BOSNOTA Gemeente Soest

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BOSNOTA 2013 2022. Gemeente Soest"

Transcriptie

1 BOSNOTA Gemeente Soest Datum: 20 juni 2013 Project: 1268 Opdrachtgever: Auteurs: Gemeente Soest Bureau van Nierop B. Rijthoviusdreef 6a 5561 TD Riethoven BOSNOTA , Gemeente Soest 1

2 Voorwoord Door de gemeente Soest is aan Bureau van Nierop opdracht verstrekt voor het opstellen van een nieuwe Bosnota voor de gemeentelijke bos- en natuurterreinen. Het veldwerk voor de Bosnota is uitgevoerd door Diel Pasmans en Rick Verrijt. De rapportage is opgesteld door Léon van Nierop. Bureau van Nierop is iedereen dankbaar die heeft bijgedragen aan het tot stand komen van deze rapportage. Riethoven, 16 mei 2013 BOSNOTA , Gemeente Soest 2

3 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 5 HOOFDSTUK 1. INLEIDING WERKWIJZE LEESWIJZER... 9 HOOFDSTUK 2. ALGEMEEN LIGGING ALGEMENE BESCHRIJVING VAN HET BOS ABIOTISCHE FACTOREN BELEIDSUITGANGSPUNTEN Gebiedsbeleid Soortenbeleid ONTWIKKELINGEN AFGELOPEN BEHEERPERIODE Natuurfunctie Productiefunctie Recreatiefunctie HOOFDSTUK 3. FUNCTIEWAARDERING NATUURFUNCTIE Bosontwikkeling Flora Fauna PRODUCTIEFUNCTIE RECREATIEFUNCTIE KANSEN EN KNELPUNTEN HOOFDSTUK 4. ONTWIKKELINGSVISIE DOELSTELLING DEELDOELSTELLINGEN ONTWIKKELINGSKAART UITWERKING VAN VISIE IN STREEFBEELDEN Bos met inlandse soorten gebaseerd op Berken - Zomereikenbos Bos met inlandse soorten gebaseerd op Wintereiken - Beukenbos Bos met inlandse soorten en meer eisende soorten Stuifzand en heide Lanen en singels Recreatie: levendige gebieden Recreatie: rustige gebieden Recreatie: stille gebieden Honden BOSCERTIFICERING HOOFDSTUK 5. BEHEER MAATREGELEN Bossen Natuurterreinen Recreatie PLANNING FINANCIËLE CONSEQUENTIES BOSNOTA , Gemeente Soest 3

4 BIJLAGEN 1 Wensen gebruikersorganisaties en inwoners van Soest 2 Afdelingsgewijze inventarisatie (losse rapportage) 3 Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie (losse rapportage) 4 Werkplan (losse rapportage) 5 Vegetatietypen 2013 FIGUREN Figuur 1 Ligging plangebied Figuur 2 Toponiemen Figuur 3 Oude boslocaties Figuur 4 Oppervlakte aandeel per boomsoort Figuur 5 Leeftijdsklassenverdeling Figuur 6 Lanen Figuur 7 Bodem Figuur 8 Toegevoegde terreinen sinds Figuur 9 Uitgevoerde beheermaatregelen heide en stuifzand Figuur 10 Potentieel Natuurlijke Vegetatie Figuur 11 Flora Figuur 12 Fauna Figuur 13 Groeiplaatsgeschiktheid voor houtteelt Figuur 14 Oogstbaar bos Figuur 15 Recreatief gebruik Figuur 16 Visiekaart Figuur 17 Houtoogst Figuur 18 Bosverjonging Figuur 19 Bestrijding van Amerikaanse eik in de struiklaag Figuur 20 Bestrijding van Amerikaanse vogelkers in de struiklaag Figuur 21 Bestrijding van Douglas in de struiklaag Figuur 22 Dood hout Figuur 23 Werkblokindeling BOSNOTA , Gemeente Soest 4

5 Samenvatting De Bosnota behandelt de bos- en natuurgebieden (575,37 hectare) die eigendom van de gemeente Soest zijn. Het plan behandelt de drie hoofdfuncties van het gebied: natuurfunctie, productiefunctie en recreatiefunctie. 1. Conclusies uit de inventarisatie Natuurfunctie De bossen van de gemeente Soest hebben nu geen bijzonder hoge natuurwaarden, maar kunnen die wel ontwikkelen. Hierbij zijn de volgende punten van belang: Over een gering aandeel van circa 20% van het bosareaal zijn de belangrijkste soorten aanwezig van de Potentieel Natuurlijke Vegetatie (Zomereik, Beuk en Berk). Storend voor de bosontwikkeling zijn met name de exoten: Amerikaanse eik en Douglas, die zowel in de boomlaag (15%) als in de struiklaag (55%) voorkomen. Deze dienen in het bestrijdingsprogramma te worden toegevoegd. In het grootste deel van het bos (73%) komen de natuurontwikkelingen op dit moment onvoldoende op gang omdat het bos te gesloten is. Ook ontbreekt op dit moment de voor natuurontwikkeling benodigde variatie in open en dichte bossen. Een aangepast dunningsregime is derhalve nodig. Dood hout en dikke bomen zijn van belang als biotoop voor de fauna. Dikke bomen komen in ruime mate voor, maar dood hout komt vrijwel niet voor in de bossen. De voorraad dood hout kan actief worden verhoogd. Productiefunctie Door de toegenomen dichtheid van het bos is de bijgroei sterk afgenomen. Het grootste deel van het bos (89%) is in een oogstbare fase. Er zijn veel kansen om te sturen in de bossamenstelling en om de bijgroei door dunningen tegelijk te kunnen verhogen. Hierop zal in het dunningsregime worden ingespeeld. ± 91% van de oppervlakte heeft een verjonging die vrijwel kansloos is als volgende bosgeneratie. Er dienen op korte termijn investeringen gedaan te worden om het bos te kunnen verjongen. Hierbij wordt gedacht aan bodemverwonding en inplanten. De kwaliteit van de lanen, de ruimtelijke verdeling en de soortsamenstelling van de lanen laat op dit moment te wensen over. Er dient een verjongingsplan en lanenvisie opgesteld te worden. Recreatiefunctie Het gehele terrein is opengesteld en de recreatiefunctie is goed ontwikkeld. Het terrein heeft afwisselende, vrij unieke landschappen en heeft voor extensieve vormen van recreatie een ruim voorzieningenniveau. Voor de natuurfunctie en voor de recreant zelf treden een aantal knelpunten op: Loslopende honden geven overlast in een groot deel van het terrein. Het recreatieve gebruik van de Korte Duinen is te intensief in verband met kwetsbare vegetatie en verstoring van de fauna. Motorcrossers, mountainbikers, ruiters die zich buiten de daarvoor aangewezen paden begeven worden door andere recreanten als storend ervaren, zoals blijkt uit de ingezonden reacties voor de Bosnota. De beheerder krijgt daarover ook geregeld opmerkingen te horen. BOSNOTA , Gemeente Soest 5

6 2. Toekomstvisie Doelstelling De algemene hoofddoelstelling is: Zo hoog mogelijke natuurwaarden, geschikt voor extensieve vormen van recreatie gericht op het genieten van de natuur, waarbij houtoogst geen doel op zichzelf is, maar wordt gebruikt als sturingsinstrument in de samenstelling van de bos- en natuurterreinen. Natuurdoelstellingen Streven naar een toename van het aantal biotopen door verhoging van het aandeel dood hout in de bossen, zowel staand als liggend; Verhoging van het aandeel open bos en bosranden; Verschralen van open natuurterreinen; Tegengaan van vastlegging van stuifzandterreinen; Behoud (en herstel) van bijzondere vegetaties: korstmossen, strubben, jeneverbessen en kleine heideterreinen in bos; Het verlagen van het aandeel exoten Amerikaanse eik en Amerikaanse vogelkers en incidenteel Douglas in en rondom bossen waar een inlandse soortensamenstelling wordt nagestreefd; Omvorming van lanen met een slechte vitaliteit naar inlandse soorten; Verbinden van kleine en grote heide- en stuifzandterreinen om migratie van flora en fauna te bevorderen; Meer handhaving op loslopende honden in de bossen; De begrazing dient de komende jaren flink te worden afgebouwd, zodat diverse vegetaties meer tot ontwikkeling kunnen komen en bijzondere soorten weer een kans krijgen. Zoneren van de Korte Duinen als stil recreatiegebied en de omringende bosgebieden als rustig recreatiegebied. 1 Het beheer van de natuurterreinen is gericht op structuurvariatie. Productiedoelstellingen Het markeren en vrijstellen van bomen met een goede houtkwaliteit en vitaliteit; Het in stand houden van het areaal oogstbaar bos; Het bevorderen van kwalitatief goede verjongingen op een aantal geconcentreerde locaties ten behoeve van de houtteelt op lange termijn; Recreatiedoelstellingen Het hele bosgebied is opengesteld voor extensieve vormen van recreatie 2. Uitgesloten wordt elke vorm van gemotoriseerde recreatie en recreatie met andere voertuigen die op hoge snelheid voortbewegen. Daarnaast zijn er beperkingen in bepaalde perioden (broedseizoen) voor vormen van recreatie die buiten bestaande wegen en paden plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld speurtochten. In stand houden van het huidige routepatroon (geen verdere toename) en laten dichtgroeien of afsluiten van paadjes buiten het routesysteem; Snoeien, verwijderen van dood hout en dode bomen langs wegen en wandelpaden; Aanleggen van een speelbos of spelaanleidingen nabij de Lange Duinen; Beter organiseren van het uitlaatgedrag nabij de parkeerplaats Foekenlaan door een vorm van hondentoilet. Tegengaan van ongewenste vormen van recreatie en onjuist gebruik van het terrein zoals loslopende honden buiten het hondenlosloopgebied, mountainbikers buiten de 1 Er wordt een zonering in drie categorieën gehanteerd: 1:Stil 2:Rustig 3.Levendig. 2 Onder extensieve recreatie worden die recreatievormen verstaan, die weinig druk uitoefenen op de omgeving en waarbij het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is. Alle routegebonden recreatie (wandelen, fietsen, ruiterrecreatie) valt onder de term extensieve recreatie. BOSNOTA , Gemeente Soest 6

7 routes en motorcrossers door intensievere handhaving; Hiervoor is extra toezicht nodig door een Bijzondere Opsporingsbevoegd Ambtenaar vanwege de overlast door motorcrossers, loslopende honden, ruiters en mountainbikers. Voorlichting en communicatie aan inwoners van de gemeente over het bosbeheer, de natuurkwaliteiten van het terrein, aandacht voor zwerfvuil, voorlichting over brandgevaar met behulp van bebording, gemeentelijke website en excursies; Visie De bovenstaande doelstellingen zijn uitgewerkt in een visiekaart die een aantal streefbeelden bevat voor bossen en open natuurterreinen en een zonering van de gewenste gebruiksintensiteit voor de recreatie. BOSNOTA , Gemeente Soest 7

8 4. Maatregelen De visie is nader uitgewerkt in een werkplan (bijlage 4), dat ertoe moet leiden dat de hierboven vermelde beheerdoelstellingen ook daadwerkelijk worden bereikt in de komende beheerperiode. Daarnaast worden een aantal nieuwe of eenmalige maatregelen voorgesteld: 1. Het opstellen van een lanenplan; 2. Het opnemen van de Amerikaanse eik in het chemische bestrijdingsprogramma van de Amerikaanse vogelkers; 3. Aanleg van een hondentoiletvoorziening bij parkeerplaats Foekenlaan; 4. Aanleg van een speelbos/speelaanleidingen in omgeving Lange Duinen; 5. Meer toezicht en handhaving door het verhogen van de jaarlijkse uren van een BOA. 5. Financiële consequenties Kosten Beheer Het bosbouwkundige beheer kan vooralsnog worden voortgezet binnen de ruimte die de gemeentebegroting daarvoor biedt. Door een verschuiving van verschillende posten kan het totale beheer gefinancierd worden binnen de ruimte die de (geïndexeerde) gemeentebegroting hiertoe op dit moment biedt. De kosten voor het beheer van recreatieve voorzieningen (paden, bebording, meubilair, (zwerf)afval) zijn in de afgelopen beheerperiode wel geleidelijk aan toegenomen, maar op dit moment is het daarvoor beschikbare budget toereikend. Er zijn geen plannen om het recreatieve voorzieningenniveau substantieel uit te breiden, met uitzondering van onderstaande twee projecten. De wens tot meer toezicht is destijds betrokken bij de Handhavingsnota (vastgesteld april 2013) en zal worden betrokken bij de heroriëntatie op dat beleid in het kader van de Kerntakendiscussie. Projecten Voorgesteld wordt om een aantal eenmalige investeringen te doen waarin de gemeentelijke begroting niet voorziet. Dit betreft de aanleg van een hondentoiletvoorziening (actie 4) en de aanleg van een speelbos/spelaanleidingen (actie 5). Zodra er meer duidelijkheid is over de vraag welke kosten met deze voorzieningen gemoeid zijn zal een voorstel daartoe aan de gemeenteraad worden aangeboden. Daarbij zal rekening worden gehouden met het financiële meerjarenperspectief voor de gemeente. Opbrengsten De subsidiebedragen van de Provinciale Subsidieregeling Natuur (PSN) zijn de afgelopen jaren gedaald met ongeveer 25%. De inkomsten uit houtoogst blijven gezien het voorgestane oogstniveau en de houtprijzen ongeveer gelijk. BOSNOTA , Gemeente Soest 8

9 Hoofdstuk 1. INLEIDING 1.1 Werkwijze De Bosnota 2013 gemeente Soest behandelt de bos- en natuurgebieden (575,37 hectare) die eigendom van de gemeente Soest zijn. Deze worden verder aangeduid als het plangebied. Ten behoeve van het opstellen van de Bosnota zijn een aantal inventarisaties uitgevoerd: Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie (SBI). In deze inventarisatie zijn in 193 selecte steekproefplots houtmeetkundige gegevens verzameld om de voorraad en bijgroei van de bossen te kunnen bepalen. Verder zijn parameters voor de natuurwaarden opgenomen waaronder de struik- en kruidlaag, dood hout en het aantal dikke bomen. De SBI wordt in een aparte rapportage beschreven en richt zich met name op een evaluatie van het beheer de afgelopen 10 jaar. Vlakdekkende inventarisatie van alle afdelingen. In deze inventarisatie wordt de bossamenstelling (boomsoorten, aandeel en leeftijd, struiklaag) per afdeling opgenomen. Deze inventarisatie richt zich vooral op het verkrijgen van een totaaloverzicht van het plangebied. Hierin wordt ook de recreatie meegenomen. Van de open terreinen zijn vegetatieopnames uitgevoerd. Voor de fauna wordt uitgegaan van literatuurgegevens en provinciale bronnen. Daarnaast is aan een aantal gebruikersorganisaties gevraagd om wensen ten aanzien van het beheer in te dienen. In de media zijn de inwoners van Soest uitgenodigd te reageren en wensen kenbaar te maken (zie bijlage 1). 1.2 Leeswijzer Het rapport is opgebouwd uit drie onderdelen: In hoofdstuk 2 Algemeen wordt een algemene beschrijving van het terrein gegeven alsmede een aantal relevante uitgangspunten op het vlak van bodem, grondwater en vigerend beleid. In hoofdstuk 3 Functiewaardering wordt gekeken naar het huidige functioneren van het plangebied tegen het licht van de drie belangrijkste functies van het bos: natuurfunctie, (hout)productiefunctie en recreatiefunctie. Hoofdstuk 4 Ontwikkelingsvisie gaat over de toekomst en bestaat uit een beheervisie voor de komende beheerperiode. Deze visie wordt uitgewerkt in aantal streefbeelden voor de functies natuurfunctie, (hout)productiefunctie en recreatiefunctie. In hoofdstuk 5 Werkplan wordt de visie uitgewerkt in een concreet werkplan met maatregelen voor de komende 10 jaar. BOSNOTA , Gemeente Soest 9

10 Hoofdstuk 2. ALGEMEEN 2.1 Ligging Het plangebied ligt aan de noordflank van de Utrechtse Heuvelrug in een groene gordel tussen Amersfoort, Soesterberg en Soest. Het gebied heeft naast een aantrekkelijke natuurfunctie en een economische functie een zeer belangrijke recreatiefunctie als uitloopgebied voor de bevolking van Soest en Amersfoort. Het terrein wordt doorsneden door een tweetal spoorlijnen (Utrecht-Baarn, Utrecht-Amersfoort) en provinciale wegen. Figuur 1 Ligging plangebied In de navolgende tekst worden een aantal toponiemen gebruikt om een lokaal deelgebied aan te kunnen duiden. Deze zijn in figuur 2 weergegeven. BOSNOTA , Gemeente Soest 10

11 Figuur 2 Toponiemen 2.2 Algemene beschrijving van het bos Historie Het bos is aangelegd na 1885 om het oprukkende stuifzand te kunnen vastleggen en de bebouwing van Soest te kunnen beschermen. Veelal werd aanvankelijk Grove den aangeplant, later ook Corsicaanse den, Oostenrijkse den en Amerikaanse eik. Van deze eerste generatie bos is slechts een kleine oppervlakte bewaard gebleven. Tussen 1930 en 1950 zijn er grootschalige verjongingen geweest, waarbij ook snelgroeiende soorten als Douglas en Lariks werden toegepast ten behoeve van de houtproductie. Van deze generatie bos is nog steeds een grote oppervlakte aanwezig. Na 1950 is meer geleidelijk verjongd. De laatste jaren zijn er weinig verjongingen geweest en is meer gestuurd op mengingen en spontane verjonging in het bestaande bos. Oude boslocaties Op de topografische kaart van 1900 is te zien dat Burgemeestersbos, het oostelijk deel van Monnikenbosch en Lange Duinen de oudste boslocaties zijn (figuur 3). Op oudere kaarten is ook het bos ten noorden van de Lange Duinen aanwezig. Boomsoorten De Grove den heeft het grootste oppervlakte aandeel binnen het plangebied. Dit is van oudsher de boomsoort die veel is aangeplant in jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. De Zomereik die ook van oudsher voorkomt heeft een aandeel van ±10%. 68% van het bosareaal bestaat uit inheemse soorten (Grove den, Zomereik, Berk, Beuk, Els). Grove den is vrijwel overal nog als hoofdboomsoort aanwezig. Op een aantal plaatsen is al een 2 e of 3 e bosgeneratie aangeplant met soorten als Douglas, Corsicaanse den en Japanse lariks. Met name in deelgebied Burgemeestersbos en Ezelsveld zijn deze soorten dominant aanwezig. BOSNOTA , Gemeente Soest 11

12 Figuur 3 Oude boslocaties Vrijwel het hele bos is gemengd waarbij vrijwel overal een 2 e en meestal een 3 e boomsoort aanwezig is. Opvallend is dat als 2 e boomsoort Zomereik, Amerikaanse eik en Berk als mengboomsoort de belangrijkste soorten zijn. Daarnaast komen Japanse lariks, Corsicaanse den, Douglas en Beuk in mindere mate als mengsoort voor. BOSNOTA , Gemeente Soest 12

13 2,90% Groveden 1,85% 3,69% 2,37% 3,33% Eik 5,13% 6,73% 6,98% 7,99% 48,04% Douglas Berk Amerikaanse eik Corsicaanse den Japanse lariks Geen Beuk Overig naaldhout 10,99% Overig loofhout Figuur 4 Oppervlakte aandeel per boomsoort Leeftijd In onderstaande figuur is de leeftijdsverdeling van het bos weergegeven. Een groot deel van het bos heeft een leeftijd heeft tussen 60 en 80 jaar en is in de opgaande fase (± 55%). Dit is de fase waarin door middel van dunningen sturing kan plaatsvinden in de bossamenstelling en het eindbeeld door beheermaatregelen bepaald kan worden. Het is ook de fase met de hoogste bijgroei en houtopbrengsten. Volwassen bos, ouder dan 80 jaar komt over ± 23% van de oppervlakte voor. Dit is de fase waarin spontane verjongingen plaatsvinden en waarin ook de natuurwaarde (ofwel het aantal biotopen) meer tot ontwikkeling kan komen. ±17% van het bos bevindt zich in de dichte fase. Dit is de fase waarin het bos tot sluiting is gekomen. In deze fase is er nog geen houtoogst mogelijk en zijn de natuurwaarden op zijn laagst. Jong bos (± 6%) is relatief weinig aanwezig. In deze fase is er ook nog geen houtoogst mogelijk en de natuurwaarde van jong bos in de dynamische fase is hoog. BOSNOTA , Gemeente Soest 13

14 Figuur 5 Leeftijdsklassenverdeling Samenhangend met de leeftijd van het bos en het gemengde karakter bestaat het grootste deel van het bos bestaat uit gesloten bos tot dicht bos (± 73%). Lanen In bijlage 2 zijn de lanen die door het gebied lopen in kaart gebracht. Op dit moment worden de volgende knelpunten geconstateerd. De vitaliteit van de oudere lanen laat te wensen over. Er is een achterstand in de verjonging van lanen waardoor het onderhoud steeds intensiever en duurder wordt. Er dienen VTA inspecties plaats te vinden om de aansprakelijkheid ten aanzien van schade te beperken en knelpunten op te kunnen lossen. De soortensamenstelling sluit niet aan bij de streefbeelden voor de bossen. Op een aantal plaatsen worden inlandse bossen doorsneden door Amerikaanse eiken die hier voor ongewenste verjonging zorgen. De huidige kwaliteit van de laanbomen is matig en daarom wordt voorgesteld deze op termijn te vervangen voor Zomereiken die zijn gekweekt als laanplantsoen. In het bos komen te weinig lanen voor waardoor de structuur van het landschap onduidelijk is. BOSNOTA , Gemeente Soest 14

15 Figuur 6 Lanen BOSNOTA , Gemeente Soest 15

16 2.3 Abiotische factoren Bodem Voor de bodem en grondwatertrappen is gebruik gemaakt van Stiboka kaartmateriaal 1 : In het plangebied komen de volgende bodemtypen voor: Figuur 7 Bodem BOSNOTA , Gemeente Soest 16

17 Grondwater De groeiplaatsen in Soest zijn droog en hebben op de bodemkaart grondwatertrap VII of VII*. 2.4 Beleidsuitgangspunten In de onderstaande tekst is een opsomming gemaakt van het relevante beleid voor het plangebied Gebiedsbeleid Boswet De Boswet heeft tot doel om bossen te beschermen. In het kort kan worden gezegd: wat bos is, moet bos blijven. Bos dat wordt gekapt, moet worden herplant. Als dat niet kan op dezelfde plaats, dan elders (compensatie). Alleen bij groot maatschappelijk belang wijkt de Boswet. Onder de Boswet vallen alle beplantingen van bomen die groter zijn dan 10 are of, als het een rijbeplanting betreft, uit meer dan 20 bomen bestaat. Alleen bos dat buiten de bebouwde kom, vastgesteld in het kader van de Boswet, ligt valt onder de Boswet. Een aantal boomsoorten, (Linde, Paardenkastanje, Italiaanse populier en Treurwilg), eenrijige beplantingen van populier en wilg langs landbouwgronden, boomgaarden en boomkwekerijen vallen niet onder de Boswet. De Boswet kent drie belangrijke instrumenten: 1. Meldingsplicht 2. Herplantplicht 3. Kapverbod Meldingsplicht Voordat een perceel bos dat onder de Boswet valt wordt gekapt, moet een kapmelding worden gedaan. Deze melding dient tenminste één maand voor de kap te worden gedaan. De kap moet dan binnen één jaar na de melding plaatsvinden. De kapmelding is geen vergunning. De melding dient voor registratie van de herplantplicht. Elke kap waaruit de herplantplicht voortvloeit moet worden gemeld. Een dunning is geen kap en deze hoeft dus niet te worden gemeld. De wettelijke definitie van een kap is: als de kroonsluiting wordt terug gebracht tot minder dan 60%. Herplantplicht Binnen drie jaar nadat een bos is gekapt moet het opnieuw worden ingeplant. Deze termijn geldt ook als het bos door een calamiteit verloren gaat. Na drie jaar moet er een herbebossing worden uitgevoerd. Een herplanting die niet goed is uitgevoerd moet, binnen 3 jaar na kap, worden ingeboet. Het niet nakomen van de herplantplicht is een economisch delict. Herplantplicht is grondgebonden en zal dus bij verkoop van een perceel over gaan van de verkoper naar de koper. In het geval van compensatie is het vaak zo dat er over een grotere oppervlakte dan de gekapte oppervlakte op een andere locatie, bos moet worden aangeplant. Dit is de zogenaamde overcompensatie. Natuurlijke verjonging wordt in de meeste gevallen ook geaccepteerd als herbebossing, mits deze natuurlijk over voldoende oppervlakte aanwezig is. Kapverbod De minister kan in uitzonderingsgevallen een kapverbod opleggen als het natuur- en landschapsschoon ernstig geschaad dreigt te worden door de voorgenomen kap. In de praktijk gebeurt dit echter niet vaak. BOSNOTA , Gemeente Soest 17

18 Ecologische Hoofdstructuur Het plangebied maakt als geheel deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. De EHS is een netwerk van grote en kleine natuurgebieden, waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd. Daarmee wordt voorkomen dat natuurgebieden geïsoleerd komen te liggen en dat dieren en planten uitsterven en dat natuurgebieden zo hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur. De EHS bestaat uit: bestaande natuurgebieden, reservaten, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones hiertussen; landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer (beheersgebieden); grote wateren (zoals de kustzone van de Noordzee, het IJsselmeer en de Waddenzee). Het grootste deel van de EHS bestaat uit bossen en natuurgebieden. Daarbij komen nog ruim zes miljoen hectare natte EHS: meren, rivieren en de Nederlandse delen van Noord- en Waddenzee. Het Ministerie streeft ernaar om in 2020 meer dan hectare natuurgebieden bij de EHS te laten horen. Natura 2000 Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden in de Europese Unie, opgezet door lidstaten. Omdat de natuur in de EU van grote, biologische, esthetische en economische waarde is, is het van belang de flora en fauna én hun leefgebied te beschermen. In totaal zal het netwerk ongeveer km 2 omvatten. Eenmaal aangewezen gebieden blijven in principe altijd als natuurgebied voortbestaan. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een Natura 2000 gebied Soortenbeleid Soortenbeleid Voor een aantal soorten fauna zijn actieve maatregelen gewenst voor het behoud. Het Meerjarenprogramma Uitvoering Soortenbeleid voorzag hier tot voor kort in. Soortenbeleid is een bijzonder onderdeel van het Utrechtse natuurbeleid. Het soortenbeleid richt zich op planten- en diersoorten die bedreigd worden in hun voortbestaan. Soorten die gebonden zijn aan karakteristieke Utrechtse natuur krijgen daarbij speciale aandacht. Gericht beleid is voor deze soorten (tijdelijk) nodig om de soort door een moeilijke periode heen te helpen, totdat de leefomgeving duurzaam is hersteld. Voor verschillende soorten zijn er soortbeschermingsplannen opgesteld. Leefgebiedenbenadering Inmiddels heeft het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie gekozen voor een nieuwe strategie voor het soortenbeleid: de leefgebiedenbenadering. Deze benadering is een nieuwe aanpak om de bestaande, internationaal afgesproken biodiversiteitsdoelstellingen te realiseren. De nieuwe aanpak richt zich op groepen van soorten in hun leefgebieden (habitat), in plaats van op individuele soorten. Met de leefgebiedenbenadering sluiten maatregelen voor soorten zoveel mogelijk aan op andere maatregelen, beleid en plannen in het landelijke gebied en wordt een optimale beleidsen gebiedsintegratie nagestreefd. Rijk en provincies betrekken zoveel mogelijk andere partijen bij de uitvoering van het soortenbeleid, bijvoorbeeld waterschappen, gemeenten en projectontwikkelaars. Er zijn 329 soorten waarvoor volgens de leefgebiedenbenadering beschermingsmaatregelen worden getroffen. Flora en Faunawet De Flora- en Faunawet is op 1 april 2002 in werking getreden. Deze wet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. In de Flora- en Faunawet zijn EU-richtlijnen voor de BOSNOTA , Gemeente Soest 18

19 bescherming van soorten opgenomen (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn) en het internationale CITES verdrag voor de handel in bedreigde diersoorten. Onder de Flora- en Faunawet zijn als beschermde soorten aangewezen: een aantal inheemse plantsoorten; alle van nature in Nederland voorkomende zoogdiersoorten (behalve zwarte rat, bruine rat en huismuis); alle van nature op het grondgebied van de EU voorkomende vogelsoorten; alle van nature in Nederland voorkomende amfibieën- en reptielensoorten; alle van nature in Nederland voorkomende vissoorten ( met uitzondering van soorten in Visserijwet 1963); een aantal overige inheemse diersoorten; een aantal uitheemse dier- en plantsoorten. De wet regelt onder meer beheer, schadebestrijding, jacht, handel, bezit en andere menselijk activiteiten die een schadelijk effect kunnen hebben op beschermde soorten. De doelstelling van de wet is bescherming en behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is Nee, tenzij. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. Van het verbod op schadelijke handelingen ( nee ) kan onder voorwaarden ( tenzij ) worden afgeweken. Daarnaast stelt de wet ook dat dieren die geen direct nut opleveren van onvervangbare waarde zijn (erkenning van intrinsieke waarde). In de Flora- en Faunawet is een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht houdt in dat menselijk handelen geen nadelige gevolgen voor flora en fauna mag hebben. De zorgplicht geldt voor alle planten of dieren, beschermd of niet. Gemeente Soest werkt voor het beheer van de bossen en natuurterreinen volgens de Gedragscode bosbeheer ( om de verstoring minimaal te kunnen houden. Deze methode is goedgekeurd door het Ministerie van Economie, Landbouw & Innovatie. Met behulp van de gedragscode is het mogelijk om zonder de verbodsbepalingen van de Flora- en Faunawet te overtreden onderhoudswerkzaamheden uit te voeren in natuurgebieden. Werkzaamheden als houtoogst en vogelkersbestrijding worden alleen uitgevoerd buiten het broedseizoen. 2.5 Ontwikkelingen afgelopen beheerperiode Aangekochte percelen In afgelopen beheerperiode werden een aantal terreinen met gebouwen en tuinen aangekocht door de gemeente en teruggegeven aan de natuur. Het betreft: Voormalig sanatorium Zonnegloren met omliggende gronden werd in 2000 toegevoegd aan het bosbeheer. Er werden diverse afdelingen met bos ingeplant. In totaal is hierdoor 24,82 hectare aan het beheer toegevoegd. Gemeente Soest nam een tweetal terreinen ter hoogte van de spoorlijn (Beaufortlaan) van Defensie over in het kader van het project Hart van de Heuvelrug. Verder werd een terrein aangekocht van een particulier. In totaal gaat het om 26,43 hectare. De militaire gebouwen van Defensie werden gesloopt en de terreinen werden grotendeels met bos ingeplant. In totaal is hiermee 51,25 hectare toegevoegd aan het beheer. BOSNOTA , Gemeente Soest 19

20 Figuur 8 Toegevoegde terreinen sinds Natuurfunctie Ontsnippering van natuurgebieden In de jaren zestig en zeventig zijn veel natuurgebieden door drukke verkeerswegen, spoorwegen en vaarwegen van elkaar gescheiden. Dit vormt een bedreiging voor het voortbestaan van veel planten en dieren. Daarom heeft de overheid geld beschikbaar gesteld om in heel Nederland natuurgebieden weer met elkaar te verbinden. Dat gebeurt in het landelijk Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO). In 2018 zullen er dankzij het MJPO in totaal 215 projecten klaar zijn die ervoor zorgen dat verbindingen tussen natuurgebieden in Nederland zijn hersteld, zodat dieren zich weer veilig binnen natuurgebieden kunnen verplaatsen. Ecoduct Op Hees, dat een aparte, afgeschermde strook voor recreatief wandel- en fietsverkeer krijgt, wordt gerealiseerd door ProRail. De oplevering is gepland eind Het ecoduct vormt samen met het ecoduct Huis ter Heide de westelijke ecologische verbinding tussen het Gooimeer en de Veluwe. Deze verbinding wordt aangelegd ten oosten van Zeist, over de westzijde van Vliegbasis Soesterberg naar Den Dolder. Het reeds bestaande ecoduct Leusderheide maakt deel uit van de oostelijke verbinding. Met de bouw van alle ecoducten kunnen de grotere hoefdieren vanuit Gelderland de provincie Utrecht binnenkomen. Ook het edelhert, dat eerder niet getolereerd werd in de provincie Utrecht, is welkom. Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid en het voorkomen van landbouwschade wordt het wild zwijn niet getolereerd. Naast ontsnippering met grootschalige projecten worden ook op een lager schaalniveau ontsnipperende maatregelen genomen om leefgebieden weer met elkaar te verbinden. Zo zijn er voor kleine zoogdieren faunapassages aangebracht in de Birkstraat (verbinding Korte Duinen Eempolder) en in de Wieksloterweg (verbinding Op Hees Soesterveen). Daarnaast BOSNOTA , Gemeente Soest 20

21 zijn er in de bos- en natuurgebieden maatregelen genomen om leefgebieden van heide- en stuifzandsoorten meer levenskansen te bieden. Ruimte voor heide en stuifzand In 2001 werd het rapport Ruimte voor heide en stuifzand opgesteld (Veen, 2001) en Uitwerking aspect natuur voor stuifzand en heide deelgebied Korte Duinen (Veen, 2001). Hierin werden maatregelen aangekondigd die er voor konden zorgen dat de stuifzanden en bijbehorende successiestadia in stand gehouden konden worden. Herstelplan zandverstuivingen In het rapport Onderzoek voor het herstelplan van de zandverstuivingen Lange en Korte Duinen bij Soest, Jungerius & vd Ancker, 2005 zijn de volgende aanbevelingen voor het beheer opgenomen: De meest karakteristieke faunasoorten en (overgangen naar) droge heide zijn aangetroffen op het westelijk deel van de Lange Duinen en het middendeel van de Korte Duinen. De (door recreatie) zeer open terreindelen van de oostelijke Lange Duinen en de zuidelijke Korte Duinen zijn voor faunasoorten nauwelijks interessant. De fauna van stuifzanden en open droge heide is er bij gebaat dat het areaal open habitat wordt uitgebreid te kosten van (aangeplante) bossen. Op droge heide en in stuifzandgebieden zijn veel bloemzoekende insecten afhankelijk van het bloemaanbod dat juist buiten het terrein aanwezig is, vaak op ruderale plekken als (spoor)wegbermen, en braakliggende terreinen. Met name het terrein Zonnegloren is in dit kader belangrijk. Het verdient aanbeveling om een deel van dit terrein niet om te vormen naar gemengd bos, maar als schrale, bloemenrijke vegetatie te handhaven en middels het verwijderen van bomen de verbinding met de Korte Duinen te bewerkstelligen. Bij het uitvoeren van de maatregelen bomen/bos verwijderen, plaggen en opslag verwijderen is het van belang om een zekere mate van diversiteit in horizontale en verticale structuur te handhaven dan wel te vergroten. Dit kan door de maatregelen kleinschalig uit te voeren en bepaalde elementen te ontzien. Elementen die ontzien moeten worden bij het beheer zijn oude struikheidevegetaties, kruidenrijke vegetaties, (solitaire) loofbomen (met name Zomer- en wintereikenstruweel en Sporkehout), dood hout en steilrandjes. Bij het herinrichten van bosranden na het verwijderen van bos moet worden getracht de overgang van open gebied naar dicht bos geleidelijk te laten verlopen. Enkele elementen in bosranden die voor veel faunasoorten van belang kunnen zijn: staande en liggend dood hout, bomen waarvan de onderste takken aan de grond komen, grillige randen (i.v.m. variatie in windluwte en zoninstraling) Een aantal faunasoorten zal hoogstwaarschijnlijk profiteren van verbindingszones die worden voorgesteld met omliggende terreinen zoals Monnikenbosch en de Vlasakkers. Uit eerdere onderzoeken is echter bekend dat lokale relictpopulaties kunnen uitsterven door neveneffecten van de ontsnipperingsmaatregelen of doordat de populatiedichtheden afnamen als gevolg van de dispersie. Bij het maken van deze verbindingszones moet daarom goed in kaart worden gebracht of er ook risico s aan verbonden zijn (bijvoorbeeld Blauwvleugelsprinkhaan op Monnikenbosch). Op onderstaand kaart zijn de uitgevoerde maatregelen aangegeven die de afgelopen beheerperiode werden uitgevoerd. BOSNOTA , Gemeente Soest 21

22 Figuur 9 Uitgevoerde beheermaatregelen heide en stuifzand Productiefunctie Houtoogst Tussen 2000 en 2012 is totaal m 3 hout geoogst wat neer komt op gemiddeld m 3 werkhout per jaar. Dit betekent dat 52% van de bijgroei is geoogst. In de literatuur en voor de boscertificering (FSC) wordt vaak 2/3 e deel ofwel 66% aangehouden. Dit betekent dat er gemiddeld meer geoogst had kunnen worden. De lagere houtprijzen zijn hiervoor de belangrijkste reden. Houtoogst is in het bosbeheer geen hoofddoel maar een afgeleide van andere functies. In 2006 is in de Korte en Lange Duinen in totaal circa 13 hectare bos verwijderd met een extra opbrengst van circa m 3. De houtvoorraad is sinds 2000 met 13% toegenomen. Mede door de toegenomen dichtheid of sluitingsgraad van het bos is de gemiddelde bijgroei echter met 30% afgenomen. BOSNOTA , Gemeente Soest 22

23 2.5.3 Recreatiefunctie Toegankelijkheid en bereikbaarheid De volgende projecten zijn uitgevoerd: Parkeerplaats Kodakterrein is ingericht. In 2011 zijn de Beaufortlaan en het Berkenlaantje fysiek afgesloten voor doorgaand autoverkeer. Dat was mogelijk dankzij het opheffen van het Jessurunkamp. Dit terrein kon dankzij het programma Hart voor de Heuvelrug als natuur worden heringericht. Terreingebonden voorlichting De oude brochures zijn in de loop van de tijd uitverkocht geraakt. Het IVN heeft in opdracht van de gemeente twee folders uitgebracht: De Zoom (groene route) en Korte Duinen (oranje route). Van de ruiterroute en de blauwe route zijn door de gemeente nieuwe folders uitgebracht. Wandelen Sinds 2000 is het aantal gemarkeerde wandelroutes door de gemeentelijke bos- en natuurterreinen uitgebreid: 2003: Marskramerpad (LAW 3-3); 2005: NS Wandeltocht; 2005: Wandelroute Klompenpad Het Derde Erf; 2006: Willibrorduswandelpad (LAW) ; 2008: Koninklijke Weg (LAW, rolstoeltoegankelijk). Voor het beheer en onderhoud van de bewegwijzering is de gemeente Soest niet verantwoordelijk. Verder is er in 2007 op initiatief van de Historische Vereniging Soest een cultuurhistorische wandeling gerealiseerd in Laag Hees. De informatiepanelen van die route zijn gefinancierd en worden beheerd door de gemeente Soest. Fietsen In samenspraak met de Mountainbike Club Midden Nederland en Staatsbosbeheer is in 2004 een mountainbikeroute tot stand gekomen. De route begint op dagrecreatieterrein De Bergjes langs de Van Weerden Poelmanweg door de bossen rond het Heezerspoor naar de omgeving Berkenlaantje. Vervolgens via Laag Hees, Wieksloterweg en Biltseweg naar de omgeving Pluismeer en Lage Vuursche. De route is in totaal circa 25 km lang, waarvan ruim 7 km op Soester grondgebied. De gemeente Soest is verantwoordelijk voor de bewegwijzering op Soester grondgebied; Staatsbosbeheer voor het deel op Baarns grondgebied. De MBC- Midden Nederland heeft een signaleringsfunctie. Verder is een groot deel van de geasfalteerde fietspaden voorzien van een nieuwe betonverharding. Hierdoor zijn de onderhoudskosten verlaagd en treedt minder overlast van wortelopdruk op. Tevens is een nieuw fietspad aangelegd langs de Turfweg naar het in aanbouw zijnde ecoduct Op Hees. Er is in 2011 een verbinding gerealiseerd naar Den Dolder via het terrein van de Willem Arntz Hoeve; het ecoduct Op Hees zal worden voorzien van een fietspad, zodat er een verbinding ontstaat naar de voormalige vliegbasis. Tenslotte zijn er nog fietstunnels gerealiseerd onder resp. het spoor Utrecht-Amersfoort (aansluiting op Heezerspoor Oostzijde) en Utrecht-Baarn (achter tennispark Bosstraat). Ruiterrecreatie In 2002 is door de gemeente Soest een extra ruiterroute gerealiseerd door het gebied Laag Hees. De gemeente Soest is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van het pad en de bewegwijzering en int de opbrengsten van de ruiterplaatjes. BOSNOTA , Gemeente Soest 23

24 In 2003 is een menroute gerealiseerd in samenspraak met de WPE; de menroute is in totaal 37 km lang en loopt zowel door de bosgebieden als door de Eempolder. De gemeente Soest is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van de paden en de bewegwijzering en int de opbrengsten van de ruiterplaatjes. Dagrecreatie Dagrecreatieterrein De Bergjes is in 2002 op verzoek van de brandweer in beperkte mate heringericht. Het terrein dreigde namelijk op drukke zomerse dagen onbereikbaar te worden voor hulpdiensten door de her en der geparkeerde auto s. Het aantal parkeerplaatsen is toen uitgebreid en gereguleerd en er zijn barbecueplekken aangelegd. Met de brandweer zijn afspraken gemaakt over bosbrandpreventie. Horeca In 2010 is de oude kiosk aan de Foekenlaan vervangen door een kleine horecagelegenheid in een in Scandinavische stijl gebouwde blokhut, met terras en een bescheiden binnenruimte. De bouw was mogelijk dankzij een subsidie van de provincie Utrecht. De nieuwe Kiosk is een voorziening ten diensten van de wandelaars en fietsers en is daarom alleen geopend tussen zonsopgang en zonsondergang en heeft dus geen volwaardige horecafunctie. De pachter is verplicht om de toiletgroepen ook geopend te houden op momenten dat de Kiosk niet is geopend (te weinig wandelaars om rendabel open te kunnen zijn). In de directe nabijheid van de Kiosk zijn enkele eenvoudige speeltoestellen geplaatst door de gemeente Soest. BOSNOTA , Gemeente Soest 24

25 Hoofdstuk 3. FUNCTIEWAARDERING In dit hoofdstuk wordt het huidige functioneren van het plangebied gewaardeerd en geëvalueerd aan de hand van de hoofdfuncties van het gebied: natuurfunctie, productiefunctie en recreatiefunctie. 3.1 Natuurfunctie Bosontwikkeling Potentieel Natuurlijke Vegetatie In de Bosnota 2001 werd aangegeven dat de Potentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV) in het plangebied bestaat uit Droog Berken - Zomereikenbos en Gedegradeerd Wintereiken - Beukenbos. Dit betekent dat Berk, Zomereik en Beuk als zijnde de belangrijkst PNV soorten op de lange termijn (enkele honderden jaren) bij een ongestoorde bosontwikkeling het bosbeeld bepalen. Op dit moment komen de soorten echter nog relatief weinig voor in de boomlaag. Ze bezetten respectievelijk de 2 e de 4 e en de 11 e plaats. De Potentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV) geeft de samenstelling van de vegetatie weer bij een ongestoorde spontane ontwikkeling gedurende enkele honderden jaren. Deze is afhankelijk van de groeiplaats en concurrentiekracht van boomsoorten op die groeiplaats. Hierbij wordt uitgegaan van de afwezigheid van exoten. De PNV wordt bepaald op basis van onder andere: de actuele vegetatie, de bodem, het grondwater en (zeer beperkt van belang), het (micro)klimaat. Figuur 10 Potentieel Natuurlijke Vegetatie Storend in de bosontwikkeling zijn een aantal exoten. Met name de soorten die een sterke concurrentieslag leveren ten opzicht van de inlandse soorten en de soorten die relatief snel spontaan verjongen. De belangrijkste en meest verjongende boomvormende exoten zijn Amerikaanse eik met een aandeel in de boomlaag van circa 7% en de Douglas met 8%. Beide BOSNOTA , Gemeente Soest 25

26 zijn verspreid in het bos zaaddragend aanwezig en kunnen hierdoor vrijwel overal uitbreiden. De Amerikaanse vogelkers, die ook sterk verjongt in de struiklaag, komt nog maar weinig voor door een intensieve bestrijding de afgelopen beheerperiode. Trends in de bosontwikkeling Om de trends in de bosontwikkelingen van het plangebied te kunnen vaststellen zijn een aantal inventarisaties uitgevoerd waarop onderstaande teksten zijn gebaseerd. Boomsoorten ten opzichte van de PNV In 1/5 e deel van het bos (20%) komen de PNV soorten Zomereik (11%), Berk (7%) en Beuk (2%) voor. Doordat de Grove den destijds bij de bebossing meestal werd aangeplant neemt deze soort nog het belangrijkste aandeel (48%) in. Van de inlandse soorten is alleen de Berk sinds 2000 in de boomlaag in aandeel toegenomen. In 7% van het areaal komt de Amerikaanse eik in de boomlaag voor en in 8% Douglas. Deze exoten staan er om bekend dat ze snel kunnen uitzaaien en een bedreiging vormen voor de inlandse soorten door concurrentie in de boomlaag en struiklaag. Met name de Amerikaanse eik vormt een probleem omdat deze soort vrijwel geen natuurwaarden en productiewaarden heeft. De volgende processen zijn geconstateerd: Het aandeel Amerikaanse eik en Douglas in de boomlaag is sinds 2000 verdubbeld. Deze ontwikkeling dient gestopt te worden waarbij het areaal Amerikaanse eik in eerste instantie dient te worden verlaagd. Over een groot deel (± 55%) van het bos komt de Amerikaanse eik in een lage dichtheid voor in de struiklaag en in 19% gaat het om een zware bedekking. Sinds 2000 is het aandeel Amerikaanse eik in de struiklaag zelfs verdubbeld (+10%) terwijl Zomereik (-6%) en Berk (-7%) in de struiklaag zijn afgenomen. De bedekking van Douglas in de struiklaag is licht; ± 27% van de bossoppervlakte heeft een lichte bedekking (< 25%) en slechts 3% heeft een zware bedekking (> 25%). De Amerikaanse vogelkers is in het verleden met succes bestreden en komt nog maar in 20% van het bosareaal in een zeer lage bedekking voor. Sluitingsgraad Onder de sluitingsgraad wordt verstaan de sluiting die het bos heeft in de kroonlaag. In gesloten tot dichte bossen komen over het algemeen minder biotopen tot ontwikkeling dan in open en zeer open bos. Het grootste deel van het bos bestaat uit gesloten tot dicht bos (± 73%). Dit aandeel is sinds 2000 met 26% toegenomen. In gesloten tot dichte bossen komen over het algemeen minder biotopen tot ontwikkeling dan in open en zeer open bos (wat op ± 20% van de oppervlakte voorkomt). Ontwikkelingsstadium Jonge bossen (dynamische fase) en oude bossen (vervalfase) bevatten relatief de meeste biotopen. Volwassen bos (± 23%) is in ruime mate aanwezig. Dit is de fase waarin verjonging kan plaatsvinden en waarin de natuurwaarde (ofwel het aantal biotopen) meer tot ontwikkeling kan komen. De natuurwaarde van jong bos is hoog. Jong bos (± 6%) is relatief weinig aanwezig. Dood hout Dood hout vormt een essentieel onderdeel van natuurlijke ecosystemen. Het levert biotopen aan veel planten en dieren (o.a. holenbroeders, insecten, schimmels). Met name staand dood hout, dikke diameters (>30 cm) en inlandse soorten zijn het meest waardevol. Deze leveren meer biotopen aan bosvogels en insecten. De voorraad staand en liggend dood hout is gering: 0,57% van de totale houtvoorraad. De doelstelling in 2000 was minimaal 5%. Dood hout komt weinig voor en kan samenhangend met de hoge leeftijd van het bos vanzelf worden verhoogd door het markeren van kwijnende bomen zodat ze kunnen worden gehandhaafd tijdens de houtoogst en het ringen van ongewenste bomen. BOSNOTA , Gemeente Soest 26

27 Dikke bomen Onder dikke bomen worden bomen verstaan met een diameter op borsthoogte van > 40 cm. Deze bomen, met name de inlandse soorten, zijn van belang voor de fauna (leveren biotopen), de belevingswaarde voor de recreant en voor de economische waarde van het bos (houtopbrengsten). Dikke inlandse bomen (> 40 cm diameter op borsthoogte) zijn er gemiddeld 139 per hectare. Samenhangend met de gemiddelde leeftijd van 67 jaar komen deze in ruime mate voor. Doelstelling in 2000 was 40 stuks per hectare Flora Vlakdekkende provinciale gegevens De Provincie Utrecht heeft in 2012 vlakdekkende inventarisaties uitgevoerd naar de flora in de provincie. De gegevens hiervan kwamen in 2013 beschikbaar. Uit de inventarisatie blijkt dat slechts een beperkt aantal bijzondere soorten voorkomen. In de Korte Duinen is een groter aantal groeiplaatsen van Jeneverbes aanwezig. Daarnaast komt er verspreid over het terrein en met name op kapvlaktes Dwergviltkruid voor. Bij de vochtigere groeiplaatsen in het noordelijke deel van de Lange Duinen zijn verder waarnemingen gedaan van Moeraswolfsklauw en Ronde zonnedauw. Tenslotte is er nog Waterdrieblad aangetroffen in de poel ten noorden van de zandafgraving in het Monnikenbosch. In de onderstaande figuur zijn de waarnemingen weergegeven. Figuur 11 Flora BOSNOTA , Gemeente Soest 27

28 Hoewel het aantal waargenomen Rode lijst soorten beperkt is, betekent dit niet dat de Lange en Korte Duinen een beperkte waarde hebben voor de flora. De beschikbare gegevens van de provincie over de Lange en Korte Duinen beperken zich tot de vaatplanten. Dit terwijl de floristische waarde van stuifzandgebieden en heideterreinen vaak meer wordt bepaald door Korstmossen en Mossen. Voor het beheer is met name de aanwezigheid van de Jeneverbes een aandachtspunt. Inventarisatie bossen 2012 In 2012 zijn de bossen geïnventariseerd volgens een Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie (SBI, zie bijlage 3). Hierbij werd in 193 plots de vegetatie opgenomen en ingedeeld in bedekkingsklassen. Soorten van het Zomereiken - Berkenbos De belangrijkste resultaten worden hier weergegeven: In 73% van de plots komt Bochtige smele voor en waarvan circa de helft een hoge bedekking heeft van meer dan 50%. In 2000 was het aandeel met een hoge bedekking nog 42% (+9%). In opstanden met een hoge bedekking van Bochtige smele komt de spontane bosverjonging ook moeilijk op gang. Ook in de afdelingsgewijze inventarisatie (bijlage 2) komt naar voren dat de spontane verjonging kansarm is. Bosbes komt in 12% van de plots voor waarvan vrijwel (87%) overal in een lichte bedekking (tot 25%). Struikheide en Rankende helmbloem komen in 6% van de plots voor, overal in een lichte bedekking (tot 25%). Stekelvaren komt in 63% van de plots voor, overal in een lichte bedekking (tot 25%). Indien in hoge bedekking geeft de soort ook verhoogde gehaltes van fosfaat in de bodem aan. Klimop komt in 2% en Kamperfoelie komt in 3% van de plots voor, overal in een lichte bedekking (tot 25%). Beide komen in het Wintereiken Beukenbos voor Aantal waarnemingen per soort Storingssoorten Indicatorsoorten van bodemverrijking met stikstof (Braam, Rankende helmbloem en Brandnetel) kwamen in 2000 in 14% van de plots voor in hoge bedekking (> 50%). In 2012 is dit toegenomen tot 22%. Inventarisatie overige vegetatie 2012 In de zomer van de 2012 zijn de open terreinen van het plangebied bezocht en is er een vegetatiekartering gemaakt op basis van de luchtfoto s 2011 en 93 vegetatie opnamen. Voor de indeling van de vegetatie is gebruik gemaakt van de vegetatie van Nederland (Schaminee, 1995). Het totale gekarteerde gebied is 97,49 hectare groot. Binnen dit gebied was 33,32 hectare met kruidachtige vegetatie bedekt, bestond 59,45 hectare uit open zand en bestond 4,55 hectare uit bosjes of grotere solitaire bomen/struiken. BOSNOTA , Gemeente Soest 28

29 Binnen het plangebied is een mozaïek van verschillende vegetatietypen waargenomen. De meeste vegetaties worden gerekend tot de Klasse der droge graslanden op zandgrond. Daarnaast komen er vegetaties voor die worden gerekend tot de Klasse der heischrale graslanden, de Klasse der Droge heiden en de Klasse der Naaldbossen. De normale successie binnen het plangebied is van stuifzand naar de klasse der droge graslanden. Bij de eerste humusvorming volgt vaak de Klasse der droge heide en dan tenslotte na vollopen met houtachtige opslag en een verder bodemontwikkeling naar de Klasse der Naaldbossen. De Klasse der heischrale graslanden komt slechts beperkt voor op een iets rijker stuk. Opvallend is dat er tijdens de kartering op de meeste plaatsen sprake was van een kleinschalig mozaïek van vegetatietype. Hierin was de Buntgrasorde het meest voorkomende vegetatietype. Over 24,28 hectare van de oppervlakte komt de Buntgrasorde in meer of mindere mate voor. Dit is 72% van de oppervlakte met een kruidachtige vegetatie. Wel opvallend was dat de vegetaties vaak slecht ontwikkeld waren door de hoge recreatiedruk (betreding) en begrazing. In de onderstaande tabel is de oppervlakteverdeling per vegetatietype weergegeven. In bijlage 5 zijn uitgebreide vegetatietype/beschrijvingen opgenomen met kaarten waar deze voorkomen. Code Naam Opp. (ha) 14a Buntgrasorde 24,28 14b Struisgrasorde 1,53 14dg1 Derivaatgemeenschap van Grijskronkelsteeltje 0,56 14dg2 Derivaatgemeenschap van Trekrus en Noors mos 2,41 14rg1 Rompgemeenschap van Zandzegge 0,71 14rg6 Rompgemeenschap van Gewoon struisgras en Gewoon biggenkruid 0,02 19a Orde der heischrale graslanden 0,34 19rg2 Rompgemeenschap van Bochtige smele 1,14 20a Struikheide orde 17,06 41a Orde der naaldbossen 0,17 TOTAAL 48, Fauna De Provincie Utrecht heeft in 2012 vlakdekkende inventarisaties uitgevoerd naar de fauna in de provincie. De gegevens hiervan kwamen in 2013 beschikbaar. Uit de inventarisatie blijkt dat in het plangebied diverse Rode lijst soorten of soorten beschermd volgens Tabel 3 van de Flora- en Faunawet zijn waargenomen. Vooral op de stuifzanden en de heischrale graslanden werden veel waarnemingen gedaan van soorten met een beschermde status. Soorten als Heivlinder en Zandhagedis waren ruim vertegenwoordigd. Opvallend is tevens de waarneming van Hazelworm op het oostelijk gelegen heideterrein. Hier werd tevens het Heideblauwtje waargenomen. Deze soort kwam sporadisch voor in de directe omgeving van het heideterrein. Bij de akker op de zandafgraving in het Monnikenbosch werd net buiten het terrein de Moerassprinkhaan waargenomen. Tenslotte werd er nog een dassenburcht aangetroffen in de het bos, was er nog een onbepaalde waarneming van de Das en werd het Bont dikkopje net buiten het plangebied tegen de noordgrens waargenomen. De waarnemingen van bijzondere soorten zijn weergeven in onderstaande figuur. BOSNOTA , Gemeente Soest 29

30 Figuur 12 Fauna De twee soorten met de meeste waarnemingen zijn Heivlinder en Zandhagedis. Beide soorten hebben veel behoefte aan afwisseling tussen heide, gras en kale bodem. Dit is volop aanwezig, met name in de Korte Duinen. Dit is ook goed terug te zien in de grote waarnemingsdichtheid hier. In de Lange Duinen zijn van beide soorten minder waarnemingen gedaan. Dit komt waarschijnlijk doordat de vegetaties minder ontwikkeld zijn (structuurafwisseling) en voor met name de Zandhagedis geldt bovendien dat er te veel betreding is. Binnen het beheer moet dan ook met name op structuurafwisseling gestuurd worden om beide soorten te kunnen bevorderen. Naast de Lange en Korte Duinen zijn er nog diverse waarnemingen gedaan in het heideterrein aan de Zandlaan. Hier zijn soorten waargenomen van de meer ontwikkelde heideterreinen (structuurrijk en strooiselopbouw). Het voorkomen van Heideblauwtje en Hazelworm duidt tevens op een vochtiger terrein. In de toekomst zal sturing op behoud van vegetatiestructuur beide soorten ten goede komen. Stuifzand en bosranden In het rapport Onderzoek voor het herstelplan van de zandverstuivingen Lange en Korte Duinen bij Soest, Jungerius & vd Ancker, 2005 worden de volgende karakteristieke soorten genoemd: Boompieper, Boomleeuwerik, Gekraagde roodstaart, Geelgors, Zandoorworm, Grijze spinnendoder, Heivlinder, Heidezandbij, Boskakkerlak, Boskrekel, Hazelworm en Sabelmier. Conclusies natuurwaarden Uit de beschikbare inventarisatiegegevens kan het volgende worden geconcludeerd ten aanzien van de natuurwaarden. De terreinen van de gemeente Soest hebben geen bijzonder hoge natuurwaarden maar zijn wel in ontwikkeling. Hierbij zijn de volgende punten van belang: BOSNOTA , Gemeente Soest 30

31 Over een gering aandeel van circa 20% van het bosareaal zijn de belangrijkste soorten aanwezig van de Potentieel Natuurlijke Vegetatie (Zomereik, Beuk en Berk). Storend voor de bosontwikkeling zijn met name de exoten, Amerikaanse eik en Douglas, die zowel in de boomlaag (15%) als in de struiklaag (55%) voorkomen. In het grootste deel van het bos (73%) komen de natuurontwikkelingen op dit moment onvoldoende op gang omdat het bos te gesloten is. Ook ontbreekt op dit moment de voor natuurontwikkeling benodigde variatie in open en dichte bossen. Dood hout komt vrijwel niet voor in de bossen. Dikke bomen komen veel voor en kunnen goede biotopen vormen voor de fauna. In de visie zullen bovenstaande punten worden omgezet in actiepunten. Hierdoor zullen de natuurwaarden op korte termijn sterk verhogen. 3.2 Productiefunctie Groeiplaatsgeschiktheid voor houtteelt Het grootste deel van het plangebied (± 76%) bestaat uit Duinvaaggrond. Dit zijn droge, leemarme bodems gelegen op stuifduinen. De Lange en Korte Duinen zijn niet door bos vastgelegde restanten van een groot stuifzandcomplex dat in figuur 7 is aangegeven als Duinvaaggrond. Deze gronden en de Holtpodzolen (samen ± 88% van de bosoppervlakte) zijn slechts geschikt zijn voor de teelt van dennensoorten, waarbij meer eisende soorten als Douglas en Lariks lokaal op lemigere plaatsen kunnen worden toegepast. De beste groeiplaatsen zijn de Loopodzolen en de Enkeerdgronden waar Grove den, Corsicaanse den en de meer eisende boomsoorten (Douglas, lariks, fijnspar) een goede groei vertonen. Deze groeiplaatsen komen echter totaal maar op ± 3% van de bosoppervlakte voor. In onderstaande figuur is de jaarlijks gemiddelde bijgroei per boomsoort aangegeven van de voorkomende bodemsoorten. Figuur 13 Groeiplaatsgeschiktheid voor houtteelt Ontwikkelingsstadium Een groot deel van het bos is in opgaande fase (± 55%). Dit is de fase waarin door middel van dunningen sturing kan plaatsvinden in de bossamenstelling en het eindbeeld bepaald wordt. Het is ook de fase met de hoogste bijgroei en hoogste houtopbrengsten. Het aandeel oogstbaar bos is totaal 89%. Niet oogstbaar is jonger dan 40 jaar of open bos. Grove den, Douglas en Japanse lariks worden gezien als de belangrijkste broodbomen van het bosgebied. Deze hebben een totaal aandeel van 64% van het bosareaal. BOSNOTA , Gemeente Soest 31

32 Figuur 14 Oogstbaar bos Houtvoorraad en bijgroei De totale houtvoorraad op stam is op dit moment m 3. Gemiddeld is dit 175 m 3 per hectare. De gemiddelde bijgroei is 5,5 m 3 per hectare per jaar. In bijlage 2 wordt per boomsoort toelichting gegeven op deze cijfers. De houtvoorraad is sinds 2000 met 13% toegenomen en de bijgroei is met 30% afgenomen. De afname van de bijgroei is een landelijke trend, maar een deel van de oorzaak moet ook gezocht worden in het feit dat 3/4 e deel van het bos gesloten tot dicht is waardoor er veel onderlinge concurrentie is. Door dunningen gericht op het vrijzetten van de beste bomen kan de bijgroei verhogen. Bosverjonging van boomvormende soorten ten behoeve van de houtproductie ± 91% van de oppervlakte heeft een verjonging die kansloos of vrijwel kansloos is als volgende bosgeneratie. Er is op de meeste plaatsen wel verjonging aanwezig, maar er zijn te weinig boomvormende soorten en ze komt vaak verspreid over de oppervlakte voor. Actief ingrijpen is gewenst om op lange termijn voldoende oogstbaar bos te kunnen behouden. Bochtige smele komt in een groot deel van het (73%) bos in de kruidlaag voor in een hoge bedekking (> 50%). Deze soort nam sinds 2000 sterk toe en een toename van de bochtige smele hangt samen met de geconstateerde afname van de spontane inlandse bosverjonging. Door groepenkap en lokale bodemverwonding of door te planten kan actief gewerkt worden aan een verhoging van het aandeel kansrijke verjonging. Conclusie De groeiplaats van het plangebied bestaat voor 3/4 e deel uit arme droge zandgronden met een redelijke groei voor de dennensoorten en de Douglas en een slechte groei van de overige soorten. De in 2012 gemeten bijgroei is in overeenstemming met de potenties (mogelijkheden) van deze groeiplaats. Door de toegenomen dichtheid van het bos is de bijgroei echter sterk afgenomen. Het grootste deel van het bos (89%) is oogstbaar. Hierdoor ontstaan veel kansen om te sturen in de bossamenstelling en om de bijgroei toe te verhogen. ± 91% van de BOSNOTA , Gemeente Soest 32

33 oppervlakte heeft een verjonging die kansloos of vrijwel kansloos is als volgende bosgeneratie. Hierdoor dienen op korte termijn investeringen gedaan te worden om het bos te kunnen verjongen. Hierbij wordt gedacht aan bodemverwonding en inplanten. De kwaliteit van de lanen, de ruimtelijke verdeling en de soortsamenstelling van de lanen laat op dit moment te wensen over. Er dient een verjongingsplan en lanenvisie opgesteld te worden. 3.3 Recreatiefunctie Recreatie wordt gezien als een belangrijke functie van de gemeentelijke bossen. Het hele terrein is opengesteld en het recreatieve voorzieningenniveau is voor alle extensieve vormen van recreatie hoog te noemen. Landschappelijk gezien hebben met name de Lange en Korte Duinen een regionale functie en een aanzuigende werking op recreanten. De Lange Duinen is hondenlosloopgebied. Het plangebied is opengesteld en wordt intensief gebruikt voor wandelen, fietsen, mountainbiken en paardrijden, waarvoor in ruime mate routes aanwezig zijn. Het terrein is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Zonering van het terrein In 2000 is rondom het recreatieve gebruik van het terrein een zonering aangebracht waarbij de Lange Duinen, Korte Duinen, Burgemeestersbos, Ezelsveld en de Zoom zijn ingedeeld bij recreatie intensief en het voorzieningenniveau is hierop afgestemd. Voorgesteld wordt het gebied te zoneren in drie categorieën in drie categorieën: 1: stil, 2: rustig, en 3: levendig. In de stille gebieden is de recreatiefunctie duidelijk ondergeschikt aan de natuurfunctie. Deze gebieden hebben o.a. een belangrijke functie als rustgebied voor wild of herbergen bijzondere flora en fauna. Het betreft De Zoom, de driehoek ten zuiden van het Berkenlaantje, de terreinen ten zuiden van het spoor Utrecht-Amersfoort (m.n. Burgemeestersbos en Ezelsveld) de Korte Duinen. In de levendige gebieden mag het druk worden. Evenementen vinden bij voorkeur in deze gebieden plaats. Het betreft de (omgeving van) de Lange Duinen (tussen beide sporen en Soesterbergsestraat) en dagrecreatieterrein De Bergjes, De rustige gebieden vormen de tussencategorie. Dit betreft het gebied tussen de Soesterbergsestraat en de Korte Duinen. Voor de Korte Duinen is de huidige recreatieve druk een knelpunt voor de aanwezige bijzondere flora en fauna. Het gebied zou minder intensief bezocht moeten worden dan nu het geval is. Daarom is het gebied in de zonering ingedeeld bij de stille gebieden. In of nabij de rustige gebieden zijn respectievelijk het Berkenlaantje en de Monnikenboschweg afgesloten voor doorgaand verkeer. Hondenlosloopgebied De Lange Duinen en de omringende bosgebieden zijn aangewezen als hondenlosloopgebied. Ook in andere delen van het bos worden honden echter veelal los uitgelaten, wat leidt tot fricties met ruiters en wandelaars en wat schadelijk kan zijn voor de wildstand. BOSNOTA , Gemeente Soest 33

34 Figuur 15 Recreatief gebruik 2000 Openstelling Het gehele terrein is toegankelijk op wegen en paden en tussen zonsopgang en zonsondergang. Incidenteel kunnen vergunningen verleend worden voor speciale evenementen, waarbij de beleving van de natuur centraal staat. Hierbij dienen de Korte Duinen en de Zoom vanwege rust voor de fauna altijd ontzien te worden. Verder dienen de regels rondom de Flora en Faunawet in acht genomen te worden die aangeven dat de rust tijdens het broedseizoen gerespecteerd dient te worden. Momenteel wordt jaarlijks een groot sportevenement de Sylvesterloop in de natuurterreinen van Soest georganiseerd. Deze trekt veel bezoekers. Verder wordt de Lange Duinen gebruikt voor filmopnames. Hierbij wordt vanuit de gemeente een bedrag in rekening gebracht voor de begeleiding. Op dit moment worden met name de loslopende honden buiten het hondenlosloopgebied en motorcrossers door het publiek als storend ervaren, evenals zich buiten de route bevindende mountainbikers. Dit wijst op een tekort aan mensuren in de handhaving. Dagrecreatieterreinen De Bergjes en Soesterhoogt De dagrecreatieterreinen De Bergjes en het Soesterhoogt zijn in de jaren zestig aangelegd. Beide dagrecreatieterreinen liggen vrij geïsoleerd ten opzicht van de rest van het bos. Ze worden met mooi weer zeer druk bezocht en worden dan voornamelijk gebruikt als barbecueen picknickplaats. Terreingebonden voorlichting Op dit moment zijn er (beperkt) actuele brochures beschikbaar over de bossen en natuurterreinen van Soest en over de aanwezige routes. Er is een ruiterfolder met BOSNOTA , Gemeente Soest 34

35 toegangsregels en routekaarten die moet worden herzien. Op de gemeentelijke website is summier informatie beschikbaar. Conclusie Het gehele terrein is opengesteld en de recreatiefunctie is goed ontwikkeld. Het terrein heeft afwisselende, vrij unieke landschappen en heeft voor extensieve vormen van recreatie een ruim voorzieningsniveau. Voor de natuurfunctie en voor de recreant zelf treden een aantal knelpunten op: Loslopende honden geven overlast in een groot deel van het terrein. Het recreatieve gebruik van de Korte Duinen is te intensief in verband met kwetsbare vegetatie en verstoring van de fauna. Motorcrossers, mountainbikers, ruiters die zich buiten de daarvoor aangewezen paden begeven worden door andere recreanten als storend ervaren, zoals blijkt uit de ingezonden reacties voor de Bosnota. De beheerder krijgt daarover ook geregeld opmerkingen te horen. 3.4 Kansen en knelpunten Indien we bovenstaande conclusies per functie kort zouden willen samenvatten ontstaat het volgende beeld: De natuurwaarden zijn in ontwikkeling en kunnen door middel van gericht beheer de komende jaren sterk worden verhoogd. De productiewaarden zijn redelijk ontwikkeld. Het bos is oogstbaar en het sortiment is over het algemeen zwaar. Door middel van gericht beheer kunnen de productiewaarden de komende jaren verder worden verhoogd. De recreatiewaarden van het terrein zijn goed ontwikkeld. Ten aanzien van de natuur treden echter knelpunten op die door zonering en handhaving verbeterd kunnen worden. Voor zowel de natuurwaarden als de productiewaarden zijn de komende beheerperiode investeringen nodig om de bosverjonging op gang te brengen. BOSNOTA , Gemeente Soest 35

36 Hoofdstuk 4. ONTWIKKELINGSVISIE 4.1 Doelstelling In de Bosnota 2000 werd algemene hoofddoelstelling voor de bossen als volgt geformuleerd: Zo hoog mogelijke natuurwaarden, geschikt voor extensieve vormen van recreatie gericht op het genieten van de natuur, waarbij houtproductie geen doel in zichzelf is, maar ten dienste staat van de ontwikkeling van natuur- en recreatiewaarden. De destijds gehanteerde hoofddoelstelling staat in 2013 nog overeind. Het accent van het beheer is nog steeds gericht op recreatie en natuur en de houtproductie is hier aan ondergeschikt. De inkomsten van het bosbeheer bestaan uit subsidies en houtopbrengsten. Doordat de subsidies de laatste jaren sterk onder druk staan en de houtprijzen zijn gestegen is het van belang om de functie die het bos heeft ten aanzien van de houtproductie in stand te houden. De algemene hoofddoelstelling is aldus: Zo hoog mogelijke natuurwaarden, geschikt voor extensieve vormen van recreatie gericht op het genieten van de natuur, waarbij houtoogst geen doel op zichzelf is, maar wordt gebruikt als sturingsinstrument in de samenstelling van de bos- en natuurterreinen. Wensen gebruikersorganisaties en inwoners van Soest De gemeente Soest heeft middels publicatie een oproep gedaan aan inwoners en gebruikersorganisaties om inbreng voor de nieuwe Bosnota. De reacties zijn opgenomen in bijlage 1 en verwerkt in de volgende deeldoelstellingen. 4.2 Deeldoelstellingen In deze paragraaf wordt de algemene hoofddoelstelling vertaald naar een aantal deeldoelstellingen per functie. Natuurdoelstellingen Streven naar een toename van het aantal biotopen door verhoging van het aandeel dood hout in de bossen, zowel staand als liggend; Verhoging van het aandeel open bos en bosranden; Verschralen van open natuurterreinen; Tegengaan van vastlegging van stuifzandterreinen; Behoud (en herstel) van bijzondere vegetaties: korstmossen, strubben, jeneverbessen en kleine heideterreinen in bos; Het verlagen van het aandeel exoten Amerikaanse eik en Amerikaanse vogelkers en incidenteel Douglas in en rondom bossen waar een inlandse soortensamenstelling wordt nagestreefd; Omvorming van lanen met een slechte vitaliteit naar inlandse soorten; Verbinden van kleine en grote heide- en stuifzandterreinen om migratie van flora en fauna te bevorderen; Meer handhaving op loslopende honden in de bossen; De begrazing dient de komende jaren flink te worden afgebouwd, zodat diverse vegetaties meer tot ontwikkeling kunnen komen en bijzondere soorten weer een kans krijgen. Zoneren van de Korte Duinen als rustig recreatiegebied. 3 Het beheer van de natuurterreinen is gericht op structuurvariatie. 3 Er wordt een zonering in drie categorieën gehanteerd: 1:Stil 2:Rustig 3.Levendig. BOSNOTA , Gemeente Soest 36

37 Productiedoelstellingen Het markeren en vrijstellen van bomen met een goede houtkwaliteit en vitaliteit; Het in stand houden van het areaal oogstbaar bos; Het bevorderen van kwalitatief goede verjongingen op een aantal geconcentreerde locaties ten behoeve van de houtteelt op lange termijn; Recreatiedoelstellingen Het hele bosgebied is opengesteld voor extensieve vormen van recreatie. 4 Uitgesloten wordt elke vorm van gemotoriseerde recreatie en recreatie met andere voertuigen die op hoge snelheid voortbewegen. Daarnaast zijn er beperkingen in bepaalde perioden (broedseizoen) voor vormen van recreatie die buiten bestaande wegen en paden plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld speurtochten. In stand houden van het huidige routepatroon (geen verdere toename) en laten dichtgroeien of afsluiten van paadjes buiten het routesysteem; Snoeien, verwijderen van dood hout en dode bomen langs wegen en wandelpaden; Aanleggen van een speelbos of spelaanleidingen nabij de Lange Duinen; Beter organiseren van het uitlaatgedrag nabij de parkeerplaats Foekenlaan door een vorm van hondentoilet. Tegengaan van ongewenste vormen van recreatie en onjuist gebruik van het terrein zoals loslopende honden buiten het hondenlosloopgebied, mountainbikers buiten de routes en motorcrossers door intensievere handhaving; Hiervoor is extra toezicht nodig door een Bijzondere Opsporingsbevoegd Ambtenaar vanwege de overlast door motorcrossers, loslopende honden, ruiters en mountainbikers. Voorlichting en communicatie aan inwoners van de gemeente over het bosbeheer, de natuurkwaliteiten van het terrein, aandacht voor zwerfvuil, voorlichting over brandgevaar met behulp van bebording, gemeentelijke website en excursies. 4.3 Ontwikkelingskaart De bovenstaande doelstellingen zijn uitgewerkt in een visiekaart die een aantal streefbeelden bevat voor bossen en open natuurterreinen en een zonering van de gewenste gebruikersintensiteit voor de recreatie. Figuur 16 geeft de ruimtelijke verdeling van de streefbeelden weer. De bosstreefbeelden zijn gebaseerd op de streefbeelden uit de Bosnota 2000 waarbij de op basis van de huidige vegetatie (boom-, struik- en kruidlaag) en bodemkaart bijgestelde Potentieel Natuurlijke Vegetatie heeft geleid tot een samenvoeging en herbegrenzing van enkele streefbeelden. De intensiteit van de recreatie is vaak verbonden aan voorzieningen die aangelegd worden door de beheerder, de aansluiting op bebouwing of bezienswaardigheden. Op de visiekaart is aangegeven welk bezoekersniveau wordt nagestreefd binnen het object. Hierbij worden drie categorieën onderscheiden: stille, rustige en levendige gebieden.. De Korte Duinen zijn, anders dan in het vorige beheerplan, als stil gebied aangewezen met het oog op een betere de bescherming van flora en fauna. Dit heeft tot gevolg dat de handhaving en de voorlichting hier geïntensiveerd zullen moeten worden. 4 Onder extensieve recreatie worden die recreatievormen verstaan, die weinig druk uitoefenen op de omgeving en waarbij het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is. Alle routegebonden recreatie (wandelen, fietsen, ruiterrecreatie) valt onder de term extensieve recreatie. BOSNOTA , Gemeente Soest 37

38 Figuur 16 Visiekaart BOSNOTA , Gemeente Soest 38

39 4.4 Uitwerking van visie in streefbeelden Bos met inlandse soorten gebaseerd op Berken - Zomereikenbos Samenstelling boomsoorten In het streefbeeld Bos met inlandse soorten gebaseerd op Berken Zomereikenbos wordt gestreefd naar 100% inlandse soorten, waarbij de Grove den, Berk en Zomereik de overhand hebben. In dit deelgebied zijn door aankoop sinds 2000 terreinen toegevoegd die inmiddels zijn ingeplant. Indien we de bossamenstelling in 2000 vergelijken met 2012 dan valt op dat de ontwikkeling richting Berken Zomereikenbos al volop in gang is gezet. Het aandeel Grove den is hierbij afgenomen en Berk en Zomereik zijn toegenomen. De komende beheerperiode zal de Grove den verder door dunning in aandeel afnemen. Met behulp van kleinschalige groepenkap en bodemverwonding kan de Berk hier verder spontaan in aandeel toenemen. De Zomereik zal worden bijgeplant. Storende bosontwikkelingen op dit moment zijn: de toename van Amerikaanse eik en Douglas in de boomlaag sinds De Amerikaanse eik zal om deze reden de komende beheerperiode sterk worden teruggebracht, waarbij de eerste prioriteit ligt bij het verwijderen van deze soort in bossen met overwegend inlandse soorten. De boomstobben worden hierbij behandeld om uitlopen te voorkomen. Douglas komt op een enkele plaats voor als hoofdboomsoort. Hier zal de spontane verjonging van deze soort in aangrenzende inlandse bosvakken worden bestreden. Indien een kaalkap wordt uitgevoerd zal hoofdzakelijk Zomereik wordt teruggeplant aangevuld met spontane verjonging van Grove den en Berk. De lange termijn doelstellingen zijn overgenomen uit de Bosnota De ten oosten van de Korte Duinen liggende bosvakken mogen de komende periode een open tot zeer open karakter krijgen waardoor ze meer worden opgenomen in het stuifzand. Een en ander is afhankelijk van de mogelijkheden die de Boswet hiertoe kan bieden. BOSNOTA , Gemeente Soest 39

40 Biotopen en struiklaag Storende ontwikkelingen in de struiklaag zijn de toename van Amerikaanse eik en Douglas. De Amerikaanse vogelkers is vrijwel verdwenen. In de struiklaag komt de Douglas in lichte bedekking voor in 1/3 e deel van het streefbeeld. Deze zullen worden verwijderd voordat ze zaaddragend worden (leeftijd circa 25 jaar). De Amerikaanse eik komt in 55% voor in een lichte bedekking. Deze zal bestreden worden om concurrentie met inlandse soorten te beperken. Hierbij ligt de eerste prioriteit bij opstanden die reeds een inlandse samenstelling hebben. Op enkele plaatsen komt de Jeneverbes onder dennenbos voor. Deze soort zal beschermd worden door lichte dunningen uit te voeren in de Grove den. Wat betreft de voorraad dood hout wordt in de komende beheerperiode 2% nagestreefd. Dit wordt bevorderd door dode bomen te markeren voor de houtoogst en actief bomen te ringen of vellen. Het aantal dikke bomen is al ruim boven het streven op lange termijn en mag eventueel dalen. De lange termijn doelstellingen zijn overgenomen uit de Bosnota BOSNOTA , Gemeente Soest 40

41 4.4.2 Bos met inlandse soorten gebaseerd op Wintereiken - Beukenbos Samenstelling boomsoorten In het streefbeeld Bos met inlandse soorten gebaseerd op Wintereiken Beukenbos wordt gestreefd naar 100% inlandse soorten, waarbij de Beuk en Eik de overhand hebben. Indien we de bossamenstelling in 2000 vergelijken met 2012 dan valt op dat de Eik en de Beuk al in aandeel zijn toegenomen, maar de ontwikkeling gaat langzaam. Met name de Beuk blijft achter. De komende beheerperiode zal de Grove den door dunning verder in aandeel afnemen. Door groepenkap toe te passen kunnen nieuwe en bestaande open plekken worden ingeplant met voornamelijk Beuk. Soms is hierbij bestrijding van overmatige spontane verjonging van Grove den en Berk nodig. Amerikaanse eik komt beperkt voor in menging en zal door middel van dunning worden verwijderd waarbij de stobben worden behandeld tegen uitlopen. Aandeel in 2000 Aandeel in 2012 Opp. in 2012 (ha) De lange termijn doelstellingen zijn overgenomen uit de Bosnota Lange Termijn doelstelling Korte doelstelling 2022 Termijn Overig terrein 0% 0,0 0% 0% Amerikaanse Eik 5% 3% 1,2 0% 0% Berk 30% 9% 3,3 5 10% 15% Beuk 2% 4% 1, % 15% Corsicaanse den 8% 2% 0,9 0% 2% Douglas 0% 2% 0,7 0% 2% Eik 11% 16% 5, % 20% Fijnspar 0% 5% 1,7 0% 3% Groveden 36% 36% 12, % 28% Open ruimte 0% 11% 4,0 2% 5% Japanse lariks 4% 0% 0,0 0% 4% Oostenrijkse den 2% 0% 0,0 0% 1% Overig loofhout 0% 10% 3,5 0% 4% Zwarte els 2% 1% 0,3 0% 1% Totaal 100% 100% 35,7 100% BOSNOTA , Gemeente Soest 41

42 Biotopen en struiklaag Amerikaanse eik, Douglas komen beperkt voor en Amerikaanse vogelkers zeer beperkt. Deze zullen geheel worden verwijderd de komende beheerperiode. Wat betreft de voorraad dood hout wordt in de komende beheerperiode 2% nagestreefd. Dit wordt bevorderd door dode bomen te markeren voor de houtoogst en actief bomen te ringen of vellen. Het aantal dikke bomen is al ruim boven het streven op lange termijn en mag eventueel dalen. De lange termijn doelstellingen zijn overgenomen uit de Bosnota BOSNOTA , Gemeente Soest 42

43 4.4.3 Bos met inlandse soorten en meer eisende soorten Samenstelling boomsoorten In het streefbeeld Bos met inlandse soorten en meer eisende soorten, ligt het accent op de houtproductie. De belangrijkste doelsoorten zijn hier Douglas, Grove den, Japanse lariks en in mindere mate de Amerikaanse eik. De selectie vindt voornamelijk plaats op groei, vitaliteit en houtkwaliteit, waarbij zoveel mogelijk gemengd bos wordt nagestreefd. Het vooraf exact aangeven van een aandeel per boomsoort wordt om deze reden niet gedaan. Wel zal de Amerikaanse eik zal op de grens met inlandse soorten zoveel mogelijk worden verwijderd om uitzaaiing te voorkomen. Verder zullen kansen worden benut om het aandeel Douglas te doen stijgen. De lange termijn doelstellingen zijn overgenomen uit de Bosnota BOSNOTA , Gemeente Soest 43

44 Biotopen en struiklaag Amerikaanse eik en Douglas worden alleen bestreden als naastliggende inlandse bossen in gevaar komen. De Amerikaanse vogelkers wordt overal bestreden waar deze nog voorkomt. Wat betreft de voorraad dood hout wordt in de komende beheerperiode 2% nagestreefd. Dit wordt bevorderd door dode bomen te markeren voor de houtoogst en actief bomen te ringen of vellen. Het aantal dikke bomen is al ruim boven het streven op lange termijn en mag eventueel dalen. De lange termijn doelstellingen zijn overgenomen uit de Bosnota BOSNOTA , Gemeente Soest 44

45 4.4.4 Stuifzand en heide De Lange en Korte Duinen zijn voor Nederland vrij unieke actieve zandverstuivingen. Stuifzanden zijn zeer dynamische terreinen. De verhouding tussen open zand, buntgrasvegetaties en heide, in al zijn voorkomensvormen, verandert constant. Tijdens de vegetatieopname van 2012 was de verhouding tussen open zand/kruidachtige vegetatie ongeveer 2/3 e open zand en 1/3 e kruidachtige vegetatie. Op dit moment is niet vastgesteld wat de streefpercentage zijn van de verschillende vegetatietype of wat een goede verhouding is tussen kruidachtige vegetaties en open zand. Op basis van de vegetatiekartering van 2012 kan een monitoringsplan en beheervisie worden opgesteld, waarin bepaald wordt wat de gewenste verhoudingen zijn. In het plangebied komen een aantal kleinere heideterreinen voor die worden ingesloten door bos. Deze herbergen een aantal beschermde soorten zoals; Levendbarende Hagedis, Zandhagedis, Jeneverbes en Klein warkruid. In de afgelopen beheerperiode zijn veel van deze terreinen opnieuw open gemaakt en vergroot door bomen te verwijderen. Het beheer de komende periode is gericht op het in stand houden van de bijzondere flora en fauna Lanen en singels Samenstelling boomsoorten Lanen en singels doorsnijden het gebied en geven landschappelijke structuren en routes van het gebied weer. Ze geven de ontsluitingsstructuur van het terrein aan. Hierdoor wordt duidelijk waar en of er cultuurhistorische patronen liggen, hoe de ontginningsgeschiedenis heeft plaatsgevonden, welke wegen een belangrijke of een minder belangrijke functie hebben voor de exploitatie en voor de recreatie. Op dit moment worden er knelpunten geconstateerd ten aanzien van de vitaliteit en onderhoudstoestand van de lanen. Verder sluit de soortensamenstelling niet aan bij de streefbeelden voor de bossen en er zijn in totaal te weinig lanen aanwezig waardoor de structuur van het landschap onduidelijk is. Deze beheerperiode zal daarom een lanenplan worden opgesteld die een met name ingaat op de wenselijkheid van meer lanen in het gebied en de intensiteit van de omvorming. Beheer Binnen de streefbeelden gebaseerd op inlandse soorten worden lanen met Amerikaanse eik deze beheerperiode vervangen. In singels wordt een ontwikkeling richting Wintereiken Beukenbos nagestreefd. Douglas en Amerikaanse eik worden dunningsgewijs verwijderd. BOSNOTA , Gemeente Soest 45

46 4.4.6 Recreatie: levendige gebieden In deze terreinen is de hoogste bezoekersintensiteit aanwezig en zijn hierop afgestemde voorzieningen aanwezig voor recreanten. De draagkracht van het gebied is in overeenstemming met het gebruik. Bezoekers van het object worden middels routes en andere voorzieningen naar deze zones geleid. Binnen het gebied is er ruimte voor routes en aanvullende voorzieningen zoals een speelbos. Daarnaast is er ruimte voor activiteiten buiten wegen en paden voor zover er geen belemmeringen zijn vanuit de aanwezige flora en fauna Recreatie: rustige gebieden Binnen deze zone is ruimte voor extensieve vormen van recreatie zoals wandelen, fietsen of paardrijden. Daarnaast kan er ruimte worden geboden aan activiteiten met een natuureducatieve doelstelling, zoals bijvoorbeeld paddenstoelenwandelingen, vlinderexcursies enz. De aanwezige flora en fauna wordt niet verstoord, beschadigd of ondervindt geen schade in welke vorm dan ook zoals beschreven in de Flora- en Faunawet. Er is geen sprake van ernstige overlast voor andere recreanten Recreatie: stille gebieden Beleid zoals voor de rustige gebieden. Droppings en evenementen worden hier echter niet toegestaan Honden Terugdringing van het aantal loslopende honden buiten het hondenlosloopgebied rond de Lange Duinen is gewenst. Gekoppeld aan de parkeerplaats van de Lange Duinen aan de Foekenlaan zal worden bekeken of een voorziening voor hondentoilet een oplossing biedt om de overlast in het hondenlosloopgebied te kunnen beperken. Er zal een vooronderzoek met inrichtingsplan worden opgesteld. 4.5 Boscertificering Het bosbeheer van de gemeente Soest voldoet zoals het wordt uitgevoerd aan de duurzaamheidseisen die worden gesteld volgens de richtlijnen van het FSC of PEFC. De gemeente heeft er echter voor gekozen om de bossen niet te certificeren volgens FSC of PEFC omdat de jaarlijkse kosten (administratie en bijdrage) te hoog zijn en niet opwegen tegen de meerwaarde. BOSNOTA , Gemeente Soest 46

47 Hoofdstuk 5. BEHEER Maatregelen Bossen Houtoogst uit dunning Doel: sturen in de bossamenstelling en houtopbrengsten. Methode: houtoogst. In de komende periode zal in alle opstanden waar het mogelijk is (408,62 hectare), gedund worden. Tijdens het blessen zal er extra aandacht zijn voor de volgende punten: Selectie op basis van houtkwaliteit en vitaliteit; Vrijstellen van boomsoorten die in de streeftypen zijn genoemd; Vrijstellen van spontane verjonging; Verwijderen van ongewenste boomsoorten; Beschadigde bomen bij wegen en paden; Creëren van open en dichte plekken in het bos; Overgangen tussen open terreinen en bos. De zwaarte van de dunning wordt afgestemd op de gemeten bijgroei van de bomen. Hierbij wordt met uitzondering van de Amerikaanse eik overal gemiddeld 2/3 e deel van de bijgroei geoogst. Voor Amerikaanse eik is dat 100%. De opstanden waar houtoogst plaatsvindt zijn weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 17 Houtoogst BOSNOTA , Gemeente Soest 47

48 Bosverjonging Doel: Voorkomen van uitzaaiing van Amerikaanse eik en streven naar evenwichtige leeftijdsverdeling van het bos door inbrengen van nieuwe verjongingen. Methode: Houtoogst in combinatie met inspuiten met glyfosaat om uitlopen te voorkomen. Door het huidige bos actief te verjongen kunnen twee knelpunten in het beheer worden opgelost: de ongewenste soort Amerikaanse eik en het te kort aan jonge bossen. Bosverjonging wordt ingezet als instrument om Amerikaanse eik in het bos terug te kunnen dringen. Deze soort verjongt zichzelf sterk en daarvoor is het noodzakelijk om op een aantal plaatsen, waar een inlandse bosvegetatie wordt nagestreefd, deze soort te verwijderen. Op plaatsen waar op dit moment 100% Amerikaanse eik aanwezig (2,23 hectare) is kan na de houtoogst een nieuwe bosgeneratie worden ingeplant of kan bodemverwonding (klepelen) worden toegepast. Op plaatsen waar geen of onvoldoende moederbomen van de gewenste soorten voor komen dient geplant te worden. Deze methode geeft de meeste kans op een geslaagde verjonging en geeft een waarborg van duurzaam en kwalitatief hoogwaardig bos op de lange termijn. Op plaatsen waar minder dan 100% Amerikaanse eiken aanwezig zijn kan deze soort dunningsgewijs worden verwijderd. Grote gaten in het bos kunnen worden ingeplant of hier kan bodemverwonding worden toegepast. Naast actieve verjonging wordt ook passieve spontane verjonging nagestreefd. Dit is het vrijstellen van aanwezige verjonging middels gerichte dunningen rondom plaatsen waar zich een zekere bedekking van spontane verjonging heeft aangediend. Figuur 18 Bosverjonging BOSNOTA , Gemeente Soest 48

49 Bestrijding ongewenste soorten in de struiklaag Doel: Bestrijding van de ongewenste soorten Amerikaanse eik, Amerikaanse vogelkers en Douglas in de struiklaag. Methode: Vellen met behulp van de motorzaag of bosmaaier. Inspuiten met glyfosaat om uitlopen te voorkomen. Lange termijn sturing in de boomsoortensamenstelling is voor alle bosfuncties van wezenlijk belang. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar het in de hand houden van de zogenaamde agressieve uitheemse soorten: Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik en Douglas. De afgelopen jaren is er hard aan gewerkt om de Amerikaanse vogelkers onder controle te krijgen. De methode van afzetten en inspuiten met glyfosaat heeft goed gewerkt. Hierbij is gekozen voor een methode die vanuit oogpunt van ecologie het minst schadelijk is en effectief is, zodat ingrijpen niet blijft voortduren. De komende beheerperiode zal de Amerikaanse eik op dezelfde manier worden bestreden als de Amerikaanse vogelkers. De Douglas wordt alleen bestreden door afzetten, insmeren met glyfosaat is voor deze soort niet nodig. Figuur 19 Bestrijding van Amerikaanse eik in de struiklaag BOSNOTA , Gemeente Soest 49

50 Figuur 20 Bestrijding van Amerikaanse vogelkers in de struiklaag Figuur 21 Bestrijding van Douglas in de struiklaag BOSNOTA , Gemeente Soest 50

51 Dood hout Doel: Methode: Actief verhogen van het aantal biotopen. Verhogen van de voorraad dood hout door ringen of vellen van bomen. Tijdens de inventarisatie is vastgesteld dat het aantal dode bomen op dit moment lager is dan vanuit ecologisch oogpunt gezien wenselijk is. Door middel van het ringen van bomen kan het aandeel dood hout makkelijk worden verhoogd. Hierbij wordt tijdens de houtoogst (408,62 hectare) 4 bomen per hectare geselecteerd die worden geringd of geveld na de houtoogst. Figuur 22 Dood hout Lanen en singels Doel: Omvormen naar inlandse soorten en regulier beheer. Methode: Verwijderen van lanen met een slechte vitaliteit of kwaliteit naar inlandse soorten middels planten. Regulier beheer bestaat uit: Snoeien; Verwijderen van dood hout in de kronen; VTA inspectie; Dunnen in singels. BOSNOTA , Gemeente Soest 51

52 5.1.2 Natuurterreinen Doel: Methode: Ontwikkeling van bijzondere vegetaties: korstmossen, strubben, jeneverbessen en kleine heideterreinen in bos; Plaggen, maaien en begrazen. Voor het uitvoeren van beheermaatregelen dient vastgesteld te worden of geen bijzondere flora of fauna aanwezig is of er voldoende kansen zijn om te migreren. Rooien bos In de afgelopen 20 jaar is er zowel in de Lange Duinen als in de Korte Duinen veel bos gerooid (sinds 1990 in totaal 16,2 hectare). Voor de Lange Duinen geldt dat er inmiddels sprake is van een goede verhouding tussen het aantal vliegdennen en open ruimte. Wel kan worden opgemerkt dat er vrijwel alleen oude vliegdennen aanwezig zijn. De dichtheid van vliegdennen binnen het zandverstuivingsgedeelte van de Korte Duinen is iets hoger dan die van de Lange Duinen. Dit is landschappelijk zeer fraai en is nog niet zo hoog dat het een goede vegetatieve ontwikkeling in de weg staat. Binnen de aangelegde verbindingszones en het deels gekapte bos in het midden van de Korte Duinen zou echter nog wel gestreefd moeten worden naar meer open ruimte. Voor de verbindingszones zou aangehouden kunnen worden: een minimale strook van 30 meter breed boomvrij of met sporadisch voorkomende solitaire bomen. Voor het om te vormen bos en de bestaande heideterreinen kan worden aangehouden dat er maximaal 5 bomen per hectare mogen blijven staan. Deze zouden op termijn voor zover nog niet aanwezig door breed uitgroeiende Grove dennen (vliegdennen) kunnen worden vervangen. Plaggen en eggen In de Lange Duinen en Korte Duinen is in de afgelopen jaren ongeveer 20 hectare geplagd en geëgd. In de toekomst zal er ook gekeken moeten worden of jaarlijks kleinschalige plagwerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden om het stuifzand open te houden op plaatsen waar zich een strooisellaag heeft ontwikkeld. Op plaatsen waar alleen sprake is van een Buntgrasvegetatielaag kan volstaan worden met eggen. De vegetatie in het nattere stuk gelegen in de noordwest hoek van de Lange Duinen zou meer de kans moeten krijgen zich te ontwikkelen. Het periodieke plaggen zou dan ook gewisseld moeten worden met het periodiek afzetten van houtachtige opslag, waarbij soorten als Kruipwilg worden gespaard en Grove den en Berk worden bestreden. Houtachtige opslag Op dit moment is er zowel op de Lange Duinen, Korte Duinen als op de heideterreinen sprake van een zeer beperkte hoeveelheid houtachtige opslag. Dit is bereikt door handmatige bestrijding van houtachtige opslag gevolgd door een intensief begrazingsbeheer. De beperkte aanwezigheid van houtachtige opslag laat zien dat het gekozen beheer effectief is geweest. De keerzijde van het gekozen beheer is echter wel dat de grazige vegetaties die kenmerkend zijn voor stuifzandgebieden zich slecht ontwikkelen. Ook voor de heide geldt dat een zekere mate van vergrassing bij het normale vegetatietype hoort. De hier en daar voorkomende oude eiken herbergen soms bijzondere korstmossen en dienen gehandhaafd te worden. Begrazing De begrazing dient de komende jaren flink te worden afgebouwd, zodat diverse vegetaties meer tot ontwikkeling kunnen komen en bijzondere soorten weer een kans krijgen. Hierdoor zal het echter wel meer noodzakelijk zijn om houtachtige opslag handmatig te bestrijden. De inzet van begrazing kan nog wel gebruikt worden om geheel vergraste stukken (bijvoorbeeld onder voormalig bos) om te vormen richting heide. De begrazing moet op een intensieve manier doorgaan tot de dominantie van grassen is teruggebracht tot een oppervlakte aandeel van minder dan 30%, struikheide begint te kiemen en de strooisellaag deels is verteerd. In praktijk blijkt dat intensieve begrazing (700 tot 1000 graasdagen per jaar) BOSNOTA , Gemeente Soest 52

53 minimaal 3 jaar achtereen moet worden uitgevoerd. Te kort uitgevoerde begrazing leidt tot verbossing of weer tot vergrassing. Te lang uitgevoerde begrazing leidt tot een monotone structuurarme door struikheide gedomineerde heide. Als vervolgbeheer kunnen stukken heide worden begraasd middels een zeer lange begrazingsdruk (om de 2 jaar bijvoorbeeld 350 graasdagen), voor de buntgrasvegetaties van het stuifzandterrein geldt dat er nog een veel lagere begrazingsdruk kan worden aangehouden. Door de schraalheid van het terreintype wordt er al snel over begraasd. Beperken overlast stuifzand Hoewel levend stuifzand wordt nagestreefd mag dit geen overlast geven voor aanwonenden. Het onderhoud en correct functioneren van de zandvangen aan de noordoostzijde van de Lange Duinen moet dan ook goed in de gaten gehouden worden. Monitoring Tijdens de vegetatieopname van 2012 was de verhouding tussen open zand/kruidachtige vegetatie ongeveer 2/3 e open zand en 1/3 e kruidachtige vegetatie. Door een 2 jaarlijkse monitoring van de vegetatiestructuur kan er gericht worden gekozen welke middelen er ingezet zullen worden om het stuifzand en de vegetatie te sturen. In de monitoring zou minimaal moeten worden meegenomen: Hoeveelheid open zand; Mate van vergrassing heide; Hoeveelheid houtachtige opslag; Vegetatie fase, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen: Buntgrasvegetaties Heidevegetaties Open zand De vegetatiekartering van 2012 kan als basis dienen voor het monitoringsplan. Voor de heideterreintjes geld dat een 5 jaarlijkse monitoring voldoende is omdat het geen hoog dynamische terreinen betreft. Op basis van deze 5 jaarlijkse monitoring kunnen de geplande beheermaatregelen worden bijgesteld. BOSNOTA , Gemeente Soest 53

54 5.1.3 Recreatie Beheer en onderhoud Wegen en paden Wegen en paden dienen te allen tijde open en begaanbaar te blijven voor de recreanten, de bosexploitatie en calamiteiten. Paden die buiten het routesysteem zijn ontstaan worden ingeplant met bos of hier wordt bodemverwonding toegepast om ze dicht te laten groeien. Bij andere wegen en paden zal houtachtige opslag in de berm worden verwijderd en worden randbomen opgesnoeid voor de doorgang. De volgende criteria zijn voor deze wegen van belang: Minimaal 8 meter breed (inclusief de bermen); Voorzien van slagbomen met een vrije doorgang van minimaal 5 meter; Takvrije doorrijhoogte minimaal 5 meter. Jaarlijks zal het betreffende werkblok worden geïnspecteerd door een gecertificeerde VTA deskundige op mogelijke gevaren voor de recreanten (dode bomen, vallend dood hout etc.). Hiermee wordt voldaan aan de zorgplicht. De gevaarlijke situaties worden vastgelegd en direct opgelost. Waar mogelijk worden gevaarlijke situaties uit kostenoogpunt meegenomen tijdens de houtoogst. Onderhoud recreatieve voorzieningen Binnen het bosgebied zijn recreatieve voorzieningen aanwezig, die jaarlijks moeten worden nagelopen en waarbij kleinschalig onderhoud dient te worden uitgevoerd. Daarnaast moet er in de aankomende periode groot onderhoud worden uitgevoerd aan de slagbomen en de bebording. Wijzigingen en projecten Voorlichting en publicaties Voor aanvang van grote werkzaamheden zoals bijvoorbeeld een houtoogst of plagwerkzaamheden op heideterreinen wordt er een publieksexcursie gegeven om de inwoners in te lichten over de voorgenomen werkzaamheden en de doelen die de gemeente met de maatregelen wil realiseren. Daarnaast wordt er getracht om het bosbeheer via de lokale huis aan huisbladen en de gemeentelijke website onder de aandacht te brengen van de inwoners van de gemeente Soest. Speciale aandacht is er voor voorlichting over brandgevaar. Verder zijn een aantal verbeteracties voorgenomen: Foldermateriaal; Verbeteren toegankelijkheid en informatie op de gemeentelijke website; Toevoegen aantal themagerichte excursies; Contact met lokale TV en bladen. Toezicht en handhaving De meest gehoorde klacht van de recreant gaat over de aanwezigheid van motorcrossers, mountainbikes, loslopende honden en ruiters. De beheerder is veelvuldig binnen het object aanwezig en dient dan als aanspreekpunt voor de recreant met vragen over het beheer of het terrein. Daarnaast spreekt hij de recreanten die ongewenst gedrag vertonen hierop aan en geeft hij voorlichting over de opgestelde gedragsregels binnen de bossen. Daarnaast is het noodzakelijk dat er een Bijzondere Opsporingsbevoegd Ambtenaar (BOA) beschikbaar wordt gesteld die feeling heeft met het bos- en natuurbeheer en ervaring heeft in handhaven. Speelbos De Gemeente Soest is voornemens een speelbos aan te leggen. Er zal een vooronderzoek met inrichtingsplan worden opgesteld, waarin mogelijke de locaties worden aangegeven. Over het algemeen zijn de bezoekersaantallen van speelbossen erg hoog en dienen goede voorzieningen voorhanden te zijn om dit in goede banen te leiden. BOSNOTA , Gemeente Soest 54

55 Vanuit de aansprakelijkheid is na de inrichting het volgende noodzakelijk: 4 maal per jaar veldinspectie speelbos en registeren dat dit gebeurd is; Jaarlijkse keuring van de speelaanleidingen; Jaarlijks afbreken van alle hutten en overige speelaanleidingen die gemaakt zijn door bezoekers en registeren dat dit gebeurd is. Zelf gemaakte speelaanleidingen die langer dan 1 jaar aanwezig zijn moeten anders ook gekeurd worden. Naast de werkzaamheden die voortkomen uit de inspecties voor de veiligheid zal er tevens periodiek afval moeten worden opgeruimd en kleinschalig onderhoud moeten worden gepleegd aan de speelvoorzieningen. Honden Onderzocht zal worden of er een oplossing gevonden kan worden om de overlast van uitwerpselen rond de parkeerplaats Foekenlaan te beperken. Er zal een vooronderzoek met inrichtingsplan worden opgesteld. Ruiter- en menpaden Het gehele bosgebied is voorzien van ruiterpaden. Tevens is er een menroute voor aanspanningen. Een ruiterpad is voor wie onder het zadel rijdt, een menpad is voor een aanspanning. De ruiter- en menroutes sluiten aan op de terreinen van andere eigenaren. Omdat er voor het in stand houden van de ruiter- en menpaden kosten worden gemaakt voor een relatief kleine doelgroep is het gebruik van de paden alleen toegestaan als men in het bezit is van een zogenaamd ruiterplaatje. Dit ruiterplaatje wordt uitgegeven door de gemeente Soest. Rond 1992 is besloten om het landelijke bekende Ruiterbewijs als voorwaarde voor het verkrijgen van het ruiterplaatje verplicht te stellen. Een Ruiterbewijs geeft aan dat de houder ervan over voldoende vaardigheden beschikt om het paard te beheersen en op de hoogte is van de verkeers- en gedragsregels. Bovendien is de houder ervan voldoende verzekerd. In 2001 heeft het college besloten (B&W-besluit ) tot het realiseren van menroutes. Voor het gebruik van de menroutes werd het landelijk erkende Koetsiersbewijs verplicht gesteld. Het is niet toegestaan om met een aanspanning een ruiterpad te gebruiken en andersom, behalve natuurlijk daar waar menpad en ruiterpad samenvallen. In 2006 is de verplichting tot het voeren van een Ruiter- of Koetsiersbewijs voor resp de ruiteren menpaden herbevestigd bij een besluit over de hoogte van de leges (B&W-besluit ). De plaatjes zijn geldig gedurende een kalenderjaar (januari december). Vraagt men in augustus of later in het jaar een plaatje aan, dan betaalt men alleen voor de laatste zes maanden van het jaar. Ruiters die incidenteel gebruik willen maken van de paden in de gemeente Soest, bijvoorbeeld voor één of enkele dagen (veelal in het weekend of in vakantieperiodes), kunnen bij de maneges ruiterplaatjes huren. Afgifte daarvan op het gemeentehuis is niet praktisch en niet efficiënt. De maneges schaffen daartoe extra plaatjes aan. Zij zijn verantwoordelijk voor de tariefstelling en de controle op de rijvaardigheid. Soms melden zich ruiters of koetsiers zonder Ruiter- of Koetsiersbewijs. Aan hen kan een ruiterplaatje worden verstrekt, indien men aannemelijk kan maken (bijvoorbeeld op grond van een startbewijs voor wedstrijden onder auspiciën van de Nederlandse Hippische Sportbond) dat men over voldoende rijvaardigheid beschikt en voldoende is verzekerd (WA). Met de aanliggende terreineigenaren is overeengekomen, dat het ruiterplaatje van de gemeente Soest ook op hun terrein verplicht is. Daarmee is ook het Ruiterbewijs op die terreinen verplicht geworden. Ruiters kunnen in de gemeente Soest volstaan met één toegangsbewijs voor alle paden op het grondgebied van de gemeente Soest. BOSNOTA , Gemeente Soest 55

56 De gemeente Soest is dus verantwoordelijk voor uitgifte van de ruiterplaatjes, administratie, beheer en onderhoud van de paden (ook die van particuliere grondeigenaren) en de bewegwijzering. Alle paden zijn gemarkeerd als ruiter- of menroute. De opbrengst van de ruiterplaatjes wordt besteed aan beheer en onderhoud van de paden. In de Algemene Plaatselijke Verordening Soest zijn onder Afdeling 4, artikel regels opgenomen voor o.a. ruiterverkeer in natuurgebieden. Middels een zogenaamd aanwijzingsbesluit kan het college gebieden aanwijzen en nadere regels stellen ten aanzien van het gebruik van deze gebieden. Regelgeving moet aan de belanghebbenden bekend zijn. Daarom zijn alle ingangen van de gemeentelijke bos- en natuurgebieden voorzien van een informatiepaneel met toegangsregels. Voor ruiters: Paarden: uitsluitend met zichtbaar herkenningsplaatjes (verkrijgbaar bij de gemeente Soest) op paden waar de vergunning geldig is. Alleen toegang tussen zonsopgang en zonsondergang. Voor het overige: verboden toegang Art 461 W.v.S, Art APV Soest. Op particuliere terrein is de informatie aangepast. De regelgeving en de routes zijn tevens te vinden op de website van de gemeente Soest. De ruiterfolder van de gemeente Soest (regels + routes, laatste editie 2003) is overigens inmiddels niet meer voorradig. 5.2 Planning Jaarlijks wordt een werkplan opgesteld waarin het reguliere beheer in detail wordt aangegeven met een begroting. Het beheer wordt aan de hand van kaarten en begeleidende tekst weergegeven. Deze informatie leent zich ook goed voor de gemeentelijke website of lokale kranten. Het werkplan is opgenomen in bijlage 4. Werkblokken In onderstaande figuur zijn de werkblokken aangegeven. De volgorde van de werkblokken wordt door de beheerder bepaald afhankelijk van urgentie en houtprijzen. Werkblok 10 bestaat uit alle verspreid liggende opstanden met Douglas als hoofdboomsoort. Deze worden afhankelijk van de houtprijzen en de noodzaak tot dunnen in één jaar geoogst. BOSNOTA , Gemeente Soest 56

57 Figuur 23 Werkblokindeling 5.3 Financiële consequenties Kosten beheer Het bosbouwkundige beheer kan vooralsnog worden voortgezet binnen de ruimte die de gemeentebegroting daarvoor biedt. Door een verschuiving van verschillende posten kan het totale beheer gefinancierd worden binnen de ruimte die de (geïndexeerde) gemeentebegroting hiertoe op dit moment biedt. De kosten voor het beheer van recreatieve voorzieningen (paden, bebording, meubilair, (zwerf)afval) zijn in de afgelopen beheerperiode wel geleidelijk aan toegenomen, maar op dit moment is het daarvoor beschikbare budget toereikend. Er zijn geen plannen om het recreatieve voorzieningenniveau substantieel uit te breiden, met uitzondering van onderstaande twee projecten. De wens tot meer toezicht is destijds betrokken bij de Handhavingsnota (vastgesteld april 2012) en wordt betrokken bij de heroriëntatie op dat beleid in het kader van de Kerntakendiscussie. Kosten projecten Voorgesteld wordt om een aantal eenmalige investeringen te doen waarin de gemeentelijke begroting niet voorziet. Dit betreft de aanleg van een hondentoiletvoorziening en de aanleg van een speelbos/spelaanleidingen. Zodra er meer duidelijkheid is over de vraag welke kosten met deze voorzieningen gemoeid zijn zal een voorstel daartoe aan de gemeenteraad worden aangeboden. Daarbij zal rekening worden gehouden met het financiële meerjarenperspectief voor de gemeente. Opbrengsten De subsidiebedragen van de Provinciale Subsidieregeling Natuur (PSN) zijn de afgelopen jaren gedaald met ongeveer 25%. De inkomsten uit houtoogst blijven gezien het voorgestane oogstniveau en de houtprijzen ongeveer gelijk. BOSNOTA , Gemeente Soest 57

58 BIJLAGE 1 Wensen gebruikersorganisaties en inwoners van Soest De gemeente Soest heeft middels publicatie een oproep gedaan aan inwoners en gebruikersorganisaties om inbreng voor de nieuwe bosnota. De volgende reacties zijn hierbij ontvangen: 1. Een budget reserveren voor een educatief - communicatief plan (gemeente Soest). 2. Optimale bewegingsvrijheid in de bossen met respect voor de natuur (Vereniging Mountainbike MBC). 3. Aandacht voor zwerfvuil door afvalbakken en voorlichtingspanelen (bij de ingangen van het natuurgebied). Plaatsen van bankjes op lange routes, (minimaal 1 bank halverwege het lange pad vanuit de Avia). Snoeien langs wandelpaden (inwoner). 4. Aandacht voor de toenemende drukte op Lange en Korte Duinen. Beter toezicht op en betere bebording voor mountainbikers, handhaving motorcrossers, aandacht voor zwerfvuil, meer afvalbakken (inwoner). 5. Aandacht voor rust in het bosgebied: bossen niet te open maken, leuke doorkijkjes beschermen, geen brede fietspaden die het boskarakter aantasten (inwoner). 6. Aanleg van een speelbos voor kinderen tot ca. 12 jaar bij de Bergjes, de Stompert of de omgeving Kiosk (Toeristisch Platform Soest). 7. Geen kaalslag en weghalen kleine bosschages op de zandvlakte, afrasteringen weghalen vuilnisbakken legen (inwoner). 8. Meer aandacht voor het ecologisch functioneren en een evaluatie van de natuurgebieden in het bosplan (Adviescommissie Milieu en Ruimte). 9. Handhaving rondom ecoducten over het Zeisterspoor, de Amersfoortsestraat en de spoorlijn Utrecht-Amersfoort (inwoner). BOSNOTA , Gemeente Soest 58

59 BIJLAGE 2 Afdelingsgewijze inventarisatie (losse rapportage) BOSNOTA , Gemeente Soest 59

60 BIJLAGE 3 Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie (losse rapportage) BOSNOTA , Gemeente Soest 60

61 BIJLAGE 4 Werkplan (losse rapportage) BOSNOTA , Gemeente Soest 61

62 BIJLAGE 5 Vegetatietypen 2012 Buntgrasorde Deze orde bedekt verreweg het grootste gedeelte van de Lange en Korte Duinen. De gemeenschap is plaatselijk goed ontwikkeld met diverse soorten korstmossen. De orde bezet stukken die na verstuiving min of meer tot rust zijn gekomen, maar waar nog nauwelijks humusvorming heeft plaatsgevonden. Bij verder humusvorming ontwikkeld de vegetatie zich door in de richting van de Klasse der Droge heiden. Code Naam Opp. (ha) 14a Buntgras orde 10,35 Buntgras orde in mozaïek 13,93 Totaal 24,28 BOSNOTA , Gemeente Soest 62

63 Struisgrasorde De struisgrasorde komt voor binnen stuifzandterreinen op de licht verrijken plaatsen. Dit zijn vaak plaatsen waar strooisel is achtergebleven, nadat bos is verwijderd of waar lichte verrijking aanwezig is door uitwerpselen van dieren. Code Naam Opp. (ha) 14b Struisgras orde 0,7 Struisgras orde in mozaïek 0,83 Totaal 1,53 BOSNOTA , Gemeente Soest 63

64 De rompgemeenschap van Zandzegge Dominantie van de Zandzegge komt voornamelijk voor in de eerste fasen waarin stuifzand wordt vastgelegd. Binnen de Lange Duinen komt de rompgemeenschap op diverse plaatsen voor, dit zijn voornamelijk locaties waar onderstoven humusrijke lagen aanwezig zijn. In de Korte Duinen komt de gemeenschap slechts op één locatie voor. Daarnaast komt het binnen de Lange Duinen nog op diverse plaatsen voor in Mozaïek met vegetaties uit de Buntgrasorde. Code Naam Opp. (ha) 14rg1 Rompgemeenschap van Zandzegge 0,35 Rompgemeenschap van Zandzegge in mozaïek 0,36 Totaal 0,71 BOSNOTA , Gemeente Soest 64

65 De rompgemeenschap van Gewoon struisgras en Gewoon biggenkruid De rompgemeenschap van Gewoon struisgras en Gewoon Biggekruid komt in de Lange Duinen slechts op één plaats over een beperkte oppervlakte voor. De aanwezigheid van Schapenzuring en Gewoon biggenkruid duidt op een plaatselijke vermesting. De oorzaak hiervan is onbekend. Code Naam Opp. (ha) 14rg6 Rompgemeenschap van Gewoon struisgras en Gewoon biggekruid 0,02 Rompgemeenschap van Gewoon struisgras en Gewoon biggekruid in 0 Totaal 0,02 BOSNOTA , Gemeente Soest 65

66 De derivaatgemeenschap van Grijskronkelsteeltje Vegetatie die gerekend worden tot de derivaatgemeenschap van Grijskronkelsteeltje komen zeer beperkt voor. Er is één grotere locatie in de Korte Duinen waar de gemeenschap dominant voortkomt. Daarnaast komt het op zeer beperkte schaal voor tussen vegetaties die worden gerekend tot de Buntgrasorde. Deze zijn echter niet apart gekarteerd door de beperkte omvang. Vaak duidt de aanwezigheid van de gemeenschap op uitloging van de bovenste bodemlaag door zure regen. Code Naam Opp. (ha) 14dg1 Derivaatgemeenschap van Grijskronkelsteeltje 0,54 Derivaatgemeenschap van Grijskronkelsteeltje in mozaïek 0,02 Totaal 0,56 BOSNOTA , Gemeente Soest 66

67 De derivaatgemeenschap van Trekrus en Noors mos De gemeenschap komt voornamelijk voor in de diepere uitgestoven laagtes welke tot op de leemhoudende ondergrond zijn uitgestoven. Deze locaties hebben in de winter vaak een vochtig karakter. De verspreiding van de gemeenschap beperkt zich tot de Lange Duinen. Het voorkomen van Noors mos binnen de gemeenschap is bijzonder. Code Naam Opp. (ha) 14dg2 Derivaatgemeenschap van Trekrus en Noors mos 1,63 Derivaatgemeenschap van Trekrus en Noors mos in mozaïek 0,78 Totaal 2,41 BOSNOTA , Gemeente Soest 67

68 Orde der heischrale graslanden Tussen Heischrale graslanden en grazige heide bestaat grote verwantschap. Binnen het plangebied komt de Orde der heischrale graslanden alleen voor op de voormalige militaire basis. Hier komt het voor in een mozaïek met soorten uit de Buntgras orde. Of vegetaties der heischrale graslanden voorkomen wordt waarschijnlijk bepaald door de plagdiepte. Code Naam Opp. (ha) 19a Orde der hieschrale graslanden 0 Orde der hieschrale graslanden in mozaïek 0,34 Totaal 0,34 BOSNOTA , Gemeente Soest 68

69 De Rompgemeenschap van Bochtige smele De Rompgemeenschap van Bochtige smele komt voornamelijk voor op plaatsen waar zich ruwe humus heeft opgehoogd. Binnen de Lange en Korte Duinen is dit op slechts drie plaatsen. Twee locaties betreft een kleine boomgroep, waaronder de gemeenschap voorkomt en de derde locatie is een oude boslocatie die deels geplagd is. Hier komt de gemeenschap voor in een mozaïek met de Buntgras orde. Code Naam Opp. (ha) 19rg2 Rompgemeenschap van Bochtige smele 0,1 Rompgemeenschap van Bochtige smele in mozaïek 1,04 Totaal 1,14 BOSNOTA , Gemeente Soest 69

70 Struikheide-orde De klasse der droge heiden omvat de heide op min of meer droge standplaatsen. Binnen het plangebied komt de klasse voor op diverse plaatsen, vaak in mozaïek met de Buntgras orde. Over het algemeen worden de voorkomende vegetaties gerekend tot het verbond van Struikhei en Kruipbrem. Binnen het plangebied komen een aantal goed ontwikkelde vegetaties voor die gerekend worden tot de Associatie van Struikhei en Stekelbrem. De klasse volgt binnen het plangebied de Buntgrasorde op in de successie als er sprake begint te worden van ophoping van humus. Code Naam Opp. (ha) 20a Struikheide orde 4,84 Struikheide orde in mozaïek 12,21 Totaal 17,05 BOSNOTA , Gemeente Soest 70

71 Associatie van Gaffeltandmos en Jeneverbesstruweel Binnen de Korte Duinen komen nog een aantal Jeneverbes struwelen voor. Deze worden gerekend tot de klasse der Naaldbossen waarbij Jeneverbes kenmerkend is voor de Associatie van Gaffeltandmos en Jeneverbesstruweel. Code Naam Opp. (ha) 41a Orde der naaldbossen 0,17 Orde der naaldbossen in mozaïek 0 Totaal 0,17 BOSNOTA , Gemeente Soest 71

72 BOSNOTA Gemeente Soest Bijlage 2: Afdelingsgewijze inventarisatie Datum: 12 december 2012 Project: 1268 Opdrachtgever: Auteurs: Gemeente Soest Bureau van Nierop B. Rijthoviusdreef 6a 5561 TD Riethoven Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 1

73 Voorwoord Door de gemeente Soest is aan Bureau van Nierop opdracht verstrekt voor het opstellen van een nieuwe Bosnota voor de gemeentelijke bos- en natuurterreinen. Voor het opstellen van dit plan was het noodzakelijk om een nieuwe beheerkaart en afdelingsregister op te stellen. Dit rapport is als bijlage 1 toegevoegd aan de Bosnota Het veldwerk voor de Bosnota is uitgevoerd door Rick Verrijt. De berekening werden uitgevoerd door Luuk Pruijsten. De rapportage is opgesteld door Léon van Nierop. Bureau van Nierop is iedereen dankbaar die heeft bijgedragen aan het tot stand komen van deze rapportage. Riethoven, 12 december 2012 Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 2

74 Inhoudsopgave 1. INLEIDING BOSSAMENSTELLING BOOMSOORTEN SAMENSTELLING Boomsoort Boomsoort Boomsoort Oppervlakte aandeel per boomsoort Leeftijdsverdeling SLUITINGSGRAAD STRUIKSOORTEN SAMENSTELLING Amerikaanse vogelkers Amerikaanse eik Douglas Bosverjonging LANEN RECREATIEVE VOORZIENINGEN WANDELEN, TRIMMEN FIETSEN EN MOUNTAINBIKEN RUITERROUTES HONDEN LOSLOOP GEBIED DAGRECREATIETERREINEN BIJLAGEN 1. Beheerkaart 2. Afdelingsregister 3. Lijst met routes 4. Flora- en faunagegevens Provincie Utrecht 2001 FIGUREN Figuur 1 Beheerkaart 2012 (zie bijlage 1)... 4 Figuur 2 Toponiemen... 5 Figuur 3 Boomsoort Figuur 4 Boomsoort Figuur 5 Boomsoort Figuur 6 Oppervlakte aandeel per boomsoort... 9 Figuur 7 Leeftijdsklasseverdeling Figuur 8 Sluitingsgraad Figuur 9 Struiklaag alle soorten Figuur 10 Amerikaanse vogelkers in de struiklaag Figuur 11 Amerikaanse eik in de struiklaag Figuur 12 Douglas in de struiklaag Figuur 13 Kwaliteit van de verjonging Figuur 14 Lanen Figuur 15 Wandelen, trimmen Figuur 16 Fietsen, mountainbiken Figuur 17 Ruiterroutes Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 3

75 1. INLEIDING Voor het opstellen van de Bosnota was het noodzakelijk om een nieuwe beheerkaart en afdelingsregister op te stellen. In dit proces werd per afdeling een opname gemaakt van de bossamenstelling. De volgende kenmerken werden opgenomen: De 3 meest dominante boomsoorten in de boomlaag met leeftijd, aandeel en soort De sluitingsgraad (kroonsluiting) Menging Aandeel onder andere Amerikaanse eik, Douglas en Amerikaanse Vogelkers in de struiklaag Verjonging: kwaliteit en hoeveelheid. De samenstelling van de boomlaag en de struiklaag zijn het resultaat van het lange termijn beheer dat heeft plaatsgevonden vanaf de aanleg van het bos. In deze rapportage worden een aantal bosthema s (graadmeters) uitgelicht die voor het beheer de komende periode van belang zijn. Daarnaast worden de recreatieve voorzieningen aangegeven. Er worden in deze rapportage geen waardeoordelen toegekend aan de verschillende thema s. De resultaten van deze rapportage worden overgenomen en pas verder besproken in het rapport Bosnota waarbij ook de waarderingen van de verschillende thema s worden toegekend. Een evaluatie van het gevoerde beheer vindt plaats in het rapport Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie, bijlage 2 van de Bosnota Figuur 1 Beheerkaart 2012 (zie bijlage 1) Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 4

76 Figuur 2 Toponiemen Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 5

77 2. BOSSAMENSTELLING 2.1 Boomsoorten samenstelling Tijdens de inventarisatie zijn er per afdeling maximaal 3 boomsoorten opgenomen. Per boomsoort is opgenomen welk aandeel van de oppervlakte ze bedekken (kroonbedekking) en welke leeftijd ze hebben. Het oppervlakte aandeel is in het veld geschat in klassen van 5 procent Boomsoort 1 Boomsoort 1 is de boomsoort met het grootse oppervlakte aandeel. Vaak is deze in het verleden aangeplant als hoofdboomsoort. In de onderstaande afbeelding zijn de hoofdboomsoorten per afdeling weergegeven. Figuur 3 Boomsoort 1 De groveden, als oorspronkelijk aangeplante soort, is voor het grootste deel van de oppervlakte nog dominant aanwezig en er zijn nog enkele afdelingen met Zomereik als hoofdboomsoort. Op een aantal plaatsen is een tweede bosgeneratie aangelegd met soorten als; Douglas, Corsicaanse den en Japanse lariks. Met name in deelgebied Burgemeesterbos en Ezelsveld is de Douglas dominant aanwezig. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 6

78 2.1.2 Boomsoort 2 Boomsoort 2 heeft na boomsoort 1 het grootste oppervlakte aandeel. Figuur 4 Boomsoort 2 Het grootste deel van het plangebied bestaat uit gemengd bos. Opvallend is dat als tweede boomsoort Zomereik, Amerikaanse eik en Berk als mengboomsoort veel aanwezig zijn. Daarnaast komt Japanse lariks, Corsicaanse den en Douglas als 2 e boomsoort voor. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 7

79 2.1.3 Boomsoort 3 Boomsoort 3 is de boomsoort met het op twee na grootste oppervlakte aandeel. Figuur 5 Boomsoort 3 Als 3 e boomsoort is met name de Berk en in mindere mate Beuk en Zomereik aanwezig. Daarnaast komen ook soorten voor als; Amerikaanse eik, Japanse lariks, Corsicaanse den en Douglas. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 8

80 2.1.4 Oppervlakte aandeel per boomsoort Aan de hand van boomsoort 1, 2 en 3 kan het totale oppervlakte aandeel per boomsoort worden uitgerekend. In de onderstaande figuur is dit weergegeven. 1,85% 3,69% 2,90% 3,33% 5,13% 2,37% Groveden Eik Douglas Berk 6,73% 6,98% 48,04% Amerikaanse eik Corsicaanse den Japanse lariks Geen Beuk 7,99% Overig naaldhout 10,99% Overig loofhout Figuur 6 Oppervlakte aandeel per boomsoort Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 9

81 De Groveden heeft het grootste oppervlakte aandeel binnen het plangebied. Dit is van oudsher een boomsoort die veel is aangeplant in jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. In de Bosnota 2000 werd aangegeven dat de Potentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV) in het plangebied bestaat uit Droog Berken - Zomereikenbos en Gedegradeerd Wintereiken - Beukenbos. De PNV soorten Zomereik, Berk en Beuk bezetten respectievelijk de 2 e de 4 e en de 11 e plaats. De belangrijkste en beste verjongende exoten zijn Amerikaanse eik met een aandeel van circa 7% en de Douglas met 8%. Beide zijn verspreid in het bos aanwezig Leeftijdsverdeling Een groot deel van het bos is in opgaande fase (± 55%). Dit is de fase waarin door middel van dunningen sturing kan plaatsvinden in de bossamenstelling en het eindbeeld bepaald wordt. Het is ook de fase met de hoogste bijgroei en houtopbrengsten. Volwassen bos (± 23%) is in ruime mate aanwezig. Dit is de fase waarin verjonging kan plaatsvinden en waarin de natuurwaarde (ofwel het aantal biotopen) meer tot ontwikkeling kan komen. ±17% bevind zich in de dichte fase. Dit is de fase waarin het bos tot sluiting is gekomen. In deze fase is er geen houtoogst mogelijk en zijn de natuurwaarden op zijn laagst. Jong bos (± 6%) is relatief weinig aanwezig. De natuurwaarde van jong bos in de dynamische fase is hoog. Figuur 7 Leeftijdsklasseverdeling Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 10

82 2.2 Sluitingsgraad De sluitingsgraad van een opstand wordt bepaald aan de hand van het bedekkingspercentage van kronen in de boomlaag. De sluitingsgraad is verdeeld in vijf categorieën die variëren van zeer dicht bos met meerdere boomlagen tot zeer open bos waarbij het bos alleen nog bestaat uit enkele overstaanders. Figuur 8 Sluitingsgraad Het grootste deel van het bos bestaat uit gesloten bos tot dicht bos (± 73%). Dit kan verklaard worden door de leeftijd en het feit dat er veel gemengde opstanden zijn die door de gelaagdheid een hoge sluitingsgraad hebben. Zeer dicht bos (± 6%) komt bijna niet voor in het plangebied. Open en zeer open bos komen over ± 20% van de oppervlakte voor. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 11

83 2.3 Struiksoorten samenstelling Tijdens de inventarisatie is de bedekking van de struiklaag opgenomen in vijf categorieën: 0-5%, 6-25%, 26-50%, 51-75% en % bedekking. Figuur 9 Struiklaag alle soorten ± 50% van alle opstanden heeft een dichte tot zeer dichte bedekking met struiksoorten. Hieronder vallen exoten als Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Douglas maar ook inlandse soorten als Berk en Zomereik. In de navolgende paragrafen is van de belangrijkste soorten voor de spontane bosontwikkeling (in negatieve zin) het aandeel in de struiklaag bepaald. Dit zijn Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik en de Douglas. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 12

84 2.3.1 Amerikaanse vogelkers De Amerikaanse vogelkers is apart opgenomen omdat deze soort in de afgelopen jaren als ongewenste soort is bestreden. Deze soort kan zich sterk uitzaaien, andere (gewenste) soorten beconcurreert en heeft geen natuurwaarden of houtteeltkundige waarden. Aan de hand van de inventarisatie wordt een beeld geschetst in welke mate de soort momenteel voorkomt in de struiklaag. Figuur 10 Amerikaanse vogelkers in de struiklaag De Amerikaanse vogelkers komt nog maar in ± 20% van het plangebied voor in zeer lage dichtheden. De intensieve bestrijding is dus succesvol geweest. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 13

85 2.3.2 Amerikaanse eik Het aandeel van deze soort is opgenomen, omdat deze exoot een agressief verjongingspatroon kent, een sterke concurrentie heeft ten opzichte van inlandse soorten en beperkte natuur- en houtteeltkundig waarden heeft. Figuur 11 Amerikaanse eik in de struiklaag Over een groot deel (± 55%) van het bos komt de Amerikaanse eik in een lage dichtheid voor in de struiklaag. De bedekkingspercentages zijn hierbij een stuk hoger dan de Amerikaanse vogelkers. Het grootste deel (± 35%) heeft een lichte bedekking van 1-5% percentage, maar ± 19% van de oppervlakte heeft een zware bedekking van %. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 14

86 2.3.3 Douglas De Douglas heeft bijzonder goede eigenschappen ten aanzien van de houtproductie door een goede houtkwaliteit en een snelle groei. Het aandeel van deze soort is opgenomen, omdat deze exoot een agressief verjongingspatroon kent, hoge houtteeltkundig waarden heeft, een sterke concurrentie heeft ten opzichte van inlandse soorten en beperkte natuurwaarden. Figuur 12 Douglas in de struiklaag De bedekking van Douglas in de struiklaag is licht; ± 27% van de bossoppervlakte heeft een lichte bedekking (< 25%) en slechts 3% heeft een zware bedekking (> 25%). Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 15

87 2.3.4 Bosverjonging Tijdens de inventarisatie is de aanwezige bosverjonging beoordeeld. Hierbij zijn alleen de boomvormende soorten in de struik- en kruidlaag opgenomen. Dit zijn soorten als Berk, Zomereik, Douglas en Groveden die voor een toekomstige bosgeneratie kunnen zorgen. Hierbij is tot 1 meter hoogte het aantal exemplaren per hectare geschat en voor de verjonging tussen 1 en 3 meter is de bedekking geschat. Op basis hiervan is een onderverdeling gemaakt in verschillende categorieën, namelijk: De onderverdeling per categorie is gemaakt op basis van de verwachting dat de verjonging in de toekomst voldoende kroonsluiting zal krijgen om in de stakenfase voldoende takafstoot en lengte te kunnen realiseren. Deze twee factoren zijn met name bepalend voor de toekomstige houtkwaliteit. Figuur 13 Kwaliteit van de verjonging Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 16

88 ± 91% van de oppervlakte heeft een verjonging die kansloos of vrijwel kansloos is. In deze opstanden is vaak wel verjonging aanwezig, maar deze komt vaak verspreid voor in een lage bedekking en bestaat meestal uit spontane verjonging. Deze verjonging kan vanwege de lage dichtheid in de toekomst niet voldoende kroonsluiting krijgen en zal zwaar betakt blijven. Belangrijkste oorzaken van de slechte verjonging zijn de arme groeiplaatsen, dichte opstanden en het feit dat niet alle bossen (23%) in een volwassen stadium zijn. Over 3% van de oppervlakte komt een verjonging voor die matig kansrijk tot zeer kansrijk is. Op deze plekken is een verjonging aanwezig die voldoende aantallen heeft om in de toekomst tot sluiting te kunnen komen. 2.4 Lanen In de bossen is totaal meter lanen aanwezig meter zijn oude lanen en meter zijn jonge lanen. Figuur 14 Lanen Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 17

89 Nr. So o rt Kiemjaar Lengte (meter) 1 Beuk Beuk Amerikaanse eik Amerikaanse eik Amerikaanse eik Amerikaanse eik Eik Eik Beuken Eik Nr. So o rt Kiemjaar Lengte (meter) 1 Eik Beuk Eik Eik Eik Eik Eik Beuk Op dit moment worden ten aanzien van de lanen de volgende knelpunten geconstateerd: De vitaliteit van de oudere lanen laat te wensen over. Er is een achterstand in de verjonging van lanen waardoor het onderhoud steeds intensiever en duurder wordt. Er dienen VTA inspecties plaats te vinden om de aansprakelijkheid ten aanzien van schade te beperken en knelpunten op te kunnen lossen. De soortensamenstelling sluit niet aan bij de streefbeelden voor de bossen. Op een aantal plaatsen worden inlandse bossen doorsneden door Amerikaanse eiken die hier voor ongewenste verjonging zorgen. De huidige kwaliteit van de laanbomen is matig en daarom wordt voorgesteld deze op termijn te vervangen voor Zomereiken die zijn gekweekt als laanplantsoen. In het bos komen te weinig lanen voor waardoor de structuur van het landschap onduidelijk is. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 18

90 3. RECREATIEVE VOORZIENINGEN 3.1 Wandelen, trimmen In het plangebied lopen 3 lokale routes en er zijn 5 doorgaande routes (Marskramerpad, Willibrorduspad, Koninklijke weg, Klompenpad Eempoldergebied en Rondom de Dom) met verschillende afstanden en terreintypen. De routes zijn voorzien van routepaaltjes. Ten oosten van de Lange Duinen ligt het trimparcours met toestellen en toelichting. Een overzicht van de wandelroutes is opgenomen in bijlage 3. Figuur 15 Wandelen, trimmen Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 19

91 3.2 Fietsen en mountainbiken Er zijn 3 doorgaande fietsroutes aanwezig. Voor mountainbikers is verder een wedstrijdcircuit aangelegd op het dagrecreatieterrein De Bergjes. Een overzicht van de fiets- en mountainbike routes is opgenomen in bijlage 3. Figuur 16 Fietsen, mountainbiken Het beheer en onderhoud van de fietsroutes en mountainbikeroutes ligt bij de gemeente Soest. De mountainbike vereniging verzorgd zelf de inspectie. 3.3 Ruiterroutes Door het terrein lopen een aantal met elkaar verbonden ruiterroutes en een menroute, die toegankelijk zijn indien het paard is voorzien van een herkenningsplaatje en de ruiter beschikt over een ruiterbewijs. Een overzicht van de ruiterroutes is opgenomen in bijlage 3. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 20

92 Figuur 17 Ruiterroutes 3.4 Honden losloop gebied Een groot deel van de Lange Duinen en omgeving is bestempeld als honden losloopgebied. Hiervan wordt zeer intensief gebruik gemaakt. Ook buiten dit gebied werden tijdens de inventarisatie veel loslopende honden waargenomen. 3.5 Dagrecreatieterreinen De dagrecreatieterreinen De Bergjes en het Soesterhoogt zijn in de jaren zestig aangelegd. Beide dagrecreatieterreinen liggen vrij geïsoleerd ten opzicht van de rest van het bos. Ze worden met mooi weer zeer druk bezocht en worden dan voornamelijk gebruikt als barbecueen picknickplaats door allochtonen. Toiletvoorzieningen zijn aanwezig bij de parkeerplaats Foekenlaan en bij De Bergjes. Bij de parkeerplaats Foekenlaan is een kiosk aanwezig die geopend is tijdens drukke weekenden of op afspraak. Parkeerplaatsen zijn gelegen aan de Sparrenlaan en de Schapendrift. De belangrijkste ingangen tot het gebied zijn voorzien van informatiepanelen met seizoensgebonden informatie (parkeerplaats Foekenlaan, Sparrenlaan, Schapendrift, AVIA, Monnikenboschweg en Zandlaan). Overige toegangen tot het bos zijn voorzien van de landelijk bekende groene bordjes met een lijst van geboden en verboden. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 21

93 BIJLAGE 1 BEHEERKAART Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 22

94 Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 23

95 BIJLAGE 2 AFDELINGSREGISTER Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 24

96 Afdeling Opp (ha) Boomsoort_1 Jaar_1 Aandeel_1 (%) Boomsoort_2 Aandeel_2 (%) Jaar_2 Boomsoort_3 Aandeel_3 (%) Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 25 Jaar_3 Opmerking 1a 0,895 gd ol ac b 2,174 bu ei gd c 3,403 Geen 100 heide 1d 0,494 ae smalle strook met parkeerplaats 1e 2,608 gd ei be f 0,366 bu laan 1g 7,935 gd ol geen 30 1h 0,922 gd ei j 0,536 fs ag k 0,589 gd ei be m 1,860 gd ei be singel 1p 4,712 gd ae be a 2,436 dg jl ae b 3,042 dg jl bu c 3,041 dg be d 1,335 dg jl bu e 2,476 dg jl bu a 1,605 ag b 2,640 dg jl fs c 0,439 ei bu d 0,771 jl ae e 1,237 dg ae ed f 0,305 jl dg bu g 2,045 dg jl ae a 9,489 gd ei ae b 0,372 Geen 100 5a1 2,202 Geen 100 heide 5a2 2,250 gd ei a3 1,118 gd ei a4 1,439 ei be gd laanachtig 5b 0,169 ae c 1,866 gd d 0,494 gd e 0,356 ae be zie 5x1 5f 0,847 dg ze be g 1,128 gd dg h 1,146 cd j 0,583 dg gd ae k 0,745 cd be l 0,301 gd m 1,131 ze n 0,450 od be p 1,537 gd cd bu q 1,009 gd ei be r 0,800 gd ei s 0,372 gd be

97 Afdeling Opp (ha) Boomsoort_1 Aandeel_1 (%) Jaar_1 Boomsoort_2 Jaar_2 Aandeel_2 (%) Boomsoort_3 Aandeel_3 (%) Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 26 Jaar_3 Opmerking 5t1 1,851 ol gd 85 5t2 0,284 be singel 5u 1,085 gd be ei oude stortplaats 5v1 1,559 fs w 1,103 ae be laan 5x 0,593 ei be bos 5y 0,907 ei be oude stortplaats 5y2 0,360 gd be ei z1 3,842 gd ae jl z2 0,348 ei z3 4,571 gd be ei z4 0,116 Geen 100 Niet opgenomen 6a 0,499 gd be b 0,512 jl ae c 0,751 cd be d 0,821 od gd e 1,740 jl ae f 1,411 gd cd dg g 1,191 gd fs be h 0,893 Geen 100 zand losplaats 6j 0,637 ze be k 0,564 gd l 0,380 gd begrazing 6m 2,204 gd be cd n 0,838 cd gd begrazing 6p 1,174 gd q 3,382 gd dg be r 0,327 cd gd be begrazing 6s 1,049 gd dg be t 1,034 gd dg bu u 0,433 gd v 0,628 gd w 1,064 cd gd x 0,322 bu ae be y 1,021 ae z 1,746 ae be laan 7a 0,342 cd gd b 1,012 gd cd c 0,884 od ae d 1,216 dg jl cd e 1,049 jl dg gd f 0,756 cd gd be g 1,438 cd gd h 3,335 gd j 0,739 gd k 0,532 gd

98 Afdeling Opp (ha) Boomsoort_1 Aandeel_1 (%) Jaar_1 Boomsoort_2 Aandeel_2 (%) Jaar_2 Boomsoort_3 Aandeel_3 (%) Jaar_3 Opmerking 7l 0,064 ae be ac m 0,409 ei be ac laan 7n 0,249 cd p 0,301 jl ae linde 7q 0,704 gd dg bu r 0,266 gd s 1,779 gd t 0,551 gd v 2,605 gd be samen met v 7w 0,154 bu ac ae laan 8a 1,213 gd ae be b 0,174 gd ae be c 0,317 jl ae bu d 0,577 gd cd be e 0,129 ae ac be laan 8f 0,671 jl gd ae g 0,626 jl bu ae h 0,683 gd be j 1,222 gd jl bu k 0,715 ae dg bu l 0,950 geen 100 8m 0,905 ae ei laan 8n 1,486 gd p 0,567 gd cd q 0,930 cd gd dg r 1,104 ae s 0,092 gd ae bu boomsoort 4: be,1930 9a 0,714 jl ae be b 1,168 cd jl ae c 0,673 dg ei d 0,337 gd ae bu e 0,397 cd be f 1,039 gd bu g 1,335 cd gd ae h 1,936 od ei ae j 1,143 cd bu ei k 0,665 bu ei ac l 0,412 cd ac gd m 0,893 ae bu ac laan 10a 3,127 gd dg ae boomsoort 4: bu,20,30 10d 1,003 ae dg bu e 1,373 gd ae f 1,033 ae ei od g 0,119 dg ac ed h 1,287 od ae Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 27

99 Afdeling Opp (ha) Boomsoort_1 Aandeel_1 (%) Jaar_1 Boomsoort_2 Aandeel_2 (%) Jaar_2 Boomsoort_3 Aandeel_3 (%) Jaar_3 Opmerking 11a 0,627 gd ei be b 3,813 gd ei be c 2,554 gd d 1,357 gd ae e 2,546 gd ae be f 2,984 gd g 1,231 gd ae h 1,014 cd j 0,790 cd gd k 2,468 gd ae l 0,987 gd cd m 0,640 gd ae bu n 1,553 dg ae be p 0,311 ei laan beide zijde 11q 1,254 cd ae gd a 0,917 ei be gd b 6,721 gd ei be c 47,179 Geen 100 stuif 12c 0,090 Geen 100 heide 12c 0,187 Geen 100 heide 12d 2,729 gd ei be scouting omrastert 12e 1,214 gd ei e1 0,522 Geen 100 heide 12e10 0,216 Geen 100 heide 12e11 0,000 Geen 100 heide 12e12 0,460 Geen 100 heide 12e13 0,045 Geen 100 heide 12e14 0,897 Geen 100 heide 12e15 0,147 Geen 100 heide 12e16 0,279 Geen 100 heide 12e17 2,178 Geen 100 heide 12e18 6,035 Geen 100 heide 12e19 1,856 Geen 100 heide 12e2 1,654 Geen 100 heide 12e20 0,506 Geen 100 heide 12e3 0,781 Geen 100 heide 12e4 0,633 Geen 100 heide 12e5 0,436 Geen 100 heide 12e6 0,096 Geen 100 heide 12e7 0,265 Geen 100 heide 12e8 0,151 Geen 100 heide 12e9 0,076 Geen 100 heide 12f 0,199 ei be gd stoofeiken 12g 2,054 gd ae ei h 1,743 ei be gd Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 28

100 Afdeling Opp (ha) Boomsoort_1 Aandeel_1 (%) Jaar_1 Boomsoort_2 Aandeel_2 (%) Jaar_2 Boomsoort_3 Aandeel_3 (%) Jaar_3 Opmerking 13a 1,985 gd b 3,220 gd c 0,885 gd d 1,612 dg gd e 1,874 gd gd be f 0,519 pc gd geen 60 13g 1,570 Geen 100 heide 13h 0,474 gd od j 0,942 cd gd k 2,219 cd gd l 1,709 gd m 0,653 gd n 0,346 gd ae uitlopers in struiklaag 13p 1,194 gd cd jl q 1,012 od ae r 0,835 cd s 2,699 gd t 0,586 cd u 1,622 gd v 2,513 gd od w 1,523 gd x 0,211 gd jl be y 1,258 gd z 0,712 ae be laan 14a 2,091 gd be ae b 0,639 Geen 100 Parkeerplaats 14c 0,224 Geen 100 speelplaats blokhut 14d 9,864 gd cd ae e 3,999 gd enkele ae 14f 3,193 gd cd ei enkele ae en ei in singel 14g 0,324 od gd cd h 2,175 gd gd be j 0,326 od ae k 0,487 gd enkele ae 14l 0,812 gd ae m 0,515 gd cd n 0,318 dg ei p 0,456 gd cd q 0,800 gd ei r 0,493 gd be ae afgezet 14s 0,613 ei laan beide zijde pad 15a 13,075 gd ei be b 0,218 Geen 100 heide 15c 0,842 Geen 100 heide 15d 0,126 Geen 100 heide Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 29

101 Afdeling Opp (ha) Boomsoort_1 Aandeel_1 (%) Jaar_1 Boomsoort_2 Aandeel_2 (%) Jaar_2 Boomsoort_3 Aandeel_3 (%) Jaar_3 Opmerking 15e 2,244 gd f 1,900 gd ei g 3,320 ei be laan en weg 15h 0,403 ei laan weerzijde weg 16a 1,271 Geen 100 Ecoduct 16a 2,237 Geen 100 Ecoduct 16a 0,099 Geen 100 Ecoduct 16a 0,226 Geen 100 Ecoduct 16a 0,166 Geen 100 Ecoduct 16a 0,572 Geen 100 Ecoduct 16a 0,576 Geen 100 Ecoduct 16a 0,036 Geen 100 Ecoduct 16a 0,229 Geen 100 Ecoduct 16b 1,275 cd ae ei c 0,368 cd ae geen 50 16d 0,353 cd be ei e 0,151 od ae f 1,613 od ae ei enkele be ac in boomlaag 16g 0,370 gd ei ae enkele be ac in boomlaag 16h 0,362 cd ei j 0,162 dg ei be k 1,272 cd be be singel 16l 1,509 gd ae ei ae verjonging 17a 25,651 gd ei be enkele stuifzand 17b 1,093 Geen 100 stuifzand jeneverbes 17c 1,199 Geen 100 heide 17d 2,717 gd ei be e 0,596 gd ei bu bs4, be, f 0,863 geen 65 gd stfuifzand/heide 17g 3,410 geen 30 gd ei stuifzand jeneverbes 17h 0,972 gd ei be Open bos 18a 1,174 gd b 2,072 gd ei c 1,740 gd ei be d 2,124 gd ei e 0,244 ei bu gd Laan 18f 1,121 ei bu ac g 0,924 ei gd h 1,154 jl dg ei j 1,074 jl dg ei k 0,595 dg l 0,087 ae ei laan bijde zijde pad 18m 0,034 dg n 0,434 dg Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 30

102 Afdeling Opp (ha) Boomsoort_1 Aandeel_1 (%) Jaar_1 Boomsoort_2 Aandeel_2 (%) Jaar_2 Boomsoort_3 Aandeel_3 (%) Jaar_3 Opmerking 19a 0,353 dg ae b 0,591 jl gd ae c 1,797 ae dg d 1,086 od ae ei e 1,036 od dg ei boomsoort 4: pc 19f 0,770 ae a 0,616 gd b 1,764 gd ae cd c 0,262 Geen 100 bij b 20d 2,395 gd be dg e 0,715 dg bu f 0,424 gd tk g 0,275 gd h 0,441 dg ei j 2,682 gd ei be k 0,558 dg gd l 0,688 gd ae dg m 1,042 gd ei a 0,643 dg fs jl b 3,079 gd ae ei c 0,453 od gd d 0,643 dg ae e 0,272 gd dg ae f 0,213 dg ae bu g 1,033 gd dg ei h 1,620 gd ei be j 3,559 gd ae bu k 0,265 dg gd a 4,817 gd ae tk b 2,090 dg bu c 1,321 gd ei ae d 1,065 gd gd be boomsoort 4: ei,15, e 0,152 jl gd f 1,902 dg g 1,153 gd geen 40 22h 0,832 dg ae enkele beuk 22j 2,980 gd k 1,647 gd ei ae enkele berk 22l 1,606 ei gd m 0,842 ei bu ae singel 22n 1,090 ei singel 22p 0,792 ei q 0,742 ei fs bu ook dg en gd Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 31

103 Afdeling Opp (ha) Boomsoort_1 Aandeel_1 (%) Jaar_1 Boomsoort_2 Jaar_2 Aandeel_2 (%) Boomsoort_3 Jaar_3 Aandeel_3 (%) Opmerking 23a1 11,556 Geen 100 stuifzand 23a10 0,170 Geen 100 Stuifzand en solitaire 23a2 0,625 Geen 100 Heide stuifzand en solitaire 23a3 0,096 Geen 100 Heide stuifzand en solitaire 23a4 0,632 Geen 100 Heide stuifzand en solitaire 23a5 0,226 Geen 100 Heide stuifzand en solitaire 23a6 1,097 Geen 100 Heide stuifzand en solitaire 23a7 1,214 Geen 100 Heide stuifzand en solitaire 23a8 1,275 Geen 100 Heide stuifzand en solitaire 23a9 0,244 Geen 100 Stuifzand en solitaire 23b 7,073 gd ei geen 50 jeneverbes,struikheide 23c 5,003 gd be ei a 2,114 gd ei jeneverbes, 24b 7,099 Geen 100 stuifzand 24c 1,214 gd ei geen 60 jeneverbes 24e 2,478 dg gd be ook eik 24f 2,957 gd ei bu berk,stoofeiken beuk 24g 1,628 ei gd be stoofeik 24h 2,147 ei gd bu stoofeik 24j 0,660 ei geen 30 24k 1,867 gd ei a 8,262 fs dg sp fs,dg,sp,be,ei meerde klein vak 28b 1,223 ei be gd c 0,682 gd ei be a 1,020 dg gd b 6,184 gd ei be rhododendron 29c 0,408 be geen 20 voormalig kaalkap fs 29d 0,489 gd ac geen 80 jeneverbes, ac opslapg 29e 2,477 gd be bu enkel overstaanders 29f 0,654 gd be bu enkel overstaanders 29g 1,563 gd ae be boomsoort 4: ei, h 1,265 gd ei bu boomsoort 4: ae, j 1,937 gd be bu aanplant 29k 2,120 gd be ei boomsoort 4: bu,1960,aanplant 29l 3,550 gd be m 1,513 dg ei jl n 0,948 Geen p 0,690 bu ae jl Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 32

104 Afdeling Opp (ha) Boomsoort_1 Aandeel_1 (%) Jaar_1 Boomsoort_2 Aandeel_2 (%) Jaar_2 Boomsoort_3 Aandeel_3 (%) Jaar_3 Opmerking 30a 3,168 Geen 100 stroken heide 30b 2,915 gd ae ac c 3,708 gd ei be rhododendron 30d 0,941 tk ac e 3,217 ol gd f 0,308 Geen 100 open plek 31a1 4,106 be ei gd aanplant 31a2 0,329 Geen 100 heide 31a3 0,375 Geen 100 heide 31a4 0,162 Geen 100 heide Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 33

105 BIJLAGE 3 LIJST MET ROUTES Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 34

106 Fietsroutes Naam route Van organisatie Sinds Aantal Gebied km s in Soest Eemlandroute ANWB 1986 Vredehofstraat, Van Straelenlaan, Korte Bergweg, Julianalaan, Soesterengweg, Molenweg, Veldweg, Kerkstraat, PvdBreemerweg, Spiekerweg, APHilhorstweg, v.a.1993 Nieuwe Vuursche route Fietsroute Zeist LF 9 Leusderheiroute Heel de Heuvelrug Provincie Utrecht Dienst ruimte en groen Provincie Utrecht Dienst ruimte en groen St. Landelijk Fietsplatform Provincie Utrecht Dienst ruimte en groen Natuur- en milieufederatie Utrecht e.a. Tracee gewijzigd: over Bremeentje richting Eem in Baarn ,9 Emilialaan, RDWieksloterweg, RD west LDnn, LA onder spoor naar Den Dolder of RA Beaufortlaan, RDMonnikenboschweg, Amersfoort APHilhorstweg, Eemweg, Lange Brinkweg, Stadhouderslaan ,4 Kampweg, Rademakerstraat ,5 Emilialaan- Wieksloterweg Dolderseweg Foekenlaanfp noordkant LDnn fp Noordkant KDnn Monnikenboschweg Amersfoort ,1 A-28-Kampweg Banningstraat Korndorfferlaan Apollo Zeisterspoor A Wieksloterweg noordkant LDnn noordkant KDnn halverwege Zandlaan > Amersfoort, Wieksloterweg, Westzijde LDnn- zuidz spoor > Den Dolder KDnn Monnikenboschweg waterleiding Van weerden poelmanweg- Oude Tempellaan Grote Polderroute Stadhouderslaan- LA Grote Melmweg- RA AP Hilhorstweg Isselt. Mountainbike Naam route Van organisatie Sinds Aantal km s in Soest Gebied wedstrijdparcours Gemeente Soest 2,5 km Rondom dagrecreatieterrein De Bergjes Regionale Gemeente Soest+ mountainbikeroute Staatsbosbeheer Totaal ca 25 km, waarvan 7,3 km in Soest Vanaf de Bergjes via De Paltz, Berkenlaantje, de Zoom, Laag Hees, Wieksloterweg, Biltseweg, Hessenweg naar SBB-Lage Vuursche. Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 35

107 Wandelroutes Naam route Van organisatie Sinds Aantal km s in Soest Rondom de Dom Marskramerpad LAW 3-3 NS-Wandeltocht Klompenpad Derde Erf Blauwe route Groene route Oranje route Nederlandse Wandelsport Bond Wandelplatform LAW Wandelplatform LAW Agrarische Natuurvereniging Ark en Eemlandschap Gemeente Soest ( educatieve brochure IVN) Gemeente Soest (educatieve brochure IVN) Gemeente Soest ( educatieve brochure IVN) Gebied 1997 Leen Bakker, Van Weerden Poelmanweg, De Stompert, Van Weerden Poelmanweg, Soestduinen, FP LDnn, Gerritslaan, Pijnenburgerlaan km De Zoom- Berkenlaantje ri Foekenlaan blauwe route onderlangs LDnn naar Soestduinen naar zuidkant KDnn Oude Leusderweg Monnikenboschweg Amersfoort 2005 Is Marskramerpad met aftakking vanaf aankomst op blauwe route(bij zuid-oostpunt LDnn) naar station Soest-Zuid ,2 km Boerderij Wantenaar in kavelrichting en Spiekerweg naar Eem jaagpad Melksteeg via pad.. naar Zandlaan bosvijver en pinetum A frt Noordzijde Korte Duinen langs nieuwbouw Paardekamp boerderij Wantenaar 4,2 km Rondom Lange Duinen 3,7 km Gebied De Zoom 9,9 km Rondom Korte Duinen Gele route Gemeente Soest 2,8 km Tusen Lange Duinen en Soesterbergsestraat Trimparcours Gemeente Soest 1,0 km Tussen Lange Duinen en Soesterbergsestraat Rode route Gemeente Soest 3,6 km Rondom dagrecreatieterrein De Bergjes Witte route Defensie De Stompert Willibrordus wandelpad Koninklijke Weg Westerborkpad Ruiterroutes Ned Wandelsport Bond KNBLO Wandelsportorganis atie Nederland Nijmegen KNBLO Wandelsportorganis atie Nederland Nijmegen KNBLO Wandelsportorganis atie Nederland KNBLO Wandelsportorganis atie Nederland Nijmegen 2006 Alkmaar-Utrect vv. Wieksloterweg Dorpsstreek- door Overhees Bosstraat-Foekenlaan langs noordrand L+Kduinen-Afrt-APHilhorstweg-Bremeentje 2008 Paleis Soestdijk Vredehofstraat, RA fietspad, Jachthuislaan RA Koningsweg LA Biltseweg LA Wieksloterweg spoor over langs Lange Duinen langs zuidzijde spoor naar Den Dolder Bremeentje > AP Hilhorstweg > eind RA Peter vd Breemerweg > station Amersfoort Naam route Van organisatie sinds Aantal Gebied km s in Soest Ruiterroutes Gemeente Soest? 28,2 km Bossen rond Lange en Korte Duinen (gemeente eigendom en Laag Hees (particulier eigendom) Menroutes Gemeente Soest ,2 km Bossen rond Lange en Korte Duinen en Laag Hees en Eempolder Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 36

108 BIJLAGE 4 FLORA- EN FAUNAGEGEVENS PROVINCIE UTRECHT 2001 Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 37

109 Fauna 2001 (Provincie Utrecht) Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 38

110 Flora 2001 (Provincie Utrecht) Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 39

111 Bijzondere flora 2001 (Provincie Utrecht) Hotspots vegetatie (Provincie Utrecht) Afdelingsgewijze inventarisatie, BOSNOTA , Gemeente Soest 40

112 BOSNOTA Gemeente Soest Bijlage 3: Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie Datum: 21 augustus 2012 Project: 1268 Opdrachtgever: Auteurs: Gemeente Soest Bureau van Nierop B. Rijthoviusdreef 6a 5561 TD Riethoven Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 1

113 Voorwoord Door de gemeente Soest is aan Bureau van Nierop opdracht verstrekt voor het opstellen van een nieuwe Bosnota voor de gemeentelijke bos- en natuurterreinen. Hiervoor werd een Systematischer Bosbouwkundige Inventarisatie (SBI) uitgevoerd. Het veldwerk voor de Bosnota is uitgevoerd door Diel Pasmans en Rick Verrijt. De berekening werden uitgevoerd door Luuk Pruijsten. Het rapport is opgesteld door Léon van Nierop. Bureau van Nierop is iedereen dankbaar die heeft bijgedragen aan het tot stand komen van deze rapportage. Riethoven, 21 augustus 2012 Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 2

114 Inhoudsopgave VOORWOORD INLEIDING PARAMETERS VOOR DE NATUURWAARDEN BOOMLAAG STRUIKLAAG: SPONTANE VERJONGING KRUIDLAAG DOOD HOUT DIKKE BOMEN PARAMETERS VOOR DE HOUTPRODUKTIE HOUTVOORRAAD BIJGROEI HOUTVOORRAAD EN BIJGROEI RELATIE MET HET OOGSTNIVEAU PROGNOSE INKOMSTEN UIT HOUTOOGST CONCLUSIES Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 3

115 1. INLEIDING De Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie (SBI) is uitgevoerd om informatie te kunnen verzamelen ten behoeve van de Bosnota van de gemeente Soest. In 2000 werd door Bureau van Nierop het Beleidsplan Bos en natuur Gemeente Soest opgesteld. Dit plan stoelde op een uitgebreide inventarisatie naar de samenstelling van het bos in de boomlaag, kruidlaag en kruidlaag. De inventarisatie werd uitgevoerd middels een Steekproefgewijze Bosbouwkundige Inventarisatie (SBI). De uitgebreide inventarisatie leverde veel, tot dan toe onbekende, informatie op over de houtvoorraad, de houtkwaliteit, de (bij)groei van het bos, de dichtheid, de soortsamenstelling en hiervan afhankelijke samenstelling van de struiklaag en kruidlaag. Het was tevens een inventarisatie op biotoopniveau die in het beleidsplan bossen ook op biotoopniveau werd uitgewerkt aan de hand van concrete streefbeelden en streefdoelen. Anno 2012 werden door de Gemeente Soest de volgende onderzoeksvragen gesteld: Hoe heeft het bos zich ontwikkeld qua soortsamenstelling? In hoeverre zijn de streefbeelden en streefdoelen gehaald? Wat is de actuele houtvoorraad en bijgroei van het bos? Hoe heeft de houtvoorraad en bijgroei zich ontwikkeld? Welke houtopbrengsten kunnen de komende 10 jaar behaald worden? Welke biotopen voor flora en fauna zijn ontwikkeld? In 2012 zijn opnieuw 193 meetplots opgenomen verspreid over het totale bosbezit vooral om de veranderingen vast te kunnen stellen vanaf 2000 sinds de vorige bosnota. In alle plots is een opname gedaan volgens de 21 e boommethode, waarbij aan de bomen met de gemiddelde diameter de aanwas is vastgesteld met behulp van de aanwasboor. Verder zijn in alle plots biotopen vastgelegd en zijn coördinaten met de gps geregistreerd. Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 4

116 Ligging meetplots Belangrijk vooraf: Tegelijk met de SBI is ook een afdelingsgewijze inventarisatie uitgevoerd. Deze inventarisatie geeft een vlakdekkend beeld van de bossamenstelling weer, terwijl de SBI een steekproef is, die er met name op is gericht om te kunnen vaststellen welke veranderingen in de bossamenstelling (boomlaag - struiklaag - kruidlaag) hebben plaatsgevonden. Verder is de SBI gericht op het meten van de actuele staande houtvoorraad en de bijgroei. Een belangrijk ander verschil is dat in de SBI geen opstanden jonger dan 30 jaar worden opgenomen en ook geen bomen met een diameter op borsthoogte van kleiner dan 8 cm. De SBI rapportage geeft alleen een overzicht van de metingen. In de Bosnota wordt hieraan echter pas een waardering toegekend en worden de diverse inventarisaties gebruikt om de strategie voor de komende jaren vast te stellen. Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 5

117 2. PARAMETERS VOOR DE NATUURWAARDEN 2.1 Boomlaag Belangrijk vooraf: De soortenverdeling is berekend uit het grondvlakaandeel. Het grondvlak is de som van de diameters op borsthoogte in een steekproefplot. Het grondvlak geeft dus aan hoeveel massa aandeel een soort heeft in de bossamenstelling en dus geen oppervlakte aandeel. Boomsoorten in 2000 Boomsoorten in 2012 ae = Amerikaanse eik be = Berk cd = Corsicaanse den dg = Douglas ei = Zomereik Boomlaag in 2000 en 2012 gd = Groveden jl = Japanse lariks od = Oostenrijkse den ze = Zwarte els Belangrijkste trends ten opzichte van de vorige Bosnota 2000: Het aandeel Groveden (-7%) en Oostenrijkse den (-6%) is sinds 2000 in aandeel afgenomen. Het aandeel Berk, Douglas en Amerikaanse eik is verdubbeld. Het totale aandeel exoten is toegenomen (+7%). Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 6

118 2.2 Struiklaag: spontane verjonging Onder de struiklaag verstaan we alle houtige soorten die een diameter op borsthoogte hebben van minder dan 5 cm. In de SBI is een onderscheid gemaakt tussen zaailingen (hoogte tot 50 cm) en gevestigde soorten (hoogte boven 50 cm). De verjonging die zich gevestigd heeft geeft een indruk van de huidige kansen voor spontane verjonging. Zaailingen geven slechts een (soms tijdelijke) indruk van de mogelijkheden voor spontane verjonging. Struiksoorten in 2000 Struiksoorten in 2012 lb = lijsterbes be = berk ei = eik ae = Amerikaanse eik kr = krenteboompje vb = vuilboom dg = douglas av = Amerikaanse vogelkers gd = groveden Belangrijkste trends voor boomvormende soorten ten opzichte van de vorige Bosnota 2000: Het aandeel van Zomereik (-6%) en Berk (-7%), zijnde de belangrijkste soorten uit de PNV is afgenomen en Groveden (+6%) is toegenomen. Het aandeel Amerikaanse eik (+10%) is verdubbeld. Het totaal aantal struiken per hectare is sinds 2000 gemiddeld 85% afgenomen. Veelal gaat het om struiken met een hoogte tot 50 cm. In deze klasse hangt een afname meestal samen met klimaat (droge jaren, vorst) en de toegenomen sluiting van het bos. Het aantal gevestigde soorten ofwel de struiken boven 50 cm tot 5 meter per hectare is ook sterk afgenomen. Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 7

119 Overige soorten: Acacia, Fijnspar, Grauwe els, Hybride lariks, Jeneverbes, Meidoorn, Servische spar, Taxus, Weymouthden, Witter els, Witte Kardinaalsmuts 2.3 Kruidlaag In de kruidlaag zijn vervolgens alle overige soorten opgenomen. In onderstaande figuur zijn de waargenomen soorten per plot weergegeven. PNV soorten Soorten van het Berken Zomereikenbos worden in onderstaande tekst behandeld. In 73% van de plots komt Bochtige smele voor en waarvan circa de helft een hoge bedekking heeft van meer dan 50%. In 2000 was het aandeel met een hoge bedekking nog 42% (+9%). In opstanden met een hoge bedekking van Bochtige smele komt de spontane bosverjonging ook moeilijk op gang. Ook in het rapport Afdelingsgewijze inventarisatie (van Nierop, 2012) komt naar voren dat de spontane verjonging kansarm is. Bosbes komt in 12% van de plots voor waarvan vrijwel (87%) overal in een lichte bedekking (tot 25%). Struikheide en Rankende helmbloem komen in 6% van de plots voor, overal in een lichte bedekking (tot 25%). Stekelvaren komt in 63% van de plots voor, overal in een lichte bedekking (tot 25%). Deze soort komt voor in het Berken Zomereikenbos. Indien in hoge bedekking geeft de soort ook verhoogde gehaltes van fosfaat in de bodem aan. Klimop komt in 2% en Kamperfoelie komt in 3% van de plots voor, overal in een lichte bedekking (tot 25%). Beide komen in het Wintereiken Beukenbos voor. Storingssoorten Indicatorsoorten van bodemverrijking met stikstof (Braam, Rankende helmbloem en Brandnetel) kwamen in 2000 in 14% van de plots voor in hoge bedekking (> 50%). In 2012 is dit toegenomen tot 22%. Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 8

120 Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 9

121 2.4 Dood hout Dood hout vormt een essentieel onderdeel van natuurlijke ecosystemen. Het levert biotopen aan veel planten en dieren (o.a. holenbroeders, insecten, schimmels). Met name staand dood hout, dikke diameters (>30 cm) en inlandse soorten zijn het meest waardevol. Deze leveren meer biotopen aan bosvogels en insecten. Het totaal van de liggende en staande houtvoorraad komt neer op circa 1 m 3 per hectare. Dit is 0,57% van de staande houtvoorraad. Gemiddeld in Nederland (meting 2005) is dit hoger namelijk 2,3%. In de Bosnota 2000 werd gestreefd naar minimaal 5% dood hout. 2.5 Dikke bomen Onder dikke bomen worden bomen verstaan met een diameter op borsthoogte van > 40 cm. Deze bomen, met name de inlandse soorten, zijn van belang voor de fauna (leveren biotopen), de belevingswaarde voor de recreant en voor de economische waarde van het bos (houtopbrengsten). Gemiddeld komen er 196 bomen per hectare voor die dikker zijn dan 40 cm (13% van het stamtal per hectare). In 2000 was dit nog 31 stuks (8% van het stamtal per hectare) met 125 stuks per hectare die net onder de 40 cm zaten. Dit betekend dat de bomen met hun toenemende leeftijd in een zwaarder sortiment komen en niet zijn geoogst. Met name de dikke inlandse bomen vervullen een belangrijke functie door de vorming van biotopen voor de flora en fauna. In totaal zijn dit er in 2012 gemiddeld 139 per hectare (9% van het stamtal per hectare). * Opstanden jonger dan 30 jaar zijn niet meegenomen in de meting. Deze vielen voornamelijk in de klasse < 20 cm waardoor deze klasse niet representatief is. Stamtal per diameterklasse Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 10

122 3. PARAMETERS VOOR DE HOUTPRODUKTIE 3.1 Houtvoorraad De totale houtvoorraad op stam is op dit moment m 3. Gemiddeld is dit 175 m 3 per hectare. De houtvoorraad is sinds 2000 met 13% toegenomen. De gemiddelde bijgroei is echter met 30% afgenomen. Een logische verklaring kan zijn dat door de toegenomen houtvoorraad het bos meer in sluiting is gekomen, waardoor de bijgroei door onderlinge concurrentie van de bomen is afgenomen. Ook in het rapport Afdelingsgewijze inventarisatie (van Nierop, 2012) komt naar voren dat het grootste deel van het bos bestaat uit gesloten tot dicht bos (± 73%). In de onderstaande tabel is de voorraad per soort weergegeven. Houtvoorraad per boomsoort De voorraadgegevens van gemeente Soest zijn vergeleken met een landelijke inventarisatie (Meetnet Functie Vervulling en HOSP gegevens). Ten opzichte van landelijke cijfers is het sortiment in Soest met diameterklasse vanaf 30 cm oververtegenwoordigd en is de diameterklasse 5-20 cm juist ondervertegenwoordigd. Het ontbreken van de lichte diameterklasse is deels te verklaren doordat de jonge opstanden (< 30 jaar) niet zijn meegenomen. Het veel voorkomen van dikkere bomen is een resultaat van bewust terughoudend beheer. Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 11

123 45% 40% 35% 30% 25% 20% Aandeel voorraad (%) Soest Aandeel voorraad (%) Nederland 15% 10% 5% 0% (5-20 cm) (21-30 cm) (31-40 cm) (41-60 cm) (>60 cm) Houtvoorraad ten opzichte van Nederland 3.2 Bijgroei De totale bijgroei op dit moment m 3 per jaar. Gemiddeld is dit 5,5 m 3 /hectare per jaar. De best groeiende soorten met een belangrijk aandeel zijn de Douglas en de Japanse lariks. Bijgroei per boomsoort Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 12

124 In onderstaande figuur is het bijgroeiverloop van Groveden in groeiklasse 4, 8 en 12 weergegeven naast de metingen binnen het plangebied. Hieruit valt op te maken dat de bijgroei in alle diameterklassen een grote spreiding vertoont wat ook geld voor de andere soorten Soest ic4 ic8 ic Bijgroeiverloop 3.3 Houtvoorraad en bijgroei Op basis van de metingen kan over de houtvoorraad en de bijgroei het volgende worden aangegeven per boomsoort en per diameterklasse. Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 13

125 Bijgroei per boomsoort en diameterklasse * Opstanden jonger dan 30 jaar zijn niet meegenomen in de meting. Deze vielen voornamelijk in de klasse < 20 cm waardoor deze klasse niet representatief is. Voorraad per boomsoort en diameterklasse In onderstaande tekst wordt een korte toelichting gegeven per boomsoort. Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 14

126 Groveden De belangrijkste boomsoort van de gemeente Soest. De houtvoorraad van de Groveden is 43% lager dan de opbrengsttabel aangeeft. Dit is in alle diameterklassen het geval en sterker tot 20 cm. De bijgroei is 13% lager. De bijgroei ligt in de jeugd op het niveau van de opbrengsttabel, maar neemt daarna af en blijft vrij constant. Een mogelijke verklaring is het feit dat opstanden van Groveden de afgelopen periode zijn gedund, waarbij de mengboomsoorten veelal zijn vrijgezet (bevoordeeld). De belangrijkste mengboomsoorten; Berk, Amerikaanse en Zomereik vertonen over het algemeen een betere groei en geven sterke concurrentie voor de Groveden. Douglas De 2 e belangrijkste boomsoort. De houtvoorraad ligt 30% lager dan de opbrengsttabel. In de diameter cm is dit zelfs %. In deze fase wordt wellicht zwaarder gedund. De bijgroei is gemiddeld 8% lager. De bijgroei is met name in de diameterklasse cm erg laag maar hersteld met de toenemende leeftijd. Corsicaanse den De houtvoorraad is 43% lager dan de opbrengsttabel aangeeft. Tot 30 cm is het verloop normaal en daarna neemt de voorraad sterk af. De bijgroei is 55% lager. Met name in het zwaarder sortiment is de bijgroei beter, samenhangend met de lage voorraad, maar met 43% nog steeds ver onder de opbrengsttabel. Amerikaanse eik De houtvoorraad ligt slechts 6% onder de opbrengsttabel. Met name in de jeugd tot 30 cm is de voorraad onder de opbrengsttabel. De bijgroei is 64% hoger. Met name in de jeugd tot 30 cm is de groei boven gemiddeld en neemt langzaam af met de leeftijd. Zomereik De houtvoorraad ligt slechts 2% lager dan de opbrengsttabel. De bijgroei is 1% hoger. Met name de oudere eiken vertonen de beste groei. Berk De gemiddelde bijgroei van de Berk is boven het niveau van de andere soorten. De berk vertoont in de jeugd tot de opgaande fase een goede groei. In het volwassen stadium vanaf 40 cm neemt de groei echter snel af. Japanse lariks De houtvoorraad ligt 4% boven de opbrengsttabel. Dit komt met name omdat hij in het zware sortiment ver boven de opbrengsttabel ligt. De bijgroei is 213% hoger. Met name in het zwaarder sortiment, vanaf 40 cm, stijgt de bijgroei. 3.4 Relatie met het oogstniveau De oogst die heeft plaatsgevonden tussen 2001 en 2011 wordt in onderstaande figuur weergegeven. Belangrijk vooraf: Voor verdere analyse is het van belang om vooraf te vermelden dat houtoogstcijfers altijd worden weergegeven in werkhout (alleen het hout dat kan worden geoogst) en de bijgroei wordt aangegeven in spilhout (de hele boom inclusief takken en stamvoet). Hier zit een gering verschil in dat wordt geschat op 10%: Voor het verdere verloop van de tekst wordt gerekend met een bijgroei die is omgerekend naar werkhout. Tussen 2000 en 2012 is totaal m 3 hout geoogst wat neer komt op gemiddeld m 3 werkhout per jaar. De gemiddelde werkhout bijgroei was in die periode gemiddeld circa 6 m 3 /hectare per jaar. De totale bijgroei komt neer op m 3 per jaar. Dit betekend dat 52% van de bijgroei is geoogst. In de literatuur wordt vaak 2/3 e deel ofwel 66% aangehouden. Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 15

127 Houtoogst werkhout Prognose inkomsten uit houtoogst Indien de gehele bijgroei wordt geoogst komt jaarlijks m 3 hout vrij uit dunning. Bij een houtoogst van maximaal 70% van de bijgroei komt dit neer op een gemiddelde oogst van m 3 per jaar. Hierbij kunnen eventueel nog kaalkappen bijkomen van boomsoorten die storend werken op de ontwikkeling van de streefbeelden. In de Bosnota zal hier verder op worden ingegaan. Oogstprognose per boomsoort en diameterklasse Systematische Bosbouwkundige Inventarisatie 2012, BOSNOTA , Gemeente Soest 16

BEHEERPLAN WOONBOS. Breeakker en 't Harde Ven. Gemeente Son en Breugel

BEHEERPLAN WOONBOS. Breeakker en 't Harde Ven. Gemeente Son en Breugel BEHEERPLAN WOONBOS Breeakker en 't Harde Ven Gemeente Son en Breugel Datum: 8 februari 2017 Project: 2259 Status: Concept 1 Opdrachtgever: Auteurs: Gemeente Son en Breugel Bureau van Nierop B. Rijthoviusdreef

Nadere informatie

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha

Nadere informatie

Boscompensatie In relatie tot het Fietspad Asschatterweg

Boscompensatie In relatie tot het Fietspad Asschatterweg - 1 - Boscompensatie In relatie tot het Fietspad Asschatterweg Opgesteld op verzoek van de gemeente Leusden Hans Veurink Ruurd Visserstraat 51 3791 VV Achterveld Tel. 06-53.70.10.00 Email. hans@veurinkprojecten.nl

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen 3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND 2005 Beleidsnota Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Doelen...3 3 Uitgewerkte randvoorwaarden op juridisch en beleidsinhoudelijk vlak...4 3.1 Europees beleid...4

Nadere informatie

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009)

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009) NOTITIE Aan : Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie T.a.v. : De heer S. van der Meulen Van : Drs. R. Felix Datum : 19 september 2012 Ons kenmerk : 12-125 Uw kenmerk : 3001528 Onderwerp : QS

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden

Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden 2015 2035 Publiekssamenvatting Inleiding Sinds Jonkheer Meijster landgoed Nimmerdor in 1640 liet aanleggen, genieten al vele generaties bezoekers van de bosgebieden

Nadere informatie

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de

Nadere informatie

Het Nederlandse bos in cijfers

Het Nederlandse bos in cijfers Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie - Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Vragen inzake Beantwoording vragen ex. artikel 3.2 van het Reglement van Orde betreffende de geplande bomenkap in de gemeente Sint Anthonis.

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschapsbeheer Drenthe Landschapsbeheer Drenthe maakt deel uit van een samenwerkingsverband van twaalf provinciale organisa

Nadere informatie

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst Aan Bouwbedrijf Bovenhuis B.V. t.a.v. de heer J. H. Tromp Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 14-416 concept 11 februari 2016 Betreft Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant,

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, hoe doen we dat en werkt het? Wiel Poelmans Programma Natuur Provincie Noord-Brabant Wat komt er aan de orde? Positie biodiversiteit in natuurbeleid Waarom, wat,

Nadere informatie

Douglas: niet alles goud dat er blinkt

Douglas: niet alles goud dat er blinkt Douglas: niet alles goud dat er blinkt P. R. Hilgen Landbouwuniversiteit Wageningen De laatste decennia is de douglas uitgegroeid tot een van de belangrijkste boomsoorten van de Nederlandse bosbouw. Volgens

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Toetsing en begrenzing Ecologische HoofdStructuur binnen het plangebied Zeven Geitjes en omgeving te Tilburg

Toetsing en begrenzing Ecologische HoofdStructuur binnen het plangebied Zeven Geitjes en omgeving te Tilburg Toetsing en begrenzing Ecologische HoofdStructuur binnen het plangebied Zeven Geitjes en omgeving te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Oktober 2011 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237

Nadere informatie

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij 1. Intro Wet Natuurbescherming Doel: natuurwetgeving vereenvoudigen en nauwer aan laten sluiten bij

Nadere informatie

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde 22 december 2011 Zoon buro voor ecologie Colofon Project: Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde Opdrachtgever: mro Uitvoerder Zoon

Nadere informatie

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven) 4.5 Landduinen Landschapskenmerken Reliëfvorm Mozaïek van hogere zandduinen meestal bebost en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden Water Lage grondwaterstanden Bodem Zandgronden Wegenpatroon

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1

Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1 Concept Versie 21 juni 2018 Werkplan bosbeheer AWD 2018-2019: werkblok 1 Willem Stuulen Martijn van Schaik Inleiding Dit is het werkplan bosbeheer van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) voor 2018-2019.

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK Opgesteld door: Ing. D. Heijkers In opdracht van: N.V. Nederlandse Gasunie Datum: 14 november 2011 Inleiding De Gasunie is voornemens een aardgastransportleiding

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. In onderstaande werkprotocollen geeft de tabel aan waneer de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In de tabel wordt

Nadere informatie

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet (dd 12 mei 2014) Samenvatting Het plan N794 Heerderweg heeft als doel verhogen van de verkeersveiligheid van fietsers en automobilisten door de aanleg

Nadere informatie

Harderbos en Harderbroek verbonden

Harderbos en Harderbroek verbonden Harderbos en Harderbroek verbonden De Ganzenweg is een verbinding voor mensen, maar een barrière voor dieren. Er ligt al een faunapassage onderdoor. De route daar naar toe is voor dieren nog niet ideaal.

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Samenvatting quickscan natuurtoets

Samenvatting quickscan natuurtoets Samenvatting quickscan natuurtoets Onderwerp Opdrachtgever Insingerstraat Soest RV&O Project Status Datum Sloop en nieuwbouw Insingerstraat concept 8 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder,

Nadere informatie

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017 Workshop bosbeheer Beheerteamdag 2017 Consulent bosbeheer Bosbeheer Elke boom heeft de functie om gekapt te worden Natuurwaarde bos? Wat bepaalt de natuurwaarde? Wat bepaalt de natuurwaarde van een bos?

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000. Rienk-Jan Bijlsma

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000. Rienk-Jan Bijlsma Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000 Rienk-Jan Bijlsma Onderwerpen Habitatkaart bossen Veluwe Kwaliteitsverbetering habitattypen bos Oppervlaktevergroting habitattypen bos Habitatkaart: typen en criteria

Nadere informatie

RAPPORT: QUICKSCAN FLORA EN FAUNA BEERSEWEG 2/TURKAAWEG DIESSEN. PROJECT: versie 2 OPDRACHTGEVER:

RAPPORT: QUICKSCAN FLORA EN FAUNA BEERSEWEG 2/TURKAAWEG DIESSEN. PROJECT: versie 2 OPDRACHTGEVER: RAPPORT: QUICKSCAN FLORA EN FAUNA BEERSEWEG 2/TURKAAWEG DIESSEN PROJECT: 13786-versie 2 OPDRACHTGEVER: De heer J.A.P.M. Heuvelmans Beerseweg 2 5087 TP Diessen DATUM: 5 juni 2014 Paraaf opsteller: Paraaf

Nadere informatie

Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD

Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD 52 Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD 591 52.6 Het Amerongsebos SIMON KLINGEN 52.6.1 Inleiding Het Amerongsebos ligt op de zuidwestflank van de Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: ( Naast) Elststraat 2, te Rosmalen Gemeente s-hertogenbosch Opdrachtgever: De heer P. van Hooft Projectnummer: PS.2016.618 Datum: 9 augustus 2016 Pasmaat

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

Op Kroondomein Het Loo

Op Kroondomein Het Loo N A T U U R V O L G E N D B O S B E H E E R Op Kroondomein Het Loo 1 Kroondomein Het Loo V R O E G E R, N U E N Een boom wordt pas geoogst als buurbomen Kroondomein Het Loo omvat uitgestrekte I N D E T

Nadere informatie

Visie Biltse Duinen Concept 4-3-2010 Chris Bakker, mede op basis van document Trudy Maas.

Visie Biltse Duinen Concept 4-3-2010 Chris Bakker, mede op basis van document Trudy Maas. Concept visie Biltse Duinen 1 Visie Biltse Duinen Concept 4-3-2010 Chris Bakker, mede op basis van document Trudy Maas. Concept visie Biltse Duinen 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Aanleiding... 3

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

2. KAPVERGUNNING VS. BOSWET-MELDING

2. KAPVERGUNNING VS. BOSWET-MELDING 2. KAPVERGUNNING VS. BOSWET-MELDING In Nederland moet voor het kappen van bomen binnen de bebouwde kom worden getoetst of het kappen van de bomen vergunningsplichtig is. Iedere gemeente stelt hierover

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Aanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land

Aanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land Aanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land De Taskforce Biodiversiteit & Natuurlijke Hulpbronnen adviseert: Stimuleer in eigen land reeds gestelde doelen voor het behoud en

Nadere informatie

Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland

Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland Wegen_paden.indd 1 04-05-2006 17:22:48 Wandelen, genieten en verwonderen Wandelen, hardlopen en fietsen. Of gewoon tot rust komen en vol verwondering

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top, De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus 8029 6710 AA Ede Geldermalsen, 28 oktober 2015 betreft: project: referentie: behandeld door: bijlage(n): Toetsing herinrichting aan NNN en Natura-2000

Nadere informatie

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING 2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat

Nadere informatie

Notitie beoordeling houtwal

Notitie beoordeling houtwal Notitie beoordeling houtwal Warandepoort, Oosterhout In het kader van de Flora- en faunawet Tekst, foto's en samenstelling In opdracht van Naam opdrachtgever Rapportnummer Status rapport M. van der Hout

Nadere informatie

Consultatiebijeenkomst Inrichtingsvisie Anna's Hoeve, 13 mei 2014 Resultaten paralelle sessies

Consultatiebijeenkomst Inrichtingsvisie Anna's Hoeve, 13 mei 2014 Resultaten paralelle sessies Consultatiebijeenkomst Inrichtingsvisie Anna's Hoeve 13 mei 2014 Resultaten paralle sessies Recreatie (2 sessies in Trouwkamer) geen rechtstreekse overloop vanuit woonwijk naar park AH intensieve recreatie

Nadere informatie

Waarden en belangen De waarden en belangen van de lanen worden vanuit een viertal, verschillende invalshoeken bekeken.

Waarden en belangen De waarden en belangen van de lanen worden vanuit een viertal, verschillende invalshoeken bekeken. Notitie: Inventarisatie oude lanen Opsterland. Aanleiding In Opsterland staan langs diverse wegen oude laanbomen. Deze bomen staan vaak dicht op de wegkant en soms met de stam tegen de weg aan. Van oudsher

Nadere informatie

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Soortenonderzoek Julianahof Zeist Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken Dhr. J.P.L.M.G. Gelauff Van Zuylenlaan 9 3871 BG Hoevelaken Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. A. de Gelder 15-314 definitief 31 augustus 2015 Betreft Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van

Nadere informatie

Het Nederlandse bos in cijfers

Het Nederlandse bos in cijfers Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.

Nadere informatie

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Landschapsbeheer Drenthe Nijend 18a, 9465 TR, Anderen Inhoudsopgave Inventarisatiegebied Emmer-Erfscheidenveen... 3 Overzicht alle waarnemingen... 3 Type elementen...

Nadere informatie

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Advies : QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Datum : 14 januari 2014 Opdrachtgever : De heer L.P.G. Oudenhoven Projectnummer : 211x05418 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept

Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept a Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Colofon Deze samenvatting

Nadere informatie

verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten vóór oktober 2010 definitief worden. Voorlopig wordt daarom getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten.

verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten vóór oktober 2010 definitief worden. Voorlopig wordt daarom getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten. E c o l o g i e Voor onderhavig bestemmingsplan is het noodzakelijk te beoordelen of er sprake is van eventuele effecten op de Ecologische Hoofdstructuur en/of gebieden die zijn beschermd in het kader

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INHOUD kenschets geschiedenis veranderingen ambities visie in varianten uitwerking geschiedenis KENSCHETS Forse, gegraven waterpartijen KENSCHETS Berg van Dudok KENSCHETS

Nadere informatie

Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:

Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel: Beheerstrategie Golfclub Driene 2010 2015 Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel: 0523-654590 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1 VOORWOORD 2 GEBIEDSBESCHRIJVING 2 DOELSTELLING

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014 Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een

Nadere informatie

: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt

: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt Advies : Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt Datum : 17 december 2010 Opdrachtgever : mevrouw I. Zwartkruis Ter attentie van Projectnummer : mevrouw I. Zwartkruis : 211X04268.062985_1 Opgesteld

Nadere informatie

Park Vliegbasis Soesterberg

Park Vliegbasis Soesterberg Plannen voor Vliegbasis Soesterberg (2009-2012) Aan de ruimtelijke planvorming voor de Vliegbasis Soesterberg is de afgelopen jaren hard gewerkt door de betrokken overheden en verschillende gebiedspartijen.

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen Om de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan te toetsen, is een ecologische inventarisatie

Nadere informatie

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap TOGETHER? TOGETHER staat voor TO GET HEath Restored: we zetten

Nadere informatie

Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer

Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer Het geïntegreerd bosbeheer streeft ernaar om de productiefunctie van het bos op kleine schaal te integreren met de natuurfunctie en de recreatiefunctie.

Nadere informatie

Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013

Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013 Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013 Inleiding Het vakantiepark Miggelenberg is gelegen op de Veluwe. Het ligt in een bebost gebied

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS

Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 318407.ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS Betreft Actualisatie natuurcompensatieplan Waalre-Noord Fase 1 1 Algemeen De gemeente Waalre is voornemens woningbouw te realiseren

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Heidebeheer en fauna Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Inleiders: Jap Smits (Staatsbosbeheer) en prof. dr. Henk Siepel (Alterra-WUR) De Strabrechtse Heide is een

Nadere informatie

Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en Havik

Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en Havik NOTA Bestemd voor: Afkomstig van: Golfclub De Haar Sovon Vogelonderzoek Nederland Datum: november 2016 Betreft: Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en

Nadere informatie

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi!

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi! De Stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel De stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel is opgericht door Landschap Overijssel en Natuurlijk Platteland Oost (de koepelorganisatie van Agrarische

Nadere informatie

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G. Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 BTW nr: NL819024831B01 Faunaconsult Pijnenburg Agrarisch Advies en Onroerend Goed t.a.v. Peter van de Ligt Spoorweg

Nadere informatie

"Oranje Nassau's Oord" "De Dorschkamp" "De Oostereng" "Bennekomse Bos" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV Verslag van de excursie. C. P.

Oranje Nassau's Oord De Dorschkamp De Oostereng Bennekomse Bos KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV Verslag van de excursie. C. P. 1 I e'. I!'.t'''I"",,'M 11. _ ' "' PI, t ",," "U IPN ". '" "P!I"'" '".. ",... '" M"!lM' '_-!N'" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV 1983 Verslag van de excursie C. P. van Goor Het thema van de excursie van

Nadere informatie

Het Bosschap voor bos en natuur

Het Bosschap voor bos en natuur Het Bosschap voor bos en natuur Ir. G.J.P. Jansen secretaris www.bosschap.nl Kerngegevens Bosschap Opgericht in 1954 Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Verplichte registratie voor bos- en natuurbedrijven:

Nadere informatie

GROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM

GROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM GROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM Groencompensatieplan Braamweg 1 Arnhem, i.o.v. Giesbers Arnhem 1 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Giesbers Arnhem is voornemens het plangebied De Verborgen

Nadere informatie

Natuurontwikkelingsplan, Beerens BV. Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen. Rapportnummer

Natuurontwikkelingsplan, Beerens BV. Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen. Rapportnummer Natuurontwikkelingsplan, Beerens BV Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen Rapportnummer 14-0220 www.starobv.nl Natuurontwikkelingsplan, Beerens BV Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen juni 2015 Rapportnummer: 14-0220

Nadere informatie

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg - Westerslag

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

Kwalificatie plangebied als secundair leefgebied

Kwalificatie plangebied als secundair leefgebied Ecologische onderbouwing ten behoeve van beroep GNMF op beslissing Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op bezwaarschrift tegen verlening ontheffing Flora- en faunawet voor realisatie van het project

Nadere informatie

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld LIGGING Recreatiebedrijf Landgoed Moerslag 32 is gesitueerd ten zuiden van de kern Moerslag. Zie de markering in de topografische kaart hieronder en de luchtfoto rechts. topografische kaart ligging in

Nadere informatie