Jaarverslag De Cocon 2018

Transcriptie

1 Jaarverslag De Cocon 2018 De Cocon, Jeugdhulp aan Huis Ham Gent Tel

2 Inhoud 1 Voorwoord De Cocon, Jeugdhulp aan Huis Crisishulp - Hulp bij een acute opvoedingscrisis Resultaten algemeen Overzicht aantal begeleidingen en % verlengde begeleidingen Crisisinterventie Doelrealisatie Bijkomende informatie over de crisisinterventies Terugkeer Naar Thuis? -begeleidingen Doelrealisatie Bijkomende informatie over de Terugkeer Naar Thuis? -begeleidingen Crisishulp aan Huis Doelrealisatie Crisishulp aan Huis Cliëntwaardering Crisishulp aan Huis Einde van de hulpverlening bij Crisishulp aan Huis Bijkomende informatie over Crisishulp aan Huis Contextbegeleiding en Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen Resultaten algemeen Overzicht aantal begeleidingen Gemiddeld aantal contacturen met de cliënt per week conform de erkenning Bezettingsgraad Thuisbegeleiding versterkt Doelrealisatie Thuisbegeleiding Einde van de hulpverlening bij Thuisbegeleiding Cliëntwaardering Thuisbegeleiding Bijkomende informatie over de beëindigde thuisbegeleidingen Intensief kortdurende thuisbegeleiding Hulp aan gezinnen in nood Doelrealisatie Intensief Kortdurende Thuisbegeleiding Einde van de hulpverlening bij IKT Cliëntwaardering IKT Bijkomende informatie over de beëindigde IKT-begeleidingen Ouderparticipatie: we staan niet alleen in de opvoeding CBAW bouwt aan de toekomst Doelrealisatie CBAW Einde van de hulpverlening -Uitval en uitstroom Cliëntwaardering CBAW Bijkomende informatie over CBAW Achter de cijfers een verhaal Innovatie Externe engagementen Publicaties De warmste week Slot/dankwoord

3 DE COCON, JEUGDHULP AAN HUIS VERSTERKT! Kinderen en jongeren hebben recht op een (veilige) toekomst We zijn er voor kinderen, jongeren en hun ouder(s) in een problematische leef- en opvoedingssituatie die het op eigen kracht even niet meer redden en waarbij pedagogische ondersteuning nodig is. Samen werken we aan een stabiele basis, nieuwe kansen en een nieuw perspectief. Samen zorgen we ervoor dat kinderen, jongeren en hun gezin terug kunnen groeien en sterker worden. 1 Voorwoord De essentie van ons werk is: hulp bij opgroeien en opvoeden bij gezinnen met kinderen in opvoedingsnood of bij een acute opvoedingscrisis. Dit betekent dat we enerzijds hulp bieden aan het kind en de jongere in het opgroeien en anderzijds ouders ondersteunen in het opvoeden in problematische leef- en opvoedingssituaties. In 'De Cocon' maakten we de keuze om ons te richten op die jongeren en gezinnen waar thuisloosheid dreigt. Onze hulpverlening is erop gericht om kinderen zo lang mogelijk in het gezin te laten wonen of terug gaan wonen, op voorwaarde dat hun fysieke en emotionele veiligheid gewaarborgd is. Het opgroeien in de natuurlijke omgeving van een gezin heeft veel voordelen: een gezin biedt een kind continuïteit, stabiliteit, bescherming en langdurige hechtingsmogelijkheden. In een gezin dat voldoende veiligheid biedt, kan een kind veel leren. Ook voor jongeren is een ondersteunende omgeving belangrijk om een goede toekomst uit te bouwen. CBAW zet in op het creëren van een stabiele thuis voor deze jongeren, wat deze ook mag zijn. Hulpverlening kan het verschil maken. Toch moeten we er ons van bewust blijven dat heel wat maatschappelijke problemen niet oplosbaar zijn door hulpverlening alleen. Zo worden onze hulpverleners o.a. vaak geconfronteerd met schrijnende armoede en de gevolgen daarvan in de gezinnen. Een gezinsinkomen onder de armoedegrens heeft een enorm negatieve impact op de toekomst van kinderen en jongeren. Kinderen en jongeren in armoede trekken op vele levensdomeinen aan het kortste eind. Ze hebben niet alleen minder toegang tot materiële goederen (nieuwe kleren, speelgoed, een fiets, boeken, enzovoort) maar ook tot een veilige plaats buitenshuis om te spelen, een aangename plaats om te leren of huiswerk te maken. Meer dan een kwart van de kinderen uit arme gezinnen kan om financiële redenen niet regelmatig deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten buitenshuis, omdat dat te zwaar doorweegt in het gezinsbudget. De Vlaamse cijfers m.b.t. het aantal kinderen geboren in een kansarm gezin kennen sinds 2001 een continue stijging. Armoede is een chronisch maatschappelijk probleem, waarop de impact van hulpverleners verwaarloosbaar is, maar die zeer bepalend is voor de opvoedingscontext van gezinnen. Deze werkelijkheid blijven we signaleren bij de overheid. Ons werk is niet eenvoudig. Medewerkers komen vaak in moeilijke en verwarrende situaties terecht, waarbij veiligheid van kinderen en jongeren, maar ook van andere gezinsleden soms ernstig wordt bedreigd. Onze begeleiders werken voor een groot deel solistisch. Ze gaan alleen naar cliënten (jongere / gezinnen) toe, onderhouden contacten met de verwijzers en het sociale en professionele 3

4 netwerk van de cliënt. Ze moeten doorgaans snel en zelfstandig situaties beoordelen, mogelijkheden tot veranderingen onderkennen en risico s inschatten. We vinden het belangrijk om onze begeleiders goed te ondersteunen op vele aspecten. Hieraan draagt iedereen in de organisatie zijn steentje bij, wat ook zijn taak en rol is van een medewerker. Ik wil mijn appreciatie en bewondering uitdrukken voor al onze medewerkers. Het werk kan serieus in de kleren kruipen. Het risico op inschattingsfouten is inherent aan ons werk. Maar desalniettemin staan onze medewerkers er. En dit is iets waar we enkel trots op kunnen zijn. Met dit jaarverslag wensen we de kerngebeurtenissen en resultaten van 2018 weer te geven. Traditiegetrouw geven we in dit voorwoord één cijfer. In 2018 werden 272 gezinnen en jongeren begeleid. Wim Taels (directeur) 4

5 2 De Cocon, Jeugdhulp aan Huis We zijn erkend als Organisatie voor Bijzondere Jeugdbijstand voor 56 plaatsen Contextbegeleiding en Contextbegeleiding in functie van Autonoom Wonen en voor 102 plaatsen op jaarbasis Crisishulp aan Huis. We worden gesubsidieerd door de Vlaamse overheid via het Agentschap Jongerenwelzijn. Ons werkingsgebied voor onze contextbegeleidingen is de regio Gent-Deinze-Eeklo. Het werkingsgebied voor crisishulp is Oost-Vlaanderen. Ouders, kinderen en jongeren kunnen bij ons niet rechtstreeks aankloppen voor hulp. Afhankelijk van het hulpaanbod dat wenselijk is, is er een andere aanmeldingsprocedure. Dat is het gevolg van regelgeving. Hoe en wie kan aanmelden vind je op We bieden 6 hulpverleningsvormen aan, namelijk: 1. Crisisinterventie 2. Terugkeer Naar Thuis? -begeleiding tijdens opvang in een crisisbed (residentieel of in het sociaal netwerk van de cliënt), gericht op terugkeer naar het gezin. 3. Crisishulp aan huis 4. Intensieve kortdurende thuisbegeleiding 5. Thuisbegeleiding 6. Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen. De essentie van ons werk is: hulp bij opgroeien en opvoeden. Dit betekent dat we enerzijds hulp bieden aan het kind en de jongere in het opgroeien en anderzijds ouders ondersteunen in het opvoeden. We vertrekken van uit het idee dat ouders altijd het beste voor hebben met hun kind en meestal ook weten, hoe dat te bereiken. Bij kinderen en jongeren die met onze hulp in aanraking komen is dit niet steeds zo. Ouders zijn soms ten einde raad of doen dingen, die hoe goed bedoeld ook hun kinderen niet ten goede komen. De dualiteit ouder kind is kenmerkend voor ons werk: werken in het belang van kind (jongere) én ouders, werken in een situatie, waarin het uitstippelen van de weg van opvoeden en opgroeien lastig is geworden en waarin wensen en behoeftes van kinderen en die van ouders niet vanzelfsprekend parallel lopen. 5

6 3 Crisishulp - Hulp bij een acute opvoedingscrisis Foto: Bas Bogers In elk gezin zijn er wel eens problemen. Dat is heel normaal. Soms loopt het echter mis. De moeilijkheden stapelen zich zo op dat er niet meer gepraat kan worden en de veiligheid of de ontwikkeling van een kind of gezin in acuut gevaar is. Samenleven lijkt onmogelijk en je weet niet meer hoe verder! Crisishulp kan soelaas bieden. Ons aanbod Crisishulp is enkel inzetbaar via het Crisismeldpunt Oost-Vlaanderen. De aanmelding bij het Crisismeldpunt gebeurt bij voorkeur door een hulpverlener (huisarts, CLB, Centra voor Kind en Gezin, enzovoort). Alleen als een cliënt niet in staat is om zich tijdens een crisissituatie tot een hulp- of dienstverlener te wenden, kan deze rechtstreeks contact opnemen met het meldpunt. Het Crisismeldpunt neemt daarna met ons contact op. Onze dienst Crisishulp aan Huis heeft 3 begeleidingsvormen: Crisisinterventie en Terugkeer Naar Thuis? zijn eerder diagnostische hulpverleningsvormen waarbij kalmte brengen tijdens de crisis, inschatten van de veiligheid van de gezinsleden, het in kaart brengen en verhelderen van de krachten en hulpvragen van de jongere en het gezin centraal staan. Daarnaast wordt gefocust op een gepaste toeleiding naar geschikte vervolghulp indien nodig. Het is belangrijk om met de hulpverlening zo snel mogelijk van start te gaan. Het crisisgevoel bij de gezinsleden is immers een belangrijk werkzaam ingrediënt. Het gezin wordt aangemeld via het Crisismeldpunt. Een eerste contact met het gezin wordt binnen het uur na aanmelding gelegd en de hulpverlening wordt diezelfde dag nog opgestart. Dit is altijd zo voor een crisisinterventie. Voor een Terugkeer Naar Thuis? -begeleiding is dit bij voorkeur, maar zeker binnen de 24 uur. 6

7 Crisishulp aan Huis is bedoeld voor gezinnen in een acute crisissituatie die dusdanig ernstig is dat de uithuisplaatsing van één of meer kinderen in het gezin dreigt. Het doel van Crisishulp aan Huis is de aanwezige crisis oplossen en de veiligheid in het gezin vergroten, om een uithuisplaatsing van één of meerdere kinderen te voorkomen. Crisishulp aan Huis benut de crisis om veranderingen tot stand te brengen en start binnen 24 uur. De hulp is intensief en kortdurend (28 dagen) en vindt plaats in het gezin. De gezinsmedewerker is wekelijks zeven tot acht uren aanwezig in het gezin. Binnen de 24 uur na de aanmelding nemen we contact op met de cliënt en maken we een eerste afspraak. Elk gezinslid krijgt dan de mogelijkheid om aan te geven wat de krachten en moeilijkheden zijn en wat er nodig is om de situatie opnieuw leefbaar te maken. In al onze crisishulpverleningsvormen is een gezinsmedewerker (via een permanentiesysteem) de klok rond telefonisch bereikbaar voor het gezin tijdens de duur van de begeleiding. 3.1 Resultaten algemeen Overzicht aantal begeleidingen en % verlengde begeleidingen Gerealiseerde begeleidingen en % verlengingen ,7 12, , verlengingen TnT % CI langer dan 3 werkdagen CI TnT? CaH Verlengingen CaH % Lineair (CI) Lineair (TnT?) Lineair (CaH) We stellen een opvallende tendens vast. Doorheen de jaren worden we meer en meer ingeschakeld voor Terugkeer Naar Thuis?-begeleiding (TnT?) en minder voor onze crisisinterventies. Het is niet duidelijk of dit laatste te maken heeft met een geringere vraag of met een ruimer aanbod van ambulante interventies door het Meldpunt De Schelp. Daarnaast is er ook de mogelijkheid om mobiele interventies in te zetten vanuit het Netwerk Crisiszorg van Geestelijke Gezondheidszorg. 7

8 3.2 Crisisinterventie Doelrealisatie Doelrealisatie als indicator doet geen uitspraak over de kwaliteit van de hulpverlening, maar levert een maat op die een interpretatie van de kwaliteit van de hulpverlening mogelijk maakt. Concreet betekent dit dat 3 tot 4 weken na het einde van de begeleiding telefonisch contact wordt opgenomen met één van de betrokken opvoedingsverantwoordelijken. In dat telefonisch contact wordt bevraagd of de hulp werd uitgevoerd zoals afgesproken en indien niet wat daar de redenen voor waren. doelrealisatie crisisinterventie in % bij bereikte gezinnen , % hulp uitgevoerd zoals afgesproken Lineair (% hulp uitgevoerd zoals afgesproken) In 2018 bereikten we 72% van de gezinnen voor de follow-up. Bij 84% van de bereikte gezinnen werd de hulp zoals geadviseerd uitgevoerd. Bij 16% van de bereikte gezinnen, kon de vervolghulp niet of nog niet uitgevoerd worden zoals geadviseerd. Bij 8% kon de hulp nog niet kon worden uitgevoerd omwille van wachtlijsten of andere praktische redenen. Bij 8% van de bereikte gezinnen werd de vervolghulp niet uitgevoerd omwille van andere redenen: gebrek aan motivatie, draagkracht, nieuwe crisis, geen nood meer, e.a. We willen in elk kind, elke jongere en elke ouder zoeken naar mogelijkheden om de regie over hun leven te hervinden. We bieden hulp waar noodzakelijk, soms zelfs onvrijwillig, maar proberen de regie zo veel mogelijk bij hen te laten. 8

9 3.2.2 Bijkomende informatie over de crisisinterventies Aanmelders voor crisisinterventie De grootste aanmelder voor crisisinterventie van 'De Cocon' in 2018 was het CLB (nl. 32%), gevolgd door politie en parket (20%). Leeftijd en gender van de aangemelde minderjarigen Zesenvijftig procent van de aangemelde minderjarigen in 2018 waren meisjes. Als we kijken naar de leeftijd van de aangemelde minderjarigen was 84% daarvan ouder dan 12 jaar. Aanmeldingen vanuit crisisinterventie bij het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) is één van de gemandateerde voorzieningen. Het OCJ onderzoekt of het in verontrustende situaties noodzakelijk is om van overheidswege hulp op te starten of verder te zetten (mandaat maatschappelijke noodzaak). Tijdens onze crisisinterventie werden 8% van de gezinnen door ons aangemeld bij het Ondersteuningscentrum jeugdzorg omwille van verontrustende situaties. Het betreft hier nieuwe aanmeldingen voor verontrustende situaties. Duur en intensiteit van de crisisinterventie Vierentachtig procent van de interventies werden afgesloten binnen de 3 werkdagen. 16% hadden één extra werkdag nodig. Het gemiddeld aantal contacturen in functie van het cliëntsysteem bedroeg iets meer dan 7 uren per begeleiding. Bijna zes uren daarvan werd rechtstreeks met het gezin gewerkt. Bijna anderhalf uur werd gemiddeld besteed aan bijkomend overleg met externe diensten (samen met het gezin). Een crisisinterventie is zeer intens, voor het gezin, maar ook voor onze medewerkers. Bij deze laatste moeten we naast de contacturen ook rekening houden met noodzakelijke tijd in functie van verplaatsingen, voorbereidingswerk, supervisie, enz. Regionale spreiding Van de gezinnen die we begeleiden in 2018 woonden 40% daarvan in Zuid Oost-Vlaanderen, 36% in Gent-Deinze-Eeklo en 24% in het Waasland. 3.3 Terugkeer Naar Thuis? -begeleidingen Doelrealisatie Net zoals bij crisisinterventie wordt 3 tot 4 weken na het einde van de begeleiding in een telefonisch contact met het gezin bevraagd of de hulp werd uitgevoerd zoals afgesproken en indien niet wat daar de redenen voor waren. 9

10 doelrealisatie TnT in % bij bereikte gezinnen , % hulp uitgevoerd zoals afgesproken Lineair (% hulp uitgevoerd zoals afgesproken) In 2018 bereikten we 76% van de gezinnen voor de follow-up. Bij 73% van de bereikte gezinnen werd de hulp zoals geadviseerd uitgevoerd. Bij 27% van de bereikte gezinnen, kon de vervolghulp niet of nog niet uitgevoerd worden zoals geadviseerd. Bij 18% van de bereikte gezinnen werd de vervolghulp niet uitgevoerd omwille van wachtlijsten of andere praktische redenen. Bij 9% werd de hulp niet uitgevoerd omwille van gebrek aan motivatie bij het gezin, draagkracht, nieuwe crisis, geen nood meer, e.a Bijkomende informatie over de Terugkeer Naar Thuis? -begeleidingen Aanmelders voor Terugkeer Naar Thuis? De grootste aanmelder voor Terugkeer Naar Thuis? in 2018 was de Sociale Dienst van de Jeugdrechtbank (29%), gevolgd door politie en parket (13%) en aanmeldingen tijdens een crisisinterventie (13%). Vierde grootste aanmelder is de cliënt zelf (9%). Leeftijd en gender van de aangemelde minderjarigen Vijfenzestig procent van de aangemelde minderjarigen in 2018 waren meisjes. Als we kijken naar de leeftijd van de aangemelde minderjarigen was 75% daarvan ouder dan 12 jaar. Aanmeldingen vanuit Terugkeer Naar Thuis? bij het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) onderzoekt of het in verontrustende situaties noodzakelijk is om van overheidswege hulp op te starten of verder te zetten (mandaat maatschappelijke noodzaak). Tijdens onze Terugkeer Naar Thuis? werden 7% van de gezinnen door ons aangemeld bij het Ondersteuningscentrum jeugdzorg omwille van verontrustende situaties. Het betreft hier nieuwe aanmeldingen voor verontrustende situaties. 10

11 Versnelde Indicatiestelling en Toewijzing Bij 22% van de Terugkeer Naar Thuis?-begeleidingen werd door ons de VIST-procedure opgestart tijdens de begeleiding. VIST staat voor versnelde indicatiestelling en toewijzing (voor residentiële hulp) en kan enkel worden ingezet in geval van urgente situaties waarbij een terugkeer naar de thuissituatie van de betrokken minderjarige onmogelijk is en snelle hulp noodzakelijk is. Duur en intensiteit van de Terugkeer Naar Thuis? De gemiddelde begeleidingsduur in 2018 was 10,3 kalenderdagen. Het gemiddeld aantal contacturen in functie van het cliëntsysteem (rechtstreeks contact 1 ) bedroeg net geen 16 uren per begeleiding. Meer dan elf uren daarvan werd er rechtstreeks met het gezin gewerkt. Bijna vier uren werd gemiddeld besteed aan bijkomend overleg met externe diensten (samen met het gezin). In bijna één op de drie Terugkeer Naar Thuis -begeleidingen werd op het einde van de begeleiding ofwel een aanmelding voor maatschappelijk noodzaak geïnitieerd of een procedure versnelde indicatiestelling en toewijzing opgestart. Regionale spreiding Van de gezinnen die we in 2018 hebben begeleid, woonden 43% in het Waasland, 33% in Gent- Deinze-Eeklo en 24% in Zuid Oost-Vlaanderen. 3.4 Crisishulp aan Huis Doelrealisatie Crisishulp aan Huis Crisishulp aan Huis heeft tot doel om uithuisplaatsing te vermijden. Soms is de uithuisplaatsing een externe bedreiging (bv. een jeugdrechter die aangeeft dat wanneer er niets verandert binnen het gezin, de minderjarige zal geplaatst worden). Soms is de dreiging intern, omwille van een dreigende breuk binnen het gezin. In deze situatie is de crisisbegeleiding niet expliciet op het voorkomen van uithuisplaatsingen gericht. In sommige gevallen kan een uithuisplaatsing, bij voorkeur tijdelijk, zelfs als een positieve uitkomst gezien worden, bijvoorbeeld wanneer de acute veiligheidsrisico s voor het kind binnen het eigen gezin te hoog zijn. Omdat uithuisplaatsing ofwel een expliciet doel is ofwel een impliciet doel, worden op het einde van de hulpverlening twee elementen in kaart gebracht (die zicht geven of de doelstelling op methodiekniveau behaald wordt). Woont de aangemelde minderjarige op het einde van de begeleiding thuis? Is er al dan niet een advies voor uithuisplaatsing? Indien het antwoord op de eerste vraag ja is en op de tweede vraag neen, dan is uithuisplaatsing vermeden. 1 Face-to-face en telefonische contacten. 11

12 ,8 76, % uithuisplaatsing vermeden NORM Lineair (% uithuisplaatsing vermeden) In 2017 werd bij drie op de vier begeleide gezinnen een uithuisplaatsing vermeden. Doorheen de jaren merken we hierbij een licht stijgend resultaat. Dit dienen we echter wel te nuanceren. Na de uitrol van het tweede decreet Integrale Jeugdhulp zoals goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 12 juli 2013 werden we geconfronteerd met een doelgroep die niet de doelgroep van Crisishulp aan Huis (gebaseerd op de methodiek Families First) is, maar wel instroomde in het aanbod Crisishulp aan Huis. Vaak gaat het om gezinnen waarbij er uiteindelijk geen wens of mogelijkheid meer tot samenleven is omwille van ernstige problematiek van de betrokken minderjarige of een te beperkte draagkracht van de betrokken gezinsverantwoordelijken. Dit is niet altijd makkelijk in te schatten via telefonische vraagverheldering en komt soms pas op de voorgrond na een aantal gesprekken. Uit een detailonderzoek in 2016 bleek dat deze situatie zich stelde bij 16% van de, als Crisishulp aan Huis opgestarte- begeleidingen. We vermoeden dat dit percentage ook voor 2018 van toepassing is. Deze begeleidingen vertekenen uiteraard het resultaat Cliëntwaardering Crisishulp aan Huis Cliëntwaardering brengen we sinds 2016 in kaart via EXIT-vragenlijst van de MOgroep Jeugdzorg/ Stichting Alexander. De EXIT-vragenlijst is een korte vragenlijst die aan het eind van de begeleiding wordt ingezet om de cliënttevredenheid over het resultaat van de hulp te meten. Het gaat daarbij om de mening en beleving van de cliënt. We gebruiken de EXIT omdat de betrouwbaarheid van de EXIT onderzocht is. Er zijn twee EXIT-vragenlijsten voor Jeugd & Opvoedhulp. De eerste is voor jongeren vanaf 12 jaar en ouder. De tweede is voor ouders van kinderen en jongeren. In 2018 ontvingen we 55,6% van de aan de jongeren ouder dan 12 jaar bezorgde Exit-vragenlijsten terug. Bij de ouders ontvingen we 55 % van de bezorgde Exit-vragenlijsten terug. 12

13 Cliëntwaardering 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 5 8,96 9,04 8,44 8,56 8,56 8, jongere ouders goed voldoende Zowel de rapportscore van de ouders als van de jongere (+12) scoort goed. Bij het bekijken van de EXIT in detail zien we dat we op beide EXIT-vragenlijsten zowel op het subthema resultaat en toekomst als op verloop een goede beoordeling krijgen door de cliënten Einde van de hulpverlening bij Crisishulp aan Huis De manier waarop de hulpverlening wordt afgesloten is een kwaliteitsindicator van de hulpverlening. Deze indicator doet geen uitspraak over de casuïstiek kwaliteit van de hulpverlening, maar levert een maat op die een interpretatie van de kwaliteit van de hulpverleningsvorm mogelijk maakt uitval % Uitval , , % Uitval Lineair (% Uitval) Indien de hulpverlening vroegtijdig en onbedoeld wordt stopgezet omwille van negatieve redenen wordt dit genoteerd als uitval. De voornaamste redenen van uitval zijn dat de veiligheid van één of meerdere gezinsleden niet kan gegarandeerd worden, opname of plaatsing van de minderjarige een meer gepaste hulpverlening is 13

14 of omwille van het gebrek aan medewerking van het gezin of minderjarige (bijvoorbeeld voortdurend weglopen) Doorstroom en uitstroom % Uitstroom en doorstroom , , Uitstroom Doorstroom In 2018 werden 37% van de begeleidingen afgesloten en doorverwezen naar gelijkaardige of zwaardere hulpverlening. Meer dan 50% van de begeleidingen (nl. 53%) stroomde uit bij afsluiten van de hulpverlening naar geen of minder zware hulpverlening 2. Meer dan de helft van de gezinnen had bij afsluiten van de Crisishulp aan Huis geen of minder zware hulpverlening nodig Bijkomende informatie over Crisishulp aan Huis Aanmelders voor Crisishulp aan Huis De grootste aanmelder voor Crisishulp aan Huis in 2018 was de Sociale Dienst van de Jeugdrechtbank (nl. 22%), gevolgd door crisisinterventie en Terugkeer Naar Thuis (20%). De gemandateerde voorzieningen waren samen goed voor 22% van de aanmeldingen. Het Ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ) was goed voor 12%. Het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling was als aanmelder goed voor 10% van de aanmeldingen. Leeftijd en gender van de aangemelde minderjarige Vijfenvijftig procent van de aangemelde minderjarigen in 2018 waren meisjes. Als we kijken naar de leeftijd van de aangemelde minderjarigen waren 40% daarvan jonger dan 12 jaar. Achtentwintig procent van de aangemelde kinderen waren jonger dan zes jaar. 2 Minder zware hulpverlening betreft: Rechtstreeks toegankelijke ambulant of mobiele vervolghulp. 14

15 Opstart binnen de 24 uur na aanmelding Binnen de 24 uur na de aanmelding nemen we contact op met de cliënt en maken we een eerste afspraak. In 2018 slaagden we hierin in 93% van de begeleidingen. Intensiteit Het gemiddeld aantal contacturen in functie van het cliëntsysteem (rechtstreeks contact 3 ) bedroeg net geen 27 uren per begeleiding 4. In de Vlaamse regelgeving werd de standaard m.b.t. intensiteit voor een Crisishulp aan Huis -begeleiding bepaald op minimum opgenomen gemiddeld zes contacturen per week (of gemiddeld 24 uur in 28 dagen) in of met het gezin. Verlengingen In 2018 werden 15% van de begeleidingen verlengd. Opmerkelijk is dat sinds de hervorming van het jeugdhulplandschap (Integrale Jeugdhulp ) het aantal noodzakelijke verlengingen van begeleidingen Crisishulp aan Huis vrij constant is (tussen 12,7% en 16% van de begeleidingen). Hierbij ging het vooral om gezinnen waarbij er wel enige vooruitgang was geboekt, maar waarbij de doelen onvoldoende werden bereikt. Deze verlengingen hebben een directe impact op het aantal begeleidingen per jaar. Regionale spreiding In 2018 woonden 41% van de begeleide gezinnen in het Waasland, 32% in Zuid Oost-Vlaanderen en 27% in Gent-Deinze-Eeklo. 3 Face-to-face en telefonische contacten. 4 Exclusief vervroegd afgesloten dossiers 15

16 4 Contextbegeleiding en Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen De dienst contextbegeleiding biedt drie hulpverleningsvormen aan, nl. thuisbegeleiding, de intensief kortdurende thuisbegeleiding en contextbegeleiding in functie van autonoom wonen. Thuisbegeleiding (TB) en de Intensief Kortdurende Thuisbegeleiding (IKT) zijn bedoeld voor gezinnen met kinderen en jongeren die zich in een problematische leef- en/of opvoedingssituatie bevinden en waarbij professionele, pedagogische ondersteuning noodzakelijk is. Kenmerkend is dat opvoedingsproblemen vaak hardnekkig en complex zijn. De belangrijkste bepalende factor is dat de verhouding tussen draagkracht en draaglast in het gezin negatief uit balans is en chronisch ernstig verstoord is. Zowel Thuisbegeleiding als de Intensief Kortdurende Thuisbegeleiding hebben als hoofddoel dat de kinderen in het gezin thuis kunnen blijven wonen of opnieuw thuis kunnen wonen. Deze thuissituatie voorziet in de minimale basiszorg, waarbij sprake is van adequate fysieke, psychische en affectieve omstandigheden voor de kinderen en die daarmee ook voldoende veilig is. De hulp zet in op competentievergroting en op het versterken van het netwerk en steunbronnen zodat het gezin terug greep krijgt op het eigen leven. De hulp is gericht op het versterken van de krachten en mogelijkheden van de gezinsleden en hun netwerk. De pedagogisch contextbegeleider werkt met de gezinsleden aan het ontwikkelen van vaardigheden en aanleren van alternatief gedrag, is gericht op het verbeteren van de communicatie en de onderlinge relaties in het gezin en op het versterken van de sociale steun rond het gezin. IKT duurt zes maanden. De gezinsbegeleider komt gemiddeld wekelijks meermaals langs met een streefintensiteit van vier uur per week. Thuisbegeleiding heeft tot op heden een gemiddelde duur van één jaar. De gezinsbegeleider komt gemiddeld wekelijks éénmaal langs met een gemiddelde intensiteit van minimum 1,5 uur per week. Hoewel de doelgroep Thuisbegeleiding en Intensief Kortdurende Thuisbegeleiding overlappen zijn er toch duidelijke verschillen. De doelgroep van Intensief Kortdurende Thuisbegeleiding onderscheidt zich van deze van Thuisbegeleiding wat betreft de nood aan het intensief aanleren en trainen van opvoedingskundige en sociale vaardigheden en vaardigheden met betrekking tot cognities, emoties en gedragingen. Tevens moet er vaak op korte tijd allerlei dingen in het dagdagelijks leven in orde gemaakt worden. De opvoedingsnood (vaak gecombineerd met problemen op meerdere levensdomeinen) is zo groot dat zonder deze intensiteit deze gezinnen van crisis naar crisis gaan. Contextbegeleiding in functie van Autonoom Wonen (CBAW) is bedoeld voor jongeren van 17 tot maximum 21 jaar, met een verhoogd risico op thuisloosheid, die nood hebben aan een stabiele 'thuissituatie'. Dat kan een re-integratie in het gezin zijn, wonen bij een vriend(in) of familielid maar ook zelfstandig wonen. Bij de keuze van woonvorm kijken we naar wat de jongere wil maar ook naar wat de jongere aankan. Het algemeen doel van CBAW is het uitbouwen van een stabiele thuis en/met een kwaliteitsvolle toekomst. Bijzonder aan de gebruikte methodiek is de focus op het herstel en het verstevigen van 16

17 het sociaal en familiaal netwerk, het aanleren en trainen van noodzakelijke vaardigheden voor het uitbouwen van een stabiele thuis en een ondersteunende groepswerking. De begeleiding duurt elf maanden. De hulp is intensief. Dat betekent dat er gemiddeld wekelijks tot drie uur contact is met de jongere en zijn context. Een belangrijk doel van CBAW is het vergroten van de samenredzaamheid, zodat jongeren in staat zijn, met hulp van hun sociale netwerk, hun problemen in het dagelijks leven op te lossen of draaglijk te maken. Samenredzaamheid is zelfredzaamheid met steun van mensen in hun omgeving. 4.1 Resultaten algemeen Overzicht aantal begeleidingen Gerealiseerde begeleidingen IKT Thuisbegeleiding CBAW BZW In 2018 begeleidde de dienst contextbegeleiding 134 cliënten (cliëntsystemen): 50 contextbegeleidingen in functie van autonoom wonen, 62 intensief kortdurende thuisbegeleidingen en 22 thuisbegeleidingen. In 2018 werden 83 nieuwe begeleidingen opgestart: 31 contextbegeleiding in functie van autonoom wonen, 42 intensief kortdurende thuisbegeleidingen en 10 thuisbegeleidingen. In 2018 werden 80 begeleidingen beëindigd: 26 begeleidingen CBAW, 43 intensief kortdurende thuisbegeleidingen en 11 thuisbegeleidingen. In 2016 werd de laatste klassieke BZW-begeleiding (Begeleid Zelfstandig wonen) stopgezet. 17

18 4.1.2 Gemiddeld aantal contacturen met de cliënt per week conform de erkenning In het kader van onze erkenning als organisatie voor bijzondere jeugdbijstand (OVBJ) moeten we in onze contextbegeleidingen wekelijks minimaal 120 contacturen (rechtstreeks contact met de cliënt of met zijn context) realiseren. 160 Begeleidingscontacturen met het cliëntsysteem ,03 120,36 134,04 130,08 138, totaal contacturen NORM (120) Lineair (totaal contacturen) We realiseerden in 2018 iets meer dan 138 contacturen per week op jaarbasis, waarvan meer dan 133 face-to-face-contacturen Bezettingsgraad 2018 werd afgesloten met een gemiddelde bezettingsgraad van 92,6%. Dit is de laagste bezettingsgraad in vier jaar tijd. De reden hiervoor was een langdurige tijdelijke verlaagde personeelsbezetting binnen de dienst Contextbegeleiding (lange periode na uitdiensttreding medewerker en indiensttreding van de vervanger). 18

19 4.2 Thuisbegeleiding versterkt Foto: Bas Bogers De vraag is: Wanneer is de opvoeding goed genoeg? Een kind hoort in principe thuis, bij de mensen bij wie het kind hoort. Kinderen verdienen het dat we alles op alles zetten om te zorgen dat de draagkracht en draaglast van ouders weer in balans komen, zodat het thuis weer goed genoeg is voor het kind. Citaat: Mariska de Baat (NJI) Thuisbegeleiding zit momenteel in volle transitie omwille van volgende redenen: In samenspraak met het intersectoraal samenwerkingsverband Samen1Plan Gent werd besloten dat thuisbegeleiding van 'De Cocon' en Thuisbegeleidingsdienst Sigma exclusief zal werken voor de Sociale dienst van de jeugdrechtbank, het Ondersteuningscentrum jeugdzorg en het Vertrouwenscentrum kindermishandeling. Sinds november 2018 worden vrije plaatsen gedeclareerd volgens een beurtrolsysteem aan één van deze exclusieve partners. De gehanteerde methodiek van thuisbegeleiding werd door het team herbekeken. Sinds december 2018 worden de nieuwe begeleidingen uitgevoerd volgens de nieuwe methodiek, waarbij een thuisbegeleiding voortaan 9 maanden zal duren (verlengbaar met 3 maanden. Met de nieuwe methodiek zetten we specifiek in op noden van de Sociale dienst van de jeugdrechtbank, het Ondersteuningscentrum jeugdzorg en het Vertrouwenscentrum kindermishandeling om aan de slag te gaan in gezinnen waar 19

20 veiligheid 5 een issue is. Tevens wordt,nog meer dan voorheen, in de nieuwe methodiek ingezet op het activeren en uitbouwen van het sociale netwerk van het gezin als belangrijke beschermende factor. De kerncijfers van thuisbegeleiding moeten met de nodige voorzichtigheid worden gelezen, gelet op het kleine aantal beëindigde begeleidingen (nl 11) Doelrealisatie Thuisbegeleiding Een belangrijk doel van thuisbegeleiding is dat de kinderen in het gezin thuis kunnen blijven wonen of opnieuw thuis kunnen wonen. Deze thuissituatie voorziet in de minimale basiszorg, waarbij sprake is van adequate fysieke, psychische en affectieve omstandigheden voor de kinderen en die daarmee ook voldoende veilig is. Dit doel is behaald indien het kind op het einde van de begeleiding thuis woont en er geen advies voor uithuisplaatsing is. Bij 83% van de begeleidingen was dit de situatie. Thuisbegeleiding kent nog vijf belangrijke doelen: De gedragsproblemen van de jeugdigen zijn verminderd De competenties van de gezinsleden zijn vergroot De ervaren opvoedingsbelasting bij de ouders is verminderd De opvoedingsvaardigheden van de ouders zijn verbeterd De gezinsleden hebben een sociaal netwerk en maken er meer gebruik van % Doelrealisatie Gedragsproblemen bij het kind zijn verminderd Competenties gezinsleden zijn verbeterd Opvoedingsbelasting is verminderd Opvoedingsvaardigheden van de ouders zijn verbeterd Gezinsleden hebben een sociaal netwerk en maken er meer gebruik van 5 Veiligheid kan smal of breed worden opgevat. De smalle opvatting is beperkt tot de fysieke veiligheid van het kind: het waarborgen van de lichamelijke integriteit en de afwezigheid van levensgevaar. De brede opvatting betreft veiligheid als basisvoorwaarde voor een gezonde ontwikkeling. Fysieke en emotionele veiligheid en de beleving van het kind maken hier deel van uit. Welke invulling het begrip veiligheid in de praktijk krijgt, is mede afhankelijk van de beslissing die genomen moet worden. Bij de beslissing of onmiddellijk ingrijpen nodig is om het kind veilig te stellen, zal bijvoorbeeld de fysieke veiligheid van het kind voorop staan. Voor de beslissing of de thuissituatie voldoende veilig is om een uithuisgeplaatst kind te laten terugkeren, of bij beslissingen over uithuisplaatsing op langere termijn, zijn de ontwikkelingsperspectieven voor het kind op langere termijn leidend. In dat geval is de brede opvatting van veiligheid richtinggevend. 20

21 4.2.2 Einde van de hulpverlening bij Thuisbegeleiding Uitval % Uitval TB Lineair (TB) De reden van uitval in 2018 was plaatsing van het kind Doorstroom uitstroom In 2018 werden 25% van de thuisbegeleidingen bij afsluiten doorverwezen naar gelijkaardige of zwaardere hulpverlening. Eén op drie van de begeleidingen (nl. 66%) stroomde uit bij afsluiten van de hulpverlening naar geen of minder zware hulpverlening. Foto: Bas Bogers 21

22 4.2.3 Cliëntwaardering Thuisbegeleiding Ook in thuisbegeleiding gebruiken we de EXIT -vragenlijst om de cliëntwaardering in kaart te brengen. De EXIT-vragenlijst is een korte vragenlijst die aan het eind van de begeleiding wordt ingezet om de cliënttevredenheid over het resultaat van de hulp te meten. Het gaat daarbij om de mening en beleving van de cliënt. Er zijn twee EXIT-vragenlijsten. De eerste is voor jongeren vanaf 12 jaar en ouder. De tweede is voor ouders van kinderen en jongeren. Cliëntwaardering 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 5 9,4 9,25 9,25 9 8,75 8, jongere ouders goed voldoende In 2018 ontvingen we van beide jongeren ouder dan 12 jaar de Exit-vragenlijsten terug. Het cijfer van 2018 moet dus met de nodige voorzichtigheid worden gelezen. Bij de ouders ontvingen we 54 % van de 11 bezorgde Exit-vragenlijsten terug. Zowel de rapportscore van de ouders als van de jongere (+12) scoort goed. Bij het bekijken van de EXIT in detail zien we dat we op beide EXIT-vragenlijsten zowel op het subthema resultaat en toekomst als op verloop een goede beoordeling voor beide krijgen door de cliënten Bijkomende informatie over de beëindigde thuisbegeleidingen Aanmelders voor thuisbegeleiding (begeleide gezinnen) Het grootste deel van de gezinnen werd begeleid na aanmelding van de Sociale Dienst van de Jeugdrechtbank (27%) of na interne doorstroom na een intensieve kortdurende thuisbegeleiding (27%). De derde grootste aanmelder was het CLB (18%). Leeftijd en gender van de aangemelde minderjarige Vijfenvijftig procent van de aangemelde begeleide minderjarigen in 2018 waren jongens. Als we kijken naar de leeftijd van de aangemelde minderjarigen waren 82% daarvan jonger dan 12 jaar. Gemiddelde duur van de beëindigde thuisbegeleidingen In 2018 duurde een thuisbegeleiding gemiddeld 52 weken. 22

23 4.3 Intensief kortdurende thuisbegeleiding Hulp aan gezinnen in nood Foto: Bas Bogers IKT Hulp aan multi-stressgezinnen waar zonder ingrijpen op termijn uithuisplaatsing van één of meerdere kinderen dreigt. In multi-stressgezinnen is sprake van ernstige problemen op meerdere levensterreinen. Deze problemen beïnvloeden en versterken elkaar waardoor het stressniveau in het gezin alsmaar verder oploopt. En dit maakt weer dat de ouders steeds minder goed met de problemen, de opvoeding en het gedrag van de kinderen kunnen omgaan. Vroeg of laat lijkt een uithuisplaatsing van één of meer van de kinderen in veel multistressgezinnen onvermijdelijk. Om te zorgen dat kinderen thuis kunnen blijven wonen of terug thuis kunnen wonen, is het van belang de ouders minder opvoedingsbelasting ervaren en hun opvoedings- en communicatievaardigheden worden vergroot. Ook de eventuele gedragsproblemen van de kinderen moeten verminderen, waardoor deze gemakkelijker te hanteren zijn, en bovendien moeten de gezinnen meer gebruik maken van de beschikbare sociale steun om hen heen. De pedagogisch contextbegeleider werkt met de gezinsleden aan deze drie subdoelen om ervoor te zorgen dat de kinderen (opnieuw) thuis kunnen blijven wonen en het gezin bij elkaar blijft. Ook in gezinnen waarbij een hardnekkige spijbelproblematiek aanwezig is bij minstens één van de kinderen loopt het stressniveau in het gezin alsmaar verder op. Ook deze gezinnen kunnen terecht bij intensieve kortdurende thuisbegeleiding. 23

24 4.3.1 Doelrealisatie Intensief Kortdurende Thuisbegeleiding Het hoofddoel van Intensief Kortdurende Thuisbegeleiding (IKT) is dat de kinderen in het gezin thuis kunnen blijven wonen of opnieuw thuis kunnen wonen. Deze thuissituatie voorziet in de minimale basiszorg, waarbij sprake is van adequate fysieke, psychische en affectieve omstandigheden voor de kinderen en die daarmee ook voldoende veilig is. Dit doel is behaald indien het aangemelde kind na afsluiting van de hulp bij (één van) de ouders blijft wonen zonder dat er plannen (met inbegrip van een advies) tot uithuisplaatsing zijn. % kind woont thuis IKT IKT kent vijf belangrijke subdoelen: De gedragsproblemen van de jeugdigen zijn verminderd De competenties van de gezinsleden zijn vergroot De ervaren opvoedingsbelasting bij de ouders is verminderd De opvoedingsvaardigheden van de ouders zijn verbeterd De gezinsleden hebben een sociaal netwerk en maken er meer gebruik van In onderstaand overzicht zie je in welke mate deze doelen bereikt werden. % Doelrealisatie in IKT Gedragsproblemen bij het kind zijn verminderd Competenties gezinsleden zijn verbeterd Opvoedingsbelasting is verminderd Opvoedingsvaardigheden van de ouders zijn verbeterd Gezinsleden hebben een sociaal netwerk en maken er meer gebruik van 24

25 4.3.2 Einde van de hulpverlening bij IKT Uitval % Uitval , IKT Lineair (IKT) De voornaamste redenen van uitval is uithuisplaatsing van de minderjarige of de éénzijdige stopzetting door de ouders van de hulp binnen het vrijwillig kader Doorstroom uitstroom In 2018 werden 25% van de IKT-begeleidingen bij afsluiten doorverwezen naar gelijkaardige of zwaardere hulpverlening. Twee op drie begeleidingen (nl. 66%) stroomde na beëindiging van de IKT-begeleiding naar geen of minder zware hulpverlening. Twee op drie begeleidingen (nl. 66%) stroomde na beëindiging van de IKT-begeleiding naar geen of minder zware hulpverlening. 25

26 4.3.3 Cliëntwaardering IKT Ook in IKT gebruiken we de EXIT -vragenlijst om de cliëntwaardering in kaart te brengen, zowel deze voor de jongere als voor de ouders. Cliëntwaardering IKT 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 5 9,39 9,11 8,83 9 8,79 7, jongere ouders goed voldoende In 2018 ontvingen we 63% van de aan de jongeren, ouder dan 12 jaar, bezorgde Exit-vragenlijsten terug. Bij de ouders ontvingen we 53% van de bezorgde Exit-vragenlijsten terug. De rapportscore van zowel de jongeren als deze van de ouders scoort goed. Bij het bekijken van de EXIT in detail zien we dat we op beide EXIT-vragenlijsten zowel op het subthema resultaat en toekomst als op verloop een goede beoordeling door de cliënten krijgen Bijkomende informatie over de beëindigde IKT-begeleidingen Aanmelders voor IKT-begeleiding (begeleide gezinnen) Het grootste deel van de gezinnen werd begeleid na aanmelding van een Centrum voor leerlingenbegeleiding (49%). De Sociale Dienst van de Jeugdrechtbank is de tweede grootste aanmelder (23%). Het Ondersteuningscentrum Jeugdhulp is de derde grootste aanmelder (12%). Opvallend is de daling van het aantal begeleidingen in opdracht van de jeugdrechtbank of gemandateerde voorzieningen (Vertrouwenscentrum Kindermishandeling en Ondersteuningscentrum Jeugdzorg). In 2016 bedroeg dit nog 65,5% van de begeleidingen, in 2017 daalde dit tot 52% en in 2018 tot 37%. Leeftijd en gender van de aangemelde minderjarige Tweeënvijftig procent van de aangemelde begeleide minderjarigen in 2018 waren meisjes. Als we kijken naar de leeftijd van de aangemelde minderjarigen waren 51% jonger dan 12 jaar. 26

27 4.4 Ouderparticipatie: we staan niet alleen in de opvoeding In 2018 werd gestart met een ouderparticipatiegroep. Dit zijn ouders die in begeleiding zijn via Thuisbegeleiding of intensieve kortdurende thuisbegeleiding. Via deze groep gaan ouders, samen met contextbegeleiders, met elkaar in dialoog. Ouders ondervinden vaak dezelfde moeilijkheden en obstakels in de opvoeding en dromen er allemaal van om hun kinderen een mooie toekomst te geven. Tijdens de ouderparticipatie moedigen we de onderlinge dialoog tussen de ouders sterk aan, willen we samen nadenken over belangrijke opvoedingsthema s waar ouders mee geconfronteerd worden, nodigen we desgewenst sprekers uit en bieden we psycho- educatie aan. Elke leeftijdsfase in de ontwikkeling van een kind heeft zijn positieve en moeilijke kanten. Ouders krijgen de kans om hun vragen aan elkaar te stellen. De contextbegeleider pikt deze vragen op en zal desgewenst hier tijdens een volgende oudergroep op anticiperen. De ouderparticipatiegroep wordt ook geraadpleegd rond onze thema s. Zo werd onze intakeprocedure samen met hen onder de loop genomen. De oudergroep kwam in 2018 een viertal keer samen. Telkens waren er ongeveer een 12 tal ouders aanwezig, zowel mama s als papa s. Om de komst van ouders te faciliteren organiseren we op deze momenten telkens kinderopvang. Dit zorgt ervoor dat er meer ouders kunnen deelnemen en dat ze niet speciaal dienen uit te kijken naar een babysit. Ook de kinderen kunnen een fijne avond met kindgerichte activiteiten beleven. 27

28 4.5 CBAW bouwt aan de toekomst Foto: Bas Bogers Het hoeft niet altijd zelfstandig wonen te zijn! Bij de keuze van woonvorm kijken we naar wat de jongere wil maar ook naar wat de jongere aankan. We werken aan autonomie en houden daarbij rekening met wat de jongere al kan en met wat anderen van hem verwachten. Omdat te bereiken, wordt het sociaal en familiaal netwerk hersteld en actief betrokken Doelrealisatie CBAW Het hoofddoel van CBAW is het uitbouwen van een stabiele thuis met en een kwaliteitsvolle toekomst voor de jongere. Die stabiele thuis is geoperationaliseerd als zijn/haar situatie aan de volgende criteria voldoet: De jongere heeft een stabiele huisvesting die in verhouding staat tot de financiële mogelijkheden en competenties van de jongere. De financiële situatie van de jongere is in evenwicht of positief. De jongere heeft werk of een dagbesteding die als zinvol wordt ervaren door de jongere. De jongere heeft een toereikend sociaal netwerk dat door de jongere als ondersteunend wordt ervaren % Doelrealisatie op 4 domeinen Stabiele huisvesting Toereikend sociaal netwerk Alle 4 doelen bereikt Evenwichtige financiële situatie Werk / zinvolle dagbesteding 28

29 In 2018 had 74% van de jongeren een stabiele huisvesting. Dit wil zeggen dat deze huisvesting gegarandeerd stabiel is. In 2018 bereikten we bij 78 % van de begeleidingen een evenwichtige financiële situatie. Evenwicht betekent echter niet rooskleurig. De financiële situatie blijft bij tal van jongeren echter kwetsbaar. Het verwerven van een menswaardig inkomen dat toelaat ten volle aan de samenleving te participeren blijft verre van evident. In 2018 bereikten we dat bij 75% van de begeleide jongeren een toereikend sociaal netwerk ervaarden. Bij de jongeren die het traject voltooiden (11 maanden) had 100% een toereikend sociaal netwerk. We zetten binnen CBAW heel sterk in op het herstel en uitbouw van het sociaal en familiaal netwerk van de jongere. Een sterk familiaal en sociaal netwerk zorgt voor steun en ondersteuning. Binnen CBAW spreken we van sociale ondersteuning wanneer er mensen zijn op wie een jongere beroep kan doen voor praktische, materiële of emotionele steun. Zowel wanneer het goed gaat met de jongere als wanneer het niet goed gaat. De financiële situatie blijft bij tal van jongeren echter kwetsbaar. Het verwerven van een menswaardig inkomen dat toelaat ten volle aan de samenleving te participeren blijft verre van evident Einde van de hulpverlening -Uitval en uitstroom % Uitval , % Uitval Lineair (% Uitval) In 2018 werd 32% van de begeleidingen CBAW vroegtijdig en onbedoeld stopgezet omwille van negatieve redenen. Dit is een kleine stijging ten opzicht van 2017 met 6%. De voornaamste redenen van uitval zijn de éénzijdige beslissing van de jongere om zijn hulpverlening stop te zetten op of na 18 jaar ondanks dat deze hulp nog nodig wordt geacht. De voornaamste redenen van uitval zijn de éénzijdige beslissing van de jongere om zijn hulpverlening stop te zetten op of na 18 jaar ondanks dat deze hulp nog nodig wordt geacht. 29

30 Het uitstroomcijfer voor 2018 bedroeg 46%. Dit betekent dat 46% van de jongeren met geen of lichte hulp verder kunnen Cliëntwaardering CBAW Cliëntwaardering brengen we in kaart via EXIT-vragenlijst van de MOgroep Jeugdzorg/ Stichting Alexander. De EXIT-vragenlijst is een korte vragenlijst die aan het eind van de begeleiding wordt ingezet om de cliënttevredenheid over het resultaat van de hulp te meten. Het gaat daarbij om de mening en beleving van de jongere. In 2018 bezorgde 57% van de jongeren de EXIT-vragenlijst terug. 10 Cliëntwaardering: gemiddelde score ,57 8,44 8, Goed Voldoende Onvoldoende De cliëntwaarderingsrapportscore van de jongeren scoort wederom goed. Bij het bekijken van de EXIT in detail zien we dat we op beide EXIT-vragenlijsten zowel op het subthema resultaat en toekomst als op verloop een goede beoordeling krijgen door de jongeren Bijkomende informatie over CBAW Aanmelder voor CBAW De grootste aanmelder in 2018 was de Sociale Dienst van de Jeugdrechtbank (nl 54%). Het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg volgt op grote afstand als tweede grootste aanmelder (19%). Her-instromers Twee ex-jongeren maakten in 2018 gebruik van de spijtprocedure en kwamen als meerderjarige terug in begeleiding. Woonvorm bij het begin van de begeleiding Bij de start van de begeleiding verblijft 40% van de jongeren in een residentiële setting. Eén op de tien jongeren hebben geen vaste verblijfplaats. Net de helft van de jongeren woont nog thuis of bij familie, maar moeten eruit omdat de relatie vaak ernstig verzuurd is en conflicten hoog oplopen. Woonvorm op het einde van de begeleiding In 2018 woonde 15,5% van de jongeren op het einde van de begeleiding alleen. Drieënveertig procent van de jongeren bleef of ging terug bij de ouder(s) of bij familie wonen. Iets meer dan één op 30

31 vijf jongeren ging samenwonen al dan niet met een partner, maar vaak met een vriend(in). Voor iets meer dan één op tien van de jongeren was een residentiële setting aangewezen (vaak in het VAPH). Eén dakloze jongere verdween tijdens de begeleiding met de noorderzon. Niet begeleide buitenlandse minderjarigen Elf procent van de begeleide jongeren waren niet-begeleide buitenlandse minderjarigen. De ondersteunende groepswerking De groepswerking ging 18 keer door in Per groepsmoment namen gemiddeld 7 jongeren deel. Acht ex-cliënten komen nog steeds naar de groepswerking. In totaal bereikten we 31 unieke jongeren in begeleiding, die minstens één keer deelnamen aan de groepswerking. Opvallend is de trend dat jongeren meer en meer vrienden in vergelijkbare situaties meebrachten. Tweemaal per maand komen CBAW-jongeren samen met enkele begeleiders in de groepswerking. We zien de groepswerking als een duidelijk onderdeel van CBAW. Participatie aan de groepswerking is geen breekpunt in de begeleiding, maar wordt als vanzelfsprekend voorgesteld en sterk gestimuleerd. Jongeren komen naar de groepswerking omwille van verschillende redenen. Ze willen tijd doorbrengen met lotgenoten en ze willen er effectief iets uithalen voor zichzelf. Voor de ene is dit een ontspannende avond, voor de ander is dit een toffe activiteit kunnen meepikken en voor nog andere jongeren is het omdat ze bewust iets willen leren uit de groepswerking. Het is de bedoeling dat deze techniek een meerwaarde opbrengt in de uitbouw van het leven van de jongeren. Sociale vaardigheden worden getraind en jongeren leren feedback te geven en te ontvangen. Jongeren die deelnemen aan de groepswerking gaven aan het als een grote meerwaarde te ervaren. Het delen van ervaringen met lotgenoten zorgt voor (h)erkenning, biedt informele leerkansen en betekent een grote steun voor de jongere. Jongeren geven aan dat ze in de groepswerking beter begrepen worden door de andere deelnemers, omdat deze vaak gelijkaardige dingen hebben meegemaakt. 31

32 5 Achter de cijfers een verhaal Jaarlijks presenteren we in ons jaarverslag heel wat cijfermateriaal. Binnen CBAW zetten we sterk in op het herstel en uitbouw van het sociaal en familiaal netwerk van de jongere. Het hebben van een sociaal en familiaal netwerk helpt om een toekomst op te bouwen en vormt een buffer bij tegenslagen. Een sterk familiaal en sociaal netwerk zorgt voor steun en ondersteuning. We weten dat mensen met een sterk netwerk minder vatbaar zijn voor stress en depressies, en beter traumatische gebeurtenissen en tegenslagen kunnen verwerken. Tevens staan ze stabieler in het leven. Problemen zijn onderdeel van het leven, en we merken dat personen die een beroep kunnen doen op anderen veel beter in staat zijn om problemen aan te pakken dan personen die het gevoel hebben er alleen voor te staan. Jongeren die het moeilijk hebben om een stabiele thuis uit te bouwen, hebben dikwijls weinig sociale contacten. Belangrijke personen zijn verdwenen uit hun omgeving of het contact is in die mate verslechterd dat ze denken niet op die contacten te kunnen terugvallen. Hoe meer sociale steun een jongere ervaart, hoe makkelijker het is voor een jongere om een stabiele thuis uit te bouwen. Binnen de methodiek spreken we van sociale ondersteuning wanneer er een of meer mensen zijn op wie een jongere beroep kan doen voor praktische, materiële of emotionele steun. Zowel wanneer het goed gaat met de jongere als wanneer het niet goed gaat. In 2018 bereikten we dit bij 75% van de begeleide jongeren. Hoe we hieraan werken toont deze geanonimiseerde casus. Deze casus toont dat herstel van relaties een proces is, met vallen en opstaan. Een proces dat langzaam zijn weg vervolgd, in al zijn kwetsbaarheden. Werken aan herstel tussen Johan en zijn papa een verhaal uit de praktijk Situatie Johan 6 heeft het afgelopen schooljaar een moeilijk jaar gehad. Hij was vaak afwezig op school en haalde maar nipt een A-attest. Johan kwam meer en meer in aanraking met drugs en politie. Johan woont in bij een ex-partner van zijn mama, Patrick. Hij geniet daar de volledige vrijheid en doet zijn eigen zin. Hij heeft een dak boven zijn hoofd en krijgt dagelijks eten, bovendien mag hij gebruik maken van alle andere faciliteiten bij Patrick (water, elektriciteit, internet, ). Daartegenover wordt respect gevraagd, maar Johan luistert niet naar Patrick en doet zijn eigen zin. Er wordt maar weinig structuur en begrenzing geboden aan Johan op dit moment. Patrick vond deze situatie niet langer houdbaar voor hem en zijn zoon (halfbroer van Johan) en zet Johan op straat van zodra hij 18 wordt. De band tussen Johan en zijn vader is heel broos. Vader Ron is zijn vertrouwen in Johan reeds jaren verloren en hij is zeer negatief over zijn zoon. De band tussen vader en zoon herstellen zal moeilijk zijn, aldus vader. Vader geeft aan dat vergeven misschien mogelijk is, maar vergeten nooit! Tijdens het intakegesprek wordt standaard een netwerkanalyse ingevuld waar ook papa ter sprake kwam. Tijdens de intake stellen we twee vragen na het in kaart brengen van het netwerk. Enerzijds vragen we naar hoe de relatie is met de persoon en dit aan te duiden met een kleur. Een slechte relatie = zwart, een neutrale relatie = groen en een goede relatie = rood. Een tweede vraag die we stellen is, hoe de invloed is van deze persoon op de aanmeldingsklacht en hier te kiezen tussen 5 mogelijkheden, van heel negatief tot heel positief (-- / - / 0 / + / ++). Op deze vragen gaf Johan aan papa een zwarte bol in combinatie met een -. 6 In het kader van de privacy werden de namen veranderd alsook enkele details. 32

33 De start van de begeleiding Johan zelf is een verstandige jongen vol goede intenties. Hij heeft nog steeds heel wat verdriet om hoe alles in het verleden gelopen is. Hij weet echter niet hoe hij de zaken die in het verleden fout gelopen zijn kan rechtzetten. Johan heeft de neiging om te vluchten en moeilijke contacten vanuit het verleden uit de weg te gaan. Werken aan inzichten Bij de start van de begeleiding stelden we twee vragen aan Johan: enerzijds werd hij uitgenodigd om na te denken over zijn leven, indien er geen breuk met vader zou zijn geweest en anderzijds werd Johan gemotiveerd om na te denken over de gevolgen van het herstel van de breuk met vader. Tijdens deze oefening kon Johan heel duidelijk weergeven dat zijn leven er anders had uitgezien, had hij destijds niet vertrokken naar mama, weg van bij papa. Hij kan hierin benoemen dat papa veel strikter was met hem en dat hij minder vrijheden genoot. Hierop verder bouwend, kon Johan zelfs benoemen dat hij hoogstwaarschijnlijk dagelijks naar school was geweest, zijn taken had volbracht en niet (of alleszins minder) in aanraking was gekomen met drugs en politie. Met het gewenste herstel in gedachten, kon Johan papa benoemen als een steunfiguur, gesprekspartner en back-up in moeilijke tijden. Kortom, Johan kon heel duidelijk aangeven dat papa zeer betekenisvol was en opnieuw kan zijn. Hij mist papa als vaderfiguur in zijn leven. Enkele weken na de start van de begeleiding vond er een zorgoverleg op school plaats in kader van Johans spijbelgedrag, waarbij ook papa werd uitgenodigd om samen dat luik te bekijken voor de toekomst. Echter, papa was in dit gesprek zeer emotioneel en verliet het overleg vroegtijdig. Hij was boos, teleurgesteld en vol ongeloof in zijn zoon. Johan was geschrokken van de hevige reactie van papa, maar bleef aangeven de band toch te willen herstellen en papa meer te betrekken in zijn leven. We stelden vast dat papa, door negatieve gebeurtenissen in het verleden, niet in staat was om mee te evolueren met zijn zoon vandaag. Meer nog, papa werd verschillende keren bevestigd over zijn idee dat zijn zoon eigenlijk onbetrouwbaar is. De dag daarna nam papa contact op om zich te verontschuldigen voor zijn hevige reactie de dag voordien. We vatten de koe bij de horens en de contextbegeleider vraagt een gesprek met papa zonder Johan. Papa gaat akkoord. Weliswaar nog niet onmiddellijk. Papa gaf aan nog even te moeten afkoelen. Met Johan werd ondertussen nagedacht over hoe toenadering zoeken met papa. Er werd gekozen om met instemming van Johan - een gesprek met vader te voeren zonder Johan. Op deze manier zou de contextbegeleider de kans krijgen om door te vragen bij papa, en de vele ongenoegens en frustraties waar papa mee zat voor een stuk op te vangen. Kaderen van gedrag en contextualiseren Enkele weken later zat de contextbegeleider rond de tafel met papa en zijn partner. De contextbegeleider zette tijdens dit gesprek in om de gebeurtenissen uit het verleden te kaderen en te contextualiseren. Vragen zoals wat waren de levensomstandigheden op het moment van de conflicten, welke personen speelden een rol toen, waren er nog andere spanningen waar het gezin mee te kampen had enzovoort, hielpen om de situatie te contextualiseren en in een ander perspectief te plaatsen. Tijdens dit gesprek werd Johans gedrag toen gekaderd binnen zijn puberteit en de moeilijke gezinssituatie. De band met mama was vertroebeld, maar Johan miste haar wel. Op die manier werd de vlucht van Johan naar mama destijds genormaliseerd binnen Johans puberteit en zijn mogelijkheid om te vertrekken naar mama. Papa gaf aan dat hij Johan altijd graag heeft gezien en veel tijd voor hem had vrijgemaakt in het verleden. Hierdoor was het vertrek van Johan naar mama, na een hevige ruzie, destijds heel hard aangekomen. Na Johans vertrek is papa blijven vasthouden aan zijn verdriet, boosheid en aan het gevoel verraden te zijn door zijn zoon. Door dit gesprek te contextualiseren, 33

34 gaf dit zuurstof aan papa om de dingen in een ander perspectief te zien. Ter afronding van dit gesprek gaf de contextbegeleider een kaartje af dat Johan had geschreven met een kerstwens voor papa, de partner en zijn 2 broertjes. Dit zorgde voor ontroering bij het gezin en resulteerde in een uitnodiging van Johan door papa. Een nieuwe stap Ze zagen elkaar terug en vierden samen de start van een nieuw jaar. Zowel Johan als zijn vader kijken positief terug op dit moment. Twee weken later bracht Johan samen met de contextbegeleider nog eens een bezoekje aan papa. Johan vertelde over zijn gesprek bij het OCMW in functie van het aanvragen van een leefloon en papa gaf aan hem te willen ondersteunen. Samen gingen papa en Johan langs bij het OCMW en het gemeentehuis, respectievelijk in het kader van leefloon en domicilie. Papa stelde Johan gerust wat zijn domicilie betreft, hij zou er wel voor zorgen dat dit in orde kwam wanneer de wijkagent langs zou komen. Ze sloten samen de avond af met een diner bij papa thuis, na afloop bracht papa Johan terug naar zijn huidige verblijfplaats bij de moeder van een vriend. Een tijdje later liet Johan het echter opnieuw afweten op school en was hij onwettig afwezig. Zoals afgesproken, brachten we papa hiervan op de hoogte. Papa reageerde, tegen de verwachtingen van Johan in, rustig en probeerde Johan te overtuigen van het belang van een dagbesteding (school of werk). Enkele weken later werd via een leerkracht op school de mogelijkheid geboden aan Johan om een betaalbare studio in te trekken. Papa was hierover enthousiast. Dit werd een week later echter afgeblazen omdat Johan op school geschorst werd ten gevolge van een fysiek conflict met een medeleerling. De dag daarna gingen Johan en de contextbegeleider langs bij papa om hem op de hoogte te brengen van de huidige situatie. Johan vertrok met een bang hartje, want hij vermoedde dat papa heel kwaad zou zijn en dit hun band opnieuw zou breken. Niets was minder waar Papa luisterde naar het verhaal van Johan en gaf te kennen zijn geloof in Johan wat verloren te zijn. Desalniettemin gaf hij Johan een duwtje in de rug, door aan te geven dat hij een diploma behalen geen noodzaak vindt, maar dat hij verwacht dat Johan nu wel zal inzetten op werk zoeken en uitvoeren. Het gesprek verliep rustig en respectvol. Johan gaf na afloop aan een goed gevoel te hebben bij het gesprek. Sindsdien houdt Johan papa spontaan op de hoogte van nakende sollicitaties en boeiende vacatures. Enkele weken later ziet Johan papa als een steunfiguur in zijn leven. Ook papa geeft te kennen dat hij Johan graag ondersteunt bij allerlei praktische zaken (dingen herstellen, rekeningen betalen, overzicht bewaren, ). Wanneer we de netwerkanalyse erbij nemen voor Johan, heeft hij de soort relatie met en de invloed van papa veranderd in rood en een +. 34

35 6 Innovatie Doorontwikkeling methodiek 'La Vie' (CBAW) Met het Agentschap Jongerenwelzijn werd een overeenkomst afgesloten voor het project Doorontwikkeling methodiek 'La Vie' (Contextbegeleiding in functie van Autonoom Wonen ). Het project liep van 1 januari 2016 tot en met 31 december Dat project vloeide voort uit het project "praktijkonderzoek naar meer verantwoorde flexibilisering van de regelgeving met oog op hogere turnover in de bijzondere jeugdbijstand" waar we onder andere een nieuwe methodiek voor Contextbegeleiding in functie van Autonoom Wonen (CBAW) ontwikkelden. Vanaf 2016 werd de focus gelegd op het methodisch uitwerken van budgetbegeleiding in CBAW en op de uitbouw van een ondersteunende groepswerking als onderdeel van de methodiek. Begin 2016 werd gestart met de groepswerking. De methodische doelen en uitgangspunten van de nieuwe methodiek brachten vragen met zich mee met betrekking tot de verblijfsubsidie. Het doel van de verblijfsubsidie is de uitgaven te vergoeden met betrekking tot het verblijf van de minderjarigen of van de meerderjarige die zelfstandig woont en waarbij de betrokkene geen recht heeft op een leefloon en niet over voldoende eigen inkomsten beschikt. Deze jongeren staan zelf geheel of gedeeltelijk in voor hun onderhoud. De vraag rees hoe de verblijfssubsidie op redelijke wijze kan worden ingezet in de diverse woon- en leefsituaties van jongeren aangezien zelfstandig wonen kan, maar niet hoeft. Het project kende 2 doelstellingen: 1. Het exploreren hoe de verblijfssubsidie op redelijke wijze kan worden ingezet in de diverse woon- en leefsituaties van jongeren, met het oog op de doelstellingen van deze methodiek. 2. Het in kaart brengen van huidige obstakels in de regelgeving (die focust op zelfstandig wonen) en het aanreiken van elementen en/of suggesties voor het aanpassen van de regelgeving in het kader van deze methodiek. Het eindrapport van dit project werd eind november overhandigd aan het Agentschap Jongerenwelzijn. Met betrekking tot de uitbouw van de groepswerking werd de afgelopen 2 jaar werk gemaakt van de integratie en afstemming van de groepswerking met de individuele contextbegeleiding. Hieromtrent werden diverse methodes uitgetest. Momenteel wordt het trainingsgerichte verder uitgewerkt. Een bijkomend methodiek voor crisisbegeleiding Na de uitrol van het tweede decreet Integrale Jeugdhulp zoals goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 12 juli 2013 werden we geconfronteerd met een doelgroep die niet de doelgroep van Crisishulp aan Huis (methodiek Families First) is, maar wel instroomde in het aanbod Crisishulp aan Huis. De gebruikte methodiek biedt geen antwoord op de noden bij deze gezinnen. De doelgroep waarvoor een hiaat werd vastgesteld, zijn gezinnen in een acute crisissituatie waar niet noodzakelijk een dreigende breuk of uithuisplaatsing aanwezig is. Dit zijn gezinnen waarbij naast het inschatten en werken aan veiligheid van de gezinsleden, praktische hulp en het laten zakken van de crisis vooral vragen bestaan over wat er precies aan de hand is en wat er nodig is om het probleem aan te pakken. Zo bestaat er bij deze doelgroep vaak onduidelijkheid over de wens tot samenleven en de mate dat er nog voldoende draagkracht aanwezig is. Bij onze zoektocht naar een nieuwe methodiek zijn we niet over één nacht ijs gegaan. Procesmatig werden diverse stappen gezet, zoals het doorlichten van alle niet typische Families Firstbegeleidingen in 2016, een nodenonderzoek bij partnerorganisaties, de zoektocht naar bestaande methodieken die een antwoord kunnen bieden op onze vraag, een werkbezoek bij het Nederlandse 35

36 Stek Jeugdhulp en een terugkoppeling van onze zoektocht en verdere nodendetectie bij onze belangrijkste samenwerkingspartners. In onze zoektocht vonden we één generieke methode in Nederland, waar enkele jaren geleden dezelfde vragen voor deze doelgroep zich stelden, nl in de methode Ambulante Spoedhulp. Op het coördinatieoverleg Crisishulp oktober 2016 werd besloten om de methodiek ambulante spoedhulp als 4 de crisishulpverleningsvorm te gaan gebruiken. In 2017 en 2018 werd gewerkt aan randvoorwaarden en werd tevens in samenwerking met OSD Oost-Vlaanderen 7 vorm gegeven aan een begin van antwoord op een nood aan crisishulpverlening in geval van (hoog)dringende jeugdhulpvragen. In samenspraak met het OSD Oost-Vlaanderen werd een innovatief project hieromtrent ingediend bij het Agentschap Jongerenwelzijn. Dit innovatief project werd goedgekeurd en loopt van 1 oktober 2018 tot en met 31 december Het doel van dit project is een vernieuwde samenwerkingspraktijk te exploreren in geval van (hoog)dringende jeugdhulpvragen (wie doet wat en wanneer), gebaseerd op een gedeelde trajectvisie en trajectvoering van OSD en De Cocon ten voordele van het betrekken, ondersteunen en activeren van het betekenisvolle netwerk van kinderen, jongeren en ouders met het oog op veiligheidsplanning in de thuiscontext. 7 Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Dienst bij de Jeugdrechtbank 36

37 7 Externe engagementen Pluralistische Werkgeversfederatie SOM vzw We werken mee aan de uitbouw van een pluralistisch middenveld via SOM, de federatie van Sociale Ondernemingen vzw, en nemen in de schoot van SOM diverse engagementen/mandaten op zoals SOM vertegenwoordigen in het overleg tussen de Koepels en het Agentschap Jongerenwelzijn. Provinciaal Crisisnetwerk Oost-Vlaanderen Het afgelopen jaar en de komende jaren zetten we onze schouders onder één intersectoraal crisisnetwerk voor de Geestelijke Gezondheidszorg en Integrale Jeugdhulp voor minderjarigen in onze provincie. Naast onze inzet via ons hulpaanbod participeren we in hulpverlening in de provinciale netwerkstuurgroep crisis Oost-Vlaanderen. Samen1Plan Gent We engageerden ons in Gent om samen met Stad Gent, OCMW Gent en jeugdhulpaanbieders uit 6 sectoren, een project in het kader van de uitbreidingsoproep Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp in te dienen. Dit samenwerkingsverband kreeg de naam Samen1Plan Gent. Met de uitbreidingsoproep investeren in een versterkte jeugdhulp snel en dichtbij onze gezinnen, kinderen en jongeren, beoogt de Vlaamse Overheid een nieuwe manier van samenwerken binnen de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ) waarbij door versterkte regionale samenwerking snelle, continue en voldoende nabije jeugdhulp mogelijk wordt. De Vlaamse overheid vertrekt hierbij van 1 gezin = 1 plan waarbij iedereen betrokken op een gezin, kinderen en jongeren ook mee instaat voor de continuïteit van de jeugdhulp. Elke gekozen samenwerkingsverband kreeg 1 miljoen euro van de Vlaamse overheid om minimaal 200 gezinnen te begeleiden. We participeren aan dit samenwerkingsverband, zijn lid van de afstemmingsgroep en stellen onze expertise ter beschikking in functie van de uitbouw van dit samenwerkingsverband. Andere engagementen Op vraag van de Vlaamse stuurgroep kwaliteitszorg binnen het Agentschap Jongerenwelzijn gingen we op de kwaliteitsdagen in Gent (20/11) en Hasselt (22/11) spreken over hoe effect van hulpverlening in kaart brengen. Daarnaast worden tal van engagementen opgenomen, bijvoorbeeld de vertegenwoordiging van het crisisnetwerk integrale jeugdhulpverlening op de Arrondissementele Raad Kindermishandeling. 8 Publicaties In 2018 publiceerden we 2 artikels. Taels Wim, Jeugdbescherming en Integrale Jeugdhulp. In: Vanhee Jean-Pierre (ed.), Heeft dat de zaak veranderd? (p ), Brussel, Politeia, 2018, Taels Wim, Zicht op effectiviteit, Sociaal.Net, (boekrecensie) Het merendeel van onze publicaties zijn te downloaden via 9 De warmste week In het kader van Music for Life 2018 gingen zeven acties door ten voordele van 'De Cocon. Het geld wordt gebruikt voor financiële en materiële steun te geven aan jongeren en gezinnen in armoede, zodat ook zij menswaardig kunnen leven en deelnemen aan de samenleving. 37

38 Onze warme dankbaarheid gaat uit naar al diegene die ons steunden: Jeugdhuis De Cramme en Crammerock uit Stekene (Het Warmste Winterterras); De leerlingen van het internaat van Sint Bavo Gent (Buiten overnachten en snoepverkoop); Enkele medewerkers, ex-medewerkers en sympathisanten (Kerstkaartjes for life); Een moeder (Stekjes for life!); Een vriendengroep uit De Pinte/Zwijnaarde (Griezelcupcakes en koekjes); De Gidsen uit Kontich (De Warmste Gidsen Kerstmarkt), De meisjes van Huise (Kerstverkoop van zelfgemaakte kerstkaartjes en theelichtjes). 10 Slot/dankwoord U leest het. We hebben in 2018 absoluut niet stilgezeten. Daarom past hier een woord van dank: voor alle bestuurders, beroepskrachten, stagiairs en vrijwillige medewerkers die in 2018 meewerkten en dagelijks het beste van zichzelf gaven voor kinderen, jongeren en gezinnen die onze hulp nodig hebben. Hun bijdrage elk op hun eigen terrein, is niet te onderschatten. Zij verdienen hiervoor alle lof. 38

39 Lijst met gebruikte afkortingen BJB BZW CaH CAW CBAW CKG CLB GGZ IJH IKT MPI NJI NRTJ OCJ OSD OVBJ OOOC RTJ TB TNT VK Bijzondere jeugdbijstand Begeleid Zelfstandig Wonen Crisishulp aan Huis Centrum Algemeen Welzijnswerk Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen Centrum Kind en Gezin Centrum voor leerlingenbegeleiding Geestelijke Gezondheidszorg Integrale Jeugdhulpverlening Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding Medisch-Pedagogisch Instituut Nederlands Jeugdinstituut Niet Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp Ondersteuningscentrum jeugdzorg Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Dienst bij de Jeugdrechtbank Organisatie voor Bijzondere jeugdzorg Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp Thuisbegeleiding Terugkeer Naar Thuis? Vertrouwenscentrum Kindermishandeling De Cocon, Jeugdhulp aan Huis, 20/03/2019 Eindredactie: Taels Wim Taalcorrectie: Van de Slycke Katrien 39

40 Zweef tot daar waar de kleuren kiemen Koester de verwondering Verbind het ongebonden Droom jezelf een betere wereld Tot je er echt in woont Niets is onmogelijk De Cocon, Jeugdhulp aan Huis vzw Hoofdzetel Thuisbegeleiding en CBAW Ham 133, 9000 Gent T F Crisishulp aan Huis Nijverheidskaai 12, 9040 Gent - Sint-Amandsberg T F DeCocon.JeugdhulpaanHuis company/de-cocon-jeugdhulp-aan-huis-vzw De_Cocon_vzw 40