Samenvatting Koopovereenkomsten jurisprudentie 2449

Transcriptie

1 1. LIS BV Rotterdam: Art. 7:46c lid 2 en 46d. Proeflidmaatschap porno website, wat zich na tien dagen omzet in een blijvend lidmaatschap. Lis had niet vermeld wat de gevolgen waren van het niet opzeggen van het proeflidmaatschap. Dit is een schending van de informatieplicht conform 6:227 b en c. lis heeft in de bevestigingsbrief het een en ander ook niet op een rijtje gezet. Dit heeft Lis niet gedaan, dus zij heeft de informatieplicht geschonden en de overeenkomst kan vernietigd worden. Je moet een duidelijke en precieze omschrijving opstellen van de gevolgen van het accepteren van de overeenkomst. Doe je dat niet, dan is de overeenkomst opzegbaar. 2. TvC (LIS B.V. Groningen): proeflidmaatschap porno website LIS BV. Op 20/12/2004 meldt dhr. X zich aan voor een proefabonnement. Deze is na tien dagen omgezet naar een verlengd abonnement. Lis stelt dat wanneer X dit niet wilde, hij conform de algemene voorwaarden het abonnement schriftelijk op had moeten zeggen. LIS vordert daarom van X de abonnementsgelden vermeerderd met rente en kosten. X stelt dat indien er sprake zou zijn van een overeenkomst, Lis niet heeft voldaan aan de informatieplichten van artikel 6:227b BW, waardoor de overeenkomst vernietigbaar is. Rechter: er is een overeenkomst tot stand gekomen. 6:227b is van toepassing: X is niet goed geïnformeerd. Lis slaagt er niet in correct te bewijzen wanneer en dat een andere ovk tot stand is gekomen in de proefperiode. Lis heeft klaarblijkelijk niet voldaan aan de informatieplicht. Hierom is de overeenkomst vernietigbaar op grond van 6:227b lid 4 BW. 3. LJN: AY5428: Artikel 7:46c, lid 1 aanhef: "informatie verstrekken voor sluiting koop: de consument dient in ieder geval voldoende gelegenheid te hebben gehad van de in deze bepaling genoemde gegevens kennis te nemen voor het sluiten van de koop. Hier stelde de HR termijn om een koop op afstand te ontbinden op drie maanden, omdat niet was gewezen op de mogelijkheid te ontbinden. 4. Rashond met h.d.: een jonge rashond bleek na verkoop aan heupdysplasie te lijden. De eigenaar (Huberts) vraagt de mening van drie deskundigen, twee van de drie adviseren hem te opereren. Dit gebeurt, kosten zijn Fl Het hof en de HR stellen vervolgens vast dat Huberts door het laten opereren van de hond zijn schadebeperkingplicht heeft geschonden, hij had immers ook een nieuwe hond kunnen vragen of teruggave van het betaalde bedrag. De HR stelt verder dat Brok (fokker) niet is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen (II.1) omdat een verborgen gebrek niet voor haar risico komt. Huberts had de hond terug moeten geven aan Brok. Dit niet doen is in strijd met de schadebeperkingplicht, dus Brok hoeft niets te betalen. Voor toewijsbaarheid van de vordering tot schadevergoeding is nodig dat de tekortkoming aan de verkoper kan worden toegerekend. 5. Fazandt: Koopovereenkomst: de verkopers zeggen dat zij niet bekend zijn met bodemverontreiniging die tot sanering noodzaakt en dat hun niet bekend is dat het huidige gebruik van het object publiek of privaatrechtelijk niet zou zijn toegestaan. Wanneer kopers willen slopen en nieuwbouw willen plaatsen, wordt bodemverontreiniging ontdekt. Moet de verkoper instaan voor een zaak waarvan hij weet dat de koper er verstrekkende bouwplannen mee heeft? Moet hij er dan voor instaan dat de zaak geen verborgen gebreken heeft? Mag de koper dan bij zulke gebreken een beroep doen op wanprestatie of dwaling? Hof: nee, er waren door de verkopers namelijk geen garanties gedaan en de kopers hebben niet aan hun 1

2 onderzoeksplicht voldaan. De HR doet de zaak af op grond van artikel 81 RO. Artikel 7:17 BW legt op de verkoper de verplichting ervoor in te staan dat de verkochte zaak aan de overeenkomst beantwoordt, wat ook inhoudt dat de zaak de eigenschappen moet bezitter die de koper op grond van de overeenkomst mag verwachten. Wat dit impliceert hangt van het geval af. Dat aan de verkoper geen verontreiniging "bekend is", kan van alles betekenen. Er wordt dus geen schade betaald. 6. Vis/Bruch: 3:35, Wet RO art. 99 lid 1 onder 2. Indien wordt uitgegaan van de vaststelling dat het gehele voormelde kadastrale perceel voor de verkoop is aangeboden en nog slechts aan de orde is of tegenbewijs mag worden geleverd dat de koper niettemin had moeten begrijpen dat het aanbod aldus was bedoeld dat een bepaald gedeelte van dit perceel niet in de verkoop begrepen was, zal de verkoper om tot dit bewijs te kunnen worden toegelaten op zijn minst concrete omstandigheden moeten hebben gesteld die, zo zij komen vast te staan meebrengen dat dit geval zich hier inderdaad voordoet. 7. Assoud / Nationale sporttotalisator: 6:231 BW. Man wint lotto, lotto wil niet uitkeren vanwege een reglement. Man zegt dit zijn algemene voorwaarden, lotto zegt dit zijn spelregels. Wat valt nu onder algemene voorwaarden? Voor de vaststelling van wat daaronder moet worden verstaan is dan niet bepalend of het beding in kwestie een voor de gebruiker of voor beide partijen belangrijk punt regelt, maar of het van zo wezenlijke betekenis is dat de overeenkomst zonder dit beding niet tot stand zou zijn gekomen of zonder dit beding niet van wilsovereenstemming omtrent het wezen van de overeenkomst sprake zou zijn. 8. Van Kleef / Monster: art. 59 Rv. Van Kleef heeft van Jennen (namens Monster) 162 gasgestookte verwarmingsunits gekocht. Na installatie door Van Kleef bleek dat enkele ketels ondeugdelijk waren: ze waren niet van het juiste merk en ze bereikten de vereiste temperatuur van 90 graden niet. Na afstelling door verkoper bereiken ze de temperatuur wel. Ze gaan zelfs hoger, waardoor schade aan de woningen en de installaties ontstaat. Van Kleef spreekt Monster aan tot vergoeding van haar schade. Monster beroept zich op haar Algemene Voorwaarden, de REKU vw, waarin een exoneratie is opgenomen voor gevolgschade. Van Kleef zegt dat Monster zich hier niet te goede trouw op kan beroepen. Het Hof zegt dat de wanverhouding tussen de prijs van de thermostaat en de hoogte van de schade ertoe lijdt dat Monster niet gehouden kan worden de gevolgschade te betalen. De HR zegt: het feit dat de omvang van de schade in geen verhouding staat tot de waarde van de thermostaat is grond de exoneratie (REKU vw) te aanvaarden. 9. Van Dijk / Bedaux: Standaard uitsluiting van aansprakelijkheid voor verborgen gebreken in een koopovereenkomst inzake een woonhuis. De gebreken waren tweeërlei: er was wateroverlast onder het huis als remedie daartegen was een ontwateringpomp aangebracht die echter behalve het water, ook het zand onder de fundering wegzoog. Als gevolg daarvan was de fundering 3 meter lang niet meer dragend. De koper (Van Dijk) vordert ontbinding van de overeenkomst. De verkoper (Bedaux) beroept zich op de exoneratie en stelt van de ontzanding niet meer op de hoogte te zijn geweest. HR: het contract sluit uit aansprakelijkheid wegens verborgen gebreken. Vast staat immers dat Bedaux niet wist van het gebrek. Het arrest van het 2

3 hof kan echter niet in stand blijven, want Bedaux is ingenieur en architect, hij had dit gevolg kunnen voorzien. Bedaux kan zich niet te goeder trouw beroepen op de contractuele uitsluiting. 10. Geurtzen / Kampstaal: Geurtzen is de aannemer en neemt Kampstaal al jaren in onderaanneming: Geurtzen realiseert de bouw en Kampstaal doet de staalbouw. Bij de bouw van de staalconstructie vliegt het rieten dak van Geurtzen in de brand. De opdrachtgever stelt Geurtzen aansprakelijk, Geurtzen stelt Kampstaal hiervoor aansprakelijk. Kampstaal heeft algemene voorwaarden. Geurtzen zegt dat de algemene voorwaarden niet zijn overhandigd. HR: als het gaat om partijen die regelmatig met elkaar contracteren of al eerder gecontracteerd hebben, dan worden partijen geacht de inhoud van de algemene voorwaarden te kennen. Op grond daarvan is dus inhoud gegeven aan het kennisgevingscriterium. De toetsing van de inhoud van de algemene voorwaarden (art. 6:233 onder a BW) volgt op de vraag of de algemene voorwaarden geldig tot stand zijn gekomen. Je mag hierbij niet naar artikel 6:248 lid 2 BW kijken waar dezelfde gedachte vanuit gaat. Als het gaat om de algemene voorwaarden dan mag je je alleen op artikel 6:233 BW beroepen en niet op artikel 6:248 lid 2 BW. Artikel 6:233 is een exclusief artikel volgens de wetgever. 11. Dell: De zaak betreft een abstracte preventieve toetsing van de algemene voorwaarden op initiatief van HCC op grond van artikel 6:240 BW. Deze beslissing heeft alleen betrekking op algemene voorwaarden gebruikt in overeenkomsten met consumenten. Dell heeft in een aantal bepalingen een aansprakelijkheidsbeperking opgenomen. Verder is in een bepaling een beperking van het ontbindingsrecht opgenomen. Deze beperkingen zijn in strijd met voor consumenten geldende wettelijke regelingen en daarom onredelijk bezwarend voor consumenten. Ook moeten klanten vooraf 100% betalen, dit mag Dell niet standaard verplichten. Het is wel toegestaan betaling door consumenten bij aflevering te beperken tot betaling per credit card en na telefonische bestelling. 12. Hardstaal/Bovry: 6:225 lid 3 BW: welke algemene voorwaarden zijn van toepassing? First shot rule: Vaststaat dat de eerste verwijzing naar algemene voorwaarden is gedaan door Bovry, terwijl niet is gesteld of gebleken dat Hardstaal de algemene voorwaarden van Bovry uitdrukkelijk van de hand heeft gewezen. Een algemene verwijzing zoals in dit geval op het briefpapier van Hardstaal naar haar algemene voorwaarden kan niet gelden als uitdrukkelijk van de hand wijzen. Dit brengt mee dat de hiervoor genoemde algemene voorwaarden van Bovry op de onderhavige rechtsverhouding van toepassing zijn. 13. Movil: Op 26 oktober 2006 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen uitspraak gedaan in de zaak Claro tegen Móvil. In deze zaak werd door mw. Claro, als consument, een beroep op de nietigheid van een arbitraal beding gedaan. Het probleem was dat zij dit pas na afloop van de arbitrageprocedure, ten overstaan van de overheidsrechter deed. De Spaanse arbitragewet stelde toentertijd de eis dat een beroep op de nietigheid van de arbitrageovereenkomst moest worden gedaan op het moment van het indienen van de oorspronkelijke eis. Het arbitrale oordeel was dus niet meer van toepassing verklaard door het HvJ EU. 14. Oerlemans / Driessen: 6:74, 6:75. Koper koopt meststof, dat onder meer wordt verkocht door verkoper en doet het op zijn rozen, waarna schade ontstaat aan de rozen. Koper heeft verkoper 3

4 voor zijn schade aansprakelijk gesteld. Door de verontreiniging niet aan de overeenkomst beantwoordde. Er is dus sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, die ingevolge art. 6:74 BW tot schadevergoeding verplicht, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend. De verkoper heeft de mest niet zelf geproduceerd, dus het gaat om een gebrek dat geheel buiten haar toedoen is ontstaan en dat zij kende noch behoorde te kennen, zodat de tekortkoming niet aan haar schuld is te wijten, terwijl de tekortkoming evenmin krachtens de wet of een rechtshandeling voor haar rekening komt. DUS moet, zoals het Hof met juistheid heeft overwogen, de vraag of zij aan verkoper moet worden toegerekend, worden beantwoord aan de hand van de in het verkeer geldende opvattingen (art. 6:75). Die brengen mee dat in een geval als deze een tekortkoming bestaande in een gebrek van een verkocht product in beginsel voor rekening van de verkoper komt, ook als deze het gebrek kende noch behoorde te kennen. Dit kan alleen anders zijn wanneer de verkoper bewijst dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, maar dat mag niet snel worden aangenomen. Dit een en ander vindt ook steun in de parlementaire geschiedenis van het te dezen niet toepasselijke, immers voor consumentenkoop geldende art. 7:24. Voor zover het middel klaagt dat de door het Hof aanvaarde regel een feitelijke risicoaansprakelijkheid voor de leverancier van "industrieel vervaardigde zaken" introduceert, miskent het dat volgens het uitgangspunt van art. 6:74 deze leverancier aansprakelijk is, tenzij de tekortkoming hem op de voet van art. 6:75, onder meer krachtens in het verkeer geldende opvattingen, niet kan worden toegerekend. 15. Indolec: 6:186 lid 1 BW. Geïntimideerde kocht een datafan en sneed zin hand en pees toen hij deze installeerde. Het feit dat hij deze datafans al vaker had geïnstalleerd, deed niets af aan de gebrekkigheid van het product. Dit is op grond van artikel 6:186 lid 1 BW een gebrekkig product. Indolec (fabrikant) heeft op geen enkele wijze gewaarschuwd dat de datafan gevaarlijk is. De datafan biedt niet de veiligheid die men mag verwachten en hierom kwalificeert het al gevaarlijk product. Indolec is aansprakelijk voor de schade. 16. Bos / Smeenk: 7:15 bijzondere lasten: de ruilverkavelinglasten vallen ook onder de lasten en beperkingen van 7:15 BW. In die ruilverkavelinglasten lijkt het onderscheid tussen publiek en privaatrecht niet belangrijk. Voor het antwoord op de vraag of artikel 7:15 BW van toepassing is, bepalend is of de lasten op het desbetreffende goed in het bijzonder rusten en niet of het gaat om lasten met een publiekrechtelijk karakter. 17. Ozinga: 7:17 BW. Eiser heeft van de gemeente een perceel aan het water gekocht voor zijn boot van 2 meter diep. In de brief van de gemeente waarin eiser werd uitgenodigd een keuze te maken uit verschillende kavels stond vermeld: "het water zal tot 1 meter uit de walkant ongeveer 1 meter diep zijn en verder schuin aflopend naar 2 meter". De HR: gelet op de omstandigheid dat de gemeente onderhoudsplichtig was en gelet op het ontbreken van enige aanwijzing aan de kant van de gemeente dat de diepte van het water en daarmee de bereikbaarheid van de waterkabel niet voortdurend zou worden gehandhaafd, wat de gemeente mee had moeten delen, mocht Ozinga er in beginsel op vertrouwen dat de waterweg 2 meter diep zou blijven. 4

5 18. Boarnsterhim / Heideveld CS: 6:162 BW. Gemeente Boarnsterhim saneerde een bedrijventerrein, wat zij met bouwplicht verkocht aan aannemers. Een van de door hen gebouwde woningen werden verkocht aan Heideveld CS. Nader onderzoek wees uit dat op een aantal percelen nog steeds sprake was van een ernstige verontreiniging in de zin van de Wet bodembescherming (Wbb), maar op het perceel van Heideveld CS was slechts lichte verontreiniging geconstateerd, die niet ernstig was voor de Wbb. HR: ook kopers van niet ernstig verontreinigde grond kunnen de nadelige gevolgen ondervinden van de omstandigheid dat zich in de onmiddellijke nabijheid wel ernstig verontreinigde percelen bevinden en de gemeente jegens Heideveld cs, mede gelet op de omstandigheden van die zaak, had onrechtmatig gehandeld. De schadeclaim was niet gebaseerd op de mindere bruikbaarheid van het perceel, maar op de mindere verkoopbaarheid van de woning veroorzaakt door het stigma van gifwijk dat door de ligging ook op het perceel van Heideveld cs van toepassing was. 19. Inno / Gemeente:7:17, 6:162 BW. HR: artikel 7:23 lid 2 BW dient mede ter bescherming van de belangen van de verkoper en geldt voor iedere rechtsvordering van de koper die feitelijk gegrond is op het niet beantwoorden van de afgeleverde zaak aan de overeenkomst, ook indien door de koper op deze grondslag (tevens) een rechtsvordering uit onrechtmatige daad wordt gebaseerd. Door Inno was gesteld dat de onrechtmatige daad van de gemeente Sluis was gelegen in de levering aan haar van verontreinigde grond. Aldus hield de feitelijke grondslag van de vordering uit onrechtmatige daad van Inno in dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordde. Deze rechtsvordering wordt volgens de Hoge Raad beheerst door de verjaringsregel van artikel 7:23 lid 2 BW. 20. Gemeente Maassluis: Op gemeente ligt een garantieverplichting om geen verontreinigde grond als bouwgrond te verkopen. Wanprestatie, geen actie uit verborgen gebreken. Zowel in Gemeente Maassluis / Pakwoningen als in Pakwoningen / Bewoners nam de HR het bestaan van een impliciete garantie in de betreffende overeenkomsten aan, omdat de gemeente een bouwplicht had opgelegd. Pakwoningen kon zich dus niet op exoneratiebedingen beroepen, vanwege de impliciete garantie die gegeven werd door de bouwplicht. Een particulier mocht schadevergoeding vorderen wegens waardevermindering, terwijl hij de woning niet verkocht had. Noot: in het nieuw BW komt de actie uit verborgen gebreken niet meer voor. Acties zullen in de toekomst gevoerd worden op grond van toerekenbare niet nakoming. Pakwoningen dito. 5

6 Filename: jurisprudentie koopovereenkomsten Directory: J:\Documents\Ping\kok Template: C:\Documents and Settings\NLY38534\Application Data\Microsoft\Templates\Normal.dotm Title: Subject: Author: Keywords: Comments: Creation Date: 6/10/2010 9:18:00 AM Change Number: 1 Last Saved On: 6/10/2010 9:18:00 AM Last Saved By: Total Editing Time: 0 Minutes Last Printed On: As of Last Complete Printing Number of Pages: 5 Number of Words: 2,615 Number of Characters: 13,825 (approx.)