VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1B Digitale ketelcircuitregeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1B Digitale ketelcircuitregeling"

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vitotronic 00 type GCB Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROIC 00 7/0 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door bevoegde installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften et bij de werkzaamheden op de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. iet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. ooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. Gasafsluitkraan sluiten. Ramen en deuren openzetten. Personen verwijderen uit de gevarenzone. Het energiebedrijf buiten het gebouw waarschuwen. Wat te doen bij een rookgaslucht Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. Installatie spanningsvrij schakelen. Open ramen en deuren (buiten). Deuren van woonverblijven sluiten. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen. Installatie beveiligen tegen opnieuw inschakelen. Bij gas als brandstof de gastoevoer afsluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen.

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften (vervolg) Herstelwerkzaamheden Opgelet! De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door orginele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Accessoires, en reserve-onderdelen Opgelet! Reserve-onderdelen en slijtende onderdelen die niet samen met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen de werking van de installatie nadelig beïnvloeden. Het monteren van niet-toegelaten onderdelen en het uitvoeren van niet-goedgekeurde wijzigingen en montages kunnen de veiligheid in gevaar brengen en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele reserve-onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde reserve-onderdelen gebruiken.

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagehandleiding Productinformatie... 7 Overzicht van de installatievoorbeelden... 7 Aanduidingen in de installatieschema's... 9 Installatievoorbeeld, ID: Installatievoorbeeld, ID: Installatievoorbeeld, ID: Installatievoorbeeld 4, ID: Installatievoorbeeld 5, ID: Installatievoorbeeld 6, ID: Installatievoorbeeld 7, ID: Installatievoorbeeld 8, ID: Installatievoorbeeld 9, ID: Uitbreiding van de installatie Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen Kabels invoeren en voorzien van trekontlasting... 7 Ketelcodeerstekker aansluiten... 7 Veiligheidstemperatuurbegrenzer omschakelen (indien nodig)... 7 Temperatuurregelaar omzetten (indien nodig)... 7 Sensoren aansluitensensoren aansluiten Pompen aansluiten Stelorganen aansluiten Meldinrichting voor algemene storingen aansluiten Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten Provisorische branderfunctie Extern blokkeren installatie met één ketel Extern omschakelen getrapte/modulerende brander... 8 Installatie met één ketel externe regeling aansluiten... 8 Installatie met meerdere ketels externe regeling aansluiten Wisselstroombrander aansluiten Draaistroombrander aansluiten... 0 etaansluiting etaansluiting in combinatie met Vitocrossal, type CT Voorste gedeelte regeling aanbrengen Regeling openen Servicehandleiding Inbedrijfstelling Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Codeeradressen aan de installatie-uitvoering aanpassen Actoren en sensoren controleren... Regeling in O integreren... Service-PI voor O-deelnemer invoeren... PI voor Vitocom 00 invoeren... 4 Service-opvraag Serviceniveau oproepen... 5 Serviceniveau verlaten... 5 Bedrijfsgegevens opvragen... 5 Korte opvraag... 5 Onderhoudsindicatie opvragen en terugzetten... 8 Storingen oplossen Storingsindicatie... 9 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling... Boilertemperatuurregeling Codering Codeerniveau oproepen Groep Algemeen Groep Ketel Groep Warm water Groep 4 Zonne-energie Codering Codeerniveau oproepen... 5 Groep Algemeen... 5 Groep Ketel Groep Warm water... 6 Groep 4 Zonne-energie Schema's Aansluiting en bedradingschema... 7 Onderdelen Ketelcodeerstekker Sensoren Stekkeradapter ext. veiligheidsinrichtingen, bestelnr Uitbreiding EA Bijluchtinrichting Vitoair, bestelnr ,

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Onderdelenlijst Technische gegevens Index

7 Montagehandleiding Productinformatie Dit document beschrijft de Vitotronic 00 voor de volgende toepassingen: Gebruik in een installatie met één ketel Gebruik in een installatie met meerdere ketels en een bovenliggende externe regeling Voor installaties met meerdere ketels en met Vitotronic 00-K is deze handleiding niet nodig. Overzicht van de installatievoorbeelden Verwarmingsketel Kenmerken Pagin a Installaties met één ketel Vitoplex, Vitorond Therm-Control 0 Vitoplex, Vitomax, Bijmengpomp en -weg-mengklep voor 5 Vitorond de retourtemperatuurverhoging Vitocrossal Meerdere verwarmingscircuits en een lagetemperatuur-verwarmingscircuit 0 Installaties met meerdere ketels 4 Vitoplex, Vitorond Therm-Control 5 5 Vitomax, Vitoplex, Bijmengpomp voor elke verwarmingsketel Vitorond voor de retourtemperatuurverhoging 6 Vitomax,Vitoplex, Vitorond -weg-mengklep voor de retourtemperatuurverhoging 7 7 Vitocrossal, Vitoplex, Vitorond 8 Vitocrossal, Vitomax, Vitoplex, Vitorond 9 Vitocrossal, Vitomax, Vitoplex, Vitorond Meerdere verwarmingscircuits en een lagetemperatuur-verwarmingscircuit, Therm-Control Meerdere verwarmingscircuits en een lagetemperatuur-verwarmingscircuit en lagetemperatuurketel met bijmengpomp Meerdere verwarmingscircuits en een lagetemperatuur-verwarmingscircuit en een lagetemperatuurketel met -wegmengklep en ketelcircuitpomp Montage 7

8 Montagehandleiding Overzicht van de installatievoorbeelden (vervolg) De installatievoorbeelden zijn slechts aanbevelingen en moeten door de installateur op volledigheid en correcte werking worden gecontroleerd. De verwarmingscircuits moeten extern geregeld worden. Draaistroomverbruikers moeten via extra vermogensrelais worden aangesloten. Bij installaties met meerdere ketels moet de cascade- en boilertemperatuurregeling via een bovenliggende externe regeling plaatsvinden. Bij installaties met meerdere ketels moeten de vereiste coderingen op elke Vitotronic 00 worden ingesteld. Installaties met één ketel op bovenliggende externe regeling aansluiten, zie pagina 8. Installaties met meerdere ketels op bovenliggende externe regeling aansluiten, zie pagina 89. 8

9 9 /5M /8 /5 /5Sol 6/S / X /5M / qe 4 ee rr qq qr qw 8 9 / qe M 5M 5M (5Sol) (6) M,4 5 M M M M M M M,4 5 /5 qq Montagehandleiding Aanduidingen in de installatieschema's Montage

10 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: Installatie met één ketel: verwarmingsketel met Therm-Control Hydraulisch installatieschema WW --/-- --/5A-- --// /7A-- KW 0 --5A-- --KM-bus-- --7A-- --/ V

11 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel Vitotronic 00, type GCB Keteltemperatuursensor KTS 5 Temperatuursensor Therm-Control tp etschakelaar qp Warmwaterboiler qq Boilertemperatuursensor STS qw Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB qe Verwarmingscircuits Accessoires verwarmingsketels ep Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen eq Minimumdrukbegrenzer SDB ew Maximumdrukbegrenzer SDB ee Waterniveaubegrenzer (laagwaterniveaubeveiliging) WB et Rookgastemperatuursensor AGS Externe bijschakelingen (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina 8): rr Externe vraag, lastafhankelijk rt Extern omschakelen getrapte/modulerende brander rz Externe aanvraag tweede brandertrap ru Externe aanvraag eerste brandertrap Accessoires installatie wi Hulprelais wo ageschakelde verwarmingscircuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep Dicht er Verzamelstoringsmelder S rp Uitbreiding EA rq analoge ingang (0 0 V): Instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur rw digitale ingangen: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Ingang storingsmeldingen re schakeluitgang (potentiaalvrij wisselcontact): Aansturing toevoerpomp naar een substation ri Vitocom 00 Montage

12 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Pos. ro tq Aanduiding KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers Communicatiemodule O naar communicatie met de volgende onderdelen: Externe regeling Vitocom 00 en 00 Vitogate 00, type EIB Elektrisch installatieschema P P SDB SDB WB V / 50 Hz V / 50 Hz S 4 0 A 5 A M ~ UPSB 8

13 aagspanning STS O AGS T 5 / KTS 5B 5A 7B 7A A V DE 45 4 DE 4 DE KM-bus S P Ö 4 4 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Montage

14 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Bedradingschema Sluiten van nageschakelde mengkleppen via temperatuursensor Therm Control in verwarmingsinstallaties met verwarmingscircuitregelingen die niet via O op de ketelcircuitregeling worden aangesloten. A 0 K... n Vereiste codering Groep Functie 0d: Ketel Temperatuursensor Therm-Control beïnvloedt de mengkleppen van nageschakelde verwarmingscircuits. 4C: Algemeen Aansluiting op stekker sö beïnvloedt de mengkleppen van nageschakelde verwarmingscircuits. 4

15 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: Installatie met één ketel: verwarmingsketel met bijmengpomp en -weg-mengklep voor de retourtemperatuurverhoging Hydraulisch installatieschema WW --/ /5A /7B-- --/ //-- --/7A /5A-- KW 0 --5A-- --KM-bus-- --7A-- --/-- --7B V A Montage 5

16 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel Vitotronic 00, type GCB Keteltemperatuursensor KTS 5 Bijmengpomp (door installateur te verzorgen) 6 -weg-mengklep 7 Temperatuursensor T 8 Temperatuursensor T tp etschakelaar qp Warmwaterboiler qq Boilertemperatuursensor STS qw Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB qe Verwarmingscircuits Accessoires verwarmingsketels ep Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen eq Minimumdrukbegrenzer SDB ew Maximumdrukbegrenzer SDB ee Waterniveaubegrenzer (laagwaterniveaubeveiliging) WB et Rookgastemperatuursensor AGS Externe bijschakelingen (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina 8): rr Externe vraag, lastafhankelijk rt Extern omschakelen getrapte/modulerende brander rz Externe aanvraag tweede brandertrap ru Externe aanvraag eerste brandertrap Accessoires installatie er Verzamelstoringsmelder S rp Uitbreiding EA rq analoge ingang (0 0 V): Instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur rw digitale ingangen: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Ingang storingsmeldingen re schakeluitgang (potentiaalvrij wisselcontact): Aansturing toevoerpomp naar een substation ri Vitocom 00 6

17 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Pos. ro tq Aanduiding KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers Communicatiemodule O naar communicatie met de volgende onderdelen: Externe regeling Vitocom 00 en 00 Vitogate 00, type EIB Elektrisch installatieschema P P SDB SDB WB Montage V / 50 Hz M ~ 0 V / 50 Hz S 4 BP 5 0 A 5 A M ~ 6 M ~ UPSB 8 7

18 8 aagspanning AGS 4 9 T / KTS 5B 5A 7B 7A O A V DE 45 4 DE 4 DE KM-bus 4 T 7 STS 5 4 S P Ö 4 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg)

19 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Vereiste codering Groep Functie 0C: Ketel Permanente retourtemperatuurregeling Montage 9

20 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: Installatie met één ketel Vitocrossal Hydraulisch installatieschema WW --/-- --/5A-- --//-- KW A V KM-bus-- --/-- 0

21 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel Vitotronic 00, type GCB Keteltemperatuursensor KTS 5 eutraliseringinstallatie tp etschakelaar qp Warmwaterboiler qq Boilertemperatuursensor STS qw Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB qe Verwarmingscircuits Accessoires verwarmingsketels ep Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen eq Minimumdrukbegrenzer SDB ew Maximumdrukbegrenzer SDB ee Waterniveaubegrenzer (laagwaterniveaubeveiliging) WB Externe bijschakelingen (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina 8): rr Externe vraag, lastafhankelijk rt Extern omschakelen getrapte/modulerende brander rz Externe aanvraag tweede brandertrap ru Externe aanvraag eerste brandertrap Accessoires installatie er Verzamelstoringsmelder S rp Uitbreiding EA rq analoge ingang (0 0 V): Instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur rw digitale ingangen: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Ingang storingsmeldingen re schakeluitgang (potentiaalvrij wisselcontact): Aansturing toevoerpomp naar een substation ri Vitocom 00 ro KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers tq Communicatiemodule O voor communicatie met externe cascaderegeling Montage

22 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Elektrisch installatieschema P P SDB SDB WB V / 50 Hz V / 50 Hz S 4 0 A 5 A M ~ UPSB 8

23 aagspanning STS / KTS 5B 5A 7B 7A O A V DE 45 4 DE 4 DE KM-BUS 4 4 S P Ö 4 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Montage

24 Montagehandleiding Installatievoorbeeld, ID: (vervolg) Vereiste codering Groep Functie 0C:0 Ketel Zonder temperatuursensor Therm-Control. 4

25 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 4, ID: Installatie met meerdere ketels: verwarmingsketel met Therm- Control Hydraulisch installatieschema WW 5 --/5A-- --0/5A // /7A-- --0//-- --0/7A-- KW A-- --/ V-- --5A-- --7A-- --/ V-- --5A-- 0 Montage 5

26 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 4, ID: (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel I Vitotronic 00, type GCB Keteltemperatuursensor KTS 4 Temperatuursensor Therm-Control 5 Motorsmoorklep 6 Toevoertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) tp etschakelaar 9 Verwarmingsketel II qp Vitotronic 00, type GCB qq Keteltemperatuursensor KTS qw Temperatuursensor Therm-Control qe Motorsmoorklep tp etschakelaar qr Warmwaterboiler qt Boilertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) qz Circuitpomp voor de boilerverwarming (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) qi Verwarmingscircuits Accessoires verwarmingsketels ep Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen eq Minimumdrukbegrenzer SDB ew Maximumdrukbegrenzer SDB ee Waterniveaubegrenzer (laagwaterniveaubeveiliging) WB et Rookgastemperatuursensor AGS Externe bijschakelingen (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina 8): rr Ketelvrijgave, smoorklep open/dicht rt Extern omschakelen getrapte/modulerende brander rz Externe aanvraag tweede brandertrap ru Externe aanvraag eerste brandertrap Accessoires installatie er Verzamelstoringsmelder S rp Uitbreiding EA rq analoge ingang (0 0 V): Instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur en ketelvrijgave 6

27 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 4, ID: (vervolg) Pos. Aanduiding rw digitale ingangen: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Ingang storingsmeldingen re schakeluitgang (potentiaalvrij wisselcontact): Aansturing toevoerpomp naar een substation ri Vitocom 00 ro KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers tq Communicatiemodule O voor communicatie met externe cascaderegeling Montage 7

28 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 4, ID: (vervolg) Elektrisch installatieschema / / P P SDB SDB WB V / 50 Hz V / 50 Hz S 4 0 A 5 A M ~ 5 / 8 8

29 9 aagspanning O AGS T / KTS 5B 5A 7B 7A A V DE 45 4 DE 4 DE KM-BUS / / 0 / 0 / 5 S P Ö 4 4 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 4, ID: (vervolg) Montage

30 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 4, ID: (vervolg) Vereiste codering Groep Functie 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via O 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via 0 0 V-ingang of schakelcontacten 0

31 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 5, ID: Installatie met meerdere ketels: elke verwarmingsketel met bijmengpomp voor de retourtemperatuurverhoging Hydraulisch installatieschema 0 6 WW 7 --/5A-- --/ /7B /5A-- --/ /7B-- --//-- --/7A-- --// /7A-- 9 KW 8 --7A-- --/-- --7B-- --7A-- --/-- --7B V-- --5A V-- --5A Montage

32 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 5, ID: (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel I Vitotronic 00, type GCB Keteltemperatuursensor KTS 6 Toevoertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) 7 Motorsmoorklep 8 Temperatuursensor T 9 Bijmengpomp (door installateur te verzorgen) qp Temperatuursensor T tp etschakelaar qq Verwarmingsketel II qw Vitotronic 00, type GCB qe Keteltemperatuursensor KTS qr Motorsmoorklep qt Temperatuursensor T qz Bijmengpomp (door installateur te verzorgen) qu Temperatuursensor T tp etschakelaar qi Warmwaterboiler qo Boilertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) wp Circuitpomp voor de boilerverwarming (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) ww Verwarmingscircuits Accessoires verwarmingsketels ep Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen eq Minimumdrukbegrenzer SDB ew Maximumdrukbegrenzer SDB ee Waterniveaubegrenzer (laagwaterniveaubeveiliging) WB er Verzamelstoringsmelder S et Rookgastemperatuursensor AGS Externe bijschakelingen (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina 8): rr Ketelvrijgave, smoorklep open/dicht rt Extern omschakelen getrapte/modulerende brander rz Externe aanvraag tweede brandertrap ru Externe aanvraag eerste brandertrap Accessoires installatie er Verzamelstoringsmelder S

33 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 5, ID: (vervolg) Pos. Aanduiding rp Uitbreiding EA rq analoge ingang (0 0 V): Instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur en ketelvrijgave rw digitale ingangen: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Ingang storingsmeldingen re schakeluitgang (potentiaalvrij wisselcontact): Aansturing toevoerpomp naar een substation ri Vitocom 00 ro KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers tq Communicatiemodule O voor communicatie met externe cascaderegeling Montage

34 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 5, ID: (vervolg) Elektrisch installatieschema / / P P SDB SDB WB V / 50 Hz M ~ 0 V / 50 Hz BP S 4 9 / 6 0 A 5 A M ~ 7 / 4 8 4

35 5 aagspanning AGS 4 9 T / KTS 5B 5A 7B 7A 5 T / 8 5 / 0 7 / / O A V DE 45 4 DE 4 DE KM-bus S P Ö 4 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 5, ID: (vervolg) Montage

36 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 5, ID: (vervolg) Vereiste codering Groep Functie 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via O 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via 0 0 V-ingang of schakelcontacten 6

37 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 6, ID: Installatie met meerdere ketels: elke verwarmingsketel met ketelcircuitpomp en -weg-mengklep voor de retourtemperatuurverhoging Hydraulisch installatieschema WW 9 --/ /5A /9-- --/5A-- --//-- --/7A //-- --/7A KW A-- --/ V-- --5A A-- --/ V-- --5A Montage 7

38 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 6, ID: (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel I Vitotronic 00, type GCB Keteltemperatuursensor KTS 6 Toevoertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) 7 -weg-mengklep 8 Temperatuursensor T 9 Ketelcircuitpomp (installateur) tp etschakelaar qp Verwarmingsketel II qq Vitotronic 00, type GCB qw Keteltemperatuursensor KTS qe -weg-mengklep qr Temperatuursensor T qt Ketelcircuitpomp (installateur) tp etschakelaar qz Warmwaterboiler qu Boilertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) qi Circuitpomp voor de boilerverwarming (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) wp Verwarmingscircuits Accessoires verwarmingsketels ep Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen eq Minimumdrukbegrenzer SDB ew Maximumdrukbegrenzer SDB ee Waterniveaubegrenzer (laagwaterniveaubeveiliging) WB et Rookgastemperatuursensor AGS Externe bijschakelingen (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina 8): rr Ketelvrijgave, -weg-mengklep, regelwerking/dicht rt Extern omschakelen getrapte/modulerende brander rz Externe aanvraag tweede brandertrap ru Externe aanvraag eerste brandertrap Accessoires installatie er Verzamelstoringsmelder S rp Uitbreiding EA rq analoge ingang (0 0 V): Instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur en ketelvrijgave 8

39 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 6, ID: (vervolg) Pos. Aanduiding rw digitale ingangen: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Ingang storingsmeldingen re schakeluitgang (potentiaalvrij wisselcontact): Aansturing toevoerpomp naar een substation ri Vitocom 00 ro KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers tq Communicatiemodule O voor communicatie met externe cascaderegeling Montage 9

40 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 6, ID: (vervolg) Elektrisch installatieschema / / P P SDB SDB WB V / 50 Hz M ~ 0 V / 50 Hz KKP S 4 9 / 5 0 A 5 A M ~ 7 / 8 40

41 4 aagspanning AGS 4 9 T / KTS 5B 5A 7B 7A O A V DE 45 4 DE 4 DE KM-bus / / / 4 S P Ö 4 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 6, ID: (vervolg) Montage

42 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 6, ID: (vervolg) Vereiste codering Groep Functie 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via O 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via 0 0 V-ingang of schakelcontacten 0C: Ketel Permanente retourtemperatuurregeling 4d: Algemeen Ketelcircuitpomp op stekker s. 4

43 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 7, ID: Installatie met meerdere ketels: Vitocrossal en Vitoplex of Vitorond met Therm-Control (met een lagetemperatuur-verwarmingscircuit) Hydraulisch installatieschema 0 4 WW 6 --0/5A-- --//-- --0//-- -0/7A- 5 KW V-- --/-- --7A-- --/ V-- --5A-- 0 Montage 4

44 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 7, ID: (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel I Vitotronic 00, type GCB Keteltemperatuursensor KTS 4 Toevoertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) 7 eutraliseringinstallatie tp etschakelaar 9 Verwarmingsketel II qp Vitotronic 00, type GCB qq Keteltemperatuursensor KTS qw Motorsmoorklep qe Temperatuursensor Therm-Control tp etschakelaar qr Warmwaterboiler qt Boilertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) qz Circuitpomp voor de boilerverwarming (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) wp Verwarmingscircuit wq agetemperatuur-verwarmingscircuit Accessoires verwarmingsketels ep Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen eq Minimumdrukbegrenzer SDB ew Maximumdrukbegrenzer SDB ee Waterniveaubegrenzer (laagwaterniveaubeveiliging) WB et Rookgastemperatuursensor AGS (niet bij Vitocrossal) Externe bijschakelingen (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina 8): rr Ketelvrijgave, smoorklep open/dicht rt Extern omschakelen getrapte/modulerende brander rz Externe aanvraag tweede brandertrap ru Externe aanvraag eerste brandertrap Accessoires installatie er Verzamelstoringsmelder S rp Uitbreiding EA rq analoge ingang (0 0 V): Instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur en ketelvrijgave 44

45 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 7, ID: (vervolg) Pos. Aanduiding rw digitale ingangen: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Ingang storingsmeldingen re schakeluitgang (potentiaalvrij wisselcontact): Aansturing toevoerpomp naar een substation ri Vitocom 00 ro KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers tq Communicatiemodule O voor communicatie met externe cascaderegeling Montage 45

46 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 7, ID: (vervolg) Elektrisch installatieschema / / P P SDB SDB WB V / 50 Hz V / 50 Hz S 4 0 A 5 A M ~ 8 46

47 47 aagspanning AGS 4 9 T / KTS 5B 5A 7B 7A / / O A V DE 45 4 DE 4 DE KM-bus S P Ö 4 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 7, ID: (vervolg) Montage

48 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 7, ID: (vervolg) Vereiste codering Groep Functie 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via O 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via 0 0 V-ingang of schakelcontacten 0d:0 Ketel Alleen bij Vitotronic 00 voor Vitocrossal: Zonder Therm-Control. 48

49 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 8, ID: Installatie met meerdere ketels: Vitocrossal lagetemperatuurketels met bijmengpomp voor retourtemperatuurverhoging (met een lagetemperatuur-verwarmingscircuit) Hydraulisch installatieschema 0 4 WW 8 --0/5A / /7B-- --//-- --0//-- --0/7A-- 7 KW V-- --/-- --7A-- --7B-- --/ V-- --5A Montage 49

50 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 8, ID: (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel I Vitotronic 00, type GCB Keteltemperatuursensor KTS 4 Toevoertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) 7 eutraliseringinstallatie tp etschakelaar 9 Verwarmingsketel II qp Vitotronic 00, type GCB qq Keteltemperatuursensor KTS qw Temperatuursensor T qe Temperatuursensor T qr Motorsmoorklep qt Bijmengpomp (door installateur te verzorgen) tp etschakelaar qz Warmwaterboiler qu Boilertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) qi Circuitpomp voor de boilerverwarming (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) wp Verwarmingscircuit wq agetemperatuur-verwarmingscircuit Accessoires verwarmingsketels ep Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen eq Minimumdrukbegrenzer SDB ew Maximumdrukbegrenzer SDB ee Waterniveaubegrenzer (laagwaterniveaubeveiliging) WB et Rookgastemperatuursensor AGS (niet bij Vitocrossal) Externe bijschakelingen (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina 8): rr Ketelvrijgave, smoorklep open/dicht rt Extern omschakelen getrapte/modulerende brander rz Externe aanvraag tweede brandertrap ru Externe aanvraag eerste brandertrap Accessoires installatie er Verzamelstoringsmelder S rp Uitbreiding EA rq analoge ingang (0 0 V): Instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur en ketelvrijgave 50

51 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 8, ID: (vervolg) Pos. Aanduiding rw digitale ingangen: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Ingang storingsmeldingen re schakeluitgang (potentiaalvrij wisselcontact): Aansturing toevoerpomp naar een substation ri Vitocom 00 ro KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers tq Communicatiemodule O voor communicatie met externe cascaderegeling Montage 5

52 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 8, ID: (vervolg) Elektrisch installatieschema / / P P SDB SDB WB V / 50 Hz M ~ 0 V / 50 Hz S 4 BP 5 0 A 5 A M ~ 4 8 5

53 5 aagspanning AGS 4 9 T / KTS 5B 5A 7B 7A 5 T / 0 / O A V DE 45 4 DE 4 DE KM-bus S P Ö 4 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 8, ID: (vervolg) Montage

54 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 8, ID: (vervolg) Vereiste codering Groep Functie 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via O 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via 0 0 V-ingang of schakelcontacten 0d:0 Ketel Alleen bij Vitotronic 00 voor Vitocrossal: Zonder Therm-Control. 54

55 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 9, ID: Installatie met meerdere ketels: Vitocrossal en lagetemperatuurverwarmingsketels met -weg-mengklep en ketelcircuitpomp (met een lagetemperatuur-verwarmingscircuit) Hydraulisch installatieschema 0 4 WW 7 --0/ /5A-- --//-- --0//-- --0/7A KW V-- --/-- --7A-- --/ V-- --5A Montage 55

56 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 9, ID: (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel I Vitotronic 00, type GCB Keteltemperatuursensor KTS 4 Toevoertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) 7 eutraliseringinstallatie tp etschakelaar 9 Verwarmingsketel II qp Vitotronic 00, type GCB qq Keteltemperatuursensor KTS qw Ketelcircuitpomp qe -weg-mengklep qr Temperatuursensor T tp etschakelaar qt Warmwaterboiler qz Boilertemperatuursensor (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) qu Circuitpomp voor de boilerverwarming (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina) wp Verwarmingscircuit wq agetemperatuur-verwarmingscircuit Accessoires verwarmingsketels ep Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen eq Minimumdrukbegrenzer SDB ew Maximumdrukbegrenzer SDB ee Waterniveaubegrenzer (laagwaterniveaubeveiliging) WB et Rookgastemperatuursensor AGS (niet bij Vitocrossal) Externe bijschakelingen (aansluiting op bovenliggende externe regeling, zie pagina 8): rr Ketelvrijgave, regelwerking/dicht rt Extern omschakelen getrapte/modulerende brander rz Externe aanvraag tweede brandertrap ru Externe aanvraag eerste brandertrap Accessoires installatie er Verzamelstoringsmelder S rp Uitbreiding EA rq analoge ingang (0 0 V): Instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur en ketelvrijgave 56

57 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 9, ID: (vervolg) Pos. Aanduiding rw digitale ingangen: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Ingang storingsmeldingen re schakeluitgang (potentiaalvrij wisselcontact): Aansturing toevoerpomp naar een substation ri Vitocom 00 ro KM-BUS-verdeler, bij meerdere KM-BUS-deelnemers tq Communicatiemodule O voor communicatie met externe cascaderegeling Montage 57

58 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 9, ID: (vervolg) Elektrisch installatieschema / / P P SDB SDB WB V / 50 Hz M ~ 0 V / 50 Hz S 4 0 A 5 A M ~ 8 58

59 59 aagspanning AGS 4 9 T 4 / KTS 5B 5A 7B 7A / / O A V DE 45 4 DE 4 DE KM-bus S P Ö 4 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 9, ID: (vervolg) Montage

60 Montagehandleiding Installatievoorbeeld 9, ID: (vervolg) Vereiste codering Groep Functie 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via O 0: Ketel Installatie met meerdere ketels met externe cascaderegeling via 0 0 V-ingang of schakelcontacten 0C: Ketel Alleen bij Vitotronic 00 voor lagetemperatuur-verwarmingsketel: Permanente retourtemperatuurregeling 0d:0 Ketel Alleen bij Vitotronic 00 voor Vitocrossal: Zonder Therm-Control. 4d: Algemeen Alleen bij Vitotronic 00 voor lagetemperatuurketel: Ketelcircuitpomp op stekker s. Uitbreiding van de installatie Tapwateropwarming met boilerlaadsysteem, ID: Alleen in combinatie met installaties met één ketel. In installaties met tijdelijk grote warmwaterbehoefte en groot boilervolume met tijdsintervallen voor het aftappen. 60

61 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) WW 6 -/- -/5A- 4 KW 8 --/5A /5B /7B V A-- --0A-- --7B-- --5A-- --/0A-- --5B-- Montage Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel Vitotronic 00, type GCB HydroTap (warmtewisselaarset) 4 -weg-mengklep (leveringsomvang menggroep, accessoires voor Hydro- Tap) 5 Primaire pomp boilerlaadsysteem 6 Secundaire pomp in het boilerlaadsysteem UPSB 7 Temperatuursensor (leveringsomvang menggroep, accessoires voor Hydro- Tap) 8 Warmwaterboiler 9 Boilertemperatuursensor STS, onder (leveringsomvang menggroep, accessoires voor HydroTap) qp Boilertemperatuursensor STS, boven (accessoires regeling) qq Tapwatercirculatiepomp ZP (door installateur te voorzien) 6

62 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) Elektrisch installatieschema Basis-P M M 0 V/ 50 Hz 0 V/ 50 Hz 9 0 A M M M ~ 5 5 A M M ~ 4 M M ~ UPSB 6 8 M M ~ ZP aagspanning 7B 7A 5B 5A STS 9 STS 0 /

63 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) Vereiste codering Groep Functie 4C: Algemeen Aansluiting primaire pomp op stekker sö A. 4E: Algemeen Aansluiting motor voor -weg-mengklep op stekker gs A. 55: Warm water Boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem. 6A: Warm water Alleen bij warmtewisselaarset Vitotrans, 40 kw: looptijd stelaandrijving mengklep s. In combinatie met bijmengpomp voor de retourtemperatuurregeling 9 9 M ~ Sensoringang ajb wordt voor de regeling van de Vitotrans gebruikt. De bijmengpomp moet daarom door een aparte temperatuurregelaar worden geschakeld. Vereiste codering: 4d: in groep Algemeen. Montage E Aansluitdoos (door installateur te voorzien) F Bijmengpomp G Temperatuurregelaar, bestelnr. Z In combinatie met installatievoorbeeld Voor de regeling van de Vitotrans moet een aparte Vitotronic 00-H worden gebruikt. De ketelcircuitregeling werkt op de permanente retourtemperatuurregeling (zie codeeradres 4E in groep Algemeen ). 6

64 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) Installatie met rookgas-/waterwarmtewisselaar Installatie met rookgas-/waterwarmtewisselaar, met bijmengpomp, ID: Hydraulisch installatieschema WW KW Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel I Bijmengpomp Motorsmoorklep 7 Verwarmingsketel II 8 Bijmengpomp 9 Motorsmoorklep 4 Vitotrans 00 I 5 Circulatiepomp 6 Motorsmoorklep 64

65 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) Pos. qp qq qw qe qr Aanduiding Vitotrans 00 II Circulatiepomp Motorsmoorklep agetemperatuur-verwarmingscircuit Hulprelais Bedradingschema Aansluiting circulatiepomp en motorsmoorklep van de rookgas-/waterwarmtewisselaar Bij een stroomverbruik van de circulatiepomp van meer dan A hulprelais gebruiken. Opmerking De bijmengpomp en motorsmoorklep worden op de desbetreffende Vitotronic 00 aangesloten. Als de aansluiting op stekker söa reeds bezet is, voert u de aansluiting uit op uitbreiding AM (accessoires) (zie pagina 68). Montage 0 0 A K6 qr M ~ M ~ 5 / qq 6 / qw Vereiste codering op elke Vitotronic 00 Groep Functie 4C: Algemeen Aansluiting circulatiepomp rookgas-/waterwarmtewisselaar op stekker söa. 65

66 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) Installatie met rookgas-/waterwarmtewisselaar, met ketelcircuitpomp, ID: Hydraulisch installatieschema WW KW Benodigde apparaten Pos. Aanduiding Verwarmingsketel I Ketelcircuitpomp -weg-mengklep 7 Verwarmingsketel II 8 Ketelcircuitpomp 9 -weg-mengklep 4 Vitotrans 00 I 5 Circulatiepomp 6 Motorsmoorklep qp Vitotrans 00 II qq Circulatiepomp qw Motorsmoorklep 66

67 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) Pos. qe qr Aanduiding agetemperatuur-verwarmingscircuit Hulprelais Bedradingschema Aansluiting circulatiepomp en motorsmoorklep van de rookgas-/waterwarmtewisselaar Bij een stroomverbruik van de circulatiepomp van meer dan A hulprelais gebruiken. 0 0 A Opmerking De ketelcircuitpomp en -weg-mengklep worden op de desbetreffende Vitotronic 00 aangesloten. Als de aansluiting op stekker söa reeds bezet is, voert u de aansluiting uit op uitbreiding AM (accessoires) (zie pagina 68). Montage K6 qr M ~ M ~ 5 / qq 6 / qw Vereiste codering op elke Vitotronic 00 Groep Functie 0C: Ketel Permanente retourtemperatuurregeling 4C: Algemeen Aansluiting circulatiepomp rookgas-/waterwarmtewisselaar op stekker söa. 4d: Algemeen Aansluiting ketelcircuitpomp op stekker s. 67

68 Montagehandleiding Uitbreiding van de installatie (vervolg) Installatie-uitvoeringen waarvan de uitgang söa reeds als schakelcontact wordt gebruikt Uitbreiding AM A (accessoires) gebruiken. Bij een stroomverbruik van de circulatiepomp van meer dan A hulprelais gebruiken. A [] A [] A f-]a sösask sösask?m?m?m fö M? 0 V/ 50 Hz? M K6 qr M ~ M ~ 5 / qq 6 / qw ominale stroom 4() A~ Aanbevolen aansluitkabel H05VV-FG 0,75 mm of H05R-FG 0,75 mm Vereiste codering op elke Vitotronic 00 Groep Functie : Algemeen Functie uitgang A op uitbreiding AM: circulatiepomp rookgas-/waterwarmtewisselaar. 68

69 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen Opmerking Bij aansluiting van de stekkers avd, avh en sa moeten de afzonderlijke aders van de kabels dichtbij de klemmen worden gebundeld. Dat verhindert dat de aders in het spanningsbereik ernaast komen. Montage / 5 A 5 B 7 A 7 B A 0 A Basisprintplaat laagspanning Keteltemperatuursensor %A Boilertemperatuursensor %B. Boilertemperatuursensor bij boilerlaadsysteem (accessoires) ) Aanvoertemperatuursensor open verdeler/verzamelaar ag aja Rookgastemperatuursensor (accessoires) Temperatuursensor Therm-Control of Retourtemperatuursensor T (accessoires) 69

70 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) aj B Retourtemperatuursensor T (accessoires) of Temperatuursensor boilerlaadsysteem (accessoires) avd Externe bijschakeling avg KM-BUS-deelnemer (accessoires) avh Externe bijschakeling Bij de aansluiting van externe schakelcontacten resp. componenten op de veiligheidslaagspanning van de regeling moet aan de vereisten van beschermklasse II worden voldaan; d.w.z. 8,0 mm lucht- en kruipwegen resp.,0 mm isolatiedikte tot actieve delen. Bij alle door de installateur te voorziene componenten (hiertoe behoren ook PC/laptop) moet voor een veilige elektrische scheiding volgens E 60 5 resp. IEC 65 worden gezorgd. s Bijmengpomp of ketelcircuitpomp (door installateur te voorzien) fö etaansluiting fa Brander eerste trap gö Algemene storingsmelding gs A Smoorklep of Mengklepmotor retourtemperatuurregeling of Motor voor -weg-mengklep boilerlaadsysteem lö Brander tweede trap/mod. abö Externe aansluitingen, bijv. extra veiligheidsinrichtingen aba Veiligheidscircuit spanningsloos abh etaansluiting voor accessoires Basisprintplaat 0 V~ sö A Primaire pomp boilerlaadsysteem of Circulatiepomp rookgas-/waterwarmtewisselaar of Schakeluitgang sa Circulatiepomp voor de boilerverwarming (accessoires) 70

71 Montageverloop Kabels invoeren en voorzien van trekontlasting Regeling op de verwarmingsketel gemonteerd Kabels van onderen door de ketelfrontplaat naar de aansluitruimte van de regeling voeren. Regeling aan zijkant van verwarmingsketel gemonteerd Kabels van onderen uit het kabelkanaal naar de regeling voeren. A D Montage C D B A Kabels met aangespoten trekontlasting B Door installateur te voorziene kabels, kabels max. 00 mm isoleren C Stekkeraansluitplaat D ok voor stekkeraansluitplaat 7

72 Montageverloop Ketelcodeerstekker aansluiten Uitlsuitend de ketelcodeerstekker gebruiken die tot de leveringsomvang van de verwarmingsketel behoort (zie ook tabel op pagina 79). Ketelcodeerstekker door uitsparing in de afdekking op steekplaats X7 aansluiten. Veiligheidstemperatuurbegrenzer omschakelen (indien nodig) De veiligheidstemperatuurbegrenzer is bij levering op 0 C ingesteld. 7

73 Montageverloop Veiligheidstemperatuurbegrenzer omschakelen (vervolg) Omschakeling op 00 C... Montage C Temperatuurregelaar omzetten (indien nodig) De temperatuurregelaar is bij levering op 95 C ingesteld. 7

74 Montageverloop Temperatuurregelaar omzetten (indien nodig) (vervolg) Omzetting op 00 C! Opgelet Te hoge tapwatertemperaturen kunnen de warmwaterboiler beschadigen. Bij toepassing van een warmwaterboiler mag de max. toegestane watertemperatuur niet worden overschreden. Evt. een geschikte veiligheidsinrichting aanbrengen. A... A 75 tot 00 C. Draaiknop R eruit nemen.. Met een punttang de in de afbeelding aangegeven nok A uit de aanslagplaat breken.. Draaiknop R zo monteren dat de markering zich in het midden van het gekozen gebied bevindt. Draaiknop R naar rechts tot de aanslag draaien. 74

75 Montageverloop Sensoren aansluitensensoren aansluiten 5A 5B 7A 7B 5 9 Basisprintplaat laagspanning Keteltemperatuursensor %A Boilertemperatuursensor %B. Boilertemperatuursensor bij boilerlaadsysteem (accessoires) ) Aanvoertemperatuursensor open verdeler/verzamelaar ag Rookgastemperatuursensor (accessoires) aja Temperatuursensor Therm-Control of Retourtemperatuursensor T (accessoires) ajb Temperatuursensor T (accessoires) of Temperatuursensor boilerlaadsysteem (accessoires) Montage Pompen aansluiten Beschikbare pompaansluitingen sö A Primaire pomp boilerlaadsysteem of Circulatiepomp rookgas-/waterwarmtewisselaar sa Circulatiepomp voor de boilerverwarming s Bijmengpomp of ketelcircuitpomp 75

76 Montageverloop Pompen aansluiten (vervolg) Pompen 0 V~ M ~ A ominale stroomsterkte Geadviseerde aansluitkabel 4() A~ H05VV-FG 0,75 mm of H05R-FG 0,75 mm B A Pomp B aar de regeling Pompen met stroomopname meer dan A D C B Extern AA/UIT PE A A Pomp B aar de regeling C Relais D Aparte netaansluiting (fabrikantgegevens respecteren) 76

77 Montageverloop Pompen aansluiten (vervolg) Pompen 400 V~ C PE Voor de aansturing van de beveiliging ominale stroomsterkte 4() A~ Aanbevolen Aansluitkabel H05VV-FG 0,75 mm of H05R-FG 0,75 mm B A ~ M Montage A Pomp B aar de regeling C Relais Stelorganen aansluiten Beschikbare aansluitingen gsa Motorsmoorklep of Mengklepmotor voor retourtemperatuurregeling of Motor voor -weg-mengklep boilerlaadsysteem 77

78 Montageverloop Stelorganen aansluiten (vervolg) M ~ Open Dicht 5 ominale spanning 0 V~ ominale max. 0, (0,) A~ stroom Aanbevolen aansluitkabel H05VV-F4G 0,75 mm of H05R-F4G 0,75 mm ooptijd 5 tot 99 s, instelbaar via codeeradres 40 Meldinrichting voor algemene storingen aansluiten 50 ominale spanning ominale stroomsterkte Geadviseerde aansluitkabel 0 V~ maximaal 4 () A~ H05VV-FG 0,75 mm of H05R-FG 0,75 mm Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten Aansluiting via stekker abö. Voor de aansluiting van meerdere veiligheidsinrichtingen kan de stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen (accessoires, zie pagina Onderdelen ) worden gebruikt. Opmerking Ook als geen aansluiting wordt gemaakt, moet stekker abö aangesloten blijven. 78

79 Montageverloop Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten (vervolg)! Opgelet Contacten die niet spanningsloos zijn, leiden tot kort- of fasesluiting. De externe aansluitingen moeten spanningsloos zijn. A STB EI EI M STB TR TR 50 B C P P Montage D P A Brug STB STB B aagwaterniveaubeveiliging, minimumdrukbegrenzer C Maximumdrukbegrenzer D Overige veiligheidsinrichtingen. Brug STB STB verwijderen.. Externe veiligheidsinrichtingen op stekker abö in serie aansluiten. 79

80 Montageverloop Provisorische branderfunctie STB EI EI STB TR TR Brug TR EI/TR op TR EI zetten. De verwarmingsketel wordt in de eerste brandertrap resp. met het laagste vermogen opgewarmd. De uitschakeling vindt plaats via de temperatuurregelaar. A A Brug TR EI/TR Extern blokkeren installatie met één ketel Aansluitmogelijkheden (spanningsloos contact) aan: Stekker abö Uitbreiding EA (accessoires, zie pagina 84) Aansluiting! Opgelet Contacten die niet spanningsloos zijn, leiden tot kort- of fasesluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn. 80

81 Montageverloop Extern blokkeren installatie met één ketel (vervolg) Stekker abö Uitbreiding EA A [{A DE [{S DE B [{D DE A STB EI EI STB TR TR A Spanningsloos contact B Uitbreiding EA Montage B A Spanningsloos contact B Brug TR EI/TR verwijderen Bij een geopend contact wordt de regeling van de brander uitgeschakeld. Opmerking Op de klemmen alleen apparaten voor veiligheidsuitschakelingen, bijv. een thermostaat, aansluiten. Bij een gesloten contact wordt de regeling van de brander uitgeschakeld. Een eventueel aangesloten bijmeng- of ketelcircuitpomp wordt uitgeschakeld.! Opgelet Tijdens het blokkeren is er geen vorstbescherming voor de verwarmingsinstallatie. De verwarmingsketel wordt niet op de laagste ketelwatertemperatuur gehouden. 8

82 Montageverloop Extern blokkeren installatie met één ketel (vervolg) Codering 5d, 5E of 5F in groep Algemeen op of 4 zetten. Extern omschakelen getrapte/modulerende brander Aansluiting op stekker avh. Opgelet! Contacten die niet spanningsloos zijn, leiden tot kort- of fasesluiting. De externe aansluiting moet spanningsloos zijn. Contact geopend: modulerende werking Contact gesloten: tweetraps werking A 46 A Extern omschakelen (spanningsloos contact) Codering Codering 0: in groep Ketel instellen. Opmerking Bij een opvraag van de branderuitvoering verschijnt ook na de externe omschakeling het adres voor modulerend (wordt niet overschreven). 8

83 Installatie met één ketel externe regeling aansluiten Instellingen Montageverloop Coderingen in groep Ketel : 0: voor tweetraps brander 0: voor modulerende brander 0: voor installatie met één ketel (toestand bij levering) De ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde worden ingesteld. De verwarmingsketel wordt op de benodigde minimumtemperatuur gehouden. Als er een boilertemperatuursensor is aangesloten, wordt de boilertemperatuurregeling geactiveerd. De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de overige instellingen zijn afhankelijk van de uitrusting van de installatie met de veiligheidstechnische inrichtingen volgens E 88 of E 95. Montage Veiligheidstemperatuurbegrenzer 0 C 00 C Temperatuurregelaar 00 C 87 C Elektronische maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur, 95 C 85 C codeeradres 06 in groep Ketel op Vitotronic 00 Maximumtemperatuur van de lokale regeling 90 C 80 C Externe vraag via 0 0 V-ingang Aansluiting op 0 0 V-ingang van uitbreiding EA (zie pagina 84). [{{] abj 0-0V f-]a fö SÖ P?? = 0-0 V + 0 V~ 8

84 Montageverloop Installatie met één ketel externe (vervolg) 0 - V Geen instelling voor gewenste ketelwatertemperatuur V gewenste waarde 0 C 0 V gewenste waarde 00 C Codeeradres E in groep Algemeen in acht nemen. Externe aanvraag via schakelcontacten Aansluiting op stekker avd/avh van de regeling. De gewenste ketelwatertemperatuur wordt via de codering 9b in groep Algemeen ingesteld. Tweetraps brander A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende regeling. A B C Externe branderinschakeling eerste brandertrap Contact op klemmen en van de stekker avd: Contact gesloten: De eerste brandertrap wordt ingeschakeld. De tweede brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar R is ingesteld. Contact geopend: De eerste brandertrap wordt uitgeschakeld A. brandertrap Aan B. brandertrap Aan C Extern lastafhankelijk inschakelen 84

85 Montageverloop Installatie met één ketel externe (vervolg) Externe branderinschakeling -. en. brandertrap Contact op klemmen en van de stekker avd Contact gesloten: Beide brandertrappen worden ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar R is ingesteld. De. brandertrap wordt K eerder uitgeschakeld. Contact geopend: De. en. brandertrap worden uitgeschakeld. Extern lastafhankelijk inschakelen Met het sluiten van het spanningsloze contact tussen de klemmen en op de steekverbinding avh wordt de brander van de verwarmingsketel lastafhankelijk ingeschakeld. De verwarmingsketel werkt constant op de ingestelde gewenste temperatuur. De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische temperatuurregelaar. De gewenste waarde wordt via de codering 9b ingesteld. Montage agetemperatuur-verwarmingsketel met modulerende brander (modulatieregelaar van installateur) Aansluiting van de brander: Stekker fa van Vitotronic 00 op de brander aansluiten. Stekker lö van Vitotronic 00 via modulatieregelaar (installateur) voor de stekker lö op de brander. Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen 5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur van de verwarmingsketel instellen. 85

86 Montageverloop Installatie met één ketel externe (vervolg) A BU BK B C B D 4 90 B BK BU E A Stekker naar de regeling B Brander met basislast Aan C Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar) Kleurenlegende volgens DI IEC BK zwart B bruin BU blauw D Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar) E Stekker naar de brander Externe branderinschakeling basislast Contact op klemmen en van de stekker avd Contact gesloten: De brander wordt met de basislast ingeschakeld. 86

87 Montageverloop Installatie met één ketel externe (vervolg) Voor de handhaving van de minimumtemperatuur wordt de brander via de Vitotronic 00 op volllast geschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar R is ingesteld. Contact geopend: De brander wordt uitgeschakeld. Vitocrossal met modulerende brander (modulatieregelaar van installateur) Aansluiting van de brander: Stekker fa van Vitotronic 00 op de brander aansluiten. Stekker lö van Vitotronic 00 blijft vrij. Stekker lö van de brander op de door de installateur te verzorgen modulatieregelaar aansluiten. Montage 87

88 Montageverloop Installatie met één ketel externe (vervolg) A 4 T T S B4 4 C D B B4 ST T 90 T6T7T8 B BK BU 4 E A Stekker naar de regeling B Brander met basislast Aan C Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar) Kleurenlegende volgens DI IEC BK zwart B bruin BU blauw D Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar) E Stekker naar de brander Externe branderinschakeling basislast Contact op klemmen en van de stekker avd Contact gesloten: De brander wordt met de basislast ingeschakeld. De lastafhankelijke modulatie vindt plaats via de externe modulatieregelaar. 88

89 Montageverloop Installatie met één ketel externe (vervolg) De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar R is ingesteld. Contact geopend: De brander wordt uitgeschakeld. Installatie met meerdere ketels externe regeling aansluiten Instellingen Coderingen in groep Ketel : 0: voor tweetraps brander 0: voor modulerende brander 0: voor installatie met meerdere ketels met door de installateur te verzorgen cascaderegeling (externe regeling) 0: met door de installateur te verzorgen cascaderegeling (externe regeling) via O De cascade- en boilerregeling moeten via de bovenliggende externe regeling plaatsvinden. Montage! Opgelet Om schade aan verwarmingsketels te vermijden, is het contact ketelvrijgave beslist noodzakelijk. Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn. De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de overige instellingen zijn afhankelijk van de uitrusting van de installatie met de veiligheidstechnische inrichtingen volgens E 88 of E

90 Montageverloop Installatie met meerdere ketels (vervolg) Veiligheidstemperatuurbegrenzer 0 C 00 C Temperatuurregelaar 00 C 87 C Elektronische maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur, 95 C 85 C codeeradres 06 in groep Ketel op Vitotronic 00 Maximumtemperatuur van de lokale regeling 90 C 80 C Externe vraag via 0 0 V-ingang Aansluiting op 0 0 V-ingang op uitbreiding EA van elke Vitotronic 00 (accessoires, zie pagina 84). [{{] abj 0-0V f-]a fö SÖ P?? = 0-0 V + 0 V~ Ketelvrijgave zonder extra vrijgavecontact 0 tot V Verwarmingsketel geblokkeerd. Smoorklep dicht. Ketelcircuitpomp of bijmengpomp uit. tot 0 V Temperatuurinstelling voor verwarmingsketel V gewenste waarde 0 C 0 V gewenste waarde 00 C Codeeradres E in groep Algemeen in acht nemen. Verwarmingsketel vrijgegeven, wordt op minimumtemperatuur gehouden. Smoorklep open. Ketelcircuitpomp of bijmengpomp vrijgegeven. Opmerking Uitsluitend bij lagetemperatuur-verwarmingsketel: bij de hoofdketel moet de spanning groter dan V zijn. 90

91 Montageverloop Installatie met meerdere ketels (vervolg) Ketelvrijgave met extra vrijgavecontact 0 - V Geen instelling voor gewenste ketelwatertemperatuur V gewenste waarde 0 C 0 V gewenste waarde 00 C Codeeradres E in groep Algemeen in acht nemen. Aansluiting op stekker avh uitvoeren. 46 A Opmerking Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn. Montage A Ketelvrijgave (spanningsloos contact) Contact Gesloten Geopend A Verwarmingsketel vrijgegeven, wordt op minimumtemperatuur gehouden. De smoorklep wordt geopend. De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten. Extern inschakelen van de brander niet mogelijk. Externe aanvraag via schakelcontacten Aansluiting op stekker avd/avh van de regeling. De gewenste ketelwatertemperatuur wordt via de codering 9b in groep Algemeen ingesteld. Tweetraps brander A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende regeling. 9

92 Montageverloop Installatie met meerdere ketels (vervolg) 4 46 A. brandertrap Aan B. brandertrap Aan C Ketelvrijgave Smoorklep Open of Dicht A B C Externe branderinschakeling eerste brandertrap Contact op klemmen en van de stekker avd: Contact gesloten: De eerste brandertrap wordt ingeschakeld. De tweede brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar R is ingesteld. Contact geopend: De eerste brandertrap wordt uitgeschakeld. Externe branderinschakeling -. en. brandertrap Contact op klemmen en van de stekker avd Contact gesloten: Beide brandertrappen worden ingeschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar R is ingesteld. De. brandertrap wordt K eerder uitgeschakeld. Contact geopend: De. en. brandertrap worden uitgeschakeld. Ketelvrijgave, smoorklep Contact op klemmen en van de stekker avh Contact gesloten: Vitocrossal: De smoorklep wordt geopend. agetemperatuur-verwarmingsketel: eerst wordt de voorverwarmfunctie voor de volgende ketels geactiveerd. a afloop van de voorverwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur van de verwarmingsketel gehandhaafd en kunnen de brandertrappen extern worden geschakeld. De smoorklep wordt geopend. Contact geopend: De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten. Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er wordt geen minimumtemperatuur gehandhaafd. 9

93 Montageverloop Installatie met meerdere ketels (vervolg) agetemperatuur-verwarmingsketel met modulerende brander (modulatieregelaar van installateur) Aansluiting van de brander: Stekker fa van Vitotronic 00 op de brander aansluiten. Stekker lö van Vitotronic 00 via modulatieregelaar (installateur) voor de stekker lö op de brander. De brander wordt via de externe vraag avd met basislast ingeschakeld door de modulatieregelaar (te verzorgen door de installateur). Montage 9

94 Montageverloop Installatie met meerdere ketels (vervolg) A 90 T T S B4 4 T6T7T BU BK B B C D E PE STB 4 TR Storing H BZ T T S B4 90 T6 T7 T8 B BK BU F A Stekker naar de regeling B Ketelvrijgave Smoorklep Open of Dicht C Brander met basislast Aan D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar) Kleurenlegende volgens DI IEC BK zwart B bruin BU blauw E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar) F Stekker naar de brander Externe branderinschakeling basislast Contact op klemmen en van de stekker avd Contact gesloten: De brander wordt met de basislast ingeschakeld. 94

95 Montageverloop Installatie met meerdere ketels (vervolg) Voor de handhaving van de minimumtemperatuur wordt de brander via de Vitotronic 00 op volllast geschakeld. De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar R is ingesteld. Contact geopend: De brander wordt uitgeschakeld. Ketelvrijgave, smoorklep Contact op klemmen en van de stekker avh Contact gesloten: eerst wordt de voorverwarmfunctie voor de volgende ketels geactiveerd. a afloop van de voorverwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur van de verwarmingsketel gehandhaafd en aangestuurd door de modulatieregelaar (te verzorgen door de installateur). Contact geopend: De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten. Extern inschakelen van de branders is niet mogelijk, er wordt geen minimumtemperatuur gehandhaafd. Montage Vitocrossal met modulerende brander (modulatieregelaar van installateur) Aansluiting van de brander: Stekker fa van Vitotronic 00 op de brander aansluiten. Stekker lö van Vitotronic 00 blijft vrij. De brander wordt via externe de vraag avh met de basislast ingeschakeld door de modulatieregelaar (te verzorgen door de installateur). 95

96 Montageverloop Installatie met meerdere ketels (vervolg) A 46 4 T T S B4 4 C D B C B4 ST T 90 T6T7T8 B BK BU 4 E A Stekker naar de regeling B Ketelvrijgave Smoorklep Open of Dicht C Brander met basislast Aan D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar) Kleurenlegende volgens DI IEC BK zwart B bruin BU blauw E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar) F Stekker naar de brander Externe branderinschakeling basislast Contact op klemmen en van de stekker avd Contact gesloten: De brander wordt met de basislast ingeschakeld. De lastafhankelijke modulatie vindt plaats via de externe modulatieregelaar. 96

97 Montageverloop Installatie met meerdere ketels (vervolg) De ketelwatertemperatuur wordt begrensd door de elektronische begrenzing van de maximumtemperatuur als deze onder de mechanische temperatuurregelaar R is ingesteld. Contact geopend: De brander wordt uitgeschakeld. Ketelvrijgave, smoorklep Contact op klemmen en van de stekker avh Contact gesloten: De smoorklep wordt geopend. Contact geopend: De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten. Extern inschakelen van de branders is niet mogelijk, er wordt geen minimumtemperatuur gehandhaafd. Bijschakeling van regelapparatuur van installateur via O Montage A Verwarmingsketel blokkeren 4 46 B C Contact op klemmen en van de stekker avd: Contact gesloten: Verwarmingketel is geblokkeerd en uit de ketelvolgorde genomen. De smoorklep resp. de -weg-mengklep voor de constante retourtemperatuurverhoging, de bijmeng- of ketelcircuitpomp wordt uitgeschakeld. De warmtevoorziening vindt plaats door de overige verwarmingsketels. A Verwarmingsketel blokkeren B Verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste inschakelen C Extern omschakelen getrapte/ modulerende brander! Opgelet Wanneer alle verwarmingsketels geblokkeerd zijn of geen andere verwarmingsketel beschikbaar is, is er geen vorstbescherming van de verwarmingsinstallatie. Contact geopend: De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde geplaatst. 97

98 Montageverloop Installatie met meerdere ketels (vervolg) Verwarmingsketel in ketelvolgorde als laatste inschakelen Contact op klemmen en van de stekker avd: Contact gesloten: Verwarmingsketel wordt in de ketelvolgorde als laatste ingeschakeld. Wanneer de warmtevoorziening van de overige ketels van de verwarmingsinstallatie onvoldoende is, wordt de verwarmingsketel ingeschakeld. Contact geopend: De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde geplaatst. Wisselstroombrander aansluiten Ventilatorbrander op olie of gas De branderkabels behoren tot de leveringsomvang van de verwarmingsketel. Branderaansluiting volgens DI 479 uitvoeren. Max. stroomopname 6 () A. 98

99 Montageverloop Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) STB 4 T T S B4 PE 4 TR Storing H BZ T T S B4 Aanduidingen van de klemmen Fase via veiligheidstemperatuurbegrenzer op de brander PE Aardkabel naar de brander ulleider naar de brander T, T Regelkring S Aansluiting branderstoring B4 Aansluiting bedrijfsurenteller Signaalrichting: regeling brander Signaalrichting: brander regeling Toestelbenamingen STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de regeling TR Temperatuurregelaar van de regeling H Storingssignaal brander BZ Bedrijfsurenteller Montage A aar de regeling B aar de brander Brander zonder stekker Contrastekker van Viessmann of van branderfabrikant monteren; branderkabel aansluiten. 99

100 Montageverloop Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) T6 T7T8 90 B BK BU Aanduidingen van de klemmen T6, T8 Regelkring tweede brandertrap Aan resp. modulatieregelaar Open T6, T7 Regelkring tweede brandertrap Uit resp. modulatieregelaar Dicht Signaalrichting: regeling brander Signaalrichting: brander regeling Kleurenlegende volgens DI IEC BK zwart B bruin BU blauw A aar de regeling B aar de brander Viessmann Unit-brander De branderkabels zijn bij de levering van de Vitocrossal inbegrepen. Max. stroomopname 6 () A. 00

101 Montageverloop Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) A T T S B4 4 B4 ST T Aanduidingen van de klemmen Fase via veiligheidstemperatuurbegrenzer op de brander PE Aardkabel naar de brander ulleider naar de brander T, T Regelkring S Aansluiting branderstoring B4 Aansluiting bedrijfsurenteller Signaalrichting: regeling brander Signaalrichting: brander regeling Montage 4 B A aar de regeling B aar de brander 0

102 Montageverloop Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) 90 T6T7T8 90 T6T7T8 A B BK BU B BK BU Aanduidingen van de klemmen T6, T8 Regelkring tweede brandertrap Aan resp. modulatieregelaar Open T6, T7 Regelkring tweede brandertrap Uit resp. modulatieregelaar Dicht Kleurenlegende volgens DI IEC BK zwart B bruin BU blauw B A aar de regeling B aar de brander Draaistroombrander aansluiten Veiligheidscircuit spanningsloos Opmerking Eventueel moet op de brander een aanwezige brug van een buitengeleider naar de stuurspanning worden verwijderd. Beslist de gegevens van de branderfabrikant respecteren! 0

103 Montageverloop Draaistroombrander aansluiten (vervolg) F TR K A T6 T7 T8 a Montage B C D E F G H K A Regeling B Hoofdrelais (installateur) C Draaistroombrander D Draaistroom-spanningsvoeding brander E Aansturing hoofdrelais F Veiligheidscircuit (STB), spanningsloos G Regelkring trap /basislast H Storingsmelding brander K Bedrijfsurenteller trap Basislast/vollast fö etaansluiting van de regeling fa Brander, eerste trap lö Brander, tweede trap abö Stekker voor externe aansluitingen a Externe veiligheidsinrichtingen, bij aansluiting brug verwijderen aba Veiligheidscircuit, spanningsloos, bij aansluiting de brug verwijderen 0

104 Montageverloop Draaistroombrander aansluiten (vervolg) Veiligheidscircuit niet spanningsloos Opmerking Eventueel moet op de brander een aanwezige brug van een buitengeleider naar de stuurspanning worden verwijderd. Beslist de gegevens van de branderfabrikant respecteren! F TR K A T6 T7 T8 a B C D E F G H K A Regeling B Hoofdrelais (installateur) C Draaistroombrander D Draaistroom-spanningsvoeding brander E Aansturing hoofdrelais F Regelkring trap /basislast G Storingsmelding brander H Bedrijfsurenteller trap K Basislast/vollast 04 fö etaansluiting van de regeling fa Brander, eerste trap lö Brander, tweede trap abö Stekker voor externe aansluitingen a Externe veiligheidsinrichtingen, bij aansluiting brug verwijderen aba Veiligheidscircuit (STB)

105 Montageverloop etaansluiting Richtlijnen Voorschriften De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten plaatsvinden conform E voorschriften, IEC 6064 en volgens de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf! De voedingskabel naar de regeling moet volgens de voorschriften gezekerd zijn. Geadviseerde netaansluitkabel -aderige kabel naar keuze: H05VV-FG,5 mm H05R-FG,5 mm Bovendien raden wij u aan een veiligheidsvoorziening te installeren (aardlekschakelaar klasse B ) voor gelijkstroom die door energie-efficiënte bedrijfsmiddelen kan ontstaan. Montage PE. Controleren of de voedingskabel naar de regeling volgens de voorschriften is gezekerd.. etaansluitkabel in het aansluitkastje en op stekker fö vastklemmen (installateur). BU GYE B 40 Gevaar Verkeerde aansluiting van draden kan tot ernstig letsel en materiële schade aan het toestel leiden. Aders en niet verwisselen: B (bruin) BU (blauw) PE GYE (groen/geel) A etspanning 0 V~ B Zekering 05

106 Montageverloop etaansluiting (vervolg) C Hoofdschakelaar, -polig (installateur) D Aansluitdoos (installateur). Stekker fö op de regeling aansluiten. etaansluiting in combinatie met Vitocrossal, type CT De netaansluiting vindt plaats op de branderregeling van de verwarmingsketel. 06

107 Montageverloop Voorste gedeelte regeling aanbrengen.. A Montage A Kabelbevestiging 07

108 Montageverloop Regeling openen... 08

109 Inbedrijfstelling Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren De min. circulatiehoeveelheid moet 0 % van de circulatiehoeveelheid bij nom. belasting bedragen. De warmte-onttrekking zover mogelijk verlagen.. TÜV -toets zolang ingedrukt houden tot de brander uitschakelt: De temperatuurregelaar wordt overbrugd. Der veiligheidstemperatuurbegrenzer moet uiterlijk bij het bereiken van de veiligheidstemperatuur de brander uitschakelen.. TÜV -toets loslaten.. Wachten tot de ketelwatertemperatuur circa 5 tot 0 K onder de ingestelde beveiligingstemperatuur is gedaald. 4. Veiligheidstemperatuurbegrenzer door indrukken van de ontgrendelknop ontgrendelen. Gebruikershandleiding Codeeradressen aan de installatie-uitvoering aanpassen Alle adressen van codering controleren en eventueel instellen. In codering de volgende codeeradressen controleren en instellen: Groep Functie 0C Ketel Retourtemperatuurregeling 0d Ketel Therm-Control 4C Algemeen Functie stekker sö 4d Algemeen Functie stekker s 4E Algemeen Functie stekker gs 98 Algemeen Viessmann installatienummer 9C Algemeen Bewaking O-deelnemers Service 09

110 Inbedrijfstelling Codeeradressen aan de installatie-uitvoering (vervolg) Regeling op tweetraps brander aanpassen Codeeradressen overeenkomstig de gebruikte brander aanpassen Adres Betekenis Instelling 0:... Type brandstof Gaswerking: 0 (toestand bij levering) Oliewerking: (niet omkeerbaar) 08:... Eenheden en tientallen van het maximale brandervermogen Voorbeeld: max. brandervermogen: 5 kw hier instellen: 5 Opmerking Waarden tot en met 99 kw kunnen direct worden ingevoerd. 09:... Honderdtallen van het max. brandervermogen 0A:... Verhouding van vermogen eerste brandertrap tot max. brandervermogen in procenten Voorbeeld: max. brandervermogen: 5 kw hier instellen: Voorbeeld: vermogen eerste brandertrap 5 kw Max. brandervermogen: 5 kw (5 kw: 5 kw) 00 % = 60 % Regeling op modulerende brander aanpassen Opmerking De brander moet ingeregeld zijn. Om een groot modulatiegebied te bereiken, moet u het minimale vermogen zo laag mogelijk instellen (schoorsteen resp. rookgasinstallatie in acht nemen). Codeeradressen overeenkomstig de gebruikte brander aanpassen Adres Betekenis Instelling 0:... Type brandstof Gaswerking: 0 (toestand bij levering) Oliewerking: (niet omkeerbaar) 08:... Eenheden en tientallen van het maximale brandervermogen 0 Voorbeeld: max. brandervermogen: 5 kw hier instellen: 5 Opmerking Waarden tot en met 99 kw kunnen direct worden ingevoerd.

111 Codeeradressen aan de installatie-uitvoering (vervolg) Inbedrijfstelling Adres Betekenis Instelling 09:... Honderdtallen van het max. brandervermogen Voorbeeld: max. brandervermogen: 5 kw hier instellen: 5:... ooptijd modulatiebereik ooptijd (s) van de stelaandrijving tussen basislast en max. brandervermogen bepalen 0A:... Verhouding van vermogen basislast tot max. brandervermogen in procenten Voorbeeld: vermogen eerste brandertrap 5 kw Max. brandervermogen: 5 kw (5 kw: 5 kw) 00 % = 60 % 05:... Verhouding van deelvermogen bij ⅓ van de looptijd van de stelaandrijving tot max. brandervermogen in procenten Voorbeeld: deelvermogen 7 kw Max. brandervermogen: 5 kw (7 kw: 5 kw) 00 % = 76 % Actoren en sensoren controleren Relaistest uitvoeren. OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken. In het display knippert.. Met selecteren en met OK bevestigen.. Gewenste actor met / selecteren (zie volgende tabel). Op het display verschijnt het getal voor de geactiveerde actor en On. Service

112 Inbedrijfstelling Actoren en sensoren controleren (vervolg) De volgende actoren (relaisuitgangen) kunnen afhankelijk van de installatieuitvoering worden aangestuurd: Displayweergave Verklaring 0 Alle actoren zijn uitgeschakeld Brander Aan of eerste brandertrap Aan of modulatieregelaar gaat open (modul. brander). en tweede brandertrap Aan of modulatieregelaar neutraal (modul. brander) Modulatieregelaar gaat dicht (modul. brander) 5 Uitgang sö Aan 6 Uitgang s Aan 7 Uitgang gs Open 8 Uitgang gs eutraal 9 Uitgang gs Dicht 0 Uitgang circulatiepomp voor de boilerverwarming sa Aan Uitgang algemene storingsmelding gö Aan 5 Uitgang zonnecircuitpomp sf op de zonneregelingsmodule SM actief 6 Uitgang zonnecircuitpomp sf op de zonneregelingsmodule SM op minimumtoerental geschakeld 7 Uitgang zonnecircuitpomp sf op de zonneregelingsmodule SM op maximumtoerental geschakeld 8 Uitgang ss op de zonneregelingsmodule SM actief 9 Contact P - S op stekker abj van de uitbreiding EA gesloten 0 Uitgang A op de uitbreiding AM actief Uitgang A op de uitbreiding AM actief Opmerking Bij branderbedrijf worden de aangesloten pompen ingeschakeld. Sensoren controleren Werkelijke temperaturen kunnen in het menu i worden opgevraagd. Gebruikershandleiding

113 Inbedrijfstelling Regeling in O integreren De communicatiemodule O (accessoires) moet aangesloten zijn (zie onderdelenlijst). Opmerking De gegevensoverdracht via het Osysteem kan enkele minuten duren. Installatie met meedere ketels met Vitotronic 00 en Vitocom 00 O-deelnemersnummer en overige functies via codering instellen. Opmerking Binnen het O-systeem mag hetzelfde nummer niet tweemaal worden toegekend. Er mag slechts één Vitotronic als foutmanager worden gecodeerd. O-deelnemerscontrole verrichten Met de deelnemerscontrole wordt de communicatie van de O-deelnemers gecontroleerd die op de foutmanager zijn aangesloten. Voorwaarden: De regeling moet als foutmanager gecodeerd zijn (codering 79: ). In alle regelingen moet het O-deelnemernummer zijn gecodeerd. O-deelnemerslijst in de foutmanager moet actueel zijn.. OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.. Met /7 selecteren. Op het display verschijnt een lijst met de bekende O-deelnemers. Voorbeeld: Met / deelnemer selecteren. 4. Met OK de controle activeren. Het deelnemersadres knippert. Controle geslaagd: deelnemersadres verschijnt statisch. Controle niet geslaagd: verschijnt ook. Succesvol geteste deelnemers worden in de lijst met : gemarkeerd. 5. Deelnemerscontrole verlaten: indrukken. Service Service-PI voor O-deelnemer invoeren Integratie van de Vitotronic 00 in een bovenliggend O-systeem, bijv. in combinatie met een externe regeling. Met de service-pi wordt de O-deelnemer geïdentificeerd.

114 Inbedrijfstelling Service-PI voor O-deelnemer invoeren (vervolg). OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.. Met /6 selecteren. Op het display verschijnt PI.. PI met OK activeren. 4. Invoerfunctie verlaten: indrukken. PI voor Vitocom 00 invoeren De PI van een aangesloten Vitocom 00 kan op de Vitotronic 00 worden ingevoerd. Montagehandleiding Vitocom 00. OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.. Met /8 selecteren. Op het display verschijnt voor de invoer van de PI en het aantal resterende invoerpogingen.. Met / positie voor de invoer selecteren. 4. Met / het desbetreffende cijfer selecteren. 5. PI met OK bevestigen. De ingevoerde PI wordt gecontroleerd (cijfers knipperen). Als de ingevoerde PI correct is, verschijnt FrEE en wordt de invoer automatisch verlaten. 6. Invoerfunctie verlaten: indrukken. 4

115 Service-opvraag Serviceniveau oproepen. OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken. In het display knippert.. Gewenste functie selecteren. Zie volgende pagina's. Serviceniveau verlaten. Met /9 selecteren.. Met OK bevestigen. OFF knippert.. Met OK bevestigen. Opmerking Het serviceniveau wordt ook na 0 minuten automatisch verlaten. Bedrijfsgegevens opvragen Bedrijfsgegevens kunnen in het menu i worden opgevraagd. Bedieningshandleiding Korte opvraag. OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken. In het display knippert.. Met OK bevestigen.. Gewenste opvraag met / selecteren. Bijv. b voor ketelcodeerstekker (zie volgende tabel): 4. Geselecteerde opvraag met OK bevestigen. Zie volgende tabel voor de betekenis van de verschillende opvragingen: Korte Displayweergave opvraag Service Softwareversie Regeling 0 Installatieschema Softwarestand Bedieningsgedeelte Max. rookgastemperatuur Gewenste ketelwatertemperatuur 5

116 Service-opvraag Korte opvraag (vervolg) Korte opvraag Displayweergave 4 Gemeenschappelijke aanvraagtemperatuur 5 Gewenste boilertemperatuur 6 Aantal KM-BUS-deelnemers Aantal O-deelnemers 7 SVT-configuratie 0:Auto :Tool Softwareversie communicatie-coprocessor Softwareversie Omodule 8 Subnetadres/installatienr. ode-adres 9 Brandertype Toesteltype b Ketelcodeerstekker E E Brander: 0: Uit :. brandertrap/ basislast :. brandertrap/ vollast Softwareversie zonneregelingsmodule, type SM Smoorklep: 0: Uit : Voorverwarmen : Regelen dicht : Regelen 4: Regelen open 5: Open 6: aloop Vermogensreductie in % 0: Uit Softwareversie Cascademodule Softwareversie Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 6

117 Service-opvraag Korte opvraag (vervolg) Korte opvraag Displayweergave F F F 4 F 5 F 6 F 7 F 8 Uitbreiding AM Softwareversie uitgang A Configuratie (waarde komt overeen met instelling codering ) Uitbreiding EA Configuratie uitgang stand uit- Schakeltoe- 57 gang 57 (waarde 0: Uit komt overeen met : Aan instelling codering 5C) Softwareversie Schakeltoestand uitgang A 0: Uit : Aan Schakeltoestand ingang DE 0: Open : Gesloten Zonneregelingsmodule SM Stagnatietijd van het zonnesysteem in h achtcirculatie zonnesysteem (aantal) Configuratie uitgang A (waarde komt overeen met instelling codering 4) Schakeltoestand ingang DE 0: Open : Gesloten Externe bijschakeling 0-0 V Indicatie in % Bewaking verschiltemperatuur zonnesysteem Onderdrukking naverwarming 0: iet actief : Actief Schakeltoestand uitgang A 0: Uit : Aan Schakeltoestand ingang DE 0: Open : Gesloten Schakeltoestand uitgang 0: Uit : Aan Service 7

118 Service-opvraag Onderhoudsindicatie opvragen en terugzetten adat de in het codeeradres, of F in groep Ketel ingestelde grenswaarden zijn bereikt, knippert de rode storingsindicator en op het display van de bedieningseenheid (afhankelijk van de instelling) verschijnt: Het ingestelde aantal bedrijfsuren en. Het ingestelde tijdsinterval met uursymbool en. De ingestelde max. rookgastemperatuur en. C a 50 Onderhoud bevestigen en terugzetten Voor het bevestigen van een onderhoudsmelding OK indrukken. Opmerking Een bevestigde onderhoudsmelding die niet is teruggezet, verschijnt na 7 dagen opnieuw. a uitgevoerd onderhoud (onderhoud terugzetten) Codering 4: op 4:0 in groep Ketel terugzetten. Opmerking De ingestelde onderhoudsparameters voor bedrijfsuren en tijdsinterval beginnen weer bij 0. 8

119 Storingen oplossen Storingsindicatie Bij een storing knippert de rode storingsindicatie op de regeling. In het display van de bedieningseenheid verschijnt de tweecijferige storingscode en. Uitgang gö (verzamelstoringsmelding) wordt ingeschakeld. Met / kunnen meer aanwezige storingen worden getoond. Zie de volgende pagina's voor de betekenis van de storingscodes. ã 5 0 Voorbeeld: Storingscode 50 Storing bevestigen OK indrukken, op het display verschijnt het hoofdscherm weer. Een eventueel aangesloten inrichting voor storingsmeldingen wordt uitgeschakeld. Als een bevestigde storing niet wordt verholpen, verschijnt de storingsmelding de volgende dag opnieuw en wordt de inrichting voor storingsmeldingen weer ingeschakeld. Bevestigde storingen oproepen OK ca. 4 s indrukken. De laatste tien opgetreden storingen (ook verholpen) kunnen worden opgevraagd. Storingscodes in het storingsgeheugen uitlezen (foutgeschiedenis) De laatste tien opgetreden storingen (ook verholpen) worden opgeslagen en kunnen worden opgevraagd. De storingen zijn op actualiteit gerangschikt.. OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.. Met selecteren en met OK foutgeschiedenis activeren.. Met / storingsmeldingen selecteren. Service 9

120 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscodes Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak 0F Regelwerking. Onderhoud 0F wordt alleen in de foutgeschiedenis getoond. Maatregel Onderhoud uitvoeren Opmerking a onderhoud codering 4:0 instellen. 0 Met warmwaterboiler: circulatiepomp naar boilerverwarming aan, verwarmingsketel wordt op gewenste boilertemperatuur gehouden. Zonder warmwaterboiler: verwarmingsketel regelt op temperatuurregelaar. 8 Met warmwaterboiler: circulatiepomp naar boilerverwarming aan, verwarmingsketel wordt op gewenste boilertemperatuur gehouden. Zonder warmwaterboiler: verwarmingsketel regelt op temperatuurregelaar. Kortsluiting keteltemperatuursensor. Onderbreking keteltemperatuursensor. Keteltemperatuursensor controleren (zie pagina 79). Keteltemperatuursensor controleren (zie pagina 79). 0

121 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie 50 Boilerlaadpomp Aan : gew. tapwatertemperatuur = gew. ketelwatertemperatuur Voorrangsschakelingen zijn opgeheven of Met boilerlaadsysteem: boilerverwarming wordt door boilertemperatuursensor inen uitgeschakeld. 5 Met boilerlaadsysteem: boilerverwarming wordt door boilertemperatuursensor inen uitgeschakeld. Storingsoorzaak Kortsluiting boilertemperatuursensor. Kortsluiting boilertemperatuursensor. 58 Boilerlaadpomp Aan : gew. tapwatertemperatuur = gew. ketelwatertemperatuur Voorrangsschakelingen zijn opgeheven of Met boilerlaadsysteem: boilerverwarming wordt door boilertemperatuursensor inen uitgeschakeld. Onderbreking boilertemperatuursensor. Maatregel Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 79). Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 79). 5 Regelwerking. Kortsluiting aanvoertemperatuursensor. Aanvoertemperatuursensor controleren (zie pagina 79). Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 79). Service

122 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie 59 Met boilerlaadsysteem: boilerverwarming wordt door boilertemperatuursensor inen uitgeschakeld Storingsoorzaak Onderbreking boilertemperatuursensor. 60 Verwarmingsketel met maximumtemperatuur, geen vermogensreductie, mengklep retourtemperatuurregeling Open. 68 Verwarmingsketel met maximumtemperatuur, geen vermogensreductie, mengklep retourtemperatuurregeling Open. 70 Bijmengpomp permanent Aan. Met boilerlaadsysteem: mengklep primair circuit Dicht, geen warmwaterbereiding. 78 Bijmengpomp permanent Aan. Met boilerlaadsysteem: mengklep primair circuit Dicht, geen warmwaterbereiding. Kortsluiting temperatuursensor aja. Onderbreking temperatuursensor aja. Kortsluiting temperatuursensor ajb. Onderbreking temperatuursensor ajb. Maatregel Boilertemperatuursensor controleren (zie pagina 79). 5A Regelwerking. Onderbreking aanvoertemperatuursensor. Aanvoertemperatuursensor controleren (zie pagina 79). Temperatuursensor controleren (zie pagina 79). Temperatuursensor controleren (zie pagina 79). Zonder temperatuursensor: Codering 4A:0 in groep Algemeen instellen. Temperatuursensor controleren (zie pagina 79). Temperatuursensor controleren (zie pagina 79). Zonder temperatuursensor: codering 4b:0 in groep Algemeen instellen.

123 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak 90 Regelwerking. Kortsluiting temperatuursensor /, aansluiting op de zonneregelingsmodule. 9 Regelwerking. Kortsluiting temperatuursensor aö, aansluiting op de zonneregelingsmodule. Maatregel Temperatuursensor / controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregelingsmodule Temperatuursensor aö controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregelingsmodule 9 Geen tapwateropwarming door zonneenergie. Kortsluiting collectortemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor & op de zonneregelingsmodule of sensor op S van de Vitosolic. 9 Regelwerking. Kortsluiting temperatuursensor, aansluiting op S van de Vitosolic. Sensor aan de zonneregeling controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregeling Sensor aan de zonneregeling controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregeling Service

124 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie 94 Geen tapwateropwarming door zonneenergie. Storingsoorzaak Kortsluiting boilertemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor % op de zonneregelingsmodule of sensor op S van de Vitosolic. 98 Regelwerking. Onderbreking temperatuursensor /, aansluiting op de zonneregelingsmodule. Maatregel Sensor aan de zonneregeling controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregeling Temperatuursensor / controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregelingsmodule 99 Regelwerking. Onderbreking temperatuursensor aö, aansluiting op de zonneregelingsmodule. Temperatuursensor aö controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregelingsmodule 9A Geen tapwateropwarming door zonneenergie. Onderbreking collectortemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor & op de zonneregelingsmodule of sensor op S van de Vitosolic. Sensor aan de zonneregeling controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregeling 4

125 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display 9b Gedrag van de installatie Geen tapwateropwarming door zonneenergie. Storingsoorzaak Onderbreking temperatuursensor, aansluiting sensor op S van de Vitosolic. Maatregel Sensor aan de zonneregeling controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregeling 9C Regelwerking. Onderbreking boilertemperatuursensor, aansluiting temperatuursensor % op de zonneregelingsmodule of sensor op S van de Vitosolic. 9E Regelwerking. Te weinig of geen debiet in het zonnecircuit of temperatuurbewaker is geactiveerd. Sensor aan de zonneregeling controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregeling Zonnecircuitpomp en zonnecircuit controleren. Foutmelding bevestigen. Montage- en servicehandleiding zonneregeling 9F Regelwerking. Fout zonneregelingsmodule of Vitosolic. Wordt getoond als op deze apparaten een fout optreedt, waarvoor in de Vitotronic geen storingscode is gedefinieerd. Zonneregeling controleren. Montage- en servicehandleiding zonneregeling Service 5

126 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display A0 A A A Gedrag van de installatie Verwarmingsketel koelt af. Verwarmingsketel koelt af. Verwarmingsketel koelt af. Verwarmingsketel koelt af. Storingsoorzaak Fout veiligheidsinrichting op X7 van de tweede steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen. Fout veiligheidsinrichting op X van de tweede steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen. Fout veiligheidsinrichting op X van de tweede steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen. Fout veiligheidsinrichting op X van de tweede steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen. AA Regelwerking. Configuratiefout Therm-Control: Stekker aja niet aangesloten. Maatregel Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. Veiligheidsinrichting controleren, eventueel ontgrendelen. Stekker aja aansluiten. Bij Vitocrossal moet codering 0d:0 in groep Ketel zijn ingesteld. 6

127 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display Ab Gedrag van de installatie Regelwerking, eventueel warmwaterboiler koud. Storingsoorzaak Configuratiefout boilerlaadsysteem: codering 55: is ingesteld, maar stekker ajb is niet aangesloten en/of codering 4C: en 4E: in groep Algemeen is niet ingesteld. AC Regelwerking. Configuratiefout retourtemperatuurregeling: codering 0C: in groep Ketel is ingesteld, maar stekker aja is niet aangesloten en/of codering 4E:0 in groep Algemeen niet ingesteld. Ad Regelwerking. Configuratiefout smoorklep: codering 0C:, 0C: of 0C:4 in groep Ketel is ingesteld en codering 4E: in groep Algemeen is ingesteld. b0 Regelwerking. Kortsluiting rookgastemperatuursensor. Maatregel Stekker ajb aansluiten en coderingen controleren. Stekker aja aansluiten en coderingen controleren. Met smoorklep: codering 4E:0 in groep Algemeen instellen. Zonder smoorklep: codering 0C: in groep Ketel instellen. Rookgastemperatuursensor controleren (zie pagina 80). Service 7

128 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display 8 Gedrag van de installatie Storingsoorzaak b Regelwerking. Communicatiefout bedieningseenheid. Maatregel Aansluitingen controleren, evt. bedieningseenheid vervangen. b5 Regelwerking. Interne fout. Elektronicaprintplaat enn steekverbinding controleren, eventueel elektronica-printplaat vervangen. b6 Constante werking. Ongeldige hardwaredetectie. b7 Verwarmingsketel regelt op temperatuurregelaar. Fout ketelcodeerstekker. bf C C Regelwerking. Geen communicatie via O. Verwarmingsketel koelt af. Geen tapwateropwarming door zonneenergie. Verkeerde communicatiemodule O. Externe veiligheidsinrichting op stekker abö. Onderbreking KM- BUS naar de zonneregelingsmodule of de Vitosolic. C Regelwerking. Communicatiefout uitbreiding AM. Codeeradres 9 controleren, 9:6 moet zijn ingesteld. Ketelcodeerstekker aansluiten of vervangen. b8 Regelwerking. Onderbreking rookgastemperatuursensor. Rookgastemperatuursensor controleren (zie pagina 80). Zonder rookgastemperatuursensor: codering F:0 in groep Ketel instellen. Communicatiemodule O vervangen. Aansluiting en externe veiligheidsinrichting controleren. KM-BUS-kabel en apparaat controleren. Zonder zonneregeling: codering 54:0 in groep Algemeen instellen. Aansluitingen controleren. Zonder uitbreiding AM: codering :0 in groep Algemeen instellen.

129 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display C8 C9 CA Cb Gedrag van de installatie Verwarmingsketel koelt af. Verwarmingsketel koelt af. Verwarmingsketel koelt af. Verwarmingsketel koelt af. Storingsoorzaak Fout laagwaterbeveiliging op X7 van de eerste steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen. Fout maximumdrukbegrenzer op X van de eerste steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen. Fout minimumdrukbegrenzer of maximumdrukbegrenzer op X van de eerste steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen. Fout extra veiligheidstemperatuurbegrenzer of thermostaat op X van de eerste steekadapter voor externe veiligheidsinrichtingen. Maatregel Waterniveau van de installatie controleren, laagwaterniveaubeveiliging ontgrendelen (zie pagina 8). Installatiedruk controleren, maximumdrukbegrenzer ontgrendelen (zie pagina 8). Installatiedruk controleren, minimumdrukbegrenzer of maximumdrukbegrenzer ontgrendelen (zie pagina 8). Installatietemperatuur controleren, veiligheidsthermostaat ontgrendelen (zie pagina 8). Service 9

130 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Storingscode op het display Gedrag van de installatie Storingsoorzaak Cd Regelwerking. Communicatiefout Vitocom 00. Maatregel Aansluitingen en Vitocom 00 controleren. Montage- en servicehandleiding Vitocom 00 CE Regelwerking. Communicatiefout eerste stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen. CF Regelwerking. Geen communicatie via O. Communicatiefout O-communicatiemodule van de regeling d Verwarmingsketel koelt af. Branderstoring. d Regelwerking. Communicatiefout tweede stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen. d Regelwerking. Communicatiefout uitbreiding EA. Zonder Vitocom 00: codering 95:0 in groep Algemeen instellen. Stekkeradapter controleren (zie pagina 8). Zonder stekkeradapter: codering 0:0 in groep Algemeen instellen. Communicatiemodule O controleren, evt. vervangen. Als er geen communicatiemodule O is, codering 76:0 in groep Algemeen instellen. Brander controleren. Stekkeradapter controleren (zie pagina 8). Zonder stekkeradapter: codering :0 in groep Algemeen instellen. Aansluitingen controleren (zie pagina 84). Zonder uitbreiding EA: codering 5b:0 in groep Algemeen instellen. 0

131 Storingen oplossen Storingsindicatie (vervolg) Gedrag van de installatie Verwarmingsketel koelt af. Storingsoorzaak Storingscode op het display d4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer resp. zekering F is geactiveerd. d6 Regelwerking. Ingang DE aan uitbreiding EA meldt storing. d7 Regelwerking. Ingang DE aan uitbreiding EA meldt storing. d8 Regelwerking. Ingang DE aan uitbreiding EA meldt storing. Maatregel Veiligheidstemperatuurbegrenzer resp. brander, brandercircuit en zekering F controleren. Storing in desbetreffend toestel verhelpen. Storing in desbetreffend toestel verhelpen. Storing in desbetreffend toestel verhelpen. Service

132 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling Korte beschrijving De ketelwatertemperatuur wordt geregeld door de brander in en uit te schakelen resp. door middel van modulatie. De gewenste ketelwatertemperatuur wordt door de volgende parameters bepaald: gewenste aanvoertemperatuur van verwarmingscircuit A (installatiecircuit) en de via O aangesloten verwarmingscircuits externe aanvraag gewenste tapwatertemperatuur De gewenste ketelwatertemperatuur is afhankelijk van de aanwezige verwarmingsketel en de uitrusting voor verwarming en regeling. Via de ketelcodeerstekker is een minimale ketelwatertemperatuur ingesteld die ter bescherming van de ketel moet worden aangehouden. In combinatie met Therm-Control: bij een te lage gewenste temperatuur op de sensor van de Therm-Control wordt de gewenste ketelwatertemperatuur verhoogd. Bij het verwarmen van de warmwaterboiler wordt een gewenste ketelwatertemperatuur ingesteld die 0 K boven de gewenste tapwatertemperatuur ligt (wijziging via codeeradres 60 in de groep Warm water ). Functies De ketelwatertemperatuur wordt door de volgende apparaten geregistreerd: Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB (vloeistofuitzetting) Temperatuurregelaar TR (vloeistofuitzetting) Keteltemperatuursensor (weerstandsverandering) Maximumbegrenzingen regelgebied Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB 0/00 ºC Temperatuurregelaar TR 95/00 ºC Elektronische begrenzing maximumtemperatuur: Instelbereik: 0 tot 7 ºC Wijziging via codeeradres 06 in groep Ketel Minimumbegrenzingen regelgebied Regeling van de ketelwatertemperatuur bij normale werking en ingeschakelde vorstbescherming is afhankelijk van de betreffende verwarmingsketel

133 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Ketelbeschermingsfunctie Therm-Control (opstartschakeling) Voor verwarmingsinstallaties met geïnstalleerde verdeler in de buurt van de verwarmingsketel. Voorwaarde: Ketelwaterdebiet moet in de opstartfase (bijv. na weekenduitschakeling) minstens 50 % kunnen worden geknepen. Beïnvloedt ook op de verwarmingscircuits. Functie Installaties met één ketel De sensor van de Therm-Control, in de buurt van de retouraansluiting gemonteerd, registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere gewenste temperatuur dan de af fabriek ingestelde temperatuur (voorgeschreven door de ketelcodeerstekker) wordt de brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de mengkleppen geknepen. Bij overschrijding van de gewenste temperatuur worden de mengkleppen geopend en wordt het debiet continu tot 00 % verhoogd. Installaties met meerdere ketels De sensor van de Therm-Control, in de buurt van de retouraansluiting gemonteerd, registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere gewenste temperatuur dan de af fabriek ingestelde temperatuur (voorgeschreven door de ketelcodeerstekker) wordt de brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de smoorklep geknepen. Als de sensor van de Therm-Control geen effect heeft op de smoorklep, moet deze de nageschakelde verwarmingscircuits beïnvloeden. Bij overschrijding van de gewenste temperatuur wordt de smoorklep geopend en wordt het debiet continu tot 00 % verhoogd. Service

134 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Aansluiting in verwarmingsinstallaties zonder O Installatie met één ketel Stekker söa van de Vitotronic wordt als schakelcontact voor Therm-Control gebruikt. Vereiste codering: 4C: in groep Algemeen 0 A 0 K A dicht dicht B n dicht söa Dichtlopen van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnr B ageschakelde verwarmingscircuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep Dicht Installatie voor meerdere ketels Stekker söa van de Vitotronic wordt als schakelcontact voor Therm-Control gebruikt. Vereiste codering: 0d: in groep Ketel en 4C: in groep Algemeen C PE K K söa K A söa K A K A D B...n söa Dichtlopen van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnr B ageschakelde verwarmingscircuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep Dicht C etaansluiting, 0 V/50 Hz D Aansluitdoos, door installateur Retourtemperatuurverhoging via bijmengpomp en/of -weg-mengklep Met bijmengpomp Voor verwarmingsinstallaties met geïnstalleerde verdeler in de buurt van de verwarmingsketel. Met -weg-mengklep: Voor verwarmingsinstallaties waarbij op de nageschakelde verwarmingscircuits geen invloed kan worden uitgeoefend, bijv. oudere installaties of kwekerijen. 4

135 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Voorwaarde: Ketelwaterdebiet moet minstens 50 % kunnen worden geknepen. Met bijmengpomp: Bijmengpomp configureren voor ca. 0 % van het totale debiet. Met -weg-mengklep: Ketelcircuitpomp van elke verwarmingsketel configureren voor ca. 0 % van het totale debiet. Beïnvloedt ook op de verwarmingscircuits. Functie Installaties met één en meerdere ketels met een gemeenschappelijke bijmengpomp De temperatuursensoren T en T registreren de retourtemperatuur op verschillende meetpunten. Bij een lagere temperatuur dan de af fabriek ingestelde minimumretourtemperatuur (voorgeschreven door de ketelcodeerstekker) wordt de bijmengpomp via temperatuursensor T ingeschakeld. Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de minimumretourtemperatuur, geregistreerd door temperatuursensor T, niet wordt bereikt, wordt het debiet via de mengkleppen geknepen. Installaties met één ketel met bijmengpomp en -weg-mengklep De temperatuursensoren T en T registreren de retourtemperatuur op verschillende meetpunten. Bij een lagere temperatuur dan de af fabriek ingestelde minimumretourtemperatuur (voorgeschreven door de ketelcodeerstekker) wordt de bijmengpomp via temperatuursensor T ingeschakeld. Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de minimumretourtemperatuur, geregistreerd door temperatuursensor T, niet wordt bereikt, wordt het debiet via de -weg-mengklep geknepen. Installaties met meerdere ketels met bijmengpompen voor elke verwarmingsketel De temperatuursensoren T en T registreren de retourtemperatuur op verschillende meetpunten. Bij een lagere temperatuur dan de af fabriek ingestelde minimumretourtemperatuur (voorgeschreven door de ketelcodeerstekker) wordt de bijmengpomp via temperatuursensor T ingeschakeld. Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de minimumretourtemperatuur, geregistreerd door temperatuursensor T, niet wordt bereikt, wordt het debiet via de smoorklep geknepen. Als de temperatuursensor T geen effect heeft op de smoorklep, moet deze de nageschakelde verwarmingscircuits beïnvloeden. Service 5

136 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Installaties met meerdere ketels met ketelcircuitpomp en -weg-mengklep De temperatuursensor T registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere temperatuur dan de af fabriek ingesteldegewenste temperatuur (voorgeschreven door de ketelcodeerstekker) wordt het debiet via de - weg-mengklep op de verwarmingsketels proportioneel geknepen. Bij overschrijding van de gewenste temperatuur worden de -weg-mengkleppen geopend en wordt het debiet continu tot 00 % verhoogd. Installaties met meerdere ketels met ketelcircuitpomp, open verdeler/verzamelaar en -weg-mengklep De temperatuursensor T registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere temperatuur dan de af fabriek ingesteldegewenste temperatuur (voorgeschreven door de ketelcodeerstekker) wordt het debiet via de - weg-mengklep op de verwarmingsketels proportioneel geknepen. Bij overschrijding van de gewenste temperatuur wordt de -weg-mengklep geopend en wordt het debiet continu tot 00 % verhoogd. De daaropvolgende verwarmingscircuits zijn hydraulisch ontkoppeld. De aanvoertemperatuur wordt door de temperatuursensor (cascaderegeling) in de open verdeler/verzamelaar geregeld. Aansluiting in verwarmingsinstallaties zonder O Installatie met één ketel Stekker söa van de Vitotronic wordt als schakelcontact gebruikt. Vereiste codering: 4C: in groep Algemeen 0 A 0 K A dicht dicht B n dicht söa Dichtlopen van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnr B ageschakelde verwarmingscircuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep Dicht 6

137 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Installatie voor meerdere ketels Stekker söa van de Vitotronic wordt als schakelcontact gebruikt. Vereiste codering: 0d: in groep Ketel en 4C: in groep Algemeen C PE K K söa K A söa K A K A D B...n söa Dichtlopen van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnr B ageschakelde verwarmingscircuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep Dicht C etaansluiting, 0 V/50 Hz D Aansluitdoos, door installateur Verdelerpomp Voor verwarmingsinstallaties met veraf gelegen substation (> 0 m). Voorwaarde: Warmteafgifte moet kunnen worden geknepen. Beïnvloedt ook op de verwarmingscircuits. Als een verwarmingsketel is vrijgegeven, moet de verdelerpomp van een bovenliggende externe regeling worden ingeschakeld Verdelerpomp configureren voor ca. 0 % van het totale debiet. Met inspuitschakeling: Voor verwarmingscircuits die bij een warmtevraag direct warmte nodig hebben (bijv. luchtverwarmingstoestellen). Functie Installaties met meerdere ketels met verdelerpomp en drukarme verdeler De temperatuursensor T registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere gewenste temperatuur dan de af fabriek ingestelde temperatuur (voorgeschreven door de ketelcodeerstekker) wordt de brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de mengkleppen geknepen. Indien nodig, worden de mengkleppen helemaal gesloten. Bij overschrijding van de gewenste temperatuur worden de mengkleppen geopend en wordt het debiet continu tot 00 % verhoogd. Installaties met meerdere ketels met verdelerpomp en inspuitschakeling De temperatuursensor T registreert de retourtemperatuur. Bij een lagere gewenste temperatuur dan de af fabriek ingestelde temperatuur (voorgeschreven door de ketelcodeerstekker) wordt de brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de mengkleppen geknepen. Daarbij worden de mengkleppen proportioneel geknepen of helemaal gesloten. Bij overschrijding van de gewenste temperatuur worden de mengkleppen geopend en wordt het debiet continu tot 00 % verhoogd. 7 Service

138 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Aansluiting in verwarmingsinstallaties zonder O Installatie voor meerdere ketels Stekker söa van de Vitotronic wordt als schakelcontact gebruikt. Vereiste codering: 0d: in groep Ketel en 4C: in groep Algemeen C PE K K söa K A söa K A K A D B...n B C D ageschakelde verwarmingscircuitregelaar, schakelcontact gesloten: signaal voor mengklep Dicht etaansluiting, 0 V/50 Hz Aansluitdoos, door installateur söa Dichtlopen van de mengkleppen A Hulprelais, bestelnr Schakelhysterese brander Vaste schakelhysterese Codering 04:0 Brander aan uit + tijd gew. - minder warmtebehoefte gemiddelde warmtebehoefte meer warmtebehoefte Warmteafhankelijke schakelhysterese De warmteafhankelijke schakelhysterese respecteert de belasting van de verwarmingsketel. 8

139 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Afhankelijk van de actuele warmtebehoefte wordt de schakelhysterese, d.w.z. de branderlooptijd gevarieerd. ERB50-functie Codering 04: Afhankelijk van de warmtebehoefte worden waarden tussen 6 en K ingesteld. Brander aan uit +9 + gew. - minder warmtebehoefte gemiddelde warmtebehoefte meer warmtebehoefte tijd ERB80-functie Codering 04: Afhankelijk van de warmtebehoefte worden waarden tussen 6 en 0 K ingesteld. Brander aan uit tijd +7 + gew. - minder warmtebehoefte gemiddelde warmtebehoefte meer warmtebehoefte Service Regelverloop Verwarmingsketel wordt koud (gewenste waarde K) Het inschakelsignaal van de brander wordt bij een gewenste ketelwatertemperatuur minus K ingesteld en de brander start zijn eigen bewakingsprogramma. 9

140 Functiebeschrijving Keteltemperatuurregeling (vervolg) Afhankelijk van de extra schakelingen en stookwijze kan de branderinschakeling enkele minuten worden vertraagd. Verwarmingsketel wordt warm Het uitschakelpunt van de brander wordt door het uitschakelverschil (codeeradres in groep Ketel ) bepaald. Boilertemperatuurregeling Korte beschrijving De boilertemperatuurregeling is een constantregeling. Deze wordt gerealiseerd door de circulatiepomp voor de boilerverwarming in en uit te schakelen. Het schakelverschil bedraagt ±,5 K. Bij het verwarmen van de warmwaterboiler wordt een gewenste ketelwatertemperatuur ingesteld die 0 K boven de gewenste tapwatertemperatuur ligt (wijziging via codeeradres 60 in de groep Warm water ). Tijdens de boilerverwarming wordt de ruimteverwarming uitgeschakeld (naar keuze boilervoorrangsschakeling). Functies Vorstbescherming Als de tapwatertemperatuur lager wordt dan 5 ºC, wordt de warmwaterboiler tot 0 ºC opgewarmd. Extra functie voor de tapwateropwarming De functie wordt geactiveerd door via codeeradres 58 in groep Warm water een tweede gewenste tapwatertemperatuur in te stellen en de vierde warmwaterperiode voor de tapwateropwarming te activeren. 40

141 Functiebeschrijving Boilertemperatuurregeling (vervolg) Gewenste tapwatertemperatuur De gewenste tapwatertemperatuur is instelbaar van 0 tot 60 C. Via codeeradres 56 in groep Warm water kan het gewenste gebied tot 95 ºC worden vergroot. Installatie met boilerlaadsysteem De genoemde functies gelden ook in combinatie met een boilerlaadsysteem. De volgende coderingen instellen: 4C:, 4E in groep Algemeen, 55: in groep Warm water (zie volledig overzicht van de coderingen). Installatie met tapwateropwarming door zonne-energie Via codeeradres 67 in groep Warm water kan een derde gewenste tapwatertemperatuur worden ingesteld. Boven deze waarde is de nalaadonderdrukking van de verwarmingsketel actief. De warmwaterboiler wordt alleen door het zonnesysteem verwarmd. Regelverloop Codering 55:0 in groep Warm water, boilerverwarming Warmwaterboiler wordt koud, (gewenste waarde,5 K, wijziging via codeeradres 59 in groep Warm water ): De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 0 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via codeeradres 60 ). Pomp aan: Van de ketelwatertemperatuur afhankelijke inschakeling van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (codering 6:0 ): De circulatiepomp wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7 K hoger is dan de tapwatertemperatuur. Direct inschakelen van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (codering 6: ). Warmwaterboiler is warm, (gewenste waarde +,5 K): De gewenste ketelwatertemperatuur wordt teruggezet op de ingestelde gewenste waarde. Pompnaloop: a de boilerverwarming draait de circulatiepomp zolang tot aan één van de volgende criteria wordt voldaan: Het verschil tussen ketelwater- en tapwatertemperatuur is minder dan 7 K. De weersafhankelijke gewenste aanvoertemperatuur is bereikt. De gewenste tapwatertemperatuur wordt 5 K overschreden. De ingestelde max. nalooptijd is bereikt (codeeradres 6 ). Zonder pompnaloop (codering 6:0 ) 4 Service

142 Functiebeschrijving Boilertemperatuurregeling (vervolg) Codering 55: in groep Warm water, adaptieve boilerverwarming Bij de adaptieve boilerverwarming wordt rekening gehouden met de snelheid van de temperatuurstijging bij de tapwateropwarming. Warmwaterboiler wordt koud, (gewenste waarde,5 K, wijziging via codeeradres 59 ): De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 0 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via codeeradres 60 ). Pomp aan: Van de ketelwatertemperatuur afhankelijke inschakeling van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (codering 6:0 ): De circulatiepomp wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7 K hoger is dan de tapwatertemperatuur. Direct inschakelen van de circulatiepomp voor de boilerverwarming (codering 6: ). Warmwaterboiler is warm: De regeling controleert of de verwarmingsketel na de boilerverwarming nog verwarming voor de ruimte moet leveren of dat de restwarmte van de ketel naar de warmwaterboiler moet worden afgevoerd. De regeling bepaalt het uitschakelpunt van de brander en de circulatiepomp, zodat de gewenste tapwatertemperatuur niet wezenlijk wordt overschreden na de boilerverwarming. Codering 55: in groep Warm water, boilertemperatuurregeling met twee boilertemperatuursensoren De eerste boilertemperatuursensor geeft de circulatiepomp voor de boilerverwarming vrij en wordt geëvalueerd voor de stopvoorwaarden van de pompnaloop.. boilertemperatuursensor: Bij grote warmwateraftapping wordt de boilerverwarming voortijdig ingeschakeld. Als er geen warm water wordt afgetapt, wordt de boilerverwarming voortijdig gestopt. Warmwaterboiler wordt koud: Gewenste waarde,5 K, wijziging via codeeradres 59 of Werkelijke tapwatertemperatuur bij sensor <gewenste tapwatertemperatuur x factor voor inschakeltijdstip (instelling via codeeradres 69 ) Warmwaterboiler is warm: Gewenste waarde +,5 K en Werkelijke tapwatertemperatuur bij sensor <gewenste tapwatertemperatuur x factor voor uitschakeltijdstip (instelling via codeeradres 68 ) 4

143 Functiebeschrijving Boilertemperatuurregeling (vervolg) Codering 55: in groep Warm water, boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem Warmwaterboiler wordt koud, (gewenste waarde,5 K, wijziging via codeeradres 59 ): De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 0 K hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertemperatuur (wijziging via codeeradres 60 ). De primaire pomp van het boilerlaadsysteem schakelt in. De -weg-mengklep gaat open en regelt daarna op de ingestelde gewenste tapwatertemperatuur. De circulatiepomp voor de boilerverwarming pulst zolang (d.w.z. kortstondig in- en uitgeschakeld) tot de gewenste aanvoertemperatuur (gewenste tapwatertemperatuur + 5 K) is bereikt. Daarna draait de pomp continu. Als de waarde tijdens de verwarming lager wordt dan de vereiste gewenste waarde, draait de circulatiepomp voor de boilerverwarming tijdelijk weer in de pulswerking. De circulatiepomp voor de boilerverwarming wordt bij volledig geopende -weg-mengklep direct uitgeschakeld. of De circulatiepomp voor de boilerverwarming wordt volgens een via codeeradres 6 instelbare nalooptijd uitgeschakeld. Warmwaterboiler is warm: (. boilertemperatuursensor: werk. waarde gew. waarde en. boilertemperatuursensor: werk. waarde > gew. waarde,5 K): De gewenste ketelwatertemperatuur wordt teruggezet op de weersafhankelijke gewenste waarde. Service 4

144 Codering Codeerniveau oproepen Opmerking Coderingen die door de uitvoering van de verwarmingsinstallatie of instelling van andere coderingen niet relevant zijn, worden niet getoond.. OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken. In het display knippert.. Met selecteren voor codeerniveau en met OK bevestigen. Op het display knippert I voor de codeeradressen van groep.. Groep van het gewenste codeeradres selecteren met / : : Algemeen : Ketel : Warm water 4: Zonne-energie 6: Alle coderingen basistoestel. In deze groep worden alle codeeradressen van codeerniveau in oplopende volgorde weergegeven. Geselecteerde groep met OK bevestigen. 4. Codeeradres met / selecteren. 5. Waarde volgens de volgende tabellen met / instellen en met OK bevestigen. 6. Als alle coderingen weer in de toestand bij levering moeten worden teruggezet: Met 7 selecteren en met OK bevestigen. Als knippert, met OK bevestigen. Opmerking Ook de coderingen van codeerniveau worden weer teruggezet. 7. Codeerniveau verlaten: indrukken. 8. Serviceniveau verlaten: Met /9 selecteren. 9. Met OK bevestigen. OFF knippert. 0. Met OK bevestigen. Opmerking Het serviceniveau wordt ook na 0 minuten automatisch verlaten. 44

145 Codering Groep Algemeen Coderingen Codering in uitlevertoestand Installatieschema 00: Eén verwarmingscircuit zonder mengklep (verwarmingscircuit ), zonder tapwateropwarming. ooptijd stelaandrijving 40:... ooptijd stelaandrijving op stekker gs in combinatie met retourtemperatuurregeling. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. Functie ketelcircuitpomp 5: Installatie met open verdeler/verzamelaar: ketelcircuitpomp draait bij aanvraag alleen als de brander draait (met nalooptijd). Deelnemersnr. 77: O-deelnemersnummer. Mogelijke omstelling 00:0 Wordt automatisch ingesteld als codering 0: of 0: ingesteld is. 00: Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A (verwarmingscircuit ), met tapwateropwarming (codering wordt automatisch ingesteld). 40:5 tot 40:99 ooptijd instelbaar van 5 tot 99 s 5:0 Installatie met open verdeler/verzamelaar: ketelcircuitpomp draait bij aanvraag altijd. 77: tot 77:99 O-deelnemersnummer instelbaar van tot 99. Opmerking Elk nummer mag slechts eenmaal worden toegekend. Service 45

146 Codering Groep Algemeen (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Gewenste waarde aanvoertemperatuur bij externe aanvraag 9b:0 Geen gewenste waarde minimale ketelwatertemperatuur bij externe aanvraag. 9b:0 tot 9b:7 Gewenste waarde bij externe aanvraag instelbaar van 0 tot 7 C (begrensd door ketelspecifieke parameters). Groep Ketel Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Installatietype 0: Installatie met één ketel 0: Installatie met meerdere ketels met cascaderegeling via O (bijv. Vitotronic 00-K, type MWB) 0: Installatie met meerdere ketels met door installateur te verzorgen cascaderegeling (externe regeling) via schakelcontacten (ingang avd en avh) of 0 0 V- ingang. Brandertype 0: Tweetraps brander. 0:0 Eentraps brander. 0: Modulerende brander. Gas-/oliewerking 0:0 Gaswerking 0: Oliewerking (niet omkeerbaar) 46

147 Codering Groep Ketel (vervolg) Codering in uitlevertoestand Ketel/brander 05:... Modulerende brander: Branderkarakteristiek. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. Keteltemperatuur maximumbegrenzing 06:87 Ingesteld op 87 C. 06:0 tot 06:7 Ketel 07: Doorlopende ketelnummers bij installatie met meerdere ketels (in combinatie met codeeradres 0 ) Rookgasbewaking F:0 Met rookgastemperatuursensor: geen bewaking van de rookgastemperatuur voor onderhoudsindicatie. Mogelijke omstelling 05:0 Branderkarakteristiek lineair 05: Branderkarakteristiek niet tot lineair 05:99 (P T : P max ) 00 P T in kw: deellastvermogen bij ⅓ looptijd van de stelaandrijving P max in kw: maximumvermogen 07: tot 07:4 F: tot F:50 C Onderhoud brander bedrijfsuren in 00 :0 Geen onderhoudsinterval (bedrijfsuren) ingesteld. : tot :00 Onderhoud tijdsinterval in maanden :0 Geen tijdsinterval voor onderhoud. : tot :4 Instelbaar van 0 tot 7 C. Instelling temperatuurregelaar naleven. Doorlopende ketelnummers bij installatie met meerdere ketels Bij overschrijding van de grenswaarde voor de rookgastemperatuur volgt indicatie. Aantal bedrijfsuren van de brander tot het volgende onderhoud, instelbaar van 00 tot 0000 uur; instelstap 00 uur Tijdsinterval instelbaar van tot 4 maanden. Service 47

148 Codering Groep Ketel (vervolg) Codering in uitlevertoestand Status onderhoud 4:0 Geen indicatie op het display. Mogelijke omstelling 4: Indicatie op het display (adres wordt automatisch geactiveerd, moet na onderhoud handmatig worden teruggezet). Groep Warm water Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Warmwatertemp. gewenst onderdrukking naverwarming 67:40 Bij tapwateropwarming door zonne-energie: gewenste tapwatertemperatuur 40 C. Boven de ingestelde gewenste waarde is de onderdrukking van de naverwarming actief (tapwateropwarming door de verwarmingsketel alleen als zonne-energie niet voldoende is). 67:0 tot 67:95 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 0 tot 95 C (begrensd door ketelspecifieke parameters). Groep 4 Zonne-energie Alleen in combinatie met zonneregelingsmodule, type SM. 48

149 Codering Groep 4 Zonne-energie (vervolg) Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Toerentalbesturing solarcircuitpomp 0:0 Solarcircuitpomp (getrapt) zonder toerentalbesturing door solarregelingsmodule 0: Zonnecircuitpomp (getrapt) toerentalgestuurd met aspakketbesturing. SM. 0: Solarcircuitpomp toeren- talgestuurd met PWM-aansturing. Maximumboilertemperatuur 08:60 De solarcircuitpomp wordt uitgeschakeld als de werkelijke tapwatertemperatuur de maximumboilertemperatuur 60 C bereikt. 08:0 tot 08:90 De maximumboilertemperatuur is instelbaar van 0 tot 90 C. Verlaging stagnatietijd 0A:5 Ter bescherming van installatiecomponenten en warmte overdrachtsmedia: het toerental van de solarcircuitpomp wordt verlaagd als de werkelijke tapwatertemperatuur met 5 K onder de maximumboilertemperatuur ligt. Debiet solarcircuit 0F:70 Debiet van het solarcircuit bij max. pomptoerental 7 l/min. 0A:0 Verlaging stagnatietijd niet actief. 0A: Waarde voor verlaging tot stagnatietijd instelbaar van 0A:40 tot 40 K. 0F: tot 0F:55 Debiet instelbaar van 0, tot 5,5 l/min; instelstap 0, l/min. Service 49

150 Codering Groep 4 Zonne-energie (vervolg) Codering in uitlevertoestand Uitgebreide solarregelingsfunties 0:0 Geen uitgebreide regelingsfunctie actief. Mogelijke omstelling 0: Extra functie voor tapwaterverwarming. 0:. Temperatuurverschilregeling. 0:. Temperatuurverschilregeling en extra functie. 0:4. Temperatuurverschilregeling voor ondersteuning verwarming. 0:5 Thermostaatfunctie. 0:6 Thermostaatfunctie en extra functie. 0:7 Solaire verwarming via externe warmtewisselaar zonder extra temperatuursensor. 0:8 Solaire verwarming via externe warmtewisselaar met extra temperatuursensor. 0:9 Solaire verwarming van twee warmwaterboilers 50

151 Codering Codeerniveau oproepen Opmerking Op codeerniveau zijn alle coderingen bereikbaar, ook de coderingen van codeerniveau. Coderingen die door de uitvoering van de verwarmingsinstallatie of instelling van andere coderingen niet relevant zijn, worden niet getoond. 0. OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken. In het display knippert. 0. OK en gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken. 0. Met selecteren voor codeerniveau en met OK bevestigen. Op het display knippert I voor de codeeradressen van groep. 04. Groep van het gewenste codeeradres selecteren met / : : Algemeen : Ketel : Warm water 4: Zonne-energie 6: Alle coderingen basistoestel. In deze groep worden alle codeeradressen van het codeerniveau in oplopende volgorde weergegeven. Geselecteerde groep met OK bevestigen. 05. Codeeradres met / selecteren. 06. Waarde volgens onderstaande tabel met / instellen en met OK bevestigen. 07. Als alle coderingen weer moeten worden teruggezet op de toestand bij levering: Met 7 selecteren en met OK bevestigen. Als knippert, met OK bevestigen. Opmerking Ook de coderingen van codeerniveau worden weer teruggezet. 08. Codeerniveau verlaten: indrukken. 09. Serviceniveau verlaten: Met /9 selecteren. 0. Met OK bevestigen. OFF knippert.. Met OK bevestigen. Opmerking Het serviceniveau wordt ook na 0 minuten automatisch verlaten. Service 5

152 Codering Groep Algemeen Coderingen Codering in uitlevertoestand 00: Verwarmingscircuit zonder mengklep A, zonder tapwateropwarming. E:0 Met uitbreiding EA (analoge ingang 0-0 V): Temperatuuropvraag van 0 tot 00 C: V 0 C 0 V 00 C 0:... Bijsteltijd regelaar open verdeler/verzamelaar in s Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. Hoe groter de bijsteltijd, des te preciezer, maar langzamer de regelaar. :... Regelaarvertraging open verdeler/verzamelaar in min. Tijd tussen branderstart en bijschakeling van de regelaar. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. 0:0 Zonder stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen. :0 Zonder stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen. 5 Mogelijke omstelling 00:0 Wordt automatisch ingesteld als codering 0: of 0: is ingesteld. 00: Verwarmingscircuit zonder mengklep A, met tapwateropwarming. E: Temperatuuropvraag van 0 tot 0 C: V 0 C 0 V 0 C 0:0 tot 0:990 : tot :99 Bijsteltijd regelaar instelbaar van 0 tot 990 s; instelstap 0 s. Regelaarvertraging instelbaar van tot 99 min. 0: Met stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen ; wordt automatisch herkend. : Met stekkeradapter externe veiligheidsinrichtingen ; wordt automatisch herkend.

153 Codering Groep Algemeen (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling :0 Zonder uitbreiding AM. : Met uitbreiding AM; wordt automatisch herkend. : Functie uitgang A op uitbreiding :0 Tapwatercirculatiepomp. AM: : Boilerlaadpomp. verwarmingscircuitpomp verwarmingscircuit zonder mengklep A (verwarmingscircuit ). : Circulatiepomp voor neutraliseringsinrichting of rookgas-/waterwarmtewisselaar. 4: Functie uitgang A op uitbreiding AM: verwarmingscircuitpomp verwarmingscircuit zonder mengklep A (verwarmingscircuit ). 40:... ooptijd stelaandrijving op stekker gs in combinatie met retourtemperatuurregeling. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. 4A:0 Sensor aja niet aanwezig. 4b:0 Sensor ajb niet aanwezig. 4C: Aansluiting op stekker sö: Schakelcontact Therm- Control. 4d: Aansluiting op stekker s: Bijmengpomp. 4E:0 Aansluiting op stekker gs: Motor voor smoorklep. 4:0 Tapwatercirculatiepomp. 4: Boilerlaadpomp. 4: Circulatiepomp voor neutraliseringsinrichting of rookgas-/waterwarmtewisselaar. 40:5 tot 40:99 ooptijd instelbaar van 5 tot 99 s. 4A: Sensor aja aanwezig (bijv. temperatuursensor van Therm-Control); wordt automatisch herkend. 4b: Sensor ajb aanwezig (bijv. retourtemperatuursensor T); wordt automatisch herkend. 4C: Primaire pomp boilerlaadsysteem. 4C: Circulatiepomp rookgas-/ waterwarmtewisselaar. 4d: Ketelcircuitpomp 4d: Ketelcircuitpomp met smoorklepfunctie. 4E: Motor voor -weg-mengklep voor de retourtemperatuurregeling. 5 Service

154 Codering Groep Algemeen (vervolg) Codering in uitlevertoestand 4F:5 alooptijd van de bijmeng- resp. ketelcircuitpomp 5 min. 5:0 Zonder aanvoertemperatuursensor voor open verdeler/verzamelaar. 5: Installatie met open verdeler/verzamelaar: ketelcircuitpomp draait bij aanvraag alleen als de brander draait (met nalooptijd). 54 Mogelijke omstelling 4E: Motor voor -weg-mengklep boilerlaadsysteem. 4F:0 Geen pompnaloop. 4F: tot 4F:60 alooptijd instelbaar van tot 60 min. 5: Met aanvoertemperatuursensor voor open verdeler; wordt automatisch herkend. 5:0 Installatie met open verdeler/verzamelaar: ketelcircuitpomp draait bij aanvraag altijd. 54:0 Zonder zonnesysteem. 54: Met Vitosolic 00; wordt automatisch herkend. 54: Met Vitosolic 00; wordt automatisch herkend. 54: Met zonneregelingsmodule, type SM, zonder extra functie; wordt automatisch herkend. 54:4 Met zonneregelingsmodule, type SM met extra functie, bijv. ondersteuning verwarming; wordt automatisch herkend. 5b:0 Zonder uitbreiding EA. 5b: Met uitbreiding EA; wordt automatisch herkend. 5C:0 Functie uitgang abj op uitbreiding EA: verzamelstoringsmelding. 5d:0 Functie ingang DE op uitbreiding EA: geen functie. 5C: Toevoerpomp. 5C: iet instellen. 5C: iet instellen. 5C:4 iet instellen. 5C:5 iet instellen. 5d: Geen functie. 5d: Extern opvragen met gewenste minimale ketelwatetemperatuur.

155 Codering Groep Algemeen (vervolg) Codering in uitlevertoestand 5E:0 Functie ingang DE op uitbreiding EA: geen functie. 5F:0 Functie ingang DE op uitbreiding EA: geen functie. 6C:0 alooptijd circulatiepomp neutraliseringsinrichting op uitgang A op uitbreiding AM: geen. 6d:0 alooptijd circulatiepomp neutraliseringsinrichting op uitgang A op uitbreiding AM: Mogelijke omstelling Instelling van de gewenste waarde in codeeradres 9b. 5d: Extern blokkeren. 5d:4 Extern blokkeren met storingsmeldingsingang. 5d:5 Storingsmeldingsingang. 5d:6 Geen functie. 5E: Geen functie. 5E: Extern opvragen met gewenste minimale ketelwatetemperatuur. Instelling van de gewenste waarde in codeeradres 9b. 5E: Extern blokkeren. 5E:4 Extern blokkeren met storingsmeldingsingang. 5E:5 Storingsmeldingsingang. 5E:6 Geen functie. 5F: Geen functie. 5F: Extern opvragen met gewenste minimale ketelwatetemperatuur. Instelling van de gewenste waarde in codeeradres 9b. 5F: Extern blokkeren. 5F:4 Extern blokkeren met storingsmeldingsingang. 5F:5 Storingsmeldingsingang. 5F:6 Geen functie. 6C: tot 6C:55 6d: tot 6d:55 alooptijd instelbaar van tot 55 s. alooptijd instelbaar van tot 55 s. Service 55

156 Codering Groep Algemeen (vervolg) Codering in uitlevertoestand geen. 76:0 Zonder communicatiemodule O. 77: O-deelnemersnummer. 78: Communicatie O vrijgegeven. 79:0 Regeling is niet foutmanager. 80:6 Storing wordt gemeld, zodra de storing min. 0 s aanwezig is. 88:0 Temperatuurindicatie in ºC (Celcius). 8A:75 iet verstellen! 8b:0 iet verstellen! 9:0 Storingsmelding bij service-testfunctie/onderhoudsindicatie heeft geen invloed op verzamelstoring. 94:0 Installatie met open verdeler/verzamelaar: primaire circuitpomp en boilerlaadpomp draaien bij aanvraag altijd. Mogelijke omstelling 76: Met communicatiemodule O; wordt automatisch herkend. 77: tot 77:99 O-deelnemersnummer instelbaar van tot 99. Opmerking Elk nummer mag slechts eenmaal worden toegekend. 78:0 Communicatie O geblokkeerd. 79: Regeling is foutmanager. 80:0 Storingsmelding direct. 80: Minimumduur van de storing tot storingsmelding tot 80:99 volgt, instelbaar van 0 tot 995 s; instelstap 5 s. 88: Temperatuurindicatie in ºF (Fahrenheit). 9: Storingsmelding bij service-testfunctie/onderhoudsindicatie heeft invloed op verzamelstoring. 94: Primaire circuitpomp draait bij aanvraag alleen als de brander draait (met nalooptijd). 94: Boilerlaadpomp draait bij aanvraag alleen als de brander draait (met nalooptijd). 56

157 Codering Groep Algemeen (vervolg) Codering in uitlevertoestand 95:0 Zonder communicatiepoort Vitocom : Viessmann-installatienummer (in combinatie met bewaking van meerdere installaties via Vitocom 00). 9b:0 Geen gewenste waarde minimale ketelwatertemperatuur bij externe aanvraag. 9C:0 Bewaking O-deelnemer: als een deelnemer niet antwoordt, worden na 0 min intern ingestelde regelwaarden gebruikt en volgt er een storingsmelding. 9d:0 iet verstellen! Mogelijke omstelling 95: Met communicatiepoort Vitocom 00; wordt automatisch herkend. 98: Installatienummer instelbaar tussen en 5. tot 98:5 9b:0 tot 9b:7 Gewenste waarde bij externe aanvraag instelbaar van 0 tot 7 C (begrensd door ketelspecifieke parameters). 9C:0 Geen bewaking. 9C:5 tot 9C:60 Tijd instelbaar van 5 tot 60 min. Service 57

158 Codering Groep Ketel Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 0: Installatie met één ketel. 0: Installatie met meerdere ketels met cascaderegeling via O (bijv. Vitotronic 00-K, type MWB). 0: Installatie met meerdere ketels met door installateur te verzorgen cascaderegeling (externe regeling) via schakelcontacten (ingang avd en avh) of 0 0 V- ingang. 0: Tweetraps brander. 0:0 Eentraps brander. 0: Modulerende brander. 0:0 Gaswerking. 0: Oliewerking (niet omkeerbaar). 0: Wordt automatisch ingesteld als een verkeerde of geen ketelcodeerstekker is aangesloten. 04:... Schakelhysterese brander: 04:0 Schakelhysterese 4 K (zie pagina 8) toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. 04: Schakelhysterese warmteafhankelijk (zie pagina 8) ERB50-functie (waarden van 6 tot K). 04: ERB80-functie (waarden van 6 tot 0 K). 05:... Modulerende brander: branderkarakteristiek. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld :0 Branderkarakteristiek lineair. 05: Branderkarakteristiek niet tot lineair. 05:99 (P T : P max ) 00 P T in kw: deellastvermogen bij ⅓ looptijd van de stelaandrijving

159 Codering Groep Ketel (vervolg) Codering in uitlevertoestand 06:87 Maximumbegrenzing van de ketelwatertemperatuur 87 ºC. 07: Doorlopende ketelnummers bij installatie met meerdere ketels (in combinatie met codeeradres 0 ) 08:... Maximumvermogen brander in kw. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. 09:... Maximumvermogen brander in kw. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. 0A:... Basisvermogen brander in kw. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. Mogelijke omstelling P max in kw: maximumvermogen 06:0 tot 06:7 07: tot 07:4 08:0 tot 08:99 09:0 tot 09:99 0A:0 tot 0A:00 Maximumbegrenzing instelbaar van 0 tot 7 C. Instelling temperatuurregelaar naleven. Doorlopende ketelnummers bij installatie met meerdere ketels Maximumvermogen instelbaar van 0 tot 99 kw. Maximumvermogen instelbaar van 0 tot 9900 kw; instelstap 00 kw. Branderkarakteristiek niet lineair (P G :P max ) 00 % P G in kw: basisvermogen P max in kw: maximumvermogen 0C:5 Smoorklep glijdend, onafhankelijk 0C:0 Zonder functie. van gewenste ketelwatertemperatuur. 0C: Permanente retourtemperatuurregeling. 0C: Smoorklep tijdgestuurd. 0C: Smoorklep schakelend, afhankelijk van ketelwatertemperatuur. 0C:4 Smoorklep glijdend, afhankelijk van gewenste ketelwatertemperatuur. 0d: Met Therm-Control, 0d:0 Zonder Therm-Control. 59 Service

160 Codering Groep Ketel (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling heeft invloed op smoorklep (functie niet actief bij codering 0C: ). 0d: Met Therm-Control, heeft invloed op mengklep van nageschakelde verwarmingscircuits. :... Uitschakelverschil in K. :0 Zonder uitschakelverschil. De brander wordt bij het overschrijden van de gewenste ketelwatertemperatuur uitgeschakeld. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. : tot :0 Uitschakelverschil instelbaar van tot 0 K. 4:... Minimumlooptijd van de brander in minuten. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. 5:0 ooptijd stelaandrijving modulerende brander 0s. 6:... Offset brander bij optimalisering van de start in K (tijdelijke verlaging van de gewenste ketelwatertemperatuur na branderstart). Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. A:... Startoptimalisering in min. Toestand bij levering door de ketelcodeerstekker ingesteld. b:60 Tijd van het ontsteken van de brander tot het begin van de regeling 60 s. 60 4:0 tot 4:5 5:5 tot 5:99 6:0 tot 6:5 A:0 tot A:60 b:0 tot b:99 Minimumlooptijd instelbaar van 0 tot 5 min. ooptijd instelbaar van 5 tot 99 s. Bij Vitocrossal, zie afzonderlijke servicehandleiding. Offset instelbaar van 0 tot 5 K. Tijdsduur van de startoptimalisering instelbaar van 0 tot 60 min. Regelvertraging instelbaar van tot 99 s.

161 Codering Groep Ketel (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling C:0 Signaal B4 op stekker fa is niet beschikbaar: Compensatie van de signaalvertraging voor het tellen van bedrijfsuren. Tijd vanaf het moment dat het startsignaal van de brander op T in de stekker fa staat tot aan het openen van de magneetklep. Bij iedere branderstart worden 0 s van de bedrijfstijd afgetrokken. C: tot C:99 Vertraging instelbaar van tot 99 s. Deze tijd wordt bij iedere branderstart van de bedrijfstijd afgetrokken. Bijv. bedrijfssituaties waarin de brander via de mechanische temperatuurregelaar wordt uitgeschakeld, maar de branderaanvraag blijft bestaan (bedrijfsuren worden verder geteld). Eventueel codeeradres 06 veranderen. F:0 Met rookgastemperatuursensor: geen bewaking van de F: tot F:50 C Bij overschrijding van de ingestelde grenswaarde voor de rookgastemperatuur rookgastemperatuur voor onderhoudsindicatie. volgt indicatie. :0 Geen onderhoudsinterval (bedrijfsuren) ingesteld. : tot :00 Aantal bedrijfsuren van de brander tot het volgende onderhoud, instelbaar van 00 tot 0000 uur; één instelstap 00 uur. :0 Geen tijdsinterval voor onderhoud. 4:0 Geen indicatie op het display. 6:0 Brandstofverbruik van de brander (eerste trap): geen telling als 6:0 en 7:0 gecodeerd zijn. : tot :4 Tijdsinterval instelbaar van tot 4 maanden. 4: Indicatie op het display (adres wordt automatisch geactiveerd, moet na onderhoud handmatig worden teruggezet). 6: tot 6:99 Invoer van 0, tot 9,9; instelstap 0, l/h resp. gallon/h. Service 6

162 Codering Groep Ketel (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Opmerking Waarden van codeeradressen 6 en 7 worden opgeteld. 7:0 Brandstofverbruik van de brander (eerste trap): geen telling als 6:0 en 7:0 gecodeerd zijn. 8:0 Geen intervalontsteking van de brander. 9:0 Brandstofverbruik van de brander (eerste en tweede trap): geen telling als 9:0 en A:0 gecodeerd zijn. 7: tot 7:99 8: tot 8:4 9: tot 9:99 Invoer van 0 tot 990; instelstap 0 l/h resp. gallon/h. Tijdsinterval van tot 4 h instelbaar. Brander wordt telkens gedurende 0 s geforceerd ingeschakeld. Invoer van 0, tot 9,9; instelstap 0, l/h resp. gallon/h. Opmerking Waarden van codeeradressen 9 en A worden opgeteld. A:0 Brandstofverbruik van de brander (eerste en tweede trap); geen telling als 9:0 en A:0 gecodeerd zijn. b:5 Max. voorverwarmtijd van de smoorklep 5 min. C:5 Max. nalooptijd van de smoorklep 5 min. d:0 Regelfunctie bijmengpompen alleen bij ketelvrijgave Aan. A: tot A:99 Invoer van 0 tot 990; instelstap 0 l/h resp. gallon/h. b:0 Geen voorverwarmtijd. b: Voorverwarmtijd instelbaar tot van tot 60 min. b:60 C:0 Geen nalooptijd. C: tot C:60 alooptijd instelbaar van tot 60 min. d: Regelfunctie bijmengpompen permanent Aan. 6

163 Codering Groep Warm water Coderingen Codering in uitlevertoestand 55:0 Boilerverwarming, hysterese ±,5 K. 56:0 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 0 tot 60 C. Mogelijke omstelling 55: Adaptieve boilerverwarming actief (zie pagina 4). 55: Boilertemperatuurregeling met boilertemperatuursensoren (zie pagina 4). 55: Boilertemperatuurregeling boilerlaadsysteem (zie pagina 4). 56: Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 0 tot 95 C. 58:0 Zonder extra functie voor tapwateropwarming. 59:0 Boilerverwarming: Inschakelpunt: gewenste waarde,5 K Uitschakelpunt: gewenste waarde +,5 K 5A:0 Bij tapwateropwarming: de gewenste ketelwatertemperatuur vloeit voort uit de hoogste aanvoertemperatuur-aanvraag van de installatie. 58: tot 58:95 59: tot 59:0 Opmerking Max. toegestane tapwatertemperatuur respecteren. Temperatuurregelaar R omzetten. Invoer van een tweede gewenste tapwatertemperatuur; instelbaar van tot 95 C (codeeradres 56 respecteren). Inschakelpunt instelbaar van tot 0 K onder gewenste waarde. 5A: Bij tapwateropwarming: de gewenste ketelwatertemperatuur vloeit voort uit de aanvoertemperatuuraanvraag van de warmwaterboiler. Service 6

164 Codering Groep Warm water (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 60:0 Tijdens de tapwateropwarming is de ketelwatertemperatuur max. 0 K hoger dan de gewenste 60:5 tot 60:50 Verschil tussen ketelwatertemperatuur en gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 0 tot 50 K. tapwatertemperatuur. 6: Circulatiepomp voor de boilerverwarming wordt onmiddellijk ingeschakeld. 6:0 Circulatiepomp voor de boilerverwarming wordt afhankelijk van de ketelwatertemperatuur ingeschakeld. 6:0 Circulatiepomp met max. 0 min naloop na boilerverwarming. 6:0 Circulatiepomp zonder naloop. 6:0 Zonder extra functie voor tapwateropwarming. 67:40 Bij tapwateropwarming door zonne-energie: gewenste tapwatertemperatuur 40 C. Boven de ingestelde gewenste waarde is de onderdrukking van de naverwarming actief (tapwateropwarming door de verwarmingsketel alleen als zonne-energie niet voldoende is). 68:8 Met boilertemperatuursensoren (codering 55: ): uitschakelpunt van de boilerverwarming bij gewenste waarde x 0, : tot 6:5 alooptijd instelbaar van tot 5 min. 6: Bijkomende functie: x dagelijks. 6: Om de dagen tot om de tot 4 dagen. 6:4 6:5 x dagelijks. 67:0 tot 67:95 68: tot 68:0 Gewenste tapwatertemperatuur instelbaar van 0 tot 95 C (begrensd door ketelspecifieke parameters). Factor instelbaar van 0, tot ; instelstap 0,.

165 Codering Groep Warm water (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 69:7 Met boilertemperatuursensoren (codering 55: ): inschakelpunt van de boilerverwarming bij gewenste waarde x 0,7. 69: tot 69:9 6A:75 ooptijd stelaandrijving 6A:0 mengklep warmtewisselaarset tot Vitotrans, 80 6A:55 en 0 kw: 75 s. Factor instelbaar van 0, tot 0,9; instelstap 0,. Bij warmtewisselaarset Vitotrans, 40 kw: s instellen. ooptijd instelbaar van 0 tot 55 s. Groep 4 Zonne-energie Alleen in combinatie met zonneregelingsmodule, type SM. Coderingen Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 00:8 De zonnecircuitpomp wordt ingeschakeld als de collectortemperatuur 8 K groter is dan de werkelijke tapwatertemperatuur. 00: tot 00:0 0:4 De zonnecircuitpomp 0: wordt uitgeschakeld als tot het verschil tussen collectortemperatuur 0:9 en werke- lijke tapwatertemperatuur minder dan 4 K bedraagt. 0:0 Zonnecircuitpomp (getrapt) zonder toerentalregeling door zonneregelingsmodule SM. Het verschil tussen de werkelijke tapwatertemperatuur en het inschakelpunt van de zonnecircuitpomp is instelbaar van tot 0 K. Het verschil tussen de werkelijke tapwatertemperatuur en het uitschakelpunt van de zonnecircuitpomp is instelbaar van tot 9 K. 0: Zonnecircuitpomp (getrapt) toerentalgestuurd met aspakketbesturing. 0: Zonnecircuitpomp met toerentalregeling en PWMaansturing. 65 Service

166 Codering Groep 4 Zonne-energie (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 0:0 Het temperatuurverschil tussen collectortemperatuur en werkelijke tapwatertemperatuur wordt op 0 K geregeld. 0:5 tot 0:0 Het temperatuurverschil tussen collectortemperatuur en werkelijke tapwatertemperatuur is instelbaar van 5 tot 0 K. 04:4 Regelversterking van de toerentalregeling 4 %/K. 04: tot Regelversterking instelbaar van tot 0 %/K. 04:0 05:0 Min. toerental van de zonnecircuitpomp 0 % van het max. toerental. 05: tot 05:00 Min. toerental van de zonnecircuitpomp is instelbaar van tot 00 %. 06:75 Max. toerental van de zonnecircuitpomp 75 % van het max. mogelijke toerental. 07:0 Intervalfunctie van de zonnecircuitpomp uitgeschakeld. 08:60 De zonnecircuitpomp wordt uitgeschakeld als de werkelijke tapwatertemperatuur de maximumboilertemperatuur (60 C) bereikt. 09:0 De zonnecircuitpomp wordt uitgeschakeld als de collectortemperatuur 0 C bereikt (maximale collectortemperatuur ter bescherming van de installatiecomponenten). 0A:5 Als bescherming van installatieonderdelen en warmte overdrachtsmedia: 66 06: tot 06:00 Max. toerental van de zonnecircuitpomp is instelbaar van tot 00 %. 07: Intervalfunctie van de zonnecircuitpomp ingeschakeld. Voor een preciezere registratie van de collectortemperatuur wordt de zonnecircuitpomp cyclisch kortstondig ingeschakeld. 08:0 tot 08:90 09:0 tot 09:00 De maximumboilertemperatuur is instelbaar van 0 tot 90 C. De temperatuur is instelbaar van 0 tot 00. 0A:0 Reductie stagnatietijd niet actief. 0A: tot Waarde voor reductie stagnatietijd instelbaar van tot 40 K.

167 Codering Groep 4 Zonne-energie (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Het toerental van de zonnecircuitpomp 0A:40 wordt ver- laagd als de werkelijke boilertemperatuur 5 K onder de maximumboilertemperatuur ligt. 0b:0 Vorstbeschermingsfunctie voor zonnecircuit uitgeschakeld. 0b: Vorstbescherming voor zonnecircuit ingeschakeld (niet nodig bij warmte overdrachtsmedia van Viessmann). 0C: Delta-T-bewaking ingeschakeld. Er wordt te weinig of geen debiet in het zonnecircuit geregistreerd. 0C:0 Delta-T-bewaking uitgeschakeld. 0d: Bewaking nachtcirculatie ingeschakeld. Ongewild debiet in het zonnecircuit (bijv. 's nachts) wordt geregistreerd. 0E: Bepaling van zonneenergieopbrengst met warmte overdrachtsmedia van Viessmann. 0F:70 Het debiet van het zonnecircuit bij max. pomptoerental 7 l/min. 0:0 Regeling doeltemperatuur uitgeschakeld (zie codeeradres ). :50 Gewenste tapwatertemperatuur zonne-enrgie 50 C. 0d:0 Bewaking nachtcirculatie uitgeschakeld. 0E: Bepaling van zonne-energieopbrengst met water als warmte overdrachtsmedia (niet instellen, omdat alleen werking met warmte overdrachtsmedia van Viessmann mogelijk is). 0E:0 Bepaling zonne-energieopbrengst uitgeschakeld. 0F: tot 0F:55 Volumestroom instelbaar van 0, tot 5,5 l/min. instelstap 0, l/min 0: Regeling doeltemperatuur ingeschakeld. :0 tot :90 Gewenste tapwatertemperatuur zonne-energie instelbaar van 0 tot 90 C. 67 Service

168 Codering Groep 4 Zonne-energie (vervolg) :0 Functie van de minimale collectortemperatuur uitge- Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Regeling doeltemperatuur ingeschakeld (codering 0: ): temperatuur waarmee het door zonne-enrgie verwarmde water in de warmwaterboiler moet worden toegelaten. Uitgebreide regelingsfuncties voor de verwarming van twee warmwaterboilers ingesteld (codering 0:8 ): bij het bereiken van de gewenste tapwatertemperatuur van een warmwaterboiler wordt de tweede warmwaterboiler verwarmd. :0 Minimale collectortemperatuur 0 C. De zonnecircuitpomp schakeld. wordt pas ingeschakeld : als de ingestelde minimale collectortempera- :90 tot tuur wordt overschreden. 0:0 Geen uitgebreide regelingsfunctie actief. De minimale collectortemperatuur is instelbaar van tot 90 C. 0: Extra functie voor tapwateropwarming. 0:. Verschiltemperatuurregeling. 0:. Verschiltemperatuurregeling en extra functie. 0:4. Verschiltemperatuurregeling voor ondersteuning verwarming. 0:5 Thermostaatfunctie. 0:6 Thermostaatfunctie en extra functie. 68

169 Codering Groep 4 Zonne-energie (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling 0:7 Verwarming met zonneenergie via externe warmtewisselaar zonder extra temperatuursensor. 0:8 Verwarming met zonneenergie via externe warmtewisselaar met extra temperatuursensor. 0:9 Verwarming met zonneenergie door twee warmwaterboilers. : tot :0 : tot :0 4:0 tot 4:00 Inschakeltemperatuurverschil bij ondersteuning verwarming is instelbaar van tot 0 K. :8 Inschakeltemperatuurverschil bij ondersteuning verwarming: 8 K. De schakeluitgang ss wordt ingeschakeld als de temperatuur op sensor / met de ingestelde waarde groter is dan de temperatuur op sensor aö. :4 Uitschakeltemperatuurverschil bij ondersteuning verwarming: 4 K. De schakeluitgang ss wordt uitgeschakeld als de temperatuur op sensor / lager wordt dan het uitschakelpunt. Het uitschakelpunt is de som van de temperatuur op sensor aö en de ingestelde waarde van het uitschakeltemperatuurverschil. 4:40 Inschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie 40 C. Uitschakeltemperatuurverschil bij ondersteuning verwarming is instelbaar van tot 9 K. Inschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie is instelbaar van 0 tot 00 K. Service 69

170 Codering Groep 4 Zonne-energie (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Inschakeltemperatuur thermostaatfunctie uitschakeltemperatuur thermostaatfunctie: thermostaatfunctie bijv. voor naverwarming. De schakeluitgang ss wordt ingeschakeld als de temperatuur op sensor / lager wordt dan de inschakeltemperatuur thermostaatfunctie. Inschakeltemperatuur thermostaatfunctie > uitschakeltemperatuur thermostaatfunctie: thermostaatfunctie bijv. voor benutting van overtollige warmte. De schakeluitgang ss wordt ingeschakeld als de temperatuur op sensor / groter is dan de inschakeltemperatuur thermostaatfunctie. 5:50 Uitschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie 50 C. Inschakeltemperatuur thermostaatfunctie uitschakeltemperatuur thermostaatfunctie: thermostaatfunctie bijv. voor naverwarming. De schakeluitgang ss wordt uitgeschakeld als de temperatuur op sensor / groter is dan de inschakeltemperatuur thermostaatfunctie. 5:0 tot 5:00 Inschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie is instelbaar van 0 tot 00 K. 70

171 Codering Groep 4 Zonne-energie (vervolg) Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling Inschakeltemperatuur thermostaatfunctie > uitschakeltemperatuur thermostaatfunctie: thermostaatfunctie bijv. voor gebruik van overvloedige warmte. De schakeluitgang ss wordt uitgeschakeld als de temperatuur op sensor / lager wordt dan de inschakeltemperatuur thermostaatfunctie. 6: Voorrang voor warmwaterboiler met pendelverwarming. 6:0 Voorrang voor warmwaterboiler zonder pendelverwarming. Alleen bij instelling codering 0:8. 6: Voorrang voor warmwaterboiler zonder pendelverwarming. 6: Voorrang voor warmwaterboiler met pendelverwarming. 6:4 Pendelverwarming zonder voorrang voor een warmwaterboiler. 7:5 Pendelverwarmingstijd 5 min. De warmwaterboiler zonder voorrang wordt maximaal gedurende de ingestelde pendelverwarmingstijd verwarmd als de warmwaterboiler met voorrang is verwarmd. 7:5 tot 7:60 De pendelverwarmingstijd is instelbaar van 5 tot 60 min. 8: Pendelpauzetijd min. 8: tot 8:60 De pendelpauzetijd is instelbaar van tot 60 min. Service 7

172 Codering Groep 4 Zonne-energie (vervolg) Codering in uitlevertoestand a afloop van de ingestelde pendelverwarmingstijd voor de warmwaterboiler zonder voorrang wordt tijdens de pendelpauzetijd de stijging van de collectortemperatuur geregistreerd. Mogelijke omstelling 7

173 Schema's Aansluiting en bedradingschema Overzicht Service 7

174 Schema's Aansluiting en bedradingschema (vervolg) A A A6 A7 A8 Basisprintplaat laagspanning Basisprintplaat 0 V Bedieningseenheid Printplaat Optolink/service-testschakelaar Elektronicaprintplaat A9 Ketelcodeerstekker A0 Communicatiemodule O (accessoires) A Printplaat netvoeding A etschakelaar X Elektrische interfaces 74

175 Schema's Aansluiting en bedradingschema (vervolg) Basisprintplaat laagspanning Service Keteltemperatuursensor %A Boilertemperatuursensor %B. Boilertemperatuursensor bij boilerlaadsysteem ) Aanvoertemperatuursensor 75

176 Schema's Aansluiting en bedradingschema (vervolg) ag aja ajb avd Rookgastemperatuursensor Temperatuursensor Therm-Control of Retourtemperatuursensor T Retourtemperatuursensor T of Temperatuursensor boilerlaadsysteem Externe bijschakeling avg KM-BUS-deelnemer avh Externe bijschakeling O Verbindingskabel voor gegevensuitwisseling van de regelingen (accessoires) S Service-testschakelaar V Storingsindicator (rood) V Werkingsindicator (groen) X Elektrische interfaces 76

177 Schema's Aansluiting en bedradingschema (vervolg) Basisprintplaat 0 V Service 77

178 Schema's Aansluiting en bedradingschema (vervolg) sö sa sk s fö fa gö gs lö abö aba abh F, F Zekering F6 Primaire pomp boilerlaadsysteem of Circulatiepomp rookgas-/ waterwarmtewisselaar of Schakeluitgang Circulatiepomp voor de boilerverwarming (accessoires) Zonder functie Bijmengpomp of ketelcircuitpomp (door installateur te voorzien) etaansluiting, 0 V/50 Hz Olie-/gasbrander Verzamelstoringsmelding Smoorklep of Mengklepmotor retourtemperatuurregeling of Motor voor -weg-mengklep boilerlaadsysteem Brander tweede trap/modulerend Externe aansluitingen (bij aansluiting brug verwijderen) a Externe veiligheidsinrichtingen b Extern blokkeren Veiligheidscircuit (spanningsloos) etaansluiting voor accessoires Veiligheidstemperatuurbegrenzer 0 C (00 C) F7 Temperatuurregelaar 95 C (00 C) K-K0 Relais S etschakelaar S TÜV-testtoets X Elektrische interfaces 78

179 Onderdelen Ketelcodeerstekker Verwarmingsketel Ketelcodeerstekker Indicatie in het servicemenu Diagnose groep Algemeen Aanduiding Bestelnr. reserveonderdeel Vitocrossal 00, type CT Vitocrossal 00, type CM Vitocrossal 00, type CR, CRB Vitocrossal 00, type CM Vitocrossal 00, type CT Vitomax 00-T Vitoplex 00, type SXA Vitoplex 00, type TXA Vitoradial 00-T Vitorond 00, type VD, VDA Sensoren Ketel-, buffer-, toevoer- (sensor Therm-Control) en retourtemperatuursensor Sensoren controleren Opmerking De toevoertemperatuursensor kan als klemtemperatuursensor- of dompeltemperatuursensor worden gebruikt. Service 79

180 Onderdelen Sensoren (vervolg) Viessmann TC 0 kω (blauwe markering) Weerstand in kω ,8 0,6 0, Temperatuur in C. Overeenkomstige stekker lostrekken.. Weerstand van de sensor meten en met karakteristiek vergelijken.. Bij sterke afwijking montage controleren en eventueel sensor vervangen. Rookgastemperatuursensor, bestelnr Bij het bereiken van een ingevoerde grenswaarde (zie codeeradres F in groep Ketel ) verschijnt een onderhoudsindicatie. Rookgastemperatuursensor controleren Viessmann TC 0 kω (oranje markering) Weerstand in kω 80 0, Temperatuur in C

181 Onderdelen Sensoren (vervolg). Stekker ag eraf trekken.. Weerstand van de sensor meten en met karakteristiek vergelijken.. Bij sterke afwijking montage controleren en eventueel sensor vervangen. Stekkeradapter ext. veiligheidsinrichtingen, bestelnr Aansluiting van een steekadapter De stekkeradapter wordt door de regeling automatisch als KM-BUS-deelnemer herkend. De volgende externe veiligheidsinrichtingen kunnen volgens E 88 worden aangesloten: aagwaterbeveiliging Maximumdrukbegrenzer Minimumdrukbegrenzer Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer Externe uitschakeling van branderregeling Externe brandervraag (eerste trap) Service 8

182 Onderdelen Stekkeradapter ext. veiligheidsinrichtingen, (vervolg) B B B B D D D C 50 E X7 Ein TR Ein TR 50 E X Ein TR Ein TR 50 E X Ein TR Ein TR X8 50 F X Ein TR Ein TR STB STB STB STB X6 STB X4 STB X5 STB STB H G A A Aansluitruimte B Externe veiligheidsinrichtingen X Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer of Thermostaat X Minimum- of maximumdrukbegrenzer X Maximumdrukbegrenzer X7 aagwaterniveaubeveiliging De volgorde van de aansluitingen aanhouden zoals weergegeven in de afbeelding. Bij aansluiting van de externe veiligheidsinrichtingen de betreffende brug in de stekker abö verwijderen. C Externe branderinschakeling D Externe uitschakeling regeling E Stekker abö F Stekker abö van de regeling G Aansluiting voor kabel met stekker abö voor de regeling H aar de schakelkast of meldingsinrichting Opmerking In elke bus X, X, X en X7 moet een stekker abö gestoken zijn. 8

183 Onderdelen Stekkeradapter ext. veiligheidsinrichtingen, (vervolg) Aansluiting van twee steekadapters Afzonderlijke montagehandleiding De aansluitingen in de eerste steekadapter uitvoeren zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk. In de tweede steekadapter is de volgorde van de aansluitingen vrij te kiezen. Instelling draaischakelaar De draaischakelaar bevindt zich in het bovenste gedeelte van de steekadapter. Toestand bij levering: stand. Stekkeradapter: stand. Stekkeradapter: stand Service 8

184 Onderdelen Uitbreiding EA DE Digitale ingang DE Digitale ingang DE Digitale ingang 0-0 V 0-0 V-ingang fö etaansluiting Digitale ingangen DE tot DE fö A abj avg etaansluiting voor accessoires Verzamelstoringsmelding (spanningsloos) KM-BUS Functies: Extern blokkeren Extern blokkeren met storingsmelding Externe aanvraag met minimale ketelwatertemperatuur Ingang storingsmeldingen 84

185 Onderdelen Uitbreiding EA (vervolg) Bij de aansluiting van externe contacten moet aan de vereisten van beschermklasse II worden voldaan, d.w.z. 8,0 mm lucht- en kruipwegen resp.,0 mm isolatiedikte tot actieve delen. Gewenste waarde aanvoertemperatuur bij externe aanvraag De gewenste aanvoertemperatuur kan in codering 9b worden ingesteld. Functietoekenning van de ingangen De functie van de ingangen wordt via coderingen op de regeling van de verwarmingsketel geselecteerd: DE: codeeradres 5d DE: codeeradres 5E DE: codeeradres 5F Analoge ingang 0-0 V De 0-0 V-bijschakeling zorgt voor een extra gewenste ketelwatertemperatuur: 0 - V wordt beoordeeld als geen instelling voor gewenste ketelwatertemperatuur. Tussen de minpool en de aardleiding van de door de installateur te verzorgen spanningsbron moet voor een galvanische scheiding worden gezorgd. Codeeradres E in groep Algemeen : E:0 temperatuuropvraag in het bereik van 0 tot 00 C instelbaar V 0 C verandering gewenste waarde 0 V 00 C verandering gewenste waarde E: temperatuuropvraag in het bereik van 0 tot 0 C instelbaar V 0 C verandering gewenste waarde 0 V 0 C verandering gewenste waarde Service Uitgang abj Aansluiting van een inrichting voor storingsmeldingen. Functietoekenning De functie van de uitgang abj wordt via codeeradres 5C geselecteerd. 85

186 Onderdelen Bijluchtinrichting Vitoair, bestelnr , A aar de brander B aar de regeling Kleurenlegende volgens DI IEC BK zwart G/YE groen/geel Functiecontrole Draaiknop op de motor indrukken en gelijktijdig in middenstand draaien. Brander door de regeling vrijgegeven Draaiknop moet in richting gaan. Branderstilstand Draaiknop moet in richting 5 gaan. oodbedrijf Draaiknop op de motor indrukken en naar rechts via stand tot de aanslag draaien. 86

187 Onderdelenlijst Onderdelenlijst Aanwijzing voor bestelling van reserveonderdelen Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zie typeplaatje A) evenals het positienummer van het onderdeel (van deze onderdelenlijst). Courante onderdelen zijn in de plaatselijke vakhandel verkrijgbaar. Onderdelen 000 Scharnieren 0004 Draaiknop temperatuurregelaar 0006 Aanslagring temperatuurregelaar 0008 Stelsteun 00 Veiligheidsonderdeel met bedrading 00 Voorste gedeelte behuizing met frame (zie pos. 00) 004 Afdekking printplaat 005 Frontklep 006 Achterste gedeelte behuizing 008 Bedieningseenheid 009 Kap links 000 Kap rechts 00 Platte kabel 0-polig 00 Aansluitkabel service-testschakelaar 004 Schroefdop voor zwakstroomzekering 005 Zekeringhouder voor zwakstroomzekering 000 Veiligheidstemperatuurbegrenzer 00 Temperatuurregelaar 007 Service-testschakelaar, eenpolig 008 etschakelaar, -polig 009 Testtoets TÜV, eenpolig 004 Temperatuursensor (keteltemperatuursensor of boilertemperatuursensor) 0049 Basisprintplaat laagspanning 0050 Elektronicaprintplaat 005 Printplaat Optolink en servicetestschakelaar 005 Basisprintplaat 0 V~ 0054 Printplaat netvoeding 0056 Communicatiemodule O 0057 Verbindingskabel O 0058 Afsluitweerstand O 0065 Branderaansluitkabel met stekker fa en branderaansluitkabel met stekker lö 0066 Branderaansluitkabel met stekker fa en branderaansluitkabel met stekker lö voor Vitocrossal 0074 Verbindingsleiding 0080 Montage- en servicehandleiding 008 Bedieningshandleiding 009 Zekering T6, A/50 V 000 Stekker voor laagspanning (7 stuks) 00 Stekker voor pompen ( stuks) 00 Stekker gs ( stuks) 00 Stekker abh ( stuks) 004 Stekker netaansluiting fö ( stuks) 005 Stekker abö 006 Stekker gö ( stuks) 008 Stekker avd, avg, avh 009 Branderstekker fa, lö, aba en a:a A Typeplaatje Service 87

188 A Onderdelenlijst Onderdelenlijst (vervolg)

189 Technische gegevens Technische gegevens ominale spanning ominale frequentie ominale stroom Vermogensopname Beschermingsklasse Beschermingsgraad 0 V 50 Hz x 6 A 0 W I IP 0 D volgens E 6059, door opbouw/inbouw te garanderen Werkwijze Type B conform E Toegest. omgevingstemperatuur in bedrijf 0 tot +40 C gebruik in woningen en verwarmde ruimtes (normale omgevingsvoorwaarden) bij opslag en transport 0 tot +65 C ominale belastbaarheid van de relaisuitgangen bij 0 V sö Primaire pomp boilerlaadsysteem of Circulatiepomp rookgas-/waterwarmtewisselaar of Schakeluitgang 4 () A * sa Circulatiepomp voor de boilerverwarming 4 () A * s Bijmengpomp of ketelcircuitpomp 4 () A * gö Verzamelstoringsmelding 4 () A * gs Smoorklep Mengklepmotor retourtemperatuurregeling of Motor -weg mengklep boilerlaadsysteem 0, (0,) A * fa Brander 6 () A lö Brander (tweetraps) (0,5) A lö Brander (modulerend) 0, (0,) A Service * Totaal max. 6 A~ 89

190 Index Index A Aansluit- en bedradingschema...7 Aansluiting 0 0 V...8, 90 Aansluiting modulerende brander...85, 87, 9, 95 Actoren controleren... Adaptieve boilerverwarming...4 B Basisprintplaat 0V~ V...77 laagspanning...69, 75, 75 Bedradingschema...7 Bedrijfsgegevens opvragen...5 Bijluchtinrichting Vitoair...86 Boilerlaadsysteem...60, 4, 4 Boilertemperatuurregeling...40 Boilertemperatuursensor...75, 79 Boilervoorrangsschakeling...40 Brander aansluiten...98 basisvermogen...59 maximumvermogen...59 minimumlooptijd...60 offset...60 Schakelhysterese...8 uitschakelverschil...60 Brandstofverbruik...6, 6 C Codeeradressen aanpassen...09 Codering Codeeradressen...45 oproepen...44 Codering Codeeradressen...5 oproepen...5 Communicatiemodule O... D Deelnemerscontrole... Draaistroombrander veiligheidscircuit niet spanningsloos...04 veiligheidscircuit spanningsloos...0 E Elektrische aansluitingen, overzicht...69 ERB50-functie...9 ERB80-functie...9 Extern blokkeren...80 Externe aansluitingen...8, 89 Externe branderinschakeling...84, 86, 88, 9, 94, 96 Externe regeling aansluiten Installatie met één ketel...8 Installatie met meerdere ketels...89 Externe uitschakeling regeling...8 Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten...78 Extern lastafhankelijk inschakelen...85 Extern omschakelen getrapte/modulerende brander...8 Extra functie voor tapwateropwarming...40 G Gewenste tapwatertemperatuur...4 I Inbedrijfstelling...09 Inschakelen lastafhankelijk...85 Installatieschema's...44 Installatie-uitvoering...5 K Ketelcodeerstekker...7 Keteltemperatuurregeling... Keteltemperatuursensor...75, 79 Ketelvolgorde...98 Ketelvrijgave...9, 95, 97 Korte opvraag

191 Index Index (vervolg) aagwaterniveaubeveiliging...79, 8 O...97 deelnemersnummer instellen... regeling integreren... O-deelnemerscontrole... O-service-PI... ooptijd mengklepmotor...45, 5 M Maximumdrukbegrenzer...8 Meldinrichting voor algemene storingen...78 Mengklep aansluiten...77 Mengklepmotor aansluiten...77 looptijd...45, 5 Minimumdrukbegrenzer...79, 8 Modulerende brander...85, 87, 9, 95 Modulerende brander, regeling aanpassen...0 etaansluiting...05 etaansluitkabel...05 oodbedrijf...86 O Onderdelen...79 Onderhoud...8 Overzicht printplaten...7 P Pompen aansluiten...75 naloop...4 Printplaten...69, 70, 75, 7 Provisorische branderfunctie...80 R Regelapparatuur van installateur via O...97 Regeling openen...08 op modulerende brander aanpassen...0 op tweetraps brander aanpassen. 0 samenstellen...07 Relaistest... Retourtemperatuurregeling...59 Rookgas-/waterwarmtewisselaar met bijmengpomp...64 met ketelcircuitpomp...66 Rookgastemperatuursensor...75, 80 S Schakelhysterese vast...8 warmteafhankelijk...8 Schema verwarmingsinstallatie...0, 5 Sensoren...75 Sensoren controleren..., Servicemenu oproepen...5 Serviceniveau oproepen...5 Serviceniveau verlaten...5 Service-PI... Smoorklep...9, 95, 97 Startoptimalisering...60 Stekker abö...8 Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen...8 Stekker avd...8, 89 Stekker avh...8, 89 Stelaandrijving mengklep warmtewisselaarset...65 Stelaandrijving mod. brander...60 Stelorganen aansluiten...77 Storingcodes...0 Storingsgeheugen...9 Storingsindicatie...9 Storingsmelding oproepen...9 9

192 Index Index (vervolg) T Tapwateropwarming...40 Temperatuurregelaar omzetten...7 Therm-Control...59 Toevoertemperatuursensor...79 Trekontlasting...7 Tweetraps brander, regeling aanpassen...0 U Uitbreiding EA...84 Verwarmingsketel in ketelvolgorde...98 Vitoair...86 Vitocom 00 PI...4 Vitosolic...4 Vitotronic Vorstbeschermingsfunctie...40 W Wisselstroombrander...98 V Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren...09 extra...8 omschakelen...7 Verwarmingsketel blokkeren...97 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Geldig voor Artikel nr.: Viessmann ederland B.V. Postbus 900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vironic 00 type GCB Digitale ketelcircuitregeling Vironic 00-K type MWB Weersafhankelijke, digitale cascaderegeling Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 100 type GC1 Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 100 10/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200 VITOTRONIC 300. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200 VITOTRONIC 300. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 00 type GWB Vironic 300 type GWB Weersafhankelijke, digitale ketelcircuitregelingen Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 00

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC4B Digitale ketelcircuitregeling

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 type GC4B Digitale ketelcircuitregeling Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vitotronic 00 type GCB Digitale ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROIC 00 9/0 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Installatievoorbeelden 2015 op de grond staande verwarmingsketel vanaf 90 kw blokverwarmingscentrales

Installatievoorbeelden 2015 op de grond staande verwarmingsketel vanaf 90 kw blokverwarmingscentrales Verwarmingssystem Industriële system Koelsystem Installatievoorbeeld 05 op de grond staande verwarmingsketel vanaf 90 kw met functie, hydraulica, compo nt elektra blokverwarmingsctrales A Versie 5/05 Inhoudsopgave

Nadere informatie

VIESMANN. Installatievoorbeelden Middelgrote en grote ketels. Ontwerphandleiding. Installatievoorbeelden. Functie Hydraulica Componenten Elektra

VIESMANN. Installatievoorbeelden Middelgrote en grote ketels. Ontwerphandleiding. Installatievoorbeelden. Functie Hydraulica Componenten Elektra VIESA Installatievoorbeeld iddelgrote grote ketels Ontwerphandleiding Installatievoorbeeld Functie Hydraulica Compont Elektra 589 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Inhoud... 5. CV-ketel, 0000 kw. Overzicht

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Blokverwarmingscentrale (WKK) Vitobloc 200 (vervolg)

Blokverwarmingscentrale (WKK) Vitobloc 200 (vervolg) Blokverwarmingscentrale (WKK) Vitobloc 00 (vervolg). Vitobloc 00 vanaf type E-50/8 met twee verwarmingscircuits met mengklep, verwarmingswaterbuffer, installatie met meerdere ketels (twee condensatieketels)

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic als vervangingsregeling Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 300-K type MW1B Weersafhankelijke cascaderegeling Vironic 100 type GC1B en GC4B Ketelcircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL VIESA VITOTRAS 353 Type PBS, PZS, PB, PZ en PB Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 4/014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Tapwateropwarming verswatermodule Vitotrans 353, type PZS/PZ

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaking. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaking. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA CO-bewaking voor aansluiting op verwarmingsketel op olie/gas Bestelnr.: 7499 330 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.!

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.! ontage- en servicehandleiding voor de vakman VIESA Zonneregelingsmodule type Type S voor wandmontage, bestelnr. 79 07 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 577 5 0/0 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Basisstation Voor de communicatie tussen de Vitotronic regeling en afstandsbedieningen en draadloze buitentemperatuursensor Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor aansluiting van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor aan een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Radiobasis

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 3/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 2/2012 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor de verbinding van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor RF met een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 300 type GW2 Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 300 10/2007

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200-H. voor de vakman. Vitotronic 200-H type HK1B en HK3B

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200-H. voor de vakman. Vitotronic 200-H type HK1B en HK3B Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 200-H type HK1B en HK3B Weersafhankelijke, digitale CV-circuitregelingen Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200-H 8/2011

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman. Vitotronic 300 type GW4B. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 300. voor de vakman. Vitotronic 300 type GW4B. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 300 type GW4B Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 300 9/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRONIC 100. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 100

VIESMANN VITOTRONIC 100. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel VITOTRONIC 100 VIESMANN VITOTRONIC 100 Elektronische ketelregeling Bestelnr. en prijzen: zie prijsblad van de betreffende verwarmingsketel Map Vitotec, register 18 VITOTRONIC 100 Type KC4 Voor de werking met verhoogde

Nadere informatie

VIESMANN VITODENS 200-W Type B2HA 49 tot 150 kw HR-wandtoestel op gas

VIESMANN VITODENS 200-W Type B2HA 49 tot 150 kw HR-wandtoestel op gas VIESA VITODES 00-W Type BHA 9 tot 0 kw HR-wandtoestel op gas Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 77 89 /06 Inhoudsopgave. Eén verwarmingscircuit zonder mengklep, met open verdeler...

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200-H. voor de vakman. Vitotronic 200-H type HK1B en HK3B

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 200-H. voor de vakman. Vitotronic 200-H type HK1B en HK3B Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 200-H type HK1B en HK3B Weersafhankelijke, digitale CV-circuitregelingen Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200-H 4/2011

Nadere informatie

Vitocal 300-G/350-G (vervolg)

Vitocal 300-G/350-G (vervolg) Vitocal 00-G/50-G (vervolg).9 Vitocal 00-G/50-G, tweetraps, een verwarmingscircuit zonder mengklep, twee verwarmingscircuits met mengklep, tapwateropwarming, verwarmingswaterbuffer en externe warmtegenerator

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1C Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex met 575 tot 2000 kw nom. vermogen en voor Vitorond met 630 tot 1080 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300

Nadere informatie

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300-K VITOTRONIC 100. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vironic 300-K Type MW1B Weersafhankelijke casaderegeling Vironic 100 Type GC1B en GC4B Ketelcircuitregeling Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESMANN VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 30.A tot A45 Type BW/BWS 35.A8 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 3/03 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 300-G / 350-G, tweetraps, een

Nadere informatie

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets VIESA VITOIGO 00-C Verwarmingsketel voor houtpellets Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 9 70 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitoligno 00-C met twee verwarmingscircuits met mengklep,

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de installateur. Functie-uitbreiding

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de installateur. Functie-uitbreiding Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Uitbreiding EA1 Functie-uitbreiding Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1 VIESA VITOSOIC 00 Type SD Installatievoorbeelden VITOSOIC 00 type SD Geselecteerde installatievoorbeelden 5675 07 /05 Inhoudsopgave. ID: 6059_50_0, tapwaterverwarming met bivalente warmwaterboiler, met

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage

Nadere informatie

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding ijsaccumulator Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitotronic 100 type CC1E Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur in een installatie met een ketel Regeling voor de werking

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaker. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. CO-bewaker. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA O-bewaker voor aansluiting op V-ketel op olie/gas estelnummer: 7499 330 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vitotrol 100 type UTD Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok VITOTROL 100 5/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging gasbranderautomaat Type MPA51 door MPA5113 Vervanging gasbranderautomaat 1/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilator-gasbrander voor Vitocrossal 300, type CT3 Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 8/2011 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr ,

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr , Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Communicatiemodule Bestelnr. 7510 526, 7838 065 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 300. voor de vakman Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitotronic 300 Type GW2 Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina VITOTRONIC 300

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. solarregelingsmodule, type SM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. voor Vitocell 100-U, type CVUA

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. solarregelingsmodule, type SM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. voor Vitocell 100-U, type CVUA Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN solarregelingsmodule, type SM1 voor Vitocell 100-U, type CVUA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Vitocell 300-V type EVI Warmwaterboiler, 200 tot 500 liter VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V 7/2009 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vitotrol 100 type UTD Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok estelnr.: 7426 465, 7426 538 VITOTROL 100 7/2009 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met nom. vermogen 575 tot 1950 kw resp. 1080 kw Vitorond VITOTRANS

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal 200, type CM2 en type CT2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilatorbrander op gas voor Vitocrossal 300, type CT3B Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 2/2012 Na

Nadere informatie

VIESMANN ZONNE-ENERGIE. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden met Vitosolic 200, type SD4

VIESMANN ZONNE-ENERGIE. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden met Vitosolic 200, type SD4 VIESA ZOE-EERGIE Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden met Vitosolic 200, type SD4 4/2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Tapwaterverwarming met bivalente verwarmingswaterbuffer en

Nadere informatie

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwset Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 300 10/2011 Na montage deze handleiding recycl en! Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 type SD4

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 type SD4 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 type SD4 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOSOLIC 200 4/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 type SD4

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 type SD4 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 type SD4 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOSOLIC 200 1/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud VITOCELL 340-M/360-M 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met 80 tot 560 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2011 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 Type KC3 Ketelcircuitregeling voor verhoogde werking

VIESMANN. Montage- en serviceaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de vakman. Vitotronic 100 Type KC3 Ketelcircuitregeling voor verhoogde werking Montage- en serviceaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitotronic 100 Type KC3 Ketelcircuitregeling voor verhoogde werking Geldigheidsaanwijzingen zie laatste pagina VITOTRONIC 100 3/2005 Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTRONIC 100 VITOTRONIC 300-K. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vironic 100 type HC1B Digitale ketelcircuitregeling Vironic 300-K type MW2B Weersafhankelijke, digitale cascaderegeling Geldigheidsverwijzing zie

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Temperatuurregelaar Dubbel-thermostaat 30 tot 110 C Bestelnummer 7494 435 en 7494 436 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Handleiding voor de vakman VIESMANN Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Voor buiten geplaatste warmtepompen Best.nr. 7296 454 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 200. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 200 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 00 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOSOLIC 00 5/009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 100. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 100 type SD1

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOSOLIC 100. voor de vakman. Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 100 type SD1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Elektronische temperatuurverschilregeling Vitosolic 100 type SD1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOSOLIC 100 4/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6.

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6. Inhoudsopgave Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning 6,5 tot 9,6 kw Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G Hoofdstuk 2, pagina 6 1 Aardwarmte/waterwarmtepomp 6,5 tot 9,6 kw Vitocal 200-G, type

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit VITOTROL 200 3/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens 100. 5588 587 B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens 100. 5588 587 B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN voor Vitodens 100 ANALOGE SCHAKELKLOK 03/2008 Bewaren a.u.b.! Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 100-S. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOLIGNO 100-S. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMA Vitoligno 00-S type VB Houtvergassingsketel voor kloofhout van 45 tot 50 cm Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOIGO 00-S 4/00 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

Gasdiafragma vervangen

Gasdiafragma vervangen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Omschakeling gastype naar G 31 voor Vitodens 100-W, type WB1B Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3B, 6,6 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 1/2006 Na montage deze handleiding recycleren!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-L type CVL Boiler voor tapwater-verwarmingsinstallaties in boilerlaadsysteem 500 tot 1000 liter inhoud VITOCELL 100-L 3/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTA-RF Kamerthermostaat met analoge schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 064 VITOTROL 100 2/2008

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13 VIESMA VITOCA 00-S type AWB 0.B04 tot B, C0, C type AWB-AC 0.B04 tot B, C0, C Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 444 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 00 S, type AWB,

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/ Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset natural cooling Bestelnr. 7179 172 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN ZONNE-ENERGIE. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden met Vitosolic 200, type SD4

VIESMANN ZONNE-ENERGIE. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden met Vitosolic 200, type SD4 VIESA ZOE-EERGIE Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden met Vitosolic 200, type SD4 5517 065 L 09/2016 Inhoudsopgave 1. Tapwaterverwarming met bivalente verwarmingswaterbuffer en ondersteuning

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten.

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit met thermostatische mengklep CV-circuitverdeling voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie