Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 24 mei 2004

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 24 mei 2004"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG 2003 COLLEGE BOUW ZIEKENHUISVOORZIENINGEN Uitgebracht aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 24 mei 2004 Cbz/nrC:\Documents and Settings\mul\Local Settings\Temporary Internet Files\OLK56\Jaarverslag Cbz 2003.doc

2

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord I 1. Leeswijzer en centrale thema s Leeswijzer Centrale thema s Uitvoeringstoetsen en signalering van ontwikkelingen Inleiding Sectoroverstijgend Ziekenhuizen Verpleging en verzorging Geestelijke gezondheidszorg Gehandicaptenzorg Ontwikkeling en vaststelling van kaders Inleiding Bouwmaatstaven en basiskwaliteitseisen Bouwkostennormen Monitoring gebouwkwaliteit Kennisontsluiting Bouwplanbeoordeling Inleiding Bouwprocedures Beoordeling individuele bouwplannen Bezwaarschriften en klachten Visie op het eigen functioneren: doelmatigheid en doeltreffendheid Inleiding Kwaliteit, transparantie en klantgerichtheid Doelmatigheid Doeltreffendheid Externe contacten Externe relaties Voorlichting en communicatie 43

4 7. Het Bouwcollege en zijn bureau Bouwcollege Het bureau van het Bouwcollege Financieel verslag en accountantsverklaring Financieel verslag Accountantsverklaring 56 BIJLAGEN 1. Verantwoording werkzaamheden 2. Personele samenstelling Bouwcollege en commissies 2a Nevenfuncties leden Bouwcollege 3. Personele samenstelling bureau 4. Publicaties Bouwcollege Productiecijfers beoordeling individuele (bouw)aanvragen

5 VOORWOORD Voor u ligt het jaarverslag 2003 van het Bouwcollege. Met het afsluiten van 2003 is een einde gekomen aan de eerste zittingsperiode van het Bouwcollege. De nieuwe zittingsperiode loopt tot 1 januari Dit heeft te maken met de verwachte invoering van het nieuwe zorgstelsel op deze datum. In de nieuwe zittingsperiode heeft het Bouwcollege (deels) een ander gezicht. Er zijn enkele wijzigingen opgetreden in de samenstelling van het bestuur. Er is een nieuwe voorzitter. Ook keert een aantal bestuursleden niet meer terug: mevrouw Levert en de heren Fermina en Wijnja. De heer Te Veldhuis is hiervoor in de plaats gekomen. Op deze plaats wil ik diegenen die afscheid hebben genomen, bedanken voor hun jarenlange inzet. In het bijzonder Hans de Boer die 9 jaar op voortreffelijke wijze leiding heeft gegeven aan het Bouwcollege. Het Bouwcollege is volop in ontwikkeling ik kom daar verderop op terug maar ook de buitenwereld. De Wet toelating zorginstellingen (WTZi), voorheen de Wet exploitatie zorginstellingen, is in voorbereiding. De WTZi markeert de overgang naar een systeem met gereguleerde marktwerking. In dat systeem komen op den duur de institutionele zekerheden van het huidige stelsel (getypeerd als risico-arm ondernemen ) te vervallen: de (omgekeerde) contracteerplicht, het investeringsbudget, lage solvabiliteitseis en hoge financierbaarheid, de prijsgarantie en regelingen voor sanering en voor noodlijdende instellingen. Op die wijze wordt het gesloten systeem van WZV-WTG-ZFW/AWBZ opengebroken naar markttypen, waarbij in meer of mindere mate concurrentie zal plaatsvinden. Het Bouwcollege is als uitvoeringsorgaan nauw betrokken bij de uitvoeringsaspecten c.q. het praktisch handen en voeten geven aan het wetsvoorstel. Van groot belang vind ik daarbij dat de mogelijkheid van sturing op hoofdlijnen door de overheid behouden blijft. Publieke controle op de besteding van publieke middelen en de kwaliteit van de zorg, inclusief de daarvoor noodzakelijke infrastructuur, vind ik niet meer dan vanzelfsprekend, overigens met behoud van zoveel mogelijk vrijheid en eigen verantwoordelijkheid voor de instellingen. Een geheel ander dossier dat de aandacht van het Bouwcollege heeft, betreft de bouwfraude. Recent is in de Kamer weer over malversaties gesproken, waarbij ditmaal ook de utiliteitsbouw aan de orde is gekomen. Er zijn nauwelijks of geen harde gegevens beschikbaar, maar het lijkt mij waar in andere sectoren het bestaan van bouwfraude via de parlementaire enquête inzichtelijk is geworden op voorhand niet uit te sluiten dat ook in de zorg sprake is van malversaties. Het Bouwcollege heeft overigens, ondanks herhaalde verzoeken, nog steeds geen inzicht gekregen in het materiaal waarover de Nederlandse Mededingingsautoriteit beschikt. Omdat voorlopig onvoldoende inzicht bestaat in de aard en omvang hiervan, is het moeilijk uitspraken te doen over gewenste maatregelen. Als de fraude beperkt is van omvang, ligt een uitgebreid controlesysteem c.q. een uitbreiding van de administratieve lastendruk niet in de rede. Indien echter zou blijken dat sprake is van een aanzienlijke omvang, ben ik van mening dat stringente maatregelen moeten worden overwogen. Te allen tijde geldt dat generieke maatregelen dat wil zeggen maatregelen die voor de gehele bouwsector gelden de voorkeur verdienen. In aanvulling hierop zouden sectorspecifieke voorstellen, zoals het anders inrichten van budgettair bouwen, nader kunnen worden uitgewerkt. I

6 Ook anderszins blijkt dat een sturende overheid essentieel is. Ik vraag in dit verband aandacht voor de privacy-problematiek in de sector verpleeghuizen en voor de uitkomsten van het monitoringonderzoek in de sector gehandicaptenzorg. In hoofdstuk 4 wordt geconstateerd dat in oktober 2003 nog bijna bewoners (een kleine 35% van het totaal aantal bewoners van verpleeghuizen) in drie- of meerpersoonskamers verblijft én dat voor circa plaatsen op dat moment nog geen concrete aanvraag voor verbetering bij het Bouwcollege was ingediend. Hoofdstuk 3 laat zien dat uit het onderzoek naar de gebouwkwaliteit in de gehandicaptenzorg (monitoring) geconcludeerd mag worden dat 62% van de gebouwen in de intramurale gehandicaptenzorg aan de minimumeisen voor woonkwaliteit voldoet. De gebouwen op de grote intramurale locaties scoren gemiddeld het slechtst. Vaak is het sanitair ontoereikend, zijn de groepen te groot en de oppervlakte van de zit-/slaapkamer te klein. Het Bouwcollege probeert samen met de betreffende brancheorganisaties en VWS een initiërende, stimulerende rol te vervullen. Om concrete verbeteringen aan te kunnen brengen (reductie van meerpersoonskamers en verbetering van de gebouwkwaliteit) is het essentieel dat de overheid beïnvloedingsmogelijkheden heeft. Het zou een stap terug zijn als de overheid het instrumentarium dat zij thans tot haar beschikking heeft in de toekomst niet meer zou kunnen inzetten. Ik memoreerde eerder reeds dat er ook intern veel in beweging is. Het Bouwcollege heeft op 31 december jl. de eerste vier jaar als Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) afgesloten. Enige bespiegelingen op wat er tussen 1 januari 2000 en heden is gebeurd, mogen op deze plaats mijns inziens niet ontbreken. Ik heb de ontwikkelingen uiteraard van een afstand, als voorzitter van een bevriend college, gevolgd. Bij de omvorming tot ZBO heeft het Bouwcollege een aantal doelstellingen geformuleerd. Wat is hiervan gerealiseerd en wat vraagt nog extra aandacht? Een ZBO moet een klantgerichte, transparante organisatie zijn. Daaraan is de afgelopen jaren hard gewerkt. Vorig jaar is een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd naar de bouwplanbeoordeling, in het verslagjaar was de Bouwkostennota onderwerp van onderzoek. De uitkomsten van beide onderzoeken stemmen tot tevredenheid. Het Bouwcollege scoort een ruime voldoende. Wel zijn aanbevelingen gedaan, die het Bouwcollege heeft overgenomen en die tot verbeteringen moeten leiden. Bijvoorbeeld op het punt van het digitaliseren ofwel intelligent maken van indieningsformulieren. Eigenlijk is het vreemd dat bij het Bouwcollege nog dozen vol papier moeten worden afgeleverd, terwijl er technisch zoveel mogelijk is. In 2004 zijn op dit gebied reeds belangrijke stappen gezet. Dat het Bouwcollege een transparante organisatie is, blijkt uit het feit dat we zijn gecertificeerd. Documenten als het Kwaliteitshandboek en het Compendium bieden de buitenwereld inzicht in de organisatie en zijn werkwijze. Vier jaar geleden stelde het Bouwcollege zich ook ten doel een accentverschuiving te bewerkstelligen van bouwplanbeoordeling naar het verzamelen en ontsluiten van kennis. Dit proces verloopt moeizaam, omdat (ondanks dereguleringsmaatregelen) de hoeveelheid ingediende bouwplannen niet afneemt. Ook het afgelopen jaar was dit het geval. II

7 Voor het verzamelen van kennis is een wisselwerking met het veld van belang. Niet alleen binnen de eigen landsgrenzen, maar ook daarbuiten. Zoals bekend, maakt het Bouwcollege deel uit van een Europees netwerk, het EU Health Property Network. De nieuwe bouwmaatstaven voor OK s, die op 12 januari 2004 in het Bouwcollege zijn vastgesteld, zijn in nauwe Europese samenwerking tot stand gekomen. Alle betrokkenen zijn enthousiast over de gevolgde werkwijze, de Europese contacten worden als inspirerend ervaren. Kennis moet ook worden ontsloten. Het Bouwcollege doet dat op diverse manieren. Er wordt hard gewerkt aan het opzetten van een kennisdirectory, die zowel intern als extern moet kunnen worden geraadpleegd. Daarnaast wordt best practice gepubliceerd (in bouwmaatstaven en cahiers) en worden cursussen georganiseerd. We zijn in het verslagjaar gestart met zogeheten casusbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn concreet er wordt casuïstiek van de deelnemende instellingen besproken en kleinschalig van opzet; er is ruimte voor circa 25 deelnemers. Voor deze casusbijeenkomsten blijkt een brede belangstelling te bestaan. Een korte tour d horizon over 2003 mag in een woord vooraf natuurlijk niet ontbreken. Het Bouwcollege heeft bouwmaatstaven opgesteld voor AWBZ-voorzieningen. Een enorme klus waar een half jaar hard aan is gewerkt. Het resultaat is een document dat grote waardering kreeg. Hierin is het bekende onderscheid in sectoren (ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg) verdwenen: de tot voor kort geldende sectorale bouwkundige en financiële uitgangspunten zijn geharmoniseerd. De nieuwe maatstaven vervangen twaalf bestaande bouwmaatstaven en referentiekaders en leveren zo een vergaande vereenvoudiging en deregulering op. Daarnaast is, zoals eerder aangestipt, het monitoringonderzoek in de sector gehandicaptenzorg afgerond. Het onderzoek heeft een schat aan informatie opgeleverd, ook voor de instellingen. Zij kunnen hier bijvoorbeeld bij het opstellen van een langetermijnhuisvestingsplan hun voordeel mee doen. In het verlengde hiervan is onderzoek gedaan naar de bouwbehoefte in de sector. Op 5 april jl. heeft het Bouwcollege hierover gerapporteerd aan de minister. Inmiddels is het volgende monitoringonderzoek, in de GGZ, volop op stoom. Ook is in 2003 veel aandacht geschonken aan kwaliteit. Zo werd QIND ontwikkeld, een evaluatiesysteem om de integrale kwaliteit van ontwerpen voor gezondheidszorgvoorzieningen te beoordelen en werden drie ideeënprijsvragen voor (aankomende) architecten uitgeschreven. Voor de komende jaren heeft het Bouwcollege een forse financiële taakstelling opgelegd gekregen, oplopend tot 12% in Dit alles zal niet onopgemerkt aan ons voorbij gaan. Ik spreek de hoop uit dat het Bouwcollege op een adequate wijze invulling kan blijven geven aan zijn mission statement: medeverantwoordelijkheid voor voldoende capaciteit, een kwalitatief goede zorginfrastructuur en een goede prijs-kwaliteitverhouding. Utrecht, 24 mei 2004 drs. R.L.J.M. Scheerder Voorzitter III

8 1 LEESWIJZER EN CENTRALE THEMA S 1.1 Leeswijzer Dit jaarverslag is als volgt opgezet. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt samenvattend ingegaan op de (invulling die het College bouw ziekenhuisvoorzieningen heeft gegeven aan de) centrale thema s die in het verslagjaar speelden. Door de minister gevraagd onderzoek (uitvoeringsaspecten van voorgenomen beleid) en onderzoek op eigen initiatief (signalering van ontwikkelingen en trends in de zorg) vormen de basis van het tweede hoofdstuk. De onderwerpen worden sectorgewijs behandeld. Daarna volgt een hoofdstuk waarin wordt ingegaan op de ontwikkeling en actualisering van de voor de diverse sectoren geldende bouwmaatstaven, met inbegrip van de basiskwaliteitseisen. Verder komt hier de structurele informatieverschaffing aan het veld en de minister (kwaliteit gebouwenbestand, bouwbehoefte, Bouwkostennota) aan de orde. De bouwplanbeoordeling wordt in het vierde hoofdstuk weergegeven. Het gaat daarbij in hoofdzaak om het adviseren over verklaringsaanvragen en beslissen over schetsontwerpen en vergunningen, het toetsen van meldingen en langetermijnhuisvestingsplannen (LTHP s), en om het traject na de vergunningverlening: de bouwbegeleiding. Ook de algemene trends bij de bouwprojecten in de diverse zorgsectoren komen aan de orde. Hoofdstuk 5 bevat een visie op het eigen functioneren van het Bouwcollege in het kader van het door de minister gevraagde inzicht in de doelmatigheid en doeltreffendheid van de werkzaamheden. Dit hoofdstuk bevat ook een verantwoording van de in 2003 verrichte werkzaamheden, schematisch weergegeven in bijlage 1. Hoofdstuk 6 beschrijft de activiteiten die worden ontwikkeld op het terrein van voorlichting en communicatie en externe relaties, met aandacht voor onder meer (bouw)cursussen, periodieken en cahiers/brochures, website, het EU Health Property Network en contacten met veldpartijen, andere ZBO s, VWS en branche- en belangenorganisaties. In hoofdstuk 7 wordt kort ingegaan op de samenstelling en werkwijze van bestuur, onderstructuur en bureau. Hierin zijn ook het sociaal jaarverslag en een verslag van de activiteiten van de Ondernemingsraad opgenomen. Het jaarverslag eindigt in hoofdstuk 8 met het financieel verslag en de accountantsverklaring. Tot slot volgen enkele bijlagen. 1

9 1.2 Centrale thema's 2003 De uitgangspunten voor de werkzaamheden van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen liggen vast in de Wet ziekenhuisvoorzieningen en zijn verwoord in zijn mission statement. Hierin is vastgelegd dat het Bouwcollege zich medeverantwoordelijk voelt voor voldoende capaciteit, een kwalitatief optimale zorginfrastructuur en een goede prijs-kwaliteitverhouding. In 2003 is op basis daarvan speciale aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: kwaliteit van de zorginfrastructuur; wachtlijstproblematiek; verdere ontwikkeling als expertisecentrum; deregulering. Hieronder wordt samenvattend ingegaan op deze onderwerpen. Voor een uitgebreidere omschrijving wordt verwezen naar de achterliggende hoofdstukken waarin de thema s terugkomen. Kwaliteit van de zorginfrastructuur De bestaande gebouwkwaliteit in de gehandicaptenzorg vormde het onderwerp van het monitoringonderzoek dat het Bouwcollege in samenwerking met de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) in het verslagjaar uitvoerde. De resultaten van dit onderzoek leiden tot een verhoging van de inspanningen om de kwaliteit te verbeteren. In het verslagjaar is ook een begin gemaakt met het monitoren van de gebouwkwaliteit in de geestelijke gezondheidszorg. De ouderenzorg en de ziekenhuizen zullen in de loop der tijd volgen. Meer innovatie en creativiteit in de ontwerpen voor de zorgbouw vormde de aanleiding tot het uitschrijven van drie ideeënprijsvragen voor (aankomende) architecten, waarvan er één - die voor de ouderenzorg in het verslagjaar is afgerond. Het gebrek aan privacy in verpleeghuizen, en met name de problematiek van de meerpersoonskamers, is in het verslagjaar wederom onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat een afname van het aantal meerpersoonskamers heeft plaatsgevonden. De afname verloopt moeizaam en vormt blijvend onderwerp van inspanning van het Bouwcollege, het ministerie en de brancheorganisatie. Ook is in het verslagjaar een kwaliteitsevaluatiesysteem, Quality Index (QIND) genaamd, ontwikkeld om de integrale kwaliteit van ontwerpen voor gezondheidszorgvoorzieningen te kunnen meten. Wachtlijstproblematiek Wachtlijstproblematiek die samenhangt met zorgbouw, wordt op verschillende manieren aangepakt. Allereerst wil het Bouwcollege de bouwprocedures zo kort mogelijk laten duren en streeft naar snelle doorlooptijden. Verder wordt geregeld overleg gevoerd met initiatiefnemers over in te dienen of ingediende plannen. De opzet, verbetering en goede manier van indienen, worden hierbij onder meer besproken. Het aanjaagteam van het Bouwcollege spant zich ook in om de capaciteit en kwaliteit van de zorginfrastructuur zoveel mogelijk te bevorderen. De aanjagers bezoeken hiertoe onder meer instellingen, zorgkantoren en gemeenten en spreken met deze partijen over versnelling van projecten, wegnemen van problemen, enzovoorts. In februari van het verslagjaar kreeg de staatssecretaris het signaleringsrapport Op tijd bouwen voor ouderen overhandigd. Hierin werd onder meer aandacht gevraagd voor de gevolgen van de vergrijzing voor de bouw van intensieve zorgplaatsen en zorgwoningen. Ook de vergrijzing in de geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg kwamen aan de orde. 2

10 Verdere ontwikkeling expertisefunctie In het kader van het verder uitbouwen van zijn expertisefunctie heeft het Bouwcollege ook in het verslagjaar een verscheidenheid aan activiteiten uitgevoerd. Belangrijk in dit verband is dat een extern bureau de opdracht kreeg een (plan van aanpak voor een) zogenaamde kennisdirectory te ontwikkelen die op eenvoudige wijze de kennis en informatie die bij het Bouwcollege aanwezig is, bijeenbrengt en vandaar zal ontsluiten. Deze kennisdirectory zal in 2004 operationeel worden. Ook langs andere wegen stelde het Bouwcollege zijn expertise beschikbaar, bijvoorbeeld door middel van cursussen, casusbijeenkomsten, symposia en voorlichtingsdagen. In het verslagjaar zijn deze activiteiten alleen maar toegenomen. Daarnaast werd voor de eerste maal een cahier uitgebracht, waarin een bepaald thema diepgaander wordt belicht, in dit geval aanbesteden. De bouwmaatstaven voor de AWBZ-(verblijfs)voorzieningen werden vastgesteld, evenals twee belangrijke uitwerkingen van de bouwmaatstaven algemeen ziekenhuis, namelijk de maatstaven voor de verpleegvoorzieningen en die voor de operatieafdeling. Daarbij werd wederom de nieuwe opzet gevolgd, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar basiskwaliteitseisen en good practice, een benadering die in het veld breed weerklank vindt. Deregulering Begin vorig jaar heeft de door de minister ingestelde Commissie De Beer haar rapport Minder regels, meer zorg gepresenteerd. De commissie, waarin ook het Bouwcollege was vertegenwoordigd, doet daarin concrete voorstellen om de administratieve lasten in de zorgsector terug te dringen. Een aantal voorstellen is inmiddels gerealiseerd, voor andere is een aanzet daartoe gedaan. Als voorbeeld kan het principe van budgettair bouwen genoemd worden, dat het Bouwcollege wil stimuleren, waartoe onder meer een uitvoeringstoets en een circulaire zijn uitgebracht. Ook de nieuwe bouwmaatstaven in het bijzonder die voor de AWBZ-voorzieningen en voor ziekenhuisverpleging dragen bij tot vereenvoudiging en deregulering, niet in de laatste plaats omdat ze een veelvoud van bestaande maatstaven vervangen. In dit verband kan ook de wens tot beperking van doorlooptijden van bouwinitiatieven genoemd worden: in het verslagjaar zijn de doorlooptijden, die door instellingen vaak als erg lang worden ervaren, geanalyseerd. De oorzaken blijken meestal niet zozeer in de wettelijke procedures te liggen maar eerder in gebrek aan voortgang bij initiatiefnemers (door problemen met grondverwerving en/of ruimtelijke ordening, fusievorming/directiewisseling, voortschrijdend inzicht e.d.) en in de plaatsing op de prioriteitenlijst. 3

11 2 UITVOERINGSTOETSEN EN SIGNALERING VAN ONTWIKKELINGEN 2.1 Inleiding Een deel van de wettelijke taken van het Bouwcollege bestaat uit het doen van door het ministerie gevraagd onderzoek naar de gevolgen van beleidsvoornemens voor de uitvoering (uitvoeringstoets). Het Bouwcollege heeft daarnaast de taak ontwikkelingen te signaleren en deze onder de aandacht te brengen van het ministerie (signaleringsrapport). In dit hoofdstuk wordt nader inhoudelijk ingegaan op de uitvoeringstoetsen, signaleringsrapporten en brieven die in het verslagjaar zijn uitgebracht. Onder andere wordt aandacht besteed aan de zelfstandige behandelcentra, verkorting verpleegduur, privacy in verpleeghuizen, veiligheidsaspecten in de psychiatrie en de toekomst van de hoofdlocaties in de gehandicaptenzorg. Voor meer informatie wordt verwezen naar de publicaties (zie bijlage 4). 2.2 Sectoroverstijgend Wet exploitatie zorginstellingen (WEZ) wordt Wet toelating zorginstellingen (WTZi) Aan het eind van het verslagjaar diende de minister een derde nota van wijziging bij de Tweede Kamer in ten aanzien van het wetsvoorstel Wet exploitatie zorginstellingen, de beoogde opvolger van de Wet ziekenhuisvoorzieningen. Tot die tijd had het proces van wetgeving rond de WEZ stilgelegen door verkiezingen en kabinetsformaties. De nota van wijziging houdt in dat de naam van de wet gewijzigd zal worden in Wet toelating zorginstellingen (WTZi), een sterker accent op marktwerking gelegd wordt, (uitkeerbare) winst in de zorg mogelijk wordt en dat deelmarktgewijs de aanbodregulering meer wordt losgelaten. Ook wordt een andere invulling van de overheidsverantwoordelijkheid voor de zorginfrastructuur duidelijk: de overheid wil meer gaan sturen op de spreiding van vitale zorg en de regiovisie is geschrapt. Het Bouwcollege neemt deel aan de werkgroepen voor een verdere invulling van de wet, zoals bouwregime, beleidsregels en toelating. Designcriteria voor bouwplanbeoordeling / Integraal kwaliteitssysteem (QIND) Het Bouwcollege heeft een signaleringsrapport uitgebracht naar aanleiding van de ontwikkeling van een kwaliteitsevaluatiesysteem om de integrale kwaliteit van ontwerpen voor gezondheidszorgvoorzieningen op waarde te kunnen schatten. Integrale kwaliteit betekent dat niet alleen wordt gekeken naar de functionele en technische kwaliteit, maar ook naar belevingswaarde, healing environment en stedelijke en sociale integratie. Juist deze aspecten zijn vaak bepalend voor de waardering van de gebruikers of passanten van een gebouw. De methode heeft de naam QIND gekregen als aanduiding van de kwaliteitsindex die eruit voortvloeit. QIND is bedoeld om initiatiefnemers een methode aan te reiken waarmee zij in diverse fasen van de voorbereiding van hun bouwplannen de kwaliteit zelf kunnen evalueren. De methode kan als checklist structurerend zijn voor het programma van eisen en kan achteraf ook worden gebruikt voor de evaluatie van het in gebruikgenomen gebouw. Het Bouwcollege zal QIND zelf ook gebruiken om een beter inzicht te krijgen in ingediende complexe bouwinitiatieven, bij overleg met instellingen over hun bouwplannen en bij de onderbouwing van good practice-voorbeelden. De methode is niet bedoeld als extra criterium - naast de basiskwaliteitseisen - bij de formele bouwplanbeoordeling. De kwaliteitsindex is te berekenen 4

12 door gebruik te maken van een evaluatie-instrument (vragenlijst), dat de aspecten functionaliteit, techniek en belevingswaarde waardeert en daarnaast de kosten beschouwt. Tevens wordt duidelijk of er meerwaarde op het gebied van flexibiliteit en duurzaamheid aanwezig is en in hoeverre wordt voldaan aan de basiskwaliteitseisen uit de maatstaven en de sectorale beleidsregels van de overheid. De cijfermatige uitkomst moet worden gezien als een indicatie. Gezien het subjectieve karakter van sommige onderdelen is enige relativering op zijn plaats. Het evaluatie-instrument is afgeleid van de door de NHS Estates in Engeland ontwikkelde Achieving Excellence Design Evaluation Toolkit (AEDET), die veel aandacht besteedt aan de belevingswaarde van zowel het in- als exterieur van het gebouw. QIND moet dus vooral worden gezien als een eerste poging om het aspect belevingswaarde te kunnen beoordelen. Op grond van ervaringen in de komende maanden (via enkele pilotprojecten, eigen ervaringen en die van instellingen en hun adviseurs) zal de methode nog worden geactualiseerd. Het in het verslagjaar uitgebrachte signaleringsrapport is zelf dan ook niet bedoeld als werkmodel voor de instellingen maar als (eerste) antwoord aan de minister op het verzoek een kwaliteitsindex te ontwikkelen; dit verzoek vloeide voort uit de wens van de minister zo snel mogelijk uitwerking te geven aan voorstellen van de Commissie De Beer om de administratieve lasten in de zorgsector terug te dringen. De minister heeft inmiddels positief gereageerd op het signaleringsrapport en het Bouwcollege verzocht nog dit jaar een vervolgrapportage uit te brengen. Binnenkort komt overigens een geautomatiseerde versie van QIND beschikbaar die door de instellingen wél als werkmodel kan worden gebruikt. Ketenzorg en zorgpaden Een zorgpad is gebaseerd op best clinical practice en een routekaart voor de zorgverlening aan cliënten bij een omschreven gezondheidsprobleem. De routekaart houdt een beschrijving in van de aard van de zorg, de zorgactiviteiten, de zorgorganisatie en het gebruik van de infrastructuur. Als voorbereiding op het jaarthema 2004 Ketenzorg en zorgpaden is in het verslagjaar een voorstudie gedaan naar beschikbare literatuur. Op cliënt- en instellingsniveau verdient de logistiek, positionering van voorzieningen in een gebouw en specifieke voorzieningen voor ziektebeelden (zoals mammapoli, stroke units) aandacht. Meer ketenzorg en zorgpaden zullen waarschijnlijk gevolgen hebben voor de zorg op macroniveau. Dit zou nader in kaart kunnen worden gebracht. Tenslotte zullen de bekostiging van de zorg en de invloed hiervan op zorgketens en zorgpaden nader worden onderzocht. Ook wordt gekeken naar het effect van de vrij onderhandelbare Diagnose Behandeling Combinaties (DBC) en de functiegerichte bekostiging op de ontwikkeling van zorgketens. 2.3 Ziekenhuizen Zelfstandige behandelcentra (ZBC) De minister heeft in het verslagjaar zelfstandige behandelcentra (ZBC's) meer ruimte gegeven om te concurreren met gevestigde ziekenhuizen. Zelfstandige behandelcentra zijn privé-klinieken van een wat grotere omvang, die gewone ziekenfondszorg leveren, maar ook private zorg mogen aanbieden. De minister wil enkele obstakels voor toetreding tot de markt slechten. Die obstakels zijn de eis dat er een wachtlijst moet bestaan voor de specialismen waar het behandelcentrum zich op wil gaan richten en de 5

13 noodzaak van een samenwerkingsregeling met een ziekenhuis voor de opvang van calamiteiten. De minister handhaaft wel het criterium dat ZBC's geen zorg mogen aanbieden die een langer verblijf vergt dan 24 uur (langer verblijf betekent dus ziekenhuisopname). Wat ook blijft, is het verbod op winstoogmerk c.q. winstbestemming buiten de exploitatie van het ZBC, zoals een uitkering aan aandeelhouders. ZBC's blijven vergunningplichtig op grond van de WZV, maar de aanvraagprocedure wordt vereenvoudigd (alleen vergunning nodig) en verkort. Het Bouwcollege heeft in een signaleringsrapport voorgesteld de belemmering voor ziekenhuizen om 'terug te concurreren' met ZBC s te schrappen, mede om betere kwaliteitswaarborgen te bewerkstelligen voor de zorg in ZBC's (met name operaties). Uit de aanpassingen van de regeling Zelfstandige Behandelcentra blijkt dat ziekenhuisparticipatie niet meer afgewezen wordt, mits transparantie en zelfstandigheid van de bedrijfsvoering zijn gewaarborgd. Dit moet blijken uit eigen tarieven, contracten met verzekeraars, eigen verslaglegging en een eigen fiscale eenheid. Ontwikkeling bedgebruik ziekenhuizen (vervolgonderzoek) Door de vergrijzing en ontwikkelingen in de medische techniek is een aanzienlijke toename van het aantal ziekenhuispatiënten te verwachten. Aangezien ziekenhuizen in nieuwbouwplannen, evenals de minister, uitgaan van een daling van het beschikbare aantal bedden per 100 inwoners, dringt de vraag zich op of een daling van het aantal bedden op langere termijn niet zal leiden tot knelpunten. Uit een onderzoek van het Bouwcollege is gebleken dat door organisatorische aanpassingen in het ziekenhuis en een betere coördinatie in de gehele zorgketen (bijvoorbeeld een snellere doorstroming naar het verpleeghuis) de verblijfsduur in ziekenhuizen met tientallen procenten kan worden verkort. De bedden die daarmee vrij komen, kunnen worden aangewend om de groei van het aantal patiënten op te vangen. Het signaleringsrapport waarin deze bevindingen zijn neergelegd, is getiteld "Ontwikkeling bedgebruik ziekenhuizen" en betreft een vervolgonderzoek op een eerder uitgebracht rapport, waarin de verschillende scenario s zijn doorgerekend voor de ontwikkeling van het bedgebruik. Hieruit bleek dat het in 2015 mogelijk is te komen tot een daling van het aantal beschikbare bedden per 1000 inwoners tot ongeveer 2 (nu circa 3). Ook kwam uit dit signaleringsrapport naar voren dat de verpleegduur, in vergelijking met andere westerse landen, in Nederland lang is. In het vervolgonderzoek is nagegaan welke mogelijkheden er op dit moment reeds zijn voor een verkorting van de verpleegduur in Nederland. Daaruit blijkt dat circa 30% van het aantal bezette bedden voor orthopedie en neurologie kan worden vrijgemaakt, wanneer de organisatie van de zorg in ziekenhuizen wordt verbeterd en, mede hierdoor, een vlottere doorstroming van patiënten naar vervolgzorg mogelijk wordt. Uiteraard veronderstelt dit de aanwezigheid van voldoende capaciteit in die vervolgvoorzieningen. Voor CVA-patiënten (herseninfarct) en mensen met een heupfractuur blijkt zelfs een verkorting in de verpleegduur mogelijk van 50% procent. Een belangrijke rol bij CVA speelt het van de grond komen van zorgketens, een fenomeen dat ook toepasbaar lijkt voor andere categorieën patiënten. Bij de diagnose hartinfarct kan bijna 25% op het aantal bedden worden bespaard. In zijn reactie geeft de minister aan dat de bevindingen worden meegenomen bij de herziening van de beleidsregels ex art. 3 WZV. Onderwijsvoorzieningen in algemeen ziekenhuis Vooral als gevolg van de forse uitbreiding van het aantal co-assistenten (door de verruiming van de numerus fixus voor de opleiding geneeskunde in de afgelopen jaren) en de stijging van het aantal specialisten in opleiding (agio s) neemt het aantal personen in opleiding sterk toe. Ook hebben veel opleidingen in de zorg (medisch, paramedisch en verpleegkundig) een relatie met het ziekenhuis: het 6

14 ziekenhuis functioneert als stageverlenende instelling of heeft personeel in dienst dat in opleiding is. Ook hier is sprake van een toename. In een signaleringsrapport heeft het Bouwcollege geconcludeerd dat, hoewel het niet mogelijk is een betrouwbare schatting te maken van de in de nabije toekomst noodzakelijke (extra) oppervlakte voor onderwijsdoeleinden, de thans beschikbare ruimte in elk geval ontoereikend is en de onderwijscapaciteit van ziekenhuizen de komende jaren zal worden vergroot. Nieuwbouw of renovatie voor onderwijsdoeleinden kan worden gerealiseerd via een melding of een verklaring/ vergunningprocedure. Realisatie via de meldingsregeling is voor sommige instellingen slechts beperkt mogelijk, omdat de opbouw van de trekkingsrechten loopt tot 50% van de nieuwbouwwaarde. Daarbij is feitelijk te weinig rekening gehouden met de benodigde voorzieningen voor onderwijs en opleiding, een gevolg van het statische karakter van de opbouw van de middelen. Aanpassing van de regeling is noodzakelijk. Realisatie via een verklaring/vergunningprocedure is ook mogelijk, maar dan moet het initiatief tijdig een plaats krijgen op de prioriteitenlijst. In alle gevallen verdient het aanbeveling in het langetermijnhuisvestingsplan (LTHP) voldoende aandacht te besteden aan de opleidingsinspanningen, zodat deze ook kunnen worden meegenomen in de besprekingen met de ziektekostenverzekeraars. Tevens kan dan een afweging worden gemaakt welke (ver)bouwinitiatieven de hoogste prioriteit moeten hebben. De minister drukt zijn waardering uit voor het signaleringsrapport en vraagt het Bouwcollege actief de mogelijkheden voor instellingen weer te geven. Wet op de bijzondere medische verrichtingen (WBMV) Onder artikel 2 van de Wet op de bijzondere medische verrichtingen (WBMV) vallen de topklinische functies die gebonden zijn aan een vergunning. Eén daarvan, radiotherapie, had in 2000 te maken met een structureel capaciteitstekort (en bijgevolg lange wachttijden), waarna een inhaalslag noodzakelijk bleek. Dit is voor het Bouwcollege de voornaamste aanleiding geweest om de verschillende topklinische functies na te lopen op mogelijk dreigende tekorten in de infrastructuur. In een quick scan van mogelijke capaciteitsproblemen is geconstateerd dat de accommodatie van topklinische functies waarschijnlijk voor de korte en middellange termijn geen bijzondere bouwkundige knelpunten op zal leveren. Wel bleek dat voor drie functies de vinger aan de pols gehouden moet worden: * als gevolg van de inhaalslag is voor radiotherapie de bouwkundige infrastructuur (bunkers) tot circa 2005 afdoende. De capaciteitsbehoefte in de periode verdient evenwel nadere aandacht, omdat een verdere groei van het aantal bestralingen wordt verwacht; * nieuwe vormen van transplantatie en de eventuele invoering van een ander toestemmingssysteem kunnen mogelijk leiden tot een overigens zeer gewenste toename van het aantal orgaantransplantaties; * recente behoefteramingen lijken erop te wijzen dat het aantal bedden voor intensieve zorg aan pasgeborenen (zgn. NICU-bedden) in 2007 vrijwel verdubbeld zou moeten zijn. Dit zou betekenen dat binnen een relatief kort tijdsbestek een forse bouwinspanning nodig is. Van de zijde van het ministerie is nog geen reactie ontvangen. Pijnrevalidatie en revalidatietechnologie Op verzoek van het ministerie heeft het Bouwcollege een reactie gegeven op de conceptbeleidsvisie inzake pijnrevalidatie en revalidatietechnologie. Pijnrevalidatie richt zich op patiënten met voortdurende pijnklachten in houdings- en bewegingsapparaat en die uitbehandeld zijn. Revalidatietechnologie wordt omschreven als het multidisciplinaire vakgebied dat zich bezighoudt met onderzoek en toepassing van de technologie in de revalidatie. 7

15 De minister heeft de belangrijkste punten uit de reactie van het Bouwcollege verwerkt in de definitieve beleidsvisie. Zo zullen onder meer twee ontwikkelcentra worden aangewezen, zijn de criteria voor aanwijzing van de centra verduidelijkt evenals het criterium voor chronisch, en is geconstateerd dat pijnrevalidatie en revalidatietechnologie binnen de kaders van de bestaande bouwkundig-functionele maatstaven kunnen worden gerealiseerd. 2.4 Verpleging en verzorging Prijsvraag ouderenzorg Het jubileumcongres van het Bouwcollege in oktober 2002 was het startsein voor de open ideeënprijsvraag Zorg(zame) architectuur : drie (deel)prijsvragen voor innovatieve architectonische ontwerpen, achtereenvolgens in de ouderenzorg, chronische geestelijke gezondheidszorg en ziekenhuiszorg. De deelname staat open voor architecten ingeschreven in het Nederlands architectenregister, en studenten ingeschreven aan de opleidingen TU Bouwkunde en de Academies voor Bouwkunst in Nederland. De eerste prijsvraag, Zorg(zame) architectuur: zorg voor wonen, wonen met zorg is in het verslagjaar afgerond en had als doelgroep ouderen, en met name die ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen en aangewezen zijn op intramurale zorgverlening. De bedoeling was meer aandacht te trekken voor de architectonische kwaliteit van gebouwen waarin het verlenen van (specialistische) hulp aan ouderen centraal staat. Met name werd gezocht naar een architectonische verdieping op de aspecten verschijningsvorm (hoe presenteert het gebouw zich?), context (hoe verhoudt het gebouw zich ten opzichte van zijn omgeving?) en gebruik (flexibiliteit en het spanningsveld tussen individualiteit en gemeenschappelijkheid). Van de 125 inschrijvers hebben er 72 daadwerkelijk een ontwerp ingezonden. De ontwerpen varieerden sterk in de mate van uitwerking en vindingrijkheid. Sommige hadden betrekking op het realiseren van nieuwbouw, andere op hergebruik van een bestaande voorziening. De meeste ontwerpen zijn gesitueerd op concrete locaties, verspreid over heel Nederland, zowel in grote steden als kleine plaatsen. Bij al deze inventiviteit en ideeënrijkdom signaleerde de jury - onder voorzitterschap van mevrouw Hedy d Ancona, bestuurslid van het Bouwcollege - ook een keerzijde: slechts weinig inzendingen geven blijk van inlevingsvermogen in de woonsituatie van de mensen om wie het gaat, ouderen die meer of minder permanente zorg behoeven; veel inzendingen lijken een projectie van al dan niet geromantiseerde wensen en verlangens van de inzender. Uiteindelijk werden op 19 juni drie prijswinnaars aangewezen en twee eervolle vermeldingen toegekend. Winnaar werd Royal Haskoning Architecten met het ontwerp Thuis in de stad. De tweede prijs ging naar Van Aken architectuur en stedenbouw met Melange en de derde prijs was voor Grunstra Architectengroep BNA met Abacus. Ten slotte waren er eervolle vermeldingen voor Ton Verweij AvB- BNA met Zorgboot en voor Mark van der Poll met Recycling Kruidenbuurt. In december is het boek Zorgzame architectuur: zorg voor wonen, wonen met zorg verschenen, waarin in woord en beeld uitgebreid verslag wordt gedaan van de prijsvraag ouderenzorg. Privacy in verpleeghuizen In een brief aan de staatssecretaris berichtte het Bouwcollege dat in juni/juli 2003 nog bijna bewoners in drie- of meerpersoonskamers verbleven. Ten opzichte van 2002 (ruim ) is de situatie wel enigszins verbeterd, maar het tempo is naar de mening van het Bouwcollege te laag. Arcares heeft een onderzoek onder haar leden naar redenen voor de vertraagde uitvoering van het bouwprogramma 8

16 aangekondigd. Verbetering van de privacy was één van de speerpunten voor de sector verpleeghuizen. Eerder is echter al geconstateerd dat, in tegenstelling tot de wachtlijstproblematiek, privacyverbetering niet de aandacht krijgt die het verdient. Op de prioriteitenlijst zijn onvoldoende middelen beschikbaar om de oorspronkelijke doelstelling van VWS (ultimo 2004 alle meerpersoonskamers opgeheven) te realiseren. Dit werd ook duidelijk uit het feit dat in sommige verklaringen voor instandhoudingsprojecten een passage ( ijskastclausule ) is opgenomen waarin de voortgang van het project om die reden wordt uitgesteld. Anderzijds wordt jaarlijks geconstateerd dat sprake is van een forse onderschrijding in de daadwerkelijke benutting van gereserveerde instandhoudingsgelden (overigens niet alleen in de sector verpleeghuizen). Dit heeft te maken met het gegeven dat instellingen die wel (voor voldoende middelen) op de prioriteitenlijst zijn opgenomen, door allerlei oorzaken te weinig voortgang in de afhandeling van hun bouwplannen boeken. Vanwege deze twee gegevens, uitstel en onderschrijding van bouwkaders, pleit het Bouwcollege voor een andere manier van omgaan met de prioriteitenlijst, waarbij die projecten die voortgang kunnen boeken omdat ze daar klaar voor zijn, ook echt verder kunnen. Het betekent ook dat andere projecten die te weinig opschieten, om welke reden dan ook doorschuiven naar een volgende periode. De staatssecretaris gaf in haar reactie aan actief instellingen te zullen benaderen om deze problematiek op te lossen. Zij heeft voorts extra middelen uitgetrokken om het aantal meerpersoonskamers te verminderen. Op 5 december 2003 werd besloten een gezamenlijke werkgroep van Arcares en het Bouwcollege in te stellen. Evaluatie vkp-regeling verzorgingshuizen Voor de sector verzorgingshuizen geldt de zogenaamde meldingsregeling niet. Het ministerie heeft hiervoor gekozen om te bevorderen dat scheiden van wonen en zorg tot stand komt. Het gevolg van deze keuze is dat alles wat volgens de WZV-definities onder bouw valt, het gehele proces van verklaring/ vergunning dient te doorlopen. Op voorstel van het Bouwcollege is besloten voor deze sector een verkorte procedure (vkp) in te voeren. Dat betekent dat voor relatief eenvoudige bouwkundige ingrepen die niet gepaard gaan met capaciteitsuitbreiding of bestemmingswijziging kan worden volstaan met een aanvraag schetsontwerp/vergunning. Uit de gehouden evaluatie blijkt dat in het eerste jaar een kwart van de verzorgingshuizen een beroep heeft gedaan op de regeling en bijdraagt tot versnelling van de procedures. De aard van de initiatieven laat een grote verscheidenheid van relatief eenvoudige bouwkundige ingrepen zien en de investeringen op jaarbasis bedroegen ruim 44 mln. (exploitatie ongeveer 5 mln.). Voor verzorgingshuizen met een kleine capaciteit bleek de regeling te beperkt qua investeringsniveau. Om dit probleem te verhelpen, heeft het Bouwcollege gepleit voor een aanpassing van de regeling. Deze aanpassing is door het ministerie overgenomen. Multifunctioneel bouwen in de ouderenzorg Zorginstellingen, kinderopvangcentra, bibliotheken, gezondheidscentra, huisartsen, scholen: op steeds meer plaatsen in Nederland ontstaan initiatieven om samen op te trekken, teneinde te komen tot de realisatie van centra waar jong en oud, ziek en gezond elkaar ontmoeten en daardoor zorgen voor een levendige sfeer met uitstraling naar de wijk. Begin 2004 bracht het Bouwcollege in samenwerking met het Innovatieprogramma Wonen en Zorg (IWZ) en Arcares een cahier uit om zorginstellingen ideeën en tips mee te geven om de realisatie van dergelijke multifunctionele bouwprojecten in de ouderenzorg te vergemakkelijken. Het cahier staat stil bij de (rol van) betrokken partijen, de regievoering over het project, de financiering en de locatiekeuze. Ook wordt aandacht besteed aan de planvorming: de 9

17 behoefteraming, schaalgrootte en exploitatie en scheiden van wonen en zorg. Een overzicht wordt gegeven van overeenkomsten, wet- en regelgeving en rechtsvormen en -personen. De succesfactoren en verbeterpunten van (gerealiseerde) projecten geven inzicht in allerlei zaken waar initiatiefnemers tegenaan kunnen lopen. 2.5 Geestelijke gezondheidszorg Veiligheidsaspecten voor woon- en behandelvoorzieningen binnen de GGZ Agressie is een relatief veel voorkomend probleem op psychiatrische afdelingen en is een bedreiging voor zowel het welbevinden, als de fysieke en (ervaren) veiligheid van hulpverleners en (mede)cliënten. Om agressie te voorkomen wordt door instellingen vaak verzocht om extra - met name installatietechnische - voorzieningen en dientengevolge een verhoging van het toegestane investeringsbudget. Een door het Bouwcollege uitgevoerd (kosten)onderzoek in het kader van de Bouwkostennota heeft echter uitgewezen dat het vooralsnog niet nodig is de bouwkostennormen aan te passen. Mede door de recente aanpassing in het kader van de ICT-ontwikkeling, is er voldoende ruimte voor het realiseren van veiligheidsvoorzieningen. In eerste instantie zijn alleen de verblijfs- en behandelvoorzieningen in de sector geestelijke gezondheidszorg in het onderzoek betrokken. Het gaat vooral om (gesloten) afdelingen voor intensieve zorg en/of voorzieningen voor bijzondere doelgroepen (langdurig verblijf en forensische psychiatrie) waar een opname doorgaans een gedwongen c.q. beveiligd karakter heeft. Agressie en een gevoel van onveiligheid komen vooral voor op dit type afdelingen. Er zijn verschillende mogelijkheden om agressie te voorkomen of te verminderen. Maatregelen van bouwkundig-functionele aard (bijvoorbeeld om crowding te voorkomen) zijn: afdelingen met voldoende ruimte en privacy (eenpersoonskamers, voldoende verpoosruimten, ruime verkeersgebieden, een beperkte groepsgrootte); ook moet de afdeling overzichtelijk zijn (duidelijke zichtlijnen, geen nissen, een loopcircuit ). Daarnaast is het van groot belang dat er voldoende mogelijkheden op de afdeling zelf aanwezig zijn voor dagbesteding en/of therapie en dat deze aansluiten bij de individuele behoeften en capaciteiten van de cliënt; dit om verveling of overvraging te voorkomen. Dergelijke bouwkundigfunctionele interventies zijn reeds opgenomen in de bouwmaatstaven voor de desbetreffende doelgroepen. In het onderzoek zijn tevens aandachtspunten opgenomen omtrent materiaalkeuze en afwerkingsniveau, waarbij steeds de vraag zal spelen of het afwerkingsniveau zelf al dan niet agressie of onbehaaglijkheid oproept. Specifieke installatietechnische voorzieningen (uitluisterapparatuur, camera s) kunnen via de geoormerkte bedragen voor ICT worden gerealiseerd. Tenslotte benadrukt het Bouwcollege dat het vooral gaat om een combinatie van verschillende maatregelen. Naast aandacht voor interventies op bouwkundig-functioneel niveau zal er dus ook aandacht moeten zijn voor agressieuitlokkende factoren op het niveau van de cliënt (psychopathologie) en de staf (deskundigheidsbevordering en training, bejegening). Langdurig verblijf in een beschermende setting Voor bepaalde groepen cliënten zijn de aard en de ernst van de problematiek en de daarmee samenhangende mogelijkheden of beperkingen dusdanig, dat een zelfstandig bestaan in de maatschappij (met allerhande aanvullende zorg) niet (langer) haalbaar (b)lijkt of wenselijk wordt geacht. Deze cliënten zijn aangewezen op een langdurig (soms permanent) verblijf in een instelling in een beschermende of beveiligde setting met 24-uurstoezicht en/of behandeling en aanwezigheid van personeel. Het betreft cliënten met (zeer) ernstige psychische en/of gedragsstoornissen, zoals een dubbele diagnose (psychiatrische stoornis en verslavingsproblematiek), gedragsstoornissen door een niet-aangeboren 10

18 hersenletsel of forensische problematiek. Ouderen met comorbiditeit en autisten zijn door hun hulpbehoevendheid aangewezen op een beschermende setting. Ook het oud chronisch bestand wil vaak de instellingsterreinen niet verlaten. Daarnaast blijken nieuwe groepen in toenemende mate aangewezen te zijn op de beschermende setting: nieuwe chronici, langdurig verslaafden met complexe psychiatrische problematiek, (ex)gedetineerden en tbs-gestelden. Zorginhoudelijke uitgangspunten bij de opzet van voorzieningen voor deze cliënten zijn onder meer: flexibel, gevarieerd aanbod met reële keuzemogelijkheden, een zo normaal mogelijke leefsituatie, variatie in verblijfsconcepten, variatie in mate van toezicht, bescherming en beveiliging en voldoende leef- en bewegingsruimte. Het ontwerpen van huisvesting voor deze doelgroepen vormde de opgave voor de prijsvraag in de geestelijke gezondheidszorg Humane zorg in een gesloten setting. De doelgroepomschrijving zal samen met aansprekende bouwkundige concepten worden gebundeld in een boek over de resultaten van de prijsvraag, dat in 2004 zal verschijnen. 2.6 Gehandicaptenzorg Deconcentratiebeleid gehandicaptenzorg (toekomst van de hoofdlocatie) In samenwerking met de VGN is een monitoringonderzoek naar de kwaliteit van het gebouwenbestand in de gehandicaptenzorg uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat vooral de huisvesting op instellingsterreinen kwalitatief onder de maat is. Als gevolg van het trage tempo van deconcentratie en (omgekeerde) integratie van gehandicapten in de maatschappij zullen veel gehandicapten nog jaren op vaak geïsoleerd gelegen instellingsterreinen wonen, in kwalitatief onvoldoende voorzieningen. In een brief aan de staatssecretaris heeft het Bouwcollege gewezen op de moeizame uitvoering van het beleid om gehandicapten in de maatschappij te integreren, via enerzijds huisvesting in gewone woonwijken (deconcentratie) en anderzijds omvorming van traditionele hoofdlocaties (omgekeerde integratie). Op korte termijn zou hierover overleg moeten plaatsvinden tussen het ministerie van VWS, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en het Bouwcollege. Voor de moeizame uitvoering van het beleid zijn diverse oorzaken aan te geven. Zo is er een duidelijk gebrek aan geschikte en betaalbare bouwlocaties en koop- of huurwoningen buiten instellingsterreinen. Gemeenten en provincies zouden kunnen bijdragen aan de oplossing van dit probleem door meer verantwoordelijkheid te nemen voor de huisvesting van al hun inwoners, ook die met een handicap. Een andere oorzaak is het grote aantal partijen dat (mee)beslist over het zorg- en huisvestingsbeleid van instellingen - variërend van cliënten en medewerkers tot de rijks-, provinciale en gemeentelijke overheid en de belastingdienst - die allemaal hun eigen rol, opvattingen en belangen hebben in het jarenlange herstructureringsproces. Tevens constateert het Bouwcollege dat helaas nog een flink aantal instellingen geen of onvoldoende initiatief ontplooit tot herstructurering, deconcentratie en (omgekeerde) integratie. Tenslotte leggen fysieke omstandigheden op en rond hoofdlocaties, zoals een geïsoleerde ligging, beschermd stadsgezicht, gelimiteerde bouwmogelijkheden, soms beperkingen op aan de mogelijkheden tot afstoting of omgekeerde integratie. Ook op dergelijke locaties zou echter gestreefd moet worden naar genormaliseerde kleinschalige bouw en afbouw van het institutionele karakter van het terrein en de voorzieningen. Op de brief aan de staatssecretaris is nog geen reactie ontvangen. 11

19 Zorg voor Licht Verstandelijk Gehandicapte Jongeren (LVG) Jongeren met een beperkte intelligentie en sociale zelfredzaamheid hebben vaak gedragsproblemen. De verschillende hulpverleningsinstanties blijken de opvang van de jongeren onvoldoende op elkaar af te stemmen. Dit heeft tot gevolg dat ze te laat de juiste zorg krijgen (waardoor de problemen escaleren) of tussen de wal en het schip vallen. Deze conclusie trekt het Bouwcollege in het signaleringsrapport Zorg voor Licht Verstandelijk Gehandicapte Jongeren. Een knelpunt is ook dat de aansluiting met de volwassenenzorg onvoldoende is, waardoor de kans groot is dat zij in een later stadium zwervend door het leven gaan. Jongeren die door een combinatie van een beperkte intelligentie en sociale zelfredzaamheid in hun ontwikkeling zijn vastgelopen, worden in officiële stukken licht verstandelijk gehandicapte jongeren genoemd. Deze term suggereert ten onrechte een geringe zorgbehoefte. In de praktijk blijkt dat deze jongeren vaak gedragsproblemen hebben, die dikwijls voortkomen uit de gezinssituatie. De problemen kunnen alleen door een structurele samenwerking tussen de instellingen uit de verschillende sectoren worden voorkomen. De succesvolle projecten van Hulp aan Huis, waarin instellingen uit alle vier betrokken sectoren - de jeugdzorg, gehandicaptenzorg, kinder- en jeugdpsychiatrie en het justitiële circuit (jeugdbescherming en justitiële jeugdinrichtingen) - samenwerken, hebben zich in dit kader bewezen. Deze vorm van structurele samenwerking wordt echter nog slechts op (te) beperkte schaal toegepast; wel werken instellingen uit de gehandicaptenzorg en de kinder- en jeugdpsychiatrie al samen in zogenaamde multifunctionele centra (MFC). Een ander belangrijk knelpunt is dat de aansluiting met de volwassenenzorg onvoldoende is. Het risico is daardoor groot dat de doelgroep (ook) als volwassenen tussen de wal en het schip terechtkomt en als zorgmijder en zwerver door het leven zal gaan. Om dit te voorkomen, moet door de gehandicapten- en geestelijke gezondheidszorg worden geïnvesteerd in ambulante nazorg. Ook zou het tot stand brengen van een vloeiende overgang tussen zorg met verblijf in een instelling en begeleid zelfstandig wonen hoge prioriteit moeten krijgen. Uit een evaluatie van Hulp aan Huis is overigens gebleken dat zorg met verblijf in een instelling kan worden vermeden, wanneer de werkwijze van bovengenoemde samenwerkingsprojecten wordt toegepast. Daarnaast neemt de behoefte aan zwaar uitgevoerde verblijfsvoorzieningen ook af door een meer individuele benadering van jongeren met gedragsstoornissen. Op het signaleringsrapport is nog geen reactie ontvangen. Sterk gedragsgestoorde ernstig verstandelijk gehandicapten (SGEVG) In een in mei 2001 door het Bouwcollege uitgebracht rapport over sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten (SGLVG) kwam naar voren dat ook aandacht zou moeten worden besteed aan de doelgroep sterk gedragsgestoorde ernstig verstandelijk gehandicapten (SGEVG). In een brief aan de staatssecretaris concludeert het Bouwcollege op dit moment het doen van onderzoek minder relevant te achten. Veel van de gedragsproblematiek lijkt namelijk toe te schrijven aan aspecten als onvoldoende (intensieve) aandacht en begeleiding, verveling en zintuiglijke handicaps, problemen die inmiddels beter onderkend en bestreden worden. Doordat de exploitatietoeslag voor SGLVG ook veelvuldig wordt ingezet voor SGEVG is het probleem van te weinig begeleiding en veel verveling gedeeltelijk opgelost. Zintuiglijke handicaps worden eerder en beter gediagnosticeerd, waardoor beter op deze problematiek wordt ingespeeld. Ook het gebrek aan gegevens vormt een argument om af te zien van verder onderzoek. In 2004 zal de Inspectie voor de Gezondheidszorg een onderzoek publiceren over SGEVG met bijkomende psychiatrische problematiek. Dit rapport kan mogelijk aanknopingspunten bieden bij het in kaart brengen van de aard, omvang en zorgvraag van de totale doelgroep SGEVG. Op de brief aan de staatssecretaris is nog geen reactie ontvangen. 12

20 3 ONTWIKKELING EN VASTSTELLING VAN KADERS 3.1 Inleiding Het ontwikkelen en actualiseren van bouwmaatstaven en bouwkostennormen is een wettelijke taak van het Bouwcollege. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de bouwmaatstaven die in het verslagjaar tot stand zijn gekomen en wordt aandacht besteed aan de Bouwkostennota en het rapport Kengetallen, die jaarlijks worden uitgebracht. Ook structurele informatieverschaffing aan de minister is een wettelijke taak van het Bouwcollege. in dit kader worden (omvangrijke) databasebestanden opgebouwd en geactualiseerd. Voor de ontwikkeling van sectorale zorgvisies en beleidsregels levert het Bouwcollege periodiek informatie over de ontwikkeling van discrepanties tussen aanbod en zorgbehoefte en de kwaliteit van het gebouwenbestand. Ook wordt informatie verschaft over de bouwbehoefte in een bepaalde periode ten behoeve van besluitvorming van de minister over bouwprioriteiten. 3.2 Bouwmaatstaven en basiskwaliteitseisen De bouwmaatstaven worden door het Bouwcollege vastgesteld en door de minister goedgekeurd, en zijn bedoeld als een hulpmiddel bij het voorbereiden van bouwaanvragen. Daarnaast vormen ze het toetsingskader voor de bouwkundig-functionele beoordeling van die aanvragen. De maatstaven beschrijven de ruimtebehoefte en de functionele eisen waaraan nieuw te bouwen zorgvoorzieningen minimaal moeten voldoen in termen van noodzakelijkheid, doelmatigheid en soberheid. Ze geven de basiskwaliteitseisen aan waar een nieuwe zorgvoorziening ten minste aan moet voldoen. Die eisen hebben betrekking op het minimaal noodzakelijke kwaliteitsniveau van ruimten of voorzieningen op de aspecten functionaliteit, veiligheid en hygiëne. Daarnaast wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen in de laatste jaren en de invloed ervan op de maatstaven. Maar ook van de verwachte ontwikkelingen in de toekomst en de state of the art van de betreffende functie geven de maatstaven een beeld, onderbouwd met voorbeelden van projecten (good practice) en/of kostenonderzoeken. De maatstaven worden flexibel opgezet zodat, gegeven de basiskwaliteitseisen, binnen bepaalde kaders diverse oplossingen mogelijk zijn. Voor de bouw van WZV-voorzieningen worden deze kaders voornamelijk bepaald door maximale investeringskosten. De kostennormen zijn bepaald op basis van datgene wat, rekening houdend met ontwikkelingen, aan ruimtelijke voorzieningen nodig wordt geacht. In het verslagjaar zijn drie bouwmaatstaven door het Bouwcollege vastgesteld, die alle door de minister zijn goedgekeurd. Deze maatstaven worden hieronder kort beschreven, evenals enkele aan de bouwmaatstaven gerelateerde onderwerpen. Flexibiliteit in ziekenhuizen In de bouwmaatstaven algemeen ziekenhuis worden basiskwaliteitseisen gesteld ten aanzien van de flexibiliteit. Uit een nadere uitwerking van dit begrip in een voorstudie voor het onderzoek Ziekenhuis van de 21 e eeuw blijkt dat flexibiliteit met name betrekking heeft op de mate waarin het gebouw aanpasbaar is aan zich wijzigende ruimtebehoeften. Omdat binnen de sector ziekenhuizen sprake is van een structureel proces van veranderingen, is het van groot belang dat flexibiliteit wordt ingebouwd bij de bouw van ziekenhuizen. Een flexibele opzet kan worden verkregen als bij de terreinindeling 13

College bouw zorginstellingen

College bouw zorginstellingen College bouw zorginstellingen Het College bouw zorginstellingen, kortweg het Bouwcollege genoemd, houdt zich bezig met de huisvesting van de intramurale gezondheidszorg. Daarbij gaat het om ziekenhuizen,

Nadere informatie

Ruim 20.000 verpleeghuisbewoners hebben nog te weinig privacy. geboekt met een flink aantal bouwplannen,

Ruim 20.000 verpleeghuisbewoners hebben nog te weinig privacy. geboekt met een flink aantal bouwplannen, NIEUWSBRIEF JANUARI 2003 Nummer 6 Kort Bestek oktober 2003 Ruim 20.000 verpleeghuisbewoners hebben nog te weinig privacy Bijna 21.000 bewoners van verpleeghuizen verblijven nog altijd in kamers waarin

Nadere informatie

Regeling referentiekader basiskwaliteitseisen bestaande voorzieningen voor verslavingszorg

Regeling referentiekader basiskwaliteitseisen bestaande voorzieningen voor verslavingszorg Catergorie Geestelijke gezondheidszorg: verslavingszorg Regeling referentiekader basiskwaliteitseisen bestaande voorzieningen voor verslavingszorg Regeling College bouw ziekenhuisvoorzieningen tot wijziging

Nadere informatie

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

College bouw ziekenhuisvoorzieningen College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E cbz@bouwcollege.nl I www.bouwcollege.nl SIGNALERINGSRAPPORT inzake WONEN EN ZORG OP MAAT Uitgebracht

Nadere informatie

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

College bouw ziekenhuisvoorzieningen College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EA DEN HAAG Datum 17 januari 2005

Nadere informatie

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

College bouw ziekenhuisvoorzieningen College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E cbz@bouwcollege.nl I www.bouwcollege.nl VERBETERING PRIVACY IN VERPLEEGHUIZEN Signaleringsrapport

Nadere informatie

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 14 januari 2000 Onderwerp: Beleidsvisie landelijk kennis/behandelcentrum eetstoornissen Hierbij doe ik u een mijn «beleidsvisie voor

Nadere informatie

Actieplan wachttijden in de zorg 11 mei 2017

Actieplan wachttijden in de zorg 11 mei 2017 De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Preventie 67 1 Inleiding 67 2 Praktijkoverwegingen 69 3 Wetenschappelijke onderbouwing 78 4 Aanbevelingen 87 Noten 90 Literatuur 90

Hoofdstuk 4 Preventie 67 1 Inleiding 67 2 Praktijkoverwegingen 69 3 Wetenschappelijke onderbouwing 78 4 Aanbevelingen 87 Noten 90 Literatuur 90 Inhoud Voorwoord 9 Hoofdstuk 1 Inleiding 11 1 Inleiding 11 2 Visie 12 3 Dwang 13 4 Drang 14 5 Doel van de richtlijn 16 6 Doelgroep 16 7 Patiëntengroep 16 8 Werkwijze 17 9 Leeswijzer 18 Noten 20 Literatuur

Nadere informatie

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001 REFERENTIEKADER ten behoeve van een bestaand REGIONAAL GGZ-CENTRUM Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen Aangeboden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door

Nadere informatie

In- en exclusiecriteria voor cliënten Schutse Zorg Tholen

In- en exclusiecriteria voor cliënten Schutse Zorg Tholen In- en exclusiecriteria voor cliënten Schutse Zorg Tholen Doel Omschrijven van criteria wanneer een cliënt in aanmerking komt voor verpleging en verzorging binnen de intramurale setting en de grenzen van

Nadere informatie

Toelichting aanvraag nieuwe toelating

Toelichting aanvraag nieuwe toelating Deze toelichting hoort bij het formulier waarmee een aanvraag voor een nieuwe instelling in het kader van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) wordt ingediend. Nieuwe zorgaanbieders De Inspectie voor

Nadere informatie

In en exclusiecriteria

In en exclusiecriteria In en exclusiecriteria Omschrijving organisatie Schutse Zorg Tholen heeft formeel een toelating voor het bieden van intramurale zorg in het kader van de wet Langdurige zorg (85 plaatsen) waarvan 20 plaatsen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 111 Vragen van de leden

Nadere informatie

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

College bouw ziekenhuisvoorzieningen College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E cbz@bouwcollege.nl I www.bouwcollege.nl EVALUATIE VKP-REGELING VERZORGINGSHUIZEN Uitgebracht aan

Nadere informatie

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001 REFERENTIEKADER ten behoeve van bestaande voorzieningen voor KINDER- EN JEUGDPSYCHIATRIE Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen Aangeboden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 25424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 599 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning Nr. 261 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Keijzer (CDA) en Dik-Faber (CU) over vastgoed in de zorg (2016Z22670).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Keijzer (CDA) en Dik-Faber (CU) over vastgoed in de zorg (2016Z22670). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Dementie, samenvatting publicatie Gezondheidsraad

Dementie, samenvatting publicatie Gezondheidsraad Dementie, samenvatting publicatie Gezondheidsraad Samenvattende notitie over Dementie (april 2002) ter voorbereiding op signaleringsrapport Op tijd bouwen voor ouderen, College bouw ziekenhuisvoorzieningen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Datum 15 september 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen jeugdige criminelen met ernstige gedragsproblemen

Datum 15 september 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen jeugdige criminelen met ernstige gedragsproblemen > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur, L0705 Veenendaalse Woningstichting t.a.v. het bestuur Postbus 168 3900 AD VEENENDAAL Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009 Geacht bestuur,

Nadere informatie

Datum 8 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht dat de politie steeds vaker te maken krijgt met verwarde en overspannen mensen

Datum 8 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht dat de politie steeds vaker te maken krijgt met verwarde en overspannen mensen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 98 34 www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Inleiding De overheid heeft besloten over te gaan het scheiden van de financiering van wonen en zorg. De overheid heeft ook besloten tot hervormingen van

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2877/17 Betreft zaak: Sint

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/10c 11D

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/10c 11D Aan de besturen van AWBZ-instellingen en de zorgkantoren Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer

Nadere informatie

ADVIES Voorstel Besluiten zorg en dwang, verplichte ggz en forensische zorg

ADVIES Voorstel Besluiten zorg en dwang, verplichte ggz en forensische zorg ADVIES Voorstel Besluiten zorg en dwang, verplichte ggz en forensische zorg aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Rechtsbescherming naar aanleiding van de internetconsultatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 402 Wet cliëntenrechten zorg Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

College bouw ziekenhuisvoorzieningen College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E cbz@bouwcollege.nl I www.bouwcollege.nl REFERENTIEKADER ten behoeve van bestaande voorzieningen voor

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Raadsledendag 20 september

Raadsledendag 20 september Raadsledendag 20 september Wet langdurige zorg & Zorgverzekeringswet Marlies Kamp Manon Jansen Programmamanagement HLZ 3 Presentatie 1. Wet langdurige zorg 2. Zorgverzekeringswet 3. Implementatie 4. Communicatie

Nadere informatie

Wet toelating zorginstellingen

Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Tweede, herziene druk Mr. dr. J.J.M Linders Gezondheidswetgeving in de praktijk Redactie: Mr. R.N. van Donk Mr. dr. H.E.G.M. Hermans Mr. dr.

Nadere informatie

Ontruiming verpleeghuiskamer na 14 dagen ziekenhuisopname

Ontruiming verpleeghuiskamer na 14 dagen ziekenhuisopname Regelingen en voorzieningen CODE 9.2.3.6 Ontruiming verpleeghuiskamer na 14 dagen ziekenhuisopname kamervragen bronnen Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, Kamervragen nr. 1471, 17.2.2011 Tweede Kamer

Nadere informatie

Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang

Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang Amersfoort, maart 2015 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Respons en achtergrondkenmerken 3 Inkoop 4 Administratieve lasten en kwaliteitseisen 5 Gevolgen

Nadere informatie

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld. rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):

Nadere informatie

Toelichting aanvraag wijziging bestaande toelating

Toelichting aanvraag wijziging bestaande toelating Postadres: Postbus 16114 2500 BC DEN HAAG T 070 340 51 78 F 070 340 71 23 www.wtzi.nl infowtzi@minvws.nl Deze toelichting hoort bij het formulier waarmee een aanvraag voor een wijziging van een bestaande

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 60365 25 oktober 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 oktober 2017, kenmerk

Nadere informatie

Operatieafdeling. Referentiekader ten behoeve van bestaande operatieafdelingen. College bouw ziekenhuisvoorzieningen

Operatieafdeling. Referentiekader ten behoeve van bestaande operatieafdelingen. College bouw ziekenhuisvoorzieningen College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E cbz@bouwcollege.nl I http://www.bouwcollege.nl Operatieafdeling Referentiekader ten behoeve van bestaande

Nadere informatie

Context. Artikel 1. Aanmelding, onderzoek en aanvraag. Artikel 2. Afweging

Context. Artikel 1. Aanmelding, onderzoek en aanvraag. Artikel 2. Afweging Beleidsregel Wmo-arrangement GGZ Valleiregie De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, zaaknummer ; gelet op artikel. van de.. [naam regelgeving]; besluit vast te

Nadere informatie

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis De Wet langdurige zorg (Wlz) wordt ook toegankelijk gemaakt voor cliënten vanaf 18 jaar met

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001 REFERENTIEKADER ten behoeve van bestaande voorzieningen voor NUCLEAIRE GENEESKUNDE Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen Aangeboden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf Versie 1 juli 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 5 2.1 Algemeen 5 2.2 Beschermende woonomgeving 5 2.3 Therapeutisch leefklimaat 5 2.4 Permanent toezicht 5 3 Indicatiecriteria 6 3.1

Nadere informatie

Vervolgonderzoek AMK Utrecht

Vervolgonderzoek AMK Utrecht Vervolgonderzoek AMK Utrecht Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Centrale onderzoeksvraag... 7 1.3 Toetsingskader...

Nadere informatie

Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag

Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag Factsheet Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag Nieuwe afbakening verzorging Jeugdwet - Zorgverzekeringswet Deze factsheet maakt onderdeel uit van een aantal factsheets dat betrekking heeft op

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gevolgen van extramuralisering voor zorgaanbieders (2013Z05339).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gevolgen van extramuralisering voor zorgaanbieders (2013Z05339). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

Toelichting monitor 2015. Onderdeel Kwaliteit. 1. Cliënten - gehandicaptenzorg

Toelichting monitor 2015. Onderdeel Kwaliteit. 1. Cliënten - gehandicaptenzorg Toelichting monitor 2015 Onderdeel Kwaliteit Thema/onderdeel 1. Cliënten - gehandicaptenzorg Toelichting a. Op pijler 1 op de selectie van de vragen is geen enkele score 'rood'? b. Op pijler 2a voor de

Nadere informatie

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 26 november 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 26 november 2001 REFERENTIEKADER ten behoeve van bestaande WERKPLAATSEN TECHNISCHE DIENST Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen Aangeboden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld

Nadere informatie

Logeren waarderen. Kiezen van logeeropvang door ouders van meervoudig complex gehandicapte kinderen/mensen

Logeren waarderen. Kiezen van logeeropvang door ouders van meervoudig complex gehandicapte kinderen/mensen Logeren waarderen Kiezen van logeeropvang door ouders van meervoudig complex gehandicapte kinderen/mensen Auteurs : Bram van Beek, Kees van der Pijl Datum : 5 juni 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE

Nadere informatie

Zorg uit de Zvw. Wijkverpleging, ELV, GRZ. Judith den Boer

Zorg uit de Zvw. Wijkverpleging, ELV, GRZ. Judith den Boer Zorg uit de Zvw Wijkverpleging, ELV, GRZ Judith den Boer 2-10-2017 Voorstellen Judith den Boer Hogeschool Zeeland Wijkverpleegkundige Erasmus Universiteit Master Zorgmanagement Hogeschool Zeeland Docent

Nadere informatie

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 26 november 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 26 november 2001 REFERENTIEKADER ten behoeve van een bestaande KINDERAFDELING Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen Aangeboden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het

Nadere informatie

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Aan de raad Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel 14 0113 Fax (0113) 377300 No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Onderwerp: Voorstel/alternatieven

Nadere informatie

Vaststellingsovereenkomsten in de zorg. Utrecht, juni 2016

Vaststellingsovereenkomsten in de zorg. Utrecht, juni 2016 Vaststellingsovereenkomsten in de zorg Utrecht, juni 2016 1 Inhoud 1 Inhoud... 3 2 Samenvatting... 5 3 Wanneer belemmeren vaststellingsovereenkomsten transparantie en openheid?... 6 3.1 Wat is een zwijgcontract?...

Nadere informatie

Nieuwe afbakening verzorging kinderen

Nieuwe afbakening verzorging kinderen Factsheet Nieuwe afbakening verzorging kinderen Per 1 januari 2018 verandert de manier waarop verzorging aan kinderen wordt bekostigd en georganiseerd. In deze factsheet wordt uitgelegd wat er gaat veranderen

Nadere informatie

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

!7: ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING !7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING )NKOOPBELEID,ANGDURIGE :ORG +LANTVERSIE Uitgangspunten en inkoopdoelen 2015 Verpleging en Verzorging (V&V) U hebt recht op langdurige zorg als dat nodig is. Denk aan

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

3) Verslag van de vergadering van 29 september 2014, zie bijlage 1 (16:05 uur)

3) Verslag van de vergadering van 29 september 2014, zie bijlage 1 (16:05 uur) Agenda voor de vergadering van het Platform Zelfredzaam Datum: Locatie: 12 januari 2015 van 16:00 uur tot uiterlijk 19:00 uur (voor een eenvoudige maaltijd wordt gezorgd) Kulturhus Lienden Koningin Beatrixplein

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur, L0884 Woningstichting Goed Wonen Koedijk Sint-Pancras t.a.v. het bestuur Bovenweg 180 A 1834 CJ SINT PANCRAS Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief

Nadere informatie

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Vaardig en veilig verder helpen Een diversiteit aan mensen In Veldzicht bieden we een beschermde omgeving voor het intensief behandelen van mensen met

Nadere informatie

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Lambrechts over de opvang van jongeren in particuliere en niet erkende opvanghuizen.

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Lambrechts over de opvang van jongeren in particuliere en niet erkende opvanghuizen. Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Lambrechts over de opvang van jongeren in particuliere en niet erkende opvanghuizen.(2030419290) 1 Heeft u kennisgenomen van de t.v.-uitzending waarin de opvang

Nadere informatie

mw. S.A.P. Bruns mw. N. van Wijngaarden

mw. S.A.P. Bruns mw. N. van Wijngaarden Provinciale Staten van Overijssel www.overijssel.nl 8000 GB ZC/2003/1232 24 06 2003 2 425 12 12 mw. S.A.P. Bruns Beantwoording schriftelijke vragen artikel 39 Reglement van Orde en andere werkzaamheden

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf Versie 1 januari 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Beschermende woonomgeving 4 2.3 Therapeutisch leefklimaat 4 2.4 Permanent toezicht 4 3 Indicatiecriteria 5

Nadere informatie

Bouwen van voorzieningen blijft essentieel voor terugdringen wachtlijsten

Bouwen van voorzieningen blijft essentieel voor terugdringen wachtlijsten Nummer 12 Nieuwsbrief juni 2002 Selectie jaarverslag 2001 Bouwen van voorzieningen blijft essentieel voor terugdringen wachtlijsten De gezondheidszorg is volop in beweging en de ontwikkelingen volgen elkaar

Nadere informatie

Externe brochure : toelichting

Externe brochure : toelichting Externe brochure : toelichting Doel: profilering Veldzicht Doelgroep: stakeholders Veldzicht Optionele uitwerking: boekje centrum voor transculturele psychiatrie VAARDIG EN VEILIG VERDER HELPEN In Veldzicht

Nadere informatie

Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus

Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus Samenwerkende gemeenten Regio West Friesland Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec Inhoud 1. JeugdzorgPlus... 3 1.1Inleiding... 3

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment,

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment, 770? /. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Minister mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030

Nadere informatie

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011 Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan Aan de Waterkant 2008-2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Evaluatiekader 3 1.2 Leeswijzer 3 2 Vrijwilligerswerk Oostzaan 4 2.1 De situatie toen 4 2.2 De

Nadere informatie

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg Nieuwsflits Inhoud Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg 1. Adviesrapport bureau HHM is openbaar gemaakt Pagina 1 2. Conclusies en advies HHM voor toekomst Pagina 1 3. Kamerbrief

Nadere informatie

Visie document Zelfstandige behandelcentra zijn de logische speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen

Visie document Zelfstandige behandelcentra zijn de logische speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen Visie document Zelfstandige behandelcentra zijn de logische speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen Leidschendam februari 2011 Zelfstandige behandelcentra als speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen

Nadere informatie

Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten. De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ

Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten. De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten Uitkomst van overleg De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ overwegende dat zij gehoor hebben gegeven aan het verzoek

Nadere informatie

in de oncologische zorg IKR-regiovisie Radiotherapeutische voorzieningen

in de oncologische zorg IKR-regiovisie Radiotherapeutische voorzieningen in de oncologische zorg IKR-regiovisie Radiotherapeutische voorzieningen Inleiding Radiotherapie neemt een zeer belangrijke plaats in binnen de oncologie, zowel bij de curatieve zorg als bij de palliatieve

Nadere informatie

Onbekommerd wonen in Breda

Onbekommerd wonen in Breda Onbekommerd wonen in Breda Verslag van de aanpak GWI 1998-2015 Geschikt Wonen voor Iedereen 2 Aanleiding In Nederland is sprake van een dubbele vergrijzing. Het aantal ouderen neemt flink toe en ze worden

Nadere informatie

Meer samenwerking nodig bij zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jongeren met gedragsproblemen

Meer samenwerking nodig bij zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jongeren met gedragsproblemen 040059_kort_bestek_8 16.01.2004 12:25 Pagina 1 NIEUWSBRIEF JANUARI 2003 Nummer 8 Kort Bestek januari 2004 Meer samenwerking nodig bij zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jongeren met gedragsproblemen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2010 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Zorgzwaartepakketten Sector GGZ Versie 2013

Zorgzwaartepakketten Sector GGZ Versie 2013 Zorgzwaartepakketten Sector GGZ Versie 2013 Enschede, december 2012 AR/12/2534/izzp ZZP 1B GGZ Voortgezet verblijf met begeleiding (B-groep) voor verzekerden jonger dan drieëntwintig jaar Deze cliëntgroep

Nadere informatie

CONVENANT NETWERK PALLIATIEVE ZORG MEPPEL STEENWIJKERLAND

CONVENANT NETWERK PALLIATIEVE ZORG MEPPEL STEENWIJKERLAND CONVENANT NETWERK PALLIATIEVE ZORG MEPPEL STEENWIJKERLAND Convenant palliatieve zorg Meppel / Steenwijkerland 1-7 Samenwerkingsovereenkomst netwerk voor palliatieve zorg in de regio Meppel Steenwijkerland

Nadere informatie

Zorg voor jeugdigen in Nederland

Zorg voor jeugdigen in Nederland DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST Zorg voor jeugdigen in Nederland Presentatie Vlaams-Nederlands Huis deburen, Directie Curatieve Zorg, 14 november 2006 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1 ALGEMENE

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 27 659 Vereenvoudiging van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van zorginstellingen (Wet toelating zorginstellingen) P HERDRUK 1

Nadere informatie

Uit de vergadering van het Bouwcollege

Uit de vergadering van het Bouwcollege Nummer 16 Nieuwsbrief januari 2003 Redactioneel Deze nieuwsbrief ziet er anders uit dan u gewend bent. Dat komt omdat wij besloten hebben een splitsing aan te brengen tussen het actuele nieuws en de achtergrondartikelen

Nadere informatie

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ Regelingen en voorzieningen CODE 1.4.3.437 Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ bronnen Rijksoverheid, Nieuwsbericht van het Ministerie van VWS: Indicatiebesluit

Nadere informatie

Antwoorden op schriftelijke vragenronde brief uitvoering motie Arib (29484, nr. 6) over medische zorg asielzoekers.

Antwoorden op schriftelijke vragenronde brief uitvoering motie Arib (29484, nr. 6) over medische zorg asielzoekers. Antwoorden op schriftelijke vragenronde brief uitvoering motie Arib (29484, nr. 6) over medische zorg asielzoekers. Vragen PvdA-fractie 1. Op welke manier wordt de toegankelijkheid van de ziekenhuiszorg

Nadere informatie

Prestaties Zorgzwaartepakketten GGZ

Prestaties Zorgzwaartepakketten GGZ Prestaties Zorgzwaartepakketten GGZ Sector GGZ GGZ-B Voortgezet verblijf met begeleiding _ 1B GGZ Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening een vorm van behandeling (geneeskundige zorg)

Nadere informatie

1 RAPPORT. Rapport naar aanleiding van het extra bezoek aan Triade Almere op 21 januari 2009

1 RAPPORT. Rapport naar aanleiding van het extra bezoek aan Triade Almere op 21 januari 2009 1 RAPPORT Rapport naar aanleiding van het extra bezoek aan Triade Almere op 21 januari 2009 Amsterdam, april 2009 2 INSPECTIE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Resultaten inspectiebezoek

Nadere informatie

Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit

Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit Bijlage Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit 1 Achtergrond De casus van de heer W., beter bekend als de casus

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport DATUM

Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport DATUM Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport DATUM 6 juni 2019 KENMERK B20190606MD BETREFT Plenaire behandeling wetsvoorstel 35 087 Geachte

Nadere informatie

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017 Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Voorwoord 3 2. Missie, visie en uitgangspunten van de Adviesraad Wmo 2.1 De Verordening adviesraad Wmo 4 2.2 Missie 4 2.3 Visie 4 2.4 Uitgangspunten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 26 631 Modernisering AWBZ Nr. 119 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is.

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is. 1 Managementsamenvatting De managementsamenvatting is geschreven in het Nederlands en het Papiamentu. De Rekenkamer wil hiermee bereiken dat meer mensen kennis kunnen nemen van de inhoud van het rapport.

Nadere informatie

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'. BELEIDSREGEL I-618 / II-608 / III-771 Bijlage 1 bij circulaire GA/yb/III/03/GGZ/05c Instandhoudingsinvesteringen 1. ALGEMEEN a. Deze beleidsregel is van toepassing op organen voor gezondheidszorg als vermeld

Nadere informatie