Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Bachelor Bedrijfsmanagement Afstudeerrichting Logistiek Management Academiejaar Student

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Bachelor Bedrijfsmanagement Afstudeerrichting Logistiek Management Academiejaar 2012-2013 Student"

Transcriptie

1 Bachelorproef Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Bachelor Bedrijfsmanagement Afstudeerrichting Logistiek Management Academiejaar Student Arne Gesquiere Thema Graantransport over de binnenwateren in België

2

3 Woord vooraf In het laatste jaar van mijn opleiding bedrijfsmanagement afstudeerrichting logistiek management kregen we de opdracht een bachelorproef te maken. Naast onze stage was dit de kers op de taart van de 3-jarige bachelor-opleiding aan de Hogeschool West-Vlaanderen. In onze bachelorproef dienden we de theoretische kennis van de opleiding te toetsen aan de praktijk en om te zetten in een eigen studie. Mijn stage liep ik bij het logistiek dienstverlenend bedrijf Lalemant te Gent. Tijdens mijn afspraak met mijn stagementor kreeg ik het voorstel een bachelorproef te maken omtrent het huidige graanvervoer via de binnenvaart. Ik was erg enthousiast over dit onderwerp en zag vele mogelijkheden om hier een goed en educatief werk rond te maken. Bij Lalemant liep ik mijn stage op de afdeling binnenvaart, hierdoor had ik het geluk enorm veel informatie te mogen verwerven van het bedrijf. De afdeling binnenvaart bevracht dan ook bijna dagelijks granen voor de veevoeder- en voedselindustrie. Mijn ervaringen tijdens mijn stage waren dan ook erg nuttig voor mijn bachelorproef. Zonder de vele rijke informatie waar ik het bedrijf Lalemant erg voor dank, had ik mijn bachelorproef niet op een dergelijk manier kunnen beëindigen. Daarnaast wil ik in eerste instantie ook mijn stagementor Philip Cornelis speciaal bedanken. U hebt me de kans gegeven stage te mogen volgen binnen uw afdeling, daarnaast heb ik ook vele informatie en hulp aan U te danken. Mijn collega s (Steven van Belleghem, Jean-Pierre Deuwel, Tieneke De Gussem, Ann Schaut, Natacha Bauwens, Jan Van Cauwenbergh en Hela Neckebroeck) wil ik zeker en vast bedanken voor de informatie, het advies en zeker ook de collegialiteit gedurende mijn stageperiode. Ook wil ik Sandy van Peteghem van het bedrijf Dossche Mills bedanken voor het interview dat ik met haar mocht afleggen. Ten slotte gaat mijn oprechte dank naar mijn stagebegeleider en promotor, mevrouw Willaert, voor de geslaagde en grenzeloze begeleiding tijdens mijn stage en mijn bachelorproef. Bedankt voor de inzet en het enthousiasme die ik van U heb gekregen. Ik hoop dat mijn bachelorproef een valorisatiewaarde zal kunnen hebben voor mijn stageplaats en voor mijn opleiding. Ik vond het in ieder geval een leerrijke en geslaagde ervaring dat hopelijk ook tot een positief eindresultaat zal leiden. 1

4 Inleiding Binnenvaart is gekend om het vele bulkvervoer, van ijzerertsen over pellets tot granen. Granen worden het hele jaar door vervoerd via binnenwateren. In de oogsttijd is er wel meer aanbod vanwege de lagere inkoopprijs en het ruimtegebrek in de silo s. Laadplaatsen zijn hoofdzakelijk silo s en zeehavens, losplaatsen hoofdzakelijk mengvoederbedrijven en andere graanverwerkende bedrijven. Granen worden in België hoofdzakelijk geïmporteerd, van export is er relatief weinig sprake. Granen die in België gekweekt worden, zoals bijvoorbeeld gerst, tarwe en maïs worden dan ook voornamelijk in het binnenland verbruikt. De mogelijkheid in België om granen te transporteren met de binnenvaart is er zeker, de 2 belangrijkste Belgische havens op vlak van graantransporten, Antwerpen en Gent, zijn erg goed ontsloten via de binnenvaart. Ook de belangrijkste graanverwerkende bedrijven liggen langs grote rivieren of kanalen. Denk maar aan Aveve, Vanden Avenne Ooigem, Soubry, MARS, Dossche Mills en BOSTO. Ondanks de ruime mogelijkheden en de steun van Promotie Binnenvaart Vlaanderen wordt er nog te veel graan met vrachtwagens geleverd. Dit terwijl deze ecologisch verantwoorde vervoerswijze toch wel de transportmodi van de toekomst wordt genoemd. 2

5 Inhoudsopgave Woord vooraf... 1 Inleiding... 2 Inhoudsopgave... 3 Afkortingenlijst ) Geschiedenis ) Controle en hygiëne van het graantransport wettelijke bepalingen ) Organisaties ) Dierenvoeders - bepalingen ) Good Manufacturing Practices ) GMP-bepalingen ) Diervoederhygiëne ) Traceerbaarheid diervoeders ) Autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid van de voedselketen ) River Information Services technische bepalingen ) Afvalstoffenverdrag ) Overslag / infrastructuur ) Opslag en overslag ) Infrastructuur - steunmaatregelen ) Marktsituatie / statistiek ) Landbouwproducten ) Laadplaatsen ) Losplaatsen ) Vaarwegen graantransport ) Goederenstroom ) Scheepstypes ) Soorten granen en hun oorsprong ) Tarwe

6 6.2) Gerst ) Rijst ) Maïs ) Andere granen ) binnenvaart t.o.v. andere modi ) Bevrachting van graantransporten binnenvaart ) Cases ) Case 1: kosten binnenscheepvaart ) Case 2: Dossche Mills ) Stakingsacties april ) SWOT-analyse ) White Paper of Transport Conclusie Lijst met figuren en tabellen Referentielijst Bijlages

7 Afkortingenlijst S.A.M.G.A. FAVV BEMEFA KVBM GMP LCI HACCP RIS AIS FAO ISO 9001 CERT-ID ISPS PBV SPW NIS SCAM ATO OVOCOM P&I S.A. des Magasins à grains d Anvers Federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Beroepsvereniging van Mengvoederfabrikanten Koninklijke Vereniging van Belgische Maalders Good Manufacturing Practices Laad Compartimenten Inspectie Hazard analysis and critical control pointssysteem River Information Services Automatic Identification System Food and Agriculture Organization of the United Nations Kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie Certificaat voor de voedingsmiddelenindustrie Internationale Code voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten Promotie Binnenvaart Vlaanderen Service Publique de Wallonie Nationaal Instituut voor de Statistiek coöperatieve vennootschap Agricole de la Meuse Associated Terminal Operators Overlegplatform diervoederkolom Protection and Indemnity 5

8 1) Geschiedenis Door de jaren heen is de trafiek van granen veel veranderd. Waar granen vroeger meer in het binnenland geproduceerd werden en vaker met vrachtwagens vervoerd werden, worden granen nu steeds meer ingevoerd vanuit de hele wereld. Granen komen toe in de haven van Rotterdam, Amsterdam, Antwerpen of Gent met een zeeschip. De grote ladingen worden dan met binnenschepen en/of vrachtwagens verder vervoerd naar verschillende bestemmingen of worden opgeslagen in grote silo s waar het wacht op een verdere bestemming. Vanuit buurlanden worden ze ook aangevoerd met lichters, vrachtwagens of treinen. In 1892 werd het eerste graanmagazijn in Antwerpen gebouwd op de hoek van kaaien nr. 49 en nr. 50. Dit door het bedrijf S.A.M.G.A. aan het Amerikadok. Dit was een vennootschap opgericht door 100 handelaren en makelaars in de graansector, er werd toen voor het eerst een kaaiconcessie op lange termijn verleend aan een privébedrijf. De silo s die samen een capaciteit hadden van ton werden doorheen de jaren deels gesloopt en deels gerestaureerd nadat de silo s vernield werden in 1944 door een V1-bom. Het gerestaureerde deel is de dag van vandaag nog altijd in gebruik door de firma BOORTMALT dat onderdeel is van de groep AXEREAL. Graan werd in het begin van de 20 e eeuw erg veel ingevoerd in de Antwerpse haven, met een marktaandeel van bijna de helft van de totale invoer in Dit aandeel daalde echter geleidelijk gedurende de 20 e eeuw tot enkele percenten tot op heden.. Figuur 1: graanmagazijnen aan Amerikadok in Antwerpen (SAMGA), website onroerend erfgoed,

9 2) Controle en hygiëne van het graantransport wettelijke bepalingen 2.1) Organisaties FAVV Het federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen of kortweg FAVV werd in het jaar 2000 opgericht in de nasleep van de dioxinecrisis en staat in voor de veiligheid van onze voedselketen. Door regelmatig controles uit te voeren zorgt ze ervoor dat bedrijven zich aan de te volgen regels houden betreffende de veiligheid in de behandeling van voedsel. Zowel de handel in granen, als de handel in dierenvoeders worden op regelmatige tijdstippen gecontroleerd door het FAVV. Keurings- en certificeringsinstellingen staan in voor de effectieve controles binnen de sectoren. BEMEFA De Beroepsvereniging van Mengvoederfabrikanten of kortweg BEMEFA verdedigt de belangen van de mengvoedersector op verschillende beslissings- en overlegniveaus (regeringen, andere organisaties ). BEMEFA biedt hun leden ook de nodige informatieverstrekking in verband met de mengvoeders zoals de actuele marktprijzen, nieuwe bepalingen etc. Samen met Imexgra, KVBM en Synagra stelde BEMEFA in januari 2012 bevrachtingsvoorwaarden 1 op voor de agro-sector. Deze bevrachtingsvoorwaarden bevatten bepalingen betreffende ligtijden, overliggeld, vergoedingen voor bijzonder prestaties, etc. 1 Bevrachtingsvoorwaarden BEMEFA zie bijlage 1 7

10 2.2) Dierenvoeders - bepalingen Granen zijn het belangrijkste bestanddeel voor de aanmaak van diervoeders. 61 procent van de afzet van granen is dan ook bestemd voor diervoeders en valt om die reden onder de hygiëne- bepalingen van diervoeders ) Good Manufacturing Practices Vanwege de vele voedselcrisissen in de jaren 90 wou de regering ingrijpen om dergelijke gevallen te voorkomen. Het doel was de volledige voedselketen onder controle krijgen en deze op elk moment tot aan de bron kunnen traceren. Om die reden werd Good Manufacturing Practices of kortweg GMP in het leven geroepen door OVOCOM. GMP is een soort van kwaliteitsborgingssysteem dat instaat voor de veiligheid van onder andere dierenvoeders. Voor voederbedrijven is GMP een onmisbaar gegeven. Bij opslagloodsen moeten de poorten hermetisch afgesloten en veilig zijn tegen aantasting van vocht of verontreiniging door vogels of zwerfdieren. Kiepers van vrachtwagens moeten perfect proper en waterdicht zijn. Op gebied van binnenvaarttransport zijn er ook strenge regels op vlak van GMP. Elk schip moet voldoen aan de nodige eisen van de GMP-wetgeving die in hieronder verder wordt uitgelegd. Graanladingen bestemd voor menselijke consumptie zijn in tegenstelling tot de granen voor de dierenvoedersector niet GMP onderworpen. Toch eisen sommige bedrijven die graan laten aanleveren bestemd voor de verwerking tot producten bestemd voor menselijke consumptie dat er toch volgens de GMP-bepalingen dient gewerkt te worden. Op die manier zijn dergelijke bedrijven een stapje voor op de wetgeving en zijn hun hygiënenormen dus strenger dan volgens de wet is bepaald ) GMP-bepalingen De GMP-regeling bestaat uit drie delen: Deel A betreffende de wettelijke bepalingen Deel B met de GMP-bepalingen Deel C met de regels voor certificatie Deel A en B bestaan elk uit een 25-tal documenten betreffende bepalingen omtrent veevoeders. Elk bedrijf moet voldoen aan documenten AC-00 (inleiding wettelijke bepalingen), AC-01 (algemene wettelijke bepalingen), BC-00 (inleiding GMP-bepalingen), BC-01 (algemene GMP bepalingen) en CC-01(certificatieregeling). De andere documenten zijn specifiek per toepassing 2. Voor de Bevrachting van diervoeders en/of te verwerken nevenstromen via binnenvaart voor rekening van 2 Lijst documenten OVOCOM zie bijlage 2 8

11 derden of eigen rekening is document BC-06 van toepassing. De bepalingen van BC-06 3 (bevrachting via binnenvaart van diervoeders) die van toepassing zijn op de bevrachters en op bedrijven die zelf hun bevrachting uitvoeren zal ik hier dan ook verder toelichten. Het bedrijf dat aan bevrachting doet dient een GMP-handboek bij te houden, Document AC-01 van OVOCOM specifieert de informatie dat dient opgenomen te worden in het GMP-handboek. De bevrachter mag enkel schepen bevrachten die voldoen aan de eisen van het document BT-02 4 van OVOCOM: de laadruimte moet zuiver, droog en vrij van geuren zijn. Om aan te tonen dat het schip voldoet aan de GMP voorwaarde is wordt bij elke bevrachting een LCI-opdracht of LCI-gegevensverstrekking (wanneer de opdrachtgever zelf zorgt voor de uitvoering van de LCI) opgesteld door de bevrachter met volgende gegevens: identificatie schip goederenomschrijving en hoeveelheid bestemming plaats en datum LCI keuring plaats en datum van laden 3 voorgaande ladingen soort reiniging De soort reiniging (droog, met water of met water + detergent) wordt bepaald aan de hand van de vorige lading. Wanneer de vorige lading ook een bepaalde graansoort was bijvoorbeeld, moet het ruim enkel droog gereinigd worden. Wanneer de vorige lading bijvoorbeeld grind was, moet het ruim met water gekuist worden. Als daarentegen steenkolen werden vervoerd, moet het ruim met water en detergent gekuist worden. De LCI opdracht 5 of gegevensverstrekking dient 5 jaar te worden bewaard door de bevrachter. De werkelijke controle van de laadruimte gebeurt door een ladingsinspecteur van een controle-organisatie of een andere GMP-gecertificeerde onderneming, hoe dan ook mag het bevrachtingskantoor nooit zelf de LCI uitvoeren. Na de controle maakt de ladingsinspecteur hiervan een schriftelijk LCI-rapport 6 op met volgende gegevens: titel : Laad Compartimenten Inspectie Rapport GMP diervoeders naam schip plaats en datum van de inspectie naam opdrachtgever omschrijving van het product 3 vorige bulkladingen, met vermelding van de tussentijdse andere niet bulkladingen bevestiging dat de aangewezen laadcompartimenten geïnspecteerd zijn 3 Document BC-06 zie bijlage 3 4 Document BT-02 zie bijlage 4 5 LCI-opdracht zie bijlage 5 6 Voorbeeld LCI-rapport zie bijlage 3 9

12 de bevestiging dat de laadruimte voldoet aan onderstaande eisen: - leeg - zuiver - droog - vrij van geuren, insecten en vorige lading - volledig intact en volledig te sluiten uiteindelijk resultaat : geaccepteerd om te laden of niet eventuele opmerkingen naam en handtekening van de ladingsinspecteur naam en handtekening van de vervoerder Bij een negatief resultaat van de LCI-inspectie is het schip niet geschikt voor het vervoer. Wanneer het LCI-rapport om uitzonderlijke redenen niet werd uitgevoerd, dient de vervoerder een protestbrief op te stellen. Een kopie van de protestbrief wordt verzonden naar de opdrachtgever en de bevrachter, deze laatste stuurt dan nogmaals een kopie door naar OVOCOM. Het LCI-rapport wordt na de vracht bijgehouden door de vervoerder (de schipper) en de opdrachtgever. De GMP-onderworpen bevrachter dient de LCI-clausule te aanvaarden en zich te onderwerpen aan de LCI-inspectie ) Diervoederhygiëne De verordening (EG) Nr. 183/ van het Europees parlement en de raad van 12 januari 2005 bepaalt de voorschriften voor de diervoederhygiëne. Deze verordening bestaat uit 3 grote delen. Deel 1 heeft betrekking op primaire productie van de diervoeders. Deel 2 heeft betrekking op alle secundaire activiteiten zoals de handel, het transport, etc. Deel 3 slaat op de voorschriften voor het voederen van de dieren. De wetgeving heeft betrekking op voeders voor dieren die voedselproducerend zijn, zoals varkens, koeien, kippen, etc. Wanneer het voedselproducerend dier bestemd is voor eigen consumptie vallen de voeders ervan niet onder deze wetgeving. Denk maar aan de voeders van een aantal legkippen in de tuin waarvan de eieren enkel voor eigen consumptie bestemd zijn. De wetgeving heeft ook betrekking op de bedrijven die diervoeders vervoeren en de bedrijven waar diervoeders worden opgeslagen. Ze moeten zich hiervoor laten registreren bij het FAVV. Bijlage 2 van de Verordening wordt gewijzigd door Verordening (EG) Nr. 225/ van de commissie wat betreft de erkenning van inrichtingen die van plantaardige oliën en mengvetten afgeleide producten voor gebruik als diervoeder in de handel brengen en wat betreft de specifieke voorschriften voor de productie, de opslag, het vervoer en het testen op dioxine van oliën, vetten en daarvan afgeleide producten. Deze wijziging heeft dus geen betrekking op het graan voor de diervoeders. 7 Verordening 183/2005 zie bijlage 6 8 Verordening 225/2012 zie bijlage 7 10

13 Naast deze wetgeving die men ook vermeld in het OVOCOM document AT-01: wetgeving bestaat er ook een hygiënecode voor de binnenvaart van OVOCOM, namelijk document BC-08: hygiënecode 9 binnenvaart. De doelstelling van de hygiënecode is in de eerste plaats een product vervoeren zonder de voeder- en voedselveiligheid in gevaar te brengen, ze geven aan wat de mogelijke gevaren kunnen zijn en welke acties worden verwacht om deze gevaren tegen te gaan. Het document omschrijft hoe men praktisch kan voldoen aan de wetgeving, in het bijzonder aan het Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen dat verder in deze bachelorproef wordt uitgediept. De basis voor deze hygiënecode is het HACCP-systeem, het analyseren en beheersen van de gevaren voor de dierenvoeder- en voedselveiligheid. Het uitgangspunt is de verbruiker, het product dat verbruikt zal worden dient veilig te zijn. Het gevaar voor besmetting deelt men in 3 groepen: kruisbesmetting: besmetting door het samen laden van verschillende producten Besmetting door wisselvervoer: het na elkaar vervoeren van verschillende producten Omgevingsbesmetting: besmetting door onvoldoende reiniging of onderhoud, door de lading lopen, vogeluitwerpselen, enzovoort. Door na te gaan aan welke gevaren het product kan blootgesteld worden tijdens het transport via binnenvaart, met andere woorden, gedurende de periode dat de bevrachter verantwoordelijk is voor de lading. Bij het vervoer van diervoeders gelden drie principes: 1. Voorkom besmetting door middel van preventie 2. Werk goed door middel van beheersing van het proces 3. Administreer goed door middel van registratie De werkwijze van de hygiënecode is onderbouwd met verschillende werkplannen, bij een goed gebruik van deze werkplannen is de diervoederveiligheid tijdens het vervoer gewaarborgd. Hieronder zijn alle 16 werkplannen vermeld. In bijlage onder document BC-08 wordt elke stap nogmaals één voor één uitgediept. Werkplan 1: dedicated vervoer Algemene informatie over de productgroepen die men vervoert en de eventuele bepaling van dedicated vervoer. Werkplan 2: Laad compartimenten Inspectie (LCI) Informatie & Inspectie over het product en de laadcompartimenten (invulformulier) Werkplan 3: persoonlijke hygiëne Algemene voorschriften over persoonlijke hygiëne aan boord 9 Ovocom document BC-08: hygiënecode binnenvaart zie bijlage 8 11

14 Werkplan 4: algemene hygiëne Algemene procedure over hygiënisch werken aan boord Werkplan 5: reiniging Algemene schoonmaakprocedure laadcompartimenten Werkplan 6: laden Algemene procedure voor het laden Werkplan 7: vervoeren Algemene procedure voor het vervoer Werkplan 8: lossen Algemene procedure voor het lossen Werkplan 9: voorgaande ladingen Procedure toegestane voorgaande ladingen Werkplan 10: voorgeschreven temperaturen Procedure minimum & maximum temperaturen van de lading Werkplan 11: identificatie Procedure bemonsteren van te vervoeren producten (invulformulier) Werkplan 12: protestbrief / meldingsplicht Procedure om protest aan te tekenen / Procedure om een dierenvoederveiligheidprobleem aan het FAVV te melden Werkplan 13: klachtenbehandeling Procedure voor kwaliteitsverbetering en klachten Werkplan 14: registratie en documentatie Procedure voor registratie en documentatie Werkplan 15: verificatie Verificatieprocedure Werkplan 16: nazorg Procedure inzake wijzigingen hygiënecode 12

15 2.2.4) Traceerbaarheid diervoeders Uit verschillende voedercrisissen is gebleken dat tekortkomingen in elke schakel van de voederketen grote economische gevolgen kunnen hebben. De traceerbaarheid van de diervoeders en diervoederingrediënten in de voederketen is dan ook essentieel voor de voederveiligheid. Verordening (EG) nr. diervoeders en diervoeder-ingrediënten. Op die manier kunnen grondstoffen die geïnfecteerd zijn of een risico vormen, direct uit de keten worden gehaald. Volgens de verordening verstaat men onder traceren van de gehele keten: de mogelijkheid om een levensmiddel, diervoeder, voedselproducerend dier of een stof bestemd om in een levensmiddel of diervoeder te worden verwerkt of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin wordt verwerkt, door alle stadia van de productie, verwerking en distributie te traceren en te volgen. Diervoeders worden in de verordening dan weer als volgt gedefinieerd: alle stoffen en producten, inclusief additieven, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om te worden gebruikt voor orale voedering aan dieren. Het komt er samengevat op neer dat de exploitanten van diervoederbedrijven moeten kunnen nagaan wie hun producten om in diervoeders of levensmiddelen te verwerken, heeft geleverd en aan wie zij hun producten hebben geleverd. Ze moeten ook beschikken over de nodige systemen en procedures om deze informatie te kunnen verstrekken aan de bevoegde autoriteiten. 2.3) Autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid van de voedselketen Het Koninklijk besluit van 14 november betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen beslaat het toepassingsgebied en definieert deze drie belangrijke controlemaatregelen. Het besluit is van toepassing op zowel de productie, de verwerking als de distributie van producten. Het besluit is niet van toepassing op granen bestemd voor diervoeders maar wel op granen die verwerkt worden tot producten die door de mens geconsumeerd zullen worden zoals bijvoorbeeld granen bestemd om te verwerken tot pasta of brood. Elke exploitant moet een systeem van autocontrole instellen, toepassen en handhaven volgens de principes van het " Hazard analysis and critical control pointssysteem " (HACCP-systeem) ter veiligheid van de producten. Op vlak van traceerbaarheid moeten bedrijven en vestigingseenheden geïdentificeerd en geregistreerd worden door het FAVV. Daarnaast moeten de ontvangen en afgevoerde producten worden telkens worden geregistreerd: de aard, de identificatie en de hoeveelheid van het product, de leverings-/ ontvangstdatum en de identificatie van de vestigingseenheid die het product levert of afneemt en in 10 KB van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen zie bijlage 10 13

16 voorkomend geval, andere gegevens wanneer die door de Minister die bevoegd is voor de volksgezondheid zijn voorgeschreven. Ten slotte moet ook het verband tussen de aangevoerde en afgevoerde producten gelegd kunnen worden zodoende dat ze in elke schakel van de keten traceerbaar zijn. Als laatste hebben exploitanten ook meldingsplicht tegenover het FAVV. Elke exploitant dient onverwijld kennis te geven aan het FAVV wanneer hij van mening is of reden heeft om aan te nemen dat een product schadelijk kan zijn voor de gezondheid van mens, dier of plant. Hij stelt hierbij het FAVV in kennis van de genomen maatregelen, zoals bijvoorbeeld het uit de handel halen van de producten. Het koninklijk besluit van 16/01/ beslaat vervolgens de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en registraties afgeleverd door het FAVV. Om een erkenning te kunnen krijgen wordt de infrastructuur en uitrusting nagegaan of deze wel voldoet aan de wettelijke vereisten. De aanvraag voor een erkenning of toelating en de melding met het oog op registratie moeten voorafgaand aan het opstarten of hernemen van de activiteit plaatsvinden door middel van een modelformulier 12 van het FAVV. De organisatie van de controles verricht door het FAVV zijn opgenomen in het KB van 22/05/2001 houdende de organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen. 2.4) River Information Services technische bepalingen RIS is een elektronisch scheepsrapportering systeem voor de binnenvaart om gemakkelijk dataoverdracht te kunnen creëren tussen water en land. Het toepassingsgebied is dan ook erg uitgebreid, de positie meevolgen van de schepen en hun scheepsroutes aan de hand van hun AIS (automatic identification system), scheepvaartberichten, real-time waterstanden, enzovoort. Richtlijn (EG) nr. 87/2006 en de opvolging erop, Verordening (EU) nr. 164/2010 van de Commissie van 25 januari 2010 betreffende de technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering voor de binnenvaart bepaald de wetgeving omtrent de River Information Services. Hierin wordt vermeld welke codes en afkortingen waarvoor worden gebruikt, op welke manier gerapporteerd moet worden, aan welke verplichtingen de schippers hun moeten houden enzovoort. 11 Zie bijlage 11: Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen 12 Modelformulier aanvraag registratie FAVV zie bijlage 12 14

17 2.5) Afvalstoffenverdrag De centrale commissie voor de Rijnvaart heeft in september 1996 een verdrag opgesteld inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart, het werd echter pas op 1 november 2009 van kracht. Naast Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Zwitserland heeft ook België dit verdrag ondertekend. Deel A van het verdrag heeft betrekking op olie- en vethoudend scheepsafval, deel C heeft betrekking op huishoudelijk afval aan boord. Enkel deel B is van toepassing op het graantransport, dit deel heeft betrekking op de verzameling, afgifte en inname van afval afkomstig van lading. Het verdrag bepaald dat de verlader verplicht is om de overslagresten te ontvangen, met andere woorden wordt de verlader verantwoordelijk gesteld voor de eventuele schoonmaakkosten en de extra wachttijden die dit met zich meebrengt. Wanneer er na de reis terug hetzelfde goed of gelijkaardig goed wordt geladen bestaat er een regeling dat het ruim niet moet gekuist worden. De GMP-regeling bepaald echter wel dat er na het laden van granen er droog gekuist moet worden alvorens een GMP-onderworpen lading te ontvangen. Volgens de bepalingen van het afvalstoffenverdrag moet het ruim bij het lossen van granen bezemschoon geveegd worden en mogen de resten daarna in de waterweg of op de riool gelost worden. Figuur 2: droogvegen scheepsruim, magazine binnenvaart#46, maart

18 3) Overslag / infrastructuur 3.1) Opslag en overslag Granen worden opgeslagen in grote silo s. Wanneer ze net geoogst zijn, moeten ze eerst gedroogd worden alvorens men ze met een binnenschip mag vervoeren over lange afstanden. Dit om schadelijke effecten van micro-organismen en insecten tegen te gaan en om het graan langdurig te kunnen opslaan. Het drogen van graan gebeurd door warme lucht door een laag graan te blazen. De evolutie van de graanopslag binnen de EU-27 wordt bijgehouden door de Europese Commissie. Figuur 3: EU cereals balance sheet 2012/13 and forecast for 2013/14, 2013 De cijfers zijn uitgedrukt in miljoen ton. De lijngrafiek toont de stock van het vorig jaar. De balken tonen de voorraad van de graansoorten per maand. Bij het oogsten in de zomermaanden merk je dat de hoeveelheid opslag sterk stijgt. Vanaf oktober daalt ze dan gelijkmatig volgens het verbruik van het graan. Ook de op wereldvlak worden de productie, opslag en verbruik van granen bijgehouden, en dit door het FAO, het Food and Agriculture Organization of the United Nations. 16

19 miljoen ton graan 2500,0 wereldgraanmarkt 2000,0 1500,0 1000,0 500,0 productie gebruik eindvoorraad 0,0 Figuur 4: wereldgraanmarkt, gegevens FAO, 2013 Op bovenstaande tabel die ik heb opgesteld met cijfers van het FAO kan je afleiden dat de productie en het gebruik van granen relatief gelijk opgaan. De jaarlijkse gemiddelde eindvoorraad ligt rond de 400 miljoen ton. De gegevens betrekken 2 jaartallen omdat er telkens gerekend word van juni tot mei aangezien dit dan betrekking heeft op 1 volledige oogst. De cijfers van 2012/13 hebben dus betrekking op de oogst van het jaar De laatste 10 jaar is er een lichte stijging merkbaar van de graanproductie en graanafzet. De overslag van granen in het schip gebeurt met een vaste hijskraan, een mobiele kraan, een kiepsteiger of een transportband. Wanneer granen uit het schip gelost worden kan dit ook met een vaste of mobiele kraan gebeuren, maar eveneens met een pneumatische zuiginstallatie. Deze laatste wordt in de havens vaak toegepast voor zijn gebruiksgemak. Wanneer met een vaste of mobiele kraan gelost wordt, dient op het einde van de lossing uit het schip vaak een compactlader in het ruim geplaatst te worden om de lading bijeen te schuiven. 17

20 Figuur 5: laden schip met vrachtwagen, Marinetraffic, 2013 Hierboven zie je een foto waarbij het binnenschip wordt geladen aan de hand van een kiepsteiger. De vrachtwagen rijd achteruit tot tegen de kiepsteiger en kiept de goederen via de steiger in het binnenschip. Dit wordt voornamelijk toegepast wanneer voortransport nodig was om het graan aan te voeren. Bij het laden en het lossen van binnenschepen dient men telkens rekening te houden met de laad- en lostijden. De laad-en lostijden en het eventuele overliggeld bij overschrijding van deze tijden is niet bij wet vastgelegd. Toch bestaan er verschillende standaardvoorwaarden waar men meestal op steunt. BEMEFA heeft zo ook bevrachtingsvoorwaarden opgesteld, hoe groter het gewicht, hoer langer men logischerwijze de tijd krijgt om het schip te laden of te lossen. In bijlage 1 van deze bachelorproef zijn de bevrachtingsvoorwaarden opgenomen. 18

21 Euro-Silo is een bedrijf gelegen te Gent dat gespecialiseerd is in het opslaan en overslaan van granen. Hun beide sites zijn gelegen in de haven (Sifferdok en Rodenhuizedok). Momenteel is er ook sprake van een derde site aan het kluizendok, dit tegen Door de ligging kunnen zeeschepen er laden en lossen en kan door middel van binnenschepen het hinterland ook gemakkelijk bereikt worden. Ze hebben een totale opslagcapaciteit van ton granen. Ze zijn een belangrijke schakel in de Europese graanhandel. Granen komen met zeeschepen toe in de haven maar de grote hoeveelheid granen kan moeilijk in een korte tijd naar het hinterland gevoerd worden. De graanhandelaars van het hinterland hebben ook vaak de infrastructuur niet om dergelijke hoeveelheden uit zeeschepen te stockeren. Bedrijven zoals Euro-Silo bieden totaaloplossingen aan door zowel de overslag als de opslag voor hun rekening te nemen. Een dergelijk bedrijf moet natuurlijk ook GMP-gecertificeerd zijn, maar daarnaast zijn ook andere certificaten van belang, zoals bijvoorbeeld het ISO 9001 (kwaliteitsmanagementsysteem van de organisatie), Cert-ID (i.v.m. de traceerbaarheid en identiteit van het graan) en ISPS certificaten (i.v.m de beveiliging van schepen en Figuur 6: lossen schip, cfnr.com, 2013 havenfaciliteiten). Prijzen voor het overladen zijn berekend per ton en hangen sterk af van de soort goederen, maar ook van hetgene waarin wordt overgeladen. De prijzen variëren van 0,74 tot 3,59 euro per ton 13. Klasse A, waar de meeste granen in terug te vinden zijn, is het goedkoopst om over te slaan. Wanneer bijvoorbeeld een binnenschip 1000 ton tarwe laadt, kost dit volgens de tabel 1070 euro voor de overslag vanuit de silo. Wanneer de tarwe 10 dagen werd opgeslagen in de silo s van Euro-Silo kost dit euro per ton/dag of 550 euro. 13 Volledige lijst en de algemene en bijzondere voorwaarden zie bijlage 13 19

22 Figuur 7: silo s Euro-Silo Rodenhuizedok, eurosilo.be, 2013 AXEREAL is een Franse coöperatie van verschillende agrarische bedrijven waaronder moutproducent Boortmalt. De groep maakt gebruik van 2 grote graanmagazijnen Sobelgra en Samga in de haven van Antwerpen voor de opslag van granen ( ton). Ze zaaien zelf granen, grotendeels in Frankrijk (75%), maar ook in Kroatië, Hongarije en Servië. Ze vervoeren granen vanuit Frankrijk naar verschillende bestemmingen aan de Middellandse Zee. Ze doen opslag van granen in 2 grote sites in het centrum van Frankrijk, daarnaast hebben ze ook nog enkele andere kleinere silo s aan verschillende havens. In totaal hebben ze de mogelijkheid tot een opslag van 5 miljoen ton granen en zaden. Ze hebben daarmee de grootste graanopslag van Europa. De totale hoeveelheid handel in granen bedraagt 8 miljoen ton. 48 procent van hun graanopslag bestaat uit zachte tarwe, gevolgd door gerst (18%). Figuur 8: Graanmarkt Axereal, silo's en afzetmarkt, 2013 CARGILL is een erg belangrijke speler in de Gentse en Antwerpse haven. Cargill is een Amerikaans concern dat zich deels bezighoudt met de opslag en verwerking van granen. Ze hebben silo s en fabrieken overal ter wereld. Op het gebied van granen zijn ze in België actief in het verkopen, persen, raffineren, bottelen en harden van granen, de productie en verkoop van mout en de verkoop van dierenvoeders. Zelfs bevrachten ze de laatste 2 jaar ook vaak hun eigen binnenschepen. 20

23 3.2) Infrastructuur - steunmaatregelen Op vlak van infrastructuur onderscheiden we 2 grote zaken, de waterwegen waarop schepen kunnen varen, en daarnaast de kaaimuren of dokken met hun los- en laadinstallaties waar de schepen kunnen laden en lossen. De infrastructuur van de binnenwateren wordt sinds de jaren 90 erg gesteund. Dit mede door de inzet van Promotie Binnenvaart Vlaanderen. Promotie Binnenvaart Vlaanderen of afgekort PBV is een zelfstandige non-profitorganisatie die werd opgericht in 1992 en gesubsidieerd word door de Vlaamse overheid. De organisatie heeft tot doel het bevorderen van het commercieel gebruik en de pleziervaart op de Vlaamse waterwegen en het bevorderen van Shortsea Shipping. De laatste 20 jaar heeft PBV dan ook verschillende zaken gerealiseerd zoals bijvoorbeeld de stimulering voor de bouw van kaaimuren die de toegang tot de waterweg verbeterde. Bedrijven konden een aanvraag indienen voor de bouw van een kaaimuur. Wanneer deze werd goedgekeurd financierde de Vlaamse overheid 80% van de aanleg ervan. De overige 20% werd door het bedrijf zelf gefinancierd. De voorwaarde voor de bedrijven was dat ze gespreid over de komende 10 jaar na aanleg een vast minimum tonnage aan overslag dienden te realiseren. Op die manier tracht de Vlaamse overheid een modale verschuiving naar de binnenvaart te bevorderen. Daarnaast werden ook vele vaarwegen de laatste jaren toegankelijk gemaakt voor grote schepen, zoals de Bovenschelde, het kanaal Bossuit- Kortrijk en het kanaal Gent-Brugge-Oostende. Daarbovenop werd er ook geïnvesteerd in sluizen, zoals in Hingene, Evergem, Zwevegem en Wijnegem, en in betere signalisatie op de vaarwegen. Momenteel lopen er nog tal van andere steunprogra mma s voor de binnenvaart: - Palletvervoer, gesteund door de Vlaamse overheid om op een duurzame wijze een zo groot mogelijk volume palletvervoer via de binnenvaart te vervoeren i.p.v. het wegtransport. - SIV steun intermodaal vervoer, gesteund door de Vlaamse overheid ter bevordering van het intermodaal containervervoer via de binnenvaart. - Ecologische steun, gesteund door de Vlaamse overheid waarbij men een ecologiepremie kan bekomen na milieu-investeringen of investeringen op energiegebied - Marco Polo, gesteund door de Europese Commissie ter bevordering van milieuvriendelijke vormen van goederentransport zoals bijvoorbeeld de binnenvaart. Dit europees steunprogramma wierp al sterk zijn vruchten af in de latste 10 jaar waardoor er in 2013 opnieuw geld werd voor vrijgemaakt. Zoals je merkt wordt de binnenvaart vooral binnen Vlaanderen gestimuleerd, van nationale steunmaatregelen is er weinig sprake aangezien de binnenvaartsector hoofdzakelijk onder Vlaamse bevoegdheid valt (mobiliteit en openbare werken). In Nederland is de binnenvaart wel op nationaal niveau gesteund, misschien is dat wel de reden voor de grote steun die Nederland biedt aan de binnenvaartsector. De binnenvaart heeft in Nederland een vervoersaandeel van ruim 30%, nergens in Europa is het aandeel zo groot. 21

24 Waterwegbeheerders in Vlaanderen: Waterwegbeheerders zijn een belangrijke schakel in de binnenvaart. De waterwegbeheerder is verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van de waterwegen binnen hun werkingsgebied. Op bovenstaande kaart van Promotie Binnenvaart Vlaanderen kan je aflezen welke waterwegbeheerder waar bevoegd is. In Wallonië is de SPW (Service Publique de Wallonie) de voornaamste waterwegbeheerder. Figuur 9: waterwegbeheerders, website PBV, ) Marktsituatie / statistiek Met behulp van statistieken van het Nationaal Instituut voor Statistiek stelde ik grafieken op betreffende het vervoer van granen door middel van de binnenvaart. De statistieken werden bijgehouden in het jaar 2006 waardoor de voornaamste gegevens afkomstig van de NIS dan ook betrekking hebben op het jaar Dit zijn dan ook de meest recente cijfers die gedetailleerd zijn, de eerstvolgende gedetailleerde cijfers van de binnenscheepvaart zouden volgens medewerkers van het NIS eind 2013 gepubliceerd worden. 22

25 De 1 e grafiek toont de tonnages vervoerd per graansoort. Opvallend is het transport van tarwe, dat erg hoog is ten opzichte van de andere granen. Tarwe is dan ook het belangrijkste graan, zowel op vlak van eigen productie, invoer, als consumptie ervan. Opvallend is de grote invoer en doorvoer van zowel tarwe als gerst. Vanwege de grote invoer kunnen we constateren dat onze eigen productie weinig voorstelt in vergelijking met de consumptie in België. Natuurlijk moeten we er wel rekening houden dat het grensoverschrijdend graantransport vaker via de binnenvaart verloopt dan het binnenlands transport. De grote doorvoer weerspiegeld het belang van ons uitgebreid waterwegennet voor onze buurlanden Aantal ton (per 1000 ton) Binnenlands vervoer aanvoer uit het buitenland afvoer naar het buitenland doorvoer zonder overlading tarwe gerst rogge haver mais rijst overige granen Figuur 10: tonnages vervoerd in 2006 per graansoort, gegevens NIS,

26 3000 Aantal reizen Binnenlands vervoer aanvoer uit het buitenland afvoer naar het buitenland doorvoer zonder overlading 0 Figuur 11: aantal reizen in 2006 per graansoort, gegevens NIS, 2013 De 1 e grafiek slaat op het aantal tonnages granen dat vervoerd werd met de binnenvaart. De 2 e grafiek op het aantal reizen dat hiervoor nodig was. Op deze manier kan je ook gemakkelijk de gemiddelde grootte van de gebruikte binnenvaartschepen berekenen. Bij deze berekening viel voornamelijk op dat bij de doorvoer zonder overlading relatief kleine tonnages vervoerd werden per schip, tussen de 300 en 600 ton gemiddeld. De voornaamste reden hiervoor is dat er voor vervoer naar Frankrijk geen grote tonnages mogelijk zijn vanwege de breedtebeperking op het Canal du Nord. Ook bij aanvoer vanuit het buitenland zijn de tonnages relatief klein, mede door de grote invoer vanuit Frankrijk die logischerwijze ook met kleine spitsen gebeurd. Rijst volgt deze trend weliswaar niet, dit graan wordt dan ook niet in Frankrijk geteeld. Binnen België worden de granen wel met relatief grote schepen vervoerd, het gemiddelde schip dat wordt ingezet voor het binnenlands vervoer heeft een tonnage van 710 ton. Maïs en rijst worden gemiddeld ook met grotere schepen vervoerd in tegenstelling tot tarwe en gerst. 24

27 vervoer per 1000 tonkilometer Binnenlands vervoer tarwe gerst rogge haver mais rijst overige granen aanvoer uit het buitenland afvoer naar het buitenland doorvoer zonder overlading Figuur 12: aantal tonkilometer binnenschip in 2006 per graansoort, gegevens NIS, 2013 Om inzicht te krijgen in de trafiek van granen over binnenwateren is deze bovenstaande grafiek correcter. De gegevens afkomstig van deze grafiek slaan op het aantal tonkilometer, hierdoor wegen korte reizen dan ook minder door. Op de grafiek is duidelijk af te lezen dat de hoeveelheid getransporteerde tarwe en daarnaast ook gerst, de andere granen erg overstijgt. Voornamelijk de hoeveelheid tonnen per kilometer invoer vanuit het buitenland en de doorvoer door België is erg groot. België is dus ook voor de binnenvaart een transitland. Door het grote verschil in tonkilometers tussen tarwe en gerst enerzijds en alle andere granen anderzijds heb ik deze laatste nogmaals apart op een grafiek geplaatst op volgende grafiek. 25

28 vervoer per 1000 tonkilometer Binnenlands vervoer aanvoer uit het buitenland afvoer naar het buitenland doorvoer zonder overlading rogge haver mais rijst overige granen Figuur 13: aantal tonkilometer in 2006 per graansoort met uitzondering van tarwe en gerst, gegevens NIS, 2013 Ook maïs volgt dezelfde trend als tarwe en gerst: veel aanvoer en doorvoer. Getransporteerde rogge via binnenvaart is er niet, enkel tonkilometer aanvoer, wat hoogstwaarschijnlijk om 1 enkele reis gaat van bijvoorbeeld 1000 ton of 2 maal 500 ton over een afstand van 77kilometer. Het graan wordt de dag van vandaag dan ook niet veel meer gebruikt. Haver wordt voornamelijk binnen België vervoerd, van import en export is er bijna geen sprake. Vroeger was haver een belangrijke graansoort voor bijvoorbeeld de bierbrouwerij, tegenwoordig wordt haver echter vervangen door gerst. 4.1) Landbouwproducten Hieronder heb ik een grafiek opgesteld vanuit gegevens van de NIS betreffende de in- en uitvoer via de binnenvaart van landbouwproducten en levende dieren. Deze categorie omvat meer dan enkel granen, toch gaat het bij de binnenvaart om 89% van de goederen om granen, waardoor je toch een behoorlijk correct beeld krijgt van het graanvervoer. De vervoerde tonnages zijn in per 1000 ton opgenomen en de gegevens zijn van het volledige jaar

29 per 1000 ton landbouwproducten en levende dieren, Figuur 14: invoer en uitvoer landbouwproducten en levende dieren in 2006 per land, gegevens afkomstig van NIS, 2013 Er is een grote invoer vanuit Frankrijk merkbaar, dit in tegenstelling tot de uitvoer naar het buurland. Ook met Duitsland volgen we dezelfde trend maar in mindere mate. Met buurland Nederland gaan de trafieken van invoer en uitvoer vrij evenwichtig op. Doorgaand verkeer scoort goed, wat ook uit voorgaande grafieken af te leiden was. Vanwege de goede waterweginfrastructuur is België natuurlijk ook voor de binnenvaart een belangrijk transitland. Wanneer we nog wat specifieker ingaan op de gegevens en nagaan waar de goederen worden gelost of geladen, krijgen we een vrij duidelijk beeld van de belangrijke laad- en losplaatsen in België. Plaatsen waar de geloste en de geladen hoeveelheid erg gering is, zijn niet opgenomen. Er zit een vrije logische en duidelijke structuur in, landbouwproducten worden hoofdzakelijk geladen in de havens of aan de grote silo s en worden hoofdzakelijk gelost bij graanverwerkende bedrijven. Onder de grafiek bespreek ik wat diepgaander de verschillende laad- en losplaatsen. Bij elke losplaats waar een groot tonnage aan overslag merkbaar was, ben ik telkens nagegaan wat de reden daarvoor was. 27

30 per 1000 ton overslag 700 laad- en losplaatsen: landbouwproducten en levende dieren, geladen in binnenschip (totaal 1497) gelost vanuit binnenschip (totaal 3000) Figuur 15: laad- en losplaatsen van graan in België, gegevens afkomstig van NIS, ) Laadplaatsen Het laden van granen in België gebeurt hoofdzakelijk in de haven van Gent ( ton) en in de haven van Antwerpen ( ton), vanuit zeeschepen maar ook vanuit silo s. Gent is al jaar en dag één van de belangrijkste havens in Europa voor de invoer van granen. Gent wordt dan ook niet voor niets de graanschuur van Europa genoemd. In 2012 was Canada de 4 e grootste handelspartner van de haven, wat grotendeels toe te schrijven is aan de invoer van tarwe. Op de 8 e plaats staat Oekraïne vanwege de invoer van diverse graanproducten. Voor de afvoer van de granen naar het achterland zit 28

31 er nog veel potentieel in de Gentse haven. Daar waar in Antwerpen de afvoer van granen bijna volledig via de binnenwateren gebeurt, wordt vanuit de Gentse haven iets meer dan de helft met andere modaliteiten vervoerd. Dit is volgens PBV te verklaren door de locatie van de West- en Oost- Vlaamse veevoederfabrikanten, erg dicht bij de Gentse haven en/of niet watergebonden waardoor de aanvoer naar de fabrikanten voornamelijk met het baanvervoer gebeurt. Daarnaast worden granen ook geladen vanuit silo s langs Belgische waterwegen. Het gaat hier dan meestal om binnenlandse granen die in grote silo s langs waterwegen in Wallonië worden opgeslagen. Enkele voorbeelden: Albertkanaal ( ton): waarvan ongeveer ton in Luik waar de Silos de la Meuse van Brichart gelegen zijn. Maas, stroomopwaarts Luik ( ton): waarvan ton vanuit Andenne waar silo s van Dumoulin gelegen zijn. Samber ( ton): waarvan ton vanuit Farciennes waar een havensite van Brichart is gelegen ton vanuit Floreffe waar SCAM en Vanden-Avenne Ooigem silo s hebben en sinds 2010 ook een veevoederfabriek hebben gebouwd, waardoor de afvoer van granen tegenwoordig waarschijnlijk veel lager ligt. Het betreft hier dan eerder afvoer van veevoeders. Bovenschelde ( ton): waarvan ton in Kain (Doornik) waar de Escaut-Silos van Lebrun gelegen zijn. 4.3) Losplaatsen Het aantal tonnages geloste granen is dubbel zo groot als het aantal geladen tonnages. Dit wijst op een vrij grote invoer van granen vanuit de buurlanden. Losplaatsen bevinden zich hoofdzakelijk op plaatsen waar grote graanverwerkende bedrijven gevestigd zijn. Dit valt ook duidelijk af te leiden uit de tabel. Daarnaast ook in de haven van Antwerpen en in mindere mate in de haven van Gent. Opvallend is dat de meeste binnenlandse losplaatsen in Vlaanderen liggen, dit in tegenstelling tot de laadplaatsen die overwegend in Wallonië gelegen zijn. Enkele voorbeelden waar veel gelost wordt: Albertkanaal ( ton): waarvan in Olen waar rijstproducent Mars (Uncle Ben) gevestigd is en in Schoten waar Voeders Depré een productiesite voor veevoeders heeft. Dokken Merksem ( ton): de dokken in Merksem zijn gekend om de verschillende graanverwerkende bedrijven die er gelegen zijn zoals Aveve, Dossche Mills, Brabomills en Bosto. Vandaar ook dat in Merksem de grootste tonnages aan overslag van granen wordt geregistreerd. 29

32 Kanaal Brussel-Schelde ( ton): het bedrijf Ceres gelegen te Haren vermaalt tarwe tot bloem. Maas (stroomopwaards Luik)( ton): waarvan ton in Flémalle waar de SCAM gevestigd is. Leie+afleidingskanaal ( ton): waarvan ton in Deinze waar zowel Dossche Mills als Versele-Laga actief zijn. Aalter ( ton): de groep Aveve heeft er langs het kanaal Gent-Brugge een veevoederfabriek. Kanaal Roeselare-Leie( ton): verschillende graanverwerkende bedrijven zoals Soubry, Ostyn en Debaillie zijn gevestigd in Roeselare waar ton gelost wordt. Vandemoortele en Vanden Avenne Izegem zijn dan weer in Izegem gelegen waar ton gelost werd. Ten slotte is een andere Vanden Avenne Ooigem ook actief als mengvoederfabriek in waar ton gelost werd. Door deze opsomming van grote fabrieken en silo s gelegen langs Belgische waterwegen krijg je een vrij duidelijk beeld van de grote spelers in België. Verschillende samenwerkingen en overnames zijn hier ook van toepassing. Lebrun en Brichart behoren bijvoorbeeld samen tot de groep Wal.Agri, wat de Waalse Holding is van de groep Aveve. Ook Dumoulin is onderdeel van de groep Aveve. Vanden- Avenne Ooigem en Scam hebben dan weer, zoals reeds vermeld, een gezamenlijke productie-eenheid in Floreffe. 4.4) Vaarwegen graantransport Op de volgende pagina heb ik een kaart afkomstig van de website van Promotie Binnenvaart Vlaanderen aangepast zodoende een nog duidelijker beeld te krijgen van de graantransporten in België. De zwarte stippen duiden plaatsen aan waar vaak graan wordt geladen, de blauwe stippen duiden de plaatsen aan waar vaak graan wordt gelost. Hoe groter de stip, hoe meer tonnage er wordt overgeslagen. Bij de kleinste stip in Aalter gaat het om ton, bij de grootste stip in Merksem gaat het om ton. Opvallend zijn de gelijkaardige tonnages bij verschillende laadplaatsen naast elkaar op de Samber en erna op de Maas. Daarnaast zijn er natuurlijk ook grote tonnages meetbaar bij de 2 grote havens Antwerpen en Gent. In Merksem wordt er zoals reeds vermeld erg veel graan gelost vanwege de concentratie aan graanverwerkende bedrijven aan de dokken in Merksem. Daarnaast zijn er opvallend veel losplaatsen dicht gelegen in West- en Oost- Vlaanderen. Ten slotte is het ook belangrijk te vermelden dat er slechts 1 belangrijke losplaats in Wallonië gelegen is, namelijk in Flémalle, waar in tegenstelling tot de meeste losplaatsen in Vlaanderen, geen productiesite, maar een silo gevestigd is. 30

33 Belangrijke laadplaatsen voor graan Belangrijke losplaatsen voor graan Figuur 16: laad- en losplaatsen in 2006, gebaseerd op cijfers van de NIS,

34 4.5) Goederenstroom Granen leggen verschillende routes af, afhankelijk van vele factoren. Hieronder twee voorbeelden van mogelijke stromen: Spaanse rijst Zeeschip Antwerpen (haven) Binnenschip Zeehaven Sevilla Rijstproducent in Olen Waalse tarwe kleine silo's dicht bij de velden Grote silo langs de Maas vrachtwagens tractoren Binnenschip Productiesite van veevoederfabrikant in Merksem Figuur 17: voorbeeld goederenstroom granen, 2013 Bovenstaande stromen zijn de 2 typische voorbeelden van het graan dat in België geconsumeerd wordt. In de 1 e plaats worden de granen ingevoerd vanuit het buitenland en worden ze in de haven van Antwerpen gelost vanuit een zeeschip in silo s van bijvoorbeeld Cargill of Euro-Silo of soms ook rechtstreeks in binnenschepen. Van daaruit gaat het transport dan verder tot aan de fabrikant. De 2 e voornaamste goederenstroom is deze van het graan dat binnenlands gekweekt wordt. In tijden van oogst is er vaak een opslagtekort aan de grote silo s langs de Maas of de Samber waardoor de landbouwers vaak zelf nog hun tarwe tijdelijk opslaan tot er plaats vrij is in de silo s langs het water. Wanneer het graan verkocht wordt aan de fabrikanten wordt het graan vanuit de grote silo s vervoerd via binnenschepen naar de klant. De voornaamste graantrafieken die momenteel niet met de binnenvaart worden uitgevoerd liggen bij de fabrikanten die niet watergebonden zijn. Doordat je hierbij de maken krijgt met een extra natransport komt de binnenvaart dikwijls op de 2 e plaats, na het wegtransport. 32

35 5) Scheepstypes Graan wordt met veel verschillende soorten schepen vervoerd, afhankelijk van de vaarwegen die ze doorvaren en de te transporteren hoeveelheid. Binnen België worden vaak 1000 à 1500 tonners gebruikt. Deze schepen kunnen gemakkelijk de belangrijkste vaarwegen in België bevaren. Wanneer de granen bijvoorbeeld uit Frankrijk komen, wordt vaak gebruik gemaakt van spitsen die een kleinere tonnage hebben, maar wel een enorm groot vaargebied. Dit komt doordat vele vaarwegen in Frankrijk niet toegankelijk zijn voor grotere schepen. Er werden wel mogelijkheden gezocht om toch met grotere tonnages te kunnen varen. Zo werden bestaande spitsen bijvoorbeeld verlengd om toch grotere tonnages te kunnen meenemen. Hiernaast zie je een foto de Aquaticus, een spits die verlengd werd. Figuur 18: verlengde spits, aquaticus.nl,

36 Eén van de belangrijkste kanalen in Frankrijk is het Canal du Nord. Speciaal voor dit kanaal werden ook aangepaste schepen gebouwd. Op onderstaande foto zie je een dergelijk Canal du Nord-schip. Kenmerkend is de stuurhut die onder een hoek staat naar boven ten opzichte van het ruim. Dit is speciaal zo voorzien om onder de lage bruggen van het Canal du Nord te varen. Figuur 19: Canal du Nord schip, Marinetraffic.com, 2013 Andere bestemmingen, zoals bijvoorbeeld Duitsland, zijn dan bereikbaar en economisch interessanter met grote rijnschepen(klasse V). De meeste droge lading-schepen in België hebben een tonnage tussen de 1001 en 1500 ton, wat ook wel R.H.K.-schepen of Rijn-Herne-Kanaal schepen worden genoemd. Ook het aantal spitsen dat droge lading vervoert is in België erg groot, deze schepen hebben een laadvermogen tussen de 250 en 450 ton. 34

37 6) Soorten granen en hun oorsprong De belangrijkste granen worden in subrubrieken besproken. Volgende tabel, gebaseerd op cijfers van de Europese Commissie toont het verbruik van de soorten granen tussen 01/07/2012 en 30/06/2013. De gegevens zijn deels gebaseerd op feitelijke gegevens en deels (vanaf februari/13) op voorspellingen. Door dergelijke voorspellingen te doen tracht de Europese Commissie beter te kunnen inspelen op de actuele graanmarkt. Tijdelijke importheffingen, subsidies etc. zijn daar dan vaak het resultaat van. De cijfers zijn uitgedrukt in miljoen ton en hebben betrekking op de volledige EU-27. GEBRUIK Zachte Gerst Harde Maïs Rogge Sorgo haver Tritic Ander TOT Tarwe Tarwe -ale e. Mens. Consum. 47,6 0,4 8,5 4,8 3 0,2 1,1 0,1 0 65,7 Zaden 4,7 2,3 0,4 0,5 0,5 0 0,5 0,5 0,3 9,7 Industrieel 10,6 9,4 0,1 8,3 1,5 0 0,1 0,6 0,1 30,7 Dierenvoeders 49,5 37,7 0,3 52,3 3,3 0,9 6,1 8,7 4,2 163 TOTAAL 112,5 49,7 9,3 65,9 8,3 1,1 7,8 9,8 4,6 269 GEBRUIK Bron: EU cereals balance sheet 2012/13 and forecast for 2013/14, 2013 Zachte tarwe wordt het meest geconsumeerd door de Europeanen, gevolgd door maïs en gerst. In 2013 groeit het areaal tarwe nog meer ten koste van gerst en maïs. De diervoeders zijn veruit de grootste afzetmarkt voor granen. De industriële afzetmarkt slaat op de verwerking in alcoholische producten en de verwerking voor biobrandstoffen, deze afzetmarkt zal in de toekomst een steeds belangrijker aandeel innemen. Tussen 2013 en 2022 zal het verbruik van biobrandstoffen bijna verdubbelen. De kaart hiernaast toont aan hoeveel granen er per land geproduceerd werden in De cijfers zijn uitgedrukt in miljoen ton per land. Frankrijk en Duitsland zijn de grootste graanproducenten van de EU. De groengekleurde landen produceren meer dan 10% meer graan in vergelijking met het gemiddelde van de laatste 5 jaar, de roodgekleurde landen net andersom. In totaal Figuur 20: EU cereals balance sheet and forecasts 2012/13,

38 werd er 272,3 miljoen ton graan geproduceerd in de EU. De Baltische staten die op zich erg weinig graan produceren zijn de laatste jaren wel aan een opmars bezig. Dit dankzij de productie van zachte tarwe. De hoeveelheid granen er per land geproduceerd worden hangt af van verschillende factoren zoals, de grootte van het land, de hoeveelheid neerslag, de temperaturen, afzetmarkt etc. Ook voor het seizoen 2013/2014 heeft de Europese commissie eind februari al prognoses gemaakt. Ze gokken op een totale productie van 293,8 miljoen ton graan, dat betekent dat er 8 procent meer graan van de akkers zal worden gehaald. Bij de prognose werd er rekening gehouden met de toetreding van het 28-ste lid van de Europese Unie, namelijk Kroatië. Het areaal zal ook in kleine mate groeien. Dit is natuurlijk slechts een eerste prognose die uiteraard nog erg voorbarig is, zeker als je weet dat een groot deel van het graan zelfs nog moest ingezaaid worden. 6.1) Tarwe Belgische tarwe: tarwe die van Belgische (voornamelijk Waalse) boeren komt, wordt na de oogst, die rond 15 augustus valt, opgeslagen in grote silo s langs de Maas, waar ze van daaruit per binnenschip naar de fabrieken gaan. De silo s aan de Maas kunnen de grote hoeveelheid tarwe bij de oogst vaak niet aan, waardoor er in het land zelf ook vaak kleinere silo s zijn (bvb 500 ton). Wanneer er grote hoeveelheden vanuit de grote silo s langs de Maas worden weggehaald, kunnen ze deze terug bijvullen met tarwe vanuit de kleinere silo s, enzovoort. Dumoulin heeft bijvoorbeeld silo s in Andenne, Brichart heeft silo s in Monsin en Farciennes, SCAM heeft silo s in Floreffe en Lefevre heeft silo s in Gives. In deze silo s wordt naast tarwe ook vaak gerst of maïs opgeslagen. Figuur 21: silo's van Brichart in Farciennes,

39 Buitenlandse tarwe: tarwe wordt vanuit verschillende plaatsen ter wereld ingevoerd naar België afhankelijk van de oogst. Binnen Europa is Frankrijk een grote producent, met spitsen gaat er dan ook geregeld heel wat tarwe richting België. Enkele jaren terug waren de Franse oogsten echter erg zwak en werd er meer geïmporteerd uit landen zoals de VS. Dit jaar spreken ze dan weer van een slechte oogst in de Verenigde Staten. Ook vanuit bijvoorbeeld Duitsland, Hongarije, Oostenrijk, Servië, Kroatië en Roemenië wordt tarwe ingevoerd. Via zeeschepen komt de tarwe toe in Rotterdam, Amsterdam, Antwerpen of Gent. In Gent bv. word ze vaak opgeslagen in grote silo s van Euro-Silo. Bepaalde grote partijen kopen dan de volledige zeelading op en stockeren die in deze silo s. Zij verkopen de tarwe dan weer verder aan bedrijven zoals bv. Soubry. Toch laten productiebedrijven als Soubry, Depré en Versele-Laga zelf ook vaak volledige zeeboten met tarwe afkomen. Figuur 22: oogsten graan, Zoals reeds vermeld is de oorsprong van tarwe erg afhankelijk van goede/slechte oogsten en hoge/lage prijzen. Vaak is het dan ook goedkoper om tarwe vanuit het buitenland in te voeren in plaats van Belgische tarwe te gebruiken. Als je de Europese Unie als één geheel bekijkt is ze met grote voorsprong de grootste tarweproducent ter wereld met een productie van 132 miljoen in het jaar 2012, wat meer dan het dubbele is t.o.v. de 2 e grootste producent, de Verenigde Staten. 37

40 Figuur 23: market situation cereals, 2013 Tarwe wordt vaak ingedeeld in zachte tarwe en harde tarwe. Harde tarwe wordt ook wel durumtarwe genoemd. Deze tarwe wordt gekweekt en regelmatig ingevoerd vanuit het zuiden van Europa maar wordt veelal ingevoerd vanuit Noord-Amerika en Argentinië. Zachte tarwe is de meest gebruikte soort, in 2012 werd er in de EU 123,3 miljoen ton van geproduceerd. Deze tarwe wordt vooral in Frankrijk en Duitsland gekweekt. Hiervan werd er in het seizoen 2012/2013 meer dan 17 miljoen ton tarwe, inclusief tarwebloem verkocht aan afnemers in derde landen. Volgende kaart toont de productie van zachte tarwe in het productiejaar Frankrijk en Duitsland zijn met grote voorsprong de tarweproducenten van Europa. Ook de uitvoer van tarwe naar landen buiten de EU is voor 50% Franse en 25% Duitse tarwe. Figuur 24: EU Cereals balance sheets and forecasts 2012/13,

41 6.2) Gerst Gerst wordt vaak gekweekt voor de productie van mout (ontkiemde gerst). Mout is namelijk een belangrijk bestanddeel voor bier en whisky. Daarnaast wordt gerst ook gebruikt voor de verwerking in veevoeders. Gerst wordt vaak gekweekt in gebieden nabij de Samber en de Maas. Na de oogsten eind juni, begin juli wordt de gerst opgeslagen in grote silo s langs deze vaarwegen zoals in Givet, Andenne en Farciennes. Vanuit deze silo s bereikt de gerst met binnenwateren de verschillende mouterijen en veevoederbedrijven. Er zijn natuurlijk ook veevoederbedrijven die zich langs deze waterwegen vestigen zodat de grondstoffen (diverse granen en soja) nog gemakkelijker aangevoerd kunnen worden via de binnenvaart. Ook vanuit Noord-Frankrijk varen spitsen met gerst vaak richting België. Daarnaast wordt de gerst ook ingevoerd vanuit Frankrijk, Duitsland of andere Europese landen via Gent/ Rotterdam/Dunkerque of via binnenwateren. Op onderstaande grafiek kan je zien dat Frankrijk en Duitsland de grootste producenten van gerst zijn in de EU. Ook landen als Spanje, Polen en het Verenigd Koninkrijk produceren relatief veel gerst. Het cijfer ingevuld op de kaart slaat op de productie in miljoen ton in het jaar De landen in het groen kenden een stijging van de productie t.o.v. vorige jaren. De landen in het rood kenden een daling van de productie. Ook mout zelf wordt met binnenschepen vervoerd. Mouterij Albert vervoert sinds kort hun mout via binnenwateren naar Heineken in Zoeterwoude. Het gaat om zo n ton per jaar. Voorheen waren er al moutleveringen via binnenwateren naar de afdeling van Heineken in Hertogenbosch (bron: artikel Heineken in magazine binnenvaart ). Figuur 25: EU Cereals balance sheets and forecasts 2012/13,

42 6.3) Rijst China en Thailand zijn de grootste producenten van rijst, alsook de grootste consumenten. De grootste exporteurs van rijst zijn respectievelijk Thailand, US en Vietnam. De rijst die wij voornamelijk consumeren is langkorrelige rijst (indica). Deze komt vaak uit Zuid-Europese landen zoals Italië, Spanje en Griekenland en daarnaast ook uit de Verenigde staten. De welgekende rijst van Uncle Ben s, onderdeel van de grote groep Mars komt bijvoorbeeld voornamelijk uit Spanje. Vroeger kwam het ook soms van Italië. De Spaanse rijst wordt vanuit Sevilla met zeeschepen vervoerd naar Antwerpen of Gent. De afdeling binnenvaart van Lalemant zorgt dan voor het natransport. Schepen met een tonnage tussen de 500 en 1600 ton vervoeren de rijst dan van de haven naar de fabriek in Olen langs het Albertkanaal. De schippers die deze rijst vervoeren werken hoofdzakelijk onder contract. Dit brengt veel minder risico met zich mee maar brengt ook minder geld op. Vaak zijn het oudere schippers die hiervoor tekenen omdat er veel vaker gewacht en minder gekuist moet worden. Het vele wachten is te wijten aan het feit dat de rijst die toekomt met een zeeschip op korte tijd moet worden weggevoerd waardoor alle schepen kort na elkaar geladen worden. Bij het toekomen op de bestemming staan ze dan in file aangezien het lossen van alle schepen vaak veel langer duurt. De schepen worden ook soms gebruikt als opslag omdat de fabrieken zelf vaak niet genoeg stockageruimte hebben om ze tijdelijk op te slaan. Mars is tegenover de schippers erg streng op vlak van hygiëne: als de voorgaande lading iets anders is dan rijst moet het ruim dan ook volgens de strengste normen gekeurd worden. 6.4) Maïs In onze streken wordt maïs slechts in beperkte mate gebruikt voor menselijke consumptie. Als veevoeder kent het echter wel een grote afzetmarkt. Belgische maïs wordt zelden geëxporteerd aangezien de afzetmarkt groter is dan het eigen aanbod. Daardoor wordt maïs vaak ingevoerd vanuit landen buiten de Europese Unie zoals Australië of Zuid-Amerikaanse landen. In 2013 nam de Europese maïsimport met een derde toe. Begin april 2013 bedroeg de totale ingevoerde hoeveelheid meer dan 9 miljoen ton. De invoer van maïs gebeurd hoofdzakelijk in de wintermaanden aangezien er dan geen oogst is van Belgische maïs. Maïs komt vaak toe in de Gentse haven met zeeschepen en wordt van daaruit dan verspreid door middel van de binnenvaart en wegtransport. Op wereldvlak zijn de Verenigde Staten de grootste maïsproducenten ter wereld met een totale productie van 274 miljoen ton in 2012, gevolgd door Brazilië met 71 miljoen ton. Op de derde plaats staat de Europese Unie met 55 miljoen ton en vervolgens Argentinië met 28 miljoen ton. 40

43 Binnen de Europese unie is Frankrijk de grootste producent met 15,5 miljoen ton maïs per jaar. Ook Italië en Roemenië zijn vrij grote producenten. De verlaging van de productie in Hongarije en Roemenië is te wijten aan de droogte vorig jaar. Tarwe heeft in vergelijking met maïs weinig last van de droogte aangezien de tarwe in juli en augustus al rijp of geoogst is. Figuur 26: EU Cereals balance sheets and forecasts 2012/13, ) Andere granen Haver was tot in de late middeleeuwen een erg belangrijke graansoort. Het werd gebruikt voor soep, koeken, bier en veevoer. Bij het bier werd de haver vervangen door brouwgerst. Nu wordt het slechts gebruikt voor paardenvoer en voor de productie van havermout. Rogge word gebruikt in roggebrood. Daarnaast wordt het ook gebruikt voor de productie van Whisky dankzij de iets zoete smaak en geur die het afgeeft. Triticale is een graansoort dat is ontstaan door de kruising van tarwe met rogge. Het wordt enkel gebruikt als veevoeder. Spelt is de voorloper van vele graansoorten vandaag. Het wordt gebruikt in brood, pasta s koeken en zelfs in sommige bieren. Gierst werd vroeger erg vaak in China verbouwd, in minder mate ook in Europa. Gierst is een belangrijk voedingsmiddel voor in vele gebieden van Afrika en Azië. Het bekendste product van gierst is couscous wat erg veel in de Marokkaanse keuken wordt gebruikt 41

44 per 1000 ton Teff is een erg belangrijke graansoort in Ethiopië en omringende landen. Het is een graansoort met erg kleine korrels waardoor het altijd volkoren wordt gegeten. Er wordt een platte koek van gemaakt, maar soms wordt het ook gebruikt voor pap en een soort bier. Sorgo of Sorghum ontstond in Afrika en werd door Afrikaanse slaven naar de Verenigde Staten gebracht waar het nu vaak gebruikt wordt als veevoer. Daarnaast wordt het ook gebruikt als voedsel en voor de productie van alcoholische dranken. Deze minder gekende granen worden ook maar in een kleine hoeveelheid geproduceerd en geconsumeerd. Maar ook deze producten worden soms vervoerd met de binnenvaart, weliswaar ook in beperkte mate. Toepassingsgebieden zijn bier, veevoeders, brood en whisky. 7) binnenvaart t.o.v. andere modi Vervoer van 'landbouwproducten en levende dieren' Binnenvaart Wegvervoer Figuur 27: landbouwproducten en levende dieren per 1000 ton, vergelijking binnenvaart - wegvervoer, 2013 Zoals uit bovenstaande grafiek afgeleid kan worden, heeft de binnenvaart nog een heel eind af te leggen. De vervoerde hoeveelheid per vrachtwagen is dan ook 5 tot 6 maal groter. Waar we zien dat de 42

45 vervoerde tonnages via het wegvervoer de laatste decennia stijgen en vanaf 1995 stagneren tot zelfs dalen, is er bij de binnenvaart eerst een daling merkbaar, na 1998 stijgt het aandeel van de binnenvaart dan weer in kleine mate. 10,0% Percentage 'landbouwproducten en levende dieren' tov totaal vervoer 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% Binnenvaart Wegvervoer 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% Figuur 28: percentage landbouwproducten en levende dieren t.o.v. totaal vervoer, vergelijking binnenvaart - wegvervoer, 2013 Het aandeel landbouwproducten en levende dieren, dat voor 89 procent het graanvervoer behelst, doet het de laatste decennia slecht. Bij alle goederen is er een stagnatie merkbaar van het vervoer via binnenwateren en een sterke stijging van het wegvervoer. Terwijl er hier bij het wegvervoer een stagnatie tot een lichte stijging merkbaar is en een daling van het aandeel van de binnenvaart. In 1980 was het aandeel landbouwproductenvervoer nog 7 procent van het totale vervoer, in 2006 is dit nog maar de helft. Door de lichte stijging bij het wegvervoer kan je afleiden dat de daling bij de binnenvaart niet het gevolg is van een verminderde trafiek ten opzichte van de andere producten. Het vervoer verschuift alleen maar van binnenvaart naar wegvervoer. Eén van de redenen hiervoor kan zijn dat er de laatste jaren steeds meer just-in-time wordt gewerkt, met kleine voorraden. Het wegtransport is sneller en de grootte van de hoeveelheden is beperkter. Vele bedrijven investeren bijvoorbeeld niet in grote silo s, maar hebben een kleine voorraad van enkele honderden tonnen die dan af en toe wordt bijgevuld door middel van vrachtwagens. 43

46 per 1000 ton tonnages vervoer 2010 Binnenlands vervoer Aanvoer Uitvoer Doorvoer zonder overlading Wegvervoer Binnenscheepvaart Spoorvervoer Figuur 29: vergelijking tonnages vervoer in 2010 per transportmodi, 2013 De grootste mogelijkheden voor de binnenvaart liggen bij de goederen die nu over de weg vervoerd worden, vooral bij goederen die in grote hoeveelheden over een lange afstand vervoerd worden. Zoals je kan aflezen uit bovenstaande grafiek wordt er met de binnenscheepvaart bijna dubbel zoveel tonnage aangevoerd vanuit het buitenland dan afgevoerd naar het buitenland. Nochtans worden erg veel granen die toekomen in de haven van Gent of Antwerpen, afgevoerd naar het buitenland. Vooral de haven van Gent, die nochtans via binnenvaart erg goed ontsloten is naar het achterland, vervoert vrij veel granen via vrachtwagens naar het achterland. Hier ligt er dus nog een duidelijke capture market voor de binnenvaart. De laatste jaren is er in Gent gelukkig al een inhaalmanoeuvre aan de gang. In 2010 vervoerde de haven nog 45% via de binnenvaart en in 2011 was dat al 48% van het totale hinterlandvervoer. Ook zorgen vele graanverwerkende bedrijven ervoor dat ze watergebonden of in een haven gelegen zijn omdat ook natransport vaak een te hoge extra kost is. De bedrijven dienen ook een bepaalde grootte te hebben om via binnenvaart te kunnen werken. Een binnenschip vervoert namelijk veel grotere hoeveelheden dan vrachtwagens, dit kan verschillende voordelen maar ook nadelen met zich meebrengen. 44

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Bijlage III.7.1. bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels

Nadere informatie

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking? FAQ 1. Waaruit bestaat de Europese Verordening 183/2005? Deze nieuwe Verordening bepaalt de voorschriften voor diervoederhygiëne. Alle verschillende activiteiten in de diervoederketen worden onderverdeeld

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot erkenning-/registratievoorwaarden van opslagbedrijven van dierlijke bijproducten en afgeleide producten die niet

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR HET TRANSPORT LANGS DE BINNENWATEREN vzw. In samenwerking met. FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Binnenvaart

INSTITUUT VOOR HET TRANSPORT LANGS DE BINNENWATEREN vzw. In samenwerking met. FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Binnenvaart INSTITUUT VOOR HET TRANSPORT LANGS DE BINNENWATEREN vzw In samenwerking met FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Binnenvaart RAAD VAN BESTUUR 22/02/2013 MARKTOBSERVATIE: BINNENVAARTVLOOT TOEBEHOREND

Nadere informatie

Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten.

Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten. Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten. Nadere uitwerking van de Hygiënecode Transport Opslag en Distributie en de Hygiënecode Diervoedersector Wegtransport

Nadere informatie

FAQ - Sectorgids voor wegtransport en opslag in de voedselketen

FAQ - Sectorgids voor wegtransport en opslag in de voedselketen PB 07 FAQ (G-017) REV 0 2011-1/5 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Sectorgids voor wegtransport en opslag in de voedselketen Van toepassing vanaf: 15-02-2011 Opgesteld door:

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 0 2009-2/6 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED De bedoeling van dit document is de vaak gestelde vragen, afkomstig van operatoren, auditoren,... aangaande gids voor het ontwikkelen

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 07 FAQ (G-023) REV 0 2007-2/9 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED De bedoeling van dit document is de vaak gestelde vragen, afkomstig van operatoren, auditoren,... aangaande de gids voor de invoering

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie PB 07 FAQ (G-026 B2B) REV0 2014-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie PB 07 FAQ (G-005) REV 0 2010-1/5 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie Van toepassing vanaf: 15-07-2010 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector PB 07 FAQ (G-032) REV 0 2012-1/7 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole vissector Van toepassing vanaf: 11-06-2012 Opgesteld door: DG Controlebeleid Vincent

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector PB 07 FAQ (G-032) REV 1 2012-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole vissector Van toepassing vanaf: 18-12-2012 Opgesteld door: DG Controlebeleid Vincent

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 3 2009-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 4 2018-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens PB 07 FAQ (G-025) REV 0 2010-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie PB 07 FAQ (G-026 B2B) REV0 2014-1/7 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

Nadere informatie

AC-05. Wegtransport van diervoeders. Ver BT-12 v0.12

AC-05. Wegtransport van diervoeders. Ver BT-12 v0.12 AC-05 Ver 1.3 Wegtransport van diervoeders 1 BT-12 v0.12 HISTORIEK VAN HET DOCUMENT Versie en datum van goedkeuring 0.0 03/07/2008 1.0 09/08/2012 1.1 23/08/2013 1.2 25/02/2016 1.3 21/10/2016 Reden van

Nadere informatie

GRANEN, ZADEN EN VEEVOEDERS. Marktonderzoek

GRANEN, ZADEN EN VEEVOEDERS. Marktonderzoek GRANEN, ZADEN EN VEEVOEDERS Marktonderzoek Promotie Binnenvaart Vlaanderen Antwerpen oktober 2000 INHOUDSOPGAVE 1. DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK 4 1.1. DOELSTELLINGEN 4 2. VERVOERDE TONNAGE OVER HET BELGISCH

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector PB 07 FAQ (G-032) REV 2-2018 - 1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole vissector Van toepassing vanaf: 17-08-2018 Naam functie / dienst Datum Handtekening

Nadere informatie

Aflatoxine in maïs. Raadgevend comité maart Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Aflatoxine in maïs. Raadgevend comité maart Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Aflatoxine in maïs Raadgevend comité maart 2013 Oorzaak contaminatie Veroorzaakt door de schimmel Aspergillus Flavus bij specifieke climatologische

Nadere informatie

Jaarmonitor goederenvervoer

Jaarmonitor goederenvervoer Jaarmonitor goederenvervoer Goederenvervoer blijft groeien in 2018 In 2018 werd 1,71 miljard ton goederen vanuit, naar en in Nederland vervoerd. Dit was een stijging van 1,2 procent in vergelijking met

Nadere informatie

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 9 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [9] v C: conform NC: Niet-conform

Nadere informatie

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders PB 07 FAQ (G-001) REV 2 2011-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders Van toepassing vanaf: 24-08-2012 Opgesteld door: DG Controlebeleid Jacques

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie PB 07 FAQ (G-005) REV 2 2010-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie Van toepassing vanaf: 11/10/2013 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

INHOUD 2 1. VOORWOORD 3

INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 Mycotoxinemonitoring GRANEN oogst 2018 Inhoud INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 2. OBJECTIEVEN 3 3. BRON VAN GEGEVENS 4 4. ANALYSEMETHODES & GESCREENDE MYCOTOXINES 4 5. RESULTATEN NA-OOGST MONITORING 5 5.1 REGIONALE

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen.

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. Referentie PCCB/S3/CDP/5200333 Datum

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 2 2009-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

UITDAGINGEN BINNENVAART

UITDAGINGEN BINNENVAART UITDAGINGEN BINNENVAART PROMOTIE BINNENVAART VLAANDEREN 2012 09 18 WATERWEGEN West Europa heeft het dichtste waterwegennetwerk van de EU 90 miljoen inwoners EUR 910 miljard BBP 320 miljoen ton via Rijn

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie PB 07 FAQ (G-005) REV 1 2010-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie Van toepassing vanaf: 18-03-2010 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

1. Vervoersprestaties

1. Vervoersprestaties 1. Vervoersprestaties Goederenvervoer blijft sterker toenemen dan de economische groei en gebeurt nog steeds voor het grootste deel via de weg. Vlaanderen met een bevolking van iets meer dan zes miljoen

Nadere informatie

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders PB 07 FAQ (G-001) REV 4 2019-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders Van toepassing vanaf: 26-04-2019 Naam functie/ dienst Datum Handtekening

Nadere informatie

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2017

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2017 Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2017 20/09/2017 Inhoud INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 2. OBJECTIEVEN 3 3. BRON VAN GEGEVENS 4 4. ANALYSEMETHODES & GESCREENDE MYCOTOXINES 4 5. RESULTATEN NAOOGST MONITORING 5

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 1 2009-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders PB 07 FAQ (G-001) REV 3 2011-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders Van toepassing vanaf: 25-04-2013 Opgesteld door: DG Controlebeleid Jacques

Nadere informatie

VISSERIJVAARTUIGEN. Plaatscode: PL61 Activiteitencode: AC57 Productcode: PR132. 1. INFRASTRUCTUURVOORWAARDEN: verordening (EG) nr. 853/2004.

VISSERIJVAARTUIGEN. Plaatscode: PL61 Activiteitencode: AC57 Productcode: PR132. 1. INFRASTRUCTUURVOORWAARDEN: verordening (EG) nr. 853/2004. VISSERIJVAARTUIGEN. Bijlage III.3.1. bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het

Nadere informatie

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel PB 07 FAQ (G-014) REV 1 2009-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel Van toepassing vanaf: 15-04-2011

Nadere informatie

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie PB 07 FAQ (G-033) REV 1 2009-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Nadere informatie

Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan

Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan Wetgeving KB 14-11-2003 Koninklijk besluit betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen KB 27-04-2007 Koninklijk

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5. Bepalingen over het beheer van specifieke materiaalkringlopen en afvalstoffen

HOOFDSTUK 5. Bepalingen over het beheer van specifieke materiaalkringlopen en afvalstoffen VLAREMA 17 FEBRUARI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen Relevante artikels ivm binnenvaart,

Nadere informatie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 22 MAART 2013. - Ministerieel besluit betreffende de van de toepassingsmodaliteiten van de en de traceerbaarheid

Nadere informatie

Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL

Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL Full Service Container Logistics Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL 4-10-2013 Corporate presentatie 2 4-10-2013 Corporate presentatie 3 Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL MCS.

Nadere informatie

De noodzaak van het statuut van bijproducten voor de voedingsindustrie

De noodzaak van het statuut van bijproducten voor de voedingsindustrie De noodzaak van het statuut van bijproducten voor de voedingsindustrie 4 de Vlaamse afval- en materialencongres 06.04.11 Inhoud Voorstelling FEVIA / voedingsindustrie Voedingscyclus Huidige situatie Art

Nadere informatie

3328 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [3328] v1

3328 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [3328] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : 28 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [28] v1 C: conform NC: Niet-conform NA: niet van toepassing H: hoofdstuk B:

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de traceerbaarheid bij het verzenden van levensmiddelen van dierlijke oorsprong.

Omzendbrief met betrekking tot de traceerbaarheid bij het verzenden van levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de traceerbaarheid bij het verzenden van levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Referentie PCCB/S2/GDS/891700

Nadere informatie

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2015

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2015 Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2015 25/09/2015 Inhoud INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 2. OBJECTIEVEN 3 3. BRON VAN GEGEVENS 4 4. ANALYSEMETHODES & GESCREENDE MYCOTOXINES 4 5. RESULTATEN NAOOGST MONITORING 5

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende versleping van de diervoeders Huidige versie Referenties PCCB/S1/626741 Datum 15/03/2011 Trefwoorden Kruisverontreiniging,

Nadere informatie

(VO 183/2005 Bijlage III) De productie-eenheid is zo ontworpen dat zij adequaat kan worden gereinigd.

(VO 183/2005 Bijlage III) De productie-eenheid is zo ontworpen dat zij adequaat kan worden gereinigd. Toelatingsvoorwaarden voor veehouderijen welke voedermiddelen van dierlijke oorsprong vervoederen aan veedieren gehouden voor de productie van levensmiddelen. (implementatie van VO 79/2005) Bijlage III.8.9.

Nadere informatie

Technische fiche activiteit TRA ACT 125 versie n 2 11/06/2015

Technische fiche activiteit TRA ACT 125 versie n 2 11/06/2015 Korte omschrijving Fabrikant meststoffen dierlijke bijproducten Beschrijving Code Plaats Fabrikant PL43 Activiteit Vervaardiging AC39 Product Meststoffen, bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten PR128

Nadere informatie

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2016

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2016 Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2016 26/09/2016 Inhoud INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 2. OBJECTIEVEN 3 3. BRON VAN GEGEVENS 4 4. ANALYSEMETHODES & GESCREENDE MYCOTOXINES 4 5. RESULTATEN NAOOGST MONITORING 5

Nadere informatie

Gearchiveerd op 02/02/2015

Gearchiveerd op 02/02/2015 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... PRI 2494 Fabrieksvaartuig (garnalenkotter waar schaaldieren aan boord worden gekookt)

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector PB 07 FAQ (G-023) REV 3 2007-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector Van toepassing vanaf: 10-09-2010

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie PB 07 FAQ (G-022) REV 0 2011-1/5 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie Van toepassing

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 171/100 26.6.2019 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1084 VAN DE COMMISSIE van 25 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 wat betreft de harmonisatie van de lijst van erkende of geregistreerde

Nadere informatie

IEC 2475 Infrastructuur, inrichting, hygiëne : Erkende inspectieplaatsen voor fytosanitaire invoercontroles (plantaardige productie) [2475] v2

IEC 2475 Infrastructuur, inrichting, hygiëne : Erkende inspectieplaatsen voor fytosanitaire invoercontroles (plantaardige productie) [2475] v2 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... IEC 2475 Infrastructuur, inrichting, hygiëne : Erkende inspectieplaatsen voor fytosanitaire

Nadere informatie

Augustus Deze instructiebundel beschrijft de modaliteiten inzake pre-attestatie en precertificatie.

Augustus Deze instructiebundel beschrijft de modaliteiten inzake pre-attestatie en precertificatie. I. Toepassingsgebied Omschrijving van het product GN-code Land Broedeieren Levende dieren Sperma Embryo s Eicellen Producten van dierlijke oorsprong bestemd voor humane consumptie Diervoeders Levensmiddelen

Nadere informatie

V ERHOUDING GOEDERENGROEPEN

V ERHOUDING GOEDERENGROEPEN V ERHOUDING GOEDERENGROEPEN 0 landbouwproducten 1 voedingswaren 2 vaste brandstoffen 3 petroleumproducten 4 ertsen 5 metaalproducten 6 bouwmaterialen 7 meststoffen 8 nijverheidsproducten 9 allerhande VERVOERDE

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles Referentie PCCB/S1-4/1173544 Datum 01/08/2017 Huidige versie 2.0 Van toepassing

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie PB 07 FAQ (G-002) REV 2 2012-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie Van toepassing vanaf: 09-09-2013 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 16.3.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 225/2012 VAN DE COMMISSIE van 15 maart 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie PB 07 FAQ (G-022) REV2 2014-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie Van toepassing

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens PB 07 FAQ (G-025) REV 1 2010-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie PB 07 FAQ (G-033) REV 4 2009-1/11 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie PB 07 FAQ (G-022) REV 1 2011-1/5 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie Van toepassing

Nadere informatie

BC-06. Bevrachting via binnenvaart van diervoeders of te verwerken nevenstromen. Ver BT-12 v0.12

BC-06. Bevrachting via binnenvaart van diervoeders of te verwerken nevenstromen. Ver BT-12 v0.12 BC-06 Ver 0.1 Bevrachting via binnenvaart van diervoeders of te verwerken nevenstromen 1 BT-12 v0.12 HISTORIEK VAN HET DOCUMENT Revisie en Datum van goedkeuring Reden van revisie Draagwijdte van revisie

Nadere informatie

TRA 3169 Groothandel in diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3169] v1

TRA 3169 Groothandel in diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3169] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 69 Groothandel in diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [69] v C: conform NC: Niet-conform

Nadere informatie

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne PB 07 FAQ (G-033) REV 0 2009-2/8 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGGEBIED De bedoeling van dit document is de vragen, afkomstig van operatoren, auditoren,... aangaande de sectorgids autocontrole van de aannemers

Nadere informatie

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013 1 TOELICHTING HANDELSNORMEN VOOR EIEREN VERZAMELAARS Inhoud 1 Algemeen 2 Vergunning / registratie 3 Ontvangst, transportverpakking, begeleidend document eieren 4 Intraverkeer van eieren 5 Merken van de

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens PB 07 FAQ (G-025) REV 3 2010-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel PB 07 FAQ (G-014) REV 2 2009-1/11 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

ais op jouw schip AIS-steunprogramma voor de binnenvaart

ais op jouw schip AIS-steunprogramma voor de binnenvaart ais Alles op jouw over het Vlaamse AIS-steunprogramma voor de binnenvaart schip Geachte lezer Beste varende ondernemer De binnenvaart ligt mij als duurzame vervoersmodus nauw aan het hart. Precies daarom

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 23.10.2015 L 278/5 VERORDENING (EU) 2015/1905 VAN DE COMMISSIE van 22 oktober 2015 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat het testen op

Nadere informatie

Naam HAVEN ROTTERDAM import en export

Naam HAVEN ROTTERDAM import en export Naam HAVEN ROTTERDAM import en export Als er één plek is die duidelijk maakt waarom Nederland in de moderne tijd zo n belangrijk handelsland is, dan is het Rotterdam wel. De haven ligt in de delta van

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren PB 07 FAQ (G-039) REV 0 2012-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren Van toepassing

Nadere informatie

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie PB 07 FAQ (G-033) REV 2 2009-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Nadere informatie

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door professionele gebruikers en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen door distributeurs.

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door professionele gebruikers en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen door distributeurs. Federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Omzendbrief betreffende het bijhouden van registers over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de professionele gebruikers en de distributeurs

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector PB 07 FAQ (G-023) REV 1 2007-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector Van toepassing vanaf: 30-10-2009

Nadere informatie

Enquête: AIS in de binnenvaart

Enquête: AIS in de binnenvaart Enquête: AIS in de binnenvaart Pagina 1 Enquête: AIS in de binnenvaart A. Contactgegevens Naam... Voornaam... Geboortejaar... Geslacht M V Straat+ nummer+ bus... Postcode + gemeente... Telefoonnummer...

Nadere informatie

TRA 3047 Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vers vlees - TRACEERBAARHEID [3047] v1

TRA 3047 Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vers vlees - TRACEERBAARHEID [3047] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 047 Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vers vlees - TRACEERBAARHEID [047]

Nadere informatie

Omzendbrief betreffende de hygiëne en de verplichtingen inzake de traceerbaarheid van vrij wild en verklaringen van wildbewerkingsinrichtingen

Omzendbrief betreffende de hygiëne en de verplichtingen inzake de traceerbaarheid van vrij wild en verklaringen van wildbewerkingsinrichtingen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende de hygiëne en de verplichtingen inzake de traceerbaarheid van vrij wild en verklaringen van wildbewerkingsinrichtingen

Nadere informatie

Gearchiveerd op 01/03/2012

Gearchiveerd op 01/03/2012 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... PRI 228 Plantaardige productie bestemd voor consumptie - Pesticiden [228] v5 C : conform

Nadere informatie

Buitenlandse vrachtwagens op de Nederlandse wegen

Buitenlandse vrachtwagens op de Nederlandse wegen Publicatiedatum CBS-website: 24 juli 2007 Buitenlandse vrachtwagens op de Nederlandse wegen Wegsstromen in relatie tot Nederlands grondgebied voor 2005 Pascal Ramaekers, Mathijs Jacobs en Marcel Seip Centraal

Nadere informatie

BC-07. Bevrachting via zeevaart van diervoeders en te verwerken nevenstromen. Ver BT-12 v0.12

BC-07. Bevrachting via zeevaart van diervoeders en te verwerken nevenstromen. Ver BT-12 v0.12 BC-07 Ver 0.1 Bevrachting via zeevaart van diervoeders en te verwerken nevenstromen 1 BT-12 v0.12 HISTORIEK VAN HET DOCUMENT Revisie en datum van goedkeuring Reden van revisie Draagwijdte van de revisie

Nadere informatie

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan Federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Nadere informatie

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan Federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Nadere informatie

FAQ Versoepelingen in het kader van autocontrole en traceerbaarheid

FAQ Versoepelingen in het kader van autocontrole en traceerbaarheid 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ Versoepelingen in het kader van autocontrole en traceerbaarheid Versie 1 dd 2016-01-28 Van toepassing vanaf: 11/04/2016 Opgesteld door:

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie PB 07 FAQ (G-002) REV 3 2014-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie Van toepassing vanaf : 22/10/2014 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

PROCEDURE Beslissingsproces voor de verplichte validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land combinaties

PROCEDURE Beslissingsproces voor de verplichte validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land combinaties Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen 2019/1222/PCCB PROCEDURE Beslissingsproces voor de verplichte validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land

Nadere informatie

Eigen trafiek Brussel % % Transit % % Totaal % %

Eigen trafiek Brussel % % Transit % % Totaal % % PERSBERICHT 24 februari 2012 TRAFIEKEN IN DE BRUSSELSE HAVEN GEVEN IN 2011 EEN DUIDELIJKE GROEI AAN EN HALEN WEER HET PEIL VAN VÓÓR DE CRISIS. De watergebonden overslag in de Brusselse haven heeft voor

Nadere informatie

DIS 2179 Horeca / grootkeukens / melkkeukens : traceerbaarheid [2179] v7

DIS 2179 Horeca / grootkeukens / melkkeukens : traceerbaarheid [2179] v7 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... DIS 2179 Horeca / grootkeukens / melkkeukens : traceerbaarheid [2179] v7 C : conform

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 april 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 april 2019; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende een vijfjarige subsidieregeling ter bevordering van de hinterlandconnectiviteit van de Vlaamse zeehavens via bundeling van spoorvolumes DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 28 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [28] v1 C: conform NC:

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren PB 07 FAQ (G-039) REV 3 2012-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren Van toepassing

Nadere informatie

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari 2017

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari 2017 Algemeen omschrijving Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari februari februari tonkilometer (tonkm) 332.379.614 327..14 +1,65% 757.171.937 658.7.244 +15,7% tonnage (ton) 5.59.538 5.285.87

Nadere informatie

Publiek-Private Samenwerking voor de bouw van laad- en losinstallaties. Evaluatierapport Opgemaakt door de Commissie kaaimuren

Publiek-Private Samenwerking voor de bouw van laad- en losinstallaties. Evaluatierapport Opgemaakt door de Commissie kaaimuren Publiek-Private Samenwerking voor de bouw van laad- en losinstallaties Evaluatierapport 1998 2010 Opgemaakt door de Commissie kaaimuren april 2011 1 Inhoud Situering... 3 De projecten... 4 Evaluatie van

Nadere informatie

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 VERORDENING (EU) Nr. 284/2011 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer

Nadere informatie

TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2)

TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2) TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2) 1 juli 2008 1 Toepassing in uw onderneming HTP Advies B.V. Begeleiding bij o.a. ISO (9001, 22000), GMP +, HACCP (www.htp-advies.nl) Praktijkervaring

Nadere informatie