REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING BETER LEVEN KEURMERK

Transcriptie

1 REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING BETER LEVEN KEURMERK Het bestuur van de Stichting Beter Leven keurmerk heeft, Gelet op artikel 14 van de Statuten van de Stichting Beter Leven keurmerk, en Gezien artikel 7, lid 4, van het Reglement op het gebruik en het toezicht met betrekking tot het collectief beeldmerk Beter Leven, eigendom van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, gevestigd te Den Haag, Overwegende, dat de taak, werkwijze en samenstelling van de commissie, als bedoeld in artikel 7, lid 4, van het hiervoor genoemde Reglement, nadere regeling behoeft, Op 31 maart 2016 vastgesteld het navolgende reglement. Definities Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: 1. Dierenbescherming : de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, gevestigd te Den Haag; 2. Stichting : de Stichting Beter Leven keurmerk, gevestigd te Den Haag; 3. Bestuur : bestuur van de Stichting; 4. Commissie : de Commissie van Beroep van de Stichting; 5. Klager : het aan de Stichting deelnemende bedrijf dat beroep instelt tegen een besluit, dat jegens hem is genomen door of namens het bestuur van de Stichting; 6. Voorzitter : de voorzitter van de Commissie; 7. Secretaris : de (fungerend) secretaris van de Commissie; 8. College van Deskundigen: het College van Deskundigen als bedoeld in artikel 7,lid 4, tweede volzin, van het in de aanhef genoemde Reglement; 9. Advies : de uitkomst van het onderzoek als bedoeld in artikel 7, lid 4, tweede volzin, van het in de aanhef genoemde Reglement. Commissie Artikel 2 1. De Commissie zetelt te Den Haag ten kantore van de Stichting te Den Haag. 2. De Commissie is belast met het, na onderzoek van feiten en omstandigheden, uitbrengen van een advies aan het bestuur van de Stichting aangaande het nemen van een beslissing over door klagers ingestelde beroepen tegen de door de Stichting genomen sanctiebesluiten op grond van artikel 7, lid 1, van het Reglement als bedoeld in de aanhef, met uitzondering van een waarschuwing als bedoeld in punt a van genoemd artikel.

2 3. Tenzij zwaarwegende redenen zich daartegen verzetten, beslist het bestuur overeenkomstig het door de Commissie uitgebrachte advies. Het bestuur van de Stichting zal, bij het afwijken van het door de Commissie uitgebrachte advies, een schriftelijke motivering verstrekken aan klager. 4. De Stichting benoemt tenminste drie personen die als lid van de Commissie kunnen fungeren, deze personen hebben geen directe binding met de Dierenbescherming, de Stichting, de certificerende instantie dan wel de controlerende instantie, of met een aan Beter Leven keurmerk deelnemend bedrijf, anders dan voortvloeiend uit dit reglement. 5. De Commissie benoemt een voorzitter, die de hoedanigheid van meester in de rechten bezit en die, bij voorkeur, tevens lid van de rechterlijke macht is. 6. De Commissie bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter en twee leden, die per geval door de voorzitter worden aangewezen uit de overeenkomstig het vierde lid benoemde personen. 7. Als secretaris van de Commissie treedt op een functionaris, aangewezen door de Stichting. Aanhangig maken van het beroep Artikel 3 1. Het beroep dient schriftelijk en per aangetekende post bij de Commissie te worden ingediend. Een zodanig beroep, indien gericht tegen een beslissing aangaande een sanctie van de Stichting, is slechts ontvankelijk indien deze ter post wordt bezorgd binnen zes weken na de dag waarop het bestreden besluit is medegedeeld, uitgereikt of verzonden. 2. Het beroep wegens het niet nemen van een beslissing aangaande een sanctie dient ter post te worden bezorgd binnen drie maanden nadat de klager schriftelijk om het nemen van het beslissing heeft verzocht. 3. Termijnoverschrijding leidt niet tot niet-ontvankelijkheid, indien de klager ten genoegen van de Commissie aantoont dat hem ter zake van die overschrijding redelijkerwijze geen verwijt treft.

3 Artikel 4 1. Het beroep bevat de navolgende gegevens: a. de naam en het adres van de klager; b. een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de gronden van beroep; c. een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de vordering. 2. Elk beroep dient vergezeld te gaan van schriftelijke bewijsstukken, voor zover de klager daarover de beschikking heeft, alsmede van storting van een behandelbedrag ad 250,-- op een nader aan te geven bankrekening. Dit bedrag is te allen tijde verschuldigd ongeacht het advies van de Commissie. 3. De secretaris zal, indien naar zijn oordeel niet voldoende gegevens door klager zijn verstrekt en/of storting van het bedrag als bedoeld in lid 2 niet heeft plaatsgevonden vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 3, de klager in de gelegenheid stellen zijn beroep te completeren, respectievelijk zorg te dragen voor storting van het bedrag, binnen een door de secretaris te stellen en op straffe van niet-ontvankelijkheid in acht te nemen termijn. 4. Het beroep wordt niet in behandeling genomen zolang de vereiste schriftelijke stukken,naar het oordeel van de secretaris, niet zijn overgelegd. 5. De voorzitter verklaart, in overleg met de secretaris, het beroep niet-ontvankelijk in het geval het beroep niet vergezeld gaat van een storting als bedoeld in lid 2. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk. Wraking Artikel 5 1. De voorzitter bepaalt de samenstelling van de Commissie die het beroep zal behandelen. 2. Zodra bekend is welke personen tot lid van de Commissie zijn aangewezen, stelt de secretaris de Stichting en klager hiervan op de hoogte. 3. De Stichting of de klager kunnen één of meer leden van de Commissie wraken indien gerechtvaardigde twijfel bestaat aan zijn of haar onpartijdigheid of onafhankelijkheid. 4. De wrakende partij brengt de wraking, onder opgave van redenen, schriftelijk ter kennis van de voorzitter en de wederpartij, de andere leden van de Commissie en, indien van toepassing, de klager. Deze kennisgeving wordt gedaan binnen veertien dagen nadat de wrakende partij kennis heeft gekregen van de redenen voor wraking. 5. De behandeling van de zaak wordt door de Commissie geschorst vanaf de dag van de ontvangst van de kennisgeving. 6. Trekt het gewraakte lid zich binnen twee weken na de dag van de ontvangst van de kennisgeving niet terug, dan wordt over de wraking op verzoek van de meest gerede partij door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag beslist.

4 Procedure Artikel 6 1. De secretaris zendt een exemplaar van het ingestelde beroep zo spoedig mogelijk aan de Stichting en wijst deze op de mogelijkheid om binnen eenentwintig dagen bij de secretaris een schriftelijk verweer in te dienen. De secretaris kan uit eigen hoofde deze termijn eenmaal verlengen of verkorten met een, in beginsel, zelfde termijn. 2. De secretaris zal zo spoedig mogelijk een afschrift van het verweerschrift aan de klager toezenden en deze, zo de secretaris daartoe termen aanwezig acht, in de gelegenheid stellen om binnen eenentwintig dagen op het verweer te reageren. De secretaris kan uit eigen hoofde de genoemde termijn eenmaal verlengen of verkorten met een, in beginsel, zelfde termijn. 3. Indien klager van deze gelegenheid gebruik maakt, zal de secretaris onder toezending van een afschrift van de conclusie van repliek aan de Stichting deze op overeenkomstige wijze in staat stellen tot het indienen van een conclusie van dupliek. Artikel 7 1. De voorzitter bepaalt de dag en het tijdstip van de zitting, waarop partijen hun standpunten mondeling kunnen toelichten. De zitting zal plaatsvinden binnen vier weken nadat de schriftelijke standpunten van partijen bij de secretaris zijn uitgewisseld. De secretaris roept de leden onder toezending van de stukken en de partijen tot deze zitting op evenals tot eventuele volgende zittingen. 2. De behandeling van het ingestelde beroep vindt in beginsel achter gesloten deuren plaats. Indien een partij daarom verzoekt en de Commissie daartoe termen aanwezig acht, kan de behandeling geheel of gedeeltelijk in het openbaar worden gehouden. 3. De Commissie is bevoegd om getuigen en deskundigen, waaronder het College van Deskundigen, te horen. De Commissie handelt daarbij naar bevind van zaken. 4. Partijen zijn bevoegd om zich door een raadsman te doen bijstaan. 5. In die gevallen waarin dit besluit niet voorziet, beslist de voorzitter. Uitbrengen advies Artikel 8 De Commissie stelt haar advies vast binnen zes weken nadat de (laatste) zitting als bedoeld in artikel 7 heeft plaatsgevonden, en wel bij meerderheid van stemmen. In bijzondere gevallen kan de Commissie deze termijn met ten hoogste zes weken verlengen. Het schriftelijke advies bevat onder meer de gronden voor het uitgebrachte advies. Van de mening van een eventuele minderheid wordt in het advies geen melding gemaakt. De klager en de Stichting ontvangen van de secretaris zo spoedig mogelijk een afschrift van het advies.

5 Artikel 9 De Commissie zal in haar advies mede bepalen, hoe hoog de kosten van de behandeling van de procedure zijn en wie deze kosten zal hebben te dragen, met dien verstande dat degene die geheel of grotendeels in het gelijk wordt gesteld, niet in de kosten van de procedure kan worden veroordeeld. Het in artikel 4, tweede lid, gestorte bedrag wordt afhankelijk van het advies verrekend dan wel teruggestort. Onder de kosten van de procedure worden in elk geval gerekend de kosten van rechtsbijstand. Slotbepalingen Artikel 10 Artikel 11 De Stichting en de klager zijn verplicht aan de Commissie alle gewenste inlichtingen te verstrekken en desgevraagd bescheiden over te leggen. De Commissie kan inlichtingen inwinnen bij de certificerende instantie. 1. De leden van de Commissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken en bedrijfsgeheimen, die zij in hun hoedanigheid vernemen. 2. Indien een lid van de Commissie in strijd met het in het eerste lid bepaalde handelt, kan dit lid door het bestuur van de Stichting geschorst of ontslagen worden uit zijn functie. Een zodanige beslissing wordt niet genomen, dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zich ter zake te verantwoorden. Artikel 12 De leden van de Commissie ontvangen in de hoedanigheid van lid van de Commissie geen bezoldiging, middellijk noch onmiddellijk. Wel zijn zij gerechtigd de door hen in verband met werkzaamheden voor de Commissie gemaakte reis-, verblijf- en andere kosten te declareren. Deze kosten worden niet als bezoldiging aangemerkt en dienen binnen de algemeen geaccepteerde grenzen van redelijkheid en billijkheid te vallen. Tevens worden genoemde kosten in de jaarrekening van de Stichting zichtbaar gemaakt en nader toegelicht. Voor elk van de genoemde categorieën kosten kan het bestuur regels en maxima vaststellen. Artikel Dit reglement kan worden aangehaald als " Reglement Commissie van Beroep Stichting Beter Leven keurmerk (2016). 2. Dit reglement is vastgesteld op 31 maart 2016 en treedt in werking op 1 april Voor het bestuur, H. M. van Veen I.J.A.F. Luyten Voorzitter Secretaris