Antwoorden door P woorden 12 december keer beoordeeld. Maatschappijleer

Transcriptie

1 Antwoorden door P woorden 12 december keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer : Natuurlijke peroon: Indien je aan bepaalde voorwaarden voldoet, ben je bevoegd zelfstandig rechtshandelingen te plegen. Die voorwaarden kunnen zijn dat je 18 jaar of ouder bent en niet onder curatele staat. Een natuurlijk persoon is iemand van vlees en bloed. Eenmanszaak: iemand die een zaak of een bedrijf in ze eentje runt heeft een eenmanszaak. Mensen met een eigen bedrijf, hebben dit bedrijf op hun eigen naam. Omdat één iemand eigenaar is, heet dit een eenmanszaak. Alle winst is voor de eigenaar, zo ook alles risico s. Gaat het bedrijf failliet, is de eigenaar met zijn hele vermogen aansprakelijk. Er is hier sprake van een natuurlijke persoon. Vennootschap onder firma: Stel dat een aantal vrienden samen een eigen bedrijf beginnen. Dat bedrijf is begonnen met eigen geld van deze mensen. Daar staat tegenover dat ook alle winst voor hun is. Zij nemen dus met hun privévermogen risico met het doel daar geld aan te verdienen. Dit bedrijf is geen rechtspersoon. Immers: als het bedrijf failliet gaat, zijn deze mensen met hun eigen vermogen aansprakelijk. Deze samenwerkingsvorm waarbij een klein aantal mensen eigenaar is van een onderneming, is een vennootschap onder firma. Rechtspersoon: Dat houdt in dat een hele organisatie voor de wet gezien kan worden als een mens. Een organisatie is geen natuurlijke persoon van vlees en bloed, een organisatie is een rechtspersoon. Besloten vennootschap: Dat houdt in dat het hele vermogen van het bedrijf wordt verdeeld in aandelen. Iedere eigenaar krijgt een aantal aandelen. Zou het bedrijf onverhoopt failliet gaan, zijn de eigenaren alleen het geld dat hun aandelen waard is, kwijt. Naamloze vennootschap: Er zijn ook bedrijven waarvan iedereen aandelen kan kopen. Deze bedrijven zijn NV s. Deze afkorting staat voor naamloze vennootschap. Pagina 1 van 7

2 Stichting: Een stichting heeft als doel bepaalde faciliteiten te bieden zonder winstoogmerk. Vereniging: Het belangrijkste onderscheid tussen een stichting en een vereniging is dat een vereniging leden heeft. Denk maar aan een sportclub. Een sportclub heeft echter in tegenstelling tot een stichting leden. Die leden betalen jaarlijks een contributie waarvan de vereniging de kosten kan betalen. Handelingsbekwaam: In principe is het zo dat mensen van 18 jaar of ouder voor de wet volwassen zijn. Dat houdt in dat ze volledig zelfstandig juridische handelingen mogen verrichten. Men is dan handelingsbekwaam. Handelingsbevoegd: Handelingsbevoegd betekent dat iemand bevoegd is tot het sluiten van een overeenkomst over een bepaalde zaak. 1. Stichting. 2. BV. 3. Eenmanszaak. 4. NV. 5. VOF. 6. Vereniging. 1. Overeenkomst. 2. Overeenkomst. 3. Overeenkomst. 4. Verbintenis uit de wet. 5. Overeenkomst. 6. Overeenkomst. 7. Verbintenis uit de wet. 8. Overeenkomst. 9. Overeenkomst Verbintenis uit de wet. Pagina 2 van 7

3 1. Overeenkomst is een eigen keuze en de verbintenis uit de wet niet. 2. Om het product wat je besteld te ontvangen voor het geld dat die diegene koopt. 3. Zodat je weet wat je rechten zijn. 4. Dat de werknemer arbeidt levert en de werkgever hem daarvoor betaald. 5. Een proeftijd mag nooit langer als 2 maanden zijn dus hij kan je niet ontslaan. 6. De voorwaarden van 2 mensen die trouwen zoals wat van wie is. 7. Zodat als ze gaan scheiden de vrouw de man niet kan naaien en andersom ook. 8. Dan wordt het opgesplitst inclusief de schulden. 9. Iemand schade toebrengen dat niet perse opzettelijk is. 10. Alleen de kosten voor de auto. Geachte Heer/Mevrouw, Ik heb 2 maanden geleden bij u een bankstel gekocht die bekleed en aan mijn adres zou worden geleverd, dit zou 6 weken duren en we zijn inmiddels al 2 maanden verder. Ik geef u nog 1 week om mijn product te leveren anders wil ik mijn geld terug want zo als jullie werken vind ik niet normaal. Met vriendelijke groet, Pukay abdulkader 1. Niet waar. 2. Waar. 3. Niet waar. 4. Niet Waar. 5. Niet waar. Pagina 3 van 7

4 1. Het is niet jou bezit. 2. Het is eigenaarloos. 3. Je hebt het gevonden maar het is niet in jou recht pas na een jaar als je het meld anders 20 jaar. 4. Melden en hopen dat de echte eigenaar het ook meld. 5. Zaak: televisie (tastbaar). Vermogen: huis. (warden maar je kan het niet aanraken). 6. Rechten op intellectuele creaties. 7. De fotograaf heeft gelijk. 8. een exclusief (uitsluitend) recht tot het industrieel maken of verkopen van een product of anderszins het exploiteren van een uitvinding. 9. Om te kijken hoeveel er verkocht worden. Opdracht 3 1. Zelfde als een octrooi. 2. Via het octrooi centrum euro jaar. 5. Europeese octrooi bureau tot 50 duizend euro % van hun octrooi inkomsten af te trekken van hun grondslag. 8. Als iemand je idee steelt dank an je hem of haar aanklagen. 9. Nieuwheid, inventiviteit, industriele toepasbaarheid. 1. De rechten die iemand heeft over zijn product of ontwerp. 2. Door iets te maken krijg je automatisch auteursrecht op je werk, En je dan dit bij verschillende instanties aanvragen jaar na iemands dood. 4. Je kan je licentie bijvoorbeeld verkopen aan een bedrijf. 5. Zorg er voor dat je kan bewijzen dat jij het hebt gemaakt, en zorg dat je kan laten zien wanneer je het hebt gemaakt. 6. Zorgen dat je een percentage kan pakken. 7. Samen met de auteur bespreken. 8. BOIP: zij registreren jou product zo dat iemand anders jou niet na kan doen. Pagina 4 van 7

5 1. Het bedrijf, hij betaalt jou alleen voor het maken en daar ben jij mee akkoord gegaan. 2. De opdrachtgever precies het zelfde liedje. 3. Door de orignele ontwerpen met een datum bijvoorbeeld te laten zien. 4. Door deze schriftelijk te verkopen. 5. Tot je dood nog 70 jaar daarna niet meer. 6. Zij werken zoals teksten, beelden, geluidopnames die vrij zijn van auteursrechten. 7. Als de auteur daar zelf toestemming voor heft gegeven. 8. hij mag het werk verveelvoudigen, uitgeven, bewerken. 9. Het kopieren van het werk. 10. dat je werk openbaar maakt, en dat iedereen het kan zien. 11. iets na maken of kopieren van iemand. 12. het recht wat een person heeft. 13. nee alleen als het geen auteursrechten heeft. 14. alleen wat nodig is en je moet duidelijk aan geven wie de auteur is. 15. Citeren dit mag niet zomaar wel met toestemming. 16. als de kunst openbaar ten toon gesteld wordt. 17. ja dit mag. 18. ja zolang de gene die het heft gezegt er bij vermeld wordt. 19. dan mag de recht hebbende geen bezwaar meer maken. 20. nee alleen met toestemming. 21. ja het is eigenlijk gewoon een kopie. 22. ja je bent hier zelf de auteur van. 23. nee bij een niet. 24. ja met de datum zo dat niet iemand anders jou werk kan stellen. 25. ja er is toestemming van de kunstenaar nodig. 26. in Nederland niet in amerika wel. 27. nee het is wel verstandig om het als bewijs vast te leggen. Opdracht 3 1. Octrooirecht: het recht van de octrooihouder om zijn uitvinding benutten in ruil voor openbaarmaking van die uitvinding. 2. Auteursrecht: het exclusieve recht van een auteur om zijn creatieve werken te openbaren en te vermenigvuldigen. In de auteurswet zijn tevens geregeld hetportretrecht en het beeldrecht. 3. Het merkenrecht: Het alleenrecht op het voeren van een bepaald merk (zoals een productnaam of logo). 4. Het handelsnamenrecht: Het verbod op het voeren van een jongere, verwarring scheppende handelsnaam. 5. Het tekeningen- en modellenrecht: Het alleenrecht op het voorzien van producten van een bepaalde Pagina 5 van 7

6 tekening (afbeelding) en op het vormgeven van producten volgens een bepaald model. 6. Het halfgeleidersrecht: Het recht biedt bescherming op het ontwerp van chips, microprocessors en andere halfgeleiders. 7. De naburige rechten: De eigendomsrechten van artiesten op hun uitvoeringen van (andermans) werk. Zo mag niet iedereen een opera exact zo uitvoeren als een ander en mag een zanger niet zomaar Ramses Shaffy nadoen, om maar iets te noemen. 8. Het kwekersrecht: Dit recht geldt voor teeltmateriaal van ieder 'ras' dat behoort tot het plantenrijk. Het geldt dus niet voor dierenrassen. 9. Het domeinnaamrecht: Het recht op internetdomeinnamen. Dit rechtsgebied kent in Nederland geen afzonderlijke wettelijke basis. 1. Bureau voor muziek auteursrechten. 2. Stichting tot exploitatie van mechanische reproductierechten voor auteurs. 3. Vooral voor auteurs. 4. Sena regelt de rechten van muzikanten en producenten. Zij krijgen van ons een vergoeding als hun muziek in het openbaar gedraaid wordt. Elke dag zetten wij ons in voor onze rechthebbenden. Dat zijn er nu ruim het kan zijn dat u toestemming nodig heeft van de makers van deze muziek en een vergoeding moet betalen. 6. Ligt aan de maker van de het nummer of die er geld voor wilt of niet. 7. Downloaden van auteursrechtelijk materiaal, zoals films en muziek, is niet toegestaan uit illegale bron. 8. Dan hoeft die er zelf niet heel de dacht achteraan maar zoeken hun het voor hem uit. 9. Zodat zijn auteursrechten worden beschermd. 10.-mensen die muziek van andere willen gebruiken. 11.-audio visueel, podia en evenemmenten, online, cd dvd vinyl, horeca, muziek openbare ruimtes, muziek op de werkvloer, songteksten bladmuziek, buitenland, thuiskopie, leenrecht. 12. podia, mkb ers, omroepen, online, muziek in video commercials, overige organisaties. 13. een code waardoor jou nummer herkenbaar is. 14. de auteur om geld te claimen als iemand het jat. 1. modellenrecht behandelt de bescherming van tekeningen en modellen van het nieuwe uiterlijk van een gebruiksvoorwerp. Pagina 6 van 7

7 2. recht van de persoon van wie een (herkenbare) afbeelding (meestal een foto) is gemaakt, om te voorkomen dat de fotograaf of anderen de betreffende afbeelding op de markt brengen of openbaar maken 3. de 3 strepen van Gucci hebben bijvoorbeeld ook een modellenrecht die mag je ook niet zomaar na maken. Je mag altijd een foto van iemand maken op straat maar je mag hem niet zo maar openbaar maken dat komt door het portretrecht. 4. geldt tot tien jaar na het overlijden van de afgebeelde person. 5. Op grond van zijn portretrecht mag de geportretteerde bijvoorbeeld de foto zelf kopiëren en (in beperkte mate) publiceren, mits de naam van de fotograaf maar genoemd wordt. 6. mits de naam van de fotograaf maar genoemd wordt 7. de schilder. 8. Alleen als je toestemming hebt. 9. Met toestemming van de familie wel. 10.-Jaa dat kan. 11.-de vrouw werkt in haar gelijk gesteld. 12. het is toegestaan om te citeren uit foto's. Pagina 7 van 7