Het kind met convulsies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het kind met convulsies"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 12 Het kind met convulsies In dit hoofdstuk zal je leren: wat de oorzaken zijn van convulsies bij zuigelingen en kinderen hoe een kind met convulsies te benaderen hoe een kind met convulsies op te vangen hoe een tonisch clonische convulsie te beëindigen wat de spoedbehandeling inhoudt van de verschillende oorzaken van convulsies 12.1 INLEIDING Een veralgemeende convulsieve status epilepticus (CSE) definiëren we als een veralgemeende convulsie die 30 minuten of langer duurt. We spreken ook van een convulsieve status epilepticus of CSE wanneer opeenvolgende convulsies zo snel na elkaar optreden, dat het kind tussendoor niet volledig het bewustzijn herwint. Hoewel de prognose na CSE vooral bepaald wordt door de oorzaken ervan, speelt ook de duur van de status een rol. Hoe langer de convulsie duurt, hoe moeilijker het wordt deze te beëindigen. In het algemeen geldt dat convulsies die langer dan 5 minuten duren, meestal niet meer spontaan zullen stoppen. Daarom is het gebruikelijk na 5 minuten in te grijpen met een anti-epilepticum. Een tonisch-clonische status treedt op bij ongeveer 1-5% van patiënten met epilepsie. Bijna 5% van de kinderen met koortsconvulsies presenteert zich als een status epilepticus. Een epileptische status kan fataal zijn, maar de mortaliteit is lager bij kinderen dan bij volwassenen, zo rond de 4%. Het kind kan overlijden ten gevolge van complicaties van de convulsie zelf, zoals luchtwegobstructie, hypoxie, en aspiratie van braaksel. Ook overmedicatie, of het onderliggende ziekteproces kunnen een fatale afloop veroorzaken. Complicaties van een langdurige convulsie zijn hartritmestoornissen, hypertensie, longoedeem, hyperthermie, disseminated intravascular coagulation (DIC) en myoglobinurie. Neurologische restverschijnselen zoals persisterende epilepsie, motorische uitvalsverschijnselen, leer- en gedragsstoornissen, zijn leeftijdsgebonden. Ze treden op bij 6% van de kinderen boven de leeftijd van 3 jaar, doch bij 29% van de kinderen jonger dan één jaar.

2 12.2 PATHOPHYSIOLOGIE VAN LANGDURIGE CONVULSIES Een veralgemeende convulsie verhoogt het cerebrale metabolisme minstens drievoudig. In het begin is er een toegenomen sympathische activiteit met vrijkomen van catecholamines. Dit leidt tot perifere vasoconstrictie en toename van de bloeddruk. De cerebrale arteriële autoregulatie gaat verloren en, volgend op een toename van de systemische bloeddruk, verhoogt de doorbloeding van de hersenen om de nodige zuurstof en energie te leveren. Als de convulsies blijven duren daalt de bloeddruk echter. Dit leidt dan tot een vermindering van de hersendoorbloeding. Melkzuur stapelt zich op en vervolgens treden celdood, oedeem en een stijging van de intracraniële druk op, resulterend in een verdere achteruitgang van de cerebrale perfusie. Het cellulair calcium- en natriummetabolisme wordt eveneens verstoord, met nog meer celdood tot gevolg EERSTE BEOORDELING De eerste stappen in de opvang van een convulserende patiënt zijn de beoordeling en zo nodig de ondersteuning van de luchtweg (A airway), de ademhaling (B breathing) en de circulatie (C circulation). Dit garandeert dat de convulsie niet secundair is aan hypoxie en/of ischemie. Bovendien zal zo de cerebrale pathologie, wat ook de oorzaak is, niet verergeren door een tekort aan zuurstofrijk bloed. Het vroeg opsporen en eventueel behandelen van een hypoglycemie is eveneens belangrijk. Dit wordt besproken in Hoofdstuk 7, Gestructureerde opvang van het ernstig zieke kind. Hieronder volgt een korte samenvatting van de belangrijkste punten tijdens de eerste beoordeling: Luchtweg (A airway) Beoordeel de bovenste luchtweg door de kijk-luister-voel methode (look-listen-feel) o KIJK naar thoracale en/of abdominale bewegingen o LUISTER naar ademgeluid o VOEL of je uitgeademde lucht kan voelen Doe dit zo nodig opnieuw na een manoeuvre om de luchtweg te openen. Is er nog steeds geen ademhaling, start dan met de beademing van het kind (rescue breaths) terwijl je ondertussen verder de luchtweg openhoudt. (zie Basic Life Support, Hoofdstuk 4). Ademhaling (B breathing) Ademarbeid: Ademfrequentie Intrekkingen gebruik van hulpademhalingsspieren Neusvleugelen lucht happen (gasping) Stridor, wheezing, kreunen Kreunen kan veroorzaakt worden door de convulsie zelf en is dan geen teken van respiratoire distress.

3 Opgelet: een toegenomen ademarbeid treedt NIET op in volgende drie gevallen:: uitputting centrale respiratoire onderdrukking neuromusculaire pathologie Effectiviteit van de ademhaling op en neer gaan van de borstkas of buik ademgeluiden verminderd of afwezig, symmetrie bij auscultatie SaO2 in lucht Effect van de ademhaling op andere organen Hartritme Huidskleur Bewustzijn Circulatie (C circulation) Hartritme: bradycardie kan op toegenomen intracraniële druk wijzen Polsvolume Bloeddruk: een ernstige hypertensie kan de oorzaak van de convulsie zijn, maar ook, en meer waarschijnlijk, een gevolg ervan. Capillaire refill Huidtemperatuur en kleur Effecten van de circulatie op andere organen Diepte en frequentie van de ademhaling Bewustzijn Monitor de hartfrequentie, de bloeddruk en het verschil tussen centrale en perifere temperatuur. Neurologische toestand (D disability) Bewustzijn (AVPU) (tijdens de convulsie is dit zinloos) Pupillen: grootte en lichtreactie (zie tabel in sectie 11.3) Houding: Decorticatie- of decerebratiehouding bij een tevoren normaal kind kunnen wijzen op verhoogde intracraniële druk. Deze houdingen kunnen soms verward worden met de tonische fase van de convulsie. Denk ook aan een medicamenteuze dystone reactie of een psychogene, pseudoepileptische aanval. Al deze bewegingsstoornissen kunnen onderscheiden worden van de tonisch clonische status epilepticus, zolang men ze in overweging neemt. Controleer nekstijfheid bij een kind en kijk bij een zuigeling na of de fontanel niet bombeert, deze tekenen kunnen wijzen op hersenvliesontsteking.

4 Uitwendige kenmerken (E exposure) Huiduitslag: Een huiduitslag, zeker in het geval van purpura, kan wijzen op sepsis of meningitis door meningokokken, maar ook op kindermishandeling. Temperatuur: Koorts is suggestief voor een infectie, een normale temperatuur sluit infectie echter niet uit. Verhoogde temperatuur kan ook optreden bij intoxicatie met ecstasy, cocaïne of salicylaten. Hypothermie kan wijzen op een intoxicatie met barbituraten of ethanol. Denk aan intoxicatie (anamnese, geur) (zie Appendix H) OPVANG Luchtweg (A airway) Een vrije luchtweg is de eerste vereiste. Bij obstructie maak je de luchtweg vrij met een openingsmanoeuvre, eventueel met hulpmiddelen als een Mayo canule. Soms is het nodig de luchtweg voorzichtig vrij te maken van slijm door aspiratie. Als het kind zelf voldoende ademt, kan je het in stabiele zijligging plaatsen, om het risico op aspiratie bij braken te verminderen. Ademhaling (B breathing) Zodra de luchtweg vrijgemaakt is, krijgen alle convulserende kinderen extra zuurstof door middel van een non-rebreathing masker met reservoir. Als het kind zelf onvoldoende ademt is kapbeademing met zuurstof noodzakelijk. Zo nodig zal het kind geintubeerd en beademd worden. Circulatie (C circulation) Zorg voor een intraveneuze of intra-osseuze toegangsweg. Neem bloed af voor een bedside (via stick) en laboratoriumbepaling van glucose. Geef bij hypoglycemie 5 ml/kg glucose 10%. Als het kind niet bekend is met hypoglycemie, neem dan 10 ml gestold bloed af (of enkele druppels op een guthrie-kaartje) om later metabool onderzoek te doen naar de oorzaak van de hypoglycemie. Geef een snelle vochtbolus van 20-ml/kg cristalloid aan elke patiënt met tekenen van shock. Neem bij vermoeden van sepsis (bijv. bij purpura) een bloedkweek af en start breedspectrum antibiotica (cefotaxim, ceftriaxone). Geef eveneens een breedspectrum antibioticum (cefotaxim, ceftriaxone) bij elk kind verdacht voor meningitis (nekstijfheid of bomberende fontanel) TWEEDE BEOORDELING MET OPZOEKEN VAN DE SLEUTELKENMERKEN Tijdens de eerste beoordeling en opvang, kan een gerichte anamnese afgenomen worden van de gezondheidstoestand en activiteiten van het kind in de voorbije 24 uur, met aandacht voor de medische voorgeschiedenis. Specifieke aandachtspunten zijn:

5 een ziektebeeld met koorts een recent trauma epilepsie in de voorgeschiedenis intoxicatie de laatste maaltijd bekende onderliggende ziekte Na de stabilisatie van luchtweg, ademhaling en circulatie (ABC), en de uitsluiting of behandeling van hypoglycemie (DEFG), richt men zich op het beëindigen van de convulsie SPOEDBEHANDELING VAN DE CONVULSIE Zie fig 12.1 Dit algoritme is aangepast aan de Belgische situatie en bestaat uit richtlijnen, die niet steeds in alle situaties kunnen worden toegepast. Zo zullen er patiënten met chronisch epilepsie zijn, die op bepaalde medicaties goed reageren, en op andere niet. Voor hen is een individueel protocol meer op zijn plaats. Daarenboven worden neonatale convulsies anders behandeld dan die bij kinderen. Het algoritme is geschikt voor de meeste kinderen met CSE die zich acuut presenteren. Stap 1 Als er reeds een IV of IO toegangsweg is of er één snel verkregen kan worden, geef 0.1 mg/kg lorazepam. Bij kinderen die nog geen toegangsweg hebben wordt 0.5 mg/kg midazolam in de wangzak (buccaal) of 0.5 mg/kg diazepam rectaal gegeven. Stap 2 Als de convulsie na 10 minuten nog aanhoudt, geef dan een tweede dosis van 0.1 mg/kg lorazepam. Als het kind buccaal midazolam of rectaal diazepam kreeg, en nu een IV of IO toegangsweg heeft, kan je een eerste dosis van 0.1 mg/kg lorazepam geven. Is er nog steeds geen toegangsweg, dan kan je een bijkomende dosis diazepam of midazolam geven. In het overgrote deel van de patiënten volstaan stap 1 en 2. Stap 3 In dit stadium is overleg met een ervaren specialist noodzakelijk om het kind opnieuw te beoordelen en advies te geven over de verdere behandeling. Het is eveneens aangewezen om hulp van een (kinder)anesthesist of (kinder)intensivist in te roepen, meestal is bij verdere behandeling intubatie en beademing noodzakelijk. Als de convulsie na stap 2 nog niet gecoupeerd is, wordt fenytoine 20 mg/kg over 20 minuten IV gegeven. Tijdens deze infusie is het van essentieel belang ECG en bloeddruk te bewaken omdat ritmestoornissen kunnen optreden.

6 Bij stoppen van de convulsie tijdens het infuus, dient de volledige dosis toch gegeven te worden, omdat een anticonvulsief effect bereikt kan worden gedurende 24 u. Indien de convulsie stopt alvorens fenytoine gestart wordt, dient dit alleen maar gegeven te worden op specialistisch advies. Bij kinderen die reeds fenytoine in onderhoud krijgen, wordt fenobarbital 20mg/kg over 20 minuten IV gegeven. De rol van depakine (oplaaddosis en continu infuus) in de behandeling van status epilepticus bij kinderen, is nog onvoldoende duidelijk doch wordt in toenemende mate gebruikt. Stap 4 wanneer het kind onvoldoende reageert kan eventueel een tweede dosis fenytoine gegeven worden (5 mg/kg IV) Als dit evenmin effect heeft gaat men over tot een continue infuus van midazolam. Na een oplaaddosis van 0.1 mg/kg IV, start men met 0.1 mg/kg/u. Bij onvoldoende effect wordt de dosis iedere 5-10 minuten opgehoogd met 0.1 mg/kg/u, telkens na een extra bolus van 0.1 mg/kg. Maximale dosis is 1 mg/kg/u. Zorg dat een kinderintensivist of anesthesist aanwezig is, om bij risico op ademhalingsdepressie, over te gaan tot intubatie en beademing (zie stap 5). Stap 5 Indien ondanks het ophogen van midazolam, het kind nog steeds convulseert, wordt overgegaan tot een pentothal coma. Check de luchtweg, de ademhaling en de circulatie. Neem bloed voor bepaling van glucose, arterieel bloed gas, nierfunctie testen en elektrolyten (calcium!). Behandel elk vitaal probleem en corrigeer metabole afwijkingen. Behandel koorts met paracetamol of diclofenac rectaal. Overweeg bij vermoeden van gestegen intracraniële druk, mannitol (0.25 g/kg IV over minuten). Rapid sequence inductie wordt uitgevoerd door de anesthesist of kinderintensivist met thiopental en een kortwerkende spierverslapper. De verdere behandeling gebeurt volgens advies van de kinderneuroloog. Bij kinderen jonger dan 3 jaar met een anamnese van chronische, actieve epilepsie, kan je een proefbehandeling met pyridoxine starten.

7 Figuur algoritme voor status epilepticus Airway 100% zuurstof check glucose ja IV/IO toegang? neen Lorazepam 0.1 mg/kg IV/IO Diazepam 0,5 mg/kg IR Midazolam 0.5 mg/kg buccaal Lorazepam 0.1 mg/kg IV/IO ja IV/IO toegang? neen Diazepam 0,5 mg/kg IR Midazolam 0.5 mg/kg buccaal Phenytoine 20 mg/kg over 30 minuut IV Midazolam oplaad 0.1 mg/kg IV Midazolam infusie 0.1 mg/kg/u (max 1 mg/kg/u) Pentothal coma

8 Medicatie Lorazepam (Temesta ) Lorazepam is minstens even effectief of effectiever dan diazepam en veroorzaakt waarschijnlijk minder ademhalingsdepressie. Het heeft een langere werkingsduur (12 24u) dan diazepam (<1u), maar lijkt rectaal minder goed opgenomen te worden. Als Lorazepam niet beschikbaar is, kan dit vervangen worden door diazepam 0 25 mg/kg IV/IO. Midazolam (Dormicum ) Midazolam is een effectief snelwerkend anti-epilepticum, dat binnen enkele minuten werkt, maar minder lang effect heeft vergeleken met lorazepam. De meeste kinderen echter convulseren niet meer, eenmaal de convulsie beëindigd is. Midazolam geeft ademhalingsdepressie (versterkt door het gelijktijdig gebruik van phenobarbital) maar dit treedt slechts bij 5% van de patiënten op. Gezien zijn korte werkingsduur, kan dit makkelijk opgevangen worden door tijdelijk het kind op de kap te nemen. Midazolam kan op de volgende manier buccaal gegeven worden: trek de juiste dosis op uit de IV ampul met behulp van een naald (om eventuele glassplinters van de ampul te vermijden) verwijder de naald en spuit het medicijn in de wangzak tussen de onderste lip en het tandvlees aan de rand van de mond van het patiëntje. Een recente grote gerandomiseerde multicenterstudie omtrent de veiligheid en de effectiviteit van buccaal midazolam versus rectaal diazepam voor spoedbehandeling van convulsies bij kinderen, toonde aan dat buccaal midazolam tweemaal effectiever was. Neveneffecten op de ademhaling waren vergelijkbaar. Diazepam(Valium ) Dit is eveneens een effectief en snelwerkend anti-epilepticum, vergelijkbaar met midazolam. Het wordt veel gebruikt, maar zijn eerstelijnsrol zal waarschijnlijk overgenomen worden door het meer effectieve midazolam. Het wordt rectaal goed opgenomen. Fenytoin (Difantoine ) Dosis: 20 mg/kg intravenous. De infusiesnelheid mag de 1mg/kg/min niet overschrijden. Fenytoine wordt opgelost in NaCl 0 9% met een maximum concentratie van 10mg/ml. Fenytoine spiegels kunnen 60 90min na de infusie bepaald worden. Fenytoine kan ritmestoornissen en hypotensie uitlokken, daarom moet de infusie steeds gebeuren onder ECG monitoring en volgen van de bloeddruk. Het heeft slechts weinig effecten op de ademhaling. Gebruik geen fenytoine als het kind dit reeds chronisch neemt, alvorens de spiegel bekend is. Geef het in dat geval alleen wanneer de spiegel <5 microgram/ml is. Fenytoine bereikt zijn piekwaarde binnen het uur, maar heeft een lange halfwaardetijd die dosis afhankelijk is. Daarom werkt het langer dan diazepam. Fosfenytoine (Cerebyx ) Fosfenytoine is een recent op de markt gekomen voorloper van fenytoine. Het heeft zelf geen anti-epileptische activiteit, maar na toediening wordt het snel omgezet in fenytoine. Omdat het geen nood heeft aan propyleenglycol als oplosmiddel, kan het sneller toegediend worden dan

9 fenytoine (7 10 minuten). Daarnaast zou het minder cardiale neveneffecten hebben. Zo nodig kan men het IM toedienen. Tot op heden zijn er geen gegevens bekend omtrent het gebruik bij kinderen. Het wordt voorgeschreven in fenytoine equivalenten, wat verwarrend kan zijn: 75mg fosfenytoine is gelijk aan 50mg fenytoine. Thiopental (Pentothal ) De inductiedosis bedraagt 4 8mg/kg IV. Thiopental is een alkalische oplossing, die irritatie en necrose kan veroorzaken bij subcutaan lekken. Het is een anestheticum zonder analgetische werking. Herhaalde toediening heeft een cumulatief effect. Het is een krachtig medicijn met aanzienlijke cardiorespiratoire effecten, dat alleen door ervaren specialisten die een kind kunnen intuberen en vitaal kunnen ondersteunen, gebruikt mag worden. Het heeft geen langwerkende anticonvulsieve eigenschappen en wordt hoofdzakelijk gebruikt bij kinderen met CSE om beademing te vergemakkelijken, omwille van zijn positief effect op cerebraal oedeem (opgetreden tgv de langdurige epileptische activiteit), en om de overige medicatie tijd te geven om in te werken. De andere anti-epileptica moeten dan ook worden gecontinueerd. Het kind wordt best niet verslapt, daar men niet steeds in staat is eventuele voortdurende convulsies te monitoren door een continue EEG of cerebrale functie monitoring. Na stabilisatie moet het kind zo snel mogelijk worden overgebracht naar een pediatrische intensieve zorgen afdeling. De kinderneuroloog dient advies en ondersteuning te geven. Voor verdere behandeling zijn er verschillende richtlijnen, maar deze vallen buiten het bestek van deze tekst. Algemene maatregelen zorg steeds voor normale glycemiewaarden. Wees voorzichtig bij het eventueel opstarten van insuline bij een convulserend kind met hyperglycemie. Deze hyperglycemie treedt meestal op door stress, bij het wegvallen hiervan normaliseert de glycemiewaarde snel. Breng vocht terug tot 60% van de onderhoudsbehoefte en volg de urineproductie. Controleer de elektrolytenstatus en normaliseer eventuele afwijkingen. Tracht zo mogelijk serum natrium in de normale range te houden ( mmol/l). Vermijd hyponatriëmie door het gebruik van fysiologisch serum of NaCl 0.45%. Breng een maagsonde in om de maag te ledigen. Voer zo nodig een maagspoeling uit in geval van intoxicatie (zie Appendix H). Controleer regelmatig de temperatuur, vermijd temperatuur boven 37 5.C. Neem de nodige maatregelen bij toegenomen intracraniële druk (ICP): Ga over tot beademing en streef kort naar PaCO2 van kpa (30-35 mmhg). Breng het hoofd inline en omhoog. Geef mannitol ( mg/kg; d.w.z ml van 20% IV over 15min) herhaal dit zo nodig elke 2u, zolang de serum osmolaliteit <325 mosm/l blijft. Geef eventueel dexamethasone 0.5 mg/kg IV tweemaal daags (alleen bij oedeem rondom een ruimte innemend proces). Breng een blaaskatheter in (blaasuitzetting kan een toegenomen ICP verergeren). Frequente herbeoordeling van ABC is noodzakelijk gezien de ingestelde therapie ademhalingsdepressie of hypotensie kan veroorzaken. Dit is vooral zo wanneer we

10 benzodiazepines gebruiken om de aanval te couperen. Hoewel je zeker tijdens de aanval 100% zuurstof moet geven via non-rebreathing masker, kan het gebruik hiervan hypoventilatie maskeren, als de ademhalingsefficiëntie bewaakt wordt via SaO2. Controleer daarom regelmatig de saturatie zonder extra zuurstof, of bepaal PaCO2, en ga eventueel over tot beademing wanneer hypoventilatie optreedt. De rol van cerebrale functieanalyse is nog steeds niet duidelijk. Op dit ogenblik gebruikt men bij voorkeur de klinische gegevens en een standaard EEG om epileptische activiteit te beoordelen. Na het couperen van de aanval, moet men op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak. Vaak is er een infectie aanwezig. Dit kan een goedaardige spontaan herstellende infectie zijn die de febriele status veroorzaakt heeft, maar ook een ernstige aandoening als meningitis (zie Hoofdstuk 11). Bijkomende behandeling zal afhankelijk zijn van de onderliggende oorzaak DE OPVANG VAN HET KIND MET SYSTEMISCHE HYPERTENSIEVE CRISIS Hypertensie treedt zelden op bij kinderen. Nierziekten zoals dysplastische nieren, refluxnefropathie of glomerulonefritis zijn verantwoordelijk voor het overgrote deel van kinderen die zich aanbieden met ernstige hypertensie. Coarctatio van de aorta is eveneens een belangrijke oorzaak. Bloeddruk wordt meestal niet routinematig gemeten bij gezonde kinderen, daarom presenteert hypertensie zich meestal met uiteenlopende symptomen. Neurologische symptomen, als convulsies en coma, treden meer op bij kinderen dan bij volwassenen. Soms is er een voorgeschiedenis van ernstige hoofdpijnklachten, met of zonder braken, suggestief voor gestegen intracraniële druk (RICP raised intracranial pressure). Sommige kinderen bieden zich aan met een gezichtsverlamming of hemiplegie, zuigelingen soms zelfs met apneu of hartfalen. Bloeddrukmeting Dit kan bij kleine kinderen erg moeilijk zijn, of misleidend als de meting niet correct werd uitgevoerd. Neem de volgende richtlijnen in acht: Gebruik steeds de grootste cuff die comfortabel rond de bovenarm past. Een te kleine cuff geeft foutief hoge waarden. De systolische bloeddruk is meer betrouwbaar dan de diastolische omdat de vierde Korotkoff toon vaak niet te horen valt, of hoorbaar blijft tot een druk van nul. Wanneer men bij gebruik van een elektronische bloeddrukmeter, een onverwacht resultaat heeft, controleer dan steeds manueel alvorens stappen te ondernemen. Een toegenomen bloeddruk bij een kind dat convulseert, pijn heeft of huilt, moet gecontroleerd worden wanneer het kind weer gekalmeerd is. Als het kind erg klein of niet coöperatief is, kan het gebruik van een Doppler meter nuttig zijn. Systolische bloeddrukwaarden kunnen geschat worden door palpatie.

11 Bloeddruk neemt toe met de leeftijd correleer steeds met de normaalwaarden van kinderen van eenzelfde leeftijd. Elke bloeddruk boven de 95e percentiel moet opnieuw gemeten worden; bij bevestiging, dringt snelle behandeling zich op. Bloeddrukwaarden die aanleiding geven tot symptomen bij het kind, zijn altijd sterk verhoogd zodat diagnosticeren hiervan niet moeilijk hoeft te zijn SPOEDBEHANDELING VAN HYPERTENSIE De startbehandeling bestaat uit het beoordelen van luchtweg, ademhaling en circulatie (ABC) en de neurologische status (D) op de gebruikelijke manier. Convulsies reageren meestal goed op lorazepam, midazolam of diazepam. Kinderen met tekenen van gestegen intracraniële druk (RICP) dienen opgevangen te worden met intubatie, oxygenatie en ventilatie, hoofd 20 à 30 omhoog, en mannitol (zie Hoofdstuk 11). Na stabilisatie, dringt behandeling van de hypertensie zich op, maar start deze alleen na overleg met een kindernefroloog, kindercardioloog of kinderintensivist. Het doel van de behandeling is om op een veilige manier de bloeddruk te laten dalen. Te snelle daling kan een infarct van de oogzenuw of andere neurologische schade uitlokken. We streven ernaar de bloeddruk terug te brengen tot de 95 e percentiel voor die leeftijd, over de volgende 24 tot 48 uur, met ongeveer een derde reductie in de eerste 8 uur. Dit kan moeilijk zijn: hiervoor is een strikte bloeddrukcontrole nodig en een titreerbare infusie van de antihypertensieve medicatie. Om bovenvermelde reden, is het zeer belangrijk de visus en pupillen goed op te volgen tijdens de behandeling. Elke achteruitgang moet onmiddellijk opgevangen worden door snel de bloeddruk weer te verhogen door middel van een IV vochtbolus met NaCl 0.9% of colloïden. Soms zijn de kinderen in anurie, in dat geval moet dringend de nierfunctie bepaald worden (serumcreatinine, ureum en elektrolyten). Tabel vermeldt enkele veel gebruikte antihypertensiva bij kinderen. Tabel medicamenteuze therapie van ernstige hypertensie Medicatie Dosis opmerkingen Labetalol oplaaddosis mcg/kg infusie mg/kg/u Alfa en bèta-blokker Titreerbare infusie. Niet gebruiken bij patiënten met overvulling of acuut Natrium nitroprusside hartfalen µg/kg/min Vaatverwijder. Dosering makkelijk aan te passen. Titreerbare infusie. Oplossing tegen licht beschermen. Volg cyanidewaarden. Nifedipine 0.25 mg/kg vaatverwijder. Vocht kan opgetrokken worden uit de capsules en in de mond sublinguaal worden toegediend. Het is beter om op de capsule te kauwen en ze door te slikken. Nifedipine bestaat in druppels (Aprical ). Als bolus gegeven, kan de bloeddruk-daling moeilijk te controleren zijn.

12 Sommige specialisten adviseren het gebruik van nifedipine als een tijdelijke maatregel vóór transport. Bij het gebruik van welk medicament ook, dient de bloeddruk van het kind nauwlettend gevolgd te worden, en moet er een IV toegangsweg zijn. Deze kinderen moeten verzorgd worden op een afdeling met ervaring in hypertensie bij kinderen, meestal een regionaal kindernefrologisch centrum. Het is belangrijk om voor transport deze afdeling te consulteren SAMENVATTING Ook in het beoordelen en behandelen van het kind met convulsies, primeert de volgende structuur: Eerste beoordeling Eerste opvang Tweede beoordeling en opzoeken van sleutelkenmerken Spoedbehandeling Stabilisatie en transfer naar een deskundige afdeling (meestal PICU)

12 Langdurige epileptische aanvallen

12 Langdurige epileptische aanvallen 12 Langdurige epileptische aanvallen Definitie en etiologie Incidentie Anamnese Lichamelijk onderzoek Epileptische aanvallen duren van enkele seconden tot hooguit enkele minuten. In de literatuur wordt

Nadere informatie

Kinderen met acute neurologische problematiek

Kinderen met acute neurologische problematiek Kinderen met acute neurologische problematiek Thomas van Veen, Kinderarts 06-07-2015 Anne, 9 jaar aangereden door een auto Zij is aangereden door een auto voor het ziekenhuis Vader draagt haar de SEH op

Nadere informatie

A, B, C of run away? LVIZ symposium 17 april 2015 Drs. Monique Engel - Kinderarts-intensivist

A, B, C of run away? LVIZ symposium 17 april 2015 Drs. Monique Engel - Kinderarts-intensivist A, B, C of run away? LVIZ symposium 17 april 2015 Drs. Monique Engel - Kinderarts-intensivist Circulatiestilstand bij kinderen Etiologie/Pathofysiologie Vochtverlies Redistributie Toegenomen ademarbeid

Nadere informatie

Gestructureerde benadering van het zieke kind door de huisarts

Gestructureerde benadering van het zieke kind door de huisarts Gestructureerde benadering van het zieke kind 15 mei 2013 Elkerliek ziekenhuis - Helmond Eric Brouwer, kinderarts HUISARTS & WETENSCHAP 2011 Wat is anders Nummer 1 Maart 2011 Obstructie ademweg Ademdepressie

Nadere informatie

CONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP?

CONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP? CONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP? O. F. Brouwer Afdeling Neurologie Universitair Medisch Centrum Groningen EPILEPSIE Waarom ontstaat een epileptische aanval? Afwijkende prikkelbaarheid van

Nadere informatie

Epileptische aanvallen op de PICU

Epileptische aanvallen op de PICU Epileptische aanvallen op de PICU Astrid van der Heide Neuroloog/kinderneuroloog Inhoud Wat is epilepsie Status epilepticus Video s Take home message Wat is epilepsie? Wat is een epileptische aanval? Plotselinge

Nadere informatie

Klinisch redeneren in acute situaties. Ijbelien Jungen

Klinisch redeneren in acute situaties. Ijbelien Jungen Klinisch redeneren in acute situaties Ijbelien Jungen Alarm criteria Acute verandering in: Fysiologie Airway -bedreigde luchtwegen (b.v. Bij stridor, zwelling van de hals, sputumretentie) Breathing - (verandering

Nadere informatie

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat.

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat. Koorts bij kinderen van 1 tot 3 maanden (28 dagen tot en met 12 weken) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts,

Nadere informatie

Doel. Definities. Indicatie. Werkwijze/beslisboom. Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care

Doel. Definities. Indicatie. Werkwijze/beslisboom. Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care Doel Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care Definities Het protocol begint met hetgeen de patiënt het meest bedreigd (treat first what kills first). Treft men tijdens de opvang een

Nadere informatie

Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts

Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts Casus 1 Vrouw, 74 jaar diep bewusteloos gevonden in de tuin Bekend met diabetes type II Langzame snurkende ademhaling Langzame

Nadere informatie

Basisreanimatie volwassenen. CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol

Basisreanimatie volwassenen. CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol Basisreanimatie volwassenen CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol Overlevingsketen is de basis voor Advanced Life Support en een goede en snel begonnen is doorslaggevend voor het succes van de ALS en

Nadere informatie

1 Het acuut zieke kind

1 Het acuut zieke kind 1 Het acuut zieke kind C.M.P. Buysse, E.N. de Jager, M. de Hoog 1.1 Inleiding In de acute kindergeneeskunde is de grootste uitdaging niet een succesvolle reanimatie, wél de tijdige herkenning en adequate

Nadere informatie

Reanimatie van de pasgeborene

Reanimatie van de pasgeborene Reanimatie van de pasgeborene Anne Debeer, neonatale intensieve zorgen, UZ Leuven Katleen Plaskie, neonatale intensieve zorgen, St Augustinus Wilrijk Luc Cornette, neonatale intensieve zorgen, AZ St-Jan

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen van 0 tot 1 maand (0-28 dagen) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (jonger dan 1 maand) met koorts, verdacht van een

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen > 3 maanden ( > 12 weken oud) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (vanaf 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie.

Nadere informatie

2 ml/min verdunde oplossing (dus 2 mg/min) 10 mg bij volwassenen van 50 kg of meer, anders 0,1 mg/kg lichaamsgewicht

2 ml/min verdunde oplossing (dus 2 mg/min) 10 mg bij volwassenen van 50 kg of meer, anders 0,1 mg/kg lichaamsgewicht 1 Trousse d'urgence IV bij voorkeur 2 ml/min verdunde oplossing (dus 2 /min) 1 ampul van 10 verdunnen tot 10 ml, hiervan 2 ml/min IV toedienen acute abdominale pijn of SC 10 bij volwassenen van 50 kg of

Nadere informatie

Status epilepticus bij kinderen 1 juni 2018

Status epilepticus bij kinderen 1 juni 2018 Status epilepticus bij kinderen 1 juni 2018 Marijke van Hees Epilepsieconsulent WKZ/UMCUtrecht Kinderverpleegkundige Netwerk Epilepsie Zorg Een status epilepticus geeft altijd schade? Je spreekt over een

Nadere informatie

Koortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG

Koortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG Koortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG Definitie (Epileptische) aanvallen bij koorts zonder infectie van het centrale zenuwstelsel of een andere specifieke oorzaak

Nadere informatie

Klinisch redeneren D. Michel van Megen

Klinisch redeneren D. Michel van Megen Klinisch redeneren D Michel van Megen SEH/IC vpk CWZ Begrippen: Intracraniële infecties» meningitis» encefalitis Ruimte innemende processen» hersenabces» hersentumoren brughoektumor astrocytomen hypofysetumor

Nadere informatie

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer Indien een stoornis in de vitale functie wordt waargenomen direct handelen (Treat as you go) A AIRWAY AND C-SPINE (= vrije

Nadere informatie

HET ERNSTIG ZIEKE KIND

HET ERNSTIG ZIEKE KIND DEEL III HET ERNSTIG ZIEKE KIND 7:1 Hoofdstuk 7 De gestructureerde aanpak van het ernstig zieke kind Leerdoelen In dit hoofdstuk leer je hoe een ernstig ziek kind te herkennen een gestructureerde aanpak

Nadere informatie

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders Aanbevelingen van de Belgische Reanimatieraad (BRC) voor Cardiopulmonaire Reanimatie en Automatische Externe Defibrillatie, uitgevoerd door de eerste hulpverleners ter plaatse opgeleid in de technieken

Nadere informatie

Richtlijn behandeling van ernstige sepsis en septische shock. Medische protocollencommissie Intensive Care

Richtlijn behandeling van ernstige sepsis en septische shock. Medische protocollencommissie Intensive Care Titel Richtlijn behandeling van ernstige sepsis en septische shock Datum vaststelling: 04-2008 Datum revisie: 04-2010 Verantwoording: Bron document: Medische protocollencommissie Intensive Care Surviving

Nadere informatie

Case-report: Een vrouw met een onbegrepen coma...

Case-report: Een vrouw met een onbegrepen coma... Case-report: Een vrouw met een onbegrepen coma... H.J.Jansen, E.S. Louwerse, C.P.C. de Jager Intensive Care, Jeroen Bosch Ziekenhuis, lokatie: Groot Ziekengasthuis Nieuwstraat 34, 5211 NL, s-hertogenbosch

Nadere informatie

OVBK: Initial assessment

OVBK: Initial assessment OVBK: Initial assessment -1- Initial assessment. Herkennen van levensbedreigingen Determineren overig letsel Bepalen zorgprioriteit SEH opleiding UMCN 2-1- Initial assessment. -1- Initial assessment. Bestaat

Nadere informatie

Casus 5. Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens

Casus 5. Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens Casus 5 Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens Inleiding casus 5 U gaat als co-assistent mee met de ambulance die gewaarschuwd is door de buren (die een sleutel hebben) van een 70-jarige man, die zij

Nadere informatie

Epileptische aanvallen / status epilepticus, leeftijd > 1 maand

Epileptische aanvallen / status epilepticus, leeftijd > 1 maand SAMENVATTING Epileptische aanvallen / status epilepticus, leeftijd > 1 maand richtlijn voor de opvang in het 1e uur Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) Autorisatie: 21 juni 2012 Nederlandse

Nadere informatie

Glucose regulatie bij volwassen IC en MC-patiënten bij continue toediening van voeding

Glucose regulatie bij volwassen IC en MC-patiënten bij continue toediening van voeding regulatie bij volwassen IC en MC-patiënten bij continue toediening van voeding Doel: Bereiken en handhaven van een glucose waarde tussen 4,4 6,1 mmol/l Indicaties: - Patiënten met Diabetes Mellitus - Patiënten

Nadere informatie

BLS en ALS bij kinderen. Laatste richtlijnen: ILCOR 2005

BLS en ALS bij kinderen. Laatste richtlijnen: ILCOR 2005 BLS en ALS bij kinderen Laatste richtlijnen: ILCOR 2005 ILCOR RICHTLIJNEN 2005 DOELSTELLINGEN Kort en eenvoudig Voor kinderen en volwassenen meer uniformiteit BLS (basic life support) AED (automated external

Nadere informatie

Het kind met een abnormale hartfrequentie of hartritme

Het kind met een abnormale hartfrequentie of hartritme Hoofdstuk 10 Het kind met een abnormale hartfrequentie of hartritme LEERDOELEN In dit hoofdstuk leer je: Hoe je kinderen met een abnormale hartfrequentie of hartritme beoordeelt Hoe je een kind opvangt

Nadere informatie

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Elektrolytstoornis tijdens ALS samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Inhoudsopgave Doelstelling Context: 4 H s en 4 T s Kalium Hyperkaliëmie Hypokaliëmie Samenvatting Vragen/discussie Doelstelling Inzicht

Nadere informatie

Reanimatie bij hypothermie / verdrinking. Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc

Reanimatie bij hypothermie / verdrinking. Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc Reanimatie bij hypothermie / verdrinking Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc Hypothermie Na expositie aan kou! Wanneer hypothermie? lichaamstemperatuur < 35 gr. C. Classificatie: Lichte hypothermie

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Bloedvergiftiging. of sepsis

PATIËNTEN INFORMATIE. Bloedvergiftiging. of sepsis PATIËNTEN INFORMATIE Bloedvergiftiging of sepsis 2 PATIËNTENINFORMATIE Inleiding De arts heeft u verteld dat u of uw naaste een bloedvergiftiging heeft, ook wel sepsis genoemd. Een sepsis is een complexe

Nadere informatie

Medisch protocol: Sepsis-protocol SEH bij personen > 14 jaar.

Medisch protocol: Sepsis-protocol SEH bij personen > 14 jaar. Medisch protocol: Sepsis-protocol SEH bij personen > 14 jaar. TRIAGE SCREENINGSTOOL SEH SEPSIS / SEPTISCHE SHOCK Verdenking infectie Luchtweginfectie Urineweginfectie Abdominale infectie CZS infectie Huid/wekedelen-infectie

Nadere informatie

Reanimatie kinderen. Published on Medics4medics.com (https://www.medics4medics.com) Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind REANIMATIE KINDEREN

Reanimatie kinderen. Published on Medics4medics.com (https://www.medics4medics.com) Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind REANIMATIE KINDEREN Published on Medics4medics.com (https://www.medics4medics.com) Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind Reanimatie kinderen REANIMATIE KINDEREN Image not found Active https://www.medics4medics.com/%3a//resize/reanimatie-318x124.gif

Nadere informatie

Reanimatie pediatrie. Richtlijnen 2010

Reanimatie pediatrie. Richtlijnen 2010 Reanimatie pediatrie Richtlijnen 2010 Belangrijkste aandachtspunten : minimaal 1/3 diepte van de borstkas. Tempo minimaal 100 per minuut Zeer sterke focus op minimale onderbreking van de reanimatie! Belangrijkste

Nadere informatie

Status epilepticus bij verstandelijk beperkten 1 juni 2018

Status epilepticus bij verstandelijk beperkten 1 juni 2018 Status epilepticus bij verstandelijk beperkten 1 juni 2018 Marijke van Hees Epilepsieconsulent WKZ/UMCUtrecht Kinderverpleegkundige Netwerk Epilepsie Zorg Een status epilepticus geeft altijd schade? Je

Nadere informatie

GEVORDERDE EERSTE HULP. Shock, Anafylaxie en de EpiPen. Pim de Ruijter. vrijdag 18 oktober 13

GEVORDERDE EERSTE HULP. Shock, Anafylaxie en de EpiPen. Pim de Ruijter. vrijdag 18 oktober 13 GEVORDERDE EERSTE HULP Shock, Anafylaxie en de EpiPen Pim de Ruijter Inhoud Kort over shock Wat is allergie precies? Allergische reactie Inhoud Anafylaxie en anafylactische shock Gebruik van de EpiPen

Nadere informatie

Intoxicaties met drugs Presentatie voor Minisymposium drugsgerelateerde incidenten Trimbos

Intoxicaties met drugs Presentatie voor Minisymposium drugsgerelateerde incidenten Trimbos Intoxicaties met drugs Presentatie voor Minisymposium drugsgerelateerde incidenten Trimbos Mary Janssen van Raay, arts Boumanggz (Drs. M.E. Janssen van Raay, MD, MPH, MiAM) AHLS gecertificeerd Structuur

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Bijlage III Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Opmerking: De relevante rubrieken van de Samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Nadere informatie

Verpleegkundig onderzoek van het kind

Verpleegkundig onderzoek van het kind Verpleegkundig onderzoek van het kind April 2016 Conny Alewijnse Kindertijd Periode van veranderingen Verschillen ontwikkelingsstadium Andere en anders verlopende ziektebeelden Reactie op ziekte en trauma

Nadere informatie

Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere.

Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere. Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere. patient 34 jarige dame G3P1, : 37 wkn2d Voorgeschiedenis: DM type 1 sinds 1983 1 miskraam in 1999 Start insulinepomp 1999 1 ste kindje in 2009 HbA1c 2010: 8.9%,

Nadere informatie

Deze procedure beschrijft de medische aanpak bij het optreden van diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling.

Deze procedure beschrijft de medische aanpak bij het optreden van diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling. 1. Samenvatting Deze medische procedure beschrijft de evaluatie, behandeling en opvolging bij diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling bij volwassen patiënten. 2. Inleiding/doel

Nadere informatie

KOORTSSTUIP BIJ KINDEREN FRANCISCUS VLIETLAND

KOORTSSTUIP BIJ KINDEREN FRANCISCUS VLIETLAND KOORTSSTUIP BIJ KINDEREN FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Voor de meeste mensen is het zien van een koortsstuip een zeer angstaanjagende ervaring. Met deze folder hopen wij op een paar van deze vragen antwoord

Nadere informatie

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com Zuurbase evenwicht 1 Zuren 2 Base 3 4 5 6 7 oxygenatie / ventilatie 8 9 Arteriële bloedgaswaarden Oxygenatie PaO2: 80-100mmH2O SaO2: 95-100% Ventilatie: PaCO2: 35-45mmHg Zuur-base status ph: 7.35-7.45

Nadere informatie

Reanimatie richtlijnen. 25 mei 2002 Utrecht

Reanimatie richtlijnen. 25 mei 2002 Utrecht Reanimatie richtlijnen 25 mei 2002 Utrecht Reanimatie richtlijnen Marcel Bontje BHV Plus Simpel(er) Noodzakelijke handelingen Hogere retentie Verbeteren uitkomst Evidence Based Niveau van bewijsvoering:

Nadere informatie

Epilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source:

Epilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source: Epilepsie op de SEH P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie Source: www.webmd.com Belangenconflict Geen belangenconflict te melden Indeling Introductie Definitie status epilepticus Epidemiologie

Nadere informatie

Traumatisch schedelhersenletsel

Traumatisch schedelhersenletsel Traumatisch schedelhersenletsel Arjen Slooter neuroloog intensivist Symposium Intensive Care, UMC Utrecht, 1 april 2011 Traumatisch schedelhersenletsel -Meestal combinatie van extra- en intracraniëel letsel

Nadere informatie

Eerste Hulp Bij Aanvallen

Eerste Hulp Bij Aanvallen Eerste Hulp Bij Aanvallen Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION M. van Buren MANP L. Rietveld J. Zwiers MSc MANP NASCHOLING EPILEPSIE Wat gaan we bespreken Terugblik epileptische aanvallen EHBA

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER NATRICLO 585 mg/10ml NATRICLO 1g/10ml NATRICLO 2g/10ml NATRICLO 3g/10ml NATRICLO 4g/20ml NATRICLO 6g/20ml Concentraat voor oplossing voor infusie Natriumchloride

Nadere informatie

SYNONIEMEN: 2-Propeennitril, Acrylnitril, Vinylcyanide EINECS nr:203-466-5 CAS nr: 107-13-1 EEG nr: 608-003-00-4

SYNONIEMEN: 2-Propeennitril, Acrylnitril, Vinylcyanide EINECS nr:203-466-5 CAS nr: 107-13-1 EEG nr: 608-003-00-4 BEHANDELINGSKAART CHEMISCHE PRODUKTEN NAAM: ACRYLONITRIL FORMULE: CH 2 =CHCN SYNONIEMEN: 2-Propeennitril, Acrylnitril, Vinylcyanide EINECS nr:203-466-5 CAS nr: 107-13-1 EEG nr: 608-003-00-4 ALGEMENE GEGEVENS:

Nadere informatie

het kind in acute nood 11

het kind in acute nood 11 bsl - ongevallen bij kinderen 02-03-2007 12:56 Pagina 11 1 Het kind in acute nood Definitie en etiologie Incidentie Acuut overlijden bij kinderen is meestal het gevolg van hypoxie door (a) luchtwegobstructie,

Nadere informatie

Een kind met een insult De stuipen op het lijf! Jolanda Schieving, kinderneuroloog Ties Eikendal, SEH arts

Een kind met een insult De stuipen op het lijf! Jolanda Schieving, kinderneuroloog Ties Eikendal, SEH arts Een kind met een insult De stuipen op het lijf! Jolanda Schieving, kinderneuroloog Ties Eikendal, SEH arts (potentiële) belangenverstrengeling Geen Disclosure belangenverstrengeling van de sprekers van

Nadere informatie

Besluit/afspraken over transport/definitieve behandeling

Besluit/afspraken over transport/definitieve behandeling SECONDARY ASSESSMENT = gericht op diagnose Anamnese - AMPLE - A: Allergie - M: Medicatie/intoxicaties - P: Voorgeschiedenis - L: Laatst gebruikte maaltijd - E: Context Volledig/gericht lichamelijk onderzoek

Nadere informatie

A B D E. ABCDE-kaart voor huisartsen

A B D E. ABCDE-kaart voor huisartsen A B C D E ABCDE-kaart voor huisartsen Deze kaart is een leidraad voor spoedeisende situaties in de huisartsgeneeskunde en voor de opleiding van aios. Het is afhankelijk van de situatie welke interventies

Nadere informatie

10-9-2014. r.ars 2013 1. Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld.

10-9-2014. r.ars 2013 1. Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld. BLS/Assisteren ALS module 1 Volgens de laatste richtlijnen van de ERC en NRR 2010 Leerdoelen Belang van vroegtijdige herkenning verslechterende patiënt/ ABCDE benadering Het ALS algo Belang van goed uitgevoerde

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NaCl 0,9% B. Braun, oplossing voor infusie Natriumchloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NaCl 0,9% B. Braun, oplossing voor infusie Natriumchloride BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER NaCl 0,9% B. Braun, oplossing voor infusie Natriumchloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

perinatologie Perinatologie is de derde lijns zorg rondom zwangerschap en bevalling naast de neonatale zorg voor de pasgeborene

perinatologie Perinatologie is de derde lijns zorg rondom zwangerschap en bevalling naast de neonatale zorg voor de pasgeborene OHC+ Waarom OHC en OHC+ Uit onderzoek van de gezondheidraad is gebleken dat de zorg aangepast moest worden op de toegenomen complexe zorg Ieder perinatologisch centrum dient een OHC en OHC+ unit te hebben.

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose Patiënteninformatie Diabetische ketoacidose Inhoud Inleiding... 3 Informatie over ziektebeeld diabetische ketoacidose... 3 Leer meer over DKA en bloedketonencontrole... 3 Symptomen... 4 Wie riskeert de

Nadere informatie

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent Reanimatie bij Kinderen David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent Doel van deze avond Herkennen van ademhalings en/of hartstilstand Tijdig hulp roepen Starten met Basic Life Support Hartmassage

Nadere informatie

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?

Nadere informatie

Hoogteziekte. PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname

Hoogteziekte. PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname Hoogteziekte PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname Hoe hoog is hoog? High altitude : 1500-3000m Very high altitude : 3000-5000m Extreme altitude : above 5000m Death zone

Nadere informatie

Epilepsie in cijfers.

Epilepsie in cijfers. Acute aanpak van een epileptische aanval. Dr. A. Meurs Neurologie Referentiecentrum voor Refractaire Epilepsie (RCRE) UZ Gent Epilepsie in cijfers. prevalentie in Vlaanderen: 5 / 1000 aantal patiënten

Nadere informatie

MAAR OOK ABCDE ELDERS

MAAR OOK ABCDE ELDERS VANDAAG CIRCULATIE SHOCK Stukje herhaling ABCDE Shock Bewaking hemodynamiek Jan Hoefnagel IC-verpleegkundige Canisius Wilhelmina Ziekenhuis 1 Monique Bonn (IC-verpleegkundige UMCN) Jeroen Verwiel (Intensivist

Nadere informatie

Ademweg en ademhaling

Ademweg en ademhaling Ademweg en ademhaling Module acute zorg Hans ter Haar voor UMCU 2009 (A)irway Controle en zo nodig vrijmaken van de ademweg met inachtneming van bescherming cervicale wervelkolom (CWK) Praat de patiënt?

Nadere informatie

Cyclofosfamide (Endoxan ) infuus bij reumatische aandoeningen

Cyclofosfamide (Endoxan ) infuus bij reumatische aandoeningen Cyclofosfamide (Endoxan ) infuus bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel cyclofosfamide te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit

Nadere informatie

Een ieder betrokken bij de toediening van remifentanil PCA (arts en klinisch verloskundige) is opgeleid en heeft kennis van:

Een ieder betrokken bij de toediening van remifentanil PCA (arts en klinisch verloskundige) is opgeleid en heeft kennis van: DISCLAIMER Protocollen geven aan hoe lokaal uitvoering wordt gegeven aan beroepskaders, -normen, standpunten en richtlijnen. Protocollen worden lokaal/plaatselijk vastgesteld, rekening houdend met de typische

Nadere informatie

Reanimatie volwassene. Richtlijnen 2010

Reanimatie volwassene. Richtlijnen 2010 Reanimatie volwassene Richtlijnen 2010 Inhoud Inleiding Belangrijkste wijzigingen voor de hulpverlener-ambulancier ALS-schema Aandachtspunten Vragen Waarom nieuwe richtlijnen? Reanimatie anno 1767 (richtlijnen

Nadere informatie

Presentatie Casus 1b. Victoria Janes & Yvonne Poel

Presentatie Casus 1b. Victoria Janes & Yvonne Poel Presentatie Casus 1b Victoria Janes & Yvonne Poel Casusbeschrijving Vrouw: 55 jaar wordt door de ambulance naar de SEH gebracht, waar u als arts-assistent assistent werkzaam bent. Dezelfde ochtend heeft

Nadere informatie

PATIËNTENBROCHURE Therapie met Gazyvaro (Immunotherapie)

PATIËNTENBROCHURE Therapie met Gazyvaro (Immunotherapie) PATIËNTENBROCHURE Therapie met Gazyvaro (Immunotherapie) WAT IS OBINITUZUMAB? De merknaam van Obinituzumab is Gazyvaro. Obinituzumab is een immunotherapie: een behandeling die werkt via het immuunsysteem

Nadere informatie

Een beroerte, wat nu?

Een beroerte, wat nu? Een beroerte, wat nu? U bent opgenomen in het VUmc op de zorgeenheid neurologie, omdat u een beroerte heeft gehad. Wat is een beroerte? Een beroerte wordt in vaktaal een CVA genoemd: een Cerebro Vasculair

Nadere informatie

Oorzaken shock. Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing)

Oorzaken shock. Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing) Oorzaken shock Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing) Diagnose Klinische omstandigheden Klinisch onderzoek Hemodynamisch

Nadere informatie

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 1 BLS 2015 Guidelines ACHTERGRONDINFORMATIE - Plots cardiaal arrest in Europa: 350.000-700.000 hartstilstanden

Nadere informatie

Reanimatie van pasgeboren baby s

Reanimatie van pasgeboren baby s Reanimatie van pasgeboren baby s Introductie Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen reanimatie van pasgeboren baby's. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de uitgave van de European Resuscitation Council, gepubliceerd

Nadere informatie

Hemodynamische op/malisa/e op de IC. Jasper van Bommel Intensive Care - Erasmus MC Rotterdam

Hemodynamische op/malisa/e op de IC. Jasper van Bommel Intensive Care - Erasmus MC Rotterdam Hemodynamische op/malisa/e op de IC Jasper van Bommel Intensive Care - Erasmus MC Rotterdam Circulatoir falen Definitie SHOCK! Levensbedreigende toestand waarin te weinig bloed met zuurstof naar de organen

Nadere informatie

Casus 14 : Quinckslag. Casus bibliotheek

Casus 14 : Quinckslag. Casus bibliotheek Je bent als huisarts voor een geplande visite in een zorginstelling aanwezig. Plotseling word je door een verpleegkundige naar een andere patiënt geroepen die acuut onwel is geworden. Het betreft een 40-jarige,

Nadere informatie

Workshop Toxicologie Casuistiek. PAO Labdag 4 december 2014 Inge van Berlo

Workshop Toxicologie Casuistiek. PAO Labdag 4 december 2014 Inge van Berlo Workshop Toxicologie Casuistiek PAO Labdag 4 december 2014 Inge van Berlo Casus 1 48 jarige man opgenomen met trekkingen thuis en in de ambulance - Op SEH ademstilstand en asystolie - Bradycardie - Insulten

Nadere informatie

BIJLAGE 1: PROTOCOLLEN AMBULANCEZORG

BIJLAGE 1: PROTOCOLLEN AMBULANCEZORG BIJLAGE 1: PROTOCOLLEN AMBULANCEZORG Airway en CWK-immbolisatie, Breathing, Circulation, Disability en Exposure (5 protocollen) Wervelkolom indicaties fixatie en bevrijding (2 protocollen) Triage en keuze

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 9 Nederlandse Samenvatting F.S. de Man 1,2, N. Westerhof 1,2, A. Vonk-Noordegraaf 1 Departments of 1 Pulmonology and 2 Physiology, VU University Medical Center / Institute for Cardiovascular Research,

Nadere informatie

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Doel & inhoud Het uitwisselen van ideeën, kennis en gedachten en vooral een leuke voordracht!!! Gasuitwisseling

Nadere informatie

Bloedvergiftiging (sepsis)

Bloedvergiftiging (sepsis) Bloedvergiftiging (sepsis) Albert Schweitzer ziekenhuis december 2014 pavo 0661 Inleiding De arts heeft u verteld dat u of uw familielid een bloedvergiftiging heeft. Een bloedvergiftiging wordt meestal

Nadere informatie

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten APO 4-02 SPC Voorraadproducten Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml 1. Naam van het geneesmiddel Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml

Nadere informatie

Prostin. Wegverbreding

Prostin. Wegverbreding Prostin Wegverbreding Casus A terme baby, bleek, cyanotisch, lage saturaties, slecht drinken, verhoogde ademarbeid Opname NICU Echo cor Casus Wat zou hier aan de hand kunnen zijn? Back to basic! We gaan

Nadere informatie

KOORTSSTUIP BIJ KINDEREN A1005

KOORTSSTUIP BIJ KINDEREN A1005 KOORTSSTUIP BIJ KINDEREN A1005 Inleiding Voor de meeste mensen is het zien van een koortsaanval een zeer angstaanjagende ervaring. Met deze folder hopen wij op een paar van deze vragen antwoord te geven.

Nadere informatie

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie De geriatrische patiënt op de SEH SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie Relevante onderwerpen Delier Symptoomverarming Medicatie op de SEH Duur aanwezigheid patiënt op de SEH Delier

Nadere informatie

RS-virus. Afdeling kindergeneeskunde

RS-virus. Afdeling kindergeneeskunde RS-virus Afdeling kindergeneeskunde Inleiding Uw kind heeft een infectie met het Respiratoir Syncytieel virus. Dit wordt afgekort tot het RS-virus. De arts heeft u al het een en ander verteld over deze

Nadere informatie

BE HOT: COOL DOWN. Gerjon Loop Special Care midden Limburg 25 januari 2007

BE HOT: COOL DOWN. Gerjon Loop Special Care midden Limburg 25 januari 2007 BE HOT: COOL DOWN Gerjon Loop Special Care midden Limburg 25 januari 2007 Koelen na reanimatie Bij comateuze patiënten na cardiac arrest Doel van de presentatie Deskundigheidsbevordering Achtergrondinformatie

Nadere informatie

Verpleegkundige zorg rondom een zieke zwangere en kraamvrouw

Verpleegkundige zorg rondom een zieke zwangere en kraamvrouw Verpleegkundige zorg rondom een zieke zwangere en kraamvrouw Dreigende vroeggeboorte bij 24/0 en 32/0 weken of geboortegewicht lager ingeschat dan 1250 gram Van tevoren bekende foetale afwijkingen Ernstige

Nadere informatie

Wat u moet weten. over koortsstuipen

Wat u moet weten. over koortsstuipen Wat u moet weten over koortsstuipen Beste ouders Kinderen die ziek zijn, maken soms één of meer koortsstuipen door. In deze brochure vindt u algemene informatie over de symptomen, oorzaken en behandeling

Nadere informatie

Acetylcysteïne Sandoz 600 mg bruistabletten N-acetylcysteine

Acetylcysteïne Sandoz 600 mg bruistabletten N-acetylcysteine BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Acetylcysteïne Sandoz 600 mg bruistabletten N-acetylcysteine Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor u. Dit geneesmiddel

Nadere informatie

Bijsluiter: Informatie voor de gebruik(st)er. BRONCHOSEDAL Dextromethorphan HBr 1,5 mg/ml siroop. Dextromethorfanhydrobromide

Bijsluiter: Informatie voor de gebruik(st)er. BRONCHOSEDAL Dextromethorphan HBr 1,5 mg/ml siroop. Dextromethorfanhydrobromide Bijsluiter: Informatie voor de gebruik(st)er BRONCHOSEDAL Dextromethorphan HBr 1,5 mg/ml siroop Dextromethorfanhydrobromide Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 Inleiding: Een post-anoxisch coma wordt veroorzaakt door globale anoxie of ischemie van de hersenen,

Nadere informatie

Samenstelling: serum: baclofen 2443 µg/l, diazepam 1634 µg/l, desmethyldiazepam 1460 µg/l, oxazepam 79 µg/l, temazepam 158 µg/l.

Samenstelling: serum: baclofen 2443 µg/l, diazepam 1634 µg/l, desmethyldiazepam 1460 µg/l, oxazepam 79 µg/l, temazepam 158 µg/l. TOXICOLOGIE Ronde 2017.1 Patiënt bekend met alcoholproblematiek en momenteel onder behandeling van verslavingszorg. Recent op de centrale spoedopvang geweest in verband met een eerste gegeneraliseerd tonischclonisch

Nadere informatie

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Voorraadproducten. Nitroprusside dinatrium 2H2O 50 mg = 2 ml (ZI-15901661)

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Voorraadproducten. Nitroprusside dinatrium 2H2O 50 mg = 2 ml (ZI-15901661) 1. Naam van het geneesmiddel Nitroprusside dinatrium 2H 2 O 50 mg = 2 ml 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Bevat per ampul van 2 ml: Nitroprussidedinatrium.2-water : 50 mg (=25 mg/ml) Voor

Nadere informatie

Specialistische reanimatie van kinderen

Specialistische reanimatie van kinderen Specialistische reanimatie van kinderen Introductie Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen specialistische reanimatie van kinderen. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de uitgave van de European Resuscitation

Nadere informatie

INSTELLEN VAN EEN BEHANDELING MET BETABLOKKERS 5

INSTELLEN VAN EEN BEHANDELING MET BETABLOKKERS 5 WAT IS HARTFALEN? 3 WAT VOELT U ALS U AAN HARTFALEN LIJDT? 3 WAT DOET UW ARTS OM UW ZIEKTE TE BEHANDELEN? 4 Controle van de symptomen4 De verdere evolutie van de ziekte voorkomen 4 INSTELLEN VAN EEN BEHANDELING

Nadere informatie

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek Bloedgassen Homeostase Ronald Broek Verstoring Homeostase Ziekte/Trauma/vergiftiging. Geeft zuur-base en bloedgasstoornissen. Oorzaken zuur-base verschuiving Longemfyseem. Nierinsufficientie Grote chirurgische

Nadere informatie

De stille dreiging van de meningokok

De stille dreiging van de meningokok De stille dreiging van de meningokok Auteur: D. Tol Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1996 Pagina: 51-58 Jaargang: 3 Nummer: 8 Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden: meningococcen sepsis meningokok

Nadere informatie

Klinisch redeneren volgens het stappenplan

Klinisch redeneren volgens het stappenplan volgens het stappenplan Een voorbeeld ; hoe ziet de actuele gezondheidssituatie er uit? ; welke thema s zijn relevant? 5. Klinisch verloop 6. Nabeschouwing. 1 Dhr. Spaans Dhr. Spaans is 73 jaar. Dhr. Spaans

Nadere informatie