Engels en Dyslexie. Inzagedeel. Kees Siepelinga

Transcriptie

1 Engels en Dyslexie Inzagedeel Kees Siepelinga SGA Onderwijs 2018 Deze reader is in copyright, dit betekent dat er geen kopieën gemaakt mogen worden zonder dat hier toestemming voor gegeven is door SGA Onderwijs. Voor meer informatie: Geschreven door Kees Siepelinga

2 Introductie Dit werkboek is geschreven op basis van het onderzoek gedaan door K. Siepelinga. Uit dit onderzoek is gebleken dat fonemische bewustwording een grote indicator is van leessucces. Ook bij het aanleren van Engels als tweede taal wordt fonemisch bewustzijn genoemd als belangrijke factor. Zeker bij dyslectische leerlingen is deze fonemische bewustwording achterstallig vergeleken met niet-dyslectische leerlingen. Om deze reden wordt juist dit aspect aangepakt in dit werkboek. Dit werkboek is geschreven om deze fonemische achterstand bij te werken en doet dit aan de hand van herkennen, uitspreken en opschrijven van de klinkerklanken in de Engelse taal. Dit werkboek is geschreven voor VMBO leerlingen met Engels als tweede taal. Dit werkboek is in het Nederlands geschreven en neemt de leerlingen aan de hand de taal beter te begrijpen en je spreek-, schrijf-, luister- en leesvaardigheid te vergroten. Dit wordt gedaan door woorden en zinnen uit te spreken. Daarnaast worden er vragen gesteld bij elke dialoog en moeten de leerlingen de mogelijke spellingen voor een klank opschrijven.

3 Mogelijke klinkerklanken in het Engels Er zijn in de Engelse taal in totaal 19 klinkerklanken. Deze klinkerklanken ga je in dit werkboek allemaal gebruiken en oefenen. Voor het gemak hebben we de klank bepaalde tekens gegeven omdat de spelling van deze klanken veel kan verschillen. Hieronder de lijst van klanken met daarbij het woordje dat we als houvast hebben. 1. /ie/ = Read 2. /i/ = Sit 3. /è/ = Men 4. /àè/ = Cat 5. /à/ = But 6. /àà/ = Part 7. /ò/ = Not 8. /òò/ = Sort 9. /u/ = Book 10. /oe/ = Too 11. /ùù/ = Word 12. /ù/ = America 13. /ej/ = Day 14. /aj/ = My 15. /oj/ = Boy 16. /auw/ = How 17. /ow/ = Go 18. /iè/ = Here 19. /èa/ = Wear We gaan deze klanken per keer behandelen en kijken na een aantal hoofdstukken altijd even terug op alle klanken die we dan hebben behandeld.

4 Klanken maken Klanken maak je door je tong en je mond te bewegen, let maar eens op wanneer je zo meteen iets zegt. Door je bewust te worden van hoe mond en hoe je tong bewegen kan je makkelijker nieuwe klanken maken. Hoe je mond zit en welke klanken hierbij horen zie je hieronder: Not Sort Book Too Word Boy Go Read Sit Men Cat Hear Wear Part America Day My How But Per klank en dus per hoofdstuk gaan we oefenen met hoe onze mond zit. Lettergrepen Wat zijn lettergrepen eigenlijk? Een lettergreep is een groep letters die bij elkaar horen in de uitspraak. Eén lettergreep is één of een combinatie van klinkers. Zo zijn de volgende woorden één lettergreep: Eat, Walk, Hi. Maar omdat de volgende woorden meerdere klinkers hebben die niet bij elkaar horen, hebben deze twee lettergrepen: Quick-ly, Beau-ty, Tal-king. Zo kan je doorgaan naar drie, vier of zelfs vijf lettergrepen. Toevoegsels In het Engels kan je net als in het Nederlands stukjes toevoegen aan woorden om deze een andere betekenis te geven. Zo kan je bijvoorbeeld un- / dis- / -ment toevoegen aan woorden om hier een andere betekenis aan te geven. Verderop in dit werkboek gaan we deze toevoegsels leren en hiermee oefenen.

5 1. Sit Woorden om te oefenen /i/ Zin Rid I am reading that you want to get rid of me. It I am eating it. Quick It will be a quick meeting. Knit We need to knit this together. Ship There is a sheep on the ship. Live If you cannot live here, leave. Trip You should treat this trip like any other. /ie/ Read Eat Meet Need Sheep Leave Treat 1. Uitspraak woorden Spreek nu de woorden uit. Let op! Korte klinkerklank. Waar zit je tong, hoe beweegt je mond zich? Mond iets verder open en lippen gespreid. 2. Uitspraak in zinnen Spreek de zinnen uit, onderstreep de gedeeltes waar de klank terugkomt. 3. Dialoog De volgende tekst wordt voor je voorgelezen. Tijdens het voorlezen onderstreep je de /i/ klanken. John: Hi Mary, did you get the tickets? Mary: Hi John, I m in the middle of ordering them. John: Okay super! Is it worth the trip? Mary: Yes, I am minutes away from getting them. John: Perfect, what time will it start? Mary: Let me see, it starts at thirty minutes past seven. John: Okay, shall we meet close to where you live? Mary: If that is okay with you, perfect! Nu lees je de tekst zelf hardop voor. En je beantwoordt de volgende vragen: Heeft Mary al kaartjes? Hoe laat begint het waar ze heen gaan? Waar zullen Mary en John elkaar ontmoeten?

6 4. Zelfde klank Verzin nu zelf minimaal 3 woorden die dezelfde klank hebben. Je mag ook woorden gebruiken die meer dan 1 lettergreep hebben. Zorg dan wel dat de laatste lettergreep overeenkomt met de vorige, anders rijmt deze niet. Rid It Quick Knit 5. Klankherkenning Welke van de volgende woorden heeft dezelfde middelklank als sit? Omcirkel deze woorden. 1. Spit 2. Speed 3. Knit 4. Kneel 6. Meerdere lettergrepen De volgende woorden hebben meerdere lettergrepen. Onderstreep in welke lettergreep de klank /i/ terugkomt. Woorden met meerdere lettergrepen Cricket Let s play cricket later today. Minutes We are minutes away from starting the program. Cinema Do you want to go to the cinema tonight? Terrific That sounds like a terrific plan! Interesting I ve heard it is a very interesting movie. Tickets We should get tickets early. Children Do we have a babysitter for the children? 7. Spelling Klank Welke mogelijke spellingen zijn er voor de klank /i/?

7 Terugblik Hoofdstukken 1 t/m 6 1. Uitbreiding woordenschat Vul hier je nieuw geleerde woorden in. Nieuwe woorden uit hoofdstukken 1 t/m 6 Engels woord Nederlandse Vertaling 2. Vergelijkbare klanken terugblik Spreek de volgende woorden uit, herken je het verschil in uitspraak? Klank Engels woord /ie/ Beat /i/ Bin /è/ Ben /àè/ Bat /à/ But /àà/ Barn 3. Vergelijkbare klanken invul oefening Schrijf nu zelf woorden op die qua uitspraak veel overeenkomen met elkaar. Klank Engels woord /ie/ /i/ /è/ /àè/ /à/ /àà/

8 4. Dialoog De volgende dialoog wordt eerst voor je voorgelezen. Onderstreep de klanken die in hoofdstukken 1 t/m 6 behandeld zijn. John: Okay, let me begin by betting on these games. Mary: When will you stop placing bets, it s dangerous you know. John: What do you think Jason? Do you think betting is dangerous? Jason: Yes I do, but it is up to you John. I think we have no say in this. Mary: Yes we do! Even if it doesn t concern us, it has a bad influence on you. Jason: I don t agree, I think it is up to John. He is the one wasting money. John: It s not wasting money, it is making money. Mary: Keep saying that to yourself, I don t buy it. Jason: Let him do his thing Mary, I don t think you will be able to change his mind. Mary: I think you are right, I will leave it alone. John: Thanks guys, and I promise I won t come to you if I lose money. Lees nu de dialoog zelf nog eens hardop. Heb je de juiste (groepen) klinkers onderstreept? Beantwoord nu de volgende vragen: Heeft John een probleem volgens Mary? Vind Jason wedden gevaarlijk? Hoe ziet John het wedden? Maakt hij geld of verliest hij geld? Welke afspraken maken de vrienden?

9 Opdracht 3: Opdelen In deze opdracht moet je de klanken opdelen van woorden. Zo wordt het eerder genoemde woord ship opgedeeld in de volgende klanken: sh-i-p. 1. Think. 2. Cinema. 3. Talk. 4. Walk. 5. Trouble. 6. Where. 7. Tree. 8. Three. 9. Father. 10. Mother. Opdracht 4: Benoemen In deze opdracht moet je de klanken benoemen. Je gaat dus de klanken zoals we die geleerd hebben opschrijven. Bijvoorbeeld bij het woord ship: /sj/ - /i/ - /p/. 1. Work. 2. Teach. 3. End. 4. Pick. 5. Paper. 6. Trick. 7. Make. 8. Test. 9. Actor. 10. Class.