Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
|
|
- Koenraad Smets
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr augustus 2018 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C Beslissing in de zaak onder nummer C van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., bedrijfsarts, werkzaam te B., verweerder in beide instanties, gemachtigde: mr. N.M.H. Hoekstra, jurist verbonden aan Stichting VvAA Rechtsbijstand te Utrecht 1. Verloop van de procedure A. hierna klager heeft op 9 juni 2017 bij het Regionaal Tuchtcollege te Den Haag tegen C.- hierna de bedrijfsarts een klacht ingediend. Bij beslissing van 9 januari 2018, onder nummer , heeft dat College de klacht afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen. De bedrijfsarts heeft een verweerschrift in beroep ingediend. De zaak is in beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 26 juni 2018, waar zijn verschenen klager en de bedrijfsarts, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. N.M.H. Hoekstra voornoemd. Partijen hebben hun standpunten over en weer bepleit. 2. Beslissing in eerste aanleg Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd. 2. De feiten 2.1 Klager werkt als trambestuurder bij D. in B.. Verweerder is bedrijfsarts bij onder andere D Klager is sinds 2003 bekend met colitis ulcerosa. 2.3 Op 25 mei 2016 heeft klager zich bij zijn werkgever ziek gemeld. Op 26 mei 2016 heeft verweerder klager gezien. Verweerder heeft over dit consult in het medisch dossier genoteerd: CR/ervaart veel druk vanuit leiding, daardoor afnemende aandacht. Ziekgemeld Discussie over op allerlaatste moment vrij geven zonder dat aan betr. te melden. Eerdere afgesproken dat hij daarover dan gebeld zou moeten worden. Sindsdien geescaleerd, gevoel van druk, onrustig, af en toe rectaal bloedverlies (bekend met colitis ulcerosa, neemt daarom Morgen gesprek met E. en F.. Doel is zaak op te lossen met elkaar ( sussen ). 2.4 Van dit gesprek heeft verweerder een terugkoppelingsverslag aan de werkgever verstrekt, dat luidt: (...) Hij heeft beperkingen op het vlak van optimale concentratie en hanteren van druk en stress. Deze beperkingen zijn echter geen gevolg van een onderliggende ziekte, maar van de spanning zoals hij die ervaart in zijn werkrelatie. Ik adviseer de STECR richtlijn bij arbeidsconflicten hier te volgen. Dat wil zeggen een korte time-out, en die tijd gebruiken om de onderliggende knelpunten met elkaar op te lossen. Ik begrijp van G. dat er al een gesprek gepland is met dit doel. (...) Vervolgafspraken Gelet op de afwezigheid van ziekte of gebrek is een vervolgafspraak met ondergetekende niet nodig. 2.5 Op 1 juni 2016 heeft verweerder klager weer gezien, op initiatief van klager. Verweerder heeft hierover in het medisch dossier genoteerd: discussie gehad over hersteldag. Dacht woensdag 1/6, werd op dinsdag 31/5 gebeld dat hij vermist was. Plan/advies: D. draagt bij aan zoveel mogelijk helder communicatie (afspraken) en betr. wordt geadviseert zich te versterken. pers/inflexibel? Kan niet goed relativeren! (...) NB voelde zich de dagen na vorig gesprek juist uitstekend. Goed geslapen, lekker gegeten, voelde zich sterk. (...) Van dit consult heeft verweerder geen terugkoppeling verzonden aan de werkgever. 2.6 Op 2 juni 2016 heeft klager een gesprek gehad met zijn werkgever, waarbij aanwezig waren de leidinggevende, de bedrijfsjurist en de bedrijfscontactman van de FNV. Klager heeft zich aan het einde van dit gesprek op 2 juni 2016 ziek gemeld. 2.7 Vervolgens heeft verweerder klager gezien op zijn spreekuur van 8 juni Van dat consult 1 Staatscourant 2018 nr augustus 2018
2 heeft hij een terugkoppelingsverslag aan de werkgever verzonden, met de navolgende inhoud: (...) Er is nu sprake van beperkingen: afgenomen aandacht en concentratie en het niet goed kunnen hanteren van druk en stress. Daarmee is het uitvoeren van zijn werk als bestuurder tram mogelijk niet veilig mogelijk. Aangepast werk, waarbij de genoemde beperkingen minder van belang zijn, kan hij natuurlijk uitvoeren. Het in de nabijheid hebben van een beschikbaar toilet is daarbij ook een voorwaarde. Er is een duidelijke relatie tussen zijn huidige beperkingen en de spanning in de werkrelatie zoals hij die ervaart. (...) 2.8 Vervolgens heeft D. bij brief van 9 juni 2016 aan klager bericht dat zij klager tijdelijk niet zal inzetten als trambestuurder en dat hij vanaf 10 juni 2016 vervangende werkzaamheden kan verrichten als medewerker klantenservice op het H.. Verder heeft D. klager een officiële waarschuwing gegeven omdat klager zich niet tijdig en duidelijk ziek heeft gemeld conform het verzuimprotocol. Ten slotte heeft zij mediation voorgesteld. 2.9 Op 15 juni 2016 is klager wederom bij verweerder op het spreekuur gekomen. Van dit consult heeft verweerder de volgende terugkoppeling aan de werkgever verzonden: (...) Mijn weging van zijn mogelijkheden is conform mijn voorlaatste uitsparrk: geschikt voor aangepast werk, waarbij aandacht en concentratie niet optimaal hoeven te zijn, en waar een beschikbaar toilet in zijn nabijheid is. Een urenbeperking is daarbij nadrukkelijk niet aan de orde. A. is het met dit laatste niet eens. Ik heb hem aangegeven dit dan ook met UWV op te nemen (er loopt reeds een deskundigenoordeel) Zijn beperkingen zijn overigens vooral het gevolg van de spanning zoals hij die ervaart in de arbeieddsrelatie. Het is daarom van belang deze oorzaak zo snel mogelijk weg te nemen. Hij heeft daarin zelf verschillende opties, we hebben die ook besproken. (...) 2.10 Klager heeft een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd met de vraag-stelling of hij per 1 juni 2016 geschikt was voor zijn eigen werk. In de in dat kader opgestelde verzekeringsgeneeskundige rapportage van het UWV d.d. 11 juli 2016 luidt de conclusie dat klager per geschildatum 1 juni 2016 niet geschikt is te achten voor het eigen werk in de volle omvang. Die conclusie is gebaseerd op de overweging dat klager beperkt is in het uitvoeren van de taak van trambestuurder als gevolg van een verminderde concentratie en alertheid en dat hij daarnaast energetisch beperkt is in het verrichten van fysiek en mentaal inspannende werkzaamheden Klager heeft op 26 oktober 2016 een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd, met de vraagstelling: ben ik in staat om de door werkgever aangeboden vervangende werkzaamheden voor 8 uur per dag te doen. In het kader van dit deskundigenoordeel heeft de arbeidsdeskundige van het UWV op 17 januari 2017 gerapporteerd en geconcludeerd dat de door de werkgever aangeboden arbeid passend is. Onder het kopje arbeidskundige oordeelsvorming staat daaromtrent vermeld: (...) Zowel de bedrijfsarts als de verzekeringsarts hebben aangegeven dat er geen sprake is van een urenbeperking voor werknemer. Er zijn alleen beperkingen aangegeven ten aanzien van concentratie en altertheid en energetisch beperkt in het verrichten van fysiek zware en mentaal inspannende werkzaamheden. Gelet op de belastbaarheid in de aangeboden werkzaamheden en op het feit dat werknemer de mogelijkheid kreeg van werkgever om zijn rustmomenten zelf te bepalen, weliswaar in overleg met zijn collega s en leidinggevende, is er geen sprake van een overschrijding van de belastbaarheid. (...) Nu er geen urenbeperking aan de orde is en werknemer voldoende rustmomenten, naar eigen inzicht, kan nemen in het werk is het werk passend voor 8 uur per dag. 3. De klacht Klager verwijt verweerder, zakelijk weergegeven: A. dat hij heeft verzuimd advies in te winnen en medische informatie op te vragen bij de behandelend specialist; B. dat hij het verhaal van klager niet serieus heeft genomen en de door klager meegebrachte foto s niet heeft bestudeerd; C. dat hij pas op 8 juni 2016 beperkingen heeft vastgesteld en heeft geweigerd de beperkingen met terugwerkende kracht per 26 mei 2016 te noteren; D. dat hij de werkgever van klager volgt en daarom geen urenbeperking heeft opgelegd ten aanzien van aangepaste werkzaamheden; E. dat hij het deskundigenoordeel van het UWV gebruikt om zijn standpunt en het standpunt van werkgever te rechtvaardigen ondanks dat de werkgever verkeerde, niet bestaande, stukken in het geding heeft gebracht bij het UWV; F. dat klager door het handelen van verweerder in conflict is geraakt met zijn werkgever; G. dat hij klager niet heeft verwezen naar de bedrijfspsycholoog. 4. Het standpunt van verweerder 2 Staatscourant 2018 nr augustus 2018
3 Verweerder heeft de klachten en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan. 5. De beoordeling 5.1 Ter toetsing staat of verweerder bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het door klager klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm was aanvaard. 5.2 De klachtonderdelen A en B hebben de strekking dat verweerder de lichamelijke klachten van klager niet serieus heeft genomen. Ondanks het verzoek daartoe van klager heeft verweerder geen contact opgenomen met de behandelende sector en bovendien heeft verweerder geweigerd de foto s van de ontlasting van klager te bekijken. Daarover wordt het volgende overwogen. Verweerder wist dat klager bekend is met colitis ulcerosa. Daarvan bevond zich reeds documentatie in het dossier. In het dossier was ook vastgelegd dat conflictsituaties de lichamelijke klachten in het verleden hebben doen toenemen. Klager heeft aan verweerder bij het consult op 26 mei 2016 verteld wat op dat moment zijn lichamelijke klachten waren, zo heeft hij tijdens de mondelinge behandeling verklaard. Dat betrof darmbloedingen (i.c. af en toe rectaal bloedverlies), koorts, krampen in de buik en onderhuidse bulten. Verweerder heeft aan die klachten niet getwijfeld. Verweerder heeft verklaard dat klager hem vertelde dat die darmklachten al weken speelden en dat hij er in de periode dat zijn klachten al speelden ook zijn eigen werk mee heeft verricht. Op basis daarvan kon verweerder tot de conclusie komen dat sprake was van een milde colitis ulcerosa, met opvlammende symptomen als gevolg van werk gerelateerde spanningen. Ook klager legt een relatie tussen de verergering van zijn darmklachten en de werk gerelateerde spanning die hij ervoer. Voor die conclusie was het beoordelen van de foto s van klagers ontlasting niet nodig. Evenmin was het nodig dat verweerder op dat moment 26 mei 2016 informatie inwon bij de behandelend sector. Tijdens de zitting is gebleken dat klager zich op dat moment nog niet voor nadere hulp tot zijn mdl-arts had gewend, maar dat hij pas later, op 2 juni 2016, bij zijn behandelend arts een klysma heeft gevraagd. Er was op 26 mei 2016 dus geen recente behandelinformatie beschikbaar, terwijl de oudere behandelinformatie zich al in het dossier van verweerder bevond. De bedoeling van klager met het verzoek om informatie in te winnen, zo heeft hij tijdens de zitting verklaard, was gelegen in zijn gevoel dat verweerder weinig van de aandoening afwist. Daardoor zou verweerder bekend raken met wat de ziekte doet en wat de behandeling is. Nu het verzoek niet tot doel had relevante recente behandelinformatie te laten opvragen, treft verweerder ter zake geen tuchtrechtelijk verwijt. 5.3 De klachtonderdelen C, D, E en F zien op het feit dat verweerder pas vanaf 8 juni 2016 beperkingen heeft vastgesteld en dat hij weigert de beperkingen met terugwerkende kracht per 26 mei 2016 te noteren, alsmede op het feit dat verweerder heeft geweigerd een urenbeperking voor het aangepaste werk vast te stellen. Verweerder heeft op 26 mei 2016 wel beperkingen geduid op het gebied van optimale concentratie en het hanteren van druk en stress. Deze beperkingen waren echter volgens verweerder niet het gevolg van ziekte maar van een arbeidsconflict. Verweerder adviseerde op 26 mei 2016 een korte time-out. Het College heeft geen bedenkingen bij dat advies. Op 1 juni 2016 heeft verweerder klager opnieuw gezien. Verweerder heeft het consult van 1 juni 2016 beschouwd als een open spreekuur consult, omdat klager was gekomen zonder dat sprake was van een ziekmelding. Verweerder heeft verklaard dat hij op 1 juni 2016 van klager heeft begrepen dat het beter met hem ging. Klager vertelde dat hij al weer op de tram had gereden. Tijdens de zitting heeft verweerder verklaard dat hij zich een sterk opgeleefde klager herinnert, die wel vertelde dat de manier waarop hij de vorige dag aan het werk was gegaan jammer was. Klager daarentegen heeft tijdens de zitting verklaard dat het na het consult van 26 mei 2016 beter ging, maar dat het op 31 mei 2016 weer mis is gegaan, zodat het op 1 juni 2016 niet prima ging. Op grond van deze verklaringen is duidelijk dat klager en verweerder een geheel andere beleving hebben van het consult van 1 juni Het College kan niet uitmaken wie van beiden daarin gelijk heeft, omdat aan het woord van de een niet meer geloof gehecht kan worden dan aan het woord van de ander. Duidelijk is wel dat verweerder zich van het consult van 1 juni 2016 niet een zieke of beperkte klager herinnert. Dat hij onder die omstandigheden dan geen beperkingen heeft vastgesteld per 1 juni 2016 of zelfs per 26 mei 2016, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Bij het consult van 8 juni 2016 vond verweerder klagers toestand, met name geestelijk, verslechterd. Klager is volgens verweerder nu meer gespannen en is ook naar de inschatting van verweerder weinig stressbestendig. Verweerder acht klager nu, door de toegenomen psychische klachten ten gevolge van het arbeidsconflict, niet geschikt voor het eigen werk van bestuurder railvoertuig. Het is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerder weigert zijn bevindingen over de consulten van 26 mei 2016 en 1 juni 2016 achteraf te wijzigen. 5.4 Evenmin is het klachtonderdeel gegrond dat verweerder geen urenbeperking vaststelt voor het aangepaste werk. Een dergelijke urenbeperking is pas aan de orde als iemand om medische redenen dusdanig energetisch beperkt is dat hij niet in staat is om 8 uur per dag op het werk aanwezig te zijn om bijvoorbeeld licht administratief zittend werk te verrichten of omdat 3 Staatscourant 2018 nr augustus 2018
4 betrokkene om medische redenen niet beschikbaar is voor werk door bijvoorbeeld een opname. Daarvan is geen sprake. Met het aangepaste werk is voldaan aan de voorwaarden dat niet continu een hoge concentratie is vereist en dat er een toilet in de nabijheid is. Dat het UWV tot dezelfde conclusie is gekomen, betekent niet dat verweerder op onoorbare wijze het rapport van het UWV gebruikt. Er zijn aan het College geen aanwijzingen gebleken dat verweerder onvoldoende zelfstandig, dat wil zeggen onafhankelijk van zijn werkgever en van het UWV, tot zijn afweging is gekomen. Daarop stuiten de klachtonderdelen D en E af. Gezien het voorgaande is dan ook klachtonderdeel F ongegrond. 5.5 Ook klachtonderdeel G is ongegrond. Verweerder heeft klager gezien in een relatief korte tijdspanne van enkele weken, waarbij de nadruk aanvankelijk lag op spanningen in de arbeidsrelatie. Dat verweerder klager niet meteen op dat moment naar een psycholoog heeft verwezen, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. 5.6 De conclusie is dat verweerder met betrekking tot de klacht geen verwijt zoals bedoeld in artikel 47, eerste lid onder a, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt. De klacht zal dan ook als ongegrond worden afgewezen. 3. Vaststaande feiten en omstandigheden Voor de beoordeling van het beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de beslissing in eerste aanleg, welke weergave in beroep niet, althans onvoldoende, is bestreden. 4. Beoordeling van het beroep 4.1 Klager heeft vier gronden van beroep aangevoerd. Het beroep strekt ertoe dat de oorspronkelijke klachtonderdelen A, B, C, D en F alsnog gegrond worden verklaard. Deze beroepsgronden komen, samengevat, neer op: 1. Ten onrechte heeft de bedrijfsarts verzuimd informatie op te vragen bij de behandelend specialist. In plaats daarvan gebruikte hij 13 jaar oude informatie. Achteraf bleek de oude diagnose ook niet volledig juist. 2. Ten onrechte heeft de bedrijfsarts gesteld dat hij geen (mogelijk mondelinge) terugkoppeling van het consult op 1 juni 2016 heeft gegeven. 3. Ten onrechte heeft de bedrijfsarts geen urenbeperking aangegeven toen aangepast werk werd aangeboden. 4. Ten onrechte heeft de bedrijfsarts een time out aanbevolen. 4.2 De bedrijfsarts heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwerping van het beroep. 4.3 Het Centraal Tuchtcollege neemt het door het Regionaal Tuchtcollege geformuleerde toetsingskader (overweging 5.1) over. 4.4 Ad 1: Deze beroepsgrond betreft in wezen de klacht dat de bedrijfsarts de lichamelijke klachten van klager niet serieus heeft genomen. Ondanks het verzoek daartoe van klager heeft de bedrijfsarts geen contact opgenomen met de behandelend specialist en bovendien heeft de bedrijfsarts geweigerd de door klager in zijn telefoon opgeslagen foto s van diens ontlasting te bekijken. Daarover wordt het volgende overwogen. De bedrijfsarts wist dat klager bekend is met colitis ulcerosa. Daarvan bevond zich reeds documentatie in het dossier. In het dossier was ook vastgelegd dat conflictsituaties de lichamelijke klachten in het verleden hebben doen toenemen. Klager heeft aan de bedrijfsarts bij het consult op 26 mei 2016 verteld wat op dat moment zijn lichamelijke klachten waren, zo heeft hij tijdens de mondelinge behandeling verklaard. Dat betrof darmbloedingen (i.c. af en toe rectaal bloedverlies), koorts, krampen in de buik en onderhuidse bulten. De bedrijfsarts heeft aan het bestaan van die klachten niet getwijfeld en heeft dit ook aan klager meegedeeld. De bedrijfsarts heeft verklaard dat klager hem vertelde dat die darmklachten al weken speelden en dat hij er in de periode dat zijn klachten al speelden zijn eigen werk heeft kunnen uitvoeren. Dit is door klager ter terechtzitting erkend. Bij die stand van zaken noopten de gemelde darmklachten niet tot het beoordelen van de foto s noch het raadplegen van de specialist. 4.5 Ad 2. Op 1 juni bezocht klager de bedrijfsarts. Anders dan het geval was op 26 mei 2016 volgde dit consult niet op een ziekmelding maar betrof het een consult op initiatief van klager, op het open spreekuur. Uit de aard van een dergelijk consult (dat valt onder het bereik van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst) vloeit rechtstreeks voort dat de bedrijfsarts daarvan in beginsel geen terugkoppeling geeft. De bedrijfsarts betwist onder verwijzing naar de aard van dat consult dat hij een terugkoppeling heeft gegeven en aan het Centraal Tuchtcollege is van zo n terugkoppeling evenmin gebleken. Aan klager moet worden toegegeven dat de inhoud van de aan klager gerichte brief van zijn werkgever van 7 juni 2016 de suggestie oproept dat die terugkoppeling wél heeft plaatsgehad. Immers, in die brief schrijft de werkgever dat de bedrijfsarts op 1 juni 2016 aan klagers leidinggevende I. heeft laten weten...dat (klager) niet arbeidsongeschikt was en er geen verdere terugkoppeling zou worden gemaakt omdat het een preventief consult was. Het Centraal Tuchtcollege stelt 4 Staatscourant 2018 nr augustus 2018
5 voorop dat de bedrijfsarts niet mag worden gehouden aan de inhoud van een brief die niet door hem, maar door de werkgever van klager is geschreven. Voorts dwingt de aangehaalde regel uit die brief geenszins tot de conclusie dat de bedrijfsarts in weerwil van zijn ontkenning wél een terugkoppeling over de arbeidsongeschiktheid of een standpuntbepaling dienaangaande van klager heeft gegeven c.q. kenbaar heeft gemaakt. De verwijzing naar deze passage uit die brief kan in het licht van de uitdrukkelijk onderbouwde betwisting door de bedrijfsarts klager daarom niet baten. 4.6 Ad 3. Aan klager is door zijn werkgever een aangepaste functie aangeboden. Klager verzocht om een urenbeperking. Niet is gebleken van een medische grond voor een beperking in het aantal uren dat klager werkzaam kon zijn. Dit moet onderscheiden worden van de vraag of de aangeboden functie passend was; die vraag lag niet voor bij de bedrijfsarts. Ook deze grond levert geen tuchtrechtelijk verwijt op. 4.7 Ad 4. De bedrijfsarts heeft gehandeld conform de richtlijnen van de Stecr-werkwijzer. Darmklachten waren aanwezig, maar deze vormden volgens de informatie van klager geen beletsel om te werken als trambestuurder in de voorafgaande weken. Vanwege de concentratieklachten was hij door de werkgever op 25 juni 2016 niet toegelaten tot het besturen van trams. Deze klachten waren naar zeggen van klager veroorzaakt door een arbeidsconflict. Onder die omstandigheden heeft het Centraal Tuchtcollege geen bedenkingen dat de bedrijfsarts op 26 juni 2016 het arbeidsconflict op de voorgrond heeft geplaatst en een time out heeft voorgesteld om de rust te laten weerkeren middels gesprekken tussen werkgever en werknemer. 4.8 De slotsom is dat de beroepsgronden geen doel treffen en dat het beroep van klager niet leidt tot een ander oordeel dan het Regionaal Tuchtcollege heeft gegeven; het beroep wordt dan ook afgewezen. 5 Beslissing Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: verwerpt het beroep; bepaalt dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekendgemaakt in de Staatscourant, en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie, Medisch Contact en het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde met het verzoek tot plaatsing. Deze beslissing is gegeven door: mr. J.M. Rowel-van der Linde, voorzitter, mr. R. Veldhuisen en mr.dr. B.J.M. Frederiks, leden-juristen en drs. M.L. van den Kieboom-de Groen en drs. F.M.M. van Exter, leden-beroepsgenoten en mr. D. Brommer, secretaris. Uitgesproken ter openbare zitting van 24 juli Voorzitter Secretaris 5 Staatscourant 2018 nr augustus 2018
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2017/320 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/320 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE
C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van
G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende
Nadere informatieBeroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK
107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48598 30 augustus 2017 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.105 Beslissing in de zaak onder
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.150 ECLI:NL:TGZCTG:2016:357 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.150 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatie16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.486 ECLI:NL:TGZCTG:2017:220 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.486 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2018-139 ECLI:NL:TGZRSGR:2019:13 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-139 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
187/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:34 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 187/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 22 februari 2019 naar aanleiding
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.389 t/m c2016.425 ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.389 t/m c2016.425 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen
G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft
Nadere informatie16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
G2017/124 ECLI:NL:TGZRGRO:2018:9 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: G2017/124 Rep.nr. G2017/124 13 maart 2018 Def. 032 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE
Nadere informatieBeslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.
Nadere informatie17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018
17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatieC, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,
272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.
107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2018.068 ECLI:NL:TGZCTG:2018:269 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.068 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatie2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., bedrijfsarts, werkzaam te D., verweerder
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
230/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:19 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 230/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 18 januari 2019 naar aanleiding
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding
Nadere informatieBeslissing in de zaak onder nummer C van:
c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatie17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018
17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatie16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieRapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271
Rapport Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat: een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Utrecht
Nadere informatie16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 26 juni 2008 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2013-259 ECLI:NL:TGZRSGR:2014:86 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2013-259 Datum uitspraak: 12 augustus 2014 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
Nadere informatieBeslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatieBeheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:
Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar
Nadere informatie15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
GP2013/13 ECLI:NL:TGZRGRO:2014:22 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: GP2013/13 Rep.nr. GP2013/13 8 juli 2014 Def. 068 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatie18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019
18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen
104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.154 ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.154 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105600 - Ontslag op staande voet wegens werkweigering; Naast haar functie bij de werkgever is werkneemster werkzaam in haar eigen agrarisch bedrijf. In verband met oogstwerkzaamheden heeft
Nadere informatie2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder
Nadere informatie2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen F., arts, werkzaam te D., verweerder
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 11 januari 2017 binnengekomen klacht van:
2017/012 ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2012.059 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.059 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer
Nadere informatieheeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..
No. CvB 2013/10 HET COLLEGE VAN BEROEP van het Nederlands Instituut van Psychologen heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.
107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
144/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:88 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 144/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 20 april 2018 naar aanleiding
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,
Nadere informatieSamenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-038 d.d. 24 mei 2018 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Smeeing-van Hees, mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, mr. A. Bus en drs. P.H.M. Kuijs AAG, leden, en
Nadere informatie16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2016:5122
ECLI:NL:CRVB:2016:5122 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/3697 WW Bestuursrecht
Nadere informatie18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018
18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieBeweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.
Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.123 ECLI:NL:TGZCTG:2016:332 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.123 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieGERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 20 november 2003 in de zaak onder rekestnummer 330/2003 GDW van: X gerechtsdeurwaarder te APPELLANT, t e g e n Y Bewindvoerder,
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2016:4015
ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer 16 _ 1047 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33018 15 juni 2018 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.382,C2017.383,C2017.392,C2017.393
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
295/2016 ECLI:NL:TGZRZWO:2017:98 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 295/2016 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 22 mei 2017 naar aanleiding
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19525 14 juli 2014 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2013.400 Beslissing in de zaak onder nummer
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2017:1436
ECLI:NL:CRVB:2017:1436 Instantie Datum uitspraak 07-04-2017 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/7947 ZW Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2014:3289
ECLI:NL:CRVB:2014:3289 Instantie Datum uitspraak 26-09-2014 Datum publicatie 14-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3044 WIA Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieUitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.
1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het
Nadere informatie17.025B Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 maart 2018
17.025B Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 maart 2018 Het College van Beroep heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist in de volgende samenstelling:
Nadere informatie16.001T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.001T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2013:1511
ECLI:NL:CRVB:2013:1511 Instantie Datum uitspraak 14-08-2013 Datum publicatie 27-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-4320 WIA Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58823 18 oktober 2017 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.140 Beslissing in de zaak onder
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766
ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatie16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN
1648 ECLI:NL:TGZREIN:2016:105 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 1648 Uitspraak: 12 december 2016 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG
Nadere informatieVerder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid
Nadere informatieTot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:
Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. Klager bezichtigt een paar appartementen in een complex dat o.a. via beklaagde te koop wordt aangeboden. In dat kader wordt ook de
Nadere informatie1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,
Nadere informatie2007/173 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/173 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, gemachtigde: de heer C. te D., tegen E.,
Nadere informatieOntvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.
Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)
Nadere informatieC E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
C2015.445 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2015.445 van: A., tandarts, werkzaam te B., appellante, verweerster in eerste aanleg, gemachtigde:
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg
Nadere informatie16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 55389 21 oktober 2016 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2015.438 Beslissing in de zaak onder
Nadere informatieADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen
107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van
Nadere informatie16.039T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.039T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieBeroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen
108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],
Nadere informatie16.137Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.137Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie16.051T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.051T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN
Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:1221
ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 Instantie Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16_2690 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:CRVB:2014:39 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 17-01-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-7549 WAJONG Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieJT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
0378J KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS JURISPRUDENTIE TUCHTRECHTSPRAAK JT 2005-17 RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN Artikel 10 GBR-1994, geheimhoudingsplicht,
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27340 1 september 2015 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.362 Beslissing in de zaak onder
Nadere informatieSAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO
SAMENVATTING 105698 - Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO Een gescheiden vader klaagt erover dat de school hem onvoldoende informeert over zijn kinderen en informatie aan de Raad
Nadere informatieMedewerking ouders is nodig bij onderzoek ondersteuningsbehoefte. ADVIES
107282 - Medewerking ouders is nodig bij onderzoek ondersteuningsbehoefte. inzake de klacht van: ADVIES de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, leerlinge van openbare basisschool E, klagers tegen de
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN
1822 ECLI:NL:TGZREIN:2018:77 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 1822 Uitspraak: 24 oktober 2018 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG
Nadere informatieBeslissing in de zaak onder nummer C van:
c2013.115 ECLI:NL:TGZCTG:2014:134 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
G2017/157 ECLI:NL:TGZRGRO:2018:38 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: G2017/157 Rep.nr. G2017/157 12 juni 2018 Def. 089 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE
Nadere informatieVERLOOP VAN DE PROCEDURE
SAMENVATTING 105535 - Klacht over doubleren, over informatieverstrekking aan Raad voor de Kinderbescherming en het (niet) beantwoorden van brieven; PO Een vader klaagt erover dat de school heeft besloten
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,
Nadere informatie17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017
17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017 Het College van Beroep, hierna te noemen: het College, heeft beraadslaagd en beslist in de volgende
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 2 april 2008 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster tegen: C bedrijfsarts
Nadere informatie