EXAMENREGLEMENT vmbo

Transcriptie

1 Baken Stad College maakt deel uit van Scholengemeenschap Het Baken Oecumenische school voor vmbo Correspondentie adres: postbus AA Almere EXAMENREGLEMENT vmbo Adres: Rooseveltweg SJ Almere Telefoon: Faxnummer: stadcollege@hetbaken.nl Brinnummer: 01FP Bevoegd gezag Directeur Baken Stad College (VMBO): Teammanager afdeling vmbo TL/GL: Teammanagers afdeling vmbo KB/BB: Examensecretariaat VMBO: College van Bestuur Amantaris Onderwijsgroep Mw. M.M. van de Woestijne Mw. M. van den Belt Mw. H.H. Beerling (Techniek) Dhr. K. Heijsteeg (Economie) Dhr. G. Roos (Zorg Welzijn en ICT-route) Mw. A.F. van der Starre Dhr. J.W. Pendavingh Tel: examensecretariaatbsc@hetbaken.nl Examencommissie Baken Stad College: Mw. M.M. van de Woestijne (voorzitter) Mw. M. van den Belt Mw. H.H. Beerling Mw. A.F. van der Starre Dhr. K. Heijsteeg Dhr. J.W. Pendavingh Dhr. G. Roos Commissie van Beroep Het adres van de commissie is: Amarantis Onderwijsgroep T.a.v. Commissie van Beroep Strawinskylaan 3165, 1077 ZX Amsterdam Postbus 75875, 1070 AW Amsterdam 1

2 Inhoud: 1. Inleiding blz De examen-programma s blz Het schoolexamen - Organisatie blz. 6 - Commissie van Beroep blz Het Centraal Examen - Algemeen blz. 9 - Toelating tot het centraal examen blz. 9 - Faciliteiten blz. 9 - Organisatie blz Gedrags- en verblijfregels blz Zak- en slaagregeling blz Herkansing blz Diploma, cijferlijst en certificaat blz Slotbepaling blz Belangrijke data blz Programma van Toetsing en Afsluiting blz PTA van de vakken op alfabetische volgorde blz. 15 e.v. 2

3 1. Inleiding Rondom de examens zijn er diverse voorschriften en regelingen noodzakelijk. Dit examenreglement werkt de wettelijke voorschriften uit en geeft aan welke verantwoordelijkheden de school en de kandidaten hebben. Voor het goed kunnen lezen van het examenreglement wordt hieronder kort een beschrijving van de gehanteerde begrippen gegeven. 1. Eindexamenbesluit VWO, HAVO, MAVO, VBO. Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo inclusief de wijzigingen in verband met het vmbo en het 2e profielenbesluit (in werking m.i.v. 1 augustus 2001). De school is gebonden aan deze regelgeving. In geval van strijdigheid van dit examenreglement en het Eindexamenbesluit is het laatste bepalend. 2. Bevoegd gezag. Het bevoegd gezag is het College van Bestuur Amarantis Onderwijsgroep, waaronder het Baken ressorteert. Het bevoegd gezag heeft de school gemandateerd het examen te organiseren en op grond van het Eindexamenbesluit alle werkzaamheden te verrichten welke noodzakelijk zijn 3. De vestigingsdirecteur. De vestigingsdirecteur is directeur van Baken Stad College. Hij/zij is verantwoordelijk voor de examens van de vestiging waaraan hij/zij leiding geeft. Hij/zij functioneert als voorzitter van de examencommissie van dezelfde vestiging. 4. De examinator. De vakdocent, welke les geeft aan de examenkandidaat is tevens de examinator. Onder verantwoordelijkheid van de directeur draagt hij/zij zorg voor de uitvoering van dat deel van het programma van toetsing en afsluiting, dat betrekking heeft op zijn/haar vak. 5. Toezichthouder of surveillant. Een functionaris die belast is met toezicht houden tijdens examens. 6. De examencommissie. Het bevoegd gezag stelt een examencommissie per vestiging in. De examencommissie is gerechtigd een beslissing te nemen wanneer minimaal de helft plus één van het totaal aantal commissieleden aanwezig is. De examencommissie beslist bij meerderheid van stemmen. 7. Examensecretariaat. De algemeen directeur wijst een of meer medewerker(s) aan, welke functioneert (-en) als secretaris(sen) van de examencommissie. Deze stelt in overleg met de voorzitter van de examencommissie de agenda vast, is verantwoordelijk voor alle administratieve handelingen en handelt zaken met kandidaten af binnen de regels van het examenreglement. Daarnaast is het secretariaat belast met de coördinatie en organisatie van het schoolexamen en het centraal examen van de vestiging. 8. Commissie van Beroep. Amarantis Onderwijsgroep stelt een commissie van beroep in. Deze commissie is bevoegd beroepen af te handelen van ouder(s)/ verzorger(s) van kandidaten die in verzet komen tegen een (straf)maatregel van de directeur, dan wel tegen een beslissing van de examencommissie, zoals vermeld in het Eindexamenbesluit. 9. Onderwijsinspectie. De inspectie houdt toezicht op de examens en controleert aan de hand van het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting of het examen op de school voldoet aan de wettelijke voorschriften. 10. Het programma van toetsing en afsluiting (PTA) De school geeft vóór 1 oktober aan de kandidaten van leerjaar 3 en 4 een programma van toetsing en afsluiting. In dit programma wordt aangegeven op welke wijze de toetsing en afsluiting van het schoolexamen plaatsvindt, welke stof gevraagd wordt en hoe het eindcijfer bepaald wordt. 11. Examen. Het examen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. 12. Schoolexamen (SE). Het schoolexamen vindt plaats gedurende het hele 3 e en 4 e leerjaar tijdens daarvoor aangewezen lessen. De volgende toetsvormen worden hierbij onderscheiden: 1. een schriftelijke toets (S) 2. een praktische opdracht (P) 3. een handelingsopdracht (H) 4. een sectorwerkstuk (SW), alleen GL/TL. 13. Het Centraal Examen (CE). Het centraal examen vindt plaats in mei in het 4 e leerjaar. Het centraal examen bestaat voor alle leerwegen uit een schriftelijk examen voor de avo-vakken. In de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg is er een centraal praktisch en schriftelijk examen voor het beroepsvak. 14. Tweede examinator Een schriftelijke toets, een praktische opdracht en een handelingsdeel worden afgenomen onder toezicht van een examinator of andere toezichthouder. Op verzoek van de kandidaat of de examinator kan bij een praktische opdracht een tweede 3

4 examinator aanwezig zijn. Deze tweede examinator mag overigens in dat geval ook vragen aan de kandidaat stellen. De beide examinatoren samen bepalen in dat geval de beoordeling. Het sectorwerkstuk wordt altijd door twee examinatoren beoordeeld. Indien geen overeenstemming over de beoordeling kan worden bereikt, beslist de examencommissie. 15. Examendossier. Het examendossier is een overzicht van de toetsen en handelingen die een kandidaat heeft verricht en de resultaten en vorderingen die daarbij zijn behaald. Uiteindelijk kan aan de hand van dit dossier bepaald worden of een kandidaat mag deelnemen aan het centraal examen. 16. Onregelmatigheid. Een voorval dat de voortgang van een schoolexamen belemmert of een eerlijke beoordeling onmogelijk maakt, dit ter beoordeling van de voorzitter van de examencommissie. 17. Zak- en slaagregeling In artikel 49 van het Eindexamenbesluit is de zak- en slaagregeling opgenomen. (Zie ook artikel 69 van dit reglement). 4

5 2. De examen-programma s 1. Op het VMBO bestaat het examen per vak of programma uit een schoolexamen (SE) en een centraal examen (CE) of uitsluitend uit een SE. 2. Maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding, KV1 hebben uitsluitend een SE. Alle andere vakken in alle andere leerwegen hebben een SE én een CE. Als het examen bestaat uit een SE en een CE, heeft het SE betrekking op ongeveer 2/3 deel van het examenprogramma en het CE op ongeveer 1/3 deel. 3. Het programma voor vakken die afgesloten worden met een examen, is wettelijk voorgeschreven. 7. Extra examenvakken. Een kandidaat kan in de theoretische, gemengde en kaderberoepsgerichte leerweg in de gelegenheid worden gesteld in een extra vak aan het examen deel te nemen. Dit is slechts mogelijk op grond van een beslissing aan het eind van het 3 e jaar en indien de organisatie van de school dit mogelijk kan maken. 4. Maatschappijleer 1 wordt in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg alleen in klas 3 aangeboden. Het cijfer telt echter wel mee in de zak- en slaagregeling aan het einde van klas 4. Voor maatschappijleer 1 wordt aan het einde van het 3 e leerjaar een herkansing aangeboden. Deze herkansing geldt alleen voor leerlingen die onvoldoende staan voor dit vak. De herkansing vindt plaats aan het einde van periode 4. In de theoretische- en gemengde leerweg wordt maatschappijleer 1 aangeboden in leerjaar 4. Aan het einde van de 3 e periode vindt een herkansing plaats. Deze herkansing geldt alleen voor leerlingen die onvoldoende staan voor dit vak. 5. Het programma van toetsing en afsluiting (PTA) geeft een overzicht op welk moment welke exameneenheden worden getoetst voor het SE, welke toetsvorm gehanteerd wordt en hoe het eindcijfer SE voor het vak tot stand komt. 6. Aantal examenvakken per leerweg (minimaal) Theoretische leerweg: - 6 algemene vakken (kerndeel en verrijkingsdeel) Gemengde leerweg: - 5 algemene vakken (kerndeel en verrijkingsdeel) en een afdelingsprogramma of intersectoraal programma (alleen het kerndeel) met de omvang van 1 vak. Kaderberoepsgerichte leerweg: - 4 algemene vakken (alleen kerndeel) en een afdelingsprogramma of intersectoraal programma (kerndeel en verrijkingsdeel) met de omvang van 2 vakken. Basisberoepsgerichte leerweg: - 4 algemene vakken (alleen kerndeel) en een afdelingsprogramma of intersectoraal programma (alleen kerndeel) met de omvang van 2 vakken. 5

6 3. Het schoolexamen Organisatie 1. Het schoolexamen wordt afgenomen gedurende het 3 e en 4 e jaar van het vmbo. Bij de afname van een schoolexamen is altijd minstens één medewerker van de school toezichthouder. 2. Het schoolexamen is verdeeld in 7 periodes: vier in klas 3 en drie in klas 4. In elke periode is een schoolexamenweek. 3. Toetsen kunnen deels worden afgenomen in gewone lestijd en deels in georganiseerde schoolexamenweken, volgens de beschrijving in het PTA. 4. In het 3 e leerjaar kunnen in totaal 6 schoolexamens worden herkanst. In de eerste 2 periodes heeft elke leerling recht op 2 herkansingen per periode, in de laatste 2 periodes heeft elke leerling recht op 1 herkansing per periode. In leerjaar 4 heeft elke leerling per periode recht op 1 herkansing. Ook het alsnog inleveren van een werkstuk of opdracht kost een herkansing. Bij het herkansen van een eerder gemaakt schoolexamen geldt dat het hoogste cijfer telt. Praktijkopdrachten kunnen niet worden herkanst. 5. Als een handelingsopdracht in leerjaar 3 niet naar behoren is voldaan kan de leerling niet worden bevorderd naar leerjaar 4. Als een handelingsdeel in leerjaar 4 niet naar behoren is voldaan, kan er niet deelgenomen worden aan het examen. 6. De samenstelling van een toets met de bijbehorende beoordelingscriteria en/of - normen is de verantwoordelijkheid van de vaksectie waaronder het te examineren vak valt. 7. De examinator verstrekt uiterlijk 1 werkdag voor het tijdstip van afname van de toets, de toets en de bijbehorende beoordelingsnormen aan het examensecretariaat. Indien de examinator hierbij in gebreke blijft, kan de examencommissie de toets ongeldig verklaren. 8. De examinator krijgt bij de afname van de toets een proces verbaal met daarop alle kandidaten welke aanwezig dienen te zijn. Hij/zij controleert deze lijst en vermeldt afwezigen en eventuele telaatkomers. Verder worden alle bijzonderheden, voorgevallen tijdens de toets, vermeld. Dit proces verbaal wordt direct na afloop van de toets ingeleverd bij het examensecretariaat. 9. Als een kandidaat te laat is bij een SE in de SE-week, mag hij/zij tot uiterlijk 30 minuten na aanvang van een toets worden toegelaten tot de toets. De gemiste tijd wordt niet aan het einde van de zitting toegevoegd. 10. Indien de kandidaat meer dan 30 minuten te laat is bij een toets, mag hij/zij niet meer deelnemen aan de toets. De kandidaat meldt zich direct bij het examensecretariaat of, bij afwezigheid van deze, bij de teammanager. Deze bepaalt of er sprake is van overmacht. In dat geval is de regeling van kracht zoals bij wettige afwezigheid. 11. Als een kandidaat te laat is bij een SE dat in de les wordt afgenomen mag hij/zij tot uiterlijk 10 minuten na aanvang van een toets worden toegelaten tot de toets. De gemiste tijd wordt niet aan het einde van de zitting toegevoegd 12. Bij een mondeling schoolexamen mag de kandidaat niet te laat komen. Bij kijk/ luistertoetsen wordt de kandidaat die te laat is niet meer toegelaten. 13. Een kandidaat is bij een schoolexamen wettig afwezig indien aan de volgende 3 voorwaarden is voldaan: 1. voor aanvang van het schoolexamen dient een bericht van afwezigheid ontvangen te zijn bij de administratie met vermelding dat het een afwezigheid voor het schoolexamen betreft; 2. binnen drie dagen na weer aanwezigheid van de kandidaat dient de absentie door ouder(s)/verzorger(s) te zijn verantwoord. 3. de voorzitter van de examencommissie heeft het verzuim als wettig beoordeeld. 14. Het inhalen van toetsen waarbij de kandidaat wettig afwezig was vindt plaats in de perioden 1 t/m 7 op een door de examencommissie vast te stellen tijdstip. 15. Bij onwettige afwezigheid wordt aan de gemiste toets het cijfer 1,0 toegekend. 16. Tijdens een toets voor het schoolexamen gelden behalve de algemene schoolregels de volgende bijzondere regels: 1. De examinator zorgt voor een ordelijk verloop van de toets. 2. De kandidaat zet zijn/haar tas voorin het lokaal. 3. De kandidaat gebruikt alleen toegestane materialen en hulpmiddelen. Deze staan op de toetsinstructie vermeld. 4. Mobiele telefoons, MP3 spelers en andere geluidsdragers mogen niet mee de examenzaal in. Het toch meenemen van bovengenoemde bescheiden wordt gezien als poging tot fraude en zal ook als zodanig worden bestraft. 5. De kandidaat moet uitwerkingen met (bal)pen schrijven in blauwe of zwarte inkt, tenzij de instructie duidelijk anders vermeldt. Alleen tekeningen mogen met potlood worden gemaakt. 6. Het gebruik van z.g.n. correctiemiddelen is niet toegestaan. 6

7 7. Indien de examinator of toezichthouder een onregelmatigheid waarneemt, wordt dit luid en duidelijk door hem/haar gemeld aan de kandidaat. De examinator of toezichthouder vermeldt dit direct in het proces verbaal. Indien bij dezelfde kandidaat bij dezelfde toets een tweede onregelmatigheid wordt waargenomen, moet de examinator of toezichthouder de kandidaat verwijderen uit de toetsruimte. De uitwerking wordt ingeleverd en de kandidaat mag de toets niet afmaken. De kandidaat meldt zich direct bij de voorzitter of de secretaris van de examencommissie of diens plaatsvervanger. 17. Nadat de examencommissie heeft vastgesteld dat de kandidaat zich heeft schuldig gemaakt aan een onregelmatigheid, wordt de betreffende toets beoordeeld met het cijfer 1,0 of onvoldoende. 18. Tijdens een schoolexamen dat wordt afgenomen in een reguliere les mogen de kandidaten en de examinator of toezichthouder de ruimte niet eerder verlaten dan na het verstrijken van de gehele lestijd. Tijdens een schoolexamen dat wordt afgenomen in een examenzaal geldt dat de kandidaten gedurende het eerste halve uur en het laatste kwartier de zaal niet mogen verlaten. 19. Uiterlijk aan het eind van de zitting leveren de kandidaten alle uitwerkingen en alle opdrachtbladen in bij de examinator. De examinator of toezichthouder controleert of aan deze bepaling is voldaan. 20. De examinator beoordeelt de toets op basis van de van te voren bij het examensecretariaat ingeleverde beoordelingsnormen. 21. Binnen 10 werkdagen na de dag van afname van de toets, stelt de examinator de kandidaat in staat kennis te nemen van de beoordeling. De examinator geeft hierbij inzicht in het gemaakte werk en licht mondeling toe op welke wijze de beoordelingsnormen zijn toegepast. 22. De examinator stelt een beoordeling voor. Indien de beoordeling een cijfer is, is het cijfer op 1 decimaal nauwkeurig. Bij het sectorwerkstuk is de beoordeling goed, voldoende of onvoldoende. Bij een handelingsdeel voldaan of niet voldaan. 23. Indien een kandidaat niet akkoord gaat met de voorgestelde beoordeling, kan hij/zij dat kenbaar maken bij de examensecretaris. 24. De examencommissie stelt de beoordeling vast. De examencommissie kan hierbij, met redenen omkleed, afwijken van de door de examinator opgestelde beoordelingsnormen. 26. De examinator berekent op grond van de weging, vermeld in het programma van toetsing en afsluiting, het cijfer voor het schoolexamen op 1 decimaal nauwkeurig. 27. De examencommissie stelt het definitieve schoolexamencijfer of andere vorm van beoordeling vast. Dit wordt na afloop van de schoolexamenperiode aan de kandidaat medegedeeld. 28. De ouder(s)/verzorger(s) van de kandidaat kunnen schriftelijk bezwaar indienen tegen de vaststelling van de beoordeling van het schoolexamen bij de commissie van beroep tot maximaal 5 werkdagen na ontvangst van de schriftelijke bevestiging van de vaststelling door de examencommissie. 29. Het schoolexamen dient uiterlijk 3 werkdagen voor aanvang van het centraal examen te zijn afgesloten. 30. De kandidaten ontvangen na afsluiting van het schoolexamen een officiële lijst met eindcijfers en andere beoordelingen voor het schoolexamen. 31. De lijst met officiële cijfers en andere beoordelingen voor het schoolexamen wordt door de kandidaat en zijn wettelijke vertegenwoordiger(s), ondertekend voor akkoord, ingeleverd bij de secretaris van de examencommissie. 32. Al het werk van het schoolexamen wordt bewaard tot 1 februari van het volgende kalenderjaar. Daarna wordt het werk vernietigd. Het werk wordt tussentijds niet ter hand gesteld aan de kandidaat of diens vertegenwoordiger. 33. Verslagen en werkstukken: 1) Het is verplicht van belangrijke zaken die de kandidaat inlevert, b.v. van werkstukken of verslagen van een praktische opdracht, altijd zelf een kopie bewaren. Dat is ook handig als je er later nog op terug moet komen (bijvoorbeeld tijdens een mondelinge toets). 2) Hou je aan de inlevermomenten die door de docenten zijn vastgesteld. 3) Een werkstuk of verslag moet bij de vakdocent ingeleverd worden. Indien deze afwezig is kan het werkstuk uitsluitend bij het examensecretariaat of de teammanager worden ingeleverd. 4) De kandidaat dient een bewijs van inleveren te ontvangen. Mochten er problemen ontstaan, dient dit bewijs overlegd te kunnen worden. 5) Elektronisch inleveren van examenwerk kan alleen na toestemming van de docent en dient aan de volgende voorwaarden te voldoen: 25. Voor alle vakken wordt aan het eind van de 7 e periode het schoolexamen afgesloten. 7

8 i. Inleveren gebeurt in een vooraf met de docent afgesproken bestandsvorm. ii. Inleveren gebeurt op een vooraf met de docent afgesproken wijze. iii. Inleveren gebeurt op een vooraf met de docent afgesproken moment. iv. De kandidaat mag pas aannemen dat het werk is geaccepteerd, als hij/zij een bevestiging heeft ontvangen van de docent. v. De datum en het tijdstip waarop de docent het werk heeft ontvangen geldt als inlevermoment. vi. Plagiaat wordt als fraude aangemerkt, ook als de oorspronkelijke schrijver een medeleerling is. 34. Mondelinge toetsen: Op verzoek van de kandidaat en/of de examinator kan bij een mondeling schoolexamen een derde als bijzitter worden aangewezen. Deze bijzitter let op een goed verloop van de toets, doch is niet mede beoordelaar! Sommige toetsen worden door twee examinatoren afgenomen, zij bepalen gezamenlijk het cijfer. Commissie van beroep 35. Indien een vertegenwoordiger(s) van een kandidaat in beroep wil gaan tegen beslissingen van de examencommissie, dan kan hij/zij zich richten tot de commissie van beroep. 36. Amarantis Onderwijsgroep stelt een commissie van beroep in. 37. Een beroep moet, uiterlijk 5 werkdagen na ontvangst van de schriftelijke bevestiging van de beslissing van de examencommissie, worden ingediend bij de commissie van beroep met een afschrift naar de directeur van de school. 38. De beslissing van de commissie van beroep is bindend voor alle partijen. 8

9 4. Het Centraal Examen Algemeen 1. Alle kandidaten in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg doen in april/mei een centraal praktisch en schriftelijk examen voor het beroepsvak. 2. Voor alle kandidaten in de basisberoepsgerichte leerweg zullen de centrale examens voor de avo vakken bestaan uit computer based tests. Dit houdt in dat alle centrale examens per computer zullen worden afgenomen. 3. Alle kandidaten in de gemengde en theoretische leerweg doen in mei een centraal schriftelijk examen. In april/mei hebben de leerlingen die kunstvakken 2 volgen een centraal praktisch examen. 4. De kandidaat zorgt er voor uiterlijk 15 minuten voor aanvang van het onderdeel van het centraal examen aanwezig te zijn. 5. Als een kandidaat eenmaal in de toetsruimte aanwezig is en het te maken werk heeft ontvangen, telt de toets! Dit wil zeggen dat het werk dan altijd beoordeeld zal worden. Voelt de kandidaat zich dus beroerd, niet in staat de toets naar behoren, te maken, bedenk dan goed vóór hij/zij aan de toets begint wat de gevolgen kunnen zijn van zijn/haar besluit. Het kan raadzaam zijn in dit soort gevallen even met een surveillant of het examensecretariaat te overleggen. Wanneer de kandidaat toch tijdens een toets onwel wordt, meld dit dan direct bij het examensecretariaat. 6. Als de kandidaat door ziekte of andere vorm van overmacht niet in staat is om aan het onderdeel van het centraal examen deel te nemen, dienen zijn/haar ouder(s)/verzorger(s) voor aanvang van het examen een bericht te sturen naar de administratie met vermelding dat het een afwezigheid voor het centrale examen betreft. 7. Indien de kandidaat tijdens het centraal examen onwel of onmachtig wordt om het examen af te ronden, meldt hij/zij dit aan de examinator. Deze noteert dit op het proces verbaal. De kandidaat levert het werk in en verlaat de examenruimte. Hij/zij meldt zich direct bij het examensecretariaat. 8. Stoort een kandidaat anderen, dan kan de examinator hem/haar een waarschuwing geven. Leidt dit niet tot het gewenste resultaat, dan neemt de examinator de kandidaat apart om hem/haar het ongewenste van zijn/haar handelingen uit te leggen. Herhaalt het storende gedrag zich, dan kan de voorzitter van de examencommissie de kandidaat verdere deelname aan de examenzitting ontzeggen. 9. De kandidaat kan gemiste onderdelen van het centraal examen in het 2 e tijdvak en de in het 2 e tijdvak gemiste onderdelen in het 3 e tijdvak doen. In het laatste geval beslist een staatsexamencommissie de uitslag van het examen. Toelating tot het centraal examen 10. Aan het einde van de 4 e periode in het 3 e leerjaar beslist de examencommissie of de kandidaat deelneemt aan de hierop volgende 5 e t/m 7 e periode van het 4 e leerjaar en het eindexamen. Indien de examencommissie van oordeel is dat de kandidaat niet kan deelnemen aan de bedoelde 5 e t/m 7 e periode en het centraal examen, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld opnieuw te beginnen in de eerste periode van het derde leerjaar, eventueel in een andere leerweg. 11. Behalve doorstroming binnen de leerweg, bestaan de volgende doorstroming naar andere leerwegen binnen de sector (alle doorstromingen op voorwaarde dat het in het belang van de kandidaat is en het binnen de schoolorganisatie past): 3 TL naar 3 KB 3 KB naar 3 BB 3 BB naar 3 KB 3 KB naar 4 BB 3 GL naar 4 TL 3 H naar 4 TL (als aan vakinhoudelijke en examendossier voorwaarden is voldaan) Bij doorstroom van 3 KB naar 4 BB en van 3 H naar 4 TL worden de resultaten uit leerjaar 3 niet meegenomen bij de berekening van het SE eindcijfer. 12. Een kandidaat mag niet op grond van resultaten tijdens het laatste examenjaar de verdere deelneming aan het centraal examen worden ontzegd. Verdere deelneming ontzeggen kan door de examencommissie slechts op grond van geconstateerde onregelmatigheden of indien het bevoegd gezag op andere gronden, en met inachtneming van de daarvoor in het besluit dagscholen VBO-MAVO-HAVO-VWO gestelde regels, besluit een kandidaat van school te verwijderen. 13. In bijzondere gevallen kan het bestuur een kandidaat die niet als kandidaat staat ingeschreven, toestaan als extraneus deel te nemen aan (een gedeelte van) het schoolexamen en centraal examen. Een verzoek hiertoe dient uiterlijk op 1 juni voorafgaande aan het laatste examenjaar bij het bevoegd gezag te zijn ingediend. Faciliteiten 14. De directeur kan aan kandidaten faciliteiten verlenen bij het afleggen van schoolexamen en centraal examen. De faciliteit voor kandidaten voor wie Nederlands niet de thuistaal is, bestaat uit tijdverlenging bij schoolexamen (maximaal 9

10 15 minuten bij toetsen van 1 lesuur en 30 minuten bij toetsen van 2 of meer lesuren ) en centraal examen (tot maximaal een halfuur), bij die toetsen waarbij de beheersing van de Nederlandse taal een belangrijke rol speelt. 15. Voorwaarde voor toekenning van deze aanpassing is, dat de kandidaat vóór het examenjaar niet meer dan 5 jaar onderwijs in Nederland heeft gevolgd. 16. Faciliteiten voor kandidaten met enige handicap worden vastgesteld overeenkomstig de aard en zwaarte van de handicap. 17. De kandidaat dient een verzoek in om faciliteiten zoals hierboven bedoeld, uiterlijk op 1 oktober van het 3 e leerjaar. 18. De examencommissie beoordeelt na raadpleging van de orthopedagoog welke verzoeken worden gehonoreerd en welke faciliteiten worden geboden. Organisatie centraal examen 19. Bepalingen voor de toezichthouders: 1. De directeur wijst voor elke zitting van het centraal examen toezichthouders aan, zo, dat te allen tijde per ruimte minimaal 2 toezichthouders aanwezig zijn en per 25 kandidaten minimaal 1 toezichthouder. Daarnaast kan de directeur een medewerker belasten met het toezicht op de garderobe en tassenruimte. 2. Voor de start van elke zitting wordt hoorbaar door één van de toezichthouders schooltype, vak, datum, tijdstip en vak/programma, zoals vermeld op de envelop met opgaven, voorgelezen. De toezichthouder laat dit door één van de kandidaten controleren en laat deze tevens verifiëren dat de envelop nog gesloten en verzegeld is. 3. Op het aanvangstijdstip wordt de envelop door de toezichthouder geopend. Dan is de zitting gestart en kan met het uitdelen worden begonnen. 4. Het starttijdstip van de zitting en eindtijdstip van elke kandidaat afzonderlijk, worden vermeld op het proces verbaal van de betreffende examenzitting. 20. Het verrichten van werkzaamheden die niet rechtstreeks met de taak van de toezichthouder samenhangen, is niet toegestaan. 21. Een kandidaat mag vanaf een half uur na het begin van de examenzitting de ruimte verlaten. In dat geval gebeurt het volgende: (1) Hij/zij geeft de toezichthouder een sein dat hi/zij wil vertrekken. (2) De toezichthouder controleert of op het gemaakte werk naam, examennummer en leerweg staan vermeld. (3) De toezichthouder vermeldt het tijdstip van vertrek van de betreffende kandidaat op het proces verbaal. (4) Op naam gestelde opgaven en kladpapier worden na het einde van de zitting gebracht naar een vooraf vastgestelde plaats waar kandidaten het desgewenst kunnen afhalen. (5) Een half uur voor tijd geeft een van de examinatoren een signaal. (6) 15 Minuten voor het einde van de zitting mogen kandidaten de examenzaal niet meer verlaten. In alle rust kunnen de examenkandidaten het werk dan afmaken. (7) Is de zitting voorbij, dan leggen de kandidaten hun schrijfgerei neer. (8) De toezichthouders lopen langs, nemen het gemaakte werk in. Zij controleren of ook daadwerkelijk alle bladen met uitwerkingen ingenomen zijn. Opgaven en kladpapier mogen door de kandidaat worden meegenomen. (9) Als alle werk is ingenomen, vertrekken de kandidaten. (10) De examinatoren gaan na of van alle als aanwezig op het procesverbaal vermelde kandidaten het werk aanwezig is. Zij doen het werk in een envelop, en vermelden op de envelop het aantal ingeleverde werkstukken, indien relevant onderverdeeld naar leerweg. (11) De toezichthouders leveren het proces verbaal en de envelop met het gemaakte werk in bij het examensecretariaat. 22. Examinatoren en tweede corrector corrigeren het werk volgens het officiële correctievoorschrift en voorschriften voor de correctie van het examenwerk. Examinatoren zijn gehouden aan volstrekte geheimhouding ten aanzien van de examenresultaten van hun kandidaten, tot het moment waarop de (voorlopige) uitslag is vastgesteld. Gedrags- en verblijfregels tijdens het centraal examen 23. Tijdstippen van de zittingen van het centraal examen worden vermeld in het programma van toetsing en afsluiting. De plaats wordt vooraf schriftelijk aan de kandidaten meegedeeld. 24. In de examenruimte neemt de kandidaat plaats achter een tafel, die is voorzien van zijn/haar naam en examennummer. 25. Naar de examenruimte worden geen tassen of jassen meegenomen. Ook mobiele telefoons, MP3 spelers en andere geluidsdragers mogen niet mee de examenzaal in. Het toch meenemen van genoemde bescheiden wordt gezien als poging tot fraude en zal ook als zodanig worden bestraft. Alleen de toegestane hulpmiddelen mogen worden meegenomen. Uiterlijk 5 schooldagen voor het centraal examen wordt de kandidaat een lijst met toegestane hulpmiddelen verstrekt. 10

11 26. Bij het schrijven wordt gebruik gemaakt van een (bal)pen met blauwe of zwarte inkt. 27. Correctiemiddelen zijn niet toegestaan. 28. Het gebruik van potlood is toegestaan voor het maken van grafieken of tekeningen en is verplicht bij het invullen van de formulieren bij vakken die uitsluitend bestaan uit meerkeuzevragen. 29. Examenwerk wordt door de kandidaat uitsluitend gemaakt op door de school gewaarmerkt papier. Ook kladpapier wordt door de school verstrekt. De kandidaat vermeldt op al het te beoordelen werk zijn/haar naam en examennummer, het vak/programma, en voorzover van toepassing ook de leerweg. 30. Indien een kandidaat later dan een half uur na de aanvang van een examenzitting verschijnt, wordt hem de toegang tot de examenzitting ontzegd. 31. Indien een kandidaat na aanvang van de examenzitting verschijnt, doch binnen een half uur, dan wordt hij tot de examenruimte toegelaten; de verloren tijd wordt niet aan de examentijd toegevoegd. 32. Tot een half uur na aanvang van de examenzitting mogen kandidaten de ruimte niet verlaten. Ook 15 minuten voor het einde van de zitting mogen kandidaten de examenzaal niet meer verlaten. 33. Aan kandidaten, examinatoren en toezichthouders kunnen voor of tijdens de periode van het centraal examen nadere instructies worden verstrekt, gericht op een soepel verloop van het examen. Zak- en slaagregeling 34. De algemeen directeur en de voorzitter van de examencommissie stellen de voorlopige uitslag van het examen vast, nadat van kandidaten de cijfers en andere beoordelingen voor het centraal examen (eerste tijdvak) zijn vastgesteld, en voor vakken/programma's waarin niet centraal wordt geëxamineerd de cijfers en andere beoordelingen voor het schoolexamen. 35. De kandidaat is geslaagd, indien hij/zij: a. één 5 heeft behaald en voor de andere vakken tenminste een 6 of hoger heeft, of b. één 4 heeft behaald en voor de andere vakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7, of c. twee 5en heeft behaald en voor de andere vakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7. (Voor KB en BB: het eindcijfer voor het afdelingsvak of intrasectorale programma, telt als 2 eindcijfers!) NB. Voor de vakken LO, KV1 en - voor de TL en GL - het sectorwerkstuk moet de kwalificatie voldoende of goed zijn behaald. Het cijfer voor Maatschappijleer 1 telt mee in de zak- en slaagregeling. 36. Indien een kandidaat in meer dan het voorgeschreven minimum aantal vakken aan het examen heeft deelgenomen, wordt nagegaan of door weglating van één of meer vakken een lijst kan worden samengesteld die aan de voorschriften ten aanzien van de samenstelling van het vakkenpakket voldoet en waarmee de kandidaat voldoet aan de eisen om te slagen. In dat geval wordt vastgesteld dat de kandidaat geslaagd is. Indien daarbij meerdere keuzemogelijkheden zijn, doet de directeur aan de kandidaat een voorstel en maakt de kandidaat een keuze. Indien de kandidaat niet binnen 4 dagen op het voorstel heeft gereageerd, wordt het voorstel van de directeur bindend. 37. De voorlopige uitslag wordt de kandidaat zo spoedig mogelijk, middels een lijst van behaalde resultaten, schriftelijk meegedeeld. 38. De uitslag van het examen kan pas worden vastgesteld als alle daartoe van belang zijnde gegevens bekend zijn; dat zijn de scores voor het gemaakte centraal examenwerk, de cesuurbepaling van de commissie Centraal Examen Vaststelling Opgaven. Herkansing voor het centraal examen 39. Iedere kandidaat heeft recht op deelname aan de herkansing voor ten hoogste 1 vak. Voorwaarde is slechts, dat de kandidaat in het betreffende vak en programma het schoolexamen heeft afgesloten. 40. Deze herkansing wordt afgenomen in het 2 e tijdvak, of in het 3 e tijdvak voor kandidaten, die in het 2 e tijdvak nog een vak moeten herkansen. Wie in het 3 e tijdvak voor het eerst delen van het examen aflegt, komt niet in aanmerking voor herkansing. 41. Indien de herkansing plaatsvindt, geldt voor de uitslag het hoogste van beide behaalde cijfers. 42. Aanmelding voor een herkansing voor het 2 e tijdvak, met vermelding van het vak, waarin herkanst wordt, moet uiterlijk 24 uur na de bekendmaking van de voorlopige uitslag schriftelijk zijn ingediend bij de secretaris van de examencommissie. Diploma, cijferlijst en certificaat 43. Nadat de uitslag definitief is vastgesteld, ontvangt de kandidaat een cijferlijst met daarop de vakken, cijfers en andere beoordelingen van het schoolexamen en centraal examen voorzover de resultaten van belang zijn voor de uitslag. De geslaagde kandidaat ontvangt 11

12 tevens een diploma, waarop de vakken en programma's staan vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. 44. Indien een kandidaat is afgewezen voor de kaderberoepsgerichte leerweg, de theoretische leerweg, of de gemengde leerweg en de school verlaat, ontvangt hij/zij een certificaat met daarop de vakken, waarvoor hij/zij bij het laatst afgelegde examen in de school een voldoende heeft behaald. Een kandidaat die is afgewezen voor de basisberoepsgerichte leerweg en de school verlaat, ontvangt een getuigschrift met daarop de vakken, waarvoor hij/zij bij het laatst afgelegde examen in de school een voldoende heeft behaald. 45. Indien een kandidaat gebruik maakt van het derde tijdvak wordt de uitslag vastgesteld door de staatsexamencommissie die het betreffende examen in het derde tijdvak organiseert, met gebruikmaking van de cijfers en andere beoordelingen voor het schoolexamen en voor het centraal examen zoals die onder verantwoordelijkheid van de school zijn vastgesteld. Slotbepaling 46. In gevallen dat dit examenreglement voor zowel het schoolexamen als het centraal examen niet voorziet, beslist de examencommissie. 12

13 Belangrijke data Schoolexamenweken: De schoolexamenweken duren voor de Theoretische- en de Gemengde Leerweg meestal 7 schooldagen, voor de Basis- en de Kaderberoepsgerichte Leerweg 5 dagen. SE-week 1: maandag 12 t/m dinsdag 27 oktober 2009 (= incl. herfstvakantie) SE-week 2: dinsdag 5 t/m woensdag 13 januari 2010 SE-week 3: maandag 22 t/m dinsdag 30 maart 2010 SE-week 4: maandag 7 t/m vrijdag 11 juni 2010 Inhalen van gemiste schoolexamens: Na elke SE-week zijn inhaalmomenten voor gemiste schoolexamens. Indien een leerling een schoolexamen heeft gemist kan hij/zij zich hiervoor aanmelden bij het examensecretariaat. De inhaalmomenten staan gepland op het 9 e en 10 e uur op de volgende data: Inhaalmoment SE-week 1: maandag 2 en dinsdag 3 november 2009 Inhaalmoment SE-week 2: maandag 18 en dinsdag 19 januari 2010 Inhaalmoment SE-week 3: maandag 6 april 2010 Inhaalmoment SE-week 4: vrijdag 18 juni 2010 Indien deze momenten niet haalbaar zijn (b.v. door langdurige ziekte) kunnen er op individuele basis afspraken gemaakt worden. Herkansen van schoolexamens per periode: De herkansingen staan gepland op het 9 e en 10 e uur op de volgende data: Herkansingen periode 1: woensdag 2 en vrijdag 4 december 2009 Herkansingen periode 2: woensdag 10 en vrijdag 12 februari 2010 Herkansingen periode 3, leerjaar 4: vrijdag 16 april 2010 Herkansingen periode 3, leerjaar 3: vrijdag 23 april 2010 Herkansingen periode 4, leerjaar 3: vrijdag 2 juli 2010 (waarschijnlijk 1 e en 2 e uur) Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen: In leerjaar 4 van de Kader- en Basisberoepsgerichte Leerweg wordt het beroepsvak afgesloten met het Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen. Het CSPE voor beide Leerwegen wordt afgenomen van maandag 28 april t/m woensdag 12 mei 2010 (= incl. meivakantie). Centraal schriftelijk examen: Het CSE-1 e tijdvak voor de Theoretische en de Gemengde Leerweg en de Kaderberoepsgerichte Leerweg zal plaatsvinden van maandag 17 t/m vrijdag 28 mei Ook de digitale examens voor de Basisberoepsgerichte Leerweg vinden dan plaats. Het CSE-2 e tijdvak vindt plaats van maandag 21 t/m vrijdag 25 juni Uitslag examen: woensdag 30 juni 2010 Herkansingen CSE: maandag 21 t/m vrijdag 25 juni 2010 Uitslag herkansing: woensdag 30 juni 2010 Diploma-uitreiking: donderdag 1 juli

14 Programma van toetsing en afsluiting Het programma van toetsing en afsluiting geeft per vak een overzicht van de stof die aan bod gaat komen. In het PTA is per periode te zien welke stof er getoetst gaat worden, welke vorm elke toets heeft en hoeveel elke toets weegt. In het PTA staan de volgende kolommen: Periode: Het examentraject bestaat uit 8 periodes. De eerste 4 periodes beslaan het 3 e leerjaar, de tweede 4 beslaan het 4 e leerjaar. In de laatste periode van het 4 e leerjaar vindt het centraal examen plaats en zal over het algemeen geen nieuwe stof meer worden behandeld. Er zal wel herhaald worden en er vindt examentraining plaats. Toetsvorm: Omschrijving: Weging: Toetsduur: Herkansbaar: Hier staat om welk onderdeel het gaat, bijvoorbeeld: Schriftelijke toets Praktische opdracht Handelingsdeel Hier staat waar het onderdeel over gaat. De weging die het onderdeel heeft bij het vaststellen van het SE-eindcijfer. De tijd die de leerling voor dit onderdeel krijgt. Hier wordt aan gegeven of het onderdeel herkanst kan worden. Praktische opdrachten in het 3 e leerjaar: Tot het schoolexamen behoren 2 verplichte grote praktische opdrachten. De eerste wordt gemaakt tijdens of na de stage. Techniek kan kiezen uit: Wiskunde, Nask1 of Maatschappijleer. Zorg en Welzijn kan kiezen uit: Biologie, Wiskunde of Maatschappijleer. Administratie kan kiezen uit: Duits, Wiskunde, Economie of Maatschappijleer. Deze praktische opdrachten moeten met een voldoende worden afgesloten. Handelingsopdrachten: In het 3 e leerjaar is er één vakoverstijgende handelingsopdracht. Deze handelingsopdrachten worden in de activiteitenweek, week 39 of 40, gemaakt. Voor de Basis- en Kaderberoepsgerichte Leerweg zit in deze opdracht een beroepsoriënterend onderdeel. De handelingsopdracht moet voldaan zijn. Het sectorwerkstuk: De TL gaat in het 4 e leerjaar een sectorwerkstuk maken. Het is de bedoeling dat hierin een sectorgebonden thema aan de orde komt. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld door de mentor en een begeleidend docent. Het resultaat wordt weergegeven met onvoldoende, voldoende of goed. Het sectorwerkstuk moet minimaal voldoende afgesloten zijn om het schoolexamen af te kunnen sluiten en deel te kunnen nemen aan het centraal examen. De titel en de beoordeling van het sectorwerkstuk komen op cijferlijst te staan. Kerndelen: Bij de verschillende onderdelen in het programma van toetsing en afsluiting staan Kerndelen en/of Verrijkingsdelen genoemd (K3, V5). Deze kerndelen slaan op de omschrijving van de stof zoals vastgesteld in het examenprogramma VMBO. Op de website kunt u terug vinden wat deze Kerndelen en Verrijkingsdelen precies inhouden. Veel succes! Alma van der Starre Hans Pendavingh 14