Voorwoord. Hallo. Wij hopen dat door het gebruik van deze map, diabetes voor jou en je ouders een stukje begrijpelijker wordt.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorwoord. Hallo. Wij hopen dat door het gebruik van deze map, diabetes voor jou en je ouders een stukje begrijpelijker wordt."

Transcriptie

1

2 Voorwoord Hallo Voor jou ligt de zorgmap Kinderdiabetes van Kidz&Ko. Deze map bevat informatie over de zorg voor jou rondom de diabetes. In de map wordt diabetes mellitus uitgelegd, maar kun je ook informatie opzoeken over insuline, glucose, voeding, hypo s en hypers. Met deze informatie hopen we dat alles rondom Diabetes Mellitus duidelijk voor je wordt. Als je vragen hebt kun je hier altijd voor terecht bij je diabetesverpleegkundige Bij ieder polikliniekbezoek kun je de map meenemen, dan kun je altijd laten zien wat je bijvoorbeeld niet begrijpt of waar je graag over wilt praten. Wij hopen dat door het gebruik van deze map, diabetes voor jou en je ouders een stukje begrijpelijker wordt. Groetjes, Het Kinderdiabetesteams Kidz&ko Educatie Kidz&Ko, juli

3 Inhoudsopgave Voorwoord Hoofdstuk 1 Inleiding - Voorstellen leden van het team 5 - Telefonische bereikbaarheid 7 - Mailcontact 8 Hoofdstuk 2 Diabetes mellitus - Wat is diabetes mellitus 10 - Insuline 12 - Instructie insuline spuiten 14 Hoofdstuk 3 Bloedglucose - Glucose controleren 17 - Hypoglycaemie 19 - Glucagen 22 - Hyperglycaemie 23 - Correctieadvies bij hyperglycaemie 25 - Ketonen in het bloed 27 - Hba1c 29 Hoofdstuk 4 Voeding - Diabetes en voeding, nieuw 31 - Koolhydraten en etiketten lezen 33 - Zoetstoffen 37 Hoofdstuk 5 Algemene zaken in verband met diabetes mellitus - Bewegen en sport 40 - School 46 - Vakantie 51 - Ziek zijn 54 - Voetzorg 55 - Internetsites 56 Bijlage te verkrijgen via diëtiste: - Gezonde voeding en gezond gewicht - Alcohol en diabetes Educatie Kidz&Ko, juli

4 Educatie Kidz&Ko, juli

5 Het kinderdiabetesteam Kidz&Ko Samenwerken in een groot gebied is gebruik maken van elkaars expertise en toch persoonlijke zorg en aandacht voor iedereen dichtbij huis. Met deze filosofie heeft het Brabantse samenwerkingsverband Kidz&Ko een belangrijke stap gezet voor goede diabeteszorg aan kinderen, tieners en hun ouders. De samenwerking werd in het najaar van 2007 gestart door de kinderdiabetesteams van het St. Elisabeth Ziekenhuis en het TweeSteden ziekenhuis in Tilburg, het Jeroen Bosch Ziekenhuis in s Hertogenbosch, het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven en het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond. Een jaar later kwamen daar nog bij het Bernhoven Ziekenhuis in Uden/Oss en het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop. Samen hebben zij ruim 500 kinderen onder behandeling. De naam Kidz&Ko staat voor KinderDiabetesZorg en KwaliteitsOverleg. Belangrijk is dat de kinderen en ouders de diabeteszorg dichtbij huis krijgen en kunnen profiteren van de voordelen van onze samenwerking op grote schaal. Zo kunnen wij de resultaten, bijvoorbeeld HbA1c waarden evalueren en behandelplannen zo nodig aanpassen om samen een nog beter niveau te bereiken. Vier keer per jaar brengt Kidz&Ko een nieuwsbrief uit. Op de website van Kidz&Ko: staat regelmatig actuele informatie. Waaruit bestaat het kinderdiabetesteam? Het uitgangspunt van de behandeling is dat kind en ouders zo zelfstandig mogelijk met de diabetes om kunnen gaan. Hierbij krijgen het kind en de ouders begeleiding vanuit hun diabetesteam. De kinderarts De kinderarts is eindverantwoordelijk voor de behandeling van de diabetes bij het kind. Vier keer per jaar wordt er een HbA1c afgenomen en een keer per jaar vindt de jaarcontrole plaats. De kinderarts beoordeelt deze waarden en kijkt eventueel ook naar de nadelige gevolgen van de diabetes en past zijn plan hierop aan. De kinderdiabetesverpleegkundige De kinderdiabetesverpleegkundige leert ouders en hun kind alles over de diabetes en de dagelijkse dingen die hierbij komen kijken. Hierbij kan worden gedacht aan het controleren van de bloedglucosewaarden en het spuiten van insuline, instructie insuline pomp, ketonen meter, glucosesensoren. Verder geeft zij uitleg over de hoge en lage waarden en hoe je daarmee het beste om kan gaan. Ook voor vragen over materialen zoals: insulinepennen, bloedglucosemeters, insulinepompen e.d., kun je terecht bij de verpleegkundige. De diëtist De diëtist bekijkt wat voor invloed eten heeft op de bloedglucosewaarden. Daarbij leert de diëtist, het kind, hoe de insuline aangepast moet worden op de eetgewoontes. Ook leert de diëtist, kind en ouders voeding en insuline op elkaar af te stemmen. De psycholoog Elk kind met diabetes krijgt een intakegesprek met een psycholoog. Diabetes kan in de dagelijkse terugkerende zorg (bloedglucosewaarden meten, koolhydraten tellen, insuline Educatie Kidz&Ko, juli

6 toedienen, omgevingsfactoren) een behoorlijke psychische belasting zijn. Daarom bieden wij de mogelijkheid aan ouders en kind om hierin begeleiding te krijgen. De psychologe geeft in het gesprek aan welk aanbod er is gericht op de sociaal-emotionele aspecten waarop diabetes van invloed kan zijn. Mailcontact Omdat er veel gecommuniceerd wordt aan de hand van zijn er enkele richtlijnen opgesteld zodat voor iedereen duidelijk is wat er van hem/haar verwacht wordt en ook wat de verwachtingen van het kinderdiabetesteam zijn. De wordt uitsluitend gebruikt voor niet dringende zaken. Wanneer je meteen antwoord wilt hebben, gebruik de telefoon. Wanneer jullie de kinderdiabetesverpleegkundige een sturen, mogen jullie binnen 3 werkdagen een antwoord terug verwachten. Houd hierbij rekening met feestdagen en weekenden. Soms zal het voor de kinderdiabetesverpleegkundige niet mogelijk zijn om binnen die 3 werkdagen een antwoord te geven, door bepaalde factoren. Er zal dan door de kinderdiabetesverpleegkundige een worden verstuurd met de mededeling dat het antwoord wat langer op zich laat wachten. De s die jullie versturen worden allemaal bewaard. De kinderdiabetesverpleegkundige wil graag weten of een mail is aangekomen en gelezen is. Dit omdat hier belangrijke gegevens in kunnen staan, zoals insuline veranderingen. Om deze reden willen zij graag een ontvangst/leesbevestiging ontvangen. Wij hopen dat hierbij duidelijk is wat de wederzijdse verwachtingen met betrekking tot het e- mail verkeer zijn. Bij vragen kunnen jullie altijd bij iemand van het kinderdiabetesteam terecht. Statistieken Binnen Kidz&ko werken we mee aan landelijke initiatieven ter verbetering van de kinderdiabeteszorg. Hiervoor worden op anonieme basis gegevens geregistreerd in een database. Hierbij kun je denken aan het verzamelen van HbA1c waarden en uitslagen van jaarcontroles. Hiervoor is juridisch geen toestemming nodig omdat het een anonieme registratie is. Educatie Kidz&Ko, juli

7 Educatie Kidz&Ko, juli

8 Wat is diabetes mellitus? Hoe werkt mijn lichaam? Om te begrijpen wat diabetes is, moet je eerst weten hoe je lichaam werkt als je geen diabetes hebt. Wanneer je wat gaat eten, komt dit via je maag in je darmen terecht. Een belangrijk onderdeel van eten, zijn de koolhydraten. Van deze koolhydraten wordt in je lichaam suiker (glucose) gemaakt. Die glucose gaat via je darmen naar het bloed. De glucose moet via het bloed in de cellen van je lichaam komen, zodat je hier energie van krijgt. Net zoals bij een auto, die heeft ook benzine (=energie) nodig om te kunnen rijden. Om glucose vanuit het bloed in de lichaamscellen op te nemen, is insuline nodig. Deze insuline wordt gemaakt in de alvleesklier. Bij mensen met diabetes mellitus maakt de alvleesklier te weinig of geen insuline aan. Hierdoor wordt glucose niet of te weinig vanuit het bloed opgenomen in de lichaamscellen. De glucose blijft dan in je bloed zitten, waardoor je lichaam te weinig energie krijgt. Als je teveel glucose in je bloed hebt, ga je dit uitplassen. Je lichaam probeert op deze manier je bloedglucose lager te krijgen. Doordat je zo vaak moet plassen, krijg je ook veel dorst. Dit is vaak de reden dat je naar de huisarts bent gegaan. Naast veel plassen en dorstig zijn, ben je ook vaak wat afgevallen in gewicht. Educatie Kidz&Ko, juli

9 Er zijn verschillende typen diabetes mellitus: Diabetes mellitus type 1: Insuline wordt gemaakt in de bêta-cellen van de eilandjes van Langerhans, die in de alvleesklier liggen. Die bêta-cellen worden door je eigen lichaam kapot gemaakt. Het is nog niet precies bekend hoe dat dit komt. Als alle bêta-cellen kapot zijn, wordt er geen insuline meer gemaakt. Deze vorm heet diabetes mellitus type 1. Bij diabetes mellitus type 1, moet altijd insuline gegeven worden via injecties of een insulinepomp. Of je insuline krijgt via injecties of de insulinepomp, hangt van verschillende factoren af. Bijvoorbeeld van je leeftijd, of je zelf al kan spuiten en wat je lichaam nodig heeft. Bij vragen altijd bespreken met je eigen diabetesteam. Diabetes mellitus type 2 Bij diabetes mellitus type 2, maakt de alvleesklier wel insuline aan, maar onvoldoende. Het kan ook zijn dat de insuline niet zo goed werkt. Insuline-injecties zijn niet altijd nodig. Toch moet een groot deel van de mensen met dit type diabetes mellitus, uiteindelijk ook insuline spuiten. Als je overgewicht hebt, kan het helpen als je begint met afvallen. Mody Mody is een afkorting van het Engelse Maturity-Onset Diabetes of the Young, een vorm van diabetes die op jonge leeftijd begint. De aanleg voor Mody is meer erfelijk dan de gewone soorten diabetes Er zijn verschillende Mody- vormen. Bij allemaal is er wat mis gegaan bij de aanleg van de alvleesklier tijdens de zwangerschap. Het gevolg is dat de alvleesklier al vroeg in het leven uitgeput raakt en minder insuline kan maken. De verschillende Mody vormen kunnen worden bepaald met genetische testen. Daardoor kan de behandeling op maat worden gemaakt. Lada Dit is een vorm van diabetes type 1 die zich vermomt als diabetes type 2, doordat hij heel geleidelijk begint. Het woord LADA is een afkorting van het Engelse Latent Auto-immune Diabetes in Adults. Vooral bij jonge, slanke mensen die diabetes type 2 krijgen is het zinvol om toch nader te onderzoeken, want het maakt uit voor de behandeling van LADA. Educatie Kidz&Ko, juli

10 Insuline Je lichaam heeft insuline nodig om de glucose uit het voedsel te kunnen gebruiken voor energie. Daarnaast heeft het lichaam continue behoefte aan een kleinere hoeveelheid insuline, de basale behoefte. De lever produceert altijd een beetje glucose. Daarom heb je gedurende de nacht ook insuline nodig, ook al eet je niet. Normaal gesproken maakt de alvleesklier zoveel insuline als het lichaam nodig heeft; de hele dag door een klein beetje, en grotere hoeveelheden na de maaltijden. Als je Diabetes Type 1 hebt dan maakt je alvleesklier geen insuline meer aan en moet je dit zelf gaan toedienen. Dit moet meerdere keren per dag met een insulinepen of insulinepomp. Verschillende soorten insuline, de soort en frequentie van het gebruik wordt afgestemd met het behandelend kinderdiabetesteam. In onderstaand schema zie je een overzicht van alle insuline verkrijgbaar in Nederland Bij vragen kan het behandelend kinderdiabetesteam toelichting geven op de werking van de insuline. Kortwerkende insuline 1. (Ultra)kortwerkende insuline-analogen Handelsnaam Start werking Piekwerking Werkingsduur Apidra 15 min uur 2-5 uur Humalog 15 min uur 2-5 uur Novorapid 15 min uur 2-5 uur Deze insulines kunnen direct voor de maaltijd gegeven worden. Wanneer je uit eten bent, de insuline pas gaan toedienen als het gerecht geserveerd wordt! 2. Kortwerkende humane- insuline Handelsnaam Start werking Piekwerking Max. werkingsduur Humaject 0.5 uur 1-4 uur 7-8 uur Humuline Regular uur 1-4 uur 7-8 uur Insuman Infusat uur 1-4 uur 7-8 uur Insuman Rapid uur 1-4 uur 7-8 uur Deze insulines hebben de voorkeur om 15 tot 20 minuten voor een maaltijd toegediend te worden. Dit om hogere glucosewaarden direct na de maaltijd te voorkomen. Langwerkende insuline 1. Langwerkende insuline-analogen Handelsnaam Start werking Piekwerking Werkingsduur Lantus 1-2 uur geen 24 uur Levemir 1-2 uur Bijna geen uur Tresiba 1-2 uur geen > 24 uur 2. Langwerkende humane insulines (NPH) Handelsnaam Start werking Piekwerking Werkingsduur Insulatard 1-2 uur 2-12 uur uur Humuline NPH 1-2 uur 2-12 uur uur Educatie Kidz&Ko, juli

11 Insuman Basal 1-2 uur 2-12 uur uur Mengsel van kort- en middellangwerkende insuline (mix) Handelsnaam Start werking Max. werkingsduur Humalog Mix 15 minuten uur Humuline uur uur Insuman comb uur uur Novomix * 15 minuten Max. 24 uur Bron: Farmacotherapeutisch Kompas ( publicatie Diabc, februari 2011) * Er bestaan verschillende samenstellingen bij mixinsuline. Hierover kan het behandelend team meer uitleg geven. Eenheden De hoeveelheid insuline wordt uitgedrukt in internationale eenheden (I.E.). Deze eenheden zijn internationaal gestandaardiseerd, in elk land ter wereld wordt met een eenheid dezelfde hoeveelheid insuline bedoeld. Hoeveel eenheden iemand nodig heeft is per individu afgestemd. Houdbaarheid insuline Gebruik insuline niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het patroonetiket en het kartonnen doosje. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van de maand. Insuline die niet direct in gebruik is, moet in de koelkast bij 2-8 graden Celsius worden bewaard, bij voorkeur in de groentelade onder in de koelkast. Insuline die in gebruik is of als reserve wordt meegenomen, hoeft niet in de koelkast bewaard te worden. Je kunt insuline bij kamertemperatuur 4 weken bewaren. Een enkele insuline kan 6 weken buiten de koelkast bewaard blijven, de apotheek kan hier altijd antwoord op geven. Adviezen voor bewaren van insuline. Insuline moet worden beschermd tegen extreme hitte (>25º C) en licht, dit heeft gevolgen voor de werkzaamheid. Wanneer de insuline bevroren is, verliest deze alle werking. Dit is alleen niet zichtbaar aan de insuline! Tips: - Insuline niet tegen koelelementen bewaren op reis. - Bij extreme vorst de insuline niet in de schooltas meenemen bij fietsen naar school. - Let op: insuline niet in auto laten liggen bij vorst of hitte. Educatie Kidz&Ko, juli

12 Hoe spuit je insuline? Instructie voor de insuline injectie met de insulinepen, deze wordt gegeven door de kinderdiabetesverpleegkundige of een verpleegkundige op de afdeling. De stappen van het insuline spuiten: 1. Klaar leggen: gevulde insulinepen, naald, naalden container. 2. Handen wassen met water en zeep. 3. Naaldje op de pen draaien of klikken. 4. Voor iedere injectie de pen ontluchten; speciaal hierop letten na het vervangen van de penfill en bij een dosering minder dan 4 eenheden insuline. (zie voor vervangen penfill gebruiksaanwijzing pen) stel 2 eenheden in met de insulinepen houd de insulinepen rechtop met naald naar boven en tik zachtjes tegen het insulinereservoir duw de drukknop helemaal in totdat er een aantal druppels insuline boven aan de naald verschijnt, eventueel enkele malen herhalen. de pen is nu klaar voor gebruik. 5. Stel de pen in op de te geven dosis (volgens afspraak arts). 6. Kies de spuitplaats uit, desinfecteren van de huid hoeft niet, infectiegevaar is nihil. 7. Let op: Houd de pen in de palm van de hand met de duim op de drukknop, het inprikken van de naald en het inspuiten van de insuline kun je in één keer doen. Nieuwe afbeelding BD 9 De spuitplaats fixeren of laten fixeren. De naald rechtop in de huid zetten en de drukknop indrukken. De insuline rustig inspuiten, 10 seconden wachten, naald verwijderen en de huid loslaten. (individueel kan er een andere techniek gekozen worden, dit is altijd in overleg met je kinderdiabetesverpleegkundige) 10 Naald in de naaldcontainer doen. Educatie Kidz&Ko, juli

13 Voorkeur plaatsen voor insuline injectie: De opnamesnelheid van de insuline is verschillend vanuit de diverse injectiegebieden. De volgorde van snelle en minder snelle opname is: buik, armen, benen en billen. Hiermee moet je dus rekening houden met de werking van de insuline. Afspraak: - Snelwerkende insuline in de buik - Langwerkende insuline in been/bil - Bovenarm heeft geen voorkeur bij kinderen. Bij kinderen komt het voor dat ze niet genoeg buik (vet) hebben om in te spuiten of ze vinden het enger om zichzelf in de buik te injecteren. In dat geval start je met alleen in benen en billen te spuiten. Waar kun je precies spuiten: - Buik: gehele buik, 5 cm rondom de navel vrijhouden - Benen: boven-buitenkant van de bovenbenen, waarbij je een handbreedte boven de knie moet vrijlaten. - Billen: bovenste buitenste bilkwadrant De plaats waar je gaat injecteren elke keer wisselen om spuitplaatsen te voorkomen. Door veelvuldig op dezelfde plaatsen te injecteren kan er lipohypertrofie ontstaan waardoor de werking van de insuline onbetrouwbaar wordt. Maak evt. gebruik van rotatiekaarten. Pijnlijke injecties kunnen vooral voorkomen bij in het been injecteren. Dit komt veelal door spanning en daardoor intramusculaire toediening. Ontspanningstechnieken kunnen zeer bruikbaar zijn. Aandachtspunt: Na het injecteren kan er een druppeltje bloed of insuline terugkomen. Hier hoef je niets mee te doen. Komt dit vaker voor dan kun je overleggen met de kinderdiabetesverpleegkundige. Indien de vereiste dosis groter is dan 40 eenheden, wordt aangeraden om deze dosis te verdelen over 2 injecties, te injecteren op verschillende plaatsen binnen eenzelfde zone. Educatie Kidz&Ko, juli

14 Educatie Kidz&Ko, juli

15 Bloedglucosewaarden controleren Het belang van glucose meten in het bloed De uitspraak meten is weten gaat zeker op voor kinderen met diabetes. Alle kinderen hebben een wisselende dagindeling met beweging en slapen, als kind ben je continu in ontwikkeling. Hierdoor kunnen de glucosewaarden meer schommelen dan bij bijvoorbeeld volwassenen. Door vaak te meten, weet je hoe het met de glucosewaarde in het bloed is en kun je hierop reageren. Het streven blijft naar een glucosewaarde tussen de 4 en 7 mmol om de kans op late complicaties te verkleinen. In het dagelijkse leven zullen er altijd schommelingen zijn, omdat er meerdere factoren bepalend zijn voor de glucosewaarden op dat moment. Bijvoorbeeld door verschillende activiteiten, maar kan ook gaan schommelen door stress. Bloedglucosemeter Er zijn diverse soorten bloedglucosemeters verkrijgbaar, in overleg met de diabetesverpleegkundige kun je zien welke meter het beste bij je past. In de handleiding van de meter staat welke mogelijkheden er zijn en hoe deze zijn te bedienen. Elke meter heeft een geheugen voor vele metingen, om optimaal voor je diabetes te zorgen is het belangrijk om inzicht in deze gegevens te krijgen. Dit kan door de bijbehorende software om de 2 tot 4 weken uit te lezen of je schrijft de glucosewaarden op in een glucosedagboekje. Je kunt hierdoor een trend ontdekken waar je altijd te laag of te hoog uitkomt met je glucosewaarde. Wanneer je bijvoorbeeld voor elke lunch een hypo krijgt, dan kun je de insuline van de ochtend verminderen om herhaling van hypo s te voorkomen. Instructie voor zelfcontrole van bloedglucosewaarde 1. Was je handen met lauw water voor een betere doorbloeding en een schone huid. Droog daarna je handen goed af. 2. Leg de volgende spullen alvast klaar: glucosemeter, teststrip, prikpen, lancet, naaldencontainer, glucosedagboekje. 3. Plaats de lancet in de prikpen, stel de juiste diepte in en span deze. 4. Plaats de teststrip in de meter (controleer zo nodig de code) 5. Plaats de prikpen op de zijkant van de vingertop en druk op de ontspanknop. Je mag alle vingers gebruiken om te prikken zolang je afwisselt van prikplaats.* 6. Wacht totdat de druppel bloed voldoende groot is, plaats de druppel volgens metervoorschrift van de fabrikant op de teststrip. 7. Wacht totdat na het aftellen van de meter de glucosewaarde op de display verschijnt. 8. Schrijf de waarde in het glucosedagboekje. 9. Handel daarna volgens de afspraken van de kinderarts. * Er bestaat een mogelijkheid om de glucosewaarde te controleren via het prikken in de onderarm, hier gelden specifieke aandachtspunten bij. Dit gaat altijd in overleg met het team. Aandachtspunten: - Het is niet nodig om je vingers met alcohol te ontsmetten. Het infectiegevaar van een vingerprik is klein. - Bij twijfel van een hoge glucosewaarde, handen goed wassen en opnieuw bepalen. - Zorg dat je meter juist gecodeerd is, indien nodig. - Bij het meten van de bloedglucose kan het voorkomen dat de meter HI aan geeft. HI staat voor High, en High is de Engelse term voor hoog. Bij de meeste glucosemeters is dit hoger dan 33,3 mmol/l. Bij deze uitslag moet de glucose gecorrigeerd worden volgens afspraak met het behandelend team. Educatie Kidz&Ko, juli

16 Richtlijn voor het glucose meten: - Bij voorkeur dagelijks glucose meten: Voor elke maaltijd en voor het slapen gaan en om drie uur s nachts, indien de lang werkende insuline is bijgesteld. Bij twijfel moet je ALTIJD tussendoor meten. Educatie Kidz&Ko, juli

17 Hypoglykemie Bij een hypoglykemie (= hypo) is er te weinig glucose in je bloed. De bloedglucosewaarde is lager dan 3,5 mmol/l. Meestal voel je dat je te laag zit, maar je kunt het ook meten door je bloedglucose te controleren. Wanneer kun je een hypo krijgen?: als je teveel insuline spuit/bolust met pomp als je te weinig of te laat eet als je gaat sporten of meer in beweging bent als de insuline te snel opgenomen wordt bijvoorbeeld bij warm weer, sauna of spuitplaatsen Bij alcohol gebruik Hoe herken je een hypo? Je lichaam gaat waarschuwingssignalen geven. Deze kunnen bij iedereen verschillend zijn. Soms heb je maar 1 of 2 signalen, andere hebben er meer. Je leert dit bij jezelf te herkennen. Er zijn ook momenten dat je erg geconcentreerd bezig bent waardoor je de eerste signalen niet goed opmerkt. Kijk maar op het volgende plaatje: Educatie Kidz&Ko, juli

18 Wat toe doen bij een hypo? Meet je bloedglucosewaarde en is deze lager dan 3,5 mmol/l, dan heb je een hypo. Bij een hypo moet je snel koolhydraten eten of drinken. De koolhydraten moeten snel opgenomen worden in je lichaam. Gebruik daarom Dextro Energy tabletten of suikerhoudende dranken. Zie onderstaand schema voor de hoeveelheid: Lichaamsgewicht (kg) Koolhydraten (gram) of zwaarder 21 In een glucosetablet (Dextro Energy) zitten 3 gram koolhydraten, probeer een glas water erbij te drinken voor een snellere werking van de Dextro. Als de volgende maaltijd nog lang duurt (2 uur of langer), eet dan een kleinigheid extra van ongeveer 10 á 15 gram koolhydraten, bijvoorbeeld een Evergreen, appel of een boterham. Kijk na 20 minuten hoe de bloedglucosewaarde is. Als je bloedglucosewaarde dan nog steeds te laag is, kun je het beste nog een keer Dextro pakken of iets drinken. Ben je niet in staat te eten of te drinken omdat je niet goed reageert, dan kan iemand anders glucagen spuiten (zie instructie glucagen) of het alarmnummer 112 bellen. Probeer altijd te achterhalen wat de oorzaak is geweest van de hypoglycaemie zodat je hier een volgende keer rekening mee kunt houden. Meer informatie over de hoeveelheid koolhydraten van eten en drinken is te vinden in de dieettabel of in de koolhydraatlijst. Nachtelijke hypo s Soms kun je s nachts in je slaap last krijgen van een hypo. In sommige gevallen word je zelf of je ouders dan wakker, andere keren wordt het niet gemerkt. Als je slaapt voel je een hypo niet altijd en dan kun je er dus ook niet altijd op reageren. Je kunt als je twijfelt, je ouders een keer s nachts om uur de bloedglucosewaarde laten bepalen. Wanneer deze te laag (lager dan 4 mmol/l) is, moet je iets eten/drinken dat makkelijk is. Zoals limonade of vla. Pak liever niet iets waar je op moet kauwen, als je te slaperig bent kun je je makkelijker verslikken. Een hypo in de nacht kan regelmatig voorkomen. Ook bij mensen zonder diabetes komt de glucosewaarde midden in de nacht wel eens bij de 3,5 mmol/l. Maar als je diabetes hebt kan deze door de insuline in je lichaam nog verder zakken. Hier merk je soms niets van, maar vaak krijg je wel een tegenreactie van je lichaam. Je kunt ze herkennen aan een hele hoge glucosewaarde als je opstaat, of aan vermoeidheid/hoofdpijn/overmatige transpiratie als je wakker wordt. Sommige kinderen zijn er wat humeurig van. Als dit het geval is, is dit een reden om eens te kijken of je wel of niet een hypo hebt gehad in de nacht. Dit kan door extra je bloedglucose te controleren of door een continue bloedglucosemeting te doen. Educatie Kidz&Ko, juli

19 Een hypo voorkomen s nachts Om een hypo te voorkomen in de nacht is het van belang dat je bloedglucose voor het slapen gaan niet te laag is. De volgende richtlijn kun je hiervoor aanhouden: gebruik pomp glucose > 5 á 6 mmol gebruik langwerkende insuline levemir of lantus, glucose > 6 mmol gebruik van een mix-insuline, glucose > 8 mmol. Is je glucose lager dan hierboven beschreven en hoger dan 4 mmol dan gebruik je 15 gram koolhydraten. Is je glucose voor het slapen lager dan 4 mmol, neem dan je voorgeschreven dextro s in volgens het hypo-advies en neem 15 gram koolhydraten. Als je met regelmaat een te lage glucosewaarde hebt voor het slapen dan kun je overleggen met het kinderdiabetesteam om hiervoor een oplossing te vinden. Een regelmatig terugkerende hypoglycaemie, op welke tijd dan ook, betekent een structurele oplossing zoeken samen met het kinderdiabetesteam Educatie Kidz&Ko, juli

20 Glucageninjectie Instructie voor het toedienen van een Glucagen injectie wordt gegeven door de kinderdiabetesverpleegkundige aan het kind, ouders/begeleiders of andere betrokkenen als hier indicatie voor is. In de lever en spieren is een beperkte hoeveelheid glycogeen opgeslagen. Door toediening van GlucaGen wordt glycogeen omgezet in glucose, waardoor de bloedglucosespiegel stijgt. Bij een ernstige hypoglykemie bestaat de mogelijkheid dat er na een injectie GlucaGen geen of onvoldoende verbetering van de situatie ontstaat door onvoldoende glycogeen voorraad. Een tweede injectie heeft dan geen zin. Het is dan noodzakelijk dat er een glucoseoplossing wordt toegediend door de arts of ambulance verpleegkundige. GlucaGen is alleen verkrijgbaar op recept. Er is maar één firma die dit medicijn produceert, dit is de firma Novo Nordisk. De GlucaGen aquaject verpakking is een verpakking met daarin: Een flacon met 1 mg GlucaGen poeder; Een voorgevulde spuit met oplosmiddel (gedestilleerd water); Een in de deksel bevestigde gebruiksaanwijzing; GlucaGen dient in een spier (intramusculair) toegediend te worden, om de bloedglucosewaarde te doen stijgen. Ernstige hypoglykemie, wanneer de patiënt niet meer in staat is adequaat te slikken. Oplossen van de poeder, door middel van de bijgeleverde spuit met gedistilleerd water. Verwijder de oranje dop van de flacon. Verwijder het beschermkapje van de naald en prik deze door het rubberen afdekplaatje van de flacon; Injecteer alle oplosmiddelen in de flacon en zwenk deze op en neer (zonder de naald eruit te halen) totdat de GlucaGen volledig is opgelost en de oplossing helder is geworden; Zuig alle vloeistof op door de zuigerstang terug te trekken. Pak vervolgens een brede plooi van het dijbeen, of bil van de patiënt en breng de naald in zijn geheel in en druk de spuit met Glucagen volledig leeg. (Bij personen met een lichaamsgewicht van 25 kg of minder slechts de helft toedienen) In het algemeen geldt dat GlucaGen overal in de spieren geïnjecteerd kan worden, echter het bovenbeen geniet de voorkeur en is snel bereikbaar Na de GlucaGen injectie zal de patiënt binnen 10 à 15 minuten bijkomen uit de hypoglykemie Nadat de patiënt is bijgekomen uit de hypoglykemie direct glucose toedienen d.m.v. dextro s of ranja. (zie protocol hypoglykemie) Oorzaak opsporen van de ernstige hypoglykemie om eventuele herhaling te voorkomen en indien nodig de insulinedosis aanpassen. In sommige ziekenhuizen wordt er motilium gegeven i.v.m. misselijkheid na het geven van de GlucaGen Indien er glucagen gebruikt is, dit altijd direct doorgeven aan het behandelend diabetesteam of dienstdoende kinderarts. Educatie Kidz&Ko, juli

21 Hyperglycaemie Bij een hyperglykemie (hyper) is er te veel glucose in je bloed. De bloedglucosewaarde is hoger dan 8 mmol/l. Soms merk je zelf dat je te hoog zit (zie plaatje). Je kunt het ook meten door je bloedglucose te controleren. Wanneer kun je een hyperglykemie krijgen? Als je te weinig insuline spuit Injectie/bolus van insuline vergeten Als je meer eet en hiervoor geen extra insuline spuit Als je minder beweging hebt dan normaal, bijvoorbeeld in het weekend Als je insuline niet goed wordt opgenomen door spuitplaatsen Ziekte, koorts Stress Insulinepomp oorzaken, bijvoorbeeld canuleverstopping. Hoe herken je een hyper? De volgende signalen kun je krijgen als je bloedglucose te hoog wordt Je zult zelf gaan ervaren wat bij je lichaam past, vaak voel je de signalen pas bij een veel hogere glucosewaarde. Is je bloedglucose tussen de 8 en 15 mmol dan zal je lichaam niet echt signalen geven, hiervoor is het dan weer belangrijk dat je regelmatig je bloedglucose controleert. Een belangrijk signaal is vaak ook de wisseling in je stemming/humeur, een hogere bloedglucose kan je meer prikkelbaar maken. In het onderstaande plaatje zie je verschillende kenmerken van een hyper: Educatie Kidz&Ko, juli

22 Wat te doen bij een hyperglykemie? Wanneer je je bloedglucosewaarde meet en deze is hoger dan 8 mmol/l dan heb je een hyperglykemie. Heb je een bijregelschema gekregen om je hoge waarden te corrigeren, dan volg je de adviezen hiervoor. ls je bloedglucosewaarde hoger dan 15 mmol/l blijft nadat je deze al hebt gecorrigeerd, moet je weten of je te weinig insuline in je lichaam hebt. Dat kun je te weten komen door de ketonen in je urine of bloed te meten. Heb je nog geen bijregelschema kun je het volgende doen: Extra drinken zonder suikers Bewegen* *Bewegen helpt niet als je een echt insuline tekort hebt, want hierdoor zijn er al ketonen in je lichaam. Aandachtspunt: Afhankelijk van de soort insuline en het tijdstip van toediening zal de glucosewaarde nog beïnvloed worden door werkzame insuline. Hierover kun je overleggen met het kinderdiabetesteam. BRAKEN = BELLEN!! Braken kan een signaal van je lichaam zijn dat je een ernstig tekort aan insuline hebt, hiervoor is behandeling van een kinderarts nodig. Educatie Kidz&Ko, juli

23 Correctie advies bij een hyperglykemie De kinderarts of diabetesverpleegkundige zal in eerste instantie uitleg geven over de correctie bij een hyperglykemie. De correctiefactor wordt berekend vanuit het dagtotaal aan insuline. Hoe meer insuline er gebruikt wordt per 24 uur, hoe meer insuline er nodig is om een hoge glucosewaarde te verlagen. Waarschijnlijk is dit elke dag wel anders. Daarom neem je van ongeveer 7 dagen het gemiddelde van de dagtotalen. Extra insuline is nodig vanaf een glucosewaarde van 8 mmol. De streefwaarde is corrigeren naar 5 mmol. Bij gebruik van een insulinepomp kun je de dagtotalen teruglezen in de pomp. De correctiefactor wordt berekend vanuit de formule en is afgestemd of leeftijd. Kinderen van 0-5 jaar: 120 gedeeld door totale dagdosis insuline = hoeveelheid mmol glucosedaling per eenheid snelwerkende insuline. Kinderen van 5-12 jaar: 100 gedeeld door totale dagdosis insuline = hoeveelheid mmol glucosedaling per eenheid snelwerkende insuline. Kinderen > 12 jaar: 80 gedeeld door totale dagdosis insuline = hoeveelheid mmol glucosedaling per eenheid snelwerkende insuline. Voorbeeld 100: 78 ( gemiddelde dagdosis) = 1,2 mmol/eh, correctiefactor = 1 EH insuline zakt de bloedsuiker 1 à 1,5 mmol. Daarna is te berekenen hoeveel insuline nodig is om streefwaarde te bereiken. De streefwaarde die we willen bereiken is 5 mmol. Huidige waarde X streefwaarde = = eenheid insuline voor correctie. Correctiefactor Bijv = = ±13 eh insuline, 1,5 Dus als je een waarde van 25 mmol hebt, wil je terug naar 5 mmol. Dit is een verschil van 20 mmol. Als je op 1 EH insuline 1,5 mmol zakt, betekent dit dat je 13 EH insuline moet bijspuiten om op 5 mmol te komen. Belangrijk is om altijd 1 ½ á 2 uur na de correctie een bloedsuiker te meten om te kijken of de correctie voldoende effect heeft gehad Deze richtlijn is berekend uit een formule waarbij er in de praktijk gekeken moet worden of deze goed bij je past. Voordat er een correctie gegeven wordt moet er rekening gehouden worden met het verloop van de dag. Bijvoorbeeld door beweging. Educatie Kidz&Ko, juli

24 Enkele aandachtspunten: Hoe hoger de waarde is, hoe meer insuline je moet spuiten om de bloedsuiker te laten dalen. Dus soms moet je misschien wel meer spuiten dan de correctiefactor aangeeft. Je moet in de gaten houden of je insulinebehoefte per dag meer wordt. Als bijvoorbeeld bij de pomp de dagtotalen hoger worden en bij het spuiten je meer moet gaan spuiten voor de maaltijd. Dan betekent dat, dat je ook je correctiefactor moet gaan aanpassen Als er problemen zijn, neem dan contact met je kinderdiabetesteam. Educatie Kidz&Ko, juli

25 Ketonen in het bloed Ketonen Alle cellen hebben brandstof nodig om energie te maken, in eerste plaats wordt daar glucose voor gebruikt. Bij mensen met diabetes is er niet altijd voldoende glucose in die cellen aanwezig. Als alternatieve brandstof gaat het lichaam dan vet gebruiken. Als afvalstoffen komen dan ketonen vrij die via de urine het lichaam verlaten. Ketonen kunnen ook via de ademhaling het lichaam verlaten, er ontstaat dan een acetongeur. Ketonen zijn ook te meten in het bloed ( -hydroxybutyraat). Wanneer is er onvoldoende glucose in de cel aanwezig? - Als kinderen honger hebben en er is onvoldoende glucose voorhanden. Spreekt men van de zogenaamde hongerketonen. Bij meting van bloedglucose is de verwachting dat deze laag zal zijn. - Wanneer er bij kinderen met diabetes voldoende (of zelfs teveel) glucose in de bloedbaan aanwezig is, maar er door gebrek aan insuline geen glucose de cel in kan. Dan gaat de cel gaat vetten gebruiken. Wanneer er daarna glucose zal worden gemeten, is de verwachting dat deze hoog zal zijn. Voorlopige conclusie Ketonen en hoge bloedglucose betekent een tekort aan insuline, bij het gebruik van een insuline pompje is er alleen maar direct werkende insuline, de kans op een tekort aan insuline gaat veel sneller. Dit kan bijvoorbeeld als het naaldje niet goed zit. Ketonen en lage bloedglucose betekent een tekort aan glucose. Wanneer kun je ketonen bepalen? - Bij aanhoudende hoge bloedglucose die na 1-2 uur niet zakt op bijbolussen/bijspuiten met direct werkende insuline - Bij misselijkheid - Bij braken - Bij een acute ziekte Wat is belangrijk bij het meten van ketonen? - Gebruik voldoende bloed - Meet ook de bloedglucose - Zo nodig ook de naald en/of het systeem verwisselen Hoe meet je ketonen? Omdat ketonen in je bloed zitten, kun je deze heel gemakkelijk meten. Je hebt dan een meter en stripjes nodig die de ketonen in je bloed kunnen bepalen. Voor het bepalen van je ketonen neem je een stripje (speciaal voor ketonen) en plaats je die in de meter, zoals bij het bepalen van je bloedglucose. Vervolgens prik je met je eigen prikpen in je vinger en breng je de bloeddruppel aan op het stripje. Na ongeveer 10 seconden verschijnt er op het afleesvenster van de ketonenmeter met de waarden van je bloedketonen. Educatie Kidz&Ko, juli

26 Uitslag: - minder dan 0.6 mmol/l: Er zijn geen tot zeer weinig ketonen in het bloed. Als de bloedglucose hoog is kan er direct werkende insuline worden bijgebolust of bijgespoten volgens eigen schema. - tussen mmol/l: Er zitten ketonen in het bloed. Als de bloedglucose hoog is kan er direct werkende insuline worden bijgebolust of bijgespoten volgens eigen schema, zonodig overleg met kinderdiabetesteam. - tussen mmol/l: Er zitten veel ketonen in het bloed. Contact opnemen met kinderdiabetesteam over de te ondernemen acties. - boven de 3 mmol/l: Er zit een forse hoeveelheid ketonen in het bloed. Direct contact opnemen met kinderdiabetesteam. Het kan nodig zijn de situatie te laten beoordelen op de Spoed Eisende Hulp. Altijd contact opnemen met het kinderdiabetesteam wanneer: - De ketonen blijven stijgen - De glucose blijft stijgen ondanks bijspuiten - Je onzeker bent over de situatie of aanpak - Braken is altijd bellen!!! Educatie Kidz&Ko, juli

27 HbA1c Wat is HbA1c? Een Hba1c is een bloedtest waarbij gemeten wordt, hoeveel glucose er gebonden is in de rode bloedcellen. Het weerspiegelt de gemiddelde bloedglucosespiegel van de afgelopen 2 tot 3 maanden. Doordat het een gemiddelde glucosewaarde is, kun je dagelijks hoge en lage waarden zien, maar gemiddeld toch goed zitten. Je voelt je het beste als er minder grote schommelingen in je bloedglucosewaarden zijn. We streven naar een waarde van HbA1c < 58 mmol/mol. Tijdens de puberteit is het door hormonale veranderingen in je lichaam moeilijk om een HbA1c < 58 mmol/mol te houden. Gedurende deze periode zul je in overleg met het kinderdiabetesteam meer insuline moeten toedienen om een acceptabele HbA1c waarde te kunnen bereiken. Een goed Hba1c is een van de gegevens die meegenomen worden om eventuele complicaties op langere termijn van diabetes mellitus te voorkomen. Het is wel belangrijk om te weten dat eventuele complicaties niet alleen gerelateerd zijn aan het HbA1c. Jaarlijks wordt er door het kinderdiabetesteam ook aandacht geschonken aan andere aspecten, zoals leefstijl en andere onderzoeken. Hierover kun je meer informatie vragen aan de kinderarts. Wanneer moet ik een HbA1c prikken/insturen? Vier keer per jaar wordt je gevraagd om een HbA1c in te sturen. Ongeveer één week voor de afspraak op de poli laat je dit prikken. Voor de kinderarts is het belangrijk om de uitslag van het HbA1c te hebben, voordat je op controle komt. De arts kan dan de behandeling op de uitslag afstemmen. Overleg met je eigen kinderdiabetesverpleegkundige wat de mogelijkheden zijn om een HbA1c te laten bepalen. Je kunt de HbA1c In het eigen ziekenhuis laten prikken (laboratorium of point of care), bij de prikpost of zelf prikken en opsturen per post. Educatie Kidz&Ko, juli

28 Educatie Kidz&Ko, juli

29 DIABETES EN VOEDING Wat is diabetes? Diabetes mellitus type 1 krijg je niet door snoepen, je kunt er zelf niets aan doen! Als je eet krijgt je suiker (= glucose) in je bloed. Insuline zorgt ervoor dat de glucose die in het bloed zit in de cellen kan. Dat levert dan energie. Deze energie uit de voeding heb je nodig om te groeien, te denken, te lopen, te praten en nog veel meer. Diabetes ontstaat door een tekort aan insuline. De alvleesklier die in je buik zit, maakt geen insuline meer. Doordat je geen insuline hebt, kunnen de cellen van je lichaam geen glucose binnenkrijgen. Je hebt dus gebrek aan energie. Je hebt diabetes.en nu? Vanaf nu heb je insuline nodig. Bloedglucose controleren, insuline spuiten, uitkijken wat je eet, hoeveel en wanneer je iets eet is vanaf nu belangrijk. Kan je blijven eten wat je gewend was? Er verandert weinig als je gewend was om gezond en regelmatig te eten. Het is vanaf nu belangrijk dat je weet hoeveel koolhydraten ergens inzitten. Koolhydraten is een verzamelnaam voor suikers. Ze worden in het maagdarmkanaal afgebroken tot glucose, glucose gaat via de dunne darm naar het bloed. Hierdoor stijgt het glucosegehalte van het bloed (bloedglucosespiegel). Vanuit het bloed moet de glucose naar de cel, want die heeft de glucose nodig voor energie. Glucose kan niet zelf vanuit het bloed in de cel, hiervoor is insuline nodig. Dit moet jij voortaan spuiten omdat er geen of te weinig insuline gemaakt wordt in je alvleesklier. Koolhydraten zijn net als vetten nodig voor het leveren van energie aan het lichaam. Er zijn verschillende koolhydraten: 1. Zetmeel: brood, aardappelen, rijst, deegwaren, peulvruchten en bindmiddelen 2. Lactose (oftewel melksuiker): melk, yoghurt, karnemelk, vla en puddig 3. Fructose (oftewel vruchtensuiker): fruit, vruchtensap, appelmoeder, compote 4. Sacharose (oftewel suiker): suikerklontje, limonade, koekjes, snoepjes, frisdrank, zoet beleg. Het is belangrijk om de maaltijden over de dag te verdelen. Hoe je dit het beste kunt doen, zal de diëtist met je bespreken. Wat mag je drinken? Als je veel frisdrank of limonadesiroop drinkt, dan kun je frisdrank light of suikervrije limonadesiroop (Slimpie of Diaran) nemen. Je kunt deze dranken drinken zonder dat je bloedglucosewaarde oploopt. Je insuline hoeft dan niet aangepast te worden. Natuurlijk kun je ook gewone dranken met suiker drinken, maar in de praktijk blijkt dat bloedglucosewaarden moeilijker onder controle te krijgen zijn, ook al houd je hier rekening mee met insuline. Dus probeer er meteen een gewoonte van te maken om suikervrije dranken te gebruiken. Maak dus gebruik van: (vruchten) thee zonder suiker Light- frisdrank (mineraal-) water Limonadesiroop zonder suiker Bouillon Educatie Kidz&Ko, juli

30 Mag je nog wel snoepen? Natuurlijk mag je weleens snoepen. Een snoepje, een ijsje, een koekje en chips kun je zeker nog eten. Let op wat, wanneer en hoeveel je snoept. Bedenk hoeveel koolhydraten daarin zitten en spuit er voldoende insuline bij. Het is niet nodig om suikervrij snoep te nemen, omdat dit vaak toch koolhydraten bevat. Bij de diëtist zal besproken worden wat gezond eten is. Verder zal nog uitgebreider gepraat worden (door de dokter, de diabetesverpleegkundige en de diëtist) over wat je doen moet met sporten, feestjes, vakantie en andere omstandigheden waar je vragen over hebt. Mag je doorgaan met sporten? Sporten is voor iedereen goed dus voor kinderen, jongeren en volwassenen met diabetes ook. Hoe meer, hoe beter! Beweging kan zorgen voor een daling van de bloedglucose. Door meer te bewegen werkt de insuline beter. Het kan nodig zijn dat je bij het sporten iets extra s eet dat koolhydraten bevat. Vaak is het mogelijk de hoeveelheid insuline aan te passen. Wist je dat de Nederlandse Norm Gezond Bewegen aangeeft hoeveel je eindelijk moet bewegen. Om gezond te blijven is het goed om minimaal vijf dagen per week 60 minuten te bewegen (lopen, fietsen, buiten spelen,etc.)! Daarnaast is het voor je coördinatie en je ontwikkeling ook goed om 1-2 keer per week te sporten. Zoek een sport die je leuk vindt en bij je past! Wat doe je wanneer je bloedglucose te laag is? Een te lage bloedglucose wordt ook wel een hypo genoemd. Of met een moeilijk woord een hypoglycemie. Je merkt dit doordat je begint te zweten, honger krijgt,gaat trillen of moeite krijgt met concentreren. Wanneer dit gebeurt heb je glucose nodig. Bijvoorbeeld druivensuikertabletten of limonade van gewone limonadesiroop. Hierdoor stijgt de bloedglucose weer en verdwijnen de verschijnselen langzaam. Dus niet vergeten druivensuikertabletten bij je te hebben voor het geval je een hypo krijgt! Kijk voor de kidz & ko afspraken bij het onderdeel hypoglycemie. Wat moet je niet doen? Je hoeft geen suikervrije producten voor diabetici te kopen zoals: koek, snoep, ijs en chocolade. Deze zijn meestal erg vet, bevatten toch koolhydraten en zijn minder lekker. Trek! Extra trek komt in de eerste weken na het ontdekken van diabetes vaak voor. Misschien ben je een paar kilo afgevallen. Je lichaam moet weer herstellen en vraagt om extra eten. Zolang je meer trek hebt kun je gerust wat meer eten. Honeymoonfase Bij aanvang van je diabetes moet je vaak veel insuline spuiten. Na verloop van tijd kan de hoeveelheid verminderen omdat je lichaam zelf nog insuline maakt en omdat de insuline beter werkt. In deze periode is er vaak maar weinig insuline nodig en er zijn mooie bloedglucosewaarden. Bij sommige kinderen zien we dan ook geen invloed van eten/drinken of beweging op de bloedglucosewaarden. Deze fase duurt gewoonlijk 3-6 maanden, soms een jaar of langer. De diëtist zal je informatie geven over eten, drinken en diabetes. Educatie Kidz&Ko, juli

31 Koolhydraten Koolhydraten is een verzamelnaam voor: A zetmeel (dextrine) B melksuikers (lactose) C vruchtensuiker (fructose) D kristalsuiker (sacharose) E voedingsvezel (pectine, cellulose etc) KOOLHYDRATEN EN ETIKETTEN LEZEN Ze zijn een belangrijke energiebron voor je lichaam. Er zijn verteerbare (A t/m D) en nietverteerbare koolhydraten (E). Het lichaam breekt verteerbare koolhydraten af tot glucose. De darmen nemen de glucose op in het bloed. In het bloed wordt de glucose vervoerd naar alle cellen in je lichaam. Met hulp van insuline wordt de glucose in die cellen opgenomen en kan het voor die cel energie leveren. Niet-verteerbare koolhydraten noemen we voedingsvezels. Je lichaam kan ze niet afbreken en er geen glucose van maken, maar ze worden wel voor een deel in de dikke darm afgebroken. Daarmee zorgen ze dat je wat langer een verzadigd gevoel hebt, ze zijn ook goed voor een langzame opname van glucose vanuit de darm naar het bloed én ze helpen dat je goed naar de WC kunt! In welke producten vind je koolhydraten? Koolhydraten zitten in heel veel verschillende voedingsmiddelen/dranken. Voorbeelden daarvan zijn brood, pasta, peulvruchten, fruit, melk, honing, suiker, snoep. Voedingsvezels zitten in volkorenprodukten zoals volkorenbrood en zilvervliesrijst, maar ook in fruit, groenten, aardappelen en peulvruchten. Hoeveel koolhydraten bevat een voedingsmiddel? Als je diabetes hebt, is het goed om te weten hoeveel koolhydraten in een voedingsmiddel of een gerecht zitten. Je kunt dan je hoeveelheid insuline afstemmen op de gegeten hoeveelheid koolhydraten (met behulp van de insuline:koolhydraat-ratio). Op verpakte voedingsmiddelen kun je veel informatie terugvinden. Als je de verpakking goed bekijkt, dan zul je vaak een voedingswaarde-declaratie vinden: hierin kun je lezen welke stoffen er in het voedingsmiddel voorkomen. Verder bieden koolhydraattabelboekjes en koolhydraattabellen op internet veel informatie hierover. Uitleg etiketten In een voedingswaarde-declaratie staan vaak veel verschillende voedingsstoffen aangegeven. Het is voor jou vooral belangrijk om te letten op de koolhydraten. Zoals je in de eerste gesprekken met het kinderdiabetesteam hebt gehoord en in de zorgmap hebt kunnen lezen, hebben de koolhydaten invloed op jouw bloedglucosewaarden. De hoeveelheid koolhydraten kan aangegeven zijn per 100 gram of per portie/per stuk. Als de hoeveelheid is aangegeven per 100 gram, dan zul je dit moeten omrekenen naar de hoeveelheid die je eet of drinkt. Op de verpakking staat ook vaak de hoeveelheid vet. Vet heeft geen invloed op je bloedglucosewaarde, maar we weten dat te veel vet en vooral te veel verzadigd vet niet goed voor je is. Educatie Kidz&Ko, juli

32 Voorbeeld 1 Voedingswaarde Energie Eiwit Koolhydraten Waarvan suikers Vet Waarvan verzadigd vet Per 100 gram 360 kcal 6 gram 64 gram 23 gram 9 gram 5,5 gram Per biscuit 56 kcal 0,9 gram 9,5 gram 3,5 gram 1,5 gram 0,7 gram Als je dus een pakje Sultana koekjes eet met 3 stuks erin, dan eet je 3 x 9,5 = 28,5 gram koolhydraten. Het gaat om de totale hoeveelheid koolhydraten. Niet om de suikers alleen! Verder kun je zien dat in de koekjes ook vet zit. In totaal 3 x 1,5 gram = 4,5 gram vet. Hiervan is 3 x 0,7 gram = 2,1 gram verzadigd vet. Verzadigd vet is het verkeerde vet voor je hart- en bloedvaten. Voorbeeld 2 Voedingswaarde Energie Eiwit Koolhydraten Waarvan suikers Vet Waarvan verzadigd vet Per 100 ml 50 kcal 3,7 gram 5,1 gram 5,1 gram 1,5 gram 1,0 gram Je drinkt een pakje halfvolle melk van 200 ml. Je krijgt dan 2 x 5,1 = 10,2 gram koolhydraten binnen. Het maakt niet uit (voor je bloedglucosewaarde en insuline-dosering) door welke soort suikers deze koolhydraten geleverd worden: het gaat om de totale hoeveelheid koolhydraten. De halfvolle melk levert ook vet: 2 x 1,5 = 3 gram vet, waarvan 2 gram verzadigd vet. Educatie Kidz&Ko, juli

33 Voorbeeld 3 Voedingswaarde Energie Eiwit Vet Waarvan verzadigd vet Koolhydraten Per 100 gram 450 kcal 3,3 gram 16,6 gram 10 gram 68 gram Een grote Mars weegt 60 gram. Dat is dus 0,6 x 68 = 41 gram koolhydraten. De Mars levert ook 0,6 x 16,6 = 10 gram vet (waarvan 6 gram verzadigd vet). Een mini-mars weegt 20 gram. Dat is dus 0,2 x 68 = 14 gram koolhydraten én levert 0,2 x 16,6 = 3 gram vet (waarvan 3 gram verzadigd vet). Tabellen met koolhydraatgetallen Vaak is het moeilijk om uit je hoofd te rekenen. Je kijkt dan ook liever naar de hoeveelheid per stuk/portie, zoals het op de verpakking staat. Er zijn verschillende boeken waarin je koolhydraatgetallen op kunt zoeken. In deze boeken staat de samenstelling van een gemiddelde portie. Bij gekookt eten gaan we dan uit van het klaargemaakte product: dus zoals je het op je bord schept. Van fruit staat het gewicht van het eetbare deel: een appel zonder klokhuis en een banaan zonder schil! -Eettabel verkrijgbaar via het voedingscentrum via -Kijk op calorieën en joules ISBN nummer X, verkrijgbaar in de boekhandel -Kijk op koolhydraten ISBN nummer , verkrijgbaar via de boekhandel Je kunt ook informatie vinden via de website van de fabrikant of in koolhydraattabellen op internet: de eetmeter via Er zijn ook apps, die je kunt downloaden op je tablet of telefoon. We geven enkele voorbeelden. Als je er vragen over hebt, bespreken we ze graag met je. diapp koolhydraatkenner plate mate Koolhydraat:insuline-ratio Hoeveel insuline je nodig hebt voor een maaltijd of tussendoortje hangt af van de hoeveelheid koolhydraten. De verhouding tussen hoeveelheid koolhydraten en hoeveelheid insuline noemen we insuline:koolhydraatratio.en is bij iedereen anders! De insuline:koolhydraat-ratio kan zelfs voor één persoon nog van s ochtends tot s avonds anders zijn. Educatie Kidz&Ko, juli

34 Bijvoorbeeld: jouw insuline:koolhydraatratio is 1:5. Dit wil zeggen dat je voor elke 5 gram koolhydraten, 1 eenheid insuline nodig hebt. Als je 50 gram koolhydraten gaat eten, deel je 50 door de ratio 5 en kom je er bij deze maaltijd op uit dat je 10 eenheden insuline nodig hebt. Je kunt controleren of de ratio klopt door de bloedglucose voor de maaltijd én 2 uur na de maaltijd te meten. Als het verschil tussen de bloedglucose voor- en na de maaltijd niet groter is dan 3 mmol, dan is de insuline:koolhydraat-ratio de goede rekensom. Het is handig om af en toe een dag (of een maaltijd) op deze manier te meten om te ontdekken of je met jouw ratio nog goede resultaten haalt. De diabetesverpleegkundige en de diëtist kunnen je ook heel goed helpen met het bepalen van de ratio, dus vraag ernaar! Voorbeeld van een tussendoortje Pakje mini-crackers met zongedroogde tomaat (per cracker 4 gram kh, zie verpakking): 4 x 4 = 16 gram kh Pakje halfvolle melk van 200 ml (zie verpakking): 2 x 5,1 = 10,2 gram kh Totaal: ,2 = 26,2 gram koolhydraten Met een ratio voor het tussendoortje van 1:10 (voor elke 10 gram koolhydraten 1 eenheid insuline) moet je nu dus 26,2 delen door 10 = 2,6 eenheid insuline. Educatie Kidz&Ko, juli

Diabetes bij kinderen: behandeling en instructies

Diabetes bij kinderen: behandeling en instructies Diabetes bij kinderen: behandeling en instructies Als uw kind de diagnose diabetes heeft gekregen, heeft dit grote invloed op zijn dagelijkse leven. Zo zal uw kind zijn bloedglucose moeten meten, insuline

Nadere informatie

DIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES. In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes

DIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES. In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes DIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes Inhoud 1. Inleiding 3 2. Diabetes bij CF 4 3. Behandeling 4 3.1. Doel van de behandeling

Nadere informatie

www.diabetesopschool.nl

www.diabetesopschool.nl Informatie begeleiding schoolkamp Deze informatie is bestemd voor mensen die een schoolkamp begeleiden waaraan een kind met diabetes deelneemt. Als begeleiders weten hoe zij moeten handelen in bepaalde

Nadere informatie

Hypo- en hyperglycaemie

Hypo- en hyperglycaemie Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycaemie 4.1 Inleiding Normaal schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met diabetes mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel. Bij

Nadere informatie

Heb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige.

Heb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige. Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Deze folder is geschreven voor kinderen met diabetes en hun ouders/ verzorgers. Als je diabetes hebt, dan zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie

Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie 4.1 Inleiding Normaal gesproken schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met Diabetes Mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel.

Nadere informatie

Wat te doen bij een hyperglycaemie 3 Zelfregulatie 3 Wat zijn de streefwaarden voor bloedglucose? 4 Aandachtspunten bij het bijreguleren 11 13

Wat te doen bij een hyperglycaemie 3 Zelfregulatie 3 Wat zijn de streefwaarden voor bloedglucose? 4 Aandachtspunten bij het bijreguleren 11 13 Bij een hyper is er een te hoge bloedglucose, vaak boven de 10 mmol/l. U kunt dezelfde waarschuwingssignalen ondervinden als in de periode voordat de diagnose werd gesteld. De meest opvallende verschijnselen:

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van

Nadere informatie

Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten

Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft

Nadere informatie

Zelfcontrole bij diabetes

Zelfcontrole bij diabetes Zelfcontrole bij diabetes Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding De arts heeft met u gesproken over het belang om zelf uw bloedglucosewaarden te controleren en zo nodig

Nadere informatie

hoe bereidt u zich voor op het onderzoek?

hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? Richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus (insuline) die voor het onderzoek een laxeerschema volgen en nuchter moeten zijn Waarom deze folder? Deze folder

Nadere informatie

Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus

Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Zelfregulatie voor mensen met diabetes die: drie keer per dag (ultra)kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd en één keer langwerkende insuline voor de nacht.

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie Zelfregulatie bij intensieve therapie ZELFREGULATIE BIJ INTENSIEVE THERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie bij intensieve insulinetherapie. Zelfregulatie is het zelfstandig

Nadere informatie

Zelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Zelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Zelfregulatie U heft suikerziekte (diabetes mellitus) en gebruikt daarvoor twee of vier maal per dag insuline. In overleg met uw arts heeft u besloten dat u zelf uw diabetes mellitus gaat regelen (zelfregulatie).

Nadere informatie

Tips voor een goede spreekbeurt

Tips voor een goede spreekbeurt Diabetes?! Een spreekbeurt die je alles vertelt over diabetes: Wat is het? Hoe ontstaat het? En vooral ook: Wat betekent het voor jou, je broer, zus, vader of moeder. Tips voor een goede spreekbeurt Vertel

Nadere informatie

Tips voor een goede spreekbeurt

Tips voor een goede spreekbeurt Diabetes?! Een spreekbeurt die je alles vertelt over diabetes: Wat is het? Hoe ontstaat het? En vooral ook: Wat betekent het voor jou, je broer, zus, vader of moeder. Tips voor een goede spreekbeurt Vertel

Nadere informatie

Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime

Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijstel-schema hypoglycemie 4 Voorkomen

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp WAT TE DOEN BIJ ONTREGELING VAN EEN KIND MET DIABETES MELLITUS EN EEN INSULINEPOMP INLEIDING Het toedienen van de juiste

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes en voeding

Zwangerschapsdiabetes en voeding Gynaecologie Zwangerschapsdiabetes en voeding www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Zwangerschapsdiabetes... 3 Glucosedagcurve... 3 Behandeling... 4 Adviezen met betrekking tot uw voeding... 4 Hanteer een

Nadere informatie

Interne Geneeskunde Diabetesverpleegkundigen

Interne Geneeskunde Diabetesverpleegkundigen Zelfregulatie voor mensen die drie keer per dag kortwerkende insuline voor de maaltijd en één keer (middel)langwerkende insuline spuiten en zo nodig bloedglucose verlagende tabletten gebruiken Zelfregulatie

Nadere informatie

hoe bereidt u zich voor op het onderzoek?

hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus () die voor het onderzoek nuchter moeten zijn Waarom deze folder? Deze folder is bestemd voor patiënten met diabetes

Nadere informatie

Diabetespoli. Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus

Diabetespoli. Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Diabetespoli Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus 1 Zelfregulatie is voor mensen met diabetes die: drie keer per dag (ultra)kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd en één keer langwerkende insuline

Nadere informatie

De poliklinische instelling van de insulinepomp

De poliklinische instelling van de insulinepomp De poliklinische instelling van de insulinepomp Inleiding. Je hebt Diabetes mellitus en gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De kinderdiabetesverpleegkundige heeft je informatie gegeven over de instellingsfase

Nadere informatie

Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie

Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie (met Humalog of Novorapid als maaltijdinsuline) Voordelen van Flexibele insuline therapie Er wordt een natuurlijk ritme nagestreefd van extra insuline aanbod

Nadere informatie

Hoe bereidt u zich voor op het onderzoek?

Hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? Hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus (INSULINE EN TABLETTEN) die voor het onderzoek EEN LAXEERSCHEMA volgen en NUCHTER moeten zijn Waarom deze folder?

Nadere informatie

SPREEKBEURT INFORMATIEPAKKET

SPREEKBEURT INFORMATIEPAKKET SPREEKBEURT INFORMATIEPAKKET Inhoud Wat is diabetes?... 2 Soorten diabetes... 3 Hoe herken je diabetes?... 3 Meten... 4 Hypo en hyper... 5 Eten en diabetes... 6 Koolhydraten... 7 Sporten met diabetes...

Nadere informatie

Diabetes en nuchter zijn voor onderzoek

Diabetes en nuchter zijn voor onderzoek Interne geneeskunde Diabetes en nuchter zijn voor onderzoek Advies voor mensen die insuline gebruiken Als u langere tijd niet mag eten... Binnenkort heeft u een afspraak voor een onderzoek in het ziekenhuis,

Nadere informatie

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige richtlijnen

Nadere informatie

Diabetes Mellitus Type 1. Informatie over diabetes voor kinderen van de basisschool

Diabetes Mellitus Type 1. Informatie over diabetes voor kinderen van de basisschool Diabetes Mellitus Type 1 Informatie over diabetes voor kinderen van de basisschool 1 Hallo! Dit boekje is geschreven voor kinderen op de basisschool die diabetes hebben en voor hun ouders. Hierin vind

Nadere informatie

H.366816.0415. Nuchter voor onderzoek of operatie en Diabetes mellitus (met gebruik van insuline/glp-1)

H.366816.0415. Nuchter voor onderzoek of operatie en Diabetes mellitus (met gebruik van insuline/glp-1) H.366816.0415 Nuchter voor of operatie en Diabetes mellitus (met gebruik van insuline/glp-1) Inleiding U heeft diabetes mellitus en gebruikt insuline of GLP-1 injectie (Victoza of Byetta ). Binnenkort

Nadere informatie

Diabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus

Diabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus Diabetes mellitus Diabetes mellitus (suikerziekte) is een ziekte van de stofwisseling; hierbij zit er te veel glucose in het bloed Dat kan twee oorzaken hebben: bil type 1 diabetes maakt het lichaam niet

Nadere informatie

Informatie diabetes bij kinderen. Afdeling Kindergeneeskunde

Informatie diabetes bij kinderen. Afdeling Kindergeneeskunde Informatie diabetes bij kinderen Afdeling Kindergeneeskunde Beste lezer, Voor je ligt de informatiefolder van het Kinderdiabetesteam van het Waterlandziekenhuis. Deze folder is gemaakt voor kinderen (en

Nadere informatie

Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime

Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie 3 Voorkomen van hypoglycemie bij lichamelijke

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij pomptherapie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij pomptherapie Zelfregulatie bij pomptherapie ZELFREGULATIE BIJ POMPTHERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie. Zelfregulatie is het zelfstandig aanpassen van de bolusinsuline aan

Nadere informatie

Lichaamsbeweging en sport

Lichaamsbeweging en sport Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport 6b.1 Inleiding Regelmatig bewegen heeft een positieve invloed op de gezondheid. En het zorgt voor ontspanning en plezier. Dit geldt voor iedereen, dus ook voor mensen

Nadere informatie

Diabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE

Diabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE Diabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE WAT IS FLEXIBELE INSULINETHERAPIE? Bij flexibele insulinetherapie spuit u vier keer per dag insuline. Een keer langwerkende insuline en drie keer snelwerkende

Nadere informatie

Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime

Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Praktische adviezen bij een 2 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose. 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Bijregel-schema hypoglycemie 4

Nadere informatie

Voorbereiding of nuchter voor een onderzoek? Hoe gaat u daarmee om als u diabetes heeft? Diabetes met insuline

Voorbereiding of nuchter voor een onderzoek? Hoe gaat u daarmee om als u diabetes heeft? Diabetes met insuline Voorbereiding of nuchter voor een onderzoek? Hoe gaat u daarmee om als u diabetes heeft? Diabetes met insuline Inleiding Binnenkort hebt u een afspraak voor een onderzoek in het ziekenhuis waarvoor u nuchter

Nadere informatie

Voedingsadvies bij verhoogde bloedsuikers tijdens de zwangerschap

Voedingsadvies bij verhoogde bloedsuikers tijdens de zwangerschap Voedingsadvies bij verhoogde bloedsuikers tijdens de zwangerschap 2 Bij de Glucose Tolerantie Test was uw bloedsuiker (ook wel bloedglucose genoemd) te hoog. Daarom ontvangt u deze informatie. Wat is glucose?

Nadere informatie

Insulinepomp- therapie bij kinderen

Insulinepomp- therapie bij kinderen Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een

Nadere informatie

Zelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie

Zelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie Zelfregulatieschema voor intensieve insulinetherapie Bij elke controle bij de diabetesverpleegkundige meebrengen DATUM: BASISSCHEMA Voor ontbijt Voor lunch Voor diner Eenheden Insuline 0 Kortwerkend (KW):

Nadere informatie

Voedingsadviezen bij zwangerschapsdiabetes

Voedingsadviezen bij zwangerschapsdiabetes DIETETIEK Voedingsadviezen bij zwangerschapsdiabetes Bij de behandeling van zwangerschapsdiabetes hoort een voedingsadvies. Vaak zijn maar een paar aanpassingen nodig in de voeding om nadelige gezondheidsgevolgen

Nadere informatie

MIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU?

MIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? MIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? Inhoudsopgave Wat is Type 1 Diabetes?... p. 6 Wat betekent Type 1 Diabetes in de praktijk?... p. 10 Kan mijn kleinkind dan nog wel langskomen of komen logeren?...

Nadere informatie

Als u diabetes hebt en nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie

Als u diabetes hebt en nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie Informatie voor patiënten Als u diabetes hebt en nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie insuline z Vooraf 1 U hebt diabetes mellitus (suikerziekte) en komt binnenkort naar het ziekenhuis voor

Nadere informatie

Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime

Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Praktische adviezen bij een 4 keer daags insulineregime Inhoudsopgave Bladzijde Streefwaarden voor de bloedglucose 3 Bijstelregels 3 Wat te doen bij een hypoglycemie? 3 Voorkomen van hypoglycemie bij lichamelijke

Nadere informatie

INSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem:

INSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem: INSULINEPOMP OMNIPOD De insulinepomp Het Omnipod systeem bestaat uit 2 delen, nl de pod en een Personal Diabetes Manager (hierna genoemd als PDM) De PDM is tevens de bloedsuikermeter. In de pod zit een

Nadere informatie

MIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU?

MIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? MIJN KLEINKIND HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? Inhoudsopgave Wat is Type 1 Diabetes?... p. 6 Wat betekent Type 1 Diabetes in de praktijk?... p. 10 Kan mijn kleinkind dan nog wel langskomen of komen logeren?...

Nadere informatie

Diabetes type 2. Het belang van gezonde voeding

Diabetes type 2. Het belang van gezonde voeding Diabetes type 2 Het belang van gezonde voeding Gezond eten is voor iedereen belangrijk, maar voor mensen met diabetes type 2 zijn er extra aandachtspunten. Onze voedingsadviezen helpen je. Wat gebeurt

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 D De werking van insuline en hypoglykemie/hyperglykemie

Hoofdstuk 5 D De werking van insuline en hypoglykemie/hyperglykemie Hoofdstuk 5 D De werking van insuline en hypoglykemie/hyperglykemie Duur 20 minuten Leerdoelen deelnemers De deelnemers weten Hoe insuline in het lichaam werkt Dat er verschillende soorten insuline zijn

Nadere informatie

Beweegprogramma diabetes mellitus

Beweegprogramma diabetes mellitus Beweegprogramma diabetes mellitus U heeft het advies gekregen van uw internist, diabetesverpleegkundige of diëtist om een beweegprogramma te volgen bij afdeling fysiotherapie in Gelre ziekenhuizen. Het

Nadere informatie

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline Interne Geneeskunde Diabetes i Zelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline gebruiken Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige richtlijnen

Nadere informatie

Beweging en diabetes. Informatiebrochure Beweging en Diabetes

Beweging en diabetes. Informatiebrochure Beweging en Diabetes Beweging en diabetes Informatiebrochure Beweging en Diabetes Items: Sporten en lichaam Hypo voorkomen Nog meer opletten Richtlijnen Algemeen Advies Samengevat Fysiogroep I Bewegen en zeker het beoefenen

Nadere informatie

Diabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Diabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Diabetes en ketonen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Mensen met diabetes type 1 hebben een grotere kans op het krijgen van een zogeheten ketoacidose. Bij een

Nadere informatie

Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Tussen uur en uur en uur en uur

Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Tussen uur en uur en uur en uur DIABETES DAGBOEK E I G E N A A R D I A B E T E S D A G B O E K Naam Adres Contactpersoon Telefoon E-mail O V E R L E G Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Naam huisarts

Nadere informatie

Wat is diabetes? Informatiebrochure. Wat is diabetes? Items:

Wat is diabetes? Informatiebrochure. Wat is diabetes? Items: I Informatiebrochure Wat is diabetes? Items: Diabetes type 1 Afweersysteem Vingerprikken Insuline injecteren Diabetes type 2 Andere vormen Wat is diabetes? Eilandjes van Langerhans in de Alvleesklier Er

Nadere informatie

4 hoog is? Hoe merk je dat je bloedglucosewaarde te laag is? 10 Wat moet je doen als je bloedglucosewaarde te

4 hoog is? Hoe merk je dat je bloedglucosewaarde te laag is? 10 Wat moet je doen als je bloedglucosewaarde te Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Als je diabetes hebt, dan zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet handelen in geval van een hypo of hyper. In dit boekje kun je nalezen wat je moet

Nadere informatie

Gebruik van insuline-injecties voor en na een onderzoek of behandeling

Gebruik van insuline-injecties voor en na een onderzoek of behandeling Interne Geneeskunde Diabetes i Gebruik van insuline-injecties voor en na een onderzoek of behandeling Patiënteninformatie Indien u voorafgaand aan een onderzoek of behandeling een voorbereidingsdieet volgt,

Nadere informatie

Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen

Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2013 pavo 0953 Inleiding Jij gaat starten met je insulinepomptherapie. Je hebt inmiddels al veel informatie en adviezen

Nadere informatie

Richtlijnen insulinepomptherapie

Richtlijnen insulinepomptherapie Interne geneeskunde Richtlijnen insulinepomptherapie bij insuline-resistentie In deze folder staan praktische richtlijnen voor het starten en gebruiken van de insulinepomp. Heeft u na het lezen van de

Nadere informatie

Nuchter zijn voor operatie, behandeling of onderzoek: INSULINE

Nuchter zijn voor operatie, behandeling of onderzoek: INSULINE Inwendige geneeskunde Nuchter zijn voor operatie, behandeling of onderzoek: INSULINE www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl INW010TXT / Nuchter

Nadere informatie

Wat je moet weten over je insulinepomp

Wat je moet weten over je insulinepomp Wat je moet weten over je insulinepomp gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Hoe kun je de diabetesverpleegkundige en dokter bereiken? 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Zo verwissel je de infusie-set,

Nadere informatie

hoe bereidt u zich voor op het onderzoek?

hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? hoe bereidt u zich voor op het onderzoek? richtlijnen voor patiënten: met diabetes mellitus (insuline en tabletten) die voor het onderzoek nuchter moeten zijn Waarom deze folder? Deze folder is bestemd

Nadere informatie

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes Begeleiding in het Refaja ziekenhuis ZWANGERSCHAPSDIABETES BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING waar het ziekenhuis, omdat tijdens heeft ontwikkeld. Zwangerschapsdiabetes

Nadere informatie

Deze brochure is gebaseerd op de NDF Voedingsrichtlijn Diabetes. Lekker. en gezond eten met diabetes

Deze brochure is gebaseerd op de NDF Voedingsrichtlijn Diabetes. Lekker. en gezond eten met diabetes Deze brochure is gebaseerd op de NDF Voedingsrichtlijn Diabetes Lekker en gezond eten met diabetes 3 Gezond eten heeft zin Met diabetes heb je extra veel plezier van gezond eten: je zit lekkerder in je

Nadere informatie

EEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU?

EEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? EEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? Inhoudsopgave Wat is Type 1 Diabetes?... p. 6 Wat betekent Type 1 Diabetes in de praktijk?... p. 10 Hoe herken ik een te hoge of te lage bloedglucosewaarde?...

Nadere informatie

EEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU?

EEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? EEN LEERLING IN MIJN KLAS HEEFT TYPE 1 DIABETES, WAT NU? Inhoudsopgave Wat is Type 1 Diabetes?... p. 6 Wat betekent Type 1 Diabetes in de praktijk?... p. 10 Hoe herken ik een te hoge of te lage bloedglucosewaarde?...

Nadere informatie

Insulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl

Insulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl Insulinepomptherapie Adviezen en instructies gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 3 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 4 Geen effect

Nadere informatie

Hoe kan ik voorkomen dat er ketonen ontstaan? Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om te helpen verhoogde ketonenniveaus en DKA te voorkomen:

Hoe kan ik voorkomen dat er ketonen ontstaan? Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om te helpen verhoogde ketonenniveaus en DKA te voorkomen: Ketonen en diabetes Wat zijn ketonen? Ketonen zijn een bepaald type zuur. Ketonen blijven over wanneer het lichaam een deel van zijn eigen vet verbrandt, dit gebeurt als er niet genoeg glucose aanwezig

Nadere informatie

Diabetesbeleid rondom operatieve ingrepen. Indien de patiënt nuchter moet blijven, bij diabetes met insulinegebruik.

Diabetesbeleid rondom operatieve ingrepen. Indien de patiënt nuchter moet blijven, bij diabetes met insulinegebruik. Diabetesbeleid rondom operatieve ingrepen Indien de patiënt nuchter moet blijven, bij diabetes met insulinegebruik. Beleid als een patiënt die insuline gebruikt, nuchter moet zijn voor onderzoek of operatie.

Nadere informatie

Insulinepomp- therapie bij kinderen

Insulinepomp- therapie bij kinderen Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes Begeleiding in het Refaja ziekenhuis ZWANGERSCHAPSDIABETES BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING U bent verwezen naar het ziekenhuis, omdat u tijdens uw zwangerschap diabetes

Nadere informatie

Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport

Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport 6B.1 Inleiding Regelmatig bewegen heeft een positieve invloed op de gezondheid. Daarnaast zorgt het voor ontspanning en plezier. Dit geldt voor iedereen, dus ook

Nadere informatie

Diabetes mellitus en zelfcontrole. Diabetespoli

Diabetes mellitus en zelfcontrole. Diabetespoli 00 Diabetes mellitus en zelfcontrole Diabetespoli 1 Inleiding Diabetes mellitus is een chronische aandoening. Daarom is het voor u als mens met diabetes van belang een aantal zaken in de gaten te houden.

Nadere informatie

Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik

Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik U heeft diabetes mellitus en gebruikt hiervoor twee maal daags insuline. Deze brochure geeft extra informatie over uw dieet in bijzondere situaties

Nadere informatie

Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus. Interne geneeskunde

Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus. Interne geneeskunde Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Interne geneeskunde Inhoudsopgave Zelfregulatie...5 De werking van insuline...6 HBA1C waarde...9 Algemene adviezen voor zelfregulatie...9 Verschijnselen van hypo- en

Nadere informatie

Snelwerkende insuline analoog. Novorapid (aspart) Humalog (lispro) Apidra (glulisine)

Snelwerkende insuline analoog. Novorapid (aspart) Humalog (lispro) Apidra (glulisine) Wat gaan we doen Basiskennis diabetes Bijspuiten met 2-4-6-regel De zieke patiënt Verkeerde insuline gespoten etc. Een aantal doseringsadviezen Uitleg diabetesspreekuur.nl 2 Snelwerkende insuline analoog

Nadere informatie

INTENSIEVE INSULINETHERAPIE

INTENSIEVE INSULINETHERAPIE INTENSIEVE INSULINETHERAPIE Op de diabetespolikliniek van het Sint Franciscus Gasthuis wordt gewerkt met verschillende insulinetherapieën. In deze folder wordt de intensieve insulinetherapie besproken.

Nadere informatie

Ik ben voel ziek me niet lekker

Ik ben voel ziek me niet lekker Diabetesstrip Ik ben voel ziek me niet lekker Ik voel Ik me ben niet ziek lekker. Ik voel me moe, moet vaak plassen en veel drinken, zie wazig en val af. 2 Gluky heeft diabetes Naar het ziekenhuis Naar

Nadere informatie

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies.

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies. Insulinepomptherapie Adviezen en instructies www.nwz.nl Inhoud Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 5 Wat doet u bij een defecte

Nadere informatie

Diabetes Mellitus Zelfcontrole

Diabetes Mellitus Zelfcontrole INTERNE GENEESKUNDE Diabetes Mellitus Zelfcontrole Inleiding Diabetes mellitus (D.M.) is een chronische ziekte. Het is voor u als mens met diabetes van belang een aantal zaken in de gaten te houden. U

Nadere informatie

Voorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten

Voorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten Voorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten Interne Geneeskunde Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 1. Behandeling in de ochtend: vanaf 24.00 uur nuchter 5 2. Behandeling in de middag: nuchter of licht

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes. Diabetesteam IJsselland Ziekenhuis

Zwangerschapsdiabetes. Diabetesteam IJsselland Ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes Diabetesteam IJsselland Ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes ontstaat tijdens de zwangerschap; meestal rondom de 30 e week. Wat is zwangerschapsdiabetes? Bij diabetes is het glucosegehalte

Nadere informatie

Interne geneeskunde. Zwangerschapsdiabetes

Interne geneeskunde. Zwangerschapsdiabetes Interne geneeskunde Zwangerschapsdiabetes Inhoudsopgave Inleiding 5 Wat is zwangerschapsdiabetes? 6 Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes? 6 Gevolgen van zwangerschapsdiabetes 7 Behandeling tijdens de zwangerschap

Nadere informatie

INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G)

INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G) INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G) 1. De insulinepomp Een insulinepomp is een klein, draagbaar apparaatje dat 24 uur per dag snelwerkende insuline afgeeft. Het heeft ongeveer de afmetingen van een

Nadere informatie

Wat is diabetes en hoe behandel je het?

Wat is diabetes en hoe behandel je het? GIDS VOOR SCHOLEN Wat is diabetes en hoe behandel je het? 1 Wat is diabetes? Diabetes is een levenslange aandoening. Het hebben van diabetes heeft een behoorlijke impact op het dagelijks leven van een

Nadere informatie

Informatie voor omnipodgebruikers

Informatie voor omnipodgebruikers Informatie voor omnipodgebruikers Deze folder bevat praktische informatie voor de omnipod-gebruiker. Met het woord pod in deze folder bedoelen we het apparaatje (insulinereservoir, canule en pomp ineen)

Nadere informatie

Voeding bij zwangerschaps diabetes. Diabetes Gravidarum

Voeding bij zwangerschaps diabetes. Diabetes Gravidarum Voeding bij zwangerschaps diabetes Diabetes Gravidarum Universitair Medisch Centrum Groningen Zwangerschapsdiabetes is een vorm van suikerziekte die kan optreden tijdens de zwangerschap. Deze brochure

Nadere informatie

Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik

Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik Voedingsadviezen bij twee maal daags insulinegebruik U heeft diabetes mellitus en gebruikt hiervoor twee maal daags insuline. Deze brochure geeft extra informatie over uw dieet in bijzondere situaties

Nadere informatie

Onderzoek van de dikkedarm (coloscopie) en Diabetes mellitus (met gebruik van

Onderzoek van de dikkedarm (coloscopie) en Diabetes mellitus (met gebruik van H.40079.0518 Onderzoek van de dikkedarm (coloscopie) en Diabetes mellitus (met gebruik van tabletten,/glp-1) Inleiding U heeft diabetes mellitus en gebruikt tabletten, en/of GLP-1 injectie. Binnenkort

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes Ziekenhuis Gelderse Vallei Ongeveer één op de twintig zwangere vrouwen krijgt te maken met zwangerschapsdiabetes. Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke soort diabetes die bijna

Nadere informatie

Richtlijnen insulinepomp/

Richtlijnen insulinepomp/ Interne geneeskunde Richtlijnen insulinepomp/ POD therapie, bij insuline-afhankelijke diabetes mellitus Inleiding In deze folder staan praktische richtlijnen voor het starten en gebruiken van de insulinepomp.

Nadere informatie

Met diabetes naar school

Met diabetes naar school Geconventioneerd Centrum voor Kinderen en Adolescenten met Diabetes Mellitus RIZIV-identificatienummer Centrum: 7.86.712.55 Campus Virga Jesse Stadsomvaart 11, 3500 Hasselt Tel. afspraken: 011 30 98 90

Nadere informatie

Voorbereiding onderzoek bij diabetes Insuline

Voorbereiding onderzoek bij diabetes Insuline 00 Voorbereiding bij diabetes Insuline Interne geneeskunde Diabetespoli 1 Binnenkort heeft u een afspraak voor een, waarvoor u gedurende langere tijd niets mag eten. Omdat u bekend bent met Diabetes Mellitus,

Nadere informatie

VOEDINGS- EN DIEETVOORLICHTING. Diabetes Mellitus. Zeker als u ons nodig heeft

VOEDINGS- EN DIEETVOORLICHTING. Diabetes Mellitus. Zeker als u ons nodig heeft VOEDINGS- EN DIEETVOORLICHTING Diabetes Mellitus Zeker als u ons nodig heeft THUISZORG De Friese Wouden JEUGDGEZONDHEIDSZORG KRAAMZORG VOEDINGS- EN DIEETVOORLICHTING Diabetes Mellitus In deze folder vindt

Nadere informatie

Diabetes mellitus. Diabetesverpleegkundigen IJsselland Ziekenhuis

Diabetes mellitus. Diabetesverpleegkundigen IJsselland Ziekenhuis Diabetes mellitus Diabetesverpleegkundigen IJsselland Ziekenhuis U hebt te horen gekregen dat u diabetes heeft. Uw internist en diabetesverpleegkundige zullen u veel informatie geven over deze aandoening

Nadere informatie

Onderzoek of ingreep bij diabetes:

Onderzoek of ingreep bij diabetes: Onderzoek of ingreep bij diabetes: tabletten en/of insuline als medicatie Binnenkort heeft u een afspraak voor een onderzoek of een kleine chirurgische ingreep in Gelre ziekenhuizen Zutphen. Voor dit onderzoek

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes Ziekenhuis Gelderse Vallei Ongeveer één op de twintig zwangere vrouwen krijgt te maken met zwangerschapsdiabetes. Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke soort diabetes die bijna

Nadere informatie

HOE GEBRUIK IK ABASAGLAR

HOE GEBRUIK IK ABASAGLAR HOE GEBRUIK IK ABASAGLAR Waarom deze brochure? Uw arts heeft u Abasaglar voorgeschreven. In deze brochure vindt u meer informatie over deze insuline. Daarnaast vindt u in deze brochure een aantal punten

Nadere informatie