ALLES WETEN.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ALLES WETEN. www.landbouwkrediet.be"

Transcriptie

1 VLIF-REGLEMENTERING IN VLAANDEREN ALLES WETEN.

2 VLIF-REGLEMENTERING IN VLAANDEREN ALLES WETEN.

3 VOORWOORD De land- en tuinbouwsector staat voor grote uitdagingen. Onzekere marktsituaties, verstrengde milieumaatregelen en bijkomende eisen op het gebied van dierenwelzijn vragen grote inspanningen van de sector. Landbouwkrediet blijft een zeer belangrijke speler op deze markt en wenst daarom de bevoorrechte en loyale partner te zijn van de land- en tuinbouwers in de uitbouw van een rendabel, duurzaam en toekomstgericht bedrijf. Rekening houdend met de zeer belangrijke investeringen vinden we het vanzelfsprekend dat we onze cliënten snel en correct informeren over alles wat een invloed kan hebben op het fi nancieel beheer van hun bedrijf. Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) is ongetwijfeld een van de hoofdrolspelers in dat fi nancieel beheer, en heeft op basis van de prioriteiten in het landbouwbeleid een reglementering uitgewerkt waar de sector kan op inspelen bij het plannen van investeringen. Om u wegwijs te maken in deze reglementering heeft Landbouwkrediet deze brochure samengesteld. We hebben er naar gestreefd om deze vrij ingewikkelde en uitgebreide materie zo duidelijk mogelijk voor te stellen. Voor bijkomende uitleg of specifi ek advies kunt u natuurlijk altijd terecht bij de agenten van Landbouwkrediet, die met hun landbouwervaring de aangewezen gesprekspartners zijn. Net als u zijn ze zelfstandigen die weten wat dienstverlening en beschikbaarheid betekenen. Wij wensen u veel succes met de investeringen, en een verrijkende lectuur. Luc Versele CEO Landbouwkrediet 1

4 INHOUD 1 INLEIDING 5 2 VOORWAARDEN Voorwaarden van de aanvrager Voorwaarden voor de bedrijfsleider, de zaakvoerders, de bestuurder of de afgevaardigde bestuurder met de kwalifi catie landbouwer Opleidingsvoorwaarden van de bedrijfsleider, de zaakvoerders, de bestuurder of de afgevaardigde bestuurder met de kwalifi catie landbouwer Voorwaarden van het land- of tuinbouwbedrijf Voorwaarden van de VLIF-aanvraag 8 3 STEUN VOOR INVESTERINGEN 9 4 STEUN BIJ OVERNAME Overname in het kader van een eerste installatie Steunstelsels bij overname Max. betoelaagbare bedragen per dier en per diersoort in EUR Overname van een bedrijf door de aankoop van de aandelen van een vennootschap 18 5 BIJZONDERE VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN VOOR DE VLIF- TUSSENKOMST MET BETREKKING OP DE INVESTERINGEN BEPAALD IN DE VERSCHILLENDE STEUNGROEPEN De melkveesector De rundveesector De vleeskalversector De varkenssector De pluimveesector Bijkomende mestopslag Ammoniakemissiearme stallen De paardensector Maal- en menginstallaties Installaties voor compostering op het bedrijf Fruitplantages Geavanceerde spuittoestellen Afbraak oude serres Duurzaam plantmateriaal Cultuurhistorische hoeven Aankoop bedrijfszetel Commercialisatie van hoeveproducten Hoevetoerisme Productie van hernieuwbare energie op het landbouwbedrijf 23 2

5 INHOUD 6 INVESTERINGEN UITGESLOTEN VAN STEUN 24 7 ANDERE STEUNSTELSELS Steun ter compensatie van geleden schade Steun voor sociale instellingen en consumentencoöperaties VLIF-tussenkomst voor landbouwcoöperaties met betrekking tot de afzet, verwerking van land- en tuinbouwproducten en dienstverlening in de land- en tuinbouwsector 25 8 DE AANVRAAGPROCEDURE VOOR VLIF-TUSSENKOMST De VLIF-aanvraag 1 ste luik (bijlage 2 bij O.B.48) zie punt De VLIF-aanvraag 2 de luik (bijlage 1 bij O.B.48) zie punt Afhandelingprocedure van het VLIF-dossier 26 9 NUTTIGE ADRESSEN Groep Landbouwkrediet Hoofddienst structuur en Investeringen (VLIF) Provinciale dienstverlening Structuur en Investeringen BIJLAGEN Maximum subsidiabele bedragen voor bedrijfsgebouwen en bedrijfsbekleding Bijlage 2 bij omzendbrief Bijlage 3 bij omzendbrief Bijlage 1 bij O.B

6 4

7 1 INLEIDING Het Vlaams Landbouw Investeringsfonds werd bij decreet van 22 december 1993 opgericht met het doel om enerzijds steun te verlenen in de gemaakte kosten voor de overname van een land- of tuinbouwbedrijf of het uitvoeren van investeringen op land- of tuinbouwbedrijven. Anderzijds staat het VLIF waarborg voor bedrijven die over onvoldoende eigen borgen beschikken. In deze brochure stellen wij u de laatste reglementering betreffende de steunverlening van het VLIF voor zoals beschreven in het Ministerieel besluit van 17/10/08 betreffende de wijziging van het besluit van 24/11/2000. Deze brochure zal u wegwijs maken in de regelgeving zoals deze werd bepaald door de Omzendbrief nr.48 van 12/12/08 en Omzendbrief nr.50 van 07/04/2009, die de wijzigingen weergeeft tegenover Omzendbrief 42, 42a en 43. Het VLIF verleent steun: aan investeringen; voor een eerste installatie in de land- of tuinbouw; voor compensatie van geleden schade; aan coöperaties; aan samenwerkingsverbanden, onder de vorm van een startpremie; onder de vorm van waarborg; aan bedrijven met suikerbieten, in het kader van de reconversie van het suikerbietenquotum (tijdelijke maatregel tot 31/12/2010). 5

8 2 VOORWAARDEN 2.1 VOORWAARDEN VAN DE AANVRAGER Het VLIF verleent steun aan landbouwers. De landbouwer is een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die een bedrijf uitbaat die volgende voorwaarden kan realiseren: minimum 50% van de arbeidstijd van de bedrijfsleiders, zaakvoerders, bestuurders, afgevaardigd bestuurders op het land- of tuinbouwbedrijf kan realiseren; minimum 35% van hun totale beroepsinkomen uit dit land of tuinbouwbedrijf halen. Indien de aanvrager een rechtspersoon is moet aan bijkomende voorwaarden voldaan zijn. Het betreft ofwel: Een handelsvennootschap, die aan alle volgende voorwaarden voldoet: - de statuten bepalen dat de vennootschap de exploitatie van een land- of tuinbouwbedrijf, en de verhandeling van de geteelde en gekweekte producten tot doel heeft; - de vennootschap is opgericht voor ten minste 20 jaar of voor onbepaalde duur; - de aandelen van de vennootschap zijn op naam; - de zaakvoerders, bestuurders en afgevaardigd bestuurders worden onder de vennoten gekozen; - vennootschappen die naast de landbouwactiviteit nog andere activiteiten uitvoeren moeten aan volgende bijkomende voorwaarden voldoen: - op basis van de laatste resultatenrekening moet de omzet uit landbouwactiviteit groter zijn dan deze uit de niet-landbouwactiviteit; - indien de omzet het belang van de activiteiten niet weerspiegelt dient de brutomarge van de landbouwactiviteit groter te zijn dan de deze uit de nietlandbouwactiviteit; - dit geldt ook wanneer de andere activiteiten onder de noemer verbreding geplaatst kunnen worden. (hoevetoerisme, verwerking eigen geteelde producten, zorgboerderijen, educatie, productie van hernieuwbare energie en landschapsbeheer.) Een landbouwvennootschap; Een vereniging zonder winstoogmerk met maatschappelijke en/ of sociale doelstellingen die een land- of tuinbouwactiviteit uitoefent die aan alle volgende voorwaarden voldoet: - ze is erkend als sociale werkplaats met toepassing van artikel 7 van het decreet van 14 juli 1998 betreffende sociale werkplaatsen; - de statuten hebben de exploitatie van een land- of tuinbouwbedrijf en de verhandeling van de geteelde en gekweekte producten tot doel; - de bestuurders worden onder de leden gekozen; - ten minste één van de bestuurders, de bestuurderlandbouwer, wordt belast met de bedrijfseconomische opvolging van het bedrijf; - de statuten bepalen dat de vereniging opgericht is voor onbepaalde duur of voor ten minste 20 jaar. Een consumentencoöperatie die aan alle volgende voorwaarden voldoet; - de statuten hebben de exploitatie van een land- of tuinbouwbedrijf en de verhandeling van de geteelde en gekweekte producten tot doel; - de bestuurders worden onder de vennoten gekozen; - de statuten bepalen dat de vennootschap opgericht is voor onbepaalde duur of voor ten minste 20 jaar; - ten minste één van de bestuurders, de bestuurderlandbouwer, besteedt minstens 50% van zijn totale arbeidstijd aan de coöperatie, en haalt ten minste 35% van zijn totale inkomen uit het bedrijf. 2.2 VOORWAARDEN VOOR DE BEDRIJFSLEIDER, DE ZAAKVOERDERS, DE BESTUURDER OF DE AFGEVAARDIGDE BESTUURDER MET DE KWALIFICATIE LANDBOUWER Bekend zijn bij het bestuur der Directe Belastingen met beroepsinkomsten als landbouwer. Aangesloten zijn bij de sociale kas der zelfstandigen als landbouwer in hoofdberoep. Concreet betekent dit dat de betaalde bijdragen berekend moeten worden op het beroepsinkomen uit landbouwactiviteit en niet als het toegekend winstaandeel als meewerkend echtgenoot. Het maxi-statuut als meewerkend echtgenoot is geen statuut dat voldoende is om als landbouwer beschouwd te worden. Niet meer dan een halftijdse betrekking hebben als loontrekkende of een tijdsbesteding als zelfstandige van meer dan 50% buiten de landbouwactiviteit. Ten minste 35% van de totale beroepsinkomsten uit landbouwactiviteit halen. Als landbouwinkomen tellen de opbrengsten uit het bedrijf en de bezoldigingen als zaakvoerder, bestuurder of afgevaardigd bestuurder en de winstdeelneming uit de vennootschap. Inkomsten uit verhuur aan de vennootschap en intresten op rekening courant worden niet als landbouwinkomsten beschouwd. 6

9 Een minimale arbeid verrichten van 0,5 V.A.K. (1 Volwaardige Arbeidskracht is gelijk aan een gepresteerde arbeid van uur). Beroepsbekwaam zijn. De landbouwers, zaakvoerders of bestuurder moeten in België gedomicilieerd zijn. 2.3 OPLEIDINGSVOORWAARDEN VAN DE BEDRIJFSLEIDER, DE ZAAKVOERDERS, DE BESTUURDER OF DE AFGEVAARDIGDE BESTUURDER MET DE KWALIFICATIE LANDBOUWER Bij eerste vestiging, bedrijfscreatie of creatie van een tweede bedrijf moet aan één van de volgende voorwaarden voldaan zijn: - een diploma of getuigschrift van een basisopleiding landbouw, tuinbouw of aanverwant van minimaal hoger secundair onderwijs; - een installatieattest met minimum 2 jaar ervaring met land of tuinbouwproductie; - een diploma van een basisopleiding, aangevuld met een zekere ervaring die door de Minister van Landbouwbeleid gelijkgesteld wordt met één van de bovenstaande opleidingen. Er dient hiertoe een gemotiveerde schriftelijke vraag gericht worden aan de Minister. Bij investeringen door gevestigde land- of tuinbouwers die bovenvermelde opleiding niet hebben kan hun beroepsbekwaamheid als volgt aangetoond worden: - een diploma van minimaal hoger secundair onderwijs, anders dan land- of tuinbouw met 2 jaar ervaring in land- of tuinbouwproductie. Als ervaring wordt hier concreet geëist dat de aanvrager ten minste 2 jaar sociale bijdragen betaalt als landbouwer en het bedrijf reeds uitbaat. - een diploma van een basisopleiding, aangevuld met een zekere ervaring die door de Minister van Landbouw gelijkgesteld wordt met één van de bovenstaande opleidingen. Er dient hiertoe een gemotiveerde schriftelijke vraag gericht te worden aan de Vlaamse Minister bevoegd voor landbouwbeleid; - ten minste 3 jaar ervaring in land- of tuinbouwproductie met een naschoolse landbouwopleiding van ten minste 100 uren; - 10 jaar ervaring met landbouwproductie. Volgende ervaring telt niet als nuttige ervaring om de beroepsbekwaamheid aan te tonen: - ervaring opgedaan voor de aanvrager 16 jaar werd; - ervaring als hobbylandbouwer; - ervaring als gelegenheidsarbeidskracht. 2.4 VOORWAARDEN VAN HET LAND- OF TUINBOUWBEDRIJF Het bedrijf van de aanvrager moet aan volgende eisen voldoen: Economisch levensvatbaar zijn: - dit wordt aangetoond door de berekening van het reële arbeidsinkomen aan de hand van de begroting van het bedrijf. Het A.I. moet groter zijn dan het vergelijkbaar arbeidsinkomen (V.A.I.). Het V.A.I. is het gemiddelde bruto-inkomen van alle loontrekkenden. Bij opmaak van deze brochure bedraagt het V.A.I ,00 EUR. Het bedrijf moet een arbeidsbehoefte teweegbrengen van minimum 900 UUR (0,5 V.A.K.): - er moet met andere woorden minimaal een A.I. van ,00 EUR gehaald worden; - indien een gedeelte van het landbouwinkomen uit diversifi catie (zoals hoevetoerisme, zorgboerderijen, productie hernieuwbare brandstoffen, commercialisatie van hoeveproducten) komt, dan moet ten minste 50% van het totale A.I. uit productie van land- of tuinbouwproducten komen. Bijgevolg moet altijd een kwart van het referentie-inkomen uit effectieve productie komen. Er moet een bedrijfseconomische boekhouding bijgehouden worden: - voor de volledige steunperiode, en ten minste 5 jaar in geval van enkel kapitaalspremie; - de bedrijfseconomische boekhouding is verplicht doch met uitzondering voor bedrijven waar het totale steunbedrag kleiner is dan EUR. In deze gevallen kan een vereenvoudigde boekhouding met lasten en opbrengsten voldoende zijn. Indien het steunvolume groter wordt dan EUR door bijkomende dossiers, moet onmiddellijk gestart worden met het bijhouden van bedrijfseconomische boekhouding; - de bedrijfseconomische boekhouding kan vervangen worden door de fi scale boekhouding indien het bedrijf zich zodanig gespecialiseerd heeft dat alle kosten en opbrengsten aan die welbepaalde bedrijfstak toegewezen kunnen worden. Deze afwijking dient schriftelijk aan het Agentschap voor Landbouw en Visserij, afdeling Structuur en Investeringen aangevraagd te worden. Milieutechnisch in orde zijn: - de nodige vergunningen voor de bouwwerken en het uitbaten van hoeveslagerijen, hoevetoerisme, ; - de milieuvergunning moet altijd gerespecteerd worden; - de nodige sanitaire attesten; - voldoende nutriëntenemissierechten binnen hebben 7

10 de 2 jaar na de indiening van het VLIF-dossier dat leidt tot de uitbreiding. Ligging van de bedrijfszetel: - bij onroerende investeringen en aankoop van een bedrijf wordt de tussenkomst gevraagd in het Gewest waar de gebouwen zich bevinden, ook wanneer de hoofdzetel zich in het ander Gewest bevindt; - bij investeringen die roerend van aard zijn, wordt het Gewest waartoe de hoofdzetel behoort als steunverlener aangeduid; - de hoofdzetel van de exploitatie moet steeds in België gelegen zijn. 2.5 VOORWAARDEN VAN DE VLIF-AANVRAAG Een aanvraag bij het Vlaams Landbouw Investeringsfonds moet aan volgende voorwaarden voldoen op het gebied van: Minimum betoelaagbaar investeringsbedrag: - het minimum investeringbedrag is ,00 EUR excl. BTW ongeacht de fi nancieringswijze. Het moet in beide gevallen gaan over betoelaagbare investeringen die vermeld staan op de VLIF-aanvraag. Andere steun: - er mag voor dezelfde investering geen andere tussenkomst dan deze van het VLIF gevraagd zijn; - de opbrengst van groene stroomcertifi caten wordt niet als steun beschouwd en kan dus gecombineerd worden met een VLIF-dossier. 8

11 3 STEUN VOOR INVESTERINGEN Er kan een tussenkomst verleend worden voor bepaalde investeringen op het land- of tuinbouwbedrijf. Naargelang de aard van de investering zal deze opgenomen zijn in een van de vier groepen met investeringen waarop het VLIF tussenkomst verleent. Het steunpercentage wordt aan de hand van deze groepen bepaald: - groep 1: 40% steun voor investeringen specifi ek aan de biologische landbouw (bijlage 1); - groep 2: 30% steun voor investeringen gericht op de reconversie van het land- of tuinbouwbedrijf, investeringen die kaderen in de landbouw met verbrede doelstellingen en duurzame landbouw (bijlage 2); - groep 3: 20% steun voor investeringen gericht op structuurverbeteringen op het bedrijf, onroerend van aard (bijlage 3); - groep 4: 10% steun voor investeringen gericht op andere structuurverbeteringen, in hoofdzaak roerend van aard (bijlage 4). De steun wordt in principe gegeven als een kapitaalspremie met uitzondering voor het gedeelte van de investering waarvoor er een krediet genomen wordt. Voor het met krediet gefi nancierde gedeelte wordt eerst, volgens de groep, een rentesubsidie gegeven. Deze is maximum 4% of 3% groot en loopt voor een duurtijd van maximum 15 jaar voor onroerende investeringen en 7 of 5 jaar voor investeringen roerend van aard naargelang de groep en de duurtijd van het krediet. Voorbeeld 1: Er wordt op een leefbaar landbouwbedrijf een bewaar- en machineloods gebouwd voor een bedrag van EUR. De landbouwer neemt een krediet met volgende modaliteiten: Kredietbedrag: ,00 EUR Looptijd: 15 jaar waarvan vrijstelling kapitaal 0 jaar Rente: 5,75% Er worden na volledige afwerking voor ,00 EUR facturen voorgelegd, het betreft een investering die subsidiabel is in groep 3, 20% totale tussenkomst. De afl ossingstabel met de betoelaging ziet er als volgt uit: Aflossing krediet: vervaldag afl ossing kapitaal afl ossing intrest werkelijke rentetussenk. afl ossing VLIF geactualiseerde* rentetussenk. netto te betalen saldo krediet na afl ossing saldo VLIF na afl ossing Tussenkomst o.v.v. kapitaalspremie in aantal keren: 1.887,16 = 2 keer 943,58 9

12 De toegepaste actualisatierentevoet bedraagt: 4,99% 1 (percentage op 01/01/2009 en is van toepassing voor volledig 2009). Deze actualisatie van de werkelijke rentesubsidie is nodig om een gelijkschakeling te krijgen van de tussenkomsten op investeringen volledig met eigen middelen en de tussenkomsten op investeringen geheel of gedeeltelijk met krediet. In het eerste geval krijgt de begunstigde de totale tussenkomst in 2 jaarlijkse schijven 2 volgend op de beslissing, terwijl in het tweede geval de betrokkene de rentesubsidie pas ontvangt naarmate het krediet verstrijkt. Daarom wordt, bij de berekening van de kapitaalspremie, de werkelijke ontvangen rentesubsidie niet ten volle gerekend. In dit voorbeeld bedraagt de totale tussenkomst over een periode van 15 jaar dus ,00 EUR rentesubsidie vermeerderd met 1.887,16 EUR kapitaalspremie. Dit is samen ,16 of 24,16% van de aanvaarde investering. Op de volgende pagina s (bijlage 1-4) vindt u een overzicht van de investeringen en de subsidiegroep waarin de investering zich bevindt. 1 Actualistierentevoet: 2 Een kapitaalspremie kleiner dan 1.000,00 EUR wordt in één schijf uitbetaald. 10

13 Bijlage 1 Aard van de investeringen groep 1: investeringen die specifi ek zijn voor de biologische landbouw Beschrijving van de investering met vermelding van de bijzondere voorwaarden bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen en de omheining van uitlopen die voldoen aan de normen voor biologische veehouderij vermeld in de lastenboeken voor de dierlijke biologische productie, op voorwaarde dat de aanvrager de biologische productiemethode toepast (bewijs voorleggen); aanleg van hoogstamboomgaarden in de bioteelt; andere gelijksoortige investeringen die specifi ek zijn voor de biologische landbouw. Bijlage 2 Aard van de investeringen groep 2: investeringen gericht op de reconversie van het landbouwbedrijf en landbouw met verbrede doelstellingen, duurzame landbouw Beschrijving van de investering met vermelding van de bijzondere voorwaarden installatie voor waterzuivering op bedrijfsniveau, met inbegrip van de installaties voor waterzuivering in het kader van hergebruik van overtollig regen- en beregeningswater; uitrusting voor het reinigen van de rookgassen van stookinstallaties met cyclonen, doekenfi lters of rookgaswassing; installatie van een eerste energiescherm in een bestaande serre en in een nieuwbouwserre; stal verluchtingssysteem met een fi lter ter bestrijding van de geur- en stofhinder (biofi lter, biobed, stoffi lters, luchtwassers); installatie van een warmtebuffer en een rookgascondensor; installatie van een warmtepomp in combinatie met koude-warmteopslag als onderdeel van de inrichting van een gesloten kas; installatie van een energiebesparende kasomhulling (dubbel glas, gecoat glas, kunststof kanaalplaten); nieuwe verwarmingsinstallaties of omschakeling van bestaande verwarmingsinstallaties naar gas of hernieuwbare brandstoffen, inclusief installaties voor warmtekrachtkoppeling; bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die gebruikt worden voor de aanmaak van zuivelproducten (met melk van het eigen bedrijf) en het bewaren van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifi ek noodzakelijk is voor die activiteit; bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die gebruikt worden voor het versnijden, bereiden en verkoopsklaar maken van vlees (geproduceerd op het eigen bedrijf) en het bewaren van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifi ek noodzakelijk is voor die activiteit; bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die gebruikt worden voor het artisanaal verwerken en verkoopsklaar maken van land- en tuinbouwproducten (andere producten dan melk en vlees, die geproduceerd zijn op het eigen bedrijf) en het bewaren van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifi ek noodzakelijk is voor die activiteit; bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die bestemd zijn voor de rechtstreekse verkoop van de eigen productie (al dan niet in verwerkte vorm) aan de consument of in een buurtwinkel, met inbegrip van een opslag- of koelruimte die bestemd is voor de verkoopsklare voorraad van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifi ek noodzakelijk is om die activiteit uit te oefenen; investeringen in vaste en verplaatsbare installaties zoals vogelnetten, imitatieroofvogels, care-eyeballonnen en afschrikwindmolentjes, gericht op het beperken van schade door vogels of ander wild met uitzondering van knalapparatuur; mechanische of thermische onkruidbestrijding of loofdoding (schoffelmachine, zwenkmaaier, rijenfrees, vingeregge, loofklapper, onkruid- of loofbrander, grondstoommachine); 11

14 Bijlage 2 - vervolg Aard van de investeringen groep 2: investeringen gericht op de reconversie van het landbouwbedrijf en landbouw met verbrede doelstellingen, duurzame landbouw Beschrijving van de investering met vermelding van de bijzondere voorwaarden machines en uitrusting die specifi ek noodzakelijk zijn voor het beheer van kleine landschapselementen, perceelsranden en landschap (eventueel contracten voorleggen); installaties voor compostering (omzetten van de composthoop); investeringen, gericht op het educatief toegankelijk maken van de landbouwbedrijvigheid betreffende de productie van producten voor een breder publiek; inrichting van verblijfsruimten voor zorgvragers in het kader van de zorgboerderijen; installaties en materieel die op bedrijfsniveau specifi ek noodzakelijk zijn voor de bereiding van samengestelde voeders (andere dan ruwvoeders), hoofdzakelijk op basis van zelfgeteelde basisproducten en ter vervanging van krachtvoeders, of voor de bereiding van samengestelde voeders voor varkens op basis van CCM (Corn Cob Mix), hoofdzakelijk op basis van zelfgeteelde producten. De samengestelde voeders moeten een drogestofgehalte hebben van minstens 60%. Daarbij zijn ook graandrooginstallaties voor eigen granen inbegrepen op voorwaarde dat die werken volgens een proces waarbij de verbrandingsgassen niet door de granen gestuurd worden en waarbij er zodoende geen residu s voorkomen in het eindproduct; geautomatiseerde champignon plukmachines in geval van reconversie van de productiemethode om het hoofd te bieden aan de delokalisatie van de champignonproductie; aanplanten of heraanplanten van fruitplantages met nieuwe commercieel beloftevolle fruitvariëteiten op voorwaarde dat de geïntegreerde productiemethode toegepast wordt. Uitbreiding van het areaal wordt toegestaan; installaties en materieel die op bedrijfsniveau specifi ek noodzakelijk zijn voor de productie van medicinale en aromatische planten; investeringen, gericht op de productie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen als vorm van diversifi catie (land- en tuinbouwproductie blijft hoofdzaak), namelijk: oliepers, bestemd voor de productie van PPO (pure plantaardige olie) en installaties voor het zuiveren van op het bedrijf geproduceerde PPO. De aankoop van een mobiele oliepers door een coöperatie van landbouwers is subsidiabel mits het een coöperatie betreft voor dienstverlening; aanpassing van een tractor of een andere landbouwmachine voor het gebruik van PPO; zonneboilers en fotovoltaïsche zonnecellen; windmolens; installaties en materieel voor de productie van biogas en bijbehorende installaties voor de opwekking van elektriciteit op basis van een substantieel gedeelte grondstoffen van het bedrijf; installaties en materieel voor de energieproductie op basis van energieteelten en bijbehorende installaties voor de opwekking van elektriciteit op basis van een substantieel gedeelte grondstoffen van het bedrijf; installaties en materieel die op bedrijfsniveau specifi ek noodzakelijk zijn voor de productie van andere hernieuwbare brandstoffen (bijvoorbeeld houtachtige energieteelten) en bijbehorende installaties voor de opwekking van elektriciteit. andere gelijksoortige investeringen gericht op de realisatie van een landbouw met verbrede doelstellingen, duurzame landbouw of de reconversie van het landbouwbedrijf. 12

15 Bijlage 3 Aard van de investeringen groep 3: investeringen in onroerende goed, gericht op de realisatie van een structuurverbetering Beschrijving van de investering met vermelding van de bijzondere voorwaarden bouwen, verbouwen en uitrusten van melkveestallen, inclusief melkinstallatie, en van jongveestallen voor jongvee van dat melkvee; bouwen, verbouwen en uitrusten van vleesveestallen en van jongveestallen voor jongvee van dat vleesvee; bouwen van een nieuwe ammoniakemissiearme stal, die voorkomt op de lijst van ammoniakemissiearme stallen van het Vlarem, op voorwaarde dat in zeugenstallen groepshuisvesting wordt toegepast en dat in legkippenstallen volièrehuisvesting of grondhuisvesting wordt toegepast; uitrusten van nieuwe ammoniakemissiearme legkippenstallen met volièrehuisvesting of grondhuisvesting; bouwen, verbouwen en uitrusten van vleeskalverstallen; bouwen van bijkomende mestopslagcapaciteit op het veebedrijf van mest van de veestapel van het bedrijf in afwachting van de verspreiding op het land om te voldoen aan de bepalingen van artikel 9, 1 van het Mestdecreet van 22 december 2006; verbouwen en uitrusten van bestaande varkens- en pluimveestallen met het oog op de verbetering van het leefmilieu, de hygiëne en het welzijn van de dieren; herstellen van daken van hoeven met een cultuurhistorisch karakter, type vierkantshoeven of gelijkgesteld, ongeacht de bestemming van de bedrijfsruimten; bouwen, verbouwen en uitrusten van stallen voor herten, schapen, geiten, konijnen en eventueel het bijbehorende jongvee; bouwen, verbouwen en uitrusten van stallen voor paarden, met inbegrip van gebouwen voor het trainen van paarden en de aanleg van een buitenpiste (geen maneges). Paardenpension wordt aanvaard als vorm van diversifi catie; bouwen, verbouwen en uitrusten van gebouwen voor een zeer specifi eke dierlijke productie, zoals de kweek van slakken, insecten en larven (geen hondenen nertsenkwekerijen); sleufsilo met recuperatiesysteem voor silosappen; bouwen, verbouwen en uitrusten (bijvoorbeeld verwarming, energieschermen, beregening, substraatinstallaties, tabletten) van serres in glas of plastic op vaste voet; systemen voor het hergebruik van beregeningswater, opvang en hergebruik van hemelwater als beregeningswater; afbraak van serres in combinatie met een project voor het oprichten van nieuwe serres (op dezelfde locatie of elders), met uitsluiting van kosten voor bodemsanering; bouwen, verbouwen en uitrusten van kwekerijen van paddenstoelen; bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen voor de productie van witloof, met inbegrip van de hydrocultuurinstallatie; bouwen, verbouwen en uitrusten van gebouwen voor een zeer specifi eke plantaardige productie (invitroculturen); installaties voor de robotisering van de productie; frigo s; beregeningsinstallaties en installaties voor fertigatie (andere dan serre-uitrusting), maar niet op basis van grondwater; aanleg van terreinen voor container- en stellingenteelt, evenals de specifi eke terreinuitrusting in de boom- en sierteelt (algemeen); loodsen voor de opslag en de bewaring van de productie, het marktklaar maken van de productie of voor het stallen van machines en materieel (geen huisvesting van dieren); erfverharding en andere infrastructuurwerken in onroerende staat (opvangbassins voor hemelwater, kavelwegen, reinigingsplaats met bezinkput voor voertuigen, andere bezinkputten, opslagplaats voor vaste mest op kopakker, verhardingen voor de beperking van grondtarra); 13

16 Bijlage 3 - vervolg Aard van de investeringen groep 3: investeringen in onroerende goed, gericht op de realisatie van een structuurverbetering Beschrijving van de investering met vermelding van de bijzondere voorwaarden nieuwe aanplantingen van kersen, krieken, pruimen, noten en druiven; installaties en materieel, gericht op de oogstprotectie in bestaande fruitplantages (hagelkanon, hagelnetten, beregening tegen lentenachtvorst); aankoop van bestaande bedrijfsgebouwen die minder dan 15 jaar oud zijn hierbij bepalend dat het subsidiabel bedrag in relatie staat met het VLIFnormbedrag bij nieuwbouw en de gangbare afschrijvingsduur voor dergelijke bedrijfsgebouwen; sanitaire opslagruimte voor kadavers met een koelinstallatie; systemen voor beperking, recyclage of rationeel beheer van afvalwater (ontsmettings- en ontziltingsinstallaties, opslagplaats voor verontreinigd water); systemen voor de beperking van het gebruik of van verliezen van pesticiden. Het betreft voornamelijk geavanceerde spuitmachines waarbij er een duidelijk aantoonbare vermindering is van de drift ten opzichte van de gangbare spuittoestellen; investeringen, gericht op de beperking van de verspreiding van ziektekiemen (installaties voor het steriliseren van substraten of afvalgrond, reinigingsplaats met bezinkput voor voertuigen voor het vervoer van dieren, sanitaire laad- of losplaatsen voor dieren, inclusief eventuele afsluiting, sanitair sas in stallen); machines voor directe inzaai ter voorkoming van erosie; de eerste aanplant van biologisch geteelde duurzame planten en de eerste aankoop van biologisch gekweekte ouderdieren op voorwaarde dat de biologische productiemethode toegepast wordt (bewijs voorleggen); andere gelijksoortige investeringen, in onroerend goed, gericht op de realisatie van een structuurverbetering. Bijlage 4 Aard van de investeringen groep 4: overige investeringen gericht op de realisatie van een structuurverbetering Beschrijving van de investering met vermelding van de bijzondere voorwaarden machines en materieel (goederen die roerend zijn van nature) die niet opgenomen zijn in de andere lijsten en met uitzondering van tweedehandsmaterieel; bouwen en uitrusten van nieuwe ammoniakemissiearme legkippenstallen met verrijkte kooien; verbouwen en uitrusten van een bestaande legkippenstal naar een stal met huisvesting in verrijkte kooien; heraanplanten van fruitplantages met gangbare fruitvariëteiten, beperkt tot de gerooide oppervlakte van appel, peer en perzik; de eerste aanplant (geen vervangingen) van duurzame planten zoals rozen- en moederplanten, hop- en aspergeplanten, houtachtig kleinfruit; plastic serres en tunnels, andere dan die welke vermeld worden in groep 3. andere gelijksoortige investeringen, in onroerend goed, gericht op de realisatie van een structuurverbetering. 14

17 4 STEUN BIJ OVERNAME Overname van een bedrijf in persoonlijke naam: 4.1 OVERNAME IN KADER VAN EEN EERSTE INSTALLATIE Men spreekt van een overname in kader van een eerste installatie wanneer de overnemer zich met deze overname voor de eerste keer vestigt als landbouwer. Volgende voorwaarden dienen hiervoor voldaan te zijn: - de overnemer is minder dan 40 jaar op datum van de registratie van de VLIF-aanvraag; - de overnemer is niet meer dan 6 maand gevestigd als landbouwer op datum van de overname; dit wordt bepaald door de datum van aansluiting als landbouwer bij de sociale kas der zelfstandigen en de datum dat de overnemer als landbouwer geregistreerd staat bij de Administratie der Directe Belastingen; zelfstandig helpers met een aangegeven inkomen op een belastingsfi che en worden niet als zelfstandig landbouwer aanzien en kunnen bijgevolg in aanmerking komen voor steun bij installatie. - geen belastbaar inkomen uit landbouw genoten hebben; hierop wordt een uitzondering aanvaard voor een inkomen uit landbouw kleiner dan 2.000,00 EUR indien dit gepaard gaat met een voltijdse betrekking als loontrekkende. - beroepsbekwaam zijn voor eerste installatie zoals beschreven in punt 2.2; - het overgenomen gedeelte moet een leefbaar gedeelte zijn, het moet de overnemer in staat stellen te voldoen aan de voorwaarde landbouwer op het gebied van tijdsbesteding en inkomen; - een overname in kader van een maatschap moeten alle partijen van de maatschap aan de voorwaarde landbouwer voldoen. 4.2 STEUNSTELSELS BIJ OVERNAME Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de overname van een bedrijf dat uitgebaat wordt in persoonlijke naam van de overlater en de overname van een bedrijf dat bestaat uit aandelen van een vennootschap. De overname van een 2 de fase van het bedrijf en de overname van een 2 de bedrijf zijn niet betoelaagbaar volgens de bepalingen in Omzendbrief. 43. De installatiesteun bij overname wordt berekend op het betoelaagbaar bedrag rekening houdend met volgende rubrieken in de inventaris: - dieren, mits toepassing van de maximumbedragen per dier en per diersoort 3 ; - materiaal, correct gewaardeerd volgens de werkelijke afschrijving; - voorraden volgens de werkelijk aanwezige voorraden en met een maximum van ,00 EUR; - vruchten te velde volgens de toestand op de overnamedatum: voor akkerbouwteelten en voedergewassen wordt 750,00 EUR per ha aanvaard; voor tuinbouwteelten en duurzame planten wordt een waarde aanvaard volgens de werkelijke productiekost van het gewas op het ogenblik van de overname; voor boomgaarden zijn de maximumbedragen bepaald op ,00 EUR voor appelaanplantingen en ,00 EUR voor peren. Er wordt ook rekening gehouden met de staat en de ouderdom van de boomgaard; - navetten voor de overgenomen oppervlakte met een maximum van 200,00 EUR. Het maximale steunvolume voor overname in het kader van een eerste installatie, wordt berekend rekening houdend met een actualisatie met de Europese referentierentevoet (4,99% voor 2009). De maximale steun vóór actualisatie bedraagt EUR. In het geval van jaarlijkse vervaldagen en zonder vrijstelling van kapitaal wordt het maximaal betoelaagbaar bedrag als volgt toegekend: max. subsidieerbaar ,66 EUR bedrag rentesubsidie % 4% referentierentevoet ,99% duur van de rentesubsidie 10 jaar in periode effectieve tussenkomst: installatiepremie van 50% ,00 op eerste schijf van EUR rentesubsidie van 4% op ,66 EUR (vastlegging) ,94 Totale tussenkomst: ,94 3 Maximumbedragen per dier en per diersoort: zie punt

18 4.3 MAX. BETOELAAGBARE BEDRAGEN PER DIER EN PER DIERSOORT IN EUR Melkvee: Melkkoe 1.050,00 Kalfvaars 1.125,00 Jongvee 1-2 jaar 690,00 Jongvee < 1 jaar 440,00 Mestvee: Zoogkoe 1.500,00 Kalfvaars 1.500,00 Jongvee 1-2 jaar 1.000,00 Jongvee < 1 jaar 625,00 Vleeskalf (mesterij) 440,00 Varkens: Zeug (inventaris zonder biggen) 340,00 Zeug (inventaris met biggen) 250,00 Jonge zeug 200,00 Beer 625,00 Big 30,00 Vleesvarken 85,00 Kleinvee: Leghen 2,00 Vleeskuiken 1,00 Schaap 75,00 Geit 200,00 Voedster 7,50 Vleeskonijn 2,50 Voorbeeld 2: Een jonge landbouwer, die in aanmerking komt voor eerste installatie, neemt 50% van het ouderlijk bedrijf over met volgende inventaris: Inventaris overname van het bedrijf gelegen te: Straat en nummer Postnr en gemeente 1. DIEREN omschrijving aantal waarde/st waarde Melkvee melkkoeien volle vaarzen jongvee 1-2 jaar jongvee < 1 jaar Mestvee zoogkoeien volle vaarzen jongvee 1-2 jaar jongvee < 1 jaar vleeskalf Varkens beren zeugen opfokzeugen vleesvarkens biggen MATERIEEL omschrijving aantal waarde/st waarde tractor ploeg rotoreg aanaarder Totaal dieren:

19 preirooier aalton + injecteur preipelmachine klein materiaal bloemkoolroosmachine Totaal materieel: VOORRADEN omschrijving maat waarde/st waarde graskuil 50 40, maïskuil 60 50, krachtvoeders , brandstof , meststof , sproeistof , Totaal voorraden: VRUCHTEN TE VELDE omschrijving ha waarde/st waarde voederbiet 0, suikerbieten 3, maïs 7, weide 8,0 0 raaigras 3,5 0 prei verse markt 2, prei industrie 3, bloemkool ind. 2, groenbemester 2,0 0 Totaal vruchten te velde: NAVETTEN omschrijving aantal waarde/st waarde navetten Totaal navetten: UITRUSTING omschrijving waarde/st waarde melkinstallatie stalinrichting krachtvoedersilo's Totaal uitrusting: SAMENVATTING Dieren Materieel Voorraden Vruchten te velde Navetten Uitrusting Algemeen totaal Verwijzend naar de betoelaagbare rubrieken en maximumbedragen wordt in dit geval een bedrag van ,00 EUR voor subsidie aanvaard. De uitrusting, onroerend van aard, is namelijk niet betoelaagbaar bij overname. De overnemer neemt in eerste fase 50% van het bedrijf over, en gaat in maatschap met de overlaters. Dit heeft een betoelaagbaar bedrag van ,00 EUR. 17

20 De overnemer neemt een krediet met volgende modaliteiten: Kredietbedrag ,00 EUR Duur 15 jaar Waarvan vrijstelling kapitaal 1 jaar Rente 5,95% De subsidie in kader van de eerste installatie ziet er als volgt uit: Installatiepremie: 50% op een eerste schijf van ,00 EUR = ,00 EUR in twee maal uit te betalen. 4% rentesubsidie op ,00 EUR gedurende 10 jaar + 1 jaar vrijstelling. Dit heeft volgende afl ossingstabel: Aflossing krediet: vervaldag afl ossing kapitaal afl ossing intrest werkelijke rentetussenk. afl ossing VLIF netto te betalen saldo krediet na afl ossing saldo VLIF na afl ossing Tussenkomst onder de vorm van installatiepremie in aantal keren = 2 keer , OVERNAME VAN EEN BEDRIJF DOOR DE AANKOOP VAN DE AANDELEN VAN EEN VENNOOTSCHAP De installatiesteun bij overname door de aankoop van aandelen wordt berekend op het betoelaagbaar bedrag rekening houdend met: - de bepaling van de waarde van het aandeel zoals beschreven in het verslag van de revisor (of de accountant in het geval van een landbouwvennootschap) en dit op basis van de jaarrekening van het voorgaande jaar of de startbalans bij een pas opgerichte vennootschap; - de waarde van het aandeel is gelijk aan het eigen vermogen van de vennootschap; - de fractie van het aandeel bekomt men door de activa van de vennootschap, verminderd met de immateriële vaste activa (productie en emissierechten) te delen door het balanstotaal; - voor een landbouwvennootschap die geen jaarrekening heeft wordt de waarde bepaald aan de hand van een uitvoerig verslag van de accountant of revisor met betrekking tot de goederen van de vennootschap. Het maximale steunvolume, wordt berekend rekening houdend met een actualisatie met de Europese referentierentevoet (4,99% voor 2009). De maximale steun vóór actualisatie bedraagt EUR. In het geval van jaarlijkse vervaldagen en zonder vrijstelling van kapitaal wordt het maximaal betoelaagbaar bedrag als volgt toegekend: max. subsidieerbaar ,33 EUR bedrag rentesubsidie % 4% referentierentevoet ,99% duur van de rentesubsidie 10 jaar in periode effectieve tussenkomst: installatiepremie van 50% ,00 op eerste schijf van EUR rentesubsidie van 4% op ,00 EUR (vastlegging) ,47 Totale tussenkomst: ,47 18

21 5 BIJZONDERE VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN VOOR DE VLIF-TUSSENKOMST MET BETREKKING OP DE INVESTERINGEN BEPAALD IN DE VERSCHILLENDE STEUNGROEPEN 5.1 DE MELKVEESECTOR - het buiten gebruik stellen van plaatsen en Volgende bepalingen worden toegepast in verband met de productierechten: - milieuvergunning: de investeringen zijn enkel betoelaagbaar als het bedrijf voldoende productieplaatsen op de milieu vergunning vermeld heeft staan. - nutriëntenemissierechten: bij een kleine overschrijding (<15%) van het aantal dierplaatsen tegenover de toegekende NERd wordt de tussenkomst verleend zonder voorwaarden; bij een overschrijding tot 25% wordt het VLIF-dossier gunstig beslist doch met de voorwaarde dat er voldoende NERd verworven moeten worden binnen de 2 jaar na de registratie van het dossier; bij een overschrijding van meer 25% wordt het dossier ongunstig beslist. Indien het bedrijf binnen de 2 jaar na de registratie voldoet aan de gevraagde NERd s kan het dossier alsnog gunstig herzien worden; bij de bepaling van het aantal NERd mag ook rekening gehouden worden met de NERd bekomen uit mestverwerking binnen het Mestdecreet van 22/12/06. - melkquotum: bepaling van het totaal aantal plaatsen voor melkkoeplaatsen (totale capaciteit): - alle plaatsen, zowel de nieuwe als de bestaande, op het bedrijf worden in rekening gebracht om deze capaciteit te bepalen; - alle plaatsen met toegang tot de melkinstallatie worden als melkkoeplaatsen gerekend; plaatsen voor jongvee creëren dient effectief te gebeuren. Bij de eindcontrole van de VLIFaanvraag dienen deze wijzigingen effectief gebeurd te zijn; - plaatsen voor jongvee dienen in verhouding te staan met een reëel vervangingspercentage voor melkvee. bepaling van het aanvaardbare aantal melkkoeplaatsen (aanvaarde capaciteit): - men bekomt de aanvaarde capaciteit door het aantal liter melkquotum van het bedrijf, na de investering, te delen door liter; - wanneer een capaciteit berekend wordt van minder dan 50 plaatsen is de aanvaarde capaciteit 50 plaatsen. bepaling van de subsidiabele fractie van de investering: - indien de capaciteit na de investering niet groter is dan de aanvaarde capaciteit vermeerderd met 15% of niet groter is dan 50 plaatsen dan is de investering betoelaagbaar mits toepassing van de maximum investering bedragen per plaats; - indien de totale capaciteit na de investering tussen 15% en 50% groter is dan de aanvaarde capaciteit en groter is dan 50 plaatsen wordt een proportionele tussenkomst toegepast voor de aanvaarde capaciteit vermeerderd met 15%; - indien de totale capaciteit na de investering de aanvaarde capaciteit overschrijdt met meer dan 50% en de totale capaciteit groter is dan 50 plaatsen dan is er geen tussenkomst mogelijk. In dit geval kan enkel tussenkomst verkregen worden, al of niet proportioneel, als door het verwerven van quotum de overschrijding kleiner 19

22 wordt dan 50% van de aanvaarde capaciteit. Dit dient te gebeuren binnen de 2 jaar na de registratie van het 1ste luik van de VLIF-aanvraag. - in de situatie van proportionele tussenkomst kan 1 herziening ingeleid worden als het quotum gestegen is waardoor de subsidiabele fractie van de investering vergroot. maximumbedragen voor investeringen in de melkveehouderij: Aard van de constructie Bedrag in EUR (exl. BTW) Melkveestallen (zonder melkinstallatie, ruimte voor jongvee en stro-opslag): Standaard ligboxenstal: Gedeeltelijk ingestrooide stal: Melkinstallaties: Melkleiding: Melkstal: Melkrobot: Carroussel: EUR/koe EUR/koe 500 EUR/koe 800 EUR/koe EUR EUR (per plaats op de carroussel) Jongveestallen: EUR/dier Voorbeeld: Een melkveehouder wenst een nieuwe stal te bouwen. Er is een quotum van liter. à liter per koe = (aanvaarde capaciteit) 57,14 koeien + 15% = 65 melkkoeplaatsen. Een stal met deze capaciteit (65 melkkoeplaatsen) is bijgevolg volledig betoelaagbaar mits toepassing van de maximumbedragen per dierplaats. Hij wenst echter een stal te bouwen van 80 plaatsen: Een stal met 80 koeplaatsen ( = overschrijding van 40%) wordt betoelaagd naar ratio van 82% (65/80 = 0,82) van het geïnvesteerd bedrag en rekening houdend met de maximumbedragen per dierplaats. Hij wenst echter een stal te bouwen van 90 plaatsen: Een stal van 90 koeplaatsen wordt niet betoelaagd, er is een overschrijding van meer dan 50%. Wil men alsnog tussenkomst, dan moet er, binnen de 2 jaar na registratie, melkquotum aangekocht of verworven worden tot minimum 2/3 van de capaciteit van 90 plaatsen = +/ liter tot liter quotum, dit voor 61 melkkoeien. (61 melkkoeien + 15% = 69 aanvaarde plaatsen). In dit geval wordt proportionele steun toegekend van 76% (= 69/90) op het factuurbedrag (rekening houdend met de maximumbedragen). 20

23 5.2 DE RUNDVEESECTOR Investeringen in de rundveesector zijn betoelaagbaar; De grondgebondenheid is niet meer van toepassing; Er moeten voldoende productie en emissierechten aanwezig zijn. 5.3 DE VLEESKALVERSECTOR In de vleeskalversector zijn investeringen betoelaagbaar; De sectoriële voorwaarden zijn niet meer van toepassing. 5.4 DE VARKENSSECTOR In de varkenssector zijn investeringen betoelaagbaar, wanneer ze gericht zijn op: zelf verwerken en commercialiseren van eigen geteelde producten; hoevetoerisme; landschapsbeheer; de verbetering van leefmilieu, hygiëne en dierenwelzijn; biologische landbouw; bijkomende mestopslag (zie 5.6.); het bouwen van een ammoniakemissiearme stal (systeem voorkomend op de V-lijst van VLAREM), en dit onder volgende voorwaarden en beperkingen: - voor stallen voor huisvesting van zeugen, moet dit gepaard gaan met groepshuisvesting voor de zeugen. Concreet moet bij het bouwen van stallen voor guste en drachtige zeugen gelijktijdig overgeschakeld worden naar groepshuisvesting voor de drachtige zeugen; - voor de bouw van mestvarkensstallen, biggen en kraamstallen moet niet gelijktijdig omgeschakeld worden naar groepshuisvesting voor de zeugen op het bedrijf; - stro-opslag voor ammoniakemissiearme stalsystemen op stro is mee betoelaagbaar met de stal; - de toezichthoudende architect, burgerlijk landbouwkundig of bio-ingenieur een attest afl evert dat de stal conform één van op de V-lijst van VLAREM voorkomende systemen werd gebouwd. Uitbreidingsinvesteringen en investeringen die niet onder genoemde doelen vallen, zijn niet betoelaagbaar. Hieronder begrepen zijn ondermeer: - aankoop bestaande varkensstallen; - herinrichten varkensstallen met uitzondering van omvorming naar groepshuisvesting; - overname van een varkensbedrijf in kader van overname tweede bedrijf; - bouwen van stallen die niet ammoniakemissiearm zijn; - afzonderlijke mestopslag, (de mestopslag die meegaat met de ammoniakemissiearme stal en in verhouding staat met de capaciteit van de stal is wel betoelaagbaar als deel van de stal); - meelsilo s; DE PLUIMVEESECTOR In de pluimveesector zijn investeringen die niet leiden tot een productieverhoging betoelaagbaar, wanneer ze gericht zijn op: zelf verwerken en commercialiseren van eigen geteelde producten; hoevetoerisme; landschapsbeheer; de verbetering van leefmilieu, hygiëne en dierenwelzijn; biologische landbouw; bijkomende mestopslag (zie 5.6.); het bouwen van een ammoniakemissiearme stal (systeem voorkomend op de P-lijst van VLAREM) en dit onder volgende voorwaarden en beperkingen: - voor stallen voor huisvesting van legkippen, moet dit gepaard gaan met huisvesting in verrijkte kooien, volièrehuisvesting of grondhuisvesting; - de toezichthoudende architect, burgerlijk, landbouwkundig of bio-ingenieur levert een attest af dat de stal conform één van op de V-lijst van VLAREM voorkomende systemen werd gebouwd. Uitbreidingsinvesteringen en investeringen die niet onder genoemde doelen vallen, zijn niet betoelaagbaar. Hieronder begrepen zijn ondermeer: - aankoop bestaande pluimveestallen; - herinrichten pluimveestallen met uitzondering van omvormingen naar stalsystemen kaderend in een verbeterd dierenwelzijn; - overname van een pluimveebedrijf in kader van overname tweede bedrijf; - bouwen van stallen die niet ammoniakemissiearm zijn of de voorwaarde huisvestingsysteem niet voldaan is. 5.6 BIJKOMENDE MESTOPSLAG Voor aanvragen tussen 01/01/2009 en 31/12/2011 is er tussenkomst mogelijk in groep 3 voor investeringen in bijkomende mestopslag in het kader van de verplichte opslag van mest voor een periode van 9 maand. 5.7 AMMONIAKEMISSIEARME STALLEN Specifi eke voorwaarden op het gebied van productiecapaciteit bij het bouwen van ammoniakemissiearme stallen: de aanvaarde capaciteit is deze vermeld op de aanwezige en overgenomen milieuvergunning en de eventuele omzetting van de vergunde capaciteit van een andere diersoort; het aantal vergunde dieren is de beperkende factor. Wanneer een stal gebouwd wordt met een grotere capaciteit dan de vergunde capaciteit is er geen steun. Er wordt hierbij rekening gehouden met het toegepaste 21

Documentatie. Varkenshouderij Actueel 2011

Documentatie. Varkenshouderij Actueel 2011 Documentatie De Vlaamse overheid - Dep. Landbouw en Visserij - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling en het Praktijkcentrum Varkens organiseren de studienamiddagen: Varkenshouderij Actueel 2011 dinsdag

Nadere informatie

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds KBC-Product Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds we hebben het voor u Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds De technologische ontwikkelingen in de landen tuinbouw gaan snel. Bijblijven is dan ook een noodzaak,

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 20812 BELGISCH STAATSBLAD 14.04.2004 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C 2004/09283] Rechterlijke Orde Bij ministeriële besluiten van 7 april 2004 is aan Mevr. Douchy, A., gerechtelijk

Nadere informatie

VLIF-steun in de Vlaamse paardenhouderij

VLIF-steun in de Vlaamse paardenhouderij 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Voorwaarden voor het bekomen van VLIF-steun als paardenhouder... 5 2.1. U BENT OFFICIEEL LANDBOUWER... 5 2.2. U KAN BEWIJZEN DAT U VAKBEKWAAM BENT OM UW BEROEP UIT

Nadere informatie

VLIF Activiteitenverslag. Vlaams Landbouwinvesteringsfonds

VLIF Activiteitenverslag. Vlaams Landbouwinvesteringsfonds VLIF Activiteitenverslag Vlaams Landbouwinvesteringsfonds 2008 Inhoud Inleiding.................................................................................. 6 1. Wettelijke basis......................................................................

Nadere informatie

Vrouwen en verbreding

Vrouwen en verbreding Vrouwen en verbreding Website: www.e-liv.be Email:liv@ons.be 016/24 20 15 Volg Liv op facebook Liv? Liv is het landelijk infopunt voor alle land- en tuinbouwsters in Vlaanderen. Liv geeft informatie over

Nadere informatie

Omzendbrief nr. 42 a Over het verkrijgen van VLIF-steun door de land- en tuinbouwproducenten

Omzendbrief nr. 42 a Over het verkrijgen van VLIF-steun door de land- en tuinbouwproducenten Agentschap voor Landbouw en Visserij Afdeling Structuur en Investeringen Leuvenseplein 4, 1000 Brussel Tel. 02 553 63 10 - Fax 02 553 63 05 Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Omzendbrief nr. 42 a

Nadere informatie

VLIF investeringssteun. (focus verbreding)

VLIF investeringssteun. (focus verbreding) VLIF investeringssteun (focus verbreding) Inhoud VLIF algemeen dossierverloop Selectieprocedure VLIF voorwaarden met focus op verbreding (link met vernieuwde afzetvormen) VLIF Algemeen - dossierverloop

Nadere informatie

PDPO III - maatregelen. Samenwerken i.f.v. VLIF-maatregelen

PDPO III - maatregelen. Samenwerken i.f.v. VLIF-maatregelen PDPO III - maatregelen Samenwerken i.f.v. VLIF-maatregelen Diverse VLIF maatregelen Investeringssteun Overnamesteun Steun aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven Steun aan niet-productieve investeringen

Nadere informatie

Subsidies Investeringsprojecten Land- en Tuinbouwbedrijven

Subsidies Investeringsprojecten Land- en Tuinbouwbedrijven Het VLIF Subsidies Investeringsprojecten Land- en Tuinbouwbedrijven De technologische ontwikkelingen in de land- en tuinbouw gaan snel. Bijblijven is dan ook een noodzaak, maar dat vraagt zware investeringen.

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 3271 GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID Landbouw en Visserij 12 DECEMBER

Nadere informatie

KBC-info. Subsidie voor uw investeringsprojecten

KBC-info. Subsidie voor uw investeringsprojecten KBC-info Subsidie voor uw investeringsprojecten in land- en tuinbouw Inleiding In deze brochure stellen we u de drie vormen van investeringssubsidie voor, die land- en tuinbouwbedrijven in Vlaanderen krijgen:

Nadere informatie

VLIF maatregelen in PDPO III. Agriflanders 15 januari 2015

VLIF maatregelen in PDPO III. Agriflanders 15 januari 2015 VLIF maatregelen in PDPO III Agriflanders 15 januari 2015 VLIF in PDPO III: algemeen VLIF in PDPO III = Inhoudelijk: gekozen voor continuïteit Belangrijkste maatregelen blijven behouden Weinig verandering

Nadere informatie

Financiering van de bedrijfscyclus

Financiering van de bedrijfscyclus Financiering van de bedrijfscyclus Het juist inschatten van de financiële behoeften van een land- of tuinbouwbedrijf op korte termijn is voor de bedrijfsleider een hele uitdaging. Om tijdelijke liquiditeitsproblemen

Nadere informatie

Inkomensvoorwaarde 1 SITUERING 2 AANTONEN BEROEPSINKOMEN 1.1 WAAROM? 1.2 WAT? 2.1 WIE MOET VOLDOEN? DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Inkomensvoorwaarde 1 SITUERING 2 AANTONEN BEROEPSINKOMEN 1.1 WAAROM? 1.2 WAT? 2.1 WIE MOET VOLDOEN? DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Inkomensvoorwaarde 1 SITUERING 1.1 WAAROM? Het doel van de inkomensvoorwaarde is dat de steun wordt verleend aan landbouwers die aantonen dat hun bedrijf een reëel beroepsinkomen kan opleveren. Volgens

Nadere informatie

Omzendbrief nr. 48 Over aanpassingen van de VLIF-steunmaatregelen voor de land- en tuinbouwproducenten

Omzendbrief nr. 48 Over aanpassingen van de VLIF-steunmaatregelen voor de land- en tuinbouwproducenten Agentschap voor Landbouw en Visserij Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Structuur en Investeringen Ellipsgebouw, 4 de verdieping Koning Albert II-laan 35, bus 41 1030 Brussel Tel. 02 552 74 70 - Fax

Nadere informatie

Hoge energieprijzen! Wat nu? Lier 26 september 2006 Luc Van den Bergh Adviseur land- en tuinbouw KBC Bank

Hoge energieprijzen! Wat nu? Lier 26 september 2006 Luc Van den Bergh Adviseur land- en tuinbouw KBC Bank Hoge energieprijzen! Wat nu? Lier 26 september 2006 Luc Van den Bergh Adviseur land- en tuinbouw KBC Bank Energiekosten op een melkveebedrijf : elektriciteit Energiekost per 100 l melk 0,86 euro/100 l

Nadere informatie

Overnamesteun 1 SITUERING 2 SELECTIE 2.1 UITLEG BEGRIPPEN DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Zeggenschap VLAANDEREN.

Overnamesteun 1 SITUERING 2 SELECTIE 2.1 UITLEG BEGRIPPEN DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Zeggenschap VLAANDEREN. Overnamesteun 1 SITUERING De overnamesteun heeft als doel de generatiewissel in de landbouw te bevorderen. De steun kan verkregen worden in het kader van een overnameplan waarbij een jonge landbouwer zich

Nadere informatie

VLIF steun in PDPO III

VLIF steun in PDPO III ,.~~ re ~ ~ Vlaanderen is landbouw & visserij VLIF steun in PDPO III Korte Keten 23 november 2015 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ VLIF Korte keten Investeringssteun Hoe aanvragen Subsidiabele investeringen

Nadere informatie

Behoud of verlies van steun bij wijzigingen

Behoud of verlies van steun bij wijzigingen Behoud of verlies van steun bij wijzigingen 1 SITUERING 1.1 WAT? Om investeringssteun of overnamesteun te krijgen, moet worden voldaan aan verschillende voorwaarden. Deze voorwaarden moeten bij investeringssteun

Nadere informatie

Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF)

Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Agentschap voor Landbouw en Visserij Afdeling Structuur en Investeringen Ellipsgebouw (4 de verdieping) Koning Albert II-laan 35

Nadere informatie

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008 Inwerkingtreding Besluit Huisvesting Oosterwolde, 11 augustus 2008 Op 1 april jongstleden is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) inwerking getreden. Het Besluit huisvesting

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 10.03.2003 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 10.03.2003 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 10.03.2003 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 6749 JOBPUNT VLAANDEREN [C 2003/05008] Selectie voor de functie adjunct van de directeur personeel en juridische zaken voor het IWT (Instituut voor de

Nadere informatie

Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf

Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf Toeren voor Boeren: Veetournee Sander Van Haver Innovatiesteunpunt Stimuleren van de omschakeling van gangbare land- en tuinbouwers naar de biologische productie

Nadere informatie

Bio zoe zo k e t k Boer

Bio zoe zo k e t k Boer Bio zoekt Boer 19 oktober 2011 PCG Sofie Hoste 1 2 3 4 5 Aanpak neutraal discreet zoeken naar kansen toegankelijk 6 Resultaten t Biozoekt Boer 28 21 22 0 0 2007 2008 2009 2010 2011 7 Steunmaatregelen bio

Nadere informatie

Rapportage Toekomstvisie bedrijf

Rapportage Toekomstvisie bedrijf Rapportage Toekomstvisie bedrijf Dhr. G. Evers Groeneveld 5 3744 ML Baarn D L V R u n d v e e A d v i e s BV W W W. D L V. N L Noord President Kennedylaan 35a Postbus 354 8440 AJ Heerenveen Tel. 0513 65

Nadere informatie

Contract van maatschap/samenuitbatingscontract

Contract van maatschap/samenuitbatingscontract Contract van maatschap Tussen de ondergetekenden: (Naam invullen)...... en zijn echtgenote (naam invullen)...... samenwonende te (adres invullen)............... hierna overlaters genoemd, en (Naam invullen).......wonende

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 287 4.2. Rangschikking : De geslaagden worden gerangschikt op basis van het behaalde resultaat op het jurygesprek. Deze rangschikking(en) worden bij de aanwerving in acht genomen. 5. Salaris : Het brutostartsalaris

Nadere informatie

Omschakelen naar een biologisch melkveebedrijf

Omschakelen naar een biologisch melkveebedrijf Omschakelen naar een biologisch melkveebedrijf Studiedag Over koetjes en kalfjes Sander Van Haver Innovatiesteunpunt Stimuleren van de omschakeling van gangbare land- en tuinbouwers naar de biologische

Nadere informatie

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen

Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen Bedrijfsadvisering in de biologische landbouw Toelichting landbouwers en land- en tuinbouwscholen Sedert 1 april 2014 is er en adviseringssysteem in de biologische landbouw in voege gegaan die toelaat

Nadere informatie

Vanaf 1 april Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw

Vanaf 1 april Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw Vanaf 1 april 2014 Nieuwe regeling bedrijfsadvisering in de biologische landbouw De Vlaamse regering heeft op initiatief van minister-president Peeters een nieuwe regelgeving goedgekeurd die landbouwers

Nadere informatie

Uw gegevens: Formulier Gecombineerde opgave 2012 * CD * Pagina 1 van 13 : : : :

Uw gegevens: Formulier Gecombineerde opgave 2012 * CD * Pagina 1 van 13 : : : : Uw gegevens Naam Adres Woonplaats Telefoonnummer Mobiel telefoonnummer E-mailadres Relatienummer Aanvraagnummer Varkensbedrijf BELA B.V. Columbusweg 27 VENLO 0497641248 f.lavrijsen@planet.nl 202362353

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2017 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE

BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ BETALINGSRECHTEN UIT DE VLAAMSE RESERVE Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

nr. 780 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 29 juni 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLIF-steun tweede kwartaal 2016

nr. 780 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 29 juni 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLIF-steun tweede kwartaal 2016 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 780 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 29 juni 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VLIF-steun tweede kwartaal 2016 Sinds de hervorming van de

Nadere informatie

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking ^\ Vlaamse Regering AMV/00015605/1001/B Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.4.4 van titel II van het VLAREM, ingediend door de bvba DGST, Waterstraat

Nadere informatie

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS Update : Februari 2014 Opmerking Om redenen van administratieve vereenvoudiging berust de enquête van 2011 niet meer op de landbouwers die hebben deelgenomen aan de landbouwtelling

Nadere informatie

OPLEIDINGSAANBOD. Starterscursussen. (Behaal het statuut land- of tuinbouwer, vroegere B-cursus)

OPLEIDINGSAANBOD. Starterscursussen. (Behaal het statuut land- of tuinbouwer, vroegere B-cursus) OPLEIDINGSAANBOD Starterscursussen (Behaal het statuut land- of tuinbouwer, vroegere B-cursus) De starterscursussen verlopen i.s.m. en Starterscursus Denk je eraan om een land- of tuinbouwbedrijf op te

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en

Nadere informatie

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN 13 mei 2019 - Aanpassing na de wet van 28 april 2019 Tax Shelter voor Groeibedrijven - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Groeibedrijven Deze checklist heeft betrekking op rechtstreekse

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2015 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

Artikel 1.- Artikel 2.-

Artikel 1.- Artikel 2.- ontwerp subsidiereglement houdende de ondersteuning van jeugdinfrastructuur HOOFDSTUK : : Algemene A bepalingen Artikel.- Dit besluit wordt genomen in uitvoering van de verordening nr. -02 van 20 januari

Nadere informatie

Toelichting herstructureringsbeleid

Toelichting herstructureringsbeleid Toelichting herstructureringsbeleid ir. Els Goethals Opdracht Vlaamse regering Programmatorische aanpak stikstof VR 23 april 2014 - taken VLM: de VLM de opdracht te geven het herstructureringsprogramma

Nadere informatie

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Aantal geregistreerde bedrijven Aantal bedrijven (koepels) Aantal bedrijven (relaties) Aantal exploitaties Aantal entiteiten Aantal verminderde relaties

Nadere informatie

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Reglement houdende de ondersteuning van jeugdinfrastructuur. HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Reglement houdende de ondersteuning van jeugdinfrastructuur. HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen BIJLAGE Bijlage nr. 1 Reglement houdende de ondersteuning van jeugdinfrastructuur HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen Artikel 1.- Dit besluit wordt genomen in uitvoering van de verordening nr. 11-02 van 20

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2016 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

Tarieven 2016 Vlaamse gewest Controle van de biologische productiemethode. Producenten

Tarieven 2016 Vlaamse gewest Controle van de biologische productiemethode. Producenten Tarieven 2016 Vlaamse gewest Controle van de biologische productiemethode De tarieven zijn excl. BTW. De verplaatsingskosten & analysekosten zijn inbegrepen en zijn geldig voor het kalender jaar (01/01/2016

Nadere informatie

Bakkers J.M.M. en W.C.E.M. en Bakkers-van der Sande A.C.M. MTS Driehuizerweg 21 HAGHORST

Bakkers J.M.M. en W.C.E.M. en Bakkers-van der Sande A.C.M. MTS Driehuizerweg 21 HAGHORST Rijksdienst voor Ondernennekid Nederland Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 5-12-2016 Formulier Gecombineerde opgave 2014 Uw gegevens Naam : Adres : Woonplaats : Telefoonnummer : Mobiel telefoonnummer :

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN MONITEUR BELGE 05.05.2015 BELGISCH STAATSBLAD 24497 Zoals bepaald in artikel IV.63, 3 van het Wetboek van Economisch Recht stelt de auditeur vast dat aan de voorwaarden voor toepassing van de vereenvoudigde

Nadere informatie

c) volgens soort investering (dierenwelzijn, biologische landbouw,

c) volgens soort investering (dierenwelzijn, biologische landbouw, SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 212 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 4 januari 2018 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VLIF-steun - Aanvragen vierde kwartaal 2017 Sinds de hervorming

Nadere informatie

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ v.u. Jules Van Liefferinge depotnr. D/2015/3241/316 www.vlaanderen.be/landbouw DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ PRODUCTIEWAARDE, MILJOEN EURO, 2014 overige 167 223 325 512 602 1.460 844 712 355 179 102

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2009 3709 VLAAMSE OVERHEID [C 2009/36014] 4 SEPTEMBER 2009. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Nieuwe provinciale voorkeursnormen pacht 20/10/2016 Jona Lambrechts Dienst land- en tuinbouw

Nieuwe provinciale voorkeursnormen pacht 20/10/2016 Jona Lambrechts Dienst land- en tuinbouw Nieuwe provinciale voorkeursnormen pacht 20/10/2016 Jona Lambrechts Dienst land- en tuinbouw Inhoud Wanneer zijn de provinciale voorkeursnormen van toepassing Voornaamste aanpassingen van de normen Gedetailleerde

Nadere informatie

Paragraaf 3 fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen van jonge landbouwers

Paragraaf 3 fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen van jonge landbouwers Paragraaf 3 fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen van jonge landbouwers Artikel 2.3.1 lijst van investeringen In aanvulling op artikel 1.3 stellen Gedeputeerde Staten een

Nadere informatie

Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs

Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs directie Onderwijs & Vorming Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs Artikel 1 Definities Voor de toepassing van

Nadere informatie

Tabel 4 Diergebonden normen

Tabel 4 Diergebonden normen Mestbeleid 20102013: tabellen Tabel 4 Diergebonden normen Waarvoor gebruiken? De diergebonden normen gebruikt u voor zowel de berekening van de minimumopslagcapaciteit die u nodig heeft, als de mestproductie

Nadere informatie

Reglement renteloze leningen aan verenigingen

Reglement renteloze leningen aan verenigingen Reglement renteloze leningen aan verenigingen goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 maart 2004 gepubliceerd op www.westerlo.be op 13 juni 2018 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 Artikel 2 1 Artikel

Nadere informatie

Overwegende dat de emissies op basis van fossiele brandstoffen op korte of lange termijn de buffercapaciteit van de biosfeer kunnen overschrijden;

Overwegende dat de emissies op basis van fossiele brandstoffen op korte of lange termijn de buffercapaciteit van de biosfeer kunnen overschrijden; Gelet op de bepalingen van gemeentedecreet inzonderheid op artikel 42; Gelet op de ondertekende samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling waarbij de stad Landen zich ertoe

Nadere informatie

Aanvraagformulier premie

Aanvraagformulier premie Aanvraagformulier premie Grote Baan 112 3530 Houthalen-Helchteren t 011 60 05 11 f 011 60 05 01 Premie zonne-installatie voor de opwekking van elektriciteit (fotovoltaïsche zonne-installatie) 1. Aanvrager

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER VOOR HET PLAATSEN VAN EEN ZONNE- INSTALLATIE VOOR OPWEKKING VAN WARMTE

AANVRAAGFORMULIER VOOR HET PLAATSEN VAN EEN ZONNE- INSTALLATIE VOOR OPWEKKING VAN WARMTE AANVRAAGFORMULIER VOOR HET PLAATSEN VAN EEN ZONNE- INSTALLATIE VOOR OPWEKKING VAN WARMTE GEGEVENS AANVRAGER Datum:. De aanvrager: Naam: Adres:. Telefoon: E-mail:.... Rijksregisternummer:.. Rekeningnummer:

Nadere informatie

Rapport overzicht rode bedrijven en overzicht van bevindingen van bedrijfsbezoeken

Rapport overzicht rode bedrijven en overzicht van bevindingen van bedrijfsbezoeken Rapport overzicht rode bedrijven en overzicht van bevindingen van bedrijfsbezoeken 1 SITUERING De Habitat- en Vogelrichtlijn bepalen dat elke Europese lidstaat de noodzakelijke maatregelen moet nemen om

Nadere informatie

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN 2019 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Rapport JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN www.vlaanderen.be Colofon Samenstelling Departement Landbouw en Visserij Auteur Veerle Vermeyen

Nadere informatie

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen 13 mei 2019 - update n.a.v. de wijzigingen door de wet van 28 april 2019 Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen Deze checklist heeft

Nadere informatie

c) volgens soort investering (dierenwelzijn, biologische landbouw,

c) volgens soort investering (dierenwelzijn, biologische landbouw, SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 878 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 6 juli 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VLIF-steun - Aanvragen tweede kwartaal 2017 Sinds de hervorming

Nadere informatie

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE Omschakeling naar biologische varkenshouderij 1 www.vlaanderen.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Omschakeling naar biologische varkenshouderij in Vlaanderen... 3 2.1

Nadere informatie

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen voor de inrichting gelegen aan Molenhuisweg 10 Vlierden Vlierden INHOUDSOPGAVE 1 GEGEVENS INRICHTING 1 2 GEGEVENS VERANDERING (NIET TECHNISCH) 1 3 MER-(BEOORDELINGS)PLICHT

Nadere informatie

De keuzemogelijkheid wordt beperkt tot de activa die tijdens het beschouwde boekjaar zijn verkregen of tot stand gebracht. De keuze mag dus geen

De keuzemogelijkheid wordt beperkt tot de activa die tijdens het beschouwde boekjaar zijn verkregen of tot stand gebracht. De keuze mag dus geen 1 De lineaire afschrijving is de methode waarbij de afschrijving jaarlijks wordt vastgesteld op een vast bedrag. De lineaire afschrijvingsmethode wordt verkregen door het lineaire afschrijvingspercentage

Nadere informatie

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang

Nadere informatie

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen 7 september 2015 Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen Deze checklist heeft betrekking op rechtstreekse investeringen in een Startersvennootschap.

Nadere informatie

48798 MONITEUR BELGE 14.09.2007 BELGISCH STAATSBLAD

48798 MONITEUR BELGE 14.09.2007 BELGISCH STAATSBLAD 48798 MONITEUR BELGE 14.09.2007 BELGISCH STAATSBLAD Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of een beroep tot nietigverklaring worden ingediend

Nadere informatie

Melding van de overname van een vergunde inrichting

Melding van de overname van een vergunde inrichting Melding van de overname van een vergunde inrichting Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad VLAREM-03-01062012 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

100,00 voor 3 of 4 personen ten laste 200,00 voor 5 of 6 personen ten laste 300,00 voor 7 of meer personen ten laste

100,00 voor 3 of 4 personen ten laste 200,00 voor 5 of 6 personen ten laste 300,00 voor 7 of meer personen ten laste GEMEENTELIJKE VERBETERINGSPREMIE. Artikel 1 De gemeente Meulebeke verleent, met ingang van 1 januari 2014, onder bepaalde voorwaarden een premie voor het uitvoeren van verbeteringswerken aan particuliere

Nadere informatie

REGLEMENT GEMEENTELIJKE VERBETERINGSPREMIE VAN 14 DECEMBER 2016.

REGLEMENT GEMEENTELIJKE VERBETERINGSPREMIE VAN 14 DECEMBER 2016. REGLEMENT GEMEENTELIJKE VERBETERINGSPREMIE VAN 14 DECEMBER 2016. Artikel 1. Om de gemeenteraadsbeslissing, dd. 30 december 2015, betreffende het verlenen van een gemeentelijke verbeteringspremie met ingang

Nadere informatie

Mei 2007. Deuninck Joeri, Carels Koen, Van Gijseghem Dirk

Mei 2007. Deuninck Joeri, Carels Koen, Van Gijseghem Dirk V e s t i g i n g s s t e u n i n l a n d - e n t u i n b o uw : o n d e r z o e k n a a r m o g e l i j k e t o e k e n n i n g v i a o p b r e n g s t p o t e n t i e e l Mei 2007 Deuninck Joeri, Carels

Nadere informatie

1 INLEIDING 3 2 WETTELIJKE BASIS 4-7

1 INLEIDING 3 2 WETTELIJKE BASIS 4-7 INHOUD 1 INLEIDING 3 2 WETTELIJKE BASIS 4-7 3 REGELGEVING 8-20 3.1 VLIF- steun aan land- en tuinbouwers 8 3.1.1 Algemene voorwaarden 8 3.1.2 Steunmaatregelen 9 3.1.2.1 Steun aan de vestiging in land- en

Nadere informatie

Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen

Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen Zitting van 24 mei 2007. Gepubliceerd op 29 mei 2007. Artikel 1. Definities - dakoppervlakte: de oppervlakte

Nadere informatie

Hoe een boekhouding. Beginners

Hoe een boekhouding. Beginners Hoe een boekhouding Invullen???? Beginners Zit ik in het juiste boekjaar GEWASSEN OP HET BEDRIJF GEWASSEN OP HET BEDRIJF 1. ZIJN ALLE TEELTEN AANWEZIG? TEELTEN EN HUN OPPERVLAKTE WORDEN OVERGENOMEN UIT

Nadere informatie

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Overdracht familiebedrijf

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2018 Productiefactoren - 2016* 1990 2000 2010 2016 Aantal bedrijven 29.083 20.720 14.502 12.870 Totale oppervlakte (ha) Gemiddelde oppervlakte per bedrijf (ha) Werkkrachten

Nadere informatie

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27-02-2001 SG(2001) D/ 286469 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel Excellentie, Ik heb de eer U ervan in

Nadere informatie

c) volgens soort investering (dierenwelzijn, biologische landbouw,

c) volgens soort investering (dierenwelzijn, biologische landbouw, SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 525 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 3 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VLIF-steun - Aanvragen eerste kwartaal 2017 Sinds de hervorming

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 4 JUNI 1999. - Ministerieel besluit betreffende het toepassen van milieuvriendelijke landbouwproductiemethoden ter uitvoering van de Verordening (EEG) nr. 2078/92

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 1 : Het geïntegreerd impulsreglement voor het nemen van handelskernversterkende maatregelen wordt goedgekeurd. Het reglement luidt als volgt : HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 : Doelstelling

Nadere informatie

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN 26 april 2018 - Toelichting bij de wet van 26 maart 2018 Tax Shelter voor Groeibedrijven - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Groeibedrijven Deze checklist heeft betrekking op

Nadere informatie

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden. ouder dan 65 jaar

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden. ouder dan 65 jaar 2 Thuiszorg informatie punt Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar Inhoudstafel 1. Tegemoetkoming mindervaliden van de FOD Sociale Zekerheid pag 1 De tegemoetkoming hulp aan bejaarden pag

Nadere informatie

c) volgens soort investering (dierenwelzijn, biologische landbouw,

c) volgens soort investering (dierenwelzijn, biologische landbouw, SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 608 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 19 juli 2018 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VLIF-steun - Aanvragen tweede kwartaal 2018 Sinds de hervorming

Nadere informatie

Aanvraag van een tegemoetkoming voor de eerste installatie van jonge reders

Aanvraag van een tegemoetkoming voor de eerste installatie van jonge reders Aanvraag van een tegemoetkoming voor de eerste installatie van jonge reders Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Dienst Zeevisserij Vrijhavenstraat 5, 8400 OOSTENDE Tel.

Nadere informatie

Toelichting landbouwersaangifte en Mestbankloket 2013 voor Intermediairs. Brugge, 28/11/2013 Hasselt, 2/12/2013

Toelichting landbouwersaangifte en Mestbankloket 2013 voor Intermediairs. Brugge, 28/11/2013 Hasselt, 2/12/2013 Toelichting landbouwersaangifte en Mestbankloket 2013 voor Intermediairs Brugge, 28/11/2013 Hasselt, 2/12/2013 Programma 13.45 14.45 : Aangifte landbouwers 2013 14.45 15.00 : Vragen 15.00 15.45 : Overzicht

Nadere informatie

Berekening van de belasting

Berekening van de belasting Berekening van de belasting Gewoon stelsel van aanslag Afzonderlijke aanslagen Berekening van de belasting HOOFDSTUK III : BEREKENING VAN DE BELASTING Art. 215-219bis Afdeling I : Gewoon stelsel van aanslag

Nadere informatie

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 1 De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest Deel 6 3.1.8 Korting (abattement) op de heffingsgrondslag in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest A Algemeen Voor aankopen van onroerende

Nadere informatie

C86 SLAN6. Zitting december 2005 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING SUBCOMMISSIE VOOR LANDBOUW, VISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID

C86 SLAN6. Zitting december 2005 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING SUBCOMMISSIE VOOR LANDBOUW, VISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID C86 SLAN6 Zitting 2005-2006 13 december 2005 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING SUBCOMMISSIE VOOR LANDBOUW, VISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID Commissievergadering C86 SLAN6 13 december 2005 INHOUD Vraag om

Nadere informatie

Omzendbrief nr. 43 Over aanpassingen van de VLIF-steunmaatregelen voor de land- en tuinbouwproducenten

Omzendbrief nr. 43 Over aanpassingen van de VLIF-steunmaatregelen voor de land- en tuinbouwproducenten Agentschap voor Landbouw en Visserij Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Structuur en Investeringen Ellipsgebouw, 4 de verdieping Koning Albert II-laan 35, bus 41 1030 Brussel Tel. 02 552 74 70 - Fax

Nadere informatie

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert Onderbouwing grondgebonden karakter Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Onderbouwing grondgebonden karakter rundveehouderij Esdonk 8 - Gemert 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Locatie 4 3 Beschrijving van de inrichting

Nadere informatie

PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN AGENTSCHAP ONDERNEMEN STARTLENING+ FORUM ONDERNEMEND HOGER ONDERWIJS. Wilfried Vermariën, Manager Front Office

PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN AGENTSCHAP ONDERNEMEN STARTLENING+ FORUM ONDERNEMEND HOGER ONDERWIJS. Wilfried Vermariën, Manager Front Office PARTICIPATIEFONDS VLAANDEREN AGENTSCHAP ONDERNEMEN STARTLENING+ FORUM ONDERNEMEND HOGER ONDERWIJS Wilfried Vermariën, Manager Front Office STARTLENING+ : DOELPUBLIEK (1) - bestemd voor alle natuurlijke

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001 VLAAMSE REGERING AMV/000151017/1001 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG TOT AFWIJKING VAN ARTIKEL 5.9.2.1BIS, 1 EN 2, VAN TITEL 11 VAN

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 juli

Nadere informatie

U neemt een vergunde mestopslag in gebruik die hoort bij een bestaande (leegstaande) exploitatie.

U neemt een vergunde mestopslag in gebruik die hoort bij een bestaande (leegstaande) exploitatie. FAQ s opslag van vaste dierlijke op landbouwgrond 1. Wat is vaste dierlijke mest? Onder vaste dierlijke mest wordt verstaan: champost stalmest vaste fractie na het scheiden van dierlijke mest dierlijke

Nadere informatie

Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Brussel, 29 november 2006

Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Brussel, 29 november 2006 Agentschap voor Landbouw en Visserij Structuur en Investeringen Leuvenseplein 4, 1000 BRUSSEL Tel. 02553 63 10 - Fax 02553 63 05 Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Brussel, 29 november 2006 Omzendbrief

Nadere informatie

2. Hoeveel bedroegen de subsidiabele investeringskosten na toepassing van de normbedragen voor het eerste kwartaal?

2. Hoeveel bedroegen de subsidiabele investeringskosten na toepassing van de normbedragen voor het eerste kwartaal? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 411 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 28 maart 2018 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VLIF-steun - Eerste kwartaal 2018 Sinds de hervorming van

Nadere informatie

Tabel 4 Diergebonden normen 2016-2017

Tabel 4 Diergebonden normen 2016-2017 01 van 06 Tabel 4 Diergebonden normen 20162017 Waarvoor gebruiken? De diergebonden normen gebruikt u voor zowel de berekening van de minimumopslagcapaciteit die u nodig heeft, als de mestproductie van

Nadere informatie