Beslisboom voor onkruidbeheer(sing) op verhardingen met kleinschalige elementen

Transcriptie

1 Beslisboom voor onkruidbeheer(sing) op verhardingen met kleinschalige elementen Bijlage bij de OCW-handleiding voor niet-chemisch(e) onkruidbeheer(sing) op verhardingen met kleinschalige elementen (A 4/)

2 Lijst van de afkortingen EDx d/d VB WDB EnergieDosis (kj/m ) bij curatieve onkruidbestrijding om x % van de bovengrondse plantendelen af te doden (ten opzichte van een onbehandelde controle) Gradering van aggregaten waarbij d (mm) de kleinste korrelmaat en D (mm) de grootste korrelmaat is Voegbreedte Waterdoorlatende bestrating(en) Voorafgaande opmerking De nummering van de titels en subtitels in deze bijlage wordt steeds voorafgegaan door de letter B (bijvoorbeeld B Bepaling van de kenmerkende parameters. Als naar een paragraaf uit de handleiding wordt verwezen, wordt dit steeds uitdrukkelijk vermeld (bijvoorbeeld.. en.4. in de handleiding).

3 Kenmerkende parameters Bestaande VERHARDING Nieuwe Sleutel Sleutel STRAATSTEENSOORT VOEGENAANDEEL,VOEGBREEDTE BEELDSCORE tot 0 VERONKRUIDINGSRISICO HOOG - MATIG - LAAG Eerste stap: keuze tussen bestaande en nieuwe verharding. - Bestaande verharding: stappen van sleutel volgen. Op grond van de staat van de verharding (steensoort, beeldscore en veronkruidingsrisico) en het beoogde resultaat kiezen voor: - curatief behandelen (onkruidbestrijding) sleutel ; - hervoegen van de verharding sleutel.; - heraanleggen van de verharding sleutel. - Nieuwe verharding: preventieve maatregelen bij het ontwerp sleutel. Curatieve maatregelen Hervoegen / Heraanleggen? JA Ontwerpscore > 0, NEEN Preventieve maatregelen bij het ontwerp Verharding absoluut noodzakelijk? ) Verkeersbelasting? ) Toepassing WDB? NEEN: STOP (andere oplossing zoeken) JA: basisontwerp ) en ) JA: standaardopbouw WDB NEEN: klassieke standaardopbouw Onkruidbestrijding Hervoegen Heraanleggen Sleutel. - Materiaalkeuze Sleutel Sleutel. Sleutel Algemene richtlijnen (alle verkeersklassen) / STRAATSTEENSOORT / STRAATLAAG / VOEGVULLING Afhankelijk van a/ WDB of niet-wdb b/ VOEGBREEDTE - VB c/ VERONKRUIDINGSRISICO Specifieke keuzen (verkeersklassen III en IV) Hoofdbeslisboom

4

5 B. Straatsteensoort (.. en.4. in de handleiding) De straatsteensoort wordt gekenmerkt door: - de voegbreedte en het voegpercentage; - de waterdoorlatendheid. Keuze uit de volgende soorten: - klassieke bestratingselementen, zoals: - betonstraatstenen; - betontegels voor voet- en fietspaden; - kleiklinkers; - straatkeien; - waterdoorlatende bestrating: - poreuze stenen; - stenen met verbrede voegen; - stenen met drainageopeningen. Noot Grasbetontegels kunnen weliswaar als waterdoorlatende bestrating worden toegepast, maar worden in de handleiding en deze bijlage buiten beschouwing gelaten. De keuze van de soort van bestratingselement (voor een nieuwe verharding) hangt af van: - de verkeersklasse (die bepalend is voor de steendikte); - de mogelijkheid om waterdoorlatende bestrating toe te passen (zie B.); - de wensen van de opdrachtgever op het vlak van kostprijs, esthetisch aanzien (inpassing in de omgeving), gebruikscomfort, enz. Verkeersklasse I II III Voetgangers, fietsers, bromfietsers Onbeperkt Onbeperkt Onbeperkt Soort van verkeer Lichte voertuigen (<, ton) Maximaal 000 per dag Maximaal 000 per dag Maximaal 00 per dag Zware voertuigen (>, ton) Maximaal 400 per dag Maximaal 00 per dag Maximaal 0 per dag IV Onbeperkt Occasioneel Geen BF Indicatieve aanduiding van de bouwklasse volgens de Standaard Wegstructuren van de Vlaamse Overheid B - B B - B9 B0 B Bepaling van de kenmerkende parameters Straatsteensoort

6 B Bepaling van de kenmerkende parameters Ontwerpscore B. Ontwerpscore (..,. en.. in de handleiding) De ontwerpscore: - is een maat voor de kwaliteit van het ontwerp en/of de uitvoering; - wordt uitgedrukt in een totale ontwerpscore tussen 0 en ; - wordt berekend in de volgende stappen: A Vraag Is er aanliggend groen aanwezig? Antwoord (JA = 0; NEEN = ) (I) Gewicht (II) Gewogen deelscore (I)x(II) x 0, = - beoordeling van zes ontwerpkenmerken door toekenning van een score 0 of in antwoord op de ja-neevragen uit de nevenstaande tabel; - bepaling van een gewogen deelscore voor elk kenmerk (volgens het relatieve belang van het kenmerk voor het veronkruidingsrisico); - optelling van de zes gewogen deelscores = totale ontwerpscore tussen 0 en. B Vertoont de randafwerking gebreken (passtukken kleiner dan een halve steen, geen streklaag, overmatige voegbreedte)? x 0,9 = Noot - Nieuwe verharding: doorgaans hoge score. - Bestaande verharding: elk jaar nieuwe beoordeling volgens de voornoemde berekeningswijze. C Vertoont de verharding verzakkingen of oneffenheden? x 0, = Hoe hoger de ontwerpscore, des te hoger de kwaliteit van het ontwerp en/of de uitvoering D Zijn er obstakels in de verharding aanwezig? x 0, = E Ontbreekt een degelijke kantopsluiting? x 0,4 = F Is er een aanliggende goot van kleinschalige elementen aanwezig? x 0, = Totale ontwerpscore

7 B. Beeldscore (.. en.. in de handleiding) De beeldscore: - is een maat voor de beeldkwaliteit met betrekking tot veronkruiding (visuele perceptie van de netheid van de verharding); - wordt uitgedrukt op een schaal van tot 0 (en eventueel 0+ = geen onkruid); - wordt berekend in de volgende stappen: - meting van de vegetatiehoogte (cm) en de voegbedekking (%) in vijftien ad random neergelegde meetkwadranten van m x m (zie figuur. op blz. in de handleiding); - bepaling van de rekenkundige gemiddelden van de gemeten vegetatiehoogten en voegbedekkingspercentages; - aan de hand van de aldus verkregen waarden, bepaling van de beeldscore met behulp van de nevenstaande tabel waarin de voegbedekking tegenover de vegetatiehoogte is uitgezet. Vegetatiehoogte Voegbedekking < cm - cm 4 - cm - 0 cm > 0 cm - % % 0 - % % % 0 4 Noot - Nieuwe verharding: doorgaans hoge score. - Bestaande verharding: elk jaar nieuwe beoordeling volgens de voornoemde berekeningswijze. Beeldscore Oppervlaktebedekking (%) + vegetatiehoogte (cm) Indicatieve CROW-beeldklasse Tolerantiegraad 0+ 0 % A+ Nultolerantie < % voor hoogte cm 9-0 <, % voor hoogte = tot cm A Lage tolerantie Hoe hoger de beeldscore, des te hoger de kwaliteit van het straatbeeld < % voor hoogte < cm < % voor hoogte cm - < % voor hoogte = tot cm B Matige tolerantie Vijf beeldscorecategorieën (met een bepaalde tolerantiegraad) voor het vastleggen, volgen en jaarlijks beoordelen van de onkruidbestrijdingsscenario s in de praktijk (zie nevenstaande tabel). Beeldscorecategorieën 0+ (geen onkruid) en -4 zijn extreme gevallen die in de praktijk wellicht enkel in bijzondere omstandigheden (feestelijkheden, evenementen, enz.) of tijdelijk (onderhoudsachterstand, gebrek aan financiële en personele middelen, enz.) voorkomen. Beeldscorecategorie -4 wijst inderdaad op extreme verwaarlozing en/of een totaal gebrek aan aangepast beheer en/of een gebrekkige bouwtechnische kwaliteit van de verharding. < % voor hoogte < cm < 4 % voor hoogte cm - C Hoge tolerantie < % voor hoogte = tot cm > 4 % voor hoogte cm -4 D 00 % tolerantie > % voor hoogte = tot cm Noot: bij beeldscores - en -4 wordt aangenomen dat de hoogte < cm niet voorkomt B Bepaling van de kenmerkende parameters Beeldscore

8 B Bepaling van de kenmerkende parameters Veronkruidingsrisico B.4 Veronkruidingsrisico (. en..4 in de handleiding) Het veronkruidingsrisico: - wordt uitgedrukt in een totale risicoscore tussen 0 en, met drempelwaarden voor drie risiconiveaus: HOOG, MATIG, LAAG; - wordt berekend in de volgende stappen: - bepaling van de deelscore voor drie sleutelparameters: - ontwerp (zie B.4.); - voegbreedte (zie B.4.); - gebruiksintensiteit (zie B.4.); Berekening veronkruidingsrisico HOOG - MATIG - LAAG voor de verkeersklassen III en IV* Inschatting risico op basis van drie sleutelparameters / Ontwerp / Voegbreedte / Gebruiksintensiteit Kwaliteit ontwerp en uitvoering? Zes ontwerpkenmerken (zie tabel. in de handleiding en B.) Actuele of ontwerpwaarde (zie tabel. in de handleiding en B.4.) Grenswaarden passage (zie tabel.4 in de handleiding en B.4.) - bepaling van een gewogen deelscore voor elke sleutelparameter (volgens het relatieve belang van de sleutelparameter in het totale veronkruidingsrisico); - optelling van de drie gewogen deelscores = totale risicoscore tussen 0 en. Deelscore 0- Gewicht 0,4 Deelscore 0- Gewicht 0,4 Deelscore 0- Gewicht 0, Hoe hoger de totale risicoscore, des te lager het veronkruidingsrisico Totale gewogen risicoscore (0 - ) HOGE SCORE = LAAG RISICO Drempelwaarden Totale risicoscore < 0, 0, totale risicoscore 0, Totale risicoscore > 0, Risiconiveaus HOOG MATIG LAAG * Verkeersklassen I en II: zeer hoge gebruiksintensiteit zeer laag veronkruidingsrisico

9 B.4. Ontwerp Bepaling van de deelscore voor het ontwerp: zie B.. Hoe hoger de ontwerpscore, des te lager het veronkruidingsrisico B.4. Voegbreedte Bepaling van de deelscore voor de voegbreedte van: Meetpunt Steen Steen Steen Meetpunt Meetpunt - een bestaande verharding: bepaling van de gemiddelde voegbreedte volgens de werkwijze in de nevenstaande tabel (bij stenen met drainageopeningen: maximale breedte van de opening); - een nieuwe verharding: ontwerpvoegbreedte. Noot - Voegbreedte tot mm: deelscore = /voegbreedte (/mm), tussen en 0. - Voegbreedte of maximumbreedte > mm: deelscore = 0. B.4. Gebruiksintensiteit Het veronkruidingsrisico neemt evenredig af met het omgekeerde van de voegbreedte Bepaling van de deelscore voor de gebruiksintensiteit met behulp van de nevenstaande tabel op grond van de grenswaarden voor de passage op en de voornaamste functie van de verharding. Hoe hoger de deelscore voor de gebruiksintensiteit, des te lager het veronkruidingsrisico Oppervlakte zone S Aantal meetpunten Aantal stenen per meetpunt S < 0 m per 0 m lengte per m breedte 4/ 0 < S < 0 m per 0 m lengte per m breedte 4/ S > 0 m 9 per 0 m lengte per m breedte 4/ Aantal metingen van langsvoeg/dwarsvoeg per steen Noot: Het gaat om aanbevolen drempelwaarden voor een goede schatting van de voegbreedte. Voor oppervlakten groter dan 0 m dient deze berekeningswijze niet tot in het oneindige te worden toegepast maar kan op basis van het gezonde verstand het maximumaantal te meten stenen worden bepaald dat een representatief beeld van de voegbreedte geeft. Klasse van gebruiksintensiteit* Voetpad (passages/ m breedte/dag) Fietspad (passages/ m breedte/dag) Parkeervoorziening (aan- en afrijdende voertuigen/00m /dag) Deelscore voor gebruiksintensiteit HOOG > 00 > 000 > 0 MATIG 00 tot tot tot 0 0, LAAG < 00 < 000 < 0 0 * Bestaande verharding: actuele intensiteit; nieuwe verharding: verwachte intensiteit B Bepaling van de kenmerkende parameters Veronkruidingsrisico 9

10 B Bepaling van de kenmerkende parameters Veronkruidingsrisico 0 B.4.4 Voorbeeldberekening van het totale veronkruidingsrisico Ontwerp (zie tabel. in de handleiding en B.) Weging Gewicht Gewogen deelscore Hoe hoger de totale risicoscore, des te lager het veronkruidingsrisico voor de beschouwde verharding. Voorts worden een aantal drempelwaarden voor de inschatting van het totale risiconiveau vastgelegd: A B C D E F x 0, = 0 x 0,9 = x 0, = 0 x 0, = x 0,4 = 0 x 0, = 0, 0 0, 0 0,4 0 Drempelwaarde Totale risicoscore < 0, 0, totale risicoscore 0, Totale risicoscore > 0, Risiconiveau HOOG MATIG LAAG Totaal ontwerp 0, 0,4 0, Voegbreedte (zie tabel. in de handleiding en B.4.) Voeg (mm) Score = /voeg Gewicht Gewogen deelscore ,00 0,0 0, 0, 0,0 0, 0,4 0, 0, 0,0 0,09 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,40 0,0 0, 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,04 0,04 0,04 0,0 0,0 0,0 0,0 Gebruiksintensiteit (zie tabel. in de handleiding en B.4.) Gewicht Gewogen deelscore HOOG 0, 0,0 MATIG 0, 0, 0,0 LAAG 0 0, 0,00 Totale risicoscore voor veronkruiding 0,9

11 B Deelbeslisboom voor sleutel Bestaande verharding Bepalen of hervoegen/heraanleggen van de bestaande verharding is aanbevolen, op grond van vier parameters: Sleutel - Bestaande verharding - straatsteensoort (zie B.) en bijbehorende voegbreedte en voegenaandeel (voor klassieke ongebonden voegvullingen); - beeldscore (zie B.); - veronkruidingsrisico (zie B.4); - aanwezige onkruidflora (zie tabel rechtsonder op deze bladzijde). NEEN Hervoegen / Heraanleggen? (zie tabel. in de handleiding en nevenstaande tabel) JA JA Ontwerpscore > 0, ontwerpklassen K-K4 NEEN Als aan de vier voorwaarden (straatsteensoort, veronkruidingsrisico, aanvangsbeeldscore en aanwezige onkruidflora) in de onderstaande tabel is voldaan, is hervoegen/heraanleggen aanbevolen. Onkruidbestrijding Hervoegen Heraanleggen Straatsteensoort Veronkruidingsrisico Aanvangsbeeldscore Aanwezige onkruidflora Sleutel Sleutel. Sleutel NEEN JA Klassieke of poreuze stenen Ontwerpvoegbreedte < mm Voegenaandeel < 0% Stenen met (ver)brede voegen of drainageopeningen Ontwerpvoegbreedte > mm Voegenaandeel > 0% HOOG < Niet-eenjarig MATIG < Extreem hardnekkige flora HOOG < < Alle flora MATIG < Niet-eenjarig Niet-eenjarig bij (ver)brede voegen Alle flora bij drainageopeningen Sleutel Onkruidbestrijding Actuele ontwerpscore (zie B.) < 0, = Heraanleggen Sleutel Nieuwe verharding Actuele ontwerpscore (zie B.) > 0, = in het ontwerp zijn al preventieve maatregelen genomen maar aangepaste voegvulling kan het effect versterken Hervoegen Sleutel. Materiaalkeuze Of deze aanbeveling (hervoegen of heraanleggen) effectief wordt gevolgd, hangt af van: - economische factoren: kostprijs in vergelijking met onkruidbestrijding (zie 4.. in de handleiding); - andere factoren: organisatie, beleid, enz. Aanwezige onkruidflora Floracategorieën () Mossen en liggende vetmuur Eenjarige flora Meerjarige, onbehaarde flora () Meerjarige, behaarde flora Soortenrijke en evenwichtige flora Extreem hardnekkige, meerjarige flora Soortengroep Bladmossen (Musci), levermossen (Hepaticae), liggende vetmuur (Sagina procumbens) Straatgras (Poa annua), klein kruiskruid (Senecio vulgaris), Canadese fijnstraal (Conyza canadensis), onkruidgiersten (Panicum, Digitaria, Setaria sp.), enz. Paardenbloem (Taraxacum officinale), grote weegbree (Plantago major), Engels raaigras (Lolium perenne), roodzwenkgrassen (Festuca sp.), witte klaver (Trifolium repens), enz. Gewone hoornbloem (Cerastium fontanum), madeliefje (Bellis perennis), duizendblad (Achillea millefolium), klein hoefblad (Tussilago farfara), zachte ooievaarsbek (Geranium molle), enz. Geen van de aanwezige soorten of groep van soorten (behaard versus onbehaard, eenjarig versus meerjarig) domineert Rhizoomvormende soorten met diepzittende rhizomen, onder meer paardenstaarten (Equisetum sp.), klein hoefblad (Tussilago farfara), enz. Boomopslag, onder meer wilgopslag (Salix sp.) () Bepaald volgens dominantie van bepaalde soorten(groepen): de specifieke soortengroep is verantwoordelijk voor meer dan 0 % voegbedekking. () Inclusief tweejarigen. B Deelbeslisboom voor sleutel Bestaande verharding

12

13 B. Deelbeslisboom voor het basisontwerp van een nieuwe verharding Sleutel - Nieuwe verharding NEEN Verharding absoluut noodzakelijk? JA STOP Andere oplossing zoeken ( zie bijvoorbeeld [] en [] in de handleiding) Voer de stappen ) en ) van het basisontwerp uit ) Verkeersbelasting? ) Toepassing WDB? Verkeersklasse I, II, III of IV ( zie tabel. in de handleiding en B..) Bijvoorbeeld ( zie hoofdstuk in de handleiding): - enkel voor de verkeersklassen II, III of IV; - niet in waterwingebieden (beschermingszones en ); - niet op locaties waar vaak wegenzout wordt gestrooid; - niet vlak naast woningen. JA Standaardmodellen WDB ( zie figuur. in de handleiding, B.. en software WDB) NEEN Standaardmodellen klassieke constructies ( zie figuur. en tabel. in de handleiding en B..) Baanbed, onderfundering, fundering, steendikte (en eventuele drainagevoorzieningen voor WDB) zijn bepaald! B Deelbeslisbomen voor sleutel Nieuwe verharding

14 B Deelbeslisbomen voor sleutel Nieuwe verharding B.. Bepaling van de verkeersklasse Indicatieve aanduiding van de bouwklasse volgens de Standaard Wegstructuren van de Vlaamse Overheid Soort van verkeer Verkeersklasse Voetgangers, fietsers, bromfietsers Lichte voertuigen (<, ton) Zware voertuigen (>, ton) I Onbeperkt Maximaal 000 per dag Maximaal 400 per dag B - B II Onbeperkt Maximaal 000 per dag Maximaal 00 per dag B - B9 III Onbeperkt Maximaal 00 per dag Maximaal 0 per dag B0 IV Onbeperkt Occasioneel Geen BF B.. Standaardopbouw WDB B.. Standaardopbouw klassieke constructie Verkeersklasse II Verkeersklasse III Verkeersklasse IV Zware voertuigen < 00 per dag Lichte voertuigen < 000 per dag Zware voertuigen < 0 per dag Lichte voertuigen < 00 per dag Geen zware voertuigen Occasioneel lichte voertuigen Zeer doorlatende ondergrond Verkeersklasse I Zware voertuigen < 400 per dag Lichte voertuigen < 000 per dag 0 of of Verkeersklasse IV Geen zware voertuigen Occasioneel lichte voertuigen, of Verkeersklasse III Zware voertuigen < 0 per dag Lichte voertuigen < 00 per dag of 0 Verkeersklasse II Zware voertuigen < 00 per dag Lichte voertuigen < 000 per dag d= d= Goed doorlatende ondergrond d= d Hydraulisch gebonden steenslag Zandcement Steenslag Onderfundering Dikte fundering (cm) II III IV cm of 0 cm cm of 0 cm cm of cm of cm cm cm cm cm Walsbeton 0 cm cm - cm Schraal beton cm 0 cm cm - Aard en dikte fundering Waterdoorlatende straatstenen Straatlaag Steenslagfundering Fundering van drainerend schraal beton 0 I Dikte straatlaag 0 0 cm of cm Dikte straatstenen 0 Verkeersklasse Betonstraatstenen Straatlaag Walsbeton Schraal beton Drainerend schraal beton d= Weinig doorlatende ondergrond Onderfundering van steenslag Ondergrond Doorlatend geotextiel Afvoerbuis met knijpleiding Drainerend schraal beton - 0 cm cm Hydraulisch gebonden steenslag - cm cm Zandcement cm cm Steenslag - cm cm cm

15 B. Deelbeslisboom voor preventieve onkruidremmende maatregelen bij het ontwerp van een nieuwe verharding Naast het basisontwerp van de nieuwe verharding dat in de voorgaande stappen is bepaald, kan bij de materiaalkeuze van de straatstenen, de straatlaag en de voegvulling een preventief onkruidremmend effect worden nagestreefd, rekening houdend met vier kenmerken: Algemene richtlijnen voor de materiaalkeuze - WDB of niet-wdb (zie basisontwerp); - straatsteensoort: - WDB: poreuze stenen, stenen met verbrede voegen, stenen met drainageopeningen; - niet-wdb: betonstraatstenen, kleiklinkers, straatkeien, enz.; - voegbreedte: - WDB: afhankelijk van de soort van waterdoorlatende bestrating; - niet-wdb: 0- mm; -0 mm; > 0 mm; - veronkruidingsrisico (zie berekeningswijze onder B.4). WDB - k >,4 x 0 m/s - Poreuze stenen - Verbrede voegen of drainageopeningen: 0 % voegenaandeel / Straatsteensoort ( zie.. in de handleiding) - WDB of niet-wdb? - Voegbreedte, voegpercentage - Dikte volgens de verkeersklasse ( zie tabel. in de handleiding) - Wensen opdrachtgever (esthetiek, comfort) niet-wdb - Klassieke betonstraatsteen - Kleiklinker - Natuursteen (bv. straatkei) Hoe hoger het veronkruidingsrisico, des te strenger de preventieve maatregelen Keuze van het straatlaagmateriaal Doorval door 0,0 mm-zeef I < 4,0 % < 0 % II < 4,0 % < 0 % III < 4,0 % < 0 % IV <,0 % < 0 % Doorval door 0,00 mm-zeef Korrelverdelingsparameters voor voegzand Verkeersklasse Korrelverdelingsparameter Aggregaat Steenslag categorie Ab of volgens PTV 4 Steenslag categorie Ab of volgens PTV 4 Steenslag categorie Bc of 4 volgens PTV 4 Alle soorten natuurzand/ steenslag/zandcement Korrelgrootteverdeling 0/ + /, 0/ + /, 0/ + /, 0/ Minimaal Aanbevolen Code volgens PTV 4 Fractie fijn (< 0,0 mm) < 0 % < % f 0 / f Fractie grof (0, tot D mm) > 0 % > 0 % Fijnheidsmodulus f m >, >, MF Noot: f 0 en f = fractie fijne bestanddelen (< 0,0 mm) kleiner dan 0 of %; MF = Medium Fine = bepaalde klasse voor fijnheidsmodulus f m van zand. WDB / Straatlaag ( zie.. in de handleiding) - WDB of niet-wdb? - Kwaliteit volgens de verkeersklasse niet-wdb ( zie tabel. in de handleiding) Extra eisen voor WDB - Open/gesloten (afhankelijk van - Open (/D) doorgaans - Doorlatendheid veronkruidingsrisico) beter, indien toepasbaar - k >,4 x 0 m/s - Filterstabiliteit* - Aanbevolen gehalte aan fijne - Gehalte aan fijne ( zie figuur. in de handleiding) bestanddelen = f4 bestanddelen = f, LA < 0, M DE <, ongeacht de verkeersklasse / Voegvulling WDB ( zie.. in de handleiding) - WDB of niet-wdb? - Klassiek ongebonden, gebonden, innovatief - Voegbreedte en -diepte niet-wdb ( afhank. van de straatsteensoort) Poreuze stenen - Korrelverdelingsparameters - Klassiek: zie tabel.9 en - Zand 0,/ of 0,/, klasse f - Filterstabiliteit* figuur.9 in de handleiding ( zie figuur. in de handleiding) - Innovatief: aanbevolen bij Verbrede voegen/openingen: - Verkeersklasse hoog veronkruidingsrisico - Doorlatendheid - Vorst- en dooibestendigheid en/of lage onkruidtolerantie -4 k >,4 x 0 m/s - Kostp rijs (klassieke of innovatieve - Gebonden: bredere voegen - Zelfde materiaal als straatlaag materialen), dosering (kg/m ) en + afdichting openingen, of innovatieve materialen andere aspecten waterdichtheid (uitloging, kalkuitbloeiing) Noot: LA: Los Angelescoëfficiënt als maat voor de verbrijzelingsweerstand. M DE: micro-devalwaarde als maat voor de afslijtingsweerstand. Hoe lager de waarden voor deze parameters, des te hoger de weerstand. f x : gehalte aan fijne bestanddelen < x % * Filterstabiliteit fundering-straatlaag-voegvulling: D onderliggende laag / D bovenliggende laag = SF D = maaswijdte voor % doorval D = maaswijdte voor % doorval B Deelbeslisbomen voor sleutel Nieuwe verharding

16

17 B4. Voorbeeldbeslisboom voor de materiaalkeuze van WDB (sleutel.) Sleutel - Nieuwe verharding = preventieve maatregelen Sleutel. Materiaalkeuze = preventie WDB - k >,4 x 0 m/s ( zie B4.) niet-wdb Poreuze betonstraatstenen Straatsteensoort Poreuze stenen Verbrede voegen / drainageopeningen Voegvulling: Zand 0,/-; klasse fijn = f Voegenaandeel = min. 0 % Veronkruidingsrisico HOOG MATIG - LAAG HOOG MATIG Betonstraatstenen met verbrede voegen Straatlaag Open /4 Open /4 of gesloten 0/4 met klasse fijn = f Open /, met klasse fijn = f Open /, met klasse fijn = f Voegvulling Innovatief: bv. polymeergebonden voegmortel (k >,4 x 0-4m/s) of zoutverrijkt, grof zand 0/4 /4 steenslag (zelfde materiaal als straatlaag) klasse fijn = f Betonstraatstenen met drainageopeningen Noot: f x = klasse van materiaal volgens de PTV 4 met een gehalte aan fijne bestanddelen (< 0,0 mm) kleiner dan x % B4 Deelbeslisboom voor sleutel. Materiaalkeuze

18 B4 Deelbeslisboom voor sleutel. Materiaalkeuze B4. Voorbeeldbeslisboom voor de materiaalkeuze van niet-wdb (sleutel.) Noot: f x = klasse van materiaal volgens de PTV 4 met een gehalte aan fijne bestanddelen (< 0,0 mm) kleiner dan x % f m = fijnheidsmodulus volgens de PTV 4 als maat voor de grofheid van het zand ( zie B4.) WDB Sleutel - Nieuwe verharding = preventieve maatregelen Sleutel. Materiaalkeuze = preventie niet-wdb VB > 0 mm Klassieke of innovatieve, gebonden voegvullingen Ontwerpvoegbreedte (VB) VB = 0 tot mm VB = tot 0 mm Veronkruidingsisico HOOG MATIG LAAG HOOG MATIG LAAG Straatlaag Open /4 Open /4 of gesloten 0/4 met klasse fijn = f Open /4 of gesloten 0/4 met klasse fijn = f Open /4; /, Open /4; /, of gesloten 0/, met klasse fijn = f Open /4; /, of gesloten 0/4 of 0/, met klasse fijn = f Voegvulling Innovatief: zoutverrijkt zand 0/ of alternatief gebonden voegzand Grof zand 0/; klasse fijn = f; f m >,; min. 0 % 0,- mm Grof zand 0/; klasse fijn = f0 ; f m >,; min. 0 % 0,- mm Onkruidwerend: - gebonden: met polymeren (epoxyhars), met cement of kalk, of gemodificeerd; - zoutverrijkt, grof zand 0/4 Zoutverrijkt zand 0/4 of gebonden mortel Steenslag /4 of /, of grof zand 0/4 met klasse fijn = f; f m >,; min. 0 % 0,-4 mm

19 Sleutel Onkruidbestrijding Hervoegen / heraanleggen is NIET noodzakelijk / NIET mogelijk Bijsturing bestrijdingssysteem en/of -frequentie (indien nodig na jaarlijkse voorjaarsinspectie) Enkel voor verhardingen van de verkeersklassen III en IV Wegens de hoge gebruiksintensiteit volstaan voor de klassen I en II doorgaans twee standaardveegbeurten Te volgen stappen (in de volgorde van uitvoering) voor sleutel INPUT Stap Bepaling van de straatsteensoort Stap Stap Stap 4 Bepaling van het veronkruidingsrisico Bepaling van de aanvangsbeeldscore (werkelijke veronkruiding) Bepaling van de aanwezige onkruidflora OUTPUT Bepaling van de streefbeeldscore Bepaling van de bestrijdingsfrequentie Bepaling van het bestrijdingssysteem B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling 9

20 B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling 0 B. Bepaling van de straatsteensoort (.. en.. in de handleiding) Op grond van de specifieke veronkruidingssnelheid en de toepasbare bestrijdingstechnieken worden de volgende soorten van bestratingselementen onderscheiden: B. Bepaling van de beeldscore bij de aanvang (= aanvangsbeeldscore) (.. en.. in de handleiding) Zie B. in deze bijlage. - stenen met een aanbevolen voegbreedte kleiner dan mm en een voegenaandeel kleiner dan 0 %: - klassieke bestratingselementen (betonstraatstenen, kleiklinkers, betontegels voor voet- en fietspaden, enz.); - poreuze (waterdoorlatende) betonstraatstenen; - stenen met een aanbevolen voegbreedte groter dan mm en een voegenaandeel groter dan 0 %: - stenen met (ver)brede voegen (betonstraatstenen, straatkeien, enz.); - stenen met drainageopeningen. B. Bepaling van het veronkruidingsrisico (. en..4 in de handleiding) Zie B.4 in deze bijlage. Zonale aanpak voor grote parkeerterreinen met aanliggend groen: - opdeling van het terrein in zones; - bepaling van een bestrijdingsfrequentie op maat van het werkelijke veronkruidingsrisico in de verschillende zones (bijvoorbeeld, hoger veronkruidingsrisico vlakbij aanliggend groen) + energiebesparing. B.4 Bepaling van de aanwezige onkruidflora (.. in de handleiding) Zie B in deze bijlage. De soortensamenstelling beïnvloedt: - de streefbeeldscore (bijvoorbeeld hardnekkige meerjarigen versus eenjarigen); - de bestrijdingsfrequentie (bijvoorbeeld eenjarigen versus meerjarigen); - de keuze van de curatieve methoden en het uiteindelijke bestrijdingssysteem. Noot Een LAAG risiconiveau is niet haalbaar bij stenen met (ver)brede voegen of drainageopeningen en klassieke, ongebonden voegvulling.

21 B. Bepaling van de streefbeeldscore (.. in de handleiding) De streefbeeldscore is de maximaal haalbare beeldscore in het kader van duurzame onkruid beheersing (behoud van functionaliteit, toepassing van bestrijdingssystemen, lage bestrijdingskosten en geringe negatieve milieueffecten). De maximaal haalbare beeldscore is de aanbevolen beeldscore (uitgezonderd voor stenen met smalle voegen en een laag veronkruidingsrisico). De haalbaarheid van de streefbeeldscore hangt af van het veronkruidingsrisico: - bij een LAAG veronkruidingsrisico kan een hogere beeldscore dan de aanvangsbeeldscore worden bereikt. Trapgewijs verbeteren van de beeldkwaliteit is mogelijk; - bij een HOOG of MATIG veronkruidingsrisico en een aanvangsbeeldscore > 4 is het behouden van de aanvangsbeeldscore het maximaal haalbare (hangt af van de straatsteensoort); - bij een HOOG veronkruidingsrisico en een lage aanvangsbeeldscore (bijvoorbeeld -4) is hervoegen of heraanleggen meestal aanbevolen of zelfs noodzakelijk. Niet alle beeldscores zijn haalbaar of nastreefbaar. Beeldscore Oppervlaktebedekking (%) + vegetatiehoogte (cm) Indicatieve CROW-beeldklasse Tolerantiegraad 0+ 0 % A+ Nultolerantie Niet haalbaar, niet duurzaam enkel tijdelijk en uitzonderlijk: feestelijkheden, evenementen, enz. < % voor hoogte cm 9-0 <, % voor hoogte = tot cm A Lage tolerantie < % voor hoogte < cm < % voor hoogte cm - < % voor hoogte = tot cm B Matige tolerantie < % voor hoogte < cm - < 4 % voor hoogte cm < % voor hoogte = tot cm C Hoge tolerantie -4 > 4 % voor hoogte cm D > % voor hoogte = tot cm Noot: bij beeldscores - en -4 wordt aangenomen dat de hoogte < cm niet voorkomt 00 % tolerantie GEEN streefbeeldscore: extreme verwaarlozing, geen aangepast beheer, gebrekkige bouwtechnische kwaliteit NIET NASTREEFBAAR want op lange termijn schadelijk voor de functionaliteit van de verharding! B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling

22 B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling B. Bepaling van de bestrijdingsfrequentie (.. in de handleiding) De bestrijdingsfrequentie is het totale aantal ingrepen per jaar (exclusief twee standaardveegbeurten met afzuiging van veegafval in elk bestrijdingssysteem). Een ingreep is een behandeling telkens de streefbeeldscore wordt overschreden. Toepassingsvoorwaarden - Elke behandeling: energiedosis ED0 (indien lagere ED, hogere frequentie). ED0 = ten minste 0 % afdoding van bovengrondse plantendelen. - Voor individuele methoden: rekening houden met de specifieke toepas - baarheid (zie onderstaande tabel). Vier frequentiecategorieën Categorie Frequentie () I > II tot III tot IV tot () Aantal bestrijdingsbeurten per jaar, exclusief twee standaardveegbeurten Als er een lagere streefbeeldscore dan in sleutel is vastgelegd (zie punt in de op - somming op blz. 0 van de handleiding): verlaging van de streefbeeldscore met trap = verlaging van de bestrijdingsfrequentie met trap. Weersomstandigheden Nat weer (neerslag, dauw) Lage temperaturen Erg winderig weer Aanwezige onkruidflora Hoge, dichte vegetatie Behaarde flora Hoge onkruidbedekking Dorre vegetatie Soort van de verharding Verharding met brede, ongebonden voegen (hoog voegenaandeel) Krasgevoelige verhardingen (kleiklinkers, natuursteen) Geslepen natuursteen Mechanisch Thermisch Afsnijden of Geleiding Condensatie losrukken Convectie Straling VE BO HW ST BR HL IR De bestrijdingsfrequentie hangt af van: - de streefbeeldscore, het veronkruidingsrisico en de straatsteensoort; - het bestrijdingssysteem (bijvoorbeeld intensief vegen). Oneffen verharding Niet-verplaatsbare obstakels (op de verharding of aanliggende oppervlakken) Aanliggend groen Zones met brand- en explosiegevaar Brandbare en smeltbare elementen VE: vegen met afzuiging BO: borstelen met afzuiging HW: selectieve heetwatertechniek ST: stomen BR: stootbranden HL: heteluchttechniek IR: branden met infraroodstralen Perfect mogelijk Niet zonder risico Niet aanbevolen

23 B. Bepaling van het bestrijdingssysteem (.. in de handleiding) Een bestrijdingssysteem is een oordeelkundig bepaalde opeenvolging van werkingswijzen. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn: - de bestrijdingsdrempels nauwgezet naleven en de bestrijding herhalen bij elke overschrijding van de streefbeeldscore; - dood organisch materiaal, vuil en grond geregeld afvoeren (preventief veeg- en borstelbeheer); - werkingswijzen afwisselend toepassen (alterneren) om floraverschuiving tegen te gaan. Combitoestellen (combinatie van meerdere werkingswijzen) kunnen wel repetitief worden ingezet; - technieken toepassen volgens de regels van de goede praktijk; - gericht behandelen bij niet-homogene onkruidspreiding in clusters. Technieken Werkingswijzen Methoden Mechanisch Thermisch Afsnijden, losrukken Convectief = warmteoverdracht door: - convectie Niet-convectief = warmteoverdracht door: - geleiding - condensatie - straling Betreden, berijden Bij de bepaling van het veronkruidingsrisico (zie B.4) is al met deze methoden rekening gehouden. Ze worden dus niet in het bestrijdingssysteem in beschouwing genomen. Vegen en afzuigen Borstelen en afzuigen Behandeling met hete lucht Stootbranden Selectieve behandeling met heet water Stomen Branden met infraroodstralen De keuze van de methode binnen een werkingswijze hangt af van: - de specifieke toepasbaarheid (zie tabel onder B.); - de kostprijs; - de beschikbaarheid; - de wendbaarheid van de machines (bijvoorbeeld op verhardingen met veel obstakels); - het milieueffect; - de toegankelijkheid (bijvoorbeeld vluchtheuvels) en de draagkracht van de verharding; - de veiligheid van de uitvoerder (op of nabij vluchtheuvels, verkeersgeleiders, enz.). B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling

24 B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling 4 B. Bepaling van het bestrijdingssysteem (vervolg) Zeven aanbevolen bestrijdingssystemen (rood is te herhalen cyclus) Bestrijdingssysteem Uitvoeringssequentie VE-VE-...-VE Preventieve bestrijding Mechanisch zacht VE extensief VE intensief BO Mechanisch zacht,, 4 Curatieve bestrijding Mechanisch hard Thermisch convectief HL BR Thermisch niet-convectief HW ST IR 4 of of Uitvoeringsvolgorde: de bestrijding start en eindigt met een standaardveegbeurt. Rood gedrukte tekst geeft de te herhalen bestrijdingscyclus aan. Het liggend streepje (-) gaat de volgende behandeling vooraf, een schuine streep (/) geeft de vrije keuze uit de vermelde methoden aan. Twee standaardveegbeurten met afzuiging: een in het najaar na bladval en een in het voorjaar voor de aanvang van de curatieve onkruidbestrijding. Vegen steeds met afzuiging van het veegafval. 4 Borstelen steeds met afzuiging van het borstelafval. VE-HL/BR/HW/ST/IR-VE-...-VE VE-BO-HW/ST/IR-...-VE VE-BO-HL/BR-...-VE VE-HL/BR-HW/ST/IR-...-VE VE-HW/ST/IR-HL/BR-...-VE VE-BO-HL/BR-HW/ST/IR-...-VE VE-BO-HW/ST/IR-HL/BR-...-VE VE-BO-HL/BR-BO-HW/ST/IR-...-VE of VE-BO-HW/ST/IR-BO-HL/BR-...-VE Alterneren met mechanische technieken (voor zover mogelijk).thermische technieken steeds inzetten op jong weefsel, ijle niet hoog opgegroeide vegetatie, anders vooraf met onkruidborstel behandelen. VE: BO: HL: BR: HW: ST: IR: vegen met afzuiging borstelen met afzuiging heteluchttechniek stootbranden selectieve heetwatertechniek stomen branden met infraroodstralen Systeem Aanbevolen voor Hoge aanvangsbeeldscore + smalle voegen Poreuze stenen, eenzijdig mossenkleed, liggende vetmuur (NIET voor rigide, diepgewortelde flora) Hoge aanvangsbeeldscore + smalle voegen Meerjarige behaarde flora (na evolutie naar evenwichtigere flora: minder gericht, klassiek systeem) 4 Flora zonder veel behaarde soorten Als borstelen uitgesloten is (bijvoorbeeld stenen met drainageopeningen en krasgevoelige natuursteen) Passe-partoutsystemen Lage aanvangsbeeldscore Diverse evenwichtige flora Ten minste drie of vier beurten

25 B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling Kleurcodes cijfer(s) Gemakkelijk haalbaar maar niet aanbevolen. Bij elke trapsgewijze verlaging van de streefbeeldscore, ook verlaging van de bestrijdingsfrequentie met een trap. Preventieve maatregelen in het ontwerp en de uitvoering zijn noodzakelijk: heraanleggen of hervoegen met onkruidwerende voegvulling. Aanbevolen bestrijdingssystemen. Klassieke stenen Streefbeeldscore (cijfer) / Streefbeeldklasse (letter) Ontwerpvoegbreedte < mm Voegenaandeel < 0 % A A B - C Veronkruidingsrisico Aanvangsbeeldscore Aanwezige onkruidflora Bestrijdingsfrequentie I II III I II III IV I II III IV I II III IV HOOG 9 eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, 0 mossen + liggende vetmuur meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora - eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, - eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, MATIG LAAG meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, - 4 eenjarige flora,4,, meerjarige, onbehaarde flora meerjarige, behaarde flora - = bestrijdingssystemen tot en met soortenrijke en evenwichtige flora extreem hardnekkige meerjarige flora 0 mossen + liggende vetmuur 9 eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora - eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, - eenjarige flora, 4 meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, - 4 eenjarige flora,4,, meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, extreem hardnekkige meerjarige flora 0 mossen + liggende vetmuur 9 eenjarige flora - - meerjarige, onbehaarde flora, 4,, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora - eenjarige flora - - meerjarige, onbehaarde flora, 4,, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora - eenjarige flora -, 4 meerjarige, onbehaarde flora, 4,, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora,, - 4 eenjarige flora,4,, meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, extreem hardnekkige meerjarige flora Overzichtstabel voor de keuze van de onkruidbestrijding op klassieke verhardingen met smalle voegen

26 B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling Poreuze stenen Streefbeeldscore (cijfer) / Streefbeeldklasse (letter) Ontwerpvoegbreedte < mm Voegenaandeel < 0 % A A B - C Veronkruidingsrisico Aanvangsbeeldscore Aanwezige onkruidflora Bestrijdingsfrequentie I II III I II III IV I II III IV I II III IV HOOG 9 eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, 0 mossen + liggende vetmuur meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora - eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, - eenjarige flora, 4 meerjarige, onbehaarde flora, 4, MATIG LAAG Kleurcodes cijfer(s) meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, - 4 eenjarige flora,4,, meerjarige, onbehaarde flora meerjarige, behaarde flora - = bestrijdingssystemen tot en met soortenrijke en evenwichtige flora extreem hardnekkige meerjarige flora 0 mossen + liggende vetmuur 9 eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4 meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, 4 - eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4 meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, 4 - eenjarige flora -4 meerjarige, onbehaarde flora, 4 meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, 4-4 eenjarige flora,4,, meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, extreem hardnekkige meerjarige flora 0 mossen + liggende vetmuur 9 eenjarige flora - - meerjarige, onbehaarde flora, 4,, 4 meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, 4 - eenjarige flora - - meerjarige, onbehaarde flora, 4,, 4 meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, 4 - eenjarige flora - -4 meerjarige, onbehaarde flora, 4,, 4 meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, 4-4 eenjarige flora, 4 meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, extreem hardnekkige meerjarige flora Gemakkelijk haalbaar maar niet aanbevolen. Bij elke trapsgewijze verlaging van de streefbeeldscore, ook verlaging van de bestrijdingsfrequentie met een trap. Preventieve maatregelen in het ontwerp en de uitvoering zijn noodzakelijk: heraanleggen of hervoegen met onkruidwerende voegvulling. Aanbevolen bestrijdingssystemen. Overzichtstabel voor de keuze van de onkruidbestrijding op waterdoorlatende verhardingen met poreuze stenen

27 B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling Kleurcodes cijfer(s) Gemakkelijk haalbaar maar niet aanbevolen. Bij elke trapsgewijze verlaging van de streefbeeldscore, ook verlaging van de bestrijdingsfrequentie met een trap. Preventieve maatregelen in het ontwerp en de uitvoering zijn noodzakelijk: heraanleggen of hervoegen met onkruidwerende voegvulling. Aanbevolen bestrijdingssystemen. Stenen met (ver)brede voegen Streefbeeldscore (cijfer) / Streefbeeldklasse (letter) Ontwerpvoegbreedte > mm Voegenaandeel > 0 % A A B - C Veronkruidingsrisico Aanvangsbeeldscore Aanwezige onkruidflora Bestrijdingsfrequentie I II III I II III IV I II III IV I II III IV HOOG 9 eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, 0 mossen + liggende vetmuur, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora - eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, - eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora MATIG meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora - 4 eenjarige flora meerjarige, onbehaarde flora meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora extreem hardnekkige meerjarige flora 0 mossen + liggende vetmuur, 4 9 eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4 meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, 4 - eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, - eenjarige flora - meerjarige, onbehaarde flora, 4, meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora, - 4 eenjarige flora,4,, meerjarige, onbehaarde flora meerjarige, behaarde flora - = bestrijdingssystemen tot en met soortenrijke en evenwichtige flora extreem hardnekkige meerjarige flora Overzichtstabel voor de keuze van de onkruidbestrijding op (klassieke of waterdoorlatende) verhardingen met stenen met (ver)brede voegen

28 B Sleutel voor duurzame curatieve niet-chemische onkruidbeheersing op halfopen verhardingen met ongebonden voegvulling Stenen met drainageopeningen Streefbeeldscore (cijfer) / Streefbeeldklasse (letter) Ontwerpvoegbreedte > mm Voegenaandeel > 0 % A A B - C Veronkruidingsrisico Aanvangsbeeldscore Aanwezige onkruidflora Bestrijdingsfrequentie I II III I II III IV I II III IV I II III IV HOOG 9 eenjarige flora, meerjarige, onbehaarde flora, 0 mossen + liggende vetmuur, meerjarige, behaarde flora * soortenrijke en evenwichtige flora, - eenjarige flora, meerjarige, onbehaarde flora, meerjarige, behaarde flora * soortenrijke en evenwichtige flora, - eenjarige flora meerjarige, onbehaarde flora MATIG Kleurcodes cijfer(s) meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora - 4 eenjarige flora meerjarige, onbehaarde flora meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora extreem hardnekkige meerjarige flora 0 mossen + liggende vetmuur, 9 eenjarige flora, meerjarige, onbehaarde flora, meerjarige, behaarde flora * soortenrijke en evenwichtige flora, - eenjarige flora, meerjarige, onbehaarde flora, meerjarige, behaarde flora * soortenrijke en evenwichtige flora, - eenjarige flora, meerjarige, onbehaarde flora, meerjarige, behaarde flora * soortenrijke en evenwichtige flora, - 4 eenjarige flora meerjarige, onbehaarde flora meerjarige, behaarde flora soortenrijke en evenwichtige flora extreem hardnekkige meerjarige flora * Kies voor de thermische techniek een niet-convectieve bestrijdingsmethode, bv. selectieve behandeling met heet water, branden met infraroodstralen of stomen. - = bestrijdingssystemen tot en met. Gemakkelijk haalbaar maar niet aanbevolen. Bij elke trapsgewijze verlaging van de onkruidtolerantie, ook verlaging van de bestrijdingsfrequentie met een trap. Preventieve maatregelen in het ontwerp en de uitvoering zijn noodzakelijk: heraanleggen of hervoegen met onkruidwerende voegvulling. Aanbevolen bestrijdingssystemen. Overzichtstabel voor de keuze van de onkruidbestrijding op waterdoorlatende verhardingen met stenen met drainageopeningen

29

30