Gewestschuld Jaa a r a ve v rsl rs ag a

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gewestschuld Jaa a r a ve v rsl rs ag a"

Transcriptie

1 Gewestschuld Jaarverslag 2010

2 Inhoud Inleiding p. 04 Deel 1 De gewestschuld p. 08 Hfdstuk 1 Samenstelling van de gewestschuld p. 08 Hfdstuk 2 Beslissingsorganen p. 10 Deel 2 De gewestschuld volgens de ESR 95 norm p. 13 Hfdstuk 1 De geconsolideerde gewestschuld p. 13 Hfdstuk 2 Verhouding totale schuld op totale ontvangsten p. 15 Deel 3 Totale directe schuld. Retrospectieve analyse p. 16 Hfdstuk 1 Uitstaand bedrag van de totale directe schuld p Evolutie van het netto te financieren saldo (financiële analyse 2010) p Opname van een deel van de indirecte schuld in de portefeuille van de directe schuld (1996) p Totale directe schuld p Gemiddeld jaarlijks uitstaand bedrag van de totale directe schuld p Gemiddeld maandelijks uitstaand bedrag van de totale directe schuld p Veranderlijk gemiddelde van het gemiddeld maandelijks uitstaand bedrag van de totale directe p. 25 schuld Hfdstuk 2 Structuur van de totale directe schuld p. 26 Deel 4 Vlottende schuld. Financiële analyse 2010 p. 31 Hfdstuk 1 Beheer van de directe kortetermijnschuld p. 31 Hfdstuk 2 Thesauriebewijzen p. 34 Hfdstuk 3 Financieel coördinatiecentrum p. 37 Deel 5 Geconsolideerde directe schuld. Financiële analyse 2010 p. 40 Hfdstuk 1 Macro-economische context p. 40 Jaarverslag 2010 p. 2

3 Hfdstuk 2 Verrichtingen uitgevoerd in 2010 p. 45 Hfdstuk 3 Portefeuillestructuur p. 50 Hfdstuk 4 Financieringskostprijs p. 53 Hfdstuk 5 Looptijd van de portefeuille p. 56 Deel 6 Vooruitzichten p. 58 Hfdstuk 1 Aflossingsplan p. 58 Hfdstuk 2 Financierings- en herfinancieringsbehoeften p. 60 Hfdstuk 3 Geactualiseerde toekomstige cashflows p. 61 Hfdstuk 4 Mark-to-marketrisico p. 63 Hfdstuk 5 Evolutie van de structuur van de directe schuld met FCCB en consolidaties p. 66 Hfdstuk 6 Risico s van herfinanciering en refixing p. 67 Hfdstuk 7 Model voor de berekening van de toekomstige portefeuillekost ( ) p. 68 Hfdstuk 8 Gewestelijke strategieën 2011 p. 69 Deel 7 Gewaarborgde schuld p. 70 Deel 8 Tabellen van de gewestschuld p. 78 Hfdstuk 1 Omvang van de gewestschuld p Totale directe schuld (encours) p Indirecte schuld (encours) p Gewestschuld stricto sensu ( ) p. 82 Hfdstuk 2 Omvang van de schuld volgens de ESR 95 norm p. 84 Hfdstuk 3 Leningen van de geconsolideerde schuld p. 86 Deel 9 Glossarium p. 88 Jaarverslag 2010 p. 3

4 Inleiding Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een van de drie Gewesten die samen met de drie Gemeenschappen de Federale Staat België vormen. Het Gewest heeft sinds 1989 zijn eigen instellingen. Ze werden opgericht door de Bijzondere Wet van 12 januari 1989, in toepassing van het artikel in de Grondwet dat vanaf 1970 het bestaan invoerde van drie Gewesten in België. Elke vijf jaar kiezen de Brusselaars hun gewestelijke volksvertegenwoordigers die de Gewestraad vormen, ook Brussels Parlement genoemd. De Hoofdstedelijke Raad vaardigt regels uit via ordonnanties. De Raad kiest en controleert de Gewestregering. Die bestaat uit een Minister-President en vier Ministers aan wie drie Staatssecretarissen worden toegevoegd. De belangrijkste aangelegenheden waarin het Gewest zijn bevoegdheid uitoefent, zijn de economie en de handel, de tewerkstelling, de energie, het milieu, de huisvesting, het vervoer, de openbare werken en de stedenbouw. Tussen 1996 en 2006 genoot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een langetermijnrating AA met stabiel vooruitzicht, verleend door het ratingagentschap Standard & Poor s. Sinds 1 oktober 2007 is het vooruitzicht verbeterd van stabiel naar positief. Sinds 16 december 2009 is de rating weer van positief naar stabiel verlaagd wegens de stagnerende inkomsten en de oplopende schulden van het Gewest. Op 1 juni 2010 werd het vooruitzicht verder verlaagd van stabiel naar negatief wegens de oplopende schulden van het Gewest. Op 21 maart bevestigde Standard & Poor s zijn langetermijnrating AA met negatieve vooruitzichten voor het Gewest. Deze rating (AA) blijft uitstekend, en is volgens Stands & Poor s gestoeld op de goede budgettaire prestaties, een gesofisticeerd financieel beheer en vlotte toegang tot liquide middelen. Het Gewest heeft onder andere zijn exploitatiemarge in 2010 verbeterd. Het negatieve vooruitzicht in de rating is het resultaat van de toenemende schulden en het feit dat de herfinanciering van Brussel eventueel uitgesteld wordt of dat het uiteindelijke bedrag zelfs lager zou uitvallen. Over deze herfinanciering is er nog steeds geen akkoord bereikt in het kader van de institutionele onderhandelingen. Het gestegen schuldvolume zorgt voor een verslechtering van de verhouding geconsolideerde gewestschuld op geconsolideerde gewestontvangsten volgens de ESR 95-norm. 2 Standard & Poor s denkt dat het Gewest zijn directe schuld niet binnen de twee jaar zal kunnen stabiliseren. 1 Het perscommuniqué van Standard & Poor s is weergegeven op de volgende bladzijden. 2 Het Europees Systeem van nationale en regionale Rekeningen (ESR 95) legt een gemeenschappelijk boekhoudkundig kader vast voor de lidstaten van de Europese Unie. Jaarverslag 2010 p. 4

5 Perscommuniqué PARIJS, 21 maart Standard & Poor s bevestigt de langetermijnrating AA toegekend aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) in België. Het vooruitzicht gaat van stabiel naar negatief omdat de herfinanciering van Brussel eventueel uitgesteld zou worden of zelfs minder hoog zou uitvallen. Overview - We estimate that the operating margin of the Belgian Region of Brussels- Capital (RBC) improved in We believe that RBC is likely to continue to accumulate debt over the next two years. - We are affirming our 'AA' rating on Brussels-Capital. - The negative outlook reflects the possibility that the region's refinancing package could be further delayed or smaller than expected. Rating Action On March 21, 2011, Standard & Poor's Ratings Services affirmed its 'AA' long-term issuer credit rating on the Belgian Region of Brussels-Capital (RBC). The outlook is negative. Rationale The rating reflects RBC's good operating performance, sophisticated financial management, and comfortable access to cash. Tempering factors are the region's increasing direct and total tax-supported debt, and the current institutional framework, which constrains RBC's capacity to benefit from economic buoyancy. In addition, while our rating still factors in the likelihood that RBC will benefit from a refinancing package in light of its unique spending pressures in its role as Belgium's capital city and the home of large EU institutions, the refinancing has not yet been set up. We still expect a decision on the refinancing package in 2011 and we anticipate that it will phased in gradually. Thanks to the region's efforts to contain expenditure and to likely higher tax revenues than we previously assumed, we expect RBC's operating balance in 2010 to improve to 9.7% of operating revenues from 8.3% in However, this level remains significantly lower than the 18% average posted in In , we believe that the operating margin will grow 15.8% on Jaarverslag 2010 p. 5

6 average, on the back of the still tight cost control and the economic recovery. However, in a context of high investment, RBC, in our opinion, is likely to continue to accumulate debt over the next two years. At year-end 2010, we estimate tax-supported debt represented 109% of consolidated operating revenues, a significant increase from 2007 when it represented about 80% of consolidated operating revenues. RBC's tax-supported debt includes direct debt, debt of the regional entities that are consolidated under the ESA 95 standards--principally the transport operator, STIB, and FRBRTC, a fund that provides municipalities with loans at preferential rates--as well as the non self-supporting guaranteed debt and the municipal debt. But, as regional debt represents around 80% of the total, tax-supported debt is closely linked to the regional budgetary performance. In our base-case scenario, which incorporates a gradual implementation of the refinancing package from 2011, RBC's tax-supported debt could slightly exceed 110% of consolidated operating revenues in , a level which is still compatible with a 'AA' rating. Under the same base-case scenario, RBC's debt would then return below 100% from RBC, numbering about 1 million inhabitants, is Belgium's smallest region in terms of area and population. It is also one of Europe's wealthiest regions: GDP per capita in parity purchasing power (PPP) represents 216% of the EU- 27 average (Eurostat 2008). The economy's strength lies mainly in Brussels' position as the national capital and seat of the EU's main institutions. We also underscore the turnaround in RBC's demographic profile and its economic attractiveness. Nevertheless, even if RBC's revenue structure is somewhat exposed to economic cycles, the economic strengths and buoyancy of the territory are not fully converted into financial wealth for the region, a paradox explained by current institutional arrangements. Liquidity The region enjoys a positive liquidity position coupled with strong access to external liquidity: Short-term committed facilities (bank lines and a commercial paper program) amounted to almost 1.7 billion at end-february Over the first two months of 2011, about 90.5% of the liquidity facilities were still available and covered about 4.3x the short- and long-term debt service. We expect the region to maintain high coverage of its financial obligations over the next 12 months, thanks to both abundant available liquidity facilities and smooth debt amortization. Outlook The negative outlook reflects the possibility that the refinancing package for the region could be further delayed or smaller than expected. Jaarverslag 2010 p. 6

7 Although a less likely scenario than our base-case scenario, this downside scenario reflects the possibility that the region's tax-supported debt could quickly grow in the foreseeable future, potentially beyond 125% of consolidated operating revenues as soon as On the other hand, we could revise the outlook to stable if RBC benefits from a refinancing package from 2011 so that it is able to stabilize its debt burden over the next two years. Thereafter, RBC should be able to progressively reduce its tax-supported debt to less than 100% of consolidated operating revenues at year-end Primary Credit Analyst : Bertrand de Dianous, Paris (33) bertrand_de_dianous@standardandpoors.com Secondary Credit Analyst : Mehdi Fadli, Paris (33) mehdi_fadli@standardandpoors.com Additional Contact : PublicFinanceEurope@standardandpoors.com Jaarverslag 2010 p. 7

8 Deel 1 : De gewestschuld HOOFDSTUK 1 : SAMENSTELLING VAN DE GEWESTSCHULD De structuur van de schuld van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ziet er als volgt uit: Gewestschuld (in brede zin) Perimeter ESR95 Buiten perimeter ESR95 D. Gewaarborgde schuld van de nietgeconsolideerde organismen (Haven van Brussel en BGHM) A. Gewestschuld volgens de norm ESR95 B. Totale directe schuld Schulden van de geconsolideerde organismen Directe schuld (stricto sensu) Overgenomen schuld C. Indirecte schuld D. Gewaarborgde schuld A. De gewestschuld volgens de norm ESR 95 omvat de totale directe schuld van het Gewest en de schulden van de geconsolideerde organismen, verminderd met hun kredietposities. Eurostat bepaalt welke organismen geconsolideerd moeten worden. B. De totale directe schuld: gecumuleerde netto te financieren saldi (de directe schuld stricto sensu) sedert de oprichting van het Gewest evenals de schulden overgenomen van de DBDMH (Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp), het Agentschap Net Jaarverslag 2010 p. 8

9 Brussel, van de voormalige provincie Brabant en van de voormalige Agglomeratie van Brussel. De terugbetaling van de leningen wordt in de begroting omschreven als kapitaalaflossingen. C. De indirecte schuld omvat de leningen die het Gewest betaalt voor rekening van andere instellingen. De terugbetaling van die leningen wordt in de begroting omschreven als herbudgettering. D. De gewaarborgde schuld: het Gewest staat aan sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toe leningen aan te gaan met de garantie van het gewest. De aflossingen van de leningen en de rentelasten vallen ten laste van die instellingen. Het Gewest komt alleen tussen in geval van onmacht van die instellingen. Jaarverslag 2010 p. 9

10 HOOFDSTUK 2 : BESLISSINGSORGANEN Juridisch kader Vier juridische bronnen omschrijven de omgeving waarin het beheer van de schuld moet plaatsvinden. De bijzondere wet van 16 januari 1989 art.49 over de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten machtigt de Gewesten en Gemeenschappen leningen aan te gaan onder bepaalde voorwaarden. Met de goedkeuring van de middelenbegroting geeft het parlement aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de bevoegdheid om leningen aan te gaan en elke transactie te verrichten, inclusief de afgeleide middelen, de uitgifte van thesauriebewijzen,... In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 art. 9 machtigt de Regering de minister van Financiën leningen aan te gaan, de korte- en langetermijnschuld te beheren, thesauriebewijzen uit te geven. Met het ministerieel besluit van 1 juni 2004 (gewijzigd door het ministerieel besluit van 25 juni 2007) machtigt de Minister van Financiën het Bestuur Financiën elke kortetermijntransactie te verrichten (van 1 dag tot 1 jaar), evenals alle handelingen in afgeleide middelen in het raam van een strategie die vooraf is vastgesteld door de Commissie Financieel Beleid. De Commissie Financieel Beleid bestaat uit leden: - van het Kabinet van de Minister van Financiën; - van de Administratie van het Gewest (de Adjunct-secretarisgeneraal, de directeur-generaal van Financiën, de directeur van de dienst financieel beheer, en de directies beheer van de schuld en thesaurie); - van de kassier van het Gewest die gratis als adviseur optreedt. Jaarverslag 2010 p. 10

11 Commissie Financieel beleid Juridisch kader (bijzondere wet, besluiten, begroting) Directie schuldbeheer Actief portefeuillebeheer, rekening houdend met: termijnen, herfinancieringen, afbetalingsplan, rente- en liquiditeitsrisico's, kasbehoeften, In achtneming van externe factoren: toekomstige begrotingstekorten, evolutie van de rentecurve en macro-economische vooruitzichten Suggesties voor transacties op de leningsportefeuille Commissie Financieel Beleid Jaarverslag 2010 p. 11

12 Onderzoekt de gegrondheid van de gesuggereerde verrichtingen door de Directie Schuldbeheer in termen van kostprijs en risico's Voorstel van verrichtingen Minister van Financiën (voor akkoord) Indien akkoord Directie Schuldbeheer Marktonderzoek om een verrichting aan te gaan onder de meest gunstige marktvoorwaarden AFSLUITING VAN DE OPERATIE Jaarverslag 2010 p. 12

13 Deel 2 : De gewestschuld volgens de ESR 95 norm HOOFDSTUK 1 : DE GECONSOLIDEERDE GEWESTSCHULD Het uitstaand bedrag van de gewestschuld wordt voorgesteld volgens de ESR 95 norm. Door die norm, die al sinds 2002 van toepassing is, worden de financiële schulden en de creditsaldi van de te consolideren instellingen opgenomen in de berekening van het uitstaand bedrag van de gewestschuld. Het is belangrijk te melden dat het uitstaand bedrag van de totale schuld (indirecte schuld + gewaarborgde schuld) van de MIVB werd opgenomen in het uitstaand bedrag van de gewestschuld door de herkwalificatie in 2005 door Eurostat van die instelling. We hebben dus sedert 2002 retroactief de totale MIVB-schuld opgenomen in de voorgestelde tabellen. De samensmelting van de schulden en de creditposities van de te consolideren instellingen heeft geen negatieve invloed gehad op de evolutie van dat uitstaand bedrag. Tegenover 2009 stijgt de geconsolideerde schuld van 2,54 naar 2,85 miljard euro. Dit komt overeen met een verhoging van het schuldniveau met 12,28%. Het maximale schuldniveau werd in 2010 bereikt met 2,85 miljard euro. De onderstaande tabel 3 geeft een overzicht van het uitstaand bedrag van de geconsolideerde gewestschuld van de jaren 2002 tot In duizenden euro Directe gewestschuld Andere geconsolideerde gewestschulden 3. Creditsaldi van de organismen die behoren tot de consolidatieperimeter Totale schuld volgens ESR Zie deel 8 hoofdstuk 2 voor de volledige tabel. Jaarverslag 2010 p. 13

14 In duizenden euro Directe gewestschuld Andere geconsolideerde gewestschulden 3. Creditsaldi van de organismen die behoren tot de consolidatieperimeter Totale schuld volgens ESR Évolution de la dette régionale consolidée (en milliers ) selon la norme SEC 95 / Evolutie van de gewestelijke geconsolideerde schuld (in duizend ) volgens de norm ESR Jaarverslag 2010 p. 14

15 HOOFDSTUK 2: VERHOUDING TOTALE SCHULD OP TOTALE ONTVANGSTEN Aan de hand van deze heel belangrijke verhouding kan de capaciteit worden gemeten van het Gewest, in geconsolideerde betekenis, om te kunnen voldoen aan zijn toekomstige financiële verplichtingen (financieringsschulden) op basis van zijn eigen ontvangsten. Vanuit het oogpunt van de verhouding uitstaand bedrag van de totale schuld (inclusief totale schuld van de MIVB) tegenover de totale ontvangsten (ontvangsten van het Gewest + eigen ontvangsten van de te consolideren instellingen), behalen we voor 2009 een waarde van 102,87%. Die verhouding houdt rekening met de herkapitalisatie van Dexia Bank door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor een bedrag van 150 miljoen op 2 oktober Door die operatie bezit het Gewest voortaan 0,86% van het kapitaal van Dexia Bank. Zonder die operatie zou de verhouding 97,45% hebben bedragen. 120,00% Évolution de la dette totale par rapport aux recettes totales (au 31/12) selon la norme SEC 95 / Evolutie van de totale schuld in verhouding tot de totale ontvangsten (op 31/12) volgens de norm ESR ,00% 99,48% 102,87% 80,00% 82,41% 82,59% 60,00% 72,56% 66,25% 66,63% 73,51% 40,00% 20,00% 0,00% Jaarverslag 2010 p. 15

16 Deel 3 : Totale directe schuld Retrospectieve analyse HOOFDSTUK 1 : UITSTAAND BEDRAG VAN DE TOTALE DIRECTE SCHULD OP 31 DECEMBER Het uitstaand bedrag van de totale directe schuld bestaat uit de directe schuld stricto sensu (vlottende schuld, voor de korte termijn en geconsolideerde directe schuld stricto sensu, voor de lange termijn) en de overgenomen schuld (afkomstig van de indirecte schuld). De vlottende schuld groepeert de voorschotten op vaste termijn (VVT), de thesauriebewijzen (CP) en de kaskredieten. De vlottende schuld (VS) en de geconsolideerde directe schuld stricto sensu (LT) vormen het gecumuleerde netto te financieren saldo. De geconsolideerde directe schuld stricto sensu (LT) en de overgenomen schuld (LT) vormen de geconsolideerde schuld (LT). A. Uitstaand bedrag van de totale directe schuld Directe schuld stricto sensu (= gecumuleerd netto te financieren saldo) Overgenomen schuld (LT) Vlottende schuld (CT) Geconsolideerde directe schuld stricto sensu (LT) Geconsolideerde schuld (LT) Jaarverslag 2010 p. 16

17 1.1 Evolutie van het netto te financieren saldo (of van de directe schuld stricto sensu) Het netto te financieren saldo geeft het gecumuleerde kastekort weer (leningen - aflossingen + vlottende schuld) van het Gewest. We vestigen de aandacht van de lezer op het feit dat de overgenomen schuld niet geboekt wordt in het netto te financieren saldo. Die wordt apart geboekt. 4 In de eerste helft van de jaren 90 had het Gewest, dat in een groeifase zat, aanzienlijke financieringen nodig. Die noden zijn langzamerhand verminderd en ze leidden naar een negatief netto te financieren saldo in 1998, 1999, 2001, 2003, 2005 en Het gecumuleerde netto te financieren saldo bedraagt op 31 december ,37 euro. Het is met ,65 euro toegenomen tegenover Dat betekent dat het Gewest, zonder de overgenomen schuld, voor dat bedrag schulden heeft gemaakt tijdens het begrotingsjaar ,0 Solde net à financer annuel au 31 décembre en millions ( ) / Jaarlijks netto te financieren saldo op 31 december in miljoenen euro ( ) 400,0 454,7 300,0 200,0 245,7 314,6 259,5 372,0 382,9 100,0 0,0 125,9 147,1 156,2 128,5 9,9-20,8-26,8 110,2-8,6 72,4-25,5-197,7 105,6-35,8-100, ,0 Onderstaande tabel geeft de historiek van het netto te financieren saldo van het Gewest: Evolutie van het netto te financieren saldo (in miljoenen euro) Situatie op 31 december Jaarlijkse vlottende schuld 51,52 60,59-4,75 27,61 68,08 Gecumuleerde geconsolideerde directe schuld (stricto sensu) 74,37 310,96 523,36 805,59 921,36 Gecumuleerd netto te financieren saldo 125,89 371,55 518,61 833,20 989,44 Vorig gecumuleerd netto te financieren saldo 0,0-125,89-371,55-518,61-833,20 Jaarlijks netto te financieren saldo 125,89 245,66 147,06 314,59 156,24 4 Zie volgend deel. 5 Zie volgend deel. Jaarverslag 2010 p. 17

18 Situatie op 31 december Jaarlijkse vlottende schuld 78,19 127,10 37,29 161,88 249,31 Gecumuleerde geconsolideerde directe schuld (stricto sensu) 1.039, , ,73 918,33 941,09 Gecumuleerd netto te financieren saldo 1.117, , , , ,40 Vorig netto te financieren gecumuleerd saldo -989, , , , ,21 Netto jaarlijks te financieren saldo 128,52 9,89-20,82-26,81 110,18 Situatie op 31 december Jaarlijkse vlottende schuld 263,11 276,37 165,16 351,93 240,96 Geconsolideerde gecumuleerde directe schuld (stricto sensu) 918,67 977, , , ,45 Gecumuleerd netto te financieren saldo 1.181, , , , ,40 Vorig gecumuleerd netto te financieren saldo , , , , ,14 Jaarlijks netto te financieren saldo -8,62 72,36-25,47 259,47-197,73 Situatie op 31 december Jaarlijkse vlottende schuld 270,68 358,81 742,40 352,87 440,73 Geconsolideerde gecumuleerde directe schuld (stricto sensu) 1.125, ,34 989, , ,04 Gecumuleerd netto te financieren saldo 1.395, , , , ,77 Vorig gecumuleerd netto te financieren saldo , , , , ,91 Jaarlijks netto te financieren saldo 105,56-35,81 372,04 454,72 382, ,0 Solde net à financer cumulé au 31 décembre en millions ( ) / Gecumuleerd netto te financieren saldo op 31 december in miljoen euro ( ) 2.500, , , , , ,0 500,0 0,0 125,9 371,5 518,6 833, , , , , , , , , , , , , , , Jaarverslag 2010 p. 18

19 1.2. Opname van een deel van de INDIRECTE schuld in de portefeuille van de totale directe schuld (1996) Waar de begrippen netto te financieren saldo en directe schuld stricto sensu tot in 1995 door elkaar werden gebruikt, is dat niet langer zo vanaf begin Een deel van de indirecte schuld (overgenomen schuld genoemd), d.i. de schulden: van de DBDMH van het Agentschap Net Brussel van de voormalige provincie Brabant van de vroegere Brusselse Agglomeratie werden opnieuw onderhandeld en opgenomen in de totale directe schuld voor een totaal bedrag van 158,652 miljoen euro (waarvan een deel al werd afgelost in 1995). De som van het netto te financieren saldo en de overgenomen schuld komt overeen met de variatie (in omvang) van de totale directe gewestschuld. Daarom ziet de portefeuille van de totale directe schuld er als volgt uit (in miljoenen euro): Evolutie van de indirecte schuld en de gecumuleerde totale schuld (in miljoenen euro) Situatie op 31 december Gecumuleerd netto te financieren saldo 125,89 371,55 518,61 833,20 989,44 Gecumuleerde overgenomen schuld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gecumuleerde totale schuld 125,89 371,55 518,61 833,20 989,44 Overgenomen schuld (jaarlijkse variatie) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gecumuleerde totale directe schuld (jaarlijkse 125,89 245,66 147,06 314,59 156,24 variatie) Situatie op 31 december Gecumuleerd netto te financieren saldo 1.117, , , , ,40 Gecumuleerde overgenomen schuld 157,68 156,84 115,91 154,89 109,14 Gecumuleerde totale schuld 1.275, , , , ,54 Overgenomen schuld (jaarlijkse variatie) -0,76-0,84-0,93-1,02-45,75 Gecumuleerde totale directe schuld (jaarlijkse 286,20 9,05-21,75-27,83 64,44 variatie) Situatie op 31 december Gecumuleerd netto te financieren saldo 1.181, , , , ,40 Gecumuleerde overgenomen schuld 107,90 106,53 66,77 53,68 25,85 Gecumuleerde totale directe schuld 1.289, , , , ,25 Overgenomen schuld (jaarlijkse variatie) -1,24-1,37-39,76-13,09-27,83 Gecumuleerde totale directe schuld (jaarlijkse -9,86 70,99-65,23 246,38-225,56 variatie) Jaarverslag 2010 p. 19

20 Situatie op 31 december Gecumuleerd netto te financieren saldo 1.395, , , , ,77 Gecumuleerde overgenomen schuld 6,25 4,27 2,19 0,00 0,00 Gecumuleerde totale directe schuld 1.402, , , , ,77 Overgenomen schuld (jaarlijkse variatie) -19,60-1,98-2,08-2,19 0,00 Gecumuleerde totale directe schuld (jaarlijkse variatie) 85,97-37,79 369,95 452,53 382,86 Vandaag lopen de begrippen netto te financieren saldo en directe schuld stricto sensu weer door elkaar. De overgenomen schuld bestaat immers niet meer sinds 31 december De financiering van de nieuwe leningen gebeurt voortaan enkel nog via het concept van het netto te financieren saldo. 180,00 160,00 157,68 Dette reprise annuelle au 31 décembre en millions ( ) / Jaarlijks overgenomen schuld op 31 december in miljoenen ( ) 156,84 155,91 154,89 140,00 120,00 109,14 107,90 106,53 100,00 80,00 60,00 66,77 53,68 40,00 25,85 20,00 0,00 6,25 4,27 2,19 0, Jaarverslag 2010 p. 20

21 1.3. Totale directe schuld De opname van een deel van de indirecte schuld heeft een piek veroorzaakt in het bedrag van de totale gecumuleerde directe schuld in Een tweede piek (van +19,02%) werd bereikt in Die stijging vindt haar oorsprong (voor 15,50%) in de herkapitalisering van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) door het Gewest voor een bedrag van 241 miljoen euro. De BGHM had immers een kortetermijnlening afgesloten om de schuld te vereffenen (in december 2003) van de ALESH. De herkapitalisering van de BGHM is uitgevoerd in januari 2004 om zo de lening te kunnen terugbetalen die ze was aangegaan. Door die operatie kon in december 2003 de indirecte schuld met 48,32 miljoen euro worden verminderd. Een derde piek deed zich voor in 2008 (+27,11%) en 2009 (+26,09%). Die stijging vindt haar oorsprong enerzijds in de herkapitalisering van Dexia Bank door het Gewest voor een bedrag van 150 miljoen (in 2008), en anderzijds in de daling van de conjunctuurgevoelige inkomsten veroorzaakt door de economische crisis (onder andere de inkomsten uit de registratierechten op de verkoop van onroerende goederen die heel wat lager uitkwamen dan wat in de begroting was voorzien door de gedaalde verkoop van vastgoed; de registratierechten op woonkredieten; de successierechten; de schenkingsrechten, etc.). De evolutie van 2008 zette zich voort in De ontvangsten kwamen 341 miljoen lager uit dan wat in de initiële begroting werd verwacht (alleen al bij de gewestbelastingen was er 220 miljoen minder). In 2010 zijn het de uitgaven (veel hoger dan de ontvangsten) die het bedrag van de uitstaande schuld nog verzwaard hebben. De totale uitstaande directe schuld bedroeg op 31 december ,37. Dat is een toename met ,65 euro tegenover 2009 (+17,51%). De informatie in de grafiek van het uitstaand bedrag van de totale directe schuld blijft erg partieel omdat ze de lezer enkel een bedrag geeft op 31 december van het betrokken jaar. Daarom moet dat gegeven verfijnd worden. Jaarverslag 2010 p. 21

22 Encours de la dette totale au 31 décembre (en millions ) / Uitstaand bedrag van de totale directe schuld op 31 december (in miljoenen ) 3.000, , , , , ,0 500,0 0,0 125,9 371,5 518,6 833,2 989, , , , , , , , , , , , , , , Jaarverslag 2010 p. 22

23 1.4. Gemiddeld jaarlijks uitstaand bedrag van de totale directe schuld De evolutie van het gemiddeld jaarlijks uitstaand bedrag geeft een realistischer beeld van de evolutie van de gewestschuld omdat deze grafiek gebaseerd is op 365 waarnemingen. Différence entre l'encours moyen annuel et l'encours au 31 décembre de la dette directe totale / Verschil tussen gemiddeld jaarlijks uitstaand bedrag en uitstaand bedrag van de totale directe schuld op 31 december , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,00 Encours au 31 décembre / Uitstaand bedrag op 31 december , ,69 encours moyen annuel / Gemiddeld jaarlijks uitstaand bedrag , , Op 31 december 2010 lag het uitstaand bedrag 382,86 miljoen hoger dan eind Het gemiddeld uitstaand bedrag, dat een beter beeld geeft van de toestand, lag 347,17 miljoen hoger dan in Jaarverslag 2010 p. 23

24 1.5. Gemiddeld maandelijks uitstaand bedrag van de totale directe schuld We kunnen de voorstelling van de evolutie van het uitstaand bedrag verfijnen door observatie van de evolutie van de gemiddelde maandelijkse waarde van de schuld. Tussen 1998 en 2007 zag de voornaamste cyclus er als volgt uit: stijging van het uitstaand bedrag tijdens het eerste semester en daling tijdens het tweede semester. Sinds 2008 is die cyclus doorbroken. De belangrijkste verklaring van die cyclus ligt in het beheer van de thesaurie en de begrotingsstromen. De stijging van het gemiddeld maandelijks uitstaand bedrag is te wijten aan een negatief verschil tussen de stromen ontvangsten en uitgaven; de daling is te wijten aan een positief verschil tussen diezelfde twee stromen. Encours moyen mensuel de la dette directe totale (08/ /2010) / Gemiddeld maandelijks uitstaand bedrag van de totale directe schuld (08/ /2010) , , , , , , , , , , , , , Jaarverslag 2010 p. 24

25 1.6 Veranderlijk gemiddelde van het gemiddelde maandelijks uitstaand bedrag van de totale directe schuld (basis: 12 maandelijkse observaties) Bij de informatie voegen we een derde kwaliteitscriterium voegen en werken we, altijd vertrekkend van gewogen volumes, met veranderlijke gemiddelden van 12 observaties. Tussen juli 1999 en december 2006 tekent zich een drievoudige cyclus af: eerst dalend (tussen juli 1999 en april 2002); nadien stijgend (tussen mei 2002 en december 2004); opnieuw dalend (tussen maart 2005 en december 2006); stabiel over 2007; en stijgend tussen 2008 en Zo is het gemiddeld maandelijks uitstaand bedrag gestegen met 997,28 miljoen euro tussen juli 1999 en december 2010 (+75,77%). Evolution de l'encours moyen mensuel de la dette directe totale de 1999 à 2010 (moy. mobile sur 12 observ.) /Evolutie van het gemiddeld maandelijks uitstaand bedrag van de totale directe schuld van 1999 tot 2010 (veranderlijk gemiddelde op 12 observaties) de 07/1999 à 12/2010 : + 75,77 % soit + 997,28 millions Jaarverslag 2010 p. 25

26 HOOFDSTUK 2 : STRUCTUUR VAN DE TOTALE DIRECTE SCHULD (op 31 december) Tussen 1995 en 2001 blijven de percentages van de omvang van de schuldportefeuille van de totale directe schuld met vaste rentevoet (65 tot 70%) en die met variabele rentevoet (30 tot 35%) opvallend stabiel. Door de spectaculaire stijging van de kortetermijnrenten die in november 1999 inzette (de ECB rente is van 2,50% in oktober 1999 gestegen naar 4,75% in oktober 2000), heeft het Gewest in die periode ( ) een defensieve strategie gevolgd. Men moest tot november 2001 wachten om een ontspanning te merken van de kortetermijnrenten (3,25%). De indicaties van een inflatiedruk zijn onveranderd gebleven tot einde juli 2001 (met een inflatie die hoger ligt dan 3% op jaarbasis). taux / rentevoet BCE - Taux directeur de soumission minimal appliqué aux opérations principales de refinancement / ECB - Richtrente voor minimale inschrijving toegepast op de belangrijkste herfinancieringsverrichtingen 5,00% 4,50% 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% mois / maand Sedert 2002 is de ratio van de schuldstructuur geëvolueerd ten gunste van de variabele (40 tot 45%) en ten nadele van de vaste (55 tot 60%) werd gekenmerkt door een sterke vertraging van de Europese (0,9% groei) en Amerikaanse (2,2%) economieën. De Verenigde Staten kenden zelfs een periode van recessie. Anderzijds is de inflatie in de eurozone op een hoger peil blijven staan dan wat de Europese Centrale Bank had bepaald in het kader van de prijzenstabiliteit (2,00%). 6 De ECB voerde daarom een restrictief rentebeleid door haar richtrente van november 2001 tot december 2002 op 3,25% te houden, ondanks de economische lusteloosheid. De ECB heeft pas in december 2002 haar richtrente voor herfinanciering verlaagd tot 2,75%. In die 6 In oktober 1998 heeft de Raad van gouverneurs van de ECB een kwantitatieve definitie afgekondigd van zijn doelstelling van stabiliteit van de prijzen in volgende bewoordingen: een stijging op een jaar van de geharmoniseerde index van de consumptieprijzen (GICP) in de eurozone lager dan à 2%. [ ] In zijn aankondiging van 8 mei 2003, heeft de Raad van gouverneurs zijn definitie van prijzenstabiliteit bevestigd. De Raad heeft daarnaast gepreciseerd dat in het kader van die definitie, zijn doelstelling is de inflatievoet op middellange termijn lager te houden dan, maar dichtbij 2% in ECB - Jaarverslag 2003, pagina 16. Jaarverslag 2010 p. 26

27 context van tegenstelling (hoge inflatie en erg zwakke groei) heeft het Gewest besloten zijn gevoeligheid voor variabele renten te verhogen om een structuur te bereiken van 60% tegen vaste rente en 40% tegen variabele renten. Tegelijkertijd heeft het Gewest zich ingedekt tegen de stijging van de renten door zijn gewaarborgd deel te verhogen met caps (13%) om een schuldstructuur te verkrijgen met vaste of beschermde rente die tussen 70% en 75% ligt. In 2003 is het Gewest om ten volle te kunnen profiteren van de sterke daling van de richtrente voor herfinanciering van de ECB (van 3,25% in november 2002 naar 2,00% in juni 2003) voortgegaan op de weg van 2002 (zijn gevoeligheid voor variabele rentevoeten verhogen) en realiseerde het een schuldstructuur van 54% tegen vaste rente en 46% tegen variabele renten werd gekenmerkt door de meest spectaculaire groei van de wereldeconomie (4,5%) sedert De groei werd gesteund door meerdere factoren: gunstige financieringsvoorwaarden, gunstige macro-economische beleidsmaatregelen en sterke expansie van de internationale handel. In die context heeft de ECB niet geraakt aan haar herfinancieringsrichtrente die op 2% is blijven staan. Een Centrum voor financiële coördinatie voor het Gewest (FCCB) werd opgericht, dat operationeel werd op 1 oktober. 7 Dit heeft onmiddellijk impact gehad op de schuldstructuur (neutralisering van het renterisico op korte termijn van de vlottende schuld ten belope van het FCCB-bedrag). De schuldstructuur bereikte 61,03% tegen vaste rente en 38,97% tegen variabele rente (buiten het effect van het FCCB). In 2005 heeft de ECB op het einde van het jaar haar richtrente voor herfinanciering verhoogd naar 2,25%. De creditpositie van het FCCB (uitstaand bedrag op 31 december van 108,8 miljoen euro) heeft het renterisico op korte termijn geneutraliseerd van de vlottende schuld voor 8,27% van de totale directe schuld. De structuur van de schuld is gestegen tot 57,07% tegen vaste rentevoet en 42,93% tegen variabele rentevoet (buiten effect van het FCCB). In 2006 beoogde het Gewest de gevoeligheid van zijn portefeuille voor variabele rentevoeten te verminderen binnen een context van economische heropleving en sterke stijging van de kortetermijnrentevoeten (de richtrente steeg van 2,00% naar 3,50%). De creditpositie van het FCCB (uitstaand bedrag op 31 december van 72,53 miljoen euro) heeft het renterisico op korte termijn geneutraliseerd van de vlottende schuld voor 5,17% van de totale directe schuld. De structuur van de schuld is gestegen tot 55,80% tegen vaste rentevoet en 44,20% tegen variabele rentevoet (buiten effect van het FCCB). In 2007 heeft het Gewest zijn strategie van 2006 voortgezet, die tot doel had de gevoeligheid van portefeuille voor variabele rentevoeten laag te houden gelet op de ononderbroken stijging van deze variabele rentevoeten (de richtrente steeg van 3,50% naar 4,00%). De creditpositie van het FCCB 7 Zie deel 4 - hoofdstuk 3. Jaarverslag 2010 p. 27

28 (uitstaand bedrag op 31 december van 48,12 miljoen euro) heeft het renterisico op korte termijn geneutraliseerd van de vlottende schuld voor 3,53% van de totale directe schuld. De structuur van de schuld is gestegen tot 60,00% tegen vaste rentevoet en 40,00% tegen variabele rentevoet (buiten effect van het FCCB). In 2008 heeft het Gewest instrumenten opgezet om het hoofd te bieden aan de liquiditeitscrisis die de financiële markten trof. Het Gewest heeft: - zijn programma van thesauriebewijzen uitgebreid door het op 1 november 2008 van 500 miljoen op 700 miljoen te brengen; - een MTN-programma (Medium term notes) voor een bedrag van 1 miljard opgezet dat van kracht is sinds het eerste kwartaal 2009; - gewerkt aan het lanceren van een EMTN-programma (European medium term notes) in de loop van Naast het feit over miljoen te beschikken voor de operaties van 1 tot 30 dagen via zijn kasfaciliteiten, zijn programma van thesauriebewijzen en zijn voorschotlijnen op vaste termijn (VVT), kon het Gewest dankzij deze nieuwe financieringstools en het stroomlijnen van zijn aflossingsplan een in het laatste kwartaal van 2008 voorziene consolidatie verschuiven naar het eerste semester van Het Gewest vermeed op die manier een zware prijs te moeten betalen voor zijn credit spread, doordat het niet ging consolideren midden in de financiële storm, toen de huurprijs voor het geld heel hoog lag. Op die manier verhoogde het Gewest zijn vlottende schuld (op minder dan een jaar) en profiteerde het van de fikse daling van de kortetermijnrente. Het Gewest voerde al een eerste consolidatie door in maart 2008 (100 miljoen op 6 en 7 jaar) met opmerkelijke euribormarges +2BP, bovendien wapende het zich al tegen de stijging van de langetermijntarieven door vanaf januari 2008 future swaps te kopen voor deze consolidatie. In 2009 heeft het Gewest geprofiteerd van de extreem lage langetermijnrente om de kostprijs van de schuld op lange termijn vast te leggen. De creditpositie van het FCCB (uitstaand bedrag op 31 december van 30,80 miljoen ) heeft het kortetermijnrenterisico van de vlottende schuld geneutraliseerd voor 1,41% van de totale directe schuld. De schuldportefeuille ziet er als volgt uit: 78,70% tegen vaste rentevoet en 21,30% tegen variabele rentevoet (buiten effect van het FCCB). Gelet op de ECB-richtvoet van 1,00% (die het hele jaar ongewijzigd bleef) en in het licht van de liquiditeitscrisis die nog steeds aanwezig is en vooral soevereine staten treft (Griekenland, Spanje, Portugal, Ierland), heeft het Gewest in 2010 voor een defensieve koers gekozen. Het Gewest is daarom overgegaan tot langetermijnconsolidaties (gemiddeld 15 jaar) tegen vaste rentevoeten, voor een totaalbedrag van 450 miljoen euro. De kredietpositie van het FCCB (uitstaand bedrag van 37,31 miljoen op 31 december) heeft het kortetermijnrisico van de vlottende schuld geneutraliseerd voor 1,45% van de totale directe schuld. De schuldstructuur omvatte 85,26% tegen vaste rentevoeten en 14,74% tegen variabele rentevoeten (buiten effect van het FCCB). Jaarverslag 2010 p. 28

29 Op 16 juni 2010 heeft het Gewest een nieuw MTN-programma opgezet. Het programma werd van 1 op 2 miljard euro gebracht, en omvat voortaan het bestaande programma van thesauriebewijzen dat enkel op de korte termijn betrekking had (van 1 dag tot 1 jaar). 100% 90% 80% 70% 60% 33,05% 29,25% Ratio fixe-variable de la dette directe totale (au 31 décembre) / Ratio vast-variabel van de totale directe schuld (op 31 december) 33,78% 35,40% 32,90% 39,52% 46,43% 6,27% 32,70% 8,27% 34,67% 5,17% 39,03% 3,53% 36,47% 2,63% 38,74% Var & Flo & Caps - CCFB CCFB / FCCB Fixe / Vaste 1,41% 19,89% 1,45% 13,29% 50% 40% 30% 20% 66,95% 70,75% 66,22% 64,60% 67,10% 60,48% 53,57% 61,03% 57,07% 55,80% 60,00% 58,64% 78,70% 85,26% 10% 0% % 90% 80% 70% 60% 33,05% 29,25% Ratio fixe-variable de la dette directe totale (au 31 décembre) / Ratio vast-variabel van de totale directe schuld (op 31 december) 33,78% 35,40% 32,90% 39,52% 46,43% 6,27% 32,70% 8,27% 34,67% 5,17% 39,03% 3,53% 36,47% 2,63% 38,74% Var & Flo & Caps - CCFB CCFB / FCCB Fixe / Vaste 1,41% 19,89% 1,45% 13,29% 50% 40% 30% 20% 66,95% 70,75% 66,22% 64,60% 67,10% 60,48% 53,57% 61,03% 57,07% 55,80% 60,00% 58,64% 78,70% 85,26% 10% 0% Jaarverslag 2010 p. 29

30 We moeten ook rekening houden met de dekkingsoperaties (via caps) waarvan het doel is ons te beschermen tegen rentestijging. We kunnen dan de structuur als volgt voorstellen: Structure de la dette (au 31 décembre) / Schuldstructuur (op 31 december) 100% 90% 80% 23,55% 19,45% 26,75% 9,80% 9,50% 70% 7,03% 60% 23,92% 25,21% 11,48% 7,69% 26,72% 32,99% 12,80% 13,44% 24,62% 17,61% 31,02% 32,84% 8,27% 6,27% 17,06% 5,17% 3,53% 8,08% 3,63% 8,02% 2,63% 38,74% 1,41% 3,43% 16,46% 1,45% 13,29% 50% 40% 30% 20% 10% 66,95% 70,75% Var & Flo-CCFB CCFB / FCCB Couvert / Caps Fixe / Vaste 66,22% 64,60% 67,10% 60,48% 53,57% 61,03% 57,07% 55,80% 60,00% 58,64% 78,70% 85,26% 0% Deze grafiek toont aan dat dankzij het gebruik van caps, slechts 13 tot 39% van de samenstelling van de schuld met variabele rente is gebleven in de strikte zin van het woord (d.i. niet-beschermd) tussen 1997 en 2010 (13,29% in 2010). Jaarverslag 2010 p. 30

31 Deel 4 : Vlottende schuld Financiële analyse 2010 HOOFDSTUK 1 : BEHEER VAN DE DIRECTE KORTETERMIJNSCHULD Overeenkomstig het protocol dat werd getekend op 1 januari 1999 en verlengd voor 5 jaar op 1 januari 2004, was Dexia Bank van 1 januari 1999 tot 31 december 2008 de kassier van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Na een nieuwe offerteoproep in juni 2008 werd Dexia Bank gekozen als kassier voor het Gewest voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 december De opdracht van de kassier bevat naast het bijhouden van de dagelijkse situatie, de toekenning van kasfaciliteiten voor een bedrag 500 miljoen euro en beleggingen voor de dagelijkse tekorten of overschotten evenals de financieringsverrichtingen of beleggingen voor een termijn van maximum van een maand. Naast het luik kasfaciliteiten heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 3 april 2009 een MTN-programma (Medium Term Notes) op korte en lange termijn (van 1 dag tot 50 jaar) gelanceerd ter waarde van 1 miljard euro. Dit MTN-programma omvat het bestaande programma van thesauriebewijzen (TB) dat enkel betrekking had op de korte termijn (van 1 dag tot 1 jaar). Op 1 juni 2005 was het TB-programma al verhoogd van 250 naar 500 miljoen, en op 1 november 2008 naar 700 miljoen. Op 16 juni 2010 heeft het Gewest een nieuw MTN-programma opgezet dat voortaan openstaat voor concurrentie tussen 4 dealerbanken (BNP-Fortis, Dexia, KBC en ING). Er kunnen dealers of the day toegevoegd worden voor eenmalige operaties. Het programma werd van 1 op 2 miljard euro gebracht en werd voor 447 miljoen euro benut in 2009 en voor 150 miljoen in Tot slot beschikt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij verschillende banken over voorschotlijnen op vaste termijn (VVT) op meer dan 30 dagen. Deze drie instrumenten stellen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in theorie in staat om voor het kortetermijnbeheer een totale afwezigheid van liquiditeitsrisico te waarborgen ten belope van 2,5 miljard voor de operaties van 1 tot 30 dagen. Maar aangezien er met het MTN-programma langetermijnoperaties werden gesloten voor een bedrag van 447 miljoen in 2009 en 150 miljoen in 2010, blijft er in de praktijk 1,903 miljard beschikbaar om in 2011 de korte termijn te dekken. Jaarverslag 2010 p. 31

32 , ,00 Composition mensuelle pondérée (par le nombre de jours du mois) de la dette flottante en 2010 hors refinancement de Dexia / Gewogen maandelijkse samenstelling (per aantal dagen van de maand) van de vlottende schuld in 2010 zonder herfinanciering van Dexia Placements / Beleggingen Encours ATF / Uitstaand bedrag VVT Encours BT / Uitstaand bedrag CP Compte courant / Lopende rekening , ,00 0, , ,00 Alle interesten samen van de kortetermijnschuld (minder dan een jaar) die werkelijk werden opgelopen in 2010, bedragen ,27. Financiële lasten opgelopen in 2010 in euro Interesten op de kortetermijnschuld (< 1 jaar) Via bankfinanciering op korte termijn (< 30 dagen) Debetinteresten op de lopende rekening ,31 Debetinteresten op VVT (straight loan) 0,00 Via deposito's in euro (> 30 dagen): Debetinteresten op deposito's in euro ,06 Transactiekosten op deposito's in euro 1.486,11 Via MTN-programma: Transactiekosten op MTN 4.228,95 Debetinteresten op thesauriebewijzen ,33 Transactiekosten op thesauriebewijzen 5.147,59 Via creditinteresten: Creditinteresten op de lopende rekening ,38 Creditinteresten op thesauriebewijzen ,70 Totaal ,27 De financiële intresten op lopende rekening worden berekend op het maandelijks gemiddelde van de euribor op 1 week minus een marge. Ze Jaarverslag 2010 p. 32

33 worden de maand erop gedebiteerd. Zo zijn de werkelijk gedebiteerde intresten die van december 2009 tot november De intresten van december 2010 worden in januari 2011 gedebiteerd. Ze zijn dus niet terug te vinden in de cijfers van 2010, in tegenstelling tot die van december De financiële intresten op VVT en op deposito's in euro (privébeleggingen) worden gedebiteerd op de dag van terugbetaling. Net zoals de transactiekosten op TB, kunnen deze financiële intresten in het volgende boekjaar staan. De financiële renten op thesauriebewijzen worden onderverdeeld in verdisconteerde intresten ( ,33 euro) en in transactiekosten (5.147,59 euro). De verdisconteerde intresten worden betaald op de dag van uitgifte. Ze worden bijgevolg hetzelfde jaar gedebiteerd. De transactiekosten worden daarentegen betaald via een maandelijkse factuur (uitgaande van de market maker), en dit 10 à 12 weken na het einde van de betrokken maand. Een deel ervan verschuift dus naar het volgende boekjaar. Het komt voor dat het Gewest positief staat op zijn lopende rekening. Het wordt dan op zijn beurt geldschieter, hetzij via de aankoop van TB s (58.232,70 ), hetzij via zijn lopende rekening (16.342,38 ). Jaarverslag 2010 p. 33

34 HOOFDSTUK 2 : THESAURIEBEWIJZEN Het programma van thesauriebewijzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat sinds 3 april 2009 opgenomen is in het MTN-programma, heeft volgende kenmerken: continu programma met vaste overname (wet van 22 juli 1991) maximum bedrag: euro gedematerialiseerde vorm clearing: Nationale Bank van België veelvouden van euro met een minimum van euro per uitgifte looptijd: van 1 dag tot 1 jaar rentevoet: on best afford basis (euribor -5 BP tot -10 BP) taxatiestelsel: onderworpen aan het Koninklijk Besluit van 15 december 1995 market maker: Dexia Bank Dit programma biedt talrijke voordelen aan de emittent, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 1. Diversificatie van de financiële instrumenten op korte termijn 2. Financieringsmethode tegen geringe kostprijs 3. Grote flexibiliteit 4. Verzekerde liquiditeit 5. Aangepast aan de noden van de thesauriecyclus 6. Mogelijk gebruik van afgeleide producten Ook voor de investeerders zijn de troeven niet te verwaarlozen: 1. Hoge opbrengst, hoger dan thesauriebewijzen 2. Geen roerende voorheffing voor de investeerders van de openbare sector Jaarverslag 2010 p. 34

35 3. Efficiënte secondaire markt 4. Diversificatie van de kortetermijnopbrengsten 5. Aangepast aan de noden van de thesauriecyclus 6. AA Rating Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de jaarlijkse volumes van emissies van TB (in nominale waarde) enerzijds en de gewogen jaargemiddelden (gemiddeld jaarlijks uitstaand bedrag) anderzijds. Zo bedraagt het volume voor 2010, ,00 euro en het gemiddeld jaarlijks uitstaand bedrag ,21 euro. Volume annuel d'émissions de BT (en valeur nominale) / Jaarvolume emissies van TB (in nominale waarde) montant ( ) / bedrag ( ) montant ( ) / bedrag ( ) ,00 Encours annuel moyen des BT (de 2001 à 2010) hors refinancement de Dexia (du 02/10/2008 au 03/10/2011) / Gemiddeld jaarlijks uitstaand bedrag van de TB (van 2001 tot 2010) zonder herfinanciering van Dexia (van 02/10/2008 tot 03/10/2011) , , , , , ,00 0, , , , , , , , , , , Jaarverslag 2010 p. 35

36 Noteren we eveneens de uitstekende samenwerking met de market maker Dexia Bank, een drukke communicatie in twee richtingen die de optimalisering van het aanbod en de vraag aanmoedigt. Voor 2010: 72 emissies over het hele jaar; emissies van 0,942 tot 150 miljoen euro; Minimale euribor marge: -2,2 basispunten; Maximale euribor marge: -13,83 basispunten; Gemiddelde duur van een emissie: 16,79 dagen. De grafiek (deel van de TB in percentage van de vlottende schuld) toont aan hoe goed het programma van TB past in de financieringsstrategie van de kortetermijnschuld van het Gewest. Dit programma betekent een echte buitenkans zowel voor de emittent, het Gewest, als voor de investeerders die er vlot op reageren. 100,00% 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% Part des BT dans la dette flottante (du 01/2010 au 12/2010) hors refinancement de Dexia (du 02/10/2008 au 03/10/2011) / Aandeel van de TB in de vlottende schuld zonder herfinanciering van Dexia (van 01/2010 tot 12/2010) -20,00% -40,00% 1/01/ /01/ /01/ /02/2010 2/03/ /03/2010 1/04/ /04/2010 1/05/ /05/ /05/ /06/ /06/ /07/ /07/ /08/ /08/ /09/ /09/ /10/ /10/ /11/ /11/ /12/ /12/ ,00% -80,00% -100,00% Jaarverslag 2010 p. 36

37 HOOFDSTUK 3: FINANCIEEL COORDINATIECENTRUM (FCCB) Het Financieel coördinatiecentrum voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd opgericht met de ordonnantie van 19 februari Het is sinds 1 oktober 2004 operationeel met 7 instellingen: het BAO, het GAN, het CIBG, het BIM, het IWOIB, de DBDMH en de BGHM. De ESR, de BGDA en de GOMB hebben zich aangesloten op 1 januari De Haven van Brussel en de MIVB op 1 april Het FCCB is gegroeid uit een politieke wil om de thesaurieën van de 12 genoemde instellingen te centraliseren met behulp van een notioneel systeem. Het systeem maakt het mogelijk het beleid van de geldmiddelen van de verschillende rekeningen te verbeteren zonder fondsen te moeten overdragen van de ene rekening naar de andere. Het Gewest krijgt/betaalt intresten op het gecumuleerde saldo van alle rekeningen die in de gecentraliseerde perimeter liggen. In ruil voor die centralisering, krijgen de instellingen een dotatie voor goed financieel beheer die bestaat uit een hoofddotatie verkregen door de toepassing van een euribor rentevoet (min 8 BP) op hun totaal gemiddeld uitstaand bedrag, geplafonneerd op historische kasmiddelen 8 ; en een aanvullende dotatie (tussen 0 et 25 BP op de totale toestand van de instelling, zowel op de transitrekening als op eigen rekening), afhankelijk van de kwaliteiten van de thesaurievooruitzichten die ze het Gewest geven. Uiteindelijk zullen de instellingen zo een jaarlijks rendement verkrijgen dat de markt hen niet kan aanbieden, tenzij ze een groter risico nemen. Het FCCB is een flexibel instrument dat nog zal evolueren. Afgezien van de toetreding van andere gewestelijke instellingen tot het FCCB, is een haalbaarheidsstudie aan de gang wat betreft een uitbreiding met de gemeentelijke thesaurieën. Naar aanleiding van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt het FCCB een geïntegreerd instrument voor het financieel beheer van het Gewest. Voornoemde ordonnantie schrijft eveneens voor dat elke autonome bestuursinstelling (ABI) die deel uitmaakt van de gewestelijke entiteit als bepaald in art. 2 2 automatisch toetreedt tot het FCCB. Art van de ordonnantie voorziet er tevens in dat het FCCB zorgt voor het coördineren van de thesaurieën van de instellingen van openbaar nut opgenomen in artikel 1, categorie B, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, en die niet zijn opgenomen onder de sectoriële code (waartoe de instellingen behoren die zijn opgenomen in de consolidatieperimeter ESR 95 van het Gewest). 8 De euribor rentevoet die in aanmerking moet worden genomen zal afhangen van de kwaliteit van afvlakking van de financiële stromen van de instellingen. Jaarverslag 2010 p. 37

38 De uitbreiding van het systeem met andere Brusselse instellingen wordt bestudeerd. Dat systeem biedt beide partijen talrijke voordelen: a) voor de instellingen: vereenvoudiging van het beheer van hun thesaurie; tegen gelijk risico krijgen de dotaties voor goed beheer een hoger beleggingsrendement dan ze zonder FCCB zouden krijgen; het FCCB geeft hen een dekking bij omkering van de curve van de jaargemiddelde euriborrenten; aangezien de toegekende looptijd achteraf wordt bepaald, komt deze overeen met de optimale duur van een belegging die ze hadden kunnen uitvoeren zonder FCCB; de keuze van de gemiddelde jaarlijkse euribor neutraliseert de dagelijkse rentegevoeligheid van de rentevoeten en bezorgt de instellingen een zekere stabiliteit; het FCCB geeft een beloning voor de kwaliteit van hun thesaurievooruitzichten. b) voor het Gewest: cashpooling (winst op de bemiddelingsmarge van de banken: de marges op de debiteurintresten zijn groter dan die op de crediteurintresten); de transfers van de transitrekeningen van de instellingen naar hun eigen rekeningen zijn geautomatiseerd en daardoor afhankelijk van hun reële thesauriebehoeften, waaruit volgt dat de dotaties op een maximumlooptijd in de perimeter van het MBHG blijven; door de planning van de instellingen, geconsolideerd en onderzocht door het FCCB, verbetert de directie Thesaurie haar eigen ramingen; gunstige effecten op de gemiddelde kostprijs, de structuur en de looptijd van de totale directe schuld; consolidatieverlenging van de langetermijnleningen van het Gewest. Jaarverslag 2010 p. 38

39 In cijfers zijn de voordelen voor het Gewest de volgende: 2010 zonder FCCB met FCCB 1 Kostprijs (jaarlijks gemiddelde) 3,56% 3,55% 2 Looptijd (jaren) op 31 december 7,68 7,78 3 Structuur op 31 december Tegen variabele rente zonder cap + impact FCCB 14,74% 13,29% Tegen vaste rente met cap + impact FCCB 85,26% 86,71% 4 Consolidatie in 2005 geannuleerd in 2009 geannuleerd in 2010 geannuleerd vermindering van de gemiddelde gewogen jaarlijkse kostprijs en verlenging van de looptijd van de portefeuille door de annulering van het risico op kortetermijnrenten van een deel van de vlottende schuld; verhoging van de vaste en beschermde portefeuillerentestructuur door neutralisering van het renterisico, met het FCCB-bedrag, op de vlottende schuld (met 1,45% tot ); door de thesaurie van deelnemende instellingen in te brengen konden volgende consolidaties geannuleerd worden: in 2005 tegen een kostprijs van 4,35% (IRS 10 Y); in 2009 tegen een kostprijs van 3,55% (IRS 10 Y); in 2010 tegen een kostprijs van 3,05% (IRS 10 Y). Jaarverslag 2010 p. 39

40 Deel 5 : Geconsolideerde directe schuld Financiële analyse 2010 HOOFDSTUK 1 : MACROECONOMISCHE CONTEXT 9 Na de ernstige recessie van 2009 is de wereldwijde economische activiteit in 2010 aan het herstel begonnen. In het eerste kwartaal werd de economische activiteit door diverse factoren ondersteund, zoals de monetaire en budgettaire stimuleringsmaatregelen, de normalisering van de financieringsvoorwaarden en het toegenomen vertrouwen bij consument en bedrijfsleiders (met een sterke aanvulling van de bedrijfsvoorraden). De opleving van de wereldhandel verliep ongelijk. Het herstel van de grote economieën bleef bescheiden. De opkomende landen moesten daarentegen vrezen voor oververhitting. In het tweede semester vertraagde de economische activiteit enigszins door de verminderde financiële stimuli (een gevolg van de begrotingssaneringen in bepaalde landen). Ondanks de stijgende grondstoffenprijzen kenden de geavanceerde economieën in 2010 geen grote inflatieproblemen (behalve het Verenigd Koninkrijk). De opkomende landen werden daarentegen geconfronteerd met sterke opstoten van inflatie, die bepaalde Centrale banken van die landen ertoe dwongen de voorwaarden voor krediettoekenning te verstrengen. De prijs van de aardolie is relatief stabiel gebleven tot augustus 2010 om vervolgens weer te gaan stijgen. Een vat Brent kostte 78 $ begin 2010 en 113 $ op 25 februari De gemiddelde prijs van een vat Brent in 2010 bedroeg 80 $ (+29% vergeleken met de gemiddelde prijs in 2009). De prijzen van de niet-energetische grondstoffen evolueerden op dezelfde manier (+36% tegenover 2009). De inflatie in de OESO-lidstaten was in december 2010 gestegen tot 2,1%, en tot 1,2% zonder de voedingsproducten en energie. Verenigde Staten De groei van het reële BBP in de Verenigde Staten bedroeg 2,8% in 2010, tegenover -2,6% in 2009, 1,1% in 2008 en 2,2% in De bedrijven gingen weer meer investeren, ondersteund door een hogere winstgevendheid (dankzij de kostenbesparende maatregelen die de voorgaande jaren werden genomen), een vlottere toegang tot krediet, een licht gestegen vraag, en tijdelijk door de fiscale maatregelen die de regering trof om het economisch herstel en de voorraadaanvulling te stimuleren. De gezinsconsumptie bleef beperkt als gevolg van de hoge werkloosheid, het wankele vertrouwen en de 9 Dit hoofdstuk gebruikt de gegevens van het Jaarverslag 2010 van de ECB. Jaarverslag 2010 p. 40

41 aanhoudende inspanningen om hun vermogen te herstellen en hun schulden bij de kredietinstellingen te beperken. Het prijsverloop bleef gematigd. De inflatie steeg naar 1,6% in 2010 tegenover -0,4% in 2009, 3,8% in 2008, 2,9% in 2007, 3,2% in 2006, 3,4% in 2005 en 3,3% in Deze inflatie is hoofdzakelijk te verklaren door de gestegen energieprijzen. De inflatie zonder voeding en energie bedroeg 1,0% in 2010, tegenover 1,7% in 2009, 2,3% in 2008 en in 2007, en 2,1% in Het tekort op de handelsbalans (uitvoer invoer) is licht toegenomen met de economische opleving. Het handelstekort ging van 2,7% van het BBP naar 3,3% in de eerste drie kwartalen van Het begrotingstekort is teruggelopen tot 8,9% van het BBP tegenover 10,0% in 2009, 3,2% in 2008, 1,2% in 2007, 1,9% in 2006, 2,6% in 2005 en 3,6% een jaar eerder. De federale schuld liep op van 53% in 2009 naar 62% in De Amerikaanse Central bank hield de federal funds rate het hele jaar 2010 lang binnen een marge van 0% tot 0,25%. Bovendien kondigde ze haar intentie aan om in 2011 voor 600 miljard dollar aan langlopend schatkistpapier aan te kopen om het economisch herstel te stimuleren. Rest van de wereld In Japan zette het economisch herstel zich voort. Dit herstel werd ondersteund door een accommoderend monetair beleid, door begrotingsstimuli, door de stevige wereldwijde vraag en door binnenlandse uitgaven. De werkloosheidsgraad verbeterde licht. De inflatie zonder voeding en energie zette haar deflatoire trend voort. De Bank of Japan behield haar uncollateralised overnight call rate binnen een marge van 0,0% tot 0,1%. Ze nam onconventionele beleidsmaatregelen om de economie te stimuleren (aankoop van activa en uitbreiding van de middelenverschaffende operaties tegen vaste rente). Voor het eerst sinds 2004 kwam de Bank of Japan in september 2010 tussen om de appreciatie van de yen op de valutamarkt te remmen. De groei van de Chinese economie versnelde. Het reële BBP ging in 2010 met 10,3% omhoog, tegenover 9,2% in 2009, 9,6% in 2008, 13,0% in 2007 en 11,1% in Die forse groei kan door verschillende factoren verklaard worden: een sterke binnenlandse consumptie, toegenomen privéinvesteringen en meer netto uitvoer. Dit alles neutraliseerde de geleidelijke intrekking van de herstelmaatregelen die vorig jaar werden ingevoerd. De vastgoedprijzen stegen door de overvloedige liquiditeiten, de soepele kredietvoorwaarden en de negatieve reële depositorente. De inflatie bedroeg 4,6% in december De valutareserves namen steeds verder toe en bereikten miljard Amerikaanse dollar eind 2010, tegenover miljard in 2009, miljard in 2008 en miljard in Die stijging is te danken aan het overschot op de handelsbalans en aan de kapitaalinstroom. Jaarverslag 2010 p. 41

42 In Latijns-Amerika was de economische activiteit robuust dankzij de levendige binnenlandse vraag (die het negatieve effect van de buitenlandse vraag tenietdeed). De reële BBP-groei in het gebied bedroeg 6% in 2010, tegenover -2,3% in 2009, 3,6% in 2008 en 3,4% in De spreads op CDS op overheidsschuld verkleinden, de financiële stromen kwamen weer op gang en de beurskoersen stegen, en ook de munten van de Zuid-Amerikaanse landen wonnen aan waarde. Eurozone De eurozone kende in 2010 een economische opleving nadat haar BBP in 2009 een terugval zonder voorgaande beleefde. Het BBP in volume steeg met 1,7% in 2010, tegenover -4,1% in 2009, 0,5% in 2008, 2,7% in 2007, 3,0% in 2006, 1,7% in 2005 en 1,8% in Diverse elementen kunnen de economische opleving verklaren: de toegenomen export die profiteerde van het aanwakkeren van de wereldwijde vraag; het vertraagde tempo van de voorraadvermindering; de groeiende binnenlandse vraag (overheids- en privéconsumptie, en privé-investeringen); accommoderende maatregelen op het vlak van monetair beleid; en tot slot de maatregelen die werden genomen om de werking van het financiële systeem te herstellen. In 2010 heeft de ECB een beleid gevoerd dat kadert in een context van economische heropleving en blijvende turbulentie op de financiële markten naar aanleiding van de crisis met de overheidsschulden. Ze liet de interestvoet voor de voornaamste herfinancieringsoperaties het hele jaar onveranderd (1,0%). Naast het feit dat ze haar richttarieven op een historisch laag niveau hield, heeft de ECB niet-conventionele maatregelen genomen om in een context van stijgende begrotingstekorten en overheidsschulden enerzijds leningen te blijven verstrekken aan de banken in de eurozone en anderzijds de landen te helpen die zwaar getroffen worden door de crisis van de staatsschulden. Volgende maatregelen werden toegepast: verstrekking van een onbeperkte hoeveelheid liquiditeiten tegen een vast tarief, in ruil voor gepaste waarborgen; uitbreiding van de lijst van activa die als waarborg worden aanvaard; lancering van een programma voor de effectenmarkten (Securities Markets Programme) dat de diepte en liquiditeit wil waarborgen van de marktsegmenten waarvan de werking is verstoord, door het Eurosysteem toe te laten in te grijpen op de markten voor overheids- en particuliere schuldbewijzen; verstrekken van buitenlandse deviezen; en rechtstreekse aankoop van gedekte obligaties. De overheidsconsumptie bleef de economische activiteit ondersteunen, maar in mindere mate dan in De staten waren immers verplicht een verdere verslechtering van hun begrotingssaldo s te beperken. De arbeidsproductiviteit steeg meer dan proportioneel in verhouding tot het loon. Dit resulteerde in een daling van de arbeidskosten per eenheid product en een stijging van de winstmarges. Jaarverslag 2010 p. 42

43 De niet-financiële ondernemingen zagen hun resultaten verbeteren, wat hun spaarquote sterk deed stijgen. Dit, gekoppeld aan de inspanningen die deze bedrijven leverden voor schuldafbouw, maakte hun financieringskloof (= nood aan externe financieringen om hun investeringen te dekken) voor het eerst in tien jaar weer positief. Hoewel de schuldgraad van de niet-financiële ondernemingen daalde, bleef de faillissementsgraad in 2010 niettemin heel hoog. De privéconsumptie steeg met 1% hoewel de arbeidsmarkt slap bleef. Dit komt dankzij de groei van het reële inkomen en de daling van de spaarquote van de gezinnen in een context van herwonnen vertrouwen en winst op portefeuille. De schulden van de gezinnen namen in het vierde kwartaal van 2010 met 2,8% toe (de hypothecaire leningen stegen met 3,7% terwijl de consumptiekredieten verminderden). De gemiddelde schuldratio (in het vierde kwartaal) in termen van beschikbaar inkomen bedroeg 98,8% in 2010, tegenover 95,0% in 2009, 92,0% in 2008, en in termen van BBP bedroeg deze 65,0% tegenover 60,0% in De rentelast van de gezinnen (verhouding tussen de betaling van interesten en het beschikbare inkomen) is licht gedaald in De reden hiervoor ligt in de lagere interestvoeten (zowel voor nieuwe leningen als voor heronderhandelde leningen) en in een lichte toename van het beschikbare inkomen van de gezinnen. De prijzen van het residentiële vastgoed stegen met 2,4% in de eerste drie kwartalen van De evoluties verschillen evenwel nogal van land tot land en zelfs tussen de verschillende regio s in de Eurozone. In sommige gebieden daalden de prijzen. De uitvoer van de Eurozone is sterk gestegen (+11,3% in het derde kwartaal) dankzij het herstel van de wereldwijde economische activiteit, gekoppeld aan het afzwakken van de financiële crisis. Aangezien ook de invoer sterk toenam (+11,7% in het derde kwartaal), was de bijdrage van de netto uitvoer (export import) aan de BBP-groei 10 licht negatief. In 2009 was er een ongekende toename van het aantal werkzoekenden. Het jobverlies is sterk vertraagd in De gestandaardiseerde werkloosheidsgraad bedroeg 10,0% in 2010, tegenover 9,4% in 2009, 7,5% in 2008, 7,5% in 2007, 8,4% in 2006 en 9,0% in De inflatie in de eurozone bleef met 1,6% onder de doelstelling die de ECB vooropstelt (2%). Deze inflatiestijging valt te verklaren door de gestegen prijzen van onbewerkte (1,2%) en bewerkte (0,9%) voedingsmiddelen, industriële goederen m.u.v. energie (0,4%), diensten (1,4%), de stijging van 10 Invoer en uitvoer betreffen zowel goederen als diensten en omvatten mede het interne grensoverschrijdende handelsverkeer binnen het eurogebied. De invoer- en uitvoercijfers volgens de nationale rekeningen, waarin de intra-eurozone handel vervat zit, zijn derhalve niet volledig vergelijkbaar met de betalingsbalansgegevens. ECB jaarverslag 2010, p. 68. Jaarverslag 2010 p. 43

44 de energieprijzen, vooral die van de aardolie (7,4%), en de matiging van de loonstijgingen (1,7%). De begrotingssaldi van talrijke Europese landen bleven in een context van financiële en economische crisis verder negatief evolueren. De spelers op de financiële markten hebben vraagtekens geplaatst bij de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in bepaalde lidstaten van de eurozone, vooral in de landen geconfronteerd met een crisis van hun overheidsschuld (Portugal, Ierland, Griekenland en Spanje). Om hun geloofwaardigheid op de financiële markten te herwinnen, hebben deze landen saneringsmaatregelen getroffen en structurele hervormingen doorgevoerd. De financieringsbehoeften van de overheden bedroegen 0,6% van het BBP in 2007, en 2,0% in 2008 maar liepen op tot 6,4% in 2009 en De afgelopen twee jaren betekenden de zwaarste budgettaire verslechtering sinds het begin van de EMU (Economische en Muntunie). Alle landen van de eurozone, behalve Luxemburg, overschreden de drempel van 3,0% begrotingstekort. Ierland brak alle records door een deficit van 32,3% op te tekenen. De bruto schuld van de overheden verslechterde, en ging van 79,2% van het BBP in 2009 naar 84,2% in ,00% Chiffres (BCE) de la zone euro / Cijfers (ECB) van de eurozone ,00% 1,00% -1,00% ,00% -5,00% -7,00% Croissance du PIB en volume (en données corrigées du nombre de jours ouvrables) / Groei van de BBP in volume (in gecorrigeerde gegevens van het aantal werkdagen) Solde budgétaire / Begrotingssaldo Inflation (variation annuelle en %) / Inflatie (jaarschommeling in %) Tussen eind 2009 en eind 2010 is de euro in effectieve nominale waarde gedaald tegenover de Amerikaanse dollar (7,3%), de yen (18,4%), het Britse pond (3,1%), de Zwitserse frank (15,7%), de Canadese dollar (11,9%), de Australische dollar (17,9%), de Noorse kroon (6,0%), de Hongkong dollar (7,0%), de Chinese renminbi (10,3%) en de Zuid-Koreaanse won (10,7%). De rekening van de courante transacties bedroeg -0,6% van het BBP van de eurozone, wat overeenstemt met een tekort van 56,4 miljard tegenover een tekort van 51,4 miljard in Jaarverslag 2010 p. 44

45 HOOFDSTUK 2 : VERRICHTINGEN UITGEVOERD IN 2010 (IN CHRONOLOGISCHE VOLGORDE) 2.1. Afsluiten van leningen via het MTN-programma Opgezet door: Dexia Bank Capaciteit: 2 miljard Bedrag Begindatum Einddatum Rentevoet /01/ /01/2018 IRS 8Y + 47 BP /01/ /01/2018 IRS 8Y + 46 BP /01/ /01/2020 IRS 10Y + 52 BP /06/ /06/2020 EUR 3M + 55 BP totaal Afsluiten van een gestructureerde Schuldschein -lening voor een bedrag van 25 miljoen (reverse inquiry) Op 4 februari 2010 heeft het Gewest een Schuldschein -financiering van 25 miljoen met een reverse inquiry afgesloten, met begindatum 6 april 2010 en einddatum 6 april van 06/04/2010 tot 05/04/2018 betaalt het Gewest 5,00%; - van 06/04/2018 tot 06/04/2035 betaalt het Gewest maximaal [13*(IRS20Y-IRS2Y)] gefloord op 0,00% en gecapt op 9,00% met lock-in. Bovendien heeft het Gewest het recht gekocht om 3 bijkomende schijven van 25 miljoen op 25 jaar aan te gaan tegen dezelfde voorwaarden maar zonder lock-in. Die emissies zouden plaatsvinden in 2015, 2016 en Afsluiten van 4 swaps van 25 miljoen Op hetzelfde ogenblik (4 februari 2010) heeft het Gewest een swap van 25 miljoen gekocht die de rentestructuur van bovenvermelde lening variabel maakt. Het Gewest betaalt zo E6M + 45 BP voor de volledige looptijd van de onderliggende lening (van 6 april 2010 tot 6 april 2035). Daarenboven heeft het Gewest 3 andere opties op swaps van elk 25 miljoen euro tegen een rente van E6M + 60 BP gekocht ter dekking van 3 bijkomende schijven van het Schuldschein die respectievelijk in 2015, 2016 en 2017 uitgegeven zouden worden. Jaarverslag 2010 p. 45

46 2.4. Afsluiten van een lening van 100 miljoen Op 11 februari 2010 heeft het Gewest een lening van 100 miljoen afgesloten tegen een IRS-rente 18 Y + 54 basispunten (= 4,436%) met begindatum 6 april 2010 en einddatum 6 april Afsluiten van een lening van 75 miljoen Op 12 maart 2010 heeft het Gewest een lening van 75 miljoen afgesloten tegen een IRS-rente 20 Y mid swap + 55 basispunten (= 4,25%) met begindatum 7 mei 2010 en einddatum 7 mei Er werd op 7 mei 2010 een bedrag van betaald, wat de reële kostprijs van de jaarlijkse coupons op 4,496% brengt (= IRS 3,914% + forward effect 0,032% + credit spread 0,55%) Afsluiten van een Schuldschein van 50 miljoen Op 22 april 2010 heeft het Gewest een Schuldschein van 50 miljoen gesloten met begindatum 23 juni 2010 voor een looptijd van 10 jaar, tegen een rente van E3M + 36BP. Deze onderliggende lening wordt verbonden aan de early termination swap die in 2009 werd verworven. Het Gewest zal uiteindelijk voor deze 2 operaties 3,37% betalen tijdens de periode van 23/06/2010 tot 23/06/ Afsluiten van een Schuldschein van 50 miljoen Op 22 april 2010 heeft het Gewest een Schuldschein van 50 miljoen gesloten met begindatum 23 juni 2010 voor een looptijd van 10 jaar, tegen een rente van E3M + 36BP. Deze onderliggende lening wordt verbonden aan de early termination swap die in 2009 werd verworven. Het Gewest zal uiteindelijk voor deze 2 operaties 3,09% betalen tijdens de periode van 23/06/2010 tot 23/06/ Afsluiten van een forward swap van 50 miljoen Op 7 mei 2010 heeft het Gewest een forward swap van 50 miljoen gesloten. Het Gewest zal 3,25% betalen van 18/4/2011 tot 18/4/2061. Beide partijen kunnen de transactie een eerste keer beëindigen na 15 jaar (7 mei 2025), en vervolgens om de 5 jaar Afsluiten van een forward swap van 50 miljoen Op 7 mei 2010 heeft het Gewest een forward swap van 50 miljoen gesloten. Het Gewest zal 3,275% betalen van 14/10/2011 tot 14/10/2061. Beide partijen kunnen de transactie een eerste keer beëindigen na 15 jaar (7 mei 2025), en vervolgens om de 5 jaar. Jaarverslag 2010 p. 46

47 2.10. Afsluiten van een forward swap van 50 miljoen Op 25 mei 2010 heeft het Gewest een forward swap van 50 miljoen afgesloten. Het gewest zal 3,0525% betalen van 18/04/2011 tot 18/04/2061. Beide partijen kunnen de transactie een eerste keer beëindigen na 15 jaar (7 mei 2025), en vervolgens om de 5 jaar Verkoop van een swaption van 50 miljoen Het Gewest heeft aan een bank het recht verkocht om 3,15% te vragen op 50 miljoen gedurende 50 jaar. Het Gewest ontving in ruil 3,28 miljoen. Dit recht loopt van 10/06/2010 tot 08/12/2010. Als het wordt toegepast, begint de swap op 08/06/2011 en loopt hij tot 08/06/2061. Beide partijen kunnen de transactie een eerste keer beëindigen na 10 jaar, en vervolgens om de 5 jaar. PS: De bank heeft uiteindelijk geen gebruik gemaakt van de swaption op 8/12/2010. Het Gewest stapt dus niet in een swap op 50 jaar in 2011 en behoudt definitief de premie van 3,28 miljoen als ontvangst Herschikking van de in februari verworven multitranche swap Op 25 augustus 2010 heeft het Gewest de swap van 25 miljoen herschikt die het op 4 februari 2010 had gekocht (zie punt 4). Het Gewest betaalt zo E6M flat (in plaats van E6M + 45 BP) voor de volledige looptijd van de onderliggende lening (van 6 april 2010 tot 6 april 2035). Op 4 oktober 2011 heeft de bank het recht om de rente op 3,22% vast te leggen (switch) of om E6M flat te behouden voor de hele duur van de onderliggende lening (met een wederzijdse verbrekingsclausule op 4/2/2020 en vervolgens jaarlijks). Bovendien heeft het Gewest ook zijn 3 andere opties op swaps van 25 miljoen euro herschikt, telkens tegen vaste rentevoeten van 3,79 ; 3,82 en 3,85% (in plaats van E6M + 60 BP) om 3 bijkomende tranches van de Schuldschein te dekken die respectievelijk in 2015, 2016 en 2017 zouden worden uitgegeven Herschikking van de in februari verworven multitranche swap (2010*2-1S) Het Gewest heeft beslist de voor 14/10/2010 geplande 150 miljoen niet te consolideren, gelet op het verbeterde economische klimaat (gestegen inkomsten) dat de voorspellingen van de Hoge Raad van Financiën over een sterkere verhoging van het te financieren deficit tenietdoet. De operatie verliep in 2 fasen: een eerste m.b.t. 100 miljoen op 20/9/2010, een tweede m.b.t. 50 miljoen op 12/10/2010. Jaarverslag 2010 p. 47

48 A. Het Gewest, dat al een swap van 150 miljoen had gekocht (2010*2-1S), verbond 100 miljoen van de swap aan de onderliggende lening 2002*1-1 die al aanwezig was in de portefeuille met variabele rentevoet (van 14/10/2010 tot 14/10/2020). De structuur wijzigt van variabel (E6M) in vast (3,87%). Daartoe werd een basis swap in de swap geïntegreerd om het variabele been te wijzigen van E3M in E6M met een kleine datumaanpassing, waardoor de datums van de onderliggende lening en de swap perfect konden samenvallen. De vaste rente gaat van 3,745 naar 3,87% door de integratie van de basis swap. B. Gebruik van het MTN-programma om de resterende 50 miljoen financieringen uit de swap van 150 miljoen (2010*2-1S) te vinden. Hieruit resulteert een perfecte gelijkschakeling tussen de swap en de onderliggende leningen voor de periode van 14/10/2010 tot 14/04/ Afkoop van callable options en aankoop van een nieuwe swap van 150 miljoen (2010*2-1 SS) Op 20 september heeft het Gewest de unieke call afgekocht van de callable swap van 150 miljoen die startte op 14/10/2010. Hierdoor kan het Gewest op 14/10/2010 in een vanilla swap van 35 jaar stappen (in plaats van de initiële 30 jaar) tegen een vaste rentevoet van 4,15% in plaats van 3,87%. Vaste rentevoet Einddatum Opmerking +3,87% 14/10/2040 Rentevoet van de eerste swap met callable options -3,87% 14/10/2040 Spiegelswap van de vorige +4,15% 14/10/2045 Swap zonder callable options met vaste rentevoet Afkoop van jaarlijkse callable options van een multicallable swap van 75 miljoen (2006*1-1 SS) Op 24/09/2010 heeft het Gewest de 15 jaarlijkse calls van de multicallable swap van 75 miljoen afgekocht. Deze afkoop laat ons toe in een vanilla swap te stappen met een rentevoet van 4,05% in plaats van de huidige 3,52% voor de periode van 10/11/2010 tot 10/05/ Afkoop van callable options van een multicallable swap van 125 miljoen (2009*4-1 SS) Op 12/10/2010 heeft het Gewest de 5 callable options van de multicallable swap van 125 miljoen afgekocht. Deze afkoop laat ons toe in een vanilla swap te stappen met een rentevoet van 4,365% in plaats van de huidige 3,87% voor de periode van 29/01/2011 tot 29/07/2041. Jaarverslag 2010 p. 48

49 2.17. Evaluatie van de swapportefeuille Aangezien geen vaste posities tegen variabele werden geswapt, bedraagt de netto gecumuleerde winst (tussen de kostprijs van de onderliggende leningen en de kostprijs van de swaps) die het Gewest in de periode heeft verwezenlijkt ,83. Op 10 juni 2010 heeft het Gewest een swaption verkocht (2010*7-1). De nettowinst van deze verrichting bedraagt ,89 euro. De gecumuleerde nettowinst in de periode bedraagt dus ,72 euro. Gecumuleerde nettowinst op SWAP-portefeuille (in euro) Periode Gecumuleerde Variatie ten opzichte gedragen van het voorgaande jaar 1994 op , op ,49-2,49% 1994 op ,30 + 2,63% 1994 op , ,22% 1994 op ,11 + 9,63% 1994 op , ,96% 1994 op , ,68% 1994 op , ,12% 1994 op ,06 + 7,24% 1994 op , ,64% 1994 op ,83 + 0,00% 1994 op ,72 + 9,52% Jaarverslag 2010 p. 49

50 HOOFDSTUK 3 : PORTEFEUILLESTRUCTUUR De structuur van de portefeuille op 31 december 2009 ziet eruit als volgt: in euro in % Geconsolideerde schuld tegen vaste rente ,48 85,26 % Geconsolideerde schuld tegen variabele rente (beschermd) 0,00 0,00 % Beschermde vlottende schuld (FCCB) ,09 1,45 % Vaste, beschermde & effect FCCB ,57 86,71 % Geconsolideerde schuld tegen variabele rente ,00 5,37 % Vlottende schuld ,57 7,92 % Beschermde vlottende schuld (FCCF) ,09-1,45 % Variabele rente & effect FCCB ,48 13,29 % TOTAAL ,05 100,00 % 86,71% van de totale directe schuldportefeuille is dus tegen vaste rente, beschermd of geneutraliseerd. De maandelijkse variaties (in percentage) van het uitstaand bedrag op het einde van de maand van de schuldstructuur in 2010, zijn de volgende: Variatie in % Geconsolideerde schuld tegen vaste rente van 78,93 % tot 98,15 % Geconsolideerde schuld tegen variabele van 0,00 % tot 9,61 % rente (beschermd) Beschermde vlottende schuld (FCCB) van 1,41 % tot 1,85 % Vaste, beschermde & effect FCCB van 86,08 % tot 99,63 % Geconsolideerde schuld tegen variabele van 3,72 % tot 8,75 % rente Vlottende schuld van - 4,33 % tot 9,67 % Beschermde vlottende schuld (FCCB) van - 1,41 % tot - 1,85 % Variabele rente & effect FCCB van 0,37 % tot 13,92 % Jaarverslag 2010 p. 50

51 Dezelfde maandelijkse variaties (einde maand) in de vorm van een grafiek: Structure de la dette directe totale en 2010 / Structuur van de totale directe schuld in 2010 Fixe / Vast & Cap Flottant / Vlottend CCFB / FCCB Taux variable (dette consolidée) / Variabele rente (geconsolideerde schuld) In volume stelde de vlottende schuld -4,33 tot 9,67% voor van het uitstaand bedrag einde maand van de structuur van de totale directe schuld in Hieronder ziet u de evolutie van de vlottende schuld in volume (einde maand) zonder effect van het FCCB en zonder herfinanciering van Dexia (150 miljoen ) Evolution de la dette flottante en 2010 (fin de mois) hors CCFB et refinancement de Dexia / Evolutie van de vlottende schuld in 2010 (einde maand) zonder FCCB en herfinanciering van Dexia Dette flottante fin de mois / Vlottende schuld einde maand Variation mensuelle / Maandelijkse variatie Deze herkapitalisatie moet beschouwd worden als een code 8. Sinds 2003 laat de methodologie van de staatsboekhouding (gekend onder de naam ESR 95) toe dat een aantal uitgaven niet meegeteld worden in het financieringssaldo. Die uitgaven worden in de begroting aangeduid als Code 8. De Codes 8 komen overeen met hetzij de toekenning van een lening, hetzij een participatieneming. Die techniek werd toegestaan omdat de participatieneming in een bedrijf om bijvoorbeeld de economische groei van het Gewest te bevorderen of om bezit te verwerven, gerevaloriseerd kan worden. Jaarverslag 2010 p. 51

52 Het gewogen jaarlijks gemiddeld uitstaand bedrag van de vlottende schuld bedraagt in ,95 euro. Jaar Gewogen jaarlijks gemiddeld uitstaand bedrag Uitstaand bedrag einde maand Minimum Maximum , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,93 Het uitstaand bedrag van de vlottende schuld is in hoge mate gestegen sedert de inwerkingtreding van het FCCB op 1 oktober Het FCCB neutraliseert het renterisico op de vlottende schuld voor een bedrag van het uitstaand bedrag van zijn creditpositie. Het heeft het Gewest zijn hoge vlottende schuld laten aanhouden zonder risico op kortetermijnrenten. In de praktijk functioneert dat op onderstaande manier: 2010 Vlottende schuld (gewogen maandelijks encours) FCCB (gemiddeld maandelijks encours) Gemiddeld maandelijks encours in risico op de renten Januari , , ,39 Februari , , ,50 Maart , , ,36 April , , ,25 Mei , , ,10 Juni , , ,88 Juli , , ,71 Augustus , , ,29 September , , ,78 Oktober , , ,99 November , , ,41 December , , ,76 Gemiddelde , , ,55 Jaarverslag 2010 p. 52

53 HOOFDSTUK 4 : FINANCIERINGSKOSTPRIJS De euriborrenten zijn sterk gestegen in 2010, zowel wat betreft het gemiddelde doorheen het jaar als wat betreft het gemiddelde op 31 december. Op 31 december waren de renten omgekeerd evenredig met hun looptijd gestegen: hoe korter de looptijd, hoe sterker ze gestegen waren. Bij het jaarlijks gemiddelde van diezelfde kortetermijnrenten, zien we het omgekeerde gebeuren. E3M E6M E12M op ,700 0,994 1,248 op ,006 1,227 1,507 Verschil +43,7% +23,4% +20,8% gemiddelde ,228 1,437 1,618 gemiddelde ,382 1,662 1,954 verschil +12,53% +15,63% +20,74% % 6,00 5,50 5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Taux euribor à 3, 6 et 12 mois / Euriborrenten op 3, 6 en 12 maanden Euribor 3 M Euribor 6 M Euribor 12 M Er is een parallel tussen de gemiddelde prijs van de portefeuille en de curve van de euriborrenten. De omvang van die correlatie wordt gewogen door de uitstaande bedragen van de variabele en vlottende schuld. Hoe belangrijker de plaats is van die uitstaande bedragen in de portefeuille, des te dichter de financieringskosten van de portefeuille zullen aanleunen bij de curve van de euriborrenten. De basis van de dagelijkse berekening van de financieringskostprijs is van het type full costing (geconsolideerde schuld + vlottende schuld + lasten en afgeleide producten + effect FCCB). Jaarverslag 2010 p. 53

54 Jaar Gemiddelde jaarrente Gemiddelde maandrente Minimum Maximum ,18 % 5,06 % 5,26 % ,13 % 5,00 % 5,23 % ,70 % 4,49 % 4,93 % ,31 % 5,00 % 5,61 % ,45 % 5,30 % 5,53 % ,03 % 4,88 % 5,29 % ,57 % 4,35 % 4,76 % ,11 % 3,90 % 4,32 % ,79 % 3,60 % 3,96 % ,86 % 3,73 % 4,02 % ,13 % -1,49 % 9,63 % ,52 % -3,49 % 4,27 % ,32 % 3,11 % 3,63 % ,56% 1,98% 4,01% Ondanks de stijging van de gemiddelde kortetermijnrenten en een erg defensief risicoprofiel, is het Gewest erin geslaagd de toename van de gemiddelde kostprijs van zijn portefeuille te beperken, namelijk van 3,32% naar 3,56%: dat komt neer op een kostenverhoging met 7,23%. Dit is een van de laagste kostprijsniveaus ooit door het Gewest bereikt. De twee pieken van 2007 stemmen overeen met enerzijds (in het geval van de -1,49%) de winst die geboekt werd bij de herverkoop van een swap op 50 jaar voor een bedrag van 100 miljoen (omdat het niet nodig was een langetermijnlening met vaste rente te sluiten in 2007, waardoor de toekomstige swap overbodig was), en anderzijds (in het geval van de 9,63%) met de minderwaarde als gevolg van de annulering van de snowballconstructie om het gewest in te dekken tegen renteverhogingen. De herverkoop van de swap op 50 jaar in maart leverde een nettowinst op van ,00. De annulering van de snowball in april kostte ,00, maar deze constructie had sinds april 2005 een winst van ,59 opgeleverd, waardoor het verlies beperkt bleef tot ,41. In 2008 was er slechts één piek. Die komt overeen met de winst die werd gemaakt door de verkoop van een swap op 20 jaar voor een bedrag van 75 miljoen euro (naar aanleiding van de aankoop van een callable swap met eenzelfde looptijd en voor hetzelfde bedrag maar tegen een lagere rentevoet). De winst hierop bedroeg ,00. De piek van 2010 (gemiddelde maandelijkse kostprijs van 1,98% in juni) vond plaats doordat het Gewest een swaption verkocht. De bank heeft het swaprecht uiteindelijk niet uitgeoefend. De nettowinst van de operatie bedroeg ,89 euro. Jaarverslag 2010 p. 54

55 % Coûts moyens mensuels pondérés de financement de la dette directe ( ) / Gemiddelde maandelijkse kostprijs ter financiering van de directe schuld ( ) 10,00 8, ,00 4,00 3,73 3,72 3,66 3,90 4,01 3,93 2,00 3,47 3,57 3,48 3,56 3,63 1,98 0, ,00-4,00 mois / maand Met de oprichting van het FCCB kon de gemiddelde gewogen prijs van de portefeuille worden verlaagd door de annulering van het risico van korte termijnrenten van een deel van de vlottende schuld. De kostprijs op 31 december 2010 was 3,55% met het FCCB-effect en 3,56% zonder dat effect. 10,00 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00 Coûts mensuels moyens (pondérés par l'encours moyen) de financement de la dette directe totale ( ) / Gemiddelde maandelijkse kostprijs (gewogen tegen het gemiddeld encours) ter financiering van de totale directe schuld ( ) -1,00-2, ,00-4,00 Jaarverslag 2010 p. 55

Gewestschuld Jaa a r a ve v rsl rs ag a

Gewestschuld Jaa a r a ve v rsl rs ag a Gewestschuld Jaarverslag 2009 Inhoud Inleiding p. 04 Deel 1 De gewestschuld p. 08 Hfdstuk 1 Samenstelling van de gewestschuld p. 08 Hfdstuk 2 Beslissingsorganen p. 10 Deel 2 De gewestschuld volgens de

Nadere informatie

Gewestschuld Jaarverslag a 2008

Gewestschuld Jaarverslag a 2008 Gewestschuld Jaarverslag 2008 Inhoud Inleiding p. 04 Deel 1 De gewestschuld p. 08 Hfdstuk 1 Samenstelling van de gewestschuld p. 08 Hfdstuk 2 Beslissingsorganen p. 10 Deel 2 De gewestschuld volgens de

Nadere informatie

HAUTEUR DE LA DETTE SELON LA NORME SEC 95 (au 31 décembre) - OMVANG VAN DE SCHULD VOLGENS DE NORM SEC 95 (op 31 december) x 1.000 EUR O(S ) 2002 2003 2004 2005 1. DETTE REGIONALE DIRECTE / RECHTSTREEKSE

Nadere informatie

HAUTEUR DE LA DETTE SELON LA NORME SEC 95 (au 31 décembre) - OMVANG VAN DE SCHULD VOLGENS DE NORM SEC 95 (op 31 december) x 1.000 EURO(S) 2003 2004 2005 2006 1. DETTE REGIONALE DIRECTE / RECHTSTREEKSE

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2013-2045

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING... 5

INHOUD INLEIDING... 5 INHOUD INLEIDING... 5 DEEL 1 : DE GEWESTSCHULD... 7 HOOFDSTUK 1 : SAMENSTELLING VAN DE GEWESTSCHULD... 7 HOOFDSTUK 2 : KERNCIJFERS... 9 HOOFDSTUK 3 : DEKKING VAN DE GEWESTELIJKE BEGROTING TEGEN INFLATIE...

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale

Nadere informatie

Integratie van gegevens, analyse en reporting bij het Financieel Coördinatie Centrum voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (FCCB)

Integratie van gegevens, analyse en reporting bij het Financieel Coördinatie Centrum voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (FCCB) Integratie van gegevens, analyse en reporting bij het Financieel Coördinatie Centrum voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (FCCB) Frédérick Troussart Jean-Yves Gosset Leila Abdelqaoui Louvain-La-Neuve

Nadere informatie

Vraag nr. 74 van 26 maart 1997 van de heer JEAN-MARIE BOGAERT. Vlaamse overheidsschuld Structuur

Vraag nr. 74 van 26 maart 1997 van de heer JEAN-MARIE BOGAERT. Vlaamse overheidsschuld Structuur Vraag nr. 74 van 26 maart 1997 van de heer JEAN-MARIE BOGAERT Vlaamse overheidsschuld Structuur Niet enkel voor de federale overheid, maar ook voor de Vlaamse overheid is een actief schuldbeheer van aanzienlijk

Nadere informatie

2013 Financieringsbehoeften en financieringsplan. Belgian Debt Agency

2013 Financieringsbehoeften en financieringsplan. Belgian Debt Agency 2013 Financieringsbehoeften en financieringsplan Belgian Debt Agency INHOUD 1. Bruto-financieringsbehoeften en financieringsplan voor 2013 2. Strategie van het schuldbeheer voor 2013 3. Financieringsstrategie

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2014-2050

Nadere informatie

Brexit en Wisselkoersrisico s. Wim De Boe FX Corporate Sales

Brexit en Wisselkoersrisico s. Wim De Boe FX Corporate Sales Brexit en Wisselkoersrisico s Wim De Boe FX Corporate Sales 1. Achtergrond Brexit 23 Juni 2016: We re out!! 3 24 Juni 2016: The day after 4 10/06/2013 10/08/2013 10/10/2013 10/12/2013 10/02/2014 10/04/2014

Nadere informatie

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages 22/03/2013 Housing market in crisis House prices down Number of transactions

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

Bankverzekeren, klantentevredenheid, inkomstendiversifiëring: de kracht van een pertinent businessmodel PERSCONFERENTIE

Bankverzekeren, klantentevredenheid, inkomstendiversifiëring: de kracht van een pertinent businessmodel PERSCONFERENTIE Bankverzekeren, klantentevredenheid, inkomstendiversifiëring: de kracht van een pertinent businessmodel PERSCONFERENTIE 10.08.2018!1 Uitdagende macro-economische omgeving 1. Historisch lage rentevoeten

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven America First! Wat is het potentiële banenverlies voor België en Europa? VIVES discussion paper

Nadere informatie

Fund Life Opportunity Index

Fund Life Opportunity Index - Jaarverslag 31.12.2018-1 / 5 Jaarverslag 31.12.2018 Inhoudsopgave 1. Omschrijving... 2 2. Beleggingsbeleid van... 2 3. Samenstelling van AXA Life Opportunity Index in bedragen en in percentages op 31

Nadere informatie

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister bevoegd voor Begroting, Financiën en Energie Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: De algemene rekening 2015 en het ontwerp

Nadere informatie

Fund Life Opportunity Index 2

Fund Life Opportunity Index 2 - jaarverslag 31.12.2017-1 / 5 Jaarverslag 31.12.2017 Inhoudsopgave 1. Omschrijving... 2 2. Beleggingsbeleid van... 2 3. Samenstelling van AXA Life Opportunity Index 2 in bedragen en in percentages op

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING... 4

INHOUD INLEIDING... 4 INHOUD INLEIDING... 4 DEEL 1 : DE GEWESTSCHULD... 5 HOOFDSTUK 1 : SAMENSTELLING VAN DE GEWESTSCHULD... 5 HOOFDSTUK 2 : KERNCIJFERS... 6 HOOFDSTUK 3 : DEKKING VAN DE GEWESTELIJKE BEGROTING VOOR INFLATIE...

Nadere informatie

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo zijn opgemaakt (ook onder IFRS) IAS 7 maakt gebruik van cashstroom tabellen,

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015 n 26 T/3 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 94,1 94,9 102,8 98,9

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 68046 BELGISCH STAATSBLAD 24.12.2008 Ed. 2 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

Duvel Moortgat : courante netto winst +16%

Duvel Moortgat : courante netto winst +16% 15 Maart 2000 Duvel Moortgat : courante netto winst +16% Markante feiten van 1999 Beursintroductie: Duvel Moortgat werd begin juni geïntroduceerd op de Beurs van Brussel. Participatie in Noord Amerikaanse

Nadere informatie

Dexia. Resultaten van het 3 e kwartaal van /11/2016

Dexia. Resultaten van het 3 e kwartaal van /11/2016 Dexia Resultaten van het 3 e kwartaal van 2016 17/11/2016 Een gunstigere financiële omgeving dan in de vorige kwartalen Voortzetting van het soepele monetaire beleid, in een context van zwakke groei Stabilisering

Nadere informatie

16 VERKLARENDE WOORDENLIJST

16 VERKLARENDE WOORDENLIJST 16 VERKLARENDE WOORDENLIJST Relevantie van de gepubliceerde financiële ratio s (zie punt 4.1 van het jaarverslag) De Fluxys Belgium-groep beoordeelt voortdurend haar financiële sterkte, in het bijzonder

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2015

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2015 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 215 Paramaribo, mei 216 1. Inleiding Aan het eind van 215 was de totale

Nadere informatie

Fund Life Opportunity Selection 2 Dynamic

Fund Life Opportunity Selection 2 Dynamic - jaarverslag 31.12.2014-1 / 5 Jaarverslag 31.12.2014 Inhoudsopgave 1. Omschrijving... 2 2. Beleggingsbeleid van dynamic... 2 3. Samenstelling van AXA Life Opportunity Selection 2 dynamic in bedragen en

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 1 25 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 18 25 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 1 25 EE Den Haag www.dsta.nl Uw brief (kenmerk)

Nadere informatie

Actuele visie van een bankier op PPS projecten. S. De Loecker Financial Engineer Public Finance

Actuele visie van een bankier op PPS projecten. S. De Loecker Financial Engineer Public Finance Actuele visie van een bankier op PPS projecten S. De Loecker Financial Engineer Public Finance Brasschaat, 17 februari 2009 Agenda Huidige context Visie Dexia Bijlagen: Rol Dexia en PPS formules 2 Huidige

Nadere informatie

Fund Oxylife Opportunity 6

Fund Oxylife Opportunity 6 - Jaarverslag 31.12.2018-1 / 5 Jaarverslag 31.12.2018 Inhoudsopgave 1. Omschrijving... 2 2. Beleggingsbeleid van... 2 3. Samenstelling van in bedragen en in percentages op 31 december 2018... 3 4. Beheerders...

Nadere informatie

Nood aan kalmte? Zet koers naar de Variable Secured Notes

Nood aan kalmte? Zet koers naar de Variable Secured Notes Nood aan kalmte? Zet koers naar de Variable Secured Notes Een uitgifte met de beste rating 5% gewaarborgd gedurende 2 jaar En daarna uitzicht op hoge coupons Een belegging recht door zee Welke kant zal

Nadere informatie

FNG ZET STERK EERSTE HALF JAAR NEER REBITDA STIJGT MET 30,2% TOT EUR 25,1 MIO

FNG ZET STERK EERSTE HALF JAAR NEER REBITDA STIJGT MET 30,2% TOT EUR 25,1 MIO FNG ZET STERK EERSTE HALF JAAR NEER REBITDA STIJGT MET 30,2% TOT EUR 25,1 MIO Home FNG zet sterk eerste half jaar neer REBITDA stijgt met 30,2% tot EUR 25,1 mio F N G Z E T S T E R K E E R S T E H A L

Nadere informatie

Press release Statistics Netherlands

Press release Statistics Netherlands Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,

Nadere informatie

Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 848 miljoen (EUR 588 miljoen) EUR 5,44 (EUR 4,01)

Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 848 miljoen (EUR 588 miljoen) EUR 5,44 (EUR 4,01) Groep Brussel Lambert 7 november 2008 Na 7.15 u Gereglementeerde informatie - Tussentijdse verklaring Gegevens eind september 2008 (eind september 2007) Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 848 miljoen

Nadere informatie

Dexia. Jaarresultaten /03/2018 Presentatie aan de pers

Dexia. Jaarresultaten /03/2018 Presentatie aan de pers Dexia 01/03/2018 Presentatie aan de pers Een dynamisch beheer om de uitvoering van het geordende resolutieplan veilig te stellen (1/2) Verkleining van de voetafdruk van de Groep Daling van het balanstotaal

Nadere informatie

VR DOC.0986/1BIS

VR DOC.0986/1BIS VR 2017 1310 DOC.0986/1BIS Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister bevoegd voor Begroting, Financiën en Energie Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: De algemene rekening

Nadere informatie

PERSBERICHT. Propertize op koers met afbouw. Utrecht, 3 juli 2015

PERSBERICHT. Propertize op koers met afbouw. Utrecht, 3 juli 2015 PERSBERICHT Propertize op koers met afbouw Utrecht, 3 juli 2015 Propertize heeft op 3 juli 2015 zijn Jaarverslag 2014 gepubliceerd. Uit de cijfers blijkt dat de netto omvang van de portefeuille aan vastgoedfinancieringen

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%) Hogere volumes zorgen voor stijging toegevoegde waarde en ebitda met meer dan 10% Resultaat Resilux na belasting stijgt met meer dan 25% Resultaat JV Airolux blijft voorlopig nog negatief Kerncijfers eerste

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING... 5

INHOUD INLEIDING... 5 INHOUD INLEIDING... 5 DEEL 1 : DE GEWESTSCHULD... 7 HOOFDSTUK 1 : SAMENSTELLING VAN DE GEWESTSCHULD... 7 HOOFDSTUK 2 : KERNCIJFERS... 9 HOOFDSTUK 3 : DEKKING VAN DE GEWESTELIJKE BEGROTING TEGEN INFLATIE...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 565 IXA Wijziging van de sstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 2 MEMORIE VAN

Nadere informatie

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister bevoegd voor Begroting, Financiën en Energie Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: De algemene rekening 2017 en het ontwerp

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Toegenomen verlies Airolux Verder verhoging dividend Kerncijfers

Nadere informatie

Residential Real Estate: Stand van zaken en vooruitzichten

Residential Real Estate: Stand van zaken en vooruitzichten Residential Real Estate: Stand van zaken en vooruitzichten Steven Trypsteen Economic Research November 2018 Antwerpen Evolutie transacties Gemiddeld aantal transacties per kwartaal 30,954 30,825 13,785

Nadere informatie

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 ingediend op 17-A (2014-2015) Nr. 1 24 april 2015 (2014-2015) Toelichtingen bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar

Nadere informatie

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic Fund Life Opportunity Selection 5 - jaarverslag 31.12.2017-1 / 6 Jaarverslag 31.12.2017 Fund Life Opportunity Selection 5 Inhoudsopgave 1. Omschrijving... 2 2. Beleggingsbeleid van Fund Life Opportunity

Nadere informatie

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018 ingediend op 17 (2017-2018) Nr. 1 27 april 2018 (2017-2018) Toelichtingen bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar

Nadere informatie

Long Term Secured Notes: u wint over de gehele lijn

Long Term Secured Notes: u wint over de gehele lijn Long Term Secured Notes: u wint over de gehele lijn >> U zult beleggen in een obligatie met AAA-rating. >> Gedurende de eerste 10 jaar ontvangt u een van coupon van minimum 4% bruto. >> Vervolgens, tot

Nadere informatie

Economische ontwikkelingen en overheidsfinanciën in 2012. Economische ontwikkelingen in België en evolutie van de rentevoeten

Economische ontwikkelingen en overheidsfinanciën in 2012. Economische ontwikkelingen in België en evolutie van de rentevoeten Published on Rapports annuels (http://5046.lcl.fedimbo.be) Accueil > Printer-friendly PDF Economische ontwikkelingen en overheidsfinanciën in 2012 Economische ontwikkelingen in België en evolutie van de

Nadere informatie

Reverse Exchangeable Notes. Het basisprospectus (d.d. 13 maart 2013) is goedgekeurd door het Bafin, de Duitse regelgever.

Reverse Exchangeable Notes. Het basisprospectus (d.d. 13 maart 2013) is goedgekeurd door het Bafin, de Duitse regelgever. Reverse Exchangeable Notes Het basisprospectus (d.d. 13 maart 2013) is goedgekeurd door het Bafin, de Duitse regelgever. 02 Reverse Exchangeable Notes Reverse Exchangeable Notes Profiteer van een vaste

Nadere informatie

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Jaarresultaten 2013 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2014. Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Kerncijfers 2013

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9

Nadere informatie

Beleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Beleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen 31 december 2015 tot en met 31 december 2016 Inhoud 1 Balans per 31 december 2016 3 2 Winst- en-verliesrekening over 2016 4 3 Kasstroomoverzicht over 2016 5 4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Beleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Beleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 Inhoud 1 Balans per 31 december 2017 3 2 Winst-en-verliesrekening over 2017 4 3 Kasstroomoverzicht over 2017 5 4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

David Plas. Financiële presentatie

David Plas. Financiële presentatie David Plas Financiële presentatie Gewone Algemene Vergadering 2015 1. 1 Elementen van het nettoresultaat 2. 2 Financiële structuur Brutothesaurie / nettoschulden 3. 3 Aangepast netto-actief, beurskoers

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 3 de kwartaal 2012 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel elk

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2. Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting

AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2. Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2 Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting 1 21/08/2015 Waarom AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2? Volgende reeks

Nadere informatie

Gereglementeerde informatie* Brussel, Parijs, 10 oktober u Gewijzigde versie 10 oktober 2011, 11uur

Gereglementeerde informatie* Brussel, Parijs, 10 oktober u Gewijzigde versie 10 oktober 2011, 11uur Gereglementeerde informatie* Brussel, Parijs, 10 oktober 2011 5.30u Gewijzigde versie 10 oktober 2011, 11uur De Belgische, Franse en Luxemburgse nationale overheden verlenen Dexia aanzienlijke steun bij

Nadere informatie

WSW-Agentschap workshop 21 april 2009

WSW-Agentschap workshop 21 april 2009 Financiering en cash management bij de Nederlandse Staat WSW-Agentschap workshop 21 april 2009 1 Inhoud I. Het Agentschap van de Generale Thesaurie (Peter Nijsse) II. Instrumenten en uitgiftetechnieken

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit houdende de versterking van de doeltreffendheid

Nadere informatie

Het beste scenario voor uw belegging

Het beste scenario voor uw belegging db Best Strategy Notes Het beste scenario voor uw belegging gegarandeerd de beste strategie een gediversifieerde belegging een coupon van maximum 25% bruto* op vervaldag een korte looptijd van 2,5 jaar

Nadere informatie

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic - Halfjaarverslag 30.06.2018-1 / 5 Halfjaarverslag 30.06.2018 Inhoudsopgave 1. Omschrijving... 2 2. Beleggingsbeleid van... 2 3. Samenstelling van AXA Life Opportunity Selection 5 in bedragen en in percentages

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2016 COM(2016) 414 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD met de beoordeling zoals vereist op grond van artikel 24, lid 3, en artikel 120,

Nadere informatie

Groei vertraagt door verhuur van meer goedkopere terminals en door de opstart van de activiteiten in Duitsland

Groei vertraagt door verhuur van meer goedkopere terminals en door de opstart van de activiteiten in Duitsland PERSBERICHT 24 augustus 2017 20:00 uur Groei vertraagt door verhuur van meer goedkopere terminals en door de opstart van de activiteiten in Duitsland Brussel, België 24 augustus 2017 Keyware (EURONEXT

Nadere informatie

De kracht van een pertinente en duurzame strategie PERSCONFERENTIE

De kracht van een pertinente en duurzame strategie PERSCONFERENTIE De kracht van een pertinente en duurzame strategie PERSCONFERENTIE 23.02.2018 Nettoresultaat stijgt met 13% +13% 606 m 2 Solvabiliteit (na dividend) duurzaam op hoog niveau Common Equity Tier 1 Basel III

Nadere informatie

(Euronext Brussel) Emakina Group : 50% groei van de semesteriële verkoop

(Euronext Brussel) Emakina Group : 50% groei van de semesteriële verkoop FOR IMMEDIATE RELEASE (Euronext Brussel) Emakina Group : 50% groei van de semesteriële verkoop BRUSSEL, 25 SEPTEMBER 2007 Emakina Group publiceert vandaag de resultaten voor het eerste semester van 2007.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 090 IXA Wijziging van de sstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 2 MEMORIE VAN

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Mei 212 Jan van Nispen Inleiding De start van de financiële crisis ligt nu al enkele jaren achter ons, maar in 211 voelden we nog steeds de

Nadere informatie

Resultaten Derde Kwartaal 2015. 27 oktober 2015

Resultaten Derde Kwartaal 2015. 27 oktober 2015 Resultaten Derde Kwartaal 2015 27 oktober 2015 Kernpunten derde kwartaal 2015 2 Groeiend aantal klanten 3 Stijgende klanttevredenheid Bron: TNS NIPO. Consumenten Thuis (alle merken), Consumenten Mobiel

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20151016-212) Betreffende het voorontwerp van besluit tot wijziging van het besluit van de Regering van het

Nadere informatie

Deze groeibeweging is te wijten aan koerswinsten van de onderliggende activa. Fondsen die overwegend beleggen in vastrentende effecten

Deze groeibeweging is te wijten aan koerswinsten van de onderliggende activa. Fondsen die overwegend beleggen in vastrentende effecten Persbericht Cijfers ICB-sector 3de trimester 2012 De fondsensector kent een sterk derde trimester gedreven door de goede prestaties van de financiële markten. De pensioenspaarfondsen bereiken hun hoogste

Nadere informatie

KPMG PROVADA University 5 juni 2018

KPMG PROVADA University 5 juni 2018 IFRS 16 voor de vastgoedsector Ben u er klaar voor? KPMG PROVADA University 5 juni 2018 The concept of IFRS 16 2 IFRS 16 Impact on a lessee s financial statements Balance Sheet IAS 17 (Current Standard)

Nadere informatie

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V.

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. KWARTAALRAPPORTAGE Q4 2017 VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. 12 JANUARI 2018 Inhoud 1. Management samenvatting... 2 2. Financiële rapportage: 4 e kwartaal 2017... 3 3. Verklarende begrippen en definities...

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1 ste en 2 de kwartaal 2011 1. Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, zal BRUGEL,

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: -

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 23 T/4 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,7 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9 101,4

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Zoek het niet te ver. De oplossing ligt voor de hand.

Zoek het niet te ver. De oplossing ligt voor de hand. Zoek het niet te ver. De oplossing ligt voor de hand. Variable Secured Notes IV Een uitgifte van de beste kwaliteit Een eerste coupon van 6% Mooie vooruitzichten voor de volgende coupons A Passion to Perform.

Nadere informatie

Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven. Koen De Leus Senior Economist KBC Group

Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven. Koen De Leus Senior Economist KBC Group Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven Koen De Leus Senior Economist KBC Group Agenda Constructiefouten EMU en oplossingen Beleggingsalternatieven Obligaties Aandelen Vastgoed 2 19 oktober 2012

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag 2017/2018

Halfjaarlijks financieel verslag 2017/2018 , Leuven, 2017/2018 In het eerste halfjaar van boekjaar 2017/2018 realiseerde KBC Ancora een winst van 68,8 miljoen euro ten opzichte van een winst van 67,2 miljoen euro over dezelfde periode in het vorige

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 4 de kwartaal 2011 Inleiding Hoewel de CREG (de federale regulator) bevoegd is voor de tarieven, publiceert Brugel sinds

Nadere informatie

Multiple 6% Notes III

Multiple 6% Notes III beleggen Multiple 6% Notes III 2 x 6 % z e t t e n w e v o o r u g r a a g in de verf n 2 x 6% bruto gegarandeerd n 6% coupon als Euribor op 12 maanden onder 5,30% blijft n 100% kapitaalgarantie op vervaldag

Nadere informatie

Business Valuation : groeiend belang

Business Valuation : groeiend belang Business Valuation : groeiend belang Inleiding Vandaag de dag worden we steeds vaker geconfronteerd met de vraag hoeveel een onderneming waard is en of ze gelet op de huidige crisis financieel gezond is.

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013 n 18 T/3 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 87,7 101,6 100 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 99,2 99,2 102,8 94,1

Nadere informatie

CHROMA STANDAARDREEKS

CHROMA STANDAARDREEKS CHROMA STANDAARDREEKS Chroma-onderzoeken Een chroma geeft een beeld over de kwaliteit van bijvoorbeeld een bodem of compost. Een chroma bestaat uit 4 zones. Uit elke zone is een bepaald kwaliteitsaspect

Nadere informatie

Financial yearly report YES-DC 2011

Financial yearly report YES-DC 2011 Financial yearly report YES-DC 2011 General meeting of members, February 22 rd 2012 Summary The equity of YES-DC on 2 nd February 2011 was 5.207,57 and we budgeted a difference of about 12,50 less in 2011.

Nadere informatie

Respect voor klanten, partners en medewerkers

Respect voor klanten, partners en medewerkers Respect voor klanten, partners en medewerkers Service : een ander woord voor het respect dat een onderneming verschuldigd is aan haar klanten, medewerkers en partners. Voertuigbeglazing KERNCIJFERS (in

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2015 (OR. en) 13159/15 FIN 699 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Aan het college van burgemeester en schepenen,

Aan het college van burgemeester en schepenen, Ham, 19 september 2011 Aan het college van burgemeester en schepenen, Betreft: Schriftelijke vraag met schriftelijk antwoord over de Gemeentelijk Holding Geacht college, De Gemeentelijk Holding (verder:

Nadere informatie

EFSI Info-session for the Flemish Region

EFSI Info-session for the Flemish Region EFSI Info-session for the Flemish Region Publieke financiering van infrastructuurprojecten voor transport, ziekenhuizen, onderwijs, water en energie,... Brussels, 14 September 2015 1 Eligibility voor EFSI

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Januari 2012 Jan van Nispen Inleiding Sinds 2008 zijn woorden zoals crisis, financieringsproblemen, waarborgen en bailouts niet meer uit de

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Compartiment ACTIVE FIX EURO EQUITIES

Compartiment ACTIVE FIX EURO EQUITIES Compartiment ACTIVE FIX EURO EQUITIES BELANGRIJK BERICHT: In toepassing van artikel 236 2 alinea 5 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles,

Nadere informatie

OBSERVATORIUM VAN PRIJZEN OBSERVATOIRE DES PRIX GOENE STROOM MARKT MARCHÉ DE L ÉLECTRICITÉ VERTE. RÉGION DE BRUXELLES- CAPITALE 1 Mars 2012

OBSERVATORIUM VAN PRIJZEN OBSERVATOIRE DES PRIX GOENE STROOM MARKT MARCHÉ DE L ÉLECTRICITÉ VERTE. RÉGION DE BRUXELLES- CAPITALE 1 Mars 2012 OBSERVATOIRE DES PRIX OBSERVATORIUM VAN PRIJZEN MARCHÉ DE L ÉLECTRICITÉ VERTE GOENE STROOM MARKT RÉGION DE BRUXELLES- CAPITALE 1 Mars 212 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1 Maart 212 1 1. Prix moyen simple

Nadere informatie