Veldwerk bos. 2 de en 3 de graad basisonderwijs Handleiding begeleider

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Veldwerk bos. 2 de en 3 de graad basisonderwijs Handleiding begeleider"

Transcriptie

1 Veldwerk bos 2 de en 3 de graad basisonderwijs Handleiding begeleider

2 Veldwerk: onderzoek in het bos WAT Het bos is een levensgemeenschap van planten en dieren waarin bomen het meest opvallen. Op aarde bestaan er verschillende bostypes die variëren van klimaatsgebied tot klimaatsgebied. In ons land komen van nature loofbossen voor. Door de kinderen in de huid van een natuuronderzoeker te laten kruipen, komen ze te weten wat het bos is en wie haar bewoners zijn. OPZET Het veldwerk spitst zich toe op 2 verschillende soort bossen: een (gemengd) loofbos en een naaldbos. We werken rond 5 thema s n.l.. de bodem 2. de bodemdichtheid 3. het weer (micro-klimaat) in het bos 4. bomen, planten en zwammen in het bos 5. diertjes en dierensporen Aan de hand van opdrachtjes en proefjes willen we de kinderen het bos in al haar aspecten laten beleven en ervaren. Verder (onder)zoeken de kinderen veel, vergelijken ze materiaal en metingen met elkaar, waardoor ze proberen zelf hun antwoorden op de vragen te vinden. Daarnaast willen we de kinderen zo zelfstandig mogelijk laten werken. Belangrijk hierbij is dat je als begeleider elke opdracht kort toelicht en de nodige afspraken maakt. Splits de groep in 5 subgroepjes op, waarbij elk groepje met een opdrachtkaart aan de slag gaat. We hebben hiervoor opdrachtkaarten uitgewerkt zodat de groep geen potlood en papier hoeft mee te nemen. Hierdoor komt het belevingsaspect meer naar boven. Het veldwerk onder onze begeleiding duurt 2 uur. We werken met een doorschuifsysteem. De groep verdelen we in 5 subgroepjes, die elk rond thema werken. Na ca 20 minuten krijgen ze een ander thema, zodat elk groepje zeker verschillende thema s kan verwerken. Nadien volgt er een groepsbespreking en een besluit over wat is nu een bos. 2

3 DOELSTELLINGEN De kinderen leren samen te werken met elkaar zo zelfstandig mogelijk te werken op een speelse en belevende manier experimenten uit te voeren MATERIAAL Al het materiaal vind je terug in onze koffer, op te halen bij natuur & avontuur. Het veldwerkboekje voor de groep en de handleiding (met resultaten en besprekingen) voor de begeleider kan je downloaden op onze website. Onder begeleiding is de natuur & avontuur. PLAATS Neem je het veldwerk in eigen handen, dan kan je naar volgende plaatsen gaan (zie kaart). Dit zijn echter suggesties. Belangrijk is dat je 2 soorten bossen vindt: een gemengd bos en een naaldbos met nauwelijks ondergroei. 3

4

5 Natuuronderzoeker zijn, is goed rondkijken en waarnemen Je staat met de groep voor 2 verschillende soorten bos. Inleidende vragen kunnen zijn: Wat is een bos eigenlijk? Is een boomgaard in de tuin of een bomenrij in de straat ook een bos? Wie leeft er allemaal van groot tot klein - in het bos? Welke verschillen zie je tussen deze 2 bossen? Geef 3 waarnemingen. Wat is het verschil tussen een loofbos en een naaldbos? Na de verschillende onderzoeken kan je met deze vraag het bosonderzoek afsluiten. Wat maakt een bos tot een bos? Uitleg? Bomen komen vanzelfsprekend in het bos voor: het kunnen naaldbomen en/of loofbomen zijn. Maar bomen leven niet alleen. Ze trekken zoogdieren, vogels, insecten en andere ongewervelde diertjes aan. Het bos vormt een levensgemeenschap. Tussen kleine en grote dieren, (kruidachtige) planten en struiken, zwammen en schimmels bestaan verschillende soorten relaties: een liefdesrelatie, een eetrelatie, een woonrelatie. In dood hout leven talrijke insecten, waar de grote bonte specht en andere vogels verzot op zijn. Dieren vinden hun voedsel in het bos en zorgen tegelijkertijd voor de verspreiding van zaden. Zwammen en bacteriën zijn de opruimers van het bos. Ze breken de blaadjes, takjes, af tot heel kleine voedingsdeeltjes. Zo kunnen de bomen en de andere planten deze deeltjes opnemen met hun wortels. De onderzoeken (in groepjes) De ingevulde gegevens geven je een beeld van wat de mogelijke resultaten en belevingen kunnen zijn. Houd er echter rekening mee dat de resultaten van groepje tot groepje verschillend kunnen zijn. Alles hangt ook af van welke bosgebieden je onderzoekt. In de infobundel met de algemene achtergrondinfo vind je uitleg terug over het bos als levensgemeenschap en het specifieke micro-klimaat dat hier heerst. 5

6 Wat zien we onder de grond? OPDRACHT : WAT ZIEN WE ONDER DE GROND? Elke grond is anders. Ze kan vochtig of droog zijn. Ze kan korrelig zijn. Of uit piepkleine plakkende deeltjes bestaan. Al deze elementen bepalen welke diertjes en planten hier kunnen leven. We nemen een grondstaal met de grondboor. Zo kunnen we zien hoe de grond tot een meter diep eruit ziet. Wat doen we? We boren in het gemengd bos EN in het naaldbos een gat van ongeveer meter in de grond. We vergelijken deze grondstalen met elkaar. Welke verschillen zien we? Wat heb je nodig? grondboor 2 goten (half open grijze buizen) 2 bordjes schopje lintmeter eventueel een flesje water Hoe doe je het?. Zoek een plekje midden in het gemengd bos. 2. Neem de bovenste laag (met een schopje), de STROOISELLAAG, weg zodat de aarde vrij komt. Leg deze laag op het bordje. 3. Neem de grondboor en boor in de grond: de boor vult zich met grondstukjes of grondstaaltjes. Leg al deze grondstukjes opeenvolgend in de goot neer. Boor totdat één goot gevuld is. Je hoeft de grondstukjes niet aan te drukken met je handen. 4. Zoek dan een plekje midden in het naaldbos. 5. Volg opnieuw de stappen van 2 tot Leg de 2 goten naast elkaar en vergelijk ze met elkaar. Dit doe je door volgende vragen op te lossen. 6

7 Vragen?. Vergelijk de GRONDSTAAL GEMENGD BOS met de GRONDSTAAL NAALDBOS. Lijken de grondstalen op elkaar of zijn ze verschillend? Wat zie je? 2. Bekijk de eerste laag van gemengd bos en naaldbos. Dit noemen we de STROOISELLAAG. Deze laag ligt op de bordjes. Wrijf deze laag door je vingers. Welke stukjes zie je in de strooisellaag van de heide? En in de strooisellaag van het bos? 3. De laag onder de strooisellaag is de HUMUSLAAG. Deze laag ligt als eerste grondstukje in de goot. Wrijf deze laag door je vingers. Wat zie je? Ruik eens aan de humus. Ken je deze geur? Aan wat doet dit jou denken? Gebruik de lintmeter. Hoe dik is de humuslaag bij de grondstaal heide? En bij de grondstaal bos? 4. Voel aan de eerste laag en de laatste laag van elke grondstaal. Voelt de laag droog, vochtig of nat aan? 5. Neem van de grondstaal een hoopje aarde dat het diepst in de grond zit. Gebruik de tabel grondonderzoek. Welke SOORT GROND is dit? Extra Vraag? 6. In welke grond (gemengd bos ofwel naaldbos) zullen er meer plantjes groeien? Waarom denk je dit? De humuslaag is een vruchtbare laag, dat vol met voedingsstoffen (mineralen) zit en water vasthoudt. Deze stoffen zijn nodig voor de groei van planten. Hoe dikker de laag (zoals in het loofbos), hoe voedzamer. Hierdoor vinden meer planten hun plaatsje. 7

8 Tip voor de begeleider? Deze opdracht vraagt wat meer tijd dan de andere opdrachten. Ondersteun dit groepje goed. In de achtergrondinfo bodem en grondstaal vind je meer uitleg over het gebruik van de grondboor. Uitleg? Afgebroken takken, bladeren, dennenappels, naalden, dode dieren, enz komen op de bodem terecht. Dit noemen we de STROOISELLAAG. De HUMUSLAAG is de laag van de vergane plantenresten. Bacteriën, schimmels, allerlei beestjes (o.a. wormen) en minuscule organismen die je met het blote oog niet kan zien, breken de dode planten- en dierenresten in de strooisellaag tot hele kleine deeltjes af. Er ontstaat een donkere, aardachtige stof. Dit is HUMUS. Humus ruikt wat naar potaarde of compost. Een humuslaag is belangrijk voor de groei van planten: Ze houdt de voedingsstoffen beter vast, zodat ze met het regenwater niet direct wegspoelen. Ze kan water opslaan, zodat de grond in droge tijden niet meteen uitdroogt. Ze kan geleidelijk aan water laten doorsijpelen naar de dieperliggende lagen in de bodem. Hoe dikker de humuslaag, hoe liever de planten dit hebben. Er zullen ook meer verschillende soorten planten groeien. 8

9 Oplossingen? naaldbos (gemengd) bos Vergelijk de grondstaal gemengd bos met de grondstaal naaldbos. dunne strooisellaag dikke strooisellaag verschillende kleuren: van donkerbruin grijswit (uitgespoelde mineralen) roest(ijzerverbindingen) tot geelachtig Dit varieert van plek tot plek. verschillende kleuren: van donkerbruin grijswit roest tot geelachtig Dit varieert van plek tot plek. Voel aan de eerste laag en de laatste laag van elke grondstaal. Laag = strooisellaag = bovenste laag vochtig vochtiger Wrijf deze door je handen. Welke stukjes zie je? naalden, naalden, en vele dennenappels blaadjes, eikels, takjes, twijgjes, mos, grassen,. Laag 2 = humuslaag = de laag onder de strooisellaag vochtig tot droog vochtig Wrijf deze door je handen. Wat zie je? Ruik eens aan de humus. Ken je deze geur? Aan wat doet dit jou denken? kleine verpulverde naalden kleine verpulverde blaadjes en twijgjes. ruikt naar potgrond Hoe dik is de humuslaag? ca cm dik ca 5 cm of meer dik Laag 3 = grondlaag = de laag op ca m. diep droog droog Welke soort grond is dit? zand, we zitten in de Kempen zand, we zitten in de Kempen 9

10 Welk weer (micro-klimaat) is er in het bos? OPDRACHT 2: HOE WARM IS HET IN HET BOS EN OP DE OPEN PLEK? De bodem ondergaat alles: licht, koude, warmte, droogte, water en wind. De natuurelementen bepalen wat hier kan groeien en welke dieren hier kunnen leven. In de bossen spelen licht, warmte, water en wind een bepaalde rol die heel speciaal is en heel anders is dan op de open vlaktes. We noemen dit het micro-klimaat in het bos. Een ander woord voor micro is heel klein. Wat doen we? We meten de bodemtemperatuur in het bos en op de open plek (open zandbodem). Dit doen we zowel in de schaduw als in de zon. Wat heb je nodig? de thermometer Hoe doe je het?. Neem de thermometer. Ga naar het midden van het bos. Leg de thermometer op een zonnige plek (waar de zon door het bladerkruin piept). Na 2 minuten lees je de temperatuur af. 2. Leg de thermometer nu in een schaduwplek. Na 2 minuten lees je de temperatuur af. 3. Ga naar het midden van een open grote plek,. Leg de thermometer op een zonnige plek. Na 2 minuten lees je de temperatuur af. 4. Leg de thermometer nu in een schaduwplek. Na 2 minuten lees je de temperatuur af. Tip voor de begeleider? Als open plek kan je bijvoorbeeld een open zandbodem of een open grasplek kiezen. Vragen en oplossingen?. Op welke plek, die je gemeten hebt, is het warmst? Op de open plek, in de zon. 2. Hoe komt dit denk je? Er zijn geen bomen als zonnefilter of als parasols. Hierdoor kunnen de zonnestralen de bodem rechtstreeks opwarmen, waardoor het erg warm kan worden (tot 40 C of meer in de zomer!). Zand slorpt bovendien de zonnewarmte gemakkelijk op. 0

11 Resultaten metingen? Dit hebben we gemeten op een mooie lentedag begin april: temperatuur bos = 6 temperatuur open plek = 2 C. OPDRACHT 3: HOE STERK WAAIT DE WIND IN HET BOS EN OP DE OPEN PLEK? De bodem ondergaat alles: licht, koude, warmte, droogte, water en wind. De natuurelementen bepalen wat hier kan groeien en welke dieren hier kunnen leven. In de bossen spelen licht, warmte, water en wind een bepaalde rol die heel speciaal is en heel anders is dan op de open vlaktes. We noemen dit het micro-klimaat in het bos. Een ander woord voor micro is heel klein. Wat doen we? We meten de windsnelheid in het bos en op de open plek. Wat heb je nodig? de windsnelheidsmeter Hoe doe je het?. Neem de windsnelheidsmeter. Ga naar het midden van het bos. 2. Hou de meter,5 meter boven de grond. 3. Meet gedurende minuut. Lees de maximum uitwijking af. 4. Ga naar het midden van de open plek en meet opnieuw. Tip voor de begeleider? Zorg ervoor dat de windsnelheidsmeter op m/s (meter per seconde) staat. In de achtergrondinfo bodem en metingen vind je meer uitleg over het gebruik van de windsnelheidsmeter. Vragen en oplossingen?. Op welke plek, die je gemeten hebt, heb je de minste wind? In het bos. 2. Hoe komt dit denk je?

12 Bomen zijn als windschermen: met hun hoge kruinen en hun gebladerte vangen ze wind op en houden ze veel wind tegen. Resultaten metingen? Dit hebben we gemeten op een mooie lentedag begin april: windmeting bos = 0 m/s windmeting open plek =,2 m/s OPDRACHT 4: HOEVEEL ZONLICHT VALT OP DE BODEM IN HET BOS EN OP DE OPEN PLEK? De bodem ondergaat alles: licht, koude, warmte, droogte, water en wind. De natuurelementen bepalen wat hier kan groeien en welke dieren hier kunnen leven. In de bossen spelen licht, warmte, water en wind een bepaalde rol die heel speciaal is en heel anders is dan op de open vlaktes. We noemen dit het micro-klimaat in het bos. Een ander woord voor micro is heel klein. Wat doen we? We meten de sterkte van het zonlicht in het bos en op de open plek. Wat heb je nodig? de lichtmeter Hoe doe je het?. Neem de lichtmeter. Ga naar het midden van het bos. 2. Hou de meter vlak (horizontaal) en,5 meter boven de grond. 3. Meet gedurende minuut. Lees de maximum lichtsterkte af. 4. Ga naar het midden van de openplek en meet opnieuw. Tip voor de begeleider? Leg dit meetinstrument even uit. In de achtergrondinfo bodem en metingen vind je meer uitleg over het gebruik van de lichtmeter, ook luxmeter genoemd. 2

13 Vragen en oplossingen?. Op welke plek, die je gemeten hebt, schijnt het minste zonlicht? In het bos. 2. Hoe komt dit denk je? Als de bomen in blad staan, houden zij het zonlicht tegen. Resultaten metingen? Dit hebben we gemeten op een mooie lentedag begin april: lichtmeting bos = 33 (x 00) lux windmeting open plek = 402 (x 00) lux OPDRACHT 5: HOE SNEL TREKT HET WATER DE GROND IN? De bodem vangt alles op: licht, koude, warmte, droogte, water en wind. Deze natuurelementen bepalen wat hier kan groeien en welke dieren hier kunnen leven. Maar ook het soort grond speelt een grote rol. Bestaat het uit keitjes.? Of is het zand of klei? Kan het water vasthouden of niet? Droogt de grond snel uit of niet? Wat doen we? We doen een proefje. We onderzoeken in welke bodem het water het snelst wegtrekt. Is dit in de bosbodem met humus of in de open zandbodem? Wat heb je nodig? de bruine plastic ring 2 flesjes water (met evenveel water) een chronometer (op een horloge of op een gsm) Hoe doe je het?. Ga naar een bosplekje waar veel humusgrond is. 2. Plaats de bruine ring een centimeter in de grond. Er staat een teken op de ring. Hierdoor staat de ring vast in de grond. 3. Giet nu het flesje water rustig en langzaam aan in de ring. 4. Neem de tijd op totdat je het water zo goed als niet meer in de grond ziet. 5. Ga nu naar een open plekje op de zandbodem. 3

14 6. Plaats opnieuw de bruine ring in het zand. 7. Giet nu het flesje water rustig en langzaam aan in de ring. 8. Neem ook de tijd op. Tip voor de begeleider? Doe best samen met het groepje dit proefje. Breng 2 flesje water mee ofwel grote fles met 2 bekertjes. Het is belangrijk dat je vertrekt van een gelijke hoeveelheid water. In de achtergrondinfo bodem en metingen vind je meer uitleg over dit proefje. Alternatief? Dit proefje kan je uitvoeren zonder chronometer.. Neem een grote hoop humusbodem en een grote hoop zand. (b.v. van de bodemstaal of met een schopje) 2. Leg de hoopjes naast elkaar. 3. Plaats de ringen cm in de hoopjes. 4. Giet tegelijkertijd het water (eenzelfde hoeveelheid ) in de ringen. 5. In welk ring blijft het water het langste staan? Vragen en oplossingen?. In welk welke bodem sijpelt het water het snelst door in de grond? In de open zandbodem. 2. Hoe komt dit denk je? Zand bestaat uit losse korreltjes, waardoor het water snel erdoor glipt. Een humuslaag absorbeert het water en laat het langzaam doorsijpelen naar de volgende lagen. Noot: Bij aanhoudende droogte, zal je zien dat het water niet onmiddellijk in de zandbodem kan trekken. De grond is verhard waardoor bij een overvloedige bui (in dit geval het water uit het flesje) het water wegvloeit i.p.v. in de grond dringt. Resultaten metingen? Dit hebben we gemeten op een mooie lentedag begin april: 4

15 bosgrond = ca 45 seconden naakte zandgrond = meer dan 45 seconden Uitleg? Sommige bomen houden van een droge zandgrond zoals de grove den, de zeeden en de berk. Hun wortels kunnen diep de grond indringen. De eik, de lijsterbes, het sporkehout hebben wat meer vocht nodig: Doordenkertjes? Deze vragen kan je extra stellen in de gezamenlijk groep. Belangrijk is wel dat de groep alle opdrachten rond de bodem gedaan hebben.. Welk micro-klimaat hebben we in het bos? Kan je dit in eigen woorden vertellen aan de hand van wat je gemeten hebt? In het bos is er veel schaduw dringt er weinig zonlicht tot op de bodem door is er nauwelijks wind is het vochtig 2. Wat hebben planten nodig om te groeien (te leven)? water voedsel in de bodem (voedingstoffen zoals mineralen en zouten) (zonlicht) (CO2) 3. Waar gaan de meest verschillende soorten plantjes groeien? In het bos of op de open plek? Waarom denk je dit? In het bos en haar bosgrond! Hier is het vochtiger meer humus (= voedsel) minder wind. 5

16 OPDRACHT 6: WAT IS DE BODEMDICHTHEID OP DE PLAATSEN WAAR JE LOOPT? Elke bodem bestaat uit vaste deeltjes. Tussen al deze deeltjes lopen kanaaltjes. De kanaaltjes zijn gevuld met lucht en water. Alle planten hebben lucht en water nodig om te groeien. Hun worteltjes groeien in deze kanaaltjes. Zijn er veel kanaaltjes in de bodem, dan is de bodem luchtig. De vaste deeltjes zitten niet op elkaar gepropt of geperst. Zijn er weinig kanaaltjes in de bodem, dan is de bodem dichtgeplakt. De vaste deeltjes zijn op elkaar geduwd of geperst. Wat doen we? We meten hoe dicht of hoe los de bodemdeeltjes op elkaar gepropt zijn. We doen dit op 3 verschillende plaatsen: midden in het bos aan de rand van een bospad midden op het bospad Wat heb je nodig? houten hamer houten piket Hoe doe je het?. Ga enkele meters in het bos. Sla hier de houten piket met gelijke slagen een tien centimeter in de grond. Tel het aantal slagen. 2. Sla nu de piket aan de rand van het bospad tien centimeter in de grond. Tel het aantal slagen. 3. Sla nu de piket in het midden van het bospad. Tel het aantal slagen. Tip voor de begeleider? Leg uit wat bodemdichtheid betekent. Vragen en oplossingen?. Waar is de bodemdichtheid het laagst? Waar zijn de bodemdeeltjes het minst op elkaar geperst? Midden in het bos is het laagst, minder dan 0 slagen. 6

17 2. En waar is de bodemdichtheid het hoogst? Waar zijn de bodemdeeltjes sterk op elkaar geperst? Op het bospad is het hoogst, meer dan 40 slagen. 3. Hoe komt dit denk je? We wandelen altijd op het bospad. Hierdoor drukken we de bodemdeeltjes alsmaar dichter tegen elkaar aan. Doordenkertjes?. Ken je nog andere oorzaken die ervoor zorgen dat de bodemdeeltjes dicht op elkaar gaan zitten? machines en auto s die in het bos komen wandelaars dieren die telkens hetzelfde spoor nemen mountainbikers, fietsers paardenhoeven als mensen gaan paardrijden Al deze elementen verhogen de bodemdichtheid. Als je de grond omwoelt, dan verlaag je de bodemdichtheid. Dit doen de bodemdiertjes zoals o.a. de regenworm, de mol,. 2. Waar denk jij dat de tere worteltjes van kiemplantjes (kiemende boomzaden) het makkelijkste in de bodem kunnen dringen? Kiemende planten zijn heel jonge plantje die hele fijne worteltjes hebben (niet zoals een grote eik). Zij hebben een luchtige bodem nodig, een bodem met veel kanaaltjes of poriën. In deze kanaaltjes kunnen ze gemakkelijk wortelen. Er is genoeg plaats en veel lucht. In deze kanaaltjes kunnen ze ook gemakkelijk water opnemen. Water hebben plantjes nodig om te kunnen groeien. Uitleg? Elke bodem bestaat uit vaste bodemdeeltjes. Tussen al deze bodemdeeltjes lopen er kanaaltjes, die we poriën noemen. (Denk aan de poriën in onze huid.) Deze poriën zijn gevuld met lucht en water. Hierdoor kunnen de worteltjes van jonge plantjes in de grond binnendringen en groeien. Zijn er veel poriën in de bodem, dan is de bodemdichtheid laag. De bodem is luchtig. De vaste deeltjes zitten niet op elkaar gepropt. Zijn er weinig poriën in de bodem, dan is de bodemdichtheid hoog: de vaste bodemdeeltjes zijn op elkaar geduwd. 7

18 Welke bomen en planten groeien in het bos? OPDRACHT 7: WELKE BOMEN GROEIEN IN HET BOS? Bomen maken een wezenlijk deel uit van het bos. Maar het éne bos is het andere bos niet. We staan nu voor 2 verschillende bossen. Wat zie je? Wat valt je op? Op verschillende plaatsen op aarde kunnen geen bomen groeien? Weet jij waar? Wat doen we? We onderzoeken het gemengd bos en het naaldbos. Welke bomen groeien hier? We zoeken de naam van deze bomen op. Wat heb je nodig? zoekkaart bomen bomenwaaiers Hoe doe je het?. Kijk rond en zoek de verschillende bomen. 2. Kijk naar het blad, de schors en de vrucht van elke boom. Verzamel ze. Is het een naaldboom of een loofboom? Welke vorm heeft het blad? Hoe lang zijn de naalden? Hoe voelt de schors? Welke kleur hebben de vruchten? 3. Met de zoekkaart zoek je de naam van elke boom op. Vragen en oplossingen?. Welke naaldbomen heb je gevonden? Naaldbomen: grove den, zeeden, corsicaanse den, fijnspar, douglasspar, 2. Welke loofbomen heb je gevonden? Loofbomen: amerikaanse en inlandse eik, beuk, berk, lijsterbes, sporkehout (vuilboom), 3. Hoeveel verschillende bomen tref je aan in het gemengd bos? En in het naaldbos? Loofbos: minstens 5 verschillende soorten Naaldbos: ca 3 verschillende soorten 4. Welke boom overheerst in het gemengd bos? Meestal eik, berk en sporkehout, maar is plaatsbepalend. 8

19 5. Welke boom overheerst in het naaldbos? Naaldbos: grove den Een typisch kenmerk van deze den zijn de 2 verschillende schorskleuren: bovenaan roodbruin, onderaan (donker)bruin. 6. In welk bos zullen de meeste diertjes leven? Waarom denk je dit? In het gemengd loofbos. Hier groeien meer verschillende soorten bomen, die elk op hun beurt verschillende soorten dieren kunnen aantrekken. Maar ook het aantal diertjes (in hoeveelheid) zal talrijker zijn, gezien de gevarieerde structuur van het bos. Tip voor de begeleider? Laat het groepje 2 bordjes nemen. Op het eerste bordje verzamelen ze alle boomsoorten (blad, schors, vruchten) van het gemengd bos. Op het tweede bordje verzamelen ze de verschillende bomensoorten van het naaldbos. Uitleg? Bosgroei is alleen mogelijk wanneer het klimaat gunstig is: voldoende hoeveelheid neerslag per jaar voldoende zonnewarmte. Dit maakt dat op verschillende plaatsen op aarde geen bomen kunnen groeien namelijk op te koude plaatsen: het hooggebergte, de poolgebieden, de toendra s op te warme plaatsen: de woestijnen op te natte plaatsen: zeeën, oceanen, meren, diep moerasachtig gebied 9

20 OPDRACHT 8: HOE HOOG EN HOE DIK IS JE LIEVELINGSBOOM? Bomen maken een wezenlijk deel uit van het bos: het zijn de reuzen van onze aarde. Indianen noemen bomen het staande volk. Bomen kunnen ook erg oud worden. Sommige bomen leven al meer dan 000 jaar, zoals de mammoetbomen. Hoe groter de boom en hoe dikker de stam, hoe ouder de boom is. Wat doen we? We meten de hoogte en de dikte van onze lievelingsboom. Wat heb je nodig? boomhoogtemeter van Franck lintmeter Hoe doe je het?. Zoek je lievelingsboom. 2. Schat eerst de hoogte van de boom. Hoe groot is je boom? 3. Meet nu de hoogte van de boom met de boomhoogtemeter. Op de achterkant staat de boomhoogtemeter uitgelegd. 4. Meet ook de dikte van je boom. Dit doe je als volgt. Meet vanaf de grond een hoogte van meter op de stam. Op dat punt meet je de stamomtrek. Je doet volgende berekening (zie achterkant). 5. Meet nu ook de dikte bij 2 andere bomen die behoren tot dezelfde boomsoort. 6. Zijn ze allemaal even dik? Ja, dan zijn ze allemaal even oud. Neen? Dan is de minst dikke boom de jongste, de meest dikke boom de oudste. Tip voor de begeleider? Deze opdracht is interessant voor de oudere kinderen. In de achtergrondinfo variatie in bosstructuur vind je meer uitleg over het werken met de boomhoogtemeter en de dikte van de boom berekenen. Zoek met de kinderen naar een afgezaagde boomstam en tel samen de jaarringen. Hoe oud was deze boom? Hoe oud kan een mens worden? 20

21 Uitleg? Hoe ouder een boom, des te hoger en dikker hij wordt: een boom blijft alsmaar groeien zolang hij leeft. Bij een omgezaagde boomstronk zie je de groei- of jaarringen. Een jaarring is de jaarlijkse groeilaag van de stam die hard geworden is. Omdat de groei elke winter stilligt, vormen zich zo goed zichtbare ringen van voormalig levende groeilagen: ze bestaat uit een licht en een donker laagje. Elke groeilaag of jaarring staat zo voor één jaar in het leven van de boom. Een telling van het aantal jaarringen geeft de leeftijd van de boom weer. De dikte van elke jaarring wordt onder andere bepaald door klimatologische veranderingen. In warme jaren met voldoende vocht zal de boom harder groeien dan in koude, droge jaren. Zo vormt zich een patroon van jaarringen dat identiek is voor een groep bomen in eenzelfde gebied. Op deze wijze kunnen wetenschappers de jaarringen gebruiken om bijvoorbeeld de leeftijd te bepalen van houten archeologische restanten. Ze kunnen het patroon van de jaarringen vergelijken en zo vaststellen uit welke periode een gevonden balk stamt. Bij een levende boom is dit tellen onmogelijk. Je kan immers moeilijk de boom omhakken om vervolgens de jaarringen te gaan tellen! Er bestaat echter een andere methode om de leeftijd van de boom min of meer - te bepalen n.l. door de dikte van de stamomtrek te meten. 2

22 OPDRACHT 9: WELKE PLANTEN GROEIEN IN HET BOS? Er groeien niet alleen bomen in het bos, maar ook heel wat planten. Elk bos is opgebouwd in lagen, ook etages genoemd. Denk aan je huis. Ook je huis kan of meerdere verdiepingen hebben. Bij een goed ontwikkeld (en gezond) bos zijn er 4 lagen of etages. Kan je ze opnoemen? Neen, piep dan op de tekening. Lagen in het bos: bomenlaag, struikenlaag, kruidlaag, moslaag of strooisellaag Wat doen we? We zoeken naar de verschillende soorten planten in 3 lagen. Dit doen we in 2 verschillende soort bossen. We vragen ons af welke planten graag in de schaduw staan en welke liever in het zonnetje staan. Wat heb je nodig? zoekkaart grassen, varens en mossen zoekkaart bos- en heideplanten bomenwijzer loepjes Hoe doe je het? Kijk goed naar de tekening zodat je weet welke planten in welke laag thuishoren. Je onderzoekt de planten in het gemengd bos en in het naaldbos.. Zoek 5 verschillende soorten mos. Lukt dit voor beide bossen? Bekijk elk mosje goed met een loepje. 2. Zoek 5 verschillende soorten planten (kruiden) in de kruidlaag. Lukt dit voor beide bossen? Zoek de naam van je plant op. 3. Zoek 5 verschillende soorten struiken in de struiklaag. Lukt dit voor beide bossen? Breng de struiken op naam. Tip: Vele jonge bomen zitten ook nog in de struikfase. Gebruik zeker de bomenwijzer. 22

23 Vragen en oplossingen?. Welke lagen (etages) zie je in het gemengd bos? Ontbreken er lagen? (gemengd) loofbos: alle lagen 2. Welke lagen (etages) zie je in het naaldbos? Ontbreken er lagen? Welke? Weet je hoe dit komt? Moslaag en boomlaag zie je duidelijk. Kruidlaag en struiklaag ontbreken over het algemeen. In oorsprong zijn de naaldbomen door de mens aangeplant. Dikwijls staan de bomen te dicht op elkaar waardoor er te weinig zonlicht op de bodem valt. Hierdoor kunnen jonge bomen niet of nauwelijks groeien. De naalden van een naaldboom verzuren ook de bodem, waardoor er maar weinig planten/struiken kunnen opschieten. 3. In welk bos zullen de meeste diertjes leven? Waarom denk je dit? In het loofbos: meer gevarieerde begroeiing in alle lagen, waardoor de dieren gemakkelijker voedsel en beschutting kunnen vinden. 4. In welk bos zou jij het liefst spelen? Waarom? Vertel maar. 5. Heeft een mosplantje worteltjes? Een mosplantje heeft geen worteltjes zoals alle andere planten, maar wel hechtworteltjes Hierdoor kan het zich vastklampen op de bodem, de bomen, een steen,. Voedsel en water haalt het uit de lucht (regenwater). Als de lucht vervuild is, zullen er minder mossen of andere soort mossen groeien. 6. Zoek een open zonnig plekje in het bos. Welke plantjes staan graag in het zonnetje? Veelal mos, grassen, ontkiemende planten. Zij hebben veel zonlicht nodig. 7. Zoek een plantje dat heel graag in de schaduw staat. Ken je dit plantje? Voornamelijk varens. boomlaag (> 800 cm hoog) struiklaag (35 cm cm hoog) kruidlaag (5 cm - 35 cm hoog) moslaag strooisellaag (< 5 cm hoog) 23

24 Welke diertjes leven in het bos? OPDRACHT 0: WELKE DIERTJES LEVEN IN HET BOS? Het bos is een samenspel van bomen, planten en diertjes. Het één kan niet zonder de ander. Zouden er geen planten meer bestaan op aarde, dan zouden alle dieren EN de mens verdwijnen. Vele dieren zijn immers dol planten! Overal zouden we dus diertjes moeten vinden. Wat doen we? We zoeken diertjes onder dood hout en brengen deze op naam. We sporen de bodemdiertjes op en zoeken in het (hoge) gras. Met behulp van de zoekkaarten brengen we ze op naam. We schudden aan de struiken en kijken welke diertje hier leven. Wat heb je nodig? schopje loepenpotjes wit doek opdrachtkaartjes bodemdiertjes zoekkaart gallen op bladeren en knoppen zoekkaart minidiertjes zoekkaart dagvlinders zoekkaart rupsen zoekkaart muggen, vliegen, bijen en wespen zoekkaart spinnen Hoe doe je het?. Zoek DOOD HOUT (b.v. een dode stronk, een omgevallen boomstam). Kijk welke diertjes hier in of onder leven. Met de zoekkaart minidiertjes kan je de diertjes een naam geven. Heb je dood hout omgedraaid, leg ze zeker terug zoals in het begin. De diertjes kunnen terug in hun huisje. 2. Leg je op je buik neer en zoek naar diertjes op de bodem en in het (hoge) gras. 3. Houd een laken ONDER DE STRUIIKEN en/of ONDER JONGE BOMEN. Schud aan de takken. Welke diertjes heb je ze gevonden? Ken je ze ook? Laat na elk onderzoek de diertjes vrij op de plaats waar je ze gevonden hebt! 24

25 Vragen en oplossingen?. Hoeveel verschillende soorten diertjes ben je tegengekomen? 2. Waar heb je de meeste diertjes gevonden? In het gemengd bos of in het naaldbos? 3. Wat is het verschil tussen een insect en een spin? TIP: tel het aantal pootjes. insect 3 paar poten (6 poten) lichaam bestaat uit 3 delen (kop, borst en achterlijf) vleugels facetogen (samengestelde ogen) spin 4 paar poten (8 poten) lichaam bestaat uit 2 delen (kopborststuk en achterlijf) geen vleugels 8 (of meer) enkelvoudige ogen zoals bij de mens spintepels: kan een draad weven 4. Noem 3 (of 5) verschillende soorten insecten die je gevangen hebt. 5. Vang 2 verschillende soort spinnen. Bekijk ze. Welke verschillen zie je? 6. Zoek 2 verschillende spinnenwebben. Hoe zijn ze gebouwd? Maken alle spinnen een web? Sommige spinnen maken geen web b.v. krabspinnen, springspinnen, wolfsspinnen, zebraspinnen, zij bespringen als het ware hun prooi. 7. Op welke plaats leeft de pissebed graag? Plekje met veel of weinig zon? Donker of licht? Vochtig of droog? Pissebed behoort tot de familie van de kreeftachtigen. Je vindt dit diertje op donkere vochtige plaatsen. 25

26 Welke dierensporen vinden we in het bos? OPDRACHT : WELKE DIERENSPOREN VINDEN WE IN HET BOS? Vele grotere dieren zoals zoogdieren en vogels zijn niet onmiddellijk zichtbaar voor ons, maar toch laten ze hun sporen achter. Zo verbergt het bos vele bewoners. Wat zijn dierensporen? Leg aan elkaar uit. Welke dierensporen heb je ooit al gevonden? Vertel! Wat doen we? We speuren rond en zoeken naar dierensporen en brengen ze op naam. Wat heb je nodig? bordjes eventueel markeringsvlaggetjes zoekkaarten dierensporen Hoe doe je het?. Zoek in het bos naar zoveel mogelijk verschillende dierensporen. Hou je ogen en oren goed open. Dierensporen kunnen groot en klein zijn. Vergeet niet op de blaadjes te kijken, op dood hout, in en op de grond. 2. Gebruik de zoekkaart. Zoek uit welk spoor je hebt gevonden. 26

27 Welke zwammen of paddenstoelen vinden we in het bos? OPDRACHT 2: WELKE ZWAMMEN OF PADDENSTOELEN VINDEN WE IN HET BOS? De meeste zwammen of paddenstoelen zijn de opruimers van het bos. Ze breken alles stukje voor stukje af: het dood hout, de boomstronk, de blaadjes, dode diertjes, zieke bomen,. Daarnaast eten verschillende dieren graag paddenstoelen zoals de naaktslak, de eekhoorn, sommige kevers. Vele paddenstoelen tref je aan in de herfst. Maar ook in de andere seizoenen (zelfs in de winter!) kan je paddenstoelen vinden. Wat doen we? We gaan op zoek naar verschillende paddenstoelen en zoeken uit tot welke grote familie van zwammen ze behoren. Wat heb je nodig? spiegeltje zoekkaart zwammen in het bos Hoe doe je het?. Speur de omgeving af en zoek naar verschillende paddenstoelen (zwammen). Pluk ze NIET. Neem het spiegeltje, zodat je de onderkant kan bekijken. 2. Heeft de zwam plaatjes of buisjes? Draagt de paddenstoel een hoedje? Heeft ze een ring aan de steel? 3. Neem de zoekkaart en zoek tot welke familie ze behoren. 4. Waar leeft jouw gevonden paddenstoel? Op een blad, op een dennenappel, op dood hout of juist op een levendige boom, op? Uitleg? Sommige paddenstoelen leven heel graag samen met bomen. Ze wikkelen hun schimmeldraadjes rond de (haar)worteltjes van de boom. Zo kan de boom extra water opnemen. In ruil geeft de boom voedingsstoffen aan de paddenstoel. Vliegenzwammen leven altijd samen met de berk. Kastanjeboleten vertoeven in de buurt van dennen. Andere paddenstoelen zijn de schoonmaakploeg van het bos. Alles wat dood is (takjes, blaadjes, gestorven dieren) breken ze af tot heel kleine voedingsdeeltjes. Zo kunnen bomen en planten via de wortels deze voedingsdeeltjes (mineralen) terug opnemen. Het zijn hun bouwstoffen. De berkenzwam bevindt zich altijd op de berk en breekt deze af. Nog andere zwammen zijn parasieten: ze profiteren van hun gastheer. Met hun schimmeldraden zitten ze in de sapstromen van de boom en haal hier de voedingsstoffen eruit. De boom zal op lange duur sterven. Hij heeft immers onvoldoende voedsel. En ondertussen smult de zwam maar verder en groeit en groeit. 27

28 Materiaallijst boskoffer ARTIKEL AANTAL PRIJS/STUK IN Algemeen veldonderzoek bos handleiding begeleider 2 de en 3 de graad BO 5,00 opdrachtkaarten veldonderzoek bos 2de en 3de graad BO 5,00 biotoopstudie bos veldwerkboekje ste en 2 de graad SO 0,00 biotoopstudie bos handleiding begeleider ste en 2de graad SO 0,00 bundel achtergrondinfo bos 0,00 schrijfplanken potloden 5 5 2,50 0,50 boeken speurboekje voor de jonge boswachter 0,00 natuurtalenten: op zoek naar de bronnen in het bos 5,00 Bodem en grondstaal (bodemprofiel) achtergrondinfo bodem en grondstaal 5,00 grondboor met 6,00 dakgoten (half open PVC-buizen) 2 4,00 bordjes 2,50 schopje 5,00 lintmeter 0,00 tabel grondonderzoek 2,00 Bodem en micro-klimaat achtergrondinfo bodem en micro-klimaat 5,00 thermometer klein thermometer groot 6,50 3 bodemvochtigheidsmeter met 8,00 priem (= grote nagel),50 hamer 3,00 windsnelheidsmeter met opbergtasje 50,00 luxmeter met opbergtasje 86,00 zowel te gebruiken voor bodem en microklimaat als begroeiing, licht en bodemdichtheid ring in bruine kunststof met,00 flesje water (best zelf mee te brengen) Bij beschadiging en /of verlies van materiaal uit de boskoffer zullen we bovenstaande prijzen aanrekenen. 28

29 Begroeiing, licht en bodemdichtheid bundel achtergrondinfo begroeiing, licht en bodemdichtheid 5,00 houten hamer piket 2 6,00,00 afbakeningslint of afbakeningstouw met 4,00 afbakeningsschijven 8,00 zoekkaart loof- en naaldbomen & struiken (boshuis Ravels) 2 bomen (agentschap natuur en bos) 2 bomen aan knoppen herkennen bomenwaaier 2 9,00 bos- en heideplanten bermplanten grassen, varens en mossen veldgids bomen 30,00 boomhoogtemeter van Franck 5,00 lintmeter 0,00 Dierenleven en biodiversiteit vouwmeter 3,00 schopje 5,00 bordje 2,50 loepenpotje 5 5,00 wit doek (nylon) 5,00 zoekkaart dierenkaartjes (met opdrachten) 0,50 minidiertjes 5 gallen op bladeren en knoppen dagvlinders nachtvlinders rupsen hommels muggen, vliegen, bijen en wespen vogels dierensporen o vraatsporen o loopsporen boeken insectengids 30,00 diersporengids welk dierspoor is dat? 6,50 Variatie in bosstructuur (beheer) achtergrondinfo variatie in bosstructuur 5,00 spiegeltje 5,50 zoekkaart zwammen in het bos 2 29

OPDRACHT 1: WAT ZIEN WE ONDER DE GROND?

OPDRACHT 1: WAT ZIEN WE ONDER DE GROND? Opdrachtkaarten bos OPDRACHT 1: WAT ZIEN WE ONDER DE GROND? Elke grond is anders. Ze kan vochtig of droog zijn. Ze kan korrelig zijn. Of uit piepkleine plakkende deeltjes bestaan. Al deze elementen bepalen

Nadere informatie

Uitleenkoffer Ontdek het bos- en heideleven. Wat

Uitleenkoffer Ontdek het bos- en heideleven. Wat Uitleenkoffer Ontdek het bos- en heideleven Wat Ontdek de Hoge Rielen eens van héél dichtbij. Met het materiaal uit twee handige uitleenkoffers organiseer je een fantastische bosdag of heideontdekkingstocht.

Nadere informatie

Opdrachtkaarten heide

Opdrachtkaarten heide Opdrachtkaarten heide OPDRACHT 1: WAT ZIEN WE ONDER DE GROND? Elke grond is anders. Ze kan vochtig of droog zijn. Ze kan korrelig zijn. Of uit piepkleine plakkende deeltjes bestaan. Al deze elementen bepalen

Nadere informatie

Biotoopstudie bos. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje

Biotoopstudie bos. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje Biotoopstudie bos 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje Veldwerk: onderzoek in een gemengd (loof)bos versus naaldbos WAT? Het bos is een levensgemeenschap van planten en dieren waarin bomen

Nadere informatie

Veldwerk heide. 2 de en 3 de graad basisonderwijs Handleiding begeleider

Veldwerk heide. 2 de en 3 de graad basisonderwijs Handleiding begeleider Veldwerk heide 2 de en 3 de graad basisonderwijs Handleiding begeleider Veldwerk: onderzoek op de heide WAT De heide is een bijzondere levensgemeenschap waar vele - meestal unieke - planten en dieren met

Nadere informatie

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal Onderzoeksopdracht Bodem en grondstaal Gebruik grondboor 1. Duw en draai gelijktijdig, in wijzerzin, de schroefachtige punt (het boorlichaam) in de bodem. Deze schroef verzamelt en houdt de grond vast.

Nadere informatie

Biotoopstudie heide. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje

Biotoopstudie heide. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje Biotoopstudie heide 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje Veldwerk: onderzoek op de heide WAT? De heide is een bijzondere levensgemeenschap waar vele - meestal unieke - planten en dieren

Nadere informatie

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam. Opdracht 1. Gebruik je ogen goed. In het bos kun je van alles ontdekken! Komen er onder de bomen verschillende soorten insecten en of bodemdiertjes voor? Het beste bos 1. Materiaal tas 1: zoekraam, 1 schepje,

Nadere informatie

Ontdek de Hoge Rielen eens van héél dichtbij. Met het materiaal uit twee handige uitleenkoffers organiseer je een heideonderzoek.

Ontdek de Hoge Rielen eens van héél dichtbij. Met het materiaal uit twee handige uitleenkoffers organiseer je een heideonderzoek. Uitleenkoffer Ontdek het bos- en heideleven Wat Ontdek de Hoge Rielen eens van héél dichtbij. Met het materiaal uit twee handige uitleenkoffers organiseer je een heideonderzoek. De heide is een bijzondere

Nadere informatie

Loof-en naaldbomen. Naam :

Loof-en naaldbomen. Naam : Loof-en naaldbomen Naam : Veel bomen maken een bos In een boomgaard staan soms honderden bomen, en toch is een boomgaard geen bos. Ook in een park kun je veel bomen zien, maar een park is beslist geen

Nadere informatie

Biotoopstudie bos. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider

Biotoopstudie bos. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider Biotoopstudie bos ste en de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider Veldwerk: onderzoek in een gemengd (loof)bos versus naaldbos WAT Het bos is een levensgemeenschap van planten en dieren waarin

Nadere informatie

Les 5 Een goede bodem

Les 5 Een goede bodem Pagina 1 Les 5 Een goede bodem 1 Bodemsoorten-/Composthooples Er zijn verschillende soorten grond in Nederland. Elke soort grond is anders. Sommige planten houden van arme, voedingsloze grond en anderen

Nadere informatie

Rivierenhof. Handleiding. Opgesteld door de domeinwachters. >> Ontdekkingstocht voor het 4, 5 en 6 leerjaar. Tjakkie de specht Ontdekt de Herfst

Rivierenhof. Handleiding. Opgesteld door de domeinwachters. >> Ontdekkingstocht voor het 4, 5 en 6 leerjaar. Tjakkie de specht Ontdekt de Herfst Rivierenhof Handleiding Opgesteld door de domeinwachters >> Ontdekkingstocht voor het 4, 5 en 6 leerjaar Tjakkie de specht Ontdekt de Herfst INLEIDING Het zelf -doe pakket bestaat uit een bewegwijzerde

Nadere informatie

Bloeiend plantje Spoor van een dier

Bloeiend plantje Spoor van een dier Volwassen boom Jonge boom Dode boom Hoge struik Lage struik Varen Mos Klimmende plant Bloeiend plantje Spoor van een dier Paddenstoel (op de grond) Bodemdiertje Paddenstoel (op een boom) Activiteit 3 :

Nadere informatie

Wat gebeurt er met de blaadjes die in de herfst van de bomen vallen? En wat doen onze tuiniers met dode of planten of afgesnoeide takken?

Wat gebeurt er met de blaadjes die in de herfst van de bomen vallen? En wat doen onze tuiniers met dode of planten of afgesnoeide takken? De bodem doorgrond Wat? Voor Leeftijd wie? Duur: Prijs: begeleid actief atelier Basisonderwijs 2 uur 90 per groep van max. 20 lln. Wat gebeurt er met de blaadjes die in de herfst van de bomen vallen? En

Nadere informatie

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015 Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015 Doelgroep: Midden- en bovenbouw basisonderwijs: groep 5-8 Jaargetijde: Herfst, winter, lente en een stukje zomer. Plaats:

Nadere informatie

Opdrachtkaarten Lente

Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Je onderzoekt straks in het duingebied allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten in de

Nadere informatie

Opdrachtkaarten Herfst

Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Je gaat in het duingebied onderzoek doen naar allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten

Nadere informatie

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 3+ 8 + Opdracht EDUKIT 3

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 3+ 8 + Opdracht EDUKIT 3 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 6+ 10 + Wanneer is een bos een bos? Een paar bomen samen vormen pas een bos als ze een oppervlakte van 1/2 hectare beslaan. Je zou dit kunnen vergelijken met een voetbalvel

Nadere informatie

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden Oude bomen meetlint In Amsterdam staan veel bomen. Sommige van die bomen zijn al heel oud en hebben veel meegemaakt. Bomen kunnen veel betekenen voor mensen. Denk bijvoorbeeld aan de kastanjeboom in de

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij

Nadere informatie

Grond onder je voeten

Grond onder je voeten Grond onder je voeten Hé hé, wie heeft z n voeten niet geveegd? Overal ligt modder. Kijk allemaal onder je schoenen! Loop je even door de tuin en daar begint het gezeur. Grond op de vloer vinden we blijkbaar

Nadere informatie

7-12 jaar Scharrelavontuur. 7-12 jaar Scharrelavontuur

7-12 jaar Scharrelavontuur. 7-12 jaar Scharrelavontuur Geluiden Wees 1 minuut helemaal stil. Luister naar de geluiden om je heen. Hoeveel geluiden heb je gehoord? Welke geluiden heb je herkend? Je eigen geur maken Verzamel verschillende soorten blaadjes, mos,

Nadere informatie

NME-leerroute Bomen in het Wandelbos

NME-leerroute Bomen in het Wandelbos NME-leerroute Bomen in het Wandelbos 5 Groep 1 Tilburg, BS Jeanne d Arc Verhaal voor de kinderen De oudste, dikste en hoogste levende wezens op aarde zijn bomen. In het Wandelbos gaan we bomen onderzoeken,

Nadere informatie

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen DASSENWERK werkbladen opdrachten Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen 2012 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen 1. Waar ben je? Je onderzoekt vandaag een klein gebied van Nationaal Park De

Nadere informatie

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten Herfst inhoud Herfst 3 1. Het weer 4 2. Overal blad 5 3. Zaden 6 4. Paddenstoelen 7 5. De eekhoorn 8 6. De egel 9 7. Insecten 10 8. Vogels op reis 11 9. Filmpje 12 Pluskaarten 13 Bronnen en foto s 15 Colofon

Nadere informatie

4-7 jaar Scharrelavontuur. 4-7 jaar Scharrelavontuur. Sterke geuren. Aardegeuren. Pluk een blaadje van een plantje.

4-7 jaar Scharrelavontuur. 4-7 jaar Scharrelavontuur. Sterke geuren. Aardegeuren. Pluk een blaadje van een plantje. Sterke geuren Pluk een blaadje van een plantje. Wrijf erover met je vingers, en verkreukel het blaadje een beetje. Ruik nu eens. Laat elkaar je blaadje ruiken. Waar ruikt het naar? Aardegeuren Ga op de

Nadere informatie

Opdrachten thema. Veluwe

Opdrachten thema. Veluwe en thema Schema groepjes en opdrachten bij vorm 2: elke opdracht vaste begeleider Groepje 1: spechten Groepje 2: muizen Groepje 3: vossen Groepje 4: eekhoorns Groepje 5: egels Kleine beestjes + voedselketens

Nadere informatie

Bosopdrachten. Praktijkopdrachten groep 7/8

Bosopdrachten. Praktijkopdrachten groep 7/8 Bosopdrachten Praktijkopdrachten groep 7/8 Inhoud..1 Determineren.2 Het bos van binnen naar buiten.5 Klimaat en sfeer in het bos 6 1) DOE JE OREN OPEN..6 2) VOEL EN RUIK..6 3) KLIMAAT..6 Boomdikte...7

Nadere informatie

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen Project Planten ABC Week 1ABC: Algemeen Info: Planten Planten eten, ademen en groeien. Sommige planten houden van natte grond. Anderen van droge grond. Sommige planten houden van veel zon en warmte. Anderen

Nadere informatie

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin Natuur dagboek Op ontdekking in je achtertuin Hey daar! Dit is jouw eigenste, hoogst persoonlijkste Dit natuurdagboek is van natuurdagboek. Trek de tuin, het park of het bos in. Gebruik je ogen, oren en

Nadere informatie

Ontdekkingstocht voor gezinnen

Ontdekkingstocht voor gezinnen Rivierenhof Ontdekkingstocht voor gezinnen Tjakkie de specht ontdekt de herfst INLEIDING TJAKKIE HERFST Tjakkie de specht voor gezinnen is een ontdekkingstocht met een bewegwijzerde route doorheen het

Nadere informatie

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Kijk goed naar deze boom om te zien of het

Nadere informatie

Leerpad Holle Wegen Halen. Opdrachten. Holle_Wegen_OPDRACHT.indd 1 20/04/10 14:04

Leerpad Holle Wegen Halen. Opdrachten. Holle_Wegen_OPDRACHT.indd 1 20/04/10 14:04 Leerpad Holle Wegen Halen Opdrachten 1 Holle_Wegen_OPDRACHT.indd 1 20/04/10 14:04 OPDRACHT 1 Temperatuur in de holle weg Bovenaan de Kluis ligt het driesterrenplekje. Neem hier de thermometer uit het koffertje.

Nadere informatie

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen. 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen. 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen Dassenwerk WERKBLAD OPDRACHTEN Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen 1. Waar ben je? Je gaat een onderzoek doen in een klein gebied van Nationaal

Nadere informatie

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas: Experimenten werkboekje KIT Dokter in de wetenschap: Klas: 1 Licht/zon Zonnebaden in het licht Zonlicht is heel belangrijk voor planten. Als een plant enkele dagen geen of onvoldoende licht krijgt, begint

Nadere informatie

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL: ( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL: GROEP:.. BOOM IN DE HERFST waarneemvel 1 WAT IS DE NAAM VAN JULLIE BOOM?.. 1. KRUIS AAN WAT JE ZIET AAN JULLIE TAK Nog groene bladeren Gekleurde bladeren Kale takken Vruchten

Nadere informatie

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6. Paddenstoelen inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 8 6. Schimmelweetjes 11 7. Filmpjes 13 Pluskaarten 14 Colofon en voorwaarden

Nadere informatie

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving Doelgroep: Groep 6,7 en 8 Leerstofgebied: Natuur en techniek Werkvorm: Buiten in groepjes van 3 leerlingen Duur: 45 minuten buiten + 30 minuten nabespreken in

Nadere informatie

Themawandeling Herfst

Themawandeling Herfst Themawandeling Herfst Leerdoelen: De leerlingen tonen respect voor de natuur De leerlingen kunnen enkele typische herfstverschijnselen uit het bos verklaren De leerlingen kunnen op een aangepaste manier

Nadere informatie

DE BOMEN DOOR HET BOS ZIEN

DE BOMEN DOOR HET BOS ZIEN DE BOMEN DOOR HET BOS ZIEN FSC Forest Kids Achtergrond rond bomen en bos DE BOOM Bomen zijn de grootste leden van het plantenrijk en bestaan in heel wat verschillende soorten, maar vrij typisch voor bomen

Nadere informatie

1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden

1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden BO 6 Tijdsinvestering: Bomen meten Tijdstip: lente, zomer of herfst 1.Inleiding De beheerder van een productiebos wil voordat de bomen gekapt worden Nodig: Materiaal hoogtemeter Meetlint werkbladen potloden

Nadere informatie

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel

Nadere informatie

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN 3 8 6 10 ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is...... een vaste plant met een houten stam en een kruin, alleen noemen de onderdelen anders dan bij een plant. Delen van de boom Laat de kinderen

Nadere informatie

NME-leerroute Kabouters in het Westerpark

NME-leerroute Kabouters in het Westerpark NME-leerroute Kabouters in het Westerpark 1 Groep Tilburg, BS Jeanne d Arc Verhaal voor de kinderen In het Westerpark woont een kaboutervolk. Dat weten niet zoveel mensen, maar voor deze ene keer hebben

Nadere informatie

Vind de schat van Het Vinne!

Vind de schat van Het Vinne! Vind de schat van Het Vinne! Zoek de eerste stopplaats met behulp van het plan aan de andere kant van deze paal 1. Ik voel, ik voel wat jij niet voelt: Eén deelnemer sluit zijn ogen. De anderen zoeken

Nadere informatie

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8. De oude eik inhoud De oude eik 3 1. In het park 4 2. De delen van de eik 5 3. Herfst 6 4. Dieren helpen de eik. 7 5. Winter 8 6. Lente 9 7. Rupsen 10 8. De galwesp 11 9. De boomklever 12 10. Filmjes 13

Nadere informatie

KLEE JENNE ILYANO KARA ROZELIEN QUINN NIENE FLEUR V. NOAH JULES NINA. Project Bomen

KLEE JENNE ILYANO KARA ROZELIEN QUINN NIENE FLEUR V. NOAH JULES NINA. Project Bomen KLEE JENNE ILYANO KARA ROZELIEN QUINN NIENE FLEUR V. NOAH JULES NINA Project Bomen FLEUR K. MATTEO LEI FYNN FERRE CHARLOTTE BERN LEONIE LOTTE ALINA STAN Wat is een boom? Bomen zijn de grootste planten

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg

Doe- pad Watertorenweg Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 7-8 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij

Nadere informatie

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL: ( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL: GROEP:.. BOOM IN DE ZOMER(beuk, esdoorn, berk) waarneemvel 1a WAT IS DE NAAM VAN JULLIE BOOM?.. 1. WELK SCHORSPLAATJE PAST BIJ JE BOOM? (kruis aan) hoe voelt deze schors?:

Nadere informatie

Een bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem Najaar 2014

Een bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem Najaar 2014 Een bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem Najaar 2014 Doelgroep: groepen 5 t/m 8 Plaats: Zoek een interessant terrein. Vooral een plek met hoogteverschillen geeft leuke vergelijkingsmogelijkheden.

Nadere informatie

1. Geheimen. 2. Zwammen

1. Geheimen. 2. Zwammen 1. Geheimen 'Geen plant en geen dier' Een paddestoel is zeker geen dier, maar een plant is het ook niet. Ze hebben geen groene bladeren om zonlicht op te vangen. Bovendien groeien paddestoelen in het donker.

Nadere informatie

Planten voor de Prins Werkmap Tweede graad Basisonderwijs

Planten voor de Prins Werkmap Tweede graad Basisonderwijs Planten voor de Prins Werkmap Tweede graad Basisonderwijs Tekeningen: Jowan De Saedeleer Inleiding Wil jij Prins Baldewijn helpen om terug in zijn kasteel te gaan wonen? Dan moet je op zoek gaan naar nuttige

Nadere informatie

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen In groep 1 en 2 hebben de leerlingen binnen dit thema geleerd dat er in de natuur verschillende kleuren, vormen en texturen te vinden zijn. De leerlingen in groep 3 en 4 richten zich in dit thema op bomen.

Nadere informatie

Raadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot?

Raadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot? Raadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot? Loop een rondje om het ven; ga over het dammetje. Let ook op hoogteverschillen. Materialen: Neem het kompas. Raadsel

Nadere informatie

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is... Een boom is een plant, alleen noemen de onderdelen anders. Een boom is namelijk een vaste plant met een houten stam en een kruin. Delen van de boom Laat

Nadere informatie

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in:

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in: Antwoordenblad Vul hier eerst jullie namen in: 1......................................................................................... 3.........................................................................................

Nadere informatie

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN DE HERFST DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN vanaf 2de graad lager onderwijs. x vak: muzische vorming x duur: halve dag GRIEZELBOS HET KLEINE VIEZE BEESTJES- ONDERZOEK! verloop: x verdeel de klas in verschillende

Nadere informatie

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 6 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel

Nadere informatie

Het is winter. op Landgoed Schothorst

Het is winter. op Landgoed Schothorst Het is winter op Landgoed Schothorst In de winter is er genoeg te zien en te beleven in de natuur. Tijdens deze wandeling kun je dat ervaren. 6 Enkeerdpad 1 Winterbloeiers Zelfs in de winter kun je soms

Nadere informatie

Doos der wijzen: opdracht één

Doos der wijzen: opdracht één Doos der wijzen: opdracht één Zet de schoenendoos voor je voet, en bekijk alle kanten goed. De bodem zie je nu helemaal niet, heb daarover geen verdriet. Neem het deksel er eens van, hoeveel kanten zie

Nadere informatie

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Als je naar de takken van de boom kijkt,

Nadere informatie

Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden.

Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden. KB0 Tijdsinvestering: 60 minuten Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden. 1. Inleiding Kleine beestjes vinden kun je overal en in elk

Nadere informatie

Mijn Boom. Werkboekje. C.N.M.E. De Groenling

Mijn Boom. Werkboekje. C.N.M.E. De Groenling Mijn Boom Werkboekje SEPTEMBER Mijn boom Zoek een boom op in de buurt waar je regelmatig even naar toe kunt. Let er op dat je bij de onderste takken kunt komen. Ruimte voor een foto of tekening van je

Nadere informatie

De grond waarop wij wonen.

De grond waarop wij wonen. De grond waarop wij wonen. GROEP 7/8 Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen. Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de vegetatie in de omgeving van de kinderen van de bovenbouw.

Nadere informatie

Het bosschakelspel. Bijenhotel bouwen. illegaal hout kappen. Achtergrondinformatie voor de spelers

Het bosschakelspel. Bijenhotel bouwen. illegaal hout kappen. Achtergrondinformatie voor de spelers 1 Het bosschakelspel Achtergrondinformatie voor de spelers In dit boekje vind je achtergrondinformatie over elke schakelkaart. Woorden die onderlijnd zijn gelden als sleutelwoorden die verwijzen naar andere

Nadere informatie

Biotoopstudie heide. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider

Biotoopstudie heide. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider Biotoopstudie heide ste en 2 de graad secundair onderwijs Handleiding begeleider Veldwerk: onderzoek op de heide WAT De heide is een bijzondere levensgemeenschap waar vele - meestal unieke - planten en

Nadere informatie

groen in de stad BIOTOOPWANDELING BIOTOOPWANDELINGleidraad natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen biotoopstudie 1 MO biotoopstudie

groen in de stad BIOTOOPWANDELING BIOTOOPWANDELINGleidraad natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen biotoopstudie 1 MO biotoopstudie groen in de stad BIOTOOPWANDELING natuurreservaat bourgoyen-ossemeersen 1 MO 01 Gewoon doen Deze wandeling met een biotooptas is ontwikkeld door het Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen, Milieudienst

Nadere informatie

EEN BOOM IS NIET ALLEEN een verhaal over het bos

EEN BOOM IS NIET ALLEEN een verhaal over het bos 1. Kennismaking met het bos 1.1. Verhaal EEN BOOM IS NIET ALLEEN een verhaal over het bos Op een dag in de herfst kwam er een vogel door het bos gevlogen. Het was een erg kleurrijke vogel: een meesje!

Nadere informatie

Kwelder. Planten en zout water. Proefje. VO onderbouw

Kwelder. Planten en zout water. Proefje. VO onderbouw Kwelder Proefje Doel: Materialen: Leerlingen weten dat alleen speciale planten tegen zout water kunnen. De leerlingen weten dat zout, water aantrekt. Hierdoor gaan de meeste planten door uitdroging dood

Nadere informatie

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

WORD EEN ECHTE bomenkenner! WORD EEN ECHTE bomenkenner! In dit boek kun je bladeren van loofbomen plakken die je vindt tijdens je wandelingen in het bos of het park. Maar voor je een echte bomenkenner kunt worden, moet je nog een

Nadere informatie

Opdrachten thema. Veluwe

Opdrachten thema. Veluwe en thema Totaal materialen heide Materialen per groepje 1A Sporen van grazers 3 Witte bakken 3 Pincetten Zoekkaart bos- en heideplanten 1B Dennen trekken Handschoenen voor elk kind Zoekkaart bos- en heideplanten

Nadere informatie

Bodem. Bodemleven. Bodemverzorging. Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014

Bodem. Bodemleven. Bodemverzorging. Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014 Bodem Bodemleven Composteren Bodemverzorging Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014 Vanavond. Bodem: leer je bodem kennen Bodemvoedselweb Composteren Bodem verbeteren en voeden

Nadere informatie

Dieren in de winter 3

Dieren in de winter 3 Dieren in de winter 3 inhoud blz. 1. Winter 3 2. De egel 4 3. De vleermuis 5 4. De eekhoorn 6 5. De merel 7 6. De ree 8 7. De pad 9 8. Het lieveheersbeestje 10 9. Filmpjes 11 Bronnen en foto s 12 Colofon

Nadere informatie

Paddenstoelen De herfst is echt paddenstoelentijd. Vooral als het buiten lekker vochtig is schieten de paddenstoelen als paddenstoelen uit de grond!

Paddenstoelen De herfst is echt paddenstoelentijd. Vooral als het buiten lekker vochtig is schieten de paddenstoelen als paddenstoelen uit de grond! Paddenstoelen De herfst is echt paddenstoelentijd. Vooral als het buiten lekker vochtig is schieten de paddenstoelen als paddenstoelen uit de grond! Raadseltje: Een stoel in een bakje zie ik in de koelkast

Nadere informatie

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit Materiaal Groen Deel 3: Groen groeit Colofon Deel 3: Groen groeit Onderdeel van het materiaal Groen, met de thema s: Seizoenen (dl. 1), Groen in de stad (dl. 2), Groen groeit (dl. 3), Thuis tuinieren (dl.

Nadere informatie

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas:

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas: Bronnen - Het grote experimenteerboek, uitgeverij Deltas, 2003 - Aan de slag met Findus, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2000 - Grasspriet Themadossier 4 Tuinbouw, Plattelandsklassen vzw Meer info Telefoon:

Nadere informatie

BIODIVERSITEIT. Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)

BIODIVERSITEIT. Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden) BIODIVERSITEIT Datum: Groep 1 2 3 4 Namen:.. Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden) 1.. 2.. 3.. 4.. 5.. Verklaar bondig het begrip Biodiversiteit..... NMEC

Nadere informatie

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\) ë' - ::s r,:,- -+ o -+ (\') 0 lo., o_ 0 - n. ==} -==-. < (ih o= (h b,. =g ) Tuinwandeling voor groep 1 / 2 van het primair onderwijs HET LIEVEHEERSBEESTJESPAD Tuin: Landzigt Tijdsduur: cira 1 uur Eigen

Nadere informatie

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9. Dieren in de winter inhoud 1. Dieren in de winter 3 2. De egel 4 3. De vleermuis 5 4. De eekhoorn 6 5. De merel 7 6. De ree 8 7. De pad 9 8. Het lieveheersbeestje 10 9. De koe 11 10. Filmpjes 12 Pluskaarten

Nadere informatie

Schimmels. http://www.soortenbank.nl/soorten.php?menuentry=quiz&soortengroep=paddenstoelen

Schimmels. http://www.soortenbank.nl/soorten.php?menuentry=quiz&soortengroep=paddenstoelen Schimmels Waar zouden we zijn zonder de schimmel. Geen brood, bier, brie, champignons of penicilline. Ook ruimen ze planten- en dierenresten op (detritivoren). Jammer dat ze al aan planten en dieren beginnen

Nadere informatie

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond? Woordenschat les 8.1 Vervuilde grond? Afgraven en de afgraving Afgraven is de grond of aarde weghalen door te graven. De afgraving is de plaats waar de grond wordt weggenomen. Boren We boren een gat in

Nadere informatie

Aardoliealarm in het bos

Aardoliealarm in het bos de graad > Landbouw > lesmateriaal > spelkaarten Aardoliealarm in het bos BIOBOER Om goed te kunnen zaaien, moet de aarde los. Daarvoor gebruik je een tractor. Dat gaat vlot. Neem reuzenpassen en ga 5

Nadere informatie

BIODIVERSITEIT. Groep Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)

BIODIVERSITEIT. Groep Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden) BIODIVERSITEIT Datum: Groep 1 2 3 4 Namen:.. Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)..... Verklaar bondig het begrip Biodiversiteit..... Werkbladen: Veldwerk

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg

Doe- pad Watertorenweg Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 1-2 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Milieu in opdracht van gemeente Harderwijk. Wij hebben

Nadere informatie

Herfstwerkboekje van

Herfstwerkboekje van Herfstwerkboekje van Herfst werkboekje groep 5 1 De bladeren aan de bomen worden bruin en rood en vallen naar beneden, het is weer herfst! September wordt herfstmaand genoemd, dit omdat op 22 september

Nadere informatie

' Educatieve dienst 2010 'Een bos vol leven' EEN BOS VOL LEVEN

' Educatieve dienst 2010 'Een bos vol leven' EEN BOS VOL LEVEN EEN BOS VOL LEVEN Doelstellingen en eindtermen : bij deze activiteit komen vooral volgende eindtermen aan bod: wereldoriëntatie ET 1.3, ET 1.5, ICT ET 6 cognitief - herkennen en benoemen van twaalf organismen

Nadere informatie

Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij.

Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij. GROND NADER BEKEKEN Opdracht 1. Kennismaken Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij. We gaan de grondsoorten onderling vergelijken. De volgende vragen

Nadere informatie

De composthoop Een composthoop bij school

De composthoop Een composthoop bij school De composthoop Afval in de natuur bestaat eigenlijk niet. Alles wat op de bodem komt, wordt uiteindelijk verteerd door bodemdieren, schimmels en bacteriën. In een composthoop gebeurt precies hetzelfde

Nadere informatie

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS?

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Wanneer is een bos een bos? Een paar bomen samen vormen pas een bos als ze een oppervlakte van 1/2 hectare beslaan. Dat is gelijk aan 5000 m² en ongeveer even groot als

Nadere informatie

Klimaten Verschillende klimaten - Tropisch klimaat - Droog klimaat - Gematigd klimaat - Landklimaat - Poolklimaat - Mediterraan klimaat - Subtropisch klimaat https://schooltv.nl/video/klimaatzones-van-de-wereld-waarom-zijn-er-verschillende-klimaatzones/

Nadere informatie

4. Hoeveel rupsjes verdwijnen per dag in het opengesperde bekje van een jong koolmeesje?

4. Hoeveel rupsjes verdwijnen per dag in het opengesperde bekje van een jong koolmeesje? Bos- en natuurquiz 1. Hoeveel procent van de oppervlakte van Vlaanderen is bos? a. 10% b. 30% c. 50% d. 80% 2. Er bestaan verschillende soorten spechten: de zwarte specht, de groene specht, de grote bonte

Nadere informatie

Handleiding Leskist bomen groep 7

Handleiding Leskist bomen groep 7 Handleiding Leskist bomen groep 7 Inhoud pagina Inleiding 3 1. Doelgroep 4 2. Doelstelling 4 3. Relatie met kerndoelen en natuurmethoden 4 3.1. Kerndoelen 4 3.2. Natuurmethoden 4 4. Het aanbieden van de

Nadere informatie

HERFST. IVN OIRSCHOT Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid. Dit boekje is van... datum... tijgerspin

HERFST. IVN OIRSCHOT Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid. Dit boekje is van... datum... tijgerspin Dit boekje is van............................................................... HERFST datum........................................................................... tijgerspin Uitgave IVN irschot 2016

Nadere informatie

Rivierenhof. Ontdekkingstocht voor gezinnen

Rivierenhof. Ontdekkingstocht voor gezinnen Rivierenhof Ontdekkingstocht voor gezinnen t pech s e d e i k k a j T e lente ontdekt d INLEIDING TJAKKIE LENTE Tjakkie de specht voor gezinnen is een ontdekkingstocht met een bewegwijzerde route doorheen

Nadere informatie

Een jonge sequoia opgegroeid tussen de as van een bosbrand en een jonge sequoia in een pot.

Een jonge sequoia opgegroeid tussen de as van een bosbrand en een jonge sequoia in een pot. Hoofdstuk 8. De levensloop van de Sequoia gigantea: van zaadje tot reuzenboom Niet elk zaadje dat uit de kegel valt ontkiemt. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat van de zaadjes die in een groene

Nadere informatie

' Educatieve dienst 2007 'Winkelen in het bos' Winkelen in het bos

' Educatieve dienst 2007 'Winkelen in het bos' Winkelen in het bos Winkelen in het bos Doelstellingen : cognitief De drie functies van een bos kunnen duiden als ecologisch, sociaal en economisch Het verband kunnen leggen tussen een product uit de supermarkt en de grondstof

Nadere informatie

VOEL! KLEUTERS. Vlinderen. --> in zijvak hand

VOEL! KLEUTERS. Vlinderen. --> in zijvak hand VOEL! KLEUTERS Vlinderen kaart zon/wolk --> in zijvak hand De begeleider kiest een open plek met bloemen. De kinderen zijn vlinders die rondfladderen in het grasland. Vlinders hebben de warmte van de zon

Nadere informatie

BIOBOER. Maar vandaag is het aardoliealarm. Kijk op je aardoliekaart of er voor jou een probleem is.

BIOBOER. Maar vandaag is het aardoliealarm. Kijk op je aardoliekaart of er voor jou een probleem is. BIOBOER 1 Hoe het elk jaar gaat... Om goed te kunnen zaaien, moet de aarde los. Daarvoor gebruik je een tractor. Dat gaat vlot. Neem reuzenpassen en ga 5 vakjes vooruit! Maar vandaag is het aardoliealarm.

Nadere informatie

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06 Biotoop: het bos BOSPLANTEN INHOUD 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam 04 2. Beuk 05 3. Eik 06 Wereldoriëntatie: natuur: bosplanten VCS-M: L-6 JP: 2003-11-25-1

Nadere informatie