Beslissing in de zaak onder nummer C van:
|
|
- Karen van de Brink
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 c ECLI:NL:TGZCTG:2014:134 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., huisarts, werkzaam te B., verweerder in beide instanties, gemachtigde: mr. D.N.R. Wegerif, verbonden aan VvAA rechtsbijstand te Utrecht. 1. Verloop van de procedure A. - hierna klager - heeft op 26 april 2012 bij het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven tegen C. - hierna de arts - een klacht ingediend. Bij beslissing van 10 januari 2013, onder nummer 1266, heeft dat College de klacht afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De arts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend. De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 14 januari 2014, waar zijn verschenen klager, vergezeld van zijn partner, en de arts, bijgestaan door mr. A.V. Rijneke, kantoorgenoot van de gemachtigde van de arts. Klager heeft zijn standpunten toegelicht aan de hand van pleitnotities die aan het Centraal Tuchtcollege zijn overgelegd. 2. Beslissing in eerste aanleg Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd. 2. De feiten Het gaat in deze zaak om het volgende: In december 1993 is bij klager Morbus Hodgkin, nodulair scleroserend stadium IIB, gediagnosticeerd, waarvoor hij is behandeld met chemotherapie en aanvullende radiotherapie. Op 13 december 2002 was er sprake van een beginnende hypothyreoïdie als gevolg van de bestraling. Door zijn behandelend internist/oncoloog is klager ingesteld op een suppletie met levothyroxine. Na een half jaar was klager ingesteld op 100 mcg Euthyrox. Klager heeft van 1 januari 2004 tot begin 2012 bij de praktijk van verweerder ingeschreven gestaan. In 2006 is klager alleen op 25 augustus bij verweerder voor een consult geweest. Op 2 februari 2007 bezocht klager wederom verweerder met klachten als een gejaagde hartslag, moeheid, tintelingen in de linkerarm en ter hoogte van de mond. Er is bloed onderzoek gedaan, klager is naar de cardioloog verwezen en verweerder heeft geadvi- 1/6
2 seerd het gebruik van Crestor voor 2 weken te stoppen. Bij het laboratoriumonderzoek bleek een verhoogd T4. Op 16 februari 2007 het gebruik van Euthyrox door verweerder verlaagd naar 75 mcg. Na herhaald bloedonderzoek en bij persisterende klachten heeft verweerder op 22 maart 2007 klager telefonisch geadviseerd het gebruik verder te verlagen naar 50 mcg. Op 21 april 2008 is klager bij verweerder geweest in verband met gehoorklachten, waarna klager op 24 september 2008 is verwezen naar een KNO-arts. Op 23 april 2009 is bij klager bloed geprikt met een uitslag T4 van 17 en TSH van Op 28 april 2009 heeft klager zich telefonisch verstaan met de praktijk, waarbij hij onder meer mededeelde dat de psychiater hem Clomipramine 25 mcg had voorgeschreven en dat hij zich niet goed voelde. Verweerder heeft toen geadviseerd het gebruik van Euthyrox te verlagen naar 25 mcg en de Clomipramine te halveren. Bij laboratoriumonderzoek van 25 mei 2009 bleek een T4 van 17 en een TSH van Op 14 september 2009 meldde klager op het spreekuur van verweerder dat de internist, bij wie klager onder behandeling was gekomen, de TSH onder de waarde 3 wilde laten zakken. Verweerder heeft de dosis Euthyrox teruggebracht naar 75 mcg. Op 8 september en 3 november 2009 heeft bloedonderzoek plaatsgevonden met een uitslag van T4 van 19 en TSH van 4.27 respectievelijk een TSH van Op 6 november 2009 vernam verweerder dat de internist de TSH onder de 2 wilde laten zakken. De dosis Euthyrox is daarop verhoogd naar 100 mcg. In maart 2010 is bloedonderzoek gedaan met een uitslag van TSH van Op 7 april 2011 kwam klager bij verweerder met klachten van hartkloppingen en transpireren. Klager is toen verwezen naar een endocrinoloog. Op 16 januari 2012 heeft klager zich als patiënt bij verweerder laten uitschrijven. 3. Het standpunt van klager en de klacht De klacht is volgens het college onder te verdelen als volgt: 1. verweerder heeft het gebruik van Euthyrox verminderd zonder met de internist/oncoloog te overleggen, ondanks uitdrukkelijk verzoek daartoe van klager; 2. verweerder heeft aan klager verkeerde informatie gegeven door te stellen dat de schildklier na een tiental jaren zich weer kan herstellen; 3. verweerder wilde toen de TSH verlaagd moest worden, het gebruik van Euthyrox in één keer verhogen van 25 naar 100 mcg; 4. wanneer verweerder door klager op zijn informatie en beslissingen werd aangesproken, stelde verweerder zich onprofessioneel op en toonde hij geen enkele zelfreflectie. Klager voert daartoe nog met name het navolgende aan. Toen klager tegen verweerder zei dat hij vond dat de verlaging in overleg met de internist/oncoloog moest gebeuren, reageerde verweerder met de mededeling dat hij dat zelf wel kon beslissen. Door de verlaging van de dosis werd klager met de dag beroerder. Hij kreeg steeds meer last van oorsuizingen en oorsmeer. Klager ging lichamelijk steeds verder achteruit. Na ingesteld te zijn op 25 mcg waren de waarden TSH 4.89 en T4 17, terwijl de normaalwaarden horen te liggen voor TSH tussen 0,2-3,5 mu/l en voor T4 tussen de 8 en de 26 pmo/l. Toen klager verweerder daarop wees, wilde verweerder het gebruik tegen alle protocollen in verhogen naar 100 mcg. Verweerder gaf desgevraagd aan naar zijn mening altijd het beste voor de patiënt te doen. Klager is van 2/6
3 mening dat hij ook met een verhoging van 25 naar 75 mcg veel te snel een verhoogde dosis heeft gekregen. Op de vraag hoe verweerder er bij kwam dat de schildklier zich kon herstellen, heeft verweerder geen antwoord gegeven. 4. Het standpunt van verweerder In begin februari 2007 stelde verweerder vast dat er klinische en laboratorium aanwijzingen waren om de klachten van klager te beschouwen als bijwerkingen op het door hem gebruikte schildklierhormoon. Verweerder heeft in overleg met klager het medicamenteuze beleid aangepast. Klager heeft niet om overleg met de internist/oncoloog gevraagd en verweerder zag daarvoor op dat moment geen aanleiding. Verweerder betwist te hebben gezegd dat hij een en ander ook zelf kon beslissen. Verweerder heeft klager nooit verteld dat een schildklier zich na radiotherapie weer kan herstellen. Hij weet dat na radiotherapie geen herstel meer mogelijk is. Wel kan het zijn dat niet de gehele schildklier is aangetast en er nog goede onderdelen zijn. Na de verlaging van de dosis in maart 2007 voelde klager zich goed en heeft hij twee jaar lang ter zake geen klachten als palpitaties of algehele malaise bij verweerder geuit. Ter uitsluiting van een andere oorzaak had verweerder klager al naar de cardioloog verwezen en voor de gehoorklachten naar de KNO-arts. Verweerder achtte het verantwoord de dosis af te laten bouwen. Hij heeft dit op basis van zorgvuldige overwegingen gedaan. Bij een nieuw voorschrift heeft verweerder steeds een bloedonderzoek laten verrichten om de effecten van de medicatie te kunnen beoordelen en klager ter controle tussentijds te zien. Verweerder is bekend met de NHG-standaard. Het betrof hier echter niet een hypothyreoïdie de novo. Bij klachten als de onderhavige kan de dosering worden verlaagd om de klachten te verminderen en kan een licht verhoogd TSH worden aanvaard. Een TSH van 4.94 is overigens geen sterk verhoogde waarde. Op 28 april 2009 heeft klager ook geen lichamelijke klachten gemeld, anders had verweerder daarvan wel aantekening gemaakt. Klager heeft toen wel de bijwerkingen op de Clomipramine gemeld. Toen klager in september en november 2009 meldde dat de internist de TSH waarde wilde verlagen, is de dosis verhoogd naar respectievelijk 75 en 100 mcg. Verweerder vertrouwde op hetgeen klager meldde en twijfelde niet aan het kennelijk door de internist ingezette beleid. Achteraf bezien was dat wellicht een moment geweest om contact met de internist op te nemen. De kennelijke verhoging naar 125 mcg is buiten verweerder omgegaan. Verweerder heeft nooit een verslag van een specialist ontvangen. Verweerder betreurt het dat hij bij klager levende vragen over zijn beleid niet heeft kunnen wegnemen. Hij heeft slechts goede bedoelingen gehad en klager steeds serieus genomen. 5. De overwegingen van het college Het college stelt voorop dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van het professioneel handelen van een arts er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar dat daarbij beslissend is het antwoord op de vraag: - of de arts vanuit tuchtrechtelijk oogpunt gebleven is binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard. De door klager op 2 februari 2007 geuite klachten pasten naar het oordeel van het college bij een te hoge dosering Euthyrox. Vaststaat dat verweerder, nadat op grond van laboratoriumonderzoek was gebleken dat de T4 aan de hoge kant was, in overleg 3/6
4 met klager de hoeveelheid Euthyrox heeft verlaagd. Dit is naar het oordeel van het college een begrijpelijke beslissing geweest, waarvoor overleg met de internist/oncoloog niet geboden was. Vaststaat tevens dat verweerder bij elke beslissing om de hoeveelheid Euthyrox te wijzigen de waarden TSH en T4 heeft gevolgd middels laboratoriumonderzoek. Door de verlaging van de hoeveelheid Euthyrox liep de TSH waarde weliswaar op, maar niet tot een onaanvaardbare waarde. Niet is gebleken dat klager in de periode tussen 22 maart 2007 en 14 september 2009 klachten verband houdende met de schildklier dan wel het gebruik van Euthyrox bij verweerder heeft aangekaart, terwijl klager tot 28 april 2009 op 50 mcg en daarna vanwege het gebruik van Clomipramine op 25 mcg was ingesteld. In voormelde periode is klager onder controle geweest van de internist c.q. oncoloog, zonder dat enige wijziging in de door verweerder voorgeschreven hoeveelheid Euthyrox werd aangebracht. Toen klager in september 2009 meldde dat zijn behandelend oncoloog wilde dat de TSH waarde onder 3 zou komen, heeft verweerder dienovereenkomstig de hoeveelheid Euthyrox op 75 mcg gesteld. De waarden zijn wederom middels bloedonderzoek gevolgd. Evenzo ging het bij een verdere door de oncoloog gewenste verlaging van de TSH, naar aanleiding waarvan verweerder de hoeveelheid heeft verhoogd naar 100 mcg. Het college is van oordeel dat niet geconcludeerd kan worden dat verweerder niet heeft gehandeld binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening als hiervoor overwogen. Voor wat betreft de klachten als hierboven ad 2, 3 en 4 weergegeven geldt dat partijen ieder een eigen, tegengestelde, lezing hebben over hetgeen verweerder wordt verweten. In gevallen, waarin de lezingen van partijen over de feitelijke gang van zaken uiteenlopen en niet kan worden vastgesteld welke van beide lezingen aannemelijk is, kan een verwijt dat gebaseerd is op de lezing van klager in beginsel niet gegrond worden bevonden. Dit berust niet op het uitgangspunt dat het woord van klager minder geloof verdient dan dat van verweerder, maar op de omstandigheid dat voor het oordeel dat een bepaalde gedraging of nalaten verwijtbaar is, eerst moet worden vastgesteld dat er een voldoende feitelijke grondslag voor dat oordeel bestaat. Het college komt op grond van hetgeen hiervoor is overwogen tot de conclusie dat de klacht op alle onderdelen ongegrond wordt bevonden. 3. Vaststaande feiten en omstandigheden Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals deze zijn vastgesteld door het Regionaal Tuchtcollege en hiervoor onder 2. De feiten zijn weergegeven. 4. Beoordeling van het hoger beroep 4.1 In hoger beroep heeft klager onder aanvoering van een viertal grieven in essentie zijn oorspronkelijke klacht herhaald en nader toegelicht. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwerping van het beroep. 4.2 De klacht heeft betrekking op de behandeling door de arts van klager in de periode van 2 februari 2007 tot 6 november Voor de beoordeling daarvan acht het Centraal Tuchtcollege de volgende data (en bijbehorende waarden en verrichtingen) van belang. 2 februari 2007: consult met klachten (gejaagde hartslag, vermoeidheid). bloedonderzoek (TSH 1,25/T4 22), doorverwijzing naar cardioloog, advies om het gebruik van Crestor te stoppen 4/6
5 16 februari 2007: naar aanleiding van de bloedwaarden van 2 februari 2007: Euthyrox verlaagd (van 100) naar 75 mcg 12 maart 2007: bloedonderzoek TSH 1,59/T maart 2007: telefonisch consult, persisterende klachten, Euthyrox verlaagd naar 50 mcg 21 april 2008: consult in verband met gehoorklachten 24 september 2008: doorverwijzing naar KNO-arts 23 april 2009: bloedonderzoek TSH 4,11/T april 2009: telefonisch consult: klager voelt zich niet goed; door bedrijfsarts doorverwezen naar psychiater die Clomipramine heeft voorgeschreven. De arts adviseert halvering dosis Clomipramine + verlaging Euthyrox naar 25 mcg 25 mei 2009: bloedonderzoek TSH 4,94/T september 2009: bloedonderzoek TSH 4,27/T september 2009: Euthyrox verhoogd naar 75 mcg naar aanleiding van door klager aan de arts gemeld streven van de internist om TSH te verlagen naar een waarde lager dan 3 3 november 2009: bloedonderzoek TSH 2,59/T4 onbekend 6 november 2009: Euthyrox verhoogd naar 100 mcg naar aanleiding van gemeld streven van de internist om TSH te verlagen naar een waarde lager dan In hoger beroep spitst de klacht zich toe op het verwijt van klager dat de arts, hoewel klager zich in de periode van 2 februari 2007 tot 28 april 2009 steeds slechter ging voelen, de dosering van de Euthyrox bleef verlagen. Klager verwijt de arts voorts bij zijn behandeling niet de NHG-Standaard Schildklieraandoeningen te hebben gevolgd. Het Centraal Tuchtcollege overweegt als volgt. 4.4 De handelwijze van de arts tot aan 22 maart 2007, waarbij de arts in reactie op de door klager geuite klachten de dosering van de Euthyrox in twee stappen heeft verlaagd naar 50 mcg, beoordeelt het Centraal Tuchtcollege, mede gelet op de vastgestelde bloedwaarden, als niet onbegrijpelijk. Voor de periode van 22 maart 2007 tot 28 april 2009 geldt dat niet is gebleken dat klager zich toen met klachten verband houdende met de schildklier en/of het gebruik van Euthyrox bij de arts heeft gemeld. Nu klager blijkens het medisch dossier op 21 april 2008 bij de arts op consult is geweest in verband met gehoorklachten acht het college de stelling van klager dat hij in voornoemde periode geen klachten bij de arts heeft gemeld omdat hij het vertrouwen in de arts (vanwege het verlagen van de Euthyrox naar 50 mcg) had verloren, niet aannemelijk. In dit verband is voorts nog van belang dat klager in de genoemde periode ook voor controle bij de oncoloog kwam en dat door deze laatste geen wijziging in de door de arts voorgeschreven hoeveelheid Euthyrox is aangebracht. 4.5 Uit het voorgaande volgt dat de arts moet worden geacht niet op de hoogte te zijn geweest van het feit dat klager zich gedurende de periode van 22 maart 2007 tot 28 april 2009, zoals hij stelt, steeds slechter ging voelen. Er was in die periode voor de arts derhalve geen reden om de dosering van de Euthyrox aan te passen. 4.6 In de periode volgend op 28 april 2009 heeft de arts op 28 april 2009, in reactie op telefonisch geuite klachten van klager, de Euthyrox verlaagd naar 25 mcg en met klager afgesproken dat deze zich na vier weken voor controle bij de arts zou melden. Deze handelwijze van de arts beoordeelt het Centraal Tuchtcollege, mede gelet op het feit dat klager al ruim twee jaar, naar de arts mocht aannemen klachtenvrij was en goed functioneerde bij een dosering van de Euthyrox van 50 mcg, als niet onbegrijpelijk. Aan de afspraak zich na vier weken voor controle bij de arts te melden heeft klager overigens geen gevolg gegeven. 5/6
6 Op 14 september en 6 november 2009 heeft de arts tenslotte, op aangeven van de behandelend internist, de Euthyrox in twee stappen verhoogd naar 100 mcg. 4.7 Met de hiervoor omschreven behandeling heeft de arts gehandeld binnen de marges van de NHG-Standaard Schildklieraandoeningen. De arts heeft telkens in reactie op de door klager geuite klachten de dosering van de Euthyrox aangepast. Dat de TSHwaarde daarbij iets buiten de in de standaard aangegeven waarden kwam is acceptabel, nu er sprake was van een kleine marge en de arts ter zitting in hoger beroep heeft aangegeven met zijn behandeling de bestrijding van de bij klager bestaande klachten op de voorgrond te hebben gesteld. 4.8 Het voorgaande leidt tot het oordeel dat niet geconcludeerd kan worden dat de arts, door in de periode van 16 februari 2007 tot 6 november 2009 de dosis Euthyrox te verlagen en vervolgens weer te verhogen als hiervoor aangegeven, niet heeft gehandeld binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. 4.9 Ook voor het overige heeft de behandeling van de zaak in hoger beroep het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten of tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen. 5. Beslissing Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: verwerpt het beroep. Deze beslissing is gegeven door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mr. M.W. Zandbergen en mr.drs. R. Prakke-Nieuwenhuizen, leden-juristen en drs. M. van Bergeijk en drs. F.M.M. van Exter, leden-beroepsgenoten en mr. M.D. Barendrecht-Deelen, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 april Voorzitter w.g. Secretaris w.g. 6/6
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.389 t/m c2016.425 ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.389 t/m c2016.425 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE
C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.486 ECLI:NL:TGZCTG:2017:220 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.486 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
230/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:19 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 230/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 18 januari 2019 naar aanleiding
Nadere informatie2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder
Nadere informatieBeslissing in de zaak onder nummer C van:
c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2012.059 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.059 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2018.068 ECLI:NL:TGZCTG:2018:269 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.068 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieBeslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van
G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding
Nadere informatie16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
187/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:34 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 187/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 22 februari 2019 naar aanleiding
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen
G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN
Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2018.440 ECLI:NL:TGZCTG:2019:139 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.440 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 11 januari 2017 binnengekomen klacht van:
2017/012 ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2011.400 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2011.400 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer
Nadere informatieDE PROCEDURE DE FEITEN
Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak januari 2013 Kern: te late doorverwijzing bij verhoogde ASAT en ALAT waarden Klager verwijt de huisarts dat hij hem te laat heeft doorverwezen
Nadere informatie17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018
17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatie17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2014.196 ECLI:NL:TGZCTG:2015:184 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2014.196 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatie18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019
18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieKern: Klager vindt dat verweerder niet adequaat heeft gereageerd op zijn klachten van ongewild gewichtsverlies.
Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak maart 2013 Kern: De Klachtencommissie constateert dat verweerder onderzoek heeft verricht naar de klachten van klager. Uit de onderzoeken die
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 23 december 2010 naar aanleiding van de op 21 januari 2009 ingekomen klacht
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27341 1 september 2015 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.416 Beslissing in de zaak onder
Nadere informatie2008/017 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/017 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, verweerster in het incidenteel beroep, klaagster in eerste aanleg,
Nadere informatie2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,
Nadere informatieA, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar
Nadere informatie2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., bedrijfsarts, werkzaam te D., verweerder
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.123 ECLI:NL:TGZCTG:2016:332 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.123 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatie17.079T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
17.079T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2017/320 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/320 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatieKlachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak
Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: Klager vindt dat de huisarts zijn klachten niet serieus heeft genomen, hem verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en heeft geweigerd
Nadere informatieUITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: mevrouw mr. N.R.H.
108483 - Beroep tegen berisping gegrond. De weigering een gesprek met de ouders van een leerling te voeren is plichtsverzuim, maar een berisping is gezien de omstandigheden geen passende maatregel in het
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2013-2374b ECLI:NL:TGZRSGR:2014:114 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2013-2374b Datum uitspraak: 25 november 2014 Het Regionaal Tuchtcollege voor de
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
Nadere informatie16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
144/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:88 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 144/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 20 april 2018 naar aanleiding
Nadere informatie16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018
17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatie18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018
18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieDE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.
CR 11/2362 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Tijdig beroep op ontbindende voorwaarde? Klager/koper deed op de dag dat het financieringsbeding
Nadere informatieBeslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R, t e g e n Y, registeraccountant,
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
C2016.331 ECLI:NL:TGZCTG:2017:102 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: C2016.331 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
004/2010 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 004/2010 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 23 december 2010 naar aanleiding van de op 12 januari 2010 bij het Regionaal
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.154 ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.154 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatie16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2018.223 ECLI:NL:TGZCTG:2019:142 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.223 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieRaad voor de tuchtrechtspraak KNMG
Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Uitspraak in de zaak van: [A]; [B]; [C]; [D], artsen-microbioloog,
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2018.298 ECLI:NL:TGZCTG:2019:72 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.298 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2015.244 ECLI:NL:TGZCTG:2016:184 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2015.244 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatie17.025B Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 maart 2018
17.025B Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 maart 2018 Het College van Beroep heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist in de volgende samenstelling:
Nadere informatie16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieBeroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK
107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatie15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieC, arts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. M.C. Hoorweg-De Boer, verbonden aan de VvAA Rechtsbijstand te Utrecht,
283/2013 ECLI:NL:TGZRZWO:2014:73 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 283/2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 2 juni 2014 naar aanleiding
Nadere informatieKamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam
28/07 ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0459 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 28/07 Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam Reg.nr. 28/07 Beslissing op
Nadere informatie17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018
17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieBeweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.
Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2017.545 ECLI:NL:TGZCTG:2018:223 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2017.545 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48598 30 augustus 2017 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.105 Beslissing in de zaak onder
Nadere informatie16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatie16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18004 3 april 2018 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.189 Beslissing in de zaak onder nummer
Nadere informatieC, huisarts, werkzaam te B, gemachtigde: mr. V.C.A.A.V. Daniels, advocaat bij de Stichting VvAA Rechtsbijstand te Utrecht,
007/2013 ECLI:NL:TGZRZWO:2014:29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 007/2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 10 maart 2014 naar aanleiding
Nadere informatie16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R t e g e n Y, accountant-administratieconsulent,
Nadere informatie2006/108 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/108 van: 1. A., 2. B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN
17126 ECLI:NL:TGZREIN:2017:130 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 17126 Uitspraak: 13 december 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatieGeschillencommissie Huisartsenzorg West
Geschillencommissie Huisartsenzorg West Referentie: 201703/ms UITSPRAAK Inzake Mevrouw [klaagster] wonende te [plaats] klaagster tegen Mevrouw [verweerster], huisarts gevestigd te [plaats] verweerster
Nadere informatie2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen F., arts, werkzaam te D., verweerder
Nadere informatie2009/049 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2009/049 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., huisarts, wonende te D., verweerder
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2017.026 ECLI:NL:TGZCTG:2017:315 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2017.026 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg
Nadere informatie16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016
16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie16.137Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.137Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN
09108b REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 09108b Uitspraak: 2 november 2010 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en
Nadere informatie18.076Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018
18.076Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
208/2016 ECLI:NL:TGZRZWO:2017:113 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 208/2016 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 30 juni 2017 naar aanleiding
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van X, gevestigd te [plaats1], K L A A G S T E R, gemachtigde: [A],
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 25 oktober 2016 naar aanleiding van de op 4 april 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B C, wonend te D jegens E, SCEN-arts, gevestigd te F 1 De klacht Op 4 april 2016
Nadere informatie2007/173 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/173 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, gemachtigde: de heer C. te D., tegen E.,
Nadere informatie18.058Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 11 januari 2019
18.058Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 11 januari 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 november 2006 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a a g s t e
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht
UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers
Nadere informatieBeroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is ongegrond, omdat er voldoende redenen voor waren.
108308 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is ongegrond, omdat er voldoende redenen voor waren. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant,
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2018.050 ECLI:NL:TGZCTG:2018:217 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.050 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieEchtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.
18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN
09108a REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 09108a Uitspraak: 2 november 2010 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en
Nadere informatieInformatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.
Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer. Klager heeft een woning gekocht die de verkoper kort daarvoor zelf
Nadere informatie