Who is afraid of the Ondernemingskamer?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Who is afraid of the Ondernemingskamer?"

Transcriptie

1 Who is afraid of the Ondernemingskamer? Door: Mr. Frank M. Peters, Advocaat bij Spigthoff in Amsterdam Grenzen aan de internationale reikwijdte van het enquêterecht Nederland staat niet in de eerste plaats bekend om zijn daadkracht, wel om zijn pragmatische instelling en overlegcultuur. De Ondernemingskamer van het Amsterdamse Gerechtshof is voor buitenlandse partijen dan ook een verrassende verschijning. Het pragmatische herkennen zij, maar de doortastendheid waarmee de Ondernemingskamer ingrijpende beslissingen neemt, is uitzonderlijk. De Ondernemingskamer wordt meer en meer ingeschakeld door partijen die een belang hebben bij het al dan niet slagen van een openbaar bod of andere overname. Een ieder die een buitenlandse bieder bijstaat, zal zich afvragen of zijn cliënt en diens functionarissen op veilige afstand zitten, of zich eventueel ook binnen het bereik van de verstrekkende macht van de Ondernemingskamer bevinden. In deze bijdrage zal ik eerst kort ingaan op de enquêteprocedure in zijn algemeenheid. Ik zal daarna toelichten dat een buitenlandse vennootschap in beginsel niet kan worden onderworpen aan een enquêteprocedure. Dat buitenlandse vennootschappen en functionarissen wel verplichtingen kunnen hebben op grond van het enquêterecht, komt daarna aan de orde. De vraag rijst echter, hoe die verplichtingen kunnen worden afgedwongen en door wie. In dat kader zal ik de executie van beslissingen in het buitenland en de mogelijkheid van een rechtshulpverzoek bespreken. Hieruit zal blijken dat de Ondernemingskamer, met name in Amerika en landen waarmee Nederland geen verdragen heeft gesloten, haar macht slechts in beperkte mate kan doen gelden. Of men het zich ook als het gaat om public relations en toekomstig zakendoen in Nederland kan veroorloven om de wens van de Ondernemingskamer naast zich neer te leggen, blijft natuurlijk wel de vraag. De enquêteprocedure Op verzoek van een belanghebbende velt de Ondernemingskamer een oordeel over het door een rechtspersoon gevoerde beleid. Om zich een oordeel te kunnen vormen, benoemt de Ondernemingskamer één of meer deskundigen, die het beleid en de gang van zaken over een bepaalde periode, onderzoeken (de enquête) en een rapport uitbrengen. De Ondernemingskamer kan, zodra zij door een verzoeker wordt aangezocht, onmiddellijke voorzieningen treffen die gelden voor, tijdens en zelfs na het onderzoek, zij het uiterlijk tot het moment dat de Ondernemingskamer haar eindbeslissing heeft genomen. Deze onmiddellijke voorzieningen kunnen zeer ingrijpend zijn. Zo kunnen onder meer bestuurders worden geschorst en tijdelijke bestuurders worden benoemd, besluiten worden geschorst, en het stemrecht op aandelen worden ontzegd. Als de Ondernemingskamer tot het oordeel komt dat van wanbeleid sprake is, kan de Ondernemingskamer ook definitieve voorzieningen treffen. Corporate Finance Jaargids

2 De rol van de Ondernemingskamer beperkt zich niet tot het achteraf toetsen van beleid. De Ondernemingskamer wordt immers nog al eens ingeschakeld rond (vijandige) overnames om de loop der dingen te beïnvloeden. Aansprekende voorbeelden van enquêteprocedures rond overnames zijn de enquêtes rond HBG (de bagger oorlog, waar HBG werd verboden een joint venture overeenkomst aan te gaan met Ballast Nedam), Rodamco North America (openbaar bod) en Tele2 (openbaar bod gevolgd door een juridische fusie). De Ondernemingskamer wordt dan gebruikt als een soort eerste hulp bij overnames. Bij de Ondernemingskamer kan geen schadevergoeding worden gevorderd. De Ondernemingskamer kan wel (op verzoek van de vennootschap) bepalen dat bepaalde personen rond de vennootschap ((ex) bestuurders, (ex) commissarissen, werknemers) de kosten van de enquête die door de vennootschap zijn betaald, moeten dragen, indien uit het onderzoek is gebleken dat zij verantwoordelijk zijn voor het wanbeleid of een onbevredigende gang van zaken van de rechtspersoon. Cruciaal in de enquêteprocedure is de zogenoemde tweede fase, waarin de onderzoekers hun rapport samenstellen, op basis waarvan de Ondernemingskamer tot een eindoordeel zal komen. Opvallend en in de juridische literatuur omstreden is dat in deze fase de onderzoekers niet per sé gebonden zijn aan regels en voorschriften van hoor en wederhoor. De onderzoekers doen wat zij denken dat nodig is, in (informeel) overleg met de Ondernemingskamer. De weinige grip die partijen hebben op de enquêteprocedure, zijn zij in ieder geval in de tweede fase even helemaal kwijt. De vraag is of de macht van de Ondernemingskamer en haar onderzoekers zich, met name in deze fase, tot in het buitenland uitstrekt. Een buitenlandse vennootschap kan niet het onderwerp zijn van een enquêteprocedure Slechts naar Nederlands recht opgerichte rechtspersonen zijn onderworpen aan de rechtsmacht van de Ondernemingskamer. In Nederland actieve vennootschappen die naar buitenlands recht zijn opgericht, vallen niet binnen het bereik van de Ondernemingskamer. Een Nederlandse vennootschap die (enkel) actief is in het buitenland, daarentegen, valt wel daar binnen. Een aandeelhouder die (al dan niet samen met anderen) een aandelenbelang heeft van 10% of meer van het gestorte kapitaal of van een nominale waarde van minimaal EUR , kan om een enquête verzoeken. Ook een vakbond kan om een enquête verzoeken ten aanzien van de vennootschap waar zijn leden werkzaam zijn, alsmede het Openbaar Ministerie en ook diegenen aan wie bij statuten het recht een enquête te verzoeken is toegekend. Bovendien kan de Ondernemingskamer onder omstandigheden een onderzoek gelasten naar een tot hetzelfde concern behorende vennootschap, ook als de verzoeker geen aandeelhouder in of werknemer van die concernvennootschap is. Dat kan handig zijn, als men bijvoorbeeld aandeelhouder is in een holding waarin niet zoveel gebeurt, terwijl het beleid op het niveau van de dochter/werkmaatschappij de waarde van de aandelen in de holding bepaalt. Een dergelijke (top- 2 Corporate Finance Jaargids 2006

3 down) concern enquête is mogelijk. Of het andersom ook mogelijk is men is aandeelhouder in de dochter en wil een enquête naar het beleid van de moeder, bottom-up dus - is nog niet uitgemaakt. Buitenlandse dochter- en moedermaatschappijen kunnen echter ook ingeval van een concern enquête, geen onderwerp worden van de enquête. Voor het oordeel dat van wanbeleid sprake is, hoeft een naar buitenlands recht opgerichte vennootschap dus niet te vrezen. Geen enquête, geen onmiddellijke voorzieningen Omdat een naar buitenlands recht opgerichte vennootschap geen onderwerp van de enquête kan zijn, kan de Ondernemingskamer ook geen voorzieningen treffen tegen die buitenlandse partij. De naar buitenlands recht opgerichte vennootschap hoeft er dus niet voor te vrezen dat de Ondernemingskamer haar bestuurders zal ontslaan, of door haar organen genomen besluiten zal vernietigen. Dat wil niet zeggen dat een buitenlandse vennootschap ook niet indirect getroffen kan worden door de effecten van een voorziening die is getroffen tegen de Nederlandse vennootschap die onderwerp is van de enquête. Vernietiging van een besluit waarbij de buitenlandse partij belang heeft, of schorsing van stemrecht op aandelen in de vennootschap die door een buitenlandse partij worden gehouden, raken die buitenlandse partij natuurlijk rechtstreeks. Bovendien kan een partij die daarbij belang heeft, buiten de enquêteprocedure (bijvoorbeeld in een kort geding) proberen maatregelen (zoals verboden en geboden) te treffen tegen een buitenlandse vennootschap. Als het gaat om een vennootschap die naar buitenlands recht is opgericht en in Nederland een filiaal heeft, dan zal de bevoegdheid van de Nederlandse rechter wellicht geen probleem zijn. Ten aanzien van een naar buitenlands recht opgerichte vennootschap die ook enkel in het buitenland actief is, is de Nederlandse rechter in veel gevallen niet bevoegd. Buitenlandse partijen kunnen wel verplicht zijn mee te werken aan de enquête Naar Nederlands recht kan de Ondernemingskamer uitsluitend op verzoek van de onderzoekers 1 de onderzoekers machtigen boeken, bescheiden en andere gegevensdragers (computerbestanden dus) te raadplegen en zich de bezittingen te laten tonen van een rechtspersoon die in economische zin nauw verbonden is met de rechtspersoon ten aanzien waarvan het onderzoek plaatsvindt. Dit kan ook als de nauw verbonden rechtspersoon in het buitenland is gevestigd. 2 Daarmee wordt de buitenlandse vennootschap echter niet ook zelf het onderwerp van de enquête en de Ondernemingskamer kan dus geen voorzieningen treffen tegen die buitenlandse vennootschap. 1 Hoge Raad 6 juni 2003, NJ 2003/486 (Scheipar) 2 Hoge Raad 13 mei 2005, NJ 2005/198 (Zeelandia) Corporate Finance Jaargids

4 De leden van het bestuur, van de raad van commissarissen en werknemers van de onderzochte vennootschap, en zij die deze hoedanigheid hadden gedurende de periode waarover het onderzoek zich uitstrekt, zijn wettelijk verplicht alle inlichtingen te verschaffen die nodig zijn voor de uitvoering van het onderzoek. Ongeacht of men in Nederland woont of daarbuiten. Indien men deze plicht niet naleeft, kan de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoeker bevelen geven die het mogelijk maken dat de gevraagde informatie toch boven water komt. Als het gaat om Nederlandse partijen kan de Ondernemingskamer in beginsel de politie en de slotenmaker erop af sturen. Maar hoe doe je dat met buitenlanders? De carabinieri span je niet zo maar voor je karretje. Getuigplicht buitenlanders? In beginsel kunnen de onderzoekers de Ondernemingskamer vragen om binnen- of buitenlandse getuigen te horen. Als een getuige niet verschijnt, terwijl hij wel correct is opgeroepen, dan bepaalt art. 444 Wetboek van Strafrecht dat hij een boete van maximaal EUR 225 kan krijgen. Het betalen van die boete weegt voor een buitenlander al snel op tegen de kosten van een vliegticket. In de literatuur wordt echter aangenomen dat deze bepaling niet van toepassing is op buitenlanders die ten tijde van de weigering van de getuigplicht niet in Nederland zijn, en de keuze zal zich dus niet snel voordoen. Daarnaast bepaalt art. 173 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering dat indien een getuige weigert mee te werken, hij door de civiele rechter kan worden gegijzeld (dwz. in een cel worden opgesloten) opdat hij alsnog zal spreken. Van deze mogelijkheid wordt in Nederland vrijwel nooit gebruik gemaakt. Als een rechter dit al zou beslissen, dan is het de vraag of een dergelijk vonnis in het buitenland executabel zou zijn (zie hierna). Praktischer dan deze straffe maatregelen, lijkt het om een rechtshulpverzoek te doen, waarover dadelijk meer. Hoe dwingt de Ondernemingskamer deze verplichtingen af? Wat kan de Ondernemingskamer doen als buitenlandse vennootschappen of personen haar bevelen aan hun laars lappen en weigeren informatie te verschaffen aan de onderzoekers? De Ondernemingskamer zal dan het onzekere terrein moeten betreden van ofwel erkenning en tenuitvoerlegging (executie) van Nederlandse beslissingen in het buitenland, ofwel van een rechtshulpverzoek. De eventuele mogelijkheid voor een belanghebbende bij de enquête om zelf in kort geding naleving af te dwingen van de verplichting van derden om mee te werken aan de enquête, wordt hier verder niet besproken. Volstaan wordt met de opmerking dat ook dat met name buiten Europa niet eenvoudig zal zijn, gezien het forum probleem (de bevoegdheid van de Nederlandse voorzieningenrechter ten aanzien van een buitenlandse partij) en de problemen bij het executeren van kort geding vonnissen in het buitenland. 4 Corporate Finance Jaargids 2006

5 Executie van beslissingen Voorop staat dat als de partij wiens medewerking door de onderzoekers of de Ondernemingskamer wordt verlangd, buiten Europa woont en met dat land geen executieverdrag is gesloten, het hoogst onzeker is of een bevel van de Ondernemingskamer (bijvoorbeeld tot het verstrekken van informatie) ooit ten uitvoer zal kunnen worden gelegd. Nederland is echter partij bij een aantal bilaterale executieverdragen met (voornamelijk) Europese landen en enkele buiten de Europese unie, maar niet met de in het internationale handelsverkeer belangrijke Verenigde Staten. 3 Deze verdragen bepalen (vrijwel) allemaal dat een beslissing in het buitenland executabel is indien (met name) die beslissing door een bevoegde rechter is gewezen en de beslissing niet in strijd is met de openbare orde van het aangezochte land. Dat betekent dus niet dat de aangezochte staat het werk van de Nederlandse rechter nog eens dunnetjes over kan gaan doen. Tussen de Europese lidstaten geldt bovendien de EEX Verordening, 4 die boven eerder tussen lidstaten gesloten executieverdragen gaat. Daarnaast bestaat nog het EVEX Verdrag, 5 dat vrijwel identiek is aan de EEX verordening, dat eveneens tussen de lidstaten van de Europese Unie geldt maar waarvan bovendien de leden van de Europese Vrijhandelsassociatie lid zijn. 6 De EEX Verordening bepaalt dat beslissingen uit de ene Europese lidstaat automatisch in de andere worden erkend. Een belanghebbende hoeft dus niet eerst de beslissing te laten goedkeuren door een plaatselijke rechter, maar kan deze gewoon executeren zonder de inhoud ervan te laten toetsen. Tenuitvoerlegging kan slechts in uitzonderlijke gevallen worden geweigerd, zoals wanneer erkenning strijdig zou zijn met de openbare orde van de aangezochte staat dat is wederom een marginale toets. Een beslissing van de Ondernemingskamer zal de toets van de openbare orde dus waarschijnlijk wel doorstaan. Vraag is echter of een bevel van de Ondernemingskamer wel een beslissing is, zoals bedoeld in de EEX Verordening en het EVEX Verdrag. Aan het bevel ligt immers geen verzoek van een belanghebbende ten grondslag, en er wordt geen geschilpunt tussen twee partijen in beslecht: 7 de aanleiding tot het bevel is immers een verzoek van de door de Ondernemingskamer zelf be- 3 Althans, het verdrag met de Verenigde Staten ziet enkel op de erkenning van alimentatiebeslissingen. 4 Voluit: Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, PbEG 2001 L Voluit: Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheden en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. 6 Leden van de Europese Vrijhandelsassociatie waren indertijd Finland, Noorwegen, Oostenrijk, IJsland Zweden en Zwitserland en Liechtenstein, zij het dat die laatste geen partij is bij het EVEX Verdrag. 7 Het criterium dat een beslissing een beslechting van geschilpunten tussen partijen moet zijn: HvJ EG 2 juni 1994, zaak C-414/92, Jur.1994, p. I Corporate Finance Jaargids

6 noemde onderzoeker. Vergelijkingen met Baron van Münchhausen, die zichzelf aan zijn haren uit het moeras wist te trekken, dringen zich op. Voorts rijst de vraag wie zo een bevel al een beslissing in de zin van de EEX Verordening en het EVEX Verdrag zou zijn om executie van het bevel kan verzoeken. Die vraag zal door de aangezochte buitenlandse rechter moeten worden beantwoord, maar daarover kan in elk geval gezegd worden dat het merkwaardig zou zijn als de Ondernemingskamer zelf dat verzoek zou kunnen doen. De Ondernemingskamer is zelf immers geen belanghebbende bij de enquête: dat zijn de verzoeker, de vennootschap en andere belanghebbende partijen zoals bijvoorbeeld bepaalde aandeelhouders. Dat een rechter zelf niet als partij kan optreden in procedures, is door de Hoge Raad in ieder geval voor een Amerikaanse Bankruptcy Court uitgemaakt. 8 Ik zou denken dat de Ondernemingskamer niet in het buitenland iets zou mogen doen waarvan zij weet dat zij dat in eigen land ook niet vermag. Ook de onderzoekers lijken niet in aanmerking te komen nu zij geen belanghebbende vertegenwoordigen (in de meest verstrekkende gedachte vertegenwoordigen zij de Ondernemingskamer, die op haar beurt weer geen eigen belang heeft). In dit opzicht bevindt een onderzoeker zich in een andere positie dan bijvoorbeeld een curator van wie gezegd kan worden dat hij de gezamenlijke schuldeisers van de failliet vertegenwoordigt. Ook een argumentatie die daarin zou bestaan dat de verzoekers, door om een enquête te vragen, de Ondernemingskamer impliciet hebben verzocht namens hen vonnissen in het buitenland ten uitvoer te leggen, lijkt te ver gezocht. Hooguit zou de verzoeker van de enquête, zelf om executie van het bevel kunnen vragen in het buitenland. Het is immers primair in zijn belang dat de gezochte informatie aan de onderzoekers zal worden verstrekt. Hij moet dan wel de moeite willen nemen en de kosten willen maken om te procederen in het buitenland. Het is dus maar de vraag of een bevel van de Ondernemingskamer in het buitenland ooit zal worden geëxecuteerd. Rechtshulpverzoek Als executie van een bevel van de Ondernemingskamer niet realiseerbaar blijkt, biedt een rechtshulpverzoek wellicht uitkomst. De Ondernemingskamer zou zich wellicht willen bedienen van een rechtshulpverzoek om bewijs te vergaren in het buitenland op grond van het Haags Bewijsverdrag 9 of, in Europese verhoudingen, de EG bewijsverordening. 10 Een rechterlijke instantie (bijvoorbeeld de Ondernemingskamer) kan, in het kader van een aanhangige of voorgenomen procedure, een buitenland- 8 Hoge Raad 21 februari 1986, NJ 1987/149 9 Voluit: Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken van 18 maart 1970, Trb 1979, Voluit: Verordening (EG) Nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (PBEG L 174 van 27 juni 2001, P, 1-24). 6 Corporate Finance Jaargids 2006

7 se autoriteit verzoeken aldaar bewijs voor hem te vergaren, door het horen van getuigen of door het vergaren van documenten. Binnen Europa kan de Nederlandse rechter (na een verzoek daartoe) ook zelf bewijs vergaren in het buitenland. Dat kan tegenwoordig zelfs door video conferencing, wat het afreizen naar Nederland overbodig maakt. Het is de vraag of de buitenlandse instantie die moet oordelen over het rechtshulpverzoek, van oordeel zal zijn dat de enquêteprocedure een procedure is, zoals bedoeld in het Haags Bewijsverdrag. De Nederlandse Hoge Raad vindt dat een onderzoek van een curator naar de oorzaken van het faillissement wel een dergelijke procedure is 11, maar dat zegt niet zo veel over wat buitenlandse autoriteiten daarvan vinden. Als een plaatselijke autoriteit van mening is dat het rechtshulpverzoek ten onrechte wordt gedaan, moet diplomatiek overleg plaatsvinden om het meningsverschil uit de weg te ruimen. Dit kan maanden, zo niet jaren, duren. Bovendien geldt dat Nederland (en vele andere landen) bij het Haags Bewijsverdrag het voorbehoud heeft gemaakt dat een rechtshulpverzoek niet gericht mag zijn op pre trial discovery, dwz. een zeer invasief onderzoek naar alle documenten van een mogelijke wederpartij, om te zien of het de moeite loont een procedure te starten, zoals men dat kent in de Verenigde Staten. Als een daarop gericht rechtshulpverzoek vanuit de Verenigde Staten, Nederland zou bereiken, zou Nederland daaraan niet meewerken. Gegeven het beginsel van reciprociteit ( wat gij niet wilt dat u geschiedt, ) kan worden verwacht dat ook de Verenigde Staten niet aan een breed geformuleerd verzoek om informatie ten behoeve van een Nederlandse enquête zullen willen voldoen. Dit is immers ook een procedure die niet zelf leidt tot aansprakelijkheid, doch slechts de opmaat voor een aansprakelijkheidsprocedure kan (doch niet behoeft te) zijn, net als geldt voor pre trial discovery. De Ondernemingskamer zou het hoe dan ook lastig krijgen in de Verenigde Staten: de Supreme Court in de Verenigde Staten heeft in uitgemaakt dat het Haags Bewijsverdrag niet exclusief en bij voorrang van toepassing is. De Ondernemingskamer moet er dan ook mee rekenen dat een rechter in de Verenigde Staten een rechtshulpverzoek eenvoudig kan laten stranden. Daarbij rijst ook hier weer de vraag die ik ook al aanstipte bij executie van bevelen: wie kan het verzoek doen? Bepleit kan worden dat de Ondernemingskamer niet op eigen initiatief een rechtshulpverzoek kan doen, maar dat daar expliciet door één van de partijen (gegeven de Scheipar beslissing, waarschijnlijk door onderzoekers) om moet worden verzocht. Kortom: ook aan een rechtshulpverzoek zitten vele haken en ogen. 11 Zie noot Supreme Court, 15 juni 1987 (Aérospatiale) Corporate Finance Jaargids

8 Conclusie De conclusie is dat een buitenlandse vennootschap zelf geen onderdeel kan zijn van een Nederlandse enquête. Of een naar buitenlands recht opgerichte vennootschap en buitenlandse inwoners toch met het enquêterecht rekening hebben te houden, hangt sterk af van de woon- of vestigingsplaats. In Amerika zal de Ondernemingskamer waarschijnlijk niet slagen in het afdwingen van getuigenverklaringen of het verkrijgen van informatie. De juridische en praktische problemen (tijd en geld) lijken dan aan het stellen van daden in de weg te staan. Binnen Europa zijn de kansen voor de Ondernemingskamer groter, maar ook dan blijft het probleem bestaan dat onduidelijk is wie die mooie middelen van executie en rechtshulp kan inzetten. Dat geldt te meer, als om wat voor reden dan ook de verzoeker van de enquête de oer belanghebbende bij de enquête het inzetten van die middelen niet ondersteunt. Kortom, veel hangt af van de beleefdheid en bereidwilligheid van de buitenlandse partij. De macht van de Ondernemingskamer is groot, maar kent toch ook grenzen. 8 Corporate Finance Jaargids 2006

32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête

32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête T WEEDE K AMER DER STATEN- 2 G ENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 14 oktober 2011 Referentie: B2011.51 Betreft:

Nadere informatie

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 20 januari 2015 Het recht van enquête: heiligt het doel de middelen? 5 Aandachtspunten bij advisering over conflicten binnen de onderneming De enquêteprocedure 1 wordt te

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT. Mr. F. Veenstra

IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT. Mr. F. Veenstra IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT Mr. F. Veenstra Kluwer - Deventer - 2010 Uitgebreide inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 1 1.1 Onderwerp en probleemstelling 1 1.2 Aanleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2011 Datum publicatie 30-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.040.300/01OK Civiel

Nadere informatie

Het besturen van een vereniging en stichting

Het besturen van een vereniging en stichting Het besturen van een vereniging en stichting Roland van Mourik notaris Cursus Goed Bestuur Nijmegen 6 oktober 2009 Roland van Mourik 37 jaar 1990-1991 propaedeuse rechten te Leiden 1991-1996 notarieel

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (januari 2016). Voor de meest actuele informatie zie www.wetten.overheid.nl

Nadere informatie

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) [De vrouw] te [woonplaats vrouw], hierna: de vrouw, advocaat: mr. L.J. Zietsman te

Nadere informatie

Leo Spigt. Enquêterecht Het onderzoek

Leo Spigt. Enquêterecht Het onderzoek Leo Spigt Enquêterecht Het onderzoek Boek 2 BW art. 275 1. Het Hof kan aan de onderzoeker aanwijzingen verstrekken met betrekking tot de wijze waarop hij zijn onderzoek en zijn verslag daarvan inricht.

Nadere informatie

The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM

The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM Dr. Hélène van Lith Supervisor: Prof. Filip De Ly Co-Supervisor: Dr. Xandra Kramer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 069 Uitvoering van verordening (EG) Nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale

Nadere informatie

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3 Artikel 1 1. Dit verdrag is van toepassing op de erkenning en tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken, gewezen op het grondgebied van een andere Staat dan die waar de erkenning en tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 309 Uitvoering van verordening (EG) Nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese

Nadere informatie

verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en mr. R.M. van der Velden te Amsterdam,

verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en mr. R.M. van der Velden te Amsterdam, beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht Zaak- / rekestnummer: 493728 / KG RK 11-2074 Beschikking van in de zaak van verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: 19 oktober 2010 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, Graag doe ik u het standpunt van de Commissie vennootschapsrecht

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht. Besluit van [datum] houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 5:81, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft) Op voordracht van Onze Minister van

Nadere informatie

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144 25 (1976) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1976 Nr. 144 A. TITEL Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende de wederzijdse erkenning

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans

Nadere informatie

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2011-2012 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel

Nadere informatie

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 151a tot en met 151f van de Provinciewet;

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 425 Wet van 14 september 2006 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JANUARI 2014 C.12.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0463.N 1. WIBRA BELGIË nv, met zetel te 9140 Temse, Frank Van Dyckelaan 7A, 2. WIBRA HOLDING bv, vennootschap naar Nederlands recht,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20092016 Datum publicatie 09112016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.140.053/04 OK Ondernemingsrecht

Nadere informatie

Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de overmaking en uitvoering van rogatoire

Nadere informatie

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht Rechtspersonenrecht Deel II De naamloze en besloten vennootschap Derde druk Bewerkt door: Mr. G. van Solinge Hoogleraar aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 260 Wet van 27 juni 2008 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/56/EG van

Nadere informatie

PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE TOEPASSING VAN DE VERORDENING BETREFFENDE BEWIJSVERKRIJGING

PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE TOEPASSING VAN DE VERORDENING BETREFFENDE BEWIJSVERKRIJGING PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE TOEPASSING VAN DE VERORDENING BETREFFENDE BEWIJSVERKRIJGING (Verordening (EG) Nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 21 juni 2011

NIEUWSBRIEF 21 juni 2011 MR. J.B.H. THIEL Ondernemingsrechtadviseur NIEUWSBRIEF 21 juni 2011 Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting Op 12 mei 2011 heeft de Koningin aan de Tweede Kamer aangeboden 'een voorstel

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

AEGON STELT WIJZGINGEN IN CORPORATE GOVERNANCE VOOR OM ZEGGENSCHAP AANDEELHOUDERS TE VERSTERKEN

AEGON STELT WIJZGINGEN IN CORPORATE GOVERNANCE VOOR OM ZEGGENSCHAP AANDEELHOUDERS TE VERSTERKEN 205722 PERSBERICHT AEGON STELT WIJZGINGEN IN CORPORATE GOVERNANCE VOOR OM ZEGGENSCHAP AANDEELHOUDERS TE VERSTERKEN STRUCTUURREGIME VERLATEN; STEMRECHT VERENIGING AEGON TERUGGEBRACHT AEGON N.V. is van plan

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

AANDEELHOUDERSGESCHILLEN: WAT KUNT U DOEN ALS SAMENWERKING VERANDERT IN TEGENWERKING?

AANDEELHOUDERSGESCHILLEN: WAT KUNT U DOEN ALS SAMENWERKING VERANDERT IN TEGENWERKING? AANDEELHOUDERSGESCHILLEN: WAT KUNT U DOEN ALS SAMENWERKING VERANDERT IN TEGENWERKING? 1. VAN SAMENWERKING NAAR TEGENWERKING 1.1 Als ondernemer kunt u allerlei samenwerkingsverbanden aangaan. In dat geval

Nadere informatie

- 1 - STICHTING CONTINUÏTEIT ING

- 1 - STICHTING CONTINUÏTEIT ING - 1 - STATUTEN VAN STICHTING CONTINUÏTEIT ING PHK/6008125/10252500.dlt met zetel te Amsterdam, zoals deze luiden na een akte van statutenwijziging verleden op 26 januari 2011 voor een waarnemer van mr.

Nadere informatie

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Vertaling C-291/13-1 Zaak C-291/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 mei 2013 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE ! VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE St.AR probeert zoveel mogelijk ingewikkelde juridische woorden te vermijden. Dat is niet altijd mogelijk. In deze lijst vindt u een omschrijving aan van de meest voorkomende

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;

Nadere informatie

VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol),

VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol), VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol), zoals ter besluitvorming voor te leggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders te

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 929 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/56/EG van het Europese Parlement

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus EH Den Haag. Geachte heer Dekker,

De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus EH Den Haag. Geachte heer Dekker, De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH Den Haag doorkiesnummer 088-361 33 17 onderwerp Advies voorontwerp bedenktijd beursvennootschappen Strategie bezoekadres Kneuterdijk

Nadere informatie

REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ

REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ Vastgesteld door de algemene ledenvergadering van VastgoedPRO op 12-11-2013, op grond van het bepaalde in de statuten van VastgoedPRO. Ingaande per 1-1-2014. Begripsomschrijving

Nadere informatie

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 12

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 12 Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 12 Geachte heer, mevrouw, Hierbij ontvangt u de nieuwsbrief van de praktijkgroep ondernemingsrecht van KienhuisHoving. Wilt u meer weten over onze praktijkgroep ondernemingsrecht,

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/11/2015

Datum van inontvangstneming : 03/11/2015 Datum van inontvangstneming : 03/11/2015 Vertaling C-499/15 1 Zaak C-499/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 september 2015 Verwijzende rechter: Vilniaus miesto apylinkės

Nadere informatie

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate Governance Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate governance Relevante bronnen van regelgeving (in volgorde van belangrijkheid) (Uitgangspunt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 293 (R 1379) Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de ten uitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met Protocollen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING TENEINDE DE AFWIKKELING VAN MASSASCHADE IN EEN COLLECTIEVE ACTIE MOGELIJK TE MAKEN VOORONTWERP

Nadere informatie

HOGER BEROEP ex artikel 11 jo. artikel 10 van de Faillissementswet

HOGER BEROEP ex artikel 11 jo. artikel 10 van de Faillissementswet HOGER BEROEP ex artikel 11 jo. artikel 10 van de Faillissementswet Aan het Gerechtshof te s-hertogenbosch Geeft eerbiedig te kennen: Appellante is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN Brussel, 18 januari 2019 REV1 vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 21 november 2017 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING

Nadere informatie

Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE):

Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE): Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE): TITEL III STRUCTUUR VAN DE SE Artikel 38 Onder de in deze verordening gestelde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 40 Wet van 22 januari 2014 tot wijziging van de Wet van 2 juli 2003 tot uitvoering van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van de Europese

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 325461 / HA ZA 08-3967 Vonnis in het incident van in de zaak van de rechtspersoon naar publiek recht UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM

Nadere informatie

Aanvraagformulier Bestuurders- en commissarissenaansprakelijkheidsverzekering

Aanvraagformulier Bestuurders- en commissarissenaansprakelijkheidsverzekering Aanvraagformulier Bestuurders- en commissarissenaansprakelijkheidsverzekering Belangrijk: toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht 1. Als aanvrager/kandidaat-verzekeringnemer bent u verplicht

Nadere informatie

Bestuurlijk rechtsoordeel

Bestuurlijk rechtsoordeel Bestuurlijk rechtsoordeel Kenmerk: 624199/626401 Betreft: Bestuurlijk rechtsoordeel van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende de toepassing van artikel 6.24 van de Mediawet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 386 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van

Nadere informatie

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL BGBl. III - Ausgegeben am 12. Mai 2010 - Nr. 44 1 von 6 PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK EN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL TOT NADERE WIJZIGING VAN HET VERDRAG TOT HET VERMIJDEN

Nadere informatie

de ondergetekenden 1 en 2 gezamenlijk verder ook te noemen de aandeelhouders ;

de ondergetekenden 1 en 2 gezamenlijk verder ook te noemen de aandeelhouders ; AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (NAAM), gevestigd en kantoorhoudende te (postcode) te (PLAATS), aan de (STRAAT & HUISNUMMER), ten

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie. Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming

Nadere informatie

In aansluiting op de statuten van de Pensioenfederatie gelden de volgende bepalingen met betrekking tot het bestuur:

In aansluiting op de statuten van de Pensioenfederatie gelden de volgende bepalingen met betrekking tot het bestuur: Reglement bestuur Pensioenfederatie In aansluiting op de statuten van de Pensioenfederatie gelden de volgende bepalingen met betrekking tot het bestuur: 1. Het bestuur, althans een delegatie hieruit vertegenwoordigt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING BETER LEVEN KEURMERK

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING BETER LEVEN KEURMERK REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING BETER LEVEN KEURMERK Het bestuur van de Stichting Beter Leven keurmerk heeft, Gelet op artikel 14 van de Statuten van de Stichting Beter Leven keurmerk,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 352 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 309 Uitvoering van verordening (EG) Nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese

Nadere informatie

Aansprakelijkheid commissarissen

Aansprakelijkheid commissarissen 1 november 2012 Aansprakelijkheid commissarissen Suzan Winkels-Koerselman Turnaround Advocaten Een klein, modern en gespecialiseerd advocatenkantoor Digitaal dossier Wij bieden de inzet van ervaren onafhankelijke

Nadere informatie

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA

vonnis AFSCHRIFT J advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam. Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/ I HA ZA vonnis AFSCHRIFT RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer I rolnummer: C/13/574449 I HA ZA 14-1008 Vonnis van in de zaak van de rechtspersoon naar buitenlands recht ORASURE TECHNOLOGIES, INC.,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

OVEREENKOMST tussen Stichting Prioriteit DIM Vastgoed en Holding Partex East BV en Holding Partex West BV en DIM Vastgoed NV

OVEREENKOMST tussen Stichting Prioriteit DIM Vastgoed en Holding Partex East BV en Holding Partex West BV en DIM Vastgoed NV OVEREENKOMST tussen Stichting Prioriteit DIM Vastgoed en Holding Partex East BV en Holding Partex West BV en DIM Vastgoed NV PARTIJEN: 1. Stichting Prioriteit DIM Vastgoed, statutair gevestigd te Breda,

Nadere informatie

Toelichting op het Woningborg Geschillenreglement 2015

Toelichting op het Woningborg Geschillenreglement 2015 Toelichting op het Woningborg Geschillenreglement 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Keuze RvA / gewone rechter 1.3 Overeenkomsten van vóór 1 januari 2010 met GIW waarborgcertificaat 2. Arbitrage

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND TOT VOORKOMING VAN DUBBELE BELASTING

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND TOT VOORKOMING VAN DUBBELE BELASTING PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND TOT VOORKOMING VAN DUBBELE BELASTING EN TOT REGELING VAN SOMMIGE ANDERE AANGELEGENHEDEN INZAKE BELASTINGEN

Nadere informatie

Datum 4 juni 2012 Vragen lid Schouw (2012Z02139) over het verstrekken van biometrische gegevens aan de Verenigde Staten

Datum 4 juni 2012 Vragen lid Schouw (2012Z02139) over het verstrekken van biometrische gegevens aan de Verenigde Staten > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Constitutionele Zaken en Wetgeving Juridisch Advies Schedeldoekshaven 200

Nadere informatie

De procedure wordt voor RITM mede behandeld door mr. M.D.R. Joppe, eveneens advocaat te Amsterdam.

De procedure wordt voor RITM mede behandeld door mr. M.D.R. Joppe, eveneens advocaat te Amsterdam. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/458213 / HA ZA 14-90 Vonnis in incident van in de zaak van: de rechtspersoon naar vreemd recht RITM OKB ZOA, gevestigd

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding voor het onderzoek

Samenvatting. Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting Aanleiding voor het onderzoek Het nationale bestuursrecht is van oudsher verbonden met het territorialiteitsbeginsel. Volgens dat beginsel is een autoriteit alleen bevoegd op het grondgebied

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471 ECLI:NL:RBLIM:2017:7471 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 31072017 Datum publicatie 01082017 Zaaknummer C/03/238623 / KG ZA 17393 Rechtsgebieden Burgerlijk procesrecht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 30-06-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer AWB - 15 _ 7758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

Positie minderheidsaandeelhouder niet benijdenswaardig De positie van de minderheidsaandeelhouder.

Positie minderheidsaandeelhouder niet benijdenswaardig De positie van de minderheidsaandeelhouder. Positie minderheidsaandeelhouder niet benijdenswaardig De positie van de minderheidsaandeelhouder. Hoewel de praktijk dit niet altijd bevestigt, zijn de aandeelhouders - de uiteindelijke eigenaren van

Nadere informatie

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS Begripsomschrijving Artikel 1 Beroepscode Commissie Consument Erkend Hypotheekadviseur Geschillencommissie Hypothecaire

Nadere informatie