omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 Zaaknummer Ons Kenmerk Datum ODH MRT2019 Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen@odh.nl I Beschikking Wet natuurbescherming Onderwerp Op 30 mei 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.34, derde lid, van de Wet natuurbescherming. Ontheffing wordt gevraagd voor het vangen, neutraliseren en weer uitzetten van verwilderde katten in de gehele provincie Zuid-Holland. Ontheffing wordt gevraagd voor de verbodsbepaling zoals genoemd in: artikel 3.34, eerste lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het uitzetten van de verwilderde kat (Fe/;s catus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode 1 juni 2018 tot en met 31 december Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing te verlenen, met uitzondering van de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023; II. III. de voorschriften 1. tot en met 9. te verbinden aan deze ontheffing; de aanvraag van 30 mei 2018 en de aanvullingen van 26 September 2018 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; IV. dat deze ontheffing geldig is vanaf de datum van dit besluit tot en met 31 december Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. Hopn an Hoofd Toets ng & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven.

2 VOORSCHRIFTEN 1 Voor het verrichten van de in deze ontheffing genoemde handelingen mogen de volgende personen middels een doorschrijving gebruik maken van deze ontheffing: - medewerkers van de regie's van de ontheffinghouder; - medewerkers van aan deze regie's van aan de ontheffinghouder gelieerde dierenasielen en/of gelieerde dierenambulances; - medewerkers van aan de ontheffinghouder gelieerde rechtspersonen; - medewerkers van door de ontheffinghouder erkende asielen. De doorschrijving vermeldt in ieder geval de volgende gegevens: a) volledige naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de medewerker of vrijwilliger aan wie de machtiging is verleend; b) plaats(en) waar de handelingen mogen worden verricht; c) de periode waarvoor de doorschrijving geldt. 2 Uitvoerders van deze ontheffing dragen bij het verrichten van de handelingen waarvoor de ontheffing verleend is de doorschrijving bij zich, alsmede een kopie van deze ontheffing. 3 Indien de ontheffinghouder de onder voorschrift 1 genoemde personen machtigt, dan dient de ontheffinghouder op het secretariaat van de ontheffinghouder een registratie van de verleende doorschrijvingen bij te houden die op verzoek kan worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren of de registratie ter beschikking te stellen aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. 4 De uitvoerder van de ontheffing dient bij de uitvoering van de werkzaamheden te handelen volgens de 'Gedragscode voor TNRC (Trap Neuter Return Care)' van Zwerfkatten Nederland. 5 Het aantal katten dient, conform de voorgeschreven werkwijze in het Handboek'', voorafgaand aan een vangactie te worden geteld. 6 De verwilderde katten mogen niet in natuurgebieden uitgezet worden. 7 De verwilderde katten, die na behandeling niet naar dezelfde locatie terug mogen, mogen uitsluitend uitgezet worden: binnen de bebouwde kom in de zin van de Wegenverkeerswet; buiten de bebouwde kom, binnen een locatie waarbij minimaal tien woningen dicht bij elkaar staan. 8 De verwilderde katten, die na behandeling niet naar dezelfde locatie terug mogen, kunnen uitsluitend worden herplaatst: - op boerderijen, campings, bungalowparken en vakantieaccommodaties en voor zover dit betreft buiten het veld in de zin van de Wet natuurbescherming. 9 Ontheffinghouder dient jaarlijks voor 1 maart te rapporteren over het gebruik van deze ontheffing in het voorafgaande jaar. In de rapportage wordt in ieder geval vermeld: a) het aantal verwilderde katten/zwerfkatten in het vanggebied (postcode-gebied) voorafgaand aan de vangacties; b) het aantal gevangen katten, uitgesplitst naar geslacht, volwassen/kitten en vanglocatie; c) de uitelndelijke bestemming van de gevangen katten (postcode-gebied; uitgezet, herplaatsbaar, geeuthanaseerd, etc.) d) de uitzetlocatie (postcode-gebied) van de gevangen katten, indien deze niet overeenkomt met de vanglocatie; e) uitkomsten van de jaarlijkse telling verwilderde katten/zwerfkatten per vanggebied. Handboek TNR zwerfkatten, C. Radstake, eerste druk /8

3 AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Voor alle soorten - beschermd en onbeschermd - geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming. Op grond hiervan dient zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Gedurende de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Wet natuurbescherming. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. 3/8

4 OVERWEGINGEN Aanleiding Op 30 mei 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen, als bedoeld in artikel 3.34, derde lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). Ontheffing wordt gevraagd voor het vangen, neutraliseren en weer uitzetten van verwilderde katten in de gehele provincie Zuid-Holland. Ontheffing wordt gevraagd voor de verbodsbepaling zoals genoemd in: - artikel 3.34, eerste lid, van de Wnb voor wat betreft het uitzetten van de verwilderde kat (Fe//s catus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode 1 juni 2018 tot en met 31 december Bij de aanvraag zijn de volgende documenten gevoegd: - Beleidsplan , Stichting Zwerfkatten Nederland; - Gedragscode TNRC (Trap - Neuter - Return/Relocate & Care), Stichting Zwerfkatten Nederland; Trap - Neuter - Return/Relocate - Care - projectplan, Oudeland van Strijen, voorjaar/najaar/winter 2018, Zwerfkatten Nederland, 3 februari Op 26 September 2018 is de aanvraag aangevuld met het volgende stuk: Brief 'verzoek aanvullende informatie, heel Zuid-Holland', Stichting Zwerfkatten Nederland, 26 September Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is op 5 September 2018 verzocht om aanvullende gegevens en is de procedure opgeschort. De procedure is op 26 September 2018 hervat. Verlenging Met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, van de Wnb hebben wij op 23 augustus 2018 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met zeven weken verlengd. Bevoegd gezag De handeling wordt verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De verwilderde kat (Fe//s cafus) is een diersoort die niet van nature in Nederland voorkomt. De verwilderde kat valt dan ook niet onder een de beschermingsregimes van de Wet natuurbescherming. Op grond van artikel 3.34, eerste lid, van de Wnb is echter het verboden om dieren uit te zetten. Op grond van artikel 3.34, derde lid, van de Wnb kunnen wij ontheffing verlenen van dit verbod. Beoordeling Aanvraag De noodzaak tot het verlenen van een ontheffing van de Wnb bestaat uit het verminderen van de Nederlandse zwerfkattenpopulaties, en daarmee het zwerfkattenleed, op duurzame, diervriendelijke en structurele wijze. In Nederland leven minimaal zwerfkatten. Zwerfkattenpopulaties worden in meer of mindere mate als problematisch gezien door de effecten op de inheemse fauna (predatie van wilde 4/8

5 dieren), verspreiding zodnosen en vervuiling, geluidsoverlast, negatief imago van de omgeving door de aanwezigheid van zwerfkatten. Het doel van deze ontheffing is het mogelijk maken van de uitvoering van TNRC. De term TNRC betekent: T van Trap (vangen), N van neuter (neutraliseren), R van return of relocate (terugplaatsen of herplaatsen), C van Care (monitoren en opvolgen). De stuurgroep Zwerfkatten Nederland ziet het monitoren als onlosmakelijk onderdeel van een TNR-project. Om de TNRC en neutralisatieprojecten optimaal vorm te kunnen geven en de financiele middelen zuiver aan deze doelstelling te kunnen besteden, is Stichting Zwerfkatten Nederland in april 2018 opgericht. Stichting Zwerfkatten Nederland is opgericht om neutralisatie- (sterilisatie- en castratie-) projecten en alles wat daarmee samenhangt te ondersteunen en daar waar mogelijk uit te voeren opdat het aantal zwerfkatten in Nederland verminderd wordt en zwerfkatten in Nederland een zeldzaamheid worden. Stichting Zwerfkatten Nederland kent zijn oorsprong in het project Nederland Zwerfkattenarm Stichting Zwerfkatten Nederland biedt een diervriendelijke opiossing door neutralisatieprojecten uit te voeren en verwilderde zwerfkatten waar mogelijk te (re)socialiseren en herplaatsen als terugzetten op de vanglocatie niet wenselijk is. Om Nederland zwerfkattenvrij te maken, is het onontbeerlijk dat zwerfkattenorganisatles optimaal gefaciliteerd worden in capaciteit van mensen en middelen om neutralisatie- en (re)socialisatieprojecten te kunnen uitvoeren. Om Nederland op diervriendelijke wijze zwerfkattenvrij te maken worden de komende drie jaar door de Stichting Zwerfkatten Nederland de volgende activiteiten ontplooid: 1. Het op diervriendelijk en structurele wijze verminderen van het aantal zwerfkatten In Nederland door het uitvoeren van neutralisatieprojecten en waar mogelijk (re-)socialisatie van wilde kittens en verwilderde zwerfkatten volgens de in het TNR-handboek zwerfkatten beschreven methoden. 2. Het genereren van een zwerfkattenorganisatienetwerk over heel Nederland en het stimuleren van onderlinge samenwerking tussen zwerfkattenorganisatles en educatie aan hen. 3. Het verhogen van kennis, kunde door het geven van praktisch advies en het delen van kennis zoals het TNR-handboek^ voor zwerfkatten. 4. Het bevorderen van verantwoord kat-eigenaarschap door het geven van informatie en educatie rondom het verantwoord houden van huiskatten, het voorkomen dat een huiskat een zwerfkat wordt en het geven van adviezen rondom de omgang met zwerfkatten. 5. Het maken van landeli-ke afspraken met stakeholders. 6. Het inventariseren en monitoren van de aantallen zwerfkatten in Nederland. 7. Het werven van fondsen ten behoeve van financiering van neutralisatieprojecten. Uitvoering Stichting Zwerfkatten Nederland zet TNRC in om: 1. het aantal verwilderde en wilde zwerfkatten te verminderen door: a. het neutraliseren van zwerfkatten zodat er geen kittens geboren worden; b. waar mogelijk zwerfkatten te resocialiseren en te herplaatsen in een thuis of op een buitenpiek; c. verwilderde kittens te socialiseren en plaatsen als huiskat; 2. het welzijn te verbeteren door permanente monitoring van zwerfkattenkolonies (bijvoeren, schuilplaatsen bieden, veterinaire hulp geven bij zieke en gewonde dieren en het wegvangen van nieuwe aanwas); 3. de predatiedruk van de kat op weide- en akkervogels en bedreigde diersoorten in en rondom Natura 2000-gebieden te verlagen; 4. het actief in te zetten op neutralisatie bij boerderij/schuurkatten en zo te voorkomen dat er aanwas van zwerfkatten in weilandgebieden ontstaat; 2 5/8

6 5. het publiek bewust te maken van hun verantwoord eigenaarschap; en 6. op systematische wijze te inventariseren hoeveel zwerfkatten waar gevangen worden opdat een beeld ontstaat hoe groot en waar het zwerfkattenprobleem in Nederland aanwezig is. Door de samenwerking te zoeken met landelijke organisaties worden nulmetingen verricht voorafgaand aan vangacties, zodat het effect van de vangacties na een jaar gemeten kan worden. De katten dienen, overeenkomstig paragraaf 6.1 van het Handboek, in de opbouwperiode van vaste voedertijden te worden geteld. Dit is vastgelegd in voorschrift 5. De kolonie(s) zwerfkatten dienen in kaart te worden gebracht, zodat in de tijd een goed beeld ontstaat van de ontwikkeling van de kolonie(s) en geevalueerd kan worden wat het effect is van de TNR-acties. Zie hierover tevens paragraaf van het Handboek. Vervolgens dient er jaarlijks een telling plaats te vinden van het aantal verwilderde katten/zwerfkatten in dat bepaalde vanggebied, zolang er gebruik wordt gemaakt van deze ontheffing. Door het op deze wijze monitoren van de kattenpopulaties van alle verschillende vanggebieden kan er - op termijn - inzicht komen in de effectiviteit van de TNRC-methode. De bedoelde tellingen mogen uitgevoerd worden door een zwerfkattenorganisatie, of deze kunnen desgewenst uitbesteed worden aan een andere organisatie. Voor het buitengebied kan bijvoorbeeld samenwerking gezocht worden met de terreinbeheerder ter plaatse of de plaatselijke wildbeheereenheid. Deze organisaties verrichten reeds faunatellingen in hun gebieden, waarin de verwilderde kat wellicht meegenomen kan worden. Dit is vastgelegd in voorschrift 9. Stichting Zwerfkatten Nederland schrijft situatie gerichte projectplannen op basis waarvan TNRC-projecten worden uitgevoerd en financiering wordt aangevraagd. Regionale zwerfkattenorganisatles wordt gevraagd het projectplan uit te voeren op basis waarvan gehonoreerde financieringen worden verdeeld. Zwerfkattenorganisaties dienen te voldoen aan het werken conform de gedragscode van Stichting Zwerfkatten Nederland. De uitvoerende zwerfkattenorganisaties dienen te voldoen aan wettelijke eisen wat betreft inrichting en bedrijfsmatig handelen. Ook dient de zwerfkattenorganisatie professioneel te werken met protocollen die van belang zijn voor de logistiek en het hygienisch werken om uitbraken van ziekte voor te zijn. Tot slot is er de vereiste van een goede administratie die belangrijk is om: te weten hoe deze zwerfkat verzorgd moet worden en welke veterinaire hulp vedeend wordt waar het dier gevonden is opdat het op dezelfde piek teruggezet kan worden de statistiek voor gemeentelijke/provinciale en landelijke verslaglegging. Overtreding verbodsbepaling Op grond van artikel 3.34, eerste lid, van de Wnb is het verboden dieren uit te zetten. Dit verbod is van toepassing op alle soorten dieren, zowel diersoorten die niet of niet meer van nature voorkomen, als soorten die wel van nature in Nederland voorkomen. Nu de verwilderde katten na het neutraliseren weer in het wild worden losgelaten, wordt dit verbod overtreden. Beoordeling Wij kunnen ons vinden in de doelstelling van dit project, namelijk het verminderen van de Nederlandse zwerfkattenpopulaties, de daarmee samenhangende effecten op het gebied van de fauna en volksgezondheid als gevolg van hun aanwezigheid, alsmede het verminderen van het zwerfkattenleed, op een duurzame, diervriendelijke en structurele wijze. De Raad van Dierenaangelegenheden (hierna: de Raad) heeft in haar zienswijze ten aanzien van het terugdringen van gezondheidsrisico's voor mens en dier onder meer geadviseerd: verplichte (vroeg)castratie/sterilisatie en identificatie & registratie van katten te combineren met maatregelen op het gebied van vaccins, import, houderijvoorschriften, ontworming en TNR, een doeltreffende methode mits voldaan wordt aan strenge voorwaarden. De Raad geeft het volgende advies ten aanzien van TNR: "De TNR-methode is gericht op het vangen, castreren/steriliseren en weer terugplaatsen van zwerfkatten in de eigen omgeving. Alleen als deze methode goed en professioneel georganiseerd wordt, er voldoende betrokken vrijwilligers zijn, strenge vang- en verzorgingsprotocollen (hygiene, hanteren, ontwormen, voeren, 6/8

7 Ingrepen, identificatie, castratie/sterilisatie e.d. (zie ook paragraaf 3.2.2) worden gevolgd, een substantieel deel van de populatie katten wordt gevangen (<70% is onvoldoende), nieuwe zwerfkatten gemeld worden en alles goed geregistreerd en permanent gemonitord (bijv. per postcode) wordt is er kans om de populatie zwerfkatten op termijn te laten verminderen en gezondheidsrisico's terug te dringen. Daarnaast is draagvlak onder bewoners een belangrijke voorwaarde, anders werkt deze methode ook niet (o.a. Natoli et.al. 2006, Stoskopf et.al. 2004). TNR is een methode die een lange adem vraagt." Nu de andere adviezen van de Raad, onder andere met betrekking tot verplichte (vroeg)castratie/sterilisatie en identificatie & registratie van katten, vooralsnog niet overgenomen zullen worden door de Nededandse overheid^, is het goed uitvoeren van TNR des te belangrijker. Niks doen is geen opiossing en zal het probleem alleen maar vergroten. Wij zijn van oordeel dat Stichting Zwerfkatten Nederland een gedegen plan heeft voorgelegd ter uitvoering van het advies van de Raad. Er zal gewerkt worden volgens het handboek, dat als leidraad bij de uitvoering van TNR zal worden gebruikt. Doordat de stichting in alle provincies actief is, wordt hiermee landelijk dezelfde werkwijze gehanteerd. Ook is de coordinatie en monitoring op deze manier centraal geregeld. Er is ontheffing gevraagd van het verbod tot het uitzetten van dieren zoals bedoeld in artikel 3.34, eerste lid, van de Wnb. Nadat de katten zijn geneutraliseerd, zullen zij, na een korte herstelperiode, weer uitgezet worden. Aangezien de katten voor enige tijd aan de natuur onttrokken zijn, zien wij deze uitzetting als een overtreding van voormeld verbod. In beginsel zullen de katten uitgezet worden op de locatie waar zij gevangen zijn. Echter, indien de katten in een natuurgebied gevangen zijn (bijvoorbeeld een Natura 2000-gebied of weidevogelgebied), mogen de katten hier niet worden teruggeplaatst. Dit is vastgelegd in voorschrift 6. Katten prederen de inheemse fauna, of zij nu geneutraliseerd zijn of niet. Katten zijn dan ook ongewenst in natuurgebieden. Deze katten dienen te worden uitgezet binnen de bebouwde kom dan wel buiten de bebouwde kom op een locatie waarbij minimaal tien woningen dicht bij elkaar staan. Daarnaast is het mogelijk om de verwilderde katten te herplaatsen. Alvorens tot een besluit te komen of een zwerfkat kan worden uitgezet of herplaatst in het buitengebied, zal de ontheffinghouder overleggen met (onder meer) de Koninklijke Nederlandse Jachtvereniging, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Het idee is om de katten die niet op dezelfde locatie uitgezet kunnen worden, te herplaatsen op andere buitenplekken, zoals boerderijen, maneges en tuinderijen. Dit is vastgelegd in de voorschriften 7 en 8. Hiervoor geldt, afhankelijk van de behoefte, een maximum van 5 a 10 verwilderde katten per jaar op een locatie, mits daarvoor schriftelijk toestemming door de terreinhouder dan wel eigenaar is gegeven. Vaak zijn dit locaties gelegen nabij het buitengebied. Er dient te worden voorkomen dat er te veel verwilderde katten op een locatie worden herplaatst. Als gevolg hiervan zouden verwilderde katten, door onderlinge concurrentie en het beperkte voedselaanbod, alsmede de ligging van de herplaatsingslocatie, mogelijk terug het buitengebied in kunnen gaan. Van het vorenstaande is geen sprake als de verwilderde katten reeds voor het vangen (tezamen) op die locatie aanwezig waren. In het gebied waar deze kat wel wordt uitgezet of herplaatst, is de monitoring van belang, zodat zieke en gewonde dieren veterinair geholpen kunnen worden. Tevens is gebleken dat Stichting Zwerfkatten Nederland actief lobbyt, zowel op landelijk, provinciaal als gemeentelijk niveau, bij instanties en belangenorganisaties die invloed kunnen uitoefenen op en betrokken zijn bij deze problematiek. Hierdoor neemt Stichting Zwerfkatten Nederland het voortouw om de coordinatie rondom de verwilderde zwerfkatten problematiek te verbeteren, door vind- en zichtbaar te zijn voor degenen die last ondervinden van deze katten en voor betrokken (belangen)organisaties. Daarnaast hebben ze al meerdere malen aan de hand van een plan van aanpak voor een concreet gebied om vangacties te verrichten middelen ontvangen ten einde die plannen succesvol te kunnen uitvoeren, hetgeen onder meer blijkt uit de overgelegde 'Eindrapportage opdracht Provincie Zuid-Holland 2018'. 3 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 884, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr /8

8 Gelet op het vorenstaande, met inachtneming van de voorschriften, zien wij geen reden om het verzoek om ontheffing af te wijzen. Afwijken van beleid In artikel 5.1, tweede lid, van de Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland (hierna: Beleidsregel) is bepaald dat wij een ontheffing, als bedoeld in artikel 3.34, derde lid, van de Wnb, voor het uitzetten van dieren alleen verlenen ten behoeve van herintroductie en/of repopulatie. Uit de toelichting bij de Beleidsregel valt op te maken dat deze bepaling met name is opgenomen vanwege de onwenselijkheid van het introduceren van nieuwe (uitheemse) soorten. In dit geval is echter geen sprake van het introduceren van een nieuwe soort. Het gaat om het vangen van verwilderde katten, waarvan een deel weer wordt losgelaten op de vanglocatie. Echter wordt niet voldaan aan de tekst zoals opgenomen in artikel 5.1, tweede lid, van de Beleidsregel. Op grond van artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk af te wijken van de Beleidsregel. Wij zijn van mening dat het van groot belang is om de aantallen in het wild levende katten en de bijbehorende problematiek voor de volksgezondheid en de inheemse fauna niet verder te laten toenemen. De gevraagde ontheffing draagt daar aan bij. Stichting Zwerfkatten Nederland is voornemens om landelijk de toepassing van de TNRC-methode voort te zetten, waarvoor zij tevens bij andere provincies ontheffing hebben verkregen (namelijk van de provincies Drenthe, Noord-Holland, Utrecht en Zeeland), dan wel om hebben verzocht. Door eveneens hieraan medewerking te verlenen zal het rendement van het gehele project groter zijn. Door het verbinden van voorschriften aan deze ontheffing borgen wij de verantwoorde uitvoering van de TNR-methode en kan zo nodig op basis van de resultaten worden bijgestuurd. Gelet op het vorenstaande zullen wij bij het verlenen van deze ontheffing op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht afwijken van het vastgestelde beleid. Periode De ontheffing is gevraagd voor de periode tot en met 31 december In 2018 hebben wij echter aan een andere belangenbehartiger van zwerfkattenorganisaties ook een ontheffing verleend, voor de periode tot en met 31 december Beide organisaties menen dat zij een coordinerende rol van TNR(C)-projecten vervullen. Wij zullen onderhavige ontheffing verlenen voor dezelfde periode als de eerder verleende ontheffing (namelijk 31 december 2022). Tegen het einde van de looptijd van de ontheffingen, zullen wij evalueren hoe effectief de organisaties de vangacties uitgevoerd hebben. Voor de periode 2023 en verder zal de evaluatie bepalend zijn of wij nogmaals aan twee organisaties ontheffing gaan verlenen, of dat wij slechts aan een ontheffing zullen verlenen. Samenhiangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor de uitvoering van dit project in Natura 2000-gebieden. Hiervoor zijn wij bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.34, derde lid, van de Wnb worden verleend. 8/8