Fact Sheet. Europese Commissie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Fact Sheet. Europese Commissie"

Transcriptie

1 Fact Sheet Europese Commissie HET EU-PLATTELANDSONTWIK- KELINGSBELEID

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Ontwikkeling van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen van de EU tot op heden 4 2. De nieuwe verordening inzake plattelandsontwikkeling de strategische aanpak 7 3. De maatregelen voor plattelandsontwikkeling Uitvoering van beleid Financiële steun van de EU voor plattelandsontwikkeling Nuttige informatiebronnen 19 Bijlage 20 Europe Direct helpt u antwoord te vinden op uw vragen over de Europese Unie Gratis nummer (*): (*) Als u mobiel of in een telefooncel of hotel belt, hebt u misschien geen toegang tot gratis nummers of kunnen kosten worden aangerekend. Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver ( Bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie. ISBN Europese Gemeenschappen, 2006 Overneming met bronvermelding toegestaan. Hoe zijn de EU-publicaties te verkrijgen? Publicaties van het Publicatiebureau die te koop zijn kunt u via de website van de EU Bookshop bestellen bij het verkoopkantoor van uw keuze. U kunt ook via fax op het nummer (352) een lijst aanvragen van onze wereldwijd verspreide verkoopkantoren. Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen,

3 Inleiding Plattelandsontwikkeling is een cruciaal beleidsterrein in de 25 lidstaten van de Europese Unie, want meer dan de helft van de bevolking leeft in plattelandsgebieden en maar liefst 90 % van de oppervlakte van de EU is platteland. De land- en bosbouw blijven van groot belang voor het grondgebruik en het beheer van de natuurlijke hulpbronnen in de plattelandsgebieden van de EU. Ook zijn zij belangrijk als basis voor economische diversificatie in de plattelandsgemeenschappen. De versterking van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU is een prioriteit voor de EU als geheel geworden. In de conclusies van de Europese Raad van Gotenburg van juni 2001 is dit als volgt duidelijk gemaakt: Het Europese landbouwbeleid heeft de afgelopen jaren minder het accent gelegd op marktmechanismen en zich door gerichte steunmaatregelen meer georiënteerd op de toenemende eisen van het publiek inzake voedselveiligheid, voedselkwaliteit, productdiversificatie, dierenwelzijn, kwaliteit van het milieu en het behoud van natuur en landschap. Na de fundamentele hervorming van de eerste pijler 1 van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in 2003 en 2004, heeft de Landbouwraad in september 2005 een fundamentele hervorming van het plattelandsontwikkelingbeleid (POB) goedgekeurd voor de periode 2007 tot en met op basis van het voorstel van de Commissie van 14 juli Op basis van de conclusies van de conferentie van Salzburg inzake plattelandsontwikkeling (november 2003) en van de strategische richtsnoeren die de Europese Raad in Lissabon en Göteborg heeft goedgekeurd en waarin de nadruk wordt gelegd op de economische, milieu- en sociaal-maatschappelijke aspecten van duurzaamheid, zijn voor de periode de volgende drie hoofddoelstellingen geformuleerd voor het POB: de landbouwsector concurrerender maken; ondersteuning van milieu en landschap door steun voor ruimtelijke ordening; verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en bevordering van diversificatie van de economische bedrijvigheid. Daarenboven wordt het communautaire initiatief Leader bij de hervorming ingebed in de hoofdstroom van de programma s voor plattelandsontwikkeling (PO) en wordt daarbij ook een belangrijke stap gezet op weg naar vereenvoudiging, door PO onder een enkel financierings- en programmeringskader te brengen. 1 Betreffende marktgerelateerde GLB-steunregelingen en rechtstreekse steunbedragen voor de landbouwers. 2 Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling PB L 277 van COM(2004) 490 def.: Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFP):

4 1. Ontwikkeling van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen van de EU tot op heden Het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU is ontstaan door de evolutie van het GLB van een beleid dat zich met de structurele problemen in de landbouwsector bezighoudt tot een beleid dat zich richt op de verschillende rollen van de landbouw in de maatschappij en, in het bijzonder, op de uitdagingen in de bredere context van het platteland. a) Vroege ontwikkeling Het GLB was oorspronkelijk voornamelijk gericht op de ondersteuning van het fysieke kapitaal (investeringen) in het landbouwbedrijf en in de sector verwerking en afzet. De ondersteuning voor de verwerking en de afzet was bedoeld om de integratie van de bedrijfskolom levensmiddelen van productie tot en met afzet te bevorderen en bij te dragen aan de verdere verbetering van de landbouwstructuren en van het concurrentievermogen van de primaire sector. Geleidelijk verschoof de aandacht ook in de richting van het menselijke kapitaal in de vorm van ondersteuning van vervroegde uittreding en beroepsopleiding. In de jaren 70 van de vorige eeuw is voor het eerst een territoriaal element toegevoegd, door probleemgebieden aan te wijzen die voor speciale maatregelen in aanmerking kwamen. Het doel was om de uittocht uit de landbouw en het platteland te stoppen, want bepaalde plattelandsgebieden en natuurlijke habitats en het landschap werden daardoor in hun voortbestaan bedreigd. Dit beleid is later omgezet in een ruimere aanpak, waarbij op probleemgebieden gerichte maatregelen werden geïntegreerd in ander beleid dat op de ondersteuning van bepaalde gebieden was gericht. b) Agenda 2000 Halverwege de jaren 90 had de EU een reeks instrumenten tot haar beschikking om doelstellingen als herstructurering van de landbouw, ruimtelijke ordening en plaatselijke ontwikkeling, en integratie van milieubeleid gestalte te geven. In het kader van de overeenstemming over Agenda zijn deze maatregelen ondergebracht in één belangrijke verordening inzake plattelandsontwikkeling 5. Hierin wordt een menukaart van 22 maatregelen aangeboden waaruit de lidstaten die maatregelen kiezen die het beste voldoen aan de behoeften van hun plattelandsgebieden. Die maatregelen worden vervolgens in hun nationale of regionale programma s opgenomen. De bijdrage van de EU aan de financiering van maatregelen is afhankelijk van de maatregel en van de betrokken regio. Bij Agenda 2000 is van het plattelandsontwikkelingsbeleid de tweede pijler van het GLB gemaakt, bedoeld om de verdere hervorming van het marktbeleid (de eerste pijler) te begeleiden. Het GLB is steeds meer gericht op de totstandbrenging van het juiste evenwicht tussen beide pijlers. 4 Reeks hervormingen van het EU-beleid, onder andere van de landbouw, waarover tijdens de topontmoeting van staatshoofden en regeringsleiders van de EU tijdens de Europese Raad in Berlijn in maart 1999 overeenstemming is bereikt, en vaststelling van de Financiële vooruitzichten voor de EUbegroting voor de periode Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 (PB L 160 van ). 4

5 c) Hervorming van het GLB juni 2003 De complementariteit tussen de twee pijlers van het GLB is versterkt door de recente hervorming van het GLB, waardoor met ingang van 2005 de ontkoppeling, aangescherpte randvoorwaarden en verplichte modulatie (d.w.z. de overheveling van geldmiddelen van de eerste naar de tweede pijler) zijn ingevoerd. Bij de eerste pijler gaat het er vooral om basale inkomenssteun te verlenen aan de landbouwers, die vrij zijn hun productie af te stemmen op de marktvraag, terwijl via de tweede pijler steun wordt verleend aan de landbouw als leverancier van collectieve goederen in het kader van zijn milieu- en plattelandsfuncties, en aan de plattelandsgebieden voor hun ontwikkeling. De overeenkomst van juni 2003 leidt tot een versterking van het plattelandsontwikkelingsbeleid doordat nieuwe maatregelen worden ingevoerd (kwaliteitsbevordering en dierenwelzijn, en steun voor landbouwers om aan de nieuwe EU-normen te voldoen) en tot meer EU-middelen voor plattelandsontwikkeling door een verlaging van de rechtstreekse betalingen ( modulatie ) aan grotere bedrijven. Duurzame landbouwen plattelandsgebieden Voedselproductie Eerste pijler Marktbeleid inkomenssteun Milieufunctie Tweede pijler PO-beleid collectieve goederen Plattelandsfunctie d) De Conferentie van Salzburg De belangrijkste gebieden waarvoor aandacht moest komen in het toekomstige plattelandsontwikkelingsbeleid lagen besloten in de conclusies van de Tweede Europese conferentie inzake plattelandsontwikkeling die in november 2003 in Salzburg is gehouden, Het zaad voor de toekomst van het platteland zaaien Ontwikkeling van een beleid dat onze ambities waar kan maken. Het gaat hierbij om: land- en bosbouw: deze sectoren zullen een belangrijke rol blijven spelen bij de landschapsvorming en de instandhouding van leefbare plattelandsgemeenschappen. Er zijn nog steeds zeer goede redenen om overheidssteun uit te trekken voor het EU-plattelandsontwikkelingsbeleid om de herstructurering van de landbouw, de duurzame ontwikkeling van het platteland en een evenwichtige verhouding tussen landelijke en stedelijke gebieden te bevorderen; uitbreiding van de activiteiten op het platteland: de ontwikkeling van het platteland kan niet langer uitsluitend op de landbouw gebaseerd zijn. Diversifiëring zowel binnen als buiten de landbouwsector is onontbeerlijk om leefbare en duurzame plattelandsgemeenschappen te bevorderen; voedselkwaliteit en veiligheid: de Europese burgers hechten steeds meer belang aan de veiligheid en kwaliteit van hun voedsel, het welzijn van de landbouwhuisdieren en het behoud en de verbetering van de landelijke gebieden; toegang tot openbare diensten: in veel plattelandsgebieden hebben de gebrekkige toegang tot openbare diensten, het ontbreken van alternatieve werkgelegenheid en de leeftijdsopbouw een aanzienlijke negatieve invloed op het ontwikkelingspotentieel, en vooral op de mogelijkheden voor vrouwen en jongeren; dekking van het grondgebied van de EU: het plattelandsontwikkelingsbeleid moet voor alle landelijke gebieden van 5

6 de uitgebreide Unie gelden, zodat landbouwers en andere plattelandsactoren de uitdagingen kunnen aangaan die de huidige herstructurering van de landbouwsector, de effecten van de GLB-hervorming en de veranderende handelspatronen voor landbouwproducten met zich brengen; cohesie: het plattelandsontwikkelingsbeleid van de Unie draagt nu reeds in belangrijke mate bij tot de economische en sociale cohesie, die in de uitgebreide Unie nog versterkt moet worden; deelname van belanghebbenden: verschillende belanghebbenden die zich actief inzetten voor een duurzame ontwikkeling van de plattelandsgebieden van Europa op sociaal-economisch en milieugebied, zouden moeten deelnemen aan het uitdenken van maatregelen voor plattelandsontwikkeling. In het toekomstige beleid moet gebruik worden gemaakt van EU-steun voor plattelandsgebieden die wordt verleend via van onderaf tot stand gekomen lokale partnerschappen, waarbij wordt voortgebouwd op de uit de LEADER-aanpak getrokken lering; partnerschap: het beleid moet, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, worden uitgevoerd op basis van een partnerschap tussen publiek- en privaatrechtelijke organisaties en de burgermaatschappij; vereenvoudiging: een aanzienlijke vereenvoudiging van het plattelandsontwikkelingsbeleid van de Unie is dringend noodzakelijk. De tenuitvoerlegging ervan moet gebaseerd zijn op één enkel, op de plattelandsontwikkelingsbehoeften toegesneden programmerings-, financierings- en controlesysteem. e) Herziening van het beleid voor de periode : Verordeningsvoorstel Uitgebreide effectbeoordeling In het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten voor de programmeringsperiode heeft de Europese Commissie een gedegen analyse van het plattelandsontwikkelingsbeleid uitgevoerd, met inbegrip van een uitgebreide effectbeoordeling (UEB) van het toekomstige POB. In de UEB zijn doelstellingen vastgesteld voor het toekomstige POB, zijn beleidsopties vergeleken en zijn de resultaten van de raadplegingsbijeenkomsten met belanghebbenden uiteengezet. In die beoordeling zijn conclusies getrokken voor het plattelandsontwikkelingsbeleid na 2006 en is uitleg gegeven over de inhoud en de uitvoeringsmechanismen ervan. De conclusies van de UEB krijgen hun neerslag in de nieuwe verordening inzake plattelandsontwikkeling 6. 6 SEC (2004) 931 Extended Impact assessment accompanying the proposal for a Council Regulation on Support for rural development en SEC (2005) 914 Update to the Impact assessment report. 6

7 2. De nieuwe verordening inzake plattelandsontwikkeling de strategische aanpak Het nieuwe POB van de EU, zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1698/2005 wordt gekenmerkt door continuïteit en verandering : Ook in de nieuwe verordening wordt een menukaart van maatregelen aangeboden waaruit de lidstaten kunnen kiezen en waarvoor zij financiële steun van de Gemeenschap ontvangen in het kader van geïntegreerde plattelandsontwikkelingsprogramma s. De manier waarop deze programma s worden ontwikkeld, is erdoor veranderd, doordat de nadruk wordt gelegd op de strategische inhoud en de duurzame ontwikkeling van de plattelandsgebieden. Daarom is het toekomstige POB voornamelijk gericht op drie gemeenschappelijk overeengekomen centrale beleidsdoelstellingen: verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouw, steunverlening voor landbeheer en verbetering van het milieu, en verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en bevordering van diversificatie van de economische bedrijvigheid. Elke centrale doelstelling in de plattelandsontwikkelingsprogramma s correspondeert met een thematisch zwaartepunt. De drie thematische zwaartepunten worden aangevuld met een methodologisch zwaartepunt dat is gewijd aan de LEADER-benadering (LEADER zwaartepunt). Voor ieder zwaartepunt is een minimumfinanciering vereist om ervoor te zorgen dat het programma in zijn geheel uitgebalanceerd is (10 % voor zwaartepunt 1, 25 % voor zwaartepunt 2, 10 % voor zwaartepunt 3 en 5 % voor het LEADER-zwaartepunt in de nieuw lidstaten zal dat 2,5 % zijn). De bouwstenen voor de diverse thematische zwaartepunten zijn tevoren vastgestelde plattelandsontwikkelingsmaatregelen (zie tabel 1) waaruit de lidstaten die maatregelen kunnen kiezen waarvan ze geloven dat ze de hoogste toegevoegde waarde hebben, rekening houdend met de doelstellingen van de EU. Deze aanpak maakt het mogelijk de voor plattelandsontwikkeling beschikbare EU-medefinanciering te concentreren op gemeenschappelijk overeengekomen EU-prioriteiten voor de drie zwaartepunten van het beleid, terwijl de lidstaten en de regio s toch voldoende flexibiliteit wordt gelaten om een passend evenwicht te vinden tussen de sectorale dimensie (herstructurering van de landbouw) en de territoriale dimensie (landbeheer en sociaal-economische ontwikkeling van de plattelandsgebieden). Plattelandsontwikkeling LEADER-zwaartepunt Zwaartepunt 1 Concurrentievermogen Zwaartepunt 2 Milieu en + Landbeheer Zwaartepunt 3 Economische diversifiëring + Leefkwaliteit Eén enkele reeks regels voor programmering, financiering, toezicht en audit Eén enkel plattelandsontwikkelingsfonds 7

8 De nieuwe verordening betekent vooruitgang, zowel op het gebied van beleidsinhoud als op dat van tenuitvoerlegging. In de programmeringsperiode hebben de verschillende regels inzake programmering, rapportage en controle (van EOGFL-Oriëntatie en -Garantie) de administratieve last voor de lidstaten en de Commissie aanzienlijk vergroot en afbreuk gedaan aan de coherentie, de doorzichtigheid en de zichtbaarheid van het beleid inzake plattelandsontwikkeling. Het bestaan van één enkel fonds, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en één enkele reeks regels op het gebied van programmering, financiering, rapportage en controle zal de tenuitvoerlegging van het beleid aanzienlijk vereenvoudigen. Communautaire strategische richtsnoeren 1. Verbetering van het concurrentievermogen van de landen de bosbouwsector. De middelen voor zwaartepunt 1 zijn bestemd voor de bevordering van een sterke en dynamische Europese agrovoedingssector en zullen daarom met name gaan naar prioriteiten als kennisoverdracht, modernisering, innovatie en kwaliteit in de bedrijfskolom levensmiddelen en prioritaire sectoren voor investeringen in fysiek en menselijk kapitaal. 2. Milieu- en natuurverbetering. Met het oog op de bescherming en verbetering van de natuurlijke hulpbronnen en het rurale landschap in de EU moeten de voor zwaartepunt 2 uitgetrokken middelen worden ingezet voor drie prioriteiten: biodiversiteit en de instandhouding en ontwikkeling van landbouw- en bosbouwsystemen met een hoge natuurwaarde en van traditionele agrarische landschappen; water; klimaatverandering. 3. Verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en bevordering van diversificatie. De aan zwaartepunt 3 bestede middelen moeten ten dienste worden gesteld van de overkoepelende prioriteit werkgelegenheid en het scheppen van groeivoorwaarden. De maatregelen in het kader van zwaartepunt 3 moeten vooral tot doel hebben de capaciteitsopbouw, het verwerven van vakkundigheid en de organisatie van de ontwikkeling van lokale strategieen te bevorderen, en moeten ervoor helpen zorgen dat het platteland voor de volgende generaties aantrekkelijk blijft. Wanneer initiatieven ter bevordering van opleiding, voorlichting en ondernemerschap worden genomen, moet aandacht worden besteed aan de specifieke behoeften van vrouwen, jongeren en oudere werknemers. 4. Ontwikkeling van de plaatselijke capaciteit voor werkgelegenheid en diversificatie. De middelen voor zwaartepunt 4 (Leader) staan ten dienste van de prioriteiten van de zwaartepunten 1, 2 en 3, maar zijn tevens, in horizontaal opzicht, van groot belang voor de verbetering van het bestuur en de mobilisatie van het reeds in de plattelandsgebieden aanwezige potentieel. 5. Prioriteiten in programma s vertalen. De lidstaten moeten erop toezien dat in hun nationale strategieën de synergieën tussen en binnen de zwaartepunten worden geoptimaliseerd en contradicties worden voorkomen. Voorts moeten ze nadenken over hoe rekening kan worden gehouden met andere communautaire strategieën, met name op het gebied van milieu. 6. Complementariteit van de communautaire instrumenten. Er dient te worden gestreefd naar synergie tussen het structuur-, werkgelegenheids- en plattelandsontwikkelingsbeleid. De lidstaten moeten zorgen voor de complementariteit en de samenhang van de acties die op een bepaald geografisch gebied en binnen een bepaalde activiteit worden gefinancierd uit het EFRO, het cohesiefonds, het ESF, het EVF en het ELFPO. De belangrijkste richtsnoeren voor het scheiden en coördineren van de uit de verschillende fondsen gefinancierde acties, moeten in het nationale strategische referentiekader/nationale strategieplan worden verankerd. 8

9 a) Een nieuw plattelandsontwikkelingsfonds Het nieuwe fonds zal functioneren volgens regels die zijn aangepast aan meerjarenprogrammering en gebruik maken van organisatiestructuren en procedures zoals op nationaal niveau erkende betaalorganen en een jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen, waarmee de lidstaten vele jaren ervaring hebben en die hun degelijkheid bewezen hebben. Eén enkel financierings- en programmeringssysteem voor plattelandsontwikkeling is een grote vereenvoudiging ten opzichte van de bestaande situatie. De stroomlijning en vereenvoudiging van de voorwaarden voor plattelandsontwikkelingsmaatregelen verhoogt de flexibiliteit bij de uitvoering, evenals financiële programmering op het niveau van het betrokken zwaartepunt (zodat de lidstaten binnen een zwaartepunt gemakkelijk van de ene maatregel op de andere kunnen overstappen). b) Communautaire strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling De basis voor toekomstig plattelandsontwikkelingsbeleid is een strategische benadering die de prioriteiten van de EU voor plattelandsontwikkeling vaststelt. In februari 2006 heeft de Raad de strategische richtsnoeren van de EU voor plattelandsontwikkeling goedgekeurd 7. Deze vormen het kader op basis van zes communautaire strategische richtsnoeren, op grond waarvan de lidstaten hun eigen nationale strategische plannen inzake plattelandsontwikkeling moeten opstellen, hetgeen zal bijdragen tot: het afbakenen van de terreinen waarop de EU-steun voor plattelandsontwikkeling een maximale toegevoegde waarde creëert op het niveau van de Europese Unie; het zoeken van aansluiting bij de voornaamste EU-prioriteiten (Lissabon, Göteborg); het zorgen voor samenhang met ander EU-beleid, met name cohesie- en milieubeleid; het begeleiden van de invoering van het nieuwe, marktgerichte GLB en de nodige herstructurering die dit in de oude en de nieuwe lidstaten tot gevolg zal hebben. Om tot een evenwichtige strategie te komen is voor ieder zwaartepunt een minimumfinanciering vereist. De voorgestelde minimumfinancieringspercentages van respectievelijk 10 %, 25 % en 10 % voor de zwaartepunten 1, 2 en 3 zijn een garantie dat elk programma ten minste de drie voornaamste beleidsdoelstellingen weerspiegelt, maar de percentages zijn laag genoeg om de lidstaten of de regio s een grote speelruimte te laten (55 % van de EU-financiering) om naar eigen voorkeur en behoefte bepaalde beleidszwaartepunten te benadrukken, afhankelijk van hun situatie. Voor het zwaartepunt LEADER is een minimum van 5 % (2,5 % voor de nieuwe lidstaten) van de EU-financiering voor elk programma gereserveerd. De uitgaven voor LEADER dekken alle drie beleidszwaartepunten. 7 Besluit 2006/144/EG van de Raad van 20 februari 2006 inzake communautaire strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling (PB L 55 van , blz. 20). 9

10 3. De maatregelen voor plattelandsontwikkeling Toekomstig beleid wordt rond drie thematische zwaartepunten gegroepeerd. Voor elk zwaartepunt zal een reeks maatregelen beschikbaar zijn. In de nieuwe verordening zijn de voorwaarden waaronder de maatregelen ten uitvoer kunnen worden gelegd, gestroomlijnd en vereenvoudigd. De opstelling van de plattelandsontwikkelingsprogramma s door de lidstaten vindt op nationaal en regionaal niveau plaats. Zij kiezen daarbij die maatregelen uit die tegemoet komen aan de behoeften van hun plattelandsgebieden, rekening houdend met de prioriteiten en de strategie waarvoor in het nationale strategische plan inzake plattelandsontwikkeling is gekozen. 3.1 Maatregelen in het kader van zwaartepunt 1 (Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en de bosbouwsector) Hoewel de landbouw in een toenemend aantal plattelandsgebieden steeds minder vaak de belangrijkste activiteit is, is deze nog wel steeds van belang voor het beheer van het landschap in de EU, voor zijn bijdrage aan de plattelandseconomieën en voor de voedselvoorziening en de collectieve goederen en diensten. Tegelijkertijd is de concurrentie in deze sector heftiger geworden als gevolg van de steeds verder toenemende liberalisering van de handel in landbouwproducten. Om op deze uitdagingen een antwoord te vinden, moet vooral aandacht worden besteed aan efficiëntie en concurrentievermogen, maar moet ook rekening worden gehouden met de diversiteit van het landbouwpotentieel in verschillende plattelandsgebieden, met name in de nieuwe lidstaten, waar de plattelandsgebieden verstrekkende structurele veranderingen zullen blijven ondergaan. Voor het concurrentievermogen is het nodig dat een redelijke balans wordt gevonden tussen de levensvatbaarheid van landbouwbedrijven, milieubescherming en de sociale dimensie van plattelandsontwikkeling. Voor de verbetering van het concurrentievermogen blijft investeringssteun voor fysiek kapitaal belangrijk. Tegelijkertijd worden investeringen in menselijk en sociaal kapitaal steeds belangrijker om de land- en bosbouw in staat te stellen een innovatieve en dynamische sector te blijven die aan de groei in plattelandsgebieden bijdraagt. Om het concurrentievermogen van de landbouw te vergroten moeten zijn economische prestaties worden verbeterd door bijvoorbeeld kostenvermindering, vergroten van de economische omvang van bedrijven, bevorderen van innovatie en meer marktgerichtheid. Voor de vergroting van het concurrentievermogen moet ook gebruik worden gemaakt van de kansen die worden geboden door de diversifiëring van de economische activiteiten, meer nadruk op voedselkwaliteit en voedselveiligheid, hoogwaardige producten waar veel vraag naar is, met inbegrip van non-food en biomassa, en schonere en milieuvriendelijker productietechnieken. De maatregelen in het kader van dit zwaartepunt vallen in vier groepen uiteen: menselijke hulpbronnen, fysiek kapitaal, 10

11 voedselkwaliteit, overgangsmaatregelen voor de nieuwe lidstaten. Menselijke hulpbronnen: jonge landbouwers, vervroegde uittreding, opleiding en voorlichting, en landbouwadviesdiensten. Een reeks maatregelen is gericht op menselijke hulpbronnen binnen of verband houdend met de land- en bosbouwsector. Activiteiten op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting zijn beschikbaar voor alle volwassen personen die zich bezighouden met aangelegenheden op het gebied van de landbouw, levensmiddelen en bosbouw om een juist niveau van technische en economische expertise te leveren op gebieden die zowel onder de doelstelling van concurrentievermogen van land- en bosbouw als de milieudoelstelling vallen. Jonge landbouwers (tot 40 jaar) worden gesteund om zowel hun eerste vestiging als de daaropvolgende structurele aanpassing van hun bedrijf te vergemakkelijken. Met de nieuwe verordening wordt de vestigingssteun afhankelijk gesteld van de opstelling van een bedrijfsplan als instrument om op termijn de ontwikkeling van de activiteiten van nieuwe landbouwbedrijven te waarborgen. Vervroegde uittreding omvat financiële stimulansen (jaarlijkse betalingen) aan oudere landbouwers en werknemers in de landbouw die het landbouwbedrijf eerder dan gepland willen verlaten. Het vrijgekomen land kan worden overgedragen aan een andere landbouwer die daardoor de economische rentabiliteit van zijn bedrijf kan vergroten, of worden bestemd voor niet-landbouwdoeleinden. Ook kan steun worden verleend om landbouwers en bosbezitters te helpen de kosten te dragen die voortvloeien uit het gebruik van adviesdiensten om de algehele prestatie van hun bedrijf te verbeteren. Tot slot is steun beschikbaar voor de oprichting van diensten ter ondersteuning van het bedrijfsbeheer, bedrijfsverzorgingsdiensten, bedrijfsadviseringssystemen voor de landbouw en bedrijfsadviesdiensten voor de bosbouw. Fysiek potentieel De EU biedt steun voor de modernisering van landbouwbedrijven die gericht is op de modernisering en verbetering van hun algemene prestaties door de invoering van nieuwe technologieën en innovatie, en door zich te richten op kwaliteit, op biologische producten en op diversificatie op en buiten het landbouwbedrijf (onder meer ook in de non-foodsector en voor energiegewassen) alsmede door de situatie op de landbouwbedrijven ten aanzien van milieu, arbeidsveiligheid, hygiëne en dierenwelzijn te verbeteren. Voor een van die doelstellingen kunnen die investeringen bijvoorbeeld gericht zijn op de modernisering van landbouwmachines en werktuigen. Ook is steun beschikbaar voor de verbetering van de economische waarde van bossen door investeringen. Verbeteringen in de verwerking en afzet van de primaire land- en bosbouwproducten kunnen ook worden gefinancierd uit hoofde van de maatregel verhoging van de toegevoegde waarde van de land- en bosbouwproducten. Met deze maatregel wordt beoogd de doelmatigheid in de sector verwerking en afzet te verbeteren, de verwerking van land- en bosbouwproducten voor de opwekking van hernieuwbare energie te bevorderen, nieuwe technologieën en innovatie in te voeren, nieuwe marktkansen te scheppen voor land- en bosbouwproducten, het accent te leggen op kwaliteit, en het niveau van milieubescherming, arbeidsveiligheid, hygiëne en dierenwelzijn te verbeteren. Met de nieuwe verordening wordt de steun gericht op micro-, kleine en middelgrote ondernemingen 8 en andere ondernemingen beneden een bepaalde omvang (tot 750 werknemers), aangezien die in een betere positie verkeren om de toegevoegde waarde van plaatselijke producten te verhogen en het plaatselijke groeipotentieel te verbeteren. 8 In de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (PB L 124 van , blz. 36). 11

12 Ook zal er steun zijn voor de samenwerking voor de ontwikkeling van nieuwe producten, procédés en technologieën tussen landbouwers, de voedings- en grondstoffenverwerkende industrie en andere partijen om ervoor te zorgen dat de landbouw-, de voedsel- en de bosbouwsector kunnen profiteren van marktkansen door een brede innovatieve aanpak bij de ontwikkeling van nieuwe producten, procédés en technologieën. Tot slot zal ook steun beschikbaar komen voor infrastructuur in verband met de ontwikkeling en de aanpassing van de land- en bosbouw, met het oog op de financiering van concrete acties die betrekking hebben op de toegankelijkheid van landbouw- en bosgrond, landinrichting en verbetering van land, energievoorziening en waterbeheer. Kwaliteit Voor voedselkwaliteit bestaan twee maatregelen: financiële stimulansen voor landbouwers en voorlichtings- en promotie-acties. Er komen financiële stimulansen voor landbouwers die vrijwillig deelnemen aan nationale of EU-regelingen om de productkwaliteit en de productieprocessen in de landbouw te verbeteren en de consument daarover de nodige waarborgen te geven. De volgende EU-kwaliteitsregelingen komen voor steun in aanmerking: Bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen 9 ; Specifieke certificaten voor gegarandeerde traditionele specialiteiten van landbouwproducten en levensmiddelen 10 ; Biologische productie van landbouwproducten en verwijzingen daarnaar 11 ; In bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen (v.q.p.r.d.) 12. Daarnaast zal, tot 70 % van de in aanmerking komende projectkosten, steun mogelijk zijn voor producentengroeperingen voor activiteiten die bedoeld zijn om consumenten te informeren over producten die zijn geproduceerd in het kader van kwaliteitsregelingen die op grond van de maatregelen van de bovenstaande punten zijn erkend, en om de afzet van deze producten te bevorderen. Er komt een maatregel om landbouwers te helpen te voldoen aan de normen door tijdelijke, degressieve steun en zich aan te passen aan veeleisende EU-normen die nog niet in de nationale wetgeving zijn opgenomen, op het gebied van het milieu, de volksgezondheid en de gezondheid van dieren en planten, het dierenwelzijn en de arbeidsveiligheid. Overgangsmaatregelen voor de nieuwe lidstaten In de periode zal steun beschikbaar zijn voor de nieuwe lidstaten via maatregelen die semi-zelfvoorzieningsbedrijven ondersteunen en voor het opzetten en functioneren van producentengroeperingen, om te zorgen voor een probleemloze overgang voor de landen die specifieke uitdagingen aangaan. 3.2 Maatregelen in het kader van zwaartepunt 2 (verbetering van het milieu en de levenskwaliteit) De betalingen in het kader van zwaartepunt 2 zijn hebben tot doel te zorgen voor de levering van milieudiensten door milieumaatregelen in de landbouw in plattelandsgebieden, en voor op instandhouding gericht landbeheer (met inbegrip van gebieden met fysieke en natuurlijke handicaps). 9 Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad - PB L 12 van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad - PB L 92 van , blz Verordening (EG) nr. 2092/1991 van de Raad, PB L 198 van , blz Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, PB L 197 van , blz. 1. Bovendien kunnen de lidstaten steun verlenen voor andere nationale voedselkwaliteitsregelingen die in hun programma s zijn erkend, als zij zich aan een aantal EU-criteria houden. Deelnemende landbouwers kunnen tot vijf jaar lang en tot maximaal 3000 euro per bedrijf per jaar aan jaarlijkse betalingen ontvangen. 12

13 Deze activiteiten dragen bij aan duurzame plattelandsontwikkeling door de voornaamste actoren (landbouwers, bosbouwers) te stimuleren het land te blijven beheren om de natuurlijke ruimte en het landschap te bewaren en te verbeteren. Dit betekent het beschermen en verbeteren van het milieu en het zorgen voor duurzaam bosgebruik. Dergelijke maatregelen helpen ook de verwaarlozing van landbouwgrond te voorkomen door middel van betalingen om natuurlijke handicaps of handicaps die het gevolg zijn van beperkingen op milieugebied, te compenseren. Activiteiten die worden medegefinancierd moeten duidelijk gericht zijn op EU-prioriteiten zoals bestrijding van klimaatverandering, verbetering van de biodiversiteit en de waterkwaliteit of vermindering van het risico of de gevolgen van natuurrampen. Voor de maatregelen van zwaartepunt 2 geldt als een algemene voorwaarde (op het niveau van de begunstigde) dat de dwingende EU- en nationale voorschriften die relevant zijn voor de land- en de bosbouw, moeten worden nageleefd (randvoorwaarden). Indien niet aan deze vereisten wordt voldaan, kunnen de betalingen in het kader van bepaalde maatregelen van zwaartepunt 2 worden verlaagd of geschrapt. De maatregelen in het kader van zwaartepunt 2 vallen in de volgende groepen uiteen: Duurzaam gebruik van landbouwgrond Landbouwers spelen een belangrijke rol bij de levering van milieudiensten en daarom kunnen betalingen worden gegeven aan landbouwers die vrijwillig agromilieuverbintenissen aangaan voor een periode van minimaal vijf jaar. Voor bepaalde soorten verbintenissen kan, afhankelijk van het milieueffect, een langere periode worden vastgesteld. De betalingen vinden jaarlijks plaats, berekend op basis van het inkomensverlies en de extra kosten die de verbintenissen met zich brengen, met inbegrip van de kosten voor het laten plaatsvinden van de transactie. Agromilieumaatregelen zijn de enige maatregelen die verplicht in de plattelandsontwikkelingsprogramma s moeten worden opgenomen. Dit illustreert de politieke prioriteit die aan die maatregelen wordt gehecht. Ook is steun beschikbaar voor niet-productieve investeringen die verband houden met het bereiken van deze agromilieuverbintenissen. Om landbouwers te compenseren voor de kosten die zij maken en de inkomsten die zij mislopen als gevolg van de nadelen op de genoemde gebieden in verband met de tenuitvoerlegging van het Natura 2000-netwerk 13 en de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn waterbeleid 14 is bij de verordening de mogelijkheid ingevoerd jaarlijkse betalingen te verstrekken. De bestaande regelingen voor probleemgebieden lopen tot 1 januari 2010 door, wanneer, indien de Raad daartoe besluit, de afbakening van de gebieden van de tussencategorie (andere probleemgebieden dan bergstreken en dan de gebieden die met specifieke belemmeringen te kampen hebben) opnieuw zal worden gedefinieerd. De bestaande afbakening van bovengenoemde gebieden van de tussencategorie was gedeeltelijk gebaseerd op verouderde sociaal-economische gegevens. De nieuwe afbakening zal worden gebaseerd op een reeks herziene criteria als de productiviteit van de bodem, de klimaatgesteldheid en het belang van de extensieve landbouw voor het landbeheer. Voor berggebieden en gebieden met specifieke handicaps blijven de huidige criteria gelden. 13 Richtlijn 79/409/EEG van de Raad, PB L 103 van , blz. 1 en Richtlijn 92/43/EEG, PB L 206 van , blz Richtlijn 2000/60/EG van de Raad, PB L 327 van , blz

14 Ook komen betalingen voor dierenwelzijn beschikbaar voor landbouwers die op vrijwillige basis dierenwelzijnsverbintenissen aangaan die verder gaan dan de betrokken verplichte normen. Duurzaam gebruik van bosgrond De bosbouw maakt integrerend deel uit van de plattelandsontwikkeling en de steunverlening voor een duurzaam grondgebruik dient zich ook uit te strekken tot een duurzaam bosbeheer en de multifunctionele rol van de bossen. Bossen verschaffen allerlei voordelen: zij leveren grondstoffen voor hernieuwbare en milieuvriendelijke producten, zij spelen een belangrijke rol in de economische welvaart, de biologische diversiteit, de mondiale koolstofcyclus, de waterbalans, erosiebestrijding en de voorkoming van natuurrampen en zij vervullen ook maatschappelijke en recreatieve functies. In dit verband wordt steun verleend voor de eerste bebossing van landbouwgrond, de eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond, de eerste bebossing van andere grond dan landbouwgrond, betalingen in het kader van Natura 2000 aan particuliere boseigenaren om hen te compenseren voor de gemaakte kosten en de misgelopen inkomsten als gevolg van de tenuitvoerlegging van het Natura 2000-netwerk, bosmilieubetalingen, acties tot herstel van bosbouwpotentieel, preventieve maatregelen en niet-productieve investeringen in verband met bosmilieubetalingen. 3.3 Maatregelen in het kader van zwaartepunt 3 (kwaliteit van het leven op het platteland en de diversificatie in de plattelandsgebieden) Een centrale doelstelling van zwaartepunt 3 is de totstandbrenging van een platteland dat leeft en de sociaal-economische structuur helpen handhaven en verbeteren, met name in de meer afgelegen plattelandsgebieden die te maken krijgen met ontvolking. Investeringen in de bredere plattelandseconomie en plattelandsgemeenschappen zijn van vitaal belang om de levenskwaliteit in plattelandsgebieden te vergroten, via verbeterde toegang tot basisdiensten en infrastructuur, en een beter milieu. Het aantrekkelijker maken van plattelandsgebieden vereist ook het bevorderen van duurzame groei en het genereren van nieuwe werkgelegenheid, met name voor jongeren en vrouwen, alsmede het vergemakkelijken van de toegang tot moderne informatie- en communicatietechnologieën. Diversificatie op het landbouwbedrijf in de richting van andere dan landbouwactiviteiten, bijstand voor activiteiten buiten het landbouwbedrijf, en versterking van de banden tussen de landbouw en de andere sectoren van de plattelandseconomie spelen hierbij een belangrijke rol. De maatregelen in het kader van zwaartepunt 3 vallen in drie groepen uiteen: Diversificatie van de plattelandseconomie Binnen deze groep komen er drie maatregelen: diversificatie in andere dan landbouwactiviteiten die beschikbaar komen voor een lid van het landbouwhuishouden, steun voor de oprichting en ontwikkeling van ondernemingen, uitsluitend bedoeld voor micro-ondernemingen, bevordering van toeristische activiteiten (steun voor kleinschalige infrastructuur, recreatie-infrastructuur en de ontwikkeling en/of marketing van toeristische diensten in verband met plattelandstoerisme). Verbetering van leefkwaliteit in de plattelandsgebieden Binnen deze groep komen er drie maatregelen: steun voor het opzetten van basisvoorzieningen voor de plattelands- 14

15 economie en de plattelandsbevolking (met inbegrip van culturele en vrijetijdsactiviteiten) van een dorp of een groep dorpen en de bijbehorende kleinschalige infrastructuur en de instandhouding en valorisatie van het landelijk erfgoed. Opleiding, verwerving van vakkundigheid en dynamisering Er komen opleidings- en voorlichtingsacties voor de plattelandsbevolking om de doelstelling van toenemende economische diversificatie en verbetering van de leefkwaliteit van plattelandsgebieden te bereiken. Ook zal steun beschikbaar zijn voor de verwerving van vakkundigheid en de dynamisering van plattelandsgebieden (studies van de gebieden, maatregelen om informatie over het gebied te verstrekken, opleiding van personeel dat betrokken is bij de voorbereiding en uitvoering van een plaatselijke-ontwikkelingsstrategie, en dynamiseringsacties en de opleiding van personen met een dynamiseringstaak) en de uitvoering van plaatselijke-ontwikkelingsstrategieën door publiek-private partnerschappen die niet dezelfde zijn als de plaatselijke groepen van Leader. 3.4 Het zwaartepunt Leader Het Leader-model moet worden voortgezet en geconsolideerd op het niveau van de EU door de voormalige communautaire initiatieven (programmeringsperiode ) als verplicht element op te nemen in de door de lidstaten in de periode uit te voeren plattelandsontwikkelingsprogramma s. Elk programma zal een Leader-zwaartepunt bevatten, waaruit het volgende wordt gefinancierd: de (transnationale en interterritoriale) samenwerkingsprogramma s daartussen en de kosten voor het functioneren van de PG s, de capaciteitsopbouw die nodig is voor de opstelling van de plaatselijke-ontwikkelingsstrategieën en de dynamisering van het gebied. Het zwaartepunt Leader De Leader-aanpak zit zo in elkaar dat plattelandsactoren worden geholpen het langetermijnpotentieel van hun plaatselijke gebieden te verbeteren. De aanpak is erop gericht de uitvoering van geïntegreerde en originele strategieën voor duurzame ontwikkeling voor plaatselijke gebieden te bevorderen. Die strategieën worden opgesteld en uitgevoerd door plaatselijke partnerschappen met een brede basis, plaatselijke groepen (PG s) genaamd. Leader in de periode wordt als het ware de vierde generatie, na de uitvoering van de initiatieven Leader I, Leader II en Leader +. Op dit moment zijn in het kader van Leader PG s actief in de EU-15. In de EU-10 is in zes van de nieuwe lidstaten een vergelijkbare maatregel uitgevoerd, met meer dan 100 geplande PG s. In de EU-15 wonen ongeveer 52 miljoen mensen in gebieden waar de plaatselijke groepen hun plaatselijke ontwikkelingsstrategieën uitvoeren. De transnationale en interterritoriale samenwerking tussen PG s is in de programmeringsperiode ondersteund. Dit heeft geresulteerd in meer dan driehonderd transnationale samenwerkingprojecten en ongeveer drie keer zoveel interterritoriale samenwerkingsprojecten. de tenuitvoerlegging van de op de drie thematische zwaartepunten gebaseerde plaatselijke ontwikkelingsstrategieën van de plaatselijke groepen (PG s); 15

16 Zwaartepunt 1 concurrentievermogen Zwaartepunt 2 landbeheer Zwaartepunt 3 maatregelen Duurzaam gebruik van landbouwgrond: Berggebieden Andere probleemgebieden Landbouwgebieden Natura 2000 Agromilieu/dierenwelzijn (verplicht) Steun voor niet-productieve investeringen Duurzaam gebruik van bosgrond: Bebossing (landbouwgrond/andere dan landbouwgrond) Boslandbouwsystemen Natura 2000-bosgebieden Bosmilieu Herstel bosbouwproductiepotentieel Steun voor niet-productieve investeringen uitgangssituatie (landbouw) randvoorwaarden aandeel financierng minimaal 25 % EU-medefinancieringspercentage max. 55/80 %* territoriale toepassing alle plattelandsgebieden plattelandsontwikkeling in ruimere zin Zwaartepunt Leader Tabel 1: EU-plattelandsontwikkelingsbeleid Vaststelling doelstellingen EU-strategie Nationale strategie PO-programma s maatregelen Menselijke hulpbronnen: Acties op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting Jonge landbouwers Vervroegde uittreding Gebruik van adviesdiensten Diensten ter ondersteuning van bedrijfsbeheer, -verzorgingsdiensten en -adviseringsdiensten voor de landbouw en van bedrijfsadviseringsdiensten voor de bosbouw Fysiek kapitaal: Investeringen in de land- en bosbouw Verwerking/afzet/samenwerking voor innovatie Land- en bosbouwinfrastructu Herstel van het landbuoru Kwaliteit van landbouwproductie en -producten: Tijdelijke steun om aan de normen te voldoen Stimuleringsregeling voedselkwaliteit Bevordering voedselkwaliteit Overgangsmaatregelen: Semi-zelfvoorziening Oprichting producentengroeperingen aandeel financiering minimaal 10 % Medefinanciering EU max. 50/75 %* territoriale toepassing alle plattelandsgebieden maatregelen Leefkwaliteit: Basisvoorzieningen voor de plattelandseconomie en -bevolking (opzet en infrastructuur) Herstel en ontwikkeling van dorpen, bescherming en instandhouding van het landelijke erfgoed Economische diversificatie: Diversificatie naar niet-landbouwactiviteiten Steun voor micro-ondernemingen Bevordering van toeristische activiteiten Opleiding, verwerving van vakkundigheid en dynamisering: Opleidings- en voorlichtingsactiviteiten Verwerving van vakkundigheid, dynamisering en uitvoering aandeel financierng minimaal 10 % EU-medefinanciering max. 50/75 %* territoriale toepassing alle plattelandsgebieden tenuitvoerlegging Leader-aanpak voor geselecteerde gebiedn binnen de reikwijdte van de 3 thematische zwaartepunten aandeel financiering minimaal 5 % (2.5 % in de nieuwe lidstaten) EU-medefinanciering max. 55/80 %* territoriale toepassing alle plattelandsgebieden, geselecteerde gebieden *Het eerste medefinancieringspercentage heeft betrekking op alle regio s, behalve de convergentieregio s, het tweede medefinancieringspercentage heeft betrekking op de convergentieregio s. 16

17 4. Uitvoering van beleid 4.1 Toezicht en evaluatie In de programmeringsperiode worden de doelstellingen van dit beleidsgebied van de EU explicieter geformuleerd op het niveau van de EU en de lidstaten (in het kader van de nationale strategische plannen en de plattelandsontwikkelingsprogramma s). Om beter in staat te zijn te beoordelen in hoeverre deze doelstelling worden gehaald en de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de beleidsuitvoering en het deel van de EU-begroting dat aan plattelandsontwikkeling wordt besteed te beoordelen, wordt het toezicht op en de evaluatie van de plattelandsontwikkelingsprogramma s versterkt. Er is door de Commissie en de lidstaten gezamenlijk een gemeenschappelijk toezicht- en evaluatiesysteem tot stand gebracht, overeengekomen en vastgesteld om deze doelstelling te ondersteunen. 4.2 De EU en nationale plattelandsontwikkelingsnetwerken Er zal een plattelandsontwikkelingsnetwerk worden opgericht op nationaal en EU-niveau om alle aspecten van invoering, evaluatie en uitwisseling van beste praktijken te ondersteunen. Elke lidstaat richt een nationaal netwerk voor het platteland op dat de bij de plattelandsontwikkeling betrokken organisaties en overheidsdiensten bijeenbrengt. Deze nationale netwerken zullen: de beste praktijken inzake plattelandsontwikkeling identificeren en analyseren, er informatie over verstrekken en uitwisselingen van ervaringen en know-how organiseren; opleidingsprogramma s opstellen voor plaatselijke groepen bij de oprichting ervan, en technische bijstand geven voor interterritoriale en transnationale samenwerking tussen PG s. Het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling omvat nationale netwerken, organisaties en overheden die actief zijn op het gebied van plattelandsontwikkeling op communautair niveau. Het netwerk heeft tot taak: informatie over de communautaire acties op het gebied van plattelandsontwikkeling te verzamelen, te analyseren en te verspreiden; goede werkwijzen op het gebied van plattelandsontwikkeling op communautair niveau te verzamelen, te verspreiden en te consolideren; informatie te verstrekken over de ontwikkelingen in de plattelandsgebieden in de Gemeenschap en in derde landen; bijeenkomsten en seminars op communautair niveau te organiseren voor de actoren van de plattelandsontwikkeling; deskundigennetwerken op te zetten en te beheren met het doel de uitwisseling van deskundigheid te vergemakkelijken en de uitvoering en de evaluatie van het beleid inzake plattelandsontwikkeling te ondersteunen; de nationale netwerken en initiatieven voor transnationale samenwerking te ondersteunen. 17

18 5. Financiële steun van de EU voor plattelandsontwikkeling Het nieuwe plattelandsontwikkelingsfonds zal functioneren volgens regels die zijn aangepast aan meerjarenprogrammering. a) Een nieuw financieel instrument Bij de verordening betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid 15 is bepaald dat in 2007 twee nieuwe fondsen worden opgericht, elk voor de financiering van een van de twee pijlers van het GLB: het Europees Landbouwgarantiefonds, (ELGF) voor pijler 1 het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsont-wikkeling (ELFPO) voor pijler 2. De financieringsregels van ELFPO zullen enigszins afwijken van die van het ELGF. Terwijl financiering door het ELGF van het betrokken deel van het GLB plaatsvindt op basis van maandelijkse aangiften, is financiering door het ELFPO gebaseerd op gesplitste kredieten 16, en omvat zij voorfinanciering, tussentijdse betalingen en eindbetalingen. b) Nieuwe beschikbare middelen Tijdens zijn vergadering van december 2005 heeft de Europese Raad ingestemd met de nieuwe Financiële vooruitzichten voor de periode In dit kader is voor plattelandsontwikkeling 69,75 miljard euro uitgetrokken. De Commissie heeft in september 2006 een beschikking 17 goedgekeurd waarbij de totale begroting voor de periode is vastgesteld, die in totaal 77,66 miljard euro bedraagt, aangezien zij een verplichte modulatie van betalingen in het kader van de eerste pijler (4 % in 2007 en 5 % daarna) en overdrachten voor katoen en tabak omvat. De beschikking omvat een verdeling over de lidstaten van de steun per jaar (zie tabel 2). Om rekening te houden met de toetreding van Bulgarije en Roemenië zal deze beschikking worden gewijzigd om hun respectieve toewijzingen daar ook in op te nemen. De Europese Raad heeft ook besloten dat lidstaten naar eigen inzicht tot een maximumpercentage van 20 % aan aanvullende bedragen van de rechtstreekse betalingen mogen overdragen naar plattelandsontwikkeling. Tabel 2: Communautaire steun voor plattelandsontwikkeling per lidstaat Lopende prijzen België Tsjechië Denemarken Duitsland Estland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Slovenië Slowakije Finland Zweden V. Koninkrijk Totaal periode waarvan totaal minimumbedrag voor de onder de convergentie doelstelling vallende regio s Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. PB L 209 van Op grond van een vastleggingskrediet dat in jaar N op de begroting is opgevoerd kunnen tot het einde van jaar N+2 betalingen worden verricht. Als de betalingen na afloop van N+2 de vastlegging niet hebben opgebruikt, wordt het resterende bedrag automatisch vrijgegeven. 17 Beschikking 2006/636/EG van de Commissie van 12 september 2006 tot vaststelling van de verdeling over de lidstaten van de jaarbedragen aan communautaire steun voor plattelandsontwikkeling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december PB L 261 van , blz. 18

19 De hoofden van de betaalorganen moeten rekeningen indienen die alle vorderingen gedurende een jaar bestrijken. Daarbij wordt ook een betrouwbaarheidsverklaring afgegeven. De rekeningen en de betrouwbaarheidsverklaring zijn een afspiegeling, op het niveau van de lidstaten, van de door de Directeur-generaal van het Directoraatgeneraal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie afgegeven betrouwbaarheidsverklaring. De jaarlijkse rekeningen moeten vergezeld gaan van een accountantsverklaring en verslag van een onafhankelijke auditdienst. Deze auditdienst werkt overeenkomstig de internationale auditnormen en door de Commissie vastgestelde regels. c) Financiële controle De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de betrokken beheers- en controlesystemen zijn opgezet overeenkomstig de gedetailleerde vereisten, onder andere: een duidelijke omschrijving van de functies van de bij het beheer en de controle betrokken instanties en een duidelijke toewijzing van de functies binnen elke instantie; een adequate functiescheiding tussen de bij het beheer en de controle betrokken instanties en binnen elke instantie; voldoende middelen voor elke instantie om de functies te vervullen die eraan zijn toegewezen; doeltreffende regelingen voor interne controle; een doeltreffend systeem voor de verslaglegging en het toezicht; regelingen voor de auditing om na te gaan of het systeem functioneert en procedures om voor een controlespoor te zorgen; betrouwbare geautomatiseerde systemen voor de boekhouding. In het kader van de nieuwe aanpak kan de Commissie de betalingen voor beide Fondsen verminderen of opschorten, terwijl instrumenten voor de goedkeuring van de rekeningen en de conformiteitsgoedkeuring worden gebruikt om de door de lidstaten uitgegeven bedragen te controleren. Deze onderdelen moeten het financiële beheer van het GLB vereenvoudigen door de respectieve rollen en verantwoordelijkheden van de Commissie en de lidstaten duidelijker en transparanter te maken. d) Medefinanciering De medefinancieringspercentages van de EU worden op het niveau van het zwaartepunt vastgesteld, met een minimum van 20 % en een maximum van 50 % (75 % in convergentieregio s 18 ). Voor zwaartepunt 2 en het LEADER-zwaartepunt is het maximumpercentage echter 55 % (80 % in de convergentieregio s) wegens de prioriteit die de EU aan die zwaartepunten toekent. Voor de ultraperifere regio s en de eilanden in Egeïsche Zee mogen de maximummedefinancieringspercentages worden verhoogd tot 85 %. 6. Nuttige informatiebronnen Europese Commissie, Directoraat-generaal Landbouw: Plattelandsontwikkeling Leader + index.htm 18 Lidstaten en regio s met een BBP van minder dan 75 % van het EUgemiddelde. 19

20 Bijlage Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad Onderwerp Steunbedragen en -percentages Bedrag in EUR of percentage Vestigingssteun (*) Vervroegde uittreding Adviesdiensten 80 % Intensiteit van de steun voor de modernisering van landbouwbedrijven Intensiteit van de steun ter verbetering van de economische waarde van bossen Intensiteit van de steun ter verhoging van de toegevoegde waarde van land- en bosbouwproducten Maximumbedrag van de steun voor het voldoen aan normen Maximumbedrag van de steun voor deelneming aan voedselkwaliteitsregelingen Intensiteit van de steun voor voorlichtingsen afzetbevorderingsactiviteiten Maximumbedrag van de steun aan semi-zelfvoorzieningsbedrijven 60 % 50 % 50 % 40 % 75 % 75 % 60 % (**) 50 % 85 % (**) 50 % 40 % 75 % 65 % Per bedrijf Per cedent en per jaar Totaalbedrag per cedent Per werknemer en per jaar Totaalbedrag per werknemer Van de subsidiabele kosten per verleende adviesdienst Maximaal subsidiabel bedrag Van het bedrag aan subsidiabele investeringen door jonge landbouwers in de in artikel 36, onder a), i), ii) en iii), bedoelde gebieden Van het bedrag aan subsidiabele investeringen door andere landbouwers in de in artikel 36, onder a), i), ii) en iii), bedoelde gebieden Van het bedrag aan subsidiabele investeringen door jonge landbouwers in andere gebieden Van het bedrag aan subsidiabele investeringen door andere landbouwers in andere gebieden Van het bedrag aan subsidiabele investeringen in de ultraperifere gebieden en op de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee in de zin van Verordening (EG) nr. 2019/93 Van het bedrag aan subsidiabele investeringen in de lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Gemeenschap zijn toegetreden, voor de uitvoering van Richtlijn 91/676/ EEG (1) met een maximumperiode van vier jaar vanaf de toetredingsdatum, overeenkomstig artikel 3, lid 2 en artikel 5, lid 1, van voornoemde richtlijn. Van het bedrag aan subsidiabele investeringen in de in artikel 36, onder a), i), ii) en iii), bedoelde gebieden Van het bedrag aan subsidiabele investeringen in andere gebieden Van het bedrag aan subsidiabele investeringen in de ultraperifere gebieden Van het bedrag aan subsidiabele investeringen in de onder de convergentiedoelstelling vallende regio s Van het bedrag aan subsidiabele investeringen in andere regio s Van het bedrag aan subsidiabele investeringen in de ultraperifere gebieden Van het bedrag aan subsidiabele investeringen op de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee in de zin van Verordening (EEG) nr. 2019/ Per bedrijf 70 % Van de subsidiabele kosten van de actie Per bedrijf en per jaar 20

21 Onderwerp Producentengroeperingen: maximum in procenten van de in de eerste vijf jaren na de erkenning verkochte productie Maar voor elk van de eerste vijf jaren per producentengroepering ten hoogste Minimale betaling voor handicaps Maximale betaling voor berggebieden met een handicap Maximale betaling voor gebieden met andere handicaps Bedrag in EUR of percentage 5 %, 5 %, 4 %, 3 %, en 2 % (***) 2,5 %, 2,5 %, 2,0 %, 1,5 % en 1,5 % Van het deel van de waarde van de verkochte productie tot EUR, voor respectievelijk het 1e, het 2e, het 3e, het 4e en het 5e jaar Van het deel van de waarde van de verkochte productie dat hoger is dan EUR, voor respectievelijk het 1e, het 2e, het 3e, het 4e en het 5e jaar Voor het 1e jaar Voor het 2e jaar Voor het 3e jaar Voor het 4e jaar Voor het 5e jaar Per hectare gebruikte landbouwgrond Per hectare gebruikte landbouwgrond Per hectare gebruikte landbouwgrond Aanvankelijke maximale Natura 2000-betaling gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar Normale maximale Natura 2000-betaling Eenjarige gewassen Gespecialiseerde blijvende teelten Andere vormen van grondgebruik Lokale rassen die voor de veehouderij verloren dreigen te gaan 500 (****) 200 (****) 600 (****) 900 (****) 450 (****) 200 (****) Per hectare gebruikte landbouwgrond Per hectare gebruikte landbouwgrond Per hectare Per hectare Per hectare Per grootvee-eenheid Dierenwelzijn 500 Per grootvee-eenheid Maximale jaarlijkse premie ter dekking van de door de bebossing gederfde inkomsten voor landbouwers of verenigingen van landbouwers voor enige andere natuurlijke persoon of privaatrechtelijk lichaam Intensiteit van de steun ter dekking van de aanlegkosten Jaarlijkse Natura en bosmilieubetalingen minimale betaling maximale betaling % (**) 70 % 85 % (**) (****) Per hectare Per hectare Van de subsidiabele kosten in de in artikel 36, onder a), i), ii) en iii), bedoelde gebieden Van de subsidiabele kosten in andere gebieden Van de subsidiabele kosten in de ultraperifere gebieden Per hectare Per hectare (1) Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 375 van , blz. 1). (*) Vestigingssteun mag worden gegeven in de vorm van eenmalige premie van ten hoogste EUR, of in de vorm van een rentesubsidie waarvan de gekapitaliseerde waarde ten hoogste EUR bedraagt. Beide vormen van steun mogen niet meer bedragen dan EUR. (**) Niet van toepassing voor tropische of subtropische bossen en de beboste oppervlakten in overheidsbezit op de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en de Franse overzeese departementen. (***) Voor Malta kan de Commissie een minimaal steunbedrag vaststellen voor productiesectoren waarin de totale productie uiterst gering is. (****) In uitzonderingsgevallen mogen deze bedragen worden verhoogd op grond van specifieke omstandigheden die in de programma s voor plattelandsontwikkeling moeten worden aangetoond. 21

22 KF-X NL-N Europese Commissie Directoraat-generaal Landbouw en plattelands ontwikkeling De inhoud van deze publicatie dient uitsluitend ter informatie en is juridisch niet bindend. Voor verdere informatie Wetstraat 200, B-1049 Brussel België Telefoon Directe lijn (+32) Centraal telefoonnummer (+32) Fax (+32) Internet

Europese verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

Europese verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) Europese verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 (publicatie

Nadere informatie

Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013

Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013 C Olof S. Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013 DG Landbouw en plattelandsontwikkeling Europese Commissie Prioriteiten Plattelandsontwikkeling in een nieuw kader (1) Europa 2020 strategie Gemeenschappelijk

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.7.2004 COM(2004) 490 definitief 2004/0161 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees

Nadere informatie

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 277/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 277/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 21.10.2005 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 277/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) nr. 1698/2005 VAN DE RAAD van 20 september 2005 inzake steun

Nadere informatie

RECHTSGRONDSLAG OPDRACHT EN PRIORITEITEN

RECHTSGRONDSLAG OPDRACHT EN PRIORITEITEN DE TWEEDE PIJLER VAN HET GLB: HET BELEID VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING Bij de laatste hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) werd de tweeledige structuur met pijlers behouden, waarbij

Nadere informatie

PDPO II: TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN. Jules Van Liefferinge 07/11/2013

PDPO II: TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN. Jules Van Liefferinge 07/11/2013 PDPO II: TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN Jules Van Liefferinge 07/11/2013 Agenda PDPO II - het origineel Opmaak en goedkeuring Originele maatregelen Originele budgettoewijzing PDPO II doorheen de tijd Allerlei

Nadere informatie

RECHTSGROND OPDRACHT EN PRIORITEITEN

RECHTSGROND OPDRACHT EN PRIORITEITEN DE TWEEDE PIJLER VAN HET GLB: HET BELEID INZAKE PLATTELANDSONTWIKKELING Als tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is het beleid van de EU inzake plattelandsontwikkeling ontwikkeld

Nadere informatie

Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling

Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling 2007-2013 P. De Clercq Landbouw en Visserij 1 Europese context Gemeenschappelijk Landbouw Beleid 1 ste Pijler : Markt- en inkomensbeleid 2 de Pijler : Plattelandsontwikkeling

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.12.2017 L 335/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2305 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019 Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 28.1.2019 A8-0018/2019/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen

Nadere informatie

21.10.2015 A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

21.10.2015 A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst 21.10.2015 A8-0249/139 139 Jens Rohde e.a. Artikel 4 lid 1 1. De lidstaten beperken op zijn minst hun jaarlijkse antropogene emissies van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische

Nadere informatie

POP En de relatie met Natura 2000

POP En de relatie met Natura 2000 0 POP-2 2007-2013 En de relatie met Natura 2000 1 Algemeen Lissabonstrategie, Göteborgdoelen, EU strategische richtsnoeren Coproductie rijk en provincies Eenvoudiger en meer focus EU-cofinanciering komende

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1613 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1613 VAN DE COMMISSIE L 242/10 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1613 VAN DE COMMISSIE van 8 september 2016 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2017 (OR. en) 12680/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 27 september 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AGRI 506 AGRIFIN 99 FIN 585 AGRISTR 84 de heer Jordi

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

nr. Comv.: 10436/04 + ADD 1 Betreft: Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw

nr. Comv.: 10436/04 + ADD 1 Betreft: Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 oktober 2004 (14.10) (OR. en) 13411/04 PUBLIC LIMITE AGRILEG 139 VERSLAG van: het Speciaal Comité Landbouw d.d.: 11 oktober 2004 aan: de Raad nr. Comv.:

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...] NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, C(2007) WORDT NIET GEPUBLICEERD Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van [...] tot goedkeuring van het operationeel programma voor bijstand van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.6.2018 C(2018) 3316 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 tot vaststelling van voorschriften

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 13.5.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 13.5.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2014 C(2014) 3006 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 13.5.2014 tot wijziging van de bijlagen VIII en VIII quater bij Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

KANSEN VOOR TOERISME EN RECREATIE BIJ HERZIENING GLB

KANSEN VOOR TOERISME EN RECREATIE BIJ HERZIENING GLB KANSEN VOOR TOERISME EN RECREATIE BIJ HERZIENING GLB 11 maart 2011 Ida Terluin Inhoudsopgave 1. Inleiding / 2 2. Inrichting huidig GLB / 2 3. Voorstellen van de Europese Commissie voor de inrichting van

Nadere informatie

Algemene informatie over de respondent

Algemene informatie over de respondent Openbare raadpleging over de Refit-evaluatie van de EU-wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en bestrijdingsmiddelenresiduen Velden met een * zijn verplicht. Algemene informatie over de respondent

Nadere informatie

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE REGIONALE ONTWIKKELING EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN SAMENVATTING Inhoud Deze studie

Nadere informatie

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE 21.11.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 421/1 II (Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE Mededeling van de Commissie Goedkeuring

Nadere informatie

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling zijn een duurzame

Nadere informatie

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013)

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013) 19.5.2016 L 130/1 RECTIFICATIES Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds

Nadere informatie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN Er zijn specifieke maatregelen van kracht ter ondersteuning van de ontwikkeling van de verst afgelegen regio's van de Europese Unie, bekend als de ultraperifere gebieden: Guadeloupe,

Nadere informatie

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa DEFINITIE, DOELSTELLINGEN EN VOORDELEN VAN EIR De Evaluatie uitvoering milieubeleid (EIR)

Nadere informatie

Resolutie van het Europees Parlement over de arctische landbouw (2003/2051(INI))

Resolutie van het Europees Parlement over de arctische landbouw (2003/2051(INI)) P5_TA(2004)0014 Arctische landbouw Resolutie van het Europees Parlement over de arctische landbouw (2003/2051(INI)) Het Europees Parlement, gezien de doelstelling die is geformuleerd in paragraaf 40 van

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Velden met een zijn verplicht. Persoonlijke gegevens In welk land bent u gevestigd? België Bulgarije

Nadere informatie

20.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 347/487

20.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 347/487 20.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 347/487 VERORDENING (EU) Nr. 1305/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 16 september 2008 Betreft: Voorstel voor een Verordening (EG)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.11.2006 COM(2006) 677 definitief 2006/0226 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende aanpassing van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2014 C(2014) 10125 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17.12.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A Vlaanderen-Nederland"

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.10.2014 C(2014) 8190 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.10.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België CCI 2014BE16M8PA001

Nadere informatie

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 1999 (OR. en) 12545/1/99 REV 1 LIMITE SAN 171 Betreft : Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik DG I CONCLUSIES VAN DE RAAD

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2017 COM(2017) 826 final 2017/0336 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 2.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 VERORDENING (EG) Nr. 2060/2004 VAN DE RAAD van 22 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2702/1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties

Nadere informatie

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad derhalve de ontwerp-conclusies in bijlage dezes aan te nemen.

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad derhalve de ontwerp-conclusies in bijlage dezes aan te nemen. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 maart 2008 7150/1/08 REV 1 (de,nl,da,el,pt,sv,cs,et,lt,mt,sl) AGRI 62 AGRISTR 8 AGRIORG 21 VERSLAG van: het Speciaal Comité landbouw d.d.: 10 maart 2008 aan: de Raad

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

14072/14 roe/lep/hh DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0292 (E) 14072/14 ACP 154 FIN 727 PTOM 45 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2018 C(2018) 7044 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 30.10.2018 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019 15 mei 2019 Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019 Landbouwfondsen Voor de belangrijkste bevindingen van de Algemene Rekenkamer verwijzen wij naar ons Rapport bij de Nationale Verklaring

Nadere informatie

Seminar. Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden? Brussel 3 en 4 maart 2003

Seminar. Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden? Brussel 3 en 4 maart 2003 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID Concipiëring, impact, coördinatie en evaluatie Seminar Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden?

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 22.2.2019 L 51 I/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2019/316 VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie inzake

Nadere informatie

1. Wat is uw reactie op het bericht Europese landbouwsubsidies naar kerken en sjoelclubs? 1)

1. Wat is uw reactie op het bericht Europese landbouwsubsidies naar kerken en sjoelclubs? 1) > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.2.28 COM(28) 86 final ANNEXES to 3 BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE

Nadere informatie

Bijeenkomst VNG. Frank van de Ven & Jan Hartholt Netwerk Platteland

Bijeenkomst VNG. Frank van de Ven & Jan Hartholt Netwerk Platteland Bijeenkomst VNG Frank van de Ven & Jan Hartholt Netwerk Platteland Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 18 september 2015 1 Programma verder toegelicht

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0298 (E) 14563/14 ACP 166 FIN 764 PTOM 51 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 21 501-08 Milieuraad Nr. 399 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo DE EUROPESE STRUCTUUR- EN INVESTERINGSFONDSEN (ESI-FONDSEN) EN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN (EFSI) HET VERZEKEREN VAN COÖRDINATIE, SYNERGIEËN

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en) 11695/15 BUDGET 27 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting 2015: Eigen Middelen, Trustfondsen

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1853 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1853 VAN DE COMMISSIE 16.10.2015 L 271/25 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1853 VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2015 tot vaststelling van tijdelijke buitengewone steun voor landbouwers in de veehouderijsectoren DE EUROPESE

Nadere informatie

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Velden met een zijn verplicht. Naam E-mail Inleiding 1 Als een bedrijf een product

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

CORK 2.0 VERKLARING. Een betere levenskwaliteit in plattelandsgebieden

CORK 2.0 VERKLARING. Een betere levenskwaliteit in plattelandsgebieden CORK 2.0 VERKLARING Een betere levenskwaliteit in plattelandsgebieden NL Informele vertaling door de Europese Commissie. Europe Direct helpt u antwoord te vinden op uw vragen over de Europese Unie. Gratis

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2016 COM(2016) 414 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD met de beoordeling zoals vereist op grond van artikel 24, lid 3, en artikel 120,

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers Brussel, 23 november 2011 - Tot 5 miljoen mensen, bijna tweemaal zo veel als nu, krijgen de kans om in het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 13.6.2017 EP-PE_TC1-COD(2016)0186 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2017 met het oog op de

Nadere informatie

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Financieringsinstrumenten

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Financieringsinstrumenten vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij medegefinancierd door Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij zijn een duurzame en efficiënte

Nadere informatie

COHESIEBELEID

COHESIEBELEID DOOR DE GEMEENSCHAP GEÏNITIEERDE LOKALE ONTWIKKELING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan IP/04/1250 Brussel, 20 oktober 2004 Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan De Europese Commissie gaat akkoord met een tweede

Nadere informatie

Advies. aan de Vlaamse administratie van 24 maart inzake een duurzame strategie voor plattelandsontwikkeling

Advies. aan de Vlaamse administratie van 24 maart inzake een duurzame strategie voor plattelandsontwikkeling MiNa-Raad Milieu en Natuurraad van Vlaanderen SERV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Advies aan de Vlaamse administratie van 24 maart 2005 inzake een duurzame strategie voor plattelandsontwikkeling

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.8.2017 C(2017) 5825 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2195 van de Commissie tot

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) 2016/0186 (COD) PE-CONS 25/17 CULT 69 AELE 49 EEE 27 CODEC 867 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0274 (E) 13588/17 ACP 119 FIN 647 PTOM 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

Resolutie van het Europees Parlement over de financiering van Natura 2000 (2004/2164(INI))

Resolutie van het Europees Parlement over de financiering van Natura 2000 (2004/2164(INI)) P6_TA(2005)0078 Financiering van Natura 2000 Resolutie van het Europees Parlement over de financiering van Natura 2000 (2004/2164(INI)) Het Europees Parlement, gezien de mededeling van de Commissie aan

Nadere informatie

7324/18 gar/oms/ev 1 DG B 1B

7324/18 gar/oms/ev 1 DG B 1B Raad van de Europese Unie Brussel, 20 maart 2018 (OR. en) 7324/18 AGRI 143 RESULTAAT BESPREKINGEN van: het voorzitterschap d.d.: 19 maart 2018 aan: de delegaties Betreft: Mededeling over "De toekomst van

Nadere informatie

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9101/19 + COR 1 Nr. Comdoc.: COM(2019) 21 final - doc. 5927/19 + ADD 1 Betreft:

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.4.2009 COM(2009) 156 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Richtlijn 2000/60/EG

Nadere informatie

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS? WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS? Driekwart van de buitenlandse besluitvormers vindt dat Frankrijk een aantrekkelijke bestemming is voor investeringen (74%, toename van

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE istock Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE Overzicht van het nieuwe LIFE-subprogramma Klimaatactie 2014-2020 Klimaat Wat is het nieuwe LIFE-subprogramma Klimaatactie? De Europese staatshoofden

Nadere informatie

Vitaal platteland in Europa

Vitaal platteland in Europa Vitaal platteland in Europa Vitaal platteland in Europa Advies van het Comité van de Regio s over het voorstel voor de nieuwe Verordening voor de ontwikkeling van het platteland Mei 2006 Inhoudsopgave

Nadere informatie

4.12.2013 A7-0383/2. Herbert Dorfmann, Maria do Céu Patrão Neves, Luís Paulo Alves e.a.

4.12.2013 A7-0383/2. Herbert Dorfmann, Maria do Céu Patrão Neves, Luís Paulo Alves e.a. 4.12.2013 A7-0383/2 2 Overweging B B. overwegende dat krachtens artikel 33 van Verordening (EU) nr. [...] [PO] gebieden ten noorden van de 62ste breedtegraad en bepaalde aangrenzende gebieden als berggebieden

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.2.2017 COM(2017) 86 final 2017/0038 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de betrokken comités van de Economische

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie