Het Nederlandse recht op verhoorbijstand door een advocaat voor niet-aangehouden verdachten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Nederlandse recht op verhoorbijstand door een advocaat voor niet-aangehouden verdachten"

Transcriptie

1 Het Nederlandse recht op verhoorbijstand door een advocaat voor niet-aangehouden verdachten Naam: Giovanni Zegerius Studentnummer: Mastertrack: Publiekrecht, Strafrecht Begeleider: mw. mr. D. Bruin Inleverdatum:

2 Abstract De ontwikkelingen van de laatste jaren op het gebied van verhoorbijstand in Nederland en in het bijzonder de implementatie van de Europese richtlijn betreffende verhoorbijstand trokken mijn aandacht. In de jurisprudentie van de Hoge Raad werd met betrekking tot verhoorbijstand alleen gesproken over de rechten van aangehouden verdachten. Dit wekte bij mij de vraag wat de rechten betreffende verhoorbijstand voor niet-aangehouden verdachten zijn. Dit onderzoek heeft als hoofdvraag: Is de Nederlandse omgang met het recht op een raadsman tijdens het politieverhoor van de niet-aangehouden verdachte in overeenstemming met de Europese regelgeving? Door middel van literatuuronderzoek, in het bijzonder jurisprudentie, wetgeving en wetenschappelijke artikelen, probeer ik een antwoord op deze vraag te formuleren. Ik ben tot de conclusie gekomen dat, na de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving op 1 maart 2017, de Nederlandse wetgeving zowel voor aangehouden als niet-aangehouden verdachten met betrekking tot het recht op toegang tot een advocaat, voor en tijdens het politieverhoor, volledig in overeenstemming is met de Europese richtlijn. 2

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding Aanleiding Probleemstelling Onderzoeksopzet... 5 Hoofdstuk 2: De Europese richtlijn betreffende het recht op toegang tot een advocaat De richtlijn De aangehouden verdachte en de niet-aangehouden verdachte Toepassingsgebied van de richtlijn bij lichte strafbare feiten Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van het geldende Nederlandse recht omtrent het recht op toegang tot een advocaat bij het politieverhoor De situatie voor 1 maart De situatie tussen 1 maart 2016 en 1 maart Einde implementatietermijn van de richtlijn Beleid OM raadsman bij verhoor Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor De situatie vanaf 1 maart De rechten en plichten met betrekking tot rechtsbijstand voor en tijdens het verhoor uit de Nederlandse wetgeving De aangehouden verdachte De niet-aangehouden verdachte Hoofdstuk 4: Vergelijking van de Europese richtlijn met de Nederlandse wetgeving Aangehouden verdachten Niet-aangehouden verdachten Het recht op communicatie met een advocaat Het recht op bijstand voor het politieverhoor Het recht op bijstand tijdens het politieverhoor Inrichting en orde tijdens het verhoor Lichte strafbare feiten Toetsing Conclusie Literatuurlijst

4 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding De laatste jaren is er in Nederland veel veranderd op het gebied van rechtsbijstand tijdens het politieverhoor. Dit onderwerp kwam voor het eerst onder mijn aandacht gedurende mijn master Fiscaal recht in het studiejaar 2015/2016. Op 22 december 2015 werd het volgende artikel op de site van de Rechtspraak geplaatst: "De Hoge Raad heeft vandaag geoordeeld dat 'aangehouden' verdachten vanaf 1 maart 2016 recht hebben op een advocaat tijdens een politieverhoor. Dit betekent dat de verdachte voordat het verhoor begint moet worden gewezen op dit recht. Als de verdachte niet duidelijk afstand doet van dit recht moet er bij ieder verhoor een advocaat aanwezig zijn." Eerder gaf de Hoge Raad de wetgever tot 27 november 2016 de tijd om de verhoorbijstand te organiseren. Met deze uitspraak scherpt de Hoge Raad de regelgeving in het belang van de rechtszekerheid nu aan. Met deze aanscherping voorkomt de Hoge Raad dat in voorkomende gevallen prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie moeten worden gesteld over het punt of rechten worden geschonden als er geen recht op een advocaat bij het politieverhoor wordt geboden. Als die vragen gesteld hadden moeten worden, was de kans groot geweest dat veel strafzaken aangehouden waren totdat er een antwoord op deze vragen was geformuleerd. Dat zou de afdoening van die zaken langdurig en onaanvaardbaar vertragen. Door zijn eerdere jurisprudentie aan te scherpen en de bijstand bij het politieverhoor eerder te laten ingaan, voorkomt de Hoge Raad dit. De Hoge Raad gaat er bij zijn beslissing vanuit dat de wetgever inmiddels voorbereidingen heeft getroffen voor een verplichte bijstand van een advocaat, zodat uitvoering van de nieuwe regel geen al te grote problemen hoeft te geven. De Hoge Raad geeft ook aanwijzingen voor het geval in een zaak niet aan het recht op verhoorbijstand werd voldaan. Dit houdt nog niet in dat een door het verhoor verkregen verklaring niet voor het bewijs mag worden gebruikt. Voor de vraag of in dat geval een sanctie nodig is en zo ja welke, verwijst de Hoge Raad naar bestaande rechtspraak. 1 Sinds 1 februari 2016 ben ik als executieve vrijwilliger werkzaam bij de Politie Amsterdam. Tijdens het vak Strafrecht Verdieping in het studiejaar 2016/2017 kwam dit onderwerp weer 1 Rechtspraak 22 december

5 naar voren. Vervolgens heb ik bij collega's van de politie rond gevraagd hoe zij met deze verandering om gaan en hoe dit werkt in de praktijk. Hieruit maakte ik op dat de uitwerking van de richtlijn en de vele veranderingen die dit met zich mee brengt in de praktijk een groot onderwerp van discussie is. Mijn ervaring is dat een eenduidig beeld van wat de richtlijn zou moeten of kunnen betekenen, lijkt te ontbreken. Op basis van het bovenstaande heeft dit onderwerp mijn interesse gewekt. 1.2 Probleemstelling In het eerder genoemde artikel op de site van de Rechtspraak wordt er gesproken over rechten die gelden voor de 'aangehouden' verdachte. Betekent dit dat verdachten die niet zijn aangehouden over minder procedurele rechten kunnen beschikken dan de verdachten die wel zijn aangehouden? De Hoge Raad heeft met zijn arrest ervoor proberen te zorgen dat Nederland op het gebied van consultatiebijstand voor de aangehouden verdachte in overeenstemming is met de Europese regelgeving. Echter er wordt niet gesproken over de niet-aangehouden verdachte. Dat brengt mij bij de volgende hoofdvraag: Is de Nederlandse omgang met het recht op een raadsman tijdens het politieverhoor van de niet-aangehouden verdachte in overeenstemming met de Europese regelgeving? 1.3 Onderzoeksopzet Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is een goede beschrijving van de relevante Europese en nationale regelgeving vereist. Ik heb er voor gekozen om de Europese regelgeving voor de Nederlandse wetgeving te behandelen. Dit heeft als reden dat de huidige Nederlandse wetgeving is veranderd naar aanleiding van de gewijzigde Europese regelgeving. In hoofdstuk 2 zal ik de geldende Europese regelgeving beschrijven. Dit is de richtlijn betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming, nr. 2013/48/EU. Deze richtlijn wordt in het vervolg van deze scriptie aangehaald als de richtlijn. In hoofdstuk 3 zal de huidige Nederlandse regelgeving beschreven worden, dit wordt gedaan aan de hand van de recente wetswijzigingen van 1 maart 2017, alsmede het besluit inrichting en orde politieverhoor. In het eerste deel van hoofdstuk 3 zal de situatie beschreven worden voor het arrest van de Hoge Raad op 1 maart In het tweede deel zal de situatie beschreven worden na dit arrest van de Hoge Raad. Daarbij zullen de veranderingen die het 5

6 arrest ten gevolge had worden beschreven alsmede de beleidsregel die het OM heeft opgesteld als reactie op dit arrest. In hoofdstuk 4 zal de huidige Europese regelgeving worden vergeleken met de Nederlandse regelgeving. Aan de hand van deze vergelijking zal blijken op welke punten de Nederlandse regelgeving overeenkomt met de Europese regelgeving en op welke punten er nog verschillen zijn. Deze thesis wordt afgesloten met een concluderend hoofdstuk waarin kort wordt weergegeven wat er in het voorgaande besproken is en mijn eigen visie op dit vraagstuk. In deze scriptie wordt er veel gesproken over de verdachte. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen de aangehouden en de niet-aangehouden verdachte. De definities die ik hierbij hanteer luiden als volgt. Een verdachte is een persoon die er van wordt verwacht een strafbaar feit te hebben gepleegd. 2 Als verdachte wordt aangemerkt degene te wiens aanzien, uit feiten en omstandigheden, een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit. 3 Verdachten kunnen zowel op heterdaad als buiten heterdaad worden aangehouden. 4 Bij een aanhouding wordt iemand rechtens van zijn vrijheid beroofd. Een aangehouden verdachte is een persoon die van zijn vrijheid is beroofd. Een niet-aangehouden verdachte is een persoon die wel als verdachte wordt aangemerkt, maar niet van zijn vrijheid is beroofd. 2 Van den Wyngaert 2009, p Artikel 27 lid 1 Sv. 4 Artikel 53 en artikel 54 Sv. 6

7 Hoofdstuk 2: De Europese richtlijn betreffende het recht op toegang tot een advocaat 2.1 De richtlijn In dit hoofdstuk zal de richtlijn 5 worden besproken. Er zal worden ingegaan op welke personen de richtlijn van toepassing is en welke rechten er aan ontleend worden. Aan het einde van dit hoofdstuk zal er een onderscheid worden gemaakt tussen de aangehouden en de niet-aangehouden verdachten ten aanzien van het recht op rechtsbijstand. De richtlijn bevat minimumvoorschriften betreffende het recht van verdachten en beklaagden in strafprocedures. 6 De rechten uit de richtlijn gelden vanaf het ogenblik waarop verdachten en beklaagden door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, door middel van een officiële kennisgeving of anderszins, in kennis worden gesteld dat zij ervan worden verdacht of worden beschuldigd een strafbaar feit te hebben begaan, ongeacht of hen hun vrijheid is ontnomen. 7 De reikwijdte van dit artikel houdt in dat elke verdachte die in kennis is gesteld van het feit dat hij of zij verdachte is rechten kan ontlenen aan de richtlijn. Hieronder valt dus ook de situatie dat tijdens een staandehouding een opsporingsambtenaar de mededeling doet aan de verdachte dat hij of zij wordt verdacht van een strafbaar feit. Er hoeft geen sprake te zijn van een aangehouden verdachte. In deze situatie heeft de verdachte volgens de richtlijn recht op toegang tot een raadsman tijdens het eerste verhoor. De richtlijn zegt dat de verdachten of beklaagden zonder onnodig uitstel toegang hebben tot een advocaat. Ook hebben de verdachten of beklaagden toegang tot een advocaat voordat zij door de politie of door een andere rechtshandhavingsautoriteit of rechterlijke instantie worden verhoord. 8 Onder strenge voorwaarden kan een verdachte afstand doen van het recht op consultatiebijstand. Volgens de richtlijn moet een goed geïnformeerde verdachte vrijwillig en ondubbelzinnig afstand doen van dit recht. 9 Ook is de richtlijn van toepassing op andere personen dan verdachten en beklaagden die in de loop van het verhoor door de politie, of door een andere rechtshandhavingsautoriteit, verdachte of beklaagde worden. Hierbij kan gedacht worden aan getuigen die zijn opgeroepen om op het politiebureau een verklaring af te leggen en in de loop van dit getuigenverhoor verdachte worden van een strafbaar feit Richtlijn nr. 2013/48/EU 6 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 1 7 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 2 lid 1 8 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 lid 2 a 9 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 9 lid 1 10 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 2 lid 3 7

8 Dit zou betekenen dat zelfs bij lichte strafbare feiten de verdachte recht heeft op een advocaat voor het eerste verhoor. Hieronder valt bijvoorbeeld een overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening APV zoals wildplassen. Indien elke verdachte bij lichte strafbare feiten recht zou hebben op een raadsman voor en tijdens het verhoor, zou dit de handhaving kunnen belemmeren. Indien de verdachte gebruik maakt van dit recht moet er een advocaat worden opgeroepen waardoor een opsporingsambtenaar niet op straat het strafbare feit kan afhandelen. De verdachte zal dan later op het bureau moeten worden gehoord. Het is om deze reden goed voor te stellen dat deze werkwijze voor een lichte overtreding onwenselijk is. Over deze zogenoemde lichte strafbare feiten heeft Nederland, tijdens de onderhandelingen over de richtlijn, geprobeerd om het recht op toegang tot een advocaat voor het eerste verhoor te beperken. De oud-minister van Veiligheid en Justitie, Ivo Opstelten, heeft de Tweede Kamer op 15 januari 2013 laten weten dat alleen strafbare feiten die als overtredingen zijn geclassificeerd, worden aangemerkt als lichte strafbare feiten en dat de richtlijn volledig van toepassing is wanneer de verdachte van zijn vrijheid is beroofd, ook indien het gaat om een overtreding. 11 Onverminderd het recht op een eerlijk proces is de richtlijn, met betrekking tot 'lichte feiten' alleen van toepassing op de procedures voor een in strafzaken bevoegde rechtbank. De richtlijn is daarmee volledig van toepassing indien de verdachte of beklaagde zijn of haar vrijheid is ontnomen, ongeacht de fase van de strafprocedure. 12 In de preambule van de richtlijn wordt de overweging om niet alle rechten uit de richtlijn volledig toe te passen bij deze 'lichte feiten' verwoord: "(16) In sommige lidstaten is een andere autoriteit dan een in strafzaken bevoegde rechtbank bevoegd tot het opleggen van sancties, andere dan vrijheidsbeneming, met betrekking tot relatief lichte strafbare feiten. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn met betrekking tot verkeersovertredingen die op grote schaal worden begaan en die kunnen worden vastgesteld naar aanleiding van een verkeerscontrole. In dergelijke situaties zou het onredelijk zijn de bevoegde autoriteit te verplichten alle rechten te waarborgen waarin deze richtlijn voorziet. Indien het recht van een lidstaat erin voorziet dat voor lichte strafbare feiten een sanctie wordt opgelegd door een dergelijke autoriteit, en daartegen ofwel beroep kan worden ingesteld ofwel dat de zaak anderszins kan worden doorverwezen naar een in strafzaken bevoegde rechtbank, dient deze richtlijn derhalve alleen van toepassing te zijn op de procedure die bij die rechtbank wordt gevoerd naar aanleiding van dat beroep of die verwijzing." "(17) In sommige lidstaten zijn bepaalde lichte feiten strafbaar gesteld; het betreft met name lichte verkeersovertredingen, lichte overtredingen van algemene gemeentelijke 11 Kamerstukken II, , , nr Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 2 lid 3 8

9 verordeningen en lichte overtredingen tegen de openbare orde. In dergelijke situaties zou het onredelijk zijn de bevoegde autoriteit te verplichten alle rechten te waarborgen waarin deze richtlijn voorziet. Indien het recht van een lidstaat erin voorziet dat voor lichte strafbare feiten geen vrijheidsstraf kan worden opgelegd, dient deze richtlijn derhalve alleen van toepassing te zijn op procedures voor een in strafzaken bevoegde rechtbank." 13 Nu duidelijk is wanneer een verdachte recht heeft op toegang tot een advocaat zal worden beschreven wat het recht op toegang tot een advocaat precies inhoudt. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de verdachten of beklaagden het recht hebben de advocaat die hen vertegenwoordigt onder vier ogen te ontmoeten. Dit moet gebeuren voordat zij door de politie, een andere rechtshandhavingsautoriteit of rechterlijke instantie, worden verhoord. 14 Ten eerste moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de verdachten of beklaagden het recht om hun advocaat bij het verhoor aanwezig te hebben, kunnen uitoefenen en de advocaat daadwerkelijk kan deelnemen aan het verhoor. 15 Onder het daadwerkelijk deelnemen van een advocaat aan het verhoor wordt onder meer verstaan het stellen van vragen, het vragen om verduidelijking en het afleggen van verklaringen. 16 Ten tweede moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de verdachten of beklaagden ten minste het recht hebben hun advocaat de volgende onderzoekshandelingen of procedures voor het vergaren van bewijsmateriaal te laten bijwonen: meervoudige confrontaties, confrontaties en reconstructies van de plaats van een delict. Er zijn uitzonderlijke omstandigheden in de fase van het voorbereidende onderzoek, waarin tijdelijk mag worden afgeweken van het recht van de verdachte op toegang tot een advocaat. 17 Deze afwijking moet gerechtvaardigd worden door de onderbouwing dat er sprake is van een dringende noodzaak om ernstige negatieve gevolgen voor het leven, de vrijheid of de fysieke integriteit van een persoon te voorkomen. Of door de reden dat onmiddellijk optreden door de onderzoeksautoriteiten noodzakelijk is om te voorkomen dat de strafprocedure substantiële schade wordt toegebracht. 18 In het bijzonder kan hier gedacht worden aan het voorkomen dat essentieel bewijs wordt vernietigd of veranderd, of dat getuigen worden beïnvloed Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf 16, Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 lid 3 a 15 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 lid 3 b 16 Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf EHRM, , ECLI:CE:ECHR:2016:0913JUD Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 lid 6 19 Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf 32 9

10 Een belangrijk arrest met betrekking tot de rechten van een verdachte op een advocaat is het Salduz-arrest. Dit arrest zal inhoudelijk nader worden behandeld in de eerste paragraaf van hoofdstuk 3. Volgens dit arrest van het EHRM vereist artikel 6 lid 1 van het EVRM dat aan een verdachte vanaf het eerste verhoor door de politie toegang tot een advocaat wordt verschaft, tenzij er sprake is van bijzonder omstandigheden en er dwingende redenen zijn om dit recht te beperken. Deze dwingende redenen moeten het ontzeggen van de toegang tot een advocaat kunnen rechtvaardigen. In de richtlijn zijn twee dwingende redenen in artikel 3 lid 6 uitgewerkt zoals hierboven beschreven. De rechten van de verdediging zullen in principe onherstelbaar zijn geschaad als belastende verklaringen, gemaakt tijdens een politieverhoor waarbij de verdachte geen recht had op toegang tot een advocaat, worden gebezigd tot het bewijs. Dit houdt dus in dat indien de verdachte geen mogelijkheid heeft om het recht op toegang tot een advocaat uit te oefenen en er geen bijzondere omstandigheden zijn die de inbreuk op dit recht rechtvaardigen, in beginsel het bewijs moet worden uitgesloten in de strafrechtelijke procedure De aangehouden verdachte en de niet-aangehouden verdachte De richtlijn maakt voor het toepassingsgebied van de richtlijn geen onderscheid tussen aangehouden en niet-aangehouden verdachten. De richtlijn is van toepassing op de verdachten of beklaagden in een strafprocedure, vanaf het ogenblik waarop zij er door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat door middel van een officiële kennisgeving of anderszins in kennis worden gesteld dat zij ervan worden verdacht of beschuldigd een strafbaar feit te hebben begaan, ongeacht of hen hun vrijheid is ontnomen. 21 In de richtlijn is een aantal rechten opgenomen dat voor zowel aangehouden als niet-aangehouden verdachten geldt. Verdachten of beklaagden dienen het recht te hebben de advocaat die hen vertegenwoordigt onder vier ogen te ontmoeten. 22 Verdachten of beklaagden hebben het recht om te communiceren met de advocaat die hen vertegenwoordigt. De bedoelde communicatie kan in elke fase plaatsvinden, inclusief voorafgaand aan de uitoefening van het recht een advocaat te ontmoeten. 23 De lidstaten dienen er tevens voor te zorgen dat verdachten of beklaagden het recht hebben dat hun advocaat aanwezig is en daadwerkelijk kan deelnemen aan het verhoor EHRM, , ECLI:NL:XX:2008:BH Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 2 lid 1 22 Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf 25 10

11 Het verschil zit in de verplichtingen die de rechtstaten volgens de richtlijn hebben. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de verdachten of beklaagden recht hebben op toegang tot een advocaat, op een zodanig moment en op zodanige wijze dat de betrokken personen hun rechten van verdediging in de praktijk daadwerkelijk kan uitoefenen. 25 Het begrip op zodanige wijze is voor het verschil tussen aangehouden en niet-aangehouden verdachten van belang. Lidstaten moeten zich inspannen om algemene informatie ter beschikking te stellen om verdachten of beklaagden te helpen een advocaat te vinden. Echter de lidstaten hoeven in het geval van niet-aangehouden verdachten geen actieve stappen te zetten om ervoor te zorgen dat zij bijstand krijgen van een advocaat, indien de verdachten zelf niet het nodige hebben gedaan om te worden bijgestaan. 26 Ook zijn lidstaten verplicht om voor aangehouden verdachten de noodzakelijke regelingen te treffen om ervoor te zorgen dat zij hun recht op toegang tot een advocaat daadwerkelijk kunnen uitoefenen. Aan deze verplichting kan voldaan worden door in bijstand van een advocaat te voorzien als de aangehouden verdachte geen advocaat heeft. 27 Dit houdt in dat lidstaten voor een verdachte die is aangehouden de verplichting hebben om een advocaat te vinden. Terwijl deze verplichting niet bestaat voor verdachten die niet zijn aangehouden. Ook houdt dit in dat lidstaten voor verdachten die niet zijn aangehouden niet verplicht zijn om consultatiebijstand te regelen. Het enkel wijzen op dit consultatierecht is volgens de richtlijn voldoende. 2.3 Toepassingsgebied van de richtlijn bij lichte strafbare feiten Verdachten die niet zijn aangehouden kunnen worden opgeroepen om op het politiebureau te worden gehoord. De meeste niet-aangehouden verdachten worden echter niet op het politiebureau gehoord maar op straat. Hierbij moet gedacht worden aan verhoorsituaties met betrekking tot het uitschrijven van een boete door een opsporingsambtenaar. Het volgende artikel uit de richtlijn is van belang voor verhoorsituaties op straat: Onverminderd het recht op een eerlijk proces is deze richtlijn, met betrekking tot lichte feiten: a) waarvoor krachtens de wet van een lidstaat een sanctie door een andere autoriteit dan een in strafzaken bevoegde rechtbank wordt opgelegd, en tegen het opleggen van deze sanctie beroep bij een dergelijke rechtbank, kan worden ingesteld, of kan worden verwezen naar een dergelijke rechtbank, of b) alleen van toepassing op de procedures voor een in strafzaken bevoegde rechtbank Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 lid 1 26 Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 2 lid 4 11

12 In de preambule van de richtlijn wordt gezegd dat in sommige lidstaten een andere autoriteit dan een in strafzaken bevoegde rechtbank bevoegd is tot het opleggen van sancties met betrekking tot relatief lichte strafbare feiten 29 In Nederland moet dan gedacht worden aan de Officier van Justitie en opsporingsambtenaren van bijvoorbeeld de politie en de handhaving. In de preambule wordt genoemd dat hier bijvoorbeeld verkeersovertredingen onder vallen die op grote schaal begaan worden. Hierbij moet de opmerking worden gemaakt dat de meeste verkeersovertredingen in Nederland onder de wet Mulder vallen. 30 Indien een feit onder de wet Mulder valt is er geen sprake van een overtreding, maar van een gedraging. In het geval van een gedraging is er geen sprake van een verdachte, maar van een betrokkene. Een gedraging kan wel worden aangemerkt als een criminal charge zoals bedoeld in artikel 6 EVRM. Hierdoor kan de betrokkene rechten ontlenen uit artikel 6 EVRM. Echter, een gedraging onder de Wet Mulder is geen strafbaar feit zoals bedoeld in de richtlijn. Hierdoor kan de betrokkene geen aanspraak maken op de rechten uit de richtlijn. Bij overtredingen is er wel sprake van verdachten, hierdoor is de richtlijn bij overtredingen wel van toepassing. Bij lichte strafbare feiten zou het onredelijk zijn om de lidstaten te verplichten om alle rechten uit de richtlijn ook toe te passen op niet-aangehouden verdachten in deze situaties. Dit is onwenselijk omdat veel bekeuringssituaties dan niet meer op straat afgedaan kunnen worden. Indien het mogelijk is om volgens het nationale recht van een lidstaat tegen een bedoelde lichte strafbare sanctie beroep in te stellen en dit beroep kan worden doorverwezen naar een in strafzaken bevoegde rechtbank, dan is de richtlijn alleen van toepassing op de procedures van het beroep of van de doorverwijzing naar de rechtbank. In de Nederlandse situatie is de buitenrechtelijke afdoening van lichte strafbare feiten vormgegeven middels de strafbeschikking die kan worden uitgevaardigd voor overtredingen Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 31 Kamerstukken II, 2012/13, , nr

13 Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van het geldende Nederlandse recht omtrent het recht op toegang tot een advocaat bij het politieverhoor In de afgelopen jaren is het recht in Nederland op een raadsman tijdens het politieverhoor veelvuldig gewijzigd. Om een goed beeld te krijgen van de Nederlandse regelgeving zal in dit hoofdstuk de situatie van voor en na het arrest van de Hoge Raad van 1 maart 2016 beschreven worden. Dit arrest beschrijft de nieuwe regelgeving met betrekking tot het recht op een advocaat tijdens het politieverhoor. Daarna zal in dit hoofdstuk de regelgeving beschreven worden na 1 maart 2016 met betrekking tot bovengenoemd arrest van de Hoge Raad, hier zullen de veranderingen die het arrest ten gevolge had worden beschreven alsmede de beleidsregel die het OM op heeft gesteld als reactie op dit arrest. Vervolgens zal de huidige Nederlandse regelgeving aan de hand van de recente wetswijzigingen van 1 maart 2017 beschreven worden. Hier wordt tevens het besluit inrichting en orde politieverhoor meegenomen. Ten slotte zal er een onderscheid gemaakt worden tussen de aangehouden en de niet-aangehouden verdachten ten aanzien van het recht op rechtsbijstand. 3.1 De situatie voor 1 maart 2016 In het vorige hoofdstuk werd al kort het Salduz-arrest 32 aangehaald waarin, volgens het EHRM, artikel 6 lid 1 van het EVRM, vereist wordt dat aan een verdachte vanaf het eerste verhoor door de politie toegang tot een advocaat moet worden verschaft. Dit tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden en dwingende redenen om dit recht te beperken. Het arrest moet worden gezien als de leidende draad in de ontwikkeling van het recht op een advocaat tijdens het politieverhoor. Het Salduz-arrest is zowel in Nederland als in de rest van Europa het begin geweest van grote veranderingen op dit gebied. Om deze reden zal aan het begin van dit hoofdstuk eerst op dit arrest worden ingegaan. Eind mei 2001 wordt de 17 jaar oude Salduz in Izmir aangehouden op verdenking van deelname aan een onwettige demonstratie te ondersteuning van de PKK. 33 Een dag na zijn aanhouding wordt Salduz verhoord door politieagenten van de antiterrorisme politie. Voor zijn verhoor wordt hij gewezen op zijn zwijgrecht en wordt hij op de hoogte gesteld van de tegen hem gerichte beschuldigingen. Tijdens dit eerste verhoor legt Salduz een bekennende verklaring af. Een dag later trekt Salduz tegenover de onderzoeksrechter en de openbare aanklager deze verklaring in. Hij stelt dat hij wel in de buurt was van de demonstratie, maar 32 EHRM, , ECLI:NL:XX:2008:BH EHRM, , ECLI:NL:XX:2008:BH

14 er niet aan heeft deelgenomen. Ook stelt hij dat hij tijdens het eerste verhoor is mishandeld en is gedwongen om een verklaring af te leggen. Nadat Salduz in voorlopige hechtenis is geplaatst, krijgt hij toegang tot een advocaat. Uiteindelijk wordt hij veroordeeld tot 2.5 jaar gevangenisstraf, waarbij zijn verklaring tijdens het eerste politieverhoor wordt meegenomen als bewijs. Voor het EHRM zegt Salduz dat tijdens de inverzekeringstelling zijn recht op een advocaat is geschonden. Hierbij beroept hij zich op artikel 6 lid 3 EVRM, waarin staat dat iedereen die wordt beschuldigd van een strafbaar feit het recht heeft om zichzelf te verdedigen. 34 Het EHRM haalt in deze zaak aan dat, ondanks dat het geen absoluut recht is, het recht op effectieve rechtsbijstand een van de fundamentele kenmerken van een eerlijk proces is. 35 Artikel 6 EVRM behelst normaal dat de verdachte al over de hulp van een advocaat moet kunnen beschikken in de beginfases van het politieverhoor, hier wordt geen onderscheid gemaakt tussen de aangehouden en de niet-aangehouden verdachte. Dit recht kan echter worden beperkt, zoals genoemd in het vorige hoofdstuk, indien hier goede redenen voor zijn. 36 Het EHRM stelt dat de eerste politieverhoren voor de rest van de procedure van groot belang zijn. De verdachte bevindt zich gedurende deze fase in een zeer kwetsbare positie waardoor de rechten van de verdachte moeten worden beschermd. Het doel van artikel 6 EVRM is het beschermen van de verdachte tegen onrechtmatige druk in de strafrechtsprocedure. 37 In dit arrest geeft het EHRM een algemene regeling met betrekking tot bijstand door een advocaat tijdens het eerste politieverhoor. Aangezien het arrest van het EHRM rechtstreeks doorwerkt in de Nederlandse rechtsorde, heeft het de Nederlandse discussie omtrent de aanwezigheid van een advocaat bij het politieverhoor in gang gezet. In Nederland ontstond er een discussie tussen verscheidene academici 38 over de vraag of verdachten met een beroep op het Salduz-arrest recht zouden hebben op een advocaat, voor en tijdens het eerste politieverhoor. In het Salduz-arrest werd gesproken van het recht op 'access to a lawyer' en 'assistance of a lawyer', echter was niet precies duidelijk wat deze rechten inhielden. Door sommige auteurs werd betoogd dat deze termen dusdanig moesten worden uitgelegd dat er ook sprake was van het recht op een 34 EHRM, , ECLI:NL:XX:2008:BH0402, r.o EHRM, , ECLI:NL:XX:2008:BH0402, r.o EHRM, , ECLI:NL:XX:2008:BH0402, r.o EHRM, , ECLI:NL:XX:2008:BH0402, r.o M. Groenhuijsen 2012, p77. 14

15 advocaat tijdens het eerste politieverhoor. 39 Terwijl andere auteurs van mening zijn dat het recht op een advocaat tijdens het eerste politieverhoor niet valt af te leiden uit dit arrest. 40 Na het Salduz-arrest heeft de Hoge Raad duidelijkheid proberen te verschaffen over dit vraagstuk. In een arrest van de Hoge Raad van 30 juni 2009 heeft de Hoge Raad richtlijnen gegeven over rechtsbijstand bij politieverhoren. 41 Uit de rechtspraak van het EHRM leidt de Hoge Raad af dat een verdachte die door de politie is aangehouden, op grond van artikel 6 EVRM een aanspraak op rechtsbijstand kan maken. Deze uitspraak houdt in dat de verdachte de gelegenheid heeft om voor het eerste politieverhoor een advocaat te raadplegen. De Hoge Raad leidt uit de rechtspraak van het EHRM niet af dat de verdachte recht heeft op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het eerste politieverhoor. 42 Het EHRM heeft in de Salduz uitspraak geoordeeld dat minderjarige verdachten recht hebben op een advocaat tijdens het eerste politieverhoor, 43 aangezien zij meer bescherming nodig hebben. De Hoge Raad neemt dit standpunt van het EHRM over. 44 In dit arrest zegt de Hoge Raad niets over de rechtspositie van de niet-aangehouden verdachten. Aan de hand van en in overeenstemming met het arrest van de Hoge Raad heeft het College van procureurs-generaal de bestaande regelingen aangevuld, ook hier wordt enkel gesproken over de aangehouden verdachte De situatie tussen 1 maart 2016 en 1 maart 2017 De volgende grote ontwikkeling omtrent het recht op een advocaat bij het eerste politieverhoor is een arrest van de Hoge Raad op 22 december De zaak die in dit arrest wordt behandeld gaat over het vraagstuk omtrent het recht op een advocaat bij het eerste politieverhoor, maar is verder niet relevant voor dit onderzoek. De nadere beschouwing met betrekking tot rechtsbijstand tijdens politieverhoren is hier echter wel van belang. 47 Met het oog op toekomstige gevallen waarin verdachten aanspraak kunnen maken op een advocaat tijdens het politieverhoor maakte de Hoge Raad een aantal opmerkingen T. Spronken 2009, pp M.J. Borgers 2009, pp Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2009:BH Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2009:BH3079, r.o EHRM, , ECLI:NL:XX:2008:BH0402, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2009:BH3079, r.o Staatscourant, Jaargang 2010 nr Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015: Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015:3608, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015:3608, r.o

16 In deze nadere beschouwing wordt gerefereerd aan een eerder arrest van de Hoge Raad. In het arrest van de Hoge Raad van 1 april is geoordeeld dat het recht van de verdachte op een advocaat tijdens het politieverhoor niet direct kan worden afgeleid uit de jurisprudentie van het EHRM 50 en ook nog niet uit de richtlijn. 51 Wel merkte de Hoge Raad in dit arrest op dat het EHRM in een aantal gevallen had geoordeeld dat het onthouden van rechtsbijstand tijdens het eerste politieverhoor een schending opleverde van artikel 6 EVRM. Tevens achtte de Hoge Raad zichzelf, aangezien een wettelijke regeling ter implementatie van de richtlijn ontbreekt en de implementatieperiode van deze richtlijn nog niet is verstreken, niet bevoegd tot het opstellen van een algemene regeling. Volgens de Hoge Raad leidt de jurisprudentie van het EVRM er niet toe dat het maken van de vereiste beleidsmatige, organisatorische en financiële keuzes en daardoor het opstellen van een algemene regeling omtrent het recht op rechtsbijstand tijdens het eerste politieverhoor binnen het bereik van de Hoge Raad is gekomen. 52 De Hoge Raad heeft in dit arrest dus nog geen algemene regeling opgesteld. De Hoge Raad merkte op dat het EHRM inmiddels in een aantal concrete gevallen heeft beslist dat het ontbreken van rechtsbijstand met betrekking tot het verhoor van de verdachte door de politie onder omstandigheden als een schending van art. 6 EVRM moet worden aangemerkt. Van belang is dat het EHRM in deze gevallen niet zonder meer tot een algemene conclusie in gekomen met betrekking tot de reikwijdte van het recht op verhoorbijstand. 53 In dit arrest werd de wetgever wel opgeroepen om vorderingen te maken met het implementeren van de richtlijn middels een wettelijke regeling. 54 Tevens werd in dit arrest gezegd dat het opstellen van een algemene regeling omtrent het recht op rechtsbijstand tijdens het eerste politieverhoor, in de toekomst wel binnen het bereik van de Hoge Raad zou kunnen komen. 55 In het arrest van de Hoge Raad op 22 december 2015 komt de Hoge Raad terug op de eerder genoemde afweging dat het opstellen van een algemene regeling omtrent het recht op rechtsbijstand tijdens het eerste politieverhoor niet binnen het bereik van de Hoge Raad valt. 56 De Hoge Raad merkt op dat anderhalf jaar na het bovengenoemde arrest van 1 april 49 Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014: Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:770, r.o Richtlijn nr. 2013/48/EU. 52 Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:770, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:770, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:770, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:770, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015:

17 2014 er nog geen algemene regeling omtrent het recht op rechtsbijstand tijdens het eerste politieverhoor door de Nederlandse overheid tot stand is gebracht. Het EHRM heeft sinds het Salduz-arrest in een aantal gevallen beslist dat het niet toegang hebben tot een advocaat tijdens het verhoor van een verdachte door de politie kan worden aangemerkt als een schending van artikel 6 EVRM. Tevens wordt opgemerkt dat het EHRM nooit heeft besloten dat de verdachte in alle gevallen recht heeft op een advocaat tijdens het eerste politieverhoor. Toch vindt de Hoge Raad dat, in het licht van de jurisprudentie van het EHRM met betrekking tot dit onderwerp, de regels betreffende rechtsbijstand die in het arrest van 1 april 2014 zijn gegeven dienen te worden aangescherpt. 57 De Hoge Raad maakt de volgende opmerking: "Met het oog daarop gaat de Hoge Raad voortaan ervan uit dat een aangehouden verdachte het recht heeft op bijstand van een raadsman tijdens zijn verhoor door de politie, behoudens bij het bestaan van dwingende redenen om dat recht te beperken. De verdachte kan uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend doch in elk geval ondubbelzinnig afstand doen van dat recht. Dit brengt mee dat hij vóór de aanvang van het verhoor dient te worden gewezen op zijn recht op bijstand van een raadsman. Opmerking verdient hierbij dat het recht op zulke bijstand niet alleen betrekking heeft op het eerste verhoor, maar ook op daarop volgende verhoren." 58 De Hoge Raad geeft voor de aanscherping van de regels betreffende rechtsbijstand een aantal redenen. Ten eerste zou de Hoge Raad in zaken waar een eventuele schending van artikel 6 EVRM aan de orde is door het EHRM veroordeeld kunnen worden voor het schenden van deze verdragbepaling. Door de voorzienbaarheid dat verdachten zich in veel zaken op een schending van artikel 6 EVRM zullen beroepen zou de doeltreffende en voortvarende strafrechtspleging buitengewoon ernstig belemmerd worden, aldus de Hoge Raad. De nadelige gevolgen zullen groot zijn aangezien het recht op een advocaat bij het politieverhoor een significante rol speelt in veel strafzaken. Volgens de Hoge Raad is het ongewenst als bij deze zaken antwoord op prejudiciële vragen moet worden afgewacht. Met de aanscherping van deze regels betreffende rechtsbijstand, wordt bovenstaande situatie voorkomen. 59 De Hoge Raad neemt bij deze uitspraak mee dat binnen een jaar (uiterlijk 27 november 2016) de Europese richtlijn geïmplementeerd moest zijn. 60 De Hoge Raad gaat er van uit dat vanaf 1 maart 2016 toepassing zou worden gegeven aan de regel dat een aangehouden verdachte recht heeft op bijstand door een advocaat tijdens een politieverhoor. 61 Hier breekt de Hoge 57 Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015:3608, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015:3608, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015:3608, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015:3608, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015:3608, r.o

18 Raad met de rechtsregel uit zijn eerdere jurisprudentie dat een verdachte alleen het recht heeft om voor het eerste politieverhoor een advocaat te raadplegen en dat de verdachte dus geen recht heeft op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het eerste politieverhoor. 62 De in het genoemde arrest van de Hoge Raad van 22 december 2015 neergelegde aanscherping van de regels voor rechtsbijstand tijdens politieverhoren geldt niet met terugwerkende kracht. Het recht op rechtsbijstand tijdens verhoren door de politie geldt dus vanaf 22 december Einde implementatietermijn van de richtlijn Op 27 november 2016 verliep de implementatietermijn om de richtlijn om te zetten in de Nederlandse wetgeving. 64 Dit betekent dat na 27 november 2016 iedereen in Nederland zich direct kan beroepen op de rechten uit de richtlijn. Op 4 juli 2017 heeft de Hoge Raad een aantal opmerkingen gemaakt over het recht op verhoorbijstand. 65 In deze zaak is een verdachte in januari 2014 verhoord als verdachte in een moordzaak. Dit verhoor vond plaats voor het verstrijken van de implementatietermijn. De advocaat van de verdachte doet in deze zaak een beroep op artikel 6 EVRM en op de richtlijn. De Hoge Raad maakt de algemene opmerking dat aan artikel 6 EVRM geen algemeen recht op verhoorbijstand ontleend kan worden. 66 Met betrekking tot de richtlijn zegt de Hoge Raad dat ondanks de omstandigheid dat de implementatietermijn ten tijde van de uitspraak van de Hoge Raad wel is verstreken, dit niet met zich brengt dat het recht op verhoorbijstand met terugwerkende kracht is komen te gelden voor politieverhoren die voor het einde van de implementatietermijn hebben plaatsgevonden. In dit arrest geeft de Hoge Raad dus duidelijk aan dat er pas een beroep op de richtlijn kan worden gedaan na het verstrijken van de implementatierichtlijn op 27 november Aan artikel 6 EVRM kan geen algemeen recht op verhoorbijstand worden ontleend. Verder zegt de Hoge Raad in een arrest van 30 mei 2017 dat artikel 3 van de richtlijn onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is geformuleerd. 67 Dit houdt in dat er vanaf 27 november 2016 een direct beroep kan worden gedaan op het recht op rechtsbijstand uit de richtlijn. 62 Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2009:BH3079, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2016: Staatsblad, Jaargang 2017 nr Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2017: Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2017:1233, r.o Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2017:968 18

19 3.2.2 Beleid OM raadsman bij verhoor De aanscherping van deze regels door de Hoge Raad vraagt een reactie van het Openbaar Ministerie (OM). Vanaf 1 maart 2016 moest er voldaan worden aan de regel dat een aangehouden verdachte recht heeft op bijstand door een advocaat tijdens een politieverhoor. Hierdoor heeft het College van procureurs-generaal namens het OM op 10 februari 2016 naar alle opsporingsinstanties een beleidsbrief gestuurd. 68 Op 23 februari 2016 is dit beleid gepubliceerd in de Staatscourant. 69 In de beleidsregel wordt gerefereerd aan het arrest van de Hoge Raad op 22 december De Hoge Raad spreekt over het recht van aangehouden verdachten op bijstand tijdens verhoren door 'de politie'. De regels uit de beleidsregel zien zowel op het recht van aangehouden als op het recht van ontboden verdachten. Tot 1 maart 2016 was de opsporingsambtenaar niet verplicht om aan meerderjarige verdachten mee te delen dat zij recht hadden op verhoorbijstand. Na 1 maart dient deze mededeling wel te geschieden. Tevens dienen de opsporingsinstanties er voor te zorgen dat een verdachte zijn of haar rechten kan uitoefenen. Sinds 1 maart 2016 is het recht op verhoorbijstand feitelijk vorm gegeven. Dit beleid is gebaseerd op het arrest van de Hoge Raad van 22 december 2015 en op de richtlijn. 71 In het beleid wordt aangegeven de aangehouden verdachte in ieder geval voorafgaand aan het politieverhoor moet worden gewezen op het recht op verhoorbijstand. De verdachte kan afstand doen van dit recht, echter dit moet wel vrijwillig en ondubbelzinnig geschieden. De opsporingsambtenaar moet aan de verdachte mededelen wat de gevolgen zijn van het afzien van het recht op verhoorbijstand en moet aan de verdachte mededelen dat hij of zij zijn beslissing op elk moment tijdens het verhoor kan herroepen Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor De Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor (de aanwijzing) was geldend vanaf 1 maart 2016 tot en met 28 februari In de aanwijzing werden regels gesteld voor het verwezenlijken van het recht van de aangehouden verdachte, om voor het eerste politieverhoor een advocaat te kunnen raadplegen. De aanwijzing is gebaseerd op de jurisprudentie van het EHRM en de 68 Beleidsbrief OM raadsman bij politieverhoor per 1 maart Staatscourant, Jaargang 2016 nr Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015: Staatscourant, Jaargang 2016 nr Staatscourant, Jaargang 2016 nr Staatscourant, Jaargang 2010 nr. 4003, geldend van t/m

20 uitspraken van de Hoge Raad. In de aanwijzing wordt de verwezenlijking van dit recht consultatiebijstand genoemd. Volgens de aanwijzing hebben zowel minderjarige als meerderjarige verdachten recht op consultatiebijstand en zal deze bijstand bestaan uit een gesprek tussen de verdachte en een advocaat voor het eerste politieverhoor. Deze consultatiebijstand kan telefonisch plaatsvinden. Verder geeft de aanwijzing regels omtrent de invulling van het recht op rechtsbijstand door een advocaat tijdens het politieverhoor. Als de verdachte en advocaat tijdens de consultatiebijstand besluiten dat de advocaat bij het verhoor aanwezig zal zijn, vindt het verhoor bij voorkeur aansluitend op de consultatiebijstand plaats. Is dat niet mogelijk, dan laat de politie aan de advocaat weten op welk tijdstip het verhoor zal beginnen. Als de advocaat aangeeft dat hij of zij op dat tijdstip het verhoor niet kan bijwonen, wordt het verhoor maximaal één uur uitgesteld om de advocaat in de gelegenheid te stellen alsnog zelf naar het politiebureau te komen of een vervanger te regelen. Het recht op rechtsbijstand door een advocaat tijdens het politieverhoor houdt dus in dat een advocaat hier daadwerkelijk bij aanwezig moet kunnen zijn. 3.3 De situatie vanaf 1 maart 2017 De volgende grote verandering op het gebied van verhoorbijstand tijdens het politieverhoor vond plaats op 1 maart Op deze datum is wetgeving in werking getreden 74 die de richtlijn in Nederland moest implementeren. Hieronder zal de implementatiewetgeving alsmede het nieuwe besluit inrichting en orde politieverhoor worden besproken. Zoals in hoofdstuk 2 aangegeven bevat de richtlijn minimumregels over verschillende rechten: - Het recht op toegang tot een advocaat in een strafprocedure. 75 Dit recht valt uiteen in het recht op consultatiebijstand en het recht op bijstand door een advocaat tijdens het politieverhoor. - Het recht op het eerbiedigen van het vertrouwelijke karakter van de communicatie tussen de verdachten of beklaagden en hun advocaat Het recht om een derde op de hoogte te laten brengen van de vrijheidsbeneming Het recht om gedurende de vrijheidsbeneming met derden te communiceren Staatsblad, Jaargang 2017 nr Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 76 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 4 77 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 5 78 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 6 20

21 - Het recht op toegang tot een advocaat in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel. 79 In deze richtlijn hebben de regels omtrent het recht op toegang tot een advocaat in een strafprocedure een prominente rol gekregen. Volgens de richtlijn hebben de lidstaten de verantwoordelijkheid om er voor te zorgen dat verdachten in strafprocedures toegang hebben tot een advocaat. Deze toegang tot een advocaat moet worden verleend in de gevallen zoals benoemd in het artikel 3 lid 2 van de richtlijn. Voor dit onderzoek is het moment voordat verdachten door de politie, door een andere rechtshandhavingsautoriteit of door een rechterlijke instantie worden verhoord van belang. 80 Zoals eerder genoemd in hoofdstuk 2 komt dit recht volgens de richtlijn zowel toe aan de aangehouden verdachten als aan de nietaangehouden verdachten. De implementatiewetgeving ziet vooral op het invoeren van de noodzakelijke regelgeving omtrent het recht op toegang tot een advocaat voor en gedurende het politieverhoor. In de jurisprudentie van de Hoge Raad na het Salduz-arrest 81 werd op de implementatie van dit wetsvoorstel inhoudende het recht op toegang tot een advocaat voor en gedurende het politieverhoor van de verdachte gedoeld. Zoals eerder gezegd is in de Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor aangegeven dat de aldaar beschreven aanpassingen van de werkwijze zijn gedaan in afwachting van de implementatie wetgeving. Het wetsontwerp heeft veel van de veranderingen in de werkwijze van opsporingsdiensten, die in de Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor voor het eerst zijn genoemd, overgenomen ter implementatie van de richtlijn. 82 De lidstaten spannen zich ervoor in algemene informatie ter beschikking te stellen om verdachten of beklaagden te helpen een advocaat te vinden. 83 Onverminderd de bepalingen van het nationale recht betreffende de verplichte aanwezigheid van een advocaat, treffen de lidstaten de noodzakelijke regelingen om ervoor te zorgen dat verdachten of beklaagden van wie de vrijheid is ontnomen in staat zijn om hun recht op toegang tot een advocaat daadwerkelijk uit te oefenen, tenzij zij afstand hebben gedaan van dat recht. 84 Voor de implementatie van de richtlijn stond in de wet dat een advocaat pas werd opgeroepen op het moment dat de verdachte in verzekering werd gesteld. 85 Volgens het wetsvoorstel wordt ter implementatie van de richtlijn het moment waarop een advocaat 79 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 lid 2 81 Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:770 en Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2015: Staatscourant, Jaargang 2010 nr. 4003, geldend van t/m Richtlijn nr. 2013/48/EU, preambule paragraaf Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 lid 4 85 Artikel 40 SV, wetgeving voor 1 maart

22 opgeroepen wordt 86 of kan worden opgeroepen 87 verschoven naar het moment dat de verdachte wordt opgehouden voor onderzoek. 88 Het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures geldt voor alle verdachten die door de politie worden verhoord, dus ook voor verdachten die niet aangehouden zijn en later worden opgeroepen om een verklaring af te leggen. 89 Echter, er wordt in de implementatie wetgeving voor de niet-aangehouden verdachten geen advocaat opgeroepen, aangezien deze verplichting hiertoe alleen bestaat bij verdachten wiens vrijheid is ontnomen. 90 Nadat de aangehouden verdachten zijn ingelicht over het recht op rechtsbijstand door een advocaat 91 worden de aangehouden verdachten, voor wie op grond van artikel 28b Wetboek van Strafvordering een advocaat opgeroepen kan worden, de gelegenheid gegeven om voorafgaand aan het eerste verhoor gedurende een termijn van ten hoogste een half uur met hem een onderhoud te hebben. 92 Indien een verdachte moet worden aangemerkt als een kwetsbare verdachte of als het gaat om een verdachte die verdacht wordt van een strafbaar feit waar een gevangenisstraf van 12 jaar of meer op staat is een oproeping van de advocaat niet nodig. 93 In deze gevallen wordt namelijk altijd een advocaat in kennis gesteld om de verdachte bij te staan. Deze regeling is in het leven geroepen om de verdachten in bescherming te nemen en een behoorlijke procedure te bevorderen. Een kwetsbare verdachte is een verdachte die op het moment van aanhouding niet in staat is de gevolgen van zijn of haar beslissing te overzien. Deze verdachte moet beschermd worden tegen lichtvaardig of ondoordacht afstand van recht op consultatie- en/of verhoorbijstand. 94 Jeugdige verdachten die de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt 95 kunnen na implementatie van dit wetsvoorstel niet meer afzien van hun recht op consultatiebijstand. 96 Na de consultatiebijstand kunnen jeugdige verdachten alsnog afzien van rechtsbijstand door een advocaat indien zij geïnformeerd zijn over de gevolgen en vrijwillig en ondubbelzinnig afstand doen van hun recht. Aangehouden verdachten die worden verdacht van een VH-feit, Artikel 28b lid 1 Sv. 87 Artikel 28b lid 2 en 3 Sv. 88 Artikel 28b Sv. 89 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 lid 2 90 Richtlijn nr. 2013/48/EU, artikel 3 lid 4 91 Artikel 27c Sv. 92 Artikel 28c lid 1 Sv. 93 Artikel 28b lid 1 Sv. 94 Verhoeven & Stevens Artikel 488 lid 2 Sv. 96 Artikel 488c Sv. 97 Artikel 67 Sv. 22

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8884 23 februari 2016 BELEID OM Raadsman bij verhoor per 1 maart 2016 Nieuw: recht op verhoorbijstand aan meerderjarige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 345 Besluit van 15 september 2017, houdende aanwijzing van overtredingen waarbij het recht op bijstand door een raadsman niet van toepassing

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd: Implementatie van richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13508 13 maart 2017 Voorpublicatie tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met onder

Nadere informatie

1. voorafgaand aan het verhoor een advocaat kan raadplegen, 2. de verdachte tijdens het verhoor bijstand van zijn advocaat geniet,

1. voorafgaand aan het verhoor een advocaat kan raadplegen, 2. de verdachte tijdens het verhoor bijstand van zijn advocaat geniet, You have the right to remain silent. Should you waive that right, anything you say can be held against you in a court of law. You have the right to speak to an attorney. If you cannot afford an attorney,

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 6.11.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 294/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2013/48/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 3 juni 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 377747 Voorlichting@rechtspraak.nl Advies Wetsvoorstel

Nadere informatie

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 In Nederland is er wel een definitie van verdachte. Artikel 27 lid 1 Sv.: - Als verdachte wordt vóór de vervolging is aangevangen,

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 4.11.2016 L 297/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2016/1919 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 oktober 2016 betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden in strafprocedures

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Het recht van de verdachte op toegang tot rechtsbijstand

Hoofdstuk 1: Het recht van de verdachte op toegang tot rechtsbijstand Leidraad politieverhoor Hoofdstuk 1: Het recht van de verdachte op toegang tot rechtsbijstand Artikel 1: Consultatierecht en recht op rechtsbijstand tijdens de (politie)verhoren 1. De verdachte wordt de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 331 Besluit van 25 augustus 2017 tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met onder meer de uitbreiding van

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

A8-0165/46. Amendement 46 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

A8-0165/46. Amendement 46 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 28.9.2016 A8-0165/46 Amendement 46 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag A8-0165/2015 Dennis de Jong Rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd: Implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 7 oktober 2016 (OR. en) 2013/0409 (COD) PE-CONS 33/16 DROIPEN 124 COPEN 232 CODEC 1009 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 157 Implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6066 6 maart 2015 Advies Raad van State wetsvoorstel implementatie richtlijn 2013/48/EU recht op toegang tot een advocaat

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 januari 2010 (OR. en) 2010/0801 (COD) PE-CONS 1/10 DROIPEN 6 COPEN 22 CODEC 41 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 753 Rechtsbijstand Nr. 119 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 17 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0409 (COD) 15490/14 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad DROIPEN 129 COPEN 278 CODEC 2241 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 26.10.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 280/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2010/64/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking

Nadere informatie

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3 Besluit van houdende implementatie van richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures

Nadere informatie

De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal

De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal RECHT OP BIJSTAND VAN EEN ADVOCAAT VOORSTEL VAN RICHTLIJN EU Vicky De Souter, Attaché, Directie Strafwetgeving FOD Justitie De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE Nota CCMC 2017/014 Brussel, 20 april 2017 BETREFT : Nota Salduz

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 28.9.2016 A8-0165/ 001-045 AMENDEMENTEN 001-045 ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag Dennis de Jong A8-0165/2015 Rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 oktober 2011 (24.10) (OR. en) 15812/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0154 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 oktober 2011 (24.10) (OR. en) 15812/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0154 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 2 oktober 20 (24.0) (OR. en) 582/ Interinstitutioneel dossier: 20/054 (COD) DROIPE 2 COPE 282 CODEC 748 OTA van: aan: nr. Comv.: nr. vorig doc.: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35062 17 december 2013 Aanwijzing bijstand van tolken en vertalers bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten

Nadere informatie

Advies conceptwetsvoorstellen en concept-amvb raadsman en politieverhoor

Advies conceptwetsvoorstellen en concept-amvb raadsman en politieverhoor De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 18 april 2014 contactpersoon Voorlichting e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548 uw

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Rechtsbijstand bij het politieverhoor

Rechtsbijstand bij het politieverhoor Rechtsbijstand bij het politieverhoor Voldoet de voorgestelde Nederlandse regelgeving aangaande rechtsbijstand bij het politieverhoor aan de hieraan gestelde vereisten in Richtlijn 2013/48/EU en het EVRM?

Nadere informatie

2595 AJ Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid T www. omnl Postbus EH S GRAVEN HAGE

2595 AJ Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid T www. omnl Postbus EH S GRAVEN HAGE OPENBAAR MINISTERIE College van procureurs-generaal Voorzitter Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Pnns Clauslaan 16 2595 AJ Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid T+31 88699 1100 www. omnl Postbus

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 28 november 2014

No.W /II 's-gravenhage, 28 november 2014 ... No.W03.14.0345/II 's-gravenhage, 28 november 2014 Bij Kabinetsmissive van 26 september 2014, no.2014001817, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2013/0409(COD) 3.2.2015 AMENDEMENTEN 34-154 Ontwerpverslag Dennis de Jong (PE544.135v01-00) Voorlopige rechtsbijstand

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 1.6.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 142/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2012/13/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij het

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij het EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.6.2011 SEC(2011) 687 definitief WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING Begeleidend document bij het Voorstel voor een RICHTLIJN

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 21.5.2016 L 132/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2016/800 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 mei 2016 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde

Nadere informatie

6603/15 dep/van/hw 1 DG D 2B

6603/15 dep/van/hw 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0409 (COD) 6603/15 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad DROIPEN 20 COPEN 62 CODEC 257 nr. vorig doc.: 6327/15

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 OKTOBER 2015 P.15.1346.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1346.N S S, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Jean Marie De Meester, advocaat bij de balie te Brugge.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 526 Besluit van 9 november 2011 tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10909 22 juni 2011 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 15 juni 2011, nr. 5700090/11, houdende wijziging

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 1 juli 2009 (03.07) (OR. en) 11457/09 DROIPE 53 COPE 120 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 44 Wet van 20 december 2007, houdende wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 16 maart 2016 (OR. en) 2013/0408 (COD) PE-CONS 2/16 DROIPEN 4 COPEN 3 CODEC 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN VAN HET

Nadere informatie

2.6 Rechtsbijstand verdachte

2.6 Rechtsbijstand verdachte Concept paragraaf 2.6 én 2.15 zakboek Sv HulpOvJ editie 2018 1. Rechtsbijstand verdachte, incl. verklaring van rechten, consultatie- en verhoorbijstand 2. Jeugdige verdachten 3. Link naar nieuwe beleidsbrief

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

Rolnummer 5421. Arrest nr. 50/2013 van 28 maart 2013 A R R E S T

Rolnummer 5421. Arrest nr. 50/2013 van 28 maart 2013 A R R E S T Rolnummer 5421 Arrest nr. 50/2013 van 28 maart 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 62, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 3 van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 298 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond. Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen.

Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen. Rapport Geen vervolging, geen sepot Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de hoofdofficier van justitie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Vertaling C-278/16-1 Zaak C-278/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 mei 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Aachen (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek

Nadere informatie

Aan de Koningin. 1. Bestuurlijke strafbeschikking

Aan de Koningin. 1. Bestuurlijke strafbeschikking Aan de Koningin Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Contactpersoon A.M.C. Boerwinkel T 070 370 71 01 a.boerwinkel@minvenj.nl Onderwerp Voorstel

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Ontvangen op 18-01-2018 Verwerkt op 18-01-2018 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Den Haag, 18 januari 2018

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 MAART 2012 P.12.0404.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0404.F J. N., Mrs. Thibault Maudoux, advocaten bij de balie te Namen, en Caroline Brotcorne, advocaat bij de balie te Brussel. I.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Conceptwetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor

Conceptwetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor 15 april 2011 Conceptwetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor Wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot aanvulling van de regeling van het politieverhoor van de verdachte, diens aanhouding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

De positie van ouders in het nieuwe Wetboek van Strafvordering vanuit Europese wetgeving bezien N.U. van Capelleveen

De positie van ouders in het nieuwe Wetboek van Strafvordering vanuit Europese wetgeving bezien N.U. van Capelleveen Platform Modernisering Strafvordering De positie van ouders in het nieuwe Wetboek van Strafvordering vanuit Europese wetgeving bezien N.U. van Capelleveen 1 Inleiding Met de modernisering van het Wetboek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 871 Implementatie van richtlijn nr. 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in

Nadere informatie

2. De raadsman informeert zijn cliënt adequaat over het verloop van het strafproces en over diens rechten en bevoegdheden.

2. De raadsman informeert zijn cliënt adequaat over het verloop van het strafproces en over diens rechten en bevoegdheden. RAADSMAN BIJ POLITIEVERHOOR: PROTOCOL Inleiding Dit protocol beoogt aan te geven door welke uitgangspunten de raadsman zich laat leiden bij de wijze waarop hij (of zij) zijn rol tijdens een (politie)verhoor

Nadere informatie

[SiR\.\K. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opsteken Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG. Geachte heer Opsteken,

[SiR\.\K. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opsteken Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG. Geachte heer Opsteken, l FIU R 1 kf. H [SiR\.\K De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opsteken Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 29 februari 2012 Uw Kenmerk 571961411/6 Ons Kenmerk B 2.! 12/002836/201 8/iT Onderwerp

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

POSITION PAPER SALDUZ

POSITION PAPER SALDUZ POSITION PAPER SALDUZ DE SALDUZ-WET De Salduz-wet 1 voorziet in nieuwe regels met betrekking tot het verhoor van getuigen en verdachten en is het gevolg van een arrest van het Europees Hof voor de Rechten

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord De Leerplichtwet Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken. Een goede

Nadere informatie

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011

Nadere informatie

Toelichting bij het arrest 7/2013 van het Grondwettelijk Hof inzake het beroep tot vernietiging van de zgn. Salduzwet

Toelichting bij het arrest 7/2013 van het Grondwettelijk Hof inzake het beroep tot vernietiging van de zgn. Salduzwet Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be NOTA Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be Toelichting bij het arrest 7/2013 van het Grondwettelijk Hof inzake

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

Regeling OM-afdoening

Regeling OM-afdoening JU Regeling OM-afdoening Regeling van de Minister van Justitie van 16 januari 2008, nr. 5525695/08, tot wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met de invoering van de Wet OM-afdoening

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 INITIATIEF van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse delegatie d.d.:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover

Nadere informatie

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Informatie folder Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Pagina 2 van 16 Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Landelijke versie,

Nadere informatie

Salduz en verhoorbijstand

Salduz en verhoorbijstand Salduz en verhoorbijstand Reacties kunt u geven via het feedbackformulier. Idee en realisatie: Leendert van der Welle Hoofdagent Politie Zeeland-West-Brabant in samenwerking met de Nationale Politie en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 197 Besluit van 1 mei 2003 tot wijziging van het Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie