EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2013/0409(COD) AMENDEMENTEN Ontwerpverslag Dennis de Jong (PE v01-00) Voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel (COM(2013)0824 C7-0429/ /0409(COD)) AM\ doc PE v01-00 In verscheidenheid verenigd

2 AM_Com_LegReport PE v /78 AM\ doc

3 34 Birgit Sippel, Sylvia-Yvonne Kaufmann Titel 1 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel 35 Rachida Dati Titel 1 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel Or. fr Om het recht op een eerlijk proces tijdens de hele strafprocedure te waarborgen en het vertrouwen van de lidstaten in de strafrechtstelsels van andere lidstaten te versterken, moet het toepassingsgebied van deze richtlijn worden uitgebreid tot gewone rechtsbijstand voor AM\ doc 3/78 PE v01-00

4 verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen. 36 Laura Ferrara, Ignazio Corrao Titel 1 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel Or. it 37 Rachida Dati Overweging 1 (1) Deze richtlijn heeft als doel ervoor te zorgen dat het recht op toegang tot een advocaat daadwerkelijk kan worden uitgeoefend door het verlenen van bijstand door de lidstaten aan personen wie in een vroeg stadium van een strafprocedure de vrijheid is ontnomen en aan personen die worden gezocht in een procedure van overlevering uit hoofde van Kaderbesluit 2002/584/JBZ 11 van de Raad (procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel). 11 Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad (1) Deze richtlijn heeft als doel ervoor te zorgen dat het recht op toegang tot een advocaat daadwerkelijk kan worden uitgeoefend door het verlenen van bijstand door de lidstaten aan personen wie vanaf de eerste fasen van een strafprocedure de vrijheid is ontnomen en aan personen die worden gezocht in een procedure van overlevering uit hoofde van Kaderbesluit 2002/584/JBZ 11 van de Raad (procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel). 11 Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad PE v /78 AM\ doc

5 van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB L 190 van , blz. 1.). van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB L 190 van , blz. 1.). Or. fr 38 Rachida Dati, Pál Csáky Overweging 2 (2) Door minimumvoorschriften vast te stellen voor de bescherming van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden, dient deze richtlijn het vertrouwen van de lidstaten in de strafrechtstelsels van andere lidstaten te versterken; aldus kan de richtlijn de wederzijdse erkenning van beslissingen in strafzaken helpen verbeteren. (2) Door minimumvoorschriften vast te stellen voor de bescherming van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden, dient deze richtlijn het vertrouwen van de lidstaten in de strafrechtstelsels van andere lidstaten te versterken; aldus kan de richtlijn de wederzijdse erkenning van beslissingen in strafzaken helpen verbeteren met het oog op een efficiëntere justitiële samenwerking binnen de Unie. Deze richtlijn is erop gericht de rechtszekerheid tijdens strafprocedures van verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen, te versterken. Or. fr De rechtszekerheid tijdens strafprocedures van verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen, moet centraal staan in deze richtlijn. 39 Rachida Dati Overweging 2 bis (nieuw) AM\ doc 5/78 PE v01-00

6 (2 bis) Overeenkomstig artikel 82, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie mogen het Europees Parlement en de Raad, voor zover dat nodig is om de wederzijdse erkenning van rechterlijke uitspraken en beslissingen te vereenvoudigen en de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken met een grensoverschrijdende dimensie te bevorderen, door middel van richtlijnen volgens de gewone wetgevingsprocedure minimumvoorschriften vaststellen. In die minimumvoorschriften wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de rechtstradities en rechtsstelsels van de lidstaten. Deze hebben voornamelijk te maken met de rechten van personen in de strafvordering. Or. fr Er moet hier nogmaals worden gewezen op de strafrechtelijke bevoegdheid van de Europese Unie en op de rechtsgrond waarop deze richtlijn is gebaseerd. Overeenkomstig artikel 82, lid 2, van het VWEU heeft de Europese Unie regelgevende bevoegdheid op het vlak van het strafrecht. 40 Rachida Dati, Pál Csáky Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) Op 30 november 2009 keurde de Raad een resolutie over een routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures goed. Deze omvat PE v /78 AM\ doc

7 meerdere wetgevingsinitiatieven waaronder het recht op juridisch advies en rechtsbijstand tijdens strafprocedures (maatregel C). Or. fr Deze richtlijn past in een globale logica die is vastgesteld op basis van de routekaart inzake de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures, die op 30 november 2009 is aangenomen. 41 Rachida Dati, Pál Csáky Overweging 4 (4) Tot dusver zijn er drie maatregelen inzake procedurele rechten in strafprocedures vastgesteld, namelijk Richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad 14, Richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad 15 en Richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad Richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van woensdag 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures (PB L 280 van , blz. 1). 15 Richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures (PB L 142 van , blz. 1). (4) Tot dusver zijn er drie maatregelen inzake procedurele rechten in strafprocedures vastgesteld, namelijk Richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad 14 betreffende het recht op vertolking en vertaling, Richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad 15 betreffende het recht op informatie, en Richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad 16 betreffende het recht op toegang tot een advocaat. 14 Richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van woensdag 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures (PB L 280 van , blz. 1). 15 Richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures (PB L 142 van , blz. 1). AM\ doc 7/78 PE v01-00

8 16 Richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming (PB L 294 van , blz. 1). 16 Richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming (PB L 294 van , blz. 1). Or. fr 42 Rachida Dati, Pál Csáky Overweging 5 (5) Rechtsbijstand dient de kosten te dekken van de verdediging en de procedure voor verdachten of beklaagden in strafprocedures en voor personen die worden gezocht in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel. (5) Rechtsbijstand dient de kosten, gedeeltelijk of geheel, te dekken van de verdediging en de procedure voor verdachten of beklaagden in strafprocedures en voor personen die worden gezocht in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel. Or. fr Door de woorden "gedeeltelijk of geheel" toe te voegen, wordt onderstreept dat de lidstaten een belangrijke rol vervullen bij het vaststellen van de uitvoeringsbepalingen voor het verlenen van rechtsbijstand overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel. 43 Laura Ferrara, Ignazio Corrao PE v /78 AM\ doc

9 Overweging 6 (6) de werkingssfeer en de inhoud van het recht op toegang tot een advocaat zijn vastgesteld in Richtlijn 2013/48/EU. Een verdachte of beklaagde in een strafprocedure dient recht op toegang tot een advocaat te hebben vanaf het moment waarop hij, door middel van een officiële kennisgeving of anderszins, door de bevoegde autoriteiten ervan op de hoogte wordt gesteld dat hij van een strafbaar feit wordt verdacht of beschuldigd, ongeacht of er sprake van vrijheidsbeneming is. Dit recht is van toepassing totdat de procedure is beëindigd, dat wil zeggen totdat definitief is vastgesteld of de verdachte of beklaagde het strafbare feit al dan niet heeft begaan, met inbegrip van, indien van toepassing, de strafoplegging en de uitkomst in een eventuele beroepsprocedure. (6) de werkingssfeer en de inhoud van het recht op toegang tot een advocaat zijn vastgesteld in Richtlijn 2013/48/EU. Aan een verdachte of beklaagde in een strafprocedure dient het recht op toegang tot een advocaat te worden verleend vanaf het moment waarop hij, door middel van een officiële kennisgeving of anderszins, door de bevoegde autoriteiten ervan op de hoogte wordt gesteld dat hij van een strafbaar feit wordt verdacht of beschuldigd, ongeacht of er sprake van vrijheidsbeneming is. Dit recht is van toepassing totdat de procedure is beëindigd, dat wil zeggen totdat definitief is vastgesteld of de verdachte of beklaagde het strafbare feit al dan niet heeft begaan, met inbegrip van, indien van toepassing, de strafoplegging en de uitkomst in een eventuele beroepsprocedure. Or. it 44 Rachida Dati Overweging 6 bis (nieuw) (6 bis) Overeenkomstig Richtlijn 2013/48/EU is de rechtsbijstand in de lidstaten van toepassing krachtens het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna "Handvest" genoemd) en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De lidstaten dienen de noodzakelijke regelingen te treffen om ervoor te zorgen AM\ doc 9/78 PE v01-00

10 dat, wanneer verdachten of beklaagden hun vrijheid wordt ontnomen, zij hun recht op toegang tot een advocaat daadwerkelijk kunnen uitoefenen, mede doordat in bijstand van een advocaat wordt voorzien als de betrokkene er geen heeft, tenzij zij afstand hebben gedaan van dat recht. Volgens bovengenoemde richtlijn kunnen deze bepalingen in voorkomend geval de uitvoeringsbepalingen voor het verlenen van rechtsbijstand omvatten. Or. fr Deze richtlijn is erop gericht de doeltreffendheid te waarborgen van Richtlijn 2013/48/EU betreffende het recht op toegang tot een advocaat, die bevestigt dat de maatregelen die ervoor zorgen dat dit recht daadwerkelijk wordt uitgeoefend ook de uitvoeringsbepalingen voor het verlenen van rechtsbijstand kunnen omvatten. 45 Timothy Kirkhope, Helga Stevens, Jussi Halla-aho namens de ECR-Fractie Overweging 7 (7) Zoals door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ("EHRM") is verklaard, bestaat een van de fundamentele kenmerken van een eerlijk proces erin dat iedereen aan wie een strafbaar feit ten laste wordt gelegd, daadwerkelijk wordt verdedigd door een, zo nodig officieel aan te wijzen, advocaat. De eerlijkheid van strafprocedures vereist dat een verdachte toegang tot rechtsbijstand wordt verleend vanaf het moment van vrijheidsbeneming. Schrappen PE v /78 AM\ doc

11 46 Rachida Dati Overweging 8 (8) Richtlijn 2013/48/EU bepaalt dat in gevallen waarin verdachten of beklaagden de vrijheid wordt ontnomen, de lidstaten de noodzakelijke regelingen moeten treffen om ervoor te zorgen dat zij in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat daadwerkelijk uit te oefenen, tenzij zij afstand hebben gedaan van dat recht. Schrappen Or. fr Deze paragraaf is geschrapt omdat deze elementen in Overweging 6 (bis) zijn opgenomen. 47 Laura Ferrara, Ignazio Corrao Overweging 8 (8) Richtlijn 2013/48/EU bepaalt dat in gevallen waarin verdachten of beklaagden de vrijheid wordt ontnomen, de lidstaten de noodzakelijke regelingen moeten treffen om ervoor te zorgen dat zij in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat daadwerkelijk uit te oefenen, tenzij zij afstand hebben gedaan van dat recht. Schrappen Or. it AM\ doc 11/78 PE v01-00

12 48 Pál Csáky, Michał Boni, Kinga Gál, Csaba Sógor, Tomáš Zdechovský, Elissavet Vozemberg Overweging 8 bis (nieuw) (8 bis) In bepaalde lidstaten is een aantal lichte feiten strafbaar gesteld; het betreft met name lichte verkeersovertredingen, lichte overtredingen van algemene gemeentelijke verordeningen en lichte schendingen van de openbare orde. In dergelijke situaties zou het onredelijk zijn de bevoegde autoriteit te verplichten alle rechten te waarborgen waarin deze richtlijn voorziet. Indien het recht van een lidstaat erin voorziet dat voor lichte strafbare feiten geen vrijheidsstraf kan worden opgelegd, dient deze richtlijn derhalve alleen van toepassing te zijn op procedures voor een in strafzaken bevoegde rechtbank. 49 Birgit Sippel, Sylvia-Yvonne Kaufmann Overweging 9 (9) Willen verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen, in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat in de eerste fasen van de procedure daadwerkelijk uit te oefenen, dan kan het niet zo zijn dat zij op die toegang moeten wachten zolang het verzoek om rechtsbijstand wordt verwerkt en beoordeeld wordt of de criteria om voor rechtshulp in aanmerking te komen, zijn (9) Willen verdachten of beklaagden in strafprocedures in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat in de eerste fasen van de procedure daadwerkelijk uit te oefenen, dan kan het niet zo zijn dat zij op die toegang moeten wachten zolang het verzoek om rechtsbijstand wordt verwerkt en beoordeeld wordt of de criteria om voor rechtshulp in aanmerking te komen, zijn vervuld. De lidstaten dienen er daarom PE v /78 AM\ doc

13 vervuld. De lidstaten dienen er daarom voor te zorgen dat er na de vrijheidsbeneming en voordat er enig verhoor plaatsvindt, onverwijld daadwerkelijke voorlopige rechtsbijstand beschikbaar is en deze dient ten minste beschikbaar te zijn totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige of gedeeltelijke afwijzing is, dit besluit definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. voor te zorgen dat er vanaf het moment waarop zij door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat ervan op de hoogte worden gesteld, door middel van een officiële kennisgeving of anderszins, dat zij van een strafbaar feit worden verdacht of beschuldigd en in ieder geval voordat er enig verhoor plaatsvindt, onverwijld daadwerkelijke voorlopige rechtsbijstand beschikbaar is en deze dient ten minste beschikbaar te zijn totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige of gedeeltelijke afwijzing is, dit besluit definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. 50 Axel Voss Overweging 9 (9) Willen verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen, in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat in de eerste fasen van de procedure daadwerkelijk uit te oefenen, dan kan het niet zo zijn dat zij op die toegang moeten wachten zolang het verzoek om rechtsbijstand wordt verwerkt en beoordeeld wordt of de criteria om voor rechtshulp in aanmerking te komen, zijn vervuld. De lidstaten dienen er daarom voor te zorgen dat er na de vrijheidsbeneming en voordat er enig verhoor plaatsvindt, onverwijld daadwerkelijke voorlopige rechtsbijstand (9) Willen verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen, in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat daadwerkelijk uit te oefenen, dan dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat voorlopige rechtsbijstand beschikbaar is totdat de betrokken persoon wordt vrijgelaten of de bevoegde autoriteit een definitief besluit heeft genomen over de gewone rechtsbijstand. Dit is niet van toepassing op de in artikel 2 genoemde situaties. AM\ doc 13/78 PE v01-00

14 beschikbaar is en deze dient ten minste beschikbaar te zijn totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige of gedeeltelijke afwijzing is, dit besluit definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. Or. de Deze wijziging is noodzakelijk om Overweging 11 in overeenstemming te brengen met de artikelen 3 en 4. De uitzonderingen zijn vermeld in amendement Rachida Dati Overweging 9 (9) Willen verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen, in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat in de eerste fasen van de procedure daadwerkelijk uit te oefenen, dan kan het niet zo zijn dat zij op die toegang moeten wachten zolang het verzoek om rechtsbijstand wordt verwerkt en beoordeeld wordt of de criteria om voor rechtshulp in aanmerking te komen, zijn vervuld. De lidstaten dienen er daarom voor te zorgen dat er na de vrijheidsbeneming en voordat er enig verhoor plaatsvindt, onverwijld daadwerkelijke voorlopige rechtsbijstand beschikbaar is en deze dient ten minste beschikbaar te zijn totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand (9) Willen verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen, in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat in de eerste fasen van de procedure daadwerkelijk uit te oefenen, dan kan het niet zo zijn dat zij op die toegang moeten wachten zolang het verzoek om gewone rechtsbijstand wordt verwerkt en beoordeeld wordt of de criteria om voor gewone rechtshulp in aanmerking te komen, zijn vervuld. Verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen zijn vooral in de eerste fasen van de strafprocedure bijzonder kwetsbaar. De lidstaten dienen er daarom voor te zorgen dat er na de vrijheidsbeneming en voordat er enig verhoor plaatsvindt, onverwijld daadwerkelijke voorlopige rechtsbijstand PE v /78 AM\ doc

15 heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige of gedeeltelijke afwijzing is, dit besluit definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. beschikbaar is en deze dient ten minste beschikbaar te zijn totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige of gedeeltelijke afwijzing is, dit besluit definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. Or. fr Bepalingen betreffende de voorlopige rechtsbijstand zijn vooral nodig omdat verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen in de eerste fasen van de strafprocedure bijzonder kwetsbaar zijn. Daarom is het van essentieel belang dat de verdachten of beklaagden na hun vrijheidsbeneming onverwijld toegang hebben tot rechtsbijstand. 52 Laura Ferrara, Ignazio Corrao Overweging 9 (9) Willen verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen, in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat in de eerste fasen van de procedure daadwerkelijk uit te oefenen, dan kan het niet zo zijn dat zij op die toegang moeten wachten zolang het verzoek om rechtsbijstand wordt verwerkt en beoordeeld wordt of de criteria om voor rechtshulp in aanmerking te komen, zijn vervuld. De lidstaten dienen er daarom voor te zorgen dat er na de vrijheidsbeneming en voordat er enig verhoor plaatsvindt, onverwijld daadwerkelijke voorlopige rechtsbijstand beschikbaar is en deze dient ten minste (9) Willen verdachten of beklaagden in staat zijn hun recht op toegang tot een advocaat in de eerste fasen van de procedure daadwerkelijk uit te oefenen, dan kan het niet zo zijn dat zij op die toegang moeten wachten zolang het verzoek om rechtsbijstand wordt verwerkt en beoordeeld wordt of de criteria om voor rechtshulp in aanmerking te komen, zijn vervuld. De lidstaten dienen er daarom voor te zorgen dat er vóór de voltooiing van een willekeurige onderzoeksmaatregel die op grond van het nationaal of Europees recht de aanwezigheid van een advocaat vereist, onverwijld daadwerkelijke voorlopige rechtsbijstand AM\ doc 15/78 PE v01-00

16 beschikbaar te zijn totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige of gedeeltelijke afwijzing is, dit besluit definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. beschikbaar is en deze dient ten minste beschikbaar te zijn totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige of gedeeltelijke afwijzing is, dit besluit definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. Or. it 53 Heinz K. Becker Overweging 9 bis (nieuw) (9 bis) Het zou te ver gaan om voor lichte overtredingen, met name voor bestuursrechtelijke overtredingen, zoals verkeersovertredingen, te voorzien in een recht op voorlopige rechtsbijstand. Derhalve moet het recht op voorlopige rechtsbijstand niet gelden wanneer uit hoofde van de nationale wetgeving andere autoriteiten dan de gewone rechtbanken bevoegd zijn om straffen op te leggen voor dergelijke lichte overtredingen. Or. de In enkele lidstaten worden straffen voor lichte overtredingen, zoals verkeersovertredingen, niet door de gewone rechtbanken opgelegd. Een recht op rechtsbijstand zou in dergelijke gevallen buitenproportioneel zijn. Derhalve moeten deze gevallen van het toepassingsgebied worden uitgesloten. PE v /78 AM\ doc

17 54 Rachida Dati, Pál Csáky Overweging 9 bis (nieuw) (9 bis) Deze richtlijn moet rekening houden met de verschillen in de rechtsbijstandsstelsels van de lidstaten. Elke lidstaat blijft verantwoordelijk voor de toewijzing van rechtsbijstand die wordt verleend in functie van de beschikbaarheid van financiële middelen (draagkrachttoets) en/of in functie van het belang van de rechtspleging bij deze zaak (onderzoek naar de juridische merites van de zaak). Or. fr Deze richtlijn moet de nationale soevereiniteit eerbiedigen. Het is niet aan de Europese Unie om de uitvoeringsbepalingen voor de verlening van rechtsbijstand binnen de lidstaten vast te leggen. 55 Heinz K. Becker Overweging 9 ter (nieuw) (9 ter) Een korte beperking van de persoonlijke vrijheid, zoals in de vorm van een dagvaarding als informant of een aanhouding door de politie om bijvoorbeeld de identiteit vast te stellen of een persoon te fouilleren, dient niet te worden beschouwd als vrijheidsbeneming in de zin van deze richtlijn en derhalve te worden uitgesloten van het AM\ doc 17/78 PE v01-00

18 toepassingsgebied van de richtlijn. Or. de Situaties waarin de absolute vrijheid van een persoon kort wordt beperkt, bijvoorbeeld omdat deze persoon is opgeroepen als getuige voor de rechter te verschijnen of spontaan wordt aangehouden om de identiteit van deze persoon vast te stellen of deze persoon te fouilleren met het oog op illegaal drugs- of wapenbezit, moeten worden uitgesloten van de toepassing van deze richtlijn. 56 Rachida Dati Overweging 10 (10) De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat voorlopige bijstand wordt verleend voor zover deze noodzakelijk is en dat deze niet wordt beperkt op een wijze die verdachten of beklaagden belet het recht op toegang tot een advocaat, waarin met name artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2013/48/EU voorziet, daadwerkelijk uit te oefenen. (10) De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat bijstand wordt verleend voor zover deze noodzakelijk is en dat deze niet wordt beperkt op een wijze die verdachten of beklaagden belet het recht op toegang tot een advocaat, waarin met name artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2013/48/EU voorziet, daadwerkelijk uit te oefenen. Or. fr Om het recht op een eerlijk proces tijdens de hele strafrechtelijke procedure te waarborgen en het vertrouwen van de lidstaten in de strafrechtstelsels van andere lidstaten te versterken, moet het toepassingsgebied van deze richtlijn worden uitgebreid tot gewone rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen. 57 Axel Voss Overweging 11 PE v /78 AM\ doc

19 (11) Personen die in een procedure tot uitvoering van een Europees opsporingsbevel worden gezocht en wie de vrijheid is ontnomen, dienen recht op voorlopige rechtsbijstand in de uitvoerende lidstaat te hebben vanaf de vrijheidsontneming en dat ten minste totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige of gedeeltelijke afwijzing is, dat besluit definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. (11) Personen die in een procedure tot uitvoering van een Europees opsporingsbevel worden gezocht en wie de vrijheid is ontnomen, dienen recht op voorlopige rechtsbijstand in de uitvoerende lidstaat te hebben totdat de betrokken persoon wordt vrijgelaten of de bevoegde autoriteit een besluit over de gewone rechtsbijstand heeft genomen. Dit is niet van toepassing op de in artikel 2 genoemde situaties. Or. de Deze wijziging is noodzakelijk om Overweging 11 in overeenstemming te brengen met de artikelen 3 en 4. De uitzonderingen zijn vermeld in amendement Laura Ferrara, Ignazio Corrao Overweging 11 (11) Personen die in een procedure tot uitvoering van een Europees opsporingsbevel worden gezocht en wie de vrijheid is ontnomen, dienen recht op voorlopige rechtsbijstand in de uitvoerende lidstaat te hebben vanaf de vrijheidsontneming en dat ten minste totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige (11) Personen die in een procedure tot uitvoering van een Europees opsporingsbevel worden gezocht, dienen recht op voorlopige rechtsbijstand in de uitvoerende lidstaat te hebben vanaf de vrijheidsontneming en dat ten minste totdat de bevoegde autoriteit het besluit over de rechtsbijstand heeft genomen en, in gevallen waarin sprake van een volledige of gedeeltelijke afwijzing is, dat besluit AM\ doc 19/78 PE v01-00

20 of gedeeltelijke afwijzing is, dat besluit definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. definitief is geworden, of, ingeval het verzoek om rechtsbijstand wordt ingewilligd, de benoeming van de advocaat door de bevoegde autoriteit van kracht is geworden. Or. it 59 Pál Csáky, Kinga Gál, Csaba Sógor, Tomáš Zdechovský Overweging 11 bis (nieuw) (11 bis) Onverminderd het recht op een eerlijk proces kunnen lidstaten in het geval van kort durende vrijheidsbeneming voor minder ernstige feiten binnen hun wetgeving voorzien in de mogelijkheid om de verlening van voorlopige rechtsbijstand te beperken tot gevallen waarin dit in het belang van de rechtspleging noodzakelijk is. Of dit het geval is, wordt door de bevoegde autoriteiten na de vrijheidsbeneming onverwijld en in ieder geval voordat verhoor plaatsvindt beoordeeld. 60 Elissavet Vozemberg Overweging 11 bis (nieuw) (11 bis) Onverminderd het recht op een eerlijk proces en de in het belang van de rechtspleging geldende vereisten kunnen PE v /78 AM\ doc

21 lidstaten in het geval van minder ernstige feiten binnen hun wetgeving voorzien in de mogelijkheid om de verlening van voorlopige rechtsbijstand in dergelijke gevallen te beperken. Of dit het geval is, wordt door de bevoegde autoriteiten onverwijld na de vrijheidsbeneming en in ieder geval voordat verhoor plaatsvindt beoordeeld. 61 Judith Sargentini Overweging 12 (12) De lidstaten dienen te kunnen bepalen dat de vergoeding van de kosten in verband met voorlopige rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en de vergoeding van de kosten in verband met de voorlopige rechtsbijstand voor gezochte personen, van deze personen kunnen worden teruggevorderd wanneer vervolgens bij de beoordeling of zij recht op rechtsbijstand hebben, wordt vastgesteld dat zij niet voldoen aan de criteria om op grond van de nationale wetgeving voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. Schrappen Dit lid moet worden geschrapt, aangezien het een ernstige hindernis zou vormen voor de doeltreffende toegang tot rechtsbijstand. AM\ doc 21/78 PE v01-00

22 62 Birgit Sippel, Sylvia-Yvonne Kaufmann Overweging 12 (12) De lidstaten dienen te kunnen bepalen dat de vergoeding van de kosten in verband met voorlopige rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en de vergoeding van de kosten in verband met de voorlopige rechtsbijstand voor gezochte personen, van deze personen kunnen worden teruggevorderd wanneer vervolgens bij de beoordeling of zij recht op rechtsbijstand hebben, wordt vastgesteld dat zij niet voldoen aan de criteria om op grond van de nationale wetgeving voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. (12) De lidstaten dienen te kunnen bepalen dat de vergoeding van de kosten in verband met voorlopige rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden en de vergoeding van de kosten in verband met de voorlopige rechtsbijstand voor gezochte personen, door de bevoegde autoriteiten van deze personen kunnen worden teruggevorderd wanneer vervolgens bij de door de bevoegde autoriteit uitgevoerde beoordeling of zij recht op gewone rechtsbijstand hebben, wordt vastgesteld dat zij niet voldoen aan de criteria om op grond van de nationale wetgeving voor gewone rechtsbijstand in aanmerking te komen en wanneer zij aan de bevoegde autoriteiten willens en wetens onjuiste informatie over hun persoonlijke financiële situatie hebben verstrekt. Om te waarborgen dat een eventuele terugvordering van kosten in verband met voorlopige rechtsbijstand de verdachte of beklaagde niet dusdanig bevoordeelt dat de eerlijkheid van de procedure in het algemeen wordt ondermijnd, moeten lidstaten ervoor zorgen dat de aan de terugvordering van kosten verbonden voorwaarden duidelijk en redelijk zijn en rekening houden met de specifieke financiële situatie van de verdachte of beklaagde. 63 Timothy Kirkhope, Helga Stevens, Jussi Halla-aho namens de ECR-Fractie PE v /78 AM\ doc

23 Overweging 12 (12) De lidstaten dienen te kunnen bepalen dat de vergoeding van de kosten in verband met voorlopige rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en de vergoeding van de kosten in verband met de voorlopige rechtsbijstand voor gezochte personen, van deze personen kunnen worden teruggevorderd wanneer vervolgens bij de beoordeling of zij recht op rechtsbijstand hebben, wordt vastgesteld dat zij niet voldoen aan de criteria om op grond van de nationale wetgeving voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. (12) De lidstaten dienen te kunnen bepalen dat de vergoeding van de kosten in verband met voorlopige rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en de vergoeding van de kosten in verband met de voorlopige rechtsbijstand voor gezochte personen, van deze personen kunnen worden teruggevorderd wanneer vervolgens bij de door de bevoegde autoriteit uitgevoerde beoordeling of zij recht op rechtsbijstand hebben, wordt vastgesteld dat zij niet voldoen aan de criteria om op grond van de nationale wetgeving voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. 64 Laura Ferrara, Ignazio Corrao Overweging 12 (12) De lidstaten dienen te kunnen bepalen dat de vergoeding van de kosten in verband met voorlopige rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en de vergoeding van de kosten in verband met de voorlopige rechtsbijstand voor gezochte personen, van deze personen kunnen worden teruggevorderd wanneer vervolgens bij de beoordeling of zij recht op rechtsbijstand hebben, wordt vastgesteld dat zij niet voldoen aan de criteria om op grond van de nationale wetgeving voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. (12) De lidstaten dienen te kunnen bepalen dat de vergoeding van de kosten in verband met voorlopige rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en de vergoeding van de kosten in verband met de voorlopige rechtsbijstand voor gezochte personen, van deze personen kunnen worden teruggevorderd wanneer vervolgens bij de beoordeling of zij recht op rechtsbijstand hebben, wordt vastgesteld dat rechtsbijstand niet in overeenstemming is met de bij nationale wetgeving vastgestelde criteria. AM\ doc 23/78 PE v01-00

24 Or. it 65 Rachida Dati Overweging 13 (13) Om te waarborgen dat gezochte personen daadwerkelijke toegang tot een advocaat in de uitvoerende staat hebben, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat deze personen toegang tot rechtsbijstand hebben tot de overlevering, of, wanneer er geen overlevering plaatsvindt, tot het besluit inzake overlevering definitief geworden is. Het recht op rechtsbijstand kan afhankelijk zijn van een beoordeling van de middelen van de gezochte persoon en/of de beoordeling of het in het belang van de rechtspleging is rechtsbijstand te verlenen, overeenkomstig de in de betreffende uitvoerende lidstaat toepasselijke criteria om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. (13) Om te waarborgen dat gezochte personen daadwerkelijke toegang tot een advocaat in de uitvoerende staat hebben, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat deze personen toegang tot rechtsbijstand hebben tot de overlevering, of, wanneer er geen overlevering plaatsvindt, tot het besluit inzake overlevering definitief geworden is. Het recht op rechtsbijstand kan afhankelijk zijn van een beoordeling van de middelen van de gezochte persoon, voor lidstaten die zich baseren op een draagkrachttoets, en/of de beoordeling of het in het belang van de rechtspleging is rechtsbijstand te verlenen, voor lidstaten die zich baseren op een onderzoek naar de juridische merites van de zaak, overeenkomstig de in de betreffende uitvoerende lidstaat toepasselijke criteria om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. Or. fr Deze richtlijn houdt rekening met de verschillen in de rechtsbijstandsstelsels van de lidstaten. Ze moet bijgevolg worden toegepast in overeenstemming met de regels die binnen de lidstaten op het vlak van rechtsbijstand gelden. 66 Birgit Sippel, Sylvia-Yvonne Kaufmann PE v /78 AM\ doc

25 Overweging 14 (14) Om te waarborgen dat gezochte personen hun recht om in de uitvaardigende lidstaat een advocaat aan te wijzen om de advocaat in de uitvoerende lidstaat bij te staan, in overeenstemming met Richtlijn 2013/48/EU, daadwerkelijk kunnen uitoefenen, moet de uitvaardigende lidstaat ervoor zorgen dat gezochte personen toegang tot rechtsbijstand hebben met het oog op de procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel in de uitvoerende lidstaat. Dit recht kan afhankelijk zijn van een beoordeling van de middelen van de gezochte persoon en/of de beoordeling of het in het belang van de rechtspleging is rechtsbijstand te verlenen, overeenkomstig de in de betreffende uitvaardigende lidstaat toepasselijke criteria om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. (14) Om te waarborgen dat gezochte personen hun recht om in de uitvaardigende lidstaat een advocaat aan te wijzen om de advocaat in de uitvoerende lidstaat bij te staan, in overeenstemming met Richtlijn 2013/48/EU, daadwerkelijk kunnen uitoefenen, moet de uitvaardigende lidstaat ervoor zorgen dat gezochte personen toegang tot voorlopige rechtsbijstand en tot rechtsbijstand hebben met het oog op vertegenwoordiging in rechte in die lidstaat om de advocaat bij te staan in de uitvoerende lidstaat tijdens het verloop van procedures ter uitvoering van Europese aanhoudingsbevelen. Het recht op rechtsbijstand kan afhankelijk zijn van een beoordeling van de middelen van de gezochte persoon en/of de beoordeling of het in het belang van de rechtspleging is rechtsbijstand te verlenen, overeenkomstig de in de betreffende uitvaardigende lidstaat toepasselijke criteria om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. 67 Timothy Kirkhope, Helga Stevens, Jussi Halla-aho namens de ECR-Fractie Overweging 14 (14) Om te waarborgen dat gezochte personen hun recht om in de uitvaardigende lidstaat een advocaat aan te wijzen om de advocaat in de uitvoerende lidstaat bij te staan, in overeenstemming met (14) Krachtens Richtlijn 2013/48/EU moet de uitvaardigende lidstaat ervoor zorgen dat gezochte personen toegang tot rechtsbijstand hebben met het oog op de procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel in de uitvoerende AM\ doc 25/78 PE v01-00

26 Richtlijn 2013/48/EU, daadwerkelijk kunnen uitoefenen, moet de uitvaardigende lidstaat ervoor zorgen dat gezochte personen toegang tot rechtsbijstand hebben met het oog op de procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel in de uitvoerende lidstaat. Dit recht kan afhankelijk zijn van een beoordeling van de middelen van de gezochte persoon en/of de beoordeling of het in het belang van de rechtspleging is rechtsbijstand te verlenen, overeenkomstig de in de betreffende uitvaardigende lidstaat toepasselijke criteria om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. lidstaat. Dit recht kan afhankelijk zijn van een beoordeling van de middelen van de gezochte persoon en/of de beoordeling of het in het belang van de rechtspleging is rechtsbijstand te verlenen, overeenkomstig de in de betreffende uitvaardigende lidstaat toepasselijke criteria om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen. 68 Laura Ferrara, Ignazio Corrao Overweging 15 (15) Deze richtlijn voorziet in het recht op voorlopige rechtsbijstand voor kinderen wie de vrijheid is ontnomen en op rechtsbijstand voor kinderen die in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel worden gezocht. Schrappen Or. it 69 Judith Sargentini Overweging 15 PE v /78 AM\ doc

27 (15) Deze richtlijn voorziet in het recht op voorlopige rechtsbijstand voor kinderen wie de vrijheid is ontnomen en op rechtsbijstand voor kinderen die in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel worden gezocht. (15) Deze richtlijn voorziet in het recht op voorlopige en gewone rechtsbijstand voor kinderen en op rechtsbijstand voor kinderen die in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel worden gezocht. De lidstaten moeten bijzondere maatregelen treffen om te waarborgen dat aan kinderen die verdachte of beklaagde zijn in strafprocedures rechtsbijstand wordt verleend. 70 Rachida Dati, Pál Csáky Overweging 15 (15) Deze richtlijn voorziet in het recht op voorlopige rechtsbijstand voor kinderen wie de vrijheid is ontnomen en op rechtsbijstand voor kinderen die in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel worden gezocht. (15) Deze richtlijn voorziet in het recht op voorlopige rechtsbijstand en op gewone rechtsbijstand voor kinderen wie de vrijheid is ontnomen en op rechtsbijstand voor kinderen die in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel worden gezocht. Omdat kinderen wie de vrijheid is ontnomen bijzonder kwetsbaar zijn, moet er aan hen extra aandacht worden besteed overeenkomstig het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure. Or. fr AM\ doc 27/78 PE v01-00

28 Deze richtlijn waarborgt het recht op rechtsbijstand voor kinderen. Er moet aan deze bijzonder kwetsbare bevolkingsgroep extra aandacht worden besteed, zoals wordt bevestigd in de richtlijn betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure. 71 Louis Michel, Gérard Deprez Overweging 15 (15) Deze richtlijn voorziet in het recht op voorlopige rechtsbijstand voor kinderen wie de vrijheid is ontnomen en op rechtsbijstand voor kinderen die in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel worden gezocht. (15) Deze richtlijn voorziet ipso facto in het recht op voorlopige rechtsbijstand voor alle kwetsbare groepen, in het recht op rechtsbijstand voor personen die in een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel worden gezocht en in het recht op gewone rechtsbijstand. Or. fr 72 Traian Ungureanu Overweging 15 bis (nieuw) (15 bis) De zorgplicht ten aanzien van verdachten of beklaagden die in een mogelijk zwakke positie verkeren, ligt ten grondslag aan een eerlijke rechtsbedeling. Daarom zorgen de lidstaten er bij de toepassing van deze richtlijn voor dat rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van kwetsbare verdachten en beklaagden. PE v /78 AM\ doc

29 73 Birgit Sippel, Sylvia-Yvonne Kaufmann Overweging 16 (16) Bij de uitvoering van deze richtlijn dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat het fundamentele recht op rechtsbijstand, zoals neergelegd in artikel 47, lid 3, van het Handvest en in artikel 6, lid 3, onder c), EVRM, wordt geëerbiedigd en dat rechtsbijstand beschikbaar is voor degenen die onvoldoende middelen hebben om rechtsbijstand te betalen, indien het belang van de rechtspleging dit vereist. (16) Bij de uitvoering van deze richtlijn dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat het fundamentele recht op rechtsbijstand, zoals neergelegd in artikel 47, lid 3, van het Handvest en in artikel 6, lid 3, onder c), EVRM, wordt geëerbiedigd en dat rechtsbijstand beschikbaar is voor degenen die onvoldoende middelen hebben om rechtsbijstand te betalen en/of indien het belang van de rechtspleging dit vereist. Ingeval de verlening van rechtsbijstand afhankelijk is van een draagkrachttoets, moet een dergelijke toets rekening houden met de specifieke omstandigheden van kwetsbare verdachten of beklaagden. 74 Rachida Dati Overweging 16 (16) Bij de uitvoering van deze richtlijn dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat het fundamentele recht op rechtsbijstand, zoals neergelegd in artikel 47, lid 3, van het Handvest en in artikel 6, lid 3, onder c), EVRM, wordt geëerbiedigd en dat rechtsbijstand beschikbaar is voor degenen die onvoldoende middelen hebben om rechtsbijstand te betalen, indien het belang van de rechtspleging dit vereist. (16) Bij de uitvoering van deze richtlijn dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat het fundamentele recht op rechtsbijstand, zoals neergelegd in artikel 47, lid 3, van het Handvest en in artikel 6, lid 3, onder c), EVRM, wordt geëerbiedigd en dat rechtsbijstand beschikbaar is voor degenen die onvoldoende middelen hebben om rechtsbijstand te betalen, indien het belang van de rechtspleging dit vereist, AM\ doc 29/78 PE v01-00

30 overeenkomstig de geldende regels in de lidstaten. Or. fr Deze richtlijn houdt rekening met de verschillen in de rechtsbijstandsstelsels van de lidstaten. Ze moet bijgevolg worden toegepast in overeenstemming met de regels die binnen de lidstaten op het vlak van rechtsbijstand gelden. 75 Birgit Sippel, Sylvia-Yvonne Kaufmann Overweging 16 bis (nieuw) (16 bis) Overeenkomstig het beginsel van de doeltreffendheid van het Unierecht moeten de lidstaten passende en doeltreffende voorzieningen in rechte instellen in het geval van schending van een recht dat door het recht van de Unie aan een persoon is toegekend. Een doeltreffende voorziening in rechte moet beschikbaar zijn, ingeval de verlening van rechtsbijstand is ondermijnd, vertraagd of geweigerd, ingeval verdachten of beklaagden niet op passende wijze zijn geïnformeerd over hun recht op rechtsbijstand en ingeval voorschriften inzake het in aanmerking komen voor rechtsbijstand of de terugvordering van kosten onduidelijk waren. Derhalve moeten personen die verzoeken om rechtsbijstand het recht hebben beroep aan te tekenen tegen een beslissing strekkende tot weigering van rechtsbijstand. PE v /78 AM\ doc

31 76 Timothy Kirkhope, Helga Stevens, Jussi Halla-aho namens de ECR-Fractie Overweging 17 (17) De lidstaten dienen gegevens te verzamelen waaruit blijkt hoe het recht op rechtsbijstand voor verdachte, beklaagde en gezochte personen is uitgeoefend. De lidstaten dienen ook gegevens te verzamelen over het aantal gevallen waarin voorlopige rechtsbijstand werd verleend aan verdachten of beklaagden wie de vrijheid was ontnomen of aan gezochte personen, en over het aantal zaken waarin het recht op voorlopige rechtsbijstand niet werd uitgeoefend. Dergelijke gegevens dienen het aantal verzoeken om rechtsbijstand te vermelden in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel waarbij de lidstaat als uitvaardigende en als uitvoerende staat optreedt, alsook het aantal gevallen te vermelden waarin deze verzoeken werden ingewilligd. Ook dienen gegevens over de kosten van het verlenen van voorlopige rechtsbijstand aan personen wie de vrijheid is ontnomen en aan gezochte personen, te worden verzameld. Schrappen 77 Birgit Sippel, Sylvia-Yvonne Kaufmann Overweging 17 (17) De lidstaten dienen gegevens te (17) De lidstaten dienen gegevens te AM\ doc 31/78 PE v01-00

32 verzamelen waaruit blijkt hoe het recht op rechtsbijstand voor verdachte, beklaagde en gezochte personen is uitgeoefend. De lidstaten dienen ook gegevens te verzamelen over het aantal gevallen waarin voorlopige rechtsbijstand werd verleend aan verdachten of beklaagden wie de vrijheid was ontnomen of aan gezochte personen, en over het aantal zaken waarin het recht op voorlopige rechtsbijstand niet werd uitgeoefend. Dergelijke gegevens dienen het aantal verzoeken om rechtsbijstand te vermelden in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel waarbij de lidstaat als uitvaardigende en als uitvoerende staat optreedt, alsook het aantal gevallen te vermelden waarin deze verzoeken werden ingewilligd. Ook dienen gegevens over de kosten van het verlenen van voorlopige rechtsbijstand aan personen wie de vrijheid is ontnomen en aan gezochte personen, te worden verzameld. verzamelen waaruit blijkt hoe het recht op rechtsbijstand voor verdachte, beklaagde en gezochte personen is uitgeoefend. De lidstaten dienen ook gegevens te verzamelen over het aantal gevallen waarin rechtsbijstand werd verleend aan verdachten of beklaagden of aan gezochte personen, en over het aantal zaken waarin het recht op voorlopige rechtsbijstand niet werd uitgeoefend. Dergelijke gegevens dienen het aantal verzoeken om rechtsbijstand te vermelden in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel waarbij de lidstaat als uitvaardigende en als uitvoerende staat optreedt, alsook het aantal gevallen te vermelden waarin deze verzoeken werden ingewilligd. Ook dienen gegevens over de kosten van het verlenen van voorlopige rechtsbijstand aan verdachten of beklaagden en aan gezochte personen, te worden verzameld. 78 Axel Voss Overweging 17 (17) De lidstaten dienen gegevens te verzamelen waaruit blijkt hoe het recht op rechtsbijstand voor verdachte, beklaagde en gezochte personen is uitgeoefend. De lidstaten dienen ook gegevens te verzamelen over het aantal gevallen waarin voorlopige rechtsbijstand werd verleend aan verdachten of beklaagden wie de vrijheid was ontnomen of aan gezochte personen, en over het aantal zaken waarin het recht op voorlopige rechtsbijstand niet werd uitgeoefend. Dergelijke gegevens (17) De lidstaten dienen beschikbare gegevens te verzamelen waaruit blijkt hoe het recht op rechtsbijstand voor verdachte, beklaagde en gezochte personen is uitgeoefend. De lidstaten dienen ook gegevens te verzamelen over het aantal gevallen waarin voorlopige rechtsbijstand werd verleend aan verdachten of beklaagden wie de vrijheid was ontnomen of aan gezochte personen, en over het aantal zaken waarin het recht op voorlopige rechtsbijstand niet werd PE v /78 AM\ doc

33 dienen het aantal verzoeken om rechtsbijstand te vermelden in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel waarbij de lidstaat als uitvaardigende en als uitvoerende staat optreedt, alsook het aantal gevallen te vermelden waarin deze verzoeken werden ingewilligd. Ook dienen gegevens over de kosten van het verlenen van voorlopige rechtsbijstand aan personen wie de vrijheid is ontnomen en aan gezochte personen, te worden verzameld. uitgeoefend. Dergelijke gegevens dienen het aantal verzoeken om rechtsbijstand te vermelden in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel waarbij de lidstaat als uitvaardigende en als uitvoerende staat optreedt, alsook het aantal gevallen te vermelden waarin deze verzoeken werden ingewilligd. Ook dienen gegevens over de kosten van het verlenen van voorlopige rechtsbijstand aan personen wie de vrijheid is ontnomen en aan gezochte personen, te worden verzameld. Or. de Deze Overweging is in overeenstemming met artikel 6, lid Rachida Dati, Pál Csáky Overweging 17 (17) De lidstaten dienen gegevens te verzamelen waaruit blijkt hoe het recht op rechtsbijstand voor verdachte, beklaagde en gezochte personen is uitgeoefend. De lidstaten dienen ook gegevens te verzamelen over het aantal gevallen waarin voorlopige rechtsbijstand werd verleend aan verdachten of beklaagden wie de vrijheid was ontnomen of aan gezochte personen, en over het aantal zaken waarin het recht op voorlopige rechtsbijstand niet werd uitgeoefend. Dergelijke gegevens dienen het aantal verzoeken om rechtsbijstand te vermelden in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel waarbij de lidstaat als uitvaardigende en als uitvoerende staat optreedt, alsook het aantal gevallen te (17) De lidstaten dienen relevante gegevens te verzamelen waaruit blijkt hoe het recht op rechtsbijstand voor verdachte, beklaagde en gezochte personen is uitgeoefend. De lidstaten dienen ook gegevens te verzamelen over het aantal gevallen waarin voorlopige rechtsbijstand werd verleend aan verdachten of beklaagden wie de vrijheid was ontnomen of aan gezochte personen, en over het aantal zaken waarin het recht op voorlopige rechtsbijstand niet werd uitgeoefend. Dergelijke gegevens dienen het aantal verzoeken om rechtsbijstand te vermelden in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel waarbij de lidstaat als uitvaardigende en als uitvoerende staat optreedt, alsook het AM\ doc 33/78 PE v01-00