Albupad - Album Page Designer. Handboek. versie (c) Copyright Albupad. Alle rechten voorbehouden. 16 Februari Albupad versie

Transcriptie

1 Albupad - Album Page Designer Handboek versie Conceptversie Bepaalde functies kunnen in de definitieve versie van het programma anders of vervallen zijn (c) Copyright Albupad Alle rechten voorbehouden 16 Februari 2019 Pagina 1

2 Opmerkingen Dit handboek beschrijft de werking van versie Oudere versies van het programma hebben niet alle hier beschreven mogelijkheden. De afbeeldingen in dit handboek kunnen afwijken van de afbeeldingen die u op uw scherm ziet. Bronnen: In dit document is onder andere gebruik gemaakt van afbeeldingen van HCC PZGG CD- Roms. Zie postzegel.hcc.nl Albupad is een handelsmerk van Albupad Alle overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaars. Pagina 2

3 Inhoudsopgave 1. Belangrijke verschillen met de vorige versie Over het programma Wat heeft u nodig? Installatie Verwijderen van het programma Starten van het programma Licentie invullen Demonstratie versie Albumbladen maken, stap voor stap Bestand maken Pagina indeling Items Vormen Lijnen Verplaatsen van het item Uitlijnen en verdelen Positionering in de diepte Tekst toevoegen Positie van de tekst in een item Verdere aanpassingen Opslaan van het bestand Bestandlocatie Afsluiten van het programma Afbeeldingen Schermoverzicht Menubalk Knoppenbalk Linialen Pagina Onderkant paneel Rechterpaneel Pagina indelen en aanpassen Pagina 3

4 11.1 Papier Kader Raster Instellingen Programma lettertype Programma instellingen Pagina Items Printer info Opties Selecteren De standaard methode van selecteren De snelle methode van selecteren Meerdere pagina's in het bestand Algemeen Activeren van de meerdere pagina's optie Maken van een nieuwe pagina Verschuiven van de pagina Groeperen Het managen van een groep Het werken met de groep Geavanceerde instellingen Archivering Pictures cache Functies Back-up maken Back-up terugzetten Verwijder oude bestanden Info Programma informatie Update informatie Help Overzicht foutmeldingen, waarschuwingen en mededelingen Index Pagina 4

5 1. De belangrijkste verschillen met de vorige versie De vorige officiële versie was versie Naar aanleiding van suggesties van gebruikers zijn diverse tussenversies gemaakt die zijn of waren te downloaden op de nieuwspagina van de website. De tussenversies hebben geen documentatie en bevatten wijzigingen die voor de aanbrengers van de suggesties uiteraard duidelijk waren. De laatste versie bevat zoveel nieuwe functies die tevens hun invloed hadden op de werking van het programma, dat een nieuwe officiële versie met documentatie zeer gewenst werd. Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste verschillen met de vorige versie Groeperen: de meest gegeven suggestie was de mogelijkheid om items in een groep te kunnen onderbrengen. Deze nieuwe versie heeft die mogelijkheid. De mogelijkheid van groeperen bracht veel noodzakelijke verandering in het programma te weeg waar overigens weer nieuwe mogelijkheden uit voorkwamen. Zie het hoofdstuk Groeperen Selecteren: Naast het selecteren van een item met de Shift toets kan dat nu ook met de Ctrl toets. Het voordeel daarvan is dat die dichterbij zit. Het nadeel is dat de Ctrl toets door veel computers ook wordt gebruikt om de plaats van de cursor te vinden. Om het selecteren nog sneller te maken is er nu de extra optie (Instellingen > Opties) Snel selecteren, waarmee selectie direct plaatsvindt door enkel op een item te klikken. Het nadeel is dat men steeds moet onthouden dat er nog items zijn geselecteerd wanneer een actie wordt gedaan. De beste methode zal een kwestie van voorkeur en wennen zijn. In ieder geval kan men de geselecteerde items nu verschuiven met alleen de muis. De wat onhandige methode in vorige versies waarbij de muisknop ingedrukt moest blijven bij het schuiven met items is nog wel beschikbaar, maar niet meer nodig. Zie het hoofdstuk Selecteren. Kopiëren en dupliceren van meerdere items: De te gekopieerde items worden nu onthouden en kunnen naar een andere pagina worden geplakt. Dit kan zelfs naar een ander bestand, want de gekopieerde items blijven beschikbaar gedurende de looptijd van het programma. Er is nu ook een knip-button naast de kopieren, dupliceren en plakken buttons. Pagina's: Het werken met pagina's leidde soms tot verwarring waardoor deze mogelijkheid niet verder was uitgewerkt in versie Dit was niet naar de zin van iedereen zodat de draad weer werd opgepakt en de mogelijkheden met pagina's flink zijn uitgebreid. Zie het hoofdstuk Pagina's Ook het printen van meerdere pagina's in één keer is nu mogelijk. Opmaakbutton: De werking van de opmaakbutton was erg onhandig. De werking is nu vereenvoudigd: Selecteer een item en klik op Ctrl-Opmaakbutton om de opmaak van dat item vast te leggen als opmaak. Vanaf dat moment kan men een willekeurig item of groep van items selecteren en de vastgelegde opmaak op die items overbrengen. Dit werkt hetzelfde alsof men de kleur van de rand met de randkleurbutton button wijzigt, maar met de opmaakbutton kunnen dan dus meerdere eigenschappen tegelijk worden gewijzigd. Lijnen: Als nieuw itemtype zijn er nu lijnen. Deze kunnen ook als stippel of streeplijn worden gemaakt, echter dan mogen ze niet dikker dan de dunste waarde zijn. Pagina 5

6 Transparantie: De items kunnen transparant, oftewel doorschijnend worden gemaakt. Dit is vooral handig voor lijnen. Laatst gebruikte bestand snel openen: Een nieuwe button waarmee direct het laatst gebruikte bestand kan worden geopend. Lettertype van het programma kan gewijzigd worden: De grootte en het type lettertype kan nu worden gewijzigd. Teksten op buttons en dergelijke worden daarmee in een aantal gevallen beter leesbaar. Compactbutton voor teksten: Wanneer een vakje met tekst wordt verbreed ontstaan er witte vlakken zonder tekst. Met de nieuwe compactbutton wordt de tekst weer netjes achter elkaar gezet. Pagina opslaan als bmp of jpg bestand: Een pagina kan nu ook worden opgeslagen als een.bmp of.jpg bestand. Diverse verbeteringen: er zijn diverse fouten hersteld, op bepaalde punten is het programma flink sneller geworden. Enkele nadelen van deze versie: Het aantal buttons moest worden uitgebreid. Op kleinere schermen kan dat tot in elkaar geschoven buttons leiden. Eventueel kan men dan het lettertype van het programma kleiner maken. Hiermee wordt echter nog wel voldaan aan de wens om zoveel mogelijk knoppen onder handbereik te hebben. Mogelijk dat in een nieuwere versie de knoppen op tabs worden geplaatst, wat enerzijds de overzichtelijk verbetert en anderzijds ook weer niet. Bekende fouten: direct na installatie is het programma na het automatisch starten door het installatieprogramma nog niet helemaal op orde. slepen vanuit de verkenner lukt dan bijvoorbeeld niet. remedie: start het programma opnieuw op vanuit de link op de desktop. Na installatie gaat er wat mis met het openen van pdf bestanden. Remedie: start de computer opnieuw op. De vele veranderingen in het programma zullen ongetwijfeld nieuwe fouten met zich mee hebben gebracht. Melding daarvan en nieuwe suggesties blijven welkom. Openstaande suggesties Niet alle suggesties konden worden gehonoreerd, maar staan wel op de todo lijst voor nadere evaluatie. De volgende suggesties staan voor zover bekend nog open: - Ctrl-z (undo) functie - Opstarten van bestand door in verkenner te dubbelklikken - Verticaal verdelen en uitlijnen - Installeren door gebruikers zonder admin bevoegdheden Met dank aan de vele gebruikers die suggesties voor verbetering hebben gedaan. Pagina 6

7 2. Over het programma Albupad (Album Page Designer) is een computerprogramma dat bedoeld is om albumbladen voor bijvoorbeeld postzegels te maken. Met het programma tekent u snel en eenvoudig vakjes in een raster op uw beeldscherm. U kunt de vakjes vervolgens vullen met afbeeldingen of tekst. De vakjes kunt u eenvoudig aanpassen, verplaatsen en dupliceren. U kunt diverse kleuren en lettertypen gebruiken. Rond de pagina kan een kader of een dubbel kader worden gemaakt. De gemaakte pagina s kunt u opslaan om er later wijzigingen in aan te brengen of direct printen. Om snel aan de slag te kunnen gaan wordt geadviseerd eerst de handleiding te lezen voordat u dit handboek gaat doornemen. Om nog sneller aan de slag te gaan kunt u hier in het handboek direct naar hoofdstuk 5 gaan: Albumbladen maken, stap voor stap. 2.1 Wat heeft u nodig? Om albumbladen te kunnen maken met Albupad heeft u, behalve het programma zelf, onder meer het volgende nodig: Een computer met Windows 7 t/m Windows 10 (32 of 64 bit) Een printer Papier Overige zaken Computer Het programma is getest onder Windows 10. Op andere besturingssystemen kunnen de resultaten niet zijn zoals gewenst Printer Om albumbladen te kunnen printen heeft u een printer nodig. De meeste printers kunnen maximaal op A4 (210 bij 297 mm) printen. Het is daarom het handigst om pagina s te maken op A4 formaat, maar Albupad kan ook pagina s met andere formaten maken. Commerciële blanco albumbladen zijn meestal groter van afmetingen en hebben een grotere printer nodig, bijvoorbeeld een A3 printer. Het programma is ontwikkeld en getest met bepaalde printers. Het is mogelijk dat andere printers niet goed met Albupad werken. 1 Het programma wordt alleen nog maar op Windows 10 getest. Goede werking op oudere versies van Windows wordt niet meer tijdens de ontwikkeling getest. Mocht het programma niet goed werken op een oudere versie van Windows dan kunt u een oudere versie van het programma proberen, zie de website voor oudere versies van het programma. Pagina 7

8 2.1.3 Papier besparen Het is ook mogelijk om naar een virtuele printer te printen. Bijvoorbeeld een programma dat een pdf (portable document format Adobe) writer als printer installeert zoals Cute PDF Writer. Op die wijze kunt u papier besparen tijdens het testen Papier Het is het mooiste om albumbladen te printen op een dikkere kwaliteit papier. Standaard papier is meestal ongeveer 80 gram per m2. Dat is voor albumbladen te dun. Indien u dikker papier gebruikt kunt u het beste eerst controleren of uw printer daarmee overweg kan. Een geschikte dikte voor albumbladen is 160 gram of hoger Overige zaken Naast bovengenoemde benodigdheden heeft u afhankelijk van hoe u uw postzegels of andere objecten gaat inplakken klemstrookjes, plakkers en dergelijke nodig. Om de albumbladen in een map op te nemen is eventueel een perforator handig. Pagina 8

9 3. Installatie Installatie van het programma op uw computer gaat via een installatiebestand. Dat heeft de naam albupad_versie_subversie_install.exe. De subversie geeft de taal aan. Bijvoorbeeld albupad_1509_nl_install.exe. Op de website is een document opgenomen dat de installatie uitgebreider beschrijft. Wanneer u al een andere versie van Albupad in gebruik heeft, hoeft u die niet eerst te verwijderen. U zou dan namelijk ook al uw Albupad databestanden verwijderen. De nieuwe versie installeert u dus gewoon over het bestaande programma heen. Na het opstarten van het installatieprogramma verschijnt een venster met installatie-opties en met de vraag of u de voorwaarden voor gebruik accepteert. Lees de Voorwaarden voor het gebruik. Wanneer u die accepteert klikt u op het Ja hokje. Hierna klikt u op Ok. Wanneer u het niet eens bent met de voorwaarden klikt u op Annuleren waarna het installatieprogramma direct wordt afgesloten. Na installatie van het programma kan er een waarschuwing komen dat het programma niet correct is geïnstalleerd. Deze waarschuwing kunt u negeren door te klikken 'op dit programma is correct geïnstalleerd'. 3.1 Verwijderen van het programma Verwijderen gaat via de normale Windows methode via Programma's en Onderdelen. Dit vindt u onder instellingen (configuratie) onder de startknop. Let op dat bij verwijderen ook de door u gemaakte databestanden van Albupad verloren gaan. Maak eventueel eerst een back-up met Functies > Backup maken. Opmerking: Om een nieuwe versie van Albupad te installeren is het niet nodig de oudere versie te verwijderen, tenzij dit expliciet wordt aangegeven. Pagina 9

10 4. Starten van het programma Nadat u het programma heeft geïnstalleerd (zie vorige hoofdstuk) kunt u Albupad starten met de snelkoppeling op het werkblad of de snelkoppeling onder de startknop van Windows 7 of het blokkenmenu van Windows 8 en Licentie invullen Indien u een gebruikslicentie voor het programma heeft kunt u uw licentiegegevens invullen in het opstartscherm. Het is daarbij de bedoeling dat u de gegevens van uw licentie precies invult zoals aangegeven op het licentiedocument. Uw naam en adresgegevens zijn namelijk gekoppeld aan het licentienummer (wanneer u verhuisd bent weet het programma dat niet). Als u (nog) geen licentie heeft vult u niets in en klikt u op Ok. U kunt het programma dan in demonstratiemodus gebruiken. Daarbij zijn vrijwel alle functionaliteiten van het programma beschikbaar, echter wordt na het verlopen van de demonstratieperiode bij het printen een demonstratietekst mee geprint. Zie voor het aanvragen van een gebruikslicentie de website Demonstratie versie Bij bepaalde uitvoeringen van dit programma gedraagt het programma zich tot ongeveer 100 dagen na installatie als normale versie. U kunt daardoor direct beginnen met het maken en printen van albumbladen, ook al heeft u geen licentie. Dit geeft u voldoende tijd om het programma te testen en, indien u tevreden bent, een licentie aan te vragen. Na die ongeveer 100 dagen gedraagt het programma zich als demo versie en wordt een demo tekst mee geprint. Zie voor het aanvragen van een gebruikslicentie de website Let op: wanneer een bepaalde functie van het programma niet goed werkt zal die ook niet werken met een licentie. Het heeft dus geen zin om een licentie aan te vragen om de functionaliteit te verbeteren. Het enige wat een licentie doet is geen demonstratietekst afdrukken op de pagina. Pagina 10

11 5. Albumbladen maken, stap voor stap In dit en het volgende hoofdstuk wordt stap voor stap het maken van een albumblad behandeld. 5.1 Bestand maken De gegevens over de pagina die u maakt worden opgeslagen in een bestand op uw computer. U kunt net zoveel bestanden maken als u wilt. Wanneer het programma wordt gestart wordt er automatisch een nieuw bestand met de naam Nieuw album-xxxx gemaakt, waarbij xxxx een uniek volgnummer is. Hierdoor kunt u direct aan de slag. Wanneer de pagina klaar is kunt u het bestand onder een nieuwe naam opslaan. U kunt als alternatief ook een nieuw bestand maken en direct de juiste naam geven. Het is maar wat u het handigst vindt. Om snel kennis te maken met het werken met het programma kunt u de rest van deze paragraaf overslaan Maken van een nieuw bestand Klik op Bestand > Nieuw bestand Hierna wordt een venster getoond waar u de naam van het bestand in het veld achter Bestandsnaam kunt invullen, bijvoorbeeld Nederland. Klik daarna op Opslaan. Het bestand en de pagina zijn nu klaar voor gebruik. 5.2 Pagina indeling Na het opstarten van het programma, of het maken van een nieuw bestand, verschijnt een blanco pagina met een kader op de papiermarges en een raster met centrale lijnen binnen de papiermarges. Het raster en de middellijnen worden alleen op het scherm getoond. Ze worden niet geprint, tenzij u daar opdracht voor geeft (print raster aanvinken). Pagina 11

12 Het standaardraster heeft een centimeterverdeling met daarbinnen om de halve centimeter een stippellijn. In het midden van het kader lopen de twee horizontale centrale lijnen. Deze zijn iets dikker. Pagina 12

13 6. Items Met items worden de figuren bedoeld die op de pagina kunnen worden getekend. Deze worden ook wel vakjes, vormen of kadertjes genoemd. Het nieuwe item wordt gemaakt op de plek waar u voor het laatst heeft geklikt. De werking van het programma berust er op dat alle informatie in een aparte vakjes wordt gemaakt. Wanneer er tekst op een pagina moet komen gebeurt dat dus door eerst een vakje te maken en daarin de tekst te typen. Wanneer er een afbeelding op de pagina moet komen gebeurt dat door eerst een vakje te maken en daar de afbeelding in te zetten. Vervolgens kan het vakje worden bewerkt zoals andere kleur, geen rand etc. Op iedere pagina kunnen maximaal ongeveer 250 vakjes voorkomen. 6.1 Vormen Opmerking: voor een snelle standaard rechthoek kunt u ook links onderin op Vakje klikken. De rechthoek, of de variant daarvan het vierkant is waarschijnlijk het meest voorkomende type vakje dat u nodig zult hebben. In een rechthoek kunt u een tekst en of een afbeelding plaatsen, u kunt de kleuren van de rechthoek wijzigen en u kunt de hoeken afronden. Wanneer u een item met een vorm nodig heeft die er niet bijzit kunt u dat melden via de website. Er kan dan onderzocht worden of die kan worden toegevoegd. Pagina 13

14 6.2 Lijnen Naast de twee-dimensionale vormen zijn er de een-dimensionele lijnen. Deze worden transparant getekend, maar kunnen met de transparantbutton weer gevuld worden. Lijnen zijn namelijk ook weer vakjes. Bij een diagonale lijn wordt daarvoor een vakje gebruikt dat relatief veel ruimte inneemt. Echter door het vakje van de lijn transparant te maken is dat niet hinderlijk. Pagina 14

15 6.3 Verplaatsen van het item Het nieuwe item wordt door het programma geplaatst op de locatie waar u voor het laatst heeft geklikt. Het item staat dan waarschijnlijk ongeveer op de juiste plek en hoeft alleen nog naar de definitieve plek te worden gesleept. Na het maken van een nieuw item is dat het actieve item. Het actieve item is te herkennen aan de blauwgroene handles rondom. Wanneer u deze handles niet ziet klikt u op het vakje. Het vakje van dit item wordt dan automatisch het actieve item, ofwel het vakje waar de eventuele bewerkingen gaan plaatsvinden. U kunt het item verschuiven door met de muis in het midden van het item te klikken met de linker muisknop en vervolgens het item te verschuiven. Wanneer het item op de gewenste plaats staat laat u de muisknop weer los. Wanneer u een ander item wilt verplaatsen, selecteert u eerst dat andere vakje door er op te klikken (de handles verschijnen) en vervolgens kunt u het verplaatsen Meerdere items tegelijk verplaatsen Om meerdere items te verschuiven zijn er twee methoden. Naast de standaardmethode (die is afgeleid van de sleepmethode van vorige versies) is er een snellere methode die bij de instellingen is te activeren. Op deze plek in het handboek wordt gebruik gemaakt van de standaardmethode. Wanneer u meerdere items tegelijk wilt verplaatsen klikt u, terwijl u de shift of de ctrl knop ingedrukt houdt, op alle te verplaatsen items. Dit kan ook sneller door met de rechter muisknop de gewenste een aantal vakjes te selecteren. Bij meerdere geselecteerde items is het laats geklikte item het actieve item. Dit wordt aangegeven met een andere kleur voor de zij-handles. De reden hiervoor is dat voor enkele bewerkingen (zoals het overnemen van de opmaak) duidelijk moet zijn welk item het actieve item is. De items kunnen nu worden versleept door de Shift of de Ctrl knop ingedrukt te houden, te klikken op een van de geselecteerde items, en vervolgens met de muis de items te verplaatsen. Dit is de methode die tevens van toepassing is bij vorige versies van dit programma. In deze versie hoeft de Shift of Ctrl knop niet meer ingedrukt te worden tijdens het slepen wanneer men sleept met het actieve item (te herkennen aan de zijhandles) Pagina 15

16 6.3.2 Verschuiven via het toetsenbord: Een item kan ook met Alt en de pijltjes toetsen worden verplaatst. Druk daartoe de Alt toets en een van de pijltjestoetsen tegelijk in Verschuiven met de numerieke invoer rechtsonder: Vul een andere waarde in en druk op Enter. X = positie vanaf links in mm Y = positie vanaf boven in mm B = de breedte van het item in mm H = de hoogte van het item in mm De posities X en Y worden weergegeven ten opzichte van de linkerkant van de pagina of de linkerkant van het kader. Dit kan met de Pagina en Kader keuzerondjes worden ingesteld Afmetingen wijzigen via de handels van het item De afmetingen kunnen gewijzigd worden door op de handles van een item te klikken en dan door slepen van de handle de afmetingen te wijzigen Overige eigenschappen van het item wijzigen De randdikte van het item kunt u instellen met de lijndikte pijltjes op het onderste paneel. U kunt de waarde van de dikte hier ook direct invoeren en op Enter drukken. De lijndikte wordt uitgedrukt in tienden van een millimeter. Behalve de lijndikte kunt u de ronding van de hoeken instellen met Ronding, de kleur van de rand met Randkleur en de kleur van de binnenkant van het item met Vulkleur. Wanneer u geen rand wilt hebben, bijvoorbeeld wanneer er tekst in het vakje staat klikt u op Geen. Als alternatief daarvoor kunt u de randkleur dezelfde kleur geven als de vulkeur. Pagina 16

17 6.4 Uitlijnen en verdelen Met uitlijnen en verdelen kunt u een aantal items ten opzicht van elkaar positioneren. Stel dat u de volgende drie items heeft gemaakt: Uitlijnen Wanneer u deze drie items alle drie op dezelfde hoogte wilt brengen dan selecteert u deze items door er met de linker muis op te klikken terwijl u de shift toets ingedrukt houdt. U kunt ook met de rechtermuis klikken zonder de shift toets ingedrukt te houden. Bij uitlijnen wordt de hoogte bepaald door het item dat u als laatste aanklikt. Er zijn nu drie mogelijkheden voor uitlijnen: Allemaal dezelfde basis Allemaal op dezelfde middenlijn Allemaal op dezelfde hoogtelijn In dit voorbeeld kiezen we voor de tweede optie: allemaal op dezelfde middenlijn. Dat is de tweede knop. Wanneer u daarop klikt lijnen de items zich uit als in het plaatje hieronder. Pagina 17

18 Verdelen Bij verdelen worden de items gelijkmatig in de breedte verdeeld. Dat kan op twee manieren: Op gelijke afstanden op basis van de papiermarges. Op vaste afstanden van elkaar (de knop toont tussenstukjes ). Deze vaste afstand kunt u instellen onder instellingen. In dit voorbeeld is dat 10 mm. Om te verdelen selecteert u de te verdelen items door er met de linkermuis op te klikken terwijl u de shift toets ingedrukt houdt of met de rechtermuis zonder de shift toets ingedrukt te houden. Bij verdelen op gelijke afstanden op basis van de papiermarges ziet het resultaat er als volgt uit: Bij verdelen met vaste tussenstanden ziet het resultaat er als volgt uit: Pagina 18

19 6.5 Positionering in de diepte Indien items elkaar overlappen kan het voorkomen dat de items niet in de juiste volgorde op elkaar liggen. Bijvoorbeeld: u wilt twee zegels in een apart kadertje plaatsen en het gevolg is: Het grijze tekstblok met de blauwe rand ligt bovenop de zegel links. Na selecteren van de linker zegel kunt u die naar boven brengen met de menufunctie Item Breng item naar boven. Als alternatief had u ook de menufunctie Item Breng naar onderen kunnen gebruiken bij het tekstblok voor hetzelfde effect. Hiermee kunt u de zegel op de juiste plek zetten met het volgende resultaat: Pagina 19

20 7. Tekst toevoegen Tekst wordt altijd in een vakje, bijvoorbeeld een rechthoek, geplaatst. In een vakje kunnen tegelijk tekst en afbeelding (zie volgende paragraaf) voorkomen, maar dat is in het algemeen niet handig. Het is het meest handig om teksten in vakjes te plaatsen en dan te schuiven naar de gewenste plaats. Om tekst toe te voegen, maakt u dus eerst een vakje. Selecteer vervolgens dat vakje. Het invoeren van de tekst kan op twee manieren: 1. door op het vakje te dubbelklikken; 2. door op het vakje te klikken met de rechter muis en dan op Open tekst te klikken. In bovenstaande figuur is met de rechtermuis op het geselecteerde vakje geklikt. Er rolt dan een submenu af waarin u achter tekst klikt op Open Tekst. Wanneer u klaar bent met tekst invoeren klikt u op Sluit Tekst of dubbelklikt u op het item. Na methode 1 of 2 wordt in het item een tekstmodule getoond, waar u de gewenste tekst direct kunt invullen. In dit voorbeeld is 5 ct Blauw ingegeven. Blauw staat op de tweede regel omdat na het intypen van 5 ct op Enter is gedrukt. Om aan te geven dat de tekstmodule actief is zijn de handles wit. U kunt nu de tekst sluiten door weer te dubbelklikken of via de rechtermuis op Sluit Tekst te klikken, of door het vakje te verlaten door ergens anders op de pagina of op een ander item te klikken. Nadat de tekst is gesloten wordt de tekst in het vakje weergegeven. Let op: tabs zijn niet mogelijk. Let op: wanneer de tekst niet (correct) verschijnt heeft u de tekst mogelijk niet goed afgesloten. Pagina 20

21 7.1.1 Speciale tekens. U kunt speciale tekens zoals de ž invoegen met de alt codes en een numeriek toetsenbord. Voor standaard lettertypen kunt u dat doen met de speciale tekens optie. Wanneer u bijvoorbeeld de c cedille in Curacao wilt invoegen dan klikt u via de rechter muis op speciale tekens en op de c cedille Tekstgrootte De grootte van de tekst wordt in de meeste computerprogramma s, zo ook in Albupad, uitgedrukt in punten (points). Een point is 1/72 inch. Een lettertype met een grootte van 10 punten is dus 10/72 inch groot (hoog) ofwel 3.52 mm. Omdat er in het lettertype onder en boven nog enige ruimte is voor zaken als cedilles en streepjes boven een letterteken, zal de getoonde letter ongeveer 70% van deze hoogte hebben Lettertypen In het lettertypenvenster worden alleen schaalbare lettertypen getoond (dat zijn lettertypen die vergroot en verkleind kunnen worden in verband met de zoomfunctie). Mocht u een bepaald lettertype niet tegenkomen dan is dat lettertype niet schaalbaar en kan het niet gekozen worden. Gebruik in dat geval een alternatief voor dat lettertype. Wingdings en webdings Dit zijn speciale lettertypen met figuurtjes en dergelijke. Deze worden als normale tekens getoond tijdens het intypen. Na het sluiten van de tekst worden ze pas zichtbaar. 7.2 Positie van de tekst in een item Horizontaal Standaard wordt de tekst in het midden geplaatst. Met de positioneringsknoppen onderin kunt u de tekst op vier manieren horizontaal positioneren: Pagina 21

22 Links, Centraal, Uitgevuld, Rechts. Voorbeeld van uitgevulde tekst in het rechter item: Verticaal Standaard wordt de tekst in het midden geplaatst. Met de positioneringsknoppen onderin kunt u de tekst op drie manieren verticaal positioneren: boven, midden en onder. Verticaal en horizontaal zijn met elkaar te combineren Compact In bovenstaande figuur is in het linker item een tekst gemaakt die doorliep op de volgende regel. Dat kan bewust of onbewust zijn. Wanneer men nu het vakje verbreedt zal men wellicht de tekst toch op één regel willen hebben vanwege de witte ruimte aan de rechter kant. Dit kan men handmatig doen, maar de Compact button doet dat dat in één keer. Het resultaat is te zien in het derde vakje. 7.3 Verdere aanpassingen. In de opmaak van de vakjes en de pagina zijn nog vele andere aanpassingen te maken. Bijvoorbeeld door de rand weg te halen bij de tekstvakjes met de Geen knop op het onder paneel. U kunt ook het lettertype aanpassen, de kleur, het interieur van het item enzovoorts. Pagina 22

23 Wanneer we in het linker item in onderstaande figuur de afbeelding van de postzegel zouden zetten (voor afbeeldingen zie een volgende hoofdstuk) zou een en ander er bijvoorbeeld zo uitzien (voor de duidelijkheid is hier het raster uitgezet): Wanneer u boven deze drie zegels de koppen Koning Willem III wilt zetten maakt u eerst weer een nieuw vakje, en daar zet u de gewenste tekst in. Voor het gemak kunt u het beste altijd een ruim vakje maken dat u naderhand op de juiste maat brengt. Maak een vakje en open de tekst, vul jaartal 1852 in en sluit de tekst. Omdat het jaartal als kop boven de drie zegels komt is het mooier om daar een groter en/of vetter lettertype voor te gebruiken. Klik daarvoor op Lettertype op het onderpaneel. Het volgende venster wordt getoond. Hier kunt u de eigenschappen van het lettertype voor het geselecteerde item aanpassen. In bovenstaande figuur is gekozen voor een vet lettertype Arial met een puntgrootte van (een punt is 1/72 inch, de hoogte in mm is ruwweg de puntgrootte gedeeld door 3). Pagina 23

24 Na het sluiten van de tekst ziet deze er zo uit: Opmerking: Als tekenstijl zijn alleen Normaal, Vet en Cursief toegestaan en combinaties daarvan. Bepaalde lettertypen geven mogelijkheden die niet worden onthouden zoals halfsmal. U kunt dit tekstblokje nu verschuiven naar een plek midden boven de drie zegels. Mocht daar niet voldoende ruimte zijn dan kunt u de drie zegels en de daaronder staande teksten allemaal tegelijk verschuiven. Dit gaat als volgt: Selecteer alle zes items (de drie zegels en de drie daaronder staande teksten) stuk voor stuk waarbij u steeds de shift of de ctrl toets op het toetsenbord ingedrukt houdt. Laat de shift toets niet los, maar schuif alle zes items tegelijk met ingedrukte shift toets. Als sneller alternatief kunt u de vakjes selecteren en verschuiven met de rechter muis (u hoeft dan niet op shift te drukken). U kunt de items natuurlijk ook stuk voor stuk verschuiven, maar dat is meer werk. Vervolgens plaatst u het item met het jaartal boven de zegels. In onderstaande figuur is daar intussen nog op dezelfde wijze een tekst met Koning Willem III tussen geplaatst. Pagina 24

25 Pagina 25

26 8. Opslaan van het bestand Nadat u de pagina heeft gemaakt of bewerkt kunt u het bestand opslaan. Klik daartoe op Bestand > Bestand opslaan of op de disketteknop op de knoppenbalk. Wanneer u het bestand onder een andere naam wilt opslaan klikt u op Bestand > Bestand opslaan als U kunt het bestand later weer tevoorschijn halen met Bestand > Bestand openen. Genoemde disketteknop geeft tevens aan of het bestand gewijzigd is en dus moet worden opgeslagen. Dat gebeurt door een rand of een grijzig patroon. Dit is afhankelijk van hoe uw computer dit weergeeft. Bij afsluiten van het programma wordt u er mogelijk nog op gewezen als een bestand nog niet is opgeslagen. 8.1 Bestandlocatie De bestanden worden normaal opgeslagen in de map: C:\Users\UWNAAM\AppData\Roaming\Albupad\data Wanneer u de bestanden in een andere map opslaat en vervolgens vanaf die locatie opent dan wordt die map voortaan geacht de databestanden te bevatten. Bij het openen van een bestand wordt dan de nieuwe bestandslocatie getoond. Let Op: wanneer u bestanden in een andere map dan..roaming\albupad\data plaatst worden deze niet meegenomen in de back-up functie van het programma. Zie ook het hoofdstuk Back-up maken. 8.2 Afsluiten van het programma Afsluiten Het programma kan worden afgesloten door op het normale Windows afsluitkruisje of op Programma afsluiten in het bestandmenu te klikken. Confirmeren Omdat in de praktijk blijkt dat soms onbedoeld het programma wordt afgesloten wordt eerst om een confirmatie gevraagd. Deze confirmatievraag kunt u uitzetten onder de programma instellingen. Automatisch huidige bestand opslaan (*) Wanneer het ingelezen of nieuwe bestand naar de mening van het programma is gewijzigd wordt gevraagd of u dat wilt opslaan. (*) Let op, het kan onder bijzondere omstandigheden gebeuren dat het programma niet doorheeft dat er wijzigingen zijn opgetreden, zodat het bestand bij afsluiten van het programma niet vraagt om te worden opgeslagen. Het is daarom aan te bevelen altijd zelf uw bestanden op te slaan en niet volledig te vertrouwen op deze functie. Deze functie is te beschouwen als een vangnet dat in de meeste gevallen meehelpt in het veilig stellen van uw gegevens. Pagina 26

27 9. Afbeeldingen In een vakje kan een afbeelding worden geplaatst. Afbeeldingen kunt u van internet halen, zelf scannen, of van een plaatjes cd-rom halen. In onderstaande beschrijving wordt gebruik gemaakt van plaatjes op een cd-rom van de PZGG (postzegelsgebruikersgroep van de HCC, zie postzegel.hcc.nl). Maak eerst een vakje op het scherm. De afbeelding kunt u op drie manieren selecteren: 1. door te slepen vanuit de Windows verkenner of het bureaublad. 2. handmatig via een dialoogvenster 3. automatisch met een PZGG CD-Rom Let op: Alleen de naam van het afbeeldingbestand wordt opgeslagen in het Albupad bestand. Wanneer u het bestand op een andere computer plaatst moeten dus ook de plaatjes afzonderlijk naar die andere computer worden overgebracht. Afbeeldingen kunnen van de volgende typen zijn: jpg, bmp, png, pcx, gif en daarvan afgeleide types zoals dib en jif. De meeste varianten kunnen worden verwerkt, echter sommige varianten niet Slepen vanuit de verkenner of het bureaublad De snelste methode is waarschijnlijk het slepen van het plaatje vanuit de verkenner. Dit gaat op de standaard Windows methode. U kunt een afbeelding vanuit de verkenner naar een bestaand vakje slepen. U kunt het ook naar de pagina slepen en dan wordt er automatisch een vakje voor gemaakt. Bovendien kunt u meerdere bestanden tegelijk naar de pagina slepen, waarna iedere afbeelding automatisch een eigen vakje krijgt. Tip: in een aantal gevallen kunt u een plaatje vanuit een webbrowser eerst naar een map in de verkenner of de desktop slepen. Vervolgens kunt u het plaatje dan weer naar het vakje van Albupad slepen. Pagina 27

28 9.1.2 Handmatige methode De afbeelding kunt u selecteren via de menu optie Afbeelding > Definieer afbeelding (linker figuur), of door met de rechtermuis op het geselecteerde vakje te klikken (rechter figuur): Beide methoden resulteren in een venster waarin u de afbeelding kunt selecteren. Via dit venster zoekt u de gewenste afbeelding. In dit geval wordt de eerste postzegel van Nederland gezocht. Deze staat op de genoemde (oude versie) PZGG CD rom in de map CD\185. Mogelijk dat u een nieuwere versie van deze CD-Rom heeft en dan staat de afbeelding op \PZGG\NLD\185. Klik vervolgens op Openen om de afbeelding in het vakje te plaatsen. Pagina 28

29 9.1.3 Automatisch met een PZGG CD-Rom Nadat u een nieuw vakje heeft gemaakt of een bestaand vakje heeft geselecteerd (door er op te klikken) klikt u op de menufunctie Afbeelding Zoek op PZGG CD-Rom. Er verschijnt een nieuw venster waar u de PZGG naam van de afbeelding opgeeft. Als voorbeeld de eerste frankeerzegel van Nederland, deze heet F0001. Klik op OK. Het programma gaat nu zoeken, dat kan enige tijd duren. Wanneer de afbeelding is gevonden verschijnt een venster met de gevonden bestanden in dezelfde map als de gevonden afbeelding. Als de afbeelding klopt dan klikt u op Openen en wordt de afbeelding in het vakje geplaatst. Wanneer de afbeelding niet wordt gevonden krijgt u daar een melding van. In dat geval kunt u de handmatige methode gebruiken (zie volgende paragraaf). Opmerkingen: Hoewel deze methode is gebaseerd op de indeling van PZGG CD-Roms kunt u ook zelf een map maken met de naam CD en daarin, eventueel in submappen, uw eigen gescande afbeeldingen of afbeeldingen van internet plaatsen.de inhoud van de cd kunt u desgewenst op een harde schijf of memory stick of ander medium zetten. In dat geval dient de map waar de afbeeldingen in staan X:\CD of X:\PZGG te heten. Hierbij is X: een willekeurige driveletter. Het programma zoekt alle mappen en submappen door in de CD of PZGG map tot er 1 passende afbeelding is gevonden. Wanneer u op deze manier meerdere CD roms opslaat kunnen er meerdere kandidaten in staan. Omdat alleen de eerste die wordt gevonden wordt getoond is het dus van belang dat die (hoofd)map als eerste wordt onderzocht. Heeft u bijvoorbeeld mappen CD\Nederland en CD\Belgie dan kunt u, als u een album voor Nederland maakt, (tijdelijk) de mappen de naam CD\1.Nederland en CD\2.Belgie geven. Opgemerkt wordt nog dat niet altijd zeker is dat deze alfabetische volgorde door het programma wordt gehonoreerd en in dat geval draait u gewoon de volgorde om. Pagina 29

30 9.1.4 Plaatsing van de afbeelding De afbeelding wordt binnen het vakje geplaatst op enige afstand van de rand. Wanneer u de afmetingen van het vakje wijzigt, wijzigt de grootte van de afbeelding eveneens. Daarbij wordt de verhouding tussen hoogte en breedte van de afbeelding (de aspect ratio) altijd intact gelaten. Onder instellingen (tabje items) kunt u de minimum afstand tussen de afbeelding en de rand van het item instellen Verband tussen afbeelding en afbeelding bestand Het programma kijkt alleen naar het plaatje als bestand. Terwijl u waarschijnlijk kijkt naar de 'afbeelding' in het plaatje. Om dit te illustreren is onderstaande afbeelding verhelderend: De afbeelding van de postzegel zit in een plaatje dat aan de zijkanten zwarte flappen heeft. Het programma is niet in staat dat te detecteren en zal dus de afbeelding inclusief de zijflappen in het vakje willen plaatsen. Dit geeft het volgende effect: Het moge duidelijk zijn dat dit niet het gewenste resultaat oplevert. De oplossing is de zijflappen met een beeldbewerkingsprogramma weg te snijden. Dit kan uitstekend met de cropfunctie van bijvoorbeeld het programma IrfanView. Zet in IrfanView eerst een selectiehok rond de postzegel. Voer de functie Edit - Crop uit. En sla vervolgens het bestand op als jpg. Hierna past het plaatje alsmede de afbeelding op dat plaatje beter in het vakje. Met het zwartfilter kunt u vervolgens eventueel de resterende zwarte rand weghalen. Pagina 30

31 9.1.6 Grijs In bepaalde gevallen kan men het aantrekkelijker vinden de afbeelding niet in kleur maar in grijs af te drukken. In dat geval klikt u op Grijs Geen afbeelding Indien u later besluit dat u toch geen afbeelding wilt afdrukken kunt u de afbeelding weer verwijderen met Geen afbeelding. De afbeelding wordt hiermee uit het vakje verwijderd. Het afbeeldingbestand zelf blijft gewoon op de computer aanwezig en wordt dus niet verwijderd Zwartfilter Wanneer de afbeelding is gescand met een zwarte achtergrond kunt u de zwarte achtergrond grotendeels weghalen met het zwartfilter. Afhankelijk van de zwartheid van de achtergrond kunt u het zwartfilter hoger of lager instellen. In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer de afbeelding zelf veel zwart bevat kan de weergave ontsierd worden door zwarte strepen of blokken. In dat geval kunt u het zwartfilter lager zetten of met een fotobewerkingsprogramma eerst het plaatje aanpassen. Omdat de werking van het zwartfilter nogal wat tijd kost wordt wanneer het zwartfilter een grotere waarde dan 0 (nul) heeft bij het vergroten of verkleinen van het vakje het plaatje niet getoond. Voorbeeld van zwartfilter op F0001.JPG. Links geen zwartfilter, rechts wel zwartfilter met waarde 72, de zwarte rand is daarbij vrijwel verdwenen. Pagina 31

32 Grijsfilter Het grijsfilter doet hetzelfde als het zwartfilter, maar dan voor scans met een grijze achtergrond. Let op: wanneer tevens de optie grijs is gekozen wordt de afbeelding in grijstinten weergegeven en kan een gedeelte van de beeldinformatie gewist. Indien het grijsfilter niet goed blijkt te werken kan dat komen omdat de grijze rand te dun is. In dat geval is de rand wellicht zo dun dat u deze gewoon kunt afdrukken zonder grijsfilter. De werking van het grijsfilter is tevens afhankelijk van de zoomfactor en de afmeting van het plaatje. Omdat de printer altijd uitgaat van 100% zoomfactor kunt u het resultaat het beste bekijken bij een zoomfactor van 100%. Opmerkelijk: Alhoewel een hogere waarde van het grijsfilter in het algemeen meer grijs wegneemt, kan het toch zo zijn dat onder bepaalde omstandigheden een hogere waarde toch een beter resultaat geeft en minder grijs uit het plaatje zelf haalt en daarmee minder ongewenste effecten geeft. Probeer dus altijd meerdere waarden. Pagina 32

33 10. Printen Het doel van het programma is om uiteindelijk een albumpagina te printen. Alvorens te printen kan een preview worden getoond die een indruk geeft van de balans van de items op de pagina. Met de Printbutton wordt de pagina, of worden de pagina's, naar de printer gestuurd. Eerst verschijnt een keuzewindow om de gewenste printer te kiezen. Daar kunnen eventueel ook nog wat eigenschappen van de printer worden ingesteld, afhankelijk van het type printer. In bovenstaand voorbeeld zijn we bezig op pagina 4. Standaard zal het programma alleen de actieve pagina printen, in dit geval dus pagina 4. Dat wordt ietwat cryptisch aangegeven door het automatisch aangeklikt zijn van het keuzerondje Selectie. Om andere of alle pagina's te printen kan dat worden ingesteld bij de keuzerondjes Alles en Pagina's van t/m. De mogelijkheid om een aantal exemplaren te printen wordt wel getoond maar kan niet worden gebruikt. Er wordt altijd 1 exemplaar geprint van de te printen pagina's' Bekende problemen Het meest voorkomende probleem is, of eigenlijk was, dat het printen op een of andere manier niet goed werkte. Er kwamen bijvoorbeeld alleen lege pagina's uit de printer, of er werden enorm grote zwarte blokken geprint, of de spooler werd geblokkeerd. Het is zeer wel mogelijk dat dit vooral voorkwam bij oudere systemen met weinig geheugen. Deze problemen kunnen eenvoudig worden omzeild door te printen naar een virtuele printer die een pdf bestand van de pagina(s) maakt. Bijvoorbeeld CutePDF of Microsoft print to PDF die tegenwoordig op de computer blijkt voor te komen. Het daaruit komende pdf bestand zal probleemloos geprint kunnen worden. Tevens heeft dan een pdf kopie van de pagina voor later gebruik. Pagina 33

34 11. Schermoverzicht In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de diverse bedienings-elementen. In dit gedeelte van het handboek gaat het er daarbij om dat u de locatie ervan kunt vinden en dat u een algemeen beeld van het programma krijgt. In latere hoofdstukken wordt de werking van de bedieningselementen nader uitgelegd aan de hand van voorbeelden. Na het opstarten van het programma verschijnt een standaardpagina met kader en raster. Kader en raster kunt u uitzetten en wel of niet printen (dit wordt verderop behandeld). Bovenaan beginnend ziet u de volgende onderdelen: 11.1 Menubalk Door op een knop in de menubalk te klikken verschijnen afrolmenu s en submenu s. Verderop in dit handboek worden de diverse functies beschreven. Bovenin staat de naam van het huidige bestand. Bij opstarten van het programma wordt automatisch een bestand met de naam Nieuw album gemaakt. Indien er al een bestand bestaat met die naam wordt er een volgnummer aan de naam toegevoegd. U kunt het bestand altijd onder een meer toepasselijke naam opslaan. Bestand: hier slaat u bestanden op en haalt u ze ook weer op Pagina: pagina s maken en verwijderen in het huidige bestand (optioneel: zie instellingen > opties) Zoom: de zoomfactor voor het beeldscherm instellen, deze is standaard 50% Kader: aanpassen van het kader (kleur, dikte, dubbel etc.) Raster: aanpassen van het raster Item: items maken en verwijderen; met item wordt een vakje op de pagina bedoeld. Afbeelding: afbeeldingen definiëren en aanpassen Functies: speciale functies zoals het maken van een back-up Instellingen: diverse instellingen en opties Info: informatie over het programma en controleren van updates Help: helpinformatie. Wanneer het helpbestand nog niet aanwezig is wordt het na uw toestemming automatisch gedownload. Pagina 34

35 11.2 Knoppenbalk Op het bovenste paneel, knoppenbalk genoemd, bevinden zich de volgende knoppen: Laatste: opent het laatst gebruikte bestand. Deze button wordt alleen getoond wanneer de geschiedenis geactiveerd is. Zie instellingen > programma. Openen: opent een Albupadbestand Opslaan: slaat het huidige bestand op Raster: zet het raster aan of uit Knip: knipt de geselecteerde items om later elders geplakt te worden Kopieer: kopieert de gegevens van de geselecteerde items Plak: plakt de gekopieerde of geknipte items naar de huidige pagina Dupliceer: dupliceert een item naar dezelfde pagina Opmaak: Met Ctrl deze button wordt de opmaak van het geselecteerde item opgeslagen. Daarna kunnen, met gewoon klikken op deze button, de opgeslagen eigenschappen worden overgebracht naar de geselecteerde items. Deze button werkt dan dus net als andere buttons zoals de vulkleur of randkleur buttons. Namelijk: selecteer een vakje en klik op de betreffende button om het vakje de nieuwe eigenschappen te geven, in dit geval de met Ctrl vastgelegde eigenschappen. Deze opmaak wordt gedurende de looptijd van het programma onthouden en werkt daarom ook op ander pagina's en andere bestanden. Verdelen proportioneel: verdeelt de items horizontaal Verdelen met vaste afstand: zie instellingen items Uitlijnen: lijnt de items verticaal uit ten opzichte van elkaar Selecteer alle: selecteert alle items (kan ook met Ctrl-a) (optioneel) Groep: maak van de geselecteerde pagina's een groep waardoor ze zich als één item gedragen. Zie het hoofdstuk over groeperen voor details. Preview: toont een preview van de te printen huidige pagina Print: stuurt de pagina naar de printer. Zie het hoofdstuk Printen (optioneel) Pagina buttons en een afrolmenu met de pagina s in een bestand. Het werken met meerdere pagina's in een bestand is optioneel. Zie instellingen > opties om dit te activeren. Zie ook het hoofdstuk over pagina's voor details. Pagina 35

36 11.3 Linialen Er zijn twee linialen, een horizontale en een verticale. De linialen bevatten tevens twee lichtgele streepjes waarmee de positie van de muis of het item in cm/mm wordt aangegeven. De linialen geven de posities aan op het papier. De onderverdeling past zich aan wanneer de zoomfactor verandert Pagina De pagina wordt geschaald (met een zoomfactor) weergegeven. Op de pagina plaatst u de items (vakjes, vormen). De items worden geplaatst op rasterpunten met een afstand van 1 mm. Bij een zoomfactor van 100% wordt de pagina weergegeven met 1 pixel (beeldpunt) per tiende millimeter. Voor een staande A4 pagina is dan 210 mm x 10 beeldpunten = 2100 pixels nodig. Omdat de meeste beeldschermen niet zo groot zijn dat ze dat kunnen weergeven kunt u de pagina uitzoomen naar een kleinere waarde. Er wordt automatisch gestart met een zoomfactor van 50% De pagina kunt u naar boven en naar beneden schuiven met de schuifbalken onder en rechts van de pagina. U kunt de pagina ook schuiven door er met de muis op te klikken en dan de pagina te verschuiven. Met het schuine pijltje in de rechter benedenhoek van de schuifbalken maakt u het schuiven ongedaan en wordt de pagina in de linker bovenhoek geplaatst. Pagina 36

37 11.5 Onderkant paneel Op het paneel aan de onderkant zitten veelgebruikte functies specifiek voor de items (ook wel genoemd vakjes of vormen). Deze functies worden toegepast op alle geselecteerde vakjes. Selecteren doet u door het aanklikken van de gewenste vakjes met Shift - linker muis, Ctrl Linker muis of met alleen de rechter muis. U kunt alle vakjes selecteren met de Alles selecteren knop bovenin of met Ctrl-a. Vakje: maakt een rechthoekig vakje, met dezelfde eigenschappen als het laatst aangeklikte vakje. Kleur: stelt de kleur van de rand van het item in Stippel: de rand van het item wordt een stippellijn Streep: de rand van het item wordt een streep Geen: het item heeft geen rand. Dit is vooral van toepassing bij vakjes met teksten Vulkleur: stelt de kleur van de binnenkant van het item in Transparant: de vulkleur wordt niet ingevuld waardoor alleen de randen zichtbaar zijn. Links, Centreren, Vullen, Rechts: de horizontale positie van de tekst in een vakje Boven, midden, onder. De verticale plek van de tekst Compact: wanneer een vakje verbreedt wordt en er ontstaat rechts van de tekst een witte vlakte dan kan met deze button de tekst opnieuw over de breedte worden verdeeld. Lijndikte: stelt de dikte van de rand van het item in Ronding: stelt de ronding van de hoeken van een item in Pagina / Kader relatief. De hier rechts van staande getallen zijn relatief t.o.v. de pagina of het kader. Helemaal onderin zit een informatieregel. Deze wordt getoond wanneer u de muis boven een bedieningselement beweegt. De meeste van deze functies bevinden zich ook in de menubalk. Tevens bevinden zich onder in het scherm: Daarnaast zit een afrolmenu met de naam van het geselecteerde item. U kunt eventueel de naam van het item wijzigen door een nieuwe naam in te typen en dan op enter te drukken. X Y B H Wanneer geen item is geselecteerd: X en Y geven de positie van de muis op het scherm aan in millimeters Pagina 37

38 Wanneer een item is geselecteerd: X en Y geven de positie van de linkerbovenhoek van het item aan op de pagina. B en H geven de breedte en hoogte van het item aan in millimeters. Wanneer u een item selecteert door er op te klikken zijn de X, Y, B en H velden wit. U kunt dan handmatig de gewenste waarden intypen (in millimeters). Door op Enter te drukken worden deze waarden overgebracht naar het item. Alle vier de waarden X, Y, B, H worden tegelijk overgebracht. U kunt dus eerst alle waarden intypen en dan pas op enter drukken Rechterpaneel Op het rechterpaneel staan functies voor de tekst in de geselecteerde items. Lettertype: stelt het lettertype van de tekst in een item in Grotere letter: stelt een groter lettertype in Kleinere letter: stelt een kleiner lettertype is Tekstkleur: stelt de kleur van de tekst in een item in Vet: maakt het lettertype vet Schuin: maakt het lettertype schuin Onderstreep: onderstreept de tekst Doorstrepen: streept de tekst door Wis tekst: wist de tekst in een item Reset: alle eigenschappen van het item naar een kaal item Draaien. Het vakje of de afbeelding wordt gedraaid. Tekst blijft horizontaal. Het rechter paneel (en ook het boven- en onderpaneel) kunnen worden geminimaliseerd door er op te klikken. Daarvoor moet de betreffende instelling worden geactiveerd bij instellingen > programma. Pagina 38

39 12. Pagina indelen en aanpassen In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u de marges, kader, raster en kleuren van de pagina kunt aanpassen. Deze aanpassingen bevinden zich bij de instellingen Papier Het papierformaat kunt u instellen onder instellingen. Klik op Instellingen. Klik vervolgens in het instellingenvenster op het tabblad Pagina. Papiermarges mm Papiermarges: u kunt hier de papiermarges instellen. Dat is de ruimte tussen de randen van het papier en het omlijstende kader. Dit kader is het binnenkader. Het eventuele buitenkader staat hier omheen. Met de pijltjesknoppen linksboven kunt u de marges aanpassen. Het kader op het papier wordt volgens deze marges opgezet. In bovenstaand voorbeeld is gekozen voor A4 papier. Dat is 210 mm breed en 297 mm hoog. De ondermarge is in dit geval zo gekozen dat de hoogte binnen het kader samenvalt. Herstel standaard waarden: de marges worden standaard ingesteld voor A4 Bereken marges rechts en onder: de marges worden zo ingesteld dat het raster en de centrale lijnen op halve centimeters liggen. Dit geeft een rustiger beeld. Papier U kunt hier een keuze maken uit veel voorkomende papierformaten U kunt met Breedte en Hoogte een speciaal papierformaat instellen. Met staand en liggend geeft u aan of het papier staand (portrait) of liggend (landscape) is Op het beeldscherm wordt altijd de volledige (eventueel in- of uitgezoomde) pagina getoond, inclusief de marges. Pagina 39

40 Printer automatisch instellen Wanneer dit is aangevinkt wordt de printer automatisch door het programma ingesteld. Dit is vooral van belang wanneer u geen A4 papier gebruikt. Wanneer het programma om een of ander reden een foute instelling maakt kunt u dit uitvinken. In dat geval wordt de printer niet door het programma ingesteld. U kunt dat dan zelf doen door na het klikken op de Print knop op instellen te klikken in het dan verschijnende printvenster. Precies printen Omdat sommige printers problemen geven bij het printen staat het programma standaard op een veilige manier ingesteld. De precisie is hierbij iets minder. Met de optie precies printen wordt er met grotere precisie geprint. U kunt uitproberen welke optie voor u het beste werkt Afwijkend papierformaat Wanneer er geen standaard papierformaat wordt gebruikt kan een ander formaat worden ingevoerd als speciaal formaat. Stel dat er papier met afmetingen 300 x 400 mm wordt gebruikt. - Selecteer Speciaal in de de lijst met formaten - Wijzig de afmetingen in de breedte en hoogte velden met de pijltjes. (enkel tekst invullen werkt niet goed) - Klik op Ok. Vanaf nu kan dit nieuwe papierformaat worden gebruikt Kader Het kader bestaat uit een rechthoek op de marges van het papier. Het kader kunt u aanpassen door op de menubalk op Kader te klikken. Dit kader heet het binnenkader of kader (in het plaatje het rode kader). Daarnaast is er een buitenkader (in het plaatje het blauwe kader). Dit bevindt zich op de dubbelkader afstand van het normale binnenkader. Het buitenkader wordt getoond door Dubbel kader aan te klikken. Toon kaderlijnen Hiermee geeft u aan of het kader wel of niet getoond wordt op het scherm en de printer. Pagina 40

41 Print Kader Met Print Kader geeft u aan of het kader geprint moet worden. Wanneer u gebruik maakt van papier dat van zichzelf al een kader heeft zet u dit dus uit. Kader lijndikte De kaderlijndikte wordt aangegeven in tienden van millimeters. Door hier op te klikken verschijnt een submenu waar u de gewenste kaderlijndikte kunt ingeven. Kaderdikte 0 geeft een dikte van 1 beeldschermpixel of 1 printerpixel. Hiermee ontstaat de dunst mogelijke lijndikte. BELANGRIJK Wanneer u een waarde voor de dikte ingeeft van bijvoorbeeld 2/10 millimeter dan zult u waarschijnlijk zien dat de lijn op het scherm niet dikker wordt. Dit komt omdat een beeldscherm te weinig beeldpunten heeft om het onderscheid te tonen tussen 1/10 en 2/10 millimeter. Een printer heeft meestal veel meer punten en zal het verschil wel tonen. Wanneer u het beeld inzoomt zal het verschil op een gegeven moment (bij 100%) wel zichtbaar worden. Kader ronding Met kaderronding kunt u de hoeken van het kader een ronde vorm geven. Wanneer u op kaderronding klikt verschijnt een submenu met diverse rondingsfactoren. Wanneer u geen ronding wilt zet u de ronding op 0 (nul). Kader kleur Hiermee bepaalt u de kleur van zowel het binnen als het buitenkader. Dubbel kader Hiermee ontstaat een dubbel kader. Dubbel kader afstand Hiermee stelt u de afstand in 1/10 mm in tussen de twee kaders in een dubbelkader. Dubbelkader kleur Hiermee kunt u de kleur van het buitenkader instellen. Dubbelkader lijndikte De kaderlijndikte wordt aangegeven in tienden van millimeters. Door hier op te klikken verschijnt een submenu waar u de gewenste kaderlijndikte kunt ingeven. Kaderdikte 0 geeft een dikte van 1 beeldschermpixel of 1 printerpixel. Hiermee ontstaat de dunst mogelijke lijndikte. Pagina 41

42 12.3 Raster De functie van het raster is om de vakjes en teksten gemakkelijk te kunnen uitlijnen. Het standaard raster geeft een vaste lijn op ieder centimeter en een stippellijn op iedere 5 millimeter. In het algemeen wordt het raster alleen gebruikt om de objecten op het scherm gemakkelijk te positioneren. Het raster wordt standaard niet geprint. Het raster heeft diverse instellingsmogelijkheden. Klik daartoe in het menu op Raster. Toon raster: Het raster wordt wel of niet op het beeldscherm getoond. Om het raster wel of niet te tonen klikt u op Toon raster. Dit kan ook in de knoppenbalk. Print raster: Hiermee wordt het raster ook geprint. Normaal staat dit uit. Toon middellijnen: de middellijnen worden wel of niet op het beeldscherm getoond. Om het raster wel of niet te tonen klikt u op Toon middellijnen. Rasterlijnen dikte: Hiermee wordt de dikte van het raster ingesteld in tienden van millimeters. Aanbevolen wordt om de waarde van de dikte van het raster op 0 (nul) te zetten. Daarmee wordt de lijndikte niet zoals u wellicht zou verwachten 0 mm, maar de dikte van 1 beeldpunt (pixel). Zie de opmerkingen hierna voor details. BELANGRIJK Wanneer u een waarde voor de dikte ingeeft van bijvoorbeeld 2/10 millimeter dan zult u waarschijnlijk zien dat de lijn op het scherm niet dikker wordt. Dit komt omdat een beeldscherm te weinig beeldpunten heeft om het onderscheid te tonen tussen 1/10 en 2/10 millimeter. Een printer heeft meestal veel meer punten (pixels) en zal het verschil wel kunnen tonen. Wanneer u het beeld inzoomt zal het verschil op een gegeven moment wel zichtbaar worden. LET OP De stippellijn is alleen een stippellijn wanneer deze effectief met een dikte van 1 beeldpunt (pixel) wordt weergegeven. Wanneer u de dikte groter maakt dan 0 dan kan bijvoorbeeld door inzoomen de rasterlijn met meer dan 1 pixel worden weergegeven en ontstaat in plaats van een stippellijn een vaste lijn. Ditzelfde gaat in nog sterkere mate op voor de printer omdat die in het algemeen veel meer pixels heeft dan een beeldscherm. Daarom wordt aanbevolen de dikte van het raster op 0 te zetten. Rasterkleur: Hiermee stelt u de kleur van het raster in. Dit kan van belang zijn wanneer u het raster ook wilt printen om bijvoorbeeld uw eigen millimeterpapier te maken. Rasterafstand: De rasterafstand bepaalt de afstand tussen de stippellijnen tussen de centimeterlijnen. Pagina 42

43 13. Instellingen Via instellingen wordt het instellingenvenster getoond. Met de tabs kunt u specifieke instellingen wijzigen. Met OK legt u de waarden van alle tabs vast, Met Annuleer (Cancel) worden de nieuwe waarden van alle tabs genegeerd Programma lettertype Hiermee wordt het lettertype voor het hele programma ingesteld Programma instellingen Programma afsluiten bevestigen: Wanneer u het programma afsluit wordt gevraagd dat te bevestigen. Toon historie van geopende bestanden: Wanneer u op de menubalk op bestand klikt worden de 10 laatst geopende bestanden getoond onder geschiedenis. Tevens wordt de knop op de knoppenbalk getoond waarmee het laatst gebruikte bestand is in te lezen. Automatische update controle. Hiermee wordt iedere maand gekeken of er een nieuwe versie is. U geeft hiermee toestemming dat het programma maandelijkse contact zoekt met de website om te kijken of er een nieuwe versie beschikbaar is. Deze mogelijkheid kijkt alleen naar reguliere versies en betaversies. Er verschijnen ook tussenversies met nieuwe of aangepaste mogelijkheden. Die kunt u vinden door op de website naar de nieuwspagina te gaan. Toestaan paneel minimalisatie. Wanneer op het bovenste, onderste of rechter paneel wordt geklikt wordt het geminimaliseerd. Klik nogmaals om het paneel weer terug te halen. Toon geen hints, hiermee worden de gele ballonnetjes met uitleg bedoeld. Pagina 43

44 13.3 Pagina Zie het hoofdstuk Pagina indelen en aanpassen 13.4 Items Op de Items tab bevinden zich de volgende instellingen: Afstand tussen items bij verdelen: dit is de afstand in millimeters wanneer op de verdelenknop met de tussenstukjes wordt geklikt. Ruimte binnen item voor foto: dit is de afstand tussen de rand van een item en de foto die zich daarin bevindt Printer info Op de printer info tab wordt technische informatie over de printer getoond. U kunt daar verder niets instellen Opties Een aantal functies van het programma is slechts nuttig voor een beperkte groep gebruikers. Deze functies zouden verwarrend kunnen werken in bepaalde gevallen en zijn daarom optioneel. Importeren. Hiermee worden de importfuncties in het bestandmenu actief. Hiermee kunnen BLZ bestanden die gemaakt zijn met het programma Albumtek worden geïmporteerd. Zie het speciale document dat hiervoor beschikbaar is op de website. Meerdere pagina's. Hiermee kunt u meerdere pagina's (bladzijden) in een bestand opnemen. Zie het hoofdstuk over pagina's. Print naar BMP en print naar JPG. De huidige pagina wordt naar een afbeeldingbestand geprint. Deze optie werd aangevraagd in verband met het maken van catalogi Groeperen van items. Een aantal items vormt een groep en wordt als één item behandeld. zie het hoofdstuk over groeperen. Snelle selectiemethode. Zie het hoofdstuk selecteren Pagina 44

45 Geen actieve itemindicator. De zijhandles van een item krijgen geen indicatiekleur. Zie hoofdstuk selecteren. Dit is alleen geschikt indien men kan onthouden op welk vakje het laatst is geklikt. Pagina 45

46 14. Selecteren Een belangrijke functie in het programma is het selecteren waar iets mee gedaan moet worden. Er zijn twee methodes van selecteren: de standaardmethode en de snelle methode De standaard methode van selecteren. Deze methode komt overeen met de werking in eerdere versies van Albupad maar heeft het niet meer nodig dat de shift button wordt ingedrukt gehouden bij het verschuiven van meerdere items. Enkel item: Wanneer er een enkel item is geselecteerd en er wordt op een ander item geklikt dan verdwijnen de handles van het eerste item en wordt het tweede item geselecteerd en toont handles. Meerdere items: selectie van meerdere items gebeurt door met de shift of de ctrl knop ingedrukt te houden de vakjes te selecteren. Dit kan ook met de rechtermuisknop.` Het laatst aangeklikte item is in dat geval het actieve item, te herkennen aan de zijhandles. Zie onderstaande figuur. Om alle drie de vakjes te verschuiven kan dat door met de shift of control knop een willekeurig vakje te pakken en te verschuiven. Of met alleen de muisknop het actieve vakje te verschuiven. Zou men een van de andere vakjes pakken dan deselecteren de andere vakjes, net als bij een enkel item. Het voordeel van deze methode is dat men de vakjes na selecteren allemaal tegelijk bijvoorbeeld een kleur of groter lettertype kan geven en vervolgens snel met een van de vakjes aan de slag kan om bijvoorbeeld de tekst in te voeren De snelle methode van selecteren Bij de snelle methode worden de vakjes pas gedeselecteerd wanneer er naast een vakje wordt geklikt. Met andere woorden: wanneer er op een vakje wordt geklikt dan blijft dat geselecteerd wanneer er op een ander vakje wordt geklikt. Zo kunnen snel meerdere vakjes worden geselecteerd en verschoven. Het gebruik van de shift of de ctrl button om aan te geven dat men meerdere vakjes aan het selecteren is hoeft dus niet meer. Tevens kan men met ieder willekeurig geselecteerd vakje alle vakjes verschuiven. Men moet echter wel op tijd vakjes selecteren want anders vliegen ze alle kanten op.. Pagina 46

47 15. Meerdere pagina's in het bestand 15.1 Algemeen Na installatie zijn alleen eenvoudige opties beschikbaar. De reden hiervoor is dat Albupad in veel gevallen wordt gebruikt als vervanging van programma's die beperkter zijn in mogelijkheden en daardoor minder complex zijn. Een van de opties die pas beschikbaar zijn na het activeren daarvan (bij Instellingen > Opties) is het werken met meerdere pagina's in een bestand. Omdat gebleken is dat er verwarring kan optreden bij de begrippen bestand, bladzijde en pagina dient de volgende figuur: Bestand Het zwarte blok in bovenstaande figuur stelt het bestand op uw computer voor. Dit is een bestand met de extensie.abp, bijvoorbeeld Nederland.abp. Dit bestand staat op een schijf of usb medium op de computer. Pagina of bladzijde In dat bestand kunnen meerdere pagina's (bladzijden) voorkomen, in de figuur zijn dat de blauwe blokjes. Wanneer de meerdere pagina's optie niet is geactiveerd zit in ieder bestand slechts één pagina (bladzijde). Iedere pagina bevat de items (vakjes, vormen) die u maakt. Op iedere pagina komen de items als zelfstandige items voor. Er is geen verband tussen items van verschillende pagina's. Ieder vakje hoort dus bij een bepaalde pagina. Per pagina zijn maximaal ongeveer 250 items toegestaan. Er is geen technische beperking in het aantal pagina's dat in een bestand kan worden opgenomen. Pagina 47

48 15.2 Activeren van de meerdere pagina's optie Het mogelijk maken van werken met meerdere pagina's wordt geactiveerd bij de Instellingen > Opties. Klik in het tabblad Opties van de Instellingen het vakje Meerdere pagina's aan. Opmerking: wanneer deze optie uitstaat en er wordt een bestand met pagina's geopend dan wordt deze pagina optie automatisch geactiveerd. Na het activeren van de meerdere pagina's optie verschijnen de paginabesturingselementen in het programma. Met de P buttons wordt naar de vorige of volgende pagina gegaan. Dit kan overigens ook met de Page up en Page down toetsen op het toetsenbord. Met de toetsen Home en End wordt naar de eerste en de laatste pagina gegaan. Tevens verschijnt de pagina menufunctie Maken van een nieuwe pagina Er zijn vier mogelijkheden voor een nieuwe pagina waarbij een nieuwe lege pagina wordt tussengevoegd of toegevoegd of een nieuwe pagina een duplicaat is van de huidige pagina. De nieuw ontstane pagina krijgt een automatisch een naam toegewezen door het programma: Pagina 48

49 Wanneer een pagina de laatste pagina wordt krijgt de pagina een volgnummer op basis van het aantal aanwezige pagina's. Wanneer de pagina wordt tussengevoegd krijgt de pagina dezelfde naam als de huidige pagina plus de letter a. De naam van de pagina kunt u wijzigen door in het paginaveld een andere naam in te vullen en vervolgens op Enter te drukken. Het programma zal de naam van de pagina verder niet meer ergens voor gebruiken of wijzigen. Wanneer u namelijk bijvoorbeeld zelf een pagina de naam Roltanding heeft gegeven, dan is het natuurlijk heel vervelend als het programma daar op eigen houtje iets anders van maakt. Let op: De naam van de pagina is dus in principe niet gerelateerd aan de positie van de pagina in het bestand, ook al lijkt dat vaak wel zo. Wanneer bijvoorbeeld pagina 1 met de naam "pagina 1" zodanig wordt verschoven dat de tweede pagina met de naam "pagina 2" de eerste pagina in het bestand wordt, zal de eerste fysieke pagina in het bestand dus nog steeds "pagina 2" heten en de tweede nog steeds "pagina 1". In de figuur hiernaast is die situatie weergegeven. De eerste pagina in het bestand heeft na een plaats omhoog te zijn verschoven nog steeds zijn originele naam. Hij staat boven in de lijst. In het paginanummerveld rechts van de dropdownbox staan het werkelijke volgordenummer en het totale aantal pagina's. van pagina's. Dit nummer is tevens het paginanummer bij het printen 15.4 Verschuiven van de pagina Een pagina kan steeds één plek naar voren of naar achteren worden geschoven met Shift P button. Zoals eerder beschreven verandert de naam van de pagina daardoor niet. Wel verandert dan het volgnummer rechts van de dropdownbox om de nieuwe positie aan te geven. Opmerking: vanwege technische keuzes ten tijde van het maken van de eerste versie van Albupad is het nodig dat op de eerste pagina altijd tenminste 1 item voorkomt om de pagina-eigenschappen op te slaan. Indien u geen items op een pagina wilt plaatsen, bijvoorbeeld omdat het een blanco voorpagina moet zijn, plaats dan een miniscuul transparant item zonder randen in een hoekje. Technische uitleg: de pagina-informatie wordt in de items opgeslagen. Als er geen items zijn kan er dus geen pagina-informatie worden opgeslagen. Pagina 49

50 16. Groeperen Met groeperen worden meerdere items als één item behandeld. Groeperen is een optie die standaard uitstaat en die te activeren is bij Instellingen > Opties. In een groep volgen alle items de meeste acties die voor het laatste aangeklikte item in die groep worden uitgevoerd. Wanneer bijvoorbeeld de vulkleur van een van de items wordt gewijzigd, wijzigt de vulkleur voor alle items in die groep. Dat is direct vergelijkbaar met het wijzigen van bijvoorbeeld de vulkleur van een aantal losse geselecteerde items. Het gedrag van groepen is dan ook vrijwel gelijk aan het gedrag van meerdere losse (niet tot een groep behorende) geselecteerde items. Het werken met groepen kan in twee onderdelen worden onderscheiden, het managen van een groep en het werken met een groep Het managen van een groep. Met het managen van een groep wordt bedoeld het samenstellen van een groep, het toevoegen van een item aan een bestaande groep, het verwijderen van leden uit een groep en het opheffen van een groep. Al deze management-acties worden gedaan met één button, de groepbutton. Na het klikken op de groepbutton bepaalt het programma wat de vermoedelijke bedoeling is op basis van de status van de items. Om dat te verifiëren wordt nog wel gevraagd of u akkoord gaat. Wanneer u deze confirmatievraag niet meer wilt dan kunt u die uitzetten met de optie Geen groepmeldingen Nieuwe groep maken Selecteer met Ctrl- of Shift linker muisknop of met de rechter muisknop - de individuele (niet tot een groep behorende) items die tot een groep moeten gaan behoren. Dit is hetzelfde als het selecteren van meerdere items. Klik op de groepbutton, de groep wordt gemaakt. Voorbeeld: Pagina 50

51 Er zijn drie vakjes die tot een groep moeten gaan behoren. Selecteer de drie vakjes en klik op Groep. Om aan te geven dat deze drie items tot een groep behoren hebben de handles een andere kleur. Wanneer nu één van de vakjes wordt aangeklikt, worden alle vakjes uit de groep aangeklikt. Verdere handelingen zoals verschuiven, aanpassen van de kleuren en dergelijke worden nu op alle items uit de groep uitgevoerd. Voor sommige handelingen is het nodig dat het programma begrijpt welk item uit de groep u bedoelt. Bijvoorbeeld wanneer u de opmaak-eigenschappen van een bepaald vakje wilt vastleggen. Het actieve (laatst geklikte) vakje heeft daarom ter indicatie zij-handles met dezelfde kleur als een normaal actief item. Let op: ook om de groep te verschuiven kiest u het actieve vakje. In de meeste gevallen gebeurt dat automatisch, omdat het actieve vakje het laatst geklikte vakje is Groep opheffen Bij het opheffen van een groep wordt het groepsverband tussen items opgeheven en blijven de individuele leden als losse individuele items bestaan. Er gaan dus geen items verloren. Om een groep op te heffen klikt u een willekeurig vakje in de groep en klik op de groepbutton. Alle items in de groep worden dan geselecteerd. Het programma weet dan dat u iets wilt doen met alle leden van de groep en zal vragen of u de groep wilt opheffen. Wanneer u op ja klikt wordt de groep opgeheven, hetgeen visueel wordt weergegeven door de handles van de items de individu kleur te geven (normaal is dat de aqua kleur) Lidmaatschap van een item in de groep opheffen Dit gebeurt in twee stappen. Klik het betreffende item dat de groep wil verlaten. Alle items in de groep worden hierdoor geselecteerd. Klik op de groep-button. Beantwoord de vraag of u de groep wilt opheffen nu echter met Nee. Daarna komt de vraag of het actieve item de groep wil verlaten. Door hier Ja op te antwoorden wordt het lidmaatschap van het item van de groep beëindigd. Pagina 51

52 Let op: Wanneer de groepsmeldingen zijn uitgeschakeld wordt de gehele groep opgeheven. Door dan nogmaals op de groepbutton te klikken wordt de groep weer gemaakt, dus dit is geen ramp. Een individueel lid kan in het geval dat de groepsmeldingen zijn uitgeschakeld direct uit de groep worden gehaald met Alt groepbutton Items aan een groep toevoegen Deze procedure is ook van toepassing op het samenvoegen van groepen. De werking is dat alle geselecteerde items en groepen tot dezelfde nieuwe groep gaan behoren. Selecteer alle items en groepen die u tot dezelfde groep wilt laten behoren. In bovenstaande figuur zijn items 1 en 2 lid van een groep en item 3 is een individueel item. Dit is te zien aan de kleur van de handles. Om item 3 aan de groep waartoe items 1 en 2 behoren toe te voegen klikt u op de groepbutton Het werken met de groep De items in de groep blijven steeds aan elkaar vastzitten en reageren meestal alsof ze één item zijn. Wanneer van een van de leden de kleur of het lettertype verandert dan den ze dat allemaal. De tekst en de afbeelding kan voor ieder groepslid verschillen. In een groep kunnen de verschillende groepsleden bij binnentreden wel afzonderlijke kleuren, formaten en lettertypen hebben, maar als ze eenmaal veranderen binnen de groep dan veranderen ze allemaal. Pagina 52

53 17. Geavanceerde instellingen Geavanceerde instellingen. Hier kunt u: De licentie verwijderen. Een licentiebestand maken wanneer u een licentie heeft Het licentiebestand is een klein tekstbestandje dat in de systeem map van het programma wordt geplaatst. Het wordt ook meegenomen in de back-up. Wanneer u het programma opnieuw installeert op een andere computer en u zet de back-up terug dan wordt hiermee de licentie automatisch voor u ingevuld. Dit bestand wordt bij nieuwere versies automatisch gemaakt maar als u ooit begonnen bent met een oudere versie dan 1509 dan kunt dat bestand hiermee maken Archivering Met archivering beschermt u uw informatie tegen het onverhoopt verloren gaan van informatie over de tijd. Het kan voorkomen dat u ooit wijzigingen heeft aangebracht die later onjuist blijken. Of dat door een fout in het programma informatie verloren is gegaan. De back-up biedt in dat geval geen uitkomst want die is meestal te recent. De archieffunctie slaat uw bestand in het archief op vlak voordat u het opnieuw opslaat. Daarbij wordt gekeken of het bestand al in het archief zit. Als het daar al is, wordt het niet opgeslagen. Is het er niet dan wordt het opgeslagen in het archief. Standaard staat deze optie op maandelijkse archivering. Wanneer u op bijvoorbeeld 5 november voor het eerst een bestand opent en daarna opslaat wordt dat bestand dan gearchiveerd. Op 6 november wordt het dan niet gearchiveerd, maar wel weer in december. De archiefmomenten kunt u hier wijzigen naar bijvoorbeeld dagelijks voor maximale archivering. Alle vier opties kunnen eventueel tegelijk worden aangezet. De archiefbestanden staan voorzien van een archiveringsdatumcode in de archiefmap van het programma die ook wordt meegenomen in de backupfunctie van het programma Pictures cache De afbeeldingen worden, wanneer ze worden ingelezen in een snel formaat in een buffer, de cache, geplaatst. Op deze manier kunnen ze, na eenmaal ingelezen te zijn, snel opnieuw worden getoond. Er is ruimte voor 1024 foto's in deze cache, maar als iedere foto 10 MB groot is dan wordt er dus 10 Gb gebruikt. Dat is meer dan de computer normaal aan kan en dan worden er minder foto's in de cache opgeslagen. Hoe meer foto's er in de cache staan des te meer tijd het kost om de juiste foto er in op te zoeken. De meest optimale maximale cache wordt door de computer berekend, maar u kunt die indien gewenst op de maximale waarde zetten. Pagina 53

54 18. Functies Onder de menufunctie Functies zitten enkele functies voor het beheer van het programma Back-up maken Met de functie Back-up maken wordt een reservekopie gemaakt van de bestanden van het programma inclusief de door u gemaakte databestanden (albumbestanden). Na het klikken op OK kunt u een map kiezen waar de bestanden naar toe worden gekopieerd, bijvoorbeeld een usb stick of een netwerkdrive. Let op: De back-up wordt alleen gemaakt van bestanden die zich op de standaard locatie bevinden. Wanneer u bijvoorbeeld uw albumbestanden op een andere plaats opslaat dan worden die NIET meegenomen in de backup. Let op: De afbeeldingen worden niet meegenomen in de back-up tenzij u die plaatst in een van de applicatiemappen van het programma. Opmerking: bestanden in de temp, error en log applicatiemappen worden niet meegenomen in de back-up. Pagina 54

55 18.2 Back-up terugzetten Een back-up die met de hierboven genoemde methode is gemaakt kan met deze functie worden teruggezet. Dat is bijvoorbeeld handig wanneer u een nieuwe computer in gebruik neemt. Bij het terugzetten worden diverse zaken gecontroleerd om te voorkomen dat u (andere) waardevolle informatie overschrijft. Na het klikken op OK kunt u de map selecteren waar de back-up naar toe is geschreven. In dit voorbeeld was de back-up naar abackup op een usb stick geschreven. Het programma maakt in die map een nieuwe map met de naam albupad_backup en die moet hier geselecteerd worden. Dit is een beveiligingsmaatregel. De reden voor die extra map is te voorkomen dat u de backup naar een schijf schrijft en dan die hele schijf terugkopieert naar de albupad mappen. Na het klikken op OK kan de volgende melding komen: Pagina 55

56 Dit gebeurt wanneer er nog bestanden op de computer staan die nieuwer zijn dan de bestanden op de back-up. Normaal gesproken klikt u op Ja. Tenzij de bestaande bestanden defect zijn en u om die reden de back-up terugzet. Let op: na het terugzetten van de back-up worden eventuele nieuwe algemene programma instellingen (het ini-bestand) niet onthouden bij afsluiten. De reden daarvan is dat het oude ini bestand (vanuit de backup) daarvoor in de plaats komt Verwijder oude bestanden Tijdens het gebruik maakt het programma diverse tijdelijke hulpbestanden en logbestanden aan. Deze kunt u van tijd tot tijd verwijderen. Pagina 56

57 19. Info Onder info bevinden zich enkele informatiefuncties 19.1 Programma informatie Hier worden de versie van het programma getoond en de licentiegegevens. Door op de button te klikken gaat u naar de website van het programma Update informatie Hiermee kan gecontroleerd worden of er een nieuwe versie van het programma beschikbaar is. Onder instellingen - programma kunt u eventueel aangeven dat dit maandelijks automatisch moet gebeuren. Pagina 57

58 20. Help Hier heeft u direct toegang tot de pdf bestanden met de handleiding en het handboek. Deze worden niet altijd geïnstalleerd bij het installeren van het programma. Wanneer deze helpbestanden nog niet aanwezig zijn kunt u ze automatisch laten installeren door op Handleiding of Handboek te klikken. U krijgt dan bijvoorbeeld de volgende melding: Wanneer u op Ja klikt wordt het ontbrekende helpbestand automatisch vanaf internet geïnstalleerd. Daarna kunt u weer op het gewenste helpbestand klikken om het te openen. Hiervoor is een pdf reader nodig die echter op de meeste pc s al aanwezig is of anders kan worden geïnstalleerd. Let op: direct na installatie kan het voorkomen dat na het downloaden van de pdf bestanden en het daarna inlezen daarvan, de pdf reader het niet meer doet. Na het opnieuw opstarten van de computer wordt dat automatisch hersteld. Wanneer u verdere vragen heeft over de werking van het programma kunt u op het forum raadplegen of een sturen naar info@albupad.nl Pagina 58