming volgens parameter 0A in groep Warm water Permanente werking met normale kamertemperatuur, tapwateropwarming volgens parameter 0A in groep Warm water Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten Aansluiting via stekker abö. Opmerking Ook als er geen aansluiting wordt uitgevoerd, moet stekker abö aangesloten blijven.! Opgelet Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorzaken kortsluiting of fasekortsluiting. De externe aansluitingen moeten potentiaalvrij zijn. 30

31 Elektrische aansluitingen Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten (vervolg) 1. Brug STB STB verwijderen. 2. Externe veiligheidsinrichtingen op stekker abö in serie aansluiten. A STB AANAAN N STB TR TR 150 B C P P Opmerking Bij meerdere veiligheidsinrichtingen kan ook de steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen (accessoire) worden aangesloten: Zie hoofdstuk Steekadapter externe veiligheidsinrichtingen D P Afb. 15 A Brug STB STB B Laagwaterniveaubeveiliging, minimumdrukbegrenzer C Maximumdrukbegrenzer D Overige veiligheidsinrichtingen Montage LON-verbinding maken De LON van Viessmann is voor de busstructuur Lijn aan beide kanten ontworpen met een afsluitweerstand (accessoires). De overdrachtsafstanden bij LON zijn afhankelijk van de elektrische eigenschappen van de kabel. Daarom mogen uitsluitend de aangegeven kabeltypes worden gebruikt. Binnen een LON mag slechts één kabeltype worden gebruikt. Kabeltypes (installateur): 2-aderige kabel, CAT5, afgeschermd JY(St)Y 2 x 2 x 0,8 mm (telefoonkabel) Aan de vereisten voor de kabels en het gebruik van de LON-interface FTT 10-A moet worden voldaan. Alle apparatuur van Viessmann wordt via RJ45-stekkers aangesloten. Voor de LON van Viessmann zijn altijd de aders 1 en 2 en de afscherming nodig. De aders zijn verwisselbaar. Er kunnen max. 30 LON-deelnemers worden aangesloten. Opmerking Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en componenten van de installateur moeten de isolatievoorschriften van IEC/EN worden nageleefd. Aansluitvoorbeelden 7 m 21m 21 m 21 m A B B B C D Afb. 16 G G K K D E E E H E E F E F H 900 m 31

32 Elektrische aansluitingen LON-verbinding maken (vervolg) Pos. A B C D E F G H K Omschrijving Ketel- en verwarmingscircuitregeling of Vitocontrole LON-deelnemer, bijv. verwarmingscircuitregeling Vitocom of Vitogate Afsluitweerstand (2 stuks) Geïntegreerd in Viessmann-toestellen met slechts één LON-interface LON-verbindingskabel, 7 m lang LON-koppeling LON-verbindingsstekker (2 stuks) Aansluitkabel LON-aansluitdoos (2 stuks) Montage LON-deelnemer met geïntegreerde afsluitweerstand altijd aan het begin of einde van de LON plaatsen: bijv. Vitocontrol altijd aan het begin van de LON plaatsen (positie A). Bijv. Vitocom altijd aan het einde van de LON plaatsen (positie C). Netaansluiting Scheidingsinrichtingen voor niet-geaarde geleiders De hoofdschakelaar of noodstop moet gelijktijdig alle ongeaarde geleiders met een contactopening van minimaal 3 mm van het net scheiden. Bovendien raden wij aan een universele stroomgevoelige aardlekschakelaar (RCD) type B te installeren voor gelijkstroom(storingen), die kunnen ontstaan door energie-efficiënte bedrijfsmiddelen. Als er geen hoofdschakelaar of noodstop wordt geplaatst, moeten alle ongeaarde geleiders door de voorgeschakelde aardlekschakelaar met een contactopening van minstens 3 mm van het net worden gescheiden. Netaansluiting voor accessoires en externe componenten Wij adviseren de netaansluiting voor accessoires en externe componenten, die niet op de regeling worden aangesloten, op dezelfde zekering, minstens echter fasegelijk met de regeling aan te brengen. De aansluiting op dezelfde zekering verhoogt de veiligheid bij netuitschakelingen. De opgenomen stroom van de aangesloten verbruikers moet gerespecteerd worden. Extra voorschriften voor olie- en gasgestookte installatie De nationale eisen aan stookinstallaties in uw land moeten worden opgevolgd. Bij olie- en gasgestookte installaties boven 100 kw moet volgens de ontwerp-stookverordening FeuVO door de installateur een NOODSTOP buiten de installatieruimte worden geplaatst. Bij verwarmingsinstallaties volgens EN moet de door de installateur geïnstalleerde NOOD- STOP aan de eisen van de EN voldoen. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties kunnen door elektrische stroom leiden tot verwondingen en materiële schade. De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten volgens de volgende voorschriften worden uitgevoerd: IEC VDE-voorschriften Technische aansluitvoorwaarden van het plaatselijke energiebedrijf De netaansluitkabel moet door de installateur met max. 16 A gezekerd worden. Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. Toestel en leidingen moeten met de equipotentiaalverbinding van het huis verbonden zijn. 32

33 Elektrische aansluitingen Netaansluiting (vervolg) Gevaar Verkeerde aansluiting van de aders kan tot ernstig letsel en schade aan het toestel leiden. Aders L (bruin) en N (blauw) niet verwisselen. Kleurenlegende conform IEC 60757: BN Bruin (L) BK Zwart BU Blauw (N) GY Grijs GNYE Groen/geel (PE) Geadviseerde netaansluitleiding 3-aderige kabel, flexibel Kabeldoorsnede: 1,5 mm 2 Nominale spanning: 300 V/500 V Temperatuurbestendigheid: min. 70 C Bij aansluiting van het toestel met flexibele netaansluitkabel moet bij het slecht functioneren van de trekontlasting gegarandeerd worden dat de stroomvoerende kabels vóór de aardleiding strak gespannen worden. De lengte van de aardleiding is afhankelijk van de constructie. Netaansluiting van de regeling A L1 PE N B BU GNYE BN C D 1. Controleren of de voedingskabel naar de regeling volgens de voorschriften is gezekerd. 2. Netsnoer in de aansluitkast D en op stekker fö klemmen (installateur). 3. Stekker fö in de regeling steken. Montage N L 40 Afb. 17 A Netspanning 230 V~ B Zekering 16 A C Hoofdschakelaar, 2-polig (door installateur) D Aansluitdoos (door installateur te voorzien) 33

34 Inbedrijfstelling Installatie in gebruik nemen 1. Netschakelaar aan de regeling inschakelen. De inbedrijfstellingsassistent start automatisch. Opmerking Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrippen in het Duits. 4. Met bevestigen. Het menu Inbedrijfstelling verschijnt opnieuw. 5. Met bevestigen. 6. Met bevestigen om belangrijke parameters aan de installatie aan te passen, bijv. Gastype. Of Met de inbedrijfstelling beëindigen. De installatie werkt met fabrieksinstellingen. Opmerking Alle parameters kunnen op een later tijdstip gewijzigd worden: Zie vanaf pagina Met bevestigen. Afb Gewenste instellingen uitvoeren: Taal Datum en tijd Energie-cockpit 8. Met de inbedrijfstelling beëindigen. Opmerking Als de inbedrijfstelling niet succesvol was, verschijnt een foutmelding. Inbedrijfstellen 3. Alleen voor Vitotronic 100: Op Toepass. tippen. Verw.ketel in de cascade kiezen. Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren Opmerking Alleen vereist als de toepassing van de regeling moet worden gewijzigd. Op volgende knoppen drukken: 2. Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Inbedrijfstelling 1. Vereiste parameters Vitotronic 300 Alle parameters in parameterniveau 1 controleren en evt. instellen. In parameterniveau 2 volgende parameters controleren en instellen: Parameters Parametergroep Indicatie 53:... Algemeen, Vitotronic 300 Aansl. op stekker söa1 54:... Algemeen, Vitotronic 300 Aansl. op stekker sl 55:... Algemeen, Vitotronic 300 Aansl. op stekker gsa1 98:... Algemeen, Vitotronic 300 Viessmann-installatienr. 9C:... Algemeen, Vitotronic 300 Controle LON-deelnemer 0C:... Verwarmingsketel, Vitotronic 300 Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling 34

35 Inbedrijfstelling Vereiste parameters (vervolg) Opmerking Overzicht van alle parameters: Zie vanaf pagina 42 Vitotronic 100 Alle parameters in parameterniveau 1 controleren en evt. instellen. In parameterniveau 2 volgende parameters controleren en instellen: Parameters Parametergroep Indicatie 53:... Algemeen, Vitotronic 100 Aansl. op stekker söa1 54:... Algemeen, Vitotronic 100 Aansl. op stekker sl 55:... Algemeen, Vitotronic 100 Aansl. op stekker gsa1 98:... Algemeen, Vitotronic 100 Viessmann-installatienr. 9C:... Algemeen, Vitotronic 100 Controle LON-deelnemer 07:... Verwarmingsketel, Vitotronic 100 Ketelnummer bij inst. meerd. ket. Opmerking De verwarmingsketel met de Vitotronic 300 heeft steeds het ketelnummer 1. Bij verwarmingsketels met Vitotronic 100 alleen waarden van 2 tot 8 instellen. 0C:... Verwarmingsketel, Vitotronic 100 Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling Opmerking Overzicht van alle parameters: Zie vanaf pagina 42 Regeling in LON integreren Inbedrijfstellen De communicatiemodule LON is een vereiste accessoire. Vitotronic 200-H: De communicatiemodule LON (toebehoren) moet aangesloten zijn. Montage- en serviceaanwijzing Vitotronic 200-H Binnen een LON mag elk deelnemernummer slechts één keer worden gegeven. Binnen een LON moet het installatienummer (parameter 98 in groep Alg. ) gelijk zijn. Er mag slechts één regeling als foutmanager worden geparametreerd. De gegevensoverdracht via LON kan enkele minuten duren. 35

36 Inbedrijfstelling Regeling in LON integreren (vervolg) Voorbeeld voor een installatie met meerdere ketels F A LON LON B LON LON C LON LON D LON LON E Afb. 19 A Vitotronic 100 B Vitotronic 100 C Vitotronic 300 D Vitotronic 200-H: E Vitocom of Vitogate F LON Vitotronic 100 A Vitotronic 100 B Vitotronic 300 C Vitotronic 200-H D Vitocom of Vitogate E Ketelnummer 2 Parameter 07:2 in groep Ketel instellen. Ketelnummer 3 Parameter 07:3 in groep Ketel instellen. Ketelnummer 1 Opmerking Ketelnummer 1 is vast opgegeven. Inbedrijfstellen Aantal aangesloten verwarmingsketels Parameter 00:1 tot 00:8 in groep Cascade instellen. Deelnemersnr. 1. Parameter 77:1 in groep Alg. Regeling is niet foutmanager. Parameter 79:0 in groep Alg. Deelnemersnr. 2. Parameter 77:2 in groep Alg. instellen. Regeling is niet foutmanager. Parameter 79:0 in groep Alg. Deelnemersnr. 9. Parameter 77:9 in groep Alg. Regeling is foutmanager. Parameter 79:1 in groep Alg. Regeling zendt tijd. Parameter 7B:1 in groep Alg. Regeling verzendt buitentemperatuur. Parameter 97:2 in groep Alg. Viessmann installatienummer, Parameter 98:1 in groep Alg. Foutbewaking LONdeelnemersnr. Parameter 9C:20 in groep Alg. Viessmann installatienummer, Parameter 98:1 in groep Alg. Foutbewaking LONdeelnemersnr. Parameter 9C:20 in groep Alg. Viessmann installatienummer, Parameter 98:1 in groep Alg. Foutbewaking LONdeelnemersnr. Parameter 9C:20 in groep Alg. Deelnemersnr. 10. Parameter 77:10 in groep Alg. Regeling is niet foutmanager. Parameter 79:0 in groep Alg. Regeling ontvangt tijd. Parameter 81:3 in groep Alg. instellen. Regeling ontvangt buitentemperatuur. Parameter 97:1 in groep Alg. instellen. Viessmann installatienummer, Parameter 98:1 in groep Alg. Foutbewaking LONdeelnemersnr. Parameter 9C:20 in groep Alg. Vitogate 300: Deelnemernr. 97 Vitogate 200: Deelnemernr. 98 Vitocom: Deelnemernr. 99 Toestel is foutmanager. Toestel ontvangt tijd. 36

37 Inbedrijfstelling Regeling in LON integreren (vervolg) LON-deelnemerscontrole uitvoeren De LON-deelnemerscontrole is enkel op de Vitotronic 300 mogelijk. Met de deelnemerscontrole wordt de communicatie van de op de foutmanager aangesloten toestellen in een installatie gecontroleerd. Voorwaarden: Regeling moet als foutmanager geparametreerd zijn (parameter 79:1 in groep Alg. ). In alle regelingen moet het LON-deelnemersnummer zijn geparametreerd. LON-deelnemerslijst in de foutmanager moet actueel zijn. Op volgende knoppen drukken: Deelnemer selecteren en met deelnemerscontrole starten. Op het display verschijnt Deelnemer... Check act.. Opmerking Op het display van de betreffende deelnemer knippert tijdens de deelnemerscheck gedurende ca. 1 min Deelnemer... WINK. Succesvol geteste deelnemers worden met Check OK aangegeven. Niet-succesvol geteste deelnemers worden met Check niet OK aangegeven. Om een nieuwe deelnemerscontrole uit te voeren, de deelnemerslijst met actualiseren. 2. Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. LON deelnemerscheck De lijst van de aangesloten LON-deelnemers verschijnt. Opmerking Bij ontbrekende of verkeerde deelnemers met deelnemerslijst actualiseren. Inbedrijfstellen Ketelvolgorde aan de Vitotronic 300 instellen Op volgende knoppen drukken: Gewenste ketelvolgorde selecteren en met bevestigen. 2. Ketelvolgorde Volgende parameters in groep Cascade kunnen op de ketelvolgorde invloed hebben: Functie Parameter Omschakeling hoofdketel en ketelvolgorde 03 Vaste hoofdketel 04 Vaste laatste verw.ketel 05 ECO-drempel verw.ketel tot 27 37

38 Inbedrijfstelling Ketelvolgorde aan de Vitotronic 300 instellen (vervolg) Via de ECO-drempel kan de afhankelijkheid van de buitentemperatuur voor elke verwarmingsketel worden geblokkeerd of vrijgegeven. Als de verwarmingsketel voor het bereiken van de gewenste aanvoertemperatuur bij uitval van de vrijgegeven verwarmingsketels nodig wordt, werkt ECO-drempel niet. Wanneer alle verwarmingsketels van een installatie via de ECO-drempel worden geblokkeerd, blijft de hoofdketel in ieder geval in bedrijf. Stooklijn instellen De stooklijnen tonen het verband tussen de buitentemperatuur en de ketelwater- of aanvoertemperatuur. Eenvoudiger gezegd: Hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de ketelwater- of aanvoertemperatuur. Van de ketelwater- of aanvoertemperatuur is vervolgens de kamertemperatuur afhankelijk. Ingesteld bij levering: Steilheid = 1,4 Niveau = 0 Inclinatie Inbedrijfstellen Ketelwater- resp. Aanvoertemperatuur in C Gewenste kamertemperatuur in C 30 3,4 3,2 3,0 2,8 2,6 2,4 2,2 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 C B A Buitentemperatuur in C Afb. 20 Voorbeeld voor buitentemperatuur 14 C A Vloerverwarming, steilheid 0,2 tot 0,8 B Lagetemperatuurverwarming, steilheid 0,8 tot 1,6 C Verwarmingsinstallaties met ketelwatertemperaturen boven 75 C, inclinatie groter dan 1,6 Gewenste kamertemperatuur instellen Voor elk verwarmingscircuit apart in te stellen. De stooklijn wordt langs de as van de gewenste kamertemperatuur verschoven. Deze zorgt bij een actieve CV-pomplogica voor een gewijzigd in- en uitschakelgedrag van de CV-pomp. 38

39 Inbedrijfstelling Stooklijn instellen (vervolg) Gewenste normale kamertemperatuur 110 A 26 C 20 C Gewenste gereduceerde kamertemperatuur 110 A 14 C C B -20 C C B -20 D Afb. 21 E Wijziging van de normale gewenste kamertemperatuur van 20 naar 26 C D Afb. 22 E Wijziging van de gereduceerde gewenste kamertemperatuur van 3 naar 14 A Ketelwatertemperatuur of aanvoertemperatuur in C B Buitentemperatuur in C C Gewenste kamertemperatuur in C D CV-pomp uit E CV-pomp aan Wijziging van de gewenste normale kamertemperatuur Bedieningsaanwijzing Inclinatie en niveau wijzigen Voor elk verwarmingscircuit afzonderlijk instelbaar. A Ketelwatertemperatuur of aanvoertemperatuur in C B Buitentemperatuur in C C Gewenste kamertemperatuur in C D CV-pomp uit E CV-pomp aan Wijziging van de gewenste gereduceerde kamertemperatuur Bedieningsaanwijzing Op volgende knoppen drukken: Inbedrijfstellen 110 3,4 1. Ketelwater- resp. Aanvoertemperatuur in C Afb. 23 A Buitentemperatuur in C B 1,4 0,2 2. Verwar. 3. V.circuit 1, V.circuit 2 of V.circuit 3 voor het gewenste verwarmingscircuit 4. Stooklijn 5. of voor de gewenste waarde voor Inclin. of Niveau 6. ter bevestiging A Steilheid wijzigen B Niveau wijzigen (verticale parallelle verschuiving van de stooklijn) Uitgangen controleren (actorentest) Op volgende knoppen drukken: 2. Service Wachtwoord viservice invoeren. 39

40 Inbedrijfstelling Uitgangen controleren (actorentest) (vervolg) 4. Actorentest Opmerking Afhankelijk van de installatie-uitvoering en configuratie van de regeling zijn niet alle vermelde actoren aangesloten. Inbedrijfstellen Displayweergave Toelichting Vitotronic 300 Vitotronic 100 Alle actoren UIT Alle actoren zijn uitgeschakeld. X X Modulerende brander OP. Modulatiebrander loopt open. X X Neutr. DICHT Modulatiebrander neutraal Modulatiebrander loopt dicht. Uitgang 20 AAN Actor aan uitgang sö A1 X X Uitgang 29 AAN Actor aan uitgang sl X X Uitgang 52 OP. Actor aan uitgang gs A1 X X Neutr. DICHT Boilerlaadpomp AAN Actor aan uitgang sa X Circulatiepomp AAN Actor aan uitgang sk X CV-pomp voor verw.circuit 2 AAN Actor aan uitgang sö M2 X Mengklep verw.c. 2 OP. Actor aan uitgang gs M2 X CV-pomp voor verw.circuit 3 DICHT AAN Actor aan uitgang sö M3 X Mengklep verw.c. 3 OP. Actor aan uitgang gs M3 X DICHT Groepsal.melding AAN Groepsalarmmeldingsinrichting aan uitgang gö Solarpomp AAN Zonnecircuitpomp aan uitgang sf aan de zonneregelingsmodule, type SM1 Solarpomp min. AAN Aansluiting aan uitgang sf aan de zonneregelingsmodule, type SM1: Zonnecircuitpomp loopt met min. toerental Solarpomp max. AAN Aansluiting aan uitgang sf aan de zonneregelingsmodule, type SM1: Zonnecircuitpomp loopt met max. toerental SM1 uitgang 22 AAN Actor aan uitgang ss aan de zonneregelingsmodule, type SM1 Uitbreiding EA1 uitgang 1 Uitbreiding AM1 uitgang 1 Uitbreiding AM1 uitgang 2 AAN Contact P - S aan stekker abj van uitbreiding EA1 gesloten X X X X X AAN Actor aan uitgang A1 X X AAN Actor aan uitgang A2 X X X X 40

41 Inbedrijfstelling Uitgangen controleren (actorentest) (vervolg) Aanwijzing bij de draairichting van de mengklepmotor Aanvoertemperatuurregeling/verwarmingscircuitregeling: Als de motor opstart, moet de aanvoertemperatuur stijgen. Als de temperatuur lager wordt, is de draairichting van de motor verkeerd of het mengklepinzetstuk verkeerd ingebouwd (montagehandleiding van de mengklep in acht nemen). Inbedrijfstellen 41

42 Parameterniveaus Parameterniveaus Er zijn 2 parameterniveaus: Parameterniveau 1 Hier zijn de parameters samengesteld die het meest worden gebruikt. Deze parameters zijn met! gekenmerkt. Parameterniveau 2 Dit niveau bevat alle parameters, ook die van het parameterniveau 1. Parameterniveaus oproepen De weergave van de parameters is afhankelijk van de installatie-uitvoering: Zie pagina 16. De parameters zijn in groepen ingedeeld. Verwarmingsinstallaties met één verwarmingscircuit zonder mengklep en één of 2 verwarmingscircuits met mengklep: Het verwarmingscircuit zonder mengklep wordt hierna met V.circuit 1 en de verwarmingscircuits met mengklep worden met V.circuit 2 of V.circuit 3 aangeduid. Als de verwarmingscircuits individueel werden aangeduid, wordt de toegekende naam weergegeven. Op volgende knoppen drukken: Service 04. Systeemconfiguratie 05. Parameterniv. 1 of Parameterniv. 2 Wachtwoord viexpert invoeren. 06. Groep kiezen. 07. Met of parameter kiezen Met of gewenste waarde in overeenstemming met de volgende tabellen 10. Met bevestigen. 03. Wachtwoord viservice invoeren. Parameter Parametergroepen Vitotronic 300 Vitotronic 100 Algemeen Verwarmingsketel Cascade Branderautomaat Warm water Zonne-energie Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3 Algemeen Verwarmingsketel Branderautomaat Parameter terugzetten naar de toestand bij levering Ook die parameters van het andere parameterniveau worden gereset. De parameters van de parametergroepen Branderautomaat en Solar worden niet gereset. Op volgende knoppen drukken: 2. Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Systeemconfiguratie 1. 42

43 Parameterniveaus Parameter terugzetten naar de toestand bij (vervolg) 5. Parameterniv. 1 of Parameterniv. 2 Wachtwoord viexpert invoeren. 6. Alle parameters resetten Parameter 43

44 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Install.-schema! Verw.cir. 1, zonder tapwaterverwarming 00:1 Verw.cir. 1, met tapwaterverwarming,wordt autom. herkend Verw.cir. 2 met mengkl.,zonder tapwaterverwarming,wordt autom. herkend Verw.cir. 2 met mengkl.,met tapwaterverwarming,wordt autom. herkend Verw.cir. 1,Verw.cir. 2 met mengkl.,zonder tapwaterverwarming,wordt autom. herkend Verw.cir. 1,Verw.cir. 2 met mengkl.,met tapwaterverwarming,wordt autom. herkend Verw.cir. 2 met mengkl.,verw.cir. 3 met mengkl.,zonder tapwaterverwarming, wordt autom. herkend Verw.cir. 2 met mengkl.,verw.cir. 3 met mengkl.,met tapwaterverwarming, wordt autom. herkend Verw.cir. 1,verw.cir. 2 met mengkl.,verw.cir. 3 met mengkl.,zonder tapwaterverwarming, wordt autom. herkend Verw.cir. 1,verw.cir. 2 met mengkl.,verw.cir. 3 met mengkl.,met tapwaterverwarming, wordt autom. herkend 00:2 Wordt automatisch herkend. 00:3 Waarde manueel instellen, als er geen verwarmingscircuit zonder mengklep in de installatie aanwezig is. 00:4 Waarde manueel instellen, als er geen verwarmingscircuit zonder mengklep in de installatie aanwezig is. 00:5 Wordt automatisch herkend. 00:6 Wordt automatisch herkend. 00:7 Waarde manueel instellen, als er geen verwarmingscircuit zonder mengklep in de installatie aanwezig is. 00:8 Waarde manueel instellen, als er geen verwarmingscircuit zonder mengklep in de installatie aanwezig is. 00:9 Wordt automatisch herkend. 00:10 Wordt automatisch herkend. 02 Controle weergavevoorw. Parameter Controle weergavevoorw. 02:175 Niet anders instellen 03 Temp.weergave Celsius 03:0 Fahrenheit 03:1 05 Bedien. ontgrend./blokkeren Indicatie Waarde Toelichtingen Alles bedienb. 05:0 Bediening op het display Alles geblokkeerd behalve schoorstvgrtestfunctie Basisweergave en schoorsteenvegertestfctie bedienbaar 05:1 05:2 44

45 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 06 Tijdsconstante voor de berekening van de gewijzigde buitentemp minuten 06:128 Tijdconstante voor de berekening van de gewijzigde buitentemperatuur 21,3 u... minuten 06:1 tot 06:199 Afhankelijk van de ingestelde waarde snelle (lagere waarden) of langzame (hogere waarden) aanpassing van de aanvoertemperatuur bij wijziging van de buitentemperatuur. 1 instelstap 10 min 0B Gewenste aanvoertemperatuur bij externe vraag! 70 C 0B:70... C 0B:0 tot 0B:127 Begrensd door ketelspecifieke parameters 0C Verschiltemperatuur voor verhoging van de gewenste aanv.temper. 8 K 0C:8... K 0C:0 tot 0C:40 12 Draadl. buitentemp.sensor Het temperatuurverschil is de waarde die de gemeenschappelijke aanvoertemperatuur minimaal hoger moet zijn dan de hoogste momenteel benodigde aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit met mengklep. Alleen in combinatie met verwarmingscircuit 2 en 3 met mengklep. Parameter Zonder Draadl. buitentemp.sensor 12:0 Niet anders instellen Met Draadl. buitentemp.sensor 12:1 Draadloze buitentemperatuursensor wordt niet gebruikt. 12:2 14 St.mel.module 1 Znd. 14:0 mt 14:1 Wordt automatisch herkend. 45

46 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 15 St.mel.module 2 Znd. 15:0 mt 15:1 Wordt automatisch herkend. 16 Aansluit. branderautomaat Indicatie Waarde Toelichtingen Andere 16:0 KM-BUS 16:1 CAN-BUS 16:2 Niet verstellen 19 Uitbreiding Verw.cir. 2 en verw.cir. 3 Znd. 19:0 mt 19:1 Wordt automatisch herkend. 1A Zonnesyst. Parameter Znd. 1A:0 mt. Vitosolic 100 1A:1 mt. Vitosolic 100 1A:2 Wordt automatisch herkend. Zonneregelingsmodule, type SM1 zonder extra functie Zonneregelingsmodule, type SM1 met extra functie, bijv. ondersteuning verwarming 1B Pompmodule PM1 1A:3 1A:4 2. Verschiltemperatuurregeling met temperatuursensor / en aö Indicatie Waarde Toelichtingen Zndr 1B:0 Geen pompmodule voorhanden Mt 1B:1 Wordt automatisch herkend. Pompmodule is vrijgegeven. 1F Tapwateromlooppomp Vlg. tijdprogramma tapwater 1F:0 Tapwatercirculatiepomp bij vrijgegeven tapwaterverwarming volgens tijdprogramma AAN. Vlg. tijdprogramma circulatiepomp 1F:1 Tapwatercirculatiepomp na tijdprogramma AAN 2B Energieverbruik weergeven! Nee 2B:0 Ja 2B:1 46

47 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 30 Uitbreiding AM1 Znd. 30:0 mt 30:1 Wordt automatisch herkend. 31 Functie uitgang A1 op uitbreiding AM1 Circulatiepomp 31:0 CV-pomp circuit zonder mengklep A1 (verw.circuit 1) 31:1 Circulatiepomp voor boilerverw. 31:2 Neutralis.install./rookgaswarmtewiss. 31:3 Verdelerpomp 31:4 Wordt alleen weergegeven als parameter 30:1 is ingesteld. 32 Functie uitgang A2 op uitbreiding AM1 Circulatiepomp 32:0 CV-pomp circuit zonder mengklep A1 (verw.circuit 1) 32:1 Circulatiepomp voor boilerverw. 32:2 Neutralis.install./rookgaswarmtewiss. 32:3 Verdelerpomp 32:4 33 Nalooptijd neutraliseringsinstallatie uitgang 1 AM1 Wordt alleen weergegeven als parameter 30:1 is ingesteld. Parameter Geen 33:0... s 33:0 tot 33:255 Wordt alleen weergegeven als parameter 30:1 is ingesteld. 34 Nalooptijd neutraliseringsinstallatie uitgang 2 AM1 Geen 34:0... s 34:0 tot 34:255 Wordt alleen weergegeven als parameter 30:1 is ingesteld. 47

48 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 40 Uitbreiding EA1 Znd. 40:0 mt 40:1 Wordt automatisch herkend. 41 Functie uitbreiding EA1 Uitgang 157 Groepsal.melding 41:0 Toevoerpomp 41:1 Tapwatercirculatiepomp 41:2 CV-pomp verwarmingscirc. 1 op laag toerental CV-pomp verwarmingscirc. 2 op laag toerental CV-pomp verwarmingscirc. 3 op laag toerental 41:3 41:4 41:5 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. 42 Functie ingang DE1 op uitbreiding EA1 Parameter Geen 42:0 Werkingsprogr.-omschakeling 42:1 Ext. aanvraag met gewenste aanvoertemperatuur 42:2 Extern blokkeren 42:3 Ext. blokkeren mt. storingsmelding 42:4 Ext. storingsmelding 42:5 Kortstondige tapwateromlooppomp (toetstfunctie) 42:6 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. 43 Functie ingang DE2 op uitbreiding EA1 Geen 43:0 Werkingsprogr.-omschakeling 43:1 Ext. aanvraag met gewenste aanvoertemperatuur 43:2 Extern blokkeren 43:3 Extern blokkeren met storingsmelding 43:4 Ext. storingsmelding 43:5 Kortstondige tapwateromlooppomp (toetsfunctie) 43:6 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. 48

49 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 44 Functie ingang DE3 op uitbreiding EA1 Geen 44:0 Werkingsprogr.-omschakeling 44:1 Ext. aanvraag met gewenste aanvoertemperatuur 44:2 Extern blokkeren 44:3 Extern blokkeren met storingsmelding 44:4 ext. storingsmelding 44:5 Kortstondige tapwateromlooppomp (toetsfunctie) 44:6 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. 46 Aanvraag 0 tot 10 V uitbreiding EA1 Temperatuuraanvraag 10 tot 100 C 46:0 Temperatuuraanvraag 30 tot 120 C 46:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. 47 Looptijd circulatiepomp bij kortst. werking 5 min 47:5... min 47:1 tot 47:60 50 Retourtemperatuurregeling Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. Parameter Indicatie Waarde Toelichtingen Decentr. 50:0 Niet verstellen Centr. 50:1 51 Sensor 17A Niet voorhanden 51:0 Voorhand. 51:1 Wordt automatisch herkend. 52 Sensor 17B Niet voorhanden 52:0 Voorhand. 52:1 Wordt automatisch herkend. 49

50 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 53 Aansluit. op stekker 20A1 Indicatie Waarde Toelichtingen CV-pomp 53:0 Primaire boilerlaadpomp voor warmtewisselaarset 53:1 Therm-Control 53:2 Niet instellen Circ.pomp rookgaswarmtewiss. 53:3 Niet instellen Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 54 Aansl. op stekker 29 Indicatie Waarde Toelichtingen Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker Verdelerpomp 54:0 Bijmengpomp 54:1 Niet instellen Ketelcircuitpomp 54:2 Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie 54:3 55 Aansl. op stekker 52 Indicatie Waarde Toelichtingen Smoorklep 55:0 Mengklep voor de retourtemperatuurregeling Mengklep warmtewisselaarset 55:2 Niet instellen 55:3 Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 55:1 Niet instellen Parameter 56 Looptijd stelaandrijving smoorklep/retourtemperatuurregeling! 125 s 56: s 56:5 tot 56: Nalooptijd bijmengpomp, ketelcircuitpomp of verdelerpomp 5 min 57:5 Geen 57:0... min 57:1 tot 57:60 Nalooptijd voor circulatiepomp op stekker sl 50

51 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 62 Centrale bediening verwarm.cir. Geen 62:0 Zonder centrale bediening van de CV-circuits V.circuit 1 62:1 Met centrale bediening verwarmingscircuit 1 zonder mengklep V.circuit 2 62:2 Verwarmingscircuit 2 met mengklep V.circuit 3 62:3 Verwarmingscircuit 3 met mengklep 70 Indicatiecorrectie buitentemp. 0 K 70:0 Geen indicatiecorrectie buitentemperatuur... K 70: 50 tot 70:50 Instelbaar van 5 tot +5 K 1 instelstap 0,1 K 76 Communicatiemodule Znd. 76:0 mt 76:1 Wordt automatisch herkend. 77 LON-deelnemersnr.! Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld :1 tot 77:8 Opmerking Elk nummer mag slechts eenmaal worden toegekend. Verwarmingsketel 9 77:9 Cascade... 77:10 tot 77:96 Vitotronic 200-H 97 77:97 Vitogate 300, type BN/MB 98 77:98 Vitogate 200, type KNX 99 77:99 Vitocom 300, type LAN3 Parameter 78 Communicatie LON Geblok. 78:0 Vrijgegeven 78:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. 51

52 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 79 Communicatiemodule LON: Foutmanager Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Opmerking Er mag slechts één regeling als foutmanager worden geparametreerd. Regeling is niet foutmanager 79:0 Regeling is foutmanager 79:1 7B Communicatiemodule LON: Tijd Regeling zendt geen tijd. 7B:0 Regeling zendt tijd. 7B:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. 7F Huistyp.! Meergezinswoning: Vakantieprogramma en tijdprogramma warm water voor elk verwarmingscircuit apart instelbaar 7F:0 Parameter Eengezinswoning: Vakantieprogramma en tijdprogramma warm water gelden voor alle verwarmingscircuits. 80 Vertraging storingsmelding 7F:1 30 s 80:6 Storing wordt gemeld zodra de storing min. 30 s aanwezig is... s 80:0 tot 80:199 Vertraging instelbaar van 0 tot 995 s 1 instelstap 5 s 81 Automatische zomer-/ wintertijd-omschakeling! Znd. 81:0 Tijd moet manueel omgeschakeld worden. mt 81:1 Met automatische omschakeling zomer-/wintertijd Geen toepassing 81:2 Niet instellen met communicatiemodule LON: regeling ontvangt tijd 81:3 52

53 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 82 Begin zomertijd: Maand! Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. mrt 82:3 Actuele Monat 82:1 tot 82:12 De ingestelde waarde geeft de actuele maand aan 1 = januari 12 = december 83 Begin zomertijd: Week van de gekozen maand! 1e week 83:1 2e week 83:2 3e week 83:3 4e week 83:4 Laatste week in de maand 83:5 Laatste week 1 week 83:6 Laatste week 2 weken 83:7 Laatste week 3 weken 83:8 Laatste week 4 weken 83:9 Spec. functie 83:10 tot 83:14 Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. 84 Begin zomertijd: Dag van de gekozen week! Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. Parameter Zondag 84:7 Actuele dag 84:1 tot 84:7 De ingestelde waarde geeft de actuele dag aan 1 = maandag 7 = zondag 53

54 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 85 Begin wintertijd: Maand! Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. Okt. 85:10 Actuele Monat 85:1 tot 85:12 De ingestelde waarde geeft de actuele maand aan 1 = januari 12 = december 86 Begin wintertijd: Week van de gekozen maand! 1e week 86:1 2e week 86:2 3e week 86:3 4e week 86:4 Laatste week in de maand 86:5 Laatste week 1 week 86:6 Laatste week 2 weken 86:7 Laatste week 3 weken 86:8 Laatste week 4 weken 86:9 Spec. functie 86:10 tot 86:14 Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. Parameter 87 Begin wintertijd: Dag van de gekozen week! Wordt alleen weergegeven als parameter 81:1 is ingesteld. Zondag 87:7 Actuele dag 87:1 tot 87:7 De ingestelde waarde geeft de actuele dag aan 1 = maandag 7 = zondag 93 Schoorsteenvegertestfunctie en onderhoudsindic. Werkt niet op groepsal.meld. 93:0 Werkt op groepsal.meld. 93:1 54

55 Parameter, Vitotronic 300 Algemeen, Vitotronic 300 (vervolg) 97 Communicatiemodule LON: Buitentemp. Regeling gebruikt buitentemperatuursensor. Regeling ontvangt buitentemperatuur via LON. 97:0 97:1 Regeling zendt buitentemperatuur via LON. 97:2 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. 98 Viessmann-installatienr. Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Opmerking Binnen een LON moet het installatienummer gelijk zijn. 1 98:1 Actueel installatienummer 98:1 tot 98:5 9C Controle LON-deelnemer Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Opmerking Wij adviseren instellingen groter dan 5 min om foutmeldingen te vermijden. Parameter Geen bewaking 9C:0 20 min 9C:20 Controle LON-deelnemer Wanneer een deelnemer niet antwoordt, worden na 20 minuten instelwaarden van de regeling gebruikt. Pas dan volgt een storingsmelding.... min 9C:1 tot 9C:60 Verwarmingsketel, Vitotronic 300 Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 55

56 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingsketel, Vitotronic 300 (vervolg) 0C Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling Indicatie Waarde Toelichtingen zndr 0C:0 Gestage retourtemperatuurregeling 0C:1 Niet instellen Smoorklep tijdgestuurd 0C:2 Smoorklep schakelend via retourtemperatuur Smoorklep gestaag, met ketelwatertemperatuurinvloed Smoorklep gestaag, z. ketelwatertemperatuurinvloed Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 0C:3 Niet instellen 0C:4 0C:5 0D Functie Therm-Control! Indicatie Waarde Toelichtingen zndr 0D:0 Temperatuursensor werkt op de mengkl. vd verw.circ. 0D:1 Niet instellen Temperatuursensor werkt op de smoorklep. 0D:2 Niet instellen 1F Rookgastemp.sensor! Geen bewaking van de rookgastemperatuur voor onderhoudsindicatie 1F:0... C grenswaarde voor onderhoud 1F:1 tot 1F:250 Parameter 21 Tijdsinterval in branderuren tot volgend onderhoud! Niet actief 21:0... h 21:1 tot 21:100 Tijdsinterval instelbaar van 100 tot uur. 1 instelstap 100 h 23 Tijdsinterval in maanden tot volgend onderhoud! Niet actief 23:0... Maanden 23:1 tot 23:24 Aantal maanden tot het volgende onderhoud instelbaar van 1 tot 24 h 24 Status onderh.! Geen uit te v. onderh. 24:0 Onderhoud nodig en weergave op display 24:1 56

57 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingsketel, Vitotronic 300 (vervolg) 2B Max. voorverw.tijd smoorklep 5 min 2B:5 Geen 2B:0... min 2B:1 tot 2B:60 Bij ketelvrijgave wordt de smoorklep vóór regelbegin gedurende de ingestelde voorverwarmtijd geopend. 2C Max. nalooptijd smoorklep 5 min 2C:5 Geen 2C:0... min 2C:1 tot 2C:60 Na afloop van de ketelvrijgave blijft de smoorklep gedurende de ingestelde nalooptijd geopend. 2D Bijmengpomp Indicatie Waarde Toelichtingen Alleen bij aanvr. AAN 2D:0 Perman. AAN 2D:1 Niet instellen Temperatuur voor aanvraag afhankelijk van de codeerstekker Branderautomaat, Vitotronic 300 Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. Parameter 02 Max. verm. bij werking Indicatie Waarde Toelichtingen... % 02:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 03 Gassrt Indicatie Waarde Toelichtingen Aardg. 03:0 Propaan 03:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 57

58 Parameter, Vitotronic 300 Branderautomaat, Vitotronic 300 (vervolg) 04 Terr.hoogte Indicatie Waarde Toelichtingen LA: <= 1500 m/4921 ft 04:0 HA: > 1500 m/4921 ft 04:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 06 Max. ketelwatertemperatuur Indicatie Waarde Toelichtingen... C 06:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 08 Integr.drempelwa. regeling Indicatie Waarde Toelichtingen... 08:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 09 Looptijdoptimalis. Parameter Indicatie Waarde Toelichtingen... 09:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 0A Rookgasklep Indicatie Waarde Toelichtingen zndr 0A:0 mt. 0A:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 0B Gedrag van de branderautomaat bij te lage gasdruk Indicatie Waarde Toelichtingen Permanent geblokkeerd 0B:0 Geblokkeerd 0B:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 58

59 Parameter, Vitotronic 300 Branderautomaat, Vitotronic 300 (vervolg) 0C Brander inschakelverschil Indicatie Waarde Toelichtingen... C 0C:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 0D Brander uitschakelverschil Indicatie Waarde Toelichtingen... C 0D:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel Cascade, Vitotronic 300 Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Aant. verw.ketels in cascade! 8 00: :1 tot 00:8 01 Min. begrenzing vd aanvoertemperatuur van de inst.! 0 C 01:0... C 01:0 tot 01:127 Parameter 02 Max. begrenzing vd aanvoertemperatuur van de inst.! Zie hoofdstuk Functiebeschrijving Opmerking Waarde moet kleiner zijn dan de instelling in parameter 06 in de groep Ketel. 80 C 02:80... C 02:20 tot 02:127 59

60 Parameter, Vitotronic 300 Cascade, Vitotronic 300 (vervolg) 03 Omschakeling hoofdketel en ketelvolgorde! Geen 03:0 Geen omschakeling van hoofdketel en ketelvolgorde: zie functiebeschrijving hoofdstuk Regeling van de cascade Elke 1e van de maand wordt de verw.ketel met de geringste branderlooptijden de hoofdketel 03:1... h 03:2 tot 03:200 Omschakeling van hoofdketel na 200 tot bedrijfsuren 1 instelstap 100 bedrijfsuren 04 Vaste hoofdketel! Geen 04:0 Geen vaste hoofdketel Ketel... 04:1 tot 04:8 Vaste hoofdketel is CV-ketel 1, 2, 3,... of 8 05 Vaste laatste verw.ketel! Geen 05:0 Geen vaste laatste CV-ketel Ketel... 05:1 tot 05:8 Vaste laatste hoofdketel is CV-ketel 1, 2, 3,... of 8 06 Regel.type! Parameter Autonome ketelparallelschakeling: Znd. Aanvoertemp. Autonome ketelparallelschakeling: mt. Aanvoertemp. Autonome ketelserieschakeling: Znd. Aanvoertemp. Autonome ketelserieschakeling: mt. Aanvoertemp. Seq. regelingstype met aanvoertemperatuursensor 06:0 06:1 06:2 06:3 06:4 07 Regelingsstrategie! Zie hoofdstuk Regeling van de cascade Condensatiestrat. 07:0 Stookwaardestrat. 1 07:1 Stookwaardestrategie 2 07:2 60

61 Parameter, Vitotronic 300 Cascade, Vitotronic 300 (vervolg) 08 Vermogensbal.! Znd. 08:0 Geen vermogensbalans Opmerking Regeling alleen volgens stookwaardestrategie 2 mt 08:1 Vermogensbalans van condensatiestrategie en stookwaardestrategie1 09 Verdelerpomp Verdelerpomp loopt alleen bij warmtevraag 09:0 Verdelerpomp loopt altijd 09:1 Verdelerpomp draait altijd, uitschakelen uitsluitend door signaal Extern blokkeren. 0A Boilervoorrangschakeling Verdelerpomp loopt 0A:0 Verdelerpomp wordt uitgeschakeld 0A:1 0B Inschak.integraaldrempel! 60 K x min 0B:60... K x min 0B:1 tot 0B:255 Wanneer de waarde wordt overschreden, wordt een verwarmingsketel of een brandertrap bijgeschakeld. Parameter 0C Uitschak.integraaldremp.! 40 K x min 0C:40... K x min 0C:1 tot 0C:255 Wanneer de waarde wordt overschreden, wordt een verwarmingsketel of een brandertrap uitgeschakeld. 61

62 Parameter, Vitotronic 300 Cascade, Vitotronic 300 (vervolg) 0D Uitschakelverschil! 15 K 0D:15... K 0D:2 tot 0D:30 Wanneer de gemeenschappelijke werkelijke aanvoertemperatuur de gewenste aanvoertemperatuur met deze waarde overschrijdt, wordt een verwarmingsketel of een brandertrap uitgeschakeld. 0E Regelaarversterking AvT-regelaar 3,5 %/K 0E:35... %/K 0E:1 tot 0E:199 Wordt alleen weergegeven als parameter 06:4 is ingesteld. Regelaarversterking aanvoertemperatuurregelaar instelbaar van 0,1 tot 19,9 %/K 1 instelstap 0,1 %/K 0F Regelaarversterking AvT-regelaar TN Parameter 400 s 0F:40... s 0F:1 tot 0F: ECO-drempel verw.ketel 1! Wordt alleen weergegeven als parameter 06:4 is ingesteld. Regelaarnasteltijd aanvoertemperatuurregelaar TN instelbaar van 10 tot 1990 s 1 instelstap 10 s Als de buitentemperatuur de hier ingestelde temperatuurdrempel overschrijdt, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld. Geen ECO-drempel 20:31 Temperatuurdrempel voor ECO-functie van de verwarmingsketel is niet actief.... C 20: 30 tot 20:30 21 ECO-drempel verw.ketel 2! Als de buitentemperatuur de hier ingestelde temperatuurdrempel overschrijdt, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld. Geen ECO-drempel 21:31 Temperatuurdrempel voor ECO-functie van de verwarmingsketel is niet actief.... C 21: 30 tot 21:30 62

63 Parameter, Vitotronic 300 Cascade, Vitotronic 300 (vervolg) 22 ECO-drempel verw.ketel 3! Als de buitentemperatuur de hier ingestelde temperatuurdrempel overschrijdt, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld. Geen ECO-drempel 22:31 Temperatuurdrempel voor ECO-functie van de verwarmingsketel is niet actief.... C 22: 30 tot 22:30 23 ECO-drempel verw.ketel 4! Als de buitentemperatuur de hier ingestelde temperatuurdrempel overschrijdt, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld. Geen ECO-drempel 23:31 Temperatuurdrempel voor ECO-functie van de verwarmingsketel is niet actief.... C 23: 30 tot 23:30 24 ECO-drempel verw.ketel 5! Als de buitentemperatuur de hier ingestelde temperatuurdrempel overschrijdt, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld. Geen ECO-drempel 24:31 Temperatuurdrempel voor ECO-functie van de verwarmingsketel is niet actief.... C 24: 30 tot 24:30 25 ECO-drempel verw.ketel 6! Parameter Als de buitentemperatuur de hier ingestelde temperatuurdrempel overschrijdt, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld. Geen ECO-drempel 25:31 Temperatuurdrempel voor ECO-functie van de verwarmingsketel is niet actief.... C 25: 30 tot 25:30 63

64 Parameter, Vitotronic 300 Cascade, Vitotronic 300 (vervolg) 26 ECO-drempel verw.ketel 7! Als de buitentemperatuur de hier ingestelde temperatuurdrempel overschrijdt, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld. Geen ECO-drempel 26:31 Temperatuurdrempel voor ECO-functie van de verwarmingsketel is niet actief.... C 26: 30 tot 26:30 27 ECO-drempel verw.ketel 8! Als de buitentemperatuur de hier ingestelde temperatuurdrempel overschrijdt, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld. Geen ECO-drempel 27:31 Temperatuurdrempel voor ECO-functie van de verwarmingsketel is niet actief.... C 27: 30 tot 27:30 Warm water, Vitotronic 300 Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Boilerverwarming! Parameter Hysterese ±2,5 K 00:0 Adapt. boilerverwarming actief 00:1 Boilertemperatuurregeling met 2 boilertemperatuursensoren Boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem 00:2 00:3 Zie hoofdstuk Functiebeschrijving 01 Instelling gewenste tapwatertemperatuur Indicatie Waarde Toelichtingen Opmerking Maximaal toegestane tapwatertemperatuur respecteren. 10 C tot 60 C 01:0 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 10 tot 60 C. 10 C.. 95 C 01:1 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 10 tot 95 C 64

65 Parameter, Vitotronic 300 Warm water, Vitotronic 300 (vervolg) 03 Extra functie voor verhoogde tapwaterverwarming Instelling parameter 01 in acht nemen. Extra functie activeren door instellen van de 4e periode in het tijdprogramma warm water. Opmerking Voor de 2e en 3e periode moeten in- en uitschakeltijdstip ingesteld zijn. Die mogen ook binnen de 1e periode liggen. Geen 2e Gew. tapwatertemp. 03:0 Extra functie kan niet geactiveerd worden. Geen 2e gewenste boilertemperatuur 03:0 tot 03:9... C 03:10 tot 03:95 Extra functie kan niet geactiveerd worden. Invoer van een tweede gewenste boilertemperatuur 04 Boilerverwarming: Inschakelpunt gewenste waarde 2,5 K onder gewenste waarde 04:0 Inschakelpunt gewenste waarde 2,5 K Uitschakelpunt gewenste waarde +2,5 K... K onder gewenste waarde 04:1 tot 04:10 Instelbaar van 1 tot 10 K onder gewenste waarde 05 Gewenste aanvoertemperatuur bij boilerverwarming Gewenste aanvoertemperatuur 05:0 De gewenste aanvoertemperatuur volgt uit de hoogste aanvoertemperatuur-aanvraag van de installatie. Max. gew. install.aanvoertemperatuur bij tapwaterverwarming 05:1 De gewenste aanvoertemperatuur volgt uit de aanvoertemperatuur-aanvraag van de warmwaterboiler. Parameter 06 Verschil gewenste keteltemp. tegenover gewenste WW-temp. Verschil gemeenschappelijke aanvoertemperatuur met gewenste tapwatertemperatuur 20 K 06:20 Tijdens de tapwaterverwarming is de gemeenschappelijke aanvoertemperatuur minstens 20 K hoger dan de gewenste tapwatertemperatuur.... K 06:0 tot 06:50 07 Circulatiepomp voor boilerverw. Wordt keteltemperatuurafh. ingeschakeld. 07:0 Niet instellen Wordt direct ingeschakeld. 07:1 65

66 Parameter, Vitotronic 300 Warm water, Vitotronic 300 (vervolg) 08 Circulatiepomp naloop 10 min 08:10 Boilerlaadpomp met maximaal 10 minuten naloop na boileropwarming. Geen 08:0 Circulatiepomp zonder naloop... min 08:1 tot 08:15 0A Tapwaterverwarming tijdens de comfortwerking of na externe omschakeling naar Werking met permanent normale kamertemp. Geen tapwaterverwarming, circulatiepomp UIT Tapwaterverwarming en circulatiepomp volgens tijdprogramma Tapwaterverwarming permanent vrijgegeven en circulatiepomp permanent AAN 0A:0 0A:1 0A:2 0B Invoer van de gewenste boilertemperatuur Parameter Aan de regeling 0B:0 Aan de regeling en aan de afstandsbediening verw. cir. 1 Aan de regeling en aan de afstandsbediening verw. cir. 2 met mengkl. Aan de regeling en aan de afstandsbediening verw. cir. 3 met mengkl. Aan de regeling en alle afst.bedieningen Vitotrol 300 0B:1 0B:2 0B:3 0B:4 Aan afst.bediening verw.c. 1 0B:5 Aan afst.bediening verw.c. 2 met mengkl. 0B:6 Aan afst.bediening verw.c. 3 met mengkl. 0B:7 0C Gew. boilertemp. voor naverwarmingsonderdrukk. zonnesysteem! Boven de ingestelde gewenste waarde is de onderdrukking van de naverwarming actief (tapwaterverwarming door de verwarmingsketel uitsluitend wanneer zonne-energie niet voldoet). Instelling parameter 01 in acht nemen. 40 C 0C:40 Gewenste tapwatertemperatuur 40 C Geen 0C:0 tot 0C:9... C 0C:10 tot 0C:95 Geen derde gewenste waarde Invoer van een tweede gewenste tapwatertemperatuur 66

67 Parameter, Vitotronic 300 Warm water, Vitotronic 300 (vervolg) 0D Uitschakelpunt boilververwarming bij 2 boilertemperatuursensoren Wordt alleen weergegeven als parameter 00:2 is ingesteld.... 0D:8 uitschakelpunt van de boilerverwarming bij gew. waarde x 0,8... 0D:2 tot 0D:10 Instelbaar van 0,2 tot 1 1 instelstap 0,1 0D Inschakelpunt boilververwarming bij 2 boilertemperatuursensoren Wordt alleen weergegeven als parameter 00:2 is ingesteld.... 0E:7 uitschakelpunt van de boilerverwarming bij gew. waarde x 0,7... 0E:1 tot 0E:9 Instelbaar van 0,1 tot 0,9 1 instelstap 0,1 0F Looptijd stelaandr. mengklep warmtewisselaarset 75 s 0F:75... s 0F:10 tot 0F:255 Wordt alleen weergegeven als parameter 00:3 is ingesteld. 11 Looptijd secundaire boilerlaadpomp warmtewisselaarset Indicatie Waarde Toelichtingen Wordt alleen weergegeven als parameter 00:3 is ingesteld. Fasering van de secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem in de startfase van de installatie. Instelling afhankelijk van het type circulatiepomp (aansluiting op stekker sa) 10 s 11:10 Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem wordt gedurende 10 s cyclisch in- en uitgeschakeld.... s 11:0 tot 11:30 Parameter 13 Tapwatercirculatiepomp bij tapwaterverwarming Volg. tijdprogr. 13:0 Circulatiepomp: volgens tijdprogramma AAN UIT 13:1 UIT tijdens de tapwaterverwarming tot de eerste gewenste waarde Aan 13:2 AAN tijdens de tapwaterverwarming tot de eerste gewenste waarde 67

68 Parameter, Vitotronic 300 Warm water, Vitotronic 300 (vervolg) 14 Tapwatercirculatiepomp bij bijkomende functie tapwateropwarming Volg. tijdprogr. 14:0 Circulatiepomp: volgens tijdprogramma AAN UIT 14:1 UIT tijdens de tapwaterverwarming tot de tweede gewenste waarde AAN 14:2 AAN tijdens de tapwaterverwarming tot de tweede gewenste waarde 15 Vrijgave tapwatercirculatiepomp! Volg. tijdprogr. 15:0 1 keer 5 minuten per uur in tijdprogramma 15:1 2 keer 5 minuten per uur in tijdprogramma 15:2 3 keer 5 minuten per uur in tijdprogramma 15:3 4 keer 5 minuten per uur in tijdprogramma 15:4 5 keer 5 minuten per uur in tijdprogramma 15:5 6 keer 5 minuten per uur in tijdprogramma 15:6 Perman. AAN 15:7 16 Circulatiepomp in spaarwerking Volg. tijdprogr. 16:0 Circulatiepomp tijdens de spaarwerking volgens tijdprogramma AAN UIT 16:1 Circulatiepomp tijdens de spaarwerking UIT Parameter Zonnesysteem, Vitotronic 300 De groep Solar wordt alleen weergegeven als een zonneregelingsmodule van het type SM1 aangesloten is. Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Inschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp 8 K 00:8... K 00:2 tot 00:30 01 Uitschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp 4 K 01:4... K 01:1 tot 01:29 68

69 Parameter, Vitotronic 300 Zonnesysteem, Vitotronic 300 (vervolg) 02 Toerentalregeling zonnecircuitpomp Znd. 02:0 Zonder toerentalregeling Niet instellen 02:1 PWM 02:2 Met PWM-regeling 03 Temp.verschil voor start van de toerentalregeling 10 K 03:10... K 03:5 tot 03:20 04 Regelaarversterking van de toerentalreg. 4 %/K 04:4... %/K 04:1 tot 04:10 05 Min. toerental zonnecirc.pomp 10 % 05:10 Minimumtoerental van de zonnecircuitpomp 10 % van het maximumtoerental... % 05:2 tot 05: Max. toerental zonnecirc.pomp 75 % 06:75 Max. toerental van de zonnecircuitpomp 75 % van het max. toerental... % 06:2 tot 06:100 Parameter 07 Intervalfunctie zonnecircuitpomp UIT 07:0 Intervalfunctie van de zonnecircuitpomp uitgeschakeld AAN 07:1 Voor een nauwkeurige registratie van de collectortemperatuur wordt de zonnecircuitpomp cyclisch kortstondig ingeschakeld. 69

70 Parameter, Vitotronic 300 Zonnesysteem, Vitotronic 300 (vervolg) 08 Maximumtemperatuur boiler 60 C 08:60 Gewenste tapwatertemperatuur (maximale boilertemperatuur) 60 C... C 08:10 tot 08:90 09 Max. collectortemp. 130 C 09:130 Maximale collectortemperatuur (ter bescherming van de installatiecomponenten) 130 C... C 09:20 tot 09:200 0A Stagnatietijd-verlaging Temperatuurverschil voor reducering stagnatietijd: Reducering van het toerental van de zonnecircuitpomp ter bescherming van installatiecomponenten en warmteoverdrachtsmedium Geen 0A:0 Reducering stagnatietijd niet actief 5 K 0A:5... K 0A:1 tot 0A:40 0B Vorstbeschermfctie vr zonnecirc. Parameter UIT 0B:0 AAN 0B:1 Niet vereist in combinatie met warmteoverdrachtsmedium van Viessmann 0C Delta-T-bewaking UIT 0C:0 AAN 0C:1 Te gering of geen debiet in het zonnecircuit geregistreerd. 0D Nacirculatie-bewaking UIT 0D:0 AAN 0D:1 Ongewild debiet in het zonnecircuit (bijv. 's nachts) wordt geregistreerd. 70

71 Parameter, Vitotronic 300 Zonnesysteem, Vitotronic 300 (vervolg) 0E Bep.Solar-opbrengst UIT 0E:0 Bep. Solar-opbrengst met Vie-warmtedragend medium Bep. Solar-opbrengst met warmtedr. medium water 0E:1 0E:2 Niet instellen 0F Debiet zonnecircuit bij max. pomptoerental 7 l/min 0F:70... l/min 0F:1 tot 0F:255 Debiet instelbaar tussen 0,1 en 25,5 l/min. 1 instelstap 0,1 l/min 10 Doeltemp.regeling UIT 10:0 AAN 10:1 Zie parameter Gew. tapwatertemp. zonnesysteem 50 C 11:50... C 11:10 tot 11:90 Doeltemperatuurregeling is ingeschakeld (parameter 10:1 ): temperatuur waarmee het met zonne-energie opgewarmde water in de warmwaterboiler geladen dient te worden. Verwarming van twee warmwaterboilers is ingesteld (parameter 20:9 ): Bij het bereiken van de gewenste boilertemperatuur van een warmwaterboiler wordt een 2e warmwaterboiler verwarmd. Gewenste boilertemperatuur zonne-energie instelbaar van 10 tot 90 C. Parameter 12 Minimumtemp. collector Geen 12:0 Minimumtemperatuurbegrenzing niet actief 10 C 12:10 Minimale inschakeltemperatuur voor de zonnecircuitpomp 10 C... C 12:1 tot 12:90 71

72 Parameter, Vitotronic 300 Zonnesysteem, Vitotronic 300 (vervolg) 20 Uitgebreide regelingsfunctie Geen 20:0 Geen uitgebreide regelingsfunctie actief Extra functie verhoogde tapwaterhygiëne 20:1 2. temperatuurverschilregeling 20:2 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 2. Verschiltemperatuurregeling en extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne 2. temperatuurverschilregeling voor verwarmingsondersteuning 20:3 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 20:4 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A Thermostaatfunctie 20:5 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A Thermostaatfunctie en extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne Solaire verw. via ext. warmtewisselaar zonder bijkomende temp.sensor Solaire verw. via ext. warmtewisselaar met bijkomende temp.sensor Verwarming door zonne-energie van twee warmwaterboilers 20:6 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 20:7 20:8 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 20:9 Niet instellen in combinatie met Vitocell 100-W, type CVUC-A 22 Inschakeltemperatuurverschil bij 2e temperatuurverschilregeling 8 K 22:8... K 22:2 tot 22:30 Parameter 20:4 moet ingesteld zijn. Parameter 23 Uitschakeltemperatuurverschil bij 2e temperatuurverschilregeling 4 K 23:4... K 23:1 tot 23:29 Parameter 20:4 moet ingesteld zijn. 24 Inschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie 40 C 24:40... C 24:0 tot 24:100 Parameter 20:5 of 20:6 moet ingesteld zijn. 72

73 Parameter, Vitotronic 300 Zonnesysteem, Vitotronic 300 (vervolg) 25 Uitschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie 50 C 25:50... C 25:0 tot 25:100 Parameter 20:5 of 20:6 moet ingesteld zijn. 26 Voorrang voor warmwaterboiler Voorrang voor warmwaterboiler 1 zonder pendelverwarming Voorrang voor warmwaterboiler 1 met pendelverwarming Voorrang voor warmwaterboiler 2 zonder pendelverwarming Voorrang voor warmwaterboiler 2 met pendelverwarming 26:0 26:1 26:2 26:3 Parameter 20:9 moet ingesteld zijn. Pendelverwarming zonder voorrang 26:4 Pendelverwarming zonder voorrang voor een van de warmwaterboilers 27 Pendelverwarmingstijd 15 min 27:15... min 27:5 tot 27:60 De warmwaterboiler met voorrang wordt eerst verwarmd. Daarna wordt de warmwaterboiler zonder voorrang hoogstens gedurende de ingestelde pendelverwarmingstijd verwarmd. Parameter 28 Pendelpauzetijd 3 min 28:3... min 28:1 tot 28:60 Na afloop van de ingestelde pendelverwarmingstijd voor de warmwaterboiler zonder voorrang (parameter 27 ) wordt tijdens de pendelpauze de stijging van de collectortemperatuur vastgesteld. Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3, Vitotronic 300 Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 73

74 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 00 Herkenning afstandsbed. Znd. 00:0 Geen afstandsbediening aangesloten Met Vitotrol 200-A of Vitotrol 200-RF 00:1 Wordt automatisch herkend Met Vitotrol 300-A, Vitotrol 300-RF of Vitocomfort :2 Wordt automatisch herkend 01 Blokkeren afstandsbed. Alle aan de afstandsbediening mogelijke instelling kunnen worden uitgevoerd. Aan de afstandsbed. kan alleen comfortwerking worden ingesteld 01:0 01:1 Uitsluitend bij Vitotrol Boilervoorrangschakeling! Zonder boilervoorrang op de CV-pomp en de mengklep 02:0 Boilervoorrng alleen op mengkl. 02:1 Boilervoorrang op CV-pomp en mengklep 02:2 Boilervoorrangschakeling op CV-pomp en mengkl. glijdend 02:3 tot 02:15 Niet instellen Parameter 74

75 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 03 Temp.grenzen vorstbesch.functie 2 C 03:2 Buitentemperatuur onder 1 C: CV-pomp AAN Buitentemperatuur boven 3 C: CV-pomp UIT! CV-pomp AAN Opgelet Bij instellingen onder 1 C kunnen buisleidingen die zich buiten de isolatie van het huis bevinden, bevriezen. Instellingen onder 1 C alleen bij overeenkomstig geïsoleerde leidingen gebruiken. 9 C 03:-9 10 C 8 C 8 C 03:-8 9 C 7 C 7 C 03:-7 8 C 6 C 6 C 03:-6 7 C 5 C 5 C 03:-5 6 C 4 C 4 C 03:-4 5 C 3 C 3 C 03:-3 4 C 2 C 2 C 03:-2 3 C 1 C 1 C 03:-1 2 C 0 C 0 C 03:0 1 C 1 C 1 C 03:1 0 C 2 C 2 C 03:2 1 C 3 C tot tot tot tot 15 C 03:15 14 C 16 C UIT 04 Vorstbesch mt 04:0 Vorstbescherming actief Znd. 04:1 Geen vorstbescherming Instelling alleen mogelijk als parameter 03:-9 ingesteld is. Parameter 75

76 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 05 Stookgrens: Spaarfunctie buitentemperatuur! zie serviceaanwijzing 05:5 Spaarfunctie buitentemperatuur: CV-pomp UIT, als buitentemperatuur (BT) 1 K hoger is dan gewenste kamertemperatuur (KT Gewenst ) BT > KT gewenst + 1 K Znd. 05:0 Zonder spaarfunctie buitentemperatuur zie serviceaanwijzing 05:1 BT > KT gewenst + 5 K Met spaarfunctie buitentemperatuur: CV-pomp UIT 05:2 BT > KT gewenst + 4 K 05:3 BT > KT gewenst + 3 K 05:4 BT > KT gewenst + 2 K 05:5 BT > KT gewenst + 1 K 05:6 BT > KT gewenst 05:7 AT > RT gewenst 1 K tot tot 05:15 AT > RT gewenst 9 K 06 Stookgrens: Absolute zomerspaarschakeling! Parameter Geen 06:36 Uitgebreide spaarfunctie niet actief Functie actief 06:5 tot 06:35 Uitgebreide spaarfunctie actief: Bij een variabele instelbare waarde van 5 tot 35 C vermeerderd met 1 C worden brander en CV-pomp uitgeschakeld. De mengklep wordt gesloten. Basis is de gecorrigeerde buitentemperatuur. Deze bestaat uit de werkelijke buitentemperatuur en een tijdconstante die rekening houdt met het afkoelen van een gemiddeld gebouw. 07 Mengklepspaarfunctie! Znd. 07:0 Mt 07:1 CV-pomp aanvullend UIT: Als de mengklep langer dan ca. 12 minuten werd gesloten. CV-pomp AAN: Als de mengklep in regelwerking gaat Bij vorstgevaar 76

77 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 08 Pompstilstandtijd! Met berekende pompstilstandtijd 08:7 CV-pomp UIT bij gewijzigde instelling door verandering van modus naar verlaagde werking Znd. 08:0 Pomp blijft ingeschakeld. Met vooraf berekende pompstilstandtijd Hoe groter de waarde, des te langer is de pompstilstandtijd. 08:1 tot 08:15 Met pompstilstandtijd, instelbaar tussen 1 en 15 1 = Korte stilstandtijd 15 = Lange stilstandtijd 09 Vermogensreductie Geen 09:0 Zonder vermogensreductie Zond. functie 09:1 Met vermogensreductie door temperatuursensor aja 09:2 Zie functiebeschrijving Therm-Control 0A Kamertemp.bijschakeling! Znd. 0A:0 Met afstandsbediening: Verwarmingswerking/gereduceerde werking: Weersafhankelijk Waarde uitsluitend wijzigen voor het verwarmingscircuit met mengklep. Bij verlaagde werking 0A:1 Verwarming: Weersafhankelijk Gereduceerde werking: Met kamertemperatuurbijschakeling Bij norm. werking 0A:2 Verwarming: Met kamertemperatuurbijschakeling Gereduceerde werking: Weersafhankelijk Bij normale werking en verlaagde werking 0A:3 Verwarmingswerking/gereduceerde werking: Met kamertemperatuurbijschakeling 0C Kamerinvloedfact. Parameter Hoe hoger de waarde des te groter de kamerinvl. Znd. 0C:0 Hoe hoger de waarde des te groter de kamerinvl. Met de afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met kamertemperatuurbijschakeling ingesteld zijn: Waarde uitsluitend wijzigen voor het verwarmingscircuit met mengklep. 0C:8 Kamerinvloedfactor 8 0C:1 tot 0C:31 77

78 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 0E Spaarfunctie kamertemp.! Znd. 0E:0 Met afstandsbediening: Geen kamertemperatuurgeleide spaarfunctie Met spaarfunctie: CV-pomp UIT CV-pomp AAN zie serviceaanwijzing 0E:1 KT Werkelijk > KT Gewenst + 5 K RT Werkelijk < RT Gewenst + 4 K 0E:2 KT Werkelijk > KT Gewenst + 4 K RT Werkelijk < RT Gewenst + 3 K 0E:3 KT Werkelijk > KT Gewenst + 3 K RT Werkelijk < RT Gewenst + 2 K 0E:4 KT Werkelijk > KT Gewenst + 2 K RT Werkelijk < RT Gewenst + 1 K 0E:5 KT Werkelijk > KT Gewenst + 1 K KT Werkelijk < KT Gewenst 0E:6 KT Werkelijk > KT Gewenst KT Werkelijk < KT Gewenst 1 K 0E:7 KT Werkelijk > KT Gewenst 1 K KT Werkelijk < KT Gewenst 2 K 0E:8 KT Werkelijk > KT Gewenst 2 K KT Werkelijk < KT Gewenst 3 K 0F Snelle opwarming/snelle verlaging Znd. 0F:0 Met afstandsbediening: Zonder snelle opwarming / snelle afkoeling mt 0F:1 Met snelle opwarming/snelle afkoeling: Zie functiebeschrijving, hoofdstuk Regeling van de verwarmingscircuits 10 Inschakeltijdoptimalis. Parameter Znd. 10:0 Met de afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met kamertemperatuurbijschakeling geparametreerd zijn: Zonder optimalisering inschakeltijd Met inschakeltijdoptimalis. max. verschuiving opwarmingstijd 2 uur 30 minuten Met inschakeltijdoptimalis. max. verschuiving opwarmingstijd 15 uur 50 minuten 10:1 10:2 11 Opwarmgradiënt inschakeltijdoptimalis. 10 min/k 11:10... min/k 11:10 tot 11:255 Met de afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met kamertemperatuurbijschakeling geparametreerd zijn: Opwarmgradiënt inschakeltijdoptimalisering 78

79 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 12 Aanleren insch.tijdoptimalis. Znd. 12:0 Met de afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met kamertemperatuurbijschakeling geparametreerd zijn: zonder aanleren van de optimalisering van de inschakeltijd mt 12:1 13 Uitschakeltijdoptimalis. Znd. 13:0 Met de afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met kamertemperatuurbijschakeling geparametreerd zijn: zonder optimalisering uitschakeltijd Met uitschakeltijdoptimalis., max. verschuiving verlagingstijd 1 uur Met uitschakeltijdoptimalis., max. verschuiving verlagingstijd 2 uur 13:1 13:2 14 Uitschakeloptimalis. van de versch. vd verlag.tijd Znd. 14:0 Met de afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met kamertemperatuurbijschakeling geparametreerd zijn: Zonder optimalisering uitschakeltijd van de verschuiving van de verlagingstijd... min 14:1 tot 14:12 15 Aanleren uitsch.tijdoptimalis. Met optimalisering uitschakeltijd van de verschuiving van de verlagingstijd Instelbaar van 10 tot 120 min 1 instelstap 10 min Parameter Znd. 15:0 Met de afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met kamertemperatuurbijschakeling geparametreerd zijn: Zonder aanleren optimalisering uitschakeltijd Mt 15:1 16 Looptijd mengklep 125 s 16: s 16:10 tot 16:255 Uitsluitend voor verwarmingscircuits met mengklep 79

80 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 17 Inst.dynamiek CV-circuitmengkl. 1 17: :0 tot 17:3 Uitsluitend voor CV-circuits met mengklep Regelaar werkt te snel (pendelt tussen OPEN en DICHT): een lagere waarde instellen. Regelaar werkt te langzaam (onvoldoende handhaving temperatuur): een hogere waarde instellen. 18 Min.-begrenzing aanvoertemp. verw.circuit! 20 C 18:20... C 18:1 tot 18:127 Alleen bij werking op normale kamertemperatuur 19 Max.-begrenzing aanvoertemp. verw.circuit! 75 C 19:75... C 19:10 tot 19:127 Parameter 1B Kamerinvloedbegrenzing Geen 1B:31 Geen begrenzing kamerinvloed.... K 1B:1 tot 1B:30 Met de afstandsbediening en voor het verwarmingscircuit moet de werking met kamertemperatuurbijschakeling geparametreerd zijn. 1F Ext. omschakeling werkingsprogramma! Werkingsprogramma schakelt om op Permanente kamerverwarming met verlaagde kamertemperatuur of uitschakelwerking. Werkingsprogr. schakelt op 'Permanente werking met normale kamertemp.' om 1F:0 1F:1 Afhankelijk van parameters 42, 43 en 44 80

81 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 20 Uitbreiding EA1: Werkingsprogr.-omschakeling! Geen werkingsprogr.-omschakeling 20:0 Omschakeling werkingsprogr. via ingang DE1 Omschakeling werkingsprogr. via ingang DE2 Omschakeling werkingsprogr. via ingang DE3 20:1 20:2 20:3 Wordt alleen weergegeven als parameter 40:1 is ingesteld. 21 Instelbereik gewenste dagtemperatuur C 21: C 21:1 Niet anders instellen C 21:2 22 Correctie werkelijke kamertemp. 0 K 22:0... K 22: 50 tot 22:50 Wordt alleen aangegeven, als er een afstandsbediening is. Correctie werkelijke kamertemperatuur instelbaar van 5 K tot +5 K 1 instelstap 0,1 K 23 Estrikdroogfctie! Temperatuur-tijd-profiel / C gewenste aanvoertemperatuur in C t/d Tijd in dagen Niet actief 23:0 Geen temperatuur-tijd-profiel Diagram 1 23:1 Temperatuur-tijd-profiel 1 (volgens EN ) Parameter ϑ/ C t/d 81

82 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) Diagram 2 23:2 Temperatuur-tijd-profiel 2 (volgens ZV parket en vloertechniek) ϑ/ C Diagram 3 23:3 Temperatuur-tijd-profiel 3 (volgens ÖNORM) t/d ϑ/ C Diagram 4 23:4 Temperatuur-tijd-profiel 4 t/d ϑ/ C Diagram 5 23:5 Temperatuur-tijd-profiel 5 t/d Parameter ϑ/ C Diagram 6 23:6 Temperatuur-tijd-profiel 6 t/d Niet instellen 23:7 tot 23:15 ϑ/ C t/d 82

83 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 24 Tijdelijke begrenzing vr comfortwerking! Opmerking De comfortwerking en de externe omschakeling werkingsprogramma eindigen na afloop van de ingestelde tijdelijke begrenzing. Of De comfortwerking en de externe omschakeling werkingsprogramma eindigen automatisch bij het omschakelen naar werking met normale kamertemperatuur volgens het tijdprogramma. Geen 24:0 8 h 24:8... h 24:1 tot 24:12 25 Buitentemperatuurgrens voor opheffen van de verlaagde gewenste kamertemp.! 5 C 25: 5... C 25: 60 tot 25:10 61 C 25: 61 Functie niet actief Zie hoofdstuk Functiebeschrijving Instelling parameter 03 in de groep V.circuit controleren. 26 Buitentemperatuurgrens voor verhoging van de verlaagde gewenste kamertemp. tot de gewenste normale kamertemp.! 14 C 26: C 26: 60 tot F9:10 Zie hoofdstuk Functiebeschrijving Parameter 27 Verhoging van de gewenste ketelwater- of aanvoertemp. bij overgang van werking met gereduceerde kamertemp. naar werking met normale kamertemperatuur! 20 % 27:20... % 27:0 tot 27:50 Zie hoofdstuk Functiebeschrijving 83

84 Parameter, Vitotronic 300 Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, (vervolg) 28 Tijdsduur voor de verhoging van de gewenste ketelwater- of aanvoertemp.! 60 min 28:30... min 28:0 tot 28:150 Zie hoofdstuk Functiebeschrijving Temperatuurverhoging instelbaar tussen 0 en 300 min 1 instelstap 2 min Parameter 84

85 Parameter, Vitotronic 100 Algemeen, Vitotronic 100 Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Install.-schema! Geen inst. schema 00:0 Waarde stelt zich automatisch in, als toepassing verwarmingsketel in de cascade. werd gekozen. 01 Installatie met een en meerdere ketels Installatie met één ketel 01:1 Inst. met me. ketels met Viesm-cascade of LON-cascade Inst. met me. ketels met vr. casc. via contacten 01:2 Waarde stelt zich automatisch in, als toepassing verwarmingsketel in de cascade. werd gekozen. Niet anders instellen 01:3 02 Controle weergavevoorw. Controle weergavevoorw. 02:175 Niet anders instellen 03 Temp.weergave Celsius 03:0 Fahrenheit 03:1 05 Bedien. ontgrend./blokkeren Indicatie Waarde Toelichtingen Alles bedienb. 05:0 Bediening op het display Alles geblokkeerd behalve schoorstvgrtestfunctie Basisweergave en schoorsteenvegertestfctie bedienbaar 05:1 05:2 Parameter 14 St.mel.module 1 Znd. 14:0 mt 14:1 Wordt automatisch herkend. 15 St.mel.module 2 Znd. 15:0 mt 15:1 Wordt automatisch herkend. 85

86 Parameter, Vitotronic 100 Algemeen, Vitotronic 100 (vervolg) 16 Aansluit. branderautomaat Indicatie Waarde Toelichtingen Andere 16:0 KM-BUS 16:1 CAN-BUS 16:2 Niet verstellen 1A Solarregeling Znd. 1A:0 Niet anders instellen 1B Pompmodule PM1 Indicatie Waarde Toelichtingen Zndr 1B:0 Geen pompmodule voorhanden Mt 1B:1 Wordt automatisch herkend. Pompmodule is vrijgegeven. 20 Aanvoertemperatuursensor voor evenwichtsfles Znd. 20:0 Niet anders instellen 2B Energieverbruik weergeven! Parameter Nee 2B:0 Ja 2B:1 30 Uitbreiding AM1 Znd. 30:0 mt 30:1 Wordt automatisch herkend. 40 Uitbreiding EA1 Znd. 40:0 mt 40:1 Wordt automatisch herkend. 51 Sensor 17A Niet voorhanden 51:0 Voorhand. 51:1 Wordt automatisch herkend. 86

87 Parameter, Vitotronic 100 Algemeen, Vitotronic 100 (vervolg) 52 Sensor 17B Niet voorhanden 52:0 Voorhand. 52:1 Wordt automatisch herkend. 53 Aansluit. op stekker 20A1 Indicatie Waarde Toelichtingen CV-pomp 53:0 Niet instellen Primaire boilerlaadpomp voor warmtewisselaarset Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 53:1 Niet instellen Therm-Control 53:2 Niet instellen Circ.pomp rookgaswarmtewiss. 53:3 Niet instellen 54 Aansl. op stekker 29 Indicatie Waarde Toelichtingen Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker Verdelerpomp 54:0 Niet instellen Bijmengpomp 54:1 Niet instellen Ketelcircuitpomp 54:2 Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie 54:3 55 Aansl. op stekker 52 Indicatie Waarde Toelichtingen Smoorklep 55:0 Mengklep voor de retourtemperatuurregeling Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 55:1 Niet instellen Mengklep warmtewisselaarset 55:2 Niet instellen Niet instellen 55:3 Parameter 56 Looptijd stelaandrijving smoorklep/retourtemperatuurregeling! 125 s 56: s 56:5 tot 56:199 87

88 Parameter, Vitotronic 100 Algemeen, Vitotronic 100 (vervolg) 57 Nalooptijd bijmengpomp, ketelcircuitpomp of verdelerpomp Nalooptijd voor circulatiepomp op stekker sl Opmerking Aansluiting verdelerpomp niet mogelijk 5 min 57:5 Geen 57:0... min 57:1 tot 57:60 76 Communicatiemodule Znd. 76:0 mt 76:1 Wordt automatisch herkend. 77 LON-deelnemersnr.! Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Opmerking Elk nummer mag slechts eenmaal worden toegekend. Parameter... 77:1 tot 77:8 Verwarmingsketel 9 77:9 Cascade... 77:10 tot 77:96 Vitotronic 200-H 97 77:97 Vitogate 300, type BN/MB 98 77:98 Vitogate 200, type KNX 99 77:99 Vitocom 300, type LAN3 78 Communicatie LON Geblok. 78:0 Vrijgegeven 78:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. 88

89 Parameter, Vitotronic 100 Algemeen, Vitotronic 100 (vervolg) 79 Communicatiemodule LON: Foutmanager Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Opmerking Er mag slechts één regeling als foutmanager worden geparametreerd. Regeling is niet foutmanager 79:0 Regeling is foutmanager 79:1 7B Communicatiemodule Tijd Regeling zendt geen tijd. 7B:0 Regeling zendt tijd. 7B:1 Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. 80 Vertraging storingsmelding 30 s 80:6 Storing wordt gemeld zodra de storing min. 30 s aanwezig is... s 80:0 tot 80:199 Vertraging instelbaar van 0 tot 995 s 1 instelstap 5 s 81 Automatische zomer-/ wintertijd-omschakeling! Znd. 81:0 mt 81:1 Geen toepassing 81:2 met communicatiemodule LON: regeling ontvangt tijd 81:3 Niet anders instellen Parameter 93 Schoorsteenvegertestfunctie en onderhoudsindic. Werkt niet op groepsal.meld. 93:0 Werkt op groepsal.meld. 93:1 89

90 Parameter, Vitotronic 100 Algemeen, Vitotronic 100 (vervolg) 98 Viessmann-installatienr. Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Opmerking Binnen een LON moet het installatienummer gelijk zijn. 1 98:1 Actueel installatienummer 98:1 tot 98:5 9C Controle LON-deelnemer Wordt alleen weergegeven als parameter 76:1 is ingesteld. Opmerking Wij adviseren instellingen groter dan 5 min om foutmeldingen te vermijden. Geen bewaking 9C:0 20 min 9C:20 Controle LON-deelnemer Wanneer een deelnemer niet antwoordt, worden na 20 minuten instelwaarden van de regeling gebruikt. Pas dan volgt een storingsmelding.... min 9C:1 tot 9C:60 Parameter Verwarmingsketel, Vitotronic 100 Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 07 Lopend Ketelnummer bij inst. meerd. ket.! Waarde = ketelnummer Opmerking De verwarmingsketel met de Vitotronic 300 heeft steeds het ketelnummer 1. Bij verwarmingsketels met Vitotronic 100 alleen waarden van 2 tot 8 instellen. 1 07: :1 tot 07:8 90

91 Parameter, Vitotronic 100 Verwarmingsketel, Vitotronic 100 (vervolg) 0C Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling Indicatie Waarde Toelichtingen zndr 0C:0 Gestage retourtemperatuurregeling 0C:1 Niet instellen Smoorklep tijdgestuurd 0C:2 Smoorklep schakelend via retourtemperatuur Smoorklep gestaag, met ketelwatertemperatuurinvloed Smoorklep gestaag, z. ketelwatertemperatuurinvloed Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 0C:3 Niet instellen 0C:4 0C:5 0D Functie Therm-Control! Indicatie Waarde Toelichtingen zndr 0D:0 Temperatuursensor werkt op de mengkl. vd verw.circ. 0D:1 Niet instellen Temperatuursensor werkt op de smoorklep. 0D:2 Niet instellen 1F Rookgastemp.sensor! Geen bewaking van de rookgastemperatuur voor onderhoudsindicatie 1F:0... C grenswaarde voor onderhoud 1F:1 tot 1F: Tijdsinterval in branderuren tot volgend onderhoud! Niet actief 21:0... h 21:1 tot 21:100 Tijdsinterval instelbaar van 100 tot uur. 1 instelstap 100 h Parameter 23 Tijdsinterval in maanden tot volgend onderhoud! Niet actief 23:0... Maanden 23:1 tot 23:24 Aantal maanden tot het volgende onderhoud instelbaar van 1 tot 24 h 24 Status onderh.! Geen uit te v. onderh. 24:0 Onderhoud nodig en weergave op display 24:1 91

92 Parameter, Vitotronic 100 Verwarmingsketel, Vitotronic 100 (vervolg) 2B Max. voorverw.tijd smoorklep 5 min 2B:5 Geen 2B:0... min 2B:1 tot 2B:60 Bij ketelvrijgave wordt de smoorklep vóór regelbegin gedurende de ingestelde voorverwarmtijd geopend. 2C Max. nalooptijd smoorklep 5 min 2C:5 Geen 2C:0... min 2C:1 tot 2C:60 Na afloop van de ketelvrijgave blijft de smoorklep gedurende de ingestelde nalooptijd geopend. 2D Bijmengpomp Indicatie Waarde Toelichtingen Alleen bij aanvr. AAN 2D:0 Perman. AAN 2D:1 Niet instellen Temperatuur voor aanvraag afhankelijk van de codeerstekker Parameter Branderautomaat, Vitotronic 100 Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 02 Max. verm. bij werking Indicatie Waarde Toelichtingen... % 02:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 03 Gassrt Indicatie Waarde Toelichtingen Aardg. 03:0 Propaan 03:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 92

93 Parameter, Vitotronic 100 Branderautomaat, Vitotronic 100 (vervolg) 04 Terr.hoogte Indicatie Waarde Toelichtingen LA: <= 1500 m/4921 ft 04:0 HA: > 1500 m/4921 ft 04:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 06 Max. ketelwatertemperatuur Indicatie Waarde Toelichtingen... C 06:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 08 Integr.drempelwa. regeling Indicatie Waarde Toelichtingen... 08:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 09 Looptijdoptimalis. Indicatie Waarde Toelichtingen... 09:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel Parameter 0A Rookgasklep Indicatie Waarde Toelichtingen zndr 0A:0 mt. 0A:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 0B Gedrag van de branderautomaat bij te lage gasdruk Indicatie Waarde Toelichtingen Permanent geblokkeerd 0B:0 Geblokkeerd 0B:1 Fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 93

94 Parameter, Vitotronic 100 Branderautomaat, Vitotronic 100 (vervolg) 0C Brander inschakelverschil Indicatie Waarde Toelichtingen... C 0C:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 0D Brander uitschakelverschil Indicatie Waarde Toelichtingen... C 0D:... Waardebereik en fabrieksinstelling afhankelijk van de codeerstekker van de branderautomaat: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel Parameter 94

95 Servicemenu oproepen Diagnose en serviceopvragingen Op volgende knoppen drukken: Wachtwoord viservice invoeren. 4. Gewenste menubereik kiezen. 2. Service Servicemenu Vitotronic 300 Vitotronic 100 Diagnose X X Alg. X X V.circuit 1/2/3 X Warm water X Solarenerg. X Korte info X X Netwerkmodule X X Geg. terugzetten X X Actorentest X X Systeemconfiguratie X X Parameterniv. 1 X X Parameterniv. 2 X X Storingslijst X X Servicefuncties X X LON deelnemerscheck X LON service PIN X X Onderh. terugzetten X X System Log X X Wifi-informatie X X Netwerkmodule terugzetten X X CAN-bus Deelnemerlijst wissen X X Paswrd. wijzigen X X Servicemenu X X Parameterniv. 2 X X Alle paswoorden resetten X X WiFi Vitosoft aan/uit X X Diagnose Inbedrijfstelling X X Service verlaten X X Opmerking Parameterniv. 2 wordt alleen weergegeven als dit niveau geactiveerd werd: Wachtwoord viexpert invoeren. Bij tippen op terug naar Servicemenu 95

96 Diagnose en serviceopvragingen Servicemenu verlaten Het servicemenu blijft actief tot het met Service verlaten wordt gedeactiveerd of er gedurende 30 min. geen bediening plaatsvindt. Wachtwoorden wijzigen In de toestand bij levering zijin de volgende wachtwoorden toegekend: viservice voor toegang tot het Servicemenu viexpert voor toegang tot het Parameterniv. 2 Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Paswrd. wijzigen 5. Servicemenu of parameterniv Tot nu toe geldend wachtwoord invoeren. 7. Met bevestigen. 8. Nieuw wachtwoord invoeren. 9. Met bevestigen. Alle wachtwoorden naar de fabrieksinstelling terugzetten Op de volgende knoppen tippen: 1. Master-wachtwoord bij Technische Dienst van Viessmann opvragen Service 5. Paswrd. wijzigen 6. Alle paswoorden resetten 7. Master-wachtwoord invoeren. 8. Met bevestigen. 4. Wachtwoord viservice invoeren. Diagnose Diagnose Werkingsgegevens opvragen Werkingsgegevens kunnen in verschillende bereiken worden opgevraagd: Zie Diagnose in het overzicht Servicemenu. Bedrijfsgegevens van verwarmingscircuits met mengklep en van een zonnesysteem kunnen alleen worden opgevraagd als de componenten in de installatie aanwezig zijn. Meer informatie over werkingsgegevens: Zie hoofdstuk Korte info. 4. Diagnose 5. Gewenste groep selecteren, bijv. Algemeen. Opmerking Als een opgevraagde sensor defect is, verschijnt op de display. Werkingsgegevens resetten Werkingsgegevens oproepen Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 96 Opgeslagen werkingsgegevens (bijvoorbeeld bedrijfsuren) kunnen op 0 worden teruggezet. De waarde Buitentemperatuur gedempt wordt naar de werkelijke waarde gereset. Op de volgende knoppen tippen: 1.

97 Diagnose en serviceopvragingen Diagnose (vervolg) 2. Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Diagnose 5. Gegevens terugzetten 6. Gewenste waarde of Alle geg. selecteren. 7. Met bevestigen. Korte opvraging In de korte opvraging kunnen bijv. softwareversies en aangesloten componenten worden opgevraagd. Op de volgende knoppen tippen: Diagnose 5. Korte info 6. / voor gewenste korte opvraging volgens de volgende tabellen 2. Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 7. Er verschijnt een overzicht van de korte opvraging met 11 regels en 6 velden : Installatieschema 01 tot 10 Softwareversie regeling Softwareversie bedieningseenheid 2: 0 0 Type codeerstekker Toestelaanduiding ZE-ID 3: 0 Aantal KM-BUS-deelnemers Softwarestand zonneregelingsmodule, type SM1 4: Softwareversie Automatische branderregeling 5: Softwareversie bedieningsgedeelte automatische branderregeling 6: Aansluiting stekker avd.1/2 0: Contact open 1: Contact gesloten Aansluiting stekker avd.2/3 0: Contact open 1: Contact gesloten 7: LON subnetadres/installatienummer 8: SNVT-configuratie 0: Auto 1: Tool Softwareversie communicatiecoprocessor Type van de automatische branderregeling 0 Softwareversie uitbreiding AM1 Aansluiting stekker avh.1/2 0: Contact open 1: Contact gesloten Aansluiting stekker avh.2/3 0: Contact open 1: Contact gesloten Revisiestand automatische branderregeling EEPROM 0 0 LON-node-adres 0 0 Softwareversie neuron-chip Deelnemersnr. Softwareversie uitbreiding EA1 Verwarmingscircuit VC1 Verwarmingscircuit VC2 Verwarmingscircuit VC3 9: Afstandsbediening 0: Zonder 1: Vitotrol 200-A 2: Vitotrol 300-A Softwareversie Afstandsbediening Afstandsbediening 0: Zonder 1: Vitotrol 200-A 2: Vitotrol 300-A Softwareversie Afstandsbediening Afstandsbediening 0: Zonder 1: Vitotrol 200-A 2: Vitotrol 300-A Softwareversie Afstandsbediening Diagnose 97

98 Diagnose en serviceopvragingen Diagnose (vervolg) : : 0 0 Softwareversie uitbreiding tweede en derde Verwarmingscircuit met mengklep 0 Softwareversie uitbreiding tweede en derde Verwarmingscircuit met mengklep 0 LON-service-PIN Voor de functietest van de communicatiemodule LON stuurt de regeling een bericht. Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. LON-service-PIN Op het display verschijnt gedurende ca. 4 s Communicatiemodule LON stuurt. WiFi-informatie oproepen Verbindingsgegevens voor de service-interface WiFi kunnen worden opgevraagd. Op de volgende knoppen tippen: Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. Wifi-informatie 2. Service Netwerkmodule terugzetten Diagnose De netwerkmodule kan teruggezet worden. De netwerkmodule start opnieuw. Alle instellingen blijven behouden. Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. Netwerkmodule terugzetten 6. Wilt u werkelijk de netwerkmodule resetten? met bevestigen. CAN-BUS deelnemerslijst wissen In de volgende gevallen moet de deelnemerslijst CAN- BUS worden gewist: als de branderautomaat werd vervangen Of als de storingsmelding F0 is opgetreden. Op volgende knoppen drukken: Service De deelnemersnummers worden opnieuw toegekend Wachtwoord viservice invoeren.

99 Diagnose en serviceopvragingen CAN-BUS deelnemerslijst wissen (vervolg) 4. Servicefuncties 5. CAN-bus Deelnemerlijst wissen 7. Regeling uitschakelen en weer inschakelen. Bedieningshandleiding Vitotronic-regeling 6. Wilt u werkelijk de CAN-Bus deelnemerlijst wissen? met bevestigen. Service-interface voor Vitosoft activeren (WiFi) Als de WiFi-verbinding geactiveerd wordt, wordt de LAN-verbinding onderbroken. Op de volgende knoppen tippen: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. WiFi Vitosoft aan/uit 5. Op AAN tippen. 6. Met bevestigen. Verbinding wordt tot stand gebracht. Betekenis van de indicaties: Verbinding actief Geen verbinding WiFi-verbinding deactiveren WiFi wordt automatisch gedeactiveerd: Als na een verbinding met een WiFi-compatibel toestel 30 min lang geen gegevensoverdacht plaatsvindt. of Na 5 min, als geen verbinding met een WiFi-compatibel toestel tot stand werd gebracht. Onderhoudsindicatie In de parameters 1F, 21 en 23 in groep Ketel kunnen grenswaarden voor een onderhoud worden ingesteld. Nadat deze waarden bereikt zijn, verschijnt op het display een onderhoudsmelding. Onderhoudsindicatie bevestigen Op volgende knoppen drukken: In het navigatiebereik knippert. Diagnose Bevestigde onderhoudsmeldingen oproepen Op volgende knoppen drukken: 1. In het navigatiebereik Als gelijktijdig storingsmeldingen aanwezig zijn, verschijnen na het tippen op : Storingslijst en Servicemeldingen 2. Servicemeldingen De servicemeldingen verschijnen in tijdsvolgorde in een lijst in het geel. 99

100 Diagnose en serviceopvragingen Onderhoudsindicatie (vervolg) Onderhoudsmelding terugzetten Als een voortijdig onderhoud wordt uitgevoerd, parameter 24:0 in de groep Ketel op 24:1 zetten en vervolgens opnieuw op 24:0. De ingestelde onderhoudsparameters voor bedrijfsuren en tijdsintervallen beginnen weer op 0. Op de volgende toetsen drukken: Service 3. Wachtwoord viservice invoeren. 4. Servicefuncties 5. Onderh. terugzetten De ingestelde onderhoudsparameters voor bedrijfsuren en tijdsintervallen beginnen weer op 0 en parameter 24 in de groep Ketel wordt op 24:0 gezet. Opmerking Als parameter 24 na een onderhoudsmelding niet wordt gereset, verschijnt op de volgende maandag opnieuw de indicatie Onderh.. Diagnose 100

101 Storingsindicatie Verhelpen van storingen Bij een storing knippert op het display het symbool en Storing. Als een meldinrichting is aangesloten, wordt deze ingeschakeld. Betekenis van de storingsmeldingen: Zie hoofdstuk Storingsmeldingen. Storingsindicatie bevestigen Op tippen. In het navigatiebereik knippert. Als een meldinrichting is aangesloten, wordt deze uitgeschakeld. Als een bevestigde storing niet wordt opgeheven, verschijnt de storingsmelding de volgende dag om 7.00 uur opnieuw. De meldinrichting wordt weer ingeschakeld. Bevestigde storingsmeldingen oproepen Op volgende knoppen drukken: 1. In het navigatiebereik Als gelijktijdig onderhoudsmeldingen aanwezig zijn, verschijnen na het tippen op : Storingslijst en Servicemeldingen 2. Storingslijst De storingsmeldingen verschijnen in tijdsvolgorde in een lijst in het rood. Meldingen uit het meldingsgeheugen uitlezen De laatste 10 storingen (ook die verholpen zijn) en onderhoudsmeldingen die zich hebben voorgedaan, kunnen opgevraagd worden en worden opgeslagen. De meldingen zijn volgens actualiteit geordend. Op de volgende knoppen tippen: Wachtwoord viservice invoeren. 4. Meldingenlijst 5. Met meer informatie over de gewenste melding opvragen. 6. As de lijst moet worden gewist, op tippen. 2. Service Storingsmeldingen 0F Onderhoud Regelwerking Onderhoud 0F wordt alleen in het meldingsgeheugen getoond Onderhoud uitvoeren. Na onderhoud parameter 24:0 instellen. Diagnose 10 Kortsluiting buitentemp.sensor Regelt op 0 C buitentemperatuur. Kortsluiting buitentemperatuursensor Buitentemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren 101

102 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) 18 Onderbrek. buitentemperatuursensor Regelt op 0 C buitentemperatuur. Onderbreking buitentemperatuursensor Buitentemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren 19 Draadloze buitentemp.sensor Regelt op 0 C buitentemperatuur. Onderbreking communicatie draadloze buitentemperatuursensor Draadloze verbinding controleren: Draadloze buitentemperatuursensor in de buurt van de verwarmingsketel leggen. Buitentemperatuursensor af- en weer aanmelden (zie afzonderlijke documenten). Draadloze buitentemperatuursensor vervangen. 20 Kortsluiting aanvoertemp.sensor Autonome regeling zonder aanvoertemperatuursensor (eventueel aanvoertemperatuur niet hoog genoeg) Kortsluiting gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor Aanvoertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren 28 Onderbreking aanvoertemperatuursensor Autonome regeling zonder aanvoertemperatuursensor (eventueel aanvoertemperatuur niet hoog genoeg) Onderbreking gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor Aanvoertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren Diagnose 3A LAN-hardwarefout Regelwerking Bediening via app niet mogelijk Fout netwerkmodule Netwerkmodule controleren, eventueel vervangen. 3B LAN-systeemfout Regelwerking Bediening via app niet mogelijk Geheugenproblemen Serverproblemen 102 Regeling uitschakelen en weer inschakelen.

103 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) 3C DHCP-server antwoordt niet. Regelwerking Bediening via app niet mogelijk De DHCP-server reageert niet. Netwerkconfiguratie controleren. 3D Ethernet-kabel niet verbonden. Regelwerking Bediening via app niet mogelijk Netwerkkabel is niet aangesloten. Stekker van de LAN-verbindingskabel insteken. 3F Fout recovery-update Regelwerking Het update is mislukt. Netwerkconfiguratie controleren. Wachten tot het update opnieuw werd uitgevoerd. 40 Kortsl. aanvoertemperatuursensor verw. circ. 2 Mengklep wordt gesloten. Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 2 Aanvoertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren 44 Kortsl. aanvoertemperatuursensor verw. circ. 3 Mengklep wordt gesloten. Kortsluiting aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit verwarmingscircuit 3 48 Onderbreking aanvoertemperatuursensor verw.circ 2 Aanvoertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren Diagnose Mengklep wordt gesloten. Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 2 Aanvoertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren 4C Onderbreking aanvoertemperatuursensor verw.circ 3 Mengklep wordt gesloten. 103

104 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Onderbreking aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit 3 Aanvoertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren 50 Kortsluiting boilertemperatuursensor 1 Boilerlaadpomp aan: Gewenste tapwatertemperatuur = gewenste aanvoertemperatuur Voorrangsschakelingen zijn opgeheven. of Met boilerlaadsysteem: Boileropwarming wordt door boilertemperatuursensor 2 in- en uitgeschakeld. Kortsluiting boilertemperatuursensor 1 Boilertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 51 Kortsluiting boilertemperatuursensor 2 Met boilerlaadsysteem: Boilerverwarming wordt door boilertemperatuursensor 1 in- en uitgeschakeld. Kortsluiting boilertemperatuursensor 2 Boilertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. Diagnose 58 Onderbreking boilertemperatuursensor 1 Boilerlaadpomp aan: Gewenste tapwatertemperatuur = gewenste aanvoertemperatuur Voorrangsschakelingen zijn opgeheven. of Met boilerlaadsysteem: Boileropwarming wordt door boilertemperatuursensor 2 in- en uitgeschakeld. Onderbreking boilertemperatuursensor 1 Boilertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. Zonder boilertemperatuursensor: Parameter 00 in de groep Alg. controleren en eventueel instellen. 59 Onderbreking boilertemperatuursensor 2 Met boilerlaadsysteem: Boileropwarming wordt door boilertemperatuursensor 1 in- en uitgeschakeld. Onderbreking boilertemperatuursensor Boilertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren.

105 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) 5A Onderbreking buffertemperatuursensor Regelwerking Onderbreking buffertemperatuursensor of temperatuursensor open verdeler Sensor aan aansluiting )/? controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. Zonder buffertemperatuursensor of Temperatuursensor open-verdeler: Parameter 20:0 in de groep Algemeen instellen. 60 Kortsluiting temp.sensor 17A Verwarmingsketel met maximumtemperatuur, geen vermogensreductie, mengklep retourtemperatuurregeling naar de installatie open Kortsluiting temperatuursensor aja Zonder temperatuursensor aja Parameter 51 in groep Alg. controleren en evt. instellen. 68 Onderbreking temperatuursensor 17A Verwarmingsketel met maximumtemperatuur, geen vermogensreductie, mengklep retourtemperatuurregeling naar de installatie open Onderbreking temperatuursensor aja Zonder temperatuursensor aja Parameter 51 in groep Alg. controleren en evt. instellen. 70 Kortsluiting temp.sensor 17B Met boilerlaadsysteem: Kortsluiting temperatuursensor ajb 78 Onderbreking temperatuursensor 17B Met boilerlaadsysteem: Onderbreking temperatuursensor ajb 3-wegmengklep dicht, geen tapwaterverwarming Temperatuursensor controleren: zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. 3-wegmengklep dicht, geen tapwaterverwarming Temperatuursensor controleren: zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren. Zonder temperatuursensor: Parameter 52:0 in groep "Algemeen" instellen. Diagnose 105

106 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) 80 Kortsluiting veiligheidsketeltemperatuursensor Branderautomaat geeft storing Installatie koelt af. Branderautomaat vergrendeld Kortsluiting keteltemperatuursensor branderautomaat Aansluitleiding en keteltemperatuursensor 3A/3B (dubbele sensor) controleren. Evt. sensor vervangen: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 81 Sensordrift veiligheidsketeltemperatuursensor Branderautomaat geeft storing Sensordrift keteltemperatuursensor branderautomaat Aansluitleiding en keteltemperatuursensor 3A/3B (dubbele sensor) controleren. Evt. sensor vervangen: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 82 Kortsluiting veiligheidsrookgastemp.sensor Branderautomaat geeft storing Installatie koelt af. Branderautomaat vergrendeld Kortsluiting rookgastemperatuursensor branderautomaat Aansluitleiding en rookgastemperatuursensor 15A/15B (dubbele sensor) controleren. Evt. sensor vervangen: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 83 Sensordrift veiligheidsrookgastemp.sensor Branderautomaat geeft storing Diagnose Sensordrift rookgastemperatuursensor branderautomaat 88 Onderbreking veiligheidsketeltemperatuursensor Aansluitleiding en rookgastemperatuursensor 15A/15B (dubbele sensor) controleren. Evt. sensor vervangen: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel Branderautomaat geeft storing Onderbreking keteltemperatuursensor (branderautomaat) Aansluitleiding en keteltemperatuursensor 3A/3B (dubbele sensor) controleren. Evt. sensor vervangen: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 89 Onderbreking veiligheidsrookgastemperat.sensor Branderautomaat geeft storing 106

107 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Onderbreking rookgastemperatuursensor branderautomaat Aansluitleiding en rookgastemperatuursensor 15A/15B (dubbele sensor) controleren. Evt. sensor vervangen: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel 90 Kortsluiting sensor 7 zonneregel.module, type SM1 Regelwerking Kortsluiting temperatuursensor /, Aansluiting op de zonneregelingsmodule, type SM1 Temperatuursensor / aan de solarregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 91 Kortsluiting sensor 10 zonneregel.module, type SM1 Regelwerking Kortsluiting temperatuursensor aö, Aansluiting op de zonneregelingsmodule, type SM1 Temperatuursensor aö aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 92 Kortsl. collectortemperatuursensor Geen tapwaterverwarming met zonne-energie Kortsluiting collectortemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor & op de module solarregeling, type SM1 of sensor aan S1 van de Vitosolic Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 93 Kortsluiting retourtemperatuursensor collector Regelwerking Kortsluiting temperatuursensor, aansluiting op S3 van de Vitosolic 94 Kortsl. boilertemperatuursensor zonnesys. Geen tapwaterverwarming met zonne-energie Kortsluiting boilertemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor % op de module solarregeling, type SM1 of sensor aan S2 van de Vitosolic Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Diagnose 98 Onderbr. sensor 7 zonneregelingsmodule, type SM1 Regelwerking 107

108 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Onderbreking temperatuursensor /, Aansluiting op de zonneregelingsmodule, type SM1 Temperatuursensor / aan de solarregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Parameter 20 in de groep Zonne-energie controleren. 99 Onderbr. sensor 10 zonneregelingsmodule, type SM1 Regelwerking Kortsluiting temperatuursensor aö, Aansluiting op de zonneregelingsmodule, type SM1 Temperatuursensor aö aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Parameter 20 in de groep Zonne-energie controleren. 9A Onderbreking collectortemperatuursensor Geen tapwaterverwarming met zonne-energie Onderbreking collectortemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor & op de module solarregeling, type SM1 of sensor aan S1 van de Vitosolic Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 9B Onderbreking retourtemperatuursensor collector Regelwerking Onderbreking temperatuursensor, aansluiting op S3 van de Vitosolic Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 9C Onderbr. boilertemperatuursensor zonnesyst. Geen tapwaterverwarming met zonne-energie Diagnose Onderbreking boilertemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor % op de module solarregeling of sensor aan S2 van de Vitosolic Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). 9E Delta-T-bewaking zonneregeling Regelwerking Te weinig of geen debiet in het zonnecircuit of temperatuurbewaker is geactiveerd. Solarcircuit controleren. Storingsmelding bevestigen (zie aparte montage- en servicehandleiding). 108

109 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) 9F Zonnesyst. Regelwerking Fout zonneregelingsmodule, type SM1 of Vitosolic Wordt getoond als aan deze apparaten een fout optreedt, waarvoor geen storingsmelding in de Vitotronic is gedefinieerd. Zonneregeling controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). A0 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting 1 CV-ketel koelt af. Fout veiligheidsinrichting aan X7 van de 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. A1 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting 2 CV-ketel koelt af. Fout veiligheidsinrichting aan X3 van de 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. A2 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting 3 CV-ketel koelt af. Fout veiligheidsinrichting aan X2 van de 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. A3 St.meld.module 2 Veiligheidsinrichting 4 CV-ketel koelt af. Fout veiligheidsinrichting aan X1 van de 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. Diagnose A7 Fout klok in bedieningsged. Regelwerking Fout klok bedieningsgedeelte Bedieningsgedeelte vervangen. AA configuratiefout TSA-functie Regelwerking 109

110 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Configuratiefout Parameter 0D:0 in groep Ketel moet ingesteld zijn. AB Configuratiefout warmtewisselaarset Regelwerking, eventueel warmwaterboiler koud. Configuratiefout boilerlaadsysteem: Parameter 00:3 in de groep Warm water is ingesteld, maar stekker ajb niet ingestoken en/of parameter 53:1 in de groep Alg. en 55:2 in de groep Alg. niet ingesteld. Stekker ajb aansluiten en parameters controleren. AC configuratiefout retourtemperatuurregeling Regelwerking Parameter 0C:1 in groep Ketel en/of parameter 55:1 in groep Alg. verkeerd ingesteld Parameter 0C:1 in groep Ketel en/of parameter 55:1 in groep Alg. controleren, evt. instellen. AD Configuratiefout smoorklep Regelwerking Configuratiefout smoorklep: Parameter 0C:2, 0C:3 of 0C:4 in de groep Ketel is ingesteld en parameter 55:1 in de groep Alg. is ingesteld. Met smoorklep: Parameter 55:0 in de groep Alg. instellen. Zonder smoorklep: Parameter 0C:1 in de groep Ketel instellen. Diagnose B1 Communicatiefout bed.-gedeelte Regelwerking Communicatiefout bedieningsgedeelte B5 Storing EEPROM Regelwerking Interne fout Aansluitingen controleren, eventueel bedieningsgedeelte vervangen. Printplaat laagspanning vervangen. B6 Ongeldige toepassing Constante werking 110

111 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Ongeldige toepassing Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren. Toepassing instellen: Vitotronic 300: Verwarmingsketel en cascade Vitotronic 100: Verwarmingsketel in de cascade B7 Codeerstekker Regeling van de ketelwatertemperatuur Fout codeerstekker regeling Steekplaats X7 controleren en codeerstekker aansluiten of vervangen: Zie hoofdstuk Overzicht van de elektrische aansluitingen BA Communicatiefout printplaat uitbreiding verw.circuit 2 en verw.circuit 3 mengklep dicht Communicatiefout printplaat uitbreiding verwarmingscircuit 2 en verwarmingscircuit 3 telkens met mengklep Insteekbevestigingen van de printplaat en platte kabel controleren, eventueel printplaat vervangen. BC Communicatiefout afstandsbed. verw.circuit 1 Regelwerking zonder afstandsbediening Communicatiefout afstandsbediening Vitotrol/Vitocomfort verwarmingscircuit 1 zonder mengklep BD Communicatiefout afstandsbed. verw.circuit 2 Aansluitingen, kabel (zie afzonderlijke montage- en servicehandleiding) en parameter 00 in groep Verwarmingscircuit... controleren. Met radiografische afstandsbediening: Afstandsbediening in de buurt van het basisstation brengen en verbinding controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Zonder draadloze afstandsbediening: Parameter 00:0 instellen. Diagnose Regelwerking zonder afstandsbediening Communicatiefout afstandsbediening Vitotrol/Vitocomfort verwarmingscircuit 2 Aansluitingen, kabel (zie afzonderlijke montage- en servicehandleiding) en parameter 00 in groep Verwarmingscircuit... controleren. Met radiografische afstandsbediening: Afstandsbediening in de buurt van het basisstation brengen en verbinding controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Zonder draadloze afstandsbediening: Parameter 00:0 instellen. 111

112 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) BE Communicatiefout afstandsbed. verw.circuit 3 Regelwerking zonder afstandsbediening Communicatiefout afstandsbediening Vitotrol/Vitocomfort verwarmingscircuit 3 Aansluitingen, kabel (zie afzonderlijke montage- en servicehandleiding) en parameter 00 in groep Verwarmingscircuit... controleren. Met radiografische afstandsbediening: Afstandsbediening in de buurt van het basisstation brengen en verbinding controleren (zie aparte montage- en servicehandleiding). Zonder draadloze afstandsbediening: Parameter 00:0 instellen. BF Verkeerde communicatiemodule LON Regelwerking Geen communicatie via LON Verkeerde communicatiemodule LON Communicatiemodule LON vervangen. C1 Externe veiligheidsinrichting aan verw.ketel CV-ketel koelt af. Externe veiligheidsinrichting aan stekker abö Aansluiting en externe veiligheidsinrichting controleren: Zie hoofdstuk Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten Diagnose C2 Communicatiefout zonneregeling Regelwerking Onderbreking KM-BUS naar de solarregelingmodule, type SM1 of naar de Vitosolic C3 Communicatiefout uitbreiding AM1 Regelwerking Communicatiefout uitbreiding AM1 KM-BUS-kabel en apparaat controleren. Zonder zonneregeling: Parameter 1A:0 in de groep Algemeen instellen. Aansluitingen controleren. Zonder uitbreiding AM1: Parameter 30:0 in de groep Algemeen instellen. C8 St.meld.module 1 ingang 1: Waterniveaubegrenzer CV-ketel koelt af. 112

113 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Fout laagwaterniveaubeveiliging aan X7 van de 1e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Waterpeil van de installatie controleren. Laagwaterniveaubeveiliging entriegeln: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen C9 St.meld.module 1 ingang 2: Maximumdruk 1 CV-ketel koelt af. Fout maximaalpressostaat aan X3 van de 1e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Installatiedruk controleren. Maximaalpressostaat ontgrendelen: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen CA St.meld.module 1 ingang 3: Minimumdruk of maximumdruk 2 CV-ketel koelt af. Fout minimaalpressostaat of maximaalpressostaat 2 aan X2 van de 1e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Installatiedruk controleren. Minimaalpressostaat of maximaalpressostaat 2 ontgrendelen: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen CB St.meld.module 1 ingang 4: Maximumdruk 2 CV-ketel koelt af. Fout extra veiligheidstemperatuurbegrenzer of temperatuurbewaker aan X1 van de 1e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Installatietemperatuur controleren. Veiligheidstemperatuurbegrenzer ontgrendelen: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen CE Communicatiefout storingsmeld.module 1 Regelwerking Communicatiefout 1e Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Stekkeradapter controleren: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen Zonder stekkeradapter: Parameter 14:0 in de groep Alg. instellen. Diagnose CF Communicatiefout communicatiemodule LON Regelwerking Geen communicatie via LON Communicatiefout LON-communicatiemodule van de regeling Communicatiemodule LON controleren, eventueel vervangen. Wanneer geen communicatiemodule LON aanwezig is, parameter 76:0 in de groep Algemeen instellen. 113

114 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) D2 Communicatiefout storingsmeld.module 2 Regelwerking Communicatiefout 2e stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichting Stekkeradapter controleren: Zie hoofdstuk Stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen Zonder stekkeradapter: Parameter 15 in de groep Algemeen instellen. D3 Communicatiefout uitbreiding EA1 Regelwerking Communicatiefout uitbreiding EA1 Aansluitingen controleren: Zie hoofdstuk Uitbreiding EA1 Zonder uitbreiding EA1: Parameter 40:0 in de groep Algemeen instellen. D4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer verw.ket. Verwarmingsketel koelt af. Veiligheidstemperatuurbegrenzer of zekering F1 is geactiveerd. Brugstekker X6 alsook branderlus en zekering F1 controleren: Zie aansluit- en bedradingschema D5 Cascade: Verwarmingsketel antwoordt niet. CV-ketel komt op elektronische maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur. Geen communicatie tussen ketelcircuit- en cascaderegeling Communicatie via deelnemerscontrole controleren. Diagnose D6 St.mleding aan digitale ingang 1 uitbreiding EA1 Regelwerking Ingang DE1 aan uitbreiding EA1 meldt storing. Fout aan betreffende toestel verhelpen. D7 St.mleding aan digitale ingang 2 uitbreiding EA1 Regelwerking Ingang DE2 aan uitbreiding EA1 meldt storing. Fout aan betreffende toestel verhelpen. 114

115 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) D8 St.mleding aan digitale ingang 3 uitbreiding EA1 Regelwerking Ingang DE3 aan uitbreiding EA1 meldt storing. Fout aan betreffende toestel verhelpen. DA Kortsluiting kamertemp.sensor Vitotrol verw.circ. 1 Regelwerking zonder kamerinvloed Kortsluiting kamertemperatuursensor verwarmingscircuit 1 zonder mengklep Kamertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren DB Kortsluiting kamertemp.sensor Vitotrol verw.circ. 2 Regelwerking zonder kamerinvloed Kortsluiting kamertemperatuursensor verwarmingscircuit 2 Kamertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren DC Kortsluiting kamertemp.sensor Vitotrol verw.circ. 3 Regelwerking zonder kamerinvloed Kortsluiting kamertemperatuursensor verwarmingscircuit 3 Kamertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren DD Onderbreking kamertemp.sensor Vitotrol verw.circuit 1 Regelwerking zonder kamerinvloed Onderbreking kamertemperatuursensor verwarmingscircuit 1 zonder mengklep DE Onderbreking kamertemp.sensor Vitotrol verw.circuit 2 Kamertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren Diagnose Regelwerking zonder kamerinvloed Onderbreking kamertemperatuursensor verwarmingscircuit 2 Kamertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren DF Onderbreking kamertemp.sensor Vitotrol verw.circuit 3 Regelwerking zonder kamerinvloed 115

116 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Onderbreking kamertemperatuursensor verwarmingscircuit 3 Kamertemperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk Temperatuursensoren controleren E0 Storing LON-deelnemer... Regelwerking Geen communicatie via LON Storing LON-deelnemer Communicatiemodule LON controleren, eventueel vervangen. LON-deelnemer controleren. LON-parameter controleren. LON-deelenemerslijst actualiseren. E1 Gasklep 1 lek/gaspressostaat 2 opent niet. Branderautomaat geeft storing Gasklep 1 lekt Gasdrukbewaker 2 opent niet. Instelling gasdrukbewaker 2 controleren. Aansluitkabel controleren. Gascombiregelaar vervangen. E2 Gasklep 2 lek/gaspressostaat 2 sluit niet. Branderautomaat op storing Gasklep 2 lekt Gasdrukbewaker 2 sluit niet. Instelling gasdrukbewaker 2 controleren. Aansluitkabel controleren. Gascombiregelaar vervangen. Gastekort aan de gasdrukbewaker 2 Controle kleplekkage Diagnose Gasklep 2 opent niet. Gasklep 2 lekt Gasdrukbewaker 2 defect Gascombiregelaar vervangen. E3 Fout veiligh.circuit Branderautomaat geeft storing Veiligheidsinrichting is geactiveerd. Veiligheidsinrichtingen aan STB/STB aan stekker abö controleren. E4 Fout voedingsspanning Brander schakelt uit. 116

117 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Meervoudige herkenning onderspanning Voorzieningsnet controleren. E5 Fout vlamversterker Branderautomaat geeft storing Interne fout van de branderautomaat Fout bij de test van de ionisatie-ingang Branderautomaat vervangen. EB Geen vrijgave brander via externe blokkeerinrichting Brander geblokkeerd Geen vrijgave van de brander via extern contact Aangesloten component op TR/TR AAN aan stekker abö controleren. EC Fout veiligheidsrelais Branderautomaat geeft storing Interne fout bij de terugmelding van het veiligheidsrelais Branderautomaat ontgrendelen. Evt. branderautomaat vervangen: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel ED Fout ontst.relais Branderautomaat geeft storing Interne fout bij de terugmelding van het ontstekingsrelais Branderautomaat ontgrendelen. Evt. branderautomaat vervangen: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel EE Fout brandstofrelais 1 Branderautomaat geeft storing Diagnose Interne fout bij de terugmelding van de gasbeveiligingskleppen Uitgangsrelais schakelt niet. Branderautomaat ontgrendelen. Branderautomaat vervangen. EF Fout brandstofrelais 2 Branderautomaat geeft storing 117

118 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Interne fout bij de terugmelding van de gasbeveiligingskleppen Uitgangsrelais schakelt niet. Branderautomaat ontgrendelen. Branderautomaat vervangen. F0 Communicatiefout branderautomaat Werking volgens interne voorschriften branderautomaat Communicatiefout branderautomaat. Stekker en verbindingsleiding CAN-BUS naar de branderautomaat controleren. CAN-bus deelnemerlijst wissen. F1 Rookgastemp.begrenzer is geactiveerd. Branderautomaat geeft storing Installatie koelt af. Rookgastemperatuur te hoog Gasdebiet te hoog Wacht tot de rookgastemperatuur onder de toelaatbare waarde is gedaald. Druk van de installatie controleren. Branderautomaat ontgrendelen. Warmtewisselaaroppervlak op verontreiniging controleren. CO 2 -instelling controleren. Gasdebiet overeenkomstig het nominale vermogen van de ketel instellen. Aansluitwaarden Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel F2 Temp.begrenzer ketelwatertemperatuur is geactiveerd. Branderautomaat geeft storing Installatie koelt af. Diagnose Ketelwatertemperatuur te hoog. Wacht tot de ketelwatertemperatuur onder de toelaatbare waarde is gedaald. Branderautomaat ontgrendelen: Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel F3 Herk. vreemd licht Ionisatie-elektrode meldt fout vlamsignaal tijdens het opstarten of na de naventilatie. Gascombiregelaar lekt (gas ontsnapt en verbrandt) Verkeerde codeerstekker Ionisatie-elektrode en verbindingskabel controleren. Gascombiregelaar vervangen. Codeerstekker vervangen. 118

119 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) F4 Geen vlamvorming Geen vlamvorming tijdens veiligheidstijd Ionisatie-elektrode meldt geen vlamsignaal. Massasluiting van de elektroden of de kabels Stekker van de ionisatie-elektrode niet aangesloten Ionisatie-elektrode verkeerd ingesteld Ontstekingselektroden verkeerd ingesteld Ontstekingstoestel defect Branderautomaat defect Isolatiemantel van de ontstekings- of ionisatie-elektrode gescheurd Verkeerd gastype ingesteld Gascombiregelaar opent niet. Verbrandingswaarden niet optimaal Kabels controleren. Stekker van de ionisatie-elektrode aansluiten. Ionisatie-elektrode instellen (zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel). Ontstekingselektroden instellen (zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel). Ontstekingstoestel vervangen. Branderautomaat vervangen. Ontstekings- of ionisatie-elektrode vervangen. Gastype instellen Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel of Parameter 03 in groep Branderautomaat controleren, evt. instellen. Aansluitkabel controleren. Gascombiregelaar controleren. Evt. vervangen. Brander instellen (zie servicehandleiding van de CVketel). Om de branderstart te activeren, indien nodig ook bij branderstilstand de instelschroeven verstellen. Slecht startgedrag Draaischuifklep sluit niet. Stelmotor defect Aansluitkabel stelmotor defect Uitgangsrelais branderautomaat defect Stelmotor vervangen. Aansluitkabel vervangen. Branderautomaat vervangen. F5 Luchtdrukbewaker sluit niet. Luchtdrukbewaker meldt geen luchtdruk. Ventilator draait niet. Branderautomaat vergrendeld Diagnose Luchtdrukbewaker defect Luchtdrukbewaker niet correct aangesloten Luchtdrukbewaker niet correct ingesteld Luchtdrukbewaker vervangen. Branderautomaat ontgrendelen. Luchtdrukbewaker juist aansluiten. Branderautomaat ontgrendelen. Luchtdrukbewaker juist instellen. Branderautomaat ontgrendelen. 119

120 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) Luchtdrukbewaker schakelt uit tijdens de werking. Branderautomaat vergrendeld Rookgasopstuwing Condenswateropstuwing Luchtdrukbewakerslang defect Verbindingsslang ondicht Rookgasopstuwing verhelpen. Branderautomaat ontgrendelen. Condenswateropstuwing controleren. Branderautomaat ontgrendelen. Slang vervangen. Branderautomaat ontgrendelen. F6 Gaspressostaat sluit niet. Gasdrukbewaker meldt geen gasdruk. Gasafsluitkraan gesloten Gasdrukbewaker defect Meervoudige problemen met de gastoevoer Gasafsluitkraan openen. Gasstroomdruk controleren. Evt. gasfilter vervangen. Branderautomaat ontgrendelen. Gascombiregelaar vervangen. F7 Luchtdrukbewaker opent niet. Luchtdrukbewaker herkent ventilatordruk tijdens rusttoestandscontrole. Windinvloed op ventilator Rookgastrek (schoorsteen) controleren. Contact van de luchtdrukbewaker is niet in ruststand. Luchtdrukbewaker defect Luchtdrukbewaker vervangen. Diagnose F8 Fout brandstofklep Vlam dooft tijdens bedrijf. Verkeerd gastype ingesteld Vlambeker defect Verbrandingswaarden niet optimaal Gastype instellen Zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel of Parameter 03 in groep Branderautomaat controleren, evt. instellen. Vlambeker controleren; indien beschadigd, vervangen. Brander instellen (zie servicehandleiding van de CV-ketel). 120

121 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) F9 Vent.toerental niet bereikt. Ventilator draait niet. Ventilatortoerental niet bereikt Ventilator defect Kabels defect of onderbroken Kabels controleren. Evt. ventilator vervangen. Statusduur te lang, ventilatorstart Interne fout Ventilator kan gewenste waarde niet bereiken. Ventilator of branderautomaat vervangen. Afwijking ventilatortoerental Ventilator defect Kabel a-öa defect of onderbroken Externe stroomvoorziening van de ventilator niet aangesloten of defect. Kabel a-öa controleren. Kabel a-öa of ventilator vervangen. Externe stroomvoorziening controleren. Geen terugmelding van de ventilator Ventilator defect Ventilator eventueel door vervuiling geblokkeerd. Externe stroomvoorziening van de ventilator niet aangesloten of defect. Kabel a-öa defect of onderbroken Kabel a-öa controleren. Kabel a-öa of ventilator vervangen. Ventilator op verontreiniging controleren. Externe stroomvoorziening controleren. FA ventilatorstilstand niet bereikt. Ventilator loopt zonder aanvraag. Branderautomaat geeft storing Ventilatorstilstand niet bereikt Kabel a-öa defect Ventilator defect Branderautomaat defect Windinvloed op ventilator controleren. Rookgastrek en ventilator controleren. Kabel a-öa vervangen. Ventilator vervangen. Branderautomaat vervangen. Diagnose FB Druk branderruimte te hoog, branderklep opent niet, condensaatopstuwing Branderautomaat geeft storing Druk branderruimte te hoog (LDW2), condenswaterafvoer en rookgastraject geblokkeerd Rookgasklep opent of sluit niet. Condenswaterafvoer en rookgasweg op verstopping controleren. Rookgasklep controleren. Parameter 0A in groep Branderautomaat controleren, evt. instellen. 121

122 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen (vervolg) FD Interne fout branderautomaat Branderautomaat geeft storing Installatie koelt af. Branderautomaat vergrendeld Branderautomaat geeft storing Storing op de bedienings- en weergave-eenheid van de branderautomaat aflezen (servicehandleiding van de CV-ketel). FD Interne fout branderautomaat Branderautomaat geeft storing Installatie koelt af. Branderautomaat vergrendeld Branderautomaat geeft storing Branderautomaat ontgrendelen. Branderautomaat vervangen. Storingen zonder storingsindicatie Display uit Installatie koud Zekering F2 is geactiveerd. Stroomopname controleren. Pompen en pompaansluitingen controleren. Zekering F2 vervangen: Zie aansluit- en bedradingschema Temperatuursensoren controleren Diagnose Boiler-, aanvoer- en kamertemperatuursensor Opmerking De kamertemperatuursensor wordt aan de klemmen 3 en 4 van de Vitotrol 300 aangesloten. Montage- en servicehandleiding Vitotrol

123 Verhelpen van storingen Temperatuursensoren controleren (vervolg) Viessmann NTC 10 kω (blauwe markering) De betreffende stekker uittrekken. 2. Weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken. 3. Bij een sterke afwijking de montage controleren en indien nodig de sensor vervangen. 4 Weerstand in kω 2 1 0,8 0,6 0, Temperatuur in C Afb. 24 Buitentemperatuursensor Viessmann NTC 10 kω (blauwe markering) 200 Weerstand in kω Temperatuur in C Afb Stekker! lostrekken. 2. Weerstand van de sensor op klemmen 1 en 2 van de stekker meten en vergelijken met de karakteristiek. 3. Bij sterke afwijking van de karakteristiek aders op de sensor afklemmen, meting op de sensor herhalen. 4. Afhankelijk van het meetresultaat de kabel of de buitentemperatuursensor vervangen. Diagnose Rookgastemperatuursensor Bij het bereiken van een ingevoerde grenswaarde (zie parameter 1F in groep Ketel ) verschijnt een onderhoudsindicatie. 123

124 Verhelpen van storingen Temperatuursensoren controleren (vervolg) Viessmann NTC 20 kω (oranje markering , Temperatuur in C Afb. 26 Weerstand in KΩ 1. Stekker ag uittrekken. 2. Weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken. 3. Bij een sterke afwijking de montage controleren en indien nodig de sensor vervangen. Zekeringen controleren 1. Netspanning uitschakelen. 2. Regeling openen. 3. Zekeringen controleren. Eventueel vervangen (zie aansluit- en bedradingschema). Gevaar Verkeerde of niet correct aangebrachte zekeringen vormen een verhoogd brandrisico. Zekeringen zonder moeite aanbrengen. Zekeringen correct positioneren. Alleen identieke types met de aangegeven uitschakelkarakteristiek gebruiken. Diagnose 124

125 Functiebeschrijving installatie Functiebeschrijving installatie Alle parameters van de volgende functies worden op de Vitotronic 300 ingesteld. Regeling van de cascade Korte beschrijving De regeling van de gemeenschappelijke aanvoertemperatuur vindt plaats door in- en uitschakelen van de brander of door in- of uitschakelen van de afzonderlijke brandertrappen. De werking kan via 2 regelingstypes plaatsvinden: Autonoom regelingstype (zie pagina 126) Sequentieel regelingstype (zie pagina 126) Voor ieder regelingstype wordt een regelingsstrategie ingesteld: Condensatiestrategie (zie pagina 127) Stookwaardestrategie 1 (zie pagina 128) Stookwaardestrategie 2 (zie pagina 128) Gemeenschappelijke gewenste aanvoertemperatuur De gemeenschappelijke gewenste aanvoertemperatuur wordt door de volgende parameters bepaald: Gewenste aanvoertemperatuur van verwarmingscircuit 1 zonder mengklep en de verwarmingscircuits 2 en 3 telkens met mengklep Gewenste aanvoertemperatuur van verdere verbruikers Gewenste tapwatertemperatuur Externe vraag Regelbereikgrenzen: Regelbereikgrenzen boven: Maximumbegrenzing van de aanvoertemperatuur van de installatie (parameter 02 in de groep Cascade ). Regelbereikgrenzen beneden: Minimumbegrenzing van de aanvoertemperatuur van de installatie (parameter 01 in de groep Cascade ). Gemeenschappelijke aanvoertemperatuurregeling 110 Aanvoertemperatuur in C +8K Afb. 27 B A 80 D C 8K E Buitentemperatuur in C A Maximumbegrenzing van de aanvoertemperatuur (parameter 02 in de groep Cascade ) B Steilheid = 1,8 CV-circuit zonder mengklep C Steilheid = 1,2 CV-circuit met mengklep D Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur (bij temperatuurverschil = 8 K) E Laagste gemeenschappelijke aanvoertemperatuur Temperatuurverschil: Het temperatuurverschil is via parameter 0C in de groep Alg. instelbaar. Toestand bij levering 8 K. Het temperatuurverschil is de waarde die de gemeenschappelijke aanvoertemperatuur minimaal hoger moet zijn dan de hoogste momenteel benodigde aanvoertemperatuur van het CV-circuit met mengklep. Functies 125

126 Functiebeschrijving installatie Regeling van de cascade (vervolg) Installatie met één CV-circuit met mengklep: De gemeenschappelijke gewenste aanvoertemperatuur wordt automatisch op 8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur van het CV-circuit met mengklep geregeld. Installatie met CV-circuit zonder mengklep en met CV-circuits met mengklep: De gemeenschappelijke aanvoertemperatuur wordt volgens een eigen stooklijn aangehouden. Het temperatuurverschil van 8 K met de gewenste aanvoertemperatuur van de CV-circuits met mengklep is bij levering ingesteld. Regelingstype autonoom Parallel schakelen van de ketel Zonder en met aanvoertemperatuursensor (zie volgende tabel). De cascaderegeling bepaalt voor alle actieve CV-ketels de gewenste ketelwatertemperatuur. Iedere ketelcircuitregeling regelt autonoom op de ingestelde gewenste waarde. De volgende regelingsstrategieën zijn mogelijk: Condensatiestrategie (zie pagina 127) Stookwaardestrategie 1 (zie pagina 128) Stookwaardestrategie 2 (zie pagina 128) Opmerking Vitocrossal 200, type CM2, werken parallel en met condensatiestrategie. Serieel schakelen van de ketel Zonder en met aanvoertemperatuursensor (zie volgende tabel). De cascaderegeling bepaalt voor alle actieve CV-ketels de gewenste ketelwatertemperatuur. Iedere ketelcircuitregeling regelt autonoom op de ingestelde gewenste waarde. Wanneer de hoofdketel (condensatieketel) de ingestelde gewenste waarde niet bereikt, dient deze alleen voor de retourtemperatuurregeling van de nageschakelde condensatieketel. De stookwaardeketel wordt laat ingeschakeld en ook weer later uitgeschakeld. Regelingsstrategie wordt automatisch op stookwaardestrategie 2, parameter 07:2 in de groep Cascade gezet (zie pagina 128). Met aanvoertemperatuursensor Parameter 06:1 of 06:3 in de groep Cascade instellen Voor het vaststellen van de in- en uitschakelcriteria wordt de regelafwijking uit de gewenste en werkelijke aanvoertemperatuur bepaald. Zonder aanvoertemperatuursensor Parameter 06:0 of 06:2 in de groep Cascade instellen Om de in- en uitschakelcriteria te bepalen wordt de regelafwijking uit de gewenste ketelwatertemperatuur en de geschatte gemiddelde werkelijke ketelwatertemperatuur van de actieve CV-ketel gevormd. Dit geldt alleen voor de CV-ketels waarvan de motorsmoorklep niet is gesloten. Sequentieel regelingstype Functies Met aanvoertemperatuursensor Parameter 06:4 in de groep Cascade instellen. De cascadenregeling regelt op de ingestelde gewenste aanvoertemperatuur door vermogensinstelling van de verschillende CV-ketels. De hoofdketel kan modulerend worden gebruikt. Alle overige CV-ketels worden via een vermogensinstelling tweetraps aangestuurd (ook modulerende brander). Regelingsstrategie wordt automatisch op stookwaardestrategie 2, parameter 07:2 in de groep Cascade gezet (zie pagina 127). 126

127 Functiebeschrijving installatie Regeling van de cascade (vervolg) Regelingsstrategieën Condensatiestrategie Voordeel Inschakelcriterium Uitschakelcriterium Optimaal gebruik van verbrandingswaarde-effect en lange branderlooptijden Parameter 07:0 in de groep Cascade instellen. De condensatiestrategie heeft als doel veel CV-ketels op een laag vermogen in bedrijf te hebben. Het inschakelen van de CV-ketels vindt plaats via een vermogensbalans (parameter 08:1 in de groep Cascade ). Een volgende CV-ketel wordt ingeschakeld als het actueel benodigde vermogen ook door de actieve CV-ketel inclusief de volgende CV-ketel in de ketelvolgorde kan worden geleverd. Het uitschakelen van de CV-ketels vindt plaats via een uitschakelintegraal. Als de uitschakelintegraal een in parameter 0C in de groep Cascade ingestelde grenswaarde overschrijdt, wordt de als laatste ingeschakelde verwarmingsketel uitgeschakeld. Voorbeeld (parameter 07:0 in de groep Cascade ) Installatie met twee ketels en modulerende branders: CV-ketel 1: 100% nominaal vermogen (basisbelasting ingesteld op 33%) CV-ketel 2: 100% nominaal vermogen (basisbelasting ingesteld op 33%) Inschakelen Uitschakelen totaal Ketel 2 Ketel 1 Nom. vermogen in % t totaal Ketel 2 Ketel 1 Nom. vermogen in % t Functies 127

128 Functiebeschrijving installatie Regeling van de cascade (vervolg) Stookwaardestrategieën Voordeel Inschakelcriterium Uitschakelcriterium Stookwaardestrategie 1 Stookwaardestrategie 2 Er zijn altijd zo weinig mogelijk CV-ketels in bedrijf. Parameter 07:1 in de groep Cascade instellen. Stookwaardeketels worden bij voorkeur bij hoog vermogen gebruikt om bij lage retourtemperaturen condensaatvorming betrouwbaar te verhinderen. Een volgende CV-ketel wordt pas ingeschakeld als het maximumvermogen van de actieve brander niet voldoende is om de gewenste aanvoertemperatuur te bereiken. Een CV-ketel wordt uitgeschakeld als de overige CV-ketels het vereiste vermogen kunnen leveren. Het inschakelen van de CV-ketels vindt plaats via een inschakelintegraal. Wanneer de in parameter 0B in de groep Cascade ingestelde waarde wordt overschreden, wordt de volgende CV-ketel in de ketelvolgorde ingeschakeld. Het uitschakelen van de CV-ketels vindt plaats via een vermogensbalans (parameter 08:1 in de groep Cascade ). Een CV-ketel wordt uitgeschakeld als het actueel benodigde vermogen ook zonder de laatste ingeschakelde CV-ketel kan worden geleverd. Lange looptijden van de brander. Parameter 07:2 in de groep Cascade (toestand bij levering). Een volgende CV-ketel wordt pas ingeschakeld als het maximumvermogen van de actieve brander niet voldoende is om de gewenste aanvoertemperatuur te bereiken. Een CV-ketel wordt uitgeschakeld als de brander op basis van een grote negatieve regelafwijking op minimumvermogen werd gebracht en het vermogen toch nog te hoog is. Het inschakelen van de CV-ketels vindt plaats via een inschakelintegraal. Wanneer de in parameter 0B in de groep Cascade ingestelde waarde wordt overschreden, wordt de volgende CV-ketel in de ketelvolgorde ingeschakeld. Het uitschakelen van de CV-ketels vindt plaats via een uitschakelintegraal. Als de uitschakelintegraal een in parameter 0C in de groep Cascade ingestelde grenswaarde overschrijdt, wordt de als laatste ingeschakelde verwarmingsketel uitgeschakeld. Functies 128

129 Functiebeschrijving installatie Regeling van de cascade (vervolg) Voorbeelden Installatie met twee ketels en modulerende branders: CV-ketel 1: 100% nominaal vermogen (basisbelasting ingesteld op 33%) CV-ketel 2: 100% nominaal vermogen (basisbelasting ingesteld op 33%) Stookwaardestrategie 1 (parameter 07:1 in de groep Cascade ) Inschakelen Uitschakelen totaal Ketel 2 Ketel 1 Nom. vermogen in % t totaal Ketel 2 Ketel 1 Nom. vermogen in % t Stookwaardestrategie 2 (parameter 07:2 in de groep Cascade ) Inschakelen Uitschakelen totaal Ketel 2 Ketel 1 Nom. vermogen in % t totaal Ketel 2 Ketel 1 Nom. vermogen in % t Functies 129

130 Functiebeschrijving installatie Regeling van de verwarmingscircuits Korte beschrijving De regeling omvat regelkringen voor verwarmingscircuit 1 zonder mengklep en verwarmingscircuit 2 en 3 telkens met mengklep. De gewenste aanvoertemperatuur van elk verwarmingscircuit wordt door de volgende parameters bepaald: Buitentemperatuur Gewenste kamertemperatuur Modus Steilheid en niveau van de stooklijn De aanvoertemperatuur van het CV-circuit zonder mengklep komt overeen met de gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van de installatie. De regeling van de aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met mengklep vindt plaats door stapsgewijs openen of sluiten van de mengkleppen. De aansturing van de mengklepmotor verandert de regel- en pauzetijden afhankelijk van het regelverschil (regelafwijking). Functies Functies Het CV-circuit zonder mengklep is afhankelijk van de gemeenschappelijke aanvoertemperatuur en de regelbereikgrenzen hiervan. Het enige stelorgaan is de CV-pomp. De aanvoertemperatuur van de CV-circuits met mengklep wordt door de aanvoertemperatuursensor van het desbetreffende CV-circuit geregistreerd. Maximumbegrenzing regelgebied: Elektronische maximumbegrenzing van de aanvoertemperatuur Parameter 19 in de groep V.circuit.... Regelbereikgrens beneden: Elektronische minimumbegrenzing van de aanvoertemperatuur Parameter 18 in de groep V.circuit.... Tijdprogramma De regeling schakelt overeenkomstig het tijdprogramma om. In het programma Verwarm. en warmwater tussen kamerverwarming met normale kamertemperatuur en kamerverwarming met verlaagde kamertemperatuur. Elke modus heeft zijn eigen gewenste niveau. U kunt 4 periodes per dag instellen. Buitentemperatuur Voor afstemming van de regeling op het gebouw en de CV-installatie moet een worden ingesteld. Het verloop van de stooklijn bepaalt de gewenste ketelwatertemperatuur in relatie tot de buitentemperatuur. Er wordt geregeld volgens de gemiddelde buitentemperatuur. Deze wordt samengesteld uit de werkelijke en gecorrigeerde buitentemperatuur. Kamertemperatuur Kamertemperatuur in combinatie met afstandsbediening en kamertemperatuur-bijschakeling (parameter 0A in de groep V.circuit... ) De kamertemperatuur heeft ten opzichte van de buitentemperatuur een grotere invloed op de gewenste ketelwatertemperatuur (wijziging via parameter 0C in groep V.circuit... ). Kamertemperatuur in combinatie met CV-circuits met mengklep Bij regelverschillen (afwijking van werkelijke waarde) > 2 K kamertemperatuur kan de invloed van de kamertemperatuur worden versterkt (parameter 0F in de groep V.circuit... ): Snelle opwarming De gewenste kamertemperatuur moet door de volgende maatregelen met minstens 2 K worden verhoogd: Activeren van de comfortwerking Omschakelen van kamerverwarming tot verlaagde temperatuur naar kamerverwarming tot normale temperatuur Optimalisering inschakeltijd (parameter 10 in de groep V.circuit... ) Bij het bereiken van de gewenste kamertemperatuur wordt de snelle opwarming beëindigd. Snelle afkoeling De gewenste kamertemperatuur moet door de volgende maatregelen met minstens 2 K worden verlaagd: Activeren van de spaarmodus Omschakelen van kamerverwarming tot normale temperatuur naar kamerverwarming tot verlaagde temperatuur Optimalisering uitschakeltijd (parameter 13 in de groep V.circuit... ) Bij het bereiken van de gewenste kamertemperatuur wordt de snelle afkoeling beëindigd. 130

131 Functiebeschrijving installatie Regeling van de verwarmingscircuits (vervolg) CV-pomplogica Spaarschakelingen De CV-pomp wordt uitgeschakeld (gewenste aanvoertemperatuur op 0 C gezet), indien aan een van de volgende criteria is voldaan: De buitentemperatuur overschrijdt de via parameter 05 in de groep V.circuit... ingestelde waarde. De gedempte buitentemperatuur overschrijdt de via parameter 06 in de groep V.circuit... ingestelde waarde. De mengklep is gedurende meer dan 12 minuten dichtgehouden (mengklep-spaarfunctie, parameter 07 in de groep V.circuit... ). De via parameter 08 in de groep V.circuit... ingestelde pompstilstandtijd is bereikt. Voorwaarde: Er is geen vorstgevaar. Parameter 0A in de groep V.circuit... moet op 0 staan. Opmerking Wanneer tijdens de pompstilstandtijd in de verwarmingsmodus wordt gezet of de gewenste ruimtetemperatuur wordt verhoogd, wordt de CV-pomp ingeschakeld, ook wanneer de tijd nog niet is verstreken. De werkelijke kamertemperatuur overschrijdt de via parameter 0E in de groep V.circuit... ingestelde waarde. Estrikdroging In combinatie met verwarmingscircuit met mengklep. Voor het drogen van estriken (de gegevens van de estrikfabrikant moeten beslist gerespecteerd worden). De pomp van het CV-circuit met menger wordt ingeschakeld en de aanvoertemperatuur op het ingestelde profiel gehouden. Na afloop (30 dagen) wordt het verwarmingscircuit met mengklep automatisch met de ingestelde parameter geregeld. EN 1264 in acht nemen. Het protocol dat door de verwarmingsfirma wordt opgesteld, moet de volgende informatie over het verwarmen bevatten: Verwarmingsgegevens met de desbetreffende aanvoertemperaturen Bereikte maximale aanvoertemperatuur Bedrijfssituatie en buitentemperatuur bij overdracht van de CV-installatie Verschillende temperatuurprofielen zijn via de parameters 23 in de groep V.circuit instelbaar. Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling wordt de functie voortgezet. Als de estrikdroging is beëindigd of de parameter 23:0 in de groep V.circuit... handmatig wordt ingesteld, wordt het bedrijfsprogramma Verwarm. en warmwater actief. Installatiedynamiek Het regelgedrag van de mengkleppen kan via parameter 17 in de groep V.circuit... worden beïnvloed. Centrale bediening Via parameter 62 in de groep Alg. kan voor een verwarmingscircuit centrale bediening worden geparametreerd. Bedrijfs- en vakantieprogramma geldt dan voor alle overige verwarmingscircuits van de installatie. Voor deze verwarmingscircuits verschijnt bij het activeren van het bedrijfs- en vakantieprogramma Centrale bediening. Evt. ingestelde vakantieprogramma's worden gewist. Party- en spaarmodus zijn bij alle regelingen niet activeerbaar. Vorstbescherming De aanvoertemperatuur wordt overeenkomstig de stooklijn voor de gereduceerde gewenste ruimtetemperatuur, maar minstens op 10 C gehouden. Overeenkomstig parameter 03 in de groep V.circuit... is een variabele vorstgrens instelbaar. Therm-Control Als de gewenste temperatuur op de sensor van de Therm-Control te laag wordt, volgt vermogensreductie. Daarbij worden de mengkleppen van de nageschakelde CV-circuits dicht gezet. Verhoging van de verlaagde kamertemperatuur Bij de werking met gereduceerde kamertemperatuur kan de gewenste gereduceerde kamertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur automatisch worden verhoogd. De temperatuurverhoging vindt plaats volgens de ingestelde stooklijn en maximaal tot de normale gewenste kamertemperatuur. De grenswaarden van de buitentemperatuur voor begin en einde van de temperatuurverhoging kunnen met de parameters 25 en 26 in groep V.circuit... worden ingesteld. Functies 131

132 Functiebeschrijving installatie Regeling van de verwarmingscircuits (vervolg) Voorbeeld met de instellingen bij levering 90 Ketelwatertemperatuur/ Aanvoertemperatuur in C Gewenste kamertemperatuur in C 30 A B Buitentemperatuur in C Afb. 28 A Stooklijn voor werking met normale kamertemperatuur B Stooklijn voor werking met gereduceerde kamertemperatuur Verkorting van de opwarmtijd Bij de overgang van werking met gereduceerde kamertemperatuur naar werking met normale kamertemperatuur wordt de ketelwater- resp. aanvoertemperatuur conform de ingestelde stooklijn verhoogd. Deze verhoging van de ketelwater- respectievelijk aanvoertemperatuur kan automatisch plaatsvinden. De waarde en de duur voor de extra verhoging van de gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur kan met de parameters 27 en 28 in groep V.circuit... worden ingesteld. Functies 132

133 Functiebeschrijving installatie Regeling van de verwarmingscircuits (vervolg) Voorbeeld met de instellingen bij levering C B D Ketelwatertemperatuur/ gewenste aanvoertemperatuur in C Afb. 29 Tijd A A Begin van de werking met normale kamertemperatuur B Gewenste ketelwater- respectievelijk aanvoertemperatuur volgens de ingestelde stooklijn C Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur volgens codeeradres FA : 50 C + 20 % = 60 C D Periode van werking met gewenste verhoogde ketelwater- resp. aanvoertemperatuur volgens parameter 28 : 60 min Regelverloop Verwarmingscircuit met mengklep Binnen de neutrale zone (±1 K) vindt geen aansturing van de mengklepmotor plaats. Aanvoertemperatuur daalt (Gewenste waarde 1 K) De mengklepmotor krijgt het signaal Mengklep OPEN. De tijdsduur van het signaal is langer bij toenemend regelverschil. De tijdsduur van de pauzes is korter bij toenemend regelverschil. Aanvoertemperatuur stijgt (gewenste waarde +1 K) De mengklepmotor krijgt het signaal Mengklep DICHT. De tijdsduur van het signaal is langer bij toenemend regelverschil. De tijdsduur van de pauzes is korter bij toenemend regelverschil. Regeling van de tapwaterverwarming (boilertemperatuurregeling) Korte beschrijving De gewenste aanvoertemperatuur voor de tapwateropwarming wordt op een constante waarde geregeld (boilertemperatuurregeling). Dit gebeurt door in- en uitschakelen van de circulatiepomp voor de boilerverwarming. Het schakelverschil bedraagt ±2,5 K. Bij het verwarmen van de warmwaterboiler wordt een gewenste aanvoertemperatuur ingesteld die 20 K boven de gewenste tapwatertemperatuur ligt (wijziging via parameter 06 in de groep Warm water ). 133 Functies

134 Functiebeschrijving installatie Regeling van de tapwaterverwarming (vervolg) Functies Tijdsprogramma Vorstbescherming Er kan een automatisch of een individueel tijdsprogramma voor de tapwateropwarming en de circulatiepomp worden gekozen. Bij de automatische werking wordt de tapwaterverwarming ten opzichte van de opwarmfase van het verwarmingscircuit 30 min vroeger ingesteld. In het individuele tijdsprogramma kunnen 4 tijden per dag voor de tapwateropwarming en de circulatiepomp worden ingesteld. Een eenmaal gestarte tapwateropwarming wordt onafhankelijk van het tijdsprogramma doorgevoerd tot het einde. Als de tapwatertemperatuur onder 5 C daalt, wordt de warmwaterboiler tot 20 C opgewarmd. Extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne De functie wordt geactiveerd door via de parameter 03 in groep Warm water een 2e gewenste boilertemperatuur opgegeven en de 4e periode in het tijdsprogramma warm water voor de tapwateropwarming te activeren. Gewenste tapwatertemperatuur In combinatie met parameter 7F in groep Algemeen Eengezinswoning Parameter 7F:1 : Automatische werking Bij installaties met 2 resp. 3 verwarmingscircuits worden de verwarmingstijden van het verwarmingscircuit 1 als basis genomen. Individueel tijdsprogramma De periodes voor de tapwaterverwarming en de circulatiepomp zijn voor alle verwarmingscircuits dezelfde. meergezinswoning Parameter 7F:0 : Automatische werking Bij installaties met 2 resp. 3 verwarmingscircuits worden de verwarmingstijden van het betreffende verwarmingscircuit als basis genomen. Individueel tijdsprogramma De periodes voor de tapwaterverwarming en de circulatiepomp kunnen voor elk verwarmingscircuit afzonderlijk worden ingesteld. De gewenste tapwatertemperatuur is instelbaar van 10 tot 60 C. Via parameter 01 in groep Warm water kan het gewenste waardebereik tot 95 C uitgebreid worden. Via parameter 0B in groep Warm water kan de gewenste instelling aan de bedieningseenheid en/of de afstandsbedieningen worden toegekend. Circulatiepomp Deze transporteert op instelbare tijden warm water naar de tappunten. Op de regeling kunnen 4 periodes voor iedere weekdag worden ingesteld. Bijkomende schakelingen Via de omschakeling van het werkingsprogramma kan de tapwaterverwarming in combinatie met de verwarmingscircuits resp. worden geblokkeerd en vrijgegeven: Zie parameter 1F in groep V.circuit.... Installatie met boilerlaadsysteem Functies Voorrangsschakeling Met voorrangsschakeling: (Parameter 02:2 in groep V.circuit... ): Tijdens de tapwateropwarming wordt de gewenste aanvoertemperatuur op 0 C gezet. De mengklep gaat dicht en de CV-pomp wordt uitgeschakeld. Zonder voorrangsschakeling: De verwarmingscircuitregeling loopt met onveranderde gewenste waarde door. De gewenste aanvoertemperatuur wordt op grond van de volgende parameters vastgesteld: Buitentemperatuur Verschil tussen gewenste en werkelijke ketelwatertemperatuur Steilheid en niveau van de stooklijn Instelling van de parameters 02 in groep V.circuit... De genoemde functies gelden ook in combinatie met een boilerlaadsysteem. Volgende parameter instellen: 00:3 in groep Warm water, 53:1, 55:2 in groep Alg.. Installatie met zonneregeling Via parameter 0C in groep Warm water kan een 3e gewenste tapwatertemperatuur opgegeven worden. De warmwaterboiler wordt alleen door de verwarmingsketel naverwarmd wanneer deze waarde niet wordt bereikt. 134

135 Functiebeschrijving installatie Regeling van de tapwaterverwarming (vervolg) Regelingsverloop De volgende parameters in groep Warm water beïnvloeden het regelingsverloop. Boilerverwarming (parameter 00:0 ) Warmwaterboiler wordt koud (gewenste waarde 2,5 K, wijziging via parameter 04 ): De gemeenschappelijke gewenste aanvoertemperatuur wordt 20 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via parameter 06 ). Pomp aan: Direct inschakelen van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (parameter 07:1 ). 2e boilertemperatuursensor: bij grote warmwaterafname wordt de boileropwarming voortijdig ingeschakeld. Wanneer geen warmwaterafname plaatsvindt, wordt de boileropwarming voortijdig afgebroken. Warmwaterboiler wordt koud: Gewenste waarde 2,5 K, wijziging via parameter 04 of Werkelijke tapwatertemperatuur aan sensor 2 < gewenste tapwatertemperatuur x factor voor inschakeltijdstip (instelling via parameter 0E ) Warmaterboiler is warm, (gewenste waarde +2,5 K): De gemeenschappelijke gewenste aanvoertemperatuur wordt teruggezet op de weersafhankelijke gewenste waarde. Met pompnaloop: Na een boileropwarming loopt de circulatiepomp zo lang na tot één van de volgende criteria is bereikt: de gewenste tapwatertemperatuur wordt met 5 K overschreden. De ingestelde maximale nalooptijd is bereikt (parameter 08 ). Zonder pompnaloop (parameter 08:0 ). Adaptieve boilerverwarming (parameter 00:1 ) Bij de adaptieve boileropwarming wordt rekening gehouden met de snelheid waarmee de temperatuur van het tapwater toeneemt. Warmwaterboiler wordt koud (gewenste waarde 2,5 K, wijziging via parameter 04 ): De gemeenschappelijke gewenste aanvoertemperatuur wordt 20 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via parameter 06 ). Pomp aan: Direct inschakelen van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (parameter 07:1 ). Warmwaterboiler is warm: Gewenste waarde +2,5 K en Werkelijke tapwatertemperatuur aan sensor 2 > gewenste tapwatertemperatuur x factor voor uitschakeltijdstip (instelling via parameter 0D ) Boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem (parameter 00:3 ) Warmwaterboiler wordt koud (gewenste waarde 2,5 K, wijziging via parameter 04 ): De gemeenschappelijke gewenste aanvoertemperatuur wordt 20 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via parameter 06 ). De primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem schakelt in. De 3-wegmengklep opent en regelt op de ingestelde gewenste waarde. De circulatiepomp voor boilerverwarming schakelt zo lang (wordt kort in- en uitgeschakeld) tot de gewenste aanvoertemperatuur (gewenste tapwatertemperatuur + 5 K) is bereikt. Daarna loopt de circulatiepomp voor de boilerverwarming continu. Als tijdens het opwarmen de waarde lager wordt dan gewenst, draait de boilerlaadpomp voor de boileropwarming tijdelijk weer periodiek. Warmwaterboiler is warm: De regeling controleert of de verwarmingsketel na de boilerverwarming nog warmte moet leveren of dat de restwarmte van de verwarmingsketel naar de warmwaterboiler moet worden afgevoerd. De regeling legt het uitschakeltijdstip van de brander en de boilerlaadpomp vast, zodat na de boilerverwarming de gewenste tapwatertemperatuur niet essentieel wordt overschreden. Boilertemperatuurregeling met 2 boilertemperatuursensoren (parameter 00:2 ) De 1e boilertemperatuursensor geeft de boilerlaadpomp voor de boileropwarming vrij en wordt gebruikt voor het stoppen van de pompnaloop. Warmwaterboiler is warm: Eerste boilertemperatuursensor: Werkelijke waarde gewenste waarde en tweede boilertemperatuursensor Werkelijke waarde > gewenste waarde 1,5 K De gemeenschappelijke gewenste aanvoertemperatuur wordt teruggezet op de weersafhankelijke gewenste waarde. De circulatiepomp voor de boilerverwarming wordt bij volledig geopende 3-wegmengklep direct uitgeschakeld. of De circulatiepomp voor de boileropwarming wordt na een via parameter 08 in te stellen nalooptijd uitgeschakeld. Functies 135

136 Functiebeschrijving installatie Steekadapter externe veiligheidsinrichtingen (accessoire) Aansluiting van een steekadapter De steekadapter wordt door de regeling automatisch als KM-BUS-deelnemer herkend. De volgende externe veiligheidsinrichtingen kunnen volgens EN worden aangesloten: Laagwaterniveaubeveiliging Maximumdrukbegrenzer Minimumdrukbegrenzer Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer Externe regeluitschakeling van de brander Externe branderaanvraag (1e trap) B B B B D D D C 150 E X7 Ein TR Ein TR 150 E X3 Ein TR Ein TR 150 E X2 Ein TR Ein TR X8 150 F X1 Ein TR Ein TR STB STB STB STB N N N N X6 STB X4 STB X5 STB STB G A Afb. 30 H Functies A Aansluitruimte (onderste deel van de steekadapter) B Externe veiligheidsinrichtingen X1 Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer of Thermostaat X2 Minimum- of maximumpressostaat X3 Maximumdrukbegrenzer X7 Laagwaterniveaubeveiliging of Stekker abö van een 2e steekadapter C Extern inschakelen van de brander (1e trap/basisbelasting) De volgorde van de aansluitingen zoals weergegeven in de afbeelding aanhouden. Bij aansluiting van de externe beveiligingsinrichtingen de betreffende brug in de stekker abö verwijderen. Aansluiting van 2 steekadapters Afzonderlijke montagehandleiding D Externe regeluitschakeling E Stekker abö F Stekker abö van de regeling G Aansluiting voor kabel met stekker abö voor de regeling H Naar de schakelkast of meldinrichting Opmerking In elke bus X1, X2, X3 en X7 moet een stekker abö aangesloten zijn. In de tweede steekadapter is de volgorde van de aansluitingen vrij te kiezen. De aansluitingen in de eerste steekadapter uitvoeren zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk. 136

137 Functiebeschrijving installatie Steekadapter externe veiligheidsinrichtingen (vervolg) Draaischakelaarinstelling De draaischakelaar bevindt zich in het bovenste gedeelte van de steekadapter. Toestand bij levering: Stand 1 Eerste steekadapter: stand 1 Tweede steekadapter: stand 2 Uitbreiding EA1 (accessoire) Afb. 31 DE1 Digitale ingang 1 DE2 Digitale ingang 2 DE3 Digitale ingang 3 F1 Zekering 0 10V 0 tot 10-V-ingang fö fö A abj avg Netaansluiting Netaansluiting voor andere accessoires Algemene storingsmelding/toevoerpomp/ tapwatercirculatiepomp (spanningsloos) KM-BUS Digitale gegevensingangen DE1 tot DE3 De volgende functies kunnen als alternatief worden aangesloten: Externe omschakeling werkingsprogramma voor telkens één verwarmingscircuit Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmeldingsingang Extern opvragen met minimale aanvoertemperatuur. Storingsmeldingsingang Kortstondige werking van de circulatiepomp Externe contacten moeten potentiaalvrij zijn. Bij aansluiting moet aan de vereisten van veiligheidsklasse II worden voldaan: 8,0 mm lucht- en kruiptrajecten resp. 2,0 mm isolatiedikte tot actieve delen. Functies 137

138 Functiebeschrijving installatie Uitbreiding EA1 (accessoire) (vervolg) Functietoekenning van de ingangen De functie van de ingangen wordt via de parameters in de groep Alg. op de regeling van de verwarmingsketel geselecteerd: DE1: Parameter 42 DE2: Parameter 43 DE3: Parameter 44 Toekenning van de functie omschakeling werkingsprogramma aan de verwarmingscircuits De toekenning van de functie omschakeling werkingsprogramma voor het betreffende verwarmingscircuit wordt via parameter 20 in de groep V.circuit op de regeling van de verwarmingsketel geselecteerd: Omschakeling via ingang DE1: Parameter 20:1 Omschakeling via ingang DE2: Parameter 20:2 Omschakeling via ingang DE3: Parameter 20:3 De werking van de omschakeling van het werkingsprogramma wordt via parameter 1F in de groep V.circuit geselecteerd. De periode van de omschakeling wordt ingesteld via parameter 24 in de groep V.circuit. Looptijd circulatiepomp bij kortstondige werking De circulatiepomp wordt ingeschakeld door het sluiten van het contact op DE1, DE2 of DE3 via een toets. De looptijd wordt via parameter 47 in de groep Alg. ingesteld. Analoge ingang 0 10 V De 0 tot 10V-bijschakeling zorgt voor een extra gewenste aanvoertemperatuur: 0 1 V wordt als geen instelling voor gewenste aanvoertemperatuur beoordeeld. 1 V gewenste waarde 10 C 10 V gewenste waarde 100 C Tussen aardleiding en minpool van de lokale spanningsbron moet een galvanische scheiding gewaarborgd zijn. Uitgang abj De volgende functies kunnen op uitgang abj worden aangesloten: Toevoerpomp naar substation of Circulatiepomp of Storingsmeldinrichting Aanwijzingen bij circulatiepompen Circulatiepompen met zelfstandige functies direct op 230 V aansluiten. De functie van de uitgang abj wordt via parameter 41:0, 41:1 of 41:2 in groep Alg. gekozen. Aanwijzing voor de toevoerpomp Functie enkel mogelijk in combinatie met een via LON aangesloten verwarmingscircuitregeling. Functies 138

139 Uitbreiding AM1 (accessoire) Functiebeschrijving installatie Afb. 32 A1 A2 fö Circulatiepomp Circulatiepomp Netaansluiting fö A Netaansluiting voor andere accessoires avg KM-BUS Functies Op aansluiting A1 en A2 kan een van de volgende circulatiepompen worden aangesloten: CV-pomp voor verwarmingscircuit zonder mengklep Circulatiepomp voor de boilerverwarming Circulatiepomp Circulatiepompen met zelfstandige functies direct op 230 V aansluiten. Functietoekenning Functie Uitgang A1 Parameter (groep Alg. ) Uitgang A2 Circulatiepomp sk 31:0 32:0 (fabrieksinstelling) CV-pomp söa1 31:1 (fabrieksinstelling) 32:1 Circulatiepomp voor de boilerverwarming sa 31:2 32:2 Neutraliseringsinstallatie, rookgas/warmtewisselaar söa1 31:3 32:3 Verdelerpomp sl 31:4 32:4 Functies 139

140 Functiebeschrijving verwarmingsketel Functiebeschrijving verwarmingsketel Alle parameters van de volgende functies worden op de Vitotronic 100 ingesteld. Regeling van de ketelwatertemperatuur Korte beschrijving De regeling van de ketelwatertemperatuur vindt plaats modulatie van de brander. De gewenste waarde van de ketelwatertemperatuur wordt door de Vitotronic 300 aangegeven. Functies Regelbereikgrenzen onder Regeling van de ketelwatertemperatuur bij normale werking en ingeschakelde vorstbescherming is afhankelijk van de betreffende CV-ketel. Regelbereikgrenzen boven De bovenste regelbereikgrenzen worden door de instelling van de branderautomaat opgegeven. Regelingsverloop Verwarmingsketel wordt koud Als de ketelwatertemperatuur de gewenste ketelwatertemperatuur met het inschakeltemperatuurverschil onderschrijdt, wordt de brander ingeschakeld. De brander start zijn eigen bewakingsprogramma. Het inschakeltemperatuurverschil wordt in parameter 0C in groep Branderautomaat ingesteld. CV-ketel wordt warm Als de ketelwatertemperatuur de gewenste ketelwatertemperatuur met het uitschakeltemperatuurverschil overschrijdt, wordt de brander uitgeschakeld. Het uitschakeltemperatuurverschil wordt in parameter 0D in groep Branderautomaat ingesteld. Opmerking Afhankelijk van de extra schakelingen en stookwijze kan de branderinschakeling enkele minuten worden vertraagd. Functies 140

141 Vitotronic 300 Aansluit- en bedradingsschema's Overzicht Aanhangsel Afb. 33 A1 Printplaat uitbreiding verwarmingscircuit 2 en 3 met mengklep A2 Printplaat laagspanning A3 Printplaat 230 V~ A4 Netwerkmodule A5 Codeerstekker A6 Communicatiemodule LON A7 Netschakelaar A8 Bedieningsgedeelte X Elektrische interfaces 141

142 Aansluit- en bedradingsschema's Vitotronic 300 (vervolg) Printplaat 230 V Aanhangsel Afb. 34 söa1 sa sk CV-pomp voor verwarmingscircuit 1 zonder mengklep Of Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem Circulatiepomp voor de boilerverwarming Of Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem Circulatiepomp sl fö fa gö gsa1 Ketelcircuitpomp Of Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie Of Verdelerpomp Netaansluiting, 230 V/50 Hz Branderautomaat Groepsalarmmeldingsinrichting Motorsmoorklep verwarmingsketel Of Mengklep warmtewisselaarset 142

143 Aansluit- en bedradingsschema's Vitotronic 300 (vervolg) abö Externe veiligheidsinrichting verwarmingsketel aba Branderautomaat abh Netaansluiting voor accessoires Printplaat laagspanning F1 en F2 Zekering, T 6,3 A K1 tot K10 Relais S1 Netschakelaar X Elektrische interfaces Aanhangsel Afb. 35! Buitentemperatuursensor %A Boilertemperatuursensor Of Boilertemperatuursensor boven bij boilerlaadsysteem %B Boilertemperatuursensor onder bij boilerlaadsysteem )/? Aanvoertemperatuursensor gemeenschappelijke aanvoer ajb Temperatuursensor boilerlaadsysteem js CAN-BUS-deelnemer branderautomaat avd.1/avd.2 Extern blokkeren verwarmingsketel avd.2/avd.3 Extern verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste bijschakelen avg KM-BUS-deelnemer avh.2/avh.3 Externe aanvraag installatie Aansluiting voor gegevensuitwisseling Aansluiting voor gegevensuitwisseling X Elektrische interfaces 143

144 Aansluit- en bedradingsschema's Vitotronic 300 (vervolg) Printplaat uitbreiding tweede en derde verwarmingscircuit met mengklep Aanhangsel Afb. 36? Aanvoertemperatuursensoren sö CV-pompen fö Netaansluiting gs Mengklepmotoren K1-K6 Relais X Elektrische interfaces 144

145 Vitotronic 100 Aansluit- en bedradingsschema's Overzicht Aanhangsel Afb. 37 A2 Printplaat laagspanning A3 Printplaat 230 V~ A4 Netwerkmodule A5 Codeerstekker A6 Communicatiemodule LON A7 Netschakelaar A8 Bedieningsgedeelte X Elektrische interfaces 145

146 Aansluit- en bedradingsschema's Vitotronic 100 (vervolg) Printplaat 230 V Aanhangsel Afb. 38 sl fö fa gö gsa1 abö Ketelcircuitpomp Of Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie Netaansluiting, 230 V/50 Hz Branderautomaat Groepsalarmmeldingsinrichting Motorsmoorklep verwarmingsketel Externe veiligheidsinrichting verwarmingsketel aba Branderautomaat abh Netaansluiting voor accessoires F1 en F2 Zekering K1 tot K10 Relais S1 Netschakelaar X Elektrische interfaces 146

147 Aansluit- en bedradingsschema's Vitotronic 100 (vervolg) Printplaat laagspanning Aanhangsel Afb. 39 js CAN-BUS-deelnemer branderautomaat avd.1/avd.2 Extern blokkeren verwarmingsketel avd.2/avd.3 Extern verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste bijschakelen avg X KM-BUS-deelnemer Aansluiting voor gegevensuitwisseling Aansluiting voor gegevensuitwisseling Elektrische interfaces 147

148 Technische gegevens Technische gegevens Vitotronic 300 en Vitotronic 100 Aanhangsel Nominale spanning 230 V~ Nominale frequentie 50 Hz Nominale stroom 12 A~ Vermogensopname Beschermingsklasse Beschermingsgraad 16 W I IP20D conform EN door opbouw/inbouw garanderen Werkwijze Type 1B conform EN Toegestane omgevingstemperatuur Werking 0 tot +40 C Gebruik in woningen en verwarmingsruimtes (normale omgevingsvoorwaarden) Bij opslag en transport 20 tot +60 C Nominale belastbaarheid van de relaisuitgangen Stekker Component Nominale belastbaarheid söa1 Eén van de volgende circulatiepompen: CV-pomp voor verwarmingscircuit 1 zonder mengklep Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem 4(2) A, 230 V~ Vitotronic 300 Vitotronic 100 X X sö M2/M3 CV-pomp 4(2) A, 230 V~ X sa Eén van de volgende circulatiepompen: Circulatiepomp voor de boileropwarming Secundaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsysteem 4(2) A, 230 V~ X X sk Circulatiepomp 4(2) A, 230 V~ X fa Branderautomaat 6(3) A, 230 V~ X X sl Eén van de volgende circulatiepompen: Ketelcircuitpomp Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie 4(2) A, 230 V~ X X Verdelerpomp X gö Groepsalarmmeldingsinrichting 4(2) A, 230 V~ X X gsa1 Eén van de volgende functies: gs M2/M3 Motorsmoorklep verwarmingsketel X X 0,2 (0,1) A, 230 V~ Mengklep warmtewisselaarset X Mengklepmotor uitbreidingsset mengklep 0,2 (0,1) A, 230 V~ Totaal Max. 12 A, 230 V~ X X X 148

149 Index Index A Aansluit- en bedradingsschema Vitotronic Vitotronic Aansluitvoorbeelden LON Aanvoertemperatuursensor Actoren controleren...39 Adaptieve boilerverwarming Afsluitweerstand LON Autonoom regelingstype B Bedradingschema Vitotronic Vitotronic Boilerlaadsysteem...134, 135 Boilertemperatuurregeling Boilertemperatuursensor Boilervoorrangsschakeling Branderaanvraag extern Buitentemperatuur Buitentemperatuursensor...22, 123 C Centrale bediening Circulatiepomp Communicatiemodule LON monteren...17 Controleren Zekeringen CV-pomplogica D Deelnemerslijst CAN-BUS wissen Diagnose Draadloze buitentemperatuursensor...22 Draaischakelaar stekkeradapter E Eengezinswoning Elektrische aansluitingen, overzicht Elektronica-unit monteren Estrikdroging Extern blokkeren Installatie...27 Verwarmingsketel...27 Externe aanvraag gemeenschappelijke aanvoertemperatuur...29 Externe branderaanvraag Externe functies Installatie...27 Verwarmingscircuits Verwarmingsketel...26 Externe regeluitschakeling Externe regeluitschakeling van de brander Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten Extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne F Fouthistorie Functies...26 Regeling van de constante ketelwatertemperatuur Verwarmingscircuitregeling G Gemeenschappelijke aanvoertemperatuurregeling. 125 Gewenste gereduceerde kamertemperatuur Gewenste kamertemperatuur instellen Gewenste normale kamertemperatuur...39 Gewenste tapwatertemperatuur H Hoofdschakelaar Hoogefficiënte circulatiepompen I Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren Inbedrijfstellingsassistent Inclinatie stooklijn Installatiedynamiek mengklep Installatievoorbeelden Instelorganen K Kamertemperatuur Kamertemperatuursensor Ketelvolgorde instellen Korte beschrijving Boilertemperatuurregeling Regeling van de ketelwatertemperatuur Verwarmingscircuitregeling Korte opvraging...97 L Laagwaterniveaubeveiliging...31, 136 LAN-verbinding LON Aansluitvoorbeelden...31 Functietest...98 Regeling integreren...35 Verbinding maken LON-aansluitdoos LON-afsluitweerstand...32 LON-deelnemerscontrole LON-koppeling LON-verbindingskabel...32 LON-verbindingsstekker...32 M Maximumdrukbegrenzer Meldingsgeheugen Mengklepmotor Minimumdrukbegrenzer Minimumdrukschakelaar Minimumpressostaat

150 Index Index (vervolg) N Netaansluiting Netwerkmodule terugzetten terugzetten Niveau stooklijn Nominale belastbaarheid relaisuitgangen O Omschakeling werkingsprogramma...30 P Parallel schakelen van de ketel Parameter terugzetten Parameters Oproepen Pompen Beschikbare aansluitingen in het vloerverwarmingscircuit...24 naloop Printplaat 230 V~...20 Laagspanning...19, 26 Printplaten , 145 Productinformatie R Regeling Cascade van de ketelwatertemperatuur van de tapwaterverwarming Verwarmingscircuits Regeling in LON integreren...36 Regelingsstrategieën Condensatiestrategie Stookwaardestrategieën Regelingsverloop Boilertemperatuurregeling Regeling van de ketelwatertemperatuur Regeluitschakeling brander extern Relaistest Relaisuitgangen, nominale belastbaarheid Reparatie Rookgastemperatuursensor S Scheidingsinrichtingen Sensoren...21 Sequentieel regelingstype Serieel schakelen van de ketel Service-interface Servicemenu oproepen...95 verlaten Snelle afkoeling Snelle opwarming Spaarschakelingen Steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen Stekker abö stooklijn Stooklijn...38 Storingsgeheugen Storingsmeldingen met storingsindicatie zonder storingsindicatie Storingsmeldingsinrichting aansluiten...26 T Tapwateropwarming Technische gegevens Temperaturen opvragen Temperatuursensoren controleren Temperatuurverschil Therm-Control Thermostaat Tijdprogramma Kamerverwarming Tijdsprogramma Tapwateropwarming Toestelzekeringen controleren Trekontlasting...18 U Uitbreiding AM EA , 137 Uitbreiding EA Uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 aansluiten...21 monteren...17 Uitbreiding voor verwarmingscircuit met mengklep...19 V Veiligheidsinrichtingen Veiligheidstemperatuurbegrenzer Vereiste parameter Vitotronic Vitotronic Verhelpen van storingen Verhoging van de verlaagde kamertemperatuur Verkorting van de opwarmtijd Verlaagde kamertemperatuur, verhoging Verwarmingscircuitregeling Verwarmingsketel in de ketelvolgorde bijschakelen Vitosoft Vitosolic Vloerverwarmingscircuit Voorrangsschakeling Vorstbescherming Vorstbeschermingsfunctie W Wachtwoorden naar de fabrieksinstelling terugzetten wijzigen Werkingsgegevens...96 Werkingsgegevens opvragen...96 Werkingstoestanden opvragen... 96

151 Index Index (vervolg) WiFi activeren...99 Informatie WiFi-informatie Z Zekeringen Zonneregeling Zonneregelingsmodule

152 152 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 300 type CM1I Regeling voor de weersafhankelijke werking van een installatie met meerdere ketels Vitotronic 100 type CC1I Regeling

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1I Regeling voor de weersafhankelijke werking

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1I Regeling voor de weersafhankelijke werking Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 200 type CO1I Regeling voor de weersafhankelijke werking Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 8/2017 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Voor Vitodens 100-W en 111-W Kamertemperatuurregelaar 11/2015

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 300 type CM1E Regeling voor weersafhankelijke werking van een installatie met meerdere ketels Vitotronic 100 type CC1E Regeling voor

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en onderhoudshandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en onderhoudshandleiding VITOTRONIC 300 VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en onderhoudshandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 300 Type CM1I Regeling voor de weersafhankelijke werking van een installatie met meerdere ketels Vitotronic 100 Type CC1I Regeling voor

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 100 type CC1I Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur in een installatie met een ketel Regeling voor de werking

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 100 type CC1I Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur in een installatie met een ketel Regeling voor de werking

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de installateur. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de installateur. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Kamertemperatuurregelaar 2/2017 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1E Regeling voor weersafhankelijke werking

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de installateur. Vitotronic 200 type CO1E Regeling voor weersafhankelijke werking Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 200 type CO1E Regeling voor weersafhankelijke werking Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 5/2017 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 100 type CC1E Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur in een installatie met een ketel Regeling voor de werking

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Kamertemperatuurregelaar. voor de vakman. Kamertemperatuurregelaar Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Kamertemperatuurregelaar Kamertemperatuurregelaar Open Therm met digitale schakelklok Voor Vitodens 100-W en 111-W Kamertemperatuurregelaar 8/2015

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr ,

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr , Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Communicatiemodule Bestelnr. 7510 526, 7838 065 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de installateur. Functie-uitbreiding

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de installateur. Functie-uitbreiding Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Uitbreiding EA1 Functie-uitbreiding Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Calorimeter 2/2015 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger IU302-A20 voor Vitodens 100-W Kamertemperatuurregelaar

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. voor de vakman. Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. voor de vakman. Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-V Vitocell 300-W type EVA Extern verwarmde warmwaterboiler 130 en 200 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W 11/2013

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de installateur VIESMNN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling Divicon 4/2017 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTWIN GATEWAY. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTWIN GATEWAY. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotwin Gateway type BATI BATI/LON-gateway voor de aansluiting van Vitotwin 300-W op Vitocom 100, type LAN1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Handleiding voor de vakman VIESMANN Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Voor buiten geplaatste warmtepompen Best.nr. 7296 454 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Basisstation Voor de communicatie tussen de Vitotronic regeling en afstandsbedieningen en draadloze buitentemperatuursensor Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging gasbranderautomaat Type MPA51 door MPA5113 Vervanging gasbranderautomaat 1/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de installateur. Elektrisch verwarmingselement

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de installateur. Elektrisch verwarmingselement Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Elektrisch verwarmingselement 6 kw en 12 kw voor inbouw in warmwaterboiler Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Elektrisch verwarmingselement

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 12/2013 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vitotrol 100 type UTD Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok VITOTROL 100 5/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic als vervangingsregeling Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de vakman. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de vakman. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 10/2015 Bewaren a.u.b.! 2 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pompmodule PM1. voor de installateur. Pompmodule PM1

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pompmodule PM1. voor de installateur. Pompmodule PM1 Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Pompmodule PM1 Functieuitbreiding voor wandmontage voor de regeling van een circulatiepomp: Installaties met één ketel: Ketelcircuitpomp Installaties

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 2/2012 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200-RF. voor de installateur. Vitotrol 200-RF

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200-RF. voor de installateur. Vitotrol 200-RF Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotrol 200-RF Radiografische afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200-RF 7/2017

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 3/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor de verbinding van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor RF met een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de vakman. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de vakman. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 5/2015 Bewaren a.u.b.! 2 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de installateur. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Zonneregelingsmodule. voor de installateur. Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Zonneregelingsmodule type SM1 Voor wandmontage Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 7/2017 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur Aansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIESANN Vitocal -S type AWT(-)/AWT(-)-E/AWT(-)-E-AC.C0 tot C Warmtepomp-compacttoestel in split-uitvoering VITOCAL -S 7 0 NL 7/07 ewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3B, 6,6 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 1/2006 Na montage deze handleiding recycleren!

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Warmwaterboiler 390 l. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Warmwaterboiler 390 l. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-V type CVW Warmwaterboiler 390 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-V 6/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2C, 4,8 tot 35,0 kw HR-wandtoestel op gas Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 200-W 5/2010 Na montage deze handleiding recycl en!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pompmodule PM1. voor de installateur. Pompmodule PM1

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Pompmodule PM1. voor de installateur. Pompmodule PM1 Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Pompmodule PM1 Functieuitbreiding voor wandmontage voor de regeling van een circulatiepomp: Installaties met één ketel: Ketelcircuitpomp Installaties

Nadere informatie

voor de vakman Vitotrol 200-RF Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.!

voor de vakman Vitotrol 200-RF Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.! Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200-RF Radiografische afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200-RF 12/2015 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit VITOTROL 200 3/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 300 type CM3 HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 300 5/2015 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze

Nadere informatie

voor de vakman Vitotrol 300 RF Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.!

voor de vakman Vitotrol 300 RF Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.! Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 RF Afstandsbediening voor één, twee of drie verwarmingscircuits Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300 RF 12/2013 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRONIC 100. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 100

VIESMANN VITOTRONIC 100. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 100 VIESMANN VITOTRONIC 100 Elektronische ketelregeling Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel Map Vitotec, register 18 VITOTRONIC 100 Type KC4 Voor de werking met verhoogde

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreidingsmodule EM201. Veiligheidsvoorschriften. Aansprakelijkheid. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreidingsmodule EM201. Veiligheidsvoorschriften. Aansprakelijkheid. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsmodule EM201 voor Vitocom 200, type GP3 en LAN2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor aansluiting van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor aan een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Radiobasis

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Kamerthermostaat met twee digitale schakelklokken en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 065 VITOTROL

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1C Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2C, 45 en 60 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 200-W 1/2010 Na montage deze handleiding recyclen!

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 300. voor de vakman Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 Type WB3B, 4,2 tot 35,0 kw Gas-condensatieketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en vloeibaar gas VITODENS 300 12/2005 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTA-RF Kamerthermostaat met analoge schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 064 VITOTROL 100 2/2008

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E. voor de vakman. Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500, 2000 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E. voor de vakman. Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500, 2000 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E type SVPA Verwarmingswaterbuffer 1500, 2000 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E 3/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 300-K type MW1B Weersafhankelijke cascaderegeling Vironic 100 type GC1B en GC4B Ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 100 type HC1B Digitale ketelcircuitregeling Vironic 300-K type MW2B Weersafhankelijke, digitale cascaderegeling Geldigheidsverwijzing zie

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de vakman. Elektrisch verwarmingselement

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Elektrisch verwarmingselement. voor de vakman. Elektrisch verwarmingselement Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMNN Elektrisch verwarmingselement 6 kw en 12 kw voor inbouw in warmwaterboiler Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Elektrisch verwarmingselement 5/2015

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilatorbrander op gas voor Vitocrossal 300, type CT3B Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 2/2012 Na

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vironic 300-K Type MW1B Weersafhankelijke casaderegeling Vironic 100 Type GC1B en GC4B Ketelcircuitregeling Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Calorimeter. voor de gebruiker van de installatie. Calorimeter voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Bedieningshandleiding. Calorimeter. voor de gebruiker van de installatie. Calorimeter voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Calorimeter voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Calorimeter 2/2015 Bewaren aub! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 100 10/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTROL 100. voor de gebruiker van de installatie. Kamerthermostaat Type UTA-RF NL 2/2008 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Kamerthermostaat Type UTA-RF VITOTROL 100 2/2008 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaking. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaking. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA CO-bewaking voor aansluiting op verwarmingsketel op olie/gas Bestelnr.: 7499 330 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman. Vitotronic 300 type GW4B. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman. Vitotronic 300 type GW4B. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 300 type GW4B Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 300 9/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Rookgas/water-warmtewisselaar VITOTRANS 300 5588 604 B/fl 1/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/ Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset natural cooling Bestelnr. 7179 172 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens 100. 5588 587 B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens 100. 5588 587 B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN voor Vitodens 100 ANALOGE SCHAKELKLOK 03/2008 Bewaren a.u.b.! Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal 200, type CM2 en type CT2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIGNO 300-P. voor de vakman. Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoligno 300-P type VL3B Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIGNO 300-P 4/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Lamellenrooster Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie