Zin en onzin van manueel onderzoek en behandeling bij cervicobrachialgie. Dr. G. VYNCKE

Transcriptie

1 Zin en onzin van manueel onderzoek en behandeling bij cervicobrachialgie Dr. G. VYNCKE

2 Differentiële diagnostiek

3 Indicatie manueel geneeskundige behandeling GEWRICHTSBLOKKERING = ARTICULAIRE DYSFUNCTIE in de zin van HYPOMOBILITEIT = REVERSIEBELE HYPOMOBIELE FUNCTIESTOORNIS binnen de fysiologische bewegingsbaan van een gewricht

4 Differentiële diagnostiek

5

6 HYPOMOBILITEIT HYPERMOBILITEIT = pathologisch verminderde gewrichtsbeweeglijkheid door structurele en/of functionele veranderingen t.h.v. de gewrichtsvlakken of t.h.v. de tot het gewricht behorende wekedelen

7 Onderzoek WAAR LIGT DE PIJNBRON? ARTHRON VASCULAIRE STRUCTUREN 1. Slagaders 2. Aders 3. Haarvaten 4. Lymfevaten I. Anatomisch gewricht ( gewrichtsvlakken, meniscus (discus), gewrichtskapsels) + NEUROLOGISCHE STRUCTUREN - Willekeurig zenuwstelsel - Autonoom zenuwstelsel - Centraal zenuwstelsel II. Ligamenten Pezen spieren fascia Peesscheden Slijmbeurzen ENERGIE MATERIE STURING

8 Functie - onderzoek ANAMNESE INSPECTIE BEWEGINGSONDERZOEK actief passief geleid actief PALPATIE GEWRICHTSTESTEN (translatorich onderzoek Joint Play Gelenkspiel) SPIERTESTEN NEUROSTATUS VASCULAIRE STATUS

9

10 Manueel geneeskundige behandeling Mobiliserende wekedelen technieken Mobiliserende gewrichtstechnieken Manipulatie Musculaire stabilisatie- en coördinatietraining ( stabiliseren van gewricht)

11 MOBILISATIE = herhaald passief rekken van het kapselbandapparaat van een gewricht, door translatorische tractieen/of glijbeweging, met kleine snelheid en grote amplitudo, met als doel langzaam de beperkte bewegingsvrijheid te verbeteren MANIPULATIE = mobilisatie met IMPULS Impuls: Hoge snelheid Kleine amplitudo Weinig kracht

12 ANAMNESE EN FUNCTIEONDERZOEK Bevindingen Musculaire stoornissen Gewricht stoornissen Pijnlijke insertietendinopathie Verkorting Zwakte Hypermobiliteit Hypomobiliteit Therapie Stabilisatie Mobilisatie Symptomatische behandeling Rek Coördinatie- en krachttraining Coördinatie en uithoudingstraining

13

14

15

16

17 Contra-indicatie voor manueel geneeskundige behandeling NOOIT ALTIJD primum non nocere Acute ontstekingsprocessen Instabiliteit hypermobiliteit Recent trauma Pathomorfologische veranderingen Neoplasma C.W.K. Rotatiemanipulatie Bloedvatziekten - a. vertebralis

18 Contra-indicatie voor manueel geneeskundige behandeling Acute cervicale discushernia met en zonder wortelaantasting. Verse weke delen letsels van de C.W.K. (4-8 weken na het ongeval). Posttraumatische segmentale hypermobiliteit. A. vertebralis insufficiëntie met vertigo of drop-attacks.

19 Arteria vertebralis

20 Contra-indicatie voor manueel geneeskundige behandeling Osteoporose en metabolische osteopathie met neiging tot pathologische fracturen. De segmenten met ontstekingsverschijnselen en met vervorming bij reumatoïde artritis en spondylitis ankylosans. Tumoren en metastasen. Beendefecten en misvorming van de wervelkolom. Ruggenmergmisvorming.

21 Elk cervicobrachiaal syndroom verwijst naar één van de volgende zaken: 1. Radiculair lijden 2. Locaal lijden 2.1. CWK: C2-TH Bovenste thoraxapertuur 2.3 Entrapmentneuropathie 2.4. Schouder 2.5. Elleboog 2.6. Pols, hand 3. Pseudoradiculair lijden

22 Differentiële diagnostiek 1. Neurogeen 2. Discogeen 3. Artrogeen 4. Musculair 5. Ligamentair 6. (gemengd, andere...)

23 Toepassing op de functionele eenheid C6 C7 Functiestoornis C6 C7 Discusprotrusie C6 C7 Noceptieve prikkeling t.h.v. gewrichtskapsel Via ramus dorsalis Ruggenmerg (spinale verwerking) Noceptieve prikkeling t.h.v. lig. Longitudinale posterius Via ramus dorsalis Hersenen Centrale verwerking Voorhoorn + Zijhoorn Bewust maken van de pijn Sensorieel - Motorische reflexantwoord (=basis van het pseudoradiculair uitstralingspatroon) Sympathisch -

24 Definitie pseudoradiculaire pijn Verschijnsel waarbij de patient pijn voelt op een andere plaats, dan waar de oorzakelijke lesie zich bevindt (Cyriax) Uitstralende pijnsensatie zonder wortelprikkeling (Mumenthaler)

25 Definitie pseudoradiculaire pijn Reflectoire irritatie van het nocisensorensysteem tussen het gewricht (bot, kapsel,ligamenten) en het tendomyotisch systeem (spierbuik, spier-pees overgang, pees, pees-periost overgang) Storing van de functionele eenheid tussen gewricht en zijn spieren.

26 Opbouw cervicale wervelzuil Ventraal Dorsaal

27 Opbouw cervicale wervelzuil

28 Opbouw cervicale wervelzuil

29 Opbouw cervicale wervelzuil

30 Toepassing op de functionele eenheid C6 C7 Functiestoornis C6 C7 Discusprotrusie C6 C7 Noceptieve prikkeling t.h.v. gewrichtskapsel Via ramus dorsalis Ruggenmerg (spinale verwerking) Noceptieve prikkeling t.h.v. lig. Longitudinale posterius Via ramus dorsalis Hersenen Centrale verwerking Voorhoorn + Zijhoorn Bewust maken van de pijn Sensorieel - Motorische reflexantwoord (=basis van het pseudoradiculair uitstralingspatroon) Sympathisch -

31 Besluit JUISTE TECHNIEK JUISTE MOMENT JUISTE PLAATS JUISTE PATIENT JUISTE THERAPEUT

32 Voorbeeld

33 Voorbeeld