Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting voor het bevoegd gezag tot het melden van voortijdige schoolverlaters die niet meer leerplichtig zijn, alsmede van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten (regels inzake regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 7 september 2000 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer van haar bevindingen als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid. Algemeen 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Schutte (GPV), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter, De Vries (VVD), Rabbae (GroenLinks), Lambrechts (D66), Dittrich (D66), Cornielje (VVD), Dijksma (PvdA), Cherribi (VVD), Rehwinkel (PvdA), ondervoorzitter, Passtoors (VVD), Wijn (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Örgü (VVD), Nicolaï (VVD), Kortram (PvdA), Halsema (GroenLinks), Eurlings (CDA), Belinfante (PvdA), Van Bommel (SP), Barth (PvdA), Hamer (PvdA) en vacature PvdA. Plv. leden: Schimmel (D66), Stellingwerf (RPF), Mosterd (CDA), Atsma (CDA), Van Baalen (VVD), Harrewijn (GroenLinks), Bakker (D66), Ravestein (D66), E. Meijer (VVD), Valk (PvdA), Udo (VVD), Van der Hoek (PvdA), Blok (VVD), Verhagen (CDA), Schreijer-Pierik (CDA), Rijpstra (VVD), Voûte-Droste (VVD), Middel (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Visser-van Doorn (CDA), Gortzak (PvdA), Poppe (SP), Arib (PvdA), Spoelman (PvdA) en De Cloe (PvdA). De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het voorstel regels inzake regionale melden coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten en tevens van de MDW-rapportage voortijdig schoolverlaten en de kabinetsreactie daarop. Zij zijn van mening dat hiermee een goede basis voor de bestrijding van voortijdig schoolverlaten is gelegd. De verschillende regio s krijgen hun eigen verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van een registratiesysteem, doch in de praktijk blijkt dat vaak onmogelijk. Bent u op de hoogte van deze problemen en heeft u een indruk van de omvang daarvan? De eigen verantwoordelijkheid zal ook tot verschillende wijzen van registratie leiden. Deze leden vragen of de manier van registreren van de uitvallers en de gegevens die geregistreerd moeten worden landelijk eenduidig kunnen zijn. Dit zou een landelijk overzicht en vergelijkingen tussen verschillende gemeenten en regio s bespoedigen. Op die manier kan ook eenvoudig worden nagegaan of de financiële verdeelsleutel billijk is en of er resultaatgericht wordt gewerkt. Waarom wordt dit aan de regio s/ gemeenten zelf overgelaten? Hetzelfde geldt voor de meldplicht van scholen, als deze op dezelfde manier en éénduidig opgesteld wordt, is de registratie voor de regio s/gemeenten eenvoudig en een onderling vergelijk goed mogelijk. Is er verband tussen bovenstaand en het feit dat de scholen en instellingen aan de meldplicht via bestaande financiële middelen moeten voldoen? De suggestie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om een bekostigingssanctie op te leggen aan KST47843 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2000 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 1

2 scholen of instellingen die de meldplicht niet nakomen is overgenomen. Betekent nakomen in dit geval ook in onvoldoende mate aan de meldplicht voldoen? Aan wat voor bekostigingssancties (procentueel) moet worden worden gedacht? Is er voor de scholen de mogelijkheid van verweer en/of beroep? In welke fase bevindt zich het onderzoek naar de verbetering van het schoolklimaat (motie Kortram) op welke termijn kan de Kamer de resultaten daarvan verwachten? Hebben de gemeenten die buiten de G25 vallen nog wel de financiële mogelijkheid om de werkzaamheden van hun trajectbegeleiders te continueren? Zo ja, waaruit kunnen zij dat financieren? In de kabinetsreactie staat de zinsnede dat het kabinet de regiefunctie van de gemeenten zoveel mogelijk wil faciliteren en bespoedigen. Dat betekent extra geld voor alle gemeenten. Hoeveel geld komt er nog boven op het totaal bedrag van inmiddels 61 miljoen gulden? Welk deel van het extra budget is bestemd voor de risicojongeren in de gemeenten die niet bij de G25 behoren? En welk deel van het extra budget is bestemd voor de RMC-functie? De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij onderschrijven vanzelfsprekend het doel van het voorstel om het voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk te voorkomen en daar waar het desondanks toch optreedt te bestrijden. Zij zijn er van overtuigd dat er een aantal dieperliggende oorzaken aan dit vraagstuk ten grondslag ligt, die niet makkelijk zijn op te lossen. Daar waar de inrichting van het onderwijs het verzuim en het voortijdig schoolverlaten eerder stimuleert dan remt, moeten aanpassingen in de inrichting worden doorgevoerd. Deze leden wijzen op het mislukken van de basisvorming voor zowel de meer praktisch ingestelde leerlingen (meer beroepsgerichte praktijkvakken), als de leerlingen die naar HAVO/VWO gaan (meer uitdagend programma). Deze discussie willen de leden van de VVD-fractie voeren aan de hand van de kabinetsreactie op het evaluatierapport inzake de basisvorming van de onderwijsinspectie. Tijdens het algemeen overleg met de regering op 30 september 1999 waarvan verslag is gedaan in Kamerstuk nr. 9 heeft het lid Cornielje namens de VVD-fractie het oordeel gegeven over het integraal plan voor voortijdig schoolverlaten. Deze leden betreuren het dat de regering jongeren die in het bezit zijn van een kwalificatie op niveau 1 als voortijdig schoolverlaters wil aanmerken. Gelet op het feit dat hierover in het regeerakkoord afspraken zijn gemaakt, die in het genoemde algemeen overleg nog eens zijn bevestigd, zijn zij van oordeel dat het wetsvoorstel op dit punt aanpassing behoeft. Zij verzoeken de regering om dit bij nota van wijziging nader te regelen. In dit verband vragen de leden van de VVD-fractie wanneer de aangekondigde nota van wijziging met betrekking tot het wetsvoorstel onderwijsnummer bij de Tweede Kamer wordt ingediend. Deze leden gaan er van uit dat het aangepaste wetsvoorstel, indien verheven tot wet, bij zal dragen aan de verbetering van de registratie van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Bovendien kan de schoolloopbaan van leerlingen die een opleiding op niveau 1 volgen op deze wijze beter in beeld gebracht worden. In het kader van een leven lang leren is ook voor deze groep het onderwijsnummer een onmisbaar instrument. Zij verzoeken de regering om hierop te reageren. De leden van de VVD-fractie ondersteunen de regering op het punt van uitbreiding van de meldplicht. Ook al zijn er kanttekeningen te plaatsen met betrekking tot de voor te schrijven regioindeling en het voorschrift om één contactgemeente aan te wijzen. Het komt deze leden voor dat uit het oogpunt van efficiency en bestuurlijke consistentie op dit moment het Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 2

3 meest voor de hand ligt om qua systematiek aan te sluiten bij de geldende systematiek voor leerplichtige leerlingen. Anders zou een langdurig debat over de bestuurlijke structuur de aandacht te zeer afleiden van het probleem dat dringend om een oplossing of in ieder geval een krachtdadige aanpak vraagt. De leden van de VVD-fractie zijn van oordeel dat een betere registratie een noodzakelijke voorwaarde is om greep te krijgen op dit hardnekkige vraagstuk. Maar deze registratie is niet voldoende. De gegevens dienen in eerste instantie door scholen, respectievelijk onderwijsinstellingen en gemeenten gebruikt te worden om zelf maatregelen te nemen om het verzuim en het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Daar waar er een rijksverantwoordelijkheid ligt, bijvoorbeeld ten aanzien van de inrichting van het onderwijs, is deze daar ook op aanspreekbaar. Ten behoeve van de uitbreiding van de RMC-functie is extra geld beschikbaar gekomen. Hierover heeft een schriftelijke vragenronde in aanvulling op het algemeen overleg plaats gevonden (zie Kamerstuk , nr. 10). Is de constatering juist dat bovenop deze extra middelen geen extra faciliteiten ten behoeve van de uitbreiding van de RMC-functie beschikbaar zijn. Naar het oordeel van de de leden van de VVD-fractie dient nader toegelicht te worden hoe dit zich verhoudt tot het zogenaamde informatiestatuut. De leden van VVD-fractie vragen hoe lang in de onderwijsregelgeving ten behoeve van de verdeling van financiële middelen de maatstaf etnische achtergrond gehanteerd blijft. De gewichtenregeling wordt juist op dit onderdeel nader tegen het licht gehouden. Steeds meer medelanders zijn Nederlanders ongeacht hun (oorspronkelijke) etnische achtergrond. De maatstaf wordt hierdoor steeds minder betrouwbaar. In het kader van het achterstandenbeleid wordt dan ook terecht gezocht naar betere criteria om onderwijsachterstand aan te duiden. De aan het woord zijnde leden zijn van oordeel dat voor het beleid van het voortijdig schoolverlaten betere maatstaven ontwikkeld moeten worden. Vloeit uit de registratie zoals beoogd met dit wetsvoorstel niet direct de omvang van de problematiek voort? Deze leden zouden graag met de regering over de concept AmvB ten behoeve van de verdeling van de middelen willen spreken. Wil de regering dit toezeggen. Afrondend vragen de leden van de VVD-fractie of het zogenaamde «succescontract» dat door het lid Cornielje tijdens het algemeen overleg van 30 september 1999 is geopperd niet een plaats zou moeten krijgen in dit wetsvoorstel. Een succescontract legt ouders/leerlingen, de school, en de gemeente (leerplichtambtenaar) een inspanningsverplichting op om alles in het werk te stellen de leerling een kwalificatie te laten behalen. In het succescontract worden over alle rechten en plichten afspraken gemaakt. Helder moet zijn wie, waarvoor verantwoordelijk is. Graag vernemen deze leden hierover de visie van de regering. De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennis genomen van het voorstel tot wijziging van wet om zo het voortijdig schoolverlaten van niet leerplichtige leerlingen tot 23 jaar beter te kunnen aanpakken. De doelgroep bestaat uit jongeren zonder een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Wanneer die startkwalificaties niet links of rechtsom wordt verkregen, ontstaan er nu of in de toekomst zeker problemen om een werkplek te verkrijgen en te behouden. In termen van opleidingsniveau wordt een startkwalificatie gedefinieerd als tenminste niveau 2 van het secondair beroepsonderwijs of het diploma HAVO. Deze leden kunnen zich in deze definitie vinden, maar willen wel opmerken dat met name in het beroepsonderwijs de leerlingen de startkwalificatie nogal eens halen op het moment dat zij reeds volledig werkzaam zijn in de praktijk. Daar is op zich niets tegen en de leden van deze fractie vinden dat wanneer uit onderzoek blijkt dat bij een voortijdig Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 3

4 schoolverlaten deze situatie zich voordoet er verder weinig actie van gemeenten of RMC nodig is. Melding en registratie is de start, een noodzakelijke start, maar zonder snelle verdere actie wordt het probleem voor de schoolverlater niet opgelost. Zonder snel contact met betrokkenen raakt de band met schoolverlaters steeds meer verbroken en zijn resultaten steeds moeilijker te bereiken. De leden van de CDA-fractie zijn het met de regering eens dat verdere actie op gemeentelijk niveau moet plaatsvinden. Daar kan men passende oplossingen aanbieden. Zij willen wel weten hoe snel de RMC s, gemeenten en andere actoren erin slagen passende oplossingen aan de schoolverlater aan te bieden, welk type oplossingen dat zijn en of deze oplossingen ook succesvol zijn. Is de regering het met deze zienswijze eens en kan zij zodanige meetmethodes ontwikkelen dat ook achteraf duidelijk kan worden geëvalueerd wat het resultaat is van deze inspanningen. Maatwerk is zeer geboden gelet op de zeer diverse groep waar het om gaat. Belangrijk is dat de voortijdige schoolverlater snel een begeleider krijgt die voor hem of haar als een vertrouwenspersoon kan fungeren en samen met de schoolverlater een passend traject afspreekt dat leidt tot een startkwalificatie of tot een voor hem of haar sterk verbeterde positie op de arbeidsmarkt. Voorkomen moet worden dat de hulp voor de jongeren te bureaucratisch wordt georganiseerd. Praktisch handelen passend bij de situatie waarin de jongere verkeert, is volgens de aan het woord zijnde leden geboden. Praktisch handelen houdt in uitgaan van de mogelijkheden van de schoolverlater en reëel onder ogen zien dat voor sommigen (op dit moment) een startkwalificatie niet haalbaar is. Is de regering van oordeel dat dit wetsvoorstel voldoende mogelijkheden in zich heeft om ongewenst bureaucratisch gedrag te voorkomen? Extra aandacht voor risicojongeren binnen deze groep vinden de leden van de CDA-fractie terecht. Volgens de regering gaat het dan om schoolverlaters zonder VBO of MAVO diploma, werkloos en een meervoudige problematiek. Juist de combinatie van werkloos en meervoudige problematiek maakt deze groep risicovol. De vraag is echter in hoeverre het wel of geen VBO of MAVO diploma hier echt relevant is. Zij vragen een antwoord op deze vraag. Omdat de doelgroep zeer divers is lijkt het deze leden goed om bij de evaluatie te kunnen zien voor welke categorie binnen deze doelgroep de aanpak geslaagd is en voor welke minder of niet. Kan de regering toezeggen dat bij de evaluatie dat inzicht zal worden geboden? Het kabinet heeft het voornemen een verbinding te leggen tussen de RMC-functie en de zorg voor de uitvallers uit het inburgeringprogramma Hoe wordt die zorg op dit moment uitgevoerd? Privacyaspecten kunnen uitwisseling van gegevens over schoolverlaters binnen een op te zetten netwerk bemoeilijken. Is de regering van oordeel privacybescherming van voortijdig schoolverlaters een reële belemmering zou kunnen vormen voor het leveren van adequate hulp? De regering heeft gekozen voor een vorm van wettelijk geconditioneerde zelfregulering. De leden van de CDA-fractie hebben begrip voor deze keuze. Zij vragen de regering nog eens duidelijk te maken waaruit blijkt dat aanvullende wettelijke regelgeving noodzakelijk is en wat de regering zal doen wanneer de gekozen vorm van wettelijk geconditioneerde zelfregulering in de praktijk onvoldoende resultaat afwerpt? De onderwijsraad noemt als belangrijk element: Expliciete doelen die controle op bereikte doelen en verrichte inspanningen mogelijk maken. Hoe beoordeelt de regering deze opmerking van de onderwijsraad. Zal daaraan tegemoet worden gekomen? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 4

5 De leden van de CDA-fractie zijn ook benieuwd wanneer het onderwijsnummer kan worden ingevoerd aangezien ook bij dit onderwerp weer het belang van dit nummer wordt aangekaart wordt. Wanneer zal de regering het gewijzigd voorstel van wet aan de Kamer sturen? Wat is de reden voor de vertraging? De leden van de CDA-fractie vragen met de Raad voor de financiële verhoudingen of de middelen niet te eenzijdig naar de G25 gemeenten gaan, juist gelet op het vele extra geld dat de G25 ook voor dit doel reeds ontvangen. De contactgemeenten worden gefaciliteerd en niet de overige gemeenten om versnippering te voorkomen. Begrijpelijk, maar strijdt dit niet met het feit dat de melding gedaan moet worden in de gemeente waar de niet-leerplichtige woont of verblijf houdt? Leerlingen die deelnemen aan onderwijs dat valt onder de WEC worden in het algemeen niet opgeleid voor startkwalificaties. Daardoor wordt het overgrote deel van de leerlingen gemeld als voortijdig schoolverlater. Kan dit niet anders en minder bureaucratisch worden geregeld? Waarom hier niet het bevoegd gezag alleen die leerlingen aan de gemeente laten melden waarvan zij vindt dat de gemeente en RMC wat kunnen en moeten doen? Immers de school kent deze leerlingen beter dan alle andere bij de RMC betrokken actoren. De leden van de D66-fractie hebben met instemming kennis genomen van het wetsvoorstel waarin regels worden vastgelegd omtrent de melding en registratie van niet-leerplichtige leerlingen bij de regionale meld- en coördinatiefunctie. Nieuwe afspraken ter voorkoming en bestrijding van het voortijdig schoolverlaten zijn nodig, aangezien het aantal uitvallers nog steeds niet substantieel afneemt, ondanks alle investeringen en inspanningen met dit doel. Uit onderzoeken is immers gebleken dat de RMC-functie aanmerkelijk zou verbeteren als er een wettelijke verankering van de meldplicht van niet-leerplichtigen zou komen. In 1998 heeft het Instituut voor Onderzoek Van Overheidsuitgaven (IOO) dit reeds aangegeven. Ook uit het recente onderzoek, uitkomsten van de RMC-analyse 1999 van Sardes, blijkt dat het ontbreken van een meldplicht van nietleerplichtige jongeren als een groot gemis wordt ervaren in het functioneren van de RMC. Deze leden hebben nog wel een aantal vragen en opmerkingen bij het wetsvoorstel. Allereerst willen zij weten wat het gaat betekenen dat er een prioritaire groep is benoemd binnen de doelgroep van niet-leerplichtige leerlingen, namelijk die jongeren die voortijdig schoolverlaten zonder diploma VBO of MAVO, werkloos zijn en waarbij sprake is van een meervoudige problematiek. Wat houdt deze prioritering in? In verband hiermee willen deze leden ook graag weten hoe achterhaald kan worden of men tot deze groep behoort. Hoe weet men of een voortijdig schoolverlater werk heeft, en hoe wordt werk in dit perspectief eigenlijk gedefinieerd? De leden stellen deze vragen mede in het licht van het feit dat de regering in de paragraaf over privacy-aspecten aangeeft dat gemeenten zelf mogen bepalen welke gegevens zij precies gaan registreren. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) constateerde vorig jaar dat 90 procent van de ongediplomeerde schoolverlaters die aan het werk zijn gegaan achteraf redelijk tot erg tevreden is over de situatie. Bovendien zei driekwart op termijn aan een nieuwe opleiding te willen beginnen. In reactie op het bovengenoemde willen de leden van de D66-fractie vragen of het ministerie wel eens onderzoek heeft gedaan naar «de levensloop van diverse groepen voortijdig schoolverlaters». Zij zouden namelijk graag antwoord krijgen op de vragen of deze Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 5

6 jongeren over het algemeen werkzaam blijven of niet, hoeveel van hen later daadwerkelijk weer een opleiding gaat volgen en met welk resultaat. Het wetsvoorstel bevat drie soorten voorschriften. Eén daarvan verplicht de diverse besturen tot het verstrekken van een opgave van niet langer leerplichtige voortijdige schoolverlaters die de school verlaten zonder een startkwalificatie «of een hieraan gelijkwaardige persoonlijke maatschappelijke kwalificatie». De aan het woord zijnde leden vragen hoe deze maatschappelijke kwalificaties omschreven en gewaardeerd worden en door wie. Vervolgens willen de leden ingaan op de rol van de gemeenten en de zogenaamde contactgemeente. Iedere gemeente moet zorg dragen voor de registratie van de gegevens die door het bevoegd gezag zijn gemeld. «Het is evenwel zinvol dat gemeenten daarbij samenwerken in regionaal verband en dat één gemeente daarbij het voortouw neemt. De gemeentebesturen wijzen daartoe uit hun midden een contactgemeente aan», aldus het wetsvoorstel. Is er een relatie met de regio-indeling van de Bureaus Jeugdzorg? Bovendien vragen de leden van de D66-fractie hoe de financiële gevolgen van de keuze voor deze structuur er nu precies uitzien. «De contactgemeenten ontvangen een rijksbijdrage, bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van zowel de contactgemeente als de overige gemeenten in de regio.» Gesproken wordt over een tegemoetkoming. Wat houdt dat in; over welke bedragen gaat het hier en welk percentage van het benodigde geld worden de gemeenten dan geacht zelf er nog bij te leggen? Op blz. 6 van de memorie van toelichting staat vermeld, dat het voornemen van het kabinet om een verbinding te leggen tussen de RMC-functie en de zorg voor uitvallers uit het inburgeringsprogramma, nader zal worden bezien. De leden zijn benieuwd hoe het inmiddels met dit voornemen gesteld is en of al nader toegelicht kan worden welke kant de minister hiermee op wil. In paragraaf 1.7 stelt de regering dat de gemeenten in eerste instantie zelf bepalen welke gegevens door de scholen aan hen moeten worden opgegeven. «Zonodig zullen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden gegeven», aldus het wetsvoorstel. Het lijkt de leden van de D66-fractie efficiënter als de regering zelf een voorstel doet omtrent de inhoud van deze gegevens. De minister wil zelf immers ook het een en ander weten. Waarom kiest de regering hier niet voor? De gemeenten en de scholen hoeven dan ook niet allen het wiel zelf uit te vinden. Dat kost onnodig veel tijd en energie. En dienen de gegevens niet uitwisselbaar te zijn als een betrokkene verhuist van de ene naar de andere gemeente of regio? Ook kan dan direct rekening gehouden worden met de eventuele invoering van het onderwijsnummer. Wat is overigens inmiddels de actuele stand van zaken van dit dossier? Belangrijker nog dan efficiëntie vinden deze leden de rechtsgelijkheid omtrent dergelijke privacy-gevoelige gegevens. Zij zijn van mening dat burgers er recht op hebben te weten welke gegevens de gemeente precies van hen mag registreren en met welk doel. Het is duidelijker als gemeenten hierin niet verschillen. Een keuze van de regering maakt bovendien bespreking van die keuze door de Kamer mogelijk. De leden achten dit gewenst. De aan het woord zijnde leden vragen waarom de regering een strafbepaling (in navolging van de Leerplichtwet 1969) voor directeuren die de meldplicht niet nakomen, te ver vindt gaan. Welke redenen voerde de VNG aan voor een dergelijk verzoek? De regering spreekt nu van «de mogelijkheid dat de minister een bekostigingssanctie oplegt aan de school of instelling die de meldplicht niet nakomt». Wat wordt in dit geval Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 6

7 bedoeld met de «mogelijkheid»? Deze leden vinden een korting op de bekostiging dubieus aangezien dit de gehele school treft. Zij vinden het dan ook beter wanneer alleen degene die in gebreke blijft wordt bestraft. Zij betwijfelen of de effectiviteit van dit wetsvoorstel groot zal zijn zonder duidelijke sanctiemaatregelen en vragen in dit verband om cijfers over de meldingsbereidheid van scholen van schoolverlaters in de huidige situatie. De Onderwijsraad is van mening dat er nog onvoldoende voorwaarden zijn geschapen om de centrale sturing te vervangen door decentrale sturing. De leden van de D66-fractie zouden hier graag een toelichting op hebben. Welke voorwaarden worden door de Onderwijsraad precies bedoeld? Zij vragen voorts op basis waarvan is gekozen voor de naar hun mening erg lange termijn voor melding, namelijk: «een aaneengesloten periode van ten minste twee maanden of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode, waarin de betrokkene zonder geldige reden het onderwijs niet meer volgt». Waarom staat hier «ten minste», moet toch juist maximaal zijn? Deze leden hebben de indruk dat deze termijn van twee maanden toch aanmerkelijk korter moet kunnen zijn, en achten dit ook wenselijk aangezien zij ervan overtuigd zijn dat hoe eerder een jongere benaderd wordt hoe groter de kans dat deze nog voor het onderwijs behouden kan blijven. Tot slot willen deze leden aangeven dat zij melding van voortijdig schoolverlaters belangrijk vinden, al is het maar om zicht te hebben op de situatie. Nog belangrijker vinden zij echter dat een dergelijke melding erin resulteert dat de betrokkene weer een vorm van onderwijs gaat volgen. De effectiviteit van de tot nu toe genomen maatregelen is nog steeds te gering. Vandaar dat de leden van de D66-fractie vragen welke aanvullende maatregelen dit kabinet nog voor ogen staan om de effectiviteit te vergroten. Bovendien zijn zij ook zeer benieuwd naar de oorzaken van de schooluitval. Is daar al onderzoek naar gedaan: vinden die jongeren het onderwijs wellicht te moeilijk? Of willen zij geld verdienen? Is het onderwijs wellicht te saai? Het blijkt dat Marrokaanse jongens het vaakst voortijdig de school verlaten. Hoe komt dit? De leden zijn van mening dat inzicht in de oorzaken van het voortijdig schoolverlaten voorop moeten staan bij het vinden van de oplossingen om het tegen te gaan. Daarom willen zij, mocht het nog niet bestaan, om zo n onderzoek vragen. De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij stellen vast dat scholen bij aanvaarding van dit wetsvoorstel de plicht krijgen om ook nietleerplichtige leerlingen die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten bij de gemeenten aan te melden en dat gemeenten worden verplicht om deze meldingen nauwkeurig te registreren en zo nodig zorg te dragen voor een goede begeleiding van de desbetreffende jongeren. Zodoende ontstaat er inzicht in de omvang en samenstelling van de groep nietleerplichtige voortijdige schoolverlaters en kunnen zij op basis daarvan naar de juiste instanties worden doorgeleid. De leden van de SGP-fractie achten de voorgestelde meldplicht een noodzakelijke voorwaarde voor het effectief bestrijden van het voortijdig schoolverlaten onder niet-leerplichtige leerlingen. Daarbij merken zij tegelijk op dat dit wetsvoorstel de inspanningen van scholen, gemeenten en RMC s ten aanzien van preventie, signalering en bestrijding van het voortijdig schoolverlaten veronderstelt. Zonder deze achterliggende inspanningen heeft de nu voorgestelde randvoorwaarde immers geen enkele betekenis. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 7

8 De genoemde leden hebben er behoefte aan op te merken dat de leeftijd van de tot de doelgroep behorende jongeren zodanig is, dat zij in staat moeten worden geacht om zelf verantwoordelijkheid te dragen, ook ten aanzien van hun (toekomstige) positie op de arbeidsmarkt. De leden van de SGP-fractie stellen daarmee vast dat het niet de taak van de regering is om deze jongeren tegen hun uitdrukkelijke wil in te dwingen om een bepaald opleidingstraject te volgen. Zij constateren dat met de indiening van dit wetsvoorstel gevolg is gegeven aan één van de drie maatregelen die zijn aangekondigd in het Plan van aanpak voortijdig schoolverlaters. Zij vragen de regering om tevens in kort bestek de stand van zaken met betrekking tot de resterende maatregelen uit het Plan van aanpak aan te geven. De regering richt zich in het onderhavige wetsvoorstel op nietleerplichtige leerlingen van 16 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. De leden van de SGP-fractie vragen naar aanleiding daarvan waarom als maximumgrens de leeftijd van 23 jaar wordt gehanteerd. Kan de regering de ratio daarvan aangeven? Het uitgangspunt van de regering is om ernaar te streven dat alle jongeren een startkwalificatie behalen. Gezien het belang hiervan voor zowel de betrokken jongeren als van de maatschappij als geheel, kunnen de leden van de SGP-fractie daar in principe mee instemmen. Zij constateren dat zowel scholing als in de praktijk verworven competenties aan het behalen van een startkwalificatie kunnen bijdragen. Naar aanleiding daarvan vragen zij op welke manier wordt bepaald of in de praktijk verworven competenties evenredig zijn aan de noodzakelijke scholing om een startkwalificatie te kunnen behalen en hoe zij in het verlengde daarvan voorkomen dat het begrip startkwalificatie een betekenisinflatie ondergaat. Direct verbonden aan de instemming met het uitgangspunt van de regering merken de leden van de SGP-fractie op dat er tevens nadrukkelijk rekening moet worden gehouden met de (soms beperkte) mogelijkheden van jongeren. Zij waarderen het dat de regering daar oog voor heeft. Wel vragen zij op basis van welke criteria de regering beoordeelt of jongeren al of niet in staat zijn om een startkwalificatie te behalen. Het voorliggende voorstel mag naar de mening van de genoemde leden in de praktijk niet neerkomen op een verkapte verlenging van de leerplicht voor minder begaafde jongeren. Zij vragen tevens hoe de toeleiding van jongeren zonder startkwalificatie naar een arbeidsplaats wordt vormgegeven en op welke wijze er zorg voor wordt gedragen dat hun positie op de arbeidsmarkt voldoende stabiel is. De noodzaak van regionale samenwerking wordt in de memorie van toelichting onder meer gemotiveerd door het gegeven dat de woon- of verblijfplaats van de voortijdige schoolverlater niet in alle gevallen overeenkomt met de gemeente waar de school of instelling is gevestigd. Het kan zich echter ook voordoen dat de woon- of verblijfplaats van de voortijdige schoolverlater en de gemeente waar de school of instelling is gevestigd niet in dezelfde regio vallen. Is het gevaar niet aanwezig dat jongeren in zo n geval tussen wal en schip raken of in elk geval niet kunnen profiteren van de samenwerking binnen een regio, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Hoe zullen de verschillende betrokken instanties in zo n geval moeten handelen? Is in het licht hiervan een landelijk coördinatiepunt niet wenselijk? In de memorie van toelichting wordt opgemerkt dat van de regionale samenwerking in het kader van de RMC-functie tevens een stimulerende werking uitgaat naar regionale samenwerking in het kader van de leer- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 8

9 plicht. Naar aanleiding hiervan vragen de leden van de SGP-fractie of de regering de afstemming tussen de rmc s en de leerplichtambtenaren actief stimuleert en hoe het staat met de uitvoering van de motie die over dit onderwerp vorig jaar door de Tweede Kamer is aangenomen ( nr. 6). Bij het bestrijden van voortijdig schoolverlaten nemen de contactgemeenten en de RMC-functie een centrale plaats in. Desalniettemin ligt voor deze taak ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij de lokale gemeenten. De leden van de SGP-fractie vragen daarom of de verantwoordelijkheidsverdeling en de taakverdeling tussen de contactgemeenten en de gemeenten in de regio wel voldoende op elkaar zijn afgestemd. In hoeverre is het gevaar aanwezig dat de betrokken instanties op elkaar gaan wachten? Zijn er voor de gemeenten bovendien voldoende prikkels aanwezig om de melding en registratie beter vorm te geven? De financiële impuls ten bate van het melden, registreren en bestrijden van voortijdig schoolverlaten wordt volledig toegekend aan de contactgemeenten. Volgens de memorie van toelichting worden de gelden niet rechtstreeks onder de lokale gemeenten verdeeld om versnippering in de besteding daarvan te voorkomen. De leden van de SGP-fractie erkennen de legitimiteit van deze redenering. Zij constateren echter tevens dat er sprake is van een verzwaring van de uitvoeringslast van de gemeenten. Zij zijn van mening dat daar adequate «bemiddeling» tegenover dient te staan. Daarom vragen de genoemde leden of en zo ja, hoe dat in de nu voorgestelde constructie wordt gewaarborgd. Is het de bedoeling dat de contactgemeenten een deel van hun middelen direct en indirect (bijvoorbeeld door het aanleveren van een adequate registratiesystematiek) doorsluizen naar de gemeenten in hun regio? In het licht van de hiervoor gestelde vragen en naar aanleiding van het advies van de Onderwijsraad alsmede het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen vragen de leden van de SGP-fractie om een nadere beschouwing over het bestuurlijke vraagstuk. Zij vragen om daarbij in ieder geval uitgebreid in te gaan op de vierde aanbeveling uit het advies van de Onderwijsraad in combinatie met het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen. De leden van de fracties van GPV en RPF hebben met belangstelling kennis genomen van onderhavig wetsvoorstel. Door de Regeling regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten, hebben gemeenten een belangrijk instrument in handen gekregen de problematiek van de voortijdige schoolverlaters te bestrijden. Gezien de ernst van deze problematiek en de noodzaak aan de oplossing ervan te (blijven) werken, kan het wettelijk verankeren van de regionale meld- en coördinatiefunctie op hun sympathie rekenen. Deze leden hebben enkele vragen. Blijkens de analyse van de RMC-effectrapportages door het bureau Sardes, vermeld in de brief van de minister van 21 augustus jl. (Kamerstuk , nr. 12), zijn vanaf 1997 de door gemeenten ingezette middelen fors toegenomen. Het aantal succesvol herplaatste voortijdig schoolverlaters is echter gering toegenomen. Kan de regering aangeven waarom de stijging van het aantal herplaatsingen sterk achter gebleven is bij de toename van de ingezette financiële middelen? Naar aanleiding van de genoemde analyse doet het bureau Sardes de aanbeveling een diepteonderzoek te beginnen naar de kwaliteit van de registratie, het functioneren van het netwerk en de aanpak van sluitende trajecten. De minister geeft aan niet direct te willen starten met een dergelijk onderzoek maar de aanbeveling nader te bezien. Vanwege de sterk Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 9

10 achterblijvende stijging van het aantal herplaatsingen bij de forse toename van de ingezette middelen, achten de leden van de fracties van GPV en RPF dit onderzoek op dit moment verstandig. Zij willen weten of de minister bereid is op korte termijn hiermee te starten. Artikelsgewijs Artikel 118h WVO, artikel WEB en artikel 162 WEC, zevende lid De leden van de PvdA-fractie vragen wat precies wordt bedoeld met artikel 118h WVO etc, in de memorie van toelichting uitgelegd als: elke gemeente is zelf verantwoordelijk voor de begeleiding van uitvallers terwijl deze zorgplicht belegd kan worden bij de contactgemeenten. Op grond van artikel 118h WVO, artikel WEB en artikel 162 WEC, zevende lid, worden door gemeentebesturen streefcijfers opgesteld en worden via een jaarlijkse effectrapportage deze cijfers vergeleken met de bereikte resultaten. De leden van de CDA-fractie beoordelen dit positief, maar het is dan wel interessant om te weten waarom een gemeentebestuur juist voor deze streefcijfers heeft gekozen en op welk terrein de meeste resultaten zijn geboekt, bijvoorbeeld hoe zijn de resultaten in de prioritaire groep en wat houden die resultaten in. In de memorie van toelichting wordt opgemerkt dat leerlingen die deelnemen aan het onderwijs dat onder de WEC valt, in de regel niet worden opgeleid voor een startkwalificatie. Toch moeten deze leerlingen worden gemeld als voortijdige schoolverlaters en moeten de gemeenten vervolgens aan de hand van de individuele problematiek beoordelen of er nader actie dient te worden ondernomen. De leden van de SGP-fractie gaan er echter van uit dat de betrokken onderwijsinstellingen de betreffende leerlingen op een goede manier begeleiden en tevens zorg dragen voor een adequate toeleiding tot de arbeidsmarkt. In het verlengde daarvan vragen zij waarom het nodig is dat ook de gemeenten hierbij een aparte verantwoordelijkheid wordt toebedeeld. Is er zodoende niet onnodig sprake van vertroebeling van de verantwoordelijkheden en leidt dit er niet toe dat er door de verschillende instanties langs elkaar wordt heengewerkt? Volgens het eerste lid van het voorgestelde artikel 118h WVO hebben gemeenten de plicht te zorgen voor registratie van voortijdige schoolverlaters en voor een systeem van doorverwijzing, aldus de leden van de fracties van GPV en RPF. Ook wordt in dit lid bepaald dat op gemeenten de plicht rust dit systeem te onderhouden. Op grond van het derde lid van artikel 118h komt de uitvoering van de in het eerste lid genoemde plichten feitelijk in handen van de contactgemeente te liggen. Heeft het daarom niet de voorkeur om enkel in de wet te bepalen dat gemeenten een contactgemeente in hun regio aanwijzen en dat op deze gemeente de in het eerste lid van artikel 118h genoemde plichten rust? Op die manier wordt volgens deze leden ook helderder wie verantwoordelijk is voor de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten. De hier gemaakte opmerkingen zijn uiteraard ook van toepassing op de voorgestelde artikelen WEB en 162b WEC. Artikelen 118i WVO, WEB en 162c WEC De regering geeft aan dat de door de contactgemeenten verstrekte informatie kan worden gebruikt om na te gaan of scholen en instellingen hun meldplicht nakomen. In het verlengde daarvan kan de minister zo nodig bekostigingssancties toepassen. De leden van de SGP-fractie vragen zich echter af hoe uit de door de contactgemeenten verstrekte informatie kan blijken dat scholen en instellingen hun meldplicht niet nakomen. Om dat Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 10

11 te kunnen concluderen zullen de gegevens van de contactgemeenten met andere gegevens vergeleken moeten worden. Op welke andere gegevens wordt gedoeld? De voorzitter van de commissie, Van der Hoeven De griffier van de commissie, Coenen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 11

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 10 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 december 1999 De vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 971 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 537 Wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de registratie van vrijstellingen en vervangende leerplicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN

RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN Iedere jongere tussen de 12 en 23 jaar die het onderwijs verlaat zonder een startkwalificatie wordt aangemerkt als een Voortijdige Schoolverlater.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 812 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 616 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 096 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een locatiecode Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 12 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 24 oktober 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 096 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een locatiecode Nr. 3 Het advies van de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 34 010 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet medezeggenschap op scholen en de Wet voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 24 724 Studiefinanciering Nr. 163 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 februari 2017 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 022 Wijziging van diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het aanbrengen van enkele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 567 Wijziging van de Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden (uitbreiding tot therapiebaden) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 7 juli 1999 De vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 513 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 504 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF

Nadere informatie

Beantwoording vragen rondom in- en uitschrijving in het voortgezet onderwijs

Beantwoording vragen rondom in- en uitschrijving in het voortgezet onderwijs Beantwoording vragen rondom in- en uitschrijving in het voortgezet onderwijs Hoofdvraag Is artikel 10, eerste lid, Leerplichtwet 1969 (Lpw 1969), onverenigbaar met artikel 4 en 5 van het Bekostigingsbesluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2010D04992 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verbandmet de introductie van een verwijsindex om vroegtijdige en onderling afgestemde verleningvan hulp, zorg of bijsturing ten behoeve van risicojongeren

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Officiële naam regeling Verordening tegenprestatie participatiewet

Nadere informatie

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De Kinderombudsman Visie op het verlengen van de kwalificatieplicht tot 21 jaar 7 september 2015 Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aanleiding De

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Jaarverslag Leerplicht/RMC 2017-2018 S.A.W. Visser De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 54 66 1 19-12-2018 - Geachte heer, mevrouw, Hierbij presenteren wij u het jaarverslag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl 112303 Betreft Antwoorden

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging 35 002 Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging Nr. 2 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 17 september 2018 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 722 Voorstel van wet van het lid Van der Steur tot het stellen van regels omtrent de registratie en de bevordering van de kwaliteit van mediators

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

De voorzitter van de commissie Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie Arends

De voorzitter van de commissie Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie Arends 24 724 Studiefinanciering Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 370 Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de wijziging van het WW-stelsel (Wet wijziging WW-stelsel) K VERSLAG

Nadere informatie

PROTOCOL MELDING EN REGISTRATIE VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS REGIO ZUID-HOLLAND ZUID

PROTOCOL MELDING EN REGISTRATIE VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS REGIO ZUID-HOLLAND ZUID PROTOCOL MELDING EN REGISTRATIE VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS REGIO ZUID-HOLLAND ZUID Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Voorwoord 2 Hoofdstuk 1 Inleiding. 3 Hoofdstuk 2 Melding en registratie. 5 Bijlage 1 Stroomschema

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, Regeling toelating tot praktijkonderwijs van LWOO-leerlingen en leerlingen met een indicatie voor (voortgezet) speciaal onderwijs in bijzondere gevallen. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

Nadere informatie

Datum 5 december 2018 Beantwoording aanvullende vragen voorhang Besluit bekostiging gvo en hvo op openbare scholen

Datum 5 december 2018 Beantwoording aanvullende vragen voorhang Besluit bekostiging gvo en hvo op openbare scholen >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 812 Wijziging van de Wet tot behoud van cultuurbezit in verband met een evaluatie van die wet Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 8 oktober 2001 De vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 496 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 december 2015 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 614 Wijziging van titel 5.9. (Appartementsrechten) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 26 november 2002 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 867 Wijziging van enkele wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met het invoeren van de mogelijkheid tot het heffen van kostendekkende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 30 826 Voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij) Nr. 40

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Rapport in het kort De samenvatting, conclusies en aanbevelingen zijn geschreven in het Nederlands en in het Papiaments. De Rekenkamer wil hiermee bereiken dat meer mensen kennis kunnen nemen van de inhoud

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 890 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing aan de invoering van een kwalificatieplicht

Nadere informatie

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Zoetermeer, 1991 Samenvatting. In de hier gepresenteerde nota over de tweede fase v.o. worden de hoofdlijnen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 597 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs ter bestendiging en actualisering

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 144 Aanpassing van diverse BES-onderwijswetten inzake het vervallen van de RMC-functie met betrekking tot voortijdig schoolverlaten in Caribisch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG a 1 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onze referentie 463105 Bijlagen 1 Datum 26 november 2012 Betreft Wijziging Formatiebesluit in verband met het budgetteren

Nadere informatie

Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ)

Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ) Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ) November 2009 Afdeling Inwonerszaken De Raad van de gemeente Midden-Delfland; Gezien het advies van de Commissie Samenleving d.d. 13 januari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 975 Wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal tot te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB)

Nadere informatie

Raadsvoorstel met betrekking tot de organisatie Regionale Meld- en Coordinatiefunctie

Raadsvoorstel met betrekking tot de organisatie Regionale Meld- en Coordinatiefunctie gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Raadsnummer Og.Rgy6.OOZ lnboeknummer osvoo646x Beslisdatum BSxW x6 september soos Dossiernummer aag.ssx Raadsvoorstel met betrekking tot de organisatie

Nadere informatie

Aanval op de uitval. perspectief en actie

Aanval op de uitval. perspectief en actie Aanval op de uitval perspectief en actie Fatma wil fysiotherapeut worden. En dat kan ze ook. Maar ze heeft nog een wel een lange leerloopbaan te gaan. Er kan in die leerloopbaan van alles misgaan waardoor

Nadere informatie

SPECIFIEK ONDERZOEK AAN- EN AFWEZIGHEIDSREGISTRATIE EN MELDING VERZUIM ZONDER GELDIGE REDEN

SPECIFIEK ONDERZOEK AAN- EN AFWEZIGHEIDSREGISTRATIE EN MELDING VERZUIM ZONDER GELDIGE REDEN SPECIFIEK ONDERZOEK AAN- EN AFWEZIGHEIDSREGISTRATIE EN MELDING VERZUIM ZONDER GELDIGE REDEN Zadkine Logistiek medewerker Logistiek medewerker (Logistiek medewerker) Logistiek teamleider Logistiek supervisor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 696 Schoolzwemmen Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 juli 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012

Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012 Onderwerp: Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012 Ons kenmerk: 12BWB00015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelezen het advies van het cliëntenoverleg Overbetuwe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 674 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en andere wetten in verband met de verplichting tot het gebruik van het burgerservicenummer in de jeugdzorg

Nadere informatie

2011D56821 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2011D56821 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 20D5682 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over het

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Nadere informatie

Toekomst AWBZ. Nr. XXX. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld.

Toekomst AWBZ. Nr. XXX. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld. 30 597 Toekomst AWBZ Nr. XXX VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld. In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2013 Nr. 95 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 330 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met de overgang van studerenden van de ziekenfondsverzekering naar de particuliere

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VERLOF. Eerste onderzoek

RAPPORT VAN BEVINDINGEN MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VERLOF. Eerste onderzoek RAPPORT VAN BEVINDINGEN MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VERLOF Eerste onderzoek Basisschool De Wingerd Plaats : Lelystad Gemeente : Lelystad BRIN-nummer : 15FM-C1 Onderzoeksnummer : 292716 Datum onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17134 26 juni 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 juni 2013, nr. JOZ/499515,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 887 Samenvoeging van de gemeenten Heerjansdam en Zwijndrecht Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 13 november 2001 De vaste commissie voor Binnenlandse

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 7 juni 2001 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport OVERZICHT van stemmingen in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 635 Invoering WEB Nr. 15 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 7 mei 1999 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV Eerste heronderzoek. ROC West-Brabant te Etten-Leur

MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV Eerste heronderzoek. ROC West-Brabant te Etten-Leur MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV Eerste heronderzoek ROC West-Brabant te Etten-Leur Locatie Cingel College te Breda Opleiding Facilitaire dienstverlener (Facilitaire leidinggevende) definitief December

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 122b 25 114 Regels met betrekking tot de inburgering van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering nieuwkomers) MEMORIE VAN

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 472 Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 8 februari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 404 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 268 Wijziging van de Wet op de Raad voor het openbaar bestuur en intrekking van de Wet op de Raad voor de financiële verhoudingen in verband

Nadere informatie

MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV Eerste heronderzoek. Nordwin College te Leeuwarden. Dierverzorging 3/4 (Dierverzorger melkvee)

MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV Eerste heronderzoek. Nordwin College te Leeuwarden. Dierverzorging 3/4 (Dierverzorger melkvee) MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VSV Eerste heronderzoek Nordwin College te Leeuwarden Dierverzorging 3/4 (Dierverzorger melkvee) November 2012 Plaats: Leeuwarden BRIN: 12VI Onderzoeksnummer: 127740 Kenmerk:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 27 565 Alcoholbeleid Nr. 125 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 februari 2014 In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 260 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 636 Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 ter implementatie van de vierde

Nadere informatie